Nummer 2065, 28 mei 2009
HBActueel HBActueel/Persoverzicht is ook te vinden op www.hba.nl Via
[email protected] kunt u zich aanmelden voor de e-mailversie.
HBActueel
1
A. B. C. D. E.
1 2 3 3
F. G. H. I. J. K. L. M. N. O.
Platform Ambachtseconomie 'stroopt de mouwen op' Platform Restauratie in de steigers Wijziging Wet op de bedrijfsorganisatie in werking getreden Nieuwe fase collectieve promotiecampagne schoonheidsverzorging Eerste branchecode met status van arbocatalogus gelanceerd: Code van de schoonheidsspecialist Code van het voetverzorgingsbedrijf vernieuwd! Consument verdient bonafide glazenwasser “Baan met uitzicht” campagne van start Vakbekwaamheid in parketbranche gewaardeerd Vergadertijgerbox: Beter overleg met een verrassingsdoos Glazenwassersbedrijf in kaart gebracht Grimeursbedrijven in kaart gebracht Ontwerpers en ambachtelijke vervaardigers van schoenen en tassen in kaart gebracht Pianotechnische bedrijven in kaart gebracht De pedicurebranche in kaart gebracht
Dit nummer van HBActueel is gewijd aan de resultaten van de activiteiten van het HBA in de eerste paar maanden van 2009. Het volgende nummer zal zoals gebruikelijk ook weer het onderdeel Persoverzicht bevatten.
Overname van berichten is niet toegestaan tenzij de (oorspronkelijke) bron wordt vermeld. HBActueel: ISSN 0617-0417
4 5 5 7 7 8 8 9 10 11 12
1
HBActueel 2065, 28 mei 2009
HBActueel A. Platform Ambachtseconomie 'stroopt de mouwen op' Platform officieel van start gegaan In perscentrum Nieuwspoort in Den Haag is op 9 april het Platform Ambachtseconomie officieel van start gegaan. Symbolisch stroopten de aanwezige platformleden onder wie René Paas, Cisca Dresselhuys, Joop Daalmeijer en Arjo Klamer de mouwen op voor de ambachtseconomie. De ambachtseconomie is één van de belangrijkste sectoren van de Nederlandse economie en biedt werk aan ongeveer 900.000 mensen in zo’n 200.000 bedrijven. De sector kampt met een blijvend tekort aan vakbekwame mensen. De leden van het Platform gaan aan de slag om het belang van de ambachtseconomie hoger op de maatschappelijke en politieke agenda te zetten. Ze doen dat door het imago en perspectief van de ambachten bij de tijd te brengen en door in samenwerking met overheid, onderwijsinstellingen, brancheorganisaties en anderen het onderwijs op te waarderen en het ondernemersklimaat voor ambachtelijke beroepen te verbeteren. Crisis en jeugdwerkloosheid De ambachtseconomie blijkt in tijden van economische crisis minder conjunctuurgevoelig dan andere sectoren. Ambachtsmensen voorzien vaak in een directe behoefte, zoals een loodgieter of een opticien. Sommige sectoren floreren zelfs in crisistijden zoals de reparatieambachten. Werknemers die toch hun baan verliezen kunnen altijd terugvallen op hun vakmanschap en daardoor relatief snel ander werk vinden. Het Platform Ambachtseconomie wil jonge mensen en zijinstromers interesseren voor een baan in de ambachtseconomie. Het betreft een sector die, juist nu, jonge mensen kansen biedt. Met gerichte
(vak)opleidingen die werk en opleiding combineren, kunnen jongeren met talent slagen in de maatschappij en een baan vinden in de ambachtseconomie. Daarmee levert deze economie een actieve bijdrage aan het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Leden van het Platform Ambachtseconomie Het Platform Ambachtseconomie bestaat uit leden met een invloedrijke positie of autoriteit in de wereld van de ambachten, en met een grote passie voor het ambacht. Het Platform kent twintig leden die als ambassadeur of expert optreden: Pieter Jan Biesheuvel, Joop Daalmeijer, Cisca Dresselhuys, Wilma Gillis-Burleson, Jos de Goey, Foppe de Haan, Peter van Heeswijk, Loek Hermans, Peter van Hoesel, Ariane Inden, Piet Kalle, Arjo Klamer, Hans Nelson (secretaris), Henk Oosterling, René Paas, Harry Starren, Walther Tibosch, André Timmermans, Nicole Uniquole en Mei Li Vos. Speerpunten zijn het verbeteren van het imago van de ambachten, het herwaarderen van het ambachtelijke beroepsonderwijs, het versterken van het ondernemerschap van vakmensen en het stimuleren van het ambachtelijke ondernemersklimaat. Het Platform Ambachtseconomie is een initiatief van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA). Meer informatie over het Platform is te vinden op www.ambachtseconomie.nl Citaten van Platformleden Foppe de Haan, bondscoach Jong Oranje: “Ik denk dat het heel belangrijk is dat als je wat kunt maken, en je maakt dat, dat je dan ook trots bent dat je het hebt gemaakt. Het is voor de ontwikkeling van mensen hartstikke belangrijk dat je de kwaliteiten van mensen zo optimaal mogelijk benut. We kijken volgens mij naar die kwaliteiten, de handwerk kwaliteiten, veel te weinig.”
2
HBActueel 2065, 28 mei 2009
Loek Hermans, voorzitter MKB Nederland: “Een carrière in het ambacht is altijd een hele goede keuze. Want er zal altijd werk zijn. Er is altijd behoefte aan loodgieters. Altijd behoefte aan mensen die een technische installatie kunnen maken. Altijd behoefte aan websitebouwers. Altijd behoefte aan mensen die gewoon iets kunnen doen. Niet alleen maar iets bedenken maar het ook gewoon kunnen uitvoeren. Zonder die uitvoerders, mensen die het écht kunnen, draait de samenleving gewoon niet.” René Paas, voorzitter CNV: “Ik ben de kleinzoon van een bakker en een boer. Maar ik heb vooral net een huis laten bouwen. En als je dan geen band hebt met ambachtslieden dan krijg je hem wel. Tegelzetters, timmerlieden, loodgieters, alles kwam over de vloer. En ik ben echt nog steeds diep onder de indruk. Ik heb zelf geprobeerd een kast te bouwen. Het object is te bezichtigen bij ons op de zolder en ik ben blij dat echte vakmensen de hele rest hebben gedaan.” Harry Starren, directeur De Baak: “Ambachtslieden voegen uitvoeringskwaliteit toe aan de economie. Kenniseconomie is hoog creatief, hoog opgeleid, maar heeft uitvoeringskwaliteit nodig en ambachtslieden kunnen dat aanbrengen. En zonder die twee lukt het niet.”
B. Platform Restauratie in de steigers Doel: de continuïteit van de restauratieambachten waarborgen Het Nederlands Cultureel Erfgoed omvat vele monumenten. Monumenten die onze geschiedenis en (bouw)cultuur vertegenwoordigen en alleen daarom al goed beheerd, onderhouden en gerestaureerd moeten worden. Dat vergt de inzet van specialisten, vakmensen die het restauratieambacht tot in de puntjes beheersen. Dat vak moet steviger op de kaart gezet worden, vinden de initiatiefnemers van het Platform Restauratie. Op 23 april heeft tijdens de 5e editie van de Restauratiebeurs het start-event plaatsgevonden van het Platform Restauratie. Het initiatief om dit Platform in de steigers te zetten, komt van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA), in samenwerking met tal van andere marktpartijen. De drijfveer, als onderliggende doelstelling, is het streven om het restauratieambacht op de kaart te zetten bij alle relevante doelgroepen, zoals opdrachtgevers en toekomstige vakspecialisten (want ook instroom-bevordering is wenselijk). Doelstellingen en ambities De doelstelling van het Platform Restauratie is helder: de continuïteit van de Restauratieambachten waarborgen. De volgende kernpunten zijn geformuleerd. Ten eerste kwaliteitsborging, zoals de ontwikkeling van keurmerken, opleidingstrajecten, bevordering van kennis, kunde en innovatie en nog veel meer. Ten tweede de ontwikkeling van een kennisportal waar heldere eenduidige informatie te krijgen is. Ten derde zou het Platform een ontmoetingscentrum moeten zijn waar activiteiten georganiseerd worden en mensen ervaringen, kennis en passie kunnen delen.
3
HBActueel 2065, 28 mei 2009
Samen maakt sterk! Een gezamenlijke inspanning is effectiever om jongeren voor het restauratieambacht te interesseren. Veel ambitieuze plannen dus. Het Platform is bedoeld voor iedereen die actief is in de restauratiebranche: brancheorganisaties, kennis- en opleidingscentra, toeleveranciers, vakspecialisten, overheden: ze zien allemaal het belang en zijn betrokken bij het platform.
C. Wijziging Wet op de bedrijfsorganisatie in werking getreden De wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie, waarmee een volgende stap is gezet in de modernisering van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO), is op 24 april 2009 in werking getreden. De belangrijkste wijzigingen in de wet zijn de wettelijke verankering van de Code Goed Bestuur en de introductie van het draagvlakonderzoek. In het verlengde van deze wijzigingen heeft de Toezichtkamer van de SER nieuwe toezichttaken gekregen.
Deze enquêtes worden steekproefsgewijs onder de betreffende ondernemingen afgenomen. De Toezichtkamer ziet hier op toe. Jaarlijks zal de SER een toezichtplan en een toezichtverslag over het afgelopen jaar opstellen. Het eerste toezichtplan zal betrekking hebben op 2010 en zal voor oktober 2009 worden opgesteld. Voor het verslag geldt dat de eerste versie voor 1 april 2010 wordt uitgebracht. Met deze rapporten wordt de transparantie en de verantwoording van het toezicht vergroot. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft -mede namens de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Economische Zaken- in een nota zijn visie op het toezicht separaat aan de SER doen toekomen. [Bron: SER.nl]
D. Nieuwe fase collectieve promotiecampagne schoonheidsverzorging
Een schap dient een goed bestuur te waarborgen. Dit kan door zich te houden aan bepaalde principes van goed bestuur. Deze principes zijn in de Code Goed Bestuur en nu ook in de Wet op de bedrijfsorganisatie vastgelegd. De Toezichtkamer ziet er op toe dat de code wordt nageleefd. De schappen hebben sinds 2007 twee jaar de tijd gekregen om de principes te implementeren. Inmiddels is dat bij alle schappen gebeurd.
Van oudsher wordt door cosmeticamerken de ene na de andere ‘revolutionaire formule’ groots gecommuniceerd. Deze nieuwe campagne speelt daarop in. De centrale boodschap is : vertrouw niet zomaar op mooie beloftes maar op de behandeling van iemand die er voor geleerd heeft. De geheime formule voor een stralende huid is namelijk: minimaal 4 keer per jaar naar De Schoonheidsspecialist.
Nieuw in de wet is ook dat elk product- en bedrijfschap iedere vier jaar een representatief draagvlakonderzoek moet uitvoeren onder alle, onder de werkingssfeer van het schap vallende, ondernemingen.
De printuiting lijkt een typische cosmetica advertentie te zijn, totdat je ziet dat ‘de geheime formule’ niet in een nieuwe crème, maar in de deskundige behandelingen van De Schoonheidsspecialist zit.
4
HBActueel 2065, 28 mei 2009
Op www.ontdekdegeheimeformule.nl komt deze boodschap via een game tot leven in een cliché formulelandschap. Deze campagne is ontwikkeld door het Amsterdamse bureau NIEUW. Kijk voor meer informatie op www.hba.nl > branche > schoonheidsspecialist.
E. Eerste branchecode met status van arbocatalogus gelanceerd Code van de schoonheidsspecialist tevens arbocatalogus! Op 1 april jl. reikte Robin Linschoten de Code van de schoonheidsspecialist, tevens Arbocatalogus, uit aan een vooraanstaand vakvrouw in de branche en aan een leerlinge van IMKO opleidingen uit Rotterdam. Linschoten gaf aan dat de arbocatalogus een goede vorm is voor sociale partners om verantwoordelijkheid te nemen voor het niveau van veilig en gezond werken in hun branche. Codes hebben daarin vanaf 1997 een voorlopersrol vervuld en zijn met recht ‘arbocatalogus avant la lettre’ te noemen. De vierde editie van de Code van de schoonheidsspecialist is de eerste Code die tevens officieel de status van arbocatalogus heeft. Een felicitatie waard namens de begeleidingscommissie arbocatalogi van de Stichting van de Arbeid, waarvan Linschoten voorzitter is. Linschoten roemde met name de inzet van de branche om de Code de vakopleiding in te krijgen. Het is een groot goed dat veilig en gezond werken volgens actuele normen in alle geledingen van een branche, en met name ook al in de opleiding, geïntegreerd wordt. Het weekend voorafgaand aan deze officiële lancering was de Code al verkrijgbaar op de stand van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) op de vakbeurs Beauty Trade Special in Utrecht.
Linschoten was ook verheugd met het resultaat: de Code werd daar reeds onder de eerste 500 schoonheidsspecialisten verspreid. Linschoten memoreerde dat de schoonheidsverzorging nu tot de elite van 100 branches met een arbocatalogus hoort. De branche van schoonheidverzorging heeft hierin gekozen voor een integrale in plaats van een partiële aanpak. Daarna spraken sociale partners hun waardering uit voor al het werk dat er aan hun Code en hun arbocatalogus was verricht. Het CNV en branchevereniging ANBOS gaven aan voortvarend met de Code aan de slag te gaan. Zo krijgen alle leerlingen van de opleidingen tot schoonheidsspecialist een extra les betreffende de Code en krijgt de Code regelmatig aandacht in vakpers en op bijeenkomsten. Ook komt er een DVD waarin getoond wordt hoe in de praktijk met de Code gewerkt kan worden.
Foto: Blije gezichten bij de uitreiking van de nieuwe Code van de schoonheidsspecialist. V.l.n.r.: de heer Kruithof (CNV), mevrouw van Deelen (ANBOS), de heer Linschoten, Simone Keijzer en Jennifer Bauer
5
HBActueel 2065, 28 mei 2009
F. Code van het voetverzorgingsbedrijf vernieuwd! Elke zichzelf respecterende pedicure kan er niet meer omheen: de Code van het voetverzorgingsbedrijf. De vierde editie is niet alleen onmisbaar als instrument voor bedrijfsverbetering maar ook als informatieverschaffer over o.a. de juiste brancherichtlijnen. a. de Code is bekrachtigd door de sociale partners b. de Code is een erkende branche RI&E (risico-inventarisatie en -evaluatie) d. de Code is goedgekeurd door de Arbeidsinspectie als arbocatalogus. Belang De Code is de basis voor kwaliteitsve rbetering en -borging van de pedicure. Zij bundelt de brancheregels voor de professionele vakvrouw en –man. Goed ondernemen, juist inkopen en inrichten: normen hiervoor zijn op een rij gezet. De Code neemt heel wat zoekwerk uit handen en geeft aan hoe op langere termijn geld te besparen is. Historie De Code van het voetverzorgingsbedrijf kwam voor het eerst uit in 1997, in 2000 en 2003 volgden herzieningen. Nu is het tijd voor de vierde editie, die het gemakkelijker dan ooit maakt om ermee aan de slag te gaan. Gemoderniseerd, vernieuwd en geactualiseerd. En nu dus ook RI&Einstrument, en arbocatalogus Vernieuwd en specialisaties opgenomen Een klacht van velen was dat de vorige editie van de Code geen normen bevatte voor nieuwe zaken van het vak. In de vierde editie komen de meer (nieuwe) specialisaties aan bod, evenals werken op locatie. Geactualiseerd Veel overheidsvoorschriften zijn gewijzigd, waaronder de Arbowet en milieuregels. In de nieuwe editie staan alle actuele voorschriften voor de pedicurepraktijk.
Ook besteedt de Code extra aandacht aan administratie en belastingen. Op speciaal verzoek is ook extra aandacht voor maatregelen om de lichamelijke belasting te verminderen. Handig en weinig leeslast De indeling van de Code is gericht op direct gebruik. De normen zijn korter en krachtiger beschreven en vergen door nieuwe symbolen minder leestijd. Branchecode Online De bij het HBA geregistreerde ondernemers hebben toegang tot Branchecode Online met hun KvK-nummer en wachtwoord dat zij enige tijd geleden van het HBA hebben ontvangen. De online versie biedt handige zoek- en selectiemogelijkheden en een praktische manier om verbeterplannen te maken. Ook is het mogelijk om op Branchecode Online een Checklist in te vullen en een Plan van aanpak te maken.
G. Consument verdient bonafide glazenwasser Aanpakken misstanden in particuliere markt De marktwerking in de particuliere glazenwassersbranche moet beter. Vele bonafide glazenwassers en consumenten ondervinden nu hinder van oneigenlijke marktverdelingspraktijken en oneerlijke concurrentie. Het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) en de brancheorganisatie Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB) willen in samenwerking met controlediensten van de overheid malafide praktijken gaan aanpakken en de positie van de consument en van glazenwassersbedrijven op de particuliere markt versterken. Goede kwaliteit tegen een redelijke prijs en geen meppartijen meer, dat is het doel. Het gaat nu te vaak fout. Dat blijkt uit onderzoek van de bureaus Regioplan en EIM in opdracht van het HBA.
6
HBActueel 2065, 28 mei 2009
Oorzaken: oneerlijke concurrentie en marktverdeling Het eerste probleem is oneerlijke concurrentie als gevolg van zwartwerken of glazenwassers die in verkapte loondienst werken. Op die manier kan men goedkoper werken dan een glazenwasser die wel zijn belastingen en sociale premies afdraagt. Het tweede knelpunt is de marktverdeling door glazenwassers onderling. Dat kan op zich de prijs drukken, omdat de klanten dichtbij elkaar wonen. Glazenwassers op de particuliere markt werven dan ook niet in andermans wijk. Dat is de ‘erecode’, die door de meerderheid wordt onderschreven. Eén op de zeven glazenwassers meldt bovendien dat er in hun gebied sprake is van een pachtsysteem. Glazenwassers betalen hierbij een bepaalde vergoeding om de ramen te mogen wassen, overigens zonder dat de consumenten dat weten. De praktijk De verstoorde marktwerking leidt tot misstanden in de particuliere glazenwassersbranche. Dat hebben diverse berichten en reportages laten zien. Het onderzoek van Regioplan en EIM bevestigt dat. De misstanden worden het meest zichtbaar in de nieuwbouwwijken, waar immers de markt nog niet verdeeld is. Uit het onderzoek blijkt dat bij ruim een kwart van de glazenwassers de afgelopen twee jaar in hun werkgebied conflicten zijn geweest. Soms tussen glazenwassers onderling en soms tussen glazenwassers en hun klanten. Eén op de acht glazenwassers geeft aan dat conflicten regelmatig plaatsvinden. Dat varieert van stevige woordenwisselingen tot bedreigingen en handgemeen tussen glazenwassers. Daardoor krijgt de hele branche een slecht imago. Verschil particuliere en zakelijke markt De misstanden blijken zich op de particuliere markt voor te doen: het glazenwassen in woonwijken.
Op de zakelijke markt (kantoren en bedrijfsgebouwen) wordt in de regel gewerkt via aanbestedingen en contracten. Zakelijke klanten verdiepen zich bovendien beter, vragen vaak verscheidene offertes op en maken dan een keuze. Op de particuliere markt is dat veel minder het geval. De consument heeft weinig keuze. Omdat glazenwassers in de particuliere markt slecht georganiseerd zijn, is er nauwelijks sprake van zelfregulering. De ‘erecode’ is vaak hun enige houvast. Wordt die overtreden dan wordt het bonje. Een fors deel van de vaak grotere glazenwassersbedrijven in de zakelijke markt is lid van de brancheorganisatie OSB. Alle glazenwassersbedrijven zijn verplicht aangesloten bij het HBA, dat echter weinig bevoegdheden heeft om misstanden zelf aan te pakken. Vandaar dat samenwerking is gezocht met overheidsdiensten. Op naar een schonere particuliere glazenwassersbranche Het HBA en de OSB willen de positie van de consument en de positie van bonafide glazenwassersbedrijven op de particuliere markt versterken. Met een drieledige aanpak. Ten eerste versterking van de handhaving van de geldende regels in samenspraak met de Belastingdienst, de Arbeidsinspectie en andere toezichthouders. De reacties uit die hoek zijn hoopvol. Ten tweede goede voorlichting naar ondernemers en naar consumenten. Zij weten vaak niet wat hun rechten en plichten zijn en bij wie zij terecht kunnen als er wat misgaat. Ten derde een verdere professionalisering van de branche, bijvoorbeeld door certificering van glazenwassersbedrijven. Dan hebben consumenten meer zekerheid.
7
HBActueel 2065, 28 mei 2009
H. “Baan met uitzicht” campagne van start
I. Vakbekwaamheid in parketbranche gewaardeerd
Ondernemersvereniging OSB en het HBA (Hoofdbedrijfschap Ambachten) hebben op de Glazenwassers & Gevelreinigers Vakbeurs van vorige week het startschot gegeven voor de campagne 'Glazenwasser: een baan met uitzicht'.
Voor de eerste keer hebben werknemers in de parketbranche zich aangemeld voor een EVC-traject (Eerder Verworven Competenties). Door dit traject te doorlopen, verkrijgen ervaren maar ongediplomeerde parketvloerenleggers en woningstoffeerders binnenkort een ervaringscertificaat. Daarmee onderscheiden zij zich op basis van hun in het traject aangetoonde ervaring en vaardigheid. Hopelijk verkrijgen de EVC deelnemers ook meteen een mbodiploma. In maart 2009 is tijdens de Vakbeurs Vloeren met succes de eerste aanzet gedaan tot de werving van EVCkandidaten. Bijzonder is dat de eerste vijftig kandidaten het traject kosteloos kunnen doorlopen, omdat diverse betrokken partijen hiervoor garant staan.
Beide organisaties willen met deze campagne het beroep glazenwasser nadrukkelijk onder de aandacht brengen bij werkzoekenden. Daarnaast kunnen werkgevers gebruik maken van divers promotiemateriaal om mensen enthousiast te maken voor dit werk. Op de website www.baanmetuitzicht.nl is, naast een vacaturebank, allerlei handige informatie te vinden over het beroep van glazenwasser.
Ons land kent veel professionele parketvloerenleggers en woningstoffeerders met jarenlange ervaring en een enorme hoeveelheid kennis, maar als gezegd, vaak zonder diploma. En dus zonder eenduidig ‘kwaliteitsbewijs.’ Daarom heeft een aantal partijen de handen ineengeslagen en is de procedure voor een ervaringscertificaat ontwikkeld, met als doel de branche naar een hoger niveau te tillen. Een EVC-traject brengt de competenties van de deelnemende werknemer in kaart. En als de deelnemer over voldoende vakmanschap, kennis en werkervaring beschikt, krijgt hij of zij alsnog een erkend diploma. En sommigen verkrijgen het diploma na een kortdurend scholingstraject. Door een diploma kan de vakman zich onderscheiden.
8
HBActueel 2065, 28 mei 2009
Op 24 april, tijdens de Week van het Ambacht (van 17 tot 25 april) ondertekenden de partijen in bijzijn van Staatssecretaris Klijnsma van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid formeel een samenwerkingovereenkomst. Deelnemende partijen zijn: Centrale Branchevereniging Wonen, CNV Dienstenbond, CNV Hout en Bouw, FNV Bondgenoten, FNV Bouw, Kenniscentrum Handel, Stichting Hout en Meubel, Woonwerk, Vereniging van Parketvloerenleveranciers en Hoofdbedrijfschap Ambachten.
J. Vergadertijgerbox: Beter overleg met een verrassingsdoos Het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) heeft de Vergadertijgerbox geïntroduceerd om werkoverleg naar een hoger plan te tillen. Volgens het HBA draagt regelmatig overleg tussen ondernemer en werknemers bij aan de binding met het bedrijf. De betrokkenheid wordt verhoogd door te kiezen voor een vorm van medezeggenschap: de Personeelsvergadering (PV) of Personeelsvertegenwoordiging (PVT, vanaf 10 medewerkers). Het HBA introduceert bij 8.000 bedrijven in de 36 aangesloten branches medezeggenschap als instrument voor meer betrokkenheid en betere samenwerking, met als
resultaat meer loyaliteit (personeelsbehoud!) en minder faalkosten. “We zijn op zoek naar de echte ’tijgers’ in het kleinbedrijf. Hun ervaring en hun ideeën worden beter benut in een PV of PVT. De ondernemer krijgt er een klankbord bij, maar levert niets in qua verantwoordelijkheid. Hij of zij neemt nog altijd de beslissingen“, zegt secretaris Bedrijfscommissie Ambachten Richard Vixseboxse. De Vergadertijgerbox bevat naast gerichte informatie, diverse handige zaken om vergaderen zo aangenaam mogelijk te maken. De doos is gratis aan te vragen via www.vergadertijgeren.nl. Vakmensen ervaren deelnemen aan een PV of PVT als een vorm van erkenning, aldus het HBA. Het versterkt de binding met het werk en draagt zo bij aan personeelsbehoud. “Ondernemers zijn geen bedrijf begonnen om te vergaderen. Zij kunnen wel meer uit hun bedrijf halen door de betrokkenheid van het personeel te stimuleren. Denk aan het behoud van goede mensen, minder faalkosten en lager ziekteverzuim. Veel ondernemers van ambachtelijke bedrijven denken dat medezeggenschap alleen iets is voor grote bedrijven. Dat is een misvatting”, aldus Vixseboxse.
K. Glazenwassersbedrijf in kaart 2009 Het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) heeft in nauwe samenwerking met de branchevereniging OSB, segment AWOG, een onderzoek laten doen naar glazenwassersbranche. Het onderzoek is uitgevoerd door het onafhankelijke bureau EIM. Enige honderden ondernemers hebben aan het onderzoek deelgenomen. Omdat in 2004 een soortgelijk onderzoek plaatsvond, worden ook trends zichtbaar. Omvang branche De branche telt bijna 2500 bedrijven, zo’n honderd meer dan in 2004.
9
HBActueel 2065, 28 mei 2009
Vier typen bedrijven zijn te onderscheiden: • 600 bedrijven met voornamelijk particulieren als klant; • 970 bedrijven met voornamelijk zakelijke klanten; • 360 bedrijven die beide markten bedienen; • 500 schoonmaakbedrijven met glazenwassen als nevenactiviteit. Een derde van de bedrijven is jonger dan 5 jaar. Jonge bedrijven zijn vooral te vinden in de particuliere markt (43%) en de gemengde bedrijven (46%). Vier van de vijf bedrijven zijn door de ondernemer zelf opgericht. Kleinschalig en grootschalig De meeste bedrijven zijn kleinschalig: 61% is zelfstandige zonder personeel. De grotere bedrijven zijn vooral te vinden onder de glazenwassers die voor de zakelijke markt werken en de schoonmaakbedrijven. Ongeveer 5.000 mensen zijn werkzaam in het glazenwassersvak. Ongeveer 60% heeft daaraan een fulltime job. De gespecialiseerde glazenwasserij is vooral een mannenwereld: driekwart is man. Omzet: stijgende lijn In 2007 bedroeg de gezamenlijke omzet van de gespecialiseerde glazenwassersbedrijven ongeveer € 200 miljoen. Er zijn duidelijke verschillen tussen de bedrijfstypen: 87% van de glazenwassers die op de particuliere markt werken, behalen een omzet die lager is dan € 75.000; dat geldt ook voor tweederde van de glazenwassers op de zakelijke markt. Van deze laatste groep zette echter 14% meer dan € 250.000 om. Ruim een derde van de schoonmaakbedrijven had een omzet van meer dan € 250.000. Gemiddeld de helft van de bedrijven heeft zijn omzet de laatste jaren zien toenemen; bij een derde is die ongeveer gelijk gebleven. Eenzelfde tendens laten de bedrijfsresultaten zien. Negen op de tien ondernemers was (zeer) tevreden over het bedrijfsresultaat in 2007. Ongeveer de helft verwacht een verdere verbetering. Verkoopbevordering
Richting klant sponsort 30% evenementen en verenigingen; 27% bezoekt potentiële klanten. Daarnaast beschikt ruim een derde van de glazenwassers over een eigen website. Dat geldt vooral degenen die zich op de zakelijke markt richten. Knelpunten De ondernemers zijn dertien mogelijke knelpunten voorgelegd. Twee daarvan scoorden verreweg het hoogst: het aantrekken van vakbekwaam personeel (voor 22% een groot probleem) en de concurrentie (voor 10% een groot probleem). Beide knelpunten scoorden vier jaar geleden ook het hoogst. Opvallend is dat het veilig werken op hoogte nu veel minder als groot probleem wordt ervaren (was 14%, nu 7%). Hoe (gratis of met korting) te verkrijgen? Het rapport “Structuuronderzoek glazenwassersbedrijf 2009” is verschenen als HBA -publicatiereeks nr. 431. De publicatie is kosteloos via de website van het HBA (www.hba.nl > branches > glazenwasser > publicaties) te downloaden. De publicaties zijn ook te bestellen: schriftelijk: HBA, postbus 895, 2700 AW Zoetermeer, via e-mail:
[email protected] of telefonisch 079 3161111. Het rapport kost € 10,00 excl. verzendkosten.
L. Grimeursbedrijven in kaart gebracht Weet u hoeveel grimeursbedrijven er in Nederland zijn? Hoe groot deze zijn? Hoeveel mensen er werken? Hoeveel er wordt omgezet? Wat de bedrijfsresultaten zijn? Wat de branche verwacht? Welke problemen de ondernemers vooral ervaren en hoe zij oordelen over de opleiding?
10
HBActueel 2065, 28 mei 2009
Op dit soort kernvragen geeft het rapport “Structuuronderzoek grimeursbedrijf 2009” antwoord. Het rapport bevat de uitkomsten van representatief onderzoek dat in opdracht van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) is uitgevoerd door het onderzoeksbureau EIM. Het onderzoek is in samenwerking met de Vereniging Grimeurs Nederland (VGN) tot stand gekomen. Omvang branche De branche telt volgens het onderzoek ongeveer 170 bedrijven. Een derde daarvan legt zich vooral toe op haarwerken, toneelkappen en grimeren; een kwart legt het accent meer op make-up en visagie. Bijna de helft van de bedrijven heeft geen specialisatie. Kleinbedrijf De meeste bedrijven (84%) zijn zelfstandigen zonder personeel. Ruim een derde is jonger dan vijf jaar. Negen van tien bedrijven is door de ondernemer zelf opgericht. In totaal werken er 310 mensen, vooral vrouwen. 40% werkt fulltime. 40% is jonger dan 35 jaar. Omzet De totale omzet in 2007 was circa 7 miljoen euro. De omzet nam de laatste jaren met 6 tot 7% toe. Bijna tweederde van de grimeurs zette in 2007 minder dan € 25.000 om; 14% meer dan € 50.000. De overgrote meerderheid van de ondernemers is overigens tevreden tot zeer tevreden over de behaalde bedrijfsresultaten. Klanten Televisie - en theaterproductiemaatschappijen zijn goed voor een kwart van de totale omzet; voor make-up en visagie gaat het om de helft van de omzet. Particulieren en het overige bedrijfsleven zijn in het algemeen echter de belangrijkste klanten. Knelpunten Gevraagd naar de knelpunten die ondernemers ervaren, worden als groot probleem vooral genoemd: de administratieve lasten (11%), concurrentie (8%) en het omzetniveau (10%). Het aantrekken van vakbe-
kwaam personeel en opvolging worden beduidend minder genoemd dan vier jaar gelden. Hoe (gratis of met korting) te verkrijgen? Het rapport “Structuuronderzoek grimeursbedrijf 2009” is verschenen als HBA-publicatiereeks nr. 433. De publicatie is kosteloos via de website van het HBA (www.hba.nl > branches > toneelkapper/grimeur > publicaties) te downloaden. De publicaties zijn ook te bestellen: schriftelijk: HBA, postbus 895, 2700 AW Zoetermeer, via e-mail:
[email protected] of telefonisch 079 3161111. Het rapport kost € 10,00 excl. verzendkosten.
M. Ontwerpers en ambachtelijke vervaardigers van schoenen en tassen in kaart gebracht Het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) heeft in nauwe samenwerking met de branchevereniging FeetBag een onderzoek laten doen naar de ontwerpers en ambachtelijke vervaardigers van schoenen en tassen. Het onderzoek is uitgevoerd door het onafhankelijke bureau EIM. 50 ondernemers hebben aan het onderzoek meegedaan. Omvang branche De branche telt ongeveer 130 bedrijven. Daarvan was 40% aangesloten bij een keten. Twee bedrijfstypen worden in het onderzoek onderscheiden: • Sterk ambachtelijke bedrijven (meer dan 50% van de omzet komt voort uit de verkoop van zelfvervaardigde artikelen en reparatie; dit geldt voor driekwart van de bedrijven.
11
HBActueel 2065, 28 mei 2009
• De overige bedrijven waarin het ontwerpen en ambachtelijk vervaardigen van schoenen en tassen minder dan de helft van de omzet uitmaakt (ongeveer een kwart van de bedrijven).
Website Particulieren en bedrijven blijven de belangrijkste klantengroepen. Het aandeel van de omzet met het bedrijfsleven als klant is echter toegenomen.
Ruim een kwart van de bedrijven ontwerpt en vervaardigt schoenen. Tweederde tot driekwart ontwerpt en/of vervaardigt zelf tassen. Vrijwel alle bedrijven zijn door de ondernemer zelf opgericht. De echt ambachtelijke bedrijven zijn relatief jong: tweederde bestaat nog geen 5 jaar.
Knelpunten Bijna driekwart van de bedrijven heeft een eigen website. Een kwart gebruikt de site niet alleen om algemene informatie over het bedrijf te verstrekken maar biedt ook bestelfaciliteiten.
Kleinschalig De meeste bedrijven zijn kleinschalig: in 87% gaat het om zelfstandigen zonder personeel. In geen van de onderzochte bedrijven werkt meer dan drie personen. In de branche werken in totaal ruim 150 mensen. Ruim de helft werkt fulltime in de branche. Tweederde van de werkzame personen is vrouw. Het is bovendien een jonge branche: tweederde is jonger dan 45 jaar. Opvallend is het hoge opleidingsniveau van de ondernemers: ruim tweederde heeft HBO of hoger als opleiding. Omzet Ruim een derde van de onderzochte bedrijven bestaat pas sinds 2007. De rest had in dat jaar een omzet van € 3 miljoen (excl. BTW). Vooral de ambachtelijke bedrijven hebben een beperkte omzet: 70% haalde een omzet van niet meer dan € 25.000. Tweederde van de overige bedrijven haalde een hogere omzet. De belangrijkste klanten zijn particulieren (gemiddeld goed voor de helft van de omzet) en winkels/galeries (een derde van de omzet). Overigens blijkt ongeveer de helft van de ondernemers geheel of in belangrijke mate afhankelijk te zijn van de inkomsten van het bedrijf. 80% is tevreden over het bedrijfsresultaat in 2007.
Hoe (gratis of met korting) te verkrijgen? Het rapport “Structuuronderzoek ontwerpers en ambachtelijke vervaardigers van schoenen en tassen 2009” is verschenen als HBA-publicatiereeks nr. 432. De publicatie is kosteloos via de website van het HBA (www.hba.nl > branches > leerbewerker > publicaties) te downloaden. De publicaties zijn ook te bestellen: schriftelijk: HBA, postbus 895, 2700 AW Zoetermeer, via e-mail:
[email protected] of telefonisch 079 3161111. Het rapport kost € 10,00 excl. verzendkosten.
N. Pianotechnische bedrijven in kaart gebracht Weet u hoeveel pianotechnische bedrijven er in Nederland zijn? In hoeverre deze gespecialiseerd zijn? Hoe groot deze bedrijven zijn? Hoeveel mensen er werken? Hoeveel er wordt omgezet? Wat de bedrijfsresultaten zijn? Wat de branche verwacht? Welke problemen de ondernemers vooral ervaren? Op dit soort kernvragen geeft het rapport “Structuuronderzoek pianotechnische bedrijven 2009” antwoord. Het rapport bevat de uitkomsten van representatief onderzoek dat in opdracht van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) is uitgevoerd door het onderzoeksbureau EIM.
12
HBActueel 2065, 28 mei 2009
Het onderzoek is in samenwerking met de Vereniging van Pianotechnici Nederland (VvPN) en de Nederlandse Piano- en Muziekinstrumentenbond (NPMB) tot stand gekomen. 190 bedrijven hebben aan het onderzoek deelgenomen. Enige resultaten De branche telt volgens het onderzoek ongeveer 325 bedrijven. Ruim de helft (55%) legt het accent op het stemmen van piano’s; 11% legt zich vooral toe op de verkoop van piano’s; 23% doet vooral reparatie aan piano’s. De helft van de ondernemingen bestaat al meer dan 20 jaar; 12% is ouder dan 40 jaar. Vier van de vijf bedrijven is door de huidige eigenaar zelf opgericht. Werkgelegenheid In de branche werken in totaal circa 600 mensen, een omvang die de laatste jaren vrij stabiel is gebleven. Het gaat vooral om kleinbedrijf: ruim driekwart (80%) van de ondernemingen telt slechts één werkzame persoon; er werken dus veel zelfstandigen zonder personeel in de branche. Tweederde van de mensen werkt fulltime. Er werken vier keer zoveel mannen als vrouwen. Ruim tweederde (70%) is ouder dan 45 jaar. Eén op de zes medewerkers heeft een HBOopleiding of hoger; dat geldt voor een kwart van de ondernemers. Omzet De brancheomzet bedroeg de laatste jaren ongeveer 45 miljoen euro (excl. BTW). 60% van de bedrijven haalde een omzet van niet meer dan 50.000 euro. De verkopers haalden gemiddeld uiteraard een hogere omzet: 45% meer dan € 375.000. Voor het stemmen van een piano rekent ongeveer de helft van de bedrijven een tarief tussen 50 en 65 euro; een derde € 65 of meer (incl. BTW). Knelpunten Gevraagd naar de knelpunten die de ondernemers ervaren, worden als groot probleem vooral genoemd: het omzetniveau (10%), de concurrentie (10%), aantrekken van bekwaam personeel (7%),
en de administratieve lasten (6 %). In vergelijking met vier jaar geleden zijn deze problemen, met uitzondering van de concurrentie, minder gaan knellen. Hoe (gratis of met korting) te verkrijgen? Het rapport “Structuuronderzoek pianotechnische bedrijven 2009” is verschenen als HBA-publicatiereeks nr. 441. De publicatie is kosteloos via de website van het HBA (www.hba.nl > branches > pianotechnicus > publicaties) te downloaden. De publicaties zijn ook te bestellen: schriftelijk: HBA, postbus 895, 2700 AW Zoetermeer, via e-mail:
[email protected] of telefonisch 079 3161111. Het rapport kost € 10,00 excl. verzendkosten.
O. De pedicurebranche in kaart gebracht Weet u hoeveel pedicures er in Nederland werkzaam zijn? Hoe groot deze bedrijven zijn? Hoeveel er wordt omgezet? Wat de bedrijfsresultaten zijn? Wat de branche verwacht? Welke problemen de ondernemers vooral ervaren? Op dit soort vragen geeft het rapport “Structuuronderzoek Pedicures 2009” antwoord. Het rapport bevat de uitkomsten van representatief onderzoek dat in opdracht van het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) is uitgevoerd door het onderzoeksbureau EIM. Het onderzoek is in samenwerking met de branchevereniging ProVoet tot stand gekomen. Enige resultaten Omvang branche De branche telt volgens het onderzoek ongeveer 8.250 bedrijven. Dat zijn er bijna tweeduizend meer dan vier jaar geleden. Ruim 80% zijn gespecialiseerde pedicures; de rest zijn bijvoorbeeld schoonheidssalons met pedicureactiviteiten. Een kwart van de bedrijven is jonger dan vijf jaar.
13
HBActueel 2065, 28 mei 2009
Bijna alle bedrijven zijn door de pedicure zelf opgericht. Veel zzp’ers De branche is kleinschalig: 96% van de bedrijven is alleen de pedicure/eigenaar werkzaam. De gespecialiseerde pedicures zijn vrijwel allemaal zelfstandige zonder personeel (zzp’er). Een derde van de pedicures werkt overigens samen met collega’s of met personen uit andere disciplines. Beroepsnaam Een ruime meerderheid van de bedrijven gebruikt de naam ‘pedicure’; slechts een kleine minderheid noemt zich uitsluitend ‘voetverzorger’. Werkgelegenheid In de branche zijn 9.000 personen werkzaam, ongeveer 2.000 meer dan vier jaar geleden. Er werken vrijwel uitsluitend vrouwen en verreweg de meesten (85%) in deeltijd. Tweederde is 45 jaar of ouder. Opleiding Bijna alle pedicures hebben een of meer vakdiploma’s (vooral van KOC en Sepvo). Ruim tweederde heeft de afgelopen twee jaar een vakinhoudelijke nascholing gevolgd; met name op het gebied van voetbehandeling bij diabetici. Kwaliteitszorg Tweederde van de bedrijven is in het bezit van de branchecode die het HBA voor de pedicures heeft ontwikkeld. 8% beschikt over bedrijfscertificering van ProCert en nog eens 9% wil deze gaan aanvragen. Cliënten Ruim de helft behandelt tussen de tien en dertig cliënten per week; bijna een kwart tussen 5 en 9 cliënten. Bijna driekwart van de cliënten is vrouw. 85% is ouder dan veertig jaar. De meest gehanteerde tarieven voor een basisbehandeling liggen tussen de €15 en €25. Omzet De omzet in de branche bedroeg in 2008 ruim €100 miljoen; 20 miljoen méér dan in
2004. De omzetten per pedicure zijn in het algemeen beperkt: 87% haalde in 2007 een omzet die lager is dan € 37.500; 97% van de gespecialiseerde pedicures haalden een omzet die lager was dan € 25.000. De overgrote meerderheid van de pedicures is overigens (zeer) tevreden over het bedrijfsresultaat. Knelpunten Gevraagd naar de knelpunten, worden nauwelijks echt grote problemen genoemd. Als probleem wordt vooral vermeld: de administratieve lasten (14%), de ontwikkelingen op computergebied (14%), omzetniveau (11%) en concurrentie (11%). Hoe (gratis of met korting) te verkrijgen? Het rapport “Structuuronderzoek Pedicures 2009” verschijnt als HBA -publicatiereeksnr. 440. Het rapport is kosteloos via de website van het HBA (www.hba.nl) te downloaden. Het is ook te bestellen: schriftelijk: HBA, postbus 895, 2700 AW Zoetermeer, via e-mail
[email protected] of telefonisch 079 3161111. Het rapport kost € 10,00 excl. verzendkosten.