Helder rapporteren
BRING ME NO MORE REPORTS (Macbeth, Act V)
Helder rapporteren Een handleiding voor het opzetten en schrijven van rapporten, scripties, nota’s en artikelen
Peter Nederhoed Tiende, herziene druk 2010
Houten 2010
Ó 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopiee¨n of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopiee¨n uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet jo het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. ISBN 978 90 313 7771 8 NUR 810 Ontwerp omslag en binnenwerk: Studio Bassa, Culemborg Automatische opmaak: Pre Press Media Groep, Zeist Illustraties: Mediabuilders, Zutphen Achtste druk 2004 Negende druk 2007 Tiende, herziene druk 2010 Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl
Inhoud
Voorwoord bij de tiende druk 1
Inleiding
deel i voorbereiding 2
8 10
15
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Verkenning van onderzoeks- en rapporteringsterrein Terreinafbakening Vraagstelling Doelstelling Publiek Werkwijze of strategie Onderzoeksvoorstel
19 20 30 38 49 55 60
3 3.1 3.2
Opsporen van informatie Literatuuronderzoek Vragenonderzoek
63 63 96
4 4.1 4.2 4.3
Het opstellen van een rapportschema Indeling van beschrijvende teksten Indeling van betogende teksten Controle van het rapportschema
deel ii i l l u s t r at i e s 5 5.1 5.2
Algemene aanwijzingen voor het gebruik van illustraties Functie van de illustratie Keuze van de illustratie
1 16 1 18 1 23 1 36
145
1 49 1 49 151
6
Inhoud
5.3 5.4
Presentatie van de illustratie Plaats van de illustratie
1 53 1 57
6 6.1 6.2
Tabellen Vormgeving van de tabel Inhoud van de tabel
1 59 1 59 1 64
7 7.1 7.2
Grafieken Eisen aan grafieken Soorten grafieken
1 72 1 72 1 80
8 8.1 8.2 8.3 8.4
Schema’s Organisatieschema Stroomschema Beslissingsschema Conceptueel schema
1 96 1 97 1 98 200 20 1
deel iii d e o n d e r d e l e n va n h e t r a p p o rt
205
9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
Voorafgaande onderdelen Omslag Titelpagina Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting
207 207 212 212 217 225
10 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6
Hoofdonderdelen Inleiding Oorzaken/Gevolgen Voor- en nadelen Methode Resultaten en Discussie Afsluiting
236 237 257 260 264 267 277
11 11.1 11.2 11.3
Slotonderdelen Literatuuropgave Bijlagen Register (Index)
292 292 310 312
7
Inhoud
deel iv f o r m u l e r i n g va n d e t e k s t
315
12 12.1 12.2 12.3
Twaalf schrijftips De start van het schijfproces De eerste versie of het ‘klad’ De definitieve versie of het ‘net’
317 318 32 1 324
13 13.1 13.2 13.3
De alinea Soorten alinea’s Verband in en tussen alinea’s Vormgeving van de alinea
330 330 342 352
14 14.1 14.2
Zinsbouw Overzichtelijke zinsbouw Aantrekkelijke zinsbouw
358 358 368
15 15.1 15.2 15.3 15.4
Woordgebruik Levendig woordgebruik Exact woordgebruik Direct woordgebruik Eenvoudig woordgebruik
382 382 397 409 415
deel v a f w e r k i n g va n h e t r a p p o rt
423
16 16.1 16.2
Spelling en interpunctie Enkele spellingproblemen Leestekens
425 425 435
17 17.1 17.2
Vormgeving van de tekst Paginaopmaak Typografische elementen
442 443 448
Noten
453
Literatuur voor verdere studie
455
Register
457
Voorwoord bij de tiende druk
Helder rapporteren is het product van mijn ervaringen met cursussen en trainingen schriftelijk rapporteren in onderwijs en praktijk. Daarmee heb ik al globaal aangegeven voor wie het boek is bestemd: voor de hbo- of wo-student die een (afstudeer)scriptie moet schrijven e´n voor ieder die beroepshalve in een rapport, nota of artikel verslag wil of moet doen van onderzoek. Is het mogelijk met e´e´n boek aan de behoeften van deze twee doelgroepen tegemoet te komen? Ja! In Helder rapporteren wordt namelijk niet alleen ingegaan op onderwerpen die voor alle rapporten gelden, maar ook op de verschillen tussen rapporten (scripties) die voor een studie en rapporten (nota’s) die voor de beroepspraktijk worden geschreven. Aan die verschillen wordt in het onderwijs bijna altijd voorbijgegaan; Helder rapporteren besteedt er op diverse plaatsen ruime aandacht aan. Daarmee hoop ik studenten die afstuderen in het bedrijfsleven en beginnende beroepsbeoefenaars beter voor te bereiden op de bijzondere eisen waaraan een rapport in het veld moet voldoen. Hoewel ik in dit boek globaal de route volg die onderzoekers in theorie afleggen om verslag te doen van hun onderzoek, is het niet bedoeld als leerboek dat in een aaneengesloten leergang moet worden doorgenomen. Daarvoor is het te omvangrijk. Wel maken de vele opzichzelfstaande eenheden, waaruit het is opgebouwd, het mogelijk studenten op verschillende momenten in een onderwijstraject te vragen een of meer van deze eenheden zelfstandig te bestuderen. Met Helder rapporteren heb ik vooral een naslagwerk willen schrijven – een vraagbaak – voor ieder die bij de opzet en het schrijven van een scriptie of een onderzoeksverslag over bepaalde aspecten daarvan meer wil weten. Daarom staan er in het boek geen oefeningen. En daarom ook heb ik ernaar gestreefd de inhoud ervan op verschillende manieren toegankelijk te maken – niet alleen via talloze kopjes, maar ook via de aan elk deel voorafgaande gedetailleerde inhoudsopgave en via een uitgebreid register.
Voorwoord bij de tiende druk
De tiende druk van Helder rapporteren verschilt op tal van plaatsen van de vorige. De belangrijkste verschillen zijn terug te vinden in het deel dat handelt over de voorbereiding van het onderzoeksverslag. Al te vaak gaat in die voorbereiding zo veel mis dat het daardoor op voorhand al onmogelijk wordt nog (tijdig) tot een goed (afstudeer)verslag te komen. In de tiende druk heb ik daarom, nog meer dan in de vorige, aandacht besteed aan de planning van het onderzoek (waaronder de formulering van een passende vraag- en doelstelling) en aan het opsporen en beoordelen van literatuurgegevens. Veel wijzigingen zijn ook te vinden in de hoofdstukken die gewijd zijn aan de belangrijkste rapportonderdelen en de alinea. Meer dan in het verleden is in de bespreking van de rapportonderdelen rekening gehouden met de scripties en teksten die in een academische omgeving worden geschreven. Met de wijzigingen in het hoofdstuk over de alinea heb ik beoogd de cruciale rol die deze speelt in de indeling en formulering van een tekst (nog) beter uit de verf te laten komen. Een aantal mensen heeft wederom mijn tekst van waardevol commentaar voorzien. In het bijzonder wil ik Peter van Laarhoven bedanken, hoofd van de afdeling Informatieverzorging & Collectievorming van de universiteitsbibliotheek Groningen, voor zijn stimulerende en corrigerende opmerkingen bij mijn tekst over literatuuronderzoek. Mijn collega’s Henk Moorlag en Marcel de Rooy ben ik erkentelijk voor hun kanttekeningen bij de hoofdstukken gewijd aan de formulering van de tekst. Hun hulp laat uiteraard onverlet dat alleen ik verantwoordelijk blijf voor de eventuele fouten en slordigheden die in Helder rapporteren voorkomen. Ten slotte nog een woord van dank aan de studenten van de OU-module Academische Vaardigheden. Zij hebben mij met hun opmerkingen en vragen duidelijk gemaakt dat mijn oorspronkelijke tekst over de opzet van het onderzoek en het rapport op tal van punten nog verheldering behoefde. Groningen, februari 2010
9