Er staan allerlei reacties, maar ik zie maar een enkele aanklacht tegen de inspectie. We zijn met elkaar grote kl...... , dat we niet in opstand komen. Wie begint? Ik volg. Helemaal mee eens. Tegenwoordig komen de mensen van de PABO af met weinig kennis over het werken en omgaan met kleuters. Zij zoeken dan houvast bij werkbladen en methoden. Er wordt vaak te weinig naar het kind gekeken en de ontwikkeling van het kind wordt dan onvoldoende gevolgd. Ook ik verbaas mij steeds meer over de gang van zaken in de kleuterklas. De Pabo studenten weten niets over het jonge kind. Wij als Klossers moesten d applicatiecursus volgen om les te mogen geven aan kinderen van groep 1 t/m 8, terwijl de PA'ers gewoon voor de onderbouw mochten staan, zonder extra bijscholing. Mijn mening is dat je bij de basis moet beginnen en niet halverwege. De Pabo van nu loopt welgeteld alles bij elkaar met hangen en wurgen (vakanties enz. ervan af) 1 jaar stage in de onderbouw, terwijl wij er 3 jaar voor hebben moeten studeren. Ik hou ook mijn hart vast als straks de laatste Klosser met pensioen gaat. Volgens mij is de tijd rijp om de kritische kleuterleidsters weer nieuw leven in te blazen. Want wat gaan we nu doen met deze landelijke onvrede. Gesprek met de minister of de inspectie? Onwetendheid, gevolg onkundig bestuur. En wat doet de Aob hiermee? Ik herken mij volledig in de kleuterjuffen die in opstand komen tegen de toenemende prestatiedruk en de ontkenning van de ontwikkelingspsychologie bij het jonge kind. Ik ben blij dat het Aob als een van de grootste vakbonden dit onderzoek heeft gedaan. De grote vraag voor mij is nu: wat gaan jullie ermee doen? Als er ergens actie gevoerd moet worden, dan is het wel op dit punt. Dit is nog veel belangrijker dan of de aow-leeftijd
naar 65 jaar gaat. Worden de politici door het Aob benaderd met deze informatie? Komen er landelijke acties, waardoor het tij misschien nog gekeerd kan worden? Ik hoop niet, dat voor de Aob met het publiceren van dit artikel de kous af is. Nu komt het erop aan of jullie als vakbond ook ergens voor staan. Ik ken een directeur van een basischool, die echt hart voor zijn personeel en kinderen heeft. Hij heeft lesgegeven in de kleuterklas en heeft zodoende ervaren dat kleuterjuf zijn een 'vak apart' is, dat je alleen leert als je gespecialiceerd bent. Dat zouden meer directeuren moeten doen, dan zouden er minder toetsen op kleuters losgelaten worden. Wat ben ik blij dat ik zoveel medestanders blijk te hebben. Gaan we dan nu er een keer wat aan doen? Hup kleuterjuffen/meesters de barricaden op, er wordt al te lang niet naar ons geluisterd. Bij ons op school doen ze ook net of ik niet met mijn tijd ben meegegaan. Wat heerlijk om zo'n artikel te lezen, bijna een verademing om te lezen dat ze er nog zijn , die echte kleuterjuffen! Ik vind zoveel herkenning in dit stuk. Samen met een collega, die ook de KLOS heeft gedaan zijn we al jaren aan het knokken om de kleuter de kleuter te laten. We hebben ook het gevoel dat we elke keer weer de hakken in het zand moeten zetten als er weer een nieuwe methode aan komt die we dan van groep 1 t/m 8 moeten volgen , want we moeten wel een doorgaande lijn hebben! Altijd maar weer uitleggen dat de kleuters een ander soort ontwikkeling door maken, dat ze meer leren als het onderwerp uit hun beleving komt, in plaats van het lesje die op dat moment in de methode vast ligt. Uitleggen dat de dagelijkse observaties waardevoller zijn dan een Citotoets. Lees in jullie artikel dat een juf nu ook de Cito voor groep 1 gebruikt omdat ze niet om de inspectie heen kunnen. Wij vinden het voor groep 1 echt niet kunnen en hebben ons er sterk tegen verzet. Dit om verschillende redenen. De jongste kleuter is meer ruimtelijk aan het spelen met materialen en niet zozeer in het platte vlak (Citoboekje), de jongste kleuter
heeft (nog) geen lange spanningsboog om ook maar de helft van zo'n boekje te maken, er zijn jongste kleuter die nog niet goed een potlood kunnen hanteren en nu moeten ze heel gecontroleerd een keurig streepje (het liefst) onder het juiste plaatje zetten. Ze moeten een aantal, voor de jongste kleuter, moeilijke handelingen tegelijk uitvoeren. Je moet een lange tijd rustig op je stoel kunnen zitten, dan moet je goed luisteren naar een mondelinge opdracht, kijken naar een aantal plaatjes, die opdracht vertalen naar die plaatjes, er een plaatje bij zoeken die er het beste bij past, dan je potlood goed vasthouden, want je moet onder dat ene plaatje een keurig streepje zetten. ( Niet te ver doortrekken want dan staat er onder 2 plaatjes een streep en moet je het volgens de handleiding fout rekenen!). Waar ben je dan helemaal mee bezig? Dan is het nog niet klaar............. Je moet het nakijken, dan komt er een lage score D-of E uit. Onbegrijpelijk want tijdens een spel in de kring, of een puzzel weet je van je dagelijkse observaties dat die kleuter wel de kleuren kent, en wel kan ordenen. Dan moet je met die score die eigenlijk geen enkele toegevoegde waarde heeft of betrouwbaar is, een groepsbespreking houden en vervolgens een handelingsplan erop los laten. Dan moet je een heel plan bedenken van 6 tot 8 weken waarin je gaat bedenken wat je allemaal extra met die kleuter moet doen om die score hoger te krijgen. Het is allemaal te gek voor woorden. Verspilde tijd, tijd die je beter kunt benutten om daadwerkelijk die speelsituatie te scheppen bij de kleuters waar ze veel meer geprikkeld worden en dus leren en zich ontwikkelen. Wij hebben dus op school gezegd groep 1 doet geen Cito. Wij gebruiken onze dagelijkse observaties en worden ondersteund door GOVK (Gouds ontwikkelingsysteem kleuters) Waar we een paar keer per jaar, ontwikkelingsfasen vastleggen in peilkaarten. Dit hebben we goed onderbouwd in ons schoolplan geschreven, wat de inspecties accepteert. Het is belangrijker of je de einddoelen haalt, wat bepaald of een kleuter klaar is om naar groep 3 door te gaan. Het liefst zou ik met groep 2 ook geen Cito doen, want het blijft een momentopname. Ook bij hun zijn je dagelijkse observaties tijdens spel het belangrijkst. En
wetende als kleuterjuf dat elke kleuter zijn eigen tempo heeft. Een kind kan zo niet rijmen, maar ineens 3 weken valt het kwartje door en kan hij/zij rijmen. Daarom is de herhaling zo belangrijk. Dit geldt ook met het dyslexieprotocol, ik maak mij absoluut geen zorgen als een kleuter nog maar een paar letters kent (meestal die van zijn/haar eigen naam) vlak voor de overgang naar groep 3. Ik merk ook dat de Pabostudenten veel te weinig over de achtergronden (pedagogiek en methodiek ) krijgen van het jonge kind. Ik heb op school een informatieavond een keer gebruikt om alleen maar over het spelen van de kleuter te vertellen. Ik heb ouders laten bouwen met blokken en elke keer de spelsituatie stilgelegd en verteld hoe een kleuter een bepaalde handeling ervaart en wat hij daarvan leert. (Ruimtelijke verhoudingen, tellen, vormen, motoriek etc. ) Zo ook met ontwikkelingsmateriaal. Er ging een wereld voor ze open, dat kleuters meer deden dan alleen maar spelen. Helaas mis je deze kennis ook bij de studenten of jonge collega's die net van de PABO komen. Nu is er zelfs een DIGI PABO. Alles gebeurt digitaal en je hoeft niet naar colleges. Gek hè, dat de kwaliteit van leerkrachten achteruit gaat als er geen colleges meer worden gegeven. Geen achtergrond informatie waarom en hoe je met kinderen werkt. Ik maak mij ook grote zorgen over die kleuterbouw. Als straks die KlOSSERS met pensioen zijn, dan houd ik mijn hart vast voor die kleuters. Het moet weer een specialisatie worden, diepgang moet terug komen in de opleiding en niet een module waar de kleuter wordt besproken, of waar je van achter je computer wat opdrachten krijgt toegestuurd. Ik wil alle kleuterjuffen vragen om hun stem te laten horen op www.deonderwijsagenda.nl . Via dit initiatief van de Volkskrant gaat binnenkort in een artikelenreeks aandacht besteed worden aan de 6 grootste problemen in het Nederlandse onderwijs. Momenteel worden 30 items ter stemming voorgelegd. Nieuwe items mogen echter voorgesteld worden aan de redactie. Dat er wat mankeert aan de basis van het basisonderwijs komt nu niet aan de orde en zal dus onderlicht blijven, tenzij iedereen nú reageert!
Geweldig ,wat een perfect artikel! Meteen enthousiast en gegrepen erdoor. Ein-de-lijk aandacht voor dit probleem. Lang op gewacht merk ik nu.........vaak blijft het blad liggen........nu niet.Rats......uit 't plastic. En hoe nu verder....? Hoe pakken we dit nu constructief aan /op zodat die DRUK ervan af gaat. Prestatiedruk op een totaal verkeerde manier. Inderdaad een administratiekantoor wordt het, een artikel recht uit mn hart. Hopelijk gaat er vanuit de AOB een signaal richting ministerie en wordt het ook daadwerkelijk opgepakt, blijft het hier niet bij. Onlangs weer in het i-b netwerk verschillende collega's onderbouw gesproken en overal is dezelde noodkreet te horen. Wanneer stopt dit gekkenwerk. Wanneer wordt de minister eens wakker!! Stopt deze papierwinkel . Wanneer sluit de PA hier weer eens daadwerkelijk op het jonge kind .......zo vaak dit beargumenteerd met mentoren PA....wie luistert er?!Wie zet eens stappen? Het wordt doods en steriel door een overmaat aan onzinnigheden. Laat onderwijs aub LEVEN en stop met de studenten het veld in te sturen met nul komma nul bagage, tot overmaat van ramp allerlei lessen gevend die NIET aansluiten bij het jonge kind!! AUB ,.... AOB GA IETS BETEKENEN VOOR DIT PROBLEEM,VOOR DE KINDEREN, DE LEERKRACHTEN MAAR OOK OUDERS ,steeds vaker hoor ik ook hun afschuw over deze prestatie-dwang/drang.......laat het kind nog kind mogen zijn. Een prima artikel! Ik hoop dat veel mensen (schoolleiders/inspectie) deze meningen horen en er een discussie zal ontstaan over de begeleiding van kleuters in de kleutergroepen.
Ik zelf ervaar ook een werkdruk die niet thuishoort in het kleuteronderwijs. Gras gaat nog steeds niet groeien als je eraan trekt. Allereerst moet mij van het hart dat ik het jammer vind dat u niet de moeite heeft genomen om kleuterleerkrachten die de Pabo gevolgd hebben en Pabo-studenten of -docenten bij dit artikel te betrekken. U laat een groep ontevreden leerkrachten haar ongenoegen spuien, en dat mag. Maar daarvoor maakt u maar liefst 8 bladzijden van uw blad vrij! Zelf ben ik bijna afgestudeerd aan de Pabo en ik kan u zeggen: ik weet veel over de ontwikkeling van kleuters, al zou het zeker beter kunnen. De voorbeelden die de leerkrachten noemen zijn volgens mij niet al te sterk. Mevrouw Hopman vertelt dat een collega uit de hogere klassen vond dat zij meer klassikaal woordjes moest aanbieden. Kleuters zouden hierdoor niet lang geboeid zijn. Ik ken verschillende kleuterleerkrachten die interactief en ja, met de hele groep, werken aan woordenschat, beginnend rekenonderwijs en het actief gebruiken van taal. Tijdens deze activiteiten werken de kleuters auditief, visueel en door beweging. En omdat ze regelmatig met de hele groep (klassikaal) werken, leren ze ontzettend veel van elkaar. Daarbij gebruiken de kleuterjuffen natuurlijk wel attributen, geluiden, emoties en sluiten ze aan bij wat voor de kinderen op het moment speelt (Sinterklaas, een verjaardag, etc). Een kleuterjuf die klassikaal woordjes gaat aanleren zónder al deze zaken erbij te betrekken is dom. Helemaal wanneer zij dit doet omdat een leerkracht uit de bovenbouw haar dit aanraadt. Een kleuterjuf die klassikaal (én in een kleine groep én begeleidend in de poppenhoek) structureel woorden en letters aanbiedt en registreert, is goed bezig. Zij weet wat de kinderen (zouden moeten) kunnen en kennen, zodat ze concrete informatie over de kinderen aan de leerkracht van groep 3 kan overdragen. Mevrouw Druijf is daarmee geen administratiekantoor, maar een leerkracht die op de hoogte is van de ontwikkeling van haar kinderen. Het is voor haar opvolgers en haar collega's in middenbouw en bovenbouw bovendien belangrijk om te kunnen zien hoe de ontwikkeling van het kind was in de onderbouw.
Een kleuterjuf die alleen met kleuren aan de slag gaat wanneer de leerlingen over vlinders praten, is er waarschijnlijk van overtuigd dat kleuters 'gewoon vanzelf wel een keer' de kleuren zullen kennen. Zo'n kleuterjuf is naïef en, sorry dat ik het zeg, niet meer geschikt om een groep kleuters te begeleiden. Ferme taal, denkt u? Dat klopt. Maar als ik, als bijna afgestudeerde Pabostudent, lees: 'Op de pabo leren studenten echt heel weinig over het kleuteronderwijs' dan vind ik dat nogal kort door de bocht. Pabostudenten leren tegenwoordig wellicht op een andere manier over kleuters, maar ze weten bijvoorbeeld wel degelijk dat reken en wiskunde-onderwijs onder andere begint in de bouwhoek. Men stelt: 'Ze moeten alles van ons horen, tijdens hun stage'. Ik ben juist van mening dat de Klossers juist ook van de huidige Pabostudenten heel wezenlijke zaken zouden kunnen leren! Ik zou zeggen: 'Zie de kansen, neem initiatief om de zaken ten goede te keren!' Maar dat vindt u dan wellicht naïef van mij. Zelf heb ik 10 jaar geleden de pabo afgerond, maar als de mogelijkheid er was geweest had ik graag een opleiding gevolgd die speciaal op kleuters gericht is. Als ik lees hoe deze juffen over hun keluterklassen praten en hoeveel ze weten ben ik (bijna) een beetje jaloers. Ik heb nu zelf een aantal jaar een kleutergroep en ik vind het ontzettend leuk, maar soms merk ik nog steeds dat ik niet weet wat deze dames allemaal weten. Dat vind ik ontzettend jammer!! Natuurlijk heb ik in de loop van de tijd, al dan niet samen met collega's, cursussen en scholingen gevolgd, maar dit is nooit zo omvangrijk als een complete opleiding. Hoewel ik vind dat er ook veel goede nieuwe ontwikkelingen zijn op kleuter gebied (niet alles van vroeger is heilig) ben ik het wel helemaal met deze juffen eens als zij zeggen dat er weer een aparte kleuteropleiding zou moeten komen. Ik zou dan zeker geïnteresseerd zijn om die alsnog te gaan volgen....
Toen ik jullie artikel las in de laatste editie van het onderwijsblad, vond ik zeer veel herkenning in wat de kleuterjuffen zeiden. Ik ben zelf kleuterjuf, en ben 5 jaar geleden afgestudeerd. Toen ik begon aan de pabo wist ik vrij snel dat ik met kleuters wilde werken. Tijdens mijn opleiding ben ik er tegenaan gelopen dat ik pas in het vierde jaar kon kiezen voor specialisatie kleuters. Toen ontdekte ik dat er een pabo was die al in het derde jaar kleuterspecialisatie bood, en dat was de hoge school Helicon in Zeist. Deze pabo is de opleiding voor vrije school leerkkrachten. Ik ben toen overgestapt. De vrije school is sinds de basisvorming 20 jaar geleden vast blijven houden aan de term kleuterklas, en begint pas met het tellen van de groepen na de kleuterklas. Daar heet groep 3 nog steeds de eerste klas. Uiteindelijk maakt het niet zo uit hoe je het noemt, maar er wordt van uit gegaan dat de kleuterleeftijd iets wezenlijks anders vraagt dan de kinderen die ouder zijn. Het schoolse leren wordt voor zo ver mogelijk uitgesteld. Ieder systeem heeft weer zijn voor en nadelen, maar dit concept vond ik zeer waardevol. Inmiddels ben ik ook kleuterjuf, en op een vrije school. Met heel veel plezier. De kinderen hebben meer ruimte om te mogen spelen, en zich te ontplooien via muziek, beweging en spel. Ik zelf ervaar dar er binnen ons systeem koestering voor de kleuterleeftijd, en het wordt belangrijk gevonden dat het jonge kind ruimte krijgt om te spelen. Ik heb het met interesse gelezen en kan me in veel genoemde zaken wel vinden. Er is denk ik ook veel te weinig echt gerichte aandacht binnen de Pabo's voor het opleiden van docenten in de onderbouw. ( ik zou daar groep 3 graag in betrekken en misschien zelfs wel groep 4.) Ook ik ben geen "Klosser" maar sta wel voor een kleutergroep. Ook ik zie hoeveel er al geleerd "moet" zijn voordat kinderen naar groep 3 gaan en ook ik vind het erg dat herfstkinderen
niet nog een extra jaar mogen kleuteren zonder plan van aanpak. Toch zijn er ook een aantal dingen waarin ik de mening van de geïnterviewde collega's niet deel of waar ik moeite mee heb. Allereerst vind ik het opvallend dat de kleuterjuffen die nog een KLOS opleiding hebben gevolgd, zich zo "anders dan de rest" voelen of profileren. Daarmee creëer je een eiland binnen je team/school die de werksfeer niet ten goede komt, denk ik. En juist samenwerken is de sleutel is om de problemen te lijf te gaan die denk ik alle collega's in "basisonderwijsland" ervaren en die ook in het artikel duidelijk naar voren komen zoals: steeds meer nadruk op prestatie etc. Verder viel me op dat er een aversie lijkt te zijn tegen het plannen van je onderwijsaanbod binnen het kleuteronderwijs. Ik vind het zelf juist prettig om goed voor ogen te hebben wat mijn onderwijsaanbod van de komende periode (thema/week/dag/dagdeel) is. Hiermee creëer ik voor mezelf een goed overzicht van mijn doelstellingen. Bovendien kun je ook heel goed (wat mij betreft) zichtbaar maken wat je kinderen zoal aanbiedt of hebt aangeboden. Administreren is gewoon iets wat in deze tijd van vastleggen hoort. Ik zie en gebruik het als een "gereedschap". Verder denk ik, maar misschien ten onrechte want ik ben geen "Klosser", dat je best op een hele speelse manier kinderen allerlei schoolrijpheid vaardigheden aan kunt bieden zonder daar kinderen mee te belasten. In de bouwhoek, in een kleine kring, in de huishoek/poppenhoek, leeshoek/luisterhoek en overal waar je maar mogelijkheden ziet en verwezenlijkt. Het vergt echter wel moeite, moed en creativiteit om je onderwijs zo vorm te geven dat je kan voldoen aan de eisen van de huidige maatschappij maar tegelijkertijd kinderen de ruimte geeft om zich naar eigen tempo te ontwikkelen. Mijn suggestie Aan alle "klossers"van Nederland die zich zorgen maken over de toekomst van het kleuteronderwijs: richt een organisatie op die collega's en studenten die geen
KLOS opleiding hebben genoten maar wel werkzaam zijn in het kleuteronderwijs bij gaat scholen. Jullie hebben een schat aan kennis en ervaring die wij graag zouden willen overnemen zodat we hem kunnen integreren in ons dagelijks klassenmanagement. Maak kennisoverdracht mogelijk, zet zelf die stap!! Het heeft lang geduurd, maar nu lijken de kleuterjuffen dan eindelijk zich uit te gaan spreken over de terreur van onderwijskundigen en CITO-toets ontwikkelaars. Het kan niet goed zijn om kinderen van 4 en 5 jaar te bombarderen met kennis omdat dit zo nuttig zou zijn voor hun toekomst, terwijl in deze fase van hun nog jonge leven de creativiteit de kans zou moeten krijgen zich te ontplooien. Denk dat de samenleving meer gebaat is bij creatievelingen dan bij lieden die zo goed passen in een model. Hoop dat de minister/staatssecretaris van onderwijs niet al te doof zijn voor noodkreten uit het veld. Ik vrees dat Klossers eerder het probleem dan de oplossing zijn. Voorbeeld van de misvattingen die onder kleuterjuffen leven:"Nu moeten de kleuters al vijftien letters kennen: de letters van hun naam en een paar andere erbij." Waar staat dat dat moet, juf? Ik weet het antwoord wel: het staat nergens. U verzint maar wat en dat doet u op basis van een allang verlaten onderwijssysteem. Er is, itt de tijd dat de Klos nog bestond, geen 'overgangseis' voor kleuters (of 'toelatingseis' tot groep 3). Het veranderde onderwijs stelt veel minder dwingende eisen aan de leerling. De eisen gaan over de leerkracht en het onderwijsaanbod. Naam kunnen schrijven en een aantal letters kennen is een streven waarop het onderwijs ingericht moet zijn. En meestal lukt dat, want die naam en die letters, dat is geen maat om op af te keuren, maar een gemiddelde van wat kinderen van die leeftijd zoal kunnen (zie ook de notitie van de Inspectie "ieder kind kan leren lezen"). Niemand hoeft afgekeurd te worden. Iedereen mag naar de volgende groep. Toch kunnen veel leerkrachten het maar niet laten om de leerlingen een absolute maat te nemen en 'ongeschikt' te verklaren. Dat afkeuren gaat heel vaak helemaal niet om cognitieve zaken, maar juist om dit: "voelt
het kind zich vrij in de groep, heeft hij een goede werkhouding, kan hij samen spelen, kan hij groepswerkjes doen?" U leest het goed. Werkhouding. Klossers en de door hen ingewerkte nieuwe leerkrachten, eisen een goede werkhouding van kleuters als bindende maat om ze door te laten stromen naar een volgende groep. Alsof 'werkhouding' iets is waarmee kleuters zich bezig zouden houden. Alsof bij ouders thuis 'werkhouding' op de opvoedagenda zou staan, zoals met mes en vork eten. Waar hebben ze het over? Het gaat hier om menswaarden en karaktertrekken waar jongens, verlegen kinderen, kinderen met een voorsprong en kinderen die liever alleen spelen, maar moeilijk aan kunnen voldoen. De strijd gaat helemaal niet om kind 'mogen' zijn, maar om kind 'moeten' zijn naar een mensmodel zoals de leerkrachten dat voor ogen hebben. Ze 'moeten' knippen en plakken leuk vinden. Ze 'moeten' hun verplichte creatieve werkjes uit zichzelf gelijkmatig over de week verdelen en afmaken. Ze 'moeten' werkhouding tonen, zoals werknemers dat ook moeten: Braaf en zonder mopperen doen wat ze wordt opgedragen binnen de gestelde tijd en daar zelfstandig ook nog wat plezier aan beleven. En dat alles om maar geen belasting voor de leerkracht van groep 3 te zijn. Wat nou 'kind mogen zijn'? Aan die menswaarden en karakterkenmerken wordt 'gewerkt' alsof we inderdaad nog in de jaren 70 zitten en de kleuters desnoods professionele ondersteuning verdienen in de speurtocht naar hun 'zelf'. Dat leidt vooral tot zorgelijke 10-minuten gesprekken met ouders die termen om de oren krijgen als 'faalangst', 'autisme' en noem de hele rij aan mogelijke kwalen maar als duiding voor de richting waarin de juf denkt en waarom het kind 'nog steeds niet voldoet aan de menswaarden die de juf passend vindt'. Ouders op last van de juf in paniek naar de psycholoog "mijn kleuter komt niet voor zichzelf op". Maar in werkelijkheid gaat het nergens over. Jongens worden geen meisje, verlegen karakters blijven zo, drukke kinderen zijn gewoon druk of vervelen zich, zonder ziek te zijn. Daar verandert helemaal niets aan. Niet in de kleuterklas én niet in de jaren daarna, ook niet als ze blijven zitten. Dat bleek ook uit het artikel van W. v.d. Grift over zittenblijvende kleuters ( 2005). Ook dit "Maar ouders zijn vooral trots als
hun kleuter letters kent. Terwijl dat ook maar gewoon een trucje is." is een bijzondere uitspraak van een leerkracht die toch zou moeten weten dat lezen inderdaad geen biologie is, maar een kunstmatig aangeleerde vaardigheid. Een trucje ja. Net als je aankleden of je veters strikken. De negatieve ondertoon zou moeten wijken voor een realistische kijk op de aan te leren vaardigheden. Maar dat is helaas nog niet gebeurd. Het lijkt erop dat de Klossers zijn blijven hangen in dat wat ze decennia geleden op de opleiding hebben geleerd. Het lijkt erop dat ze niets hebben opgestoken van de wetenschappelijke ontwikkeling die het onderwijs in die tussentijd heeft doorgemaakt. De argumenten van de Klossers zijn mager en niet van deze tijd. Voor deze stelling "Want als iedereen in een klas iets kan en jij niet, word je daar alleen maar bang en onzeker van." bestaat geen enkele onderbouwing behalve het 'gevoel' van de Klossers. De stelling is wel in strijd met de inrichting van het basisonderwijs dat niet op niveau gesorteerd is maar op leeftijd en dat omgaan met verschillen hoog in het vaandel heeft. Die kinderen, die kunnen dat wel. Ze doen niet anders, thuis en op het kinderdagverblijf. Onderlinge verschillen binnen de groep zijn doodgewoon. De juffen vinden dat omgaan met verschillen kennelijk maar moeilijk. Ik zou zeggen: laat u bijscholen.
Ook ik heb meegedaan aan de enquête en voel me opgelucht dat mijn meningen zo breed worden gedeeld. vooral met de inspectie heb ik zeer negatieve ervaringen.ruim 5 jaar geleden kwam, in de week voor de kerstvakantie, om 11.30 uur een inspecteur bij mij in de klas.ik zat ik in de grote kring voor te lezen en de ochtend na te bespreken. omdat ik heel goed weet waar ieder kind in zijn ontwikkeling staat, weet ik precies hoe en welke vragen ik aan welk kind kan stellen.om 10 voor 12 liet ik de kinderen hun jassen e.d. ophalen en omdat hij het wel had gezien, verliet hij de klas. zijn conclusie was al getrokken. grote kring dus deze juf gaf geen adaptief onderwijs en voor 12.00 uur de jassen laten halen, dan was er sprake van flinke "weglektijd". er moest "les"gegeven worden tot 12.00 uur en de ouders moesten maar binnen komen om de
kinderen met de jas te helpen.ik kreeg geen gelegenheid om na te bepreken en om het hoe en waarom uit te leggen. ik voelde me machteloos over zoveel onbegrip en had, ondanks de steun van collega's en directie, een heel vervelende kerstvakantie. ik kan nog boos worden als ik er aan terug denk. jammer dat hij niet even was gebleven. dan had hij het misschien gezien. al die ontwikkelingen die aan bod komen tijdens het jassen aandoen waaronder: - de bevordering van de zelfredzaamheid - de sociale ontwikkeling door elkaar te helpen - het leren op je beurt te wachten - het leren en durven stellen van de juiste hulpvraag - de ontwikkeling van de fijne motoriek (knopen en ritsen) - het opdoen van succeservaringen als het zelf lukt - het tellen van de knopen - begrippen als bovenste-onderste-middelste - links en rechts ik leer mijn stagiaires van elk spelmoment een leermoment en van elk leermoment een spelmoment te maken maar deze inspecteur begrijpt nog minder van het onderwijs aan kleuters dan pabo stagiaires.