18 Healthcare
Healthcare: zacht wordt hard Pleidooi voor een geïntegreerde medische industrie
heidszorg creëert in ons land een niet te onderschatten economische meerwaarde. Met 11,7% van het bnp behoort België volgens het Britse studiebureau Espicom tot de top in West-Europa. Behalve dat er in de sector voor miljarden euro’s circuleren, staat de Belgische gezondheidszorg bovendien op de tweede plaats in de Global Competitiveness Index 2011-2012 van het World Economic Forum. “De wereld roemt ons systeem voor zijn hoogstaande kwaliteit en toegankelijkheid”, bevestigt Herwig Fleerackers, general manager van Healthcare Belgium (HCB), de koepelorganisatie die de expertise van de Belgische gezondheidsindustrie wereldwijd helpt uitdragen (lees p. 24). “Met vier artsen per duizend inwoners scoren we een stuk boven het
Sinds eind april worden in Belgische ziekenhuizen ruim honderd Libische oorlogsslachtoffers en gewonde rebellen verzorgd. Een daad van humanitaire hulp, maar vooral een gevolg van onze uitstekende reputatie op het vlak van gezondheidszorg en medische faciliteiten en technologie. Toch is de stap om onze geavanceerde gezondheidszorg als een geïntegreerd, industrieel model te organiseren en te vermarkten in vele hoofden nog een brug te ver. Zo leerde forward uit een rondvraag bij vier deskundigen. TEKST JOHAN VAN PRAET
FORWARD mai012 NL.indd 18
L
eo Neels (pharma.be), Richard Van den Broeck (Unamec), Herwig Fleerackers (Healthcare Belgium) en prof. dr. ir. Pascal Verdonck (Ugent en National Committee Biomedical Engineering) zijn het alvast over een ding roerend eens: de gezond-
25/04/12 11:02
OESO-gemiddelde van 2,9. Maar bovenal is ons sociaal model heel laagdrempelig. Sinds de invoering van de ziekteverzekering waakt de overheid er over dat alle onderdanen toegang krijgen tot een betaalbare en kwaliteitsvolle zorg. Die sociale insteek domineert de perceptie. Daarnaast is de gezondheidszorg ook een sector die als een industrie kan beschouwd worden die een economische meerwaarde kan realiseren in binnen- en buitenland. Dat concept vergt van de publieke en politieke opinie toch nog een belangrijke switch in ‘mindset’. Ook al garanderen we dat de export van onze expertise en knowhow niet ten koste gaat van de hoogstaande zorg voor de eigen bevolking.”
Sciencefiction of realiteit? Intussen staan de medische innovatie en ontwikkeling niet stil. Wel integendeel. De groeiende
FORWARD mai012 NL.indd 19
convergentie tussen de wereld van de medische hulpmiddelen en de farmaceutische industrie resulteert in spitstechnologische oplossingen die een veel effectievere én kostenefficiëntere behandeling mogelijk maken. “Het klassieke farmamodel van de blockbusters heeft zijn tijd gehad”, bevestigt Richard Van den Broeck, directeur van de beroepsvereniging van fabrikanten, invoerders en verdelers van medische hulpmiddelen Unamec. “De integratie van het geneesmiddel met een hulpmiddel en omgekeerd leidt tot een meer gepersonaliseerde geneeskunde. Stel: aan de hand van ICT-technologie stuurt een patiënt een aantal keer per dag zijn bloeddrukgegevens automatisch door naar de huisarts. Die stelt dankzij die permanente monitoring een veel scherpere diagnose dan op basis van één meting op zijn kabinet. Vervolgens wordt via een (bio)marker de aandoening
25/04/12 11:02
20
forward mei 2012
accuraat getraceerd en gelokaliseerd en de effectiviteit van een geneesmiddel voorspeld. Waarop de patiënt het medicijn op maat van zijn aandoening krijgt toegediend via een stent die het product in de perfecte dosis naar de zieke plaats in het lichaam voert. Daar heeft het, met een minimum aan bijwerkingen, direct effect. Dit is geen rakettechnologie noch sciencefiction, maar harde realiteit. Het belang en het aandeel van de medische hulpmiddelen in de geneeskunde zijn de voorbije 20 jaar sterk toegeTOEKOMST VAN DE MEDISCHE TECHNOLOGIE nomen. In België stellen ruim 800 producenten en verdelers “Je kunt geen speerpunten definiëren, zonder eerst te weten wat er allemaal kan in de sector bijna 18.000 mensen tewerk en realiseren ze een en gebeurt in de sector”, zegt Fleerackers. Samen met de industrie (VBO en Unazakencijfer van om en bij 3,4 miljard euro. Bovendien groeit mec) en de academische wereld (National Committee on Biomedical Engineering) onze Belgische markt jaarlijks met zo’n 4%.” organiseert Healthcare Belgium op 31 mei een conferentie waarop een witboek wordt voorgesteld waarin alle onderzoeksinitiatieven binnen het brede domein van ‘medical devices’ in kaart worden gebracht. In de wereld van de medische technologie is de toekomst al begonnen Translationele geneeskunde: een brug tussen onderzoek en patiënt 31 mei 2012 van 14u00 tot 18u00 VBO - Ravensteinstraat 4 - 1000 Brussel Meer info bij Anne Goudeyre van Healthcare Belgium
[email protected] / +32 (0)2 515 09 38
De Belgische geneesmiddelenmarkt groeit sinds 1995 met gemiddeld 5,7% en realiseert een omzet van 4,4 miljard euro (2010). Goed voor 31.536 jobs (2010). Toch is het een hele uitdaging om, in deze economisch moeilijke tijden, te blijven investeren in innovaties die op zich al duurder zijn dan de klassieke trajecten. “Komt daar nog bij dat de waardeketen van pakweg een vooruitstrevend biofarmabedrijf moet worden gedragen door een beperkt inkomen: dat van de bestaande geneesmiddelen in de bestaande markt”, aldus Leo Neels, algemeen directeur van de pharma.be, de belangenverdediger van de geneesmiddelenindustrie. “Het bedrijf moet dus over een investeringspotentieel beschikken om de lange ontwikkelings- en validatiecyclus (10 tot 15 jaar) te overbruggen. Dat wordt nog extra bemoeilijkt omdat enerzijds het lopende inkomen afhankelijk is van de overheidsmiddelen die almaar schaarser worden. En anderzijds omdat je die nieuwe biofarmaceutische middelen vaak moeilijker kunt patenteren vanwege de humane, natuurlijke component die gemeengoed is.”
© UGent
1. Meer translationele gezondheidszorg
‘‘Het wordt tijd dat we van ons wolkje afstappen en topdown doelgerichte keuzes maken” Prof. dr. Pascal Verdonck (UGent)
FORWARD mai012 NL.indd 20
De economische en maatschappelijke uitdagingen vereisen een aanpak die langetermijndenken, duurzaamheid, innovatie en samenwerking tussen verschillende partners, over disciplines en sectoren heen, stimuleert en ondersteunt. Neels: “Doel is om dankzij de multidisciplinaire samenwerking de onderzoeksresultaten efficiënt te vertalen naar klinische toepassingen. Dat noemt men de translationele geneeskunde waarbij research en klinische praktijk naar elkaar toegroeien en resulteert in baanbrekende oplossingen ‘from bench to bedside’. Met als gevolg dat ook de huidige strakke terugbetalingmechanismen flexibeler moeten worden. Zo is er de piste van ‘voorwaardelijke terugbetaling’ zodra de onderzoekers de therapeutische waarde van de oplossing kunnen aantonen. Blijkt achteraf uit de klinische studies dat het product de verwachtingen niet waarmaakt, dan stopt ook de terugbetaling. Tenslotte moet men leren kijken naar gunstige effecten op andere uitgavenposten in de gezondheidszorg.” Van den Broeck vindt het veel zinvoller om de volledige financiering van een product in ogenschouw te nemen dan te blijven fi xeren op de terugbetaling. “Hightechgeneeskunde op maat zal de uitgaven binnen de gezondheidssector fors drukken. Dankzij de
25/04/12 11:02
21
Healthcare
efficiëntere en effectievere behandeling herstelt de patiënt immers beter en kan hij sneller weer deelnemen aan het arbeids- en maatschappelijk leven. Net zoals andere industrieën dat doen, moeten ook de medische sector alle parameters betrekken in de transversale berekening van de totale kosten en winst bij de ontwikkeling van een nieuw product. Daarna zal de overheid die totale kosten moeten afwegen tegenover het resultaat en het product al dan niet in aanmerking nemen voor terugbetaling. Daarbij niet alleen rekening houdend met de therapeutische meerwaarde maar met alle maatschappelijke kostenbesparingen die dankzij de innovatie worden gerealiseerd, zoals lagere hospitalisatiekosten en minder absenteïsme op het werk, om er maar twee op te noemen. Kortom, we moeten naar een transversaal denkpatroon waarbij we een analytische boekhouding toepassen op heel hoog niveau. ”
Neels bepleit dezelfde visie, maar botst in de praktijk op de politiek die zich verstopt achter de bevoegdheidsverdelingen om de geïntegreerde benadering niet te moeten bespreken. “Elf maanden per jaar staan de bevoegde ministers open voor ons standpunt, maar bij elk begrotingsconclaaf kijken ze de andere kant op. Toch blijven we bij de regering aandringen op een langetermijnkader, ook al reikt dat beleid niet verder dan de duur van een legislatuur. Dan zouden we tenminste mét de overheid op een holistische manier onze rol kunnen inschatten en evalueren inzake jobcreatie, uitvoer, innovatie, efficiëntie, veiligheid en ten slotte kosten en baten. De autoriteiten moeten toch beseffen dat dit de enige manier is om richting te geven aan de objectieven die men wil bereiken in de gezondheidszorg op lange termijn. Je kunt niets opbouwen in een omgeving die steunt op volatiele improvisatie. Dat getuigt bovendien van weinig respect. We hebben er belang bij dat de beslissingscentra van de grote concerns zich geen vragen moeten stellen over wisselvalligheid en onberekenbaarheid van beslissingen.” “De medische sector mag dan wel aan een razendsnel tempo innoveren, de mentaliteitswijziging gebeurt veel trager”, weet Van den Broeck. Toch is hij ervan overtuigd dat de geesten open staan voor een ingrijpende omwenteling in de manier waarop we aan geneeskunde doen en de gezondheidszorg organiseren. Trouwens, er is geen weg meer terug. “We hebben de kennis, de expertise en de ervaring. Het is vooral opletten dat die kennis zich niet naar het buitenland verlegt omdat ons land de innovaties te traag implementeert of te weinig kansen biedt om ze te optimaal te valoriseren.” “Het antwoord op de vraag waarom de ene medische innovatie sneller zijn weg vindt naar de praktijk dan een andere nieuwe technologie, is heel complex,” zegt Fleerackers. “Het hangt samen met de aard van het product, het type ziekenhuis, de visie van de arts, … en het model van de gezondheidszorgorganisatie. In Nederland of Duitsland bijvoorbeeld spelen de verzekeraars een veel grotere rol dan in ons land en dicteren die zelfs waar en door wie de patiënt zich mag laten behandelen. De verzekeraar wordt een voorwaartse integrator en koopt zelf ziekenhuizen en artsengroepen in. Waardoor hij er ook alle baat bij heeft om zo kostenefficiënt mogelijk te werken. De technologie bestaat om diabetici, long- of hartpatiënten preventief en op afstand te volgen. De vitale parameters van elke patiënt worden automatisch geregistreerd en doorgestuurd naar een centrale database die via internet toegankelijk is voor de arts. Dreigt er een risico of is er een probleem, dan kan
FORWARD mai012 NL.indd 21
© Daniel Rys
Niet langer improviseren
‘‘Je kunt geen langetermijnstrategie uitbouwen in een omgeving die steunt op voluntaristische improvisatie” Leo Neels (pharma.be)
PROTONTHERAPIE IBA IBA (Ion Beam Applications, Louvain-la-Neuve) startte eind jaren 80 als spin-off van de UCL en ontwikkelt, produceert en ondersteunt medische hulpmiddelen en softwareoplossingen voor de diagnose en behandeling van kanker door protontherapie. Vandaag wordt de technologie wereldwijd toegepast. “De deeltjesversnellertherapie laat toe om de behandeling op maat van de patiënt af te stemmen”, zegt Serge Lamisse, hoofd sales & marketing IBA Medical Accelerator Solutions. “En heeft minder neveneffecten dan de klassieke radiotherapie. Dat is een belangrijke meerwaarde voor de levenskwaliteit na de behandeling.” In een vergrijzende maatschappij groeit het belang van de medische hulpmiddelen en uitrusting zienderogen. “Bovendien neemt de druk op de marges van de geneesmiddelen toe. Dat is een van de redenen waarom IBA onlangs zijn tak ‘Radiopharmaceuticals’ (geneesmiddelen op basis van radioactieve stoffen) verkocht en dus resoluut focust op de ontwikkeling en productie van kapitaalsintensieve medische uitrusting.” Jaarlijks investeert de groep 12% van zijn omzet (250 miljoen euro) in R&D waarin 13% van de 1.200 medewerkers actief zijn. “Een must willen we onze wereldsterke positie consolideren. Markten als China en India krijgen steeds meer toegang tot een betere gezondheidszorg waardoor de lokale medische industrie boomt. Bovendien kijken die bedrijven ook over de eigen landsgrenzen, waardoor de concurrentie verscherpt. Tot op vandaag nog niet binnen ons marktsegment. Wat ons er niet van weerhoudt om zelf onze afzetgebieden uit te breiden naar de BRIC-landen.” Met de steun van de Belgische politiek? “Kanker is een ‘dankbaar’ thema voor politici. Geen gebrek dus aan medische diplomatie tijdens buitenlandse missies. De paradox is dat we in eigen land geen protontherapiecentrum hebben. Of er moet er een komen in elk gewest. Maar dat is dan budgettair weer onhaalbaar.” www.iba.be
25/04/12 11:02
forward
22
mei 2012
de arts meteen ingrijpen. Dankzij die methode vermijd je hoge hospitalisatiekosten en kun je de patiënt dagelijks en op een betrouwbare, eenvoudige manier volgen. Dat is pas doorgedreven efficiëntie. Maar krijg een dergelijk model in België maar eens voor elkaar. Ik mis de incentives voor verandering.”
© Unamec
2. Speerpunten definiëren ‘‘Opletten dat onze kennis niet naar het buitenland trekt omdat ze hier te weinig valorisatiekansen krijgt” Richard Van den Broeck (Unamec)
MATERIALISE VANGT BOT IN BELGIË Nog niet zo lang geleden haalde prof. Phillip Blondeel (UZ Gent) het wereldnieuws met een unieke gezichtstransplantatie. Het was de eerste keer dat zo’n complexe operatie werd voorbereid op basis van digitale planning en 3D printing, een technologie van het Belgische Materialise. Dat bedrijf met hoofdkantoor in Leuven, is wereldleider op het vlak van medische en industriele toepassingen van Rapid Prototyping en trendsetter in medische beeldverwerking voor o.a. biomedische engineering, simulatie en planning van operaties. Voor de medische markt alleen al realiseren ruim 500 medewerkers, vooral ingenieurs, actief in binnen- en buitenland jaarlijks tot 25 miljoen euro. “Vóór de ingreep, bv. het inplanten van een nieuw gewricht, schrijven onze ingenieurs op basis van scans van de patiënt een 3D scenario uit samen met de chirurg’, legt Fried Vancraen, CEO van de groep, uit. “Daardoor verliest hij minder tijd met de voorbereiding en kan hij veel nauwkeuriger opereren. Hij ziet immers precies waar het bot het sterkst is om de prothese vast te hechten, in welke hoek hij moet boren of zagen, … Kortom, dankzij de digitale planning en het overbrengen van die planning naar de operatiekamer d.m.v. patiëntspecifieke instrumenten passen alle stukken bij de operatie als een puzzel perfect in elkaar. Bovendien vergroot de technologie de slaagkans bij uiterst complexe trauma’s. Meestal gebruikt de chirurg standaard implantaten maar indien nodig maakt Materialise prothesen op maat van de patiënt.” Per maand worden wereldwijd 5.000 operaties uitgevoerd aan de hand van de planningsoftware. Toch kan die bewezen innovatieve technologie in België niet verkocht worden omdat ze nergens past binnen de bestaande Rizivnomenclatuur. “Frustrerend! Het systeem is zo complex en ondoorzichtig dat zelfs gespecialiseerde juristen er in verdwalen. Omdat artsen de technologie toch zouden kunnen toepassen, schenken we ze gratis weg. Zoals we ook in ontwikkelingslanden doen. Wil België zijn sterke positie in de medische sector niet verzwakken, dan zou het beter snel zijn interne marktmodel hervormen, en minder met subsidies zwaaien om de spelers hier te houden of aan te trekken.” www.materialise.com
FORWARD mai012 NL.indd 22
Volgens Pascal Verdonck, buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Gent en algemeen directeur van het AZ Maria Middelares in Gent, is er in de Belgische onderzoekssector ‘medical devices’ vooral nood aan het definiëren van duidelijke speerpunten in het onderzoek. “Er is in België te veel versnippering. Elke universiteit wil het eigen toegepast onderzoek zoveel mogelijk zelf verzilveren – begrijpelijk want zo krijgen ze financiële steun en het versterkt de academische reputatie. Maar dat parochiale denken belemmert onze positie tegenover buitenlandse instellingen. De Belgische universiteiten zijn elkaars concurrenten niet. Onze uitdagers zijn gevestigd in Londen, Milaan, Lausanne, … Bovendien versterkt die versnippering vaak de kenniskloof tussen universiteiten en industrie. Want de industrie is te weinig op de hoogte van de lopende onderzoeken terwijl de universiteiten te weinig weten waar de industrie naartoe wil. En dat zowel nationaal als internationaal. Er is in dit land geen enkele coördinerende instantie die bepaalt waarop we het onderzoek moeten focussen, zodat men bijvoorbeeld in de medische sector inzet op onderzoek naar een specifiek orgaan of ziektebeeld. Daarmee zouden we echt het verschil kunnen maken. Kijk maar naar hoe Israël – een land met minder inwoners dan België – heel gericht inzet op specifieke medische technologie en daarmee in binnen- en buitenland excelleert. Want de sector is te ruim en breed om in alles te willen en te kunnen uitmunten.” Het strategische plan ‘ICT Healthcare’ dat Unamec samen met zijn Zweedse tegenhanger Medtech, eerstdaags lanceert, sluit perfect aan bij dat standpunt. Van den Broeck: “ICT-healthcare integreert ICT-technologie in de continue monitoring en follow-up van patiënten in zijn thuisomgeving. De verzorging en behandeling verschuiven immers hoe langer hoe meer van het ziekenhuis naar de thuisomgeving. ICT speelt een cruciale rol in die evolutie. Dat lijkt allemaal misschien nog verre toekomst, maar het zal sneller dan men denkt realiteit worden. Vandaar ons strategisch plan waarmee we ICT-Healthcare als speerpunt op de agenda willen zetten in België en de rest van Europa.” Daarbij predikt Verdonck de topdownaanpak. “Als jonge onderzoeker had ik zo’n standpunt wellicht nooit verdedigd, maar als ik zie hoe op enkele jaren tijd de kleine Zwitserse universiteit in Lausanne EPFL (www.epfl.ch/) uitgroeide tot een wereldwijd toonaangevend academisch centrum dan is het wel omdat men eenduidig durfde inzetten op een aantal domeinen die in de toekomst uitermate belangrijk zullen zijn voor de levenskwaliteit en gezondheidszorg. Ingenieursstudenten die later in de gezondheidszorg willen ‘engineeren’, krijgen verplicht een grote brok biologie op het curriculum. Dat is maar één facet. Maar dankzij die geïntegreerde kruisbestuiving tussen alle spelers, van opleiding over industriële ontwikkeling tot praktijktoepassing kweek je een groep van expert die werkelijk het verschil
25/04/12 11:02
Healthcare
23
kunnen maken.” Toch waarschuwt Verdonck voor een dubbele valkuil en benadrukt hij dat industrie en universiteit hun specifieke taken moeten behouden. “Het is aan de universiteiten om aan onderzoek te doen. Ze moeten zichzelf niet vermarkten. Dat is een zaak voor de bedrijfswereld. Ten tweede mag het toegepast onderzoek en de vertaalslag ervan naar commercialisering de ruimte voor fundamenteel onderzoek niet in de weg staan.”
3. Sterkere medische diplomatie
“Dat is zo typisch België”, beaamt Van den Broeck. “Maar er is geen keuze: of we springen op de trein, of we zwaaien hem uit.” “In het buitenland zit men ook niet stil”, beaamt Verdonck. “Het zou verkeerd zijn om via kortzichtige besparingen of losse ingrepen de takken door te zagen waarop we zitten. Healthcare is geen zachte sector, maar een harde wereld waar je heel rationeel met de beschikbare middelen moet omspringen, in het belang van de medemens weliswaar. En nogmaals: op een geïntegreerde manier! En dat doe je niet door de resources te versnipperen om iedereen tevreden te stellen. Want op die manier brokkelt onze concurrentievoordeel af. Landen die nu pas starten met de ontwikkeling van een geavanceerd verzorgingsmodel zullen hun achterstand vliegensvlug bijbenen.”
© Daniel Rys
De 120 slachtoffers van het Libische oorlogsgeweld die in België worden behandeld, vormen maar een topje van de ijsberg. Jaarlijks ontvangen onze ziekenhuizen zo’n 35.000 niet-residentiële patiënten. Omdat de therapie in het thuisland niet beschikbaar is, de kwaliteit niet voldoet of de capaciteit ontbreekt. Die instroom creëert inderdaad een meerwaarde. Maar de echte businessopportuniteiten situeren zich volgens Fleerackers vooral rond de export van ‘best medical practices’ als een totaaloplossing. “Nogmaals, onze kennis en expertise worden wereldwijd erkend, maar zelf valoriseren we die rijkdom ondermaats. Het zou al een hele stap voorwaarts betekenen, mocht het beleid de medische knowhow en kracht van de sector als een industrieel model beter ondersteunen en helpen internationaliseren. We doen te weinig aan medische diplomatie. Het Midden-Oosten bijvoorbeeld investeert de komende jaren honderden miljarden in gezondheidszorg. Maar toch stond ik tijdens onderhandelingen in Jeddah alleen tegenover een Duitse delegatie van 25 man sterk.”
‘‘België doet te weinig aan medische diplomatie” Herwig Fleerackers (Healthcare Belgium)
4. Sociaal of happy few? Een delicate vraag om af te ronden: zal de nieuwe technologie op termijn betaalbaar blijven voor de maatschappij en dus voor de patiënt of evolueren we naar een gezondheidszorg voor de ‘happy few’ of een geneeskunde met twee snelheden? Verdonck vergelijkt het met de introductie van de airbag. “Vandaag is iedere auto standaard uitgerust met airbags. En dat is maar goed ook voor onze veiligheid. Toch werd die technologie aanvankelijk ontwikkeld voor de formule 1-racers en sijpelde ze stapsgewijs via de Porches en Ferraris van deze wereld door naar de brede consumentenmarkt. Nieuwe technologie onmiddellijk massaal introduceren is economisch onhaalbaar. Binnen zo’n model had de pacemaker nooit de markt gehaald. We moeten aanvaarden dat er twee snelheden zijn, op voorwaarde dat er ook een kwaliteitsvolle solidaire basiszorg beschikbaar blijft voor iedereen.” Dat betekent aanvaarden dat geavanceerde oplossingen gedurende een bepaalde periode niet terugbetaald worden. Om de toepassing van de nieuwe technologie alsnog kansen te geven, spreidt Verdonck de kosten gelijk over het ziekenhuis, de artsen/industrie en tenslotte de patiënt. “In de huidige constellatie wordt het bestaande terugbetalingsmodel onhoudbaar”, voorspelt Van den Broeck. “Privéverzekering vindt steeds meer ingang, maar dankzij ons sociaal model gelukkig niet in sneltempo zoals in veel andere Westerse landen. Maar ik betwijfel of we met ons huidige model die boot nog lang zullen kunnen afhouden. Het wordt kiezen of delen: ofwel evolueren we inderdaad naar een kwaliteitsvolle zorg voor de happy few. Ofwel past de overheid een geïntegreerde berekening toe voor de terugbetaling, inclusief de totale maatschappelijke kosten en baten waardoor men met de beschikbare middelen alsnog een voor iedereen toegankelijk zorgmodel in stand kan houden.”
FORWARD mai012 NL.indd 23
25/04/12 11:02
24
forward mei 2012
“Gezondheidszorg is big business” 5 jaar Healthcare Belgium
D
e vzw Healthcare Belgium (HBC) werd in 2007 op initiatief van het VBO opgericht door elf ziekenhuisgroepen en stelde zich toen als primaire doel op een ethische manier de toestroom van internationale patiënten te stimuleren en te coördineren. “Niet te verwarren met medisch toerisme”, beklemtoont Herwig Fleerackers, general manager HCB. “Maar wel de Belgische medische expertise (academisch en industrieel) op de wereldkaart profileren om op die manier niet-residentiële patiënten te overtuigen dat België alle troeven in huis heeft om een kwaliteitsvolle medische zorg te verlenen tegen een betaalbare prijs. Bottomline van het initiatief: deviezen genereren, technologie vermarkten en jobs creëren. Op voorwaarde dat de zorgkwaliteit voor de eigen onderdanen nooit in het gedrang komt.” Helaas had de direct-to-consumerstrategie niet het verhoopte resultaat. Patiënten gaan immers zelden uit eigen beweging shoppen op het internet op zoek naar de voor hen meest opportune behandeling. Ze laten zich doorverwijzen door vertrouwenspersonen, zoals overheden, ziekenhuizen en verzekeraars.
Wat startte als een verdienstelijke poging om buitenlandse patiënten te sensibiliseren zich in België te laten verzorgen, groeide op vijf jaar tijd uit tot een businessmodel dat onze gezondheidsindustrie met succes exporteert naar de Golfstaten en ex-Sovjetstaten.
TEKST JOHAN VAN PRAET FOTO UNAMEC
Dus moest Fleerackers ter plaatse de Belgische knowhow en ervaring introduceren en stapsgewijs vertrouwen opbouwen. Samen met zijn team sluit hij bilaterale akkoorden met universiteiten, overheden en erkende organisaties zodat onze Belgische clinici, ziekenhuisexperts en medische bedrijven ter plaatse hun expertise ten dienste kunnen stellen en onze best clinical practices tot bij de patiënt brengen tot en met opleiding en kennisoverdracht. “Dankzij de bilaterale samenwerking schieten we net naast ons primaire doel, maar halen we indirect en op middellange termijn wel meer patiënten naar ons land. Op vandaag zijn er dat gemiddeld al zo’n 35.000 per jaar. En nog hebben sommige van onze ziekenhuizen capaciteit op overschot.”
Netwerk van ambassadeurs
‘‘Onze procesmanagers behoren tot de wereldtop” Herwig Fleerackers (Healthcare Belgium)
FORWARD mai012 NL.indd 24
Vanuit economisch standpunt is de nieuwe strategie van Healthcare Belgium lucratiever. “Behalve voor de medische industrie, creëren we ook meerwaarde voor de bouwsector, de managementconsultants en alle sectoren die van ver of dicht tot bijvoorbeeld de bouw, inrichting en organisatie van een ziekenhuis kunnen bijdragen. Dergelijke BOTprojecten (Building Operating Transfer) zijn de toekomst.” Fleerackers sleutelt daarom aan een consortium dat in staat is om meerdere BOTprojecten tegelijk te realiseren in het buitenland. Op lange termijn ten slotte is het volgens Fleerackers uitermate belangrijk om een netwerk uit te bouwen van ambassadeurs die de Belgische knowhow en expertise schatplichtig zijn. “Vandaag trekken vooral Amerikaanse, Britse en Canadese universiteiten medische studenten en specialisten aan. Hoe meer er in België komen studeren, hoe meer ‘believers’ er bij de terugkeer naar hun thuisland de meerwaarde van onze expertise zullen promoten” (www.healthcarebelgium.com).
25/04/12 11:02