HANDLEIDING TIMENTERPRISE INSTALLATIE WEBCLIENT EN ROOSTERPLANNING
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING.............................................................................................................................. 1 1.1 Document conventies.......................................................................................................1 1.2 TimEnterprise in vogelvlucht............................................................................................3 1.2.1 Modulair ontwerp..........................................................................................................3
2
INSTALLATIE TOMCAT EN WEBCLIENT..................................................................................5 2.1 Installatie en inrichting Tomcat........................................................................................5 2.1.1 Installatie......................................................................................................................5 2.1.2 Tomcat Instellingen wijzigen.........................................................................................7 2.1.3 Optioneel: hardening van Tomcat..................................................................................8
3
INSTALLATIE WEBCLIENT....................................................................................................11 3.1 Webclient prepareren.....................................................................................................11 3.2 Tomcat prepareren.........................................................................................................12 3.2.1 SSL sleutel voor Tomcat aanmaken.............................................................................13 3.3 Tomcat starten................................................................................................................14 3.4 Webclient openen ..........................................................................................................14
4
UPDATE WEBCLIENT............................................................................................................ 17 4.1 Software kopiëren..........................................................................................................17 4.2 Webclient starten ...........................................................................................................18
5
ALTERNATIEVE INLOGMETHODEN.......................................................................................21 5.1 Unauthenticated user.....................................................................................................21 5.2 LDAP............................................................................................................................... 22 5.3 Single signe on met Windows Domein............................................................................22
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
3
5.3.1 Waffle........................................................................................................................... 22 5.3.2 JCIFS............................................................................................................................ 23 6
DE WEBCLIENT NIET ALS ROOTPAGINA LATEN STARTEN...................................................25
7
INSTALLATIE MEERDERE WEBCLIENTS ONDER EEN TOMCAT SERVICE..............................27 7.1 Installatie tweede webclient onder Tomcat ....................................................................27
8
ROOSTERPLANNING.............................................................................................................31 8.1 Tomcat installatie............................................................................................................ 31 8.2 Roosterplanning installatie.............................................................................................31
9
VEELVOORKOMENDE PROBLEMEN......................................................................................35
10
INDEX.................................................................................................................................... 37
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
4
1
INLEIDING Deze installatiehandleiding is bestemd voor functioneel beheerders en applicatie beheerders die het recht hebben software te installeren en/of wijzigen op een applicatieserver. Bij een installatie van TimEnterprise zijn deze twee groepen beheerders geautoriseerd om TimEnterprise in te richten, te beheren of te wijzigen. In een aantal stappen toont de handleiding de procedures die voor de inrichting van het systeem van belang zijn. De installatie kan het beste in de getoonde volgorde doorlopen worden. Na afronding van deze stappen beschikken de beheerders over een goed ingerichte basis applicatie waarmee zowel de eindgebruikers als de beheerders gemakkelijk mee kunnen werken. En niet onbelangrijk, bij support kan Aenova Software direct haar weg vinden op de server. n.b. Afhankelijk van de te installeren TimEnterprise versie en het besturing systeem kunnen de getoonde voorbeelden en illustraties in de handleiding enigszins afwijken.
1.1 Document conventies Voor de leesbaarheid van deze handleiding zijn bepaalde teksten opgemaakt in een aparte stijl. Hieronder volgen enkele voorbeelden van de meest belangrijke categorieën die u verwachten kunt: 1.
Algemene opmaak handleiding
Command line opdrachten en bestandsnamen voorbeeld: 'Kopieer deze bestanden naar de volgende folder: cp timn /usr/local/bin' 'De gebruikers-software van TimEnterprise staat in d:\apps\timn\client' Functietoetsen voorbeeld: 'Wanneer u op [ F1 ] drukt verschijnt een helpscherm. Functietoetsencombinatie: 'Druk op de toetsencombinatie [ C T R L ] - [E N T E R ] ' Applicaties: 'Start nu TimEnterprise op.' Gebruikersinterface: voorbeeld: 'Via de opdracht [bestand | systeembeheer | uitwisselen | conversiebestand maken] kunt u een conversiebestand van de TimEnterprise database maken.' 'Wanneer u de melding 'Tijd-registraties volledig t/m' in beeld krijgt, heeft u de gelegenheid om de
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
1
registratiedatum te verzetten.' Serverconsole statusmeldingen voorbeeld: Belangrijke meldingen worden in een apart kader getoond aan de gebruiker. Bijvoorbeeld na een update verschijnt de volgende melding in het serverconsole: 'Database inhoud moet aangepast worden aan de applicatie'. Command line venster opdrachten voorbeeld: In bepaalde gevallen dient in een command venster opdrachten uit te voeren of moeten txt/html bestanden handmatig te wijzigen: C:\_> ipconfig \all
n.b. Ahfankelijk van de te installeren TimEnterprise versie en Operating System kunnen de getoonde voorbeelden enigszins afwijken. 2.
TimEnterprise Server
{Aenova_Basis} Dit is de basis directory voor de programmatuur van Aenova Software. Hier staan de programma's die specifiek voor TimEnterprise geïnstalleerd zijn, zoals Tomcat, B-Comm Java, diverse tools en tevens is het dé locatie waar één of meerdere TimEnterprise Server/Client omgevingen geïnstalleerd worden. voorbeeld: {Aenova_Basis}=D:\Program Files\Aenova Software {TimN_Home} Dit is de software locatie van één enkele TimEnterprise_server/client omgeving. In deze directory kunnen de verschillende elementen aangetroffen worden die specifiek voor deze TimEnterprise omgeving nodig zijn zoals de folder Server, Client, Webclient, Planning.nl enzovoort. Dit is de locatie in de {Aenova_Basis} folder waar de Server en Client software van één specifieke Tim instance geïnstalleerd kan worden. voorbeeld: {TimN_Home}={Aenova_Basis}\TimN-prod {Tomcat_Home} De locatie van Tomcat staat meestal in de Basisdirectory van Aenova voorbeeld: {Tomcat_home}={Aenova_Basis}\Tomcat 6.0 let op: deze waarden worden niet als een variabele in het OS bewaard. Ze worden alleen in de handleiding gebruikt ter verduidelijk van de paden.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
2
1.2 TimEnterprise in vogelvlucht TimEnterprise is opgebouwd uit verschillende onderdelen. Niet alle onderdelen zijn strikt noodzakelijk voor een functionele applicatie en niet alle onderdelen hoeven op hetzelfde platform te werken. Om een beeld te kunnen vormen van de applicatie wordt in deze paragraaf en kort uitgelegd uit welke onderdelen TimEnterprise is opgebouwd en wat de minimale systeemeisen zijn van servers waar deze onderdelen op geïnstalleerd worden.
1.2.1 Modulair ontwerp
TimEnterprise is modulair opgebouwd. Men kan een onderscheid maken tussen de volgende componenten: database, server en client. Deze modulaire opbouw wordt in onderstaande figuur schematisch weergegeven:
figuur 1: Three Tier ontwerp TimEnterprise
In dit 3- en 4-Tier model kan TimEnterprise ook onderscheiden worden in functionele componenten. Met deze verdeling kan de systeembeheerder bepalen welke elementen voor de eindgebruiker toegankelijk mogen zijn.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
3
2
INSTALLATIE TOMCAT EN WEBCLIENT Installatie van de webclient vereist een drietal elementen: Tomcat, de servlet-engine die TimEnterprise gebruikt voor aansturing van de webclient, de webclient software van TimEnterprise en een TimEnterprise licentie waarmee de webclient als module geactiveerd wordt. Kijk in de algemene systeemvereisten handleiding bij 'TimEnterprise in vogelvlucht' voor de onderlinge samenhang van deze module met het servermodule van TimEnterprise. Tomcat hoeft alleen geïnstalleerd te worden wanneer de module webclient aangeschaft is. Het serverconsole van TimEnterprise wordt intern gehost. Apache Server en IIS zijn niet vereist voor deze module: De reguliere TimEnterprise client en het browser georiënteerde serverconsole maken geen gebruik van deze software. N.b. De installatie CD-ROM bevat een Tomcat versie 1.6 en JRE 1.6. Voor TimEnterprise 7 en oudere versies kan ook Tomcat 5.5 met een JRE 1.5 gebruikt worden.
2.1 Installatie en inrichting Tomcat 2.1.1 Installatie 1.
Tomcat heeft een JRE 1.6 van de JDK nodig. Indien op de server al een JDK 1.6 geïnstalleerd is kunt u doorgaan naar punt 3.
2.
Maak een nieuwe folder aan op de server Plaats deze bij voorkeur in de {Aenova_Basis} folder en noem de folder 'Tomcat 6'. De Installatie CD-ROM van Tim bevat een gezipte jre in de folder handmatig\server_windows. Pak deze jre uit in de Tomcat folder. De voor Tomcat noodzakelijke jvm.dll is nu te vinden in het volgende pad: {Aenova_Basis}\Tomcat 6\jre\bin\server. Een andere optie is het downloaden van de JDK installer. Deze kan opgehaald worden van de Oracle website: http://www.oracle.com/technetwork/java/javase/downloads/index.html. De jre hoeft dan niet meer in de folder van Tomcat opgenomen te worden. Nadeel van deze methode is dat het niet noodzakelijk is om de JRE systeembreed te installeren. Een lokale installatie van de JRE uit een JDK is voldoende voor de functionering van Tomcat. Een tweede nadeel is dat een systeembreed geïnstalleerde JRE gevoeliger is voor exploits.
3.
Op de CD-ROM van TimEnterprise staat in de folder .\handmatig\tomcat de installer van Tomcat: apache-tomcat-6.0.x.exe.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
5
De installer is een gecombineerde 32-bit/64-bit Windows Service installer. Afhankelijk van de JRE die gekoppeld wordt aan de installatie zal Tomcat de 32- bits dan wel de 64-bits Service-wrappers installeren voor tomcat6.exe en tomcat6m.exe. 4.
Start de Apache Tomcat Wizard, accepteer de 'General Licence Agreement' en kies voor een custom installatie.
5.
In het Components menu moet voor een custom installatie gekozen worden. Als te selecteren onderdelen moeten 'Tomcat > 'Service Startup' en 'Start Menu Items' aangevinkt zijn. Het Onderdeel 'Documentation' kan achterwege gelaten worden.
6.
Stel het wachtwoord van de administrator login in en noteer deze waarden. Naam en wachtwoord worden opgeslagen in het bestand .\conf\tomcat-users.xml. Na installatie kan de beheerpagina uitgeschakeld worden. Deze is niet strikt noodzakelijk. N.B. Bewaar inlognamen en wachtwoorden voor Tomcat en TimEnterprise veilig in een utility als Keepass.
7.
Wijs de J2re 1.6 aan. Tomcat geeft de mogelijkheid om een in een zoekvenster naar de juiste JRE te verwijzen. Indien er al een jre op de server geïnstalleerd is, zie paragraaf 2.1.1, stap 1, dan toont Tomcat het pad naar de jre folder. Controleer of dit de jre uit de JDK is. Zijn er twijfels over de afkomst van de JRE, gebruik dan alsnog de JRE van de installatie CD-ROM of download de JDK van de Oracle website. Zie stap 2.
8.
Na aanwijzen van de subdirectory JRE toont Tomcat het pad in het installatiescherm. Druk vervolgens op next.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
6
9.
In het volgende menu moet de installatiefolder gekozen worden. Tomcat geeft een suggestie voor de locatie. Indien Tomcat alleen geïnstalleerd wordt ten behoeve van TimEnterprise, dan kan afgeweken worden van de standaardinstellingen en dient Tomcat in de Aenova menustructuur onderbracht worden. Gebruik hiervoor de Aenova_Basis folder. Zie Hoofdstuk 1.1 en
de
algemene Installatie handleiding voor uitleg over de standaard waarden van de installatie. Het pad wordt dan 'D:\Aenova Software\Tomcat 6.0. Zie bovenstaande screenshot. Druk op next. 10. Vink in het volgende scherm de optie “Tomcat Starten” uit. Voordat Tomcat gestart mag worden moet de TimEnterprise webclient nog geïnstalleerd worden. En er zullen enkele Tomcat instellingen aangepast worden.
2.1.2 Tomcat Instellingen wijzigen 1.
Maak een backup van de bestanden 'server.xml' en 'web.xml' in de directory {Tomcat _Home}\conf door ze te kopiëren en hernoemen tot tot '.\conf\server.xml.org' en 'web.xml.org'
2.
Open .\server.xml en controleer of het automatisch uitpakken van de webapplicaties aan staat:
unpackWARs="true" autoDeploy="true"
3.
De http connector is standaard geconfigureerd op poort 8080:
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
7
Deze poort kan aangepast worden wanneer een andere applicatie deze poort al in gebruik heeft. Dit is te controleren in een CMD venster met de opdracht “netstat -an”. 4.
Start de “Monitor Tomcat” Dit kan vanuit het het Windows Startmenu. Wanneer Monitor Tomcat geminimaliseerd wordt, is deze als een applet in het taakvenster van de taakbalk zichtbaar.
5.
Open “Monitor Tomcat” vanuit het startmenu of via de systemtray. Ga naar het tabblad Java en controleer bij Java Virtual machine of de Server jvm.dll van stap 8 uit Tomcat installatie ingesteld is. Er dient een pad als: D:\Program files\AenovaSoftware\TimN\server\ jre\bin\server\jvm.dll te staan.
6.
Stel in hetzelfde Tomcat monitor console bij het tablad “Java” de minimale en maximale geheugenpool in die Tomcat mag toewijzen. Reserveer per webclient 0,5 MB bovenop een minimumwaarde van 25 MB.
2.1.3 Optioneel: hardening van Tomcat
Bovenstaande instellingen zijn voldoende om de Tomcat veilig in een intern netwerk te gebruiken. Mocht Tomcat in een DMZ geplaatst worden opdat ook gebruikers van buiten het netwerk de Webclient kunnen gebuiken, dan kan overwogen worden om de Tomcat service en omgeving qua rechten verder in te perken. 1.
Maak in de {Tomcat_Home} van Tomcat een subfolder 'writableconf' aan.
2.
Verplaats het bestand '{Tomcat_Home}\conf\tomcat-users.xml' naar '{Tomcat_Home}\writableconf\tomcat-users.xml'.
3.
Wijzig in {Tomcat_Home}\conf\server-minimal.xml de locatieverwijzing naar tomcat-users.xml.
4.
Laat de service van Tomcat door een apart 'local service account' beheren. Maak hiertoe een nieuwe lokale gebruiker aan op de machine, bijvoorbeeld ./tomcat4tim. Voeg de nieuwe gebruiker toe aan de lokale administrator groep. De lokale administrator moet lees, schrijf en uitvoerende rechten bezitten op de {Tomcat_Home} en onderliggende folders. Wijzig de “log on” van de service Apache Tomcat van 'local systemaccount' naar 'this account' en vul de nieuwe gebruiker in. Dit kan ingesteld worden via 'services.msc' en via het tabblad “logon” van de Tomcat monitor in de systemtray:
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
8
Geef de volgende toegangsrechten aan deze nieuwe gebruiker ./tomcat4tim: List & Read: Tomcat basisdirectory (met alle subfolders) List & Read & Execute: \bin directory List & Read & Write: \logs directory List & Read & Write & Modify: \work, \temp \webapps en de \writableconf directory
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
9
3
INSTALLATIE WEBCLIENT De installatie van de webclient vindt plaats in twee locaties op de server. Namelijk in de folder van de {TimN_Home} groep, waar de servlet bestanden van de client, de zogenaamde 'war' bestanden naar toe gekopieerd worden. En ten tweede in de {Tomcat_home}, waar de locatie van de webclient war bestanden moet worden opgegeven en de waar de http connector voor de webclient ingesteld wordt.
3.1 Webclient prepareren 1.
Stop Tomcat indien deze gestart is. Dat kan via de services lijst of via de Tomcat monitor applet in het taakvenster.
2.
Maak in de folder {TimN_Home} een nieuwe folder .\webclient aan. Zie de TimEnterprise Basis installatie handleiding Hoofdstuk 1.1. voor uitleg over de definitie van de TimN_Home locatie.
3.
Kopieer vanaf de installatie CD-ROM vanuit .\handmatig\client_web\ de bestanden timn.war, timnhelp.war en sslcert.bat naar de folder {TimN_Home}\webclient.
4.
Controleer of de folder {Tomcat_home}\Conf\Catalina\localhost al bestaat. Maak deze zo nodig aan.
5.
Kopieer vanaf de installatie CD-ROM vanuit .\handmatig\client_web\ de bestanden ROOT.xml en TimNHelp.xml naar .\Conf\Catalina\localhost\.
6.
Open \Conf\Catalina\localhost\ROOT.xml en wijzig het pad in de “context docbase” naar de locatie waar het timn.war bestand staat. Bijvoorbeeld van docBase="{TimEnterprise_home}\webclient\timn.war" naar docBase="D:\Program Files\Aenova Software\TimEnterprise\ webclient\timn.war.
7.
Wijzig in dezelfde ROOT.xml file in de optie “Parameter name” de waarde voor “value” van value="C{TimEnterprise_home}\webclient\timnwebconfig.xml”naar het volledige pad dat naar de specifieke TimN installatie verwijst. Zie onderstaand voorbeeld voor een installatie op een Windows server.
files\Aenova
Software\TimEnterprise\
<Parameter name="as.web.configfile" value="D:\Program Software\TimEnterprise\webclient\ timnwebconfig.xml"/>
8.
files\Aenova
Open .\Conf\Catalina\localhost\TimNhelp.xml en wijzig het pad in de “context docbase” naar de locatie waar het timn.war bestand staat. Bijvoorbeeld van docBase="{TimEnterprise_ home}\webclient\timnhelp.war"
naar
docBase="{TimN_Home}\webclient\
timnhelp.war waarbij {TimEnterprise_Home} het volledige pad is dat naar de specifieke TimEnterprise installatie verwijst. Zie onderstaand voorbeeld voor een Windows installatie. Zie onderstaand voorbeeld voor een Windows installatie.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
11
files\Aenova
Software\TimEnterprise\
3.2 Tomcat prepareren 1.
Tomcat wordt standaard afgeleverd met een managementapplicatie die als Basispagina draait. Indien de TimEnterprise webclient als zgn. ROOT applicatie onder Tomcat gestart gaat worden in plaats van deze basisapplicatie, dan moet deze applicatie van Tomcat eerst hernoemd of verwijderd worden. Ga naar de folder {Tomcat_home}\Webapps en maak de ROOT applicate ongeldig door haar te hernoemen tot ROOT.org. Door het hernoemen in plaats van verwijderen kan de Management applicatie op een later tijdstip alsnog gebuikt kan worden. Indien Tomcat al een keer gestart is geweest moet ook de root folder in de tijdelijke werkomgeving van Tomcat verwijderd worden. Ga naar de folder {Tomcat_home}\work\Catalina\localhost en verwijder de folder '_'. Hernoemen is niet nodig. Het zijn slechts tijdelijke werkbestanden van Tomcat. N.b. Het is
absoluut noodzakelijk dat de Tomcat ROOT bestanden verwijderd worden. De
webclient zal niet uitgepakt worden in de {Tomcat_home}\webapps folder indien de doellocatie niet leeg is! 2.
Open het configuratie bestand van de webclient, timnwebconfig.xml, in een teksteditor. Het configuratiebestand wordt automatisch aangemaakt in de folder {TimN_Home}\webclient bij starten van de webclient. Start Tomcat, laat Tomcat een standaard timnwebconfig.xml genereren en stop Tomcat weer. Indien de webclient nog niet gestart is geweest kan het configuratiebestand ook vanuit de installatiefolder .\Handmatig\client_web naar de folder .\server\webclient gekopieerd worden.
3.
Bepaal op welke poort de communicatie met de TimEnterprise Server plaats vindt. Indien dit niet de standaard poort 10990 is, maar bijvoorbeeld het poortnummer van de testomgeving, poort 11990, dan moet in timnwebconfig.xml het poortnummer gewijzigd worden. Zoek de regel <port value="10990"/> en verander deze in <port value="11990"/>.
4.
Stel de TimEnterprise Server locatie in. Wanneer Tomcat en de TimEnterprise server niet op dezelfde server staan moet in timnwebconfig.xml aangegeven worden met welke server verbinding gemaakt moet worden: Zoek de regel en verander 'localhost' in de naam of het IP-adres van de TimEnterprise server. Zie onderstaand voorbeeld: <port value="10990"/>
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
12
5.
Controleer het werkgeheugen van Tomcat indien dit nog niet uitgevoerd is in stap 6 van paragraaf 2.1.2.: Open de “Tomcat Monitor” in het startmenu van Tomcat dan wel via de de al gestarte tomcatmonitor in de systemtray. In het tabblad 'java' dient de initial - en maximum memory pool opgegeven te worden: minimumwaarde is 25 MB. maximum is het aantal gelijktijdige TimN webclientgebruikers maal 0,5 MB. De Tomcat monitor is in geminimaliseerde vorm toegankelijk via de 'taskbar”. Dubbelklik op het icoontje en ga naar het tabblad 'Java'.
6.
Controleer in .\conf\server.xml de poortnummers waaronder de webclient in beveiligde of onbeveiligde sessie te benaderen zijn. De standaard ingevulde poortnummers zijn 8080 voor een normale sessie en 8443 voor https sessie. In de door Tomcat meegeleverde server.xml staat alleen de connector voor een normale sessie aan.
7.
Tomcat is nu gereed om gestart te worden met een standaard webclient. Ga door naar paragraaf 3.3, Tomcat starten.
3.2.1 SSL sleutel voor Tomcat aanmaken 1.
Indien Tomcat in beveiligde modus opgestart gaat worden, zal een SSL sleutel aangemaakt moeten worden. Open {TimN_Home}\webclient\SSLcert.bat met een tekst editor en vul de waarden bij “SET” in. Sla het bestand op. Open een command venster en start het batch bestand. Er wordt nu een selfsigned certificaat gegenereerd. Tip: Indien het aanmaken van de sleutel niet werkt omdat de bijbehorende JRE niet gevonden kan worden, kopieer dan het .bat bestand naar de JRE\bin folder van TimEnterprise Server. Verplaats, na succesvol genereren van de sleutel, het aangemaakte certificaat en SSLcert.bat weer naar de folder {TimN_home}\webclient.
2.
Open nu \conf\server.xml en vul de locatie enhet wachtwoord van SSL sleutel in de sectie voor de SSL Connector. De standaard locatie voor de sleutel is {TimN_Home}\webclient. De volgende regels moeten in de connector value staan:
Pas de connector port value aan met de ontbrekende regels 3.
Tomcat is nu gereed om gestart te worden. Tip: Probeer eerst een Webclient met http connector te installeren. Pas wanneer dat werkt, kan een beveiligde webclient met een selfsigned certificaat aangemaakt worden.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
13
3.3 Tomcat starten Tomcat is na instellen van de http(s) connector gereed om voor de eerste maal gestart te worden. Dit kan via de services lijst (Start > run > services.msc) en via de tomcat monitor in de systemtray. Het gaat enige minuten duren voordat de webclient beschikbaar is. De webclient wordt namelijk uitgepakt in de folders {Tomcat_home}\webapps\ROOT en in {Tomcat_home}\webapps\ TimNHelp. Tip: Zodra de webclient volledig is opgestart, wordt in de folder .\logs het logbestand timn_.log aangemaakt. De status van het opstarten is ook te volgen met de taskmanager van Windows. Zolang Tomcat nog bezig is met het uitpakken van haar applicaties vertoont het proces tomcat6.exe een hoger CPU gebruik.
3.4 Webclient openen 1.
Start een webbrowser. Dat kan een IE 6.0 of hoger zijn. Firefox 3.6.x en 4.x voldoen ook voor de basis functionaliteit. Controleer of Javascripting aan staat. Zonder Javascripting zal het menu van de webclient niet werken.
2.
Type een van de volgende de volgende URL's: - http://servernaam:8080 voor een normale verbinding - https://servernaam:8443 indien een beveiligde sessie is ingesteld n.b. in dit voorbeeld is uitgegaan van de standaard poortnummering voor de connectoren zoals die in de server.xml gedefinieerd zijn. Indien meerdere applicaties, lees meerdere webclients op een Tomcat service werken, zijn andere poortnummers in gebruik en / of is de URL voor de webclient anders. Dit staat vermeld in het hoofdstuk "meerdere webclients onder een Tomcat Service"
3.
Er verschijnt tijdelijk een eenvoudige pagina met een URL-link om door de klikken naar het inlogscherm van de webclient. Enige seconden later verschijnt het standaard inlogscherm.
4.
Log in met een nieuw aangemaakte gebruiker / wachtwoord combinatie. Hiervoor moet de gebruiker het recht 'Ongeverifieerde inlognaam toestaan' hebben gekregen. Zie TimEnterprise referentiehandleiding hoe een gebruiker een ongeverifieerde inlognaam uitgereikt kan krijgen.
5.
Test de helpcontext vanaf een ingelogde webclient pagina. De help van de webclient wordt vanuit het menu aan de linkerzijde van de client gestart. Let op: de Help die in het startscherm getoond wordt is een andere help dan de help die vanuit het weekbriefje opgeroepen wordt.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
14
6.
Onderstaande screenshots tonen een webclient en de help pagina.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
15
4
UPDATE WEBCLIENT De webclient van TimEnterprise is het derde onderdeel naast TimEnterprise Server en de TimEnterprise client welke vervangen moet worden bij een update. TimEnterprise client en webclient zijn versie afhankelijk. Dit heeft tot gevolg dat bij een update van TimEnterprise Server de overige componenten op het hetzelfde release nummer gebracht moeten worden. Controleer bij de update op de aanwezigheid van de onderstaande zaken: TimEnterprise CD-ROM met het juiste versienummer Licentie bestand van TimEnterprise server. Dit bestand is via e-mail of diskette aangeleverd De licentie wordt geleverd met een beschrijving. Open de beschrijving “version.tim” met notepad en zoek naar het versienummer. URL van het TimEnterprise serverconsole en webclient Gebruikersnaam en wachtwoord van het TimEnterprise serverconsole is bekend. Nota bene: TimEnterprise vernieuwen betekent altijd een nieuwe versie van zowel server- als clientsoftware. De nieuwe webclient kan pas geopend worden wanneer TimEnterprise Server vernieuwd is en de database is aangepast. Zie de handleiding voor installatie van de TimEnterprise server.
4.1 Software kopiëren Net als bij de installatie van de webclient is er geen automatische installer voorhanden om de update uit te voeren. 1.
Stop de Apache Tomcat Servlet engine. Op Unix/Linux kan dit via de meegeleverde Daemen gedaan worden. Op een Windows server kan Tomcat via het services console gestopt worden of via de Tomcat monitor: “Startmenu | Program files | Apache Tomcat | monitor Tomcat” tabblad general.
2.
Verwijder de oude TimEnterprise war bestanden in {TimN_Home}\webclient. Dat zijn de timn.war en .\timnhelp.war
3.
Verwijder de oude werkbestanden in {Tomcat_Home}\webapps\. Dat zijn de folders .\timnhelp en .\ROOT . Deze worden door Tomcat weer aangemaakt na starten van de service.
4.
Verwijder de oude werkbestanden in {Tomcat_Home}\work\Catalina\localhost\. Dat zijn de folders .\timnhelp en .\ _ . Deze worden door Tomcat weer aangemaakt na starten van de service. Wanneer de webclient onder een andere naamgeving N.b. Indien de webclient niet onder de Rootpagina draait, staan in de folders localhost en webapps webclientfolders met andere namen. Deze namen moeten gelijk zijn aan de naamgeving van van de XML bestanden in de directory {Tomcat_Home}\Conf\Catalina\ localhost\. Hier is bepaald dat de webclient niet als ROOT pagina gestart wordt maar onder aparte naam. Dit komt
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
17
hoogstwaarschijnlijk omdat er meer dan 1 applicatie onder de Tomcat Server gestart worden. Kijk daarom goed uit welke webapplicaties verwijderd worden uit de folder .\localhost en .\webapps. 5.
Kopieer van de CD-ROM de bestanden \handmatig\client_web\timnhelp.war en .\timn.war naar {TimN_Home}\webclient\*.*
6.
Verplaats de logbestanden in {Tomcat_Home}\logs naar een nieuwe folder .\Logs-{datum}. Dat vergemakkelijkt het snel opzoeken van de logbestanden na de herstart. Verwijder de oude logbestanden pas als de webclient weer goed opstart.
7.
Start de Tomcat service. Zodra de webclient volledig opgestart is wordt in de folder .\logs een nieuw logbestand timn_.log aangemaakt.
De status van het opstarten is ook te volgen met de Taskmanager van Windows. Zolang Tomcat nog bezig is met het opstarten van haar applicaties vertoont het proces tomcat.exe een hoger CPU gebruik.
4.2 Webclient starten 1.
Start een webbrowser. Dat kan een IE 6.0 of hoger zijn. Firefox 3.6.x en 4.x voldoen ook voor de basis functionaliteit. Controleer of Javascripting aan staat. Zonder Javascripting zal het menu van de webclient niet werken.
2.
Type een van de volgende de volgende URL's: - http://servernaam:8080 voor een normale verbinding - https://servernaam:8443 indien een beveiligde sessie is ingesteld n.b. in dit voorbeeld is uitgegaan van de standaard poortnummers zoals die in de server.xml gedefinieerd zijn. Er verschijnt een eenvoudige pagina met een Link om door de klikken naar het inlogscherm van de webclient. Enige seconden later verschijnt het standaard inlogscherm.
4.
Controleer of de help van het aanmeldschem actief is.
5.
Recht onder in het aanmeldscherm van de webclient staat het versienummer van TimEnterprise vermeld. Hier moet nu het nummer van de nieuwe release staan.
5.
Log in met een gebruiker / wachtwoord combinatie. Hiervoor moet de gebruiker het recht 'Ongeverifieerde inlognaam toestaan' hebben gekregen. Zie de TimEnterprise referentiehandleiding hoe een gebruiker een 'Ongeverifieerde inlognaam' uitgereikt kan krijgen.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
18
6.
Controleer of de help van de webclient actief is.
7.
De update is geslaagd.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
19
5
ALTERNATIEVE INLOGMETHODEN Met de webclient kan op 3 verschillende wijzen ingelogd worden: 1) via een in Tim opgeslagen naam/wachtwoord combinatie, 2) verificatie tegen het Windows Domein of 3) via LDAP verificatie. De <web>drie verschillende methoden kunnen in sommige combinaties naast elkaar gebruikt worden. Maar dit is afhankelijk van de inrichting van TimEnterprise en de inlogmethode.
5.1 Unauthenticated user Dit is de basis inlogmethode van de webclient. Hier worden een inlognaam en wachtwoord ingevuld in het basis inlogschem van de webclient.
Deze inlognaam en wachtwoord zijn opgeslagen zijn in de database van TimEnterprise. Om hiervan gebruik te maken moet in de personentabel van TimEnterprise bij in het tabblad 'gebruikers' het vinkje 'ongeverifieerde inlognaam toestaan' aangevinkt zijn en een wachtwoord in het bijbehorende veld ingevuld zijn. Het tabblad gebruikers kan meerdere netwerknamen, aliassen, voor één en dezelfde persoon bevatten. Dit is met name handig wanneer met meerdere inlogmethoden gewerkt moet worden. Zo kan in onderstaand voorbeeld de gebruiker 'Eric Jan” met de normale client inloggen in een windows omgeving en kan hij in de webclient inloggen met de naam ericjan en wachtwoord *****. In het onderstaande voorbeeld zijn voor de gebruiker Eric Jan Mylius twee aliassen aangemaakt: •
'aenova\ericjan' voor de single sign-on met de normale client
•
'ericjan' voor inloggen met de webclient
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
21
5.2 LDAP Inloggen in de webclient waarbij je de inlognaam wachtwoord combinatie gebruikt welke ook gebruikt wordt voor het inloggen op het netwerk. Hierbij maak je wederom gebruik van het standaard inlogveld van de webclient. De instellingen voor inloggen met behulp van LDAP worden in het serverconsole van TimEnterprise ingevuld. Maar let op: omdat het een globale instelling betreft zal de normale client van TimEnterprise bij opstarten ook om een (ldap)inlognaam en wachtwoord vragen. Meestal is dit voor de gebruikers van de normale client ongewenst gedrag Met de gewone client wil je . De standaard van single signe on inloggen kan teruggezet worden door het plaatsen van een eenvoudige optie in het initialisatiebestand van de client. Plaats onderstaande optie in de timn.ini. -Das.timn.login.interactive=false
5.3 Single signe on met Windows Domein Net als bij de normale client kan de webclient voor gebruikers in een Windows domein ingesteld worden dat deze niet om een inlognaam en een wachtwoord vraagt. Hier zijn twee verschillende methoden voor beschikbaar: Waffle, alleen geschikt voor een Tomcat die op een Windows Server is geïnstalleerd JCIFS, indien Tomcat op een niet-windows server geïnstalleerd is en en de eindgebruikers wel in Windows domein zijn ingelogd.
5.3.1 Waffle
Voor het activeren van het Waffle protocol dient een instelling in het configuratiebestand van de webclient aangepast te worden. Open de {TimM_Home}\webclient\TimNWebConfig.xml met notepad en zoek naar de optie 'usewafftle'. Zet de regel <usewaffle value="false"/> om in <usewaffle value="true"/>. Herstart Tomcat, leeg de browser cache en roep de inlogpagina van de webclient op. Het inlogscherm van de webclient toont nu naast het invoerveld voor een aparte inlognaam en wachtwoord ook de link “Met Windows gebruikersnaam inloggen” . Gebruik deze link om direct in te loggen in de client zonder de vraag voor een domeinnaam en wachtwoord. De URL die aan deze link gekoppeld is, kan opgeslagen worden via de rechtermuisknop. Distribueer de link onder de gebruikers van de webclient
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
22
5.3.2 JCIFS
Het JCIFS protocol kan gebruikt worden wanneer Waffle niet tot het juiste resultaat leidt en/of wanneer Tomcat op een ander Operating Systeem is geïnstalleerd dan Windows, maar er wel een Windows Domein server beschikbaar is. Net als bij het instellen voor Waffle,moet de {TimM_Home}\webclient\TimNWebConfig.xml bewerkt worden. Voor dhet protocol met JCIFS wordt gebruikt gemaakt van een unieke user in het netwerk waarmee preauthentication wordt gedaan voor domain controllers die SMB signatures nodig hebben. Deze gebruiker die door de systeembeheerder in het AD domein aangemaakt moet worden hoeft geen speciale rechten te bezitten.
1.
Maar de preauthentication user aan in het Windows domein.
2.
Open TimNWebConfig.xml met een texteditor als Notepad++ of VIM.
3.
Controleer of de waarde <systemproperties > <web> <usewaffle value="false"/> op “false” staat.
4.
Zet de waarde <web> <usejciffs value="false"/> op “true”
5.
Ga nu naar <systemproperties ><jcifs> <smb> .
6.
Geef het NT domein op in de waarde <domain value=””/>. Bijvoorbeeld 'Aenova' wanneer de inetwerknaam van de gebriukers in Tim Aenova als voorloop hebben. Bijvoorbeeld Aenova\ericjan. Zie ook de illustratie van de personentabel in paragraaf 2.1.
7.
Geef de preauthentication user op in de waarde <username value=””/>
8.
Geef het wachtwoord van de preauthentication user op in de waarde <password value=””/>
9.
Herstart Tomcat, leeg de browser cache en roep de inlogpagina van de webclient op.
10. Het inlogscherm van de webclient toont nu naast het invoerveld voor een aparte inlognaam en wachtwoord ook de link “Met Windows gebruikersnaam inloggen” . Gebruik deze link om direct in te loggen in de client zonder de vraag voor een domeinnaam en wachtwoord. De URL die aan deze link gekoppeld is, kan opgeslagen worden via de rechtermuisknop. Distribueer de link onder de gebruikers van de webclient.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
23
6
DE WEBCLIENT NIET ALS ROOTPAGINA LATEN STARTEN Op het moment dat meer dan 1 webclient door dezelfde Tomcat service bedient wordt, is de naamgeving van de war bestanden belangrijk geworden. Met slechts 1 webclient kan Tim als rootpagina onder Tomcat gestart worden. Dat wil zeggen, achter het poortnummer van de URL hoeft geen naam meer opgegeven te worden: http://servernaam:8080 wordt automatisch geredirect naar http://servernaam:8080/web, de inlogpagina van de webclient. .Met een tweede webclient is dit niet meer mogelijk. Achter het poortnummer moet de naam van de webclient opgegeven worden. Bijvoorbeeld http://ascenter:8080/timntest. Ook wanneer er maar 1 webclient ingesteld moet worden en een andere applicatie al als de ROOT pagina ingesteld is, zal Tim onder een andere naam gestart moeten worden. Om dit te realiseren moeten de volgende handelingen uitgevoerd worden: 1.
Stop de Tomcat Service.
2.
Hernoem webclient.xml file van Tim, root.xml, tot bijvoorbeeld timn.xml. Op de CD_ROM staat het bestand in de folder CD-ROM\handmatig\client_web. Een al geïnstalleerde webclient.xml is te vinden in Tomcat_Home}\conf\catalina\localhost.
3.
Open {Tomcat_Home}\conf\Catalina\localhost\timn.xml. Controleer het pad voor de docbase en het configuratie bestand, zodat deze verwijst naar de juiste folder en bestandsnamen.
files\Aenova
<Parameter name="as.web.configfile" value="D:\Program Software\TimN\webclient\timnwebconfig.xml"/>
Software\TimN\ files\Aenova
4.
Open TimNhelp.xml. Controleer het pad voor de configfile.
5.
Verwijder in {Tomcat_Home} de uitgepakte bestanden in .\webapps\_ en .\work\_ indien Tim al als ROOT pagina gestart is geweest.
6.
Herstart Tomcat, wacht tot de activiteit van Tomcat gedaald is en controleer in .\logs\timn. {datum}.log of de webclient gestart is. Dit is ook te controleren in de tomcat folder {Tomcat_Home}\webapps en {Tomcat_Home}\work\catalina\localhost. Hier moeten nu minstens de volgende folders aanwezig zijn: _
timn en TimNhelp
n.b de folder “_” is de ROOT pagina van Tomcat, de pagina waarvan je de naam niet hoeft op te geven achter het poort nummer in URL
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
25
7
INSTALLATIE MEERDERE WEBCLIENTS ONDER EEN TOMCAT SERVICE In dit hoofdstuk wordt uitgegaan van één unieke Tomcat installatie met meerdere servlets (webpagina's) die onder deze service gestart worden. Bijvoorbeeld twee verschillende webclients voor TimEnterprise: Een webclient voor een productieomgeving en een webclient voor een testomgeving. Het is ook mogelijk om meerdere Tomcat versies op dezelfde server te installeren. Het voordeel is dat iedere webclient dan apart te starten en te stoppen is. Maar de installatie en het beheer is ingewikkelder. Bovendien wordt voor een testomgeving van Tim doorgaans een aparte server gebruikt indien men volgens de OTAP regels werkt. De scope van deze installatie ligt daarom op 1 Tomcat met meerdere Servlets.
7.1 Installatie tweede webclient onder Tomcat Twee of meer webclients installeren onder dezelfde Tomcat instance is in feite een uitbreiding op de in Hoofdstuk 6 beschreven procedure om de webclient niet onder de ROOT pagina van Tomcat te starten maar met een aparte naamgeving op de URL. In onderstaand voorbeeld wordt een tweede TimEnterprise webclient gedefinieerd voor de testomgeving. Na installatie is deze client in een webbrowser te openen met de volgende URL: http://servernaam:8080/timntest. 1.
Stop de Tomcat service.
2.
Maak een nieuwe webclient folder aan onder een bestaande of nieuwe {TimN_Home}. Bijvoorbeeld {Aenova_Basis}\TimN_test\webclient.
3.
Kopieer van de installatie CD-ROM de timn.war en timnhelp.war naar de nieuwe webclient folder. let op: gebruik eeni nstallatie CD-ROM met een identiek TimEnterprise versienummer. De Webclient en TimEnterprise Server moeten van dezelfde release zijn.
4.
Ga naar {Tomcat_Home}\conf\catalina\localhost en kopieer van de installatie CD-ROM de root.xml en hernoem deze tot timntest.xml.
5.
Herhaal dit voor de TimNhelp.xml. Hernoem dit bestand tot TimNhelptest.xml. n.b Of kopieer en hernoem de al aanwezige webclient xml in de {Tomcat_Home}\Conf\Catalina bestanden tot timntest.xml en TimNHelptest.xml
6.
Open timntest.xml en pas het pad voor "context docbase" en "configfile" aan. Bijvoorbeeld tot:
files\Aenova
Software\TimN_test\
<Parameter name="as.web.configfile" value="D:\Program Software\TimN_test\webclient\timnwebconfig.xml"/>
7.
files\Aenova
Open TimNhelptest.xml en pas het path voor "context docbase" aan. Bijvoorbeeld:
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
files\Aenova
Software\TimN_test\
27
8.
Start Tomcat, wacht tot de nieuwe webclient is gestart en stop Tomcat. De webclient heeft automatisch een configuratiebestand aangemaakt inde {TimN_Home}\webclient folder.
9.
Open timnwebconfig.xml. Vul de servernaam in bij XML tag en geef in de volgende XML tag het poortnummer op waarop de server-client connectie plaatsvindt.
nb. voor een eerste installatie van een TimEnterpriseomgeving is dat meestal poort 10990 en voor een tweede omgeving 11990. Dit is in de timn.ini van de client en in het serverconsole van TimEnterprise te controleren. Bijvoorbeeld: ipv <port value="11990"/> ipv <port value="10990"/>
10. Pas in de timnwebconfigtest.xml de context voor de helpfile aan van: naar Bijvoorbeeld: <web> <usejcifs value="false"/>
11. Verwijder onder {Tomcat_Home}\work\Catalina\localhost de onderliggende folders. Deze worden automatisch aangemaakt bij herstarten van Tomcat. 12. Herstart de Tomcat service. 13. Open de taskmanager en wacht tot Tomcat.exe normale processor activiteit vertoont. Dit kan enige tijd duren. 14. Ga naar {Tomcat_Home}\work\Catalina\localhost. Er moeten nu meerdere folders met inhoud zichtbaar zijn. Onder andere "_" “manager” “TimNhelp”, "timntest" en “TimNhelptest”. 15. In {Tomcat_Home}\logs moet een nieuw tim.{datum}.log aangemaakt zijn. Open dit log. De webclient toont de informatie van beide clients in 1 log. 16. In dit log moet de volgende tekst twee maal voorkomen: 17:29:38.710 19-9-06: Initializing shared scheduler 17:29:38.788 19-9-06: Initializing CSC clients selector 17:29:38.835 19-9-06: Setting up resources 17:29:39.179 19-9-06: Webhelp context: /TimNhelp 17:29:39.179 19-9-06: Webhelp page: TimEnterprise_Webclient_Help.htm
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
28
17:29:39.179 19-9-06: Use jCIFS: false 17:29:39.179 19-9-06: Domain: 17:29:39.179 19-9-06: Domain controller: as3.win.aenova.nl 17:29:39.179 19-9-06: Ports allowed for domain login: * 17:29:39.179 19-9-06: Tim Enterprise Web Client is running dan wel met .... 17:29:39.179 19-9-06: Webhelp context: /TimNhelptest ....
17. Start
een
webbrowser
en
open
timnclient
voor
de
test
op:
"http://servernaam:poortnummer/timntest" waarbij het poortnummer voor een nonSSL verbinding standaard op 8080 staat. De redirectpagina gevolgd door de inlogpagina van de webclient komt nu tevoorschijn. Zie hoofdstuk 3.4 bij “Webclient openen”. 18. Test de webclient door in te loggen onder een naam met voldoende rechten om de webclient op te starten. Zie Hoofdstuk 5 waarin de verschillende inlogmethoden beschreven staan. Controleer of de Helpfunctie werkt. 19. Voor een derde of volgende webclient kan de gehele procedure herhaald worden.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
29
8
ROOSTERPLANNING De VisiBox applicatie van Tier Software Development heeft een speciaal voor TimEnterprise ontworpen Roosterplanning module. De module werkt als applicatie onder Tomcat. Installatie van de Roosterplanning lijkt op de installatie van de TimEnterprise webclient. De minimale vereisten voor Roosterplanning zijn de volgende: TimEnterprise: versie 2011-apr of nieuwer Tomcat: minimaal versie 5.5. Bij voorkeur Tomcat 6.0.35 JRE: versie 6.0. Bij voorkeur JRE 6.0_26 of hoger Databases: Microsoft SQL 2005/2008 en Oracle 10G Browsers: Google Chrome, Firefox 17 of IE 9. nb. IE 7 en 8 gebruiken Google-chromeframe plugin TimEnterprise SOAP koppeling moet op 'BASIC authenticatie' staan.
8.1 Tomcat installatie Hoofdstuk 2.1 Installatie en inrichting Tomcat beschrijft de installatie van Tomcat. Volg deze installatie tot aan de implementatie van de webclient.
8.2 Roosterplanning installatie MSSQL De roosterplanning module staat niet op de CD-ROM. Deze wordt toegestuurd op het moment van de installatie. Extra voorwaarden voor koppeling met een MSSQL database Microsoft SQL Browser service actief SQL Server Log-on methode “Mixed Mode Authentication” 'SA' user actief; wachtwoord bekend voor de desbetreffende Instance De database wordt aangemaakt m.b.v. de SA user. Uitgevoerd door de Roosterplanning applicatie zelf.
8.2.1 Tomcat webmodule installatie 1.
Stop de Tomcat Service.
2.
Pak de zipfile tsd_tim.zip uit. Het bevat 1 bestand: tsd_timn.war.
3.
Kopieer tsd_tim.war naar {TimN_Home}\Roosterplanning\tsd_tim.war
4.
In de TimEnterprise_home folder staan nu de volgende subfolders: Server, Client, Roosterplanning en wellicht nog de folder webclient. Al deze onderdelen horen bij één en dezelfde TimEnterprise omgeving.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
31
5.
Kopieer de jar bestanden commons-io-2.4.jar en commons-fileupload-1.2.2.jar van {TimN_Home}\planning\ naar de Tomcatfolder {Tomcat_home}\lib
6.
Kopieer vanaf de installatie CD-ROM vanuit .\handmatig\client_roosterplanning\ het bestand planning.xml naar {Tomcat_home}\Conf\Catalina\localhost\. Bestaat de folder {Tomcat_home}\ Catalina\localhost nog niet in de .\Conf directory, maak deze dan aan.
7.
Open .\Conf\Catalina\localhost\planning.xml en wijzig het pad in de “context docbase” naar de locatie waar het tsd_tim.war bestand staat.
Zie onderstaand voorbeeld voor een Windows installatie.
8.
Files\Aenova
Software\TimEnterprise\
Start Tomcat, open een webbrowser en ga naar de http://servernaam:8080/planning.
8.2.2 Aanmaken database onder MSSQL SERVER 1.
Indien roosterplanning nog niet eerder was geïnstalleerd verschijnt een instellingen menu waarmee de database automatisch aangemaakt wordt met behulp van de ingebouwde in systemuser SA.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
32
2.
Vul de waarden in voor de SQL servernaam, de SQL instance naam en het poortnummer van de SQL listener. Raadpleeg de DBA'er van het DBMS voor de juiste waarden
3.
De naam van de Database moet 'tsd_tim' worden. Gebruikersnaam en wachtwoord zijn de naam en wachtwoord van de Database Systemadministrator user. Voor MSSQLServer is dat de user SA. Raadpleeg de DBA'er van het DBMS voor de juiste waarden.
4.
Test de verbinding. Druk niet op de groene checkbox, maar op de knop “Test verbinding”
5.
Wanneer Roosterplanning antwoord met de melding als “Cannot open database “tsd_tim” requested by the login. The login failed. “ Dan is de test geslaagd: er kan een verbinding opgezet worden met de SQLserver, alleen ontbreekt de gebruiker en database nog om een juiste login op uit te voeren.
6.
Maak de database aan door op de groene checkbox te klikken.
7.
Na verversen van de webpagina verschijnt het volgende menu:
8.
Log in met de gebruikersnaam demo, wachtwoord demo
9.
Ga in het menu van Roosterplanning naar beheer > administratie> en open de afdeling test_TSD
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
33
10. Verander de afdelingsnaam naar de naam van de organisatie. 11. Vul de TimEnterprise SOAP user en wachtwoord in. Dat is bij een standaard installatie van TimEnterprise de gebruiker 'timnsoap 'met wachtwoord 'aenova'. 12. In de daaropvolgende regel moet de SOAP URL opgegeven worden. Dat is doorgaans “http://<servernaam>:10980/impexp/”. 13. Klik op ' B E W A A R ' om de instellingen in de database op te slaan. 14. Test de verbinding met TimEnterprise in het menu van Visibox: 'Menu > Import/Export > Importeer uit Tim' en 15. 'Menu > Import/Export > Planning doorzetten'.
8.3 Installatie Roosterplanning met Oracle 10G De roosterplanning module staat niet op de CD-ROM. Deze wordt geupload op het moment van de installatie.
1.
8.3.1 Prepareren Oracle 10G database
Maak een aparte tablespace aan ivoor de rosoterplanning in een bestaande of nieuwe Instance: create tablespace ROOSTERPLANNING datafile 'D:\oraclexe\oradata\XE\roosterplanning01.dbf' size 64M autoextend on next 8M maxsize 1024M extent management local autoallocate;
2.
Maak een nieuwe gebruiker aan In Oracle, bijvoorbeeld roosterplanning. En geef de user
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
34
'roosterplanning' de volgende rechten: grant connect to <user>; grant create table to <user>; grant create sequence to <user>; grant create trigger to <user>; grant create view to <user>;
3.
Betreft het geven van de recource rol aan de Oracle user: De user moet rechten hebben om in de tablespace ruimte te schrijven. Dit kan door onderstaande alter statement: alter user <user> quota unlimited on <user_space>
4.
Verander de default tablespace naar de in stap 8.3.1 aangemaakte Tablespace: ALTER USER <user> DEFAULT TABLESPACE;
1.
8.3.2 Tomcat Installatie Stop de Tomcat Service.
2.
Pak de zipfile tsd_tim.zip uit. Het bevat één bestand: tsd_timn.war.
3.
Kopieer tsd_tim.war naar {TimN_Home}\Roosterplanning\tsd_tim.war
4.
In de TimEnterprise_home folder staan nu de volgende subfolders: Server, Client, Roosterplanning en wellicht nog de folder webclient. Al deze onderdelen horen bij één en dezelfde TimEnterprise omgeving.
5.
Kopieer de jar bestanden commons-io-2.4.jar en commons-fileupload-1.2.2.jar van {TimN_Home}\planning\ naar de Tomcatfolder {Tomcat_home}\lib
6.
Kopieer vanaf de installatie CD-ROM vanuit .\handmatig\client_roosterplanning\ het bestand planning.xml
naar {Tomcat_home}\Conf\Catalina\localhost\. Bestaat de folder {Tomcat_home}\
Catalina\localhost nog niet in de .\Conf directory, maak deze dan aan. 7.
Open .\Conf\Catalina\localhost\planning.xml en wijzig het pad in de “context docbase” naar de locatie waar het tsd_tim.war bestand staat. Zie onderstaand voorbeeld voor een Windows installatie.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
Files\Aenova
Software\TimEnterprise\
35
8.
1.
Start Tomcat, open een webbrowser en ga naar de http://servernaam:8080/roosterplanning.
8.3.3 Koppelen Database aan Roosterplanning
Indien roosterplanning nog niet eerder was geïnstalleerd verschijnt een instellingen menu waarmee de database automatisch gekoppeld wordt aan de Roosterplanning module.
2.
Vul de waarden in voor de Oracle servernaam, de Oracle Instance naam en het poortnummer van de Oracle listener. Raadpleeg de DBA'er van het DBMS voor de juiste waarden.
3.
De naam van de Databasenaam mag 'Roosterplanning' worden. Gebruikersnaam en wachtwoord zijn de naam en wachtwoord welke in paragraaf 8.3.3 stap 2 zijn aangemaakt. . Raadpleeg de DBA'er van het DBMS voor de juiste waarden.
4.
Test de verbinding. Druk niet op de groene checkbox, maar op de knop “Test verbinding”
5.
Wanneer Roosterplanning antwoord met de melding als “Connection succesfull“ Dan is de test geslaagd: er kan een verbinding opgezet worden met de Oracle server onder de aangemaakte user.
6.
Maak de database aan door op de groene checkbox te klikken.
7.
Na verversen van de webpagina verschijnt het volgende menu:
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
36
8.
Log in met de gebruikersnaam demo, wachtwoord demo
9.
Ga in het menu van Roosterplanning naar beheer > administratie> en open de afdeling test_TSD
10. Verander de afdelingsnaam naar de naam van de organisatie. 11. Vul de TimEnterprise SOAP user en wachtwoord in. Dat is bij een standaard installatie van TimEnterprise de gebruiker 'timnsoap 'met wachtwoord 'aenova'. 12. In de daaropvolgende regel moet de SOAP URL opgegeven worden. Dat is doorgaans “http://<servernaam>:10980/impexp/”. 13. Klik op ' B E W A A R ' om de instellingen in de database op te slaan. 14. Test de verbinding met TimEnterprise in het menu van Visibox: 'Menu > Import/Export > Importeer uit Tim' en 15. 'Menu > Import/Export > Planning doorzetten'.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
37
9
VEELVOORKOMENDE PROBLEMEN Bij het installeren en updaten van de webclient zijn er een aantal veel voorkomende problemen. De belangrijkste worden hieronder vermeld.
Tomcat start niet
Controleer of de rechten voor het account dat de service start kloppen. Kijk in /logs/stderr_datum.log en /logs/stdout_datum.log of hier meldingen staan. Controleer of Tomcat wel met de juiste VM wordt gestart.
Tomcat start, maar de Tim webapplicatie is niet te bereiken
Als de standaard Tomcat pagina verschijnt, dan is er wellicht is mis met de poorten (zie onder); Controleer
de
namen
van
de
xml
bestanden
in
de
directory
/conf/Catalina/localhost. Het bestand voor de TimEnterprise webclient moet in normale omstandigheden ROOT.xml heten.
Tomcat start, de webclient start, maar er kan niet worden ingelogd.
Controleer of een gewone client wil starten. Start de gewone client ook niet, dan kan er een probleem zijn met de TimEnterprise service. Controleer of TimEnterprise Server wel gestart is. zo ja, open dan het server console en kijk in het tabblad Server TimEnterprise niet in pauze stand staat of dat de connectie met de database goed is. Kijk rechts onder in het aanmeldscherm van de webclient. Hier wordt het vesienummer vermeld. Is het versienummer niet juist, dan zijn de in folders .\work\catalina\localhost en .\webapps de bijbehorende webclients nog niet verwijderd.
Er kan geen verbinding gemaakt worden met de onbeveiligde poort (8080)
Kijk in /logs/stderr_datum.log en /logs/stdout_datum.log of hier meldingen staan over de http-8080 connector. Het kan voorkomen dat poort al bezet is, of dat de connector om een andere reden niet kan worden aangemaakt. Oracle, bijvoorbeeld, neemt standaard poort 8080 in gebruikt. De connector staat gedeclareerd in /conf/server.xml. Pas deze connector aan. Herstart tomcat en probeer het opnieuw.
Er kan geen verbinding gemaakt worden met de beveiligde poort (8443)
Kijk in /logs/stderr_datum.log en /logs/stdout_datum.log of hier meldingen staan over de http-8443 connector. Het kan voorkomen dat poort al bezet is, of dat de connector om een andere reden niet kan worden aangemaakt; De connector staat gedeclareerd in /conf/server.xml. Controleer of het bestand .keystore is aangemaakt in /webapps/timn Controleer of het juiste pad en wachtwoord voor de keystore staan gedeclareerd bij de connector in /conf/server.xml. Dit moet standaard bij de attributen 'keystoreFile' en 'keystorePass' staan ingevuld in de connector tag. TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
39
De TimEnterprise webclient help doet het niet Controleer
de
naam
van
het
bestand
voor
de
webclient
help
in/conf/Catalina/localhost. Dit is standaard timnhelp.war Controleer wat er in /writableconf/timnwebconfig.xml staat onder de key <web> De TimEnterprise webclient staat onder de verkeerde URL Controleer de naam van het xml bestand in de directory /conf/Catalina/localhost. Het bestand voor de TimEnterprise webclient moet in normale omstandigheden ROOT.xml heten. Gooi de directory /work leeg. Controleer of per ongeluk de war is uitgepakt. Er is dan een subdirectory in de directory /webapps met daarin de uitgepakte inhoud van het war-bestand. De war-bestanden worden uitgepakt in een subdirectory van /webapps Controleer of in /conf/server.xml de waarde “unpackWARs” in de host-tag op “false” staat.
De TimEnterprise webclient start, maar er kan niet worden ingelogd
Controleer de hostnaam en poort waarop verbinding wordt gemaakt met de server. Dit kan via de 'programma informatie' knop op de home page. Kijk als de waarden niet kloppen in /writableconf/timnwebconfig.xml. Controleer of het juiste configuratiebestand wordt gebruikt.
De TimEnterprise webclient opent een andere Tim-Project De webclient is verbonden met het verkeerde configuratiebestand.
Zoek het configuratie bestand op. In de log van de webclient /logs/timn.dd-mmyyyy.log staat de locatie van het configuratiebestand dat wordt gebruikt. In de Tim context declaratie (/conf/Catalina/localhost/ROOT.xml) moet de tag <Parameter name="as.web.configfile" value=".....webclient\timnwebconfig.xml"/> staan. Daarin staat de locatie van het configuratiebestand. Pas het pad of de naam aan en herstart Tomcat.
Automatisch Inloggen met het Waffle protocol werkt niet
De browser is Mozilla Firefox. Pas het regsiter van Firefox op de volgende wijze aan.
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
40
10
INDEX
A
R
Aenova_Basis...........................................................2
Roosterplanning.....................................................31
autoDeploy...............................................................7
ROOT.xml ...............................................................11
C
S
Configuratiebestanden..............................................
server.xml................................................................7
ROOT.xml...........................................................11
Software_home..........................................................
server.xml...........................................................7
Aenova_Basis......................................................2
timn.xml............................................................25
TimN_Home........................................................2
TimNhelp.xml...................................................11
Tomcat_Home.....................................................2
timnwebconfig.xml............................................11
SSL sleutel.............................................................13
tomcat-users.xml...............................................6
SSLcert.bat............................................................13
web.xml..............................................................7
T
writableconf........................................................8
TimN_Home.............................................................2
D
TimNhelp.xml........................................................11
DMZ..........................................................................8
timnwebconfig.xml.................................................11
H
Tomcat.....................................................................5
hardening.................................................................8
Tomcat starten.......................................................14
J
tomcat-users.xml....................................................6
JCIFS......................................................................23
tsd_tim.war............................................................31
JDK...........................................................................5
U
JRE...........................................................................5
unpackWARs............................................................7
K
update....................................................................17
Keepass...................................................................6
W
L
Waffle.....................................................................22
LDAP......................................................................22
war.........................................................................11
M
timn.war............................................................11
modulair...................................................................3
timnhelp.war.....................................................11
Monitor Tomcat........................................................8
tsd_tim.war.......................................................31
O
web.xml....................................................................7
Oracle.......................................................................6
Webclient openen ..................................................14
P
writableconf.............................................................8
planning.xml..........................................................31
TimEnterprise installatie webclient en roosterplanning
41