September 2015
HELINIUM: HUISWERK IN DE BRUGKLAS........ Inleiding Deze informatie is bedoeld voor iedere ouder of verzorger, die : - wil weten wat hij/zij kan doen om te helpen met het huiswerk; - vindt of merkt dat zijn/haar kind moeite heeft met het huiswerk en wil weten wat je daaraan kunt doen. Huiswerk Vijf dagen per week gaat uw kind naar school, maar daar blijft het niet bij. Ook thuis wil "de school" aandacht in de vorm van huiswerk, taallesjes, sommen, grammatica, uitleg, aantekeningen, werkstukken, opstellen, verslagen, boeken enz.. Voor veel leerlingen betekent dit een 40-urige werkweek of nog meer: een zware klus! "Hij moet het toch écht zelf doen hoor!" Natuurlijk moet uw kind zich zelf zien te redden op school en dus ook het huiswerk zelf doen. Steun van thuis is echter heel belangrijk! Zeker als het eens tegenzit of als er echte problemen zijn, maar ook als het goed gaat. U kunt uw kind helpen bij het huiswerk. Zelfs al zonder dat u allerlei vakken overhoort. Voor alle duidelijkheid... Deze folder wil u niet "eens eventjes vertellen hoe het allemaal moet". U vindt hier niet hét antwoord op alle vragen. Wel vindt u hier veel tips. Sommige zijn voor u misschien een open deur, andere tips kunt u mogelijk direct gebruiken. Wellicht vindt u bepaalde tips onbruikbaar voor uw situatie. U heeft immers uw eigen ideeën en ieder kind, ieder gezin is weer anders. Mogelijk helpt deze folder u echter op weg om beter inzicht te krijgen in de schoolprestaties van uw kind. Aarzel niet om met vragen of problemen rond het thema huiswerk naar de mentor van uw kind te stappen. Wij hopen dat uw kind met de gezamenlijke steun van thuis en van school plezierig en goed kan werken. Wij wensen uw kind een plezierige en succesvolle tijd toe op onze school.
De brugklasmentoren van het Helinium.
1
*Algemene tips Toon belangstelling! Leerlingen kunnen alleen goed werken en hun best doen als ze op hun gemak zijn, als ze zich “lekker in hun vel voelen zitten”. Door belangstelling te tonen kunt u daarmee helpen. "Heb je je huiswerk al af?", is een veelgehoorde vraag. Maar of hierin echte belangstelling doorklinkt? Veel pubers vertellen niet zomaar uit zichzelf - en zeker niet aan hun ouders - hoe het op school gaat. Stel daarom vragen waaruit blijkt dat u weet wat uw kind doet: "Hoe ging je repetitie Frans?", "Hoe was de Kerstviering?". Soms zult u het met een half nors antwoord moeten doen, maar door belangstelling te tonen, steunt u uw kind. Het merkt dat het er dan niet alleen voor staat. Ook bij kinderen waarmee alles prima gaat op school is dit belangrijk. Hoe meer u weet over de manier waarop uw zoon of dochter het huiswerk maakt en leert, des te eerder komen eventuele problemen aan het licht. Als u het leerwerk overhoort, komt u vaak in gesprek. Kijk ook eens hoe uw kind het huiswerk aanpakt bijv. maakt het een werkschema? Weet het wat er verwacht wordt? Begint het op tijd? Moet het eerst lang zoeken naar de nodige spullen? Enz. *Studieregelmaat door gezinsregelmaat Een vaste dagindeling biedt een goede houvast voor kinderen om regelmatig te leren werken. Voor de meeste kinderen is het het beste dat ze na schooltijd even ontspannen en vervolgens 's middags al een tijdje aan het werk gaan. Daarna eten, helpen met de afwas ( of doet de machine dat ??), leerwerk nog even nakijken, vrije tijd en naar bed. Door 's middags al te beginnen, wordt voorkomen dat men in tijdnood raakt. Zorg voor een sfeer van rust als uw kind aan het huiswerk zit. Laat bijvoorbeeld bewust de televisie uit, of ga zelf ook werken als uw kind aan het huiswerk gaat/moet beginnen. Als er immers veel leuke dingen om je heen gebeuren, is het des te vervelender om huiswerk te moeten maken. Des te groter ook de kans dat je het afraffelt om toch maar vooral snel ook naar die leuke film te kunnen kijken. *Nachtrust De hoeveelheid slaap die iemand nodig heeft, verschilt nogal van persoon tot persoon. De meeste mensen hebben zo'n acht uur nodig, jongeren meer dan volwassenen. Als richtlijn geldt dat een brugklasser om ongeveer 20.30 uur naar bed gaat.
2
* Een goede werkplek Om geconcentreerd het huiswerk te kunnen maken en leren moet men in een rustige ruimte ongestoord kunnen werken. Een eigen kamer is ideaal. Het moet er niet te koud en niet te warm, niet te licht en niet te donker zijn. Schrijfgerei en naslagwerken moeten het liefst binnen handbereik zijn. Als je namelijk moet opstaan om die ergens te gaan halen is de verleiding groot om onderweg iets anders te gaan doen. Veel kinderen werken graag met een muziekje op de achtergrond. Uit onderzoek blijkt dat dit het werken kan bevorderen, maar niet in alle gevallen. Vooral bij het maakwerk is achtergrondmuziek nuttig, maar bij het (hardop) van buiten leren, stoort het alleen maar. Bij leerwerk dus zorgen voor stilte!! Daarom is ook een eigen TV op de kamer absoluut af te raden. * Overhoren Overhoren is een goede manier om er achter te komen hoe uw kind werkt en leert. Bovendien komt uw kind er zo achter, hoe goed hij of zij de stof beheerst. U hoeft hiervoor niet van elk schoolvak verstand te hebben . Enkele tips * Laat het zoveel mogelijk aan uw kind over of en voor welke vakken het een overhoring wil. Biedt het af en toe aan, maar dring het niet op. Alle vakken overhoren is niet nodig en kost veel tijd. Uw kind moet juist ook het vertrouwen krijgen, dat het op eigen kracht goed presteert. Als u altijd alles zelf wilt overhoren, kan een kind dat ook als wantrouwen opvatten. En een kind overhoren dat vol tegenzin wacht tot het voorbij is, heeft weinig zin. * Probeer er achter te komen, voor welke vakken uw kind uw steun kan gebruiken. Maar ook dan moet uw kind er zoveel mogelijk zelf van overtuigd raken dat overhoren nodig is. Praat daarom met uw kind hierover en probeer het zover te krijgen dat het er zelf om vraagt. Dat kan soms even duren, maar het is beter het goede moment af te wachten waarop u hulp aanbiedt, dan bijvoorbeeld te zeggen: "En vanaf nu ga ik je iedere dag overhoren, net zolang tot je een 6 haalt." In dat laatste geval - een soort strafexercitie - bestaat het gevaar dat u de schoolprestaties geheel als uw eigen verantwoordelijkheid gaat zien. Toch is in een aantal gevallen zachte dwang niet verkeerd, afhankelijk van hoe uw kind hierop reageert. * Laat uw kind eerst zo precies mogelijk uitleggen om welke stof het gaat, hoe de stof gekend moet worden en voor wanneer. Vraag zoveel mogelijk op dezelfde manier als het in de klas teruggevraagd wordt. Talen: Vraag woordjes mondeling en laat ze ook opschrijven ( dit is heel belangrijk) en hardop uitspreken. Corrigeer daarna samen (kinderen lezen vaak over hun eigen fouten heen) de spelling. Laat uw kind tijdens het overhoren een lijstje van de woorden maken, die het niet wist. Die worden extra geleerd. * Overhoor woordjes niet direct na het leren, maar bijv. aan het eind, als er voor een paar andere vakken (geen talen) gewerkt is. Laat de grammatica aan u uitleggen en stel vragen, alsof u alles voor het eerst ziet. Andere vakken: Laat uw kind de stof eventueel aan u uitleggen. Vraag waarom iets zo is, hoe het werkt, sinds wanneer enz. Vraag naar de samenhang met de aantekeningen, de opdrachten enz.
3
* Blijf tijdens het overhoren positief. Niemand laat zich graag overhoren in een sfeer van ongeduldigheid en negatieve opmerkingen als: "Je kent het niet eens!", "Komt er nog wat van?", "Nee, dat is natuurlijk fout" enz.. Veel kinderen overschatten zichzelf. Ze pakken het leren niet goed aan en denken dat ze het goed kennen. Ze schrikken zelf ook tijdens het overhoren. Laat uw kind in zo'n geval vertellen hoe en hoe lang het geleerd heeft en ga op zoek naar een betere manier van leren. *Uitleg geven Ook hier geldt: Wacht zoveel mogelijk tot uw kind er zelf om vraagt. Pas op met een andere uitleg dan die van het boek of van de docent. Voor veel vakken is bovendien de lesstof ingrijpend veranderd sinds de basisvorming. Zoals u het zelf leerde, hoeft het nu niet meer altijd te zijn. Natuurlijk leiden er meer wegen naar Rome, maar: Veel kinderen snappen het op school een beetje, maar raken met een heel andere uitleg juist in de war. Soms kan een klasgenootje het het beste uitleggen. Een tijdje samen huiswerk maken met iemand die het wel begrijpt, is dan zinvol. Dat wordt natuurlijk anders als het er toe leidt dat uw kind het huiswerk laat maken door een klasgenoot. Pas ook op dat u niet zelf het huiswerk van uw kind gaat maken. Dat is soms sneller gebeurd dan u denkt. Veel ouders of verzorgers willen immers zelf ook weten "of ze het nog kunnen". Sommige kinderen zijn hier heel handig in en voor u het weet is die lastige oefening door u gemaakt. *Studielessen Om te leren hoe je het huiswerk het beste aanpakt, krijgt uw kind in de brugklas elke week een uur studieles. Daarin wordt aandacht besteed aan "leren leren" en daarmee ook aan het maken en leren van het huiswerk. Alle leraren geven bovendien voor hun eigen vak tips. Vaak is er niet één bepaalde manier die voor iedereen het beste is, maar uw kind maakt op school kennis met een groot aantal manieren en vindt zijn of haar eigen weg hierin. Maar dat wil niet zeggen dat het daarmee allemaal vanzelf gaat... Als het niet goed gaat.......... Niet voor ieder kind gaat het maken en leren van het huiswerk van een leien dakje. Wat te doen als het niet gaat? Soms gaat het om kleine problemen, soms is er meer aan de hand. Niet altijd is hier een pasklare oplossing voor te vinden. Hier volgen een aantal veel voorkomende situaties. Waar nodig is vermeld, waar u verder advies kunt krijgen. * Uitstellen Het kind doet het huiswerk wel, maar gaat niet vanzelf aan het werk. Veel mensen hebben de neiging om vervelende dingen uit te stellen. Kinderen ook. Een vaste dagelijkse structuur maakt het in zo'n geval gemakkelijker om te beginnen. Vooral als "de worst" (een stukje vrije tijd, dat 's avonds overblijft) aantrekkelijk genoeg is. Ook kunt u bijvoorbeeld proberen af te spreken dat er 's middags altijd een half uur huiswerk (met name het maakwerk) in de huiskamer gemaakt wordt, mits het er echt rustig is. U houdt dan een oogje in het zeil en uw kind moet een reden hebben om te stoppen.
4
* Motivatie Het kind vlucht in excuses om het werk niet of slecht te doen. Soms verstoppen kinderen zich achter smoesjes en overdrijvingen. "We hebben geen huiswerk", "Niemand leert het", "Bij die vent hoef je toch niks te doen" enz. Vaak verbergen zich achter zulke halve waarheden hele leugens. Uitzonderingen daargelaten (zoals bijvoorbeeld de huiswerkvrije dagen) krijgt iedere leerling altijd huiswerk. Wie het tijdens het opgeven in de klas gemist heeft, kan in de brugklas in het klassenboek kijken of anders het aan een klasgenoot vragen. Ook zelfbeklag ("Ik snap het toch niet!") is een manier om jezelf voor te houden dat je het niet hoeft te doen. Als uw kind het echt niet meer ziet zitten zit er niets anders op dan in een gesprek proberen te achterhalen wat het werkelijke probleem is. Soms is dat iets kleins wat die dag gebeurd is, soms is het een groter probleem. Dat kan iets heel anders dan school zijn. Niet altijd zal uw kind u zijn zorgen en problemen toevertrouwen. Als de motivatie dreigt te verdwijnen en uw kind wil gewoonweg niet meer voor school werken, is het beslist raadzaam om contact met de mentor op te nemen. * Werkhouding Chaotisch en ongeconcentreerd werken. Sommige kinderen weten niet (goed) welk huiswerk ze opgekregen hebben, ze zijn vaak hun spullen kwijt, zijn snel afgeleid, dromerig of juist druk, plannen slecht of niet (en worden dan verrast door werkstukken en proefwerken) en hebben soms de neiging het werk af te raffelen. Vaak kunnen deze kinderen de stof op zich wel aan, maar ze kunnen hun werk niet goed zelf organiseren. Als ouder of verzorger dient u in zo'n geval een goede structuur aan te brengen met veel begeleiding, duidelijke afspraken en veel controle. Houdt uw kind in de gaten: Hoe noteert de leerling het huiswerk in de agenda? Laat u een werkplan tonen, waarop al het huiswerk staat dat voor de volgende dag geleerd en gemaakt moet worden. Let daarbij op de volgorde: maakwerk en leerwerk moeten afgewisseld worden, voor repetities moet vooruitgewerkt worden. Overhoor vaker. Dit alles zorgt er niet voor dat de genoemde problemen als vanzelf ophouden te bestaan. Wie van nature chaotisch is, kan daar mee leren omgaan, maar het zal nooit zomaar voorbijgaan. Datzelfde geldt voor snel afgeleid zijn. In een aantal gevallen kan de Huiswerkgroep uitkomst bieden. Daar wordt uw kind twee keer in de week getraind in de juiste aanpak van het huiswerk. Door middel van gerichte instructie leert uw kind plannen, een geschikte studiemethode te vinden en went het aan een vast studieritme. Er wordt na schooltijd in een rustige omgeving, in een vast ritme en onder begeleiding van een docent aan het huiswerk gewerkt. Het gaat hier dus niet om vakinhoudelijke bijles. Wij hopen ook dit schooljaar na de herfstvakantie met een huiswerkgroep van start te kunnen gaan.
5
* Verkrampt Het kind weet niet van ophouden, het is overdreven tobberig, het werk moet altijd perfect zijn. Het ene kind heeft (veel) meer tijd nodig om bijvoorbeeld een opdracht te maken dan een ander. De een moet veel, de ander weinig leren voor hetzelfde resultaat. Ook de hoeveelheid huiswerk per dag is verschillend. Geen reden om in paniek te raken, als de schatting hieronder afwijkt van hoeveel uw kind doet. Grofweg kunt u er van uitgaan dat een gemiddelde brugklasleerling tussen de 1,5 en 2 uur bezig is/bezig zou moeten zijn met huiswerk. In een aantal gevallen dreigen kinderen langer aan hun huiswerk te zitten dan nodig is. Zeker als ze daardoor niet meer aan vrije tijd toekomen of te weinig slaap krijgen, is het nodig om hier aandacht aan te besteden. Het kind moet immers ook kunnen relativeren, zeker als de resultaten goed zijn. Soms is een vorm van faalangst in het spel. Sommige kinderen worden van thuis uit onder druk gezet om een hoger niveau onderwijs te volgen dan ze eigenlijk aankunnen. Een kind kan dan uit angst voor negatieve opmerkingen of mindere resultaten langer willen werken dan goed is. Als u vermoedt dat uw kind zich overdreven zorgen maakt over huiswerk en school, neem dan beslist even contact op met de mentor. * Tijdnood Het kind krijgt het werk niet af. Dit kan meerdere oorzaken hebben. Te laat beginnen, een slechte planning, te langzaam werken, een te hoog niveau enz. Maar het kan ook zijn dat uw kind erg veel of te veel huiswerk opgekregen heeft. Docenten kunnen niet altijd overzien hoeveel huiswerk een bepaalde klas voor een bepaalde dag opgegeven krijgt. Aan de andere kant vallen er voor leerlingen soms lesuren uit. In die tijd kan vooruit gewerkt worden. Als uw kind in principe een harde werker is en het werk toch vaak niet afkomt, is het verstandig om even contact met de mentor op te nemen --------------------------
6