Dwaasheid heeft haar eigen recht (The Curious Savage)
Toneelspel in drie bedrijven door John Patrick
vertaling Huyts TONEELUITGEVERIJ VINK B.V. (Grimas Theatergrime verkoop) Tel: 072 - 5 11 24 07 E-mail:
[email protected] Website: www.toneeluitgeverijvink.nl
VOORWAARDEN Alle amateurverenigingen die het stuk: DWAASHEID HEEFT HAAR EIGEN RECHT – THE CURIOUS SAVAGE gaan opvoeren, dienen in alle programmaboekjes, posters, advertenties en eventuele andere publicaties de volledige naam van de oorspronkelijke auteur: JOHN PATRICK te vermelden. De naam van de auteur moet verschijnen op een aparte regel, waar geen andere naam wordt genoemd. Direct daarop volgend de titel van het stuk. De naam van de auteur mag niet minder groot zijn dan 50% van de lettergrootte van de titel. U dient tevens te vermelden dat u deze opvoering mag geven met speciale toestemming van het I.B.V.A. Holland bv te Alkmaar. Copyright: © 1951 by John Patrick Anco Entertainment bv - Toneeluitgeverij Vink bv Internet: www.toneeluitgeverijvink.nl E-mail:
[email protected] Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, verfilming, video opname, internet vertoning (youtube e.d.) of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van I.B.V.A. HOLLAND bv te Alkmaar, welk bureau in deze namens de Uitgever optreedt. Het is niet toegestaan de tekst te wijzigen en/of te bewerken zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van I.B.V.A. HOLLAND bv te Alkmaar, welk bureau in deze namens de Uitgever optreedt. Vergunning tot opvoering van dit toneelwerk moet worden aangevraagd bij het Auteursrechtenbureau I.B.V.A. HOLLAND bv Postbus 363 1800 AJ Alkmaar Telefoon 072 - 5112135 Website: www.ibva.nl Email:
[email protected] ING bank: 81356 – IBAN: NL08INGB0000081356 BIC: INGBNL2A
Geen enkele andere instantie dan het IBVA heeft de bevoegdheid genoemde rechten van u te claimen, of te innen. Auteursrechten betekenen het honorarium (loon!) voor de auteur van wiens werk door u gebruik wordt gemaakt! Auteursrechten moeten betaald worden voor elke voorstelling, dus ook voor try-outs, voorstellingen in/voor zorginstellingen, scholen e.d. Vergunning tot opvoering: 1. Aankoop van minimaal 11 tekstboekjes bij de uitgever. 2. U vult het aanvraagformulier in op www.ibva.nl of u zendt de aanvraagkaart (tevens bewijs van aankoop), met uw gegevens, naar I.B.V.A. Holland. Uw aanvraag dient tenminste drie weken voor de eerste opvoering in bezit te zijn van I.B.V.A. Holland. 3. U krijgt daarop de nota toegestuurd. Na betaling wordt u de vereiste vergunning toegestuurd. Vergunning tot HER-opvoering(en): 1. U vult het aanvraagformulier in op www.ibva.nl of u zendt de aanvraagkaart met uw gegevens naar I.B.V.A. Holland. Uw aanvraag dient tenminste drie weken voor de eerste opvoering in bezit te zijn van I.B.V.A. Holland. 2. U krijgt daarop de nota toegestuurd. Na betaling wordt u de vereiste vergunning toegestuurd. Opvoeringen zonder vergunning zijn niet toegestaan en strafbaar op grond van de Auteurswet 1912. Zij worden gerechtelijk vervolgd, terwijl de geldende rechten met 100% worden verhoogd. Het tarief wordt met 20% verhoogd voor opvoeringen waarvoor geen toestemming werd aangevraagd binnen drie weken voorafgaand aan de voorstelling.
Het is verboden gebruik te maken van gekregen, geleende, gehuurde of van anderen dan de uitgever gekochte tekstboekjes. Rechten BELGIË: Toneelfonds JANSSENS, afd. Auteursrechten, Te Boelaerlei 107 - 2140 Bght ANTWERPEN Telefoon (03)3.66.44.00. Geen enkele andere instantie heeft de bevoegdheid genoemde rechten van u te claimen, of te innen.
Een toneelstuk komt alleen tot leven als de lezer of de acteur de intenties van de schrijver deelt. Een verkeerde interpretatie van een stuk zal de betekenis ervan tenietdoen. Een te sterke nadruk op een bepaald gegeven uit het stuk, waar de auteur dit niet bedoeld heeft, verstoort het delicate evenwicht tussen de waarden die een rol spelen. Het op die manier spelen van een toneelwerk leidt tot niets, of erger, tot een smakeloze voorstelling. Het is belangrijk dat de bewoners van 'Het Klooster' worden gespeeld met warmte en waardigheid. Hun tehuis is geen gekkenhuis, en ook zijn deze mensen zeker geen gestoorden. Elke overdrijving van hun soms wat merkwaardige eigenschappen berooft hen van hun charme en hun humor. Het contract tussen de bewoners van 'Het Klooster' en de krankzinnige buitenwereld zoals die vertegenwoordigd wordt door de kinderen van Mrs. Savage is de kern van het stuk. Effectbejag en 'spelen op de lach' ontnemen de betekenis aan het stuk. Dan zijn zowel de schrijver als de uitvoerenden tekort geschoten. En dat kan niet de bedoeling zijn. John Patrick "En als ik om een sterveling lach, is dat om niet te wenen." Byron
4
PERSONEN: De logés Florence Hannibal Fairy May Jeffrey Mrs. Paddy De familie Titus Samuel Lily Belle Ethel Het personeel Miss Willie Dr. Emmett
EERSTE BEDRIJF Eerste toneel: de zitkamer van 'Het Klooster'. Avond. Tweede toneel: idem. De volgende morgen. TWEEDE BEDRIJF Eerste toneel: idem. De avond van dezelfde dag. Tweede toneel: idem. Een paar dagen later. Avond. DERDE BEDRIJF Eerste toneel: idem. Enkele minuten later.
5
EERSTE BEDRIJF Eerste toneel Het toneel stelt voor de zitkamer van 'Het Klooster' in een stad in Massachusetts. Het is een ruim vertrek. Precies gemeubileerd, met veel gemakkelijke stoelen, overtrokken met sits en met stroken. Het behang is licht en smaakvol. Een groot vierkant kleed bedekt het grootste gedeelte van de vloer. Een dubbele schuifdeur rechts vormt de verbinding met de vestibule. Een enkele deur links leidt naar de dienst-vertrekken aan de voorkant. Bij het opgaan van het doek staat Fairy May in gedachten uit het raam, middenachter, te staren, dat op de tuin uitziet. Ze is bleek en mager in het begin van de twintig. Het donkere haar doet de bleekheid van de huid des te meer uitkomen, die een tegenstelling vormt met haar opgewekte en sanguinistische aard. Ze is van een klassieke schoonheid, die bedorven wordt door de strenge manier van opmaken van het haar, een fantasieloze jurk en een stalen bril. Jeffrey staat met de rug naar de toeschouwers gekeerd en bestudeert de titels der boeken op de planken, die tot aan het plafond reiken. Het is een knappe jongeman van omtrent de vijfentwintig, met de bezadigdheid van een veel oudere man. Florence zit aan de tafel middenvoor, vriendelijk, voorkomend en doet graag een beetje elegant. Een vriendelijke, schroomvallige glimlach is haar beste en meest ontwapende wapen. Hannibal ziet men niet aan dat hij dertig is. Hij is rose, gezet en cherubijns. Hij staat bij de piano, rechts, zijn viool te stemmen. FLORENCE: Staat hun auto nog voor de deur, Fairy? (doet een spelletje. Als Fairy niet antwoord, kijkt ze op van haar spel) Ik vroeg of hun auto nog voor de deur staat. HANNIBAL: Hela, Fairy! (Fairy schrikt op en wendt zich tot hem) Florence vroeg je wat. FAIRY: Neem me niet kwalijk, Florence. Ik keek naar de vuurvliegjes. Wat zei je? FLORENCE: Ik vroeg of je kunt zien of ze al weg zijn. FAIRY: (schudt haar hoofd) Ik wou dat ik als poes geboren was zodat ik in het donker kon zien. JEFFREY: Ik wacht maar niet op haar. Ik pak een boek en ga naar mijn kamer. (hij loopt op Florence toe) FLORENCE: (deelnemend) Doet je wang pijn vanavond, Jeffrey? JEFFREY: 't Gaat wel. FLORENCE: Blijf dan nog even. We hebben je er graag bij. (ze steekt hem vriendelijk de hand toe, die Jeffrey even vasthoudt) HANNIBAL: Jeffrey, je hebt al tweehonderd en zevenenzestig minuten in afwachting gestoken - er kan vast nog wel een minuutje bij. 6
JEFFREY: (glimlacht) Goed dan, mijn vriend de statisticus. Mijn nieuwsgierigheid blijft nog wel een minuut of tien goed. (hij gaat terug naar de boeken terwijl Fairy van het raam naar voren komt lopen) FAIRY: Hoe zou ze er uit zien? Miss Willie zegt dat ze uit een van de rijkste Amerikaanse families komt. HANNIBAL: (stemt zijn viool) O jee, dat is niet zo best. Ze zal vast een duur fototoestel hebben, waarmee ze niet kan omgaan. (tjing) Of dwepen met een artiest van wie wij nog nooit gehoord hebben. (tjing) FAIRY: Wat ben jij cynisch! Heeft het geld mij bedorven? HANNIBAL: Heb je geld Fairy? FAIRY: Zakken vol! FLORENCE: Geen vooroordelen over geld. Een paar van mijn beste vrienden zijn rijk. Hannibal, speel eens wat, terwijl we wachten. Geef Jeffrey een beetje afleiding. HANNIBAL: Ik ben juist klaar met stemmen. Wat zal het zijn? (hij komt naar midden voor) FLORENCE: Laat het een verrassing zijn. HANNIBAL: Wat vind je van een zigeunercsardas? (hij zet de viool onder de kin) FAIRY: Alsjeblieft geen zigeunermuziek, Hannibal. Daar ben ik bang van. HANNIBAL: (laat de viool zakken) Bang van? FLORENCE: Verschrikkelijk. Toen ik klein was, hebben zigeuners mij gestolen en ze waren net bezig mijn vel met okkernootsap in te smeren toen ik gevonden werd. (als de anderen haar verwijtend aankijken, protesteert ze) Echt waar! Ga maar door, Hannibal. (Hannibal zet opnieuw de viool onder de kin, stelt zich in positie en houdt in als Fairy naar de deur kijkt en interrumpeert) FAIRY: Ik hoop dat ze maar van muziek houdt. Misschien bespeelt ze zelf wel een instrument. Harp! Ik hoop dat ze harp speelt. Mijn hele leven... (ze vangt een verwijtende blik van Hannibal op) Neem me niet kwalijk, Hannibal. Ga door. (ze gaat zitten en vouwt de handen in de schoot. Dan sotto voce tot Florence) Ik ben bij harpspel grootgebracht. Mijn vader... (weer zet Hannibal de viool onder de kin en stelt zich in positie. Zo blijft hij een minuut lang staan en laat zijn instrument dan langzaam zakken. Jeffrey, die bij de boekenkast links achter staat, maakt kleine sprongetjes in de lucht, zonder erg dat er achter hem een concert op komst is) FLORENCE: Wat doe je, Jeffrey? JEFFREY: Niets. Ik probeer een boek te pakken. Neem me niet kwalijk Hannibal. FLORENCE: Fairy, pak jij even het boek voor Jeff, zodat wij naar Hannibal kunnen luisteren. FAIRY: Wacht, ik zal een stoel halen. (komt met een stoel aanlopen) JEFFREY: Laat maar, Fairy. Ik kan er wel bij. 7
FAIRY: Nee Jeffrey, op stoelen klimmen is vrouwenwerk. Mannen hebben de bergen. (ze klimt op de stoel) Welk boek wou je hebben? JEFFREY: 'De leeftijd van de aap' (staat op en gaat naar Fairy) Wat geven de mensen toch rare boeken aan de bibliotheek hier. Ik kon 'Verboden Tibet' niet te pakken krijgen. FAIRY: (zich tot de anderen wendend) Het is verbazend wat een verschil het maakt, als je boven de mensen staat. Wil je geloven dat ik me knapper voel dan wie ook. JEFFREY: (wijst) Dat gele daar. FAIRY: Boeken zitten me in het bloed. Mijn moeder heeft het catalogiseringsstelsel van de New Yorkse bibliotheek bedacht. Zij is 'koningin van de Kruis-lndex' geweest. HANNIBAL: (legt z'n viool neer en gaat naar Fairy) Ik zal het boek wel voor Jeff pakken Fairy. FAIRY: Nee, nee, nee, musici moeten niet werken. (ze wendt zich weer tot de boeken) FLORENCE: Voorzichtig Fairy, pas op dat je geen stof in je ogen krijgt. FAIRY: (rekt zich tevergeefs uit en wendt zich dan weer tot Jeffrey) Voel je niet iets voor 'Veeteelt'. Daar kan ik bij. JEFFREY: Ditmaal moet het 'De leeftijd van de aap' zijn. HANNIBAL: (steekt Fairy zijn strijkstok toe) Vis het er hier maar mee uit. (temidden van de drukte bij de boekenkast komt Mrs. Paddy binnen en blijft bij de de ingang staan. Het is een kleine, dikke vrouw van middelbare leeftijd, die er erg wild uitziet. Haar korte haar staat agressief overeind. Ze draagt een met verf besmeurde kiel. Ze neemt het toneel ongemerkt op. Dan pakt zij het knopje van het licht en hult het vertrek in duisternis. Hannibal luid) Licht! Doe het licht weer aan! FAIRY: Pas op, dat ik niet val. HANNIBAL: Doe alsjeblieft het licht weer aan! FLORENCE: Hannibal, loop naar het knopje, voordat iemand zich bezeert. JEFFREY: (pauze) Het lijkt er op dat Mrs. Paddy terug is. (het licht gaat opeens weer aan. Tegenover Mrs. Paddy staat miss Wilhelmina bij het knopje. "Miss Willie" is een flinke en aantrekkelijke jonge vrouw van ongeveer vierentwintig. Ze draagt een grijsblauw mantelpakje, met een bloem in het knoopsgat. Mrs. Paddy kijkt haar spijtig aan. Zo blijven ze een ogenblik staan en dan grijpt Mrs. Paddy snel toe en hult het vertrek opnieuw in duisternis) HANNIBAL: Licht! Licht! Licht! FLORENCE: Laat alsjeblieft het licht aan, Mrs. Paddy. (Miss Willie draait meteen het licht weer aan en beschermt het knopje met haar hand. Met de andere hand grijpt ze Mrs. Paddy bij de elleboog en duwt haar naar het midden, waar een ezel staat, met de achterzijde van het doek naar het publiek. Mrs. Paddy gaat er, uit het gezicht, achter zitten) 8
WILLIE: Op een keer draait u het licht nog eens op het verkeerde ogenblik uit en dan doet iemand zich pijn. Dat is toch niet uw bedoeling. Dan hebt u spijt. Ik wou dat u voor de Vasten wat anders had opgegeven. JEFFREY: Het is niet eerlijk om anderen te laten lijden om zelf in de hemel te komen. Mrs. Paddy. FAIRY: Anderen houden van elektriciteit. WILLIE: Als een braaf meisje achter uw ezel blijven zitten. En van het licht afblijven. FAIRY: U hebt ons laten schrikken, Miss Willie. We dachten dat u voor was. WILLIE: (draait zich naar Fairy om, die met de strijkstok in de hand op de stoel staat) Lieve Hemel, Fairy, wat doe je daar? FAIRY: Ik probeer een boek voor Jeffrey te pakken. WILLIE: Met een strijkstok? FAIRY: Ik kan er niet goed bij. JEFFREY: Ik had niet zo'n opschudding willen veroorzaken. Laat maar. FAIRY: Nee, nee, nee. Ik doe het voor je. (ze keert zich naar de plank) Oppassen allemaal. Van onderen! (ze trekt het boek met de strijkstok uit de kast en het valt op de grond) Alsjeblieft Jeffrey. (tot Miss Willie) Hier hebt u de strijkstok Miss Willie! (tot Hannibal) Geef me eens een hand, Hannibal. (stapt van de stoel) WILLIE: Als er nog eens iemand een boek van de bovenste plank wil hebben, moet je me roepen, Fairy. De hele rij had op je kunnen vallen. (ze zet de stoel weer op zijn plaats) FAIRY: (volgt haar) Wie heeft er ooit van gehoord dat goede boeken iemand kwaad gedaan hebben. WILIE: Als het er maar genoeg zijn, liefje. En ik zou het niet graag zien gebeuren. PADDY: (staat op van achter de ezel en richt zich tot niemand in het bijzonder) Ik heb overal een hekel aan, maar vooral aan koude thee, heet schuurzand, kranten, riolen, rubber zolen, spinnen, sponzen, spelden, fricties, politieagenten en elektriciteit. (de anderen schenken geen aandacht aan haar litanie en gaan door alsof zij niets gezegd heeft. Ze gaat weer zitten) FAIRY: Zou het nog lang duren, Miss Willie? FLORENCE: Hoe ziet ze eruit Miss Willie? WILLIE: Ik heb haar niet gezien. Laten we de kamer een beetje opruimen. (ze blijft bij de sofa staan en geeft Hannibal zijn strijkstok) Wil je het bord wegzetten, Fairy? FLORENCE: Ze blijven een reuze tijd op het kantoor. FAIRY: Is ze jong of oud Miss Willie? WILLIE: (de kamer op orde brengend) Alles wat ik weet, is dat ze Savage heet en dat ze de blauwe kamer krijgt. 9
FAIRY: Ik hoop maar dat ze niet knap is. Ik kan niet tegen concurrentie. (ze neemt het tafeltje met het bord op en loopt er mee naar achteren) WILLIE: (blijft voor Jeffrey staan en doet zijn das goed) Je hebt hem te haastig gestrikt, Singo. JEFFREY: (geduldig) Noem me alsjeblieft niet zo, Miss Willie. Het is een bijnaampje van mijn vrouw. WILLIE: Daar dacht ik niet aan. (ze kust hem op het voorhoofd) JEFFREY: En ik wou dat u mij niet uitkoos om te zoenen. WILLIE: U bent de knapste. JEFFREY: Wat zou mijn vrouw wel denken, als ze me kwam opzoeken en zag dat een vreemde vrouw mij zoende? Ze zou uit elkaar springen. WILLIE: Als ik haar goed ken, vast en zeker. JEFFREY: Wilt u daar alsjeblieft aan proberen te denken? WILLIE: Dat zal ik doen. Neem me niet kwalijk. (de huistelefoon op het bureau rinkelt. Miss Willie zucht en gaat er heen) FAIRY: Tingelingeling. (ze neemt de hoorn op en reikt hem miss Willie aan) WILLIE: (neemt de hoorn aan) Jawel dokter. Direct. (ze geeft de hoom weer aan Fairy) Hang het dartbord maar op. Stel het dartbord op Hannibal. Geen rommel maken, jongens. De eerste indruk moet goed zijn. FAIRY: Krijgen we haar nu te zien? WILLIE: Ik weet het niet. (ze neemt een sleutel uit haar zak, opent de deur links en gaat de deur uit, die met een klik in het slot valt. Fairy volgt haar naar de deur en blijft er naar kijken) FAIRY: Er is niets opwindends meer gebeurd sinds die goochelaarsvrouw. Weet je wel, ze was op van de zenuwen van het telkens doormidden gezaagd worden. Hoe heette ze ook weer? HANNIBAL: (hangt het dartbord tegen de muur) Ze had een dubbele naam. FAIRY: Ik ben het vergeten. Maar ze had iets. Mijn hele familie is kleurloos. Allebei mijn ouders waren albino. FLORENCE: Zulke dingen moet je niet uit je duim zuigen, Fairy! FAIRY: Ze waren het heus. Wat hun gevoel aangaat. (ze gaat op haar knieën liggen om door het sleutelgat te kijken) FLORENCE: Niet gluren Fairy. Het is zo vernederend om te knielen. FAIRY: Je knielt toch ook om te bidden? Ik zal een gebedje doen. Lieve Heer, maak dat ik wat zie. HANNIBAL: Zie je wat? FAIRY: Ja, Onze Lieve Heer was er gauw bij. HANNIBAL: Wat zie je dan? FAIRY: Er komt iemand uit de spreekkamer van Dr. Emmett. FLORENCE: (staat op) Wie is het? 10
FAIRY: (telt) Een, twee, drie vreemden (ze staat snel op) Ze komen hierheen! (ze kijkt opgewonden om zich heen) Laten we ons in de vestibule verstoppen en ze afluisteren. HANNIBAL: Past dat wel, Jeff? FAIRY: We worden toch weggestuurd. JEFFREY: Je zou het spionage kunnen noemen. FAIRY: (pakt Mrs. Paddy haastig bij de hand en neemt haar mee naar de deur rechts) Kom mee, Mrs. Paddy, we gaan spioneren. JEFFREY: Ik zal op het lichtknopje passen. Het is onbeleefd gasten in een donkere kamer te ontvangen. FLORENCE: (volgt Fairy) Dit is de laatste keer dat ik er voor te vinden ben om door het sleutelgat te gluren, Fairy. Knielen is fataal voor mijn nylons. FAIRY: Ik mag me niet opwinden, anders krijg ik de hik en verraden we ons. (ze verdwijnen in de vestibule rechts en sluiten de schuifdeuren rechts even voordat Miss Willie de deur links ontsluit. Ze gaat op om Senator Titus Savage door te laten. Titus ziet er uit als een goedgeklede zakenman met een conservatieve smaak. Hij is rustig, zonder humor en op de man af. Hij wordt gevolgd door z'n zuster Lily Belle. Lily Belle is lang, slank, chique en zelfverzekerd. De enige situatie waartegen ze niet is opgewassen is haar veertigste verjaardag. Ze wordt gevolgd door haar broer Judge Samuel Savage. Samuel is klein, gewoon en gaat een beetje verloren in de schaduw van de kille autoriteit van zijn broer en de boze zelfverzekerdheid van zijn zuster) WILLIE: De dokter komt dadelijk. TITUS: Wilt u hem zegge n, dat als er verder niets is, wij de terugreis willen aanvaarden. WILLIE: Goed Senator Savage. Sigaretten en tijdschriften vindt u op de tafel. Maak het u gemakkelijk. LILY BELLE: (gaat naar de sofa) Wat vind je er nu van Titus? Ben je gerust gesteld? TITUS: Enigszins. Je ziet tenminste niet dat het een inrichting is. SAMUEL: Helemaal niet. LILY BELLE: Moeder zal zich hier gelukkig voelen, daar ben ik zeker van. Het is een aardig huis. TITUS: Ik hoop maar dat we geen fout begaan. LILY BELLE: De enige fout die wij gemaakt hebben, is dat wij niet eerder maatregelen genomen hebben. TITUS: Ik wil niet graag voor gevoelloos doorgaan. Het was misschien verstandiger geweest haar thuis te houden met een verpleegster. LILY BELLE: Dat zou een ramp geweest zijn. SAMUEL: Je bent hard. LILY BELLE: Er moet er één praktisch zijn. SAMUEL: Nee, je bent verhard. Je bent te vaak getrouwd geweest. 11
LILY BELLE: Samuel, we hebben gedaan wat gedaan moest worden. Laten we er alsjeblieft niet meer over kibbelen. TITUS: Lily Belle heeft gelijk. Laten we fatsoenlijk blijven. EMMETT: (Dr. Emmett komt van links op) Het spijt me dat ik u heb laten wachten. Ik wou graag, dat dokter Johnson met uw moeder sprak. TITUS: Het was een grote opluchting voor ons, dat zij zo'n goede indruk maakt. LILY BELLE: We zijn er overigens zeker van, dat uw instelling het beste biedt, dat voor geld te krijgen is. EMMETT: We hopen het beste te bieden, wat de ervaring ons heeft geleerd. TITUS: Een ding zou ik u willen vragen dokter. Loopt moeder hier gevaar? EMMETT: Helemaal niet... de patiënten die zich in deze vleugel bevinden zijn in het laatste stadium van hun behandeling. Ze zijn buitengewoon aardig en werken uitstekend mee. Aan de buitenkant lijken de meesten net zo normaal als, laten we zeggen, u zelf, Senator. TITUS: Wat u zegt. EMMETT: Terwijl we wachten, zou ik u nog een paar dingen willen vragen over dat Gedachtenisfonds van uw moeder, Senator. TITUS: Er valt weinig meer over te vertellen. Ze wilde het gebruiken om het hele Savage-vermogen weg te geven. SAMUEL: De kranten noemden het haar Geluksfonds. EMMETT: Was die onverschilligheid voor geld iets van de laatste tijd? TITUS: Dat zou ik niet zeggen. Ze heeft altijd veel geld aan gekke dingen uitgegeven. EMMETT: Bijvoorbeeld? TITUS: Bijvoorbeeld aan die Italiaanse boer, die een kist aarde uit Italië wou hebben. SAMUEL: Niets dan slijk. LILY BELLE: Moeder besteedde tweehonderd dollar om het te laten bezorgen. TITUS: En dan die bloemenventer die een grafsteen voor zijn paard wou hebben. SAMUEL: Hij heeft hem gekregen ook. LILY BELLE: Nadat vader gestorven was, werd die obsessie geleidelijk aan erger. Verleden zomer charterde ze een schip om duizend schoolkinderen een reis om de wereld te laten maken. EMMETT: Waarom deed ze dat?
12
Als u het hele stuk wilt lezen dan kunt u via www.toneeluitgeverijvink.nl de tekst bestellen en toevoegen aan uw zichtzending. Voor advies of vragen helpen wij u graag.
[email protected] 072 5112407
“Samenspelen” is ons motto