Handleiding VEGAPULS 63 Foundation Fieldbus
Document ID: 28451
Radar
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1
Over dit document 1.1 1.2 1.3
2
5 5 5 5 6 6 6 6 7 7
. . . .
. . . .
. . . .
.. .. .. ..
8 9 10 10
Algemene instructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Montage-instructies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
12 14
Opbouw. . . . . . . . . . . . . . . . . . Werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . Verpakking, transport en opslag
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
Aansluiting voorbereiden . . . . . . . . . . . . . . . . Aansluitstappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aansluitschema eenkamerbehuizing . . . . . . . Aansluitschema tweekamerbehuizing . . . . . . . Aansluitschema tweekamerbehuizing Ex d . . . Aansluitschema - uitvoering IP 66/IP 68, 1 bar Inschakelfase . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
.. .. .. .. .. .. ..
21 22 23 25 27 30 30
31 31 33 34 40 42
De PC aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
43
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
.. .. .. .. .. ..
Korte beschrijving. . . . . . . . . . . . . . . . Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten Bedieningssysteem. . . . . . . . . . . . . . . Inbedrijfnamestappen . . . . . . . . . . . . . Menuschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Opslaan van de parameters . . . . . . . .
In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's 7.1
2
.. .. .. .. .. .. .. .. .. ..
In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
7
. . . . . . . . . .
Op de voedingsspanning aansluiten 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
6
. . . . . . . . . .
Monteren 4.1 4.2
5
. . . . . . . . . .
Geautoriseerd personeel . . . . . . . . . . . . . . . . . Correct gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Waarschuwing voor foutief gebruik . . . . . . . . . Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . Veiligheidsmarkering op het instrument . . . . . . CE-conformiteit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voldoet aan NAMUR-aanbevelingen . . . . . . . . FCC-/IC-conformiteit (alleen voor USA/Canada) Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving . . . . . . Milieuvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Productbeschrijving 3.1 3.2 3.3 3.4
4
4 4 4
Voor uw veiligheid 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10
3
Functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Doelgroep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Gebruikte symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave
7.2 7.3 7.4 8
44 44 44
Service en storingen oplossen 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
9
Parametrering met PACTware . . . . . . . . . . . . . . . . . . Parametrering met AMS™ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Opslaan van de parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. .. .. .. ..
45 45 46 47 48
Demontagestappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
49 49
Onderhoud. . . . . . . . . . . Storingen oplossen . . . . . Elektronica vervangen. . . Software-update . . . . . . . Het instrument repareren
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
Demonteren 9.1 9.2
10 Appendix 10.1 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.2 Foundation Fieldbus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.3 Afmetingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
50 57 62
Aanvullende documentatie Informatie: Afhankelijk van de bestelde uitvoering behoort aanvullende documentatie tot de levering. Deze vindt u in het hoofdstuk "Productbeschrijving". Handleidingen voor toebehoren en reserve-onderdelen
28451-NL-090724
Tip: Voor het veilig gebruik van uw VEGAPULS 63 bieden wij toebehoren en reserve-onderdelen aan. De bijbehorende documentatie daarvoor is: l l l l l l
27835 32628 27720 34296 30176 31088
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
-
Display- en bedieningsmodule PLICSCOM interface-adapter VEGACONNECT extern display VEGADIS 61 Zonnekap elektronica VEGAPULS Serie 60 Flens conform DIN-EN-ASME-JIS
3
1 Over dit document
1 Over dit document 1.1 Functie Deze handleiding geeft u de benodigde informatie voor de montage, aansluiting en inbedrijfname en belangrijke instructies voor het onderhoud en het oplossen van storingen. Lees deze daarom voor de inbedrijfname zorgvuldig door en bewaar deze goed toegankelijk als onderdeel van het product in de directe nabijheid van het instrument.
1.2 Doelgroep Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor gekwalificeerd vakpersoneel. De inhoud van deze handleiding moet aan het personeel beschikbaar worden gesteld.
1.3 Gebruikte symbolen Informatie, tip, aanwijzing Dit symbool markeert aanvullende informatie. Voorzichtig: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kunnen storingen of foutief functioneren optreden. Waarschuwing: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kan persoonlijk letsel en/of ernstige materiële schade optreden. Gevaar: bij niet aanhouden van deze waarschuwingen kunnen ernstig letsel van personen en/of beschadiging van het instrument ontstaan. Ex-toepassingen Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen. l
à 1
Lijst Deze punt markeert een lijst of een voorgeschreven volgorde. Handelingsstap Deze pijl markeert een afzonderlijke handeling. Handelingsvolgorde Voorgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen.
28451-NL-090724
4
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
2 Voor uw veiligheid
2 Voor uw veiligheid 2.1 Geautoriseerd personeel Alle in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelingen mogen alleen door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautoriseerd vakpersoneel worden uitgevoerd. Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de benodigde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen.
2.2 Correct gebruik De VEGAPULS 63 is een sensor voor continue niveaumeting. Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied vindt u in het hoofdstuk "Productbeschrijving". De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik conform de specificaties in de handleiding en eventuele aanvullende handleidingen gegeven. Handelingen die niet in deze handleiding staan beschreven mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen alleen door personeel dat is geautoriseerd door de fabrikant worden uitgevoerd. Eigenhandig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk verboden.
2.3 Waarschuwing voor foutief gebruik Bij ondeskundig of niet correct gebruik kunnen door het instrument toepassingsspecifieke gevaren ontstaan, zoals bijv. overlopen van een tank of schade aan installatiedelen door verkeerde montage of instelling.
2.4 Algemene veiligheidsinstructies Het instrument voldoet aan de laatste stand der techniek rekening houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handleiding, de nationale installatienormen en de gelden veiligheidsbepalingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden.
28451-NL-090724
De zendfrequenties van alle radarsensoren liggen afhankelijk van de uitvoering van het instrument in de C- of K-band. De lage zendvermogens liggen ver onder de internationaal toegelaten grenswaarden. Bij correct gebruik bestaat er geen enkel gevaar voor de gezondheid. Het instrument mag onbeperkt ook buiten metalen gesloten tanks worden gebruikt. Het instrument mag alleen in technische optimale en bedrijfsveilige toestand worden gebruikt. De operator is verantwoordelijke voor het storingsvrije bedrijf van het instrument.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
5
2 Voor uw veiligheid De operator is verder verplicht, tijdens de gehele toepassingsduur de overeenstemming van de benodigde bedrijfsveiligheidsmaatregelen met de actuele stand van de betreffende instituten vast te stellen en nieuwe voorschriften aan te houden.
2.5 Veiligheidsmarkering op het instrument De veiligheidssymbolen en -instructies die op het instrument zijn aangebracht moeten worden aangehouden.
2.6 CE-conformiteit Dit instrument voldoet aan de wettelijke eisen van de geldende EGrichtlijnen. Met het aanbrengen van de CE-markering bevestigt VEGA de succesvolle beproeving. De CE-conformiteitsverklaring vindt u onder www.vega.com als download.
2.7 Voldoet aan NAMUR-aanbevelingen Voor wat betreft de compatibiliteit wordt voldaan aan de NAMURaanbeveling NE 53. Dat geldt ook voor de bijbehorende aanwijs- en bedieningscomponenten. VEGA-instrumenten zijn over het algemeen voor- en achterwaarts compatibel. l l l
Sensorsoftware voor DTM-VEGAPULS 63 DTM-VEGAPULS 63 voor bedieningssoftware PACTware Aanwijs- en bedieningsmodule voor sensorsoftware
De parametrering van de basisfuncties van de sensor is afhankelijk van de softwareversie mogelijk. De functionaliteit is afhankelijk van de softwareversie van de afzonderlijke componenten.
2.8 FCC-/IC-conformiteit (alleen voor USA/Canada) De VEGAPULS is met alle antenne-uitvoeringen toegelaten conform FCC/IC. Door VEGA niet uitdrukkelijk toegestane wijzigingen doen de gebruikstoestemming conform FCC/IC komen te vervallen. De VEGAPULS 63 is conform deel 15 van de FCC-voorschriften en voldoet aan de RSS-210 bepalingen. Voor het bedrijf moeten de geldende bepalingen worden aangehouden. l l
Het instrument mag geen storingsemissie veroorzaken Het instrument moet ongevoelig zijn voor storingsimissies, ook voor die, welke ongewenste bedrijfstoestanden veroorzaken.
6
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
Het instrument is voor gebruik met een antenne conform hoofdstuk "Afmetingen" in deze handleiding ontworpen, met een maximale versterking van 33 dB. Het instrument mag niet met antennes, die daar niet zijn genoemd of die een versterking meer dan 33 dB hebben, worden gebruikt. De benodigde antenne-impedantie is 50 Ω.
2 Voor uw veiligheid
2.9 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving Houdt in geval van Ex-toepassingen de Ex-specifieke veiligheidsinstructies aan. Deze zijn een onderdeel van dit bedrijfsvoorschrift en worden bij ieder instrument met Ex-toelating meegeleverd.
2.10 Milieuvoorschriften De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de belangrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem ingevoerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming constant te verbeteren. Het milieumanagementsysteem is gecertificeerd conform DIN EN ISO 14001. Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de milieuinstructies in deze handleiding. Hoofdstuk "Verpakking, transport en opslag" Hoofdstuk "Afvoeren"
28451-NL-090724
l l
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
7
3 Productbeschrijving
3 Productbeschrijving 3.1 Opbouw Uitvoeringen
De radarsensor VEGAPULS 63 wordt in twee elektronica-uitvoeringen geleverd: Standaard elektronica type PS60KF Elektronica met verhoogde gevoeligheid type PS60KL De betreffende uitvoering kan aan de hand van de typeplaat op de elektronica worden vastgesteld.
l l
De elektronica-uitvoering heeft invloed op de CE-conformiteit, de defaultinstelling voor de mediumkeuze en de tankvorm, de meetnauwkeurigheden en op de toelatingen van de VEGAPULS 63. De verschillen zijn in deze gebruiksaanwijzing in de betreffende hoofdstukken genoemd. Leveringsomvang
De levering bestaat uit: l l
Componenten
Radarsensor VEGAPULS 63 Documentatie - Deze gebruiksaanwijzing - Gebruiksaanwijzing 27835 "Display- en bedieningsmodule PLICSCOM" (optie) - Aanvullende handleiding 31708 "Verwarming voor display- en bedieningsmodule" (optie) - Aanvullende handleiding "Connector voor continu metende sensoren" (optie) - Ex-specifieke "Veiligheidsinstructies" (bij Ex-uitvoeringen) - evt. andere certificaten
De VEGAPULS 63 bestaat uit de volgende componenten: l l l
Procesaansluiting met flens Behuizing met elektronica, optioneel met connector, optioneel met aansluitkabel. Deksel behuizing, optioneel met display- en bedieningsmodule PLICSCOM
De componenten zijn leverbaar in verschillende uitvoeringen.
28451-NL-090724
8
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
3 Productbeschrijving
1
2
3
Fig. 1: VEGAPULS 63 - flensuitvoering met kunststof behuizing 1 2 3
Behuizingsdeksel met daaronder liggende PLICSCOM (optie) Behuizing met elektronica Procesaansluiting met ingekapseld antennesysteem
3.2 Werking Toepassingsgebied
De VEGAPULS 63 is een radarsensor in de K-band (zendfrequentie ca. 26 GHz) voor continue niveaumeting. Het instrument is bijzonder goed geschikt voor kleine tanks met agressieve vloeistoffen onder eenvoudige procesomstandigheden. De elektronica-uitvoering "Verhoogde gevoeligheid" maakt toepassing mogelijk van de VEGAPULS 63 ook in toepassingen met zeer slechte reflectie-eigenschappen of bij stortgoederen met lage erwaarde.
Werkingsprincipe
Door de antenne van de radarsensor worden korte radarimpulsen (ca. 1 ns) uitgezonden. Deze worden door het medium gereflecteerd en door de antenne als echo opgevangen. De looptijd van de radarimpuls van het moment van uitzenden tot het moment van ontvangen is proportioneel met de afstand en dus met het niveau. Het zo bepaalde niveau wordt in een genormeerd uitgangssignaal omgezet en als meetwaarde uitgestuurd.
Voeding en buscommunicatie
De voedingsspanning wordt via de H1-veldbus verzorgd. Een tweedraadskabel conform Fieldbus-specificatie dient tegelijkertijd voor de voeding en de digitale data-overdracht van meerdere sensoren. Deze kabel kan in twee varianten worden gebruikt:
28451-NL-090724
l l
via een H1-interfacekaart in het besturingssysteem en de aanvullende voeding. Via een Linking device met HSE (High speed Ethernet) en aanvullende voedingsspanning conform IEC 61158-2
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
9
3 Productbeschrijving DD/CFF
De voor de projectering en configuratie van uw FF (Foundation Fieldbus) communicatienetwerk noodzakelijke DD- (Device Descriptions) en CFF- (Capability Files) bestanden zijn beschikbaar voor downloaden op de VEGA-homepage www.vega.com onder "Services - Downloads - Software - Foundation Fieldbus". Daar zijn ook de bijbehorende certificaten beschikbaar. U kunt ook een CD met de betreffende bestanden en certificaten per e-mail via
[email protected]. com aanvragen of telefonisch bij uw VEGA-vertegenwoordiging onder het bestelnummer "DRIVER.S". De achtergrondverlichting van de display- en bedieningsmodule wordt door de sensor gevoed. Voorwaarde is hierbij een bepaald niveau van de bedrijfsspanning. De specificaties betreffende de voedingsspanning vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens". De optionele verwarming vereist een eigen bedrijfsspanning. Details vindt u in de aanvullende handleiding "Verwarming voor display- en bedieningsmodule". Deze functie is voor gecertificeerde instrumenten over het algemeen niet beschikbaar.
3.3 Bediening De VEGAPULS 63 heeft de volgende bedieningsmogelijkheden: l l l
Met de display- en bedieningsmodule Met de passende VEGA-DTM in combinatie met een bedieningssoftware conform de FDT/DTM-norm, bijv. PACTware en PC Met een configuratie-tool
3.4 Verpakking, transport en opslag Verpakking
Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door een beproeving conform DIN EN 24180 verzekerd. Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton; deze is milieuvriendelijke en herbruikbaar. Bij speciale uitvoeringen wordt ook PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkingsmateriaal af via daarin gespecialiseerde recyclingbedrijven. Het transport moet rekening houdend met de instructies op de transportverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade aan het instrument tot gevolg hebben.
Transportinspectie
De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volledigheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld.
10
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
Transport
3 Productbeschrijving Opslag
De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstellings- en opslagmarkeringen worden bewaard. Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de volgende omstandigheden opslaan:
Opslag- en transporttemperatuur
l l l l l
Niet buiten bewaren Droog en stofvrij opslaan Niet aan agressieve media blootstellen Beschermen tegen directe zonnestralen Mechanische trillingen vermijden
l
Opslag- en transporttemperatuur zie "Appendix - Technische gegevens - Omgevingscondities" Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %.
28451-NL-090724
l
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
11
4 Monteren
4 Monteren 4.1 Algemene instructies Montagepositie
Kies de montagepositie zo mogelijk zodanig, dat u het instrument bij het monteren en aansluiten en bij het later inbouwen van een displayen bedieningsmodule goed kunt bereiken. Hiervoor kan de behuizing zonder gereedschap met 330° worden verdraaid. Bovendien kunt u de display- en bedieningsmodule in stappen van 90° verdraaien.
Vochtigheid
Gebruik de aanbevolen kabel (zie hoofdstuk "Op de voedingsspanning aansluiten") en draai de kabelwartel vast aan. U beschermt uw instrument extra tegen het binnendringen van vocht door de aansluitkabel voor de kabelwartel naar beneden te leiden. Regen- en condenswater kan dan afdruipen. Dit geldt vooral bij buitenopstelling of in ruimten waar met een hoge vochtigheid rekening moet worden gehouden (bijv. vanwege reinigingsprocessen) of op gekoelde resp. verwarmde tanks.
Fig. 2: Maatregelen tegen het binnendringen van vocht
Meetbereik
Het referentieniveau voor het meetbereik van de sensoren is de onderkant van de flens. Informatie: Wanneer het product tot aan de antenne komt, kan op termijn vervuiling aan de antenne ontstaan, die foutieve metingen tot gevolg kan hebben.
28451-NL-090724
12
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
4 Monteren
1
2
3
4 100%
0% Fig. 3: Meetbereik (werkbereik) en maximale meetafstand. 1 2 3 4
Polarisatieniveau
vol Leeg (maximale meetafstand) Meetbereik Referentievlak
De uitgezonden radarimpulsen van de VEGAPULS 63 zijn elektromagnetische golven. Het polarisatieniveau is de richting van het elektrische aandeel. De positie daarvan is met markeringen op het instrument aangegeven.
1
28451-NL-090724
Fig. 4: Positie van het polarisatieniveau bij VEGAPULS 63 1
Markeringsgat
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
13
4 Monteren Geschiktheid voor de procesomstandigheden
Waarborg, dat alle onderdelen van het apparaat die zich in het proces bevinden, in het bijzonder het sensorelement, de procesafdichting en de procesaansluiting, geschikt zijn voor de betreffende procesomstandigheden. Daartoe behoren in het bijzonder de procesdruk, procestemperatuur en de chemische eigenschappen van het medium. De specificaties daaromtrent vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens" resp. op de typeplaat.
4.2 Montage-instructies Montage van instrumenten met PTFE-gecoate flenzen
De flensbouten van de VEGAPULS 63 moeten altijd met het in de technische gegevens gespecificeerde aandraaimoment worden vastgezet, zodat de PTFE-ring het gekapselde antennesysteem goed afdicht. Het materiaalafhankelijke voorspanningsverlies bij PTFE compenseert u als volgt:
Montagepositie
1
Aantal flensbouten overeenkomstig het aantal flensgaten
2
Voor het bevestigen van de flensbouten ook schotelveren gebruiken
3
Bouten gelijkmatig aantrekken met het aandraaimoment in de technische specificaties.
Monteer de VEGAPULS 63 op een positie, die minimaal 200 mm van de tankwand verwijderd ligt. Wanneer de sensor in tanks met een bol of rond dak in het midden wordt gemonteerd, dan kunnen meervoudige echo's ontstaan, die door een bijbehorende inregeling kunnen worden onderdrukt (zie "inbedrijfname"). Wanneer u deze afstand niet kunt aanhouden, moet u bij de inbedrijfname een stoorsignaalregistratie uitvoeren. Dit geldt vooral, wanneer aanhechtingen op de tankwand worden verwacht. In dit geval verdient het aanbeveling, de stoorsignaalregistratie op een later tijdstip met aanwezigheid van de aanhechtingen te herhalen.
28451-NL-090724
14
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
4 Monteren
> 200 mm
Fig. 5: Montage op ronde tankdaken 1 2
Referentievlak Tankmidden resp. symmetrie-as
Bij tanks met een conische bodem kan het een voordeel zijn, de sensor in het midden van de tank te monteren, omdat de meting dan tot op de bodem mogelijk is.
Fig. 6: Tank met conische bodem
28451-NL-090724
Instromend medium
Monteer het instrument niet boven de vulstroom. Waarborg, dat u het productoppervlak meet en niet het instromende product.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
15
4 Monteren
Fig. 7: Instromende vloeistof
Sokken
Vlakke montage De optimale montage van de sensor is, ook met het oog op een goede reinigbaarheid, valk op een blokflens (flens zonder sok) of met aseptische aansluitingen zoals bijv. de Neumo Biocontrol. Montage op een sok Bij goede reflecterende eigenschappen van het product kunt u de VEGAPULS 63 ook op de sok monteren. Richtwaarden voor de sokhoogte vindt u in de afbeelding hierna. Het sokeinde moet in dit geval glad zijn en vrij van bramen, indien mogelijk afgerond. Voer daarna een stoorecho-onderdrukking uit.
h max.
d 50 mm/2" 80 mm/3" 100 mm/4" 150 mm/6"
h max. 100 mm 150 mm 250 mm 400 mm
d 28451-NL-090724
Fig. 8: Afwijkende sokmaten
16
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
4 Monteren Sensoruitlijning
Lijn de sensor in vloeistof zo loodrecht mogelijk uit op het productoppervlak, teneinde optimale meetresultaten te realiseren.
Fig. 9: Uitlijnen in vloeistoffen
Ingebouwde onderdelen in de tank
De inbouwpositie van de radarsensor moet zodanig worden gekozen dat in de tank ingebouwde onderdelen de microgolfsignalen niet kruisen. Ingebouwde onderdelen zoals bijv. geleidingen, eindschakelaars, verwarmingsslangen, tankversterkingen enz. kunnen stoorecho's veroorzaken en de effectieve echo wegdrukken. Let bij het ontwerpen van uw meting op een zo vrij mogelijk "zicht" van de radarsensor op het product. Bij aanwezigheid van ingebouwde onderdelen in de silo moet u bij de inbedrijfname een stoorsignaalonderdrukking uitvoeren. Wanneer grote onderdelen zoals schoren en dragers in de tank stoorecho's veroorzaken, dan kunnen deze door aanvullende maatregelen worden afgezwakt. Kleine, schuin ingebouwde platen boven de ingebouwde onderdelen "verstrooien" de radarsignalen en voorkomen zo effectief directe stoorechoreflectie.
Fig. 10: Gladde profielen met verstrooiplaten afdekken
Bij roerwerken in de tank moet u een stoorechoprofiel bij een draaiend roerwerk bepalen. Zo is gewaarborgd, dat de stoorreflecties van het roerwerk in verschillende posities wordt opgeslagen.
28451-NL-090724
Roerwerken
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
17
4 Monteren
Fig. 11: Roerwerken
Schuimvorming
Door vullen, een roerwerk of andere processen in de tank, kunnen deels zeer consistente schuimen op het productoppervlak worden gevormd, die het zendsignaal zeer sterk dempen. Wanneer schuim meetfouten veroorzaakt, dan moet u zo groot mogelijke radarantennes en laagfrequente radarsensoren (C-band) toepassen. Als alternatief kunnen sensoren met geleide microgolf worden overwogen. Deze worden niet beïnvloed door schuimvorming en zijn bijzonder goed geschikt voor deze toepassingen.
Meting in standpijp (dippijp of bypass)
Door het toepassen in een dippijp zijn invloeden door ingebouwde onderdelen en turbulenties uitgesloten. Onder deze voorwaarden is de meting in producten met lage diëlektrische constanten (vanaf 1,6) mogelijk. Dippijpen of bypasses moeten tot de gewenste minimale vulhoogte reiken, omdat een meting alleen in de pijp mogelijk is. Dippijp Let ook op het benodigde bovenste ontluchtingsgat in de dippijp, die op één lijn met de polarisatiemarkering op de sensor moet liggen (zie afbeelding "Pijpantennesysteem in tank").
28451-NL-090724
18
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
4 Monteren
max.
1
2
min.
Fig. 12: Pijpantennesystemen in tank. Het ontluchtingsgat in de dippijp moet in hetzelfde vlak als de polarisatiemarkering op de sensor liggen. 1 2
Markering van de polarisatierichting Ontluchtingsgat max. ø 5 mm (0.2 in)
De antennediameter van de sensor moet zo mogelijk overeen komen met de binnendiameter van de pijp. Bij de VEGAPULS 63 is dit ca. 40 mm. De sensor kan bij pijpdiameters van 40 … 80 mm worden gebruikt. Bypass Als alternatief voor de dippijp in de tank is een pijpsysteem buiten de tank als bypass mogelijk. Kies bij de inbedrijfname de functie "Bypass".
28451-NL-090724
Richt de sensor zodanig uit, dat de polarisatiemarkering op de procesaansluiting in één vlak licht ten opzichte van de pijpgaten of de pijpaansluitopeningen (zie figuur "VEGAPULS in een bypass").
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
19
4 Monteren
1 > 300 mm
100%
0% Fig. 13: VEGAPULS 63 in een bypass. De polarisatiemarkering op de procesaansluiting moet in hetzelfde vlak liggen als de pijpgaten of de pijpaansluitopeningen. 1
Markering van de polarisatierichting
Bij de montage van de sensor op een bypass moet de VEGAPULS 63 ca. 300 mm of meer vanaf de bovenste koppeling verwijderd worden gemonteerd. Gebruik bij een extreem ruwe binnenkant van de pijp een ingeschoven buis (buis-in-buis) of een radarsensor met buisantenne. Informatie: Bij de VEGAPULS 63 in flensuitvoering ligt het polarisatievlak altijd in het midden tussen twee flensgaten.
2 3
1
4 Fig. 14: Polarisatieniveau bij flensuitvoering, van boven op sensor en bypass gezien. De sensorbehuizing is niet weergegeven.
20
Positie van het polarisatieniveau Flensboring Bovenste leidingverbinding Polarisatiemarkering
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
1 2 3 4
5 Op de voedingsspanning aansluiten
5 Op de voedingsspanning aansluiten 5.1 Aansluiting voorbereiden Veiligheidsinstructies
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies: l l
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten Indien overspanningen kunnen optreden, moeten overspanningsbeveiligingen conform de Foundation Fieldbus-specificaties worden geïnstalleerd
Tip: Hiervoor wordt gebruik van VEGA-overspanningsbeveiligingen B63-32 aanbevolen: In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voorschriften, de conformiteits- en typebeproevingscertificaten van de sensoren en de voedingen worden aangehouden. Voedingsspanning
Het instrument heeft een voedingsspanning van 9...23 VDC nodig. De voedingsspanning en het digitale bussignaal worden over dezelfde tweedraads aansluitkabel verzorgd. De voeding wordt met de H1voeding uitgevoerd.
Verbindingskabel
Aansluiting met een afgeschermde kabel conform veldbusspecificaties. Gebruik kabels met ronde doorsnede. Een kabelbuitendiameter van 5 … 9 mm waarborgt een goede afdichtende werking in de kabelwartel. Wanneer u kabel met een andere diameter of doorsnede gebruikt, vervang dan de afdichting of gebruik een geschikt kabelwartel. Let erop, dat de gehele installatie conform de Fieldbus-specificatie wordt uitgevoerd. Vooral het afsluiten van de bus via overeenkomstige afsluitweerstanden is belangrijk.
Kabelwartel ½ NPT
Bij instrumenten met kabelwartel ½ NPT en kunststof behuizing is een metalen ½"-schroefdraad in de kunststof behuizing ingegoten.
28451-NL-090724
Opgelet: Het indraaien van de NPT-kabelwartel resp. de stalen pijp in de schroefdraad moet vetvrij zijn. Standaard vetten kunnen additieven bevatten die de koppeling tussen schroefdraadstuk en behuizing aantasten. Dit zal de stevigheid van de verbinding en de dichtheid van de behuizing nadelig beïnvloeden.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
21
5 Op de voedingsspanning aansluiten Kabelafscherming en aarding
Bij installaties met potentiaalvereffening sluit u de kabelafscherming op het voedingsapparaat, in de aansluitbox en op de sensor direct aan op het aardpotentiaal. Daarvoor moet de afscherming in de sensor direct op de interne aardklem worden aangesloten. De externe aardklem op de behuizing moet laagohmig met de potentiaalvereffening zijn verbonden. Bij installaties zonder potentiaalvereffening sluit u de kabelafscherming op het voedingsapparaat en op de sensor direct op het aardpotentiaal aan. In de aansluitbox resp. de T-verdeler mag de afscherming van de korte kabel naar de sensor niet met het aardpotentiaal en niet met een andere kabelafscherming worden verbonden. De kabelafschermingen naar het voedingsapparaat en naar de volgende verdeler moeten onderling worden verbonden en via een keramische condensator (bijv. 1 nF, 1500 V) met het aardpotentiaal worden verbonden. De laagfrequente potentiaalvereffeningsstromen worden nu geblokkeerd, maar de beschermende werking voor de hoogfrequente stoorsignalen blijft behouden. Bij Ex-toepassingen mag de totale capaciteit van de kabel en alle condensatoren niet hoger worden dan 10 nF. Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschriften worden aangehouden. Vooral moet worden gewaarborgd, dat er geen potentiaalvereffeningsstromen via de kabelafscherming ontstaan. Dit kan worden gerealiseerd bij aarding aan beide zijden door toepassing van een condensator of via een separate potentiaalvereffening.
5.2 Aansluitstappen Ga als volgt te werk: 1
Deksel behuizing afschroeven
2
Eventueel aanwezige aanwijs- en bedieningsmodule door iets naar links verdraaien uitnemen
3
Wartelmoer van de kabelwartel losmaken.
4
Aansluitkabel ca. 10 cm ontdoen van de mantel, aderuiteinde ca. 1 cm ontdoen van de isolatie.
5
Kabel door de kabelwartel in de sensor schuiven
6
Openingshefboom van de klemmen met een schroevendraaier optillen (zie figuur hierna).
28451-NL-090724
22
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
5 Op de voedingsspanning aansluiten 7
Aderuiteinden conform aansluitschema in de open klemmen steken
Fig. 15: Aansluitstappen 6 en 7
8
Openingshefboom van de klemmen naar beneden drukken, de klemveer sluit hoorbaar.
9
Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door licht hieraan te trekken
10 Afscherming op de interne aardklem aansluiten, de externe aardklem met de potentiaalvereffening verbinden 11 Wartelmoer van de kabelwartel vast aandraaien. De afdichtring moet de kabel geheel omsluiten 12 Deksel behuizing vastschroeven De elektrische aansluiting is nu gereed.
5.3 Aansluitschema eenkamerbehuizing
28451-NL-090724
De afbeeldingen hierna gelden zowel voor de niet-Ex-, als ook voor de Ex-ia-uitvoering.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
23
5 Op de voedingsspanning aansluiten Overzicht behuizingen
5
5
5
1
2
3
5 4 Fig. 16: Materiaalvarianten eenkamerbehuizing 1 2 3 4 5
Kunststof Aluminium RVS, fijngietmetaal RVS, geëlektropoleerd Filterelement voor luchtdrukcompensatie voor alle materiaaluitvoeringen. Blindplug bij uitvoering IP 66/IP 68, 1 bar voor aluminium en RVS
Elektronica- en aansluitruimte Typ:
5
Display
Sim.
Bus
I²C
1
2
5 6 7 8
4
1
2
3
Fig. 17: Elektronica- en aansluitruimte eenkamerbehuizing
24
Connector voor VEGACONNECT (I²C-interface). Veerklemmen voor aansluiting van het externe display VEGADIS 61. Aardklem voor aansluiting van de kabelafscherming. Veerklemmen voor de Foundation Fieldbus-aansluiting Simulatieschakelaar ("on" = bedrijf met vrijgave simulatie)
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
1 2 3 4 5
5 Op de voedingsspanning aansluiten Aansluitschema
Display I2C
1
2
5
6
7
8
1
Fig. 18: Aansluitschema eenkamerbehuizing 1
Voedingsspanning/signaaluitgang
5.4 Aansluitschema tweekamerbehuizing De afbeeldingen hierna gelden zowel voor de niet-Ex-, als ook voor de Ex-ia-uitvoering. Overzicht behuizingen
1
2
3
4
5
Fig. 19: Tweekamerbehuizing Deksel behuizing aansluitruimte Blindpluggen of aansluitstekker M12 x 1 voor VEGADIS 61 (optie) Deksel behuizing elektronicaruimte Filterelement voor drukcompensatie Kabelwartel
28451-NL-090724
1 2 3 4 5
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
25
5 Op de voedingsspanning aansluiten Elektronicaruimte
4
Typ: Bus Sim.
Display
I²C
1
2
1
5 6 7 8
3
2
I2C
1
2
4 Fig. 20: Elektronicaruimte tweekamerbehuizing 1 2 3
Simulatieschakelaar ("on" = bedrijf met vrijgave simulatie) Aansluiting voor VEGACONNECT (I²C-interface) Interne verbindingskabel naar aansluitruimte
28451-NL-090724
26
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
5 Op de voedingsspanning aansluiten
Display
Aansluitruimte
1
3 1
I²C
2
2 Fig. 21: Aansluitruimte tweekamerbehuizing 1 2 3
Connector voor VEGACONNECT (I²C-interface). Aardklem voor aansluiting van de kabelafscherming. Veerkrachtklemmen voor de voedingsspanning
Aansluitschema
I2C
1
2
1 Fig. 22: Aansluitschema tweekamerbehuizing 1
Voedingsspanning/signaaluitgang
5.5 Aansluitschema tweekamerbehuizing Ex d
28451-NL-090724
Informatie: Instrumenten in Ex d-uitvoering zijn met hardware-revisie …-01 of hoger en met nationale toelatingen zoals bijv. conform FM of CSA pas op een later tijdstip leverbaar.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
27
5 Op de voedingsspanning aansluiten Overzicht behuizingen
1
2
3 5
4
Fig. 23: Tweekamerbehuizing 1 2 3 4 5
Deksel behuizing aansluitruimte Blindpluggen of aansluitstekker M12 x 1 voor VEGADIS 61 (optie) Deksel behuizing elektronicaruimte Filterelement voor drukcompensatie Kabelwartel
Elektronicaruimte
4
Typ: Bus Sim.
Display
I²C
1
2
1
5 6 7 8
3
2
I2C
1
2
4 Fig. 24: Elektronicaruimte tweekamerbehuizing
28
Simulatieschakelaar ("on" = bedrijf met vrijgave simulatie) Aansluiting voor VEGACONNECT (I²C-interface) Interne verbindingskabel naar aansluitruimte
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
1 2 3
5 Op de voedingsspanning aansluiten Aansluitruimte
1
1 2
2 Fig. 25: Aansluitruimte tweekamerbehuizing Ex d 1 2
Veerklemmen voor de voedingsspanning en kabelafscherming. Aardklem voor aansluiting van de kabelafscherming.
Aansluitschema
1
2
1
Fig. 26: Aansluitschema tweekamerbehuizing Ex d Voedingsspanning/signaaluitgang
28451-NL-090724
1
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
29
5 Op de voedingsspanning aansluiten
5.6 Aansluitschema - uitvoering IP 66/IP 68, 1 bar Aderbezetting aansluitkabel
+ 1
2 Fig. 27: Aderbezetting aansluitkabel 1 2
br (+) en bl (-) voor voedingsspanning resp. naar meetversterker. Afscherming
5.7 Inschakelfase Inschakelfase
Na de aansluiting van de VEGAPULS 63 op de voedingsspanning resp. na terugkeer van de voedingsspanning voert het instrument eerst gedurende ca. 30 seconden een zelftest uit. De volgende stappen worden doorlopen: l l l
Interne test van de elektronica. Aanwijzing van het type instrument, de firmwareversie en het sensor-tagnummer (sensoridentificatie). Statusbyte gaat kort naar storing
Daarna wordt de actuele meetwaarde getoond en het bijbehorende digitale uitgangssignaal wordt via de kabel uitgestuurd.1)
30
De waarden komen overeen met het actuele niveau en de al uitgevoerde instellingen, bijv. de fabrieksinregeling.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
1)
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM 6.1 Korte beschrijving Functie/opbouw
De aanwijs- en bedieningsmodule is bedoeld voor meetwaardeaanwijzing, bediening en diagnose. Deze kan in de volgende behuizingsvarianten en instrumenten worden toegepast: l l
Alle sensoren uit de plics®-instrumentfamilie, zowel in één- als tweekamerbehuizing (naar keuze in elektronica- of aansluitruimte) Externe display- en bedieningseenheid VEGADIS 61
Vanaf een hardware-revisie ...-01 of hoger van de PLICSCOM en een hardware-revisie ...-01, 03 of hoger van de bijbehorende sensor is een geïntegreerde achtergrondverlichting via het bedieningsmenu inschakelbaar. U vindt de hardware-revisie op het typeplaat van de PLICSCOM resp. de sensorelektronica. Opmerking: Gedetailleerde informatie omtrent de bediening vindt u in de handleiding "Aanwijs- en bedieningsmodule".
6.2 Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten Aanwijs- en bedieningsmodule in-/uitbouwen
De display- en bedieningsmodule kan te allen tijde in de sensor worden geplaatst en weer worden verwijderd. Een onderbreking van de voedingsspanning is hiervoor niet nodig. Ga als volgt te werk: 1
Deksel behuizing afschroeven
2
Display- en bedieningsmodule in de gewenste positie op de elektronica plaatsen (vier posities, 90° verdraaid naar keuze)
3
Display- en bedieningsmodule op de elektronica plaatsen en iets naar rechts verdraaien tot deze borgt
4
Deksel behuizing met venster vastschroeven
De demontage volgt in omgekeerde volgorde
28451-NL-090724
De display- en bedieningsmodule wordt door de sensor gevoed, andere aansluitingen zijn niet nodig.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
31
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
Fig. 28: Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten
Opmerking: Indien u het instrument met een aanwijs- en bedieningsmodule voor permanente meetwaarde-aanwijzing wilt uitrusten, dan is een verhoogd deksel met venster nodig.
28451-NL-090724
32
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
6.3 Bedieningssysteem
2 1 1.1
3
Fig. 29: Aanwijs- en bedieningselementen
Toetsfuncties
LC-display Aanwijzing van het menupuntnummer Bedieningstoetsen
l
[OK]-toets: - Naar menu-overzicht gaan - Gekozen menu bevestigen - Parameter wijzigen - Waarde opslaan
l
[->]-toets voor keuze van: - Menuwisseling - Lijstpositie kiezen - Te wijzigen positie kiezen
l
[+]-toets: - Waarde van een parameter veranderen
l
[ESC]-toets: - Invoer onderbreken - Terugkeer naar voorgaand menu
U bedient de sensor via de vier toetsen van de display- en bedieningsmodule. Op het LC-display worden de afzonderlijke menupunten weergegeven. De functies van de toetsen vindt u hierboven. Ongeveer 10 minuten nadat voor het laatst een toets is bediend keert het instrument automatisch terug naar de meetwaardeaanwijzing. Daarbij gaan de nog niet met de [OK]-toets bevestigde waarden verloren.
28451-NL-090724
Bedieningssysteem
1 2 3
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
33
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
6.4 Inbedrijfnamestappen Parametrering
Omdat het bij de VEGAPULS 63 om een afstandsmeetinstrument gaat, wordt de afstand van de sensor tot het productoppervlak gemeten. Om het eigenlijke niveau te kunnen aanwijzen, moet een toewijzing van de gemeten afstand aan de procentuele hoogte worden gedefinieerd. Voor het uitvoeren van deze inregeling wordt de afstand bij een volle en bij een lege tank ingevoerd. Wanneer deze waarden niet bekend zijn, kan ook met de afstanden van bijv. 10% en 90% worden ingeregeld. Beginpunt voor deze afstandsinstellingen is altijd het afdichtingsoppervlak van het schroefdraad of de flens. Aan de hand van deze instellingen wordt dan het eigenlijke niveau berekend. Tegelijkertijd wordt daardoor het arbeidsbereik van de sensor van maximum op het benodigde bereik begrensd. Het actuele niveau speelt bij deze inregeling geen rol, de min.-/max.inregeling wordt altijd zonder verandering van het productniveau uitgevoerd. Daarom kunnen deze instellingen al vooraf worden ingevoerd, zonder dat het instrument hoeft te zijn ingebouwd. Opgelet: Indien in de tank een scheiding van vloeistoffen met verschillende diëlektrische constanten optreedt, bijv. door condensaatvorming, dan kan de VEGAPULS 63 onder bepaalde omstandigheden alleen het product met de hogere constante detecteren. Let erop, dat scheidingslagen foutieve metingen kunnen veroorzaken. Wanneer u de totale hoogte van de beide vloeistoffen betrouwbaar wilt meten, neem dan contact op met onze service-afdeling of gebruik een instrument voor scheidingslaagmeting. In het hoofdmenupunt "Basisinstelling" moeten voor de optimale instelling van de meting de afzonderlijke submenupunten opeenvolgend worden gekozen en worden voorzien van de juiste parameters. Begin nu uw parametrering met de volgende menupunten van de basisinstelling:
Min.-inregeling uitvoeren
Ga als volgt te werk: 1 ▶
34
Grundeinstellung Display Diagnose Service Info
Het menupunt "Basisinstelling" met [->] kiezen en met [OK] bevestigen. Nu wordt het menupunt "Min.-inregeling" getoond.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
2
Ga van de meetwaarde-aanwijzing naar het hoofdmenu door [OK] in te drukken.
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
0.00 % = 5.000 m(d) 4.000 m(d)
Max.-inregeling uitvoeren
3
Met [OK] de procentuele waarde voor wijzigen activeren, en de cursor met [->] op de gewenste positie plaatsen. De gewenste procentuele waarde met [+] instellen en met [OK] opslaan. De cursor verspringt nu naar de afstandswaarde.
4
Voer de bij de procentuele waarde horende afstandswaarde in meters in voor de lege tank (bijv. afstand van de sensor tot aan de tankbodem).
5
Sla uw instellingen op met [OK] en ga met [->] naar max.inregeling.
Ga als volgt te werk: Max.-Abgleich 100.00 % = 1.000 m(d) 2.000 m(d)
Productkeuze
1
Met [OK] de procentuele waarde voor wijzigen activeren, en de cursor met [->] op de gewenste positie plaatsen. De gewenste procentuele waarde met [+] instellen en met [OK] opslaan. De cursor verspringt nu naar de afstandswaarde.
2
Voer de bij de procentuele waarde passende afstandswaarde in meters in voor de volle tank. Let erop dat het maximale niveau niet binnen de dode band mag liggen.
3
Sla de instellingen op met [OK] en ga met [->] naar de productkeuze.
Ieder product heeft een ander reflectiegedrag. Bij vloeistoffen komen onrustige productoppervlakken en schuimvorming als storende factoren voor. Bij stortgoed zijn dit stofontwikkeling,stortgoedtaluds en stoorecho's door de silowand. Om de sensor aan te passen op deze verschillende meetomstandigheden, moet in dit menupunt eerst de keuze "Vloeistof" of "Stortgoed" worden gemaakt. Medium
28451-NL-090724
Flüssigkeit
Informatie: Bij een VEGAPULS 63 met elektronica-uitvoering "Verhoogde gevoeligheid" is als voorinstelling "Stortgoed" ingesteld. Het instrument wordt echter bij voorkeur voor vloeistof toegepast. In deze gevallen moet de mediumkeuze bij de inbedrijfname naar "Vloeistof" worden omgeschakeld.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
35
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM Vloeistoffen hebben afhankelijk van de geleidbaarheid en de diëlektrische constante een verschillend reflectiegedrag. Daarom bestaan er onder het menupunt vloeistof extra keuzemogelijkheden zoals "Oplosmiddel", "Chemisch mengsel" en "Waterige oplossing". Bij stortgoederen kan bovendien uit "Poeder/stof", "Granulaat/pellets" of "Grind/kiezel" worden gekozen. Door deze extra instelling wordt de sensor optimaal op het product aangepast en wordt de meetzekerheid vooral bij media met slechte reflecterende eigenschappen duidelijk verbeterd. Voer de gewenste parameters via de betreffende toetsen in, sla uw invoer op en ga met de [->]-toets naar het volgende menupunt. Tankvorm
Naast het medium kan ook de tankvorm de meting beïnvloeden. Om de sensor aan deze meetomstandigheden aan te passen, biedt dit menupunt afhankelijk van de keuze tussen vloeistof en stortgoed, verschillende keuzemogelijkheden. Bij "Vloeistof", "Opslagtank", "Standpijp", "Open tank" of "Roerwerktank", bij "Stortgoed" zijn dit "Silo" of "Bunker". Behälterform Lagertank
Informatie: Bij een VEGAPULS 63 met elektronica-uitvoering "Verhoogde gevoeligheid" is als voorinstelling "Silo" ingesteld. Het instrument wordt echter bij voorkeur voor vloeistof toegepast. In deze gevallen moet de tankvorm bij de inbedrijfname naar "Opslagtank" worden omgeschakeld. Voer de gewenste parameters via de betreffende toetsen in, sla uw invoer op en ga met de [->]-toets naar het volgende menupunt. Linearisatiecurve
Een linearisatie is bij alle tanks nodig, waarbij het tankvolume niet lineair toeneemt met de vulhoogte - bijv. bij een liggende cilindrische tank of een kogeltank - en de aanwijzing of uitsturing van het volume gewenst is. Voor deze tanks zijn bijbehorende linearisatiecurves opgenomen. Deze geven de verhouding tussen het procentuele niveau en het tankvolume aan. Door activering van de passende curve wordt het procentuele tankvolume correct aangewezen. Indien het volume niet in procenten, maar bijvoorbeeld in liters of kilogram moet worden aangewezen, kan ook nog een schaalverdeling onder het menupunt "Display" worden ingesteld.
28451-NL-090724
Linearisierungskurve Linear
36
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
Voer de gewenste parameters via de betreffende toetsen in, sla uw invoer op en ga met de [->]-toets naar het volgende menupunt. Stoorsignaalonderdrukking
Hoge sokken of ingebouwde onderdelen zoals versterkingen of roerwerken, en aanhechtingen of lasnaden in de tankwanden veroorzaken storende reflecties, die de meting beïnvloeden. Een beïnvloeden registreert, markeert en bewaart deze stoorsignalen zodat deze voor de niveaumeting worden genegeerd. Dit moet bij een laag niveau worden uitgevoerd, zodat alle eventueel aanwezige stoorreflecties kunnen worden meegenomen. Störsignalausblendung
Jetzt ändern?
Ga als volgt te werk: 1
Ga van de meetwaarde-aanwijzing naar het hoofdmenu door [OK] in te drukken.
2
Het menupunt "Service" met [->] kiezen en met [OK] bevestigen. Nu wordt het menupunt "Stoorsignaalonderdrukking" weergegeven.
3
Bevestigen van "Stoorsignaalonderdrukking - nu veranderen" met [OK] en het daaronder liggende menu "Nieuw aanmaken" kiezen. De werkelijke afstand van de sensor tot aan het oppervlak van het medium invoeren. Alle in dit bereik aanwezige stoorsignalen worden nu na het bevestigen met [OK] door de sensor geregistreerd en opgeslagen.
Opmerking: Controleer de afstand tot het productoppervlak, omdat bij een verkeerde (te grote) opgave het actuele niveau als stoorsignaal wordt opgeslagen. Zo kan in dit bereik het niveau niet meer worden bepaald. Aanvullende instelling/ snelle niveauverandering
Het menupunt "Aanvullende instelling" biedt de mogelijkheid, de VEGAPULS 63 voor toepassingen te optimaliseren, waarbij het niveau zeer snel verandert. Kies hiervoor de functie "Snelle niveauverandering > 1 m/min.". Erweiterte Einstellung
28451-NL-090724
schnelle Füllstandänderung > 1 m/min
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
37
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM Opmerking: Omdat bij de functie "Snelle niveauverandering > 1 m/min" de gemiddelde waardeberekening van de signaalverwerking duidelijk is gereduceerd, dan kunnen storingsreflecties door roerwerken of ingebouwde onderdelen meetwaardevariaties veroorzaken. Een stoorecho-onderdrukking verdient daarom aanbeveling. Sensordata kopiëren
Deze functie maakt het uitlezen mogelijk van parametreergegevens en het schrijven daarvan naar de sensor via de display- en bedieningsmodule. Een beschrijving van de functie vindt u in de gebruiksaanwijzing "Display- en bedieningsmodule". De volgende data worden met deze functie uitgelezen resp. geschreven: l l l l l l l l l l l
Meetwaardeweergave Inregeling Medium Binnendiameter standpijp2) Tankvorm Demping Linearisatiecurve Sensor-TAG Aanwijswaarde Inregeleenheid Taal
De volgende veiligheidsrelevante data worden niet uitgelezen resp. geschreven: l
PIN Sensordaten kopieren
Sensordaten kopieren?
Reset
Basisinstelling Wanneer de "Reset" wordt uitgevoerd, zet de sensor de waarden voor de volgende menupunten terug naar de resetwaarde (zie tabel):3) Functie
Resetwaarde
Max.-inregeling
0 m(d)
Min.-inregeling
30 m(d) (VEGAPULS 61, 63, 65) 35 m(d) (VEGAPULS 62, 66) 70 m(d) (VEGAPULS 68) Vloeistof
Tankvorm
Niet bekend
Demping
0s
2) 3)
38
Bij standpijpuitvoeringen. Sensorspecifieke basisinstelling.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
Medium
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
Functie
Resetwaarde
Linearisatie
Lineair
Sensor-TAG
Sensor
Aanwijswaarde
AI-Out
Aanvullende instellingen
Geen
Inregeleenheid
m(d)
De waarden van de volgende menupunten worden bij de "Reset" niet naar de resetwaarden (zie tabel) teruggezet: Functie
Resetwaarde
Taal
Geen reset
Default-instelling Als basisinstelling, bovendien worden speciale parameters naar de defaultwaarde teruggezet.4) Sleepaanwijzer De min.- en max.-afstandswaarden worden naar de actuele waarden gereset.
28451-NL-090724
Optionele instellingen
Extra instel- en diagnosemogelijkheden, zoals bijvoorbeeld de schaalinstelling van het display, simulatie of trendcurveweergave zijn in het navolgende menuschema afgebeeld. Een nadere beschrijving van deze menupunten vindt u in de gebruiksaanwijzing "Display- en bedieningsmodule".
4)
Speciale parameters zijn parameters, die met de bedieningssoftware PACTware op serviceniveau klantspecifiek zijn ingesteld.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
39
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
6.5 Menuschema Informatie: De licht weergegeven menuvensters staan afhankelijk van de uitrusting en toepassing niet altijd ter beschikking, resp. bieden geen keuzemogelijkheid. Basisinstelling ▶
Grundeinstellung Display Diagnose Service Info
1
Min.-Abgleich 0.00 % = 30.000 m(d) 0.665 m(d)
1.1
Dämpfung
1.5
Max.-Abgleich 100.00 % = 0.000 m(d) 0.665 m(d)
1.2
Linearisierungskurve
1.6
linear ▼
0s
Medium Vloeistof ▼ nicht bekannt ▼
1.3
Sensor-TAG
1.7
Behälterform
1.4
nicht bekannt ▼
Sensor
Display ▶
Grundeinstellung Display Diagnose Service Info Anzeigewert AI-Out
2
2.1
Beleuchtung
2.4
Uitgeschakeld ▼
28451-NL-090724
40
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
Diagnose
▶
Grundeinstellung Display Diagnose Service Info Schleppzeiger
3
3.1
Distanz min.: 0.234 m(d) Distanz max.: 5.385 m(d)
Messsicherheit 15 dB Gerätestatus OK
3.2
Erweiterte Einstellung
4.2
Kurvenauswahl
3.3
Echokurve ▼
Echokurve
3.4
Darstellung der Echokurve
Service
▶
Grundeinstellung Display Diagnose Service Info Störsignalausblendung
4
4.1
Simulation
4.4
Reset
Simulation starten? ▼
Geen
4.4
Reset auslösen?
Jetzt ändern?
Abgleicheinheit
4.7
m(d)▼
Sprache
4.8
Deutsch ▼
Sensordaten kopieren
4.7
Sensordaten kopieren?
PIN
4.8 Jetzt aktivieren?
Info
▶
Grundeinstellung Display Diagnose Service Info Gerätetyp
5.1
Kalibrierdatum 21. Januar 2009 Softwareversion 3.50
5.2
letzte Änderung über PC 5.3
Sensormerkmale
5.4
Jetzt anzeigen? 21. Januar 2009
28451-NL-090724
Seriennummer 12345678
5
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
41
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
6.6 Opslaan van de parameters Het verdient aanbeveling, de ingestelde waarden te noteren, bijv. in deze handleiding, en aansluitend te archiveren. Deze kunnen daardoor nogmaals worden gebruikt en zijn beschikbaar voor bijv. servicedoeleinden. Wanneer de VEGAPULS 63 is uitgerust met een display- en bedieningsmodule, dan kunnen de belangrijkste data uit de sensor in de display- en bedieningsmodule worden ingelezen. De procedure wordt beschreven in de handleiding "Display- en bedieningsmodule" onder het menupunt "Sensordata worden". De data blijven daar permanent opgeslagen, ook bij uitval van de voedingsspanning. Wanneer vervanging van de sensor noodzakelijk is, dan wordt de display- en bedieningsmodule in het vervangende apparaat geplaatst en de data worden via het menupunt "Sensorgegevens kopiëren" in de sensor geschreven.
28451-NL-090724
42
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's 7.1 De PC aansluiten VEGACONNECT direct op sensor
2
1
3
Fig. 30: Aansluiting van de PC via VEGACONNECT direct op de sensor 1 2 3
USB-kabel naar PC VEGACONNECT Sensor
VEGACONNECT extern
1
2
EN
CK LO
OP
TWIST
USB
3 4
28451-NL-090724
Fig. 31: Aansluiting via VEGACONNECT extern 1 2 3 4
I²C-Bus (com.)-interface op sensor I²C-aansluitkabel van de VEGACONNECT VEGACONNECT USB-kabel naar PC
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
43
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's Benodigde componenten: l l l l
VEGAPULS 63 PC met PACTware en passende VEGA-DTM VEGACONNECT Voedingsapparaat of meetversterkersysteem
7.2 Parametrering met PACTware De verdere inbedrijfname wordt in de gebruiksaanwijzing "DTMCollection/PACTware" beschreven, die met iedere CD wordt meegeleverd en via de homepage kan worden gedownload. Een aanvullende beschrijving is in de online-help van PACTware™ en de VEGA-DTM's opgenomen. Opmerking: Let erop dat voor de inbedrijfname van de VEGAPULS 63 de DTMCollection in de meest actuele versie moet worden gebruikt. Alle momenteel beschikbare VEGA-DTM's zijn in een DTM-collection op CD opgenomen en kunnen tegen vergoeding via uw VEGAvertegenwoordiger worden besteld. De meest actuele PACTwareversie staat ook op de CD. Bovendien kan deze DTM-Collection incl. PACTware in derBasic Version gratis via internet worden gedownload. Ga hiervoor via www. vega.com en "Downloads" naar het punt "Software".
7.3 Parametrering met AMS™ Voor VEGA-sensoren staan ook instrumentbeschrijvingen als DD voor het bedieningsprogramma AMS™ ter beschikking. De instrumentbeschrijvingen zijn in de actuele versie van AMS™ al opgenomen. Bij oudere versies van AMS™ kunnen deze kosteloos via het internet worden gedownload. Ga hiervoor via www.vega.com en "Downloads" naar het punt "Software".
7.4 Opslaan van de parameters Het verdient aanbeveling de parameters te documenteren resp. op te slaan. Deze kunnen daardoor nogmaals worden gebruikt en staan voor servicedoeleinden ter beschikking. De VEGA-DTM-Collection en PACTware in de gelicenseerde, professionele versie biedt u een geschikte tool voor een systematische projectdocumentatie en -opslag.
28451-NL-090724
44
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
8 Service en storingen oplossen
8 Service en storingen oplossen 8.1 Onderhoud Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud nodig.
8.2 Storingen oplossen Gedrag bij storingen
Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar, geschikte maatregelen te nemen voor het oplossen van optredende storingen.
Oorzaken
Er wordt een grote mate aan functionele betrouwbaarheid gewaarborgd. Toch kunnen er tijdens bedrijf storingen optreden. Deze kunnen bijv. worden veroorzaakt door het volgende: l l l l
Sensor Proces Voedingsspanning Signaalverwerking
Storingen oplossen
De eerste maatregelen zijn de controle van het uitgangssignaal en de verwerking van foutmeldingen via de aanwijs- en bedieningsmodule. De procedure wordt hierna beschreven. Meer omvangrijke diagnosemogelijkheden biedt een PC met de software PACTware en de passende DTM. In veel gevallen kunnen de oorzaken op deze manier worden vastgesteld en kunnen de storingen worden opgelost.
24-uurs service hotline
Wanneer deze maatregelen echter niet tot het gewenste resultaat leiden, neem dan in dringende gevallen contact op met de VEGA Service-Hotline onder tel. +49 1805 858550. De hotline staat ook buiten kantoortijden 7 dagen per week, 24 uur per dag ter beschikking. Omdat wij deze service wereldwijd aanbieden, wordt deze in de Engelse taal verleend. De service is gratis, alleen de normale telefoonkosten komen voor uw rekening.
Foundation Fieldbus controleren
? Bij aansluiting van een volgende instrument valt het H1-segment uit. l
Max. voedingsstroom van de segmentkoppeling overschreden.
à Stroomverbruik meten, segment reduceren.
? De meetwaarde op de display- en bedieningsmodule komt niet overeen met die in de PLC
28451-NL-090724
l
Het menupunt "Display - Aanwijswaarde" is niet op "AI-Out" ingesteld
à Waarden controleren en eventueel corrigeren
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
45
8 Service en storingen oplossen
? Instrument verschijnt niet in de verbindingsopbouw. l
Afsluiting niet correct.
à Afsluiting aan begin en einde bus controleren en eventueel conform specificaties uitvoeren. l
Instrument niet op segment aangesloten
à Controleren en corrigeren. Bij Ex/toepassingen moeten de voorschriften voor het schakelen van intrinsiekveilige circuits worden aangehouden. Foutmeldingen via de display- en bedieningsmodule
? E013 l
Geen meetwaarde aanwezig
à Sensor in opstartfase à Sensor vindt geen echo bijv. door foutieve inbouw of verkeerde parametrering.
? E017 l
Inregelbereik te klein
à Inregeling opnieuw uitvoeren, daarbij de afstand tussen min.en max.-inregeling vergroten.
? E036 l
Geen goede sensorsoftware
à Software-update uitvoeren resp. instrument ter reparatie opsturen.
? E041, E042, E043 l
Hardwarefout, elektronica defect
à Instrument vervangen resp. ter reparatie opsturen
? E113 l
Communicatieconflict
à Instrument vervangen resp. ter reparatie opsturen Gedrag na oplossen storing
Afhankelijk van de oorzaak van de storing en de getroffen maatregelen moeten eventueel de in het hoofdstuk "In bedrijf nemen" beschreven handelingen weer worden uitgevoerd.
8.3 Elektronica vervangen Bij een defect kan de elektronica door de gebruiker worden vervangen.
46
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
Bij Ex-toepassingen mag slechts één instrument en één elektronica met de betreffende Ex-toelating worden toegepast.
8 Service en storingen oplossen Indien ter plekke geen elektronica beschikbaar is, kan deze via uw VEGA-dealer worden besteld. Sensor-serienummer
De nieuwe elektronica moet met de opdrachtgegevens van de sensor geladen worden. Hiervoor bestaan de volgende mogelijkheden: l l
Af fabriek door VEGA Lokaal door de gebruiker
In beide gevallen is opgave van het sensorserienummer nodig. Het serienummer vindt u op de typeplaat van het instrument, in de behuizing of op de pakbon van het instrument. Informatie: Bij het locaal laden moeten vooraf de opdrachtgegevens van het internet worden gedownload (zie handleiding "elektronica"). Toekenning
De elektronica is afgestemd op de betreffende sensor en deze verschillen bovendien qua signaaluitgang resp. voeding.
8.4 Software-update De software-versie van de VEGAPULS 63 kan als volgt worden vastgesteld: l l l
via de typeplaat van de elektronica Via de display- en bedieningsmodule via PACTware
Op onze website www.vega.com vindt u alle softwarehistorie. Gebruik uw voordeel en registreer voor update-informatie via e-mail. Voor update van de sensorsoftware zijn de volgende componenten nodig
28451-NL-090724
l l l l l
Sensor Voedingsspanning VEGACONNECT PC met PACTware Actuele sensorsoftware als bestand
Sensorsoftware op PC laden
Ga hiervoor onder "www.vega.com/downloads" naar "Software". Kies onder "plics-instrumenten en -sensoren" de passende instrumentserie. Laadt het zip-bestand via de rechtermuisknop met "Doel opslaan als" bijv. op het bureaublad van uw PC. Pak het zip-bestand uit, bijv. op het bureaublad.
Update voorbereiden
Sluit de sensor aan op de voedingsspanning en maak de verbinding van PC met instrument via VEGACONNECT. Start PACTware en maak de verbinding met de sensor, bijv. via de VEGA-projectassistent. Sluit het parametervenster van de sensor, voor zover geopend.
Software in sensor laden
Ga in de PACTware-menubalk naar "Instrumentgegevens", "Overige functies" en "Instrumentsoftware actualiseren".
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
47
8 Service en storingen oplossen PACTware controleert nu de actuele hard- en softwareversie van de sensor en toont de data. Deze procedure duurt ca. 60 s. Druk op de knop " Software updaten" en kies het eerder uitgepakte hex-bestand. Daarna kan de software-update worden gestart. De overige data worden automatische geinstalleerd. Deze procedure duurt afhankelijk van de sensor ca. 1 uur.
8.5 Het instrument repareren Wanneer een reparatie nodig is, gaat u als volgt te werk: Via internet kunt u op onze homepage www.vega.com onder: "Downloads - formulieren en certificaten - reparatieformulier" een retourformulier (23 KB) downloaden. U helpt on zo, de reparatie snel en zonder tijdverlies vanwege vragen uit te voeren. l l l l
Omschrijving van de opgetreden storing. Het instrument schoonmaken en goed inpakken Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecificatieblad buiten op de verpakking aanbrengen. Vraag het adres voor de retourzending aan bij uw VEGAvertegenwoordiging. Uw vertegenwoordiging vindt u op onze homepage www.vega.com onder: "Onderneming - VEGA wereldwijd"
28451-NL-090724
48
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
9 Demonteren
9 Demonteren 9.1 Demontagestappen Waarschuwing: Let voor het demonteren goed op gevaarlijke procesomstandigheden zoals bijv. druk in de tank, hoge temperaturen, agressieve of toxische media enz. Houdt de hoofdstukken "Monteren" en "Op de voedingsspanning aansluiten" aan en voer de daar genoemde handelingen in omgekeerde volgorde uit.
9.2 Afvoeren Het instrument bestaat uit materialen die door gespecialiseerde recyclingbedrijven weer kunnen worden hergebruikt. Wij hebben daarom de elektronica eenvoudig demonteerbaar ontworpen en gebruiken recyclebare materialen. WEEE-richtlijn 2002/96/EG Dit instrument valt niet onder de WEEE-richtlijn 2002/96/EG en de betreffende nationale wetgeving. Voer het instrument af direct naar een gespecialiseerd recyclingbedrijf en gebruik daarvoor niet de gemeentelijke vuilophaaldiensten. Deze mogen alleen voor privé producten conform de WEEE-richtlijn worden gebruikt. Een deskundige afvoer voorkomt negatieve effecten op mens en milieu en maakt hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk. Materialen: zie hoofdstuk "Technische gegevens"
28451-NL-090724
Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
49
10 Appendix
10 Appendix 10.1 Technische gegevens Algemene specificaties Materialen, in aanraking met medium - Procesaansluiting
316L
-
Antenne gekapseld resp. aseptisch gekapseld.
PTFE (TFM 1600), PFA geplateerd, PVDF
-
Procesafdichting bij aseptisch gekapselde antenne
FKM (Viton), EPDM
Materialen, niet in aanraking met medium - Behuizing
Kunststof PBT (polyester), gietaluminium poedergecoat, 316L
-
Afdichting tussen behuizing en deksel behuizing
NBR (RVS-huis), siliconen (aluminium/kunststof behuizing)
-
Venster in deksel behuizing voor PLICSCOM
Polycarbonaat (UL-746-C opgenomen).
-
Aardklem
316Ti/316L
Aandraaimoment flensbouten (min.)
60 Nm (44.25 lbf ft)
Gewicht - Tri-Clamp, melkkoppeling, afhankelijk van afmetingen en materiaal behuizing
3,5 … 6,0 kg (7.716 … 13.22 lbs)
-
Flenzen, afhankelijk van flensafmetingen en materiaal behuizing
4,2 … 15,4 kg (9.259 … 33.95 lbs)
Uitgangsgrootheid Uitgang - Signaal -
Fysische laag
Cyclustijd - Demping (63% van de ingangsgrootheid) -
Aangehouden NAMUR-aanbeveling
Channel Numbers - Channel 1
Digitaal uitgangssignaal, Foundation Fieldbus-protocol Conform IEC 61158-2 min. 1 s (afhankelijk van de parametrering) 0 … 999 s, instelbaar NE 43 Primary value
-
Channel 2
Secondary value 1
-
Channel 3
Secondary value 2 31,25 Kbit/s 10 mA, ±0.5 mA
Meetresolutie digitaal
> 1 mm (0.039 in)
50
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
Overdrachtssnelheid Stroomwaarde
10 Appendix
Ingangsgrootheid Meeteenheid
Afstand tussen procesaansluiting en productoppervlak
Minimale afstand vanaf de flens
50 mm (1.97 in)
Meetbereik afhankelijk van de procesaansluiting - Tri-Clamp 2", 3" tot 10 m (32.81 ft) -
Melkkoppeling DN 50, DN 80
tot 10 m (32.81 ft)
-
Flens DN 50, ANSI 2"
tot 10 m (32.81 ft)
-
Flens DN 80 … DN 150, Tri-Clamp 4", ANSI 3" … 6"
tot 20 m (65.62 ft)
Referentiecondities voor meetnauwkeurigheid (conform DIN EN 60770-1) Referentie-omstandigheden conform DIN EN 61298-1 - Temperatuur +18 … +30 °C (+64 … +86 °F) -
Relatieve luchtvochtigheid
45 … 75 %
-
Luchtdruk
860 … 1060 mbar/86 … 106 kPa (12.5 … 15.4 psig)
Overige referentie-omstandigheden - Reflector -
Stoorreflecties
ideale reflector, bijv. metalen plaat 2 x 2 m Grootste stoorecho 20 dB kleiner dan de effectieve echo
Meetkarakteristieken en specificaties Meetfrequentie
K-band (26 GHz-technologie)
Meetinterval ca.
1s
Stralingshoek -3 dB5) - Tri-Clamp 2" -
18°
Tri-Clamp 3", 4"
10°
-
Melkkoppeling DN 50
18°
-
Melkkoppeling DN 80
10°
-
Flens DN 50, ANSI 2"
18°
-
Flens DN 80 … DN 150, ANSI 3" … 6"
10°
Sprongantwoord- of insteltijd6)
< 1 s (afhankelijk van de parametrering)
Max. niveauverandering
Instelbaar tot 1 m/min. (afhankelijk van de parametrering)
Max. afgestraalde HF-vermogen van het antennesysteem - Pulspiekvermogen < 2 mW
28451-NL-090724
-
< 2 ns
< 2 ns
5) 6)
Komt overeen met bereik met 50% afgestraald vermogen Tijd tot de juiste uitsturing (max. 10 % afwijking) van het niveau bij een sprongsgewijze niveauverandering.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
51
10 Appendix
-
Gemiddeld vermogen
< 5 µW
-
Gemiddelde vermogen op 1 m afstand
< 200 nW/cm2
Max. afgestraalde HF-vermogen van het antennesysteem - uitvoering met verhoogde gevoeligheid - Pulspiekvermogen < 10 mW -
< 2 ns
-
Gemiddeld vermogen
< 2 ns < 25 µW
-
Gemiddelde vermogen op 1 m afstand
< 1 µW/cm2
Meetnauwkeurigheid Meetresolutie algemeen
max. 1 mm (0.039 in)
Meetafwijking
Zie diagrammen
7)
10 mm (0.394 in) 3 mm (0.116 in) 0 - 3 mm (- 0.116 in)
0,5 m (1.6 ft)
20 m (65.62 ft)
- 10 mm (- 0.394 in)
Fig. 32: Meetafwijking VEGAPULS 63
30 mm (1.180 in) 15 mm (0.590 in) 0 -15 mm (- 0.590 in)
1,0 m (3.280 ft)
20 m (65.62 ft)
- 30 mm (- 1.180 in)
Fig. 33: Meetafwijking VEGAPULS 63 met verhoogde gevoeligheid in mm, meetbereik in m
Invloed van de omgevingstemperatuur op de sensorelektronica8)
52
Inclusief alineariteit, hysterese en niet-herhaalbaarheid. Gerelateerd aan nom. meetbereik, in temperatuurbereik -40 ... +80 °C
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
7) 8)
10 Appendix Gemiddelde temperatuurcoëfficiënt van het nulsignaal (temperatuurfout)
0,03 %/10 K
Invloed van gasdeken en druk op de meetnauwkeurigheid De voortplantingssnelheid van de radarimpulsen in gas resp. stoom boven het product wordt door hoge druk gereduceerd. Dit effect hang af van de gasdeken resp. de stoom en is bijzonder groot bij lage temperaturen. De volgende tabel toont de daardoor veroorzaakte meetafwijking voor enkele typische gassen resp. stoom. De opgegeven waarden zijn gerelateerd aan de afstand. Positieve waarden betekenen, dat de gemeten afstand te groot is, negatieve waarden betekenen dat de gemeten afstand te klein is. Gasfase
Temperatuur
1 bar/14.5 psig
10 bar/145 psig
50 bar/725 psig
Lucht/stikstof
20 °C/68 °F
0.00 %
0.22 %
1.2 %
Lucht/stikstof
200 °C/392 °F
0.00 %
0.13 %
0.74 %
Waterstof
20 °C/68 °F
-0.01 %
0.10 %
0.61 %
Waterstof
200 °C/392 °F
-0.02 %
0.05 %
0.37 %
Water (verzadigde stoom)
100 °C/212 °F
0.20 %
-
-
Water (verzadigde stoom)
180 °C/356 °F
-
2.1 %
-
Omgevingscondities Omgevings-, opslag- en transporttemperatuur
-40 … +80 °C (-40 … +176 °F)
Procescondities Voor de druktrap resp. de tankdruk moeten bovendien de specificaties op de typeplaat worden aangehouden. De laagste waarde geldt. Druktrap afhankelijk van de procesaansluiting - Melkkoppeling conform DIN 11851 en 11864-2, aseptische aansluiting LA en LB
PN 16
Tankdruk afhankelijk van de procesaansluiting - Flens tot 2" (vanaf 300 lb), DN 50 -100 … 1600 kPa/-1 … 16 bar (-14.5 … 232 psig) -
Flens vanaf 3" (vanaf 300 lb), DN 80
-20 … 1600 kPa/-0,2 … 16 bar (-2.9 … 232 psig)
-
Tuchenhagen Varivent
-100 … 1000 kPa/-1 … 10 bar (-14.5 … 145 psig)
-
SMS
-100 … 600 kPa/-1 … 6 bar (-14.5 … 87 psig)
28451-NL-090724
Tankdruk betrokken op de nom. druktrap van de flens
Zie aanvullende handleiding "Flens conform DINEN-ASME-JIS"
Procestemperatuur afhankelijk van het materiaal van de antennekapseling (gemeten aan de procesaansluiting) - TFM-PTFE gekapseld -40 … +150 °C (-40 … +302 °F)
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
53
10 Appendix
-
TFM-PTFE gekapseld (lagetemperatuuruitvoering)9)
-170 … +150 °C (-274 … +302 °F)
-
PFA gekapseld
-40 … +150 °C (-40 … +302 °F)
-
TFM-PTFE aseptisch gekapseld, procesafdichting FKM (Viton)
-25 … +130 °C (-13 … +266 °F)
-
TFM-PTFE aseptisch gekapseld, procesafdichting EPDM
-40 … +130 °C (-40 … +266 °F)
Trillingsongevoeligheid
Mechanische trillingen met 4 g en 5 … 100 Hz10)
Elektromechanische gegevens - uitvoering IP 66/IP 67 en IP 66/IP 68; 0,2 bar Kabeldoorvoer/stekker11) - Eenkamerbehuizing
l
1 x kabelwartel M20 x 1,5 (kabel: ø 5 … 9 mm), 1 x blindplug M20 x 1,5
of: l
1 x afsluitkap M20 x 1,5; 1 x blindplug M20 x 1,5
of: l
1 x afsluitkap ½ NPT, 1 x blindplug ½ NPT
of:
-
Tweekamerbehuizing
l
1 x connector (afhankelijk van uitvoering), 1 x blindplug M20 x 1,5
l
1 x kabelwartel M20 x 1,5 (kabel: ø 5 … 9 mm), 1 x blindplug M20 x 1,5; 1 x blindplug M16 x 1,5 resp. optie 1 x stekker M12 x 1 voor VEGADIS 61
of: l
1 x afsluitkap ½ NPT, 1 x blindplug ½ NPT, 1 x blindplug M16 x 1,5 resp. optioneel 1 x connector M12 x 1 voor VEGADIS 61
of: l
Veerkrachtklemmen voor aderdiameter
1 x stekker (afhankelijk van uitvoering), 1 x blindplug M20 x 1,5; 1 x blindplug M16 x 1,5 resp. optie 1 x stekker M12 x 1 voor VEGADIS 61
> 2,5 mm² (AWG 14)
Elektromechanische gegevens - uitvoering IP 66/IP 68, 1 bar Kabelinvoer - Eenkamerbehuizing -
1 x IP 68-kabelwartel M20 x 1,5; 1 x blindplug M20 x 1,5
Tweekamerbehuizing
1 x IP 68-kabelwartel M20 x 1,5; 1 x blindplug M20 x 1,5; 1 x blindplug M16 x 1,5
11)
54
Voor SIL-applicaties niet geschikt. Getest conform de richtlijnen van de Germanischen Lloyd, GL-karakteristiek 2. Afhankelijk van de uitvoering M12 x 1, conform DIN 43650, Harting, 7/8" FF.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
9) 10)
10 Appendix Verbindingskabel - Aderdiameter
0,5 mm² (AWG 20)
-
Aderweerstand
-
Trekvastheid
< 1200 N (270 lbf)
-
Standaard lengte
5 m (16.4 ft)
< 0,036 Ω/m
-
Max. lengte
1000 m (3280 ft)
-
Min. buigstraal
25 mm (0.984 in) bij 25 °C (77 °F)
-
Diameter ca.
8 mm (0.315 in)
-
Kleur - standaard PE
Zwart
-
Kleur - standaard PUR
Blauw
-
Kleur - Ex-uitvoering
Blauw
Aanwijs- en bedieningsmodule Voedingsspanning en data-overdracht
Door de sensor
Display
LC-display in dotmatrix
Bedieningselementen
4 toetsen
Beschermingsgraad - Los
IP 20
-
Ingebouwd in sensor zonder deksel
Materialen - Behuizing -
Venster
IP 40 ABS Polyesterfolie
Voedingsspanning Bedrijfsspanning - Niet Ex-instrument
9 … 32 V DC
-
EEx-ia-instrument
9 … 24 V DC
-
EEx-d-instrument
16 … 32 V DC
Bedrijfsspanning met verlicht display- en bedieningsmodule - Niet Ex-instrument 12 … 32 V DC -
EEx-ia-instrument
12 … 24 V DC
-
EEx-d-instrument
20 … 32 V DC
Voeding via / max. aantal sensoren - H1-voedingsspanning
max. 32 (max. 10 bij Ex)
28451-NL-090724
Elektrische veiligheidsmaatregelen Beschermingsklasse, afhankelijk van huisuitvoering - Kunststof huis IP 66/IP 67
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
55
10 Appendix
-
-
Aluminium behuizing; RVS behuizing fijngietmateriaal; RVS-behuizing - geëlektropoleerd.
IP 66/IP 68 (0,2 bar)12)
Aluminium en RVS behuizing, fijngietmateriaal (optioneel)
IP 66/IP 68 (1 bar)
Overspanningscategorie
III
Veiligheidsklasse
II
Toelatingen Instrumenten met toelatingen kunnen afhankelijk van de uitvoering verschillende technische specificaties hebben. Bij deze instrumenten moeten daarom de bijbehorende toelatingsdocumenten worden aangehouden. Deze zijn met het instrument meegeleverd of kunnen onder www.vega.com via "VEGA Tools" en "serial number search" en via "Downloads" en "Toelatingen" worden gedownload.
56
Voorwaarde voor het behouden van de beschermingsklasse is een passende kabel.
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
12)
10 Appendix
10.2 Foundation Fieldbus Blokschema meetwaardeverwerking De volgende afbeelding toont het Transducer Block en het functieblok in vereenvoudigde vorm.
min/max adjustment m(d)
Sensor_Value
Linearization %
Lin%
TB
ALARMS
PVF-TIME
L-TYPE
PV
Out
INDIRECT ti INDIRECT SQRT
FIELD-VALUE
AI 2
Mode & Status
Simulate
DIRECT
Primary Value
LOW-CUTOFF
Secondary Value 1
OUT-SCALE
PV-SCALE
Secondary Value 2
AI 1
Channel = 1: Primary Value Channel = 2: Secondary Value 1 Channel = 3: Secondary Value 2
28451-NL-090724
Fig. 34: Meetwaardeverwerking VEGAPULS 63
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
57
10 Appendix Diagram inregeling De volgende afbeelding toont de functie van de inregeling.
Secondary_value_1 cal_level_hi cal_level_lo
Calibration Calibration Lowest Point Highest Point
Sensor_value
Sensor reference plane cal_level_hi [%]
Calibration Highest Point
cal_level_lo [%]
Calibration Lowest Point
Fig. 35: Inregeling VEGAPULS 63
Parameterlijst De volgende lijst bevat de belangrijkste parameters en de betekenis daarvan: l
l
l
l
58
primary_value_unit Selected unit code for "primary_value" secondary_value_1 Value after min/max-adjustment (level + level offset). Selected as input to AIFB by setting 'Channel' = 2. Unit derives from 'Secondary_value_1_unit' secondary_value_1_unit Selected unit code for "secondary_value_1" secondary_value_2 Sensor value + sensor offset. Selected as input to AIFB by setting 'Channel' = 3. Unit derives from 'Secondary_value_2_unit' VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
l
primary_value Process value after min/max-adjustment and linearization. Selected as input to AIFB by setting 'Channel' = 1. Unit derives from 'Primary_value_unit'
10 Appendix l
l
l
l l l l l
l
l
l
l
l
l l l
l
l
l
l
28451-NL-090724
l
-
secondary_value_2_unit Unit code of 'Secondary_value_2' sensor_value Raw sensor value, i.e. the uncalibrated measurement value from the sensor. Unit derives from 'Sensor_range.unit' sensor_range 'Sensor_range.unit' refers to 'Sensor_value', 'Max/Min_peak_sensor_value', 'Cal_point_hi/lo' simulate_primary_value simulate_secondary_value_1 simulate_secondary_value_2 device_status Linearization Type Possible types of linearization are: linear, user defined, cylindrical lying container, spherical container curve_points_1_10 X and Y values for the user defined linearization curve curve_points_11_20 X and Y values for the user defined linearization curve curve_points_21_30 X and Y values for the user defined linearization curve curve_points_31_33 X and Y values for the user defined linearization curve curve status Result of table plausibility check SUB_DEVICE_NUMBER SENSOR_ELEMENT_TYPE display_source_selector Selects the type of value, which is displayed on the indication and adjustment module max_peak_sensor_value Holds the maximum sensor value. Write access resets to current value. Unit derives from 'Sensor_range.unit' min_peak_sensor_value Holds the minimum sensor value. Write access resets to current value. Unit derives from 'Sensor_range.unit' Calibration Highest Point Min./max.-adjustment: Upper calibrated point of the sensor. It refers to 'Cal_level_hi'. The unit is defined in 'Sensor_range.unit' Calibration Lowest Point Min./max.-adjustment: Lower calibrated point of the sensor. It refers to 'Cal_level_lo'. The unit is defined in 'Sensor_range.unit' cal_level_hi Min./max-adjustment: Level at 'Cal_point_hi'. When writing 'Cal_level_hi' and 'Cal_type' = 1 (Online) the 'Cal_point_hi' is automatically set to the current sensor value. The unit is defined in 'Level_unit'
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
59
10 Appendix l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
60
cal_type Min./max.-adjustment: Defines type of calibration: Dry: no influence of sensor value. Online: current sensor value determines 'Cal_point_hi/lo' level Value after min./max.-adjustment level_unit Unit code of 'Level', 'Level_offset', 'Cal_level_hi', 'Cal_level_lo' level_offset Offset that is added to the 'Level' value. Unit derives from 'Level_unit' SENSOR_OFFSET Offset that is added to the 'Sensor_value'. Unit derives from 'Sensor_range.unit' end_of_operation_range Set up to suit the process conditions begin_of_operation_range Set up to suit the process conditions product_type Set up to suit the process conditions. If Special-Parameter adjustment has been utilized this parameter cannot be written liquids_medium_type Set up to suit the process conditions. If Special-Parameter adjustment has been utilized this parameter cannot be written solids_medium_type Set up to suit the process conditions. If Special-Parameter adjustment has been utilized this parameter cannot be written liquids_vessel_type Set up to suit the process conditions. If Special-Parameter adjustment has been utilized this parameter cannot be written solids_vessel_type Set up to suit the process conditions. If Special-Parameter adjustment has been utilized this parameter cannot be written fast_level_change Set up to suit the process conditions. If Special-Parameter adjustment has been utilized this parameter cannot be written first_echo_factor Set up to suit the process conditions. pulse_velocity_correction Set up to suit the process conditions.
28451-NL-090724
l
cal_level_lo Min./max.-adjustment: Level at 'Cal_point_lo'. When writing 'Cal_level_lo' and 'Cal_type' = 1 (Online), the 'Cal_point_lo' is automatically set to the current sensor value. The unit is defined in 'Level_unit'
echo_quality Signal/Noise ratio
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
10 Appendix l
l
l
empty_vessel_curve_corr_op_code Update, create new or delete the empty vessel curve tube diameter Set up to suit the process conditions
28451-NL-090724
-
empty_vessel_curve_corr_dist Distance from the sensor to the product surface. Unit derives from 'Sensor_range.unit'
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
61
10 Appendix
10.3 Afmetingen Behuizing in beschermingsklasse IP 66/IP 68 (0,2 bar) ~ 87 mm (3.43")
~ 69 mm (2.72")
ø 84 mm (3.31")
~ 116 mm (4.57") ø 84 mm (3.31")
ø 77 mm (3.03")
M20x1,5/ ½ NPT
M20x1,5/ ½ NPT
1 ~ 59 mm (2.32")
M20x1,5 M20x1,5/ ½ NPT
2 ~ 69 mm (2.72")
ø 80 mm (3.15")
120 mm (4.72")
112 mm (4 13/32")
116 mm (4.57")
M16x1,5
3
~ 87 mm (3.43") ø 84 mm (3.31")
ø 77 mm (3.03")
120 mm (4.72")
112 mm (4.41")
117 mm (4.61")
M16x1,5
M20x1,5/ ½ NPT
M20x1,5/ ½ NPT
4
5
M20x1,5/ ½ NPT
6
Fig. 36: Huisuitvoeringen in beschermingsklasse IP 66/IP 68, (0,2 bar) - met ingebouwde aanwijs- en bedieningsmodule wordt het huis 9 mm hoger 1 2 3 4 5 6
Kunststof huis Aluminium behuizing Aluminium-tweekamerbehuizing RVS-huis, geëlektropoleerd RVS-behuizing - fijngietstaal RVS-tweekamerbehuizing - fijngietmetaal
28451-NL-090724
62
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
10 Appendix Behuizing in beschermingsklasse IP 66/IP 68 (1 bar) ~ 103 mm (4.06")
~ 150 mm (5.91") ø 84 mm (3.31")
~ 105 mm (4.13") ø 84 mm (3.31")
ø 77 mm (3.03")
M20x1,5
M20x1,5
1
120 mm (4.72")
117 mm (4.61")
116 mm (4.57")
M16x1,5
M20x1,5
2
M20x1,5/ ½ NPT
3
Fig. 37: Huisuitvoeringen in beschermingsklasse IP 66/IP 68 (1 bar) met ingebouwde aanwijs- en bedieningsmodule wordt het huis 9 mm hoger Aluminium behuizing RVS-behuizing - fijngietstaal RVS-tweekamerbehuizing - fijngietmetaal
28451-NL-090724
1 2 2
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
63
10 Appendix
100 mm (3.94")
VEGAPULS 63, flensuitvoering
163 mm (6.42")
2
4 mm (0.16")
y
1
mm
y
y
4 mm (0.16")
ø 44 mm (1.73")
ø 75 mm (2.95") inch
y
8
DN 50 PN 40
0.32"
DN 80 PN 40
14
DN 80 PN 40
0.55"
DN 100 PN 16
14
DN 100 PN 16
0.55"
DN 150 PN 16
14
DN 150 PN 16
0.55"
DN 50 PN 40
2" 150 lb
8
2" 150 lb
0.32"
3" 150 lb
14
3" 150 lb
0.55"
4" 150 lb
14
4" 150 lb
0.55"
6" 150 lb
14
6" 150 lb
0.55"
Fig. 38: VEGAPULS 63, flensuitvoering 1 2 d
DN 50 en 2" DN 80 … DN 150 en 3" … 6" Diameter en aantal gaten in de flens
28451-NL-090724
64
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
10 Appendix
2
4 mm (0.16")
y
1
265 mm (10.43")
201 mm (7.91")
VEGAPULS 63 - lagetemperatuuruitvoering
4 mm (0.16")
y
ø 44 mm (1.73")
mm
y
ø 75 mm (2.95") inch
y
8
DN 50 PN 40
0.32"
DN 80 PN 40
14
DN 80 PN 40
0.55"
DN 100 PN 16
14
DN 100 PN 16
0.55"
DN 150 PN 16
14
DN 150 PN 16
0.55"
DN 50 PN 40
2" 150 lb
8
2" 150 lb
0.32"
3" 150 lb
14
3" 150 lb
0.55"
4" 150 lb
14
4" 150 lb
0.55"
6" 150 lb
14
6" 150 lb
0.55"
Fig. 39: VEGAPULS 63 - lagetemperatuuruitvoering DN 50 en 2" DN 80 … DN 150 en 3" … 6" Diameter en aantal gaten in de flens
28451-NL-090724
1 2 d
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
65
10 Appendix
1
85 mm (3.35")
2 ø 66 mm (2.60")
ø 78 mm (3.07")
4
46 mm (1.81")
46 mm (1.81")
3
60 mm (2.36")
60 mm (2.36")
ø 50 mm (1.97") ø 90 mm (3.54")
20 mm (0.79")
100 mm (3.94")
VEGAPULS 63, aseptische aansluiting 1
ø 90 mm (3.54")
Fig. 40: VEGAPULS 63, aseptische aansluiting 1 1 2 3 4
NeumoBiocontrol Tuchenhagen Varivent DN 25 Aseptische aansluiting LA Aseptische aansluiting LB
28451-NL-090724
66
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
10 Appendix
≥ DN 80 ≥ 3,5"
w w ø 64 ø 77,5 ø 91 ø 106 ø 119
12 mm (0.47")
w
Clamp-Stutzen clamp-socket DIN32676/ ISO2852 DN 50 / 2" DN 50 / 2,5" DN 65 / 3" DN 80 / 3,5" DN 100 / 4"
2
163 mm (6.42")
≥ DN 50 ≥ 2"
7 mm (0.28")
1
99 mm (3.90")
VEGAPULS 63, aseptische aansluiting 2
Fig. 41: VEGAPULS 63, aseptische aansluiting 2 Tri-Clamp DN 50, 2", 2½", DN 65, 3" Tri-Clamp DN 80, 3½", DN 100, 4"
28451-NL-090724
1 2
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
67
10 Appendix VEGAPULS 63, aseptische aansluiting 3
ø 94 mm (3.70")
163 mm (6.42") 14 mm (0.55")
4 163 mm (6.42")
3
8 mm (0.32")
100 mm (3.94")
ø 124 mm (4.88")
ø 133 mm (5.24")
14 mm (0.55")
ø 92 mm (3.62")
2
8 mm (0.32")
100 mm (3.94")
1
Fig. 42: VEGAPULS 63, aseptische aansluiting 3
68
Melkkoppeling Melkkoppeling Melkkoppeling Melkkoppeling
DIN DIN DIN DIN
11851, DN 50, 2" en 3" 11851, DN 80, 4" 11864-2, DN 50 11864-2, DN 80
28451-NL-090724
1 2 3 4
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
10 Appendix VEGAPULS 63, aseptische aansluiting 4
163 mm (6.42") ø 114 mm (4.45")
14 mm (0.55")
ø 84 mm (3.31")
2
8 mm (0.32")
100 mm (3.94")
1
Fig. 43: VEGAPULS 63, aseptische aansluiting 4 SMS DN 51 SMS DN 76
28451-NL-090724
1 2
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
69
10 Appendix
10.4 Industrieel octrooirecht VEGA product lines are global protected by industrial property rights. Further information see http://www.vega.com. Only in U.S.A.: Further information see patent label at the sensor housing. VEGA Produktfamilien sind weltweit geschützt durch gewerbliche Schutzrechte. Nähere Informationen unter http://www.vega.com. Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuelle. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site http://www.vega.com. VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad industrial. Para mayor información revise la pagina web http://www.vega.com. Линии продукции фирмы ВЕГА защищаются по всему миру правами на интеллектуальную собственность. Дальнейшую информацию смотрите на сайте http://www.vega.com. VEGA系列产品在全球享有知识产权保护。 进一步信息请参见网站
。
10.5 Handelsmerken Alle gebruikte merken en handels- en bedrijfsnamen zijn eigendom van hun rechtmatige eigenaar/auteur.
28451-NL-090724
70
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
28451-NL-090724
10 Appendix
VEGAPULS 63 • Foundation Fieldbus
71
Printing date:
B.V. VEGA Meet-en Regeltechniek Databankweg 18 3821 AL Amersfoort Nederland Tel. 033-4502502 Fax. 033-4561414 E-mail: [email protected] www.vega-nl.com
VEGA N.V. J. Tieboutstraat 67 1731 Zellik Belgie Tel. +3224660505 Fax +3224668891 E-mail: [email protected] www.vega.be
ISO 9001
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandigheden van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het moment van drukken. © VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2009 Wijzigingen voorbehouden
28451-NL-090724