Handleiding PNS Cardiovasculair Risicomanagement

Handleiding PNS Cardiovasculair Risicomanagement

© Presto Software Augustus 2009 Versie 8.5.0.18

Handleiding PNS Cardiovasculair Risico management

1/33

Inhoudsopgave Inhoudsopgave ............................................................................................................................. 2 Inleiding........................................................................................................................................ 3 Werkwijze..................................................................................................................................... 3 Werkwijze 1 .............................................................................................................................. 3 Werkwijze 2 .............................................................................................................................. 4 Aanpassingen in MicroHIS ............................................................................................................. 5 1. Aanpassen Optie Tonen laatste meetwaarde ...................................................................... 5 2.

Aanmaken Risicoprofiel CVRM. ......................................................................................... 5

Instellen opties in PNS module....................................................................................................... 6 Tabblad WCIA meetwaarden ..................................................................................................... 7 Tabblad Diagnostische bepalingen............................................................................................. 8 Tabblad Code ruiters ................................................................................................................. 9 Tabblad Algemeen ...................................................................................................................13 Management module ....................................................................................................................14 Tabblad Selectie cohort ............................................................................................................14 Werkwijze oproepen eigen selectie op geboortedatum............................................................16 Werkwijze oproepen cohort ...................................................................................................16 Werkwijze oproepen MicroHIS selectie ..................................................................................17 Werkwijze oproepen (PNS) tekstbestand ...............................................................................17 Tabblad selectie ruiters .............................................................................................................17 Tabblad Selectie risicoprofielen .................................................................................................18 Tabblad Registratie in MicroHIS ................................................................................................19 Tabblad Export gegevens .........................................................................................................20 Velden.................................................................................................................................20 Werkwijze Afdrukken via MicroHIS-scherm VWB_L_01 (Vervaardigen verwijsbrief)..................20 Werkwijze Afdrukken via MicroHIS-scherm OPR_L_01 (Oproepen).........................................20 Werkwijze Afdrukken via Excel..............................................................................................21 Werkwijze Lijst afdrukken......................................................................................................21 Tabblad Overzicht selecties ......................................................................................................21 Patiënt module .............................................................................................................................24 Inleiding...................................................................................................................................24 Werkwijze................................................................................................................................24 Invullen gegevens ....................................................................................................................25 Tabblad Anamnese ..............................................................................................................25 Tabblad meetwaarden..........................................................................................................26 Tabblad Laboratorium bepalingen .........................................................................................26 Risicoprofiel aanmaken J/N.......................................................................................................26 Risicoscore-berekening ............................................................................................................27 Adviezen formuleren.................................................................................................................28 Controle MicroHIS ....................................................................................................................29 Probleem toevoegen aan MicroHIS .......................................................................................29 ICPC-code toevoegen aan receptregel ..................................................................................30 Ruiters wijzigen ........................................................................................................................30 Naar risicoprofiel ......................................................................................................................32


2/33

Inleiding Wat kunt u met deze PNS module ? Met deze PNS module kunt u: 1. Het gehele management rondom de cardiovasculair risicopreventie organiseren: Oproepen voor het spreekuur verzorgen 2. Het spreekuur geprotocolleerd laten verlopen Ad 1. De CVRM Management module U kunt een cohort oproepen op grond van de geboortedatum. Het managementsysteem gaat uit van een oproep per “jaargang” (= geboortedatum van de patiënt). De oproepen worden aangemaakt in het PNS programma en afgedrukt in MicroHIS. U heeft daarnaast diverse opties ter beschikking om de oproep te verfijnen. Zo zult u weigeraars mogelijk niet een herinneringsoproep willen sturen en mogelijk evenmin de patiënten die al een cardiovasculair risicoprofiel hebben. De non-responders kunt u nog een herinneringsoproep sturen. Ad 2. De CVRM Patiënt module Het spreekuur kan gedaan worden door de arts, maar ook voor de praktijkondersteuner of ervaren doktersassistente kan het cardiovasculair risico spreekuur dankzij deze PNS module geprotocolleerd verlopen. Op basis van de in MicroHIS gevonden anamnestische gegevens, diagnostische bepalingen en meetwaarden én door het invoeren van de ontbrekende gegevens kan een risicoscore berekend worden. De gegevens kunnen altijd worden teruggeschreven naar MicroHIS zodat de gegevens in de MicroHIS database up-t o-date blijven. Op grond van de gegevens worden er adviezen gegenereerd en kunnen de patiëntgegevens gecontroleerd worden op consistentie. Bij het gebruik van deze PNS module dienen wel enige regels in acht te worden genomen m.b.t. registratie en instellingen.

Werkwijze Uitgangspunt is dat alle patiëntgegevens in de MicroHIS risicoprofielen vastgelegd worden. Er zijn twee werkwijzen: 1) De gegevens eerst invullen in een MicroHIS risicoprofiel, de ontbrekende gegevens aanmaken in de PNS CVRM module en deze gegevens vervolgens weer inlezen in het MicroHIS risicoprofiel. óf 2) De gegevens gegevens aanmaken in de PNS CVRM module, deze gegevens vervolgens weer inlezen in het MicroHIS risicoprofiel.

Beide werkwijzen hebben hun voordelen. Werkwijze 1 1. 2. 3. 4.

Selecteer de patiënt in MicroHIS Voeg een nieuw vooraf gedefinieerd risicoprofiel CVRM aan de patiënt toe, vul dit zover mogelijk in en sla de gegevens op en verlaat het scherm. Start vervolgens het PNS CVRM programma op, doorloop de diverse stappen. Breng de gegevens over van PNS naar MicroHIS. Er wordt hierbij een nieuw risicoprofi el aangemaakt. In onderstaande afbeelding is dit de werkbladregel met “PRE: CVRM (PNS)”.


3/33

5. 6.

Start het ingevulde risicoprofiel in MicroHIS opnieuw op. Dit eerder in MicroHIS aangemaakt risicoprofiel laat nu ook de meetwaarden zien welke door het PNS programma naar MicroHIS verzonden werden + de gegevens die reeds eerder in MicroHIS aanwezig waren en die ook gebruikt werden door het PNS programma.

Werkwijze 2 1. 2. 3. 4.

5.

Selecteer de patiënt in MicroHIS Start het PNS CVRM programma op, doorloop de diverse stappen. Breng de gegevens over van PNS naar MicroHIS. Er wordt hierbij een nieuw risicoprofiel aangemaakt. In onderstaande afbeelding is dit de werkbladregel met “PRE: CVRM (PNS)”. Ga terug naar MicroHIS, voeg een nieuw vooraf gedefinieerd risicoprofiel CVRM aan de patiënt toe en vul de ontbrekende gegevens eventueel nog aan. In onderstaande afbeelding is dit de werkbladregel met “PRE: Cardiovasculair risico”.

Het zojuist in MicroHIS aangemaakt risicoprofiel laat uiteindelijk de meetwaarden zien welke door het PNS programma naar MicroHIS verzonden werden + de gegevens die reeds eerder in MicroHIS aanwezig waren en die ook gebruikt werden door het PNS programma. Aan de datum kunt u zien welke gegevens oud zijn en welke van vandaag (03-05-2009).


4/33

Aanpassingen in MicroHIS 1.

Aanpassen Optie Tonen laatste meetwaarde

Ga hiervoor in MicroHIS vanuit het Hoofdmenu naar Systeembeheer – menu Beheer – menu Opties medisch 2 . Het aankruisvakje Tonen laatste meetwaarde moet aangevinkt zijn.

2.

Aanmaken Risicoprofiel CVRM.

Het is verstandig om voor het werken met CVRM de gegevens op te slaan in een risicoprofiel. U zou ervoor kunnen kiezen om alles in één risicoprofiel vast te leggen. De inhoud van dit risicoprofiel kunt u in MicroHIS vastleggen in scherm TAB_M_09. Als voorbeeld wordt hier een mogelijkheid getoond:


5/33

Dit risicoprofiel is samengesteld uit enkele risicoprofielen welke na het importeren van de Prodigmo clusters beschikbaar zijn. Voor de werkwijze zie de handleiding die hierbij geleverd is:Prodigmo V2 Risicoprofielen in MicroHIS.pdf (Cd-rom update 8.5.2.100 en de www.microhis.isoft.nl website). Zorg dat hierin in ieder geval alle metingen zitten die in het PNS programma gebruikt worden. Dit zijn alle genoemde bepalingen zoals in bovenstaande afbeelding. De regels uit het voorbeeld met LAB code L00 (laatste kolom) hoeft u niet te gebruiken, deze dienen slechts als afscheiding tussen de blokken.

Instellen opties in PNS module Alvorens de PNS module te kunnen gebruiken moet u eerst uw opties vastleggen. Tijdens het opstarten van het programma worden er een aantal controles uitgevoerd. Bij de eerste maal opstarten zullen vrijwel geen van uw instellingen in orde zijn. Het volgende scherm verschijnt:


6/33

De ontbrekende instellingen worden getoond. Sluit dit scherm met het kruisje rechtsboven en klik vervolgens op Opties vanuit het startscherm:

U komt in het Opties scherm.

In de optieschermen legt u diverse gegevens vast die van belang zijn voor het goed functioneren van het PNS programma. Bepalende elementen voor het juist berekenen van de risicoscore zijn de meetwaarden, bepalende elementen voor sturing van het PNS programma zijn voornamelijk ruiters. Deze elementen legt u in drie tabbladen vast. Daarnaast is er nog een tabblad voor algemene instellingen.

Tabblad WCIA meetwaarden


7/33

Voor gebruik van dit PNS programma is het noodzakelijk dat u gebruik maakt van de WCIA meetwaarden. Indien u nog geen koppeling aangebracht heeft tussen de (oude) MicroHIS meetwaarden en de meetwaarden zoals die in de WCIA meetwaarden tabel in MicroHIS aanwezig zijn kunt u het programma niet gebruiken. Deze eenmalige investering in tijd moet u doen. De uitklaplijsten worden gevuld met de WCIA-metingen en als voorstel worden de verwachte metingen in de lijsten automatisch gevonden. Alleen de meting glucose kunt u zelf kiezen, de andere metingen liggen reeds vast. Klik hiervoor de lijst open en kies de meting die u wilt gebruiken.

Let op: Een extra punt van aandacht hierbij is het kiezen van de juiste meting glucose. Sommige laboratoria sturen de meting als “glucose tijdstip” door terwijl dit eigenlijk een meting “glucose nuchter” zou moeten zijn. Neem in dit scherm de meting op zoals het laboratorium ze naar u verzendt. U kunt dit controleren in een patiëntenrisicoprofiel met laboratoriumuitslagen. Als u de cursor even stil houdt boven een meting glucose, dan wordt o.a. de numerieke code getoond. Deze code hoort dan bij de opties vastgelegd te worden. In onderstaand voorbeeld dus “370”.

De tweede kolom bevat deze numerieke waarde van de meting. De derde kolom bevat de houdbaarheid van een meting. Deze kunt u hier per meting invullen. Als de houdbaarheid in MicroHIS ingevuld is wordt deze waarde overgenomen in dit scherm. Leg de gegevens altijd vast met of . In het laatste geval wordt het scherm ook afgesloten.

Tabblad Diagnostische bepalingen


8/33

Voor gebruik van dit PNS programma is het noodzakelijk dat u gebruik maakt van de NHG tabel diagnostische bepalingen die vanaf MicroHIS 8.5 geïmplementeerd werd. Indien u nog geen koppeling aangebracht heeft tussen de (oude) MicroHIS meetwaarden en de diagnostische bepalingen zoals die in de NHG tabel in MicroHIS aanwezig zijn kunt u het programma niet gebruiken. Ook deze eenmalige investering in tijd moet u doen. De uitklaplijsten worden gevuld met de diagnostische bepalingen voor zover ze voorkomen in de NHG tabel en als voorstel worden de verwachte metingen in de lijsten automatisch getoond. Aangezien het landelijk afgesproken bepalingen zijn kunt u als gebruiker hier geen andere keuze maken. De tweede kolom bevat de numerieke waarde van de meting, ook hieraan kunt u niets veranderen.. De derde kolom bevat de houdbaarheid van een meting. Deze kunt u hier per meting invullen. Als de houdbaarheid in MicroHIS ingevuld is wordt deze overgenomen in dit scherm. Leg de gegevens altijd vast met of . In het laatste geval wordt het scherm ook afgesloten.

Tabblad Code ruiters In dit PNS programma worden ruiters gebruikt als signalisatie en als sturende elementen. Het is dus van groot belang dat deze instellingen op de juiste manier vastgelegd worden. Er zijn 15 ruiters gedefinieerd die in bijlage 1 in een tabel vermeld staan. Als u dit tabblad voor het eerst aanklikt krijgt u het volgende te zien:

We letten eerst alleen op het linker deel van het scherm. De 15 uitklaplijsten links op het scherm worden bij opstarten van het scherm gevuld met alle in MicroHIS aanwezige ruiters. Het is de bedoeling dat u per ruiter aangeeft wat de betekenis in het PNS programma is. Dit is de eerste kolom, “Ruiter nog op te roepen”, Ruiter 1x opgeroepen”, etc. U zult deze 15 ruiters handmatig in de MicroHIS ruitertabel moeten toevoegen of aanpassen. Dit PNS programma bevat een onderdeel wat deze aanpassingen eenvoudiger maakt. Het is het handigst en het meest overzichtelijk als u de ruiters met dezelfde letter laat beginnen en dus herkenbaar zijn. In deze handleiding wordt voor een “C” gekozen. De tweede letter is zoveel mogelijk herkenbaar gekozen. Het PNS programma bevat een onderdeeltje waarmee het u een stuk eenvoudiger gemaakt wordt. Klik hiervoor op . U krijgt dan een advies over de aan te maken ruiters. U komt in het volgende scherm, waarvan de vulling er bij u wat anders uit zal zien.


9/33

U ziet drie lijsten en enkele velden. Achtereenvolgens: Aankruisvakje Er wordt gebruik gemaakt van de systeemtabel (niet toegankelijk), rechts in het midden U

kunt hier zien of er voor de ruiters een systeemtabel gebruikt wordt of een eigen praktijktabel. Veld Er zijn genoeg vrije nummers voor de ruiters: rechts in het midden. Hierin wordt aangegeven of er

genoeg ruimte is binnen de ruitertabel voor nieuwe ruiters ten behoeve van het PNS programma. U heeft in MicroHIS ruimte voor 99 ruiters. Lijst Aanwezige ruiters in tabel (links boven)

De lijst wordt gevuld met alle ruiters zoals ze in de MicroHIS ruitertabel aanwezig zijn. De eerste kolom bevat de numerieke code, de tweede kolom de mnemonische code en de derde kolom de omschrijving. De lijst is (net zoals in MicroHIS) gesorteerd op numerieke code. Lijst Niet gebruikte ruiters (rechts boven)

Deze lijst bevat de ruiters die in de tabel aanwezig zijn maar niet door de praktijk gebruikt worden (bij geen enkele patiënt aanwezig zijn). Deze ruiters kunnen eventueel gebruikt worden voor het PNS programma. U kunt van deze ruiters de mnemonische code en de omschrijving zonder problemen wijzigen. Lijst Advies (onderaan scherm)

Op grond van de gegevens in de lijsten wordt er een advies gegenereerd. Achtergrondgedachte hierbij is dat: ? een mnemonische ruitercode (bijv. “UE”) die reeds in gebruik is veelal niet gebruikt kan worden ? er genoeg (15) vrije numerieke ruitercodes moeten zijn ? een niet gebruikte ruiter hergebruikt kan worden onder een andere mnemonische code en andere omschrijving Het programma komt in dit geval tot het volgende advies (enkele voorbeelden):


10/33

Het linker gedeelte (1) bevat het resultaat van de inventarisatie door het programma. Het rechter gedeelte (2) bevat datgene wat u moet gaan doen in de MicroHIS ruitertabel. Enkele voorbeelden. Regel 1: ruiter CA; is niet aanwezig, is (dus) niet in gebruik. Maak een nieuwe ruiter aan met numerieke code 04 en kies als mnemonische code CA; vul als omschrijving in “CVRM: in systeem, alcoholprobleem”. Regel 7: ruiter C1; is wel reeds aanwezig, wordt wel gebruikt; maak een nieuwe ruiter aan met numerieke code 55 en kies een nieuwe mnemonische code (?? wordt bijvoorbeeld CE); vul als e omschrijving in “CVRM: 1 keer opgeroepen voor spreekuur”. Regel 8: ruiter C2; is wel reeds aanwezig, wordt niet gebruikt; kan dus eventueel hergebruikt worden; e zoek de ruiter in de MicroHIS tabel op en wijzig de omschrijving in “CVRM: 2 keer opgeroepen voor spreekuur”.

U moet nu deze gegevens in MicroHIS gaan vastleggen. Ten behoeve van deze wijzigingen in MicroHIS kunt u de lijst afdrukken via de gestyleerde drukknop de hand hebt..

zodat u de adviezen op papier bij

De wijzigingen brengt u aan in MicroHIS tabel Ruiters. Zorg dat u hiervoor als enige ingelogd bent in MicroHIS, anders volgt er een foutmelding. Het PNS programma nu dus ook eerst afsluiten! Deze tabel bereikt u vanuit het Hoofdmenu via menu Systeembeheer en vervolgens menu Onderhoud – tabellen. Kies uit de lijst voor tabel Ruiters door te dubbelklikken op deze regel.

Als de ruitertabel in MicroHIS aangepast is kunt u de instellingen in tabblad Code ruiters definitief vastleggen. Start de PNS CVRM module op, ga opnieuw naar scherm Opties.


11/33

In de 15 lijsten links op het scherm moet u nu de ruiters koppelen aan de betekenis door in iedere lijst de bijbehorende ruiter op te zoeken. Het programma is u hierbij behulpzaam en zal de meeste ruiters vinden indien u de omschrijving gebruikt heeft zoals eerder geadviseerd werd. Klik hiervoor op <Selecteer ruiters>.

U ziet dat de juiste ruiters gevonden werden. Let op: de codes die u uiteindelijk gebruikt kunnen anders zijn!. Vervolgens activeert u de ruiters voor het PNS programma door te klikken op .

Hiermee legt u de ruiters voor het PNS programma vast. Alle ruiters die aan het PNS programma gekoppeld zijn zijn in de lijst geselecteerd en staan in het tekstveld daaronder. U kunt dit ook handmatig doen door een voor een de regels aan in de rechter lijst aan te klikken. Uiteindelijk moeten er 15 ruitercodes in het tekstveld onder de lijst staan. Verwerk de gegevens met of .


12/33

Tabblad Algemeen

Hier legt u enkele algemene opties vast. Velden Houdbaarheid metingen: als u bij de individuele metingen geen houdbaarheid aangegeven hebt wordt

deze waarde aangehouden als standaard houdbaarheid. Alleen nieuwe meetwaarden naar risicoprofiel: binnen de PNS CVRM patiënt module worden er

gegevens uit het dossier van de patiënt in MicroHIS gebruikt. Deze gegevens hoeven niet opnieuw binnen MicroHIS opgenomen te worden in een nieuw risicoprofiel, immers dan zouden metingen dubbel voorkomen. Dit kunt u hier aangeven. Risicoprofiel CVRM : hier legt u vast welk risicoprofiel u standaard gebruikt als cardiovasculair

risicoprofiel. Dit wordt gebruikt in de PNS CVRM management module. Let op: hier worden alleen de risicoprofielen getoond met type “R”. De met Prodigmo geïmporteerde risicoprofielen staan er niet bij, deze hebben type “D”. U kunt deze gebruiken om zelf een risicoprofiel samen te stellen. Woonplaats tonen in lijst: veelal zult u er geen behoefde aan hebben om de woonplaats van de patiënt

te zien in de lijst van gevonden patiënten, bijvoorbeeld omdat alle patiënten toch uit de plaats komen waar uw praktijk gevestigd is. U kunt het vinkje dan hier eventueel weghalen. Indien het vinkje aan staat kunt u het aantal getoonde posities van de woonplaats aangeven. Weigeraars automatisch uit alle selecties verwijderen: het is niet zinvol om een patiënt die reeds eerder

aangegeven heeft dat hij/zij geen gebruik wil maken van de risicoscreening op te nemen in een selectie. Alleen bij een selectie van weigeraars wordt deze groep (uiteraard) niet uitgesloten van de selectie. Patiëntbrieven via NH website: binnen de PNS module worden de NHG patiëntbrieven gebruikt. Deze

zijn reeds in het MicroHIS systeem aanwezig. Hier kunt u aangeven waar de gegevens te vinden zijn. Er wordt een instelling voorgesteld conform de standaardinstallatie van MicroHIS. Via < Blader MH> kunt u deze map eventueel opzoeken. Door te klikken op wordt de URL van de NHG website ingevuld.


13/33

Standaarden via NHG website: binnen de PNS module worden de NHG Standaarden gebruikt. Deze

zijn reeds in het MicroHIS systeem aanwezig. Hier kunt u aangeven waar de gegevens te vinden zijn. Er wordt een instelling voorgesteld conform de standaardinstallatie van MicroHIS. Via kunt u deze map eventueel opzoeken. Door te klikken op wordt de URL van de NHG website ingevuld. Patiëntfolders via NHG website: binnen de PNS module worden de NHG Patiëntfolders gebruikt. Hier

geeft u aan waar de gegevens op internet te vinden zijn. Het systeem komt met een standaard voorstel. Ziektebeschrijvingen via NHG website: binnen de PNS module worden de NHG Ziektebeschrijvingen

gebruikt. Hier geeft u aan waar de gegevens op internet te vinden zijn. Het systeem komt met een standaard voorstel. Ingebouwde webbrowser gebruiken: Het programma heeft een ingebouwde webbrowser die u kunt gebruiken in plaats van uw gebruikelijke webbrowser. Het programma laadt wat sneller, echter heeft ook minder mogelijkheden. Voor gebruik binnen de PNS module is deze browser overigens voldoende. Management module wordt gebruikt : in sommige praktijken wordt de managementmodule mogelijk niet gebruikt omdat men niet gaat oproepen. Dit kan aangegeven worden, waardoor er niet gecontroleerd wordt op deze instellingen zoals ruiters etc. Drukknop Opties bewaren voor ander werkstation

U zult dezelfde opties welke in dit scherm vastgelegd worden waarschijnlijk ook willen gebruiken voor andere werkstations waarop u de PNS module gebruikt. Om u werk te besparen kunt u de opties hier bewaren. Drukknop Opties laden van ander werkstation

Als u de opties op een ander werkstation bewaard heeft via drukknop < Opties bewaren voor ander werkstation> dan heeft u met deze drukknop de mogelijkheid om deze opties in te laden. Leg de instellingen vast met .

Management module Als u patiënten wil gaan oproepen in het kader van Cardiovasculair risicomanagement kan de Management module u hierbij behulpzaam zijn. Als u niet gaat oproepen heeft u dit gedeelte van de PNS CVRM module niet nodig.

Tabblad Selectie cohort In dit tabblad kunt u een cohort naar keuze selecteren op geboortedatum. U kunt dit cohort zelf samenstellen, gebruik maken van voorgeprogrammeerde cohorten of een selectie die met MicroHIS of een ander (PNS) programma gemaakt is inladen.. De selecties kunt u in een lijst afdrukken in het PNS programma of via de MicroHIS Report Painter als een oproepbrief afdrukken (zie later). De selectie wordt altijd getoond in de lijst onderaan het scherm. Naar wens kunt u deze lijst selecteren op naam, geboortedatum, straat, postcode, woonplaats of datum door een item uit lijst Sorteervolgorde rechts midden op het scherm aan te klikken. Door verschillende bewerkingen kunt u de selectie nog verfijnen of uitbreiden.


14/33

Velden Geb. datum vanaf en t/m: Deze beide datumvelden zijn verplicht. Categorie: Hier staat standaard een “V” ingevuld (= vaste patiënt). U kunt in dit veld meerdere categorieën invullen, bijv. VPTI. Huisarts: Achter Huisarts kunt u de inlogcode van de huisartsen invullen, als er niets staat worden de patiënten van alle artsen meegenomen in de selectie. Man/Vrouw: Hiermee kunt u de selectie verfijnen tot alleen mannen, alleen vrouwen of beiden meenemen in de selectie. Patiënten overslaan: patiënten die reeds in het systeem opgenomen zijn kunnen bij de selectie overgeslagen worden zodat ze niet opnieuw een oproep krijgen. e

Herinnering: als dit niet aangevinkt is dan krijgen de patiënten bij de oproep een ruiter C1 (1 maal e opgeroepen). Als dit wel aangevinkt is dan krijgen de patiënten bij de oproep een ruiter C2 (2 maal opgeroepen). Drukknop Inladen MH sortbestand: u kunt hiermee een in MicroHIS gemaakte selectie inladen. Drukknop Inladen PNS tekstbestand: u kunt hiermee een in een ander (PNS) programma gemaakte selectie inladen. Drukknop Start selectie: hiermee wordt de selectie gestart en komen de gevonden patiënten in de lijst onderaan het scherm terecht. Drukknop Naar oproepschema: hiermee wordt een nieuw kader zichtbaar (Oproepschema, zie later). Drukknop Bewaren: hiermee wordt de huidige selectie bewaard (zie later). e

e

Drukknop Oproepen: er worden ruiters aangemaakt “1 keer (C1) of 2 keer (C2) opgeroepen voor spreekuur” (afhankelijk van aankruisvakje Herinnering) + C0 en het MicroHIS sortbestand wordt gevuld zodat u de oproepbrieven kunt afdrukken in MicroHIS.

Kader Oproepschema

Dit maakt onderdeel uit van tabblad Selectie cohort en wordt zichtbaar door te klikken op drukknop < Naar oproepschema>.


15/33

In dit kader kunt u vastgelegde cohorten oproepen met de volgende kenmerken: ? Geheel jaar (bijv. geboortejaar 1944). ? Mannen én vrouwen ? Alle artsen Deze selectievelden zijn dan dus niet beschikbaar! De gegevens van deze oproep worden vastgelegd. Indien er van een jaar reeds een eerste oproep gedaan is, dan wordt bij een tweede maal selecteren van dit jaar automatisch een herinneringsoproep aangekruist, maar u kunt dit eventueel wijzigen (dus opnieuw een eerste oproep verzenden). Velden Lijst Geboortejaar: deze lijst is gevuld met de geboortejaren van 40 t/m 65 jarigen, conform de NHG risicotabellen. De velden Geboortedatum vanaf en geboortedatum t/m worden automatisch gevuld. Aankruisvakje Herinnering: dit veld wordt automatisch gevuld bij het selecteren van een geboortejaar. Als er reeds eerder een selectie voor een eerste oproep gemaakt is wordt dit veld aangekruist. U krijgt wel de mogelijkheid om dit te corrigeren. Drukknop Toon oproepen: hiermee worden de eerder aangemaakte oproepen getoond. Drukknop Start selectie: de selectie wordt gestart en de gevonden patiënten worden getoond in de lijst. Drukknop Naar eigen schema: tabblad Oproepschema wordt weer onzichtbaar. e

e

Drukknop Oproepen: er worden ruiters aangemaakt “1 keer (C1) of 2 keer (C2) opgeroepen voor spreekuur” (afhankelijk van aankruisvakje Herinnering) + C0 en het MicroHIS sortbestand wordt gevuld zodat u de oproepbrieven kunt afdrukken in MicroHIS. Drukknop Bewaren: hiermee wordt de huidige selectie bewaard (zie later). Werkwijze oproepen eigen selectie op geboortedatum 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Vul de velden Geboortedatum vanaf en Geboortedatum t/m in. Kies de juiste categorie Vul eventueel de huisarts(en) in Klik op <Start selectie > Klik op . Druk de oproepen af via tabblad Export gegevens. Zie verder Tabblad Export gegevens

Werkwijze oproepen cohort 1. 2. 3. 4. 5.

Kies het geboortejaar uit de lijst Klik op Start selectie Klik op Oproepen Druk de oproepen af via tabblad Export gegevens Zie verder Tabblad Export gegevens


16/33

Werkwijze oproepen MicroHIS selectie 1. 2. 3.

Ga in MicroHIS naar scherm statistiek (vanuit het Hoofdmenu menu Overzichten – Statistiek). Maak op de gebruikelijke wijze een selectie. De keuze-opties kunt u als volgt kiezen:

4. 5. 6.

Sluit het scherm weer af. Ga in de PNS CVRM module naar de management module, tabblad Selectie cohort. Klik op <MH Sortbestand>. U krijgt een melding:

7.

Midden op het scherm komt een uitklaplijst beschikbaar. Klik hier op de juiste regel met de datum van vandaag, het scherm waarin de selectie gemaakt is (STS_L_01) en uw naam. De patiënten worden ingeladen in de lijst. Klik op . Druk de oproepen af via tabblad Export gegevens. Zie verder Tabblad Export gegevens.

8. 9.

Werkwijze oproepen (PNS) tekstbe stand 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Maak met de PNS Selectie module op de gebruikelijke wijze een selectie. Ga naar scherm overzicht personen PER_LST_01. Kies voor menu Afdrukken – Bestand – Inleesbestand MicroHIS (PAT_L_01). Geef een naam aan het bestand en onthoudt deze naam en de map waarin het bestand staat. Ga terug naar de PNS CVRM module tabblad Selectie cohort. Klik op en kies het zojuist aangemaakte bestand. Klik op . Druk de oproepen af via tabblad Export gegevens. Zie verder Tabblad Export gegevens.

Tabblad selectie ruiters In dit scherm krijgt u de mogelijkheid om selecties te maken van ruiters die in het programma gebruikt worden. Deze ruiters heeft u bij aanvang van gebruik van het programma gedefinieerd.


17/33

Velden Keuzerondje Toon alle ruiters: alle ruiters worden in de lijst getoond Keuzerondje Toon CVRM ruiters: alleen de ruiters die binnen het PNS CVRM programma gebruikt worden worden in de lijst getoond Ruitercode: dit tekstveld wordt automatisch gevuld bij keuze van een item uit de lijst Lijst Ruiters: hieruit kunt u een te selecteren ruiter kiezen. Datum vanaf en t/m: als deze velden ingevuld worden kunt u de datum van de ruiter mee laten tellen voor de selectie. Aankruisvakje Voeg toe aan selectie: u kunt hiermee een reeds bestaande selectie (gevulde lijst onderaan het scherm) uitbreiden met een nieuwe selectie. Drukknop Start selectie: de selectie wordt gestart. Drukknop Bewaren: de selectie wordt bewaard (zie later).

Werkwijze 1. 2. 3. 4.

Kies een ruiter uit de lijst Vul eventueel een begindatum in Klik op <Start selectie > Druk de lijst eventueel af via tabblad Export gegevens.

Als u daarna een nieuwe selectie wilt toevoegen aan de huidige selectie: Zet aankruisvakje Voeg toe aan selectie aan en vervolg met 1.

Tabblad Selectie risicoprofielen Met dit programma onderdeel kunt u een selectie maken van patiënten bij wie een bepaald risicoprofiel aanwezig is.

Velden Lijst Risicoprofiel: hierin staan de risicoprofielen welke in de MicroHIS tabel een code “R” hebben. Tekstveld Datum risicoprofiel vanaf en t/m : Deze beide datumvelden zijn verplicht. Aankruisvakje Alleen controledatum overschreden: hierbij worden de patiënten geselecteerd waarbij de controledatum van het betreffende risicoprofiel overschreden is. Vul hierbij altijd het aantal dagen in. Aankruisvakje Alleen laatste risicoprofiel van patiënt: alleen het laatste versie van het gekozen

risicoprofiel wordt in de selectie opgenomen. Drukknop Start selectie : de selectie wordt gestart. Deze kan even duren!


18/33

Drukknop Bewaren: zie later

Werkwijze 1. 2. 3. 4. 5.

Kies een risicoprofiel uit de lijst Vul de juiste periode in in de datumvelden vanaf en t/m Maak eventueel een extra keuze uit de aankruisvakjes of laat deze leeg Klik op <Start selectie> Druk de lijst eventueel af via tabblad Export gegevens.

Tabblad Registratie in MicroHIS

Korte beschrijving Zoals eerder beschreven worden in het PNS programma de ruiters gebruikt als sturende gegevens. In dit scherm kunt u ruiters in MicroHIS vastleggen. e Tijdens het aanmaken van oproepen wordt er automatisch bij de patiënten een ruiter CVRM: 1 keer e opgeroepen voor spreekuur of ruiter CVRM: 2 keer opgeroepen voor spreekuur (bij herinnering) én ruiter CVRM: oproepen voor spreekuur aangemaakt. U kunt dit echter ook handmatig doen. Van belang is nog te weten dat de bron voor het wijzigen van de ruiters in principe altijd de getoonde selectie is, tenzij u dit anders aangeeft.

Velden Keuzerondje Toon alle ruiters: alle ruiters worden in de lijst getoond Keuzerondje Toon CVRM ruiters: alleen de ruiters die binnen het programma gebruikt worden worden

in de lijst getoond Ruitercode : dit veld wordt automatisch gevuld bij keuze van een item uit de lijst Lijst Ruiters: hieruit kunt u een te selecteren ruiter kiezen. Aankruisvakje Deze ruiter bij alle patiënten verwijderen: als dit aangevinkt is dan wordt de

geselecteerde ruiter bij alle patiënten verwijderd. Als het niet aangevinkt is dan wordt de geselecteerde ruiter verwijderd bij de getoonde selectie. Drukknop Ruiters aanmaken: bij de patiënten in de getoonde selectie wordt de geselecteerde ruiter

toegevoegd Drukknop Ruiters verwijderen: bij de patiënten in de getoonde selectie wordt de geselecteerde ruiter

verwijderd. Indien aankruisvakje Alle ruiters verwijderen aangevinkt is wordt de geselecteerde ruiter bij alle patiënten verwijderd.


19/33

Werkwijze 1. 2. 3.

Maak een selectie in tabblad Selectie cohort, Selectie ruiters of Selectie risicoprofielen. Klik in de lijst de ruiter aan die u wilt verwijderen of toevoegen. Klik op of < Ruiters verwijderen>.

Tabblad Export gegevens Korte beschrijving

In dit programma onderdeel kunt u de selectie afdrukken in de vorm van een lijst of oproepbrief. Een lijst wordt direct afgedrukt vanuit het PNS programma, een oproepbrief kunt u beter afdrukken via MicroHIS.

Velden Keuzerondje MicroHIS sortbestand: er wordt een sortbestand aangemaakt wat door MicroHIS gebruikt kan worden om via de Report Painter af te drukken. Dit keuzerondje staat standaard aan. De sorteervolgorde is hierbij altijd op Naam van de patiënt. Keuzerondje Excel: de gegevens uit de lijst worden op het klembord geplaatst met als veldscheidingsteken een . Deze gegevens kunt u in een Excel werkblad kopiëren. Keuzerondje Lijst afdrukken: de selectie wordt direct naar de printer gestuurd. Werkwijze Afdrukken via MicroHIS-scherm VWB_L_01 (Vervaardigen verwijsbrief) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.

Maak een selectie aan in een van de andere tabbladen Klik op Klik keuzerondje MicroHIS sortbestand aan De sorteervolgorde wordt door MicroHIS bepaald (naam van de patiënt) klik op <Start export> Ga naar MicroHIS en kies scherm Selecteer patient (PAT_S_01) Zorg dat er géén patiënt geselecteerd is Kies menu Akties – Afdrukken; u komt in scherm Vervaardigen verwijsbrief (VWB_L_01) Aankruisvakje Sorteerbestand afdrukken links boven aan het scherm is aangevinkt Haal het vinkje bij Documenten afdrukken weg Kies het juiste rapport met drukknop . Dit kan bijvoorbeeld een vrf van een oproepbrief zijn die u m.b.v. de Report Painter gemaakt hebt of een etiketten-vrf. 12. Klik op

Werkwijze Afdrukken via MicroHIS-scherm OPR_L_01 (Oproepen) 1. 2. 3.

Maak een selectie aan in een van de andere tabbladen Klik op Ga naar MicroHIS en kies scherm Oproepen (OPR_L_01); vanuit het Hoofdmenu menu Overzichten - Oproepen.


20/33

4. 5.

Kies het juiste rapport. Dit kan bijvoorbeeld een vrf van een oproepbrief zijn die u m.b.v. de Report Painter gemaakt hebt of een etiketten-vrf (via de website beschikbaar gesteld: www.prestoweb.nl). Kies voor de volgende opties:

6.

Klik op .

Werkwijze Afdrukken via Excel 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Maak een selectie aan in een van de tabbladen Klik keuzerondje Excel (via klembord) aan Kies de juiste sorteervolgorde uit de lijst Klik op <Start export> Ga naar Excel Kies voor menu Bewerken – Plakken of toetscombinatie Control-V

Werkwijze Lijst afdrukken 1. 2. 3. 4. 5.

Maak een selectie aan in een van de tabbladen Klik keuzerondje Lijst afdrukken aan Kies de juiste sorteervolgorde uit de lijst Klik op <Start export> U kunt alvorens het afdrukken te starten de juiste printer kiezen

Tabblad Overzicht selecties Korte beschrijving In enkele eerder beschreven tabbladen kunt u een selectie bewaren. In dit tabblad kunt u iets met deze bewaarde selectie gaan doen. U kunt ze bij elkaar optellen en van elkaar aftrekken en vervolgens als lijst afdrukken. Het lege scherm ziet er als volgt uit:


21/33

Nadat enkele selecties bewaard heeft (tijdens dezelfde sessie van het programma want bij afsluiten gaan de gegevens verloren !) dat kan het scherm er als volgt uitzien:

Velden (beschrijving van links naar rechts) 1 Label nummer: Volgnummer van de bewaarde selectie. Er kan met maximaal 10 bewaarde selecties

gewerkt worden. 2 Afbeelding: er wordt een z.g. “drag and drop” actie gestart door de met de muis de afbeelding op te pakken. Als keuzerondje Toevoegen geselecteerd is ziet u een rood plus-teken verschijnen, als keuzerondje Verwijderen geselecteerd is een rood min-teken. Hierdoor ontstaat er een

resultaatselectie. 3 Lijst: In deze uitklaplijsten staan de diverse bewaarde selecties 4 Label naam: Hierin leest u de beschrijving van de selectie, in het voorbeeld drie maal een

ruiterselectie 5 Label aantal selecties: Geeft het aantal keren aan dat er iets in of uit in het winkelwagentje gedaan is 6 Afbeelding winkelwagentje: Vanaf afbeelding 2 kan er boven dit winkelwagentje iets losgelaten worden (“drag and drop”). De bewaarde selectie kan toegevoegd worden aan of verwijderd worden uit het winkelwagentje. Het winkelwagentje symboliseert de resultaatselectie die u later wilt afdrukken of oproepen. 7 Afbeelding vuilnisbak: door hierop te klikken wordt het resultaat van de bewerkingen met de bewaarde selecties weer leeggemaakt. De selecties zelf worden in de diverse uitklaplijsten bewaard. 8 Drukknop Toon bewerkingen: door hierop te klikken wordt een schermpje zichtbaar waarin u kunt lezen hoe u tot de resultaatselectie gekomen bent. 9 Drukknop Toon resultaat: door hierop te klikken wordt de inhoud van de resultaat selectie in de lijst getoond; meestal zal die na bewerkingen al zichtbaar zijn, maar wellicht heeft u ondertussen weer een andere selectie gemaakt. 10 Drukknop Opnieuw: u begint volledig opnieuw, d.w.z. de bewaarde selecties worden verwijderd en de resultaatselectie wordt leeggemaakt. 11 Drukknop Bewaren: u kunt hiermee de resultaat selectie zelf ook bewaren en eventueel opnieuw beginnen met nieuwe bewerkingen. 12 Drukknop Oproepen: u gaat hiermee oproepen aanmaken (ruiter C1 of C2). 13 Keuzerondje Toevoegen: de gekozen selectie wordt toegevoegd aan het winkelwagentje.


22/33

14 Keuzerondje Verwijderen: de gekozen selectie wordt verwijderd uit het winkelwagentje. 15 Label aantal: het aantal patiënten in de resultaatselectie wordt getoond De drukknoppen zijn slechts beschikbaar als de situatie daartoe in orde is.

Werkwijze Resultaatselectie samenstellen. Voorbeeld: u wil een brief sturen aan alle patiënten uit 1945, maar de mensen die minder dan een jaar geleden reeds een CVRM risicoprofiel hebben laten opstellen én de patiënten met diabetes mellitus die bij u onder controle zijn niet aanschrijven. 1. Ga naar tabblad Selectie cohort. Klik achtereenvolgens op , kies 1945 uit de lijst, klik op <Start selectie > en klik op < Bewaren>. 2. Klik op keuzerondje Alle ruiters en zoek in de uitklaplijst de ruiter waarmee u aangeeft dat een DM patiënt bij u onder controle is. (In onze praktijk worden de patiënten die we zelf voor DM onder controle hebben naast de WCIA bepaling DMHB ook nog geruiterd. Hier kan ik dus nu op zoeken, wellicht kan dat bij u niet.) Maak de datumvelden leeg! Klik op <Start selectie > en daarna op< Bewaren>. 3. Ga naar tabblad Selectie risicoprofielen. Vul in de datumvelden de juiste data in (in dit geval vanaf 1 jaar geleden tot vandaag) en vervolgens op <Start selectie > en daarna op . Dit kan even duren ! 4. Ga naar tabblad Overzicht selecties. Het resultaat ziet er in dit voorbeeld als volgt uit:

5) Klik op keuzerondje en klik met de linker muisknop op het plaatje naast label 1. U ziet dat u het plaatje kunt bewegen en dat er een rood plus-teken verschijnt. Laat het met ingedrukte linker muisknop los boven het winkelwagentje. De lijst onderaan het scherm wordt aangepast aan de selectie die nu in het winkelwagentje zit. Dit is uw resultaatselectie. 6) ) Klik op keuzerondje en klik met de linker muisknop op het plaatje naast label 2. U ziet dat u het plaatje kunt bewegen en dat er een rood min-teken verschijnt. Laat het met ingedrukte linker muisknop los boven het winkelwagentje. De lijst onderaan het scherm wordt aangepast aan de selectie die nu in het winkelwagentje zit. De patiënten uit selectie 2 zijn nu verwijderd uit de resultaatselectie. 7) ) Klik op keuzerondje en klik met de linker muisknop op het plaatje naast label 3. U ziet dat u het plaatje kunt bewegen en dat er een rood min-teken verschijnt.. Laat het met ingedrukte laat de linker muisknop los boven het winkelwagentje. De lijst onderaan het scherm wordt aangepast aan de selectie die nu in het winkelwagentje zit. De patiënten uit selectie 3 zijn nu ook verwijderd uit de resultaatselectie. Op deze wijze kunt naar wens een resultaatselectie samenstellen en afdrukken. Als u op drukknop klikt dan ziet u welke bewerkingen u gedaan heeft: PLUS Cohort: PnsCohort; 01-01-1945 t/m 31-12-1945; M/V: MV; Cat: V; MIN Ruiter DS


23/33

MIN PRE: Cardiovasculair risico 01-01-2008 t/m 10-08-2009; Door er nogmaals op te klikken verdwijnt het schermpje weer. Via tabblad Export gegevens kunt u de lijst op de gebruikelijke wijze afdrukken of brieven gaan schrijven via MicroHIS.

Patiënt module Inleiding Binnen dit deel van het PNS programma registreert u de meetgegevens die van belang zijn bij het cardiovasculaire risicomanagement op patiënt niveau. Zorg dat u een patiënt geselecteerd hebt als u dit scherm binnengaat, anders komt er een foutmelding. Van boven naar onder bevat het scherm de volgende elementen:

Bovenaan verschijnen de NAW-gegevens van de geselecteerde patiënt. Controleer altijd goed of deze gegevens inderdaad van de geselecteerde patiënt in MicroHIS zijn. Rechts boven is de uitklaplijst gevuld met één regel: “Nog niet in CVRM-systeem”.

Onder het NAW-kader ziet u in het bovenste gedeelte van het scherm 5 tabbladen. Tabblad Anamnese bevat de anamnestische gegevens, tabblad Metingen de meetgegevens die u in de regel zelf zult doen en tabblad Laboratorium bepalingen de meetgegevens die meestal via een laboratorium bepaald zullen worden.

Werkwijze Met een negental gestyleerde drukknoppen links op het scherm kunt u het consult doorlopen. De werkwijze zal hierna besproken worden. Afhankelijk van de situatie zullen knoppen al dan niet beschikbaar zijn

Dubbele knop: Zoek de gegevens van de geselecteerde patiënt / Velden leegmaken (

)

Bepaal of het opmaken van een cardiovasculair risicoprofiel zinvol is


24/33

Bereken de risicoscore m.b.v. de SCORE functie

Dubbele knop: Genereer een advies aan de hand van de ingevulde gegevens (

Controleer de gegevens in MicroHIS op consistentie en volledigheid (

= korte versie)

= management ruiters)

De gegevens worden in een risicoprofiel in MicroHIS vastgelegd..

Invullen gegevens Drukknop Zoek gegevens : de gegevens van de patiënt worden opgezocht in MicroHIS. De kaders

worden zoveel mogelijk gevuld met gegevens uit de betreffende onderdelen van MicroHIS. De blauwe velden zijn noodzakelijk om een risicoberekening uit te voeren.

Tabblad Anamnese

Enkele opmerkingen: De blauwe velden zijn noodzakelijk om een risicoberekening uit te voeren. Indien een veld lichtgeel gekleurd is zijn de gegevens afkomstig uit MicroHIS (Leeftijd/Geslacht, Alcohol eenheden/dag. Als een veld door de gebruiker gewijzigd/ingevuld wordt, dan wordt de kleur van het veld wit of blijft de oorspronkelijke kleur houden (Roken). Indien een meting buiten de normaalwaarden valt of als een risicofactor gezien wordt dan komt er een rood kadertje voor te staan, waarden zonder risico worden met een groen kadertje gekenmerkt (alcoholgebruik). Als een veld niet ingevuld is komt er een vraagteken voor te staan. De laatst gevonden waarde wordt gebruikt. Hiervan wordt de datum getoond. Door op het datumveld te klikken (er verschijnt een “handje”) worden alle meetwaarden in een lijstje getoond. Als een veld van het type “aankruisvakje” niet vanuit MicroHIS gevuld kan worden omdat de meting niet aanwezig is, dan komt er vóór de meting een “?” en het aankruisvakje is grijs (Ongezond voedingspatroon). Dit om een verschil te tonen tussen antwoord “Nee” en “Onbekend”. Als de gebruiker een veld invult wordt de datum automatisch op vandaag gezet. Als de meting volgens de instellingen verlopen is (houdbaarheidsdatum is overschreden), dan wordt de datum rood weergegeven Let op: in het MicroHIS risicoprofiel CVRM bestaat de meting “Bijzonderheden voedingspatroon” uit een vrij tekstveld. Dit is niet zonder meer om te zetten naar een vast antwoord in een antwoordenlijst. Indien u in MicroHIS dit tekstveld begint met “Ja” of “Nee”, dan zal het PNS programma dit herkennen en omzetten naar de vaste antwoorden “Ja” of “Nee”. Achter de woorden “Ja” en “Nee” bent u vrij om meer tekst toe te voegen. Het PNS programma doet daar verder niets mee. Na het invullen zou het kader er als volgt uit kunnen zien:


25/33

Tabblad meetwaarden

In dit kader werden door de gebruiker enkele velden tijdens het spreekuur ingevuld: alle velden hebben een witte kleur en de datum staat op vandaag. Meting Middelomtrek is verhoogd (roze kadertje, > 102 wordt dit rood), bij een vrouw moet dit minder dan 88 cm zijn. Als de meting BMI in MicroHIS gevonden wordt dan wordt deze hier automatisch ingevuld, anders wordt deze door het programma berekend mits lengte en gewicht aanwezig zijn. U kunt de waarde ook uitrekenen door op de gestyleerde drukknop te klikken. De systolische bloeddruk is te hoog, dus hier een rood kadertje.

Tabblad Laboratorium bepalingen

Bij deze patiënt worden alle bepalingen in MicroHIS gevonden behalve de HbA1c. Dit laatste veld is alleen van belang om te bepalen of de risicoscore gebruikt mag worden bij diabetes mellitus patiënten (< 3 jaar bekend met DM én goed ingesteld). Alle waarden zijn nog geldig (niet verlopen). U kunt de TC/HDL-ratio ook uitrekenen door op de gestyleerde drukknop te klikken.

Risicoprofiel aanmaken J/N Als de “verplichte” velden ingevuld zijn kunt u gaan bepalen of het zinvol is een cardiovasculair risicoprofiel aan te maken. Klik hiervoor op drukknop


.

26/33

Hierna wordt tabblad Risicoprofiel J/N getoond:

Er is één criterium aanwezig om cardiovasculair risicoprofiel aan te maken: de verhoogde bloeddruk.

Risicoscore-berekening Vervolg met drukknop

.

Hierna wordt tabblad Score getoond:

Een knipperend handje geeft de risicoscore aan. U ziet hier het 10-jaarrisico op sterfte (links boven) en de 10-jaarrisico op sterfte + mordibiteit (rechts onder). Onderaan het scherm wordt de risicoscore op een andere wijze getoond:

Er wordt in rood gewaarschuwd voor aanwezige additionele risicofactoren: Alcohol eenheden/dag, Ongezond voedingspatroon, te hoge BMI, waardoor het werkelijke risico hoger is. Het grote groen gekleurde kader geeft grofweg aan welk beleid gevoerd zou kunnen worden, in dit geval: “Leefstijladviezen; doorgaans geen medicamenteuze behandeling”. Indien de score 5-10 is is dit kader geel gekleurd, bij een score van 10 of hoger wordt dit rood gekleurd en worden de adviezen uiteraard aangepast.


27/33

Adviezen formuleren Het programma kan op grond van de ingevulde gegevens een advies formuleren. Klik voor een kort en bondig advies op drukknop

.

U ziet in dit voorbeeld het volgende advies:

Als u klikt op

dan worden er uitgebreidere adviezen gegeven per risicofactor:

De regels die in het voorbeeld van belang zijn worden rood getoond. Door een regel aan te klikken verschijnt er een tekst rechts met enkele punten die in het consult aan de orde zouden moeten komen. Door aankruisvakje Toon uitgebreide adviezen aan te vinken worden er meer uitgebreide adviezen getoond. U kunt eventueel geselecteerde tekst uit het bovenste tekstvak verslepen naar het onderste tekstvak en uiteindelijk dit onderste tekstvak afdrukken met drukknop . In dit geval was het geen diabetespatiënt en heeft de patiënt geen hart - en vaatziekte. De regel Patiënten zonder HVZ/DM is dus rood want heeft betrekking op deze patiënt. De regel cholesterolverlager is ook rood, want het cholesterol was te hoog en er zijn additionele risicofactoren


28/33

in het spel. Tevens had de patiënt een te hoge systolische bloeddruk, dus ook de regel Antihypertensiva is rood. Onderaan de lijst staan nog de items Patiëntenfolders, Standaarden, Patiëntbrieven en Indexen. Deze verwijzen naar de ingestelde locatie in het Optiescherm (pagina’s op de NHG website of op uw eigen server). U kunt de folders, etc eventueel direct afdrukken ten behoeve van de patiënt. Om dit in werking te zetten via dubbel klikken heeft u uiteraard een internet verbinding nodig en een webbrowser zoals de Internet Explorer.

Controle MicroHIS Het PNS programma heeft de mogelijkheid om snel een aantal aanpassingen te doen in MicroHIS. In dit voorbeeld worden de volgende overwegingen gedaan:

Er ontbreekt een probleem Roken in de probleemlijst. Patiënt drinkt meer dan wat als nog gezond gezien wordt. U kunt beide gegevens, indien u dit wilt, via het PNS programma toevoegen aan de probleemlijst als u de betreffende regel aanklikt. Drukknop komt dan beschikbaar.

Probleem toevoegen aan MicroHIS

In dit voorbeeld was de regel Roker aangeklikt en vervolgens op drukknop geklikt. Voor vulling van de velden wordt een voorstel gedaan. U kunt deze naar behoefte wijzigen. Sla de gegevens op met drukknop < Akkoord>. Als aankruisvakje Eigen omschrijving niet aangevinkt is wordt de ICPC-omschrijving uit de ICPC-tabel gebruikt als u het veld ICPC-code wijzigt. Met in veld ICPC-code komt u in een scherm waar u de ICPC-code kunt opzoeken aan de hand van de hoofdcodes (geen thesaurus).


29/33

Bij een andere patiënt kunt u het volgende scherm tegenkomen:

Het betreft hier een diabetespatiënt met een LDL > 2,5 die géén statine of andere cholesterolverlager gebruikt.

ICPC-code toevoegen aan receptregel Het PNS programma heeft een mogelijkheid om snel een ICPC-code toe te kennen aan een medicament wat chronisch gebruikt wordt. Voor het overzicht in de medicatielijst en in een waarneemsituatie kan de vraag “Waarom gebruikt de patiënt middel xxx? ” van belang zijn. Klik hiervoor op . U komt in het volgende scherm:

In de bovenste lijst staan de recepten van het afgelopen jaar. In de onderste lijst staan de problemen. Door met de linkermuisknop een probleemregel “op te pakken” en “los te laten” boven een regel in de bovenste lijst wordt de ICPC-code van het probleem gekoppeld aan de receptregel. Door te klikken op kunt u de ICPC-code weer uit de receptregel verwijderen. Met drukknop kunt een ICPC-code naar wens toevoegen aan de receptregel. U kunt dan op de gebruikelijke wijze kiezen (via dubbel klikken) uit de ICPC-tabel.

Ruiters wijzigen Zoals eerder beschreven werd zijn de ruiters sturende elementen in het PNS programma. Er moeten dus tijdens het consult ruiters toegekend of juist verwijderd worden. Het programma is u daarbij behulpzaam door met suggesties te komen.


30/33

In de linker lijst staan de ruiters die van belang zijn voor het programma. De ruiters die momenteel bij de patiënt aanwezig zijn worden in de smalle lijst in het midden blauw gekleurd. In dit geval alleen C1 CVRM: 1 e keer opgeroepen voor het spreekuur . Bij start van het scherm worden de blauwe regels als suggestie gegeven om toe te voegen aan de patiënt op grond van de bekende gegevens. Soms zullen er juist ruiters verwijderd moeten worden, bijvoorbeeld omdat de patiënt gehoor gegeven e heeft aan de oproep voor het spreekuur. Ruiter “1 keer oproepen” kan dus verwijderd worden. In dit scherm kunt u dit allemaal regelen. Werkwijze Klik op . Indien u het hiermee eens bent: klik op . De ruiters worden toegevoegd aan de patiënt en de lijst wordt aangepast (linker figuur). Als u daarna nog eens op < Voorstel toevoegen> klikt, zult u zien dat er geen voorstel meer komt, immers u heeft de ruiters al toegevoegd aan de patiënt. Klik op . Indien u het hiermee eens bent: klik op . De ruiters worden verwijderd bij de patiënt en de lijst wordt aangepast. Als u daarna nog eens op < Voorstel verwijderenn> klikt, zult u zien dat er geen voorstel meer komt, immers u heeft de ruiters al verwijderd bij de patiënt. Daarna ziet her scherm er zo uit:

Daarnaast zijn er nog een aantal drukknoppen om de status van de patiënt te wijzigen. Drukknop : patiënt krijgt ruiter CVRM: in systeem (CS).


31/33

Drukknop : patiënt krijgt ruiter CVRM: in systeem, voortijdig afgebroken (C+). Drukknop <Patiënt heeft controlesysteem afgerond>: patiënt krijgt ruiter CVRM: in systeem, afgerond (CZ). Drukknop <Patiënt wordt weigeraar>: patiënt krijgt ruiter CVRM: weigeraar (CW in dit voorbeeld). Drukknop : alle regels uit de lijst worden gedeselecteerd. Drukknop : u ziet weer de situatie zoals deze is na eventuele doorgevoerde wijzigingen. Let op: de genoemde ruitercodes kunnen bij u anders zijn.

Naar risicoprofiel Uiteindelijk zult u de gegevens willen toevoegen aan MicroHIS. Via drukknop wordt er een risicoprofiel aan de patiënt in MicroHIS toegevoegd. Dit risicoprofiel heeft de naam “CVRM (PNS)” Afhankelijk van uw instellingen worden alle gegevens in het bericht opgenomen óf alleen de gegevens die nieuw zijn (dus niet afkomstig uit MicroHIS). Het verdient aanbeveling om alleen de nieuwe gegevens in het bericht op te nemen (standaard instelling) anders komen de gegevens dus 2x voor in MicroHIS. Wat u daarna moet doen werd beschreven in de inleiding. Kort samengevat: 1. Open opnieuw CVRM risicoprofiel wat u juist aangemaakt had 2. Controleer de (nieuwe) gegevens in het risicoprofiel aan en vul het daarna volledig in 3. Vergeet geen controledatum in te vullen !


32/33

Bijlage 1: Overzicht ruiters Omschrijving

Code mnem .

Code numeriek

Oproepen voor spreekuur

C0

??

1e keer opgeroepen

C1

??

2e keer opgeroepen

C2

??

In systeem

CS

??

Weigeraar

CW

??

Programma afgerond

CZ

??

Voortijdig afgebroken

C+

??

In systeem, roker

CR

??

In systeem, obesitas

CO

??

In systeem, inactiviteit

CB

??

In systeem, hypertensie

CH

??

In systeem, hypercholesterolemie

CC

??

In systeem, voedingsprobleem

CV

??

In systeem, alcoholgebruik

CA

??

Hoog-risico patiënt

C!

??


Functie

Op deze ruiter kan eenvoudig geselecteerd worden Wordt gebruikt om een cohort voor de eerste keer op te roepen Wordt gebruikt om voor een cohort een herinneringsoproep aan te maken Wordt toegekend als voor de patiënt een cardiovasculair risicoprofiel aangemaakt is

Opmerkingen Toe te kennen in willekeurig contact met de patiënt. Bij een volgende oproeprun krijgt deze patiënt een oproep. Na oproeprun moeten deze ruiter weer bij alle patiënten verwijderd worden. Hierin voorziet het PNS programma. Toe te kennen door PNS CVRM Toe te kennen door PNS CVRM Toe te kennen door PNS CVRM of handmatig Toe te kennen als patiënt aangeeft geen interesse te hebben Toe te kennen in willekeurig contact met de patiënt Toe te kennen in willekeurig contact met de patiënt

Worden niet meegenomen bij selecties Patiënt heeft de gehele cyclus spreekuur contacten afgerond Patiënt heeft een gedeelte van de cyclus spreekuur contact gevolgd Geeft de mogelijkheid per risicofactor te coderen, Toe te kennen door PNS CVRM in dit geval roker Geeft de mogelijkheid per risicofactor te coderen, Toe te kennen door PNS CVRM in dit geval obesitas Geeft de mogelijkheid per risicofactor te coderen, in dit geval inactiviteit Toe te kennen door PNS CVRM Geeft de mogelijkheid per risicofactor te coderen, Toe te kennen door PNS CVRM in dit geval hypertensie Geeft de mogelijkheid per risicofactor te coderen, Toe te kennen door PNS CVRM in dit geval hypercholesterolemie Geeft de mogelijkheid per risicofactor te coderen, Toe te kennen door PNS CVRM in dit geval hypercholesterolemie

Geeft de mogelijkheid per risicofactor te coderen, in dit geval hypercholesterolemie Toe te kennen door PNS CVRM Hoog risico patiënten kunnen hiermee snel Toe te kennen door PNS CVRM of geselecteerd worden handmatig.

33/33

Handleiding PNS Cardiovasculair Risicomanagement

Recommend Documents