Helmond Zorgzame stad, Wmo-enquête 2013 Afdeling Onderzoek en Statistiek
Logo in
Helmond Zorgzame Stad
Wmo-enquête 2013
Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
COLOFON Titel:
Helmond, Zorgzame Stad: Wmo-enquête, 2013
Opdrachtgever:
Gemeente Helmond
Opdrachtnemer:
Afdeling Onderzoek en Statistiek Gemeente Helmond Truus Ruijs
Datum:
april 2014
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Kernpunten
Kernpunten De inwoners van Helmond is gevraagd naar de ervaringen die van belang zijn voor een goede uitvoering van de Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Nieuw in deze enquête is de vraagstelling naar beschikbaarheid en kwaliteit van basisvoorzieningen. In de analyse is uitvoerig aandacht besteed aan de inwoners die (te) weinig persoonlijke contacten hebben. De Wmo-monitor is een belangrijk instrument van de gemeente om zicht te houden op de effecten van het Wmo-beleid. In 2013 is voor de vierde keer het onderzoek gehouden naar de ervaringen van Helmondse volwassenen met maatschappelijke ondersteuning. In elke wijk zijn minimaal 200 enquêtes verspreid onder de bewoners van 18 jaar en ouder. Het responspercentage is 38%, in absolute aantallen hebben 2.037 volwassenen meegewerkt aan dit onderzoek. Dit is voldoende om zicht te krijgen op de meningen van de Helmondse bevolking als totaal en van relevante groepen in het kader van zorg en welzijn. Ook is er voldoende respons om een beeld per wijk te schetsen. De onderzoeksvragen sluiten aan bij het Wmo-beleidsplan 2011-2015. Ze betreffen een deel van de thema’s uit de Wmo; andere thema’s komen aan de orde in bevolkingsonderzoeken zoals de Leefbaarheids- en Veiligheidsmonitor van de gemeente en de Gezondheidsenquête van de GGD. De resultaten van deze onderzoeken worden, samen met de klanttevredenheidsonderzoeken, ingezet in de beleidscyclus. Helmond aantrekkelijke stad De gemeente streeft ernaar een aangenaam woon- en leefklimaat te bewerkstelligen, met voldoende en voldoende aantrekkelijke basisvoorzieningen. Helmonders voelen zich goed op hun gemak in hun eigen woonomgeving en maken naar eigen mening in voldoende mate actief deel uit van sociale netwerken. Ruim een derde vindt het belangrijk om mee te doen aan activiteiten in de buurt en een even grote groep stemt in met de stelling dat er geen behoefte aan is om zich met de buurt te bemoeien. Zo’n 29% voert vrijwilligersactiviteiten uit in de buurt. Dit percentage is sinds de start van dit onderzoek in 2005 met bijna 10%-punt afgenomen, vooral omdat burenhulp (2013: 9%; 2010: 15%) bij elke peiling op een lager percentage deelnemers uitkomt. De inzet voor een sportvereniging in de woonbuurt neemt juist toe (2013: 7%; 2010: 5%).en draagt daarmee bij tot een stabiele inzet bij overige buurtactiviteiten. Sociale inbedding Een kleine groep mensen (4%) heeft niemand op wie zij kortstondig een beroep kunnen doen in geval van acute nood, bijv. bij een plotselinge hevige griepaanval. Het ontbreken van zo’n sociaal vangnet komt ook, zij het in mindere mate, voor bij inwoners met voldoende sociale contacten. Een vrij omvangrijke groep zou meer intensief willen deelnemen aan het sociale verkeer en komt er niet aan toe dit goed te organiseren (2013: 23%; 2010: 25%). Hierin vervat zijn ook de 6% inwoners die aangeeft eenzaam te zijn. Een ontmoetingsruimte in de buurt lost dit niet op; wel geven degenen die meer sociale contacten wensen vaker te kennen dat zij behoefte hebben aan nieuwe en andere verenigingen.
_________________________________________________________________________________ Gemeente Helmond - Onderzoek en Statistiek iii
Zorgzame Stad
Kernpunten
Basisvoorzieningen Voorzieningen in de buurt zijn belangrijk, waarbij vooral winkels voor dagelijkse boodschappen, pinautomaten/postagentschappen/banken en natuurvoorzieningen hoog (≥ 90%) scoren. Van deze drie staat de bereikbaarheid van pinautomaten/postagentschappen/banken onder druk. Een kwart van de bewoners vindt deze voorziening onvoldoende bereikbaar; in Warande, Brouwhuis en Stiphout gaat het zelfs om bijna de helft van de inwoners. Ontmoetingsruimten zoals een wijkhuis of buurtkamer worden door een op de drie Helmonders (35%) (heel) belangrijk gevonden, 65% vindt een dergelijke ontmoetingsruimte minder belangrijk of zelfs onbelangrijk. Afhankelijk van het type voorziening is 70% tot 90% tevreden over de kwaliteit. Een relatief lager percentage tevreden inwoners is het resultaat bij de vraag naar de kwaliteit van bewegingsmogelijkheden als speelveldjes en trapveldjes (71% tevreden) en voorzieningen voor sport, dansen en zwemmen (73% tevreden). Een relatief hoger percentage tevreden inwoners is het resultaat bij de vraag naar de kwaliteit van winkels voor dagelijkse boodschappen (90%), natuurvoorzieningen (88%) en medische voorzieningen (88%). Helmond actieve stad De gemeente streeft ernaar het aantal vrijwilligers te vergroten door middel van het subsidiëren van diensten gericht op deskundigheidsbevordering, makelen in vraag en aanbod en ondersteuning. Verbinding tussen maatschappelijke en arbeidsparticipatie. Ter ondersteuning van ouderen en kwetsbare burgers die niet of onvoldoende geholpen zijn met mantelzorg, doet de gemeente bijvoorbeeld bij het aanbieden van collectieve diensten een beroep op vrijwilligers en op mensen met een uitkering Vrijwilligerswerk Een toenemend percentage inwoners zet zich in als vrijwilliger (2013: 32%; 2010: 26%). Het merendeel van hen doet dit structureel (24%), een toch nog substantieel deel doet dit incidenteel (8%). Belangrijkste motivatie blijkt te zijn dat men het leuk vindt om te doen. Voor ongeveer 2% van de vrijwilligers gaat het om een min of meer verplichte activiteit in verband met werk, opleiding, uitkering of re-integratie. De grootste trekker zijn activiteiten bij organisaties die actief zijn op het gebied van maatschappelijk welzijn. Mantelzorg aanbieden De ondersteuning van of zorg voor ouderen, chronisch zieken en mensen met andere beperkingen wordt in toenemende mate ook door onbetaalde krachten, voornamelijk familie, opgevangen. Eén op de vijf volwassenen doet aan mantelzorg voor mensen in of buiten Helmond (2013: 20%; 2010: 18%). De toename bestaat onder meer uit mensen die taken van kleinere ureninzet (minder dan 10 uur per week) op zich nemen. Daarnaast zien we een toename van mensen die mantelzorg op zich nemen voor anderen dan directe familie (2013: 19%; 2010: 16% van de mantelzorgers). Eén op de vijf mantelzorgers heeft contact met mantelzorgondersteuning. Mantelzorgondersteuning is bekend bij circa 60% van de mantelzorgers. Een klein, maar toenemend deel van de mantelzorgers is zeer zwaar of zelfs overbelast (2013: 6%; 2010: 2%). Ruim een derde ondervindt knelpunten bij het uitvoeren van mantelzorg (2013: 35%; 2010: 36%). Het meest genoemde knelpunt bij mantelzorg is dat het lastig te combineren is met andere dagelijkse bezigheden. In toenemende mate wordt het plannen van mantelzorg als knelpunt genoemd. De website die ter ondersteuning van het afstemmen van zorg door verschillende mantelzorgers in het leven geroepen is (www.zorgsite.nl), blijkt nog onbekend bij een groot deel van de mantelzorgers. _________________________________________________________________________________ iv Gemeente Helmond - Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Kernpunten
Helmond ondersteunende stad Op het moment dat inwoners onvoldoende op eigen kracht en met die van de sociale omgeving mee kunnen doen, zetten we collectieve voorzieningen en/of individuele voorzieningen in. Hierbij is het belangrijk dat mensen de weg naar noodzakelijke voorzieningen en sociale activiteiten weten te vinden. Gemiddeld beoordeelt 88% van de volwassenen de eigen gezondheid als voldoende tot goed. Het percentage neemt af met de leeftijd, onder 65+ inwoners gaat het om 80%. Een negatieve beoordeling van de eigen gezondheid gaat vaak, maar niet altijd, gepaard met klachten over een langdurige ziekte of ouderdomsklachten. De gezondheidsbeleving en de mate waarin volwassenen last hebben van langdurige ziekte zijn over de jaren heen vergelijkbaar. Een kwart van de volwassenen wordt door hun chronische ziekte of ouderdomsklachten in lichte (17%) of sterke (6%) mate belemmerd in het dagelijks functioneren. Waar sprake is van (sterke) belemmeringen in het functioneren, is soms aanvullende ondersteuning nodig. In een dergelijke situatie is het belangrijk dat men weet waar men informatie kan vinden voor ondersteuning. Globaal zijn er twee thema’s die in het oog springen bij de noodzaak voor ondersteuning: 1. Zorg voor ouderen en gehandicapten 2. Opvoedingsondersteuning Zorg voor ouderen en gehandicapten Een grove schatting van de benodigde capaciteit voor ouderen en gehandicapten, baseren we op het aantal inwoners van 65 jaar en ouder, aangevuld met inwoners die via dit onderzoek aangeven dat zij of een huisgenoot een langdurige ziekte of handicap hebben. De groep ouderen neemt jaarlijks licht toe en staat in 2013 op 19%. De groep met langdurige ziekte of handicap omvat 13% à 14% van de inwoners (huishoudens waar ook al senioren aanwezig zijn, blijven buiten deze telling en worden dus niet dubbel meegeteld). Het aantal volwassenen dat deel uitmaakt van een huishouden met grotere kans op zorgbehoefte komt in 2013 op 32% van de bevolking; in 2005 had 30% van de volwassen bevolking in hun huishouding een 65+ of een huishoudlid met langdurige ziekte of handicap. Potentiële zorggroep* 35% 30% 25% 20%
13%
14%
14%
16%
16%
17%
17%
19%
2005
2007
2010
2013
15% 10% 5% 0%
Zelf/Huishoudlid jonger dan 65 jaar, met langdurige ziekte of handicap Zelf/Huishoudlid 65 jaar en ouder; sommige wel, sommige geen langdurige ziekte of handicap
* Indicatie voor doelgroep compenserende diensten en voorzieningen Wmo
_________________________________________________________________________________ Gemeente Helmond - Onderzoek en Statistiek v
Zorgzame Stad
Kernpunten
Potentiële zorggroep over: Toegankelijkheid openbare voorzieningen Het gebruiksgemak van wegen en de toegankelijkheid van openbare gebouwen voor wie slecht ter been is, is in de opeenvolgende peilingen telkens iets positiever beoordeeld. Deze ontwikkeling heeft echter geen invloed op het aandeel inwoners dat een negatieve beoordeling uitspreekt. Vooral de looproutes in de eigen woonbuurt moeten het ontgelden (2013: 22%; 2010: 22% vindt de looproutes ongeschikt). Potentiële zorggroep over: Zelfredzaamheid en financiële eigen bijdrage Meer mensen zijn van mening dat zij door zorg en diensten zelfstandig kunnen blijven wonen (2013: 44%; 2010: 40%). Een lichte daling is te zien in het percentage mensen dat financieel moeite heeft met lasten die gepaard gaan met de eigen bijdrage voor de voorzieningen (2013: 20%; 2010: 22%). Er is iets meer acceptatie voor de eigen bijdrage: het percentage mensen dat principieel moeite heeft met de eigen bijdrage is licht gedaald (2013: 20%; 2010: 22%). Potentiële zorggroep over: Behoefte aan ondersteuning Het zal duidelijk zijn dat niet iedereen in de potentiële zorggroep daadwerkelijk behoefte heeft aan zorg. Een aantal vaste componenten maakt de ontwikkeling in de daadwerkelijke behoefte inzichtelijk. Zo blijkt de helft van de potentiële zorggroep beperkingen te ervaren bij Wmo-taakvelden als het zelfstandig voeren van het huishouden, verplaatsen in en om de woning, het ontmoeten van andere mensen en vervoer. Dit aandeel is even groot als in 2007 en omvat in 2013 circa 10.000 personen (2013: 49%; 2007: 50%). Minder dan de helft van de mensen die beperkingen ervaren, hebben in 2013 behoefte aan ondersteunende diensten en voorzieningen in of nabij de woning. Dit betreft circa 3.000 personen. Ter vergelijking: deze groep is ongeveer even groot als de groep met Persoonlijke Ondersteuning als individuele Wmo-voorziening en bestaat voor een deel uit dezelfde personen. De helft van deze 3.000 personen heeft behoefte aan ondersteuning bij klussen in huis of tuinonderhoud. Aan voorzieningen als maaltijdservice of begeleiding naar medisch specialist is in veel mindere mate behoefte. Potentiële zorggroep over: Ontvangen mantelzorg Het percentage Helmonders dat mantelzorg ontvangt is, volgens de potentiële zorggroep, drastisch afgenomen (2013: 40%; 2007: 66%). Het is niet bekend of de afname betrekking heeft op mantelzorg door Helmonders of door familie/vrienden uit andere gemeenten. Alleen op het vlak van persoonlijke verzorging is het percentage vrijwel gelijk gebleven (2013: 7%; 2007: 8%), bij alle andere activiteiten van ontvangen mantelzorg is het percentage gedaald. Potentiële zorggroep over: Professionele ondersteuning De betaalde ondersteuning is, volgens de potentiële zorggroep, in totaliteit vergelijkbaar gebleven over de jaren (2013: 21%; 2007: 22%). Op onderdelen zijn wel verschillen te zien. Zo is de professionele persoonlijke verzorging nu bij een lager percentage inwoners (2013: 4%; 2007: 10%) en ook de hulp bij het huishouden is afgenomen (2013: 11%; 2007: 16%). Potentiële zorggroep over: Bekendheid Wmo-voorzieningen Bekendheid met informatie- en advieskanalen voor Wmo-voorzieningen is een belangrijke voorwaarde voor de toegang tot het gebruik van de voorzieningen. Twee op de drie volwassenen weten waar zij terecht kunnen voor informatie op tenminste één van de Wmo-voorzieningen. Bij afzonderlijke onderwerpen is de bekendheid fors lager; het onderwerp waarbij het informatiekanaal het meest bekend is, betreft de vervoersvoorzieningen (52%). Inwoners die deel uitmaken van de potentiële zorggroep zijn in 2013 op elk van de onderwerpen iets beter op de hoogte dan de gemiddelde volwassene. In 2007 was dit enkel bij twee van deze onderwerpen het geval. _________________________________________________________________________________ vi Gemeente Helmond - Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Kernpunten
Het aantal inwoners dat informatie gezocht heeft, is met 5%-punt afgenomen (2013: 12%; 2010: 17%). Onder de leden van de potentiële zorggroep is deze mate van daling al een trend vanaf 2007. De belangrijkste informatiekanalen bestaan uit de huisarts, de thuiszorgaanbieder en de persoonlijke kring van familie en vrienden. Internetwebsites als www.guidohelmond.nl zijn nauwelijks bekend bij de inwoners. Opvoedingsondersteuning Ten aanzien van de opvoedingsondersteuning heeft 13% van de ouders behoefte aan professioneel advies. De bekendheid met ondersteuning bij opvoedingsvragen is gestaag toegenomen van 63% van de ouders in 2005 tot 71% van de ouders in 2013. Slechts 1% van de ouders heeft nog niet de hulp gevonden die ze gezocht hebben en ook dat is een verbetering (2013: 1%; 2010: 6%). Helmond ondernemende stad De gemeente streeft naar het effectiever organiseren en stimuleren van participatie en zelfstandig wonen van alle burgers in de stad. Informatie ten behoeve van samenwerking met het al dan niet gesubsidieerde particuliere initiatief is in de onderzoeksvragen gericht op een inventarisatie van huidige woonsituatie en woonwensen. Een kwart van de bevolking denkt erover binnen vijf jaar te verhuizen. Dit is een iets lager percentage dan bij de vorige peiling (2013: 25%; 2010: 27%). De potentiële verhuizers zijn voor een groot deel jonger dan 35 jaar. Onder de potentiële zorggroep denkt 16% te gaan verhuizen, waaronder de helft (9%) in de aanstaande woning behoefte heeft aan woningaanpassingen ten behoeve van ouderen of gehandicapten. Iets meer dan dat (10%) denkt erover om binnen vijf jaar te verhuizen naar een nultredenwoning. Onder de overige volwassenen denkt 27% binnen vijf jaar te verhuizen, waaronder een zeer gering deel (2%) in de aanstaande woning behoefte heeft aan woningaanpassingen ten behoeve van ouderen of gehandicapten. Eenzelfde percentage in deze groep (2%) denkt erover om binnen vijf jaar te verhuizen naar een nultredenwoning.
_________________________________________________________________________________ Gemeente Helmond - Onderzoek en Statistiek vii
Zorgzame Stad
Inhoud Kernpunten .............................................................................................................................................. iii Inleiding........................................................................................................................................... 1
1 1.1
Doelstelling ................................................................................................................................. 1
1.2
Vraagstelling ............................................................................................................................... 1
1.3
Aanpak ....................................................................................................................................... 1
1.4
Respons ..................................................................................................................................... 2
1.5
Verwant onderzoek GGD ........................................................................................................... 2
1.6
Leeswijzer ................................................................................................................................... 2 Karakter van de woonbuurt............................................................................................................. 5
2 2.1
Sociaal ........................................................................................................................................ 5
2.2
Activiteiten in de buurt ................................................................................................................ 6
2.3
Voorzieningen in de eigen woonbuurt ........................................................................................ 7
2.4
Internetmeldpunt....................................................................................................................... 10 Eenzaam en ook alleen ................................................................................................................ 13
3 3.1
Eenzaamheid per wijk .............................................................................................................. 13
3.2
Eenzaamheid per buurt ............................................................................................................ 15
3.3
Vangnet voor tijdelijke zorg ...................................................................................................... 16 Vrijwilligers .................................................................................................................................... 17
4 4.1
Flinke toename vrijwilligers ...................................................................................................... 17
4.2
Wie zijn de vrijwilligers in Helmond? ........................................................................................ 17
4.3
Helft vrijwilligers wekelijks aan de slag..................................................................................... 17
4.4
Vrijwilligerssectoren .................................................................................................................. 18
4.5
Motivatie voor vrijwilligerswerk ................................................................................................. 19
4.6
Redenen om geen vrijwilligerswerk (meer) te doen ................................................................. 20 Mantelzorgers ............................................................................................................................... 23
5 5.1
Lichte toename mantelzorgers ................................................................................................. 23
5.2
Wie zijn de mantelzorgers in Helmond? ................................................................................... 23
5.3
Meer mantelzorgers, minder inzet per mantelzorger ............................................................... 25
5.4
Mantelzorgtaken ....................................................................................................................... 26
5.5
Ontwikkeling aan wie de mantelzorg gericht is ........................................................................ 27
5.6
Mogelijkheid tot het delen van zorg .......................................................................................... 27
5.7
Knelpunten bij uitvoering mantelzorg ....................................................................................... 28
5.8
Overbelasting door mantelzorg ................................................................................................ 29
5.9
Rol van mantelzorgondersteuning............................................................................................ 30
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
6
Gezondheid en Belemmeringen ................................................................................................... 33 6.1
Gezondheid van volwassenen ................................................................................................. 33
6.2
Informatieloket .......................................................................................................................... 34
6.3
Guidohelmond.nl ...................................................................................................................... 35
6.4
Doelgroep compenserende diensten en voorzieningen Wmo ................................................. 36
6.5
Hulpmiddelen bij beweging en vervoer .................................................................................... 37
6.6
Toegankelijkheid openbare ruimte voor mensen die slecht ter been zijn ................................ 37
6.7
Zelfstandig in de eigen woning: wens en mogelijkheid ............................................................ 38
6.8
Eigen keuzes en eigen bijdrages ............................................................................................. 40 Behoefte aan zorg ........................................................................................................................ 43
7 7.1
Beperkingen binnen de taakvelden Wmo................................................................................. 43
7.2
Behoefte aan compenserende diensten en voorzieningen ...................................................... 44
7.3
Mantelzorgontvangers in beeld ................................................................................................ 45
7.4
Mantelzorg in de beleving van mantelzorgontvangers ............................................................. 46
7.5
Professionele ondersteuning .................................................................................................... 47
7.6
Eigen vervoersvoorzieningen ................................................................................................... 48
7.7
Woonvoorzieningen .................................................................................................................. 49
7.8
Bekendheid met compenserende diensten en voorzieningen ................................................ 50 Behoefte aan opvoedingsondersteuning ...................................................................................... 53
8 8.1
Ouders met zorgen ................................................................................................................... 53
8.2
Behoefte aan professioneel advies .......................................................................................... 54
8.3
Wachtlijst voor advies ............................................................................................................... 54
8.4
Voorkeur voor ondersteuning ................................................................................................... 55
8.5
Bekendheid met ondersteuning bij opvoedingsvragen ............................................................ 55 Verhuiswensen ............................................................................................................................. 57
9 9.1
Lichte afname verhuisplannen ................................................................................................. 57
9.2
Verhuisplannen concreter ........................................................................................................ 57
9.3
Woningwensen: Koop of Huur .................................................................................................. 58
9.4
Woningwensen: type woning .................................................................................................... 59
9.5
Woningwensen: woningaanpassingen ..................................................................................... 59
Bijlage: Monitor 2005 – 2013, cijfermatig overzicht ............................................................................... 61
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Inleiding
1 Inleiding De ervaringen en behoeften op het vlak van welzijns- en zorgvoorzieningen zijn belangrijke indicatoren in de beleidsvoorbereiding. Met name de afdelingen Maatschappelijke ondersteuning en dienstverlening (MOeD) en Zorgpoort (ZP) maken gebruik van deze informatie. De metingen van deze ervaringen en behoeften zijn gestart in de aanloop van de Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2005. In totaal hebben deze metingen nu vier keer plaatsgevonden.
1.1 Doelstelling De rapportage is geschreven om B & W, de gemeenteraad en de Dienst Samenleving en Economie te voorzien van informatie over de (ontwikkeling van de) de uitvoering van de Wet Maatschappelijke ondersteuning in Helmond. Deze informatie kan onder meer gebruikt worden ten behoeve van:
de Voorjaarsnota en Programmabegroting het beleid toegankelijkheid openbare ruimte het beleid speelvoorzieningen het beleid voorzieningen voor mensen met een beperking het beleid opvoedingsondersteuning
1.2 Vraagstelling De enquête Zorgzame Stad richt zich op de volgende vragen: 1. wat is de rol van de buurt of wijk voor haar bewoners 2. wat is de bijdrage van de volwassen bewoners aan Helmond als zorgzame stad (mantelzorg en vrijwilligerswerk) 3. hoe is de mogelijkheid tot deelname aan de samenleving door mensen met (met name fysieke) beperkingen 4. wat is de behoefte aan informatie en advies van de burgers 5. wat is de behoefte aan diensten en voorzieningen bij beperkingen De enquête Zorgzame Stad 2013 is voor een groot deel een vervolg op de bevolkingsraadplegingen die in 2010, 2007 en 2005 over de Wmo gehouden zijn. Het merendeel van de vragen is gelijk gehouden aan de voorgaande onderzoeken. Een uitzondering betreft de vraagstelling naar diensten en voorzieningen. Deze is in 2010 uitsluitend gesteld aan de inwoners die belemmeringen ondervinden omdat zij langdurig ziek zijn of gehandicapt. In de voorgaande jaren is deze vraag ook aan alle 65-plussers voorgelegd en dat is ook in 2013 weer het geval. De vragenlijst is samengesteld na overleg met de gemeentelijke afdelingen van de dienst Samenleving en Economie, die het meest gebruik maken van de uitkomsten: Maatschappelijke Ondersteuning en Dienstverlening (MOD) en de Zorgpoort (ZP).
1.3 Aanpak De aandachtspunten uit de Wmo zijn in de vorm van meerkeuzevragen voorgelegd aan de bevolking van 18 jaar en ouder. Er is geen bovengrens gehanteerd qua leeftijd, omdat juist op oudere leeftijd een beroep wordt gedaan op bepaalde diensten en voorzieningen. Op verzoek van de wethouder is Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
1
Zorgzame Stad
Inleiding
meer dan in voorgaande jaren gelegenheid geboden om tekstuele toelichtingen op de antwoorden te geven. In elke wijk zijn minimaal 200 personen uitgenodigd om deel te nemen aan de enquête via internet. Na twee weken is naar elk adres met een niet gebruikte internetcode een schriftelijke vragenlijst gestuurd. De ingevulde formulieren hebben een wegingsfactor waardoor de antwoorden een representatieve vertegenwoordiging vormen van de Helmondse volwassenen qua wijk, leeftijd en geslacht.
1.4 Respons Er zijn ruim 2.000 deelnemers aan de enquête. Dit is een respons van 38%. Een ruime helft hiervan heeft via het internet geantwoord (20%) en een kleine helft (18%) via het retourneren van het papieren formulier. De verkregen respons is voldoende om zicht te krijgen op de meningen van de Helmondse bevolking als totaal en van relevante groepen in het kader van zorg- en welzijn. In elke wijk is voldoende deelgenomen aan dit onderzoek om gegevens per wijk te presenteren.
1.5 Verwant onderzoek GGD De GGD houdt om de drie à vier jaar een gezondheidsonderzoek onder de bevolking door middel van enquêtes. In deze onderzoeken komen enkele onderwerpen aan bod die ook in deze gemeentelijke Wmo-enquête aan de orde komen, zoals deelname aan vrijwilligerswerk en mantelzorg. De percentages voor vrijwilligerswerk en mantelzorg in de GGD-rapportage zijn normaliter anders dan die in de gemeentelijke enquête. Dit lijkt misschien wat vreemd, maar er zijn goede verklaringen voor:
Samenstelling onderzoeksgroep: Zowel bij de gemeentelijke onderzoeken als bij de onderzoeken van de GGD worden inwoners op basis van toeval gekozen om de enquête in te vullen. Dit brengt met zich mee dat het percentage dat de uitkomst vormt, tussen de verschillende deelnemersgroepen sowieso ongeveer 2% lager of hoger kan zijn (steekproefmarge). Tijdstip enquête: de enquêtes zijn normaliter in verschillende kalenderjaren afgenomen; voor sommige vragen kan het zelfs uitmaken in welk kwartaal de enquête is gehouden. Gedachtenpatroon: de uitnodiging voor een gezondheidsenquête van de GGD roept bij sommige deelnemers een (heel) ander gedachtenpatroon op dan de uitnodiging voor een inwonersenquête van de gemeente. Dit kan invloed hebben op de beantwoording van de vraag. Vraagformulering: De vragen zijn in de GGD-enquête anders geformuleerd dan in de inwonersenquête van de gemeente. Dit kan invloed hebben op de beantwoording van de vraag.
Bij verschillende bronnen is nooit sprake van een volledige overlap in het onderzochte begrip. Het advies is om in zo’n situatie niet de standcijfers van beide bronnen te vergelijken, maar de ontwikkelingen die in beide bronnen worden beschreven.
1.6 Leeswijzer Deze rapportage biedt informatie over de mening van de volwassenen over uitvoering en gebruik van welzijnsbevorderende diensten en voorzieningen. Hij is gebaseerd op ingevulde en geretourneerde enquêteformulieren van 2.037 volwassenen; dit is 38% van de verzonden uitnodigingen. De rapportage volgt de thema’s van het Wmo-beleidsplan 2011-2015.
2
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Inleiding
Na dit inleidende hoofdstuk begint de rapportage met informatie over Helmond als aantrekkelijke stad om in te wonen. Dit hoofdstuk beschrijft hoe Helmonders zijn ingebed in hun directe woonomgeving wat betreft contacten en sociale participatie. Ook de beschikbaarheid van relevante voorzieningen komt hier aan bod. In het derde hoofdstuk wordt stilgestaan bij de Helmonders die wat minder dan gewenst deel uitmaken van een sociaal netwerk en de beschikbaarheid van een vangnet voor tijdelijke nood. De hoofdstukken vier en vijf zoomen in op Helmond als actieve stad: wie zijn de vrijwilligers en de mantelzorgers en waaruit bestaan hun activiteiten. De hoofdstukken zes, zeven en acht zoomen in op Helmond als ondersteunende stad. Iedere Helmonder kan een beroep doen op voorzieningen en diensten die ondersteunend kunnen zijn bij het zelfstandig kunnen wonen. Na een beschrijving van de gezondheidsbeleving van de Helmonders volgt een indruk van de omvang van de investeringen om deze diensten en voorzieningen in voldoende mate ter beschikking te hebben in de stad. Deze wordt verkregen door de ontwikkelingen in een vaste kern van bewoners met zorgbehoefte in beeld te brengen. Dit staat beschreven in hoofdstuk zes. In dit hoofdstuk wordt tevens beschreven en hoe zij aankijken tegen de toegankelijkheid van de openbaren ruimte en de kosten van zorg. In hoofdstuk zeven wordt meer specifiek ingegaan op de behoefte aan daadwerkelijke zorg en de bekendheid met compenserende (Wmo-)diensten en voorzieningen. Hoofdstuk acht beschrijft de behoefte aan opvoedingsondersteuning en de bekendheid hiermee. Het laatste thema in de beleidsnota is Helmond als ondernemende stad. In hoofdstuk negen worden de verhuiswensen beschreven en ook is daar extra aandacht besteed aan woonwensen waarbij woningaanpassingen een rol spelen. In de bijlage staat een cijfermatig overzicht van alle enquêtevragen die in 2013 en tenminste één van de voorgaande peilingen aan bod zijn gekomen. Dit vergemakkelijkt een snel zicht op de ontwikkelingen.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
3
Zorgzame Stad
Karakter van de woonbuurt
2 Karakter van de woonbuurt Voor dagelijkse voorzieningen zouden mensen idealiter niet te ver van huis moeten hoeven. Als men mobiel is speelt de afstand een minder zware rol. Waar mensen in de buurt voldoende met elkaar optrekken, zouden een hoop problemen kunnen worden voorkomen en in elk geval bespreekbaar zijn. In dit hoofdstuk staat een overzicht hoe de Helmonders hun buurt beleven op het vlak van samenhang met de buurtbewoners en de beschikbaarheid van voorzieningen. Dit sluit aan bij de doelstelling “Meedoen” in het Wmo-beleidsplan 2011-2015.
2.1 Sociaal Klaar staan voor de buren en op de buren kunnen rekenen: Twee op de drie bewoners (65%) roemt het sociale karakter van de woonbuurt. Bewoners die meer dan gemiddeld (70%-75%) positief zijn over het sociale karakter van hun woonbuurt zijn met name te vinden onder mantelzorgers en vrijwilligers. Ook onder tweeoudergezinnen met thuiswonende kinderen en bewoners met een hoog inkomen heeft een bovengemiddeld percentage een positief oordeel. Van de wijken vinden we dit hogere percentage alleen in de wijk Warande. Minder dan gemiddeld, maar nog steeds meer dan de helft (55% tot 60%) van de volwassenen jonger dan 35 jaar is van mening dat de mensen in hun woonbuurt als het nodig is voor elkaar klaar staan. Hetzelfde geldt voor alleenstaanden en niet-westerse allochtonen. Van de wijken vinden we dit lagere percentage bij de bewoners van Helmond-West en van Binnenstad.
Bewonersgroepen die wat minder vaak hun buurt als sociaal betitelen, scoren lager op stellingen die betrekking hebben op de gehechtheid aan de buurt, contacten met andere buurtbewoners en medeverantwoordelijkheidsgevoel voor de leefbaarheid van de buurt. Jongvolwassenen en alleenstaanden zoeken het niet zo sterk in hun buurt: zij vinden het ook minder belangrijk om mee te doen met activiteiten en evenementen in de buurt. Zij scoren juist hoger op een stelling als “ik bemoei me niet met de buurt en heb daar ook geen behoefte aan”.
Buurttyperende stellingen (% eens) Totaalbeeld
65%
Je kunt heel goed jezelf zijn in deze buurt
90%
Ik heb behoefte aan nieuwe en andere verenigingen
11%
Vandalisme is een probleem in deze buurt
22%
Ik bemoei mij niet met de buurt en heb daar ook geen behoefte aan
37%
Ik vind het belangrijk om mee te doen 37% aan activiteiten en evenementen in de… Bij overlast spreken we elkaar aan om gezamenlijk een oplossing te vinden
48%
Als ik hulp nodig heb, kan ik altijd rekenen op mijn buren en buurtgenoten
77%
Ik voel me medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt
78%
Ik heb veel contact met andere buurtbewoners
68%
Ik ben gehecht aan deze buurt
80%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
N.B. Trendcijfers zijn niet beschikbaar, de stellingen zijn in deze vorm voor het eerst voorgelegd aan de bevolking.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
5
Zorgzame Stad
Karakter van de woonbuurt
“Je kunt heel goed jezelf zijn in deze buurt” Negen van de tien bewoners onderschrijft de stelling dat men heel goed zichzelf kan zijn in de buurt. Met 82% instemmende bewoners in Helmond-West is het percentage bewoners dat deze stelling onderschrijft zelfs aan de lage kant, maar nog steeds substantieel. Het hoogste percentage (92%) wordt gevonden onder de bewoners van de wijk Stiphout. “Ik heb behoefte aan nieuwe en andere verenigingen” Bewoners van de wijk Binnenstad geven vaker dan gemiddeld (16%) te kennen dat zij behoefte hebben aan nieuwe en andere verenigingen. Voor de andere bewonersgroepen ligt het percentage rond de 11%.
2.2 Activiteiten in de buurt Gemiddeld zet 29% van de volwassenen zich belangeloos in voor een goed functioneren van het maatschappelijk welzijn in de eigen woonbuurt. Samenhangend met het verschil in sociale infrastructuur dat tussen de wijken bestaat, zijn er daarbij nogal wat verschillen tussen de wijken. Zo is er naar verhouding van het aantal inwoners veel inzet van de bewoners uit de wijken Warande (36%), Stiphout (38%) en Brandevoort (38%). Terwijl in de wijken Helmond-West (23%), Helmond-Oost (24%) en Binnenstad (21%) naar verhouding minder inzet is. Uit het onderzoek blijkt dat de buurtinzet van mannen vergelijkbaar is met die van vrouwen. Er is wel een verschil tussen leeftijdsgroepen: met name 35- tot 50-jarigen zetten zich bovengemiddeld in voor de buurt (35%) en zeker de ouders uit tweeoudergezinnen (38%). Activiteiten in de buurt Totaal vrijwilligerswerk in eigen woonbuurt
29%
Burenhulp
9%
bij Sportvereniging in woonbuurt
7%
in School in woonbuurt in Bewonersorganisatie in Buurt_wijkcentrum bij Zorginstelling in de buurt voor Kerk in woonbuurt voor Moskee in woonbuurt
6% 3% 3% 2% 2% 1%
Ander Vrijwilligerswerk in woonbuurt
0%
8% 10%
20%
30%
40%
Trend De inzet van volwassenen in de eigen woonbuurt toont een gestage teruggang. In 2005 geeft 38% van de bewoners aan dat zij vrijwilligersactiviteiten ondernemen in hun eigen buurt. In de vervolgmetingen loopt dit terug via 36% (2007) en 34% (2010) naar 29% in 2013. Ten opzichte van eerdere jaren, is bij veel activiteiten een vergelijkbare betrokkenheid van inwoners te zien. Er is echter één vorm van activiteit die een verontrustende trend vertoont; dit is de geleidelijke doch
6
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Karakter van de woonbuurt
onmiskenbare teruggang in het verrichten van burenhulp. Dit heeft zijn directe weerslag op het totaal aan volwassenen die in de buurt vrijwillig activiteiten op zich nemen.
Onderneemt activiteiten in de buurt: burenhulp, 2005-2013 50% 45% 40% 35%
38%
36%
30%
34% 29%
25% 20% 15%
19%
10%
17%
15% 9%
5% 0% 2005
2007 Totaal activiteiten in de buurt
2010
2013
Burenhulp
2.3 Voorzieningen in de eigen woonbuurt Het beleid van de gemeente is erop gericht, het voorzieningenniveau te optimaliseren (Wmo-beleidsplan 2011-2015). Uit de enquête blijkt, dat ruim de helft van de volwassen Helmonders (63%) het belangrijk vindt om voorzieningen in de woonbuurt te hebben. In vrijwel alle wijken is het aandeel volwassenen dat het belang van voorzieningen in de eigen woonbuurt onderstreept, rond de 63%. Er zijn twee uitschieters: in de wijk Brandevoort zijn meer volwassenen die benadrukken dat voorzieningen in eigen buurt belangrijk zijn (70%); in de wijk Binnenstad zijn er minder dan gemiddeld, maar ook dan betreft het nog steeds een ruime helft van de volwassenen (57%). Opmerkelijk genoeg hechten 65+ inwoners minder vaak aan voorzieningen in de buurt (54%), terwijl inwoners tussen 35 en 50 jaar er juist vaker belang in stellen (70%). Dit zien we ook terug in verschillen tussen huishoudtypen, met als uitschieters alleenstaanden zonder kinderen (53%) en tweeoudergezinnen (76%). Trend Trendcijfers zijn niet beschikbaar, de stellingen zijn in deze vorm voor het eerst voorgelegd aan de bevolking. Gemiddeld worden zes voorzieningen aangemeld die men belangrijk vindt. Er zijn drie voorzieningen die door meer dan 90% van de bewoners zijn genoemd.
Winkels voor dagelijkse boodschappen (93%): onder de bewoners van ’t Hout en Brandevoort noemt bijna 100% dit als belangrijk Pinautomaat, postagentschap, bank (92%): in alle wijken en bij alle bevolkingsgroepen is de belangstelling even hoog, met uitzondering van de niet-westerse allochtonen. Natuurvoorzieningen (90%) worden extra vaak belangrijk gevonden door bewoners van Warande en westers allochtone Helmonders. Bewoners van de wijken Binnenstad en Helmond-Oost vinden de natuurvoorzieningen iets minder vaak belangrijk, evenals mensen met een lage opleiding, alleenstaanden, studerenden en mensen met een laag inkomen.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
7
Zorgzame Stad
Karakter van de woonbuurt
Minder dan 90% maar nog steeds een ruime groep vindt het belangrijk om medische voorzieningen en zorg in de buurt te hebben.
Medische voorzieningen (82%) worden extra vaak belangrijk gevonden door 65-plussers en minder vaak door jongvolwassenen tot 35 jaar.
Bewegingsvoorzieningen en culturele voorzieningen worden belangrijk gevonden door 60% van de volwassenen.
Bewegingsvoorzieningen zoals sport, dansen en zwemmen (60%) laten een duidelijke splitsing van de bevolking zien. Leeftijd is een duidelijk schiftingscriterium. Bewoners jonger dan 50 jaar vinden deze voorzieningen extra belangrijk, van de 50-plussers vindt slechts de helft ze belangrijk en onder de 65-plussers is het voor een op de drie belangrijk. Mensen met een baan en werkzoekenden vinden bewegingsvoorzieningen vaker belangrijk. Allochtone Helmonders, zowel westers als nietwesters, vinden dit type voorzieningen vaker belangrijk, evenals bewoners met een middelbare of hogere opleiding. Van de ouders vindt 74% dit belangrijke voorzieningen.
Culturele voorzieningen, zoals op het vlak van muziek, toneel, zang, dans, film (60%) worden door een hoger percentage belangrijk gevonden door bewoners van de wijken Binnenstad en Warande. Ook mantelzorgers en vrijwilligers hechten bovengemiddeld aan culturele voorzieningen. Daarnaast ook bewoners met een hoge opleiding, een hoog inkomen, en met westers-allochtone achtergrond. Culturele voorzieningen worden minder vaak belangrijk gevonden door 65-plussers. Bij deze leeftijdsgroep ligt het percentage net boven de 50%. Hetzelfde patroon zien we bij bewoners met een opleidingsniveau van maximaal lbo/mavo. Onder de bewoners van Helmond-Oost, Brouwhuis en Rijpelberg is de belangstelling eveneens lager dan gemiddeld.
Speelveldjes, scholen en cursusgelegenheid worden belangrijk gevonden door iets meer dan de helft van de volwassenen.
Speelveldjes en trapveldjes (55%) worden gemiddeld vaker belangrijk gevonden door bewoners jonger dan 50 jaar. Dit vinden we terug in een extra hoge belangstelling bij de bewoners van Dierdonk, ’t Hout en Brandevoort. Bij de ouders met thuiswonende kinderen geeft 79% aan deze voorzieningen in de buurt belangrijk te vinden.
Scholen en cursussen (54%) worden gemiddeld vaker belangrijk gevonden door bewoners jonger dan 50 jaar. Dit vinden we terug in een extra hoge belangstelling bij de bewoners van Warande, Stiphout, ’t Hout en Brandevoort. Van de ouders vindt 82% dit belangrijke voorzieningen.
Rond een derde van de volwassenen vindt een wijkhuis(achtige) ontmoetingsplek of een voorschoolse/buitenschoolse opvang voor kinderen belangrijk.
8
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Karakter van de woonbuurt
Ontmoetingsruimten zoals een buurtkamer of wijkhuis: Dit type voorzieningen is voor mij erg belangrijk
weet helemaal niet/geen mee mening; 18% eens; 15% meer eens dan oneens; 20%
helemaal mee oneens; 27%
meer oneens dan eens; 21%
Ontmoetingsruimten zoals een buurtkamer of wijkhuis (35%) worden gemiddeld vaker belangrijk gevonden door bewoners van 50 jaar en ouder. 65% vindt een dergelijke ontmoetingsruimte minder belangrijk of zelfs onbelangrijk. Het is de enige voorziening die door mensen met hoofdbezigheid in het huishouden bovengemiddeld belangrijk wordt gevonden en ook de enige voor mensen met een lagere sociaal-economische status qua opleidings- en inkomensniveau. Naar wijk bezien is de belangstelling bovengemiddeld bij bewoners uit Dierdonk en Brandevoort.
Peuterspeelzaal, kinderdagopvang/crèche, buitenschoolse opvang (31%) worden gemiddeld vaker belangrijk gevonden door bewoners jonger dan 50 jaar en dan in het bijzonder mensen met een baan of een eigen zaak. Naar wijk bezien speelt de belangrijkheid van de voorziening bovengemiddeld in Warande en Brandevoort. Van de ouders vindt 53% dit belangrijke voorzieningen.
Voorzieningen: Belang, Bereikbaarheid en Kwaliteit Inwoners die de voorziening belangrijk vinden
vinden de voor hun belangrijke voorziening bereikbaar
zijn tevreden over de kwaliteit van de voor hun belangrijke voorziening
Winkels voor dagelijkse boodschappen
93%
91%
Pinautomaat, postagentschap, bank
92%
75%
Natuur (vrije natuur, stadspark, natuurpark, kasteelpark) Medische voorzieningen en zorg
90%
92%
88%
82%
92%
88%
Sport, Dansen, Zwemmen
60%
79%
73%
Cultuur (muziek, toneel, zang, dans, film)
60%
83%
80%
Speelveldjes, Trapveldjes
55%
84%
71%
Scholen en cursussen
54%
90%
80%
Ontmoetingsruimten zoals een buurtkamer of wijkhuis Peuterspeelzaal, Kinderdagopvang/crèche, Buitenschoolse opvang
35%
85%
77%
31%
85%
76%
90% 79%
N.B. Trendcijfers zijn niet beschikbaar, de stellingen zijn in deze vorm voor het eerst voorgelegd aan de bevolking.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
9
Zorgzame Stad
Karakter van de woonbuurt
Financiële voorzieningen soms slecht bereikbaar Van degenen die een voorziening belangrijk vinden, vindt 75%-92% deze voorziening voldoende bereikbaar. De bereikbaarheid van financiële voorzieningen als pinautomaat, postagentschap, bank, ligt het meest onder vuur. In de wijken Warande, Brouwhuis en Stiphout zijn extra veel bewoners ontevreden over de bereikbaarheid. Tevreden over de bereikbaarheid van voorzieningen
Totaal alle wijken
Brandevoort
't Hout
Stiphout
Dierdonk
Rijpelberg
Brouwhuis
Warande
Helmond-West
Helmond-Noord
Helmond-Oost
(In volgorde van belangrijkheid voor de bewoners)
Binnenstad
Voorzieningen
Winkels voor dagelijkse boodschappen
91% 95% 94% 93% 92%
93% 90% 94% 77% 84% 96% 91%
Pin-automaat, postagentschap, bank
76% 79% 87% 78% 56%
52% 73% 93% 55% 83% 88% 75%
Natuur (vrije natuur, stadpark, natuurpark, kasteelpark)
91% 91% 92% 86% 100% 93% 94% 96% 94% 91% 87% 92%
Medische voorzieningen en zorg
91% 90% 94% 89% 96%
89% 85% 87% 92% 91% 96% 92%
Sport, Dansen, Zwemmen
74% 85% 88% 74% 83%
80% 68% 76% 74% 82% 80% 79%
Cultuur (muziek, toneel, zang, dans, film)
93% 79% 74% 92% 93%
63% 62% 76% 86% 75% 70% 83%
Speelveldjes, Trapveldjes
87% 86% 92% 71% 81%
88% 90% 93% 86% 82% 74% 84%
Scholen en cursussen
91% 90% 97% 86% 88%
89% 84% 93% 87% 87% 94% 90%
Ontmoetingsruimten zoals een buurtkamer of wijkhuis
84% 88% 94% 85% 41%
91% 86% 95% 80% 70% 93% 85%
Peuterspeelzaal, Kinderdagopvang/crèche, 76% 92% 87% 75% 79% BSO
83% 90% 90% 92% 89% 93% 85%
Arcering: Bij celwaarden die 5%-punt hoger liggen dan het totaal: oranje; bij celwaarden die 5%-punt lager liggen dan het totaal: blauw * alleen wie betr. voorziening belangrijk vindt
Soms minder tevreden over kwaliteit voorzieningen Van degenen die een voorziening belangrijk vinden, is 71%-90% tevreden over de kwaliteit van de voorziening. De voorzieningen waar men het minst tevreden over is, zijn de bewegingsvoorzieningen. Dit betreft zowel de speelveldjes en trapveldjes, als de voorzieningen rond sport, dansen en zwemmen. Binnenstad, Helmond-West en Rijpelberg hebben extra veel bewoners die niet tevreden zijn over de speelen trapveldjes. Dezelfde wijken, aangevuld met Dierdonk, hebben extra veel bewoners die niet tevreden zijn over de kwaliteit van sport-, dans- en zwemvoorzieningen.
2.4 Internetmeldpunt Eén op de vijf volwassenen heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid om opmerkingen te plaatsen over verbetermogelijkheden van de voorzieningen in hun buurt. Alle opmerkingen zijn alle doorgestuurd naar de betreffende beleidsafdelingen en waar deelnemers een adres aan de reactie hebben toegevoegd, heeft de afdeling ook persoonlijk gereageerd. De opmerkingen hebben betrekking op een grote diversiteit aan onderwerpen, zoals onder meer: 10
veilige speelplekken voor kinderen en veilige toegang naar speelplekken, openbare verlichting variatie in het winkelaanbod, kwaliteit van de enige supermarkt in de buurt, Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Karakter van de woonbuurt
ontbreken / wegvallen van pinautomaten, ontbreken van postagentschap voor het verzenden van pakjes; hondenpoep parkeergelegenheid bibliotheek in de wijk groenvoorzieningen
Soms betreft het ook heel individuele opmerkingen: “als vrijwilliger betaal je je scheel aan parkeergeld bij de Ameideflat, kan de gemeente daar niets aan doen”. Of: “de gemeente gaat er te veel van uit dat ouderen intussen alles wel met internet kunnen doen of kinderen hebben die dat voor hun doen.”
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
11
Zorgzame Stad
Eenzaam en ook alleen
3 Eenzaam en ook alleen Dit jaar is er extra aandacht voor mensen die minder sociale contacten hebben dan ze wensen. Cijfers hierover worden al enkele jaren verzameld en geven een stabiel beeld van de stand van zaken. In Helmond zou een op de vier à vijf volwassenen meer contactmomenten willen op het persoonlijke vlak. Voldoende contactuele inbedding
Mensen die vaker persoonlijke contacten willen vinden we in alle leeftijdsgroepen, alle wijken, alle inkomensgroepen of opleidingsniveaus en alle huishoudsituaties. In vrijwel alle groepen geldt dat om en nabij de 16% meer contacten wenselijk vindt en om en nabij 6% sociaal geïsoleerd leeft. In de afgelopen jaren is het percentage inwoners dat meer contacten zou willen, niet verder toegenomen.
3.1 Eenzaamheid per wijk Tussen de wijken zijn weinig verschillen te zien in behoefte aan meer contacten, op twee uitschieters na. Bewoners van de wijk ’t Hout steken er net iets boven uit, als groep die vaker dan gemiddeld meldt dat er voldoende contacten zijn; bewoners van de wijk Rijpelberg melden minder vaak dat er voldoende contacten zijn. Tussen 2010 en 2013 is de staat van contactuele inbedding vergelijkbaar.
2007
2010
2013
Voldoende contactuele inbedding
Binnenstad
Helmond-Oost
Helmond-Noord
Helmond-West
Warande
Brouwhuis
Rijpelberg
Dierdonk
Stiphout
't Hout
Brandevoort
Voldoende contacten
81%
75%
77%
77%
74%
80%
73%
76%
74%
72%
80%
81%
83%
81%
Meer contacten wenselijk
12%
18%
16%
15%
19%
14%
19%
20%
20%
20%
14%
14%
15%
16%
7%
7%
6%
8%
8%
7%
7%
4%
6%
8%
6%
5%
2%
3%
Eenzaam Totaal
100%
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Celkleuring: Blauw bij een resultaat dat 5%-punt onder het Helmonds gemiddelde ligt; Oranje bij 5%-punt boven het gemiddelde. N.B. De stellingen zijn in deze vorm in 2007 voor het eerst voorgelegd aan de bevolking.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
13
Zorgzame Stad
Eenzaam en ook alleen
De mate van contactuele inbedding verschilt niet naar geslacht, leeftijd of opleidingsniveau. Wel zijn er verschillen naar arbeidssituatie, inkomenssituatie en etnische achtergrond. Zo blijkt onder de arbeidsongeschikten een vrij grote groep meer contacten wenselijk te vinden (22%) of zelfs nauwelijks tot geen contact met andere mensen te hebben (21%); in totaal geeft van deze groep inwoners slechts 57% te kennen dat er voldoende sociale contacten zijn. Onder de huishoudtypen valt op dat de alleenstaanden en de alleenstaande ouders vaker te weinig sociale contacten melden.
3.2 Eenzaamheid per buurt Mensen die meer contactmomenten willen, hebben in het algemeen een minder positief oordeel over het sociale karakter van hun woonbuurt. Zij hebben minder contacten met andere buurtbewoners. Maar ook gaan zij er bijvoorbeeld beduidend minder vaak van uit dat zij op hun buren kunnen rekenen als zij hulp nodig hebben en gaan er minder van uit dat mensen aanspreekbaar zijn in overleg, bij een probleemsituatie als overlast. Mensen die in een sociaal isolement leven, geven vaker te kennen dat zij behoefte hebben aan nieuwe en andere verenigingen. Anderzijds is een buurtvoorziening zoals een ontmoetingsruimte voor deze mensen niet direct een oplossing. Hun behoefte hieraan is vergelijkbaar met die van mensen die wel voldoende contactmomenten hebben. Oordeel over de buurt Voldoende contactmomenten
Meer contactmomenten gewenst Heeft 2x of vaker per maand sociale contacten
Eens
Oneens
Wn/Gm
Eens
Oneens
Wn/Gm
Heeft 1x of minder per maand sociale contacten Eens
Oneens
Wn/Gm
Buurtstellingen: Ik ben gehecht aan deze buurt Ik heb veel contact met andere buurtbewoners Ik voel me medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt Als ik hulp nodig heb, kan ik altijd rekenen op mijn buren en buurtgenoten Bij overlast spreken we elkaar aan om gezamenlijk een oplossing te vinden Ik vind het belangrijk om mee te doen aan activiteiten en evenementen in de buurt Ik bemoei me niet met de buurt en heb daar ook geen behoefte aan Je kunt heel goed jezelf zijn in deze buurt Ik heb behoefte aan nieuwe en andere verenigingen Vandalisme is een probleem in deze buurt
80%
14%
6%
75%
20%
6%
72%
17%
11%
70%
27%
3%
54%
43%
2%
44%
48%
8%
80%
15%
5%
77%
17%
6%
62%
26%
12%
78%
15%
7%
67%
22%
10%
54%
31%
16%
51%
31%
18%
37%
38%
25%
30%
41%
29%
35%
46%
18%
42%
44%
14%
26%
46%
28%
55%
33%
12%
56%
33%
11%
55%
27%
17%
91%
7%
2%
89%
8%
3%
83%
13%
4%
9%
63%
27%
15%
57%
29% 18%
50%
32%
24%
68%
8%
20%
71%
9% 28%
62%
9%
34%
46%
20%
31%
45%
45%
24%
Buurtvoorziening: Ontmoetingsruimten zoals een buurtkamer of wijkhuis: belangrijk
24%
31%
Wn/Gm=’Weet niet/Geen mening. Celkleuring: Blauw bij een resultaat dat 5%-punt onder het Helmonds gemiddelde ligt; Oranje bij 5%-punt boven het gemiddelde.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
15
Zorgzame Stad
Eenzaam en ook alleen
3.3 Vangnet voor tijdelijke zorg Circa drieduizend volwassen inwoners (4%) hebben niemand op wie ze een beroep kunnen doen om tijdelijk bij te springen in geval van nood. Tussen 2010 en 2013 treft het ontbreken van een vangnet een vergelijkbare groep In het geval men zich tijdelijk niet kan redden, bijvoorbeeld als men getroffen is door een zware griep, weet de helft van hen niet waar hij / zij terecht kan voor hulp. Vooral onder de 65+, de alleenstaanden en de mindervaliden / hun volwassen huisgenoten ligt hier een zorg. Vangnet voor tijdelijke zorg, 2007- 2013 2007
2010
2013
% Geen zorgvangnet w.v. weet niet waar zorg gevonden kan worden weet wel waar zorg gevonden kan worden
5%
3%
4%
3% 2%
2% 1%
2% 2% 96%
Wel zorgvangnet w.v. woont bij mij in huis in de directe omgeving
96%
97%
69% 27%
72% 25%
Totaal
100%
100%
75% 21% 100%
N.B. De stellingen zijn in deze vorm in 2007 voor het eerst voorgelegd aan de bevolking.
Contactuele inbedding geen garantie Voldoende sociale contacten ‘buiten de deur’ zijn geen garantie dat men iemand weet, op wie men een beroep kan doen in het geval men tijdelijk (zware griepaanval) hulp nodig heeft. Binnen deze groep zijn er ruim 1.100 die onder hun contacten geen mensen weten die zij kunnen vragen voor korte tijd wat lichte zorg op zich te nemen, zoals boodschappen of licht huishoudelijke werk. Onder de inwoners die (te) weinig sociale contacten hebben, zijn er ruim 1.500 die geen vangnet hebben voor tijdelijke zorg. Geen vangnet voor tijdelijke zorg naar mate van contactuele inbedding 1.500 1.000 690
265 175
500 475
450
640
0 Voldoende Meer contacten Contact 1x of contactmomenten wenselijk minder per maand weet wel waar ik moet zoeken weet niet waar ik moet zoeken 16
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Vrijwilligers
4 Vrijwilligers Vrijwilligers zijn de smeerolie voor het verenigingswezen. Hun inzet varieert tussen dagelijkse, wekelijkse en incidentele klussen. In Helmond gebeurt dit door 32% van de volwassenen. Dit komt overeen met ruim 21,5 duizend personen.
4.1 Flinke toename vrijwilligers Vrijwilligerswerk daar word je voor gevraagd, zegt men wel eens. Ook in Helmond blijkt dat elke bevolkingsgroep in meerdere of mindere mate verankerd is in de maatschappelijke sectoren die gedijen op vrijwilligerswerk. Het percentage vrijwilligers is met name in de afgelopen jaren toegenomen. In 2005 gaat het om 26% van de volwassenen. Bij de daaropvolgende peilingen blijft het aandeel inwoners dat vrijwilligerswerk doet rond dit percentage schommelen (2007: 27%; 2010: 26%). In de meest recente peiling blijkt het percentage flink toegenomen (2013: 32%). Vrijwilligers in Helmond 35% 30% 25% 20% 15% 10%
26%
27%
26%
2005
2007
2010
32%
5% 0% 2013
4.2 Wie zijn de vrijwilligers in Helmond? In elke leeftijdsgroep schommelt de inzet als vrijwilliger net boven de 30%. Leeftijd maakt dus geen verschil, maar woonwijk, huishoudsituatie en arbeidssituatie wel. Naar wijk bezien, wonen er met name in Warande en Brandevoort relatief meer mensen die aan vrijwilligerswerk doen. Naar huishoudsituatie springen vooral de ouders in tweeoudergezinnen eruit. Vaak doet men aan vrijwilligerswerk omdat men lid is van een vereniging of organisatie, of omdat een kind daar lid van is. En verder is er toch vooral een schifting te zien tussen bewonersgroepen die meer kans maken op een netwerk waarin een vaker een beroep gedaan wordt op vrijwilligerswerk en bewonersgroepen die minder vaak in een situatie verkeren dat op hun een beroep wordt gedaan. Dan valt het op dat de inkomenssituatie een sterke indicator is voor deelname aan vrijwilligerswerk. Onder lagere inkomensgroepen is de deelname aan vrijwilligerswerk gemiddeld 24%, onder middeninkomens 34% en onder hogere inkomens 40%.
4.3 Helft vrijwilligers wekelijks aan de slag Bijna de helft van de vrijwilligers is wekelijks in de weer met hun activiteiten. De verdeling over de week is sinds de vorige peiling in 2010 weinig veranderd.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
17
Zorgzame Stad
Vrijwilligers
Met de toename van het aantal vrijwilligers is er een iets grotere groep bijgekomen die zich enkele keren per maand of tenminste 1x per maand actief inzet. Vrijwilligerswerk naar frequentie 2007
2010
2013
Regelmatig vrijwilligerswerk w.v. Dagelijks 3 tot 6 keer per week 1 of 2 keer per week
60%
48%
46%
9% 10% 41%
7% 8% 33%
6% 10% 30%
Incidenteel vrijwilligerswerk w.v. 1 tot 4 keer per maand Minder dan 1x per maand
40%
52%
54%
22% 18%
25% 27%
30% 25%
100%
100%
100%
Totaal vrijwilligers
N.B. De vragen zijn in deze vorm voor het eerst in 2007 voorgelegd aan de bevolking.
4.4 Vrijwilligerssectoren Meestal zijn de bewonersgroepen in gelijke mate verdeeld over de verschillende sectoren waar vrijwilligerswerk wordt gedaan. Uitzonderingssituaties zijn soms voor de hand liggen. Zo nemen ouders meer dan gemiddeld deel aan vrijwilligerswerk op scholen, peuterspeelzalen en bij de kinderopvang. Andere hangen mogelijk meer samen met de infrastructuur in de wijk: Brandevoorters zijn relatief vaker te vinden in de ondersteuning van welzijnsorganisaties, Stiphouters relatief vaker bij sportverenigingen. Vrijwilligerswerk naar maatschappelijke sector Anders Niet in georganiseerd verband Onderwijs, psz, kdv, bso
2013 2010*
Cultuur
2007
Sport
2005
Maatschappelijk Welzijn Zorg 0%
10% 20% 30% 40% 50%
* In 2010 is gebruik gemaakt van een sterk ingedikte vraagstelling, veel vrijwilligerswerk is hierdoor vermoedelijk ondergebracht in de categorie “Anders” (40%); in 2010 is geen toelichtingsmogelijkheid in de enquête, waardoor onduidelijk is hoeveel in de categorie ‘Anders’ bijvoorbeeld vrijwilligers zijn in de sector Onderwijs, psz, kdv, bso en de sector Maatschappelijk Welzijn. N.B. Toelichting: Onderwijs, psz (=peuterspeelzaal), kdv (=kinderdagopvang/crèche), bso (=buitenschoolse opvang).
18
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Vrijwilligers
Maatschappelijk Welzijn (14%) De grootste trekkers van vrijwilligers zitten in het welzijnswerk. Hieronder worden alle organisaties verstaan die dienen ter ontspanning en belangenbehartiging, vrijwillige hulpdiensten, politieke en godsdienstige organisaties. Studenten of “volwassen kinderen” die bij hun ouders wonen doen relatief minder vrijwilligersactiviteiten in deze sector. Hoogopgeleiden, mantelzorgers, wijkbewoners uit Brandevoort en ondernemers zijn relatief vaak actief op dit terrein. Alle andere groepen zijn actief in deze sector in evenredige vertegenwoordiging. Sport (9%) Runner-up in de aandacht van de vrijwilligers is de sportsector, in het bijzonder de sportverenigingen. Vrijwel elke bewonersgroep is evenredig vertegenwoordigd. Alleenstaande ouders en niet-westerse allochtonen zijn relatief minder vaak actief in deze sector. Er bovenuit springen de bewoners van Stiphout en de ondernemers. Overige sectoren (4%-6%) De zorgsector, cultuur, onderwijs/bso/peuterspeelzaal, en het vrijwilligerswerk in ongeorganiseerd verband zijn elk goed voor 4%-6% van de bevolking. In elk van deze sectoren zijn vrijwel alle bewonersgroepen naar rato aanwezig. Slechts enkele groepen springen in beeld, met (lichte) oververtegenwoordiging:
Meer dan gemiddeld actief in de zorgsector zijn de mantelzorgers en de werkzoekenden. Meer dan gemiddeld actief in de culturele sector zijn de ondernemers. Meer dan gemiddeld actief in het onderwijs, de buitenschoolse opvang en/of de peuterspeelzaal zijn de bewoners in de leeftijdsgroep van 35 – 49 jaar, werkzoekenden en mensen die deel uitmaken van een huishouden met partner en kinderen. Meer dan gemiddeld actief in het ongeorganiseerde vrijwilligerswerk: niemand in het bijzonder.
4.5 Motivatie voor vrijwilligerswerk De meestgenoemde reden om vrijwilligerswerk te doen, is omdat men het leuk vindt om te doen. Dit argument wordt extra vaak (29%) genoemd door bewoners van Warande en Brandevoort en iets minder vaak (16%) door bewoners van Brouwhuis en Rijpelberg.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
19
Zorgzame Stad
Vrijwilligers
Motivatie voor vrijwilligerswerk* Totaal vrijwilligers
32%
ik vind het leuk om te doen**
21%
ik wil me graag inzetten voor een ander
13%
anders kan deze organisatie niet draaien
12%
ik ben ervoor gevraagd**
9%
min of meer verplichte actie
2%
w.o. re-integratie
0,3%
w.o. binnen of via mijn werk
0,7%
w.o. verplicht ivm opleiding
0,2%
w.o. verplicht ivm uitkering
0,4%
andere reden
2013 2010
4%
0%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35%
N.B. De vragen zijn in deze vorm niet (2005, 2007) voorgelegd aan de bevolking. ** Deze reden is voor het eerst gevraagd in 2013.
Trend De redenen om aan vrijwilligerswerk te doen komen in 2010 en 2013 aardig overeen. De toevoeging van de antwoordmogelijkheid ‘ik vind het leuk om te doen’ toucheert al meteen de meeste stemmen (21%). De al eerder voorgelegde redenen dat men zich graag wil inzetten voor anderen en dat de vereniging / organisatie niet kan draaien zonder vrijwilligers worden in beide jaren door 12% à 13% van de volwassenen genoemd.
4.6 Redenen om geen vrijwilligerswerk (meer) te doen De belangrijkste motivatie om niet (meer) actief te zijn als vrijwilliger, ligt bij de veelheid aan andere verantwoordelijkheden. Men heeft een baan, volgt een studie, heeft een huishouden. Dit geldt onder degenen die nooit eerder vrijwilligerswerk gedaan hebben in nog sterkere mate dan bij degenen die eerder wel al vrijwilliger zijn geweest.
20
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Vrijwilligers
Redenen om niet aan vrijwilligerswerk te doen betaald werk / studie
46% 54%
gezinstaken
24% 32%
het is lichamelijk te zwaar
15% 13%
geen lid van een vereniging
14% 14%
doet al mantelzorg
9% 8%
ben er nooit voor gevraagd
4% 10%
jaren gedaan, nu een ander aan de beurt
17% 0%
ik weet niet hoe ik mij kan aanmelden
2% 3%
heb er onvoldoende verstand van
0% 4%
verantwoordelijkheden te groot
1% 3%
te weinig waardering
3% 1%
anders / toelichting
Ja, eerder vrijwilliger geweest Nee nooit vrijwilliger geweest
23% 16%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Behalve twee voor de hand liggende motieven als “ik heb het al jaren gedaan” wat niet voorkomt bij degenen die eerder vrijwilligerswerk gedaan hebben en ‘ik ben er nooit voor gevraagd” bij degenen die niet eerder vrijwilligerswerk gedaan hebben, zijn er weinig verschillen tussen degenen die ooit wel vrijwilligerswerk gedaan hebben en degenen die nooit eerder vrijwilligerswerk gedaan hebben. Toelichtingen bij andere reden gaan vooral in op de aard van het werk, de gezinstaken, etc. Een enkele keer wordt benadrukt dat de aanleiding voor het vrijwilligerswerk is komen te vervallen (kind niet meer op die school of vereniging, professionalisering van de dienstverlening) en een groot deel geeft aan eenvoudigweg geen interesse te hebben in het doen van vrijwilligerswerk. Opmerkelijk is wel, dat de reden “ik ben er nooit voor gevraagd” drie keer zo vaak wordt gegeven door mannen als door vrouwen.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
21
Zorgzame Stad
Mantelzorgers
5 Mantelzorgers Mantelzorgers zijn de steun en toeverlaat van ouderen en mensen met langdurige ziekte. Hun inzet varieert tussen dagelijkse verzorging, wekelijkse bezoekjes en incidentele klussen. In Helmond gebeurt dit door 20% van de volwassenen. Dit komt overeen met ruim 13,5 duizend personen.
5.1 Lichte toename mantelzorgers Mantelzorg overkomt je, zegt men wel eens. Uit het onderzoek onder de Helmondse volwassenen wordt dit nog eens bevestigd: jong, oud, rijk, arm, elke groepering kent mantelzorgers. Sommige groepen lopen wel meer kans op mensen in hun persoonlijke kring, die mantelzorg nodig hebben. Het percentage mantelzorgers is in de afgelopen jaren weinig veranderd. In 2005 gaat het om 19% van de volwassenen. Bij de daaropvolgende peilingen is het percentage iets lager (2007: 17%; 2010: 18%). In de meest recente peiling ligt het percentage iets hoger (2013: 20%). Mantelzorgers in Helmond 25% 20% 15% 10%
19%
17%
18%
20%
2007
2010
2013
5% 0% 2005
5.2 Wie zijn de mantelzorgers in Helmond? Mantelzorgwerkzaamheden komen voor onder alle bewonersgroepen. Toch springen enkele groepen eruit die vaker of juist minder vaak dan gemiddeld aan mantelzorg doen. Leeftijd maakt bijvoorbeeld wel verschil: Volwassenen die vaker dan gemiddeld (25%-30%) aan mantelzorg doen, zijn te vinden in de leeftijdsgroep 50- t/m 64-jarigen. Volwassenen jonger dan 35 jaar lopen juist minder dan gemiddeld (10%-15%) aan tegen een situatie waar mantelzorg nodig is. Leeftijd maakt dus wel verschil. Ook woonwijk, huishoudsituatie en arbeidssituatie. Naar wijk bezien, zijn inwoners in Helmond-Noord gemiddeld iets vaker aan het mantelzorgen dan de bewoners van de andere wijken. Verder maakt niet uit welke opleiding je gevolgd hebt, of welke etnische achtergrond je hebt, en dergelijke: in al deze groepen schommelt het aandeel mantelzorgers rond het Helmonds gemiddelde van 20%. Ook mannen zijn mantelzorger In tegenstelling tot de algemene beeldvorming blijken ook veel mannen mantelzorg te verrichten. Niet eens zoveel minder dan vrouwen en niet eens met zo’n andere verdeling over de week.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
23
Zorgzame Stad
Mantelzorgers
Mantelzorgers naar geslacht 3%
Ja, incidenteel (minder dan 1 keer per maand)
2%
Ja, 1 tot 4 keer per maand
4%
Ja, 1 of 2 keer per week
6%
Ja, 3 tot 6 keer per week
2%
Ja, dagelijks
8%
4% 4% 2% 5%
0%
1%
2%
Vrouwen
3%
4%
5%
6%
7%
8%
Mannen
Mannen geven naar verhouding vaker taken aan als klussen in huis en/of tuin, begeleiding naar arts, ziekenhuis of andere hulpverleners vervoer naar winkel, naar vrienden of zorginstelling. Ook helpen zij vaker met de administratie en bieden zij vaker dan vrouwen ondersteuning bij huishoudelijke verzorging. Mantelzorgtaken naar geslacht gezelschap
83% 88%
klussen
50% 62%
administratie
52% 63%
vervoer
53% 67%
begeleiding
66% 76%
medische zaken
22% 26%
persoonlijke verzorging
22% 24%
huishoudelijke verzorging
65% 77% 0%
Vrouwen Mannen
20%
40%
60%
80%
100%
Mannen en vrouwen nemen in vergelijkbare mate taken op zich op het vlak van persoonlijke verzorging en medische zaken als aankoppelen zuurstof of verschonen stoma. Ook het bieden van gezelschap komt in vergelijkbare mate voor bij mannen en vrouwen.
24
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Mantelzorgers
5.3 Meer mantelzorgers, minder inzet per mantelzorger De gemiddelde inzet per mantelzorger is de afgelopen jaren lager geworden. Dit zien we zowel terug in het aantal keren per week dat mantelzorg – gemiddeld – wordt verricht, als in het aantal uren per week. De wekelijkse inzet voor mantelzorg is, over de totale groep mantelzorgers bezien, sinds de invoering van de Wmo afgenomen en komt de afgelopen vier jaar stabiel voor bij tegen de 70% van de mantelzorgers. Mantelzorg naar frequentie
Regelmatige mantelzorg w.v. Dagelijks 3 tot 6 keer per week 1 of 2 keer per week Incidentele mantelzorg w.v. 1 tot 4 keer per maand Minder dan 1x per maand Totaal mantelzorgers
2005
2007
2010
2013
86%
83%
68%
69%
35% 31% 21%
40% 18% 25%
34% 8% 26%
31% 11% 26%
14%
17%
32%
31%
11% 3%
12% 5%
14% 18%
19% 12%
100%
100%
100%
100%
Eenzelfde patroon zien we terug bij de gemiddelde ureninzet van mantelzorgers. We zien een verschuiving optreden waarin het geleidelijk minder voor gaat komen dat een mantelzorger zich dagelijks of om de dag inzet en daarbij al gauw veel uren moet maken voor de zorg.
Mantelzorg naar ureninzet 2005
2007
2010
2013
10 uur of meer per week w.v.
30%
35%
30%
23%
20 uur of meer per week Tussen de 10 tot 20 uur per week
19% 10%
23% 12%
19% 10%
15% 8%
Minder dan 10 uur per week w.v.
70%
65%
70%
77%
Tussen de 5 tot 10 uur per week Tussen de 1 tot 5 uur per week 1 uur of minder per week
18% 37% 16%
22% 35% 7%
18% 37% 16%
21% 36% 20%
100%
100%
100%
100%
Totaal mantelzorgers
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
25
Zorgzame Stad
Mantelzorgers
5.4 Mantelzorgtaken Onder de verschillende taken die mantelzorgers op zich nemen, zijn heel persoonlijke en heel vrijblijvende. Rond de 30% van de mantelzorgers neemt ondersteuning bij medische zaken (medicijnen, zuurstof, stoma) en persoonlijke verzorging (wassen, aankleden, toiletgang) voor zijn/haar rekening. Meer dan de helft van hen neemt deze taken wekelijks tot dagelijks op zich. Regelmatige ondersteuning Onder regelmatige ondersteuning verstaan we ondersteuning die dagelijks of tenminste 1x per week wordt geboden. Voor alle mantelzorgtaken waar de enquête specifiek naar vraagt, geldt dat het aandeel mantelzorgers dat zich regelmatig inzet bij elke taak lager ligt dan rond de invoering van de Wmo (metingen in 2005 en 2007). Deze verlaagde inzet in de regelmatige ondersteuning is al te zien vanaf de meting in 2010. In 2013 ligt de regelmatige inzet bij vrijwel alle taken op hetzelfde niveau als in 2010. Uit de enquête blijkt eenzelfde inzet van mantelzorgers op het vlak van regelmatig gezelschap houden (57%), regelmatige huishoudelijke verzorging (44%) en regelmatig klussen in huis en/of tuin (17%). Regelmatige inzet voor administratie en geldzaken laat een lichte toename zien ten opzichte van de vorige meting (29%) maar ligt nog steeds onder het niveau rond de start van de Wmo. De regelmatige inzet voor begeleiding naar arts, ziekenhuis en dergelijke laat een afname zien van 7 %-punt naar 12% van de mantelzorgers. De grootste groeier (met 10 %-punt) is de onregelmatige begeleiding naar arts, ziekenhuis, en dergelijke. Activiteiten die de mantelzorger regelmatig* verricht (men kan meerdere activiteiten aangeven)
* Regelmatig = tenminste 1x per week; incidentele inzet wordt met ingang van 2007 ook gevraagd. * * Niet gevraagd in 2005: Vervoer naar winkel etc. en Begeleiding naar arts etc.
26
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Mantelzorgers
5.5 Ontwikkeling aan wie de mantelzorg gericht is In de enquête is gevraagd aan wie de mantelzorg verleend is. In toenemende mate komt de bovenliggende generatie van (schoon)ouders in beeld als degenen die mantelzorg krijgen. Partners lijken in 2010 minder in de mantelzorg te vallen, maar deze zijn weer op het niveau van de start Wmo. Aan kinderen en andere familie zien we een afnemende mate van mantelzorg. Een substantieel deel van de mantelzorgers biedt zorg aan meerdere personen. Als we alle personen aan wie mantelzorg gegeven wordt meenemen in de vergelijking, zien we dat het aandeel mantelzorgers toeneemt dat in hun persoonlijke kring buiten de familiebanden om mantelzorg biedt. Mantelzorg primair en overig* 2005
2007
2010
2013
Ouder(s) en/of schoonouder(s) Partner Kind Andere familie
45% 21% 20% 22%
44% 20% 19% 22%
44% 15% 16% 24%
49% 20% 13% 15%
Vriend, buur of kennis
17%
16%
16%
19%
100%
100%
100%
100%
Totaal mantelzorgers
* In dit overzicht is verwerkt dat mantelzorgers de ondersteuning van meerdere personen behartigen; de som is daarom hoger dan 100.
5.6 Mogelijkheid tot het delen van zorg Ruim de helft van de mantelzorgers draagt geheel of grotendeels de verantwoordelijkheid voor de zorg in huis. Dit betekent overigens niet dat er geen professionele hulp aanwezig is: bij een kleine helft in deze groep is namelijk wel degelijk professionele hulp aanwezig. In 2007 verzorgde 55% van de mantelzorgers degene aan wie de meeste mantelzorg ging vrijwel geheel of grotendeels op zijn / haar eentje, in 2010 geldt dit voor 63% van de mantelzorgers. In 2013 is het weer op het ‘oude’ niveau van 55%, met dien verstande dat de hoofdmantelzorger er iets minder vaak helemaal in zijn/haar eentje voor staat.
Delen van de mantelzorgwerkzaamheden 2007
2010
2013
Vrijwel geheel op mijn eentje Grotendeels op mijn eentje, wel hulp van andere mantelzorger(s)
45% 10%
36% 27%
40% 15%
In gelijke mate als de andere mantelzorgers voor deze persoon In mindere mate dan de andere mantelzorgers voor deze persoon
25% 20%
21% 16%
22% 23%
100%
100%
100%
Totaal mantelzorgers
Rond de 60% van de mantelzorgers geeft te kennen dat er onvoldoende mogelijkheid is om de zorg te delen. De reden hiervoor kan zowel liggen bij het ontbreken van andere mensen die de mantelzorg voor deze persoon mee op zich nemen (37%) als in andere redenen dan het ontbreken van mensen
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
27
Zorgzame Stad
Mantelzorgers
(21%). Tussen 2010 en 2013 is er een lichte toename van het aantal mantelzorgers dat vindt dat er voldoende mensen zijn om op terug te vallen. Mogelijkheid tot het delen van zorg
2013
41%
2010
38%
2007
53%
37%
21%
39%
24%
34%
0%
20%
40%
14%
60%
80%
100%
Ja, er zijn voldoende mensen om op terug te vallen nee, onvoldoende of geen mensen nee, andere redenen
Professionele hulp De helft van de mantelzorgers heeft bij deze peiling aangegeven dat hun mantelzorgontvanger, voor zover zij weten, ook betaalde / professionele zorg ontvangt (2013: 48%; 2010: 51%; 2007: 59%; 2005: 45%).
5.7 Knelpunten bij uitvoering mantelzorg Het aantal mantelzorgers dat knelpunten of problemen ondervindt, blijft rond de 35% hangen. Het meest genoemde knelpunt is, zoals alle jaren, dat de mantelzorg lastig te combineren is met andere dagelijkse bezigheden. Bij de eerder gehouden metingen bleek het inplannen van de mantelzorg in toenemende mate een knelpunt te vormen. Dit jaar is het als aandachtspunt gestegen naar de tweede plaats. Problemen of knelpunten bij het verrichten van mantelzorg 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
68% 32%
65% 35%
64% 36%
65% 35%
2005
2007
2010
2013
Totaal géén problemen/knelpunten Totaal één of meer problemen/knelpunten 28
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Mantelzorgers
Als punt van aandacht valt op, dat er een lichte toename is van mantelzorgers die als knelpunt de fysieke belasting noemen. Als extra aandachtspunt geldt de zorg voor een kind met ontwikkelings- of gedragsproblemen. Vrijwel alle opmerkingen onder “andere knelpunten of problemen” hebben hierop betrekking. De energie, de afstemming met zorgaanbieders, de PGB-administratie, de impact op de andere kinderen thuis, de bijkomende zorg om (schoon)ouders die nauwelijks nog in te voegen is, etc. Problemen / Knelpunten bij uitvoering mantelzorg (men kan meerdere activiteiten aangeven) 2005
2007
2010
2013
68% 32%
65% 35%
64% 36%
65% 35%
17% 8% 5%
19% 3% 13% 11%
22% 8% 5% 10%
22% 9% 8% 7%
Te weinig informatie over voorzieningen en regelingen Te veel kosten Te weinig waardering
7% 3% 4%
6% 5% 8%
7% 6% 7%
5% 5% 3%
Te weinig kennis van de ziekte Moeite met de verantwoordelijkheid Relatie met betaalde hulpverleners
2% 3% 3%
4% 5% 3%
4% 3% 3%
2% 2% 2%
8%
12%
5%
100% 100%
100%
Totaal géén problemen/knelpunten Totaal één of meer problemen/knelpunten Lastig te combineren met andere dagelijkse bezigheden De mantelzorg is lastig te plannen Fysiek erg zwaar Afstand nemen van de zorg
Andere knelpunten of problemen Totaal mantelzorgers
100%
5.8 Overbelasting door mantelzorg Sommige mensen voelen zich erg belast door de mantelzorg voor een hulpbehoevende. Voor andere mensen geldt dit minder. Van alle mantelzorgers geeft 21% aan dat zij vrij zwaar tot overbelast zijn door de mantelzorg. Veel factoren kunnen een rol spelen, als de belasting door mantelzorg te zwaar wordt. Als belangrijkste knelpunt is al genoemd dat mantelzorg lastig te combineren is met andere taken / bezigheden. Het is eerder de combinatie, dan uitsluitend de hoeveelheid inzet voor de mantelzorg. Naar verhouding komt overbelasting vaker voor onder mantelzorgers in de wijken Helmond-Oost en Dierdonk. Als we uitgaan van mantelzorgers naar overige vormen van maatschappelijke participatie, zien we dat ondernemers met mantelzorgtaken relatief vaak overbelast zijn; hetzelfde geldt voor mantelzorgers die op regelmatige basis vrijwilligerswerk verrichten en mantelzorgers in de vut.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
29
Zorgzame Stad
Mantelzorgers
Belasting en overbelasting van mantelzorgers* 3% 3% Niet / nauwelijks belast
15% 38%
Een beetje belast Vrij zwaar belast Zeer zwaar belast Overbelast
41%
* Zelfmelding mantelzorger.
5.9 Rol van mantelzorgondersteuning Veel mantelzorgers hebben al eens gehoord van het bestaan van mantelzorgondersteuning, maar ook veel hebben er nog nooit van gehoord. Aanwezigheid van professionele hulp, bijvoorbeeld van de thuiszorg, wijkverpleging of dagopvang, blijkt niet van invloed op de bekendheid van de mantelzorger met mantelzorgondersteuning. Onder de mantelzorgers die contact hebben gehad met mantelzorgondersteuning, is wel een samenhang met de aanwezigheid van professionele hulp. Bekendheid met mantelzorgondersteuning
M-Ontvanger zonder prof. steun
57%
M-Ontvanger met prof. steun
61%
Alle mantelzorgers
58%
0%
43%
39%
42%
20%
40%
60%
80%
100%
Bekend met mantelzorgondersteuning Niet bekend met mantelzorgondersteuning
Het meest bekend is de mantelzorgondersteuning waarbij informatie over ziekte en verzorging gegeven wordt; deze is bekend bij 35% van de mantelzorgers. Een goede tweede is de bekendheid met advies over professionele hulp of voorzieningen zoals rolstoel, Taxbus of woningaanpassing (29%). Het lotgenotencontact is bekend bij 16% van de mantelzorgers. Respijtzorg is slechts bij 7% van de mantelzorgers bekend.
30
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Mantelzorgers
Voor het contact met mantelzorgondersteuning, is er wel een samenhang met de aanwezigheid van professionele hulp bij de mantelzorgontvanger. Onder mantelzorgers zonder professionele steun heeft 18% contact gelegd met mantelzorgondersteuning. Onder mantelzorgers waar de mantelzorgontvanger ook professionele steun krijgt, heeft 33% contact gelegd met mantelzorgondersteuning. Het vaakst (17% van de mantelzorgers) is er contact geweest met een thuiszorgaanbieder (zoals Savant, De Zorgboog, Zuidzorg, Rinette Zorg en Tzorg). Relatief weinig contact (2% van de mantelzorgers) is er geweest met vrijwilligersorganisaties (bijvoorbeeld Rode Kruis, Zonnebloem, Ouderenorganisatie). Met organisaties als LEVgroep, Steunpunt Mantelzorg en Stichting MEE of Stichting ORO, of de Zorgpoort (gemeente) heeft 7% van de mantelzorgers contact gehad. Contact met mantelzorgondersteuning
M-Ontvanger zonder prof. steun
18%
M-Ontvanger met prof. steun
33%
Alle mantelzorgers
21% 0%
Contact
82%
67%
79% 20%
40%
60%
80%
100%
Geen contact
De website www.zorgsite.nl is speciaal bedoeld voor situaties waar meerdere mensen die gezamenlijk iemand onder hun hoede hebben. Via deze site kunnen zij onderling contact onderhouden en van elkaars inzet op de hoogte blijven. Een groot deel van de mantelzorgers heeft nog nooit van deze website gehoord. 2% maakt er gebruik van. Niemand kruist het antwoord aan dat ze de website heel handig vinden. Bekendheid* met website www.zorgsite.nl 100% 80% 60% 40% 20% 0%
71% 70% nooit van gehoord
15% 13%
14% 20%
2% 2%
wel eens van voor ons niet voor ons heel maken wij al gehoord, weet nodig handig gebruik van er niets over
Alle mantelzorgers
M-Ontvanger met prof. steun
* Meerdere antwoorden mogelijk, totaal telt hoger op dan 100%.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
31
Zorgzame Stad
Gezondheid en Belemmeringen
6 Gezondheid en Belemmeringen Een goede gezondheid is niet hetzelfde als een leven zonder belemmeringen, en omgekeerd. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe Helmonders hun gezondheid ervaren en in hoeverre zij op eigen gelegenheid mobiel zijn. Aansluitend komt aan de orde in welke mate Helmonders de kosten van zorg kunnen en willen dragen.
6.1 Gezondheid van volwassenen De meeste volwassenen vinden dat zij een goede gezondheid hebben (2013: 88%). Het aandeel volwassenen met een matige of slechte gezondheid dit jaar (12%) is vergelijkbaar met de resultaten in de metingen van 2005 en 2007; in 2010 lag het resultaat iets hoger. Een negatieve inschatting van de eigen gezondheid neemt toe met de leeftijd. Onder volwassenen tussen 18 en 35 jaar vindt 5% de gezondheid matig of slecht, in de leeftijdsgroep 35 tot 50 jaar loopt dit op tot 10% en in de daaropvolgende leeftijdsgroep 50 tot 65 jaar is het opgelopen tot 14%. Gemiddeld over het totaal van volwassenen onder de 65 jaar schat 10% de eigen gezondheid matig of slecht in. Onder 65+ inwoners is dit twee keer zo hoog, namelijk 20%. Ervaren gezondheid matig of slecht 25% 20%
20%
15%
14% 12% 10%
10%
10%
5% 5%
0%
alle volwassenen
18 - 34 jaar
35 - 49 jaar
50 - 64 jaar
totaal 18-64 totaal 65 jaar en jaar ouder
Mensen met een matige gezondheidsbeleving hebben vaak, maar niet altijd last van langdurige klachten. Daarentegen zijn er ook mensen met een goede of neutrale gezondheidsbeleving, ondanks dat zij last hebben van langdurige klachten. Het aandeel mensen dat last heeft vanwege ouderdomsklachten of chronische ziekte dan wel handicap blijft stabiel rond de 30% van de volwassenen.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
33
Zorgzame Stad
Gezondheid en belemmeringen
Gezondheidsbeleving en last van langdurige klachten 100% 80% 60% 40% 20% 0%
Zeer goed
Goed
Ja, wel last van langdurige klachten
Gaat wel
Soms goed en soms slecht
Slecht
Nee, geen last van langdurige klachten
De meeste mensen met klachten worden in enige mate belemmerd in het dagelijks functioneren, voor het merendeel gaat het om een lichte belemmering in het dagelijks functioneren. Bij 6% van de volwassenen betreft het een ernstige mate van belemmering. Bij de helft van de mensen die belemmeringen ondervinden is sprake van chronische klachten of ouderdomsklachten die men niet als handicap ervaart en bij de andere helft is sprake van andere chronische klachten of handicap. Langdurige ziekte, waaronder ouderdomsklachten 2005
2007
2010
2013
100%
100%
100%
100%
Ervaren gezondheid matig of slecht
13%
12%
15%
12%
Last van langdurige ziekte, waaronder ouderdomsklachten w.v. Mate van belemmering in dagelijks functioneren Sterk belemmerend Licht belemmerend Niet belemmerend w.v. Aard van belemmerende klachten Chronische klachten of ouderdomsklachten Handicap of andere chronische klachten*
27%
30%
31%
29%
8% 15% 4%
7% 17% 6%
6% 20% 5%
6% 17% 6%
x x
13% 13%
12% 13%
12% 12%
Totale volwassen bevolking
* anders dan, of in combinatie met ouderdomsklachten.
6.2 Informatieloket Er is een aanzienlijke daling in het aantal volwassenen dat in de 12 maanden voorafgaand aan de enquête informatie gezocht heeft over voorzieningen: in 2013 betreft dit nog maar 11%, waar dit in beide voorafgaande metingen 17% is. De daling doet zich voor in alle informatiekanalen, met uitzondering van het Centrum voor Jeugd en Gezin. De belangrijkste bron voor informatie is nog steeds de huisarts. 34
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Gezondheid en Belemmeringen
Informatiekanalen voor opvoedingsvragen en ondersteunende voorzieningen bij de huisarts bij een thuiszorgaanbieder bij De Zorgpoort bij familie, vrienden of bekenden andere internetsite www.helmond.nl
2013 2010 2007
bij een zorg- of welzijnsinstelling in de Stadswinkel bij de bibliotheek bij het Centrum voor Jeugd en Gezin * www.guidohelmond.nl * Totaal informatie gezocht
0%
2%
4%
6%
8%
10% 12% 14% 16% 18%
N.B. De vragen zijn in deze vorm vanaf 2007 voorgelegd aan de bevolking. * Deze informatiekanalen zijn vanaf 2010 voorgelegd aan de bevolking.
De informatie is in het algemeen wel gemakkelijk te vinden. Net als in 2010 is de informatie door 5% van de volwassenen niet gevonden.
6.3 Guidohelmond.nl Guidohelmond is dé website voor alle informatie over wonen, welzijn en zorg in Helmond. De website is een initiatief van meer dan 20 organisaties in Helmond. Bewoners komen via een keuzemenu van diverse situatiebeschrijvingen terecht bij de passende oplossing. Deze website is bij een groot deel van de Helmonders volledig onbekend. Bekendheid van de website www.guidohelmond.nl
4% 12%
Nee, hier heb ik nog nooit van gehoord Wel eens van gehoord, maar nog nooit op gekeken Ik heb al eens op deze website gekeken 84%
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
35
Zorgzame Stad
Gezondheid en belemmeringen
6.4 Doelgroep compenserende diensten en voorzieningen Wmo Circa een op de drie volwassenen woont in een huishouding waar een meer dan gemiddelde kans is dat een beroep op voorzieningen nodig is. Het deel van de groep waar het meeste zicht op is, bestaat uit de inwoners die 65 jaar en ouder zijn. In deze leeftijdsgroep is de kans wat groter dat men enige vorm van ondersteuning nodig heeft om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Ook daar waar geen sprake is van chronische ziekte of handicap.
Informatie over de omvang van de leeftijdsgroep is te vinden in de gemeentelijke bevolkingsadministratie en die vinden we dan ook terug in de resultaten van de enquête. In 2013 vormt deze groep 15% van de totale bevolking; verrekend op de bevolking van 18 jaar en ouder gaat het om 19%. Informatie over de ontwikkeling van de groep jonger dan 65 jaar die mogelijk een beroep zou willen doen op ondersteunende voorzieningen kunnen we met name, hoewel niet uitsluitend, zoeken onder de groep die te maken heeft met langdurige ziekte en/of handicap. Volgens de deelnemers aan deze Wmo-enquête gaat het over de jaren om gemiddeld 14%, gerelateerd aan het aantal volwassenen. Verrekend naar bevolkingsaantallen gaat het om 11%.
De inwoners met potentiële zorgbehoefte zijn alle volwassenen van 65 jaar en ouder en iedereen jonger dan 65 jaar die een langdurige ziekte en/of handicap heeft, of een huisgenoot voor wie dit geldt. Potentiële zorggroep 35% 30% 25% 20%
13%
14%
16%
16%
17%
17%
19%
2005
2007
2010
2013
14%
15% 10% 5% 0%
Zelf/Huishoudlid jonger dan 65 jaar, met langdurige ziekte of handicap Zelf/Huishoudlid 65 jaar en ouder; sommige wel, sommige geen langdurige ziekte of handicap
Ruim 30% van de volwassenen maakt deel uit van een huishouden waar tenminste één persoon 65+ is of gehandicapt, is. Vaak ondervindt men daarvan, volgens eigen zeggen, slechts in lichte mate of zelfs helemaal geen belemmeringen. Voorzieningen die speciaal met het oog op belemmeringen worden aangeboden, zoals persoonlijke ondersteuning of zorg- en gemaksdiensten, zijn bedoeld voor iedereen die ondersteuning nodig heeft om zelfstandig te kunnen deelnemen aan de samenleving.
36
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Gezondheid en Belemmeringen
6.5 Hulpmiddelen bij beweging en vervoer Eén op de tien volwassenen heeft moeite met het lopen. Van hen maken twee op de drie gebruik van hulpmiddelen bij het lopen. Meestal betreft dit een rollator of een stok, bij 1% van de volwassenen betreft dit een rolstoel. Hulpmiddelen als rollator en stok zijn voornamelijk leeftijdgebonden; voor een rolstoel geldt dit niet. Lopen zonder hulpmiddelen 2005
2007
2010
2013
100%
100%
100%
100%
Moeite met lopen, totaal
8%
8%
11%
10%
Loopmiddelen (één of meer)* w.v. Rolstoel Rollator Stok
6%
6%
8%
7%
1% 3% 3%
1% 4% 4%
2% 2% 2%
1% 3% 2%
Moeilijk ter been, geen hulpmiddelen bij het lopen
3%
3%
3%
3%
% Totale volwassen bevolking
* men kan over meer dan een loopmiddel beschikken.
6.6 Toegankelijkheid openbare ruimte voor mensen die slecht ter been zijn Over een schuin aflopende stoep met uitstekende tegels een winkelwagentje naar de auto manoeuvreren, kan ooit lastig zijn. Voor een kinderwagen/buggy of een rollator is een goede stoep elke dag weer relevant. In principe is de gemeente verantwoordelijk voor de inrichting van de openbare ruimte maken dan wel het toegankelijk maken/houden van die ruimte. De helft van de volwassenen denkt dat de gemeente voldoende voorzieningen heeft getroffen waarmee de openbare ruimte en gebouwen goed toegankelijk zijn voor gehandicapten en mensen die slecht ter been zijn. Onder de bewoners in een huishouden waar tenminste een van de huishoudleden 65+ is of gehandicapt, zien we hetzelfde beeld. Bij weglating van degenen die geen mening over de toegankelijkheid van Helmond hebben, is in beide groepen 83% positief gestemd. Helmond is toegankelijk voor wie slecht ter been is 2013 Binnenring: Tenminste 1 persoon in huishouden 65+ of gehandicapt
40% 33%
Buitenring: Alle volwassenen 55%
50%
% eens % oneens % weet niet / geen mening
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
12% 10%
37
Zorgzame Stad
Gezondheid en belemmeringen
Ontwikkeling 2007-2013 Sinds de invoering van de Wmo in 2007 is de bevolking als totaal iets positiever geworden over de toegankelijkheid van de openbare ruimte. Bij de volwassenen van wie tenminste 1 persoon in het huishouden 65+ of gehandicapt is, is een sterkere toename in de tevredenheid te zien:
tevredenheid over de looproutes in de eigen woonbuurt: toename met 10%-punt tevredenheid over de looproutes in het centrum van Helmond: toename met 8%-punt tevredenheid over de toegankelijkheid van openbare gebouwen: toename met 7%-punt tevredenheid over de bruikbaarheid van openbare gebouwen: toename met 17%-punt
Tevreden over de toegankelijkheid voor wie slecht ter been is
N.B. De stellingen zijn in deze vorm in 2007 voor het eerst voorgelegd aan de bevolking.
De positieve ontwikkeling is vooral te danken aan het verkleinen van de groep met een neutrale mening. Het percentage dat ontevreden is over gebruiksgemak van wegen of toegankelijkheid van openbare gebouwen is, blijft over de peilingen heen op vergelijkbaar niveau.
6.7 Zelfstandig in de eigen woning: wens en mogelijkheid Negen van de tien inwoners willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. In de huishoudens waar tenminste 1 persoon 65+ is of gehandicapt (potentiële zorggroep), is het percentage in 2013 zelfs bijna 100%. Er is wel een bijzondere ontwikkeling te zien: in 2010 liggen de percentages in de potentiële zorggroep op vrijwel gelijke hoogte met die van het totaal der volwassenen; in 2013 blijken de percentages uiteen te lopen.
38
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Gezondheid en Belemmeringen
totaal potentiële totaal zorggroep* volwassenen**
“ik wil zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen” 2013
90%
2010
93%
2007
2013
97%
2010
94%
2007
94% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
(Helemaal) Mee eens
Niet mee eens, niet mee oneens
(Helemaal) Mee oneens
geen antwoord
* Tenminste 1 persoon in het huishouden is 65+ of gehandicapt; ** In 2007 niet voorgelegd aan het totaal der volwassenen.
44% van de mensen in de potentiële zorggroep is van mening dat ze zelfstandig kunnen blijven wonen door de zorg en de diensten die zij / hun huisgenoot krijgen. De meningen zijn iets meer uitgesproken dan in 2010: zowel de groep die het ermee eens is, als de groep die het er niet mee eens is, is licht toegenomen. Degenen met een neutrale opstelling of die geen antwoord geven zijn in aandeel licht afgenomen. Ditzelfde patroon zien we terug in de antwoorden van de totale groep volwassenen.
totaal potentiële zorggroep*
totaal volwassenen* *
“Door de zorg en diensten die ik / mijn huisgenoot krijg(t), kan ik zelfstandig blijven wonen” 2013
38%
2010
38%
23%
20%
29%
19%
17%
16%
2007
2013
44%
2010
14%
40%
2007
17%
50% 0%
20%
17% 14%
11% 40%
25% 29%
13%
60%
26% 80%
100%
(Helemaal) Mee eens
Niet mee eens, niet mee oneens
(Helemaal) Mee oneens
geen antwoord
* Tenminste 1 persoon in het huishouden is 65+ of gehandicapt; ** In 2007 niet voorgelegd aan het totaal der volwassenen.
Het percentage dat van mening is dat men zelfstandig kan blijven wonen door de zorg en diensten, is onder de leden van de potentiële zorggroep licht toegenomen. Het percentage dat financieel moeite heeft met de eigen bijdrage is vrijwel gelijk gebleven. Sterker nog: het percentage dat het oneens is met deze stelling is licht toegenomen.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
39
Zorgzame Stad
Gezondheid en belemmeringen
6.8 Eigen keuzes en eigen bijdrages De zorg en voorzieningen die onder verantwoordelijkheid van de gemeente wordt georganiseerd in het kader van de Wet Maatschappelijke ondersteuning is niet per se gratis. De gemeente regelt de kwaliteit van het aanbod binnen de grenzen die hier en nu gangbaar zijn. De kosten die gepaard gaan met het gebruik van deze voorzieningen, worden soms voor een deel als eigen bijdrage opgelegd aan de cliënten. Daarnaast is er gebruik van zorg en voorzieningen buiten het gemeentelijk aanbod om.
totaal potentiële totaal zorggroep* volwassenen**
“ik heb er financieel moeite mee de (eigen bijdrage voor) zorg en diensten die ik nodig heb te betalen” 2013
20%
2010
21%
27%
36%
31%
17%
33%
16%
2007
2013
26%
2010
22%
28%
2007
24% 0%
21% 22%
20%
40%
29%
23%
22%
29%
29%
25%
60%
80%
100%
(Helemaal) Mee eens
Niet mee eens, niet mee oneens
(Helemaal) Mee oneens
geen antwoord
* Tenminste 1 persoon in het huishouden is 65+ of gehandicapt; ** In 2007 niet voorgelegd aan het totaal der volwassenen.
Bewoners van de wijken Helmond-Noord, Helmond-Oost en Helmond-West geven vaker dan gemiddeld aan, dat zij financieel moeite hebben met de kosten voor zorg en diensten. In de wijken Binnenstad en Brouwhuis wonen vooral meer mensen die principieel moete hebben om zelf kosten te moeten maken voor zorg en diensten.
40
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Gezondheid en Belemmeringen
totaal potentiële zorggroep*
totaal volwassenen**
“ik heb er principieel moeite mee de (eigen bijdrage voor) zorg en diensten die ik nodig heb te betalen” 2013
19%
27%
2010
19%
28%
36%
18%
37%
16%
2007
2013
20%
23%
2010
22%
18%
2007
17% 0%
33% 31%
15% 20%
41% 40%
24% 29% 28%
60%
80%
100%
(Helemaal) Mee eens
Niet mee eens, niet mee oneens
(Helemaal) Mee oneens
geen antwoord
* Tenminste 1 persoon in het huishouden is 65+ of gehandicapt; ** In 2007 niet voorgelegd aan het totaal der volwassenen.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
41
Zorgzame Stad
Behoefte aan zorg
7 Behoefte aan zorg Ouderen en mensen met een chronische ziekte of handicap hebben een meer dan gemiddelde kans is dat een beroep op voorzieningen nodig is. In deze groep betreft dit een op de zeven personen (circa 3.000 personen). In dit hoofdstuk wordt hun behoefte aan zorg en voorzieningen beschreven.
7.1 Beperkingen binnen de taakvelden Wmo De helft van de volwassenen die leven in een huishouden met een grotere kans op zorgbehoefte, geeft aan dat er in hun huishouden sprake is van een veelvoorkomende vorm van beperking. Op alle volwassenen verrekend, betreft dit één op de zeven volwassenen (15%). Dit komt overeen met ruim 10.000 personen. In vergelijking tot 2007 is het percentage inwoners dat meldt dat zij beperkingen ervaren, hetzelfde gebleven. Het gaat hierbij om beperkingen bij activiteiten als het zelfstandig voeren van de huishouding, het verplaatsen in en om de woning, het verplaatsen met een vervoermiddel en het ontmoeten van mensen. De meest voorkomende beperking is die bij het zelfstandig voeren van de huishouding (40%). Dit treft het merendeel van degenen die te kampen hebben met beperkingen. Op de tweede plaats (20%) komt een beperking bij het verplaatsen met een vervoermiddel. Voor beide functies geldt een zeer lichte afname ten opzichte van de start van de Wmo. Het verplaatsen in/bij de woning en het ontmoeten van mensen wordt door 17% van de potentiële zorggroep gemeld. Voor beide functies geldt een zeer lichte toename ten opzichte van de start van de Wmo. Ervaren beperkingen die eventueel gecompenseerd dienen te worden
N.B. De vragen zijn in deze vorm niet (2005) of anders (2010) voorgelegd aan de bevolking. *iemand kan meer vormen van beperkingen of belemmeringen hebben: de som der delen is hoger dan het totaal.
Niet iedereen die beperkingen meldt, heeft behoefte aan voorzieningen waarop een beroep kan worden gedaan, zoals uit het navolgende blijkt.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
43
Zorgzame Stad
Behoefte aan zorg
7.2 Behoefte aan compenserende diensten en voorzieningen In Helmond woont ruim 30% van de volwassenen in een huishouden waar tenminste een van de huishoudleden 65+ is of een chronische ziekte of handicap heeft. De helft van deze groep geeft aan beperkingen te ondervinden op het vlak van het voeren van een huishouden, het verplaatsen in of bij de woning, het vervoer buitenshuis of het ontmoeten van mensen buitenshuis. Vooral klussen in huis en/of tuin Circa 3.000 personen hebben behoefte aan diensten en voorzieningen. Dit is een op de zeven in de potentiële zorggroep (14%). De helft van de mensen die behoefte hebben aan ondersteuning in of rond de woning, heeft behoefte aan iemand die klusjes kan opknappen of de tuin kan bijhouden. Behoefte verschilt tussen bewonersgroepen De behoefte aan diensten en voorzieningen toont een verband met de inkomstensituatie. Onder de inwoners in zorggroep met een inkomen lager dan modaal is de behoefte aan diensten en voorzieningen veel hoger (22%), onder de middeninkomens ligt die net onder het gemiddelde (10%) en onder de hogere inkomens ligt de behoefte lager (7%). Naar huishoudsituatie gaat het relatief vaak om alleenstaanden, die dan vooral ook vaker behoefte hebben aan ondersteuning bij klusjes en/of tuinonderhoud. Naar wijk bezien komt de behoefte relatief vaak voor in Helmond-West en in Brouwhuis. Naast klussen/tuindienst zoekt men in Brouwhuis vaker ook begeleiding naar specialist. Potentiële zorggroep*: Behoefte aan diensten en voorzieningen Totaal* maaltijdservice
14% 1%
maaltijdbereiding
0,4%
oudereneetpunt
0,7%
boodschappendienst
2%
was- en strijkservice
3%
klussen- of tuinonderhoud
7%
begeleiding naar specialist
3%
ouderenconsulent
2%
ouderenontmoetingsplek
3%
alarmering
2%
zorgsteunpunt
1%
huisbezoek door vrijwilligers
2% 0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
16%
* Tenminste 1 persoon in het huishouden is 65+ of gehandicapt. N.B. De vragen zijn in deze vorm niet (2005, 2007) of anders (2010) voorgelegd aan de bevolking.
44
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Behoefte aan zorg
7.3 Mantelzorgontvangers in beeld Van alle mensen die op grond van leeftijd of andere beperkingen behoefte aan zorg zouden kunnen hebben, krijgt minder dan de helft onbetaalde ondersteuning. Niet iedereen in deze groep heeft mantelzorg nodig. Maar ook niet iedereen die zorg goed zou kunnen gebruiken, krijgt ze ook. Minder mensen krijgen mantelzorg De potentiële zorggroep omvat in 2007 zo’n 30% van de volwassenen, in 2013 gaat het om 32% van de volwassenen. Er is een drastische vermindering in de groep die mantelzorg ontvangt. In 2007 noemde twee derde van deze groep nog dat ze onbetaalde ondersteuning kreeg. In 2013 is dit teruggebracht tot 40% van de potentiële zorggroep (13% van de volwassenen). Volwassenen met onbetaalde ondersteuning*
2007
20%
2013
13%
0%
10%
19%
5%
10%
15%
Krijgt wel mantelzorg
20%
25%
30%
35%
Krijgt geen mantelzorg
* zelfmelding mantelzorgontvanger in huishouden waar tenminste 1 persoon 65+ of gehandicapt.
Netwerk belangrijk Ook dit jaar blijkt mantelzorg een wederkerende activiteit: degenen die mantelzorg geven maken ook deel uit van de groep die bovengemiddeld (48%) mantelzorg ontvangt. Om mantelzorg te kunnen ontvangen is het van belang een netwerk te hebben op wie men een beroep kan doen. En dat er een behoefte ligt waarin kan worden voorzien door middel van mantelzorg. Bij bewoners jonger dan 65 jaar binnen de potentiële zorggroep is altijd sprake van een dergelijke behoefte: de afbakening van de groep met potentiële zorgbehoefte is zodanig dat de bewoners onder de 65 jaar er alleen deel van uitmaken als zij een chronische ziekte of handicap hebben. Totale groep
40% van de potentiële zorggroep krijgt mantelzorg
18 – 49 jaar
57% van de potentiële zorggroep krijgt mantelzorg
50 – 64 jaar
40% van de potentiële zorggroep krijgt mantelzorg
65 jaar en ouder
35% van de potentiële zorggroep krijgt mantelzorg
In de leeftijdsgroep jonger dan 65 jaar zien we al een afnemende toegang tot mantelzorg: tussen 18 en 50 jaar krijgt een ruime helft naar eigen zeggen mantelzorg, in de leeftijdsgroep tussen 50 en 65 jaar is dit gezakt tot 40%. Onder de 65+ zegt nog maar 35% dat ze mantelzorg krijgt. Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
45
Zorgzame Stad
Behoefte aan zorg
Er zijn weinig verschillen tussen inkomensgroepen: de lagere inkomensgroepen hebben iets vaker dan gemiddeld mantelzorg (43%) en de hogere inkomensgroepen iets minder dan gemiddeld (35%). Naar opleidingsniveau zijn de verschillen sterker: mensen in de potentiële zorggroep die een hoge opleiding hebben genoten, ontvangen relatief vaker mantelzorg.
7.4 Mantelzorg in de beleving van mantelzorgontvangers Mantelzorgontvangers kunnen deze zorg krijgen van één of meerdere personen. Hun beleving van de mantelzorg wijkt af van de taakbeschrijving zoals door mantelzorgers zelf is gegeven (zie paragraaf 4.4). Naast het percentage Helmonders dat mantelzorg verricht in of buiten Helmond (hfdst. 4) is het een relevante invalshoek hoeveel van de Helmonders mantelzorg ontvangen. Dit blijkt in 2013 veel minder het geval te zijn dan in 2007. Een kwart van de volwassen Helmonders krijgt mantelzorg. Van de 65+ inwoners krijgt 35% mantelzorg (2007: 56%); op het totaal van 65+ inwoners en inwoners jonger dan 65 jaar met handicap betreft het 40% (2007: 66%). De vermindering van het aantal personen dat zegt mantelzorg te krijgen, doet zich voor bij elke vorm van onbetaalde hulp. Onbetaalde mantelzorgactiviteiten zoals ervaren door de mantelzorgontvanger* 2007
2013
Totaal 1 of meer vormen van onbetaalde ondersteuning
66%
40%
Huishoudelijke verzorging
53%
28%
Administratie en geldzaken
35%
18%
Vervoer naar winkel, vrienden, dagopvang
29%
16%
Klussen in huis en/of tuin
43%
22%
8%
7%
Begeleiding naar arts, ziekenhuis, e.d.
36%
22%
Medische ondersteuning (medicijnen, zuurstof, stoma)
10%
6%
Persoonlijke verzorging
N.B. De vragen zijn in deze vorm niet (2005) of anders (2010) voorgelegd aan de bevolking. * volgens eigen opgave van inwoners waar tenminste 1 persoon in het huishouden 65+ of gehandicapt.
Op het vlak van ondersteuning bij het huishouden is er een vermindering van 25%-punt op het aandeel mensen dat zegt deze vorm van ondersteuning te krijgen. Ondersteuning bij administratie en geldzaken is, in de beleving van de mantelzorgontvangers, teruggelopen met 17%-punt. Een vergelijkbare vermindering zien we bij de begeleiding naar arts, ziekenhuis, e.d. (14%-punt) en het vervoer naar winkel, vrienden, dagopvang (13%-punt). Tot slot is er een vermindering in ondersteuning op het medische vlak (4%-punt) en de persoonlijke verzorging (1%-punt). Per vorm van ondersteuning is bekend hoe vaak de mantelzorgontvangers deze ondersteuning krijgen. Huishoudelijke taken De meeste van deze zorgontvangers krijgen (onbetaalde) hulp bij huishoudelijke taken of bijvoorbeeld het verzorgen van maaltijden. Bijna de helft van hen krijgt dit regelmatig (tenminste 1x per week),
46
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Behoefte aan zorg
waaronder 19% dagelijks en 27% meermaals per week. Eén op vier zorgontvangers (24%) krijgt op meer incidentele basis ondersteuning bij huishoudelijke taken. Klussen in huis en/of tuin Van de mantelzorgontvangers krijgt 19% regelmatig hulp bij het doen van klussen in huis of de tuin; voor 35% komt deze hulp minder vaak dan 1x per week. Vervoer naar winkels, vrienden, dagopvang Ruim een vijfde van de mantelzorgontvangers wordt regelmatig door huisgenoten of vrienden geholpen met vervoer naar winkels, vrienden of bijvoorbeeld de dagopvang. Voor een vergelijkbaar grote groep van de mantelzorgontvangers wordt minder dan 1x per week vervoer verzorgd vanuit de eigen kring. Administratie en geldzaken Ruim een vijfde (21%) van de mantelzorgontvangers krijgt wekelijks iemand thuis die helpt met de administratie en het betalingsverkeer. Een iets hoger percentage (24%) krijgt hulp bij dergelijke administratieve taken met grotere tussenposen of incidenteel. Begeleiding naar arts, ziekenhuis, e.d. In 2013 krijgt één op de tien mantelzorgontvangers regelmatig begeleiding naar het medische circuit; voor een veel groter aandeel (45%) speelt dit minder dan 1x per week. Medicijnen innemen, zuurstof aankoppelen, stoma verschonen, e.d. Eén op de zeven à acht mantelzorgontvangers krijgt regelmatig hulp uit persoonlijke kring, bij medische zaken als het innemen van medicijnen, verschonen van stoma, en dergelijke. Waar hulp nodig is, gaat het vrijwel altijd om hulp op regelmatige basis. Er is vrijwel niemand die op incidentele basis steun krijgt bij dit onderwerp. Persoonlijke verzorging (wassen, aankleden, naar toilet gaan) Eén op de zeven à acht mantelzorgontvangers krijgt regelmatig hulp uit persoonlijke kring, bij persoonlijke zaken als wassen, aankleden, en dergelijke. Waar hulp nodig is, gaat het vrijwel altijd om hulp op regelmatige basis. Er is vrijwel niemand die op incidentele basis steun krijgt bij dit onderwerp.
7.5 Professionele ondersteuning Eén op de vier à vijf volwassenen die lid is van een huishouden waar een potentieel aan zorgbehoefte bestaat, krijgt professionele ondersteuning. Binnen deze groep gaat het om 21%. Dit komt overeen met circa 4,6 duizend persoon ofwel met 7% van alle volwassenen. Het percentage inwoners dat 1 of meer vormen van professionele ondersteuning krijgt, is in 2013 vergelijkbaar met het percentage in 2007 (22%). Op twee vormen van ondersteuning is wel een afname te zien; dit zijn ondersteuning bij het huishouden (2007: 16%; 2013: 11%) en bij de persoonlijke verzorging (2007: 10%; 2013: 4%). Professionele ondersteuning in het huishouden met een frequentie lager dan 1x per week, komt vaker voor sinds de kanteling is ingevoerd. Mensen met gemiddeld rond een uur ondersteuning per week kiezen er vaker voor om die ondersteuning te bundelen naar een tweewekelijkse ondersteuning.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
47
Zorgzame Stad
Behoefte aan zorg
Professionele, betaalde ondersteuning zoals ervaren door de zorgontvanger* Totaal 1 of meerdere professionele ondersteuning Dagopvang, Dagbesteding** Wijkverpleging (AWBZ)** Huishoudelijke verzorging Administratie en geldzaken 2013
Vervoer naar winkel, vrienden, dagopvang
2007
Klussen in huis en/of tuin Persoonlijke verzorging Begeleiding naar arts, ziekenhuis, e.d. Medicijnen, zuurstof, stoma e.d. 0%
5%
10%
15%
20%
25%
N.B. De vragen zijn in deze vorm niet (2005) of anders (2010) voorgelegd aan de bevolking. * Volgens eigen opgave van inwoners waar tenminste 1 persoon in het huishouden 65+ of gehandicapt. * * De onderdelen “Dagopvang, Dagbesteding” en “Wijkverpleging (AWBZ)” zijn voor het eerst gevraagd in 2013.
7.6 Eigen vervoersvoorzieningen Een groot deel van de huishoudens met de hoofdmoot van het potentieel aan zorgbehoefte, beschikt over eigen vervoersmiddelen. Drie op de vier personen geven aan de beschikking te hebben over een auto. Een deel van hen maakt daarbij ook gebruik van een gehandicaptenparkeerkaart of gehandicaptenparkeerplaats. Een aanzienlijk deel van deze inwoners heeft de beschikking over een fiets (61%) en circa één op de vijf beschikt over een fiets met hulpmotor of elektrische fiets (19%).
48
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Behoefte aan zorg
Potentiële zorggroep met eigen vervoersmiddelen* Totaal eigen vervoersmiddelen**
91%
fiets
61%
fiets met hulpmotor / elektr
19%
scootmobiel
6%
auto
76%
gehandicapten parkeerkaart/plaats
8%
geen eigen vervoer
9%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
N.B. De vragen zijn in deze vorm niet (2005, 2007) of anders (2010) voorgelegd aan de bevolking.
* volgens eigen opgave van inwoners waar tenminste 1 persoon in het huishouden 65+ of gehandicapt. * * men kan over meerdere vervoersmiddelen beschikken, de som der delen is daarom hoger dan 91%.
Scootmobiel Van alle volwassenen beschikt 2% over een scootmobiel. Dit is onveranderd sinds de vraagstelling in 2007. De meeste van hen maken deel uit van een huishouden waar tenminste één lid van het huishouden 65+ is of een handicap heeft met andere woorden deel uitmaakt van de groep waar de hoofdmoot van het potentieel aan zorgbehoefte ligt. Gerelateerd aan de potentiële zorggroep gaat het om 6%. Bij een kleine 300 personen komt het voor dat er onvoldoende gelegenheid is om de scooter scootmobiel te stallen. Dan is er sprake van te weinig ruimte of de stallingsruimte is te ver weg/ slecht bereikbaar. Bij twee derde van hen komt naar voren dat de stalling zich bevindt in de hal van een flatgebouw en daar is dan geen gelegenheid om de scootmobiel op te laden.
7.7 Woonvoorzieningen Binnen de groep met potentiële zorgbehoefte woont ruim een derde volledig gelijkvloers: geen trap in de woning en ook geen trap nodig om de woning te kunnen bereiken. Het aandeel mensen met een gelijkvloerse woning is binnen de zorggroep afgenomen: in 2007 betrof dit nog 43%. Ruim een kwart heeft in de woning tenminste een aanpassing voor ouderen of gehandicapten, zoals traplift, aanpassing in badkamer of drempels die verwijderd zijn (28%). Op dit onderdeel zien we een toename van 6%-punt ten opzichte van 2007 (21%) Slechts een kleine groep maakt gebruik van personenalarmering (10%). Ook hier is een afname te zien ten opzichte van het aantal mensen dat binnen de potentiële zorggroep in 2007 gebruik maakte van personenalarmering: in 2007 betrof dit nog 14%. De meest gegeven toelichting hierop is, dat zo’n alarmering nog niet nodig is (80%), of niet nodig omdat er mobiele telefoon is. Vaak wordt erbij vermeld dat men wel beschikt over een inbraakalarm. Slechts een zeer laag percentage van de inwoners die deel uitmaken van de potentiële zorggroep beschikt over zorg op afroep (3%) of dag-en-nacht zorg en bescherming (1%).
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
49
Zorgzame Stad
Behoefte aan zorg
Potentiële zorggroep met woonvoorzieningen* gelijkvloers woningaanpassingen 2013
personenalarmering
2007
zorg op afroep** dag-en-nacht zorg en bescherming** 0%
10%
20%
30%
40%
50%
N.B. De vragen zijn in deze vorm niet (2005, 2007) of anders (2010) voorgelegd aan de bevolking.
* volgens eigen opgave van inwoners waar tenminste 1 persoon in het huishouden 65+ of gehandicapt. * * In deze vorm voor het eerst gevraagd in 2013.
7.8 Bekendheid met compenserende diensten en voorzieningen Wmo-voorzieningen zijn bedoeld ter ondersteuning van mensen die dit nodig hebben. Voor een adequaat voorzieningengebruik is het van belang dat bewoners op de hoogte zijn waar zij informatie kunnen vinden. Ruim twee derde van de bevolking is op de hoogte van de vindplek van een of meer voorzieningen. Zij verschilt hierin niet van de bevolking in een huishouden waar een van de huishoudleden 65+ of gehandicapt is. De potentiële zorggroep is in 2013 iets beter geïnformeerd over de toegang naar Wmo-voorzieningen. Op de meeste voorzieningen is de bekendheid licht verbeterd. Dit betekent dat zij in 2013 even goed of zelfs beter op de hoogte zijn dan de gemiddelde volwassene. In 2007 waren zij juist in mindere mate geïnformeerd dan de gemiddelde volwassene. Dit betekent dat de potentiële zorggroep er, op de hun sterker betreffende onderwerpen, op zijn vooruitgegaan. De sterkste toename betreft de vragen over financiële zaken rondom handicap, ziekte of ouderdom. In 2007 was 35% van de potentiële zorggroep over dit onderwerp geïnformeerd, in 2013 betreft het 44%.
50
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Behoefte aan zorg
Inwoners die weten waar zij terecht zouden kunnen voor informatie over de Wmo-voorzieningen Potentiële zorggroep*
Alle volwassenen
2007
2013
2007
2013
Vragen over huishoudelijke verzorging, zoals schoonmaken, boodschappen, maaltijdverzorging of was doen
53%
52%
52%
50%
Vragen over persoonlijke verzorging, zoals wassen, aankleden, naar toilet gaan
52%
52%
54%
51%
Vragen over vervoersvoorzieningen (bijv. gehandicaptenparkeerplaats/-kaart, Taxbus, scootmobiel)
52%
56%
55%
52%
Vragen over welzijnsdiensten (zoals boodschappenservice, klussenservice of tuinonderhoud)
34%
42%
36%
41%
Vragen op het gebied van aangepast wonen, bijv. woningaanpassingen zoals traplift of douchestoel
54%
52%
53%
49%
Vragen over financiële zaken rondom handicap, ziekte of ouderdom (bijvoorbeeld vergoedingen PGB)
35%
44%
41%
43%
Vragen over mantelzorg
34%
40%
40%
39%
Vragen over / naar hulp door of werk van vrijwilligers
36%
40%
44%
40%
Vragen over begeleiding of activiteiten voor mensen met een handicap, psychische problemen of voor ouderen
32%
38%
36%
36%
*inwoners die leven in een huishouding waarin tenminste 1 persoon 65+ of gehandicapt is. Voor tussenliggende peilingen: zie bijlage.
In de beleidsafspraken is een van deze terreinen als indicator gekozen voor het welslagen van de gemeentelijke inzet, te weten de bekendheid waar informatie te vinden is over begeleiding of activiteiten voor mensen met een handicap, psychische problemen of ouderen. Deze indicator laat een positieve ontwikkeling zien.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
51
Zorgzame Stad
Behoefte aan zorg
Indicator: Bekend waar men terecht kan met vragen over begeleiding 50% 45% 40% 35% 30% 25%
36% 32%
33%
36%
34%
38%
20% 15% 10% 5% 0% 2007
2010 Alle volwassenen
2013
Potent. Zorggroep*
* Tenminste 1 persoon in het huishouden is 65+ of gehandicapt.
52
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Behoefte aan opvoedingsondersteuning
8 Behoefte aan opvoedingsondersteuning Opvoedingsondersteuning wordt steeds vaker de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit hoofdstuk geeft een indicatie voor hoeveel kinderen opvoedingsondersteuning relevant is en in welke mate bepaalde specialisaties relevant zijn.
8.1 Ouders met zorgen De meeste ouders maken zich niet echt veel zorgen over hun kinderen. Twee op de drie hebben zelfs helemaal geen zorgen. Een op de tien ouders maakt zich veel zorgen over hun kind(eren). Dat is een lichte afname ten opzichte van het resultaat uit 2010, toen maakte 13% zich veel zorgen. Ouders met zorgen over opvoeding, het gedrag of de ontwikkeling van hun kind
Geen zorgen 63%
Beetje zorgen 27% Beetje of Veel zorgen 37%
Veel zorgen 10%
Ouders maken zich zorgen over gedragsproblemen en emotionele problemen van het kind. Ernstig bezorgd hierover is circa 5% van de ouders. Andere onderwerpen waarover ouders zich ernstig zorgen maken zijn emotionele problemen en contacten van het kind met andere kinderen. Zorgen van ouders* over hun kinderen gedragsproblemen (bijv. slapen, eten) opvoeding in het algemeen
5% 2% 14%
emotionele problemen
5%
contacten met andere kinderen
4%
achterstand/vertraging in ontwikkeling
3%
gevolgen van ziekte
3%
schulden van het kind iets anders dan bovengenoemd
15%
11% 7% 7% 4%
1% 2% 8% 0% 2% 4% 6% 8% 10%12%14%16%18%20%22%
veel zorgen
beetje zorgen
* Het betreft hier ouders van kinderen/ jongeren van 0 tot en met 18 jaar
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
53
Zorgzame Stad
Behoefte aan opvoedingsondersteuning
8.2 Behoefte aan professioneel advies Een op de vier à vijf ouders (21%) heeft behoefte aan advies; de helft van de ouders zoekt dit advies bij professionals. Het percentage ouders dat advies zoekt bij professionals is afgenomen sinds de vorige meting. Dit verschijnsel doet zich over alle leeftijdsgroepen voor. Behoefte aan professioneel advies 100% 80%
11% 9%
11%
18%
18%
60%
18%
12% 10% 12%
16%
61%
67%
63%
13% 8%
15%
40%
62%
56%
20%
12% 9%
0% met kinderen met kinderen 4 met kinderen 6 met kinderen jonger dan 4 - 5 jaar - 12 jaar 13 - 18 jaar jaar Geen zorgen Geen adviesbron gemeld
Alle ouders met kinderen t/m 18 jaar
Geen adviesbehoefte Prof. advies in beeld
8.3 Wachtlijst voor advies Ouders met behoefte aan professioneel advies zijn in het algemeen ook voorzien van hulp. Een klein deel staat op de wachtlijst of is nog niet in beeld bij een professionele hulpverlener. Op alle ouders gaat het om circa 1%. Bij ouders met kinderen in de puberleeftijd is naar verhouding de groep iets groter die niet weet waar ze de hulp moet zoeken. Professionele hulp of advies: gezocht en gevonden 30% 25% 20% 15%
15% 11%
13%
12%
12%
12%
11%
11%
10% 5%
14%
11%
0% met kinderen jonger dan 4 jaar
met kinderen 4 - 5 jaar
met kinderen 6 - 12 jaar
met kinderen Alle ouders met 13 - 18 jaar kinderen t/m 18 jaar
Ja, maar ik heb nog niet geprobeerd om hulp te zoeken Ja, maar ik weet niet waar ik de hulp moet zoeken Ja, ik sta op een wachtlijst Ja, en die krijg ik ook al
* Het betreft hier ouders van kinderen/ jongeren van 0 tot en met 18 jaar 54
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Behoefte aan opvoedingsondersteuning
8.4 Voorkeur voor ondersteuning Van alle ouders geeft 18% te kennen behoefte te hebben aan enige vorm van ondersteuning of advies bij de opvoeding. Dit komt overeen met het resultaat uit 2010. Onder de professionals nemen de huisartsen als eerste in aanmerking voor ondersteuning en advies. Professionele hulp of advies: voorkeur van de ouders Totaal advies gewenst
18%
Persoonlijk netwerk
7%
Huisarts
8%
Pedagoog / Psycholoog / Schoolbegeleidingsdienst
5%
Leerkracht / Mentor / Peuter/Kleuterleidster
3%
Wijkverpleegkundige / Consultatiebureau
3%
Schoolmaatschappelijk werk
3%
Centrum voor Jeugd en Gezin
2%
Jeugdverpleegkundige / Jeugdarts op school
1%
Opvoedtelefoon / Internet
1%
Anders
3% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% 20%
8.5 Bekendheid met ondersteuning bij opvoedingsvragen Van alle ouders geeft 70% te kennen dat zij weten waar ze terecht kunnen met vragen over opvoeding. Hierin is geen verschil tussen ouders in een 1-oudergezin of ouders in een 2-oudergezin. Toename van het percentage ouders dat op de hoogte is waar ze terecht kunnen is een expliciet beleidsvoornemen dat in de programmabegroting is opgenomen. Het percentage ouders dat op de hoogte is waar ze terecht kunnen is toegenomen van 63% in 2007, via 68% in 2010, naar 71% in 2013. Ouders die weten waar ze terecht kunnen voor opvoedingsvragen
2013
70%
2010
68%
2007
63% 0%
20%
40%
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
60%
80%
55
Zorgzame Stad
Verhuiswensen
9 Verhuiswensen Verhuizende inwoners geven een impuls aan de economie. In Helmond speelt het voornemen bij van de volwassenen. Dit komt overeen met ruim 16 duizend personen.
9.1 Lichte afname verhuisplannen Een kwart van de volwassenen (25%) heeft het idee om binnen vijf jaar te gaan verhuizen. Drie jaar geleden was de groep die wilde verhuizen iets groter (27%). De wens om te verhuizen vinden we bij alle bevolkingsgroepen in min of meer dezelfde mate terug. Er is weinig verschil tussen de verhuisgeneigdheid van lager opgeleiden (20%) en hoger opgeleiden (26%), lager inkomensniveau (27%) of hoger inkomensniveau (20%). Naar wijk bezien vinden we in een wijk een relatief lager verhuisgeneigdheid: Dierdonk (17%), de andere wijken zitten op of iets boven het gemiddelde (Warande, Helmond-West en Brandevoort). Een hogere verhuisgeneigdheid zien we wel samenhangen met leeftijd. Zo vinden we onder de bewoners van 18 - 34 jaar een grote groep van 44% die erover denkt binnen vijf jaar te gaan verhuizen. 30% 25% 20% 2010
15%
2013 10% 5% 0% Potentiële zorggroep*
Alle volwassenen
N.B. De vragen zijn in deze vorm niet (2005, 2007) voorgelegd aan de bevolking. * Tenminste 1 persoon in het huishouden is 65+ of gehandicapt; ** In 2007 niet voorgelegd aan het totaal der volwassenen.
In het verlengde van de leeftijdsgebonden verhuisplannen, is onder de potentiële zorggroep de groep die binnen een periode van vijf jaar denkt te gaan verhuizen wat lager (19%).
9.2 Verhuisplannen concreter De verhuisplannen zijn bij de meesten nog in de fase van intenties. Ten opzichte van 2010 ligt de verhuiswens voor een grotere groep op kortere termijn. Een klein groepje heeft een al een huis of kavel gekocht en gaat dus zeker verhuizen. Een en ander hangt uiteraard ook af van de beschikbaarheid van een betaalbare woning.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
57
Zorgzame Stad
Verhuiswensen
Verhuisplannen
Ja, ik heb al een huis/kavel gekocht / gehuurd en ga verhuizen Ja, ik ben nu op zoek en wil binnen zes maanden een (andere) woning
2013
Ja, ik wil binnen één jaar verhuizen
2010
Ja, ik wil over één à twee jaar verhuizen
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Ja, ik wil over drie à vijf jaar verhuizen
N.B. Op het totaal van verhuiswilligen.
9.3 Woningwensen: Koop of Huur Bij ruim drie kwart van de Helmonders die binnen vijf jaar zouden willen verhuizen, is de grote lijn van de nieuwe woning aardig duidelijk. De meesten hebben het liefst een koopwoning (42%) en een vrij grote groep heeft interesse in een huurwoning (34%). Voor een klein deel is duidelijk dat zij die keuze niet hoeven te maken: hun toekomst ligt in een verzorgingstehuis, of zij gaan inwonen bij familie of op kamers wonen. Voor een vijfde is nog helemaal niet duidelijk waar de vervolgstap ligt. De verdeling van woonwensen over koop- en huurwoningen is vergelijkbaar met de resultaten zoals in 2010. Woningwensen: koop of huur 3%
22%
34%
Huurwoning Koopwoning Weet ik nog niet Niet van toepassing*
42%
N.B. Op het totaal van verhuiswilligen. * Niet van toepassing, want gaat naar een verzorgingstehuis/ inwonen bij familie / op kamers.
58
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Verhuiswensen
9.4 Woningwensen: type woning Een gelijkvloerse woning is de wens van 21% van de woningzoekenden. Deze wens wordt vooral geuit door de oudere inwoners: de helft van de woningzoekende 50-plussers en zelfs ruim 4/5 van de 65-plussers vinden een nultredenwoning een dwingende wens. Naar wijk bezien zijn het vooral de woningzoekenden uit Helmond-Oost en Dierdonk die op zoek zijn naar een nultredenwoning. Naar sociaaleconomische kenmerken zijn het vooral de woningzoekenden in het lagere opleidingsniveau en de lagere inkomensklasse. De verdeling van woonwensen naar type woning is vergelijkbaar met de resultaten zoals in 2010. Woningwens: type woning Woondeel (keuken, toilet, woonkamer en tenminste 1 slaapkamer) zonder trap bereikbaar Ja
Voordeur zonder trap bereikbaar
Ja Niet noodzakelijk, maar wel gewenst Nee
Totaal
Niet noodzakelijk, maar wel gewenst
Totaal
Nee
21%
7%
16%
44%
2%
12%
10%
23%
1%
1%
30%
33%
24%
20%
56%
100%
N.B. Op het totaal van verhuiswilligen.
Een woning waar de voordeur zonder trap bereikbaar is, maar het woondeel niet op één verdieping gecentreerd hoeft te zijn, is de wens van 16% van de woningzoekenden (Voordeur op begane grond; Woondeel over meerdere verdiepingen). Deze wens wordt vooral geuit door inwoners in de leeftijdsklasse 35 - 50 jaar. Naar sociaaleconomische kenmerken zijn het vooral de woningzoekenden in het hogere opleidingsniveau en de hogere inkomensklasse. Vaker dan gemiddeld betreft het ouders met thuiswonende kinderen. Voor 30% van de woningzoekenden mag zowel bij het bereiken van de voordeur als binnen het woongedeelte een trap gebruikt worden. In de praktijk komt dit neer op een maisonnette (Voordeur hoeft niet op begane grond; Woondeel over meerdere verdiepingen). Deze wens wordt vooral geuit door inwoners in de leeftijdsklasse 18 - 34 jaar. Naar sociaaleconomische kenmerken zijn het vooral de woningzoekenden in het middelbare opleidingsniveau; de inkomensklasse speelt geen doorslaggevende rol bij deze voorkeur.
9.5 Woningwensen: woningaanpassingen Onder de woningzoekenden in de potentiële zorggroep heeft ruim de helft behoeft aan specifieke aanpassingen van de woning voor ouderen of gehandicapten. Dit betreft dan zaken als een traplift, aanpassingen aan de badkamer of drempels die verwijderd zijn.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
59
Zorgzame Stad
Verhuiswensen
totaal potentiële zorggroep*
totaal volwassenen
Woningaanpassingen gewenst voor ouderen en/of gehandicapten
2013 6% 12%
82%
2010
9% 10%
81%
2013
21%
2010
37%
26% 0% Ja
20%
42%
26% 40%
48% 60%
Niet noodzakelijk, maar wel gewenst
80%
100%
Nee
N.B.1 Op het totaal van verhuiswilligen. N.B.2 De vragen zijn in deze vorm niet (2005, 2007) voorgelegd aan de bevolking. * Tenminste 1 persoon in het huishouden is 65+ of gehandicapt; ** In 2007 niet voorgelegd aan het totaal der volwassenen.
60
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Bijlage
Bijlage: Monitor 2005 – 2013, cijfermatig overzicht
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
61
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
38% 19% 5% 9% 4% 3% x 3% x 6%
36% 17% 6% 9% 5% 4% x 3% x 9%
34% 15% 5% 8% 3% 2% 2% 3% x 6%
29% 9% 7% 6% 3% 3% 2% 2% 1% 8%
x x x
81% 12% 7%
75% 18% 7%
77% 16% 6%
x
5%
3%
4%
x x
3% 2%
2% 1%
2% 2%
x
96%
97%
96%
x x
69% 27%
72% 25%
75% 21%
Verricht u één of meer van de volgende activiteiten? [alle volwassenen=100%] Totaal 1 of meer activiteiten in eigen woonbuurt Burenhulp bij Sportvereniging in woonbuurt in School in woonbuurt in Bewonersorganisatie in Buurt- of wijkcentrum bij Zorginstelling in de buurt voor Kerk in woonbuurt voor Moskee in woonbuurt Ander Vrijwilligerswerk in woonbuurt
2013
Contactuele inbedding [alle volwassenen=100%] Voldoende Meer contacten wenselijk Eenzaam
Zorgvangnet (voor kortstondige acute zorg) [alle volwassenen=100%] Geen zorgvangnet w.v. weet niet waar zorg gevonden kan worden weet wel waar zorg gevonden kan worden Wel zorgvangnet w.v. woont bij mij in huis in de directe omgeving
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
62
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
Ouderen en gehandicapten [alle volwassenen=100%] Inwoners van 65 jaar of ouder Chronisch ziek of gehandicapt, in huishoudens zonder 65+
2013
16%
17%
17%
19%
14%
14%
16%
13%
30%
31%
33%
32%
[alle volwassenen=100%] Vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk in eigen buurt Totaal vrijwilligerswerk, zonder dubbeltelling
28% 37% 45%
27% 36% 42%
26% 34% 43%
32% 29% 41%
Mantelzorg
19%
17%
18%
20%
Totaal maatschappelijke inzet, zonder dubbeltelling
52%
50%
51%
49%
w.v. mantelzorger+vrijwilliger mantelzorger, geen vrijwilliger vrijwilliger, geen mantelzorger
11% 8% 33%
8% 8% 33%
10% 8% 33%
12% 8% 29%
x x x
45% 45% 10%
47% 40% 13%
50% 40% 10%
x x x
45% 42% 14%
49% 42% 10%
55% 33% 12%
Totaal potentieel aan zorg [=indicatie omvang doelgroep compenserende voorzieningen en diensten Wmo]
Onbetaalde maatschappelijke inzet
Toegankelijkheid voor mindermobiele inwoners, totaalbeeld [alle volwassenen=100%] (Helemaal) mee eens Geen mening, nvt, incl neutraal (Helemaal) mee oneens [zorgpotentieel=100%] (Helemaal) mee eens Geen mening, nvt, ncl neutraal (Helemaal) mee oneens
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
63
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
2013
[totaal mantelzorgers=100%] Ja, dagelijks Ja, 3 tot 6 keer per week Ja, 1 of 2 keer per week Ja, 1 tot 4 keer per maand Ja, incidenteel (minder dan 1 keer per maand)
35% 31% 21% 11% 3%
40% 18% 25% 12% 5%
34% 8% 26% 14% 18%
31% 11% 26% 19% 12%
Mantelzorg in uren per week [totaal mantelzorgers=100%] 20 uur of meer per week Tussen de 10 tot 20 uur per week Tussen de 5 tot 10 uur per week Tussen de 1 tot 5 uur per week 1 uur of minder per week
19% 10% 18% 37% 16%
23% 12% 22% 35% 7%
19% 10% 18% 37% 16%
15% 8% 21% 36% 20%
45% 21% 20% 22% 17%
44% 20% 19% 22% 16%
44% 15% 16% 24% 16%
49% 20% 13% 15% 19%
x
45%
36%
40%
Geeft mantelzorg
Persoon / Personen aan wie men mantelzorg geeft [totaal mantelzorgers=100%] Ouders / Schoonouders Partner Kind Andere familie Vriend, buur, kennis Delen van mantelzorg [totaal mantelzorgers=100%] Voor deze persoon doe ik dit ….vrijwel geheel in mijn eentje ….grotendeels in mijn eentje, maar ik heb wel hulp van andere mantelzorger(s) …. in gelijke mate met de andere mantelzorger(s) …. in mindere mate dan de andere mantelzorger(s)
x
10%
27%
15%
x x
25% 20%
21% 16%
22% 23%
Taken die de mantelzorger 1x of vaker per week verricht [totaal mantelzorgers=100%] Gezelschap Huishoudelijke verzorging Administratie en geldzaken Vervoer naar winkel, vrienden, dagopvang*
64% 46% 34% x
62% 46% 33% 29%
57% 44% 25% 28%
57% 44% 29% 25%
Persoonlijke verzorging Medische zaken (medicijnen, stoma, zuurstof) Begeleiding naar arts, ziekenhuis Klussen in huis en/of tuin
24% 19% x 32%
26% 22% 23% 29%
18% 17% 19% 17%
13% 15% 12% 17%
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
64
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
2013
45%
59%
51%
48%
Samengaan professionele zorg en mantelzorg (voorzover bekend bij de mantelzorger) [totaal mantelzorgers=100%] Professionele zorg volgens de cliënt, zie elders in monitor Knelpunten mantelzorgers [totaal mantelzorgers=100%] Totaal géén problemen/knelpunten Totaal één of meer problemen/knelpunten w.v. Lastig te combineren met andere dagelijkse De mantelzorg is lastig te plannen Fysiek erg zwaar Afstand nemen van de zorg
68% 32%
65% 35%
64% 36%
65% 35%
17% x 8% 5%
19% 3% 13% 11%
22% 8% 5% 10%
22% 9% 8% 7%
Te weinig informatie over voorzieningen en regelingen Te veel kosten Te weinig waardering
7% 3% 4%
6% 5% 8%
7% 6% 7%
5% 5% 3%
Te weinig kennis van de ziekte Moeite met de verantwoordelijkheid Relatie met betaalde hulpverleners
2% 3% 3%
4% 5% 3%
4% 3% 3%
2% 2% 2%
x
8%
12%
5%
Andere knelpunten of problemen
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
65
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
2013
x x x x x
9% 10% 41% 22% 18%
7% 8% 33% 25% 27%
6% 10% 30% 30% 25%
19% 42% 26% 7% 20% 12% 16% 10% 12%
22% 46% 28% 6% 20% 6% 15% 15% 32%
9% 23% 27% 16% x x x 7% 40%
12% 43% 27% 16% 18% x x 12% 26%
[totaal vrijwilligers=100%] ik vind het leuk om te doen** ik wil me graag inzetten voor een ander anders kan deze organisatie niet draaien ik ben ervoor gevraagd**
x x x x
x x x x
x 13% 13% x
21% 13% 12% 9%
min of meer verplichte actie w.o. re-integratie w.o. binnen of via mijn werk w.o. verplicht ivm opleiding w.o. verplicht ivm uitkering
x x x x x
x x x x x
2% 0,7% 0,6% 0,3% 0,7%
2% 0,3% 0,7% 0,2% 0,4%
andere reden
x
x
9%
4%
Doet vrijwilligerswerk [totaal vrijwilligers=100%] Ja, dagelijks Ja, 3 tot 6 keer per week Ja, 1 of 2 keer per week Ja, 1 tot 4 keer per maand Ja, incidenteel (< 1 keer per maand) Vrijwilligerswerk naar sector [totaal vrijwilligers=100%] Zorg Maatschappelijk Welzijn Sport Cultuur Onderwijs, psz, kdv, bso crèche en kinderopvang school Niet in georganiseerd verband Anders* * in 2010 ingedikte vraagstelling, zonder toelichtingsmogelijkheid
Redenen om vrijwilligerswerk te doen
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
66
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
2013
48% 32% 14% x
x x x x
52% 29% 12% 11%
48% 28% 14% 13%
9% x x
x x x
10% 8% 7%
9% 8% 7%
ik weet niet hoe ik mij kan aanmelden verantwoordelijkheden te groot te weinig waardering heb er onvoldoende verstand van
x x x x
x x x x
2% 3% 2% 4%
2% 2% 2% 2%
anders
x
x
11%
19%
Redenen om geen vrijwilligerswerk te doen [geen vrijwilligers=100%] betaald werk / studie gezinstaken het is lichamelijk te zwaar geen lid van een vereniging doet al mantelzorg ben er nooit voor gevraagd jaren gedaan, nu een ander aan de beurt
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
67
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
2013
17%
16%
13%
16%
12% 2% 2% 83%
12% 3% 1% 84%
9% 2% 2% 87%
10% 4% 2% 84%
35%
30%
28%
28%
27% 6% 3% 65%
25% 4% 1% 70%
21% 4% 2% 72%
19% 6% 3% 72%
[alle volwassenen=100%] Totaal hulp bij het huishouden Familie/ vrienden/ buren/ Kennissen Thuiszorg, op indicatie (Wmo) Vrijwilliger via instelling /organisatie Particuliere hulp
17% 5% 4% 0% 8%
16% 5% 5% 7%
13% 4% 4% 0,3% 5%
16% 5% 4% 8%
[zorgpotentieel=100%] Totaal hulp bij het huishouden Familie/ vrienden/ buren/ Kennissen Thuiszorg, op indicatie (Wmo) Vrijwilliger via instelling /organisatie organisatie Particuliere hulp
35% 8% 15% 1% 11%
30% 8% 18% 8%
28% 6% 14% 0,5% 9%
28% 8% 12% 0,2% 10%
Hulp bij het voeren huishouden [alle volwassenen=100%] Ja, totaal w.v. Ja, minstens één keer per week Ja, één keer per veertien dagen Af en toe Nee [zorgpotentieel=100%] Ja, totaal w.v. Ja, minstens één keer per week Ja, één keer per veertien dagen Af en toe Nee Van wie krijgt u deze hulp in het huishouden? (Meerdere antwoorden mogelijk)
Beperkingen met compensatieplicht [zorgpotentieel=100%] Totaal inwoners met beperkingen w.v. bij het zelfstandig voeren van de huishouding bij het verplaatsen in en om de woning bij het verplaatsen met een vervoermiddel bij het ontmoeten van mensen
x
50%
x
49%
x x x x
42% 15% 23% 16%
x x x x
40% 17% 20% 17%
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
68
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
De looproutes in mijn buurt zijn geschikt [alle volwassenen=100%] (Helemaal) mee eens Geen mening, nvt, incl neutraal (Helemaal) mee oneens
2013
x x x
43% 34% 22%
48% 30% 22%
50% 28% 22%
x x x
45% 29% 26%
48% 30% 22%
55% 24% 22%
x x x
49% 41% 10%
53% 36% 10%
56% 33% 11%
x x x
50% 38% 12%
52% 37% 12%
58% 29% 13%
x x x
49% 45% 5%
50% 44% 6%
50% 45% 5%
x x x
51% 39% 10%
49% 41% 10%
58% 35% 7%
x x x
38% 58% 4%
41% 55% 4%
43% 53% 4%
x x x
33% 60% 6%
39% 54% 7%
50% 44% 5%
[zorgpotentieel=100%] (Helemaal) mee eens Geen mening, nvt, incl neutraal (Helemaal) mee oneens
Het centrum van Helmond is goed toegankelijk [alle volwassenen=100%] (Helemaal) mee eens Geen mening, nvt, incl neutraal (Helemaal) mee oneens [zorgpotentieel=100%] (Helemaal) mee eens Geen mening, nvt, incl neutraal (Helemaal) mee oneens
De openbare gebouwen zijn goed toegankelijk [alle volwassenen=100%] (Helemaal) mee eens Geen mening, nvt, incl neutraal (Helemaal) mee oneens [zorgpotentieel=100%] (Helemaal) mee eens Geen mening, nvt, incl neutraal (Helemaal) mee oneens De openbare gebouwen zijn goed bruikbaar (lift, aangepast toilet, rolstoel) [alle volwassenen=100%] (Helemaal) mee eens Geen mening, nvt, incl neutraal (Helemaal) mee oneens [zorgpotentieel=100%] (Helemaal) mee eens Geen mening, nvt, incl neutraal (Helemaal) mee oneens
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
69
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
2013
x
66%
x
40%
x x
10% 36%
x x
6% 22%
Persoonlijke verzorging Klussen in huis en/of tuin Vervoer naar winkel, vrienden, dagopvang Administratie en geldzaken
x x x x
8% 43% 29% 35%
x x x x
7% 22% 16% 18%
Huishoudelijke verzorging
x
53%
x
28%
x
22%
x
21%
x x
6% 3%
x x
3% 5%
Persoonlijke verzorging Klussen in huis en/of tuin Vervoer naar winkel, vrienden, dagopvang Administratie en geldzaken
x x x x
10% 3% 3% 5%
x x x x
4% 3% 4% 4%
Huishoudelijke verzorging Wijkverpleging (AWBZ) Dagopvang, Dagbesteding
x x x
16% x x
x x x
11% 2% 2%
x x x x x
x x 14% 21% 43%
x x x x x
1% 3% 10% 28% 37%
Ontvangen mantelzorg [zorgpotentieel=100%] Totaal 1 of meerdere onbetaalde ondersteuning w.v. ondersteuning bij: Medicijnen, zuurstof, stoma e.d. Begeleiding naar arts/ziekenhuis
Professionele (betaalde), ondersteuning [zorgpotentieel=100%] Totaal 1 of meerdere professionele ondersteuning w.v. ondersteuning bij: Medicijnen, zuurstof, stoma e.d. Begeleiding naar arts/ziekenhuis
Voorzieningen in huidige woning [zorgpotentieel=100%] Dag-en-nacht zorg en bescherming Zorg op afroep Personenalarmering* Woningaanpassingen Gelijkvloers woon- en slaapgedeelte Personenalarmering / intercom in huidige woning [zorgpotentieel=100%] Ja Nee, niet nodig Nee, te duur Nee, andere reden
x x x x
14% 64% 5% 17%
x x x x
10% 80% 3% 7%
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
70
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
2013
x x x
x x x
33% 62% 4%
28% 65% 7%
x x
x x
73% 27%
75% 25%
[alle verhuisplanners=100%] Ja, ik heb al een huis/kavel gekocht / gehuurd en ga verhuizen
x
x
8%
3%
Ja, ik ben nu op zoek en wil binnen zes maanden een (andere) woning
x
x
12%
15%
Ja, ik wil binnen één jaar verhuizen Ja, ik wil over één à twee jaar verhuizen Ja, ik wil over drie à vijf jaar verhuizen
x x x
x x x
14% 24% 42%
17% 26% 37%
x x x
x x x
35% 40% 20%
34% 42% 22%
x
x
5%
3%
x x x x x
22% 12% 18% 25% 22%
x x x
9% 10% 81%
Huidige woning [alle volwassenen=100%] Huurwoning Koopwoning N.v.t. inwonend bij ouder of bij anderen/op kamers Verhuisplannen [alle volwassenen=100%] Nee Ja Woningwensen: termijn
Woningwensen: koop/huur [alle verhuisplanners=100%] Starters/Doorstromers ….Huurwoning ….Koopwoning ….Weet ik nog niet Uitstromers (Nvt, ik ga naar een verzorgingstehuis / inwonen bij familie / op kamers)
Woningwensen: type woning [alle starters/doorstromers =100%] Woningnoodzaak nultredenwoning Woningvoorkeur nultredenwoning Eengezinswoning Maisonnette Overig
x x x x x
Woningwensen: woonvoorzieningen
21% 20% 16% 30% 13%
[alle starters/doorstromers =100%] Ja Niet noodzakelijk, maar wel gewenst Nee
x x x
6% 12% 82%
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
71
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
2013
x x x x
x x x x
93% 2% 2% 3%
90% 3% 1% 5%
x x x x
94% 0% 0% 5%
94% 1% 3% 3%
97% 1% 0% 2%
x x x x
x x x x
38% 29% 17% 16%
38% 23% 20% 19%
x x x x
50% 11% 13% 26%
40% 17% 14% 29%
44% 14% 17% 25%
x x x x
x x x x
21% 31% 33% 16%
20% 27% 36% 17%
x x x x
24% 22% 29% 25%
28% 21% 22% 29%
26% 22% 29% 23%
x x x x
x x x x
19% 28% 37% 16%
19% 27% 36% 18%
Ik wil zo lang mogelijk zelfstandig wonen [alle volwassenen=100%] (Helemaal) mee eens Niet mee eens, niet mee oneens (Helemaal) mee oneens Geen antwoord [zorgpotentieel=100%] (Helemaal) mee eens Niet mee eens, niet mee oneens (Helemaal) mee oneens Geen antwoord Door de zorg en diensten die ik/mijn huisgenoot krijg(t), kan ik zelfstandig blijven wonen [alle volwassenen=100%] (Helemaal) mee eens Niet mee eens, niet mee oneens (Helemaal) mee oneens Geen antwoord [zorgpotentieel=100%] (Helemaal) mee eens Niet mee eens, niet mee oneens (Helemaal) mee oneens Geen antwoord Ik heb er financieel moeite mee de (eigen bijdrage voor) zorg en diensten die ik nodig heb te betalen [alle volwassenen=100%] (Helemaal) mee eens Niet mee eens, niet mee oneens (Helemaal) mee oneens Geen antwoord [zorgpotentieel=100%] (Helemaal) mee eens Niet mee eens, niet mee oneens (Helemaal) mee oneens Geen antwoord Ik heb er principieel moeite mee de (eigen bijdrage voor) zorg en diensten die ik nodig heb te betalen [alle volwassenen=100%] (Helemaal) mee eens Niet mee eens, niet mee oneens (Helemaal) mee oneens Geen antwoord N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
72
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
2013
x x x x
17% 15% 41% 28%
22% 18% 31% 29%
20% 23% 33% 24%
Ik heb er principieel moeite mee de (eigen bijdrage voor) zorg en diensten die ik nodig heb te betalen [zorgpotentieel=100%] (Helemaal) mee eens Niet mee eens, niet mee oneens (Helemaal) mee oneens Geen antwoord
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
73
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
2013
50%
53%
55%
52%
Vragen over persoonlijke verzorging, zoals wassen, aankleden, naar toilet gaan
42%
52%
53%
52%
Vragen over vervoersvoorzieningen (bijv. gehandicaptenparkeerplaats/-kaart, Taxbus, scootmobiel) Vragen over welzijnsdiensten (zoals boodschappenservice, klussenservice of tuinonderhoud)
42%
52%
59%
56%
22%
34%
38%
42%
Vragen op het gebied van aangepast wonen, bijv. woningaanpassingen zoals traplift of douchestoel
43%
54%
57%
52%
Vragen over financiële zaken rondom handicap, ziekte of ouderdom (bijvoorbeeld vergoedingen PGB)
28%
35%
44%
44%
x
34%
38%
40%
Vragen over / naar hulp door of werk van vrijwilligers
27%
36%
38%
40%
Vragen over begeleiding of activiteiten voor mensen met een handicap, psychische problemen of voor ouderen
24%
32%
34%
38%
x
63%
68%
70%
16% 24%
17% 28%
17% 22%
12% 17%
Bekend waar informatie over Wmo-voorzieningen is te vinden [zorgpotentieel=100%] Vragen over huishoudelijke verzorging, zoals schoonmaken, boodschappen, maaltijdverzorging of de was doen
Vragen over mantelzorg
Opvoedingsondersteuning [alle ouders met kinderen t/m 18 jaar=100%] Bekendheid met voorzieningen voor opvoedingsvragen
Totaal informatie gezocht [alle volwassenen=100%] [zorgpotentieel=100%]
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
74
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond
Waar is de informatie gezocht [alle volwassenen=100%] www.guidohelmond.nl Bij het Centrum voor Jeugd en Gezin Bij de bibliotheek In de Stadswinkel Bij een zorg- of welzijnsinstelling www.helmond.nl Andere internetsite Bij familie, vrienden of bekenden Bij De Zorgpoort Bij een thuiszorgaanbieder Bij de huisarts
2005
2007
2010
2013
x x x x x x x x x x x
x x 1% 1% 3% 1% 1% 5% 3% 5% 6%
0,2% 1% 1% 2% 3% 3% 4% 5% 6% 6% 7%
0,3% 1% 0,3% 1% 2% 2% 3% 4% 3% 4% 5%
x x x x x
9% 2% 2% 3% 1%
9% 1% 1% 5% 1%
8% 1% 1% 3% 1%
Totaal informatie gevonden [alle volwassenen=100%] Ja, dat was makkelijk Ja, maar was wel lastig goede instelling te vinden Ja, maar was wel lastig omdat ik een complexe vraag Sommige informatie wel makkelijk te vinden, andere Nee, informatie niet gevonden
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
75
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
2013
x
55%
46%
37%
x x x x x x x x
18% 17% 24% 17% 12% 17% x 11%
22% 13% 21% 18% 15% 16% 2% 10%
17% 10% 19% 16% 7% 12% 1% 10%
x x x
45% 29% 25%
54% 28% 18%
63% 16% 21%
x x
12% 21%
5% 16%
7% 13%
x x x x
15% 2% 0,8% 3%
10% 3% 0,9% 1%
11% 0,4% 0,4% 0,4%
Voorkeur voor professionals Huisarts of professioneel opvoeder Huisarts Schoolmaatschappelijk werk Wijkverpleegkundige / Consultatiebureau Kinderarts Jeugdverpleegkundige / Jeugdarts op school
x x x x x x
x 7% x 3% 7% 0,0%
10% x x x x x
x 8% 3% 3% x 1%
Medisch specialist Pedagoog / Psycholoog / Schoolbegeleidingsdienst Bureau Jeugdzorg Psycholoog Riagg Maatschappelijk werk
x x x x x x
x x 2% 9% 1% 1%
6% x x x x x
x 5% x x x x
Centrum voor Jeugd en Gezin Opvoedwinkel Leerkracht / Mentor / Peuter/Kleuterleidster Opvoedtelefoon / Internet
x x x x
x 0,2% 4% x
2% x 2% 2%
2% x 3% 1%
Anders
x
7%
2%
3%
Ouders met zorgen over hun kinderen [Ouders met kinderen t/m 18 jaar=100%] Ouders met (beetje of veel) zorgen over hun kind w.v. zorgen algemeen zorgen over ontwikkeling van het kind zorgen over gedragsproblemen zorgen over emotionele problemen zorgen over gevolgen van ziekte zorgen over vriendenkring zorgen over schulden van het kind zorgen anders Zorgen en adviesbehoefte Geen zorgen Wel zorgen, geen adviesbehoefte gemeld Wel zorgen, adviesbehoefte w.v. eigen netwerk professioneel advies gewenst Professionele hulp gezocht / gevonden Ja, en die krijg ik ook al Ja, ik sta op een wachtlijst Ja, maar ik weet niet waar ik de hulp moet zoeken Ja, maar ik heb nog niet geprobeerd om hulp te zoeken
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
76
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
Zorgzame Stad
Bijlage
Zorgzame stad Helmond 2005
2007
2010
2013
13%
12%
15%
12%
27%
30%
31%
29%
8% 15% 4%
7% 17% 6%
6% 20% 5%
6% 17% 6%
x x
13% 13%
12% 13%
12% 12%
8%
8%
11%
10%
6%
6%
8%
7%
1% 3% 3% 3%
1% 2% 2% 2%
2% 2% 2% 3%
1% 3% 2% 3%
x
6%
6%
6%
Gezondheid en mobiliteit [alle volwassenen=100%] Ervaren gezondheid matig of slecht Last van langdurige ziekte, waaronder ouderdomsklachten w.v. Mate van belemmering in dagelijks functioneren Sterk belemmerend Licht belemmerend Niet belemmerend Aard van belemmerende klachten Chronische klachten of ouderdomsklachten Handicap of andere chronische klachten Moeite met lopen, totaal w.v. Loopmiddelen (één of meer) w.v. rolstoel rollator stok Moeilijk ter been, geen hulpmiddelen bij het lopen
[zorgpotentieel=100%] Beschikking over scootmobiel
N.B. x niet gevraagd / niet in deze vorm gevraagd.
Gemeente Helmond – Onderzoek en Statistiek
77