Katholieke Hogeschool Leuven - DLO Naamsesteenweg 355 te 3001 Leuven-Heverlee tel. (016)39 92 00
fax (016)40 70 87
Handleiding bij gegevensbanken en privacy Annemie Van Hoeymissen
1 Wat betekent privacy voor jou? Om aan dit hoofdstuk te beginnen moeten de leerlingen eerst goed de precieze inhoud van het begrip privacy kunnen uitleggen. De ervaring leert ons dat ze privacy als begrip wel kennen maar dat het niet zo eenvoudig is voor hen om het uit te leggen. Daarom wordt er vertrokken vanuit een aantal heel concrete situaties. De leerlingen moeten bij zichzelf onderzoeken wat ze wel of niet aanvaardbaar vinden. Aan de hand van hun voorlopige bevindingen zullen we dan het begrip privacy omschrijven. Wanneer we privacy in het woordenboek opzoeken dan vinden we daar de volgende verklaring terug: “persoonlijke vrijheid, het ongehinderd alleen, in eigen kring of met een partner ergens kunnen vertoeven; gelegenheid om zich af te zonderen, om storende invloeden van de buitenwereld te ontgaan”. Daarnaast wordt hier ook de vraag gesteld wat privacy is. Volgens Van Dale is dit een toestand waarin een mens zeker is dat zonder zijn toestemming zich zo weinig mogelijk mensen op zijn terrein zullen begeven. In deze definitie wordt sterk de nadruk gelegd op het recht om alleen gelaten te worden. Wanneer je je ergens bevindt, dan moet je beschikken over de nodige privacy. Popartiesten of filmsterren die met hun nieuwste geliefde op vakantie gaan in Cannes, mogen dus niet zomaar lastig gevallen worden door paparazzi. Dit is een schending van hun privacy. Ze hebben het recht om er ongehinderd in eigen kring te vertoeven. Alleen wanneer ze zelf toelating geven om foto’s te nemen of vragen te stellen, mag dat ook gebeuren. Wanneer we het over privacy hebben, dan vatten we dit begrip meestal ruimer op dan in de bovenstaande definitie. Privacy bestaat voor ons uit drie elementen: recht om alleen gelaten te worden, de controle over alle informatie in verband met onszelf en de bescherming tegen bewaking (in het oog gehouden worden)… Wanneer aan één van deze voorwaarden niet wordt voldaan, dan ervaren we dat zelf als een schending van onze privacy. Er is vaak zonder ons medeweten in onze persoonlijke levenssfeer binnengedrongen en daar zijn we niet gelukkig mee. Het eerste element uit deze opsomming werd hierboven reeds uitgebreid besproken. De bescherming tegen bewaking is een aspect van onze privacy dat minder snel aan de orde is in ons dagelijkse leven. Enkel in rechtszaken wordt met deze manier van invullen van het begrip privacy, wel eens gegoocheld. We zullen ons in het vervolg van de les dan ook vooral concentreren op het tweede element: het zelf kunnen controleren wat er gebeurt met informatie over onszelf. 1
Het is belangrijk om de leerlingen erop te wijzen dat privacy eigenlijk een modern, hedendaags begrip is. Volgens het Van Dale–woordenboek dook het woord pas na 1950 in het Nederlands op. Waarschijnlijk was het begrip en de toestand voor deze periode nagenoeg onbestaande. Leerlingen kunnen zich dit erg goed inbeelden wanneer er wordt gewerkt met afbeeldingen van middeleeuwse dorpen. De vele kleine, houten huisjes stonden vlak naast elkaar en waren slecht geïsoleerd. De buren konden dus alle gesprekken horen. Omdat de huisjes zo klein waren, werd er nagenoeg op straat geleefd. Privacy bestond dus niet. Zo was het hele dorp ongetwijfeld van je medische toestand op de hoogte… Mensen vinden het erg belangrijk om over een zekere privacy te beschikken. De laatste jaren is dit alleen maar toegenomen. In een Amerikaanse poll verklaarden in 1994 82% van de ondervraagden dat ze bezorgd waren over hun privacy. In 1990 was dit 79% en in 1978 was slechts hierover 64% bezorgd. Op slechts vijftien jaar tijd is het aantal ongeruste mensen dus met een derde toegenomen [zie p.60 1]. Deze cijfers dienen wel enigszins genuanceerd te worden. Iedereen geeft aan het begrip privacy immers een andere, persoonlijke invulling. Wat voor de ene een schending van zijn privacy is, is voor de andere enkel gezonde nieuwsgierigheid. In de discussie die volgt op de invulling van de eerste oefening zal dit voor de leerlingen ook duidelijk worden. Sommigen in de klas zullen er immers geen bezwaar tegen hebben dat de surveillerende leerkracht meeleest. Persoonlijke informatie moet je immers maar thuis e-mailen. Voor anderen gaat dit wel te ver. Een brief bevat persoonlijke informatie of die nu geë–maild of opgestuurd wordt… Het doel van dit eerste deel is dus de leerlingen laten kennismaken met het begrip privacy. Daarnaast zullen ze ook onmiddellijk in contact komen met de tegenstellingen die er rond dit begrip bestaan. Wanneer wordt je privacy geschonden en wanneer niet?
2 Wanneer geven we informatie prijs? We verwachten geen volledige privacy. Anderen mogen tot op een zekere hoogte binnendringen in onze persoonlijke levenssfeer. Iemand die aan de bushalte een gesprekje met ons begint, beschuldigen we niet onmiddellijk van het schenden van onze privacy [zie p.59 2]. Je vrienden maar ook vage kennissen weten hoe je eruit ziet, waar je werkt, welk merk van auto je hebt en of je een aangenaam persoon bent. Ze hebben geen toelating nodig om je te bekijken of om over je te praten. We laten anderen tot op een zekere hoogte binnen in ons persoonlijk leven. Het wordt vaak gezegd dat als je in een klein dorpje woont, je geen privacy hebt. Iedereen kent iedereen en het is vrijwel onmogelijk om voor elkaar geheimen te hebben. Bij de plaatselijke kapper worden de nieuwtjes verspreid en verder aangevuld. In een grote stad kan je anoniemer leven, zeker wanneer je in een erg groot flatgebouw woont. Vaak ken je in dat geval niet eens je naaste buren. Toch willen mensen en bedrijven soms heel wat informatie over jou vernemen. Anders zouden ze erg grote risico’s nemen wanneer ze je een flat zouden verhuren of geld zouden lenen of medische hulp zouden verlenen… Er is daar immers een wederzijds vertrouwen voor nodig. Daarom geven we dus een deel van onze privacy op om in de plaats enkele voordelen te krijgen of diensten te bekomen. Privacy houdt dus een evenwicht in van geven en krijgen. 2
Volgens Alan Westin [zie p.59 2], een Amerikaanse schrijver die zich bezig houdt met problemen rond privacy, houdt dit evenwicht drie belangrijke factoren in. Op de eerste plaats trachten we ons persoonlijk leven en groepsleven in zekere mate af te schermen tegen onrechtmatige inmengingen van overheidswege. Daarnaast vinden we het aanvaardbaar dat er relevante, persoonlijke informatie wordt verzameld om goeddoordachte beslissingen te kunnen nemen op sociaal, economisch en openbaar vlak. De overheid mag tenslotte in bepaalde gevallen controle houden op de burgers en hun persoonlijke activiteiten om de openbare orde en het algemeen welzijn te waarborgen. Dit zoeken naar een evenwicht willen we de leerlingen laten aanvoelen. Aan de hand van een aantal concrete voorbeelden wordt er aangetoond dat we vaak zelf een heel deel informatie prijsgeven. De overheid zal ook overgaan tot het verzamelen van gegevens in bepaalde gevallen. De leerlingen zullen dan zelf moeten onderzoeken wat voor hen in die ‘bepaalde gevallen’ thuishoort… Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen het verzamelen van informatie door privé-bedrijven en door de overheid. Deze eerste hebben meestal het verhogen van hun winst en het verbeteren van hun verkoopcijfers op het oog. De overheid daarentegen zou meestal de verhoging van het algemeen welzijn als doel moeten hebben. Wanneer ze bijvoorbeeld over voldoende gegevens beschikt in verband met de inkomsten van elke Belg, dan kunnen de belastingen beter en efficiënter geïnd worden. Zo is er meer geld voor openbare werken en daar vaart iedereen wel bij. Met de eerste vraag worden de leerlingen ertoe aangezet om even bij zichzelf na te gaan wanneer ze zelf persoonlijke informatie verstrekken. Vermoedelijk beschikken de leerlingen nog niet over klantenkaarten bij grootwarenhuisketens. Toch zijn er nog heel wat andere mogelijkheden. De meeste leerlingen beschikken over een gratis e– mailadres. Om dit te bekomen hebben ze een uitgebreide vragenlijst moeten invullen. Jongeren vullen regelmatig enquêtes in om kortingsbonnen of gratis staaltjes te bekomen. Wanneer ze willen lid worden van een bepaalde vereniging, moeten ze ook persoonlijke informatie prijsgeven, onder meer telefoonnummer, adres, leeftijd… Leerlingen brengen meestal in de loop van de les zelf de idee aan om deze vragenlijsten verkeerd in te vullen. Liegen is voor hen een goed alternatief om niet teveel persoonlijke informatie te moeten prijsgeven. Zeker bij het aanvragen van een e-mailadres kan er weinig of moeilijk gecontroleerd worden of de verstrekte gegevens wel kloppen. In dit eerste deel van de les zullen we dit wel even aan de klas voorleggen maar verder gaan we hier beter niet op in. In het tweede deel komt dit nog uitgebreid aan bod. In het volgende stuk van de eerste opdracht moeten de leerlingen op een formulier nagaan wat allemaal moet ingevuld worden. Er wordt niet alleen gevraagd naar de naam, het adres en telefoonnummer maar ook naar het merk van de auto, het bouwjaar… Deze vragenlijst is dus erg gedetailleerd. Wanneer alle vakjes ingevuld worden, beschikt de ondervrager over vrij veel informatie.
3
We geven niet alleen zelf informatie maar heel wat bedrijven en organisaties registreren ook informatie over ons. Ze gaan deze informatie gebruiken om klantenprofielen of facturen op te stellen. Zo zullen telefoonmaatschappijen vastleggen wanneer je telefoneert, naar wie je telefoneert en hoe lang elk gesprek duurt. Deze gegevens hebben ze nodig om (twee)maandelijks een gedetailleerde factuur te kunnen opmaken. Telkens je met een protonkaart betaalt, wordt er geregistreerd waar en hoeveel je betaald hebt. Ook de datum en het tijdstip van aankoop worden vastgelegd. Deze gegevens worden bijgehouden in een databank van Banksys. Ook op het Internet gebeurt dit regelmatig. Wanneer je bepaalde websites bezoekt (zeker e–commercesites), dan registreren deze sites welke pagina’s je hebt bezocht en in welke producten je geïnteresseerd was. Aan de hand daarvan kunnen ze een profiel met interesses opstellen. Als je de website volgende keer bezoekt, kunnen ze je onmiddellijk op de hoogte stellen van nieuwe, voor jou interessante producten en pagina’s. Uiteraard proberen ze hiermee hun verkoop te bevorderen. De leerlingen krijgen een gsm-rekening van Proximus. Het is de bedoeling dat ze alle gegevens noteren die je op een factuur kan terugvinden. Zelfs de gebelde telefoonnummers en de tijdsduur wordt exact weergegeven. Met deze oefening willen we met de leerlingen even stilstaan bij het feit dat als deze rekening in ‘verkeerde’ handen terechtkomt, er toch heel wat informatie over ons zelf verspreid wordt. De vinder kent dan niet alleen onze naam en ons adres maar hij heeft ook een gedetailleerde lijst van de mensen met wie we telefoneren. Hij weet ook hoe lang we met bepaalde mensen gebeld hebben. Bedrijven krijgen aan de hand van deze factuur een goed beeld van hun werknemers. Wanneer bellen ze naar klanten? Wanneer gaat het om louter privé–gesprekken en hoe lang duren deze informele telefoontjes…? Niet alleen bedrijven en organisaties verzamelen informatie over ons. Ook de overheid doet dat. Zo heeft ze een aantal gegevens nodig om te bepalen hoeveel belastingen je moet betalen. Hiervoor heeft ze je wedde, het aantal personen ten laste, de leningen, je onkosten… nodig. Al deze gegevens spelen een rol bij de berekening van de belastingen. Daarnaast verzamelt ze ook een aantal persoonlijke gegevens. Al deze informatie komt in een databank terecht. Aan de hand van je rijksregisternummer kunnen jouw gegevens opgevraagd worden. We vinden hier onze geboortedatum en – plaats, ons adres… terug. Het rijksregisternummer bevindt zich onder andere op de identiteitskaart, op de SIS–kaart… Dit persoonlijk identificatienummer begint steeds met je geboortedatum gevolgd door nog 5 andere cijfers. Je moet dit nummer vaak opgeven wanneer je je gaat inschrijven in een school, in een interim-kantoor… Vroeger kon het vermelden van dit nummer geweigerd worden maar sinds de komst van de nieuwe identiteitskaart wordt het automatisch vermeld. Je moet nu zelf moeite doen om het te laten verwijderen. Veel leerlingen weten niet zoveel over het rijksregisternummer. Daarom moeten ze in deze opdracht opzoek gaan naar de plaatsen waar ze dit nummer kunnen terugvinden. De leerkracht kan dan ook even tijd nemen om de leerlingen te vragen wat er eigenlijk achter het nummer zit en wie deze databank beheert. Deze discussie mag wel even duren want leerlingen zullen nog regelmatig met dit nummer in contact komen.
4
Deze oefening zou door de leerlingen als begintaak kunnen ingevuld worden voor ze naar de les komen. Het zal hen dan onmiddellijk duidelijk worden dat ze eigenlijk heel wat informatie over zichzelf prijsgeven. Indien ze gedurende een bepaalde periode zouden noteren wanneer ze allemaal formuliertjes moesten invullen dan blijkt al snel dat dit toch erg kan oplopen. Wanneer ze dan ook nog noteren waar er onrechtstreeks gegevens over hen worden geregistreerd (bijvoorbeeld op gsm-rekeningen) dan zullen ze vrij vlug een lange lijst met registratiepunten hebben. Dit zal dan een duidelijk vertrekpunt vormen voor de rest van de les. Als de oefening als begintaak ingevuld wordt, moet er aan de verbetering wel wat tijd besteed worden. De oefening vormt eigenlijk de basis van onze les. De leerlingen die zouden problemen hebben bij het oplossen in de klas, hebben ook problemen met het invullen thuis. Ze zijn vermoedelijk gewoon niet bezig met het feit dat er eigenlijk heel wat over hen wordt geregistreerd. Ze zullen zich dan ook niet bewust zijn van de gevaren die met dit verzamelen verbonden zijn. We moeten hen er dus eerst op wijzen dat er eigenlijk heel wat informatie over ons wordt geregistreerd. Pas dan kan de overstap gemaakt worden naar de vraag over misbruik van deze informatie. Wat gebeurt er als al deze gegevens in verkeerde handen vallen?
3 De geschiedenis van de opslagmedia Met dit korte stukje willen we de leerlingen ervan bewust maken dat de laatste jaren de opslagcapaciteit enorm is toegenomen. We beschikken nu over grote databanken waarin erg veel gegevens over één persoon kunnen opgeslagen worden. De informatie kan ook automatisch zonder veel moeite opgezocht worden. Eén klik op een muisknop volstaat om een uitgebreid lijst op het scherm te laten verschijnen… Op een beperkte plaats kan er zonder veel moeite heel wat informatie worden bewaard. Bij de Amerikaanse volkstelling van 1880 duurde het 7 jaar vooraleer alle gegevens verwerkt en geanalyseerd waren. De bevolking was in het daaropvolgende decennium nog sterk toegenomen. Een nieuwe verwerkingsmethode drong zich dus op voor de volkstelling van 1890. Herman Hollerith ontdekte een systeem waarbij geslacht, leeftijd, burgerlijke staat werden voorgesteld door gaatjes in een kaart. Het gebruik van deze ponskaarten veranderde het opslagsysteem voor gegevens aanzienlijk. Elektromechanische sorteermachines en tabulators konden deze kaarten immers vrij snel verwerken. Zes weken na de volkstelling van 1890 waren al 62.6 miljoen gegevens verwerkt. Het gebruik van ponskaarten om data op te slaan zal nog lang gebruikt worden. De machines om deze kaarten te verwerken werden uiteraard wel steeds beter en sneller. Pas in de jaren ’60 van de twintigste eeuw duikt een nieuw systeem op, de magnetische media. Deze diskettes en banden hebben drie belangrijke voordelen ten opzichte van de ponskaarten. Op de eerste plaats zijn de gegevens veel beter toegankelijk. Er moet geen metershoge stapel ponskaarten bekeken en doorzocht worden. Alle gegevens bevinden zich op één tape of diskette. Deze twee zijn ook betrouwbaarder dan de ponskaarten. De kans dat er iets misgaat of dat gegevens verloren gaan, wordt op deze manier verkleind. De laatste maar zeker niet de minst belangrijke reden is de hoeveelheid ingenomen plaats. Tapes of magneetschijven nemen veel minder plaats in dan dezelfde gegevens op ponskaart. De archieven zullen dus verkleinen.
5
De opslagcapaciteit is enorm toegenomen. Heel wat gegevens van een groot aantal personen kunnen in slechts één databank worden opgenomen. Vroeger was dit een levenswerk. Alles moest immers op fiches worden genoteerd. Deze steekkaarten werden geklasseerd in grote kasten. De informatie kan dan ook veel gemakkelijker worden uitgeleend en verspreid dan vroeger. Dit vergroot uiteraard ook het risico dat de gegevens in verkeerde handen vallen.
4 De voordelen en nadelen van gegevensbanken De leerlingen weten nu dat er heel wat informatie over hen in gegevensbanken wordt opgeslagen. Nu zullen ze over deze praktijk een mening moeten opbouwen. Dit kan enkel gebeuren door de voordelen en de nadelen met elkaar te vergelijken. Dankzij de gegevensbanken kunnen bedrijven hun klanten een betere service aanbieden. Ze kunnen je immers informatie geven over de producten die voor jou interessant zijn. Al de andere inlichtingen hoeven ze je niet meer te bezorgen. Het bedrijf kent immers perfect jouw interesses. Zo zal je enkel reclamefoldertjes ontvangen over aardbeienyoghurt als dat jouw favoriete smaak is. Door het sturen van gerichte reclame wordt de papierberg uiteraard verkleind. Hierdoor hebben bedrijven ook aanzienlijk minder uitgaven. Een groot deel van het budget wordt immers aan marketing en reclame uitgegeven. Er worden uiteindelijk alleen de folders en papieren bezorgd die jou interesseren. Bij het aanvragen van formulieren zal je ook niet steeds dezelfde gegevens moeten verstrekken. Iedereen is immers van jouw situatie en persoonlijke gegevens op de hoogte. Ze kunnen zelf de informatie uit de gegevensbank halen. Het juiste formulier kan je onmiddellijk opgestuurd worden. Er wordt nog op een tweede manier bespaard. Bedrijven en banken kunnen immers een lijst samenstellen van wanbetalers. Bij volgende aanvragen van leningen of aankopen zullen de bedrijven en banken deze lijst raadplegen. Wordt jouw naam hierin vermeld dan zal de aanvraag geweigerd worden. Zo verlaagt de prijs voor de andere kopers. Ze hoeven immers het tekort van de wanbetalers niet meer te dekken. De criminaliteit kan ten slotte ook teruggedrongen worden. Er kan immers een lijst van verdachte mensen worden opgesteld. Wanneer er sprake is van een misdaad kan deze lijst geraadpleegd worden. Op deze manier had men na 11 september 2001 een lijst kunnen bekijken van alle mensen die een e-mail hadden verstuurd met de woorden ‘aanslag en WTC’. Hierdoor was het aantal verdachten reeds aanzienlijk beperkt. De misdaad kan dus veel sneller en efficiënter worden opgelost. Naast deze voordelen zijn er ook een aantal gevaren verbonden aan het massaal opslaan van gegevens in databanken. Het is immers best mogelijk dat er verkeerde informatie over jou wordt geregistreerd. Zo kan een vrouw met de naam ‘Kris’ steeds brieven krijgen met de aanspreektitel ‘geachte heer’. Deze vergissing is vervelend maar brengt geen gevaar met zich mee. Er zijn echter andere voorbeelden bekend. In Frankrijk werd er ooit een verpleger doodgeschoten omdat zijn wagen foutief als gestolen gesignaleerd was. De agenten dachten dat de dief wilde wegvluchten en ze schoten hem neer [zie p.59 7]. De over jou geregistreerde informatie kan in verkeerde handen terechtkomen. Zo kan een farmaceutisch bedrijf waarbij je regelmatig medicijnen tegen hooikoorts koopt, je informatie beginnen sturen over hun nieuwste product tegen allergieën. 6
Bedrijven of particulieren kunnen de verkregen informatie gebruiken voor zowel commerciële als criminele doeleinden. Zo worden er steeds meer dure wagens op bestelling gestolen. In een databank zoeken de dieven het gewenste model op. Zo krijgen ze een lijst met mogelijke adressen. Dit bespaart hen reeds heel wat werk. Ze kunnen immers onmiddellijk naar de locatie rijden. Het opnemen van persoonlijke gegevens in een databank betekent natuurlijk ook dat we een deel van onze privacy moeten prijsgeven. Informatie die we liever voor ons zelf hielden, kan nu zomaar door (bijna) iedereen bekeken worden. Het valt voor ons immers moeilijk te controleren wie de gegevens gebruikt. Misschien komt jouw buurman met wie je al jaren ruzie hebt en die bij de belastingen werkt, zo wel jouw loon te weten? De voordelen worden hier naast de nadelen bekeken. Zo kunnen de leerlingen vergelijken. Opnieuw wordt het voor hen duidelijk dat vernieuwingen zowel voordelen als nadelen met zich meebrengen. Deze twee zullen dus tegen elkaar moeten afgewogen worden. De eerste oefening kan aangepakt worden via een klasgesprek. Het is best mogelijk dat de leerlingen zelf nog andere voordelen aanbrengen. Er worden hier immers slechts een viertal mogelijke oplossingen gesuggereerd. De andere kunnen natuurlijk even goed zijn. Aan de hand van een aantal concrete cases worden de nadelen afgeleid. Het is immers voor de leerlingen erg moeilijk om de negatieve kant van databanken te bekijken. Ze zien enkel de voordelen. Met de gevaren denken ze in hun eigen leven niet te maken te hebben. Hier zal dus meer begeleiding nodig zijn.
5 Hoe kunnen we ons beschermen? Het is nu wel duidelijk voor de leerlingen dat het opslaan van gegevens in databanken een aantal gevaren voor hen inhoudt. Zo verliezen ze een groot deel van hun privacy. De vraag zal nu rijzen of ze zich hiertegen kunnen beschermen. Er bestaan een aantal manieren om ons te beschermen tegen het ongewenst opnemen van persoonlijke informatie in gegevensbanken. De meeste mensen zijn hier echter niet van op de hoogte. Daarnaast zitten er ook vaak addertjes onder het gras. Iedereen heeft het recht om de gegevens die een particulier of een bedrijf over hem/haar bijhoudt, in te kijken. Wanneer er fouten in blijken te staan, dan moet je de mogelijkheid hebben om wijzigingen te laten aanbrengen. Op deze manier kan je zelf heel wat problemen vermijden. Ervaring leert ons dat bedrijven niet snel geneigd zijn om je de gegevens te laten inkijken. Ze sturen jou van het kastje naar de muur in de hoop dat je je zoektocht opgeeft. Op deze manier kunnen ze immers verborgen houden wat ze precies registreren. Sommige beweren zelfs geen gegevens over jou bij te houden.
7
Bedrijven zijn ook steeds verplicht jou te melden wat ze met jouw gegevens zullen doen. Je moet hen na het lezen van deze voorwaarden dan de toestemming geven om de informatie hiervoor te gebruiken. Vaak hanteert men het opt-out-systeem. Het vakje met de toestemming is altijd aangevinkt. Je moet dit zelf uitvinken als je niet de toestemming geeft. Dit heeft vaak tot gevolg dat het bedrijf jou als klant weigert. Je neemt hun voorwaarden aan, anders moet je het maar elders proberen. Zeker bedrijven die gratis e-mailadressen aanbieden, hanteren dit systeem. Je kan deze informatie steeds opzoeken in hun privacystatement. Vaak vermelden de bedrijven dat ze enkel jouw gegevens doorgeven als dit ook in jouw voordeel is. Dit is natuurlijk erg moeilijk na te gaan. Hoe weten ze immers precies of jij er voordeel bij hebt? Zo ‘gaf’ de universiteit van Leuven ooit de adressen van al haar studenten aan de krant ‘De Standaard’. Op deze manier kreeg elke student een gratis exemplaar in de bus. Soms geven we zelf de toestemming zonder dat we het weten. Bij het gebruik van een Protonkaart geven we Banksys automatisch de toestemming om gegevens over de aankoop te registreren. Anders is het immers erg moeilijk om het saldo correct bij te houden. Wanneer we telefoneren geven we Belgacom de toestemming om over het gesprek gegevens bij te houden. Door gebruik te maken van de diensten stemmen we automatisch toe in de gebruikersvoorwaarden. We kunnen ook liegen als we een formulier moeten invullen. Zeker bij vragenlijsten op het Internet is dit mogelijk. Het valt immers moeilijk na te gaan wie er precies achter de computer zit. Jongeren maken van deze techniek erg vaak gebruik. Toch zijn er een aantal gevaren mee verbonden. Zo kan de dienst geweigerd worden als na controle blijkt dat er gelogen is. De informatie kan daarnaast ook in databanken terechtkomen. Zo worden er foutieve gegevens over ons verspreid. De mogelijke gevolgen hiervan werden hierboven reeds besproken. Op Europees niveau werd er een wet in verband met de privacy opgesteld. Elk land van de Unie moet deze wet nog afzonderlijk goedkeuren. Het opstellen en uitwerken van deze wet is echt specialistenwerk. De gewone mensen zijn dan ook vaak niet op de hoogte van hun rechten en plichten. Ze zouden hierover geïnformeerd moeten worden. Daarnaast is het Internet een internationaal medium. De Europese privacywet is niet geldig in Amerika. Wat moet er gebeuren als het Amerikaanse bedrijf Hotmail jouw rechten als Belgisch burger niet respecteert? Welke strafmaten zullen dan gehanteerd moeten worden? Met deze vragen kunnen we deze lessenreeks afsluiten. Het zal voor de leerlingen duidelijk worden dat deze problemen niet eenvoudig kunnen opgelost worden. Er wordt gezocht naar mogelijkheden maar voorlopig is er nog geen pasklare oplossing gevonden.
8