jaargang 9 nummer 1 mei 2009
familie van… Leven met een psychisch ziek familielid > schipperen tussen de problemen van je ouders > stefanie sneed zichzelf > feiten en fabels over depressie > schilderen als therapie > columns
Redactioneel
‘Hij is altijd in voor een spelletje.’
aan het woord... “Vrienden kies je, familie heb je”, hoorde ik pas iemand zeggen. Dat is de spijker op zijn kop, want met je familie moet je het gewoon doen, die bloedband blijft altijd aanwezig. En dat is niet in alle gevallen even gemakkelijk. Denk bijvoorbeeld maar aan een situatie waarin iemand een broer of zus, man of vrouw, kind of ouder heeft met een psychisch probleem. Dat heeft ook invloed op het dagelijks leven in het gezin, in kleine en misschien ook grotere dingen. In het artikel ‘Schipperen tussen je ouders’ vertellen Petra en Willem hoe ingrijpend het is als je vader of moeder een psychisch probleem heeft. Ongeveer drie miljoen mensen in Nederland kampen met psychische klachten. Dat kan stress zijn, maar bijvoorbeeld ook een ernstige eetstoornis, angststoornis, depressie of langdurige rouw om het verlies van een dierbare. Om deze
2
drie miljoen mensen heen staat de familie. In meerdere of mindere mate kunnen zij ook mee-lijden met de problemen. In deze Eleoscript info over hoe het is om ‘familie van…’ te zijn. Gelukkig heeft een psychische stoornis niet altijd en alleen een negatieve weerslag op relaties binnen een gezin. “Hij is altijd in voor een spelletje”, vertelde het zusje van een jongen met ADHD. Ze had altijd een speelkameraadje aan hem en dat was echt een groot pluspunt in haar beleving! Ellen Schuit
inhoud In dit nummer:
4
17
‘Hoe ga je om met 4 een psychisch ziek familielid?’ 4 Leven met een psychisch ziek familielid
6
Schipperen tussen de problemen van je ouders
9 Feiten en fabels over depressie 17 Schilderen als therapie
6
9
verder... 12 13 14 16 20 22 24
@Eleos: ‘Geen paniek!’ Interview met Wanda Stefanie sneed zichzelf Columns Het DNA van Eleos Eleos actueel Opmerkelijke berichten
3
niet leven vóór, ma een psychisch ziek fa Door Corina Schipaanboord
Honderd, tachtig of vijftig procent? In hoeverre moet je rekening houden met familieleden met een psychische aandoening? Als een lid lijdt, lijden alle leden mee. Maar wat zijn de gevolgen en hoe kun je er het beste mee omgaan? preventiemedewerker jeanine van de bruinhorst: “Het is belangrijk om je grenzen aan te geven.”
4
‘Het kind zoekt al snel de schuld bij zichzelf, terwijl dat vaak niet terecht is.’ meer aan zichzelf toekomen, is dat reden tot zorg.” De impact voor familieleden is groot. Van de Bruinhorst: “Er zijn veel psychische aandoeningen, bijvoorbeeld depressiviteit, adhd, borderline, schizofrenie en hallucinaties. Het is lastig om in het algemeen iets te zeggen over wat te doen, want elke situatie is anders. Het ligt aan het karakter van mensen, maar ook aan de context. Een zonnebloem blijft altijd een zonnebloem, maar de omgeving bepaalt voor een groot deel hoe lang de bloem wordt en welke kant hij op groeit.” Als je partner een psychische aandoening heeft, verandert je leven. “De franje gaat van je leven af. Alle leuke dingen vallen als eerste af”, legt Van de Bruinhorst uit. “Zoals een dagje met het gezin naar de dierentuin. Alle tijd en aandacht gaat vooral naar de
aar mét familielid “Vader wordt opeens woedend. Het kind schrikt ervan. ‘Is het mijn schuld?’ denkt het.” Van de Bruinhorst schetst een situatie van een kind met een psychisch zieke vader. “Deze ouder kan soms onvoorspelbaar zijn en zelfs met dingen gaan gooien. Een kind zoekt al snel de schuld bij zichzelf, terwijl dat vaak niet terecht is. Het was misschien stout, maar de boosheid van vader is buiten proportie. Kinderen houden zich daardoor vaak gedeisd, om hun ouder niet te belasten. Maar als dat een standaardpatroon wordt en ze niet
noodzakelijke dingen. Verder komen er veel regeldingen én de opvoeding op de gezonde partner af. Als je partner depressief is, heeft hij of zij vaak geen zin om naar een feestje te gaan. Hoe los je dat op? Ga je alleen? Maar dan vraagt iedereen waar je partner is. Je loopt tegen allerlei lastige situaties aan.” sterker Familieleden van iemand met een psychische aandoening hebben het over het algemeen niet makkelijk, maar ze houden er wel iets positiefs aan over.
“Als je op een goede manier met de problemen om leert gaan, kan het je sterker maken. Je leert met tegenslag om te gaan. Net zoals een boom soms regen of wind nodig heeft, heeft een mens problemen nodig om sterk te worden. Vaak zie je ook dat deze mensen heel zorgzaam zijn voor anderen”, zegt Van de Bruinhorst. “Bovendien kan zo’n situatie je naar God toe drijven. Veel mensen met psychische problemen hebben denk ik wel eens meegemaakt dat ze aan de grond zaten, tot God baden en dat Hij hen heel duidelijk verhoorde.” besmettelijk Als een gezinslid psychisch ziek is, kan ik dat dan ook worden? Deze vraag kan veel familieleden erg bezig houden. “Depressiviteit is besmettelijk”, zegt Van de Bruinhorst. “Nee, het is geen verkoudheid, maar wel overdraagbaar. Als je een depressieve partner hebt, heb je statistisch gezien een grotere kans dat je het ook ontwikkelt, omdat je veel omgaat met iemand die somber gestemd is. Het ligt er natuurlijk wel aan wat je eigen karakter is.” Bepaalde aandoeningen hebben een erfelijke component. Depressie, schizofrenie of manische depressiviteit komen meestal vaker in families voor. Net zoals autisme en adhd. Het is ook de vraag in hoeverre sommige aandoeningen overdraagbaar zijn. Als je bijvoorbeeld een angststoornis hebt, zul je je kind ook eerder vermanen dat het iets niet moet doen omdat het eng is, dan wanneer je zelf geen last van angst en dwang hebt. Het heeft met de opvoeding en het karakter van het kind te maken, maar ik denk dat er zeker een kans is dat zo’n kind ook een angststoornis ontwikkelt.” grens De preventiemedewerker noemt een aantal tips om een negatieve impact te voorkomen, maar tegelijkertijd wel behulpzaam en betrokken te zijn. “Het is belangrijk om je grenzen aan te
geven. Dat doe je in gewone gezins situaties ook. Als een kind vervelend is, moet het soms naar de gang. Het huilt en krijst, maar het begrenzen van gedrag helpt wel. Daarna moet je weer contact maken met zo’n kind en geef je aan welk gedrag niet goed was. Zo hebben sommige mensen met een psychische stoornis ook soms begrenzing nodig. Daarnaast moet je er zelf af en toe even tussenuit gaan”, zegt Van de Bruinhorst. Je kunt bijvoorbeeld elke sociale afspraak afstoten, omdat het te druk is voor je partner. Maar je kunt ook zeggen: ‘Er komt straks visite. Ga jij boven zitten als je het niet ziet zitten?’ Er zit soms meer ruimte in dan je denkt.” Jezelf verdiepen in de aandoening van het familielid is ook nuttig volgens de preventiemedewerker. “Het is wel belangrijk om te checken of het betrouwbare info is. Het is belangrijk om voor jezelf te zorgen en je sociale leven te onderhouden.” Verder kan lotgenotencontact helpen om goed met de situatie om te gaan. “Soms kun je heel hard lachen om bepaalde situaties, want het is ook gek hoe sommige dingen gaan. Het leuke aan zo’n groep is, dat mensen dezelfde problematiek hebben. Dat geeft altijd herkenningspunten. Je leert dingen van iemand die hetzelfde meemaakt. Daar heb je soms nog meer aan dan adviezen van een preventiewerker”, zegt Van de Bruinhorst. Regelmatig geeft Van de Bruinhorst tijdens een preventiecursus adviezen aan mensen met een familielid met een psychische aandoening. “Ik kan wel tips geven, maar het eigenlijke werk moet thuis gebeuren met vallen en opstaan. Ik zie om me heen hoe dat lukt. Elke dag worden familieleden en mensen met een psychische ziekte er mee geconfronteerd. Ik voel respect voor mensen in zo’n situatie!”
5
schipperen tussen de problemen van je ouders Door Corina Schipaanboord
Ruzies tussen je vader en moeder sussen, het huishouden runnen en vol spanning afwachten hoe de dag zal verlopen. Kinderen van ouders met psychische problemen lijden vaak onder de problemen thuis. Petra (31) en willem (19) vertellen over hun ervaringen. 6
‘Ik ga weg, hoe zou ik het hier nog langer kunnen volhouden!’ Schreeuwend staan de echtgenoten tegenover elkaar. De vrouw gooit met serviesgoed en grijpt later ook een vleesmes. Hun dochter dringt zich tussenbeide en probeert de ruzie te sussen. In het ouderlijk huis van Petra deden zich zulke situaties letterlijk voor. “Mijn moeder tobde veel met haar gezondheid; ze onderging regelmatig operaties. Ik moest dan het huishouden runnen: ik was elf toen ik voor het eerst eten kookte. Ma voelde zich machteloos en waardeloos, ze had een negatief zelfbeeld. Haar verhaal wilde ze kwijt bij mijn vader. Altijd zat ze te klagen. Mijn pa had daar weinig zin in na een drukke dag en verzon van alles om zo min mogelijk thuis te zijn. Mijn moeder werd vaak boos en botvierde dat dan op ons. Hierdoor maakte ik veel geweld mee”, vertelt de jonge vrouw. Waarschijnlijk heeft haar moeder borderline, maar dat is nooit officieel gediagnosticeerd. ik ga wel weg Willem: “Het is al laat en ik lig bijna in bed. Vanuit de slaapkamer van mijn ouders klinken stemmen. Steeds harder. Ik hoor schreeuwen en krimp in elkaar. Vader gaat door het lint! Voorzichtig kijk ik om het hoekje van de deur. Woedend stevent pa de trap af. Hij trapt de deur uit de voorraadkast en komt de trap weer op. Mijn oudere broer heeft het ook gehoord en komt inmiddels van de zoldertrap af. ‘Jij bent de eerste die eraan gaat!’, zegt pa tegen hem. Ik schrik heel erg en raak overstuur. Mijn moeder belt 112, maar ik sta al met de sleutel in mijn hand bij de voordeur. Ik ga weg, hoe zou ik het hier nog langer kunnen volhouden?” De gebeurtenissen staan Willem duidelijk nog helder voor ogen. Zijn vader heeft veel symptomen van borderline en een narcistische persoonlijkheid. “Tien jaar geleden begon het. Mijn vader is erg gesloten en komt zielig over. Hij zegt vaak: ‘Ik ben niets waard en ik doe niets goed’. Dit alles gaf veel
spanningen en daardoor botste het regelmatig tussen mijn ouders. De laatste vier jaar was het zo erg, dat we er zeker een paar keer per week tegenaan liepen. Mijn moeder hield het negen jaar vol, maar toen stortte ze in. Het werd duidelijk dat het zo niet langer kon.” Inmiddels woont Willems vader in een huis voor begeleid wonen. puin ruimen De psychische aandoeningen van de ouders van Petra en Willem hadden ook invloed op hen. Willem: “Na die heftige gebeurtenis ging ik een paar dagen naar mijn oma. Maar daarna moest ik weer naar huis. Toen ik binnenkwam verstarde ik, meteen voelde ik de spanning. Stel dat het weer fout ging? Door vaders sterk wisselende stemmingen hing er vaak een negatieve sfeer in huis. Je leeft dan constant in spanning.” Petra herkent zich in zijn verhaal. “Als er thuis ruzie was, gingen mijn broertjes er vandoor. Ik durfde niet weg te gaan, maar verstopte me bijvoorbeeld wel eens in de tuin. Als de ruzie geluwd leek, kwam ik voorzichtig tevoorschijn en kon ik puin ruimen.” En ze vervolgt: “Zelfs al was ik maar even om een boodschap op de hoek geweest, dan was ik nog vol angst over wat ik thuis zou aantreffen. De stemming van mijn moeder kon zomaar omgeslagen zijn.” Petra’s moeder claimde haar bovendien enorm. “Soms vroeg ik of ik naar vrienden mocht. Dan klemde ze zich aan mij vast en smeekte me om haar niet in de steek te laten. Het gebeurde zelfs wel eens dat ik in het weekend naar mijn vriend wilde en dat het niet mocht van haar. Toen ik toch mijn tas pakte en wegvluchtte, scheurde ze me achterna in haar auto. Ik schoot snel een steegje in en haalde op het nippertje de trein.”
koppkinderen “Kopp-kinderen, zijn Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problemen, of met een verslaving. De diagnose hoeft niet per se bekend te zijn”, vertelt preventiemedewerker Gijsbertje Smaal. “In Nederland zijn er 1,6 miljoen kinderen en jongeren tot 22 jaar met een psychisch zieke ouder. Dat is 35 procent van alle kinderen. Tweederde van hen ontwikkelt zelf psychische problemen, blijkt uit onderzoek. Als een van de ouders psychische problemen heeft, merken kinderen dat. Ze zijn geneigd te gaan zorgen. Dit legt een zware druk op hen. Het kan veel vragen en verwarrende gevoelens oproepen. Zorg ontvangen, vinden koppkinderen vaak moeilijk en stilstaan bij hun eigen gevoel leerden ze amper. Het is voor hen lastig om eigen grenzen aan te geven. Bij de koppcursussen leren ze onder andere bij zichzelf stil te staan. Ze ontmoeten lotgenoten en ontdekken dat zij niet de enige zijn met problemen thuis. Ook krijgen ze veel informatie over hoe het is om kopp-kind te zijn. Dit verkleint het risico om zelf problemen te krijgen.”
absurd “Ik zie steeds meer in dat ik een belangrijk stukje opvoeding heb gemist”, vertelt Willem. “Ik kon veel doen, want mijn moeder stond >
7
vooral klaar voor mijn vader. Daardoor leefde ik binnen het gezin mijn eigen leventje. Ik miste sturing, maar ook een stukje opvoedende liefde en persoonlijke aandacht. Mijn broer zei altijd wat hij dacht en ook dat leverde conflicten met mijn vader op. Ik durfde dat niet. Ik zweeg om de lieve vrede wil.” Vrienden nodigde Willem het liefst niet bij hem thuis uit. “Als ik gezellig wat met vrienden ging doen, had ik geen zin om nog in spanning te zitten. Daarom zorgde ik dat we meestal naar hen gingen.” Zich concentreren op school vond hij ook moeilijk. Zijn gedachten zweefden regelmatig naar de moeilijke situatie thuis. Petra herkent dit. Zij kwam vaak niet aan huiswerk maken toe. “Thuis was ik druk om alles in goede banen te leiden. Als mijn ouders ruzie hadden, fungeerde ik als coach. Het gebeurde dat mijn moeder zei: ‘Petra, jij kunt zo goed met je vader praten. Kun je dit en dat niet eens tegen hem zeggen?’. Ze communiceerden dan via mij. Eigenlijk was ik de hulpverlener van mijn moeder. Ik was niet haar dochter, maar eerder zelf de moeder. Als mijn hoofd na zo’n dag mijn kussen raakte, had ik geen seconde aan huiswerk gedacht.” Toen Petra bij haar vriend thuis kwam, wist ze niet wat haar overkwam. “Ik kwam daar helemaal tot rust. Er werd niet gescholden en er werden geen venijnige opmerkingen gemaakt. Toen ontdekte ik dat de situatie bij ons thuis absurd was.” woede Petra was al jaren getrouwd toen alle gebeurtenissen weer boven kwamen. Ze ging in therapie en mocht een jaar lang geen contact hebben met haar moeder. “In die tijd droomde ik veel. Al mijn boosheid en woede kwamen erin naar boven. In mijn dromen mishandelde en vermoorde ik mijn moeder. Vroeger vocht ik niet terug, maar in mijn droom kon dat wel.” Ze volgde ook een kopp-cursus (cursus voor kinderen van ouders met een psychisch probleem, zie kader op pagina 7) waar ze Willem en andere kopp-kinderen ontmoette: “Je hoef je gevoelens niet uit te leggen. Iedereen begrijpt je. Dat is heerlijk!”, vertelt Petra. Willem vult aan: “Andere mensen kunnen begrip tonen, maar negen van de tien keer begrijpen ze er niets van. In zo’n groep heb je allemaal iets vergelijkbaars meegemaakt en heb je aan een half woord genoeg.” zelfbescherming Willems vader is inmiddels het huis uit; Petra is getrouwd en heeft zelf kinderen. Toch blijven ze in zeker opzicht beiden een kopp-kind. Willem: “Ik denk wel eens: Ben ik niet hetzelfde als mijn vader? Ik kijk kritisch naar mezelf en wordt daardoor perfectionistisch. Ook ben ik onzeker. Ik heb verkering en praat best vaak over alles met mijn vriendin. Dan denk ik wel eens: ‘Daar kom ik weer met mijn gezeur’. Petra haast zich te zeggen: “Je krijgt daar wel een supersterke relatie door!” Zelf loopt ze in de opvoeding van de kinderen tegen haar verleden aan. “Ik wil niet dat mijn kinderen verkeerde dingen doen en wil
8
geen uitingen van woede hebben. Ik ben dan bang dat ik op mijn moeder lijk.” Ze heeft weinig contact met haar moeder. “Mijn moeder vindt dat egoïstisch. Ik noem dat zelfbescherming. Ik was gewend om altijd ja te zeggen en alles voor anderen te doen. Ik heb geleerd nee te zeggen. De relatie met mijn moeder is nu afstandelijker. Als er vervelende dingen gebeuren, denk ik: Ze is ziek, ze kan er ook niet veel aan doen. Daardoor word ik niet meer persoonlijk geraakt. Ik heb haar wel vergeven, maar kan het niet vergeten.” Willem zoekt zijn vader regelmatig op. “Ondanks alles zie ik hem nog als mijn vader. Pas zei hij: ‘Ik ben niets waard en doe het niet goed.’ Toen kon ik uit de grond van mijn hart zeggen: “Pa, het is heel erg wat er allemaal gebeurd is. Maar wat er ook is, ik houd echt voor honderd procent van u!” Willem en Petra heten in werkelijkheid anders.
boek voor kopp-kinderen ‘blijf van m’n ouders af!’ Wie een vader of moeder met psychisch problemen heeft, heeft daarover vaak vragen. Ligt het aan mij dat er steeds ruzie is thuis? Krijg ik dezelfde problemen als mijn pa? Is het normaal dat je er zo van in de war kunt raken? En wat moet ik met al die gevoelens? Gijsbertje Smaal en Rieneke Klok, beiden werkzaam bij Eleos, geven al een tijdje de kopp-cursus. Onlangs kwam van hun hand het hippe boekje ‘Blijf van m’n ouders af!’ uit. Het is vooral geschreven voor jongeren van wie de vader of moeder psychische problemen heeft. “Maar als er bij jou thuis iets anders speelt wat je moeilijk vindt, zul je je er ook in herkennen”,
geven de auteurs aan. Het is een heel praktisch boek – met informatie, oefeningen, tips en vooral: veel begrip. (Blijf van m’n ouders af! Als je thuis problemen hebt. Uitgeverij Jes! Zoetermeer)
Win een van de boeken! Aan wie zou jij dit boekje willen geven en waarom? (Als je vindt dat jij het zelf kunt gebruiken, mag je natuurlijk ook reageren) Mail ons je antwoord via
[email protected] en wie weet ben je een van de drie winnaars die het boek thuisgestuurd krijgt! Over de uitslag zal niet worden gecorrespondeerd.
feiten en fabels over depressie Door Liesbet van Velzen-Vermaas
Depressie is een aanhoudend gevoel van neerslachtigheid, vermeldt het woordenboek. We gebruiken allemaal wel eens de woorden dipje of depri, maar weten we eigenlijk wel wat we er precies mee zeggen? We nemen vijf feiten en fabels over depressie onder de loep.
>
9
01
een dipje is nog geen
depressie
Een dipje hebben we allemaal wel eens; meestal is dat binnen een paar uur weer over. Een dip duurt misschien een paar dagen, maar bij een depressie blijft de bui hangen. De sombere en lusteloze gevoelens duren meer dan een paar weken en je kunt je er niet overheen zetten. Soms is een depressie voor buitenstaanders moeilijk te herkennen. Bij anderen is al snel duidelijk dat er iets aan de hand is doordat iemand veel huilt, een ander eet- en slaapritme krijgt en/of veel lichamelijke klachten. Wie depressief is, kan daar zelf echt niet omheen. Je hebt nergens meer zin in en je leven wordt beheerst door somberheid. Misschien vind je jezelf de laatste tijd prikkelbaar, waardeloos, angstig, leeg, onrustig of juist traag. Ook dat kan wijzen op een depressie. Een depressie heeft invloed op alles wat belangrijk voor je is, dus ook op de beleving van je geloof. Terwijl je daarin juist een stukje troost hoopt te vinden!
10
02
Depressiviteit is een vrouwenkwaal Depressie raakt veel mensen, blijkt uit onderzoek. Aan uitspraken over de verdeling man-vrouw kun je je beter niet wagen, laat onderstaande cijfers maar voor zich spreken. Ongeveer een op de zeven volwassenen heeft minstens eenmaal in zijn leven een depressie. Bij vrouwen komt het twee keer zoveel voor als bij mannen. Van de jongeren is ongeveer een op de twintig depressief, terwijl een op de vijf regelmatig een dip heeft. Op een willekeurig moment in Nederland zijn er zo’n 750.000 mensen depressief.
03
04
depressies vallende zijn erfelijk blaadjes gaan hand in hand met depressies Personen bij wie depressie in de familie voorkomt, zijn er zelf waarschijnlijk gevoeliger voor. Maar dat is zeker geen garantie dat zij ook depressief zullen wórden. Een depressie heeft namelijk niet één oorzaak, maar ontstaat door een combinatie van verschillende factoren. Je kunt het dus ook krijgen als depressie helemaal niet in de familie zit. Van invloed kunnen verder zijn: bepaalde lichamelijke ziekten, gebruik van alcohol en drugs, het meemaken van een ingrijpende gebeurtenis (zeer recent of al langer geleden) en iemands persoonlijke eigenschappen (zoals veerkracht, zelfvertrouwen, geweten).
Gelukkig lopen er inmiddels al weer lammetjes in de wei en schijnt het zonnetje wat vaker, dus zijn de winterdips op hun retour. Maar het klopt dat bijna de helft van de mensen zich een beetje somber en futloos voelt als de dagen korter zijn. Zo’n winterdip heeft vooral te maken met het gebrek aan zonlicht. Mensen die last hebben van een seizoensgebonden depressie, kunnen baat hebben bij lichttherapie. Er wordt dan gebruik gemaakt van een speciale lamp die je gewoon thuis kunt gebruiken. Algemene tips zijn: zorg tijdens de wintermaanden voor een dagelijkse portie beweging in de buitenlucht en sta bijtijds op zodat je het eerste daglicht kunt begroeten.
05
Wie ooit een depressie heeft gehad,
moet altijd rekening houden met herhaling Een depressie is soms eenmalig, meestal komt het na kortere of langere tijd terug. Zonder behandeling is de kans op herhaling 40 procent. Een behandeling helpt namelijk om in de toekomst op tijd de signalen te herkennen die van een dip een depressie maken. En wanneer je er op tijd bij bent, is de kans groot dat je een echte depressie kunt voorkomen.
01
een depressie
gaat vanzelf over
Wacht niet op het moment dat een depressie vanzelf over gaat, dat duurt gemiddeld namelijk wel vier tot zes maanden. Gouden tip: zoek deskundige hulp en blijf vooral niet alleen tobben met je sombere gevoelens. Een depressie is in de meeste gevallen namelijk goed te behandelen met een combinatie van pillen en praten. Stap dus naar de huisarts, die kan zo nodig een verwijsbrief schrijven. Een depressie verdwijnt namelijk niet vanzelf, maar je kunt wel je stemming beïnvloeden. Een cursus kan je daarbij helpen. Zo geeft Eleos de cursussen In de put, uit de put, Geef je frons de bons en Grip op je dip (online). Voor het volgen van deze cursussen word je niet ingeschreven als patiënt, je kunt je er dus zo voor aanmelden. Meer informatie hierover is te vinden op de website van Eleos, onder het kopje Preventie en Dienstverlening.
02
Veel slapen is een goed medicijn bij depressie Dat veel slapen werkt als medicijn, is een fabel. Wat dan wel? Regelmaat! Dat wil zeggen: slaap op vaste tijden; niet te veel en niet te weinig. Verder: regelmatig eten, regelmatig bewegen, regelmatig leuke dingen doen, regelmatig andere mensen ontmoeten, regelmatig praten, regelmatig stille tijd houden, regelmatig jezelf een schouderklopje geven…
03
04
05
Depressieve chocolade Je kunt beter uit mensen eten helpt de buurt blijven denken niet tegen als iemand positief depressieve depressief is genoeg gevoelens Als je depressief bent, is alles somber gekleurd, ook je gedachten. Dat hoort erbij. Een depressie gaat niet over van positief denken, maar het kan wel helpen om beter te functioneren. Wat je denkt heeft namelijk veel invloed op hoe je jezelf voelt. Als je bijvoorbeeld denkt dat niemand je aardig vindt, dan voelt dat naar. Maar als je bedenkt dat niet iedereen jou aardig kan vinden, dan relativeert dat enorm en voelt het beter. We spreken daarbij van helpende en niet-helpende gedachten. Probeer niet-helpende gedachten om te zetten in helpende gedachten. Dan kun je in dezelfde gebeurtenis een beter gevoel hebben. ‘Ik doe alles fout’ kun je dan bijvoorbeeld veranderen in ‘ik doe mijn best’. Dat voelt toch een stuk beter?
Volgens sommigen is dit geen fabel maar een feit. Van chocolade zou je minder somber worden. Maar… van chocolade kun je ook te dik worden en je suikerspiegel kan te snel gaan stijgen. Dat is juist weer niet goed als je depressief bent. Daarom is mijn tip: eet gevarieerd en gezond. En neem gerust zo nu en dan een stuk chocola, want het is heel goed om jezelf eens te verwennen. Het eten van vis zou ook gezond zijn, net als bananen, volkorenproducten, pompoenzaden en brandnetelthee. Te veel vlees zou juist weer niet goed zijn als je depressief bent. Dat lijkt allemaal prima te passen in een gevarieerd en gezond dieet, ongeacht het wetenschappelijk karakter van deze tips.
Iemand die depressief is, kan veel steun hebben aan de mensen in zijn omgeving. Hoe je dan kunt helpen? Bijvoorbeeld door samen te praten - en niet alleen over degene die depressief is! - en door samen leuke dingen te doen. Het helpt niet als je de ander goedbedoelde maar ongevraagde adviezen geeft of alleen wijst op het zonnetje dat lekker schijnt. De ander zou het idee kunnen krijgen dat zijn gevoel er niet mag zijn. Accepteer gewoon dat degene waar je mee optrekt depressief, en dus ziek, is en zich somber voelt. Misschien is het lastig om te praten. Bedenk dan dat het ook al goed is om stil bij iemand te zitten met een boek of een breiwerk. Trek je veel op met iemand die depressief is? Bewaak dan wel je eigen grenzen, je kunt namelijk iemands stemming overnemen. Zorg dat je zelf ook iemand hebt om mee te praten en maak tijd voor voldoende ontspanning. Je houdt het dan langer vol en helpt daarmee ook degene die depressief is.
Liesbet van Velzen-Vermaas is preventiemedewerker bij Eleos
11
Eleos
‘ geen paniek ’ Van: L.C. Roothvoet Verzonden: 9 april 2009, 21.03 uur GMT+1 Aan: Eleos Onderwerp: Meteen naar Eleos? Hallo Eleos,
Kijk op www.eleos.nl voor informatie over aanmelding en verwijzing.
geen paniek ‘Geen paniek’ is een cursus voor volwassenen die te maken hebben met lichte tot matige paniekklachten. Cursisten krijgen onder andere informatie over paniekklachten en oefenen met moeilijke situaties. De cursus helpt weer grip te krijgen op hun leven. Op onze website is een zelftest te vinden om te onderzoeken of je klachten kunnen horen bij een angststoornis.
Op jullie website zag ik dat jullie de cursus ‘Geen paniek!’ aanbieden. Daar zou ik graag aan mee willen doen. Kan ik me rechtstreeks bij jullie aanmelden? Of moet ik eerst een verwijsbriefje halen bij de huisarts? Met vriendelijke groet, Lisette Roothvoet
Van: Eleos Verzonden: 10 april 2009, 12.14 uur GMT+1 Aan: L.C. Roothvoet Onderwerp: Re: Meteen naar Eleos? Beste Lisette, Voor de cursus ‘Geen paniek!’ kun je je rechtstreeks aanmelden bij de afdeling Preventie & Dienstverlening bij jou in de buurt. Je hebt er geen verwijzing voor nodig omdat het een preventieve cursus is: wie meedoet aan zo’n cursus, is niet in behandeling bij Eleos. Telefoonnummers en e-mailadressen van de afdeling Preventie & Dienstverlening zijn te vinden op www.eleos.nl. Voor de volledigheid het volgende: Eleos is een zogenoemde tweedelijns instelling. Daarom is voor de meeste behandelingen een verwijzing van de huisarts of een andere professionele verwijzer nodig. Eleos behandelt met name ernstig psychosociale en psychiatrische problemen, maar sinds kort kun je ook voor de behandeling van lichtere problematiek bij ons terecht. Met vriendelijke groet, Eleos
12
Ook een vraag stellen aan de hulpverleners van Eleos? Kijk op www.eleos.nl > contact zoeken met Eleos Voor jongeren: www.mindguide.nl Voor pastoraat: www.eleos.nl > e-mail pastoraat
foto: lucas nijenhuis
Wanda: ‘Ooit wil ik als medisch secretaresse aan de slag’
Naam: Wanda Dullemont Leeftijd: 32 jaar Woonplaats: Gouda Eleos: ATC ’t Lichtpunt “Dit zijn mijn laatste dagen bij arbeidstrainingscentrum ’t Lichtpunt, want volgende week ga ik beginnen met mijn stage! Hier in het centrum deed ik administratief en secretarieel werk. Ik volg daarvoor ook een opleiding, zodat ik op den duur aan de slag kan in een betaalde baan. Dat is mijn uiteindelijke doel. Nu volg ik de opleiding tot secretarieel medewerker en daarna wil ik door voor medisch secretaresse. Natuurlijk is het spannend hoe het op mijn stageplaats
zal zijn. Maar na drie jaar bij ‘t Lichtpunt vind ik het een leuke uitdaging om aan iets nieuws te beginnen. Deze week zal ik dus afscheid nemen hier, en dat doet toch wel een beetje pijn. Maar de band wordt niet helemaal verbroken: ik krijg op mijn stageplaats nog individuele trajectbegeleiding vanuit ’t Lichtpunt. Eens in de twee of drie weken heb ik een gesprek met mijn begeleider. Dat geeft mij een steuntje in de rug, al moet ik het natuurlijk wel zelf doén.”
Meer lezen over werken en dagbesteding? www.eleos.nl
13
Door Ellen Schuit
‘als ik mezelf sneed, voelde ik de spanning uit me wegvloeien’ Stefanie (23) kan zich eigenlijk niet herinneren wanneer ze begon haar lichaam te beschadigen. “het was een manier om mijn emoties eruit te laten. Ik had nooit geleerd hoe ik dat op een andere manier kon doen.”
14
“Van kleins af aan bonkte ik wel eens expres met mijn hoofd tegen de muur, of ik gooide mezelf van de trap af. Ik kan me geen tijd herinneren waarin ik het niet deed. Als ik iets verkeerd had gedaan, kon ik mijzelf op die manier straffen. Ik dacht lange tijd dat het heel normaal was.” “Mijn ouders hadden geen idee van wat zich afspeelde. Hun eigen zaak kwam op de eerste plaats, dan mijn broer - die een stoornis in het autisme spectrum heeft - en dan ik. Concreet bleef er voor mij dus weinig aandacht over.”
onvoorwaardelijk getroost. Dat voelde veilig en fijn, maar ook heel nieuw. Ik kende dat helemaal niet, op die onvoorwaardelijke manier kon ik bij niemand terecht. Ik moest alles altijd zelf oplossen. Hoe ik mijn emoties kon uiten, had ik nooit geleerd. Daardoor kropte ik alle spanning op. Door met mijn hoofd tegen de muur te bonken of mezelf op een andere manier te bezeren, kon ik met die spanning omgaan. Nadat ik mijzelf pijn had gedaan, voelde ik de spanning als het ware uit me wegvloeien.”
alleen “Toen ik ouder werd, merkte ik dat dingen ook anders konden. In groep acht ging ik op schoolkamp en was er iets gebeurd waardoor ik heel verdrietig was. Waarom ik huilde hoefde ik niet te vertellen, ik werd gewoon
“Mijn basisschool was klein en voelde achteraf gezien heel veilig. De middelbare school was groot en massaal. En ik was de enige van mijn oude klas die erheen ging. Ik voelde me alleen en verloren, werd er ook gepest. Maar met mijn gevoelens kon ik bij niemand
terecht, ik wist ook niet dat ik er met iemand over zou kunnen praten. Dat had ik nooit geleerd. In die periode werd ik depressief.” rust “Op mijn vijftiende zag ik het niet meer zitten en wilde ik mijn polsen doorsnijden. Dat heb ik uiteindelijk niet gedaan gelukkig, maar ik ontdekte wel dat alleen het snijden me al een bepaalde rust gaf, dat mijn emoties op die manier ook ‘rust’ kregen. Het snijden doet geen zeer. Pas na een kwartiertje, twintig minuten ga je de wonden voelen, dan gaat het schrijnen.” “Natuurlijk was ik altijd bang dat iemand het zou zien. Ik was steeds bezig om smoesjes te verzinnen. ‘De kat heeft me gekrabd’ of ‘ik ben van de trap gevallen’, dat soort dingen. Als
‘...ik ontdekte wel dat alleen het snijden me al een bepaalde rust gaf, dat mijn emoties op die manier ook ‘rust’ kregen.’ mensen zouden horen dat ik mezelf verminkte, zouden ze me vast en zeker voor gek verklaren. Ik was heel bang voor die veroordeling. Na verloop van tijd begon ik ook in mijn buik, bovenbenen en borsten te snijden. Alles om maar lucht te kunnen geven aan mijn opgekropte emoties, mijn depressieve gevoel.” stoppen “Toen ik een jaar of zeventien was, wilde ik écht stoppen met snijden. Ik was inmiddels begonnen aan de opleiding SPW en zat in een fijne klas. Het perfecte moment om hulp te vragen, zou je denken. Alleen wist ik niet hoe. Ik zat helemaal in de knoop met mezelf. Uiteindelijk heb ik het aan mijn mentor verteld en haar mijn wonden laten zien. Natuurlijk schrok ze daarvan. Ze had wel verwacht dat er iets aan de hand was, maar had dit niet vermoed.” “Ik ben toen bij een psycholoog terechtgekomen. Daar heb ik leren praten over wat me bezighoudt. Daarna ben ik een lange periode opgenomen geweest in een kliniek, vooral om te werken aan mijn depressiviteit. Al die tijd bleef ik mezelf snijden, ik kon er nog niet mee stoppen. Na mijn opname heb ik een periode ambulante gesprekken met een hulpverlener gehad. Daar leerde ik mijn gevoelens te uiten: wat doe je als je boos bent, wat doe je als je verdrietig bent? Ik huilde in beide gevallen.” afleiding “Naarmate ik leerde om beter om te gaan met mijn emoties, ging ik me minder snijden. Ik merkte echt dat ik een andere manier had gevonden om mijn gevoelens te kanaliseren. Ook leerde ik de situaties te herkennen waarin ik kwetsbaar werd om mezelf weer te snijden. Afleiding zoeken is dan mijn beste remedie: een stuk gaan fietsen, creatief bezig zijn, schrijven…” “Lang niet alle mensen in mijn omgeving weten van mijn verleden. Als ik het vertel, schrikt men ervan. Ze weten
niet hoe ze ermee om moeten gaan en wat ze moeten zeggen. Mijn tip als je vermoedt dat iemand zichzelf moedwillig verwondt: veroordeel niet, maar ga naast de ander staan. Vraag gewoon hoe het gaat, hoe iemand zich voelt, dat soort dingen. Als je iemand dwingt te stoppen, geeft dat een geweldige druk. Die bouwt zich dan op en ontlaadt zich in opnieuw snijden, waarbij de persoon in kwestie zich dubbel schuldig zal voelen: hij kan er niet mee stoppen en heeft ook nog de ander teleurgesteld. Beter is dus om oog te hebben voor het achterliggende probleem.” gelukkig “Op mijn eenentwinigste heb ik mezelf
voor het laatst moedwillig verwond. Ik wil niet zeggen dat ik nooit meer de drang heb gevoeld het weer te doen, maar ik heb een sterke wil: ik heb besloten er mee te willen stoppen, dus daar ga ik voor. Ik ben nu blij dat ik leef en ik weet dat ik er mag zijn, ondanks mijn verleden. Ik voel me voor het eerst sinds lange tijd echt gelukkig!” Stefanie is - naast haar studie tot dramatherapeut - sinds een jaar vrijwilliger bij de LSZ, de Landelijke Stichting Zelfbeschadiging. De stichting wil zelfbeschadiging uit de taboesfeer halen en lotgenotencontact bieden, bijvoorbeeld door een gespreksgroep en een forum op internet.
Zelfbeschadiging Zelfbeschadiging is gedrag waarmee iemand zichzelf opzettelijk beschadigt, maar niet de bedoeling heeft zijn of haar leven te beëindigen. Een veel voorkomende manier om jezelf te beschadigen is krassen of snijden. Zelfbeschadiging wordt ook wel automutilatie genoemd.
gertine kooijman
groepsbegeleider bij de deeltijdbehandeling voor adolescenten Zie jij in je werk bij Eleos vaak jongeren die zichzelf beschadigen? “Ja, helaas wel. Bij veel jongeren loopt de spanning regelmatig zo hoog op, dat het ze teveel wordt. Zij reageren zich af door te gaan snijden in bijvoorbeeld hun armen of buik. Dat geeft hun een prettig gevoel en rust. Er zijn ook jongeren die alleen op die manier zien en voelen dat ze leven. Meestal is zelfbeschadiging onderdeel van een bredere problematiek.”
Waarom is het zo moeilijk ermee te stoppen? “Het werkt vaak verslavend: bij automutilatie komt er een stofje vrij in je hersenen dat zorgt voor een prettig gevoel. Ermee stoppen is dan ook niet makkelijk. Wij bespreken zelfbeschadiging, hoewel dit een groepsbehandeling
is, niet in de groep, maar tijdens persoonlijke mentorgesprekken. Ik adviseer jongeren ontspannende dingen te doen, dingen die ze leuk vinden. En ook om vooral niet alleen op hun kamer te gaan zitten als ze zich niet prettig voelen, maar bijvoorbeeld te gaan skaten, hardlopen, lezen. Verder is het belangrijk dat jongeren een sociaal netwerk hebben, zodat ze steun kunnen vragen als ze zich niet goed voelen.”
Wat als dat niet werkt? “Vaak zie je dat wanneer jongeren actiever worden en uit hun isolement komen, het gemakkelijker wordt om te stoppen met automutileren. Maar als stoppen echt moeilijk is, maken we een ander plannetje, namelijk om te proberen de drang om te snijden, steeds iets langer uit te stellen. En als ze erg op zoek zijn naar dat gevoel van
pijn, kunnen ze in eerste instantie bijvoorbeeld ook een elastiekje om hun pols doen en dat laten knappen, of ijsklontjes in hun hand houden. Ook pijnlijk, maar niet destructief.”
Wat moet je doen als je vermoedt dat iemand zichzelf verwondt? “Ga het gesprek aan! Dat is niet gemakkelijk, maar wel de beste manier. Besef wel dat jij er niet voor kunt zorgen dat iemand stopt met snijden. Dat moet hij of zij echt zelf willen. Als iemand ermee wil stoppen, kun je natuurlijk wel helpen een hulpverlener te vinden.”
15
wachtkamer Ik weet het nog goed: mijn allereerste cliënt. Met knikkende knieën richting de wachtkamer. Daar had ik zelf pas nog gezeten toen ik op sollicitatiegesprek kwam. Het leek eeuwen geleden. En nu mocht ik er iemand ophalen. Alle hoop is op mij gevestigd. En ik… wat wist ik eigenlijk?
Columns
Inmiddels zijn we jaren verder. Honderden keren heb ik het loopje gemaakt. Van mijn kamer naar de wachtkamer. Ik noem een naam en de persoon in kwestie gaat met me mee. “Mevrouw Jansen?” En ze staat op, we geven elkaar een hand en lopen naar mijn kamer. We voeren een gesprek. Een lach, een traan. Alles mag bij mij.
Afscheid Twee dagen geleden had ik mijn laatste therapiedag in de fontein en ik kan even niet anders dan met weemoed terugdenken aan mijn tijd in de sociogroep. Nu is het natuurlijk ook niet niks om na een jaar intensieve therapie opeens ‘patiënt-af’ te zijn, maar in het logisch-te-verklaren heimweegevoel, bespeur ik bij mezelf toch een soort onrealistische ondertoon. Ik herken het gevoel een beetje van bij Schiphol aan de incheckbalie staan en opeens heel erg het hondje van de buren missen, waar ik normaal nauwelijks naar omkijk. Zo mis ik het om in de rij te staan bij het secretariaat om een afspraak te maken. Ik mis het om twee afgestreken scheppen koffie in het koffiezetapparaat te doen tijdens corvee. Ik mis zelfs de ontbijtkoek die ik een jaar lang bijna elke pauze heb gegeten. Mijn groepsgenoten lijken mijn beste vrienden geweest te zijn, de huiskamer van Huis ter Wege de meest sfeervolle ruimte en schematherapie de beste vrijdagochtend besteding… Ergens weet ik wel dat dit niet helemaal reëel is. Regelmatig vond ik dat degene voor mij net iets te lang bezig was met het maken van een afspraak. Corvee was vaak meer een last dan een lust en de ontbijtkoek kwam op een gegeven moment mijn neus uit. Ik kon goed met mijn groepsgenoten overweg, maar de benaming ‘beste vrienden’ dekt niet de intensiteit van het contact, en als ik de huiskamer mocht restylen, had ik alleen de blauwe bank laten staan. Ook weet ik dat ik echt niet altijd zin had om ’s morgens vroeg om 9.15 uur op zoek te
16
“Meneer Pietersen?” Een jonge knul van negentien reageert. Hoogrode kleur. “Henk...”, zei hij schuchter. Hij weet niet goed wat hij moet. Het loopt niet goed, heeft weinig vrienden. Daar gaan we mee aan de slag. We? Nee, hij zal het toch zelf moeten gaan doen. Ik sta aan de zijlijn en moedig hem aan, geef advies, maar hij moet het zelf doen. “Mevrouw Olie?” Iedereen kijkt elkaar aan, maar niemand staat op. Even later hetzelfde ritueel... en weer niemand die meegaat. Zag ik er dan zo eng uit? Zeker weer een file ergens in Nederland. Schijnt wel vaker voor te komen. Alleen hebben sommige mensen er meer last van dan anderen. Maar wat dacht je ervan om in een volle wachtkamer “Meneer Van de Berg!” te roepen? Niemand staat op, iedereen kijkt elkaar aan… Een mevrouw staat op, met vragende ogen richting mij: ”Mag het ook mevrouw zijn?”
gaan naar de oorsprong van mijn valkuilen. Maar op het moment lijkt het wel de werkelijkheid. Nu heb ik in een jaar therapie genoeg geleerd om dergelijke situaties het hoofd te bieden. Maar ik heb even geen zin om een gedachtenschema te maken, te bedenken of ik nu in de modi (toestand) verlaten kind of kritische ouder zit, of welke valkuil er op de loer ligt. Na een poosje mistroostig voor de kachel te hebben gezeten, besluit ik even naar buiten te lopen. Misschien brengt het hondje van de buren me wel weer in de realiteit! Annemarie
Later haal ik koffie, ook in de wachtkamer. Er zitten drie mensen die spontaan beginnen te lachen als ik binnenkom. Wat doe ik verkeerd? Niemand zegt iets, maar het is duidelijk dat het om mij gaat. Ik kijk de mensen vragend aan, niet wetend wát ik vragen moet. “U hebt dezelfde laarzen aan als mijn vrouw”, zegt ten slotte de meneer. Dat is alles. Valt dat even mee. Tja, hulpverleners zijn ook maar mensen. Ellen Bouman-Kaai
foto: niek stam
schilderen als therapie Door Ellen Schuit
“in mijn schilderijen ver-
werk ik de onderwerpen die me emotioneel raken.” Debora kuipers is student moleculaire
wetenschap-
pen. Na een klein jaar intensieve therapie heeft ze onlangs haar studie weer opgepakt. “ik wil graag als docent scheikunde aan de slag en volg daarvoor nu de opleiding.”
> 17
foto: niek stam
Wie Debora spreekt, zou niet vermoeden dat ze acht maanden lang klinische behandeling heeft ontvangen in kliniek de fontein, op afdeling De Spreng. Zelf zegt ze daarover nuchter: “Het lijntje tussen wat mensen normaal vinden en wat niet, is maar heel dun. Het is heus niet altijd aan mensen te zien dat ze psychische problemen hebben.” burnout Bij Debora begon het met een heftige burnout. “Ik was doorlopend extreem vermoeid. Ook had ik behoorlijk veel last van rsi. Ik heb van alles geprobeerd om eraf te komen, maar niets hielp echt. Ik bleef die vermoeidheidsklachten houden. Toen ik merkte dat ik tijdens een vakantie wél kon ontspannen, maar daarna direct weer last had van die stress, besefte ik dat het probleem in mijzelf zat. Het moest iets in mijn hoofd zijn. Dat was een heftige ontdekking: het was blijkbaar mijn eigen schuld dat ik overspannen was en ik wist niet meer hoe ik daar zelf iets aan kon veranderen.” De studente besloot professionele hulp te zoeken. Ze zou starten met een eendaagse therapie, maar toen bij de intake aan het licht kwam hoe heftig de problemen waren, werd een klinische behandeling op afdeling De Spreng van de fontein aangeraden. Dat betekende vijf dagen per week therapie, een aantal maanden lang.
De fontein In de fontein wordt kortdurende klinische en dagklinische behandeling geboden. Er zijn twee afdelingen: De Bedding en De Spreng. De afdeling waar een patiënt behandeld wordt, is afhankelijk van het soort problematiek. Kijk voor meer informatie op www.eleos.nl > zorgaanbod.
18
“Mijn wereld stortte in toen ik dat hoorde. Ik had me ingesteld op een dag therapie in de week, zodat ik daarnaast nog kon studeren en werken. Maar nu zou ik vijf dagen per week in behandeling gaan! Uiteindelijk had ik er vrede mee en startte ik met de therapie. Het allermoeilijkst van mijn opname vond ik het besef dat ik blijkbaar niet zelf in staat was mijn problemen op te lossen en dus net zo gehandicapt was als die anderen die therapie kregen in de kliniek.”
‘De therapieën maakten bij mij veel los. Crea was een goede manier om hier lucht aan te geven.’ juist in roulatie De periode in de fontein typeert Debora als een ‘snelkookpan’. “Veel mensen denken dat therapie inhoudt dat je een periode helemaal uit de roulatie bent. Niets is minder waar: de behandeling is zwaar en intensief. Je bent juist dubbelop ín de roulatie: je werkt in hoog tempo aan jezelf en bent steeds bezig met onderzoeken en ombuigen van je emoties en gedachten. Het is dus juist een superdruk en emotioneel heftig programma!” Debora nuanceert: “Als ik terugdenk aan mijn periode bij de fontein, dan zie ik een mix van intensief bezig zijn met mezelf - wat soms erg moeilijk en confronterend was maar ook heel veel gezelligheid. Dan gingen we op een zonnige zomeravond bijvoorbeeld met onze groep een wijntje drinken op het grasveld bij de kliniek. ” crea De therapie in de fontein bestaat uit diverse onderdelen. Naast gesprekstherapieën is dit onder andere creatieve therapie. Debora: “Mezelf uiten door middel van schilderen, deed ik al wel eens. Ik vond het dus erg leuk om weer met verf en penselen aan de slag te mogen.” Bij creatieve therapie gaat het erom op een andere manier in te steken op je probleem. “Tegelijkertijd zie je dat problemen die zich in het gewone leven voordoen, hier ook tot uitdrukking komen. Stel bijvoorbeeld dat iemand heel perfectionistisch is, dan zal zijn werk dat ook zijn.” De therapeut kan dan bijvoorbeeld de opdracht geven om eens te werken met ecoline wat oncontroleerbaar uit kan vloeien - of met paletmessen - waardoor je alleen maar heel grof kunt werken. “Als je ziet dat je schilderij toch goed wordt, terwijl het niet jouw manier van werken is, kan dat een echte eye-opener zijn”, vindt Debora. Creatieve therapie biedt patiënten de mogelijkheid om op een alternatieve manier hun gevoelens te uiten. “De therapieën maakten bij mij veel los. Crea was een goede manier om hier lucht aan te geven.”, vertelt Debora. “Ik ben bijvoorbeeld erg perfectionistisch; stel hoge eisen aan mezelf. Een schilderij is dan ook niet snel goed genoeg en ik blijf lang prutsen om de laatste dingetjes perfect te krijgen. In therapie heb ik geleerd om tegen mezelf te zeggen: zo is het goed genoeg.” Ze voegt er wel aan toe dat dit nog steeds niet altijd makkelijk is. “Maar ik kan het nu wel beter loslaten.” perfectionisme Tijdens haar periode in de fontein onderzocht Debora wat de oorzaak is van haar perfectionisme. “Ik wilde steeds dolgraag bevestiging dat ik het goed deed, maar als ik die dan kreeg, dan nam ik die positieve feedback niet aan. Ik voelde
me niet bijzonder en door die aandacht voelde ik me ook niet gewenster.” Tijdens therapie leerde Debora om haar gedachten expliciet te maken. “De ‘stille gedachten’ kan ik nu herkennen. Ik weet ook dat het perfectionisme in mijn karakter zit. Maar ook hoe ik er beter mee om kan gaan. Als ik nu een schilderij maak, en een vriendin zegt dat ze het mooi of goed vindt, dan kan ik dat ook van haar aannemen. Ik ben daarin minder onzeker geworden en heb zelfs een schilderij in opdracht geschilderd! Dat zou ik eerder nooit gedurfd hebben. Stel dat het schilderij de opdrachtgevers zou tegenvallen?” “Wat ik het moeilijkst vond toen de therapie voorbij was? Dat ik een stukje veiligheid kwijt was en vooral dat ik weer mijn eigen verantwoordelijkheid moest leren dragen. Tijdens therapie is dat maar in heel beperkte mate zo. Je dag wordt voor je ingedeeld, daar hoef je zelf niet over na te denken.” Wat Debora ook miste, was creatieve therapie. “Ik ben toen op zoek gegaan naar een ruimte waar ik kon blijven schilderen. Een tijdlang heb ik in mijn woonplaats een atelier gedeeld met een aantal oudere dames. Van hen heb ik schildertechnisch ook nog het nodige geleerd. Het was een leuke mogelijkheid om me verder te ontwikkelen in het schilderen.” goed genoeg Debora heeft inmiddels haar schildersspullen naar haar woning verhuisd en haar studie weer opgepakt. Samen met een aantal andere meiden woont ze in een kleurrijk appartement in een studentenstad. De kamers van Debora zijn te herkennen aan de schilderijen die aan de muren hangen. “Kijk, dit is een van de werken die ik heb gemaakt in de tijd dat ik bij De Spreng zat”, vertelt de studente. “Het is een verbeelding van Pniël.” Ze toont nog een aantal schilderijen, waarvan er een net van een tafelezel komt. “Ik schilder nog heel regelmatig voor mezelf en wil dat ook graag blijven doen. Mijn kunstwerken zijn heus niet allemaal perfect, maar het is voor mij een leerpunt dat dat ook niet altijd nodig is, dat het op een gegeven moment goed genoeg is. Dat punt heb ik voor mijn schilderijen gesteld op ‘als het doek aan andere mensen overbrengt wat ik wil, dan is het goed genoeg en blijkbaar klaar’.”
wat is creatieve therapie Henrieke Bouman, vaktherapeut in de fontein: “Creatieve therapie is een vaktherapie. Zo’n vaktherapie is gericht is op het opdoen van nieuwe ervaringen door creatief bezig te zijn. Daarbij zijn zowel het werkproces als het uiteindelijke resultaat belangrijk. We gebruiken bij creatieve therapie verschillende technieken, bijvoorbeeld schilderen, tekenen, boetseren en steen bewerken.”
hoe werkt het? “Wanneer je iets uitbeeldt, laat je zien wat je bezighoudt. Je kunt in een werkstuk uitdrukking geven aan wat je voelt, bijvoorbeeld bij een regel uit een psalm: ‘Uit de diepte roep ik tot U’ (Psalm 130). Als je achteraf kijkt naar je werkstuk, vind je vaak woorden voor wat je eerst niet kon zeggen. Ook de manier waarop het werkstuk tot stand komt, is veelzeggend. Daarin kun je oefenen om dingen anders aan te pakken dan je normaal doet. Zelfs traumatische ervaringen kunnen in creatieve werkvormen gedeeld en verwerkt worden.”
19
het dna van eleos
Barmhartigheid, deskundigheid, respect, verbondenheid, vitaliteit. Deze vijf begrippen heeft Eleos vastgelegd als kernwaarden. Ze vormen het ‘DNA’ van Eleos. Eleoscript stelde drie vragen over deze kernwaarden aan Marcel Catsburg, manager communicatie.
Wat zijn kernwaarden eigenlijk? “Kernwaarden zijn overtuigingen of principes die aangeven wat medewerkers van een organisatie - bijvoorbeeld Eleos - van wezenlijk belang vinden in hun werk. Het zijn waarden die we gemeenschappelijk hebben en die ons motiveren. De kernwaarden geven zo richting aan wat we doen. Als het goed is, wordt ons gedrag er door bepaald. Ze zijn een richtsnoer voor ons werk.”
Hoe maak je die kernwaarden zichtbaar? “Kernwaarden moeten vertaald worden naar gedrag, al gaat het dan meer om richtlijnen dan om concrete gedragsregels. We hebben daarmee een begin gemaakt via korte toelichtende teksten bij de kernwaarden. Deze teksten zijn puur op basis van opmerkingen van collega’s geschreven. Er zit iets in van: zo doen we het al, en tegelijk klinkt er ook ambitie in door: zo willen we het ook doen. We gaan ons nu verder richten op hoe we de kernwaarden een vaste plek kunnen geven binnen Eleos.”
Wat is het specifiek christelijke in de kernwaarden? “Onze kernwaarden zijn niet specifiek christelijk, al is barmhartigheid natuurlijk volop een Bijbels woord. Wel heeft iedere kernwaarde een heldere verbinding met het christelijk geloof. Dat wordt zichtbaar in de toelichtende teksten. Daarnaast hebben we verwoord dat - en ik citeer maar uit onze kernwaardenfolder - ‘onze vijf kernwaarden ontkiemen op eenzelfde bodem: het christelijke geloof. We staan in de gereformeerde traditie en weten ons verbonden met de kerk van alle tijden en plaatsen. De Bijbel als Woord van God is onze norm en inspiratiebron.’”
20
Reageren? Stuur dan uw reactie naar
[email protected].
vitaliteit
verbondenheid
Als organisatie zijn we
Mensen staan in relatie
voortdurend in ontwikke-
tot andere mensen. We
ling. We bewegen mee
hebben daarom oog voor
met onze omgeving en
de sociale omgeving van
proberen deze te beïn-
een cliënt - zoals gezin,
respect
barmhartigheid
om hulp te bieden aan
We beseffen dat ieder
We bieden zorg vanuit
rol speelt bij zijn of haar
werk heeft direct invloed
mensen in nood. Daarin
mens door God gescha-
bewogenheid met
hulpvraag. We zoeken
op de kwaliteit van leven
maken we bewuste
pen, uniek en waardevol
mensen die lijden. De
naar mogelijkheden
van onze cliënten. Dit
keuzes: wat is belangrijk,
is. Daarom benaderen
bron van deze bewogen-
voor samenwerking.
geeft ons een grote
wat past bij ons en wat
we elkaar en anderen
heid is Gods liefde voor
Onze christelijke identi-
verantwoordelijkheid,
houdt onze organisatie
met respect. Dit bete-
mensen. Vanuit Zijn
teit bindt samen en geeft
die we in afhankelijk-
gezond? Medewerkers
kent dat we onze
barmhartigheid willen
een bijzondere dimensie
heid van God willen
krijgen de ruimte om met
oordelen opschorten, de
we anderen zien en naar
aan ons werk. We willen
dragen. Voor hulpverle-
eigen ideeën te komen en
ander accepteren en
hen omzien. Barmhartig-
elkaar tot een hand en
ning is meer nodig dan
initiatief te nemen. Ieder
begrip tonen. We stellen
heid is een zaak van
een voet zijn, in het
alleen gevoel en intuïtie.
draagt op zijn of haar plek
ons vraaggericht en
zowel het hoofd, het hart
bijzonder binnen het
Professionaliteit maakt
bij aan de dynamiek in en
betrouwbaar op. Hulpver-
als de handen, een
team waarin we werken.
het verschil tussen
rondom de praktijk van de
lening moet de hulpvra-
grondhouding die zich
Deze verbondenheid is
bijvoorbeeld een familie-
hulpverlening.
ger niet afhankelijk
uit in daden. In ons werk
geen passief begrip,
lid of vriend enerzijds en
We sluiten aan bij de
maken, maar hem juist
zoeken we het goede
maar vraagt om actie.
een hulpverlener ander-
veerkracht en gezonde
tot zijn recht laten
voor onze cliënten en
Ieder van ons vervult een
zijds. We werken met
kanten van onze cliënten
komen. Zorgvuldigheid
voor elkaar. Dat is niet
eigen rol en draagt eigen
doeltreffende methoden
en ervaren dat de
en vertrouwelijkheid zijn
hetzelfde als altijd maar
verantwoordelijkheden in
en zijn transparant over
christelijke hoop
belangrijke elementen in
lief zijn voor de ander.
relatie tot hulpvragers,
wat we doen en wat we
perspectief biedt.
de hulpverleningsrelatie.
Barmhartigheid is zien
collega’s en andere
bereiken. Essentiële
Respect heeft ook te
wat iemand ècht nodig
betrokkenen.
elementen in een
maken met wederzijdse
heeft, ook als dat pijn
professionele omgeving
verwachtingen. Door
met zich meebrengt. In
zijn opleiding en
deze duidelijk en eerlijk
een veilige omgeving
ontwikkeling. Minstens
uit te spreken, beperken
kunnen we mensen
zo belangrijk is een open
we het risico op onbe-
helpen zichzelf
sfeer waarin ruimte is
grip en misverstanden.
te helpen.
deskundigheid
vloeden. We zoeken naar
De kwaliteit van ons
nieuwe mogelijkheden
kerkelijke gemeente, school en werk - die een
om feedback te geven en van elkaar te leren.
21
Eleosactueel eleos start eerstelijnspsychologenpraktijk
eleos en atwork werken samen NIEUWEGEIN - Om volledigere re-integratietrajecten te kunnen bieden aan cliënten, werkt Eleos sinds kort samen met AtWork, een bedrijf dat zich richt op jobcoaching en re-integratie.
DORDRECHT/ZWOLLE - Eleos heeft het zorgaanbod uitgebreid met psychologische hulpverlening in de zogenoemde ‘eerste lijn’. Dit betekent dat mensen met mildere psychische problemen ook bij Eleos terecht kunnen voor behandeling. Het soort problemen dat kan worden behandeld is divers, denk aan: - werk- of studieproblemen - angsten, fobieën en milde vormen van depressies - seksuele problemen - problemen in relaties of moeilijkheden in de opvoeding van kinderen - rouwproblematiek - schuldgevoelens - spanningen, verlegenheid of angsten in sociale contacten Deze hulpverlening wordt vooralsnog alleen aangeboden in de regio’s Zwolle, Dordrecht, Gorinchem en Alblasserwaard.
e-mailadres voor vragen pastoraat NIEUWEGEIN - Sinds dit voorjaar heeft Eleos een speciaal e-mailadres om advies te bieden aan het pastoraat. Een speciaal team van behandelaars beantwoordt de vragen die via de e-mail binnenkomen. Pastores krijgen vroeg of laat vaak te maken met een gemeentelid met een psychisch probleem. Eleos biedt de mogelijkheid voor een korte mailwisseling met een hulpverlener. Daarin krijgt de pastor handreikingen voor het omgaan met gemeenteleden met een psychisch probleem. Op www.eleos.nl onder de knop ‘betrokkenen’ staan de voorwaarden vermeld, en is het vragenformulier te vinden.
HKZ-certificaat (weer) behaald NIEUWEGEIN - Ruim een jaar geleden behaalde Eleos het HKZ-certificaat. Het keurmerk biedt een basisgarantie voor kwaliteit. Het geeft aan dat de gecertificeerde instelling het werk zó georganiseerd heeft, dat aan alle voorwaarden om optimale zorg te kunnen leveren is voldaan. Het perspectief van de cliënt is daarbij altijd het vertrekpunt. Dit voorjaar werden we opnieuw bezocht om te bepalen of we nog steeds aan de eisen van het HKZcertificaat voldoen. De organisatie die ons certificeert, gaf aan onder de indruk te zijn van de kwaliteit van zorg die Eleos levert en van de vorderingen die wij als organisatie in een jaar gemaakt hebben. Een bijzonder feestelijke tintje aan de certificering is dat dit jaar voor het eerst ook onze arbeidstrainingscentra zijn beoordeeld, en… ook het HKZ-keurmerk mogen dragen.
22
Mensen met psychische klachten zijn soms niet meer in staat aan het arbeidsproces deelnemen. Eleos en AtWork willen deze doelgroep helpen weer een betaalde baan te vinden en te behouden. Eleos zorgt vanuit haar arbeidstrainingscentra voor de persoonlijke begeleiding van de cliënt, terwijl AtWork het re-integratie-/jobcoachingstraject organiseert en administratief ondersteunt. De inbreng van de eigen deskundigheid van beide organisaties moet er toe leiden dat cliënten aan een blijvende plek op de arbeidsmarkt geholpen worden.
opening en open huis Toevlucht KAPELLE - Noteer alvast in uw agenda: op 8 juli vindt de officiële opening plaats van de nieuwbouw van woonvorm Toevlucht in Kapelle. Op die dag kunnen belangstellenden een kijkje komen nemen in (een deel van) de woonvorm. Een unieke kans om kennis te maken met deze vorm van zorg. Op onze website en via de krant informeren wij u nog over het tijdstip van het open huis en over de activiteiten die we voor u organiseren.
advertentie
“Natuurlijk gaat autisme niet over. Maar nu ik een vaste structuur heb, gaat het wel beter. En dat is ook prettig voor mijn gezin.”
autisme, je staat er niet alleen voor
ast! Noteer 0aolkvtober:
Zaterdag 1 Eleoslandelijke -markt informatie me over autis . toornissen s m u r t c e sp
ons aanbod Werken en dagbesteding
Voor volwassenen > Individuele behandeling > Groepsbehandeling > Echtpaarbehandeling
Wonen met begeleiding > In een woonvorm > In je eigen huis
Voor kinderen/jongeren > Individuele therapie > Sociale vaardigheidstraining > Speciale begeleiding voor ouders
Raad van bestuur Gerard Honkoop (voorzitter) Eleoscript is een uitgave van Eleos, stichting voor gereformeerde geestelijke gezondheidszorg.
Redactieraad Jeanine van de Bruinhorst Ad Ermstrang Ellen Schuit (eindredactie) Hermien de Wit
Meer weten? Lees het dossier ‘autisme’ op www.eleos.nl
Preventie en Dienstverlening > Voorlichting aan scholen en pastoraat > Activiteiten voor gezinsleden van mensen met autisme
Auteurs Ellen Bouman Marcel Catsburg Annemarie van Donselaar Corina Schipaanboord Ellen Schuit Liesbet van Velzen
Fotografie Lucas Nijenhuis Niek Stam Rianne Vermaat Opmaak D&DJ communicatie www.dendj.nl
Drukkerij De Groot Drukkerij bv Oplage 17.000 exemplaren
Uitgave Eleos Postbus 306 3430 AH Nieuwegein Tel. (030) 600 85 40
[email protected] www.eleos.nl rek. nr. 92.97.17.945
23
Opmerkelijke berichten creatiever
Jonge rokers eerder depressief
Recent onderzoek heeft aangetoond dat sms’en en dagelijks surfen op het internet een positief effect heeft op de hersenen. Het gebruik van de moderne communicatiemiddelen zou ervoor zorgen dat mensen informatie sneller kunnen filteren en beter beslissingen kunnen nemen.
Dat alcohol drinken slecht is voor de ontwikkeling van de hersenen, was bekend. Dat tieners die roken mogelijk een grotere kans op gedragsstoornissen en depressiviteit hebben, werd pas ontdekt door Amerikaanse wetenschappers.
van sms’en en surfen
Moderne communicatiemiddelen maken mensen creatiever en versnellen het leerproces, stelt de Amerikaanse neurowetenschapper die het onderzoek uitvoerde. Iedereen dus maar massaal aan het sms’en en internetten? Toch maar niet: uit het onderzoek komen ook negatieve gevolgen naar voren: internetverslaving en sociaal isolement. Bron: Elsevier
De onderzoekers deden proeven met jonge ratjes die nicotine toegediend kregen. Ze ontdekten dat deze ratten vaker depressief gedrag vertoonden: ze waren minder beweeglijk en gevoelig voor stress. Deze effecten hielden langere tijd aan. Opvallend was dat het toedienen van nicotine aan volwassen knaagdieren geen effect op het gedrag had. Welke invloed nicotine precies heeft op de hersenen en het zenuwstelsel is niet bekend. Wél weet men dat nicotine bepaalde hersengebieden vergiftigt. Ook heeft het een negatieve invloed op de communicatie in de hersenen. Verantwoordelijk voor deze communicatie zijn de zogeheten neurotransmitters, zoals dopamine en serotonine. Deze laatste stof is verantwoordelijk voor bijvoorbeeld de eetlust, het geheugen en de stemming. Bron: Elsevier
mee-gaper
Lachen als pijnstiller
beter in inleven Gapen lijkt besmettelijk. Als er iemand gaapt, gapen mensen in de omgeving vaak onbewust mee. Onderzoekers van een Engelse universiteit ontdekten dat de ‘mee-gapers’ een goed inlevingsvermogen bezitten. De wetenschappers lieten een aantal proefpersonen plaatsnemen in een wachtruimte waar ook iemand zat die steeds gaapte. Vervolgens werd geregi-
streerd hoe vaak de proefpersonen mee gaapten. Daarna werd door middel van een psychologische test bepaald in hoeverre de proefpersoon beschikt over empathie, oftewel inlevingsvermogen. Er bleek een opmerkelijke overeenkomst te bestaan: de grootste meegapers kunnen zich ook het beste inleven in het gevoel van iemand anders. Bron: rmw.nl
Sommige sporten maken dikker Niet alle sporten blijken goed voor de lijn, constateren Britse onderzoekers. Ze stellen zelfs dat bepaalde sporten een tegengesteld effect hebben.
Van sommige sporten zou je namelijk meer zin krijgen in chocolade en snacks. De onderzoekers keken naar welke sport mensen beoefenden en waar ze na het sporten trek in hadden. Mensen die op een zomerdag hadden hardgelopen, hadden zin in waterig voedsel, zoals bijvoorbeeld een watermeloen. Zwemmers die in koud water hadden gezwommen, kregen juist trek in chocolade en snoep.
Volgens de onderzoekers wordt bij warme omstandigheden minder van het hormoon dat het hongergevoel stimuleert aangemaakt. En bij koude omstandigheden wordt er meer van dat hormoon aangemaakt. Minder intensieve sporten, zoals bijvoorbeeld wandelen, hebben geen effect op het hormoon. Bron: gezondheidsnet.nl
Lachen is gezond, dat is algemeen bekend. Uit Amerikaans onderzoek blijkt nu dat het ook helpt tegen pijn. Wie lacht, stimuleert namelijk de aanmaak van bepaalde hormonen. Ook zorgt lachen ervoor dat je je spieren ontspant en dat je bloeddruk omlaag gaat. De positieve werking van een lachbui kan tot wel veertig minuten aanhouden, melden de onderzoekers. Bron: gezondheidsplein.nl