U heeft nog geld van haar te goed maar het is niet haar schuld Wemos Campagne 2003
Optimale gezondheid is een universeel mensenrecht. Vanuit deze gedachte werkt Wemos al sinds 1981 aan haar doelstelling: Het verbeteren van de gezondheid van mannen en vrouwen in ontwikkelingslanden door het beïnvloeden van internationaal beleid.
U heeft nog geld van haar te goed maar het is niet haar schuld Wemos Campagne Schuldkwijtschelding Wemos 2003
Deze brochure gaat in op de achtergronden van de schuldenproblematiek, op de gevolgen daarvan voor de gezondheid van mensen in ontwikkelingslanden en het waarom van een nieuwe schuldencampagne, waarvoor we uw steun vragen.
4
Schuldenlast staat gezondheid in de weg
Schuldeisers zijn medeverantwoordelijk
Veel ontwikkelingslanden gaan gebukt onder een ondraaglijke schuldenlast. Rijke landen moeten de schulden van ontwikkelingslanden daarom kwijtschelden. De vijftienjarige Tatu Omar uit Kenia bracht die boodschap in het voorjaar van 2003 overtuigend over aan de Nederlandse regering: 'Wij hebben het geld zelf hard nodig. In ons dorp hebben wij onvoldoende toiletten, waardoor we vatbaar zijn voor diarree en cholera. Er zijn geen medicijnen en veel kinderen gaan dood.' Haar land heeft een schuld van in totaal vijf miljard dollar aan internationale instellingen en andere landen. Zo ook aan Nederland. U heeft feitelijk nog geld van Tatu Omar te goed. Met hernieuwde kracht gaat Wemos dit najaar met Jubilee Nederland en de NCDO campagne ‘Kans op Gezondheid’ campagne voeren om Nederland aan te zetten tot drastische schuldkwijtschelding. De organisaties vinden het onaanvaardbaar dat ontwikkelingslanden geld moeten betalen aan ons land, terwijl ze het zelf hard nodig hebben voor onder meer hun gezondheidssector. Mozambique betaalt jaarlijks 7 euro per inwoner aan westerse schuldeisers en heeft slechts 2,5 euro per persoon per jaar beschikbaar voor gezondheidszorg. Gemiddeld besteden Afrikaanse landen twee keer zo veel geld aan rente en aflossing als aan zorg. Tanzania, Benin, Zambia, Tsjaad en Bolivia betalen meer dan twintig procent van hun totale overheidsinkomsten aan rente en aflossing. Hierdoor blijft er veel te weinig over voor essentiële voorzieningen zoals een betere toegang tot gezondheidszorg, onderwijs of gezond drinkwater. De hoge schuldenlast blokkeert bovendien de economische ontwikkeling van deze landen.
De schuldeisers hebben de schuldencrisis mede veroorzaakt. Decennialang verstrekten zij leningen aan ontwikkelingslanden. Dit geld was nodig om de ontwikkeling van deze landen verder op gang te brengen, maar niet alles is goed besteed: een deel verdween in prestige projecten of op westerse bankrekeningen van de elite. Ook nu nog worden er leningen verstrekt, waarvan de relevantie voor ontwikkeling op zijn minst discutabel is. Daarom vinden maatschappelijke organisaties zoals Wemos, dat de schuldeisers van vandaag (regeringen, de Wereldbank en het Internationale Monetaire Fonds (IMF)) óók medeverantwoordelijk zijn voor de desastreuze gevolgen van de schuldencrisis.
Indonesië: Schulden door corrupte en militaire uitgaven
Indonesië heeft een totale buitenlandse schuld van 72 miljard dollar plus 60 miljard dollar aan binnenlandse schuld. Terwijl de kindersterfte stijgt en de overheidsuitgaven aan basisgezondheidszorg zienderogen achteruit gaan, besteedt Indonesië ruwweg de helft van het overheidsbudget aan schuldbetalingen. Sinds 1995/1996 zijn de sociale uitgaven met 40 procent gedaald. Ongeveer eenderde van de Indonesische schuld is ontstaan tijdens het bewind van dictator Soeharto, die bijvoorbeeld met exportkredieten van Engeland militaire aankopen deed. Ook Nederland leende het regime van Soeharto destijds geld, namelijk 576 miljoen euro. Een deel van dergelijke leningen viel ten prooi aan corruptie.
De schuldeisers zijn medeverantwoordelijk voor de schuldenlast, die de Indonesische bevolking nog steeds meetorst; zij hadden geen geld moeten uitlenen aan een dictator. De huidige regering van Indonesië moet gesteund en gestimuleerd worden de schuldigen voor het gerecht te brengen. Een structurele en rechtvaardige oplossing voor de crisis in Indonesië ligt in een onafhankelijke arbitrageprocedure, waarin de verantwoordelijkheid van alle partijen aan het licht komt en het land zoveel schuldvermindering krijgt dat het in staat is de neerwaartse armoedespiraal te doorbreken 1..
5
Gezondheid voorwaarde voor ontwikkeling
6
In de jaren tachtig zagen 37 Afrikaanse landen zich genoodzaakt hun sociale uitgaven te halveren om hun schulden te kunnen terugbetalen. In de jaren negentig daalden de gezondheidsuitgaven opnieuw, in landen zoals Mali, Tanzania, Zambia en Zimbabwe. Voor de mensen in bijvoorbeeld Zambia leidde het blijvende lage niveau van het gezondheidsbudget tot: ● een slechte staat van onderhoud in ziekenhuizen en gezondheidscentra op het platteland, ● eigen bijdragen (in contanten) voor consulten en medicijnen, ● minder gezondheidsvoorlichting buiten de instellingen (door de hoge benzineprijzen), ● een schaarse uitrusting in de instellingen, ● gebrek aan zelfs de goedkoopste medicijnen, ● gebrek aan papier voor zorgrapporten en groeistatistieken, ● gebrek aan voedsel in de ziekenhuizen, ● achterstallige salarisbetalingen, waardoor zorgverleners bijbaantjes moeten zoeken, en ● verhuizing van artsen en verpleegkundigen naar privéklinieken in de stad of naar het buitenland. In 2000 hebben de lidstaten van de Verenigde Naties de Millennium Doelen aangenomen om de wereldwijde armoede aan te pakken. Zij hebben zich gecommitteerd om vóór 2015 het aantal mensen dat in extreme armoede leeft met de helft te laten afnemen (ten opzichte van 1990), de kindersterfte in de wereld met tweederde te verminderen,
de moedersterfte met driekwart terug te dringen en alle kinderen basisonderwijs te laten volgen. De Millennium Doelen komen voort uit de internationale mensenrechtenverdragen en actieprogramma’s die overheden overeenkwamen tijdens conferenties van de Verenigde Naties. De doelstellingen maken duidelijk hoe belangrijk gezondheid is als voorwaarde voor ontwikkeling. Dat is niet alléén een kwestie van mensenrechten, maar ook van gezond economisch verstand: investeren in gezondheid is een voorwaarde voor economische ontwikkeling. De aidsepidemie is een schrijnend voorbeeld: aids is niet alleen een gezondheidsprobleem, maar ook een ernstig economisch probleem door het wegvallen van een flink deel van de arbeidskrachten.
'WHO moet gezondheidszorg van ontwikkelingslanden actief ondersteunen'
In september 1999 lanceerden de Wereldbank en het IMF het idee om ontwikkelingslanden een Poverty Reduction Strategy Paper (PRSP) te laten opstellen. Dit is een armoedebestrijdingsplan waarin overheden in overleg met maatschappelijke organisaties aangeven hoe de sociale en economische ontwikkeling in hun land gestimuleerd moet worden. Landen die in aanmerking willen komen voor schuldverlichting moeten zo'n PRSP opstellen, niet in de laatste plaats omdat westerse schuldeisers garanties willen dat het vrijkomende geld goed wordt besteed. Het principe van zo'n doorwrochte participatieve strategie is op zich waardevol. 'Het geeft maatschappelijke organisaties de mogelijkheid hun overheid en donoren aan te spreken op de gevolgen van hun beleid voor armoedebestrijding en gezondheid', verklaart Ellen Verheul van Wemos. 'Nationale en internationale organisaties kunnen het PRSP-initiatief gebruiken om hun lobby te versterken.' Verheul onderstreept echter, dat de PRSPs de afgelopen vier jaar nog maar weinig hebben opgeleverd, omdat landen overhaast een plan in elkaar draaien om in aanmerking te komen voor schuldverlichting.
'Omdat de Wereldbank en het IMF hun goedkeuring moeten geven, zijn landen meer gericht op wat deze instellingen graag willen lezen dan op de werkelijke behoeften van hun bevolking. Crediteuren en donoren komen bovendien met te weinig geld over de brug, om armoedebestrijding een forse impuls te geven. De armen zelf merken daardoor nog maar weinig van de PRSPs.' Toch is het wel de weg die landen moeten gaan: het is nodig stevige nationale plannen te maken die gedragen worden door de eigen bevolking en die onder democratisch toezicht worden uitgevoerd. Verheul: 'Alleen zo kan de onderhandelingspositie met de Wereldbank en het IMF verbeteren. Het is dus een zaak van lange adem.' Volgens Wemos kan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) landen actief helpen om PRSPs te formuleren, die bijdragen aan een betere gezondheid. 'De WHO moet ook de Wereldbank, het IMF en donoren aanspreken op hun verantwoordelijkheid om armoedebestrijding mogelijk te maken door veel meer schuldverlichting beschikbaar te stellen.'
7
Het belang van schuldkwijtschelding
8
Om de Millennium Doelen te realiseren, is geld nodig. Rijke landen hebben zwart op wit toegezegd arme landen hierbij te ondersteunen, onder andere via ontwikkelingshulp, schuldverlichting en betere handelsvoorwaarden. De praktijk wijst uit dat schuldkwijtschelding de snelste en meest effectieve manier is, om geld voor ontwikkeling bijeen te krijgen. Door schuldkwijtschelding komt namelijk op korte termijn geld vrij, anders dan bijvoorbeeld bij maatregelen die handel en investeringen moeten stimuleren. Omdat de overheid volledige zeggenschap heeft over het gebruik van het geld, kan het direct voor armoedebestrijding worden aangewend. Uit onderzoek blijkt hoe goed schuldkwijtschelding kan uitpakken. In tien Afrikaanse landen die schuldverlichting kregen, steeg het totale gezondheidsbudget tussen 1998 en 2002 met 70 procent. Het onderwijs in deze landen had ongeveer 40 procent meer te besteden. Aanwijzingen dat het geld naar 'verkeerde geldpotjes' ging, zijn er niet: het totale militaire budget bleef in dezelfde periode min of meer constant 2.
‘Ontwikkelingslanden hebben sneller en meer schuldverlichting nodig’ Kofi Annan, 2001, Secretaris Generaal van de Verenigde Naties
Kenia: Schulden betalen of gezondheid verbeteren?
Kenia heeft een schuld van bijna vijf miljard dollar. Tussen 1997 en 2001 gaf Kenia 6,2 miljard dollar uit aan rente en aflossingen, meer dan de helft van de overheidsinkomsten. Als dat bedrag besteed had kunnen worden aan Keniaanse kinderen, dan was er per kind jaarlijks 77 dollar beschikbaar geweest voor de strijd tegen HIV/aids, tuberculose en het verbeteren van de gezondheidszorg. Nu heeft de regering per inwoner per jaar slechts 6 dollar aan gezondheidszorg te besteden en 24 dollar aan onderwijs. Dat is triest als je weet dat Keniaanse baby's een groot risico lopen op HIV-infectie, wanneer zij in een ziekenhuis geboren worden. In de jaren negentig weigerde een arts in het Kenyatta National Hospital in Nairobi om
nog langer baby's ter wereld te helpen, omdat de omstandigheden waaronder ze moest werken té onhygiënisch waren en het risico op HIV-besmetting té groot! Ook Nederland eist rente en aflossing van Kenia. In 2003 moet de Keniaanse overheid ons land 7,32 miljoen euro terugbetalen. En hoewel Kenia een torenhoge schuld heeft, vinden de Wereldbank en het IMF het land niet heavily indebted genoeg: Kenia mag niet deelnemen aan het Heavily Indebted Poor Countries (HIPC)-initiatief, omdat de vorige regering niet aan de voorwaarden van de Wereldbank en het IMF voldeed. De nieuwe regering van Kenia lijkt meer open te staan voor de noodzaak van schuldkwijtschelding 3.
9
Tatu Omar: 'Ze kwamen te laat bij het ziekenhuis'
10
Schoon water en voldoende toiletten zijn belangrijk om ziekten te voorkomen, zegt de vijftienjarige Tatu Omar. Ze zet zich in Kenia met veel overtuiging in voor de rechten van het kind. Op scholen ontbreekt het aan van alles, maar aan toiletten nog het meest. Ook verontreinigd water eist slachtoffers. ‘Daarom breken besmettelijke ziekten uit zoals cholera, diarree en uitdroging’, vertelt ze. Er zijn geen medicijnen om de kinderen te behandelen en ziekenhuizen zijn meestal ver weg. ‘Ik weet dat een jongen die gebeten was door een hond, is overleden omdat ze te laat bij het ziekenhuis arriveerden.’ ‘Door de buitenlandse schuld van Kenia kwijt te schelden, zal er weer geld zijn om voedsel te vervoeren naar de droge gebieden’, zegt Tatu. ‘Dat zal de mensen gezonder maken. Bovendien kunnen dan waterleidingen worden aangelegd, zodat de mensen niet afhankelijk zijn van het water uit de rivier’.
U heeft nog geld van haar te goed maar het is niet haar schuld
U heeft nog geld van haar te goed maar het is niet haar schuld
Virginia Murugi: 'Geef straatkinderen te eten'
De Keniaanse tiener Virginia Murugi leefde vijf jaar op straat in de hoofdstad Nairobi. Ze werd misbruikt en bedelde om eten te kunnen kopen. ‘Ik wist nooit waar ik mijn volgende maaltijd vandaan moest halen. Het leven op straat was vol gevaren en er was niemand om mijn problemen mee te delen.’ Een lokale organisatie pikte haar van straat en zorgde ervoor dat ze kleding en eten kreeg. Omdat ze heel graag naar school wilde, werd een sponsor gezocht en gevonden. ‘Onderwijs is van levensbelang’, zegt het meisje. ‘Van de zestigduizend straatkinderen in Kenia gaat de meerderheid niet naar school’. Ze vraagt de Nederlandse regering de schuld van Kenia kwijt te schelden. ‘Dan krijgen ook straatkinderen te eten en kunnen ze naar school. En als ze ziek zijn, kunnen ze naar het ziekenhuis. Want daarvoor moet je een kleine bijdrage betalen en dat geld ontbreekt.’
11
12
Het is wel belangrijk, dat parlementen en maatschappelijke organisaties de besteding van de gelden door hun regeringen nauwkeurig controleren. Bolivia heeft bijvoorbeeld in 2000 wettelijk vastgelegd, dat de vrijkomende fondsen door schuldkwijtschelding direct zullen worden besteed aan gezondheidszorg, onderwijs en de ontwikkeling van het platteland. Begin dit jaar ging de nieuwe Boliviaanse regering echter dwarsliggen; die staat onder druk van het IMF om het begrotingstekort fors terug te dringen en heeft zijn oog op het schuldverlichtingsgeld laten vallen. De Boliviaanse koepel van maatschappelijke organisaties (MNCS) houdt de regering goed in de gaten. De MNCS heeft inmiddels een klacht ingediend bij de Boliviaanse ombudsman en bereidt acties voor om de overheid te bewegen zich alsnog aan de vastgelegde afspraken te houden. Dat maatschappelijke organisaties een dergelijke krachtige rol kunnen spelen, is winst.
Campagne voeren helpt Veel mensen ondersteunen de eis voor meer schuldkwijtschelding. Rond de millenniumwisseling verzamelde de succesvolle Jubilee 2000-campagne wereldwijd zeventien miljoen handtekeningen die de Wereldbank, het IMF en de rijke landen dwongen om verdergaande toezeggingen te doen. Het al bestaande initiatief van de Wereldbank en het IMF om de schuldenlast van arme landen tot een houdbaar niveau terug te brengen, is toen verbeterd. Arme landen kwamen iets sneller voor iets meer schuldverlichting in aanmerking. Het is alleen nog lang niet voldoende. Er wordt nog steeds te weinig verlichting geboden aan te weinig landen. Tevens is de procedure omslachtig en langdurig. Bovendien stellen de Wereldbank en het IMF soms contraproductieve economische voorwaarden zoals liberalisering van de export, het afschaffen van subsidies op voedsel en bezuinigingen op de sociale sectoren (zie kader: ‘Neveneffecten van de schuldencrisis’). Bovendien zijn de afgelopen jaren veel schuldenlanden zwaar getroffen door de ontwikkeling van de prijzen op de wereldmarkt. De producten die ze exporteren dalen voortdurend in prijs, terwijl de olieprijs omhoog is gevlogen. Op die manier verdampt de winst van een minimale schuldvermindering al voor de gelden binnen zijn. Wemos pleit daarom voor een drastische schuldkwijtschelding.
Neveneffecten van de schuldencrisis
Ontwikkelingslanden zijn veel geld kwijt aan rente en aflossing en bezuinigen daardoor op hun sociale uitgaven aan bijvoorbeeld gezondheidszorg. De schuldenlast heeft echter ook op een indirecte manier ernstige gevolgen voor de zorg. Om hun leningen te kunnen aflossen, zien landen zich gedwongen om nieuwe leningen te accepteren. De Wereldbank en het IMF verbinden hieraan echter stringente eisen, die de economie van het betreffende land weer op stoom moeten krijgen. Dat heeft vergaande gevolgen: overheden privatiseren bijvoorbeeld de drinkwater- en electriciteitsvoorzieningen en schaffen subsidies af, die de voedselprijzen laag houden. Daardoor worden massa's mensen ontslagen, stijgt de ondervoeding en worden vooral vrouwen sterk afhankelijk van de informele sector.
Deze zogenaamde structurele aanpassingsprogramma's hebben niet geleid tot de beloofde economische groei en hebben de armoede juist versterkt. In een groeiend aantal landen zijn aanvankelijke verbeteringen in de gezondheid weer teniet gedaan. Veel Afrikaanse landen zijn door de armoede en een ingestorte gezondheidszorg totaal niet opgewassen tegen ziektes als aids. Het gevolg is een stijgende kindersterfte en een fors dalende levensverwachting. De Wereldbank en het IMF hebben beloofd armoedebestrijding voortaan centraal te stellen, maar hebben hun economische voorstellen nooit in dat licht herzien. De campagneorganisaties vinden dat beide instellingen hun economische maatregelen vooraf moeten toetsen op de mogelijke effecten op armoede en gezondheid.
13
Campagne voeren is nodig, om de politiek opnieuw met de neus op de feiten te drukken. De schuldencrisis moet nu snel en effectief worden opgelost, om de bevolking in ontwikkelingslanden uitzicht te bieden op een menswaardig bestaan. Het benodigde bedrag is gering vergeleken bij bijvoorbeeld de uitgaven aan de oorlog tegen Irak, de belastingverlagingen in de Verenigde Staten of de Europese landbouwsubsidies. Ter vergelijking: de landbouwsubsidies bedragen 300 miljard euro per jaar, terwijl de Verenigde Naties berekende dat 50 miljard dollar per jaar genoeg is om de Millennium Doelen te realiseren.
14
De campagne roept op tot een vergaande schuldverlichting voor álle landen met een onbetaalbare schuldenlast. Het armoedeniveau moet centraal staan bij de vraag hoeveel schuldvermindering een land nodig heeft. Daarnaast pleit de campagne voor een eerlijke en transparante besluitvorming. De schuldeisers zijn nu aanklager, rechter en jury tegelijk. Zij bepalen eenzijdig wie voor schuldverlichting in aanmerking komt, voor hoeveel en onder welke voorwaarden. Dat kan en moet anders. Ontwikkelingslanden moeten onder leiding van een onafhankelijke partij kunnen onderhandelen met crediteuren en gemaakte afspraken moeten voor alle schuldeisers gelden.
‘Minder schulden. Een betere gezondheid. Steun onze campagne op www.wemos.nl’ Tot slot mogen landen die schulden kwijtschelden dat niet betalen vanuit het bestaande budget voor ontwikkelingssamenwerking. De Nederlandse overheid laat nu de kosten van schuldkwijtschelding voor rekening van ontwikkelingssamenwerking komen. Dit druist in tegen de internationale afspraak dat kwijtschelding niet ten koste mag gaan van het hulpbudget! (Zie kader: ‘Exportkredieten slokken miljoenen op van Nederlandse ontwikkelingshulp’)
Exportkredieten slokken miljoenen op van Nederlandse ontwikkelingshulp
Ontwikkelingslanden hebben twee soorten schulden uitstaan bij Nederland: voortkomend uit hulpleningen en uit exportkredieten. Hulpleningen (met zeer lage rente) worden sinds 1992 niet meer gegeven, exportkredieten (tegen commerciële rente) wel. Deze kredieten worden verstrekt, om producten of diensten bij Nederlandse bedrijven te kunnen kopen. Bedrijven kunnen zich verzekeren tegen wanbetaling bij de Nederlandse kredietverzekeringsmaatschappij, die de zogenaamde ‘politieke’ risico’s weer herverzekert bij het Ministerie van Financiën. Wanneer exportkredietschulden moeten worden kwijtgescholden, legt het Ministerie van Financiën de rekening echter neer bij het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Dit is onterecht, omdat in Europees verband is afgesproken dat de kredietverzekering kostendekkend moet zijn. Het is ook onterecht, omdat het gaat om transacties waarvan Nederlandse bedrijven profiteren, maar die niet zijn getoetst op hun effecten. Bovendien wil de overheid geen openheid geven over welke kredieten er in het verleden zijn verzekerd, voor welke projecten en
welke bedrijven ermee gemoeid zijn. Nieuwe kredieten worden sinds vorig jaar wel aangekondigd, maar het is nog steeds onduidelijk in hoeverre deze kredieten zullen bijdragen aan een sociale en duurzame ontwikkeling van het betreffende ontwikkelingsland. Het is hoog tijd, dat hierover een open discussie gevoerd wordt. Ontwikkelingslanden hebben gezamenlijk ongeveer 5,6 miljard euro aan schulden uitstaan bij Nederland: 3,9 miljard aan exportkredieten en 1,7 miljard aan hulpschulden. Daarvan staat 3,6 miljard uit bij landen die dat geld niet of nauwelijks kunnen terugbetalen. Aan rente en aflossing ontvangt Nederland van deze landen jaarlijks miljoenen euro’s. De kwijtschelding van exportkredieten legt in toenemende mate beslag op het Nederlandse ontwikkelingsbudget: in 2002 bedroeg dit in totaal 285,5 miljoen euro, ruim zeven keer zoveel als in 2001.
15
Wemos vraagt steun van zorgverleners
16
Wemos werkt in deze campagne samen met organisaties in Nederland en uit het buitenland. Wemos beschouwt Nederlandse zorgverleners als haar directe achterban. Als geen ander kunnen zorgverleners vanuit hun beroepspraktijk duidelijk maken, dat investeringen nodig zijn om de gezondheid van mensen in ontwikkelingslanden te verbeteren en het werk van hun collega’s in ontwikkelingslanden mogelijk te maken. Wemos vraagt daarom aan alle medische beroepsgroepen, aan alle organisaties in de Nederlandse gezondheidszorg en in de (medische) ontwikkelingssamenwerking om zich achter de campagne te scharen. Gesteund door u, wil Wemos haar eisen aan de Nederlandse regering kracht bijzetten.
Gezondheid = geen armoede = geen schuld = een recht
Wemos: ‘Het Nederlandse schuldenbeleid kan en moet beter'
Nederland is voorstander van snelle en substantiële schuldkwijtschelding en steunt het schuldverlichtingsinitiatief van de Wereldbank en het IMF voor een groep van arme landen met hoge schulden. De regering vindt, dat andere rijke landen hun toezeggingen moeten nakomen om samen het Heavily Indebted Poor Countries (HIPC)-fonds te vullen voor schuldsanering. In vergelijking met andere landen doen we het niet slecht: tot dusver is Nederland een van de gulste financiers. Maar het kan en moet beter, zoals blijkt uit dit document.
Via deze campagne spoort Wemos de Nederlandse regering aan: ● om alle bij Nederland uitstaande schulden kwijt te schelden, die ten koste gaan van armoedebestrijding. Echter zonder dat dit ten koste gaat van het budget voor ontwikkelingssamenwerking ● om andere schuldeisers aan te sporen om het Nederlandse voorbeeld te volgen en internationaal af te spreken, dat armoedebestrijding prioriteit moet hebben boven schuldaflossing ● om er bij de Wereldbank en het IMF op aan te dringen, dat hun programma´s aansluiten bij de plannen voor armoedebestrijding van de landen zelf en te voorkomen, dat hun economische voorwaarden negatieve sociale gevolgen hebben, en ● om problemen in de toekomst te voorkomen, door te garanderen dat nieuwe leningen bijdragen aan een sociale en duurzame ontwikkeling en daar duidelijke internationale afspraken over te maken.
17
Eindnoten: 1. Bron: Jubilee nieuwsbrief nr. 24, april 2002 2. Bron: Relief Works, African proposals for debt cancellation - and why debt relief works. A report from Jubilee Research at the New Economics Foundation. By Romilly Greenhill and Sasha Blackmore. August 2002 3. Bron: Lift the Yoke. Cancel Kenya's Debts. A debt relief campaign blue print. Published by the Chambers of Justice for the Cancel Debts for the Child (CADEC) Campaign. 2002
Verder lezen:
18
www.wemos.nl www.jubileenederland.nl www.kansopgezondheid.nl www.jubileeresearch.org www.wemos.nl/prs Wemos nieuwsbrief Jubilee nieuwsbrief
Deze campagne wordt gefinancierd door:
Tekst Margreet van der Hel Foto's Roel Burgler Ontwerp ingerdesign, santpoort ©2003 Druk Drukkerij Anker, Lelystad
www.wemos.nl
Wemos Postbus 1693 1000 BR Amsterdam telefoon 020 435 20 50 fax 020 468 60 08
[email protected] www.wemos.nl postgiro 4265727
Wemos 2003