Handleiding Toetsboek Competentiegericht opleiden Postmaster opleiding tot psychotherapeut 2015 Versie januari 2015
Stichting PDO-GGZ Leiden/Rotterdam en Stichting PDO-GGZ Utrecht St. Jacobsstraat 12-14 3511 BS Utrecht T (030) 230 84 00 F (030) 230 84 99 E
[email protected]
Handleiding Toetsboek Competentiegericht opleiden
1
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................. 2 1.
Toetstabel PT 2015 ..........................................................................................................................3
2.
Doel van de praktijktoetsen ........................................................................................................... 4
3.
Wijze van evalueren en beoordelen .............................................................................................. 4
3.1.
Ontwikkelingsgerichte toets ...................................................................................................... 4
3.2.
Geschiktheidsbeoordeling praktijk ............................................................................................5
4.
Rollen ...............................................................................................................................................5
5.
Planning van de praktijktoetsen .................................................................................................... 6
6.
Overzicht van verplichte en facultatieve kenmerkende beroepssituaties ................................... 6
Handleiding Toetsboek Competentiegericht opleiden
2
Inleiding De PT-opleiding wordt vanaf 2015 competentiegericht vormgegeven op basis van het landelijk vastgestelde opleidingsplan psychotherapeut. In het opleidingsplan zijn de eindtermen van de opleiding gespecificeerd. In aanvulling op dit opleidingsplan is een landelijk toetsboek ontwikkeld waarin alle praktijktoets- en beoordelingsinstrumenten zijn opgenomen die worden gehanteerd in de opleiding. Het competentiegericht opleiden biedt goede mogelijkheden tot het geven van heldere feedback en gestructureerde evaluatie en beoordeling. Tevens garanderen de landelijke eindtermen en uniforme toetsing meer kwalitatieve gelijkheid tussen de opleidingsregio’s. In deze handleiding zijn toetsinstrumenten voor de (praktijk-)toetsen beschreven die worden gehanteerd in de postmaster opleiding tot psychotherapeut.1 Deze handleiding dient ter begeleiding van het toetsboek en als leidraad voor deelnemers, praktijkopleiders, werkbegeleiders, supervisoren en docenten. Voor een volledig overzicht van alle toetsinstrumenten verwijzen wij u naar het toetsboek waarin alle toetsinstrumenten zijn opgenomen. In het toetsboek vindt u voor elke toets een handleiding met een instructie. Het toetsboek is richtinggevend en niet bindend; regionale uitwerkingen zijn mogelijk. De toetscriteria zoals in de toetsinstrumenten zijn opgenomen, zijn afgeleid van de competenties en indicatoren uit het Opleidingsplan, zoals vastgesteld door de Kamer PT. Voor een volledige beschrijving van de competenties verwijzen we naar het competentieprofiel en de themakaarten. Onderwerpen als herkansingen, beoordelingsbevoegdheid en dergelijke zijn vastgelegd en geregeld in het onderwijs- en examenreglement (OER).
Deze handleiding is ontwikkeld door de RINO Groep en gebaseerd op het Opleidingsplan Psychotherapeut en daaruit voortvloeiende Toetsboek Psychotherapeut van de Kamer PT. 1
Handleiding Toetsboek Competentiegericht opleiden
3
1. Toetstabel PT 2015
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
De onderstaande toetstabel is geldig voor de PT15 en PJ15 en geeft inzicht in welke toets op welk moment van de opleiding dient te worden afgenomen. De hoeveelheid kenmerkende beroepssituaties (KBS toetsen), referaten en CAT’s is anders dan opgenomen staat in het toetsboek, omdat er gekozen is voor een geleidelijke implementatie. Een uitgebreide uitleg over de verschillende toetsen is te vinden in het toetsboek. Voor post-GZ deelnemers kan het vierde jaar van onderstaande tabel buiten beschouwing worden gelaten. Naar aanleiding van jaarverslagen en ‘geschiktheidsbeoordeling praktijk’ is er in ieder geval halverwege de opleiding een evaluatiegesprek met de hoofdopleider in aanwezigheid van de praktijkopleider. De ‘geschiktheidsbeoordeling overall’ vindt plaats in het eindgesprek met de hoofdopleider. Bij tussentijdse onvoldoende geschiktheidsbeoordeling vindt tevens een gesprek plaats met de hoofdopleider.
± 2x
± 3x
± 4x
± 5x
PO
1x
1x
1x
1x
PO
1x
1x
1x
1x
Zie instructie
1x na 18 maanden
PO/ WB/SV
1x per opleiding
Docent
1x per opleiding
Toetsvormen
Toetsing
Wie?
KBS toetsen Alle competenties
Ontwikkelingsgericht
PO/WB/SV
Voortgangsgesprek (tussentijdse evaluatie na 6 maanden/18 maanden/30 maanden/42 maanden) Alle competenties
Ontwikkelingsgericht
Geschiktheidsbeoordeling Praktijk (eindbeoordeling jaar 1/ jaar 2/ jaar 3/ jaar 4) Alle competenties
Selectieve beoordeling
360-graden feedback Competentiegebieden: samenwerking, organisatie en professionaliteit
Ontwikkelingsgericht
Referaat Competentiegebieden: kennis en wetenschap, organisatie
Ontwikkelingsgericht
CAT (Critical Appraised Topic) Competentiegebieden: kennis en wetenschap, psychologisch handelen
Ontwikkelingsgericht
Geschiktheidsbeoordeling Overall a.d.h.v portfolio (go/ no go) Alle competenties
Selectieve beoordeling
Examencommissie van het opleidingsinstituut
1x
1x
1x na 36 maanden
1x
1x
Handleiding Toetsboek Competentiegericht opleiden
4
2. Doel van de praktijktoetsen De praktijktoets is bedoeld om de deelnemer inzicht te geven in zijn competentieontwikkeling, om zicht te krijgen op dat wat goed gaat en dat waar hij zich verder in dient te ontwikkelen. De meeste praktijktoetsen zijn dan ook ontwikkelingsgericht van aard. Het is de bedoeling dat de deelnemer de praktijktoetsen ziet als een mogelijkheid om feedback te genereren over zijn handelen in de praktijk. Het is dus niet noodzakelijk dat de toets foutloos wordt uitgevoerd; het gaat om de oefening en de feedback op het eigen handelen. Echter, in de PT-opleiding zijn er een aantal momenten dat er selectief beoordeeld moet worden. Dit vindt plaats na elk jaar en aan het einde van de opleiding. Vooralsnog worden hiervoor de reguliere momenten en jaarverslagen gebruikt in combinatie met de competentiekaart (zie RINO Portal en studiegids). In de toekomst zal de ‘geschiktheidsbeoordeling praktijk’ in gebruik worden genomen. Hiervoor maakt de praktijkopleider gebruik van het portfolio van de deelnemer met daarin de afgeronde praktijktoetsen. De verzamelde feedback, met name vanuit een oogpunt dat er ontwikkeling uit blijkt, wordt betrokken in het oordeel.
3. Wijze van evalueren en beoordelen 3.1. Ontwikkelingsgerichte toets Bij een ontwikkelingsgerichte toets geeft de praktijkopleider (of werkbegeleider of supervisor) feedback over het functioneren van de deelnemer. Dat gaat aan de hand van vaststaande criteria, die per toetsinstrument zijn opgenomen. De praktijkopleider evalueert deze aan de hand van de volgende schaal: Deze competentie is ontwikkeld tot……(ontwikkelingsgericht )
Cijfermatige aanduiding
Niet gezien/ niet te evalueren
?
Ver onder het vereiste eindniveau
1
Onder het vereiste eindniveau
2
Op het vereiste eindniveau
3
Boven het vereiste eindniveau
4
Ver boven het vereiste eindniveau
5
Het is van belang dat hierbij aan de deelnemer dusdanig concrete feedback gegeven wordt, dat duidelijk is wat hij nodig heeft om zichzelf naar een hoger niveau te tillen. Wanneer bijvoorbeeld een competentie van de deelnemer door de praktijkopleider geëvalueerd wordt als onder het vereiste eindniveau (2), dan is de praktijkopleider van mening dat de deelnemer de competentie nog niet op het niveau van een psychotherapeut beheerst. De praktijkopleider geeft de deelnemer dan praktische tips en handvatten waarmee hij zich tot het vereiste
Handleiding Toetsboek Competentiegericht opleiden
5
eindniveau kan ontwikkelen. Het is aan de praktijkopleider (of werkbegeleider of supervisor), als professionele opleider, om in te schatten hoe de deelnemer zich op dat moment verhoudt tot het gewenst eindniveau. Enige subjectiviteit is hierbij onontkoombaar. 3.2. Geschiktheidsbeoordeling praktijk LET OP: Vooralsnog wordt de geschiktheidsbeoordeling praktijk (de selectieve beoordeling) buiten beschouwing gelaten en dient gebruik te worden gemaakt van de gesprekkenstructuur en jaarverslagen zoals vermeld in de studiegids en op RINO Portal. Bij de geschiktheidsbeoordeling praktijk (de selectieve beoordeling) na elk jaar en aan het einde van de opleiding spreekt de praktijkopleider expliciet de beoordeling uit in termen van voldoende/onvoldoende. Dat gaat aan de hand van onderstaande schaal: Deze competentie is beoordeeld als…… (selectief )
Cijfermatige aanduiding
Niet gezien/ niet te beoordelen
?
Slecht
1
Onvoldoende
2
Voldoende
3
Goed
4
Uitstekend
5
Het beoordelen geschiedt ook hier aan de hand van het vereiste eindniveau (en dus niet wat verwacht mag worden gezien de fase van de opleiding). Bij de eerste selectieve beoordeling (na één jaar) is het dus goed mogelijk dat de deelnemer op een aantal competenties nog onvoldoende scoort. Voor de selectieve beoordelingen maakt de praktijkopleider gebruik van al het beschikbare praktijkmateriaal (waaronder formulieren voortgangsgesprek, KBS toetsen, 360ᵒ feedback, etc.). Belangrijk is daarbij dat de praktijkopleider op basis van het materiaal duidelijk krijgt of er ontwikkeling in de competenties zichtbaar is en of de deelnemer in steeds meer beoordelingen het vereiste eindniveau bereikt of zelfs overstijgt.
4. Rollen De deelnemer is verantwoordelijk voor de opbouw van zijn portfolio en geeft daarom zelf aan op welk moment hij welke toets wil doen. De praktijkopleider monitort vanzelfsprekend het leerproces, geeft feedback en beoordeelt. De selectieve beoordeling wordt niet door werkbegeleiders en supervisoren gedaan. De rol van de werkbegeleiders en supervisoren bestaat voornamelijk uit het voorbereiden van de deelnemer op de praktijktoetsen en het geven van feedback op de ontwikkelingsgerichte praktijktoetsen.
Handleiding Toetsboek Competentiegericht opleiden
6
5. Planning van de praktijktoetsen De deelnemer bepaalt in samenspraak met de praktijkopleider wanneer welke toets gedaan wordt. Doorgaans zijn de praktijktoetsen vooraf in te plannen, maar niet altijd. Bijvoorbeeld de KBS-toets ‘behandeling van een patiënt met een psychotisch stoornis’. Deze KBS-toetsen zijn gemarkeerd met een * en kunnen retrospectief geëvalueerd worden. Dat kan aan de hand van een reflectieverslag of nabespreking. Voor langer lopende KBS-toetsen zoals ‘uitvoeren van relatietherapie of ouderbegeleiding bij patiënten met complexe problematiek”, wordt niet één moment gepland, maar gedurende een bepaalde periode gevolgd. Bij de planning van de praktijktoetsen is het raadzaam het curriculum en het werkplan/IOP te volgen en rekening te houden met eventuele reeds verworven competenties van de deelnemer.
6. Overzicht van verplichte en facultatieve kenmerkende beroepssituaties Zoals hierboven al genoemd vindt toetsing onder andere plaats in het evalueren van de competenties in de zogenaamde Kenmerkende Beroeps Situaties (KBS). Een KBS-toets is een ontwikkelingsgerichte toets en wordt als zodanig geëvalueerd. Het opleidingsplan en toetsboek Psychotherapeut zijn vastgesteld door het daartoe bevoegde gremium en zullen periodiek worden herzien op basis van de geldende normen en ervaringen uit de praktijk. Vooruitlopend op de vaststelling van de volgende versie van het opleidingsplan en toetsboek zal er in de postmaster opleiding tot psychotherapeut van de Stichtingen PDO-GGZ Utrecht en Leiden/Rotterdam gewerkt worden met het onderstaande overzicht van Kenmerkende Beroepssituaties. De titels van de KBS-toetsen wijken op enkele punten af van het huidige opleidingsplan en toetsboek. GZ-psychologen in opleiding tot psychotherapeut hoeven 5 KBS-toetsen minder te doen dan voorgeschreven staan. In onderstaande tabel zijn de vrijgestelde KBS-toetsen aangegeven, naast deze vier kan ook één van de facultatieve KBS-toetsen minder worden gedaan. Daarnaast gelden voor de opleidingsgroepen van 2015 de volgende opmerkingen: Minimaal 2 KBS-en moeten worden gedaan bij patiënten met ‘andere culturele achtergrond’. In de K&J-opleiding wordt onderscheid gemaakt tussen de leeftijdsgroepen 0-12 en 1218+; de opleidingsdeelnemer in PJ15 moet in ieder geval minimaal 6 KBS’en per leeftijdsgroep uitvoeren (en dan dus 8 in de andere). Bij K&J patiënten moet bij diagnostiek en behandeling altijd plaats ingeruimd worden voor psycho-educatie van ouders en/of ouderbegeleiding en/of systeemtherapie.
Handleiding Toetsboek Competentiegericht opleiden
Thema
7
Kenmerkende beroepssituaties Verplicht
1
2
3
4
2
Angst en stemmings stoornissen en dwang2
Persoonlijkhei dsstoornissen, hechtingsstoor nissen, gedragsstoorni ssen.
Psychotrauma
Specifieke groepen
Uitvoeren van state of the art psychotherapie bij een patiënt met een stemmingsstoornis Indiceren en behandelen van een patiënt met een complexe angststoornis Systematisch uitvragen en zo nodig behandelen van suïcidaal gedrag bij een patiënt met een stemmingsstoornis Uitvoeren van een behandeling bij een patiënt met angst-of stemmingsstoornis in een complicerende gezinssituatie Evalueren van een voorgenomen behandeling en het resultaat van de daadwerkelijke behandeling bij een patiënt met een complexe angst-/ stemmingsstoornis Indiceren voor psychotherapie bij een patiënt met een persoonlijkheidsstoornis of voorlopers ervan Motiveren en informeren van een patiënt voor intensieve psychotherapie Uitvoeren van een psychotherapie waarbij sprake is van sterke overdrachtsgevoelens Uitvoeren van een klachtgerichte behandeling bij een patiënt met een persoonlijkheidsstoornis Uitvoeren van een groepspsychotherapie bij patiënten met persoonlijkheidsstoornissen Motiveren van patiënten met persoonlijkheidsstoornissen voor psychotherapie, gebruikmakend van wetenschappelijk onderzoek Gebruik maken van gekwalificeerde meetinstrumenten om het behandeleffect vast te stellen en dit terugkoppelen aan de patiënt Behandelen van een patiënt uit een andere leeftijdsgroep dan waar de opleiding zich hoofdzakelijk op richt Uitvoeren van een richtlijnbehandeling bij een patiënt met herhaald trauma Behandelen van een patiënt met trauma uit de kindertijd waarbij complexe ptss is gediagnosticeerd Het stellen van een indicatie en behandelen van een patiënt met een eetstoornis Het stellen van een indicatie en behandelen van een echtpaar met seksuele problemen Het stellen van een indicatie en behandelen van een patient met medisch onverklaarde lichamelijke klachten Uitvoeren van een state of the art behandeling van een patient met een psychotische stoornis
Bij K&J vaak samengevat als ‘internaliserende stoornissen’.
Facultatief
X
Vrijgesteld voor post-GZ Vrij post-GZ
X
Vrij post-GZ
X
Vrij post-GZ
X
X
X X X X
Vrij post-GZ
X X
X X X X X X X X
Handleiding Toetsboek Competentiegericht opleiden
5
6
Systeemen ouderproblematiek Coaching en consultatie
Uitvoeren van een state of the art behandeling met een (game)verslaafde patient Uitvoeren van een psychotherapeutische behandeling bij een patient met gedragsstoornis of comorbide ontwikkelingsstoornis of ADHD Indiceren voor en uitvoeren van een systeemtherapie Uitvoeren van een state of the art relatietherapie of ouderbegeleiding bij patiënten met complexe problematiek Geeft consultatie bij een collega behandelaar en/of behandelteam die vastgelopen zijn met een patiënt of geeft coaching en/of supervisie aan junior-collega’s en teams*
8
X Verplicht voor K&J X X
X