Handleiding Picto's Inleiding
PICTOGRAM
'Een eenvoudige, gestileerde afbeelding, waardoor een verbod, aanwijzing of inlichting tot uiting wordt gebracht...' '..voorstelling in beeldschrift, beeldschrift (bv. de aanduiding van toiletten, bagagedepots e.d. op stations).'Uit: Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal
Herkenbaarheid Zoals 'Van Dale' al beschrijft, is een pictogram een eenvoudige, gestileerde afbeelding waardoor een verbod, aanwijzing of inlichting tot uiting wordt gebracht. Deze picto's komen we overal in ons dagelijkse leven tegen. Zonder dat ze voorzien zijn van toegevoegde tekst is de boodschap voor iedereen duidelijk, ook voor anderstaligen en kinderen. Ook heel jonge kinderen komen met deze picto's in aanraking en (her)kennen de betekenis ervan en kunnen de aanwijzingen die erin besloten liggen opvolgen. De vertrouwdheid met en de duidelijkheid van picto's is een argument voor het werken ermee bij het mondelinge taalonderwijs aan allochtone en autochtone kinderen en het onderwijs in beginnende geletterdheid en het aanvankelijk lezen, spellen en stellen. We geven de voorkeur aan het gebruik van de term 'picto's' om aan te geven dat elke afbeelding in principe voor een woord staat en niet kan staan voor meerdere zoals bij voorbeeld dat 'Losliggende stenen' betekent of dat 'Bestuurders uit tegengestelde richting moeten verkeer dat van deze richting nadert voor laten gaan' betekent.
Mondelinge taalvaardigheid Het werken met picto's biedt vele mogelijkheden om de mondelinge taalvaardigheid te stimuleren. Met name voor die kinderen die een achterstand vertonen op het gebied van mondelinge taalvaardigheid, die een beperkte woordenschat hebben of die slechts korte of onvolledige zinnen kunnen maken, kunnen de picto's gebruikt worden als visuele ondersteuning. De picto's zijn te gebruiken bij diverse taalactiviteiten, zoals het aan- en invullen van zinnen, het beoordelen van zinnen, het zelf bedenken van zinnen en het aanbieden van nieuwe woorden, het bespreken van tegenstellingen en synoniemen enzovoorts. De visuele ondersteuning bevordert het taalbewustzijn en het praten en denken over taal (objectivatie). Kinderen 'zien wat ze zeggen!' Het belangrijkste aspect van het werken met picto's is het plezier dat de kinderen hebben in het zelf of samen bedenken van (onzin-)gedichtjes en (onzin-)verhalen die vastgelegd worden met behulp van picto's en die ze ook weer zelfstandig
kunnen lezen en eventueel natekenen. Daarnaast is het mogelijk om ervaringen van kinderen met behulp van picto's vast te leggen en opnieuw te beleven door ze later weer te lezen. Iedereen kent de verhalen van jonge kinderen die ze in de kring willen vertellen. Met behulp van picto's kunnen die verhalen worden vastgelegd en als uitgangspunt dienen voor taalactiviteiten.
Taal is communicatie Het doel van mondelinge en schriftelijke communicatie is het overbrengen van een boodschap. Het spreken in losse woorden heeft weinig inhoudelijke betekenis, dat is ook het jonge kind duidelijk. Zo is ook het leren lezen en schrijven van losse woorden van beperkte inhoudelijke betekenis. Welke boodschap moet gelezen worden in het woord of de picto 'huis'? Ben ik in huis? Waar staat dat huis? Hoe ziet dat huis eruit? Kortom: wat moet ik met dat 'huis'? Het is van belang om (aan te leren) woorden en picto's in een context te plaatsen. Door het gebruik van picto's is het al vroeg mogelijk om schriftelijk te communiceren en een boodschap over te brengen in complete zinnen waardoor de inhoudelijke betekenis van een woord kan worden overgebracht. Een kleuter die daar interesse voor heeft, kan op deze wijze schriftelijk communiceren met de mensen uit zijn omgeving (en met personen op afstand) en is in staat om zelfstandig aangeboden leesstof te decoderen en met de inhoud ervan kennis te maken. De kleuter leest en schrijft en ontdekt zo spelenderwijs de essentie van schriftelijke communicatiesystemen.
Ontluikende en beginnende geletterdheid De laatste jaren wordt het nodige geschreven over ontluikende en beginnende geletterdheid. Al vroeg geven jonge kinderen blijk van hun belangstelling voor geschreven taal. Zij imiteren het lees- en schrijfgedrag van volwassenen. Zowel ten aanzien van de leesontwikkeling als ten aanzien van de schrijfontwikkeling doorlopen kinderen verschillende, te onderscheiden fasen. De weg die de kinderen moeten gaan van mondelinge taal naar schriftelijke taal is een (voor sommige kinderen) lange weg. De omzetting van klanken naar tekens verloopt niet vanzelfsprekend en in een voor ieder gelijk tempo. De laatste jaren is uit onderzoek gebleken dat de taalvaardigheid van kinderen én de vertrouwdheid van kinderen met boeken, teksten, schrift, schrijven en (voor)lezen van wezenlijk belang zijn voor een voorspoedige start in het aanvankelijk lees-en spellingonderwijs. Door het werken en spelen met de picto's van LEZEN IN BEELD worden zowel de taalontwikkeling als de ontluikende geletterdheid bevorderd en gestimuleerd. Leerlingen leren spelenderwijs nieuwe woorden en begrippen. Zij leren zinnen en verhalen maken en ermee spelen. Zij ontdekken de samenhang tussen woorden en afbeeldingen en tussen woorden (afbeeldingen) en zinnen. Zij ontdekken dat wie 'schrijft, blijft'! En dat alles op een voor het kind 'vanzelfsprekende' wijze.
Structureren Picto's kunnen ook gebruikt worden om de verhalen van leerkrachten en kinderen te structureren. Wanneer tijdens het vertellen de belangrijkste gegevens met behulp van picto's vast worden gelegd, leren de kinderen hoofd- en bijzaken onderscheiden. De picto's helpen hen de verhalen gestructureerd na te vertellen en dienen als geheugensteuntje.
Begrijpend lezen Uit onderzoek naar leesprestaties en leesstrategieen is gebleken dat leerlingen veel steun ondervinden van de context waarin een woord gelezen wordt. Wanneer een kind in staat is om op basis van de context te anticiperen op het te lezen woord, zal het decoderen ervan soepeler verlopen. Het kind is immers dan in staat om zich een beeld te vormen van het kader waarin het te lezen woord geplaatst moet worden. Door het gebruik van picto's kunnen ook de aan te leren woorden tijdens het aanvankelijk leesproces in een zinvolle context geplaatst worden. Het te lezen woord vormt, samen met de eerder gelezen woorden en picto's, een zin of zelfs een heel verhaal met een duidelijke boodschap. Het leesplezier wordt hierdoor vergroot en het herkennend lezen gestimuleerd.
Creatief schrijven Creatief schrijven wordt over het algemeen pas aangeboden op het moment dat de kinderen een relevant aantal woorden kunnen schrijven waarmee ze hun gedachten onder woorden kunnen brengen. Met behulp van picto's kunnen kleuters al gestimuleerd worden om hun verhalen op papier te zetten. Voor die woorden waarvoor zij geen picto's hebben geleerd, bedenken zij hun eigen picto's. Kinderen blijken zeer inventief te zijn wanneer het gaat om het aanvullen van de bestaande picto's. Het creatief schrijven kan in het voorbereidend-en het aanvankelijk leesonderwijs de aandacht krijgen die het verdient. Het zelf schrijven/ tekenen van zinnen en verhalen stimuleert de leesontwikkeling en de leesmotivatie. In de aanvankelijke leesfase kan het kind de aangeleerde woorden onmiddellijk in zijn verhalen toepassen.
Werken op eigen niveau en in eigen tempo Door het gebruik van picto's is het mogelijk om het taal-, lees- en spellingonderwijs aan te laten sluiten bij de mogelijkheden van het kind. Naarmate een kind meer woorden leert lezen en schrijven, kan het meer picto's in een tekst vervangen. Elk kind kan teksten maken en lezen op zijn niveau door het gebruik van veel of weinig picto's/woorden. Door het flexibele gebruik van picto's kan elk kind de groepsactiviteiten volgen en de opdrachten op zijn niveau maken. De snelle leerling wordt niet geremd door het langzamere tempo van groepsgenootjes, hij schrijft meer woorden en tekent er minder. Maar vooral voor de leerling met leesproblemen is het van groot belang dat het lees-spellingonderwijs meer aan zijn niveau en tempo kan worden aangepast. Daardoor doet deze leerling veel minder faalervaringen op. Kan het een woord niet
schrijven, dan is dat niet erg. Het kan het woord tekenen. De leerling blijft bezig met leesactiviteiten, blijft informatie coderen en decoderen. En wat heel belangrijk is: deze leerling blijft toch gemotiveerd bezig met leesactiviteiten. Elk nieuw woord dat deze leerling (uiteindelijk) leert lezen geeft hem de mogelijkheid tot het opdoen van succeservaringen.
Het creëren van een geleidelijke overgang Zoals uit het bovenstaande al blijkt, is het mogelijk om een geleidelijke overgang te creëren van mondelinge taal, via picto's naar het alfabetische schrift. Er zijn kinderen voor wie de omzetting van (spraak-)klanken in schrifttekens geen enkele probleem vormt. Maar voor veel kinderen is dit geen vanzelfsprekende stap. Het vereist een vorm van abstraheringsvermogen waarmee nogal wat kinderen (en volwassenen) moeite hebben. Door middel van het gebruik van picto's kunnen kinderen op weg geholpen worden om een eerste stap op het pad van abstrahering te zetten. Van gesproken woord naar geschreven woord, bestaande uit verschillende letters die corresponderen met bepaalde spraakklanken is een lange weg. De weg van gesproken woord naar getekend beeld is daarentegen maar een stapje. Daarnaast is de geleidelijke weg ook zichtbaar in de overgang van het voorbereidend- naar het aanvankelijk leesproces. Van het gebruik van alleen maar picto's, via het gebruik van picto's én woorden naar het gebruik van alleen maar woorden is een geleidelijk proces en afhankelijk van het niveau en het tempo van de leerling. omhoog
Vormgeving Van concreet naar abstract De picto's zijn onderverdeeld in de volgende woordsoorten: zelfstandige naamwoorden (inclusief mensfiguurtjes) werkwoorden persoonlijke voornaamwoorden bezittelijke voornaamwoorden voorzetsels lidwoorden De picto's van de zelfstandige naamwoorden zijn concrete afbeeldingen van voorwerpen, dieren, mensen etc. De afbeeldingen van de meeste werkwoorden, persoonlijke voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden zijn al minder concreet en de picto's van de voorzetsels, lidwoorden en enkele werkwoorden zijn abstract. In de volgorde van aanbieden van de picto's dient hiermee rekening te worden gehouden. Voor deze opbouw is heel bewust gekozen. Alvorens de redenen hiervoor aan te geven, willen we eerst het volgende onder de aandacht brengen. Gesproken taal verwijst (voor het jonge kind) in de meeste gevallen naar concrete situaties, ervaringen en voorwerpen, maar het geschreven woord en de letter zijn abstracties
van het gesproken woord en de spraakklank. De wijze waarop wij onze spraakklanken vastleggen, is gebaseerd op afspraken die door mensen in het verleden zijn gemaakt. Dat er meerdere mogelijkheden zijn om gesproken taal in tekens vast te leggen, bewijst het feit dat er zoveel verschillende soorten schriftsystemen bestaan. Afhankelijk van de gemaakte afspraken worden hierbij tekens gebruikt om een woord, een lettergreep of een klank in een symbool te vertalen. Tevens heeft men afspraken gemaakt over de richting waarin deze tekens gelezen moeten worden: van boven naar beneden, van links naar rechts, van rechts naar links, van beneden naar boven. Ook de volgorde waarin de bladzijden van een boek gelezen moeten worden, van voor naar achter of van achter naar voren, is afhankelijk van gemaakte afspraken. Hiermee is alleen maar aangegeven dat het omzetten van (spraak)klanken geen natuurlijk proces is maar gebaseerd is op afspraken en derhalve een culturele ontwikkeling genoemd kan worden. Een getekende vogel verwijst naar de concrete vogel, maar een letter verwijst niet naar een concrete klank (althans voor de niet-lezer, de lezer kan de letter -s- niet lezen zonder zich de -s-klank daarbij voor te stellen). Wanneer we ons een glijdende schaal voorstellen met aan de ene kant concrete afbeeldingen en aan het andere kant abstracte afbeeldingen, plaatsen wij de letter (en letterachtige symbolen) aan het uiterste einde van de abstracte zijde van de schaal. Leren lezen wil zeggen dat men in staat is om met dergelijke abstracte symbolen om te gaan. Om kinderen vertrouwd te maken met het fenomeen dat gesproken taal omgezet kan worden in symbolen, hebben wij de opbouw van concrete naar abstracte symbolen in de picto's ingebouwd. Wanneer kinderen hebben leren omgaan met concrete en vervolgens met abstracte symbolen, gaan wij er vanuit dat de stap naar het symbool 'letter', eenvoudiger en meer vanzelfsprekend is. Het 'denkraam' is hiervoor dan immers geschapen. Een andere reden hiervoor is dat sommige woorden zich niet in concrete symbolen laten afbeelden en wij daarom gedwongen waren deze termen op een abstracte wijze vorm te geven. Bijvoorbeeld: de werkwoorden: hebben, zijn en worden, de lidwoorden, en bepaalde voorzetsels.
Zelfstandig naamwoord - werkwoord Zoals hierboven reeds is beschreven, zijn de zelfstandige naamwoorden zo concreet mogelijk weergegeven. De werkwoorden zijn de eerste stap naar een meer abstracte vormgeving. Het onderscheid tussen een zelfstandig naamwoord en het (bijbehorende) werkwoord wordt aangegeven door aan het werkwoord een (onderdeel van een) mensfiguurtje toe te voegen. Bijvoorbeeld: de picto behorende bij het zelfstandig naamwoord 'schep' bestaat uit een afbeelding van een schep. Het werkwoord 'scheppen' wordt afgebeeld door een abstract mensfiguurtje met een schep (iemand is aan het scheppen).
Kindvriendelijk en aantrekkelijk De picto's zijn zo ontworpen dat de kinderen erdoor aangesproken worden. Ze zijn overzichtelijk, duidelijk en vriendelijk van vormgeving en de afbeeldingen kunnen worden ingekleurd. omhoog
Didactische aanwijzingen Verhalen maken De verhalen die u op deze website vindt, kunt u gebruiken in uw lessen. Maar wij raden u toch aan om regelmatig uw eigen verhalen, versjes en zinnen te bedenken, bij voorkeur samen met de kinderen. Een verhaal van een van de kinderen of het thema waarover u gaat werken kunnen als uitgangspunt dienen om samen verhalen op het bord te maken met behulp van de picto's. Het is voor kinderen een belangrijke ervaring dat zinnen en verhalen die zij zelf bedacht hebben op het bord gevisualiseerd worden en daar een poosje blijven staan, zodat ze nog eens gelezen kunnen worden (en eventueel aangevuld worden). Het is belangrijk dat u op de hoogte bent van de bestaande picto's. Zo nu en dan zult u de zin van het kind wat moeten aanpassen omdat niet voor elk woord een picto ontworpen is. U moet de zinnen van de kinderen altijd zo aanpassen dat het goed Nederlands is. U moet nooit zinnen op het bord (laten) zetten, met taalfouten erin. De kinderen moeten het goede voorbeeld voor ogen krijgen.
Picto's maken Wanneer u voor een bepaald woord geen picto kunt vinden, kunt u zelf een picto maken. Daarbij is het van belang dat de betekenis ervan voor de hele klas duidelijk is.
Picto's kopiëren Wanneer u in een verhaaltje, dat u heeft voorbereid, een aantal keren dezelfde picto moet gebruiken, zult u deze picto een aantal malen moeten kopiëren. U moet trachten te voorkomen dat u tijdens het lezen van het verhaaltje (of de zin) een picto op moet pakken om hem verderop in het verhaaltje opnieuw te gebruiken. De eenheid van het verhaal lijdt daaronder en het maakt het overlezen door de kinderen tot een raadspelletje.
(Dit sluit niet uit dat u heel bewust een aantal picto's uit een verhaaltje kunt halen en de kinderen kunt uitnodigen te bedenken welke picto op die plaats zou kunnen staan.)
Eén woord - één picto Voor elk woord moet u 1 picto gebruiken. Ook als de kinderen nog niet zover zijn dat zij dit al kunnen toepassen of herkennen. Wanneer kinderen nog niet gewend zijn aan het werken met picto's of het werken ermee nog niet beheersen, kan het volgende voorkomen: De leerling wil maken: "ik loop naar de wip" en hangt de volgende picto's op: Ik - loop - wip, terwijl het zegt: "ik - loop naar - de wip". De leerling vergeet -naar- en -de-. De leerkracht zal dan de zin van de leerling herhalen en de woorden op het bord aanwijzen en vragen welke picto vergeten is. Een medeleerling of de leerkracht vult de zin op het bord aan. De hele zin wordt dan nogmaals herhaald, terwijl elk picto aangewezen wordt.
Eén picto - één betekenis Elke picto heeft in de regel maar één betekenis. Uitzonderingen zijn: de picto 'zijn', dat kan betekenen: ben-bent-is-zijn, en alle andere werkwoorden die met het onderwerp mee veranderen; de picto 'poep' wat ook 'drol' kan betekenen, 'straat' kan ook 'weg' betekenen, 'peen' kan ook 'wortel' betekenen en 'patat' kan ook 'friet' betekenen. Maar bijvoorbeeld de picto 'fles' betekent alleen 'fles' en niet: drankje, melk, bier, limonade etc. Dit geldt voor alle zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, voorzetsels en bijwoorden. Voor de 'mensfiguurtjes' kunnen echter verschillende namen bedacht worden. Daarbij dient dan wel het volgende uitgangspunt in acht genomen te worden: gedurende het hele verhaaltje behoudt hetzelfde mensfiguurtje die ene naam! In een ander verhaaltje kan dit figuurtje uiteraard een andere naam krijgen, maar men moet trachten verwarring te voorkomen door hetzelfde figuurtje in een verhaal meerdere namen te geven. Spelen meerder figuurtjes een rol dan moeten verschillende picto's gebruikt worden.
Schrijfrichting Wanneer men de picto's gebruikt om kernwoorden uit een verhaal vast te leggen, dan moet men de schrijfrichting van links naar rechts aanhouden bij het ophangen van de picto's. Men leert de kinderen op deze wijze ordening aanbrengen. Een ordening die wordt voortgezet wanneer ze zinnen (gaan) lezen. Wanneer de kinderen aan de hand van opgehangen picto's een verhaaltje navertellen, ondersteunt men het vertellen ook nadrukkelijk door van links naar rechts de picto's aan te (laten) wijzen.
Woordsoorten De picto's kunnen op het (magnetische ) bord opgehangen worden, hierbij kan dan gebruik gemaakt worden van magneten. In de opbouw van LEZEN IN BEELD is uitgegaan van het gebruik van gekleurde magneten die de verschillende woordsoorten aangeven. De volgende kleurcodering kan worden gebruikt: zelfstandige naamwoorden werkwoorden lidwoorden voorzetsels persoonlijke voornaamwoorden bezittelijke voornaamwoorden bijwoorden
rode magneten groene magneten gele magneten blauwe magneten oranje magneten oranje magneten groene magneten
De keuze voor het gebruik van gekleurde magneten om de woordsoorten aan te geven, wordt aan de leerkracht overgelaten. In de opbouw van LEZEN IN BEELD wordt echter expliciet aandacht besteed aan de woordsoorten. Wanneer jonge kinderen zinnen maken met behulp van de gekleurde magneten, zijn ze vrij in de keuze van de kleur (tenzij de leerkracht expliciet een opdracht heeft gegeven de juiste kleur(en) toe te passen). Wanneer u hier niet voor kiest, raden wij u aan om slechts één kleur magneten te gebruiken. U kunt ook gebruik maken van gekleurde plakkertjes om de woordsoorten te coderen en vervolgens slechts één kleur magneten gebruiken. omhoog