Hellevoetse onderwatersport vereniging OKÈ ZOMER 2010
In dit nummer Duikreis Noorwegen Diepte stops Ja of Nee Duik virus En nog veel meer
Hellevoetse Onderwatersport Vereniging Oké Secretariaat: Uniceflaan 14 3223 PA Hellevoetsluis tel: 0181- 321067
Postbank Giro: 7236298 Rabobank Rek.nr.34.48.18.500
═════════════════════════════════════════════════════════════ Voorzitter: Nils Beek 0181 - 633727 Secretaris: Hans Willegers 0181 - 321067 Penningmeester: Ilco van Scheijndel 06 - 53831991
[email protected] Bestuurslid: Cor Terlouw 0181 - 317984 Bestuurslid: Cor v.d. Jagt 0181 - 315888 Bestuurslid: Peter Ouwens 0181 - 311486 Bestuurslid Wietse de Vries 010 - 8420343 Alle bestuursleden:
[email protected] ═════════════════════════════════════════════════════════════ Conditietrainers: Guido Levels 0181 - 320704 Arno Pronk 0181 - 487055 Reservetrainer: Luc Coenen 0181 - 322811
[email protected] Opleidingen: Teun Roest 0181 - 327078
[email protected] ═════════════════════════════════════════════════════════════ Redactie: Sjaan & Cor Terlouw 0181 - 317984
[email protected] ═════════════════════════════════════════════════════════════ Kascontrole: John Bröckling 0181 - 338428 Guido levels 0181 - 320704 ═════════════════════════════════════════════════════════════ Lief & Leed:
[email protected] ═════════════════════════════════════════════════════════════ Ledenadministratie: Luc Coenen 0181 - 322811
[email protected] ═════════════════════════════════════════════════════════════ NUMMER KAMER VAN KOOPHANDEL ROTTERDAM: 40386029 INSCHRIJFNUMMER NOB: 122 KWARTAALCONTRIBUTIE VERENIGING € 43,00 REKENINGNUMMER RABOBANK: 34.48.18.500 GIRONUMMER POSTBANK: 7236298 WEBSITE: www.duikvereniging-oke.nl WEBMASTER:
[email protected] ADVERTENTIES: hele pagina € 45,- en halve pagina € 25,- per jaar ═════════════════════════════════════════════════════════════
Van de voorzitter Een geslaagde start . . De zomervakanties naderen met nog de nodige activiteit binnen de vereniging. Alhoewel we in de vakantie periode niet trainen, hoeft dit niet te betekenen dat Oké niet leeft. De avondduiken op dinsdag avond zijn inmiddels traditie geworden. Eens kijken of we het enthousiasme van vorig jaar kunnen overtreffen. Zo’n moment leent zich toch ook tot een terugblik. Terugkijkend op het afgelopen verenigingsjaar zie ik grotendeels positieve punten. Sinds lange tijd hebben we niet zoveel nieuwe duikers mogen opleiden. Als je daar dan nog het enthousiasme van deze nieuwe duikers bij optelt, heeft dit de verenging een nieuwe impuls gegevens. Met de nieuwe leden is de gemiddelde leeftijd binnen Oké ook nog eens drastisch naar beneden bijgesteld. Hopelijk brengt dit verder extra nieuw –jong- leven in Oké. Op het moment van schrijven is de toekomst van het Nederlands elftal in Zuid Afrika nog onzeker. De eerste overwinning is binnen. Hoe het verder gaat tegen Japan en Kameroen kunnen we met z’n allen op een groot scherm in het clubhuis volgen. En wat is er nu leuker dan de overwinningen beleven met mede-clubleden. Dus kom allemaal in het clubhuis kijken naar de wedstrijden. Al met al staat ons nog een fantastisch einde van dit verenigingsjaar te wachten. Hopelijk zien we iedereen gedurende de zomerstop met grote regelmaat op de clubduiken. Voor wie we niet meer persoonlijk zien: Prettige vakantie en veel duikplezier waar ook in Nederland of de wereld.
Nils Beek.
Diepe stops: zin of onzin…? Je hebt misschien al in de wandelgangen gehoord dat er in de nieuwe NOB Gevorderd Nitroxopleiding (is in de maak) geen gebruik meer wordt gemaakt van diepe stops, zoals de Pylestops. In het hoofdstuk over decompressie in het 3*-boek en in de specialisatie Decompressieduiken werd nog wél volop gerekend met Pyle-stops. Je vraagt je dus wellicht af: wat is er veranderd tussen het moment van schrijven van die boeken en nu? Het antwoord is: voortschrijdend inzicht. De toepassing van diepe stops in het recreatieve duiken vindt nog niet erg lang plaats. Het is over komen waaien vanuit het technische duiken. De afgelopen tien jaar is het daar populair geworden door de toepassing van Gradient Factors, bovenop de vertrouwde Bühlmann-tabellen. Ook de introductie van de vrij nieuwe VPM- en RGBM-decomodellen speelde daarbij een belangrijke rol. Deze zijn gebaseerd op zowel de oplossing van gas in weefsels, als op de groei en krimp van bellen. Gebruik van VPM of RGBM leidt eigenlijk altijd wel tot de generatie van diepere stops dan we gewend zijn uit bijvoorbeeld de NOB-DCIEM- of de US Navy-tabellen. We noemen deze nieuwe modellen dual phase, oftewel tweefasenmodellen, omdat ze zowel de gas-in-oplossingfase, als de fase waarin het gas al een bel heeft gevormd in beschouwing nemen. Aan het eind van de jaren ’90 ontstond een idee van “Diepe stops zijn altijd beter dan alleen maar ondiepe stops”. De behoefte aan diepere stops leidde onder andere tot de ontwikkeling van het Gradient Factor-mechanisme bovenop het veel gebruikte Bühlmann-model, zoals dat in veel duikcomputers gebruikt wordt. Dit extra mechanisme was nodig omdat het ‘kale’ Bühlmannmodel geen diepe stops genereert. Zonder hier nu diep in te gaan op de werking van het Gradient Factor-mechanisme is het belangrijk te weten dat je dit mechanisme beschrijft met twee getallen, die een norm vormen voor de mate waarin dit mechanisme invloed heeft op het Bühlmann-model: de “Gradient Factor Low” en de “Gradient Factor High”. Je drukt deze uit in een fractie tussen 0 en 100%. Hoe kleiner de waarde (bijv. 15%), hoe groter de invloed van de gradient factor op het onderliggende
Bühlmann-model en dus hoe dieper en/of hoe langer de berekende stops worden. Met name een lage waarde voor de Gradient Factor Low leidt vrijwel altijd tot het ontstaan van diepere stops dan een gewoon ‘kaal’ Bühlmann-model zou genereren. Een lage waarde voor de Gradient Factor High leidt niet zozeer tot diepe stops, maar tot langere stoptijden voor de ondiepe stops. Door toepassing van dit mechanisme kon dus in de behoefte worden voorzien om diepe stops ook beschikbaar te maken bij gebruik van de ‘oude’ Bühlmann-tabel. Een model is echter altijd slechts een versimpelde voorstelling van de werkelijkheid. We proberen daarmee in een paar simpele (nou ja, simpele….) wiskundige formules te beschrijven wat er in het complexe menselijke lichaam gebeurt tijdens een duik. We weten echter ook al sinds de tijd van professor J.S. Haldane, aan het begin van de vorige eeuw, dat het menselijk lichaam zich ogenschijnlijk makkelijk laat modelleren, maar dat zo’n model zeker niet perfect is: het blijft maar een benadering. Daarom zijn heel veel duikmodellen in de praktijk gevalideerd en als gevolg daarvan bijgesteld – getuned zeg maar. Dat valideren gebeurt door mensen, of qua lichaamsbouw op mensen lijkende dieren (geiten of varkens) duiken te laten maken volgens het berekende model en dan te kijken of de verschijnselen van decompressieziekte inderdaad weg blijven. Dat valideren gebeurt ook door met behulp van Doppler-metingen na een duik te kijken hoeveel bellen er in de bloedbaan van de duiker zijn ontstaan. Ook hier is echter recent discussie over ontstaan: het is lang niet zeker dat een met behulp van Doppler geconstateerde grote hoeveelheid bellen in de bloedbaan ook daadwerkelijk zal leiden tot verschijnselen van decompressieziekte. Er is zeker nog geen hard verband tussen die twee aangetoond. Aan het eind van deze paragraaf vind je een stukje achtergrondinformatie over de toepassing van Doppleronderzoek voor het voorspellen van de kans op decompressieziekte. De oorspronkelijke Haldane-, Bühlmann- en DCIEM-tabellen zijn alle in de praktijk gevalideerd. Haldane deed dat door duikers in gecontroleerde omstandigheden te laten duiken en vervolgens te kijken of er verschijnselen van decompressieziekte ontstonden.
De Bühlmann- en DCIEM-tabellen zijn daarnaast ook gevalideerd met behulp van Doppler-metingen, terwijl Bühlmann ook nog testen met proefdieren in de decompressietank heeft uitgevoerd. Deze drie tabellen moesten allemaal na de testen conservatiever bijgesteld worden; zo zie je dus maar weer dat een goed ogend model niet altijd precies zo blijkt te werken als je vooraf had gehoopt. De VPM- en RGBM-tabellen zijn nog vrij nieuw en ze gaan pas echt fors van de oudere modellen en tabellen afwijken als je diepe en lange duiken maakt. We hebben het dan echt over duiken van een half uur of meer bodemtijd naar dieptes van 60 tot soms wel 150 meter of meer. Het zal je duidelijk zijn dat het niet zo makkelijk is om dit gebied te valideren, omdat er gewoonweg niet zo veel duikers zijn die dat soort extreme expeditie-achtige duiken maken. Er is mede daardoor nog niet veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de juistheid van de VPM- en RGBM-modellen: er heeft slechts weinig validatie in de praktijk plaats gevonden. Dat geldt overigens ook voor de DCIEM-tabellen op de bovengenoemde grotere dieptes. De conclusie is dus dat we gewoon nog te weinig van deze modellen weten om met zekerheid te kunnen zeggen of diepe stops de veiligheid van het duiken nu verhogen of niet. Om toch te proberen op deze vraag een antwoord te geven, werd in juni 2008 door de Undersea & Hyperbaric Medical Society (UHMS) een workshop georganiseerd in Amerika. Tijdens deze workshop waren vrijwel alle knappe koppen op het gebied van decompressie-modellen aanwezig: voor- en tegenstanders van diepe stops, medici, tabellenmakers, vertegenwoordigers van diverse Marines (waaronder de Nederlandse) en van grote technische duikorganisaties en duikbedrijven. Na twee lange dagen van heel veel presentaties en discussies konden ze het echter helaas niet eens worden over een aanbeveling. Eigenlijk was de conclusie: we weten het nog niet echt; er zal eerst meer onderzoek moeten worden gedaan. Letterlijk was de slotconclusie: “In respect of decompression diving there is conflicting evidence regarding the relative efficacy of decompression regimens that include empirical or modelderived deep stops and decompression regimens prescribed by gas content models”.
Vrij vertaald: er is conflicterende informatie uit de wetenschappelijke literatuur over de werkzaamheid van diepe stops. Dit betreft zowel diepe stops die voortkomen uit de nieuwere bellen-modellen, als de diepe stops die voortkomen uit aangepaste gas-in-oplossing-modellen, zoals Bühlmann met Gradient Factors. Uiteraard geldt dit ook voor Pyle-stops. Als je hier meer over wilt lezen, kun je op internet het volledige workshoprapport bestellen. De titel is: “Decompression and the Deep Stop Workshop Proceedings” met ISBN-nummer 0-93040624-9. Als zoveel specialisten bij elkaar eigenlijk niet goed kunnen zeggen of diepe stops de decompressie nu verbeteren of niet, dan past ons als NOB uiteraard alleen maar bescheidenheid. De Medische Commissie van onze NOB heeft daarom het principe “bij twijfel niet inhalen” toegepast en gesteld dat er voorlopig onvoldoende reden en wetenschappelijke onderbouwing is om diepe stops toe te gaan passen. We zijn dus in wezen een beetje door de harde werkelijkheid ingehaald en daarom vind je geen diepe - 3 - Versie: 0.8 Nederlandse Onderwatersport Bond stops meer terug in het nieuwe Gevorderd Nitrox cursusboek dat momenteel in ontwikkeling is. Ze zullen ook in een volgende versie van de cursusboeken voor 3* en de specialisatie Decompressieduiken gaan verdwijnen. Let wel: de conclusie van bovengenoemde workshop was óók niet dat diepe stops per definitie ‘fout’ zijn! Er zijn aanwijzingen dat het soort duik, bijvoorbeeld ‘lang en diep’ versus ‘kort en diep’, hierbij een rol speelt. Het zou dus heel goed kunnen zijn dat we over een paar jaar, gebaseerd op meer aanvullend onderzoek, met meer zekerheid kunnen stellen dat diepe stops wellicht toch goed zijn – of juist niet, of alleen zinvol voor een bepaald soort duikprofiel. Maar nu, in 2009, bij de ontwikkeling van het nieuwe Gevorderd Nitrox boek, kunnen we dat nog niet met voldoende zekerheid zeggen en dus blijven we binnen de NOB voorlopig tabellen gebruiken (DCIEM en Bühlmann) zonder extra voorzieningen die diepe stops generen, zoals Pyle-stops of Gradient Factors. Zo zie je maar weer: duiken is niet echt een exact vak en soms leidt voortschrijdend inzicht tot een bijstelling van eerder ingenomen standpunten. Al doende leert men! Je zult je wellicht ook afvragen: “waarom komen ze in de Gevorderd Nitrox opleiding ineens met het Buhlmann-model op
de proppen? Is het vertrouwde NOB-DCIEM model niet meer goed genoeg..?” Het antwoord daarop is: er is helemaal niks mis met de DCIEMtabel. Die blijven we ook gewoon gebruiken voor de niettechnische opleidingen binnen de NOB (1, 2 en 3*). Binnen de Gevorderd-Nitroxopleiding is het echter nodig om met een model te kunnen werken waarvoor ook computerprogramma’s beschikbaar zijn waarmee je complexe duiken snel, veilig en betrouwbaar door kunt rekenen. Met ‘complex’ bedoelen we dan met name duiken waarin binnen één duik van meerdere ademgassen gebruik wordt gemaakt, bijvoorbeeld Nitrox-32 (EAN32) voor het bodemdeel van de duik en Nitrox-50 (EAN50) tijdens de decostops, om zodoende die stops te kunnen verkorten. Helaas was er niet zo’n computerprogramma voor het DCIEM-model beschikbaar, maar gelukkig wel voor het Bühlmann-model. De NOB gaat daartoe een samenwerking aan met Kees Hofwegen, de auteur van het bekende decompressieprogramma GAP (zie www.gap-software.com) om een speciale versie van zijn programma voor de NOB te ontwikkelen. Misschien denk je na dit alles ook: “Maar ik maak nu al weer twee jaar lang duiken met de NOB-DCIEM-tabel en Pyle-stops! Heb ik dan een onnodig groot deco-risico gelopen?” Het antwoord daarop is een volmondig: nee! De wijze waarop de NOB de Pyle-stops heeft geïmplementeerd, leidt nooit tot een reductie van de decostoptijden op de gewone ondiepere stops; iets dat bijvoorbeeld bij de VPM- of RGBMmodellen wél mogelijk is. De tijd die je spendeert op de berekende Pyle-stopdieptes wordt immers toegevoegd aan de bodemtijd. De duik wordt vervolgens doorgerekend als een gewoon emmerprofiel volgens die verlengde fictieve bodemtijd. Anders gezegd: je maakt in wezen een multi-level duik binnen de ruimere contouren van een emmerprofielduik, waarbij de duik qua decompressie gewoon berekend wordt als een recht-toe-recht-aan NOB-DCIEM-duik. De duik is daardoor qua decompressieberekening conservatiever en zal dus hooguit tot langere ondiepe stops leiden, maar nooit tot kortere. Dit kun je in het plaatje op de volgende bladzijde nog eens duidelijk zien. Maar risico of niet: we moeten consistent zijn in onze herziene benadering van diepe stops. Dat betekent dat we niet meer aan
diepe stops doen en dus ook van de Pyle-stops afscheid nemen. 4 - Versie: 0.8 Nederlandse Onderwatersport Bond
Doppler-onderzoek: het magische antwoord of niet? Doppler-onderzoek wordt de laatste jaren nog wel eens naar voren geschoven als het ultieme antwoord op de vraag of een duiker na een duik kans loopt op decompressieziekte of niet. Doppler-onderzoek lijkt simpel: er is geen heel dure apparatuur voor nodig en het is niet intrusief (er hoeft niet geprikt o.i.d. te worden). Het onderzoek vindt plaats door ultra-soon geluid uit te zenden en dit met een heel gevoelige microfoon weer op te vangen en weer te geven. Dit gebeurt op specifieke plaatsen van het lichaam waar grote aderen dicht onder de huid liggen. Dat geluid, een soort ruis, wordt geproduceerd door de bellen die zich in het bloed bevinden en tegen elkaar en de aderwand aanbotsen. Daar zit overigens meteen het eerste probleem: het vergt veel training om het geluid goed te analyseren en in een zogenaamde Doppler-score te vertalen. Die Doppler-score is een norm voor het aantal bellen dat zich in de bloedbaan bevindt. Het is dus niet voldoende om zo’n apparaat te hebben: je moet ook goed zijn opgeleid om ermee om te kunnen gaan en de juiste conclusie uit het geproduceerde geluid te trekken. Er is inmiddels veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen een hoge Doppler-score (dus veel bellen in het bloed) en de kans dat de duiker ook daadwerkelijk verschijnselen en klachten van decompressieziekte krijgt. Helaas moeten we constateren dat er niet zo’n harde relatie blijkt te bestaan. Je kunt dus een hoge Doppler-score hebben en toch niet ziek worden; andersom kan echter ook. De mogelijke oorzaken waarom Doppler toch niet het magische antwoord is, zijn nog niet duidelijk. Mogelijk (maar dus niet zeker!) spelen de volgende aspecten daarin mee: de meest gehanteerde Doppler-techniek meet mogelijk alleen de bellen in het aderlijk (veneuze) bloed. De bellen hierin zijn op weg naar de longen en kunnen daar nog worden weggefilterd, voordat ze schade aanrichten; verder zegt de hoeveelheid bellen in het bloed mogelijk weinig over de belvorming in de andere weefsels, zoals het centrale zenuwstelsel of de gewrichten. En deze laatste zijn met
name bepalend voor het optreden van decompressieziekte en de gevreesde weefselschade. Uiteraard is er altijd wel iets van een correlatie tussen de hoeveelheid bellen in het bloed en in andere weefsels, maar bloed is gewoon een heel ander weefsel met andere opname- en afgiftekarakteristieken dan andere weefsels; ook onderzoek in hoeverre de hoeveelheid bellen in het bloed met subklinische schade correleert, is er nog niet. Met subklinisch bedoelen we schade die ontstaat zonder dat de patiënt dit merkt, dus zonder dat er klachten optreden. Die schade kan zich echter op de lange termijn opstapelen en alsnog problemen opleveren. Het is ook haast te mooi om waar te zijn dat de Doppler-methode een zeer gevoelige test is die – voordat er daadwerkelijk klachten optreden – kan aantonen dat er schade door decompressieziekte is. Was het maar waar…. Kortom: ook op dit gebied zijn we er nog lang niet in de wetenschap! Bron NOB
'Duizenden oorkwallen in Grevelingen'
BRUINISSE - In de Grevelingen zijn tien keer zoveel oorkwallen gezien dan normaal in april. Dat meldt de Stichting Anemoon. Duikers hebben foto's gemaakt van groepen van 'duizenden kwallen'. De oorkwallen hebben een gemiddelde doorsnee van 25 centimeter. Ze kunnen milde huidirritatie veroorzaken, maar de meeste mensen ondervinden volgens Anemoon geen last van een steek van deze soort. Het doorzichtige dier dankt z'n naam aan het lichtgevende 'klavertje vier' binnenin. Ook vorig jaar werden opvallend veel oorkwallen waargenomen in de Grevelingen. Hun populatie neemt toe met een snelle opwarming van het water, waardoor veel plankton groeit. De oorkwal komt over het algemeen van april tot en met augustus veel voor in de Oosterschelde. De Stichting Anemoon bestaat uit vrijwilligers die zich bezighouden met het inventariseren van de biodiversiteit voor de Nederlandse kust.
NOORWEGEN 5 T/M 11 JUNI 2010 COR – SJAAN – BEN – PIA ‐ WIETSE Donderdag 3 juni. Op donderdag 3 juni gingen Pia en Ben al om 10.00 uur van huis richting Denemarken. Wat een fileleed. Bij Driebruggen, Utrecht en op 3 verschillende plaatsen in Duitsland. Uiteindelijk op ongeveer 150 km van Hirtshals om 21.30 uur een motel en heerlijk overnacht met ontbijt. Cor, Sjaan en Wietse deden het anders, want zij gingen ’s avonds om 21.00 uur pas weg en waren na een voorspoedige reis al om 07.00 uur in Hirtshals. Pia en Ben hadden om 09.00 uur afgesproken en kwamen er klokslag aan.
Vrijdag 4 juni. ’s Ochtends inchecken en later aan boord van de ferry richting Kristiansand. Gearriveerd om 14.20 uur werd Cor nog gecontroleerd door de douane. Na een stukje rijden een drankje en weer door naar Valle, waar Wietse een 5 persoonshut had geregeld.
Gezellig aan de borrel.
Voor het slapen nog een wandeling.
Wat drinken en toen hebben Cor en Pia spaghetti klaar gemaakt. Later na een wandeling naar bed en de volgende morgen bijtijds op. Zaterdag 5 juni. 1
Vertrokken om 9.00 uur. Nog wat inkopen gedaan voor onderweg en toen aan een lange rit begonnen. Wat een verschrikkelijk mooie natuur. Zeer waterrijk. Prachtige rimpelloze meertjes. Snelstromende riviertjes. Cor stopte opeens en Cor en Sjaan voor de
sneeuw.
Het bevroren water. Ben en Pia voor dezelfde sneeuw.
we zagen een eland de weg oversteken. We stegen behoorlijk en toen we weer eens een van de vele tunnels uitkwamen hadden we een pracht zicht op een winterlandschap. Sneeuw en halfbevroren meertjes werkelijk een prachtzicht. Weer een tijdje later gestopt bij een dubbele waterval. Wij zijn er allemaal vlak onder geklommen. Hier had Cor wel een eland op de foto. Cor in actie en Wietse observerend Pia voor de linker van de 2 watervallen ‐ Cor´s hand met eland
Door de stops hadden we wel wat achterstand opgelopen en moesten we een beetje harder rijden om de eerste ferry te halen en dat lukte. Direct nadat we erop gereden waren, vaarde hij weg. Na een klein stukje van de ferry hebben we geluncht. Weer flink door gereden, maar de navigatie maakte een foutje, waardoor we de ferry nu echt voor onze neus weg zagen varen. De volgende genomen en uiteindelijk om precies 6.00 uur aangekomen bij Gulen Dive Resort. Het eten stond ook al op ons te wachten en niet verbazingwekkend ZALM. De kamers mochten we zelf uitzoeken, omdat alles vrij was. Wietse, Sjaan, Cor en Pia gingen klimmend via de rotsen langs het water, terwijl Ben op de weg erboven liep, omdat hij de verkeerde schoenen aan had. Een heerlijke wandeling waarbij aan het eind op een 2
weiland de discussie ontstond of het koeienvijgen of paardenvlaaien waren en Pia de kennis inbracht, wanneer het grammofoonplaten waren, waren het koeienvlaaien. Na een drankje in de pub (200BAR) gingen we naar bed.
Zondag 6 juni.
Het ontbijt was om 9.00 uur. Het was goed verzorgd. Om 10.30 verzamelen bij de duikspullen. Ben ging niet duiken, want hij was te vaak naar de3 wc geweest en voelde zich niet top. De anderen alles de boot op. Een mooie 10,5 m1 lange boot met 2
buitenboord motoren van ieder 225 PK. Ben ging wel mee op de boot en heeft leuke plaatjes kunnen maken. De lunchpakketten hebben we lekker aan boord kunnen eten op weg naar de 2e duikstek, schuin tegenover de duikschool. Nog even een bewonderenswaardigheid. Het diepste fjord (Sognefjord) is 1250 meter diep en 250 km lang, welke Noorwegen bijna in tweeën snijdt. Het water was 8 graden. Door de grote hoeveelheid algen is het water groenig van kleur. Mooi om te zien, maar hierdoor minder helder om te duiken. Bij het avondeten heerlijk nagepraat en we kregen het over de bruinvis die we zagen zwemmen. Hierna keken we nog even terug naar de eland, want daar was het ook Cor die hem het eerste zag. Wist je dat Wietse dan nog niet zo snel is en dacht, dat we het nog over de bruinvis hadden, dus we zeiden al, dat de bruinvis met een waveboard over de weg ging. ’s Avonds gingen Cor en Wietse nog een avondduik maken, want een nachtduik kan hier alleen om middernacht, want zo laat wordt het pas donker en dan moet je vlug zijn anders is het alweer licht. Als bewijs hebben Cor en Wietse met de klok geposeerd in de bijna middernachtlicht. 3
Maandag 7 juni. Vandaag gaat het allemaal wat rustiger. De monteur van de compressor was er dus we gaan twee kantduiken maken. De eerste gingen Wietse, Pia en Ben(een droogpak van Gulen) voorlangs en Cor met Sjaan waar ze gisteren ook al gedoken hadden bij de rotsblokken. Na ongeveer 15 meter wordt het water helder en is er zeer veel leven te zien. Er zijn ook diverse foto’s gemaakt. Na het duiken een lekkere lunch en toen onder het genot van een kopje koffie relaxen. Ben en Pia gingen een wandeling maken. Cor en Wietse huurden allebei een waterpropeller en hebben een fantastische tour gemaakt. Ze haalden een top van ongeveer 3,5 mijl p/u. na het avondeten gingen Cor, Sjaan en Wietse ook nog een wandeling maken op de terugweg ging Wietse voor en zoals gebruikelijk een alternatieve tocht door de natuur. Volgens eigen zeggen kwamen ze een hert tegen en Cor probeerde er nog een foto met zijn telefoon van te maken, maar helaas het bewijs kon niet vastgelegd worden.
Dinsdag 8 juni. Na het ontbijt weer alles de boot in om 2 duiken te gaan maken. De eerste duik bij een boot die twee keer is gezonken. Na de eerste keer in Zweden omhoog gehaald en opgeknapt en na 8 maanden, door een fout van de kapitein voor de tweede keer gezonken. Niet nogmaals omhoog gehaald. Ook nu weer helder onder de 15 meter, maar dan ook goed. Veel verschillende soorten slakken. Na een stukje varen op een eilandje de lunch gebruikt en toen naar een doorgang waar roggen zouden zitten (de bekende maybe fish). We gingen het water in en direct zag Cor een mooie vis op de grond, het bleek een zeeduivel. Korte dikke staart en een lelijke brede bek, maar prachtig om te zien. Cor heeft er diverse foto’s en een filmpje van gemaakt. Bij terugkomst wilden we wel een keer de hottub in. Ørjan heeft ons uitgelegd hoe te stoken en heeft de kachel ook aangestoken. Na een kleine anderhalf uur was het water als 26° en was Sjaan de eerste die erin ging. Na het stijgen van de temperatuur zat uiteindelijk iedereen erin. De temperatuur werd zelfs 42°. Na een uurtje gingen Cor en Wietse vanuit het warme water rechtstreeks het water van het fjord in (14°) later nog een keer inclusief Sjaan. Er zijn ook 2 zweden bij het duik‐resort en die kwamen met 4
de kop van een paard aanzetten en of iemand die op wilde zetten, zodat ze een foto konden maken. Cor was meteen enthousiast. Eerst in de hottub en hierna het water van de fjord in. De foto’s zijn te zien op hun blog (www.fotosidan.se/blogs/hastblogg). ’s Avonds lekker relaxed. Woensdag 9 juni. (verkiezingsdag). Om 9.00 uur weer het ontbijt. Vandaag twee duiken. De eerste naar een wrak te weten SS.Frankenwald. Dit is een boot die in januari 1940 is gezonken en mooi recht op de bodem ligt. Al bij het afdalen is de schitterend begroeide mast te zien beginnend met anjelieren en vervolgens zakpijpen en niet zo’n klein beetje ook. Op de boot zelf ook volop begroeiing. Na ruim een half uur eruit en terug naar de duikbasis voor een lunch en een tijdje rust. De tweede duik ging slechts een paar minuten varen een mooie wand. Ook deze wand is prachtig begroeid, alleen jammer, dat het water niet helder is. Een wandeling gemaakt en overal op en overheen geklauterd. Bij een meertje gewandeld en overal wordt wel de oude Rommel neergegooid. Na het “heerlijke” avondeten, niet voor Cor en Ben, want het was vissoep, werden we door de zweden uitgenodigd in de bar, 200BAR, om wat te drinken en hun foto’s te bekijken. Werkelijk professionele foto’s. als je hun apparatuur ziet kun je dat wel begrijpen. Donderdag 10 juni. Na het ontbijt gingen Cor en Wietse met de waterscooters en camera weer op pad om te genieten. Ben maakt nog wat foto’s hiervan. Sjaan en Pia met een heel klein beetje hulp van Ben maakten de boel ondertussen schoon. Het weer was super en we gaan nog even zonnen voor we de terugreis beginnen. Alles inpakken en in de auto stapelen. Afrekenen en afscheid nemen van Ørjan. We gingen nog langs een plaats 5
waar de vikingen regelmatig aan land zouden zijn geweest, maar helaas wij zagen er niets in. Toen richting ferry en Bergen. Door de spits en aangekomen bij het motel voor de komende twee nachten. Daar wat gedronken en toen naar het lokale winkelcentrum, Nesttun. Gewinkeld in de Coop voor het ontbijt en de lunch. We hadden geen zin in koken en hebben gegeten bij een pizzeria. Terug gekomen gezellig met een muziekje en drankje de avond door gekomen. Cor heeft zijn filmpje van de tocht onder water op de laptop gezet en we hebben dat gezien. Het duurde ongeveer 20 minuten. Vrijdag 11 juni. Al bijtijds aan het ontbijt nl om 8.00 uur. Om 9.00 uur richting de verhuur van de flessen. Jammer het weer was slecht. Ben besloot mede hierdoor niet te gaan duiken. Het weer uitzoeken en passen van een droogpak zak hij niet zitten. Naar de duikstek gereden, het was even zoeken, maar dan waren we er. Vlak bij de stek stond een gedenkteken van de boot, Visboot Spring. Er waren diverse dezelfde achternamen bij en in totaal elf mensen verdronken. De duik was mooi. Ruim 40 meter. Na de duik de flessen weer terug gebracht en toen naar ons motel terug om te douchen, want we gaan naar het centrum van Bergen. Het parkeren is duur, dus we gaan met een auto(Cor). In de regen door het centrum richting Bryggen, specifieke huisjes. Deze zijn al meer dan driehonderd jaar oud. Sommige staan zo scheef dat het lijkt of je dronken bent. Bij Fridays gegeten en toen terug naar ons motel. Vroeg naar bed, want de volgende morgen om 7.00 uur ontbijten om vroeg op pad te zijn. Cor, Sjaan en Wietse moeten snel weg om op tijd voor de ferry te zijn. Ben en Pia gaan nog ruim een week verder door Noorwegen heen en komen 22 juni pas weer thuis.
Ben Broekhof. 6
Hoe is dat virus nou begonnen. Twee collega’s van mij doen al een tijdje aan de duiksport. Een jaar of drie geleden zei de een “ga een keer met mij mee in het zwembad, dan kan je kennis maken met de duiksport”. Dat leek mij wel wat maar door de continudienst waar wij in werken was het er nooit van gekomen. De andere collega zei een jaar of twee geleden eigenlijk hetzelfde en ook daar was nooit iets van gekomen. Tot afgelopen oktober mijn collega zei “in OKE Hellevoetsluis zijn twee instructeurs in opleiding en ze zoeken nog een “0 sters-duiker voor de opleiding”. Zo ben ik dus langs gegaan in het zwembad en heeft Cor van de Jagt mij de eerste keer mee onder water genomen. Ik heb mij toen aangemeld voor de 1-sters opleiding welke in januari van start zou gaan. Samen met Rennee, Marcel en Björn zijn we in januari gestart met de theorie lessen. En de dinsdag avond werd besteed aan de praktijk “zwembad” lessen. De theorie en praktijk lessen zijn gegeven door Wietse de Vries en John Brokling. Na vier weken theorie hebben we een toets afgelegd waarna we geslaagd waren voor de theorie. De praktijk in het zwembad ging steeds beter en was het wachten op de buiten lessen. In de tussentijd had ik een onderwatercamera gekocht en heb mij opgegeven voor de opleiding “digitale onderwater fotografie” welke werd gegeven door ing. Arthur L. Palache. Tijdens deze leuke cursus heb ik veel geleerd over de digitale foto wereld voor zowel boven als onder water. Op 4 mei was het dan zover, onze eerste duik. Met toch veel zenuwen het water van Oostvoorne in. Wietse was deze dag mijn instructeur en zijn 30 minuten onder water geweest. Voor het eerst zag ik op 7 meter krabben en kleine visjes. Ja en toen was het gebeurd. Het duik virus had ik te pakken. Na diverse oefeningen zoals het vinwippen, lucht delen, reddingsopstijgingen en meer heb ik op 3 juni mijn 1e ster gehaald. Aan het einde van het jaar gaan de 1e sters verder met de opleiding voor de 2 sters opleiding. En voor wat betreft mijn collega die ook met de instructeurs opleiding bezig was, daar ga ik vrijdag 11 juni mee naar de Grevelingen om samen met hem te gaan duiken. Ik hoop nog vele duiken met jullie te kunnen maken. Grz Fred Meulstee
Hoi hoi, Hier een paar wist je dats;
Arie overgrootvader is geworden We nu een heleboel afgestudeerde onderwater fotografen in ons midden hebben Dit dus weer een heel geslaagde specialiteit was Er een vijftal van onze club naar Noorwegen gaan Zij 1870 km moeten rijden om een duikje te maken Pia en Ben nog even snel hiervoor een droogpak hebben gekocht Pia dat prima bevalt Ben beter nat kan duiken dan droog Als hij droog duikt hij net zo nat woord Albert een “Bosbessenweekend” heeft gehad Rene soms witte vingers heeft van de kou Peter dit ook vaak heeft Caroline haast nooit haar email nakijkt Albert vaak de reddende engel is op een clubduik Jan z’n huis gaat afbreken en weer opbouwen De BBQ weer een groot succes was Leo touwtjes verzameld Magda zich bijna verbrande aan heet water Cor v/d Jagt een kistje bier moest vragen Lucien nog een kist thuis had staan En die ook heeft gehaald Greetje pas haar 100e duik heeft gemaakt Haar 1e en 100e duik met Arie L heeft gemaakt Er duikers zijn die 1 vin vergeten Nils een rood monster heeft Albert verstand heeft van WC potten Navi en tommy altijd ruzie hebben De ene wil naar rechts en de andere naar links Er veel duikstekken zijn aan de N57
Sommige er zelfs 1870 km voor willen rijden Sommige camera’s alleen boven water werken Sjaan en Cor lopen te soppen Een koeien vijg op een lp lijkt en paarden vijg er anders uit ziet Expeditie Noorwegen ook een wandel club is We twee scooter duikers in de club hebben
We voor het volgende clubblad weer een hoop wist u datjes nodig hebben.
Noordzee Wrakduiken
Voor de één is het niets, voor de ander is het 't mooiste wat er is. Wrakduiken op de Noordzee. Hoe je het ook bekijkt, het vereist meer van je dan tijdens de recreatieve duiken die je in de Nederlandse zoetwaterplassen maakt. Wat is er dan zo leuk aan stroming, beperkt zicht, getijden, golven, dieselstank, dubbele-sets, nitrox, decotijden, wrakken, enz....? Ieder voor zich heeft een andere reden maar de meest gehoorde is: AVONTUUR! Voor wie? Iedereen die een duikbrevet heeft dat overeenkomt met het RSTC Advanced Open Water Diver Brevet kan met ons mee de Noordzee in. Verder wordt het volgende vereist: ervaring in stromingsduiken en een goede conditie in het bezit zijn van een decoballon en een duiklamp en/of flitssignaal een medische verklaring dat men geschikt is bevonden om te duiken met perslucht, niet ouder dan één jaar Kosten? Afhankelijk van de organisatie of de boot waarmee we varen, over het algemeen liggen de kosten ergens tussen de 50 en de 100 Euro. Deze prijs wordt gerekend bij vertrek 's morgens, twee duiken, en 's avonds weer terug in de haven. Voor eten
en drinken moet men over het algemeen zelf zorgen of apart af rekenen. Met wie? We varen niet zelf maar we 'monsteren' aan op één van de boten die bijna wekelijks varen. Dit zijn o.a.: Aquila-Charter Fogo Isle MS Dolfijn Get Wet Duikwacht Zeeland Noordzeeduiken Er zijn er meer, als we een link doorkrijgen zullen we die ook hier plaatsen. Of er gevaren wordt hangt uiteraard af van een aantal factoren waarvan het weer één van de belangrijkste is. Links naar sites die informatie over het weer geven zijn dan ook belangrijk voor de planning: KNMI: Golfhoogtes en Waterstanden Nederlandse Kust KNMI: Veiligheidsberichtgeving Nederlands deel Continentaal Plat KNMI: Meerdaagse verwachtingen Meteo (B): Actueel overzicht Noordzee Varen... Varen, varen, over de baren...en de golven, en dan die bewegingen... Zee"ziekte" is, evenals wagen-, lucht- en ruimte"ziekte" een bewegings"ziekte". Voor het optreden van de "ziekte" is beweging dus noodzakelijk. Bewegings"ziekte" wordt in hoofdzaak gekenmerkt door de verschijnselen : duizeligheid, misselijkheid, braken, bleke gelaatskleur, zweten, beklemming tot angst. Daarnaast treden ook nevenverschijnselen op: hoofdpijn, geeuwen en slaperigheid,
zuchten en hyperventilatie en vaak verlies van interesse in de omgeving... Een theorie: Op een schip blijven het labyrinth en de proprireceptoren (diepe spierzin) alles registreren. Voor de ogen gebeurt er evenwel niets. Passagier en transportmiddel zijn immers samen in beweging. Er is dus een dyscoördinatie. Dit is één theorie. Anderen beweren dat het de ongewone bewegingen en de aanhoudende houdingsveranderingen zijn die het labyrinth overdadig prikkelen. Hoe het ook zij, hier volgen enige tips: blijf aan boord zo mogelijk aan dek op een plaats met de minste beweging en kijk zo mogelijk in de vaarrichting, zorg voor voldoende warme kleding, vermijd een lege of een overvulde maag, kleine hoeveelheden energierijk voedsel, geen zware vette maaltijden. gebruik geen alcohol, rook niet, ga niet bij de ontluchting van de machinekamer staan, de lucht van dieselolie en uitlaatgassen maakt je misselijk, ga zo nodig en zo mogelijk liggen met gesloten ogen bij opkomen van de ongemakken, zeker wanneer je je in het schip bevindt, zorg ervoor tijdig voor de duik gekleed te zijn, zodat je, als het schip op de duikstek voor anker gaat, snel het water in kan. vaak is het aangenamer in het water op je buddy te wachten dan op een in ruw water voor anker liggend schip. Voorkomen is echter beter dan genezen, goede informatie over medicijnen tegen zeeziekte vindt je hier: Zeeziekte Op de duikstek. Als de scheepstoeter een signaal geeft is dat meestal het teken dat het wrak gelokaliseerd is. Vanaf het achterdek wordt dan een wrakanker met lijn en boei overboord gegooid
en doordat er aan de boei een verzwaarde zijlijn met een kleinere boei vast zit, kan de stroming bepaald worden aan de hand van de afstand (of spanning) op het zijnlijntje. De boot vaart dan rondjes om deze boei en uiteindelijk wordt het anker geworpen vlak naast de boei. Soms gaan er dan ervaren duikers naar beneden (de crew-leden) om een lijn aan het wrak vast te maken, soms is het anker echter al genoeg. Via de ankerlijn gaan de overige duikers dan naar beneden en wordt er, afhankelijk van de stroming, een lijn van de reel vastgemaakt aan de ankerlijn en met behulp van de uitgezette lijn wordt er dan over het wrak heen gedoken. Door de geringe diepte van de Noordzee wordt veelal Nitrox32 gebruikt, op sommige boten, zoals de Fogo Isle, kan Nitrox gevuld worden. Onder water De Noordzeebodem huisvest een reeks kleine en grotere bodemdieren. Zoals bijvoorbeeld tientallen soorten wormen, ingegraven of aan de oppervlakte levende schelpen, kreeftjes, garnalen, zee-egels, en zeesterren. Er zijn in het Nederlandse deel van de Noordzee zo’n 9 bodemdiergemeenschappen die typisch zijn voor de
leefomgeving. De verschillende bodems van bijvoorbeeld fijn of grof zand, of een ondiepe of diepe bodem leveren verschillende diergemeenschappen op. De belangrijkste soorten vis in de Noordzee zijn schol, kabeljauw, haring tong en makreel. De bodem is een uitstekend leefgebied voor tong, schol en andere soorten platvissen en zij leven van de aanwezige bodemfauna. Het losse zand biedt bescherming tegen hun vijanden, door zich half in te graven kunnen zij zich verbergen voor roofvissen. Anemonen vindt je overal op het wrak want die houden nu eenmaal van harde ondergrond en stroming. Een paar foto's die Ton van Moll op onze duik in december 2001 gemaakt heeft:
Terug aan boord Na de deco- of veiligheidsstop is het zaak om aan boord te komen, hetgeen niet altijd even makkelijk gaat. Afhankelijk van het weer, de golven en of de schipper een mooi trappetje gemaakt heeft:
Als iedereen weer aan boord is wordt het anker gelicht en gaat de reis of verder naar de tweede duikstek, of terug naar de haven. Het is dan belangrijk dat de flessen en koffers die aan boord staan veilig vastgezet worden zodat ze niet heen en weer gaan slingeren tijdens de reis. Vervolgens kun je dan op de meeste charters koffie, thee en diverse snacks kopen, samen met de andere duikers de 'souvenirs' bekijken en natuurlijk stoere verhalen vertellen en aanhoren...of een tukkie doen....
OKE’ CLUB INTERVIEW Naam. Geb.datum Partner Kinderen Huisdieren Wonen
Tel. Lid vanaf Ster Werk
Waarom duiken
Sportief hoogtepunt Sportief dieptepunt
Favoriete duikstek
Fred Meulstee 04-03-1967 Debbie Alex 17 en Stefan 16 Rocky, cairn terrier Rijwoning aan de Das en soms in een sta-caravan in Rockanje 0644494464 November 2009 0 sters Meestal teamleider bij Stedin Omdat ik dacht dat het wel leuk zou zijn. Hiervoor nooit eerder gedoken. Op latere leeftijd aan judo begonnen Na twee jaar gestopt toen ik de ribben van mijn buurman had gebroken. Oostvoorne, is tot nu toe de enige locatie.
Favoriete stad Favoriete vakantie Favoriete sportclub Favoriete muziek Favoriete zanger Favoriete zangeres Favoriete groep Favoriete drank Favoriete eten Beste film Beste boek Beste TV pro. Slechtste TV pro. Ambitie’s Vrije tijd Hekel aan Sexs Hobby’s Club idéé Wat zou je doen met 1 miljoen. Waar mogen ze je voor wakker maken. Tot slot.
Anduze Route 66 OKE natuurlijk Hard harder hardst Axl Rose, James Hetfield Sharon den Adel Metallica, ACDC, GnR Koffie, Heineken, Schelvispekel Chinees Transporter Die nog in de folie zit House. Alles waar gordon in zit 1e ster halen daarna de 2e Motor rijden Diegene van het slechtste TV programma Gewoon met z’n tweeën. Ons aquarium en de motor natuurlijk. Komt nog. Spaarpotje voor de kinderen maken. En misschien een andere motor erbij. Oja en een paarse Z4, een andere kleur krijg ik toch niet voor elkaar. Dat ligt eraan of het dag of nacht is. Maar een paar rondjes met een formule 1 wagen zou het toch wel zijn. Hoop een gezellige tijd met jullie door te maken. Grz Fred
Onderwaterfotografiekampioenschap Oosterschelde 2010 bijna van start! Zoals begin maart al via deze nieuwsbrief is aangekondigd, organiseren de Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB) en het Nationaal Park Oosterschelde (NPO) een nieuw evenement: het Onderwaterfotografiekampioenschap Oosterschelde 2010. Iedere beginnende en ervaren onderwaterfotograaf uit binnenen buitenland kan aan dit kampioenschap deelnemen door tussen 30 mei en 12 september a.s. zijn of haar beste foto of filmpje (maximaal twee minuten) in te sturen. Met foto's kan binnen verschillende categorieën worden deelgenomen: 'volg de vis' (een fotoserie van drie foto's) of 'mijn mooiste foto'. De foto's en filmpjes hoeven niet in een bepaalde tijdsperiode te worden gemaakt - zoals bij het Open Nederlands Kampioenschap en het Zeeuws Kampioenschap het geval is maar moeten wél in de Oosterschelde zijn (op)genomen! Kinderen tussen de acht en veertien jaar kunnen overigens aan een speciaal jeugdkampioenschap deelnemen door een foto in te sturen die in een zwembad of buitenwater zonder stroming is genomen. Alle ingestuurde foto's en filmpjes zullen worden beoordeeld door een jury. De foto's van het jeugdkampioenschap worden beoordeeld door jeugdleden van duikvereniging Get Wet uit Den Haag. Voor alle winnaars zijn mooie prijzen ter beschikking gesteld door Vakantiepark de Witte Boulevard Duikshop Oktopussy Duikcentrum De Kabbelaar
Nationaal Park Oosterschelde Deltapark Neeltje Jans Dolphins Dive Centre Daarnaast zal er ook een publieksprijs worden uitgereikt, waar alle ingezonden foto's automatisch naar meedingen. Via de website www.duikeninbeeld.tv kan na 12 september op de verschillende inzendingen gestemd worden. Behalve de mogelijkheid om prijzen te winnen is er echter nóg een reden om aan het Onderwaterfotografiekampioenschap Oosterschelde 2010 mee te doen: middels een reizende fotoexpositie zullen de mooiste foto's namelijk gebruikt worden om de prachtige onderwaterwereld van de Oosterschelde voor heel Nederland zichtbaar te maken! Op die manier hopen de NOB en het NPO nóg meer mensen enthousiast te krijgen om kennis te maken met het prachtige onderwaterleven van de Oosterschelde. Wil je meer informatie over het Onderwaterfotografiekampioenschap Oosterschelde 2010, wil je weten hoe je foto's en films kunt insturen óf heb je interesse om aan een workshop over onderwaterfotografie (zaterdag 19 juni door Ron Offermans) of onderwaterbiologie (zaterdag 26 juni door Peter van Bragt) deel te nemen? Bezoek dan gauw de infopagina!
Vijftien bruinvissen in de Oosterschelde
OOSTERSCHELDE In de Oosterschelde zijn dit weekend vijftien bruinvissen geteld. Het is een onderzoek van de stichting Rugvin die wil weten of het om een stabiele populatie bruinvissen gaat. De stichting is positief over de telling van zaterdag.In september vorig jaar is de eerste telling gedaan. Toen zijn 37 bruinvissen geteld. Vijf daarvan waren kalfjes. Volgens Frank Zanderink van Rugvin waren de omstandigheden vorig jaar beter. Hoge golven Door de hogere golven zijn dit jaar minder dieren geteld, maar dat wil volgens hem niet zeggen dat de dieren zijn vertrokken. Ze waren alleen niet goed te zien of te vinden. Stabiel Volgens Rugvin is het aantal, ondanks de lagere telling, stabiel. De stichting noemt de populatie bruinvissen in de Oosterschelde een aanwinst voor Zeeland. Luister hier naar wat Frank Zanderink te vertellen heeft over de telling. Bron Omroep Zeeland