HART-LONG CHIRURGIE
Mediastinitis
Mediastinitis U hebt pas geleden een openhartoperatie gehad. Bij u is een complicatie opgetreden: een ontsteking van het borstbeen en de weefsels daarachter. We noemen deze ontsteking een mediastinitis. Mediastinitis is een ernstig ziektebeeld, dat op verschillende manieren kan verlopen. In deze folder geven we u daar informatie over. Maar omdat de situatie van patiënt tot patiënt verschilt, is het heel goed mogelijk dat uw situatie niet helemaal overeenkomt met de beschrijving in deze folder. Deze folder bevat veel informatie; te veel om in één keer op te nemen. Lees hem goed door, en bespreek hem eventueel met (bijvoorbeeld) uw familie. Als u vragen hebt, aarzel dan niet om uw behandelend arts of een verpleegkundige te benaderen. Zij zullen uw vragen graag beantwoorden. De behandeling varieert van enkele weken tot enkele maanden. Hoe lang de behandeling in uw geval zal duren, hangt af van de ernst van de infectie.
Wat is mediastinitis? Het mediastinum is de ruimte achter het borstbeen, waar onder andere hart, longen en aorta liggen. Het wordt onderverdeeld in het voorste, middelste en achterste deel. Na uw openhartoperatie is er een infectie opgetreden van het voorste mediastinum, dat ook het borstbeen en het gebied rond het hart omvat. Deze ontsteking wordt mediastinitis genoemd.
Oorzaken van mediastinitis Mediastinitis kent verschillende oorzaken. Het is lang niet altijd mogelijk om bij een bepaalde patiënt de precieze oorzaak vast te stellen. Vaak gaat het om een aantal 1
Overgewicht (obesitas)
factoren die (eventueel in combinatie) een rol kunnen spelen.
Door veel vetweefsel kan de doorbloeding van het borstbeen verminderd zijn. Dit vergroot de kans op infecties.
Het opnieuw openen van de borstkas Na een openhartoperatie kan het soms noodzakelijk zijn om de borst opnieuw te openen. Het binnenste van de borstkas wordt dan weer blootgesteld aan de lucht, en dit vergroot de kans op een ontsteking.
Bestraling van het borstbeen in het verleden Als het borstbeen in het verleden is bestraald, bijvoorbeeld na botkanker of borstkanker, is het bot beschadigd en is de doorbloeding verminderd. Dit verhoogt de kans op een ontsteking.
Suikerziekte (diabetes) Diabetes tast de kleine bloedvaatjes aan. Daardoor wordt de doorbloeding (ook in het borstbeen) minder, en verloopt de genezing langzamer. Een bacteriële besmetting van de wond leidt dan sneller tot een ontsteking.
Behandeling Behandeling is erop gericht de wond schoon te maken en zo de infectie op te ruimen. Daarvoor moet de wond opnieuw geopend worden. Hierna volgt een open behandeling (VAC-therapie) of een gesloten behandeling (redondrains). De chirurg bepaalt welke behandeling in uw geval het beste is. Het is noodzakelijk vier tot zes weken antibiotica toe te dienen via het infuus. Minimaal twee keer per week moet bloedonderzoek worden gedaan, om ontstekingswaarden te bepalen en om te kijken of de behandeling nog noodzakelijk is en/of effect heeft.
COPD COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) is een chronische longziekte. Patiënten met COPD zijn om twee redenen extra gevoelig voor mediastinitis.
Prednison COPD wordt soms met prednison behandeld. Prednison heeft een slechte invloed op wondgenezing en geeft een verhoogde gevoeligheid voor infecties, en dus ook voor mediastinitis.
Antibiotica Voordat u antibiotica krijgt, wordt een kweek gemaakt van de wond, om te achterhalen welke bacterie de infectie heeft veroorzaakt. Zo kunnen we bepalen welk antibioticum het meest geschikt is.
Hoesten Patiënten met COPD moeten vaak hoesten. Tijdens het hoesten wordt er hard aan het borstbeen getrokken door de ademhalingsspieren. Na een openhartoperatie wordt het borstbeen samengehouden door een staaldraad. Door heftig hoesten kan het borstbeen scheef of los gaan zitten, en dit verhoogt de kans op mediastinitis.
VAC-therapie VAC staat voor Vacuum Assisted Closure. Bij deze therapie wordt een spons van polyurethaan in de wond gelegd. Het geheel 2
Zo zult u al de drains één voor één verliezen, en kan de wond genezen.
wordt bedekt met transparante folie. Met behulp van onderdruk (‘vacuüm’) worden wondvocht en bacteriën in de spons gezogen. De spons moet twee keer per week verwisseld worden. Dat gebeurt op de verpleegafdeling door een verpleegkundig specialist, geassisteerd door een verpleegkundige. Als het nodig is, krijgt u van tevoren pijnstilling.
Sluiten borstwond Als de infectie opgeheven is, kunnen we stoppen met drains of VAC-therapie. Bij gebruik van redondrains is het borstbeen al gesloten. Bij vacuümtherapie is de borstwond nog open. Deze kan op verschillende manieren gesloten worden.
Tijdens de wissel wordt er een kweek afgenomen om te kijken of er nog bacteriën in de wond zitten.
Hechten Als de wond redelijk klein is, kan hij gehecht worden.
Het vacuümsysteem kan verwijderd worden als: • de wondkweken negatief zijn; • u geen koorts hebt; • de ontstekingswaarde in het bloed gedaald is; • de wond infectievrij is.
Met behulp van een borstspier Als er (bijna) geen borstbeen meer aanwezig is, zal de plastisch chirurg de wond met behulp van een borstspier sluiten. Dit zal op de operatiekamer plaats vinden.
Complicaties
Daarna kan de borstbeenwond gesloten worden.
Aan iedere operatie en elk ziektebeeld zijn complicaties verbonden. Mogelijke complicaties bij mediastinitis zijn: • Sepsis (bloedvergiftiging). Als de bacterie in de bloedbaan komt, ontstaat er een ontstekingsreactie van het gehele lichaam; • Uitbreiding van de wondinfectie; • Verlies van het borstbeen door de infectie; • Slechte voedingstoestand; • Scheuring van de rechter hartkamer; • Overlijden.
Redondrains Drains zijn plastic slangetjes die het wondvocht afvoeren. Redondrains werken met een onderdruk (‘vacuüm’) en laten vocht aflopen naar zogeheten drainpotten. Het verschilt per patiënt hoeveel drains er geplaatst worden. Drie keer per week vervangt de verpleegkundige de drainpotten op uw kamer. Hierbij wordt telkens een kweek gemaakt van het wondvocht. Een drain wordt verwijderd als hij drie keer achtereen een negatieve kweekuitslag laat zien (als er geen bacteriën meer in het wondvocht worden gevonden).
Bij het optreden van een complicatie wordt de behandeling aangepast. Maar het is van het grootste belang om iedere complicatie te vermijden. 3
Op de verpleegafdeling
Mentor Omdat u langere tijd op de verpleegafdeling verblijft, krijgt u te maken met veel verschillende verpleegkundigen. Een of twee verpleegkundigen zullen uw mentor zijn. De mentor heeft een coördinerende functie. Hij/zij bespreekt regelmatig met u hoe het traject verloopt en wat u nodig hebt.
Op de verpleegafdeling wordt de borstwond behandeld volgens het bij u opgestelde plan. Het is bovendien belangrijk dat u aansterkt en revalideert. Ons multidisciplinaire team zal u daarbij begeleiden. Dit team bestaat uit artsen, verpleegkundigen, fysiotherapie, diëtisten, Maatschappelijk Werk en de Geestelijke Verzorging.
Gesprek met de arts of verpleegkundig specialist
Pijnstilling
De behandelend arts of verpleegkundig specialist informeert u en uw familie regelmatig over het verloop van de aandoening, de behandeling en de mogelijke complicaties.
De verpleegkundige vraagt u regelmatig hoeveel pijn u hebt. U krijgt een aantal keer per dag pijnmedicatie. Als uw wond gespoeld wordt, krijgt u extra pijnmedicatie aangeboden.
Fysiotherapie Tijdens de opname wordt u begeleid door de fysiotherapeut om uw conditie zo goed mogelijk te onderhouden. Dit geldt zowel voor uw algehele conditie als voor de conditie van uw longen; beide zijn belangrijk voor uw herstel.
Hebt u pijn? Vertel het de verpleegkundige. Pijn vertraagt uw herstel.
Het VAC-systeem en de redondrains kunnen invloed hebben op uw ademhaling. Veel patiënten gaan hierdoor oppervlakkiger ademhalen. U krijgt ademhalingsoefeningen om dieper te leren ademhalen en om het eventuele slijm te leren ophoesten.
Voeding Een goede voedingstoestand is van groot belang voor de genezing van de wond. Uw lichaam heeft door de ontsteking een verhoogde behoefte aan extra voeding en eiwitten. De diëtist bespreekt uw voedingspatroon met u, en verbetert het zo nodig. Als u niet voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt, kunt u drinkvoeding krijgen als aanvulling.
Hoe vaak u fysiotherapie krijgt, is afhankelijk van uw conditie. Het kan variëren van drie keer daags tot drie keer per week, waarbij u zelfstandig een oefenschema volgt (bijvoorbeeld op de hometrainer).
4
Begeleiding
Als de bloeduitslagen goed zijn en de behandeld arts akkoord is, kunt u medisch gezien met ontslag. Maar besef wel dat u nog veel tijd nodig zult hebben voor het volledige herstel. Dit kan enkele weken tot maanden in beslag nemen.
Deze ziekenhuisopname is voor u en uw familie misschien een periode van veel vragen, onzekerheden en zorgen over de toekomst. Aarzel niet om hier met een verpleegkundige of arts over te praten. U kunt, als u dat wilt, extra begeleiding krijgen van maatschappelijk werk en de pastorale dienst.
Als u tijdens de behandeling een VAC-pomp hebt gehad, kan het zijn dat u met een kleine VAC-pomp naar huis gaat. Deze VACpomp wordt besteld bij een firma buiten het ziekenhuis. Nadat de VAC-pomp in het ziekenhuis is afgeleverd, wordt hij bij u aangebracht. Daarna plannen wij in overleg met u en uw familie verder.
Maatschappelijk Werk Een van de maatschappelijk werkers van de afdeling zal een kennismakingsgesprek voeren met u en (eventueel) uw partner. De maatschappelijk werker kijkt samen met u of u naast de medische begeleiding ook begeleiding wenst bij de meer emotionele en psychologische gevolgen van uw opname. Als u dat wilt, zal de maatschappelijk werker u verder begeleiden. Maatschappelijk Werk is van maandag tot en met donderdag bereikbaar.
U komt twee keer per week terug op de afdeling om de spons te verwisselen. Eenmaal per week maken we een kweek van de wond en nemen we wat bloed bij u af. Voordat u naar huis gaat, hebt u een ontslaggesprek met uw arts of verpleegkundig specialist. U krijgt een brief mee voor uw huisarts, recepten voor uw medicatie en eventueel een verwijzing voor de trombosedienst.
Geestelijke Verzorging Als u contact wilt hebben met een medewerker van de Geestelijke Verzorging voor een gesprek en ondersteuning, dan kunt u dit regelen via de verpleegkundige van de afdeling. Bent u thuis? Dan kunt u het algemene nummer van ons ziekenhuis bellen en vragen naar de Geestelijke Verzorging.
Hulpverlenende instanties Als u na de operatie naar huis gaat, bent u weer in staat uzelf te verzorgen. U mag echter nog geen zwaar huishoudelijk werk verrichten.
Weer naar huis (ontslag) Wij proberen u zo goed mogelijk voor te bereiden op het ontslag.
Verder zult u de eerste tijd nog erg snel moe zijn. Dit betekent dat u de eerste periode voor een gedeelte aangewezen bent op de
Hoe lang het duurt voor u met ontslag kunt, hangt af van meerdere factoren.
5
Hart- & Vaatgroep
hulp van anderen. Wij adviseren u dit zo snel mogelijk te (laten) regelen. Wie moet bijvoorbeeld de boodschappen doen?
Postbus 300 2501 CH Den Haag Tel: 088 - 1111 600 E-mail:
[email protected] Internet: www.hartenvaatgroep.nl
Als u na uw ontslag (tijdelijk) thuiszorg nodig hebt, dan meldt de verpleegkundige van de afdeling u aan bij een thuiszorginstelling bij u in de buurt. Vervolgens neemt een thuiszorgmedewerker contact met u op. In bepaalde situaties is het mogelijk om, tegen een vergoeding, te herstellen op de logeerafdeling van een verzorgingshuis.
Stichting Hartpatiënten Nederland T 0475 -31 72 72 E-mail: roermond@hartpatienten. nlInternet:www.hartpatienten.nl
Tot slot
Huishoudelijke hulp moet u of uw familie regelen via de WMO bij uw gemeente.
Hopelijk heeft deze folder al veel van uw vragen beantwoord. Maar misschien heeft de folder ook nieuwe vragen opgeroepen, of bent u geschrokken van de complicaties die dit ziektebeeld met zich mee kan brengen.
Patiëntenverenigingen Nederlandse Hartstichting Postbus 300 2501 CH Den Haag T 0900 - 300 03 00 (informatielijn) 070 - 315 55 55 (algemeen) E-mail:
[email protected] Internet: www.hartstichting.nl
De verpleegkundigen van de afdeling en uw behandelend arts zijn graag bereid om de vragen van u en uw naasten te beantwoorden of onduidelijkheden uit de wereld te helpen.
Belangenvereniging Hart- en vaatpatiënten
U kunt ook een afspraak maken voor een gesprek met de chirurg die u geopereerd heeft.
Postbus 239 6040 AE Roermond T 0475 - 52 78 08
Stichting Hoofd, Hart en Vaten Internet: www.shhv.nl
6
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Hart-Long Chirurgie 088 - 320 11 31
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
7
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
CAR 43/07-’13
Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis