HANDLEIDING
België
Europalaan 73 | 9800 Deinze T +32 (0)9 321 99 21 F +32 (0)9 371 97 61
[email protected] www.irs-btech.be
18/02/13 14:26
Handleiding
I.R.S-Btech België Beste klant Deze handleiding biedt een beknopt overzicht van de producten in het Tridexgamma en de specifieke verwerkingsmethode van deze EPDM-rubber.
Handleiding TRIDEX_BN_4.0_2013.02_W
Tridex_Handleiding BN.indd 1
19/02/13 14:35
Algemene informatie Verantwoording Deze handleiding van Tridex vervangt alle voorgaande versies. Hij is aangepast aan de huidige stand van de techniek met betrekking tot de toepassing van Tridex EPDM in alle nader omschreven daksystemen. Voor alle toepassingen van Tridex in daksystemen die niet in deze technische handleiding zijn behandeld, dient u te allen tijde contact op te nemen met de Technische Dienst van I.R.S International nv. Algemene richtlijnen Het is belangrijk dat Tridex EPDM-rubber conform de recentste verwerkingsvoorschriften wordt geplaatst. Het is dan ook de verantwoordelijkheid van de gebruiker na te gaan of hij/zij over de laatste versie van deze technische handleiding beschikt. De technische fiches, MSDS-fiches (veiligheidsinformatiebladen) en instructiekaarten van onze producten zijn verkrijgbaar bij I.R.S International nv. Men mag enkel de door I.R.S International nv geadviseerde producten gebruiken. De verschillende onderdelen van het Tridex-systeem zijn volledig op elkaar afgestemd en vormen één geheel. Het gebruik van andere materialen zal het systeem nadelig beïnvloeden; hiervoor kan I.R.S International nv bijgevolg geen verantwoordelijkheid opnemen. De primer, lijmen en kit mogen niet worden verdund. De minimumtemperatuur waarbij men de primer, lijmen en kit kan verwerken, bedraagt 5°C, tenzij anders vermeld in de technische fiche en op de verpakking. De te verlijmen oppervlakken moeten altijd schoon, droog, olie-, stof- en vetvrij zijn. De ondergrond waarop de Tridex EPDM wordt aangebracht, dient te voldoen aan de nader omschreven voorwaarden. Alle werkzaamheden aan de ondergrond moeten volledig uitgevoerd zijn vooraleer de Tridex EPDM-rubber wordt aangebracht. Chemische bestendigheid Een Tridex EPDM-membraan weerstaat aan de meeste producten. Het is echter niet bestand tegen bepaalde stoffen, zoals benzine, benzeen, petroleum, organische oplosmiddelen, vetstoffen, oliën, teerproducten, detergenten en geconcentreerde oxidatiemiddelen bij hoge temperaturen. In geval van twijfel moet het advies van I.R.S International nv worden ingewonnen. Copyright De teksten in deze uitgave vallen onder auteursrecht. Overname of reproductie is niet toegestaan, tenzij hiervoor schriftelijke toestemming werd verleend door I.R.S International nv.
2
Inhoud Materiaallijst ....................................................................................................................... 4 Verwerking ....................................................................................................................... 17 Detailtekeningen ............................................................................................................ 31 Andere Tridex-toepassingen ................................................................................. 43
3
Materiaallijst 1. Tridex EPDM-rollen Kleur:
zwart
Beschikbare diktes:
0,75 mm 1,0 mm 1,2 mm 1,5 mm (op bestelling)
Beschikbare breedtes:
10 cm, 15 cm, 20 cm, 25 cm, 30 cm, 35 cm, 40 cm, 45 cm, 50 cm, 60 cm, 70 cm, 80 cm, 90 cm, 100 cm, 110 cm, 120 cm, 130 cm en 140 cm
Beschikbare lengtes:
20 strekkende meter 100 strekkende meter
Contacteer I.R.S International nv voor het volledige gamma Tridex EPDM-rollen.
Het Tridex EPDM-membraan is blijvend elastisch, onderhoudsvrij, beloopbaar, 100% ozon- en UV-bestendig, en het beschikt over een attest voor helderregenwaterrecuperatie.
4
Materiaallijst 2. Tridex EPDM-membranen op maat • Dit prefab-membraan laat u toe om naadloos te werken op het dak. Tot ongeveer 1000 m² kunnen we u aanbieden uit één stuk. De naden zijn in de fabriek gevulkaniseerd. Hou wel rekening met de benodigde productie- en levertijd (circa drie weken). Artikelnummer: 01TRI11100 01TRI11600 01TRI12600 01TRI13600 01TRI14600
Tridex EPDM-membraan 0,75 mm Tridex EPDM-membraan 1,0 mm Tridex EPDM-membraan 1,2 mm Tridex EPDM-membraan 1,5 mm Tridex EPDM-membraan 2,0 mm
op maat op maat op maat op maat op maat
(op bestelling) (op bestelling) (op bestelling) (op bestelling) (op bestelling)
• Ook de volgende Tridex EPDM-membranen (van 1,0 mm dik) zijn op maat geproduceerd, maar ze zijn uit voorraad leverbaar. U kunt kiezen uit volledige rollen of afsnijdingen in de lengte. Rollen Artikelnummer: 01TRI03760 01TRI03770 01TRI03780 01TRI03790 01TRI03800 01TRI03810
Tridex EPDM-membraan 1,0 mm Tridex EPDM-membraan 1,0 mm Tridex EPDM-membraan 1,0 mm Tridex EPDM-membraan 1,0 mm Tridex EPDM-membraan 1,0 mm Tridex EPDM-membraan 1,0 mm
4,20 m x 30 m 7,00 m x 30 m 11,20 m x 25 m 5,60 m x 30 m 2,80 m x 30 m 2,00 m x 30 m
Afsnijdingen Artikelnummer: 01TRI11830 01TRI11850 01TRI11900 01TRI11950 01TRI12000 01TRI12050
Afsnijding Tridex EPDM 1,0 mm Afsnijding Tridex EPDM 1,0 mm Afsnijding Tridex EPDM 1,0 mm Afsnijding Tridex EPDM 1,0 mm Afsnijding Tridex EPDM 1,0 mm Afsnijding Tridex EPDM 1,0 mm
2,00 m x 2,80 m x 4,20 m x 5,60 m x 7,00 m x 11,20 m x
5
Materiaallijst 3. Tridex KS137 Artikelnummer: 01TRI30200 01TRI30250
Tridex KS137 Tridex KS137
0,9 kg 5,3 kg
Verbruik (afhankelijk van de ondergrond): • met drukvat: circa 350 g/m² (naar rato 175 g/m² per zijde) => circa 15 m² per bus van 5,3 kg • met lijmrol: circa 600 g/m² (naar rato 300 g/m² per zijde) => circa 8 m² per bus van 5,3 kg • met borstel: circa 800 g/m² (naar rato 400 g/m² per zijde) => circa 1 m² per bus van 0,9 kg
De ondergrond dient droog, stof- en vetvrij te zijn. Alle stof en losse delen dienen vooraf verwijderd te worden. Tridex KS137 is een contactlijm die tweezijdig moet worden aangebracht, dat wil zeggen dat zowel de ondergrond als de omgeslagen onderkant van de Tridex EPDM-folie gelijmd moeten worden. Hij kan zowel voor verticale als horizontale verlijming worden aangewend. De lijm wordt bij voorkeur aangebracht met het drukvat. Borstel of lijmrol zijn ook mogelijk, maar geven mogelijks een minder strakke plaatsing. De lijm dient vóór gebruik niet omgeroerd te worden. Neem voldoende tijd om de lijm te laten drogen. Wanneer de lijm niet meer nat is en bij stevig contact met de vingertoppen geen draden meer trekt, kunnen beide zijden met elkaar in contact worden gebracht. Druk vervolgens aan met een borstel; voor de verticale delen gebruikt u een rol. Men kan onmiddellijk vaststellen of er een goede en sterke verlijming tot stand is gekomen door beide zijden van elkaar los proberen te trekken. Correcties van het membraan zijn niet meer mogelijk. Bij bepaalde combinaties van temperatuur en luchtvochtigheid kan er condens op de lijm ontstaan. Rol in dat geval de Tridex EPDM-rubber niet in de lijm en wacht op drogere omstandigheden en hogere temperaturen om de procedure opnieuw te starten. De minimale verwerkingstemperatuur bedraagt +5°C.
6
Materiaallijst • Verwerking met borstel Mogelijk voor kleine oppervlakken, maar arbeidsintensief. Wanneer Tridex KS137 te dik wordt aangebracht, bestaat het gevaar onvoldoende hechting en dus blaasvorming te krijgen. • Verwerking met lijmrol Tridex KS137 dient zo dun mogelijk en gelijkmatig uitgerold te worden. Ook hier kan blaasvorming optreden. • Verwerking met drukvat De ideale manier om Tridex KS137 aan te brengen.Met het drukvat moet er een dunne, gelijkmatige laag contactlijm op beide zijden van het oppervlak aangebracht worden. Deze verwerkingsmethode gaat snel en is heel economisch. 4. Tridex KS143 Artikelnummer:
01TRI40050 Tridex KS143 01TRI40100 Tridex KS143
0,9 kg 6 kg
Verbruik: circa 350 g/m² Verbruik per verpakking: circa 3 m² per bus van 0,9 kg circa 17 m² per bus van 6 kg Tridex KS143 is een beige ondergrondlijm op basis van polyurethaan, met heel weinig solventen. Het is belangrijk op een droge en schone ondergrond te werken. Alle stof en losse delen dienen vooraf verwijderd te worden. De minimale verwerkingstemperatuur bedraagt +5°C. Tridex KS143 wordt slingersgewijs en gelijkmatig op de horizontale ondergrond aangebracht (70% verkleving). Zo blijven er geen grote losliggende vlakken achter en kan de wind nooit grip krijgen op het dakmembraan. Nadat Tridex KS143 is aangebracht, dienen we een wachttijd van ongeveer 10 minuten te respecteren om de lijm te laten uitdampen. De opkanten, hoek-, rand- en turbulentiezones van het dak dienen tweezijdig én volvlakkig verkleefd te worden met Tridex KS137 om een winddichte en turbulentie-resistente hechting te verkrijgen. De minimale breedte van de hoek-, rand- en turbulentiezones bedraagt 1 meter. Verdere dimensionering gebeurt conform TV215 van het WTCB. Rond alle details (zoals hoeken, hemelwaterafvoeren, koepels en schoorstenen) wordt het Tridex EPDM-membraan voor ten minste 1 meter tweezijdig én volvlakkig verlijmd met Tridex KS137. Bij kleine oppervlaktes of indien er veel details in het dak aanwezig zijn, kan het volledige dakvlak met Tridex KS137 worden verlijmd.
7
Materiaallijst 5. Tridex opstartalcohol Artikelnummer:
01TRI30050
Verpakking: Verbruik: Verbruik per verpakking:
1 liter/bus circa 0,01 liter per meter naad circa 100 meter naad per fles
Tridex opstartalcohol wordt gebruikt om de naadzones voor te bereiden waar Tridex KS2000 wordt toegepast. De minimale verwerkingstemperatuur bedraagt +5°C. 6. Tridex KS2000 Artikelnummer: 01TRI30100 01TRI30150 Verbruik: Verbruik per verpakking:
Tridex KS2000 Tridex KS2000
50 ml 100 ml
circa 2 m per meter naad 25 meter per bus van 50 ml 50 meter per bus van 100 ml
Tridex KS2000 wordt gebruikt om naadverbindingen te maken. De minimale verwerkingstemperatuur bedraagt +5°C. Het naadoppervlak moet altijd worden voorbehandeld met Tridex opstartalcohol. De naadverbinding dient naderhand te worden afgekit met Tridex KS87. 7. Tridex KS87 Artikelnummer: Verbruik:
01TRI30300 Tridex KS87 310 ml circa 4 strekkende meter per patroon
Artikelnummer: 01TRI30350 Tridex KS87 Verbruik: circa 8 strekkende meter per patroon
8
600 ml
Materiaallijst Tridex KS87 wordt met het bijbehorende gesloten kitpistool gebruikt op alle risicopunten, zoals hoeken, T-naden, dakranden, muurafwerkingen en hemelwaterafvoeren. Alle detailafwerkingen moeten volledig afgekit worden. Tridex KS87 sluit capillair water uit en wordt pas tijdens of na de eindcontrole van het dak aangebracht aangezien er over de kit niet meer gelijmd kan worden. Deze kit mag in geen geval worden vervangen door een niet bij het systeem behorende kit. 8. Tridex flashing Artikelnummer: 01TRI30450
Tridex flashing
30 cm x 5 m
Verbruik: 30 cm per hoek Verbruik per verpakking: 17 hoeken per rol van 5 m Bewaartemperatuur:
tussen 1 en 8°C
Tridex flashing is een semigevulkaniseerde EPDM-rubber die gebruikt wordt om buitenhoeken en details af te werken waar eventueel spanning overbrugd moet worden. De hechting wordt gerealiseerd met Tridex KS137, die dubbelzijdig aangebracht wordt op zowel de ondergrond als de Tridex flashing. Het geheel wordt afgewerkt met Tridex KS87. 9. Tridex prefab binnenhoek Artikelnummer:
01TRI30700
Een Tridex binnenhoek wordt verkleefd met Tridex KS137 (contactlijm) en afgewerkt met Tridex KS87. Hij is speciaal vervaardigd voor de afwerking van binnenhoeken van 90°.
10. Tridex prefab buitenhoek Artikelnummer:
01TRI30800
Een Tridex buitenhoek wordt verkleefd met Tridex KS137 (contactlijm) en afgewerkt met Tridex KS87. Hij is speciaal vervaardigd voor de afwerking van buitenhoeken van 90°.
9
Materiaallijst 11. Tridex KS96 Artikelnummer:
01TRI40150
Verpakking:
per patroon van 600 ml of 12 patronen per doos circa 8 strekkende meter per patroon
Verbruik:
Tridex KS96 is een plastische kit die eenzijdig wordt aangebracht op verticale vlakken. Hij is speciaal ontwikkeld voor de hechting van Tridex-stroken. Bovendien hecht hij bijzonder goed op glas en aluminium. 12. Strokenhechter Artikelnummer:
01TRI40200
Verpakking:
per patroon van 600 ml of 12 patronen per doos circa 8 strekkende meter per patroon
Verbruik:
Strokenhechter dient om Tridex EPDM-stroken te verkleven op een droge, stof- en vetvrije verticale ondergrond. Breng één of twee rillen aan, druk de strook in de strokenhechter en rol aan.
10
Materiaallijst 13. Triled Artikelnummer: 01TRI09550 Triled 2,2 mm
0,21 m x 12 m
Triled is een loodvervangend product dat als waterkerende strook in de verticale buitenmuur kan worden ingeslepen. Het is een combinatie van een 2,5 mm dikke strook Tridex EPDM en een 210 mm brede wapening van strekmetaal. Dat strekmetaal laat toe Triled te buigen zoals men het wenst. Uit zorg voor een groen milieu is Triled speciaal ontwikkeld ter vervanging van bladlood in spouwmuur-constructies, langs lichtstraten en rond kozijnen. In tegenstelling tot lood is Triled milieuvriendelijk, want er spoelen in de loop der jaren geen zware metalen uit. 14. Tridex cleaner Artikelnummer:
01TRI30400
Verpakking:
5 liter/bus
Tridex cleaner wordt gebruikt om materieel schoon te maken, om het drukvat en de leidingen te reinigen, en om lijmresten te verwijderen. Gebruik geen Tridex cleaner om het membraan zelf te reinigen. 15. PX500 Isolatielijm Artikelnummer:
01TRI50050
Verpakking:
6,5 kg/bus
PX500 Isolatielijm is een vochthardend polyurethaansysteem voor de verlijming van isolatiemateriaal zoals polyurethaan-, polystyreenhardschuim en minerale wol, die als dakisolatie voor platte daken worden toegepast. De ondergrond dient stevig, schoon en vrij te zijn van zichtbaar water. Afhankelijk van de vlakheid van de ondergrond en de te verlijmen materialen bedraagt de lijmopdracht 100-300 g/m². De lijm moet in rillen (25-75 g/m) aangebracht worden, waarbij meestal 4 rillen per meter voldoende zijn. In de rand- en hoekzones moet de lijmopdracht met circa 50% worden verhoogd. Breng niet meer lijm aan dan in maximum 5 minuten bedekt kan worden.
11
Materiaallijst 16. Insta-stik Artikelnummer: 01TRI50100 Insta-stik tank Brutogewicht: Nettogewicht:
13,4 kg 10,4 kg
Insta-stik is een professionele eencomponentspolyurethaanlijm voor de verlijming van isolatieplaten op talrijke compatibele ondergronden. Insta-stik wordt geleverd in een draagbare druktank die geen externe energiebron nodig heeft. (Een compressor is hier niet nodig.) Raadpleeg de technische fiche voor de berekening van de benodigde hoeveelheid Insta-stik. Als vuistregel kan gesteld worden dat bij de berekening van de benodigde hoeveelheid tanks het aantal m² dat verlijmd moet worden, gedeeld wordt door 87 m². Insta-stik slang/buis-constructie Artikelnummer: 01TRI50150 Insta-stik slang/buis-constructie Insta-stik wordt aangebracht met behulp van de Insta-stik slang/buis-constructie, die bevestigd wordt aan de cilinderafsluiter. Hij kan worden doorgespoeld met aceton indien de PU-lijm nog niet uitgehard is. 17. Geotextieldoek Artikelnummer: 01TRI56000 Geotextiel 300 g 2 m x 75 m 150 m²/rol 01TRI56020 Afsnijding geotextiel 300 g 2 m maal de door u te bepalen lengte Een geotextieldoek is een scheidingslaag van 300 gram non-woven polyestervlies ter bescherming van het EPDM-membraan: bijvoorbeeld bij losliggend geballaste toepassingen vóór het plaatsen van de ballastlaag of als bescherming op oneffen ondergronden.
12
Materiaallijst 18. Hemelwaterafvoeren en dakontluchtingen Om in alle omstandigheden het juiste antwoord te kunnen bieden op de afwerking van hemelwaterafvoeren, werd er een hoogwaardige combinatie gemaakt tussen de PE-afvoerbuis en de soepele EPDM-slabbe. De fabriekslas geeft altijd 100% zekerheid. De onderliggende EPDM wordt rond de sparing van de hemelwaterafvoer bevestigd met vier drukverdeelplaatjes en een bevestiger afgestemd op de onderconstructie. Nadat de hemelwaterafvoer is geplaatst (boven op de Tridex EPDM), wordt de slabbe met Tridex KS87 gehecht. Om een correcte hechting te verkrijgen vooraleer de Tridex KS87 wordt aangebracht, dienen zowel het werkoppervlak als de onderzijde van de slabbe voorbehandeld te worden met Tridex opstartalcohol. Opmerkingen • Let erop dat u altijd waterdicht aansluit op de afvoerbuizen. Stadsuitlopen dienen bovendien ook altijd winddicht te worden afgewerkt. • Voor ons uitgebreide gamma tapgaten, stadsuitlopen, bladvangers en dakontluchtingen neemt u het best contact op met I.R.S International nv.
13
Materiaallijst 19. EPDM-toebehoren
01MAT10100 Ergonomische aandrukrol 4 cm
01MAT10200 Aandrukrol 5 cm
01MAT10400 T-naadroller
01MAT10500 Gesloten kitpistool
01MAT10600 Rollerframe 11 cm met schroefdop
01MAT10700 Rollerframe 22 cm met schroefdop
14
01MAT10300 Aandrukrol 10 cm
01MAT10800 Wegwerprollerhoes 11 cm
Materiaallijst
01MAT10900 Wegwerprollerhoes 22 cm
01MAT11100 Drukvat compleet
01MAT11300 Lijmslang + koppelingen
01MAT10960 Wegwerpkwast 5 cm
01MAT11000 Houten steel lijmrolhouder
01MAT11120 Rolwagen
01MAT11200 Lijmpistool drukvat 2,5
01MAT11220 Verlenging voor lijmpistool
01MAT11400 Luchtslang + koppelingen
01MAT11600 Rubberen dichtingsring
15
Materiaallijst
01MAT15500 Insta-stik-karretje compleet
01MAT15600 Grijze verbindingsslang tank-koppeling
01MAT15700 Verbindingsslang koppeling-spuiteinde
01MAT11700 Naaldenset HVLP-9010 SP-2.5
01MAT14710 Werkschaar
01MAT14730 Carlisle EPDM-schaar rechts 01MAT14750 Carlisle EPDM-schaar links
16
Verwerking 1. Algemeen 1.1 Atmosferische gesteldheid De correcte plaatsing van Tridex EPDM gebeurt bij droog weer en bij een minimumtemperatuur van +5°C. Hoge windsnelheden kunnen ook voor problemen zorgen, zowel op het gebied van de veiligheid als op het gebied van de plaatsing van de EPDM-dakbanen. Eventueel is het nodig de geplaatste Tridex EPDM-dakbanen voorlopig te ballasten. De wind en de omgevingstemperatuur kunnen een invloed hebben op het maken van de naden. Ook de opentijd van lijmen wordt beïnvloed door wind en temperatuur. 1.2 Algemene eisen en voorbereiding ondergrond De ondergrond dient stabiel, droog, vet- en stofvrij te zijn (bijvoorbeeld stofvrij: bezande isolatieplaat grondig afborstelen) en ontdaan van eventuele scherpe delen zodat een goede hechting verkregen kan worden en er geen kans op perforatie is. Indien er nog grind van een vroegere ballastlaag achter is gebleven in de te renoveren dakhuid, dient die verwijderd te worden. Bij renovatieprojecten valt het aan te raden altijd te controleren of de onderliggende lagen voldoende gehecht zijn, en of de isolatie en/of de draagvloer geen rottingsverschijnselen vertonen. In sommige gevallen zal volledige afbraak zich opdringen. Problemen als blaasvorming, verzakking en waterstagnatie dienen opgelost te worden voor er met de plaatsing van Tridex gestart wordt. In de praktijk is het droogmaken van een betonnen oppervlak dikwijls heel moeilijk. Daarom is het soms aangewezen een betondak te ballasten. Als het betonnen oppervlak moeilijk stofvrij gemaakt kan worden, is het eventueel nodig een snel drogend kleefvernis te gebruiken. Bij volledige verkleving op isolatie dient die door de fabrikant aantoonbaar geschikt verklaard te zijn voor volledige verkleving. 1.3 Dakhelling Daken kunnen volledig worden verlijmd met Tridex KS137. Deze techniek is geschikt voor alle hellingen. Als de helling groter is dan 70%, dient tevens een extra mechanische bevestiging te worden aangebracht. De techniek van de losse plaatsing met ballast kan worden toegepast bij hellingen tot 5% (bij grindbescherming) of 10% (voor daken met tegels). Voor geballaste toepassingen met een helling van meer dan 10% moet Tridex toch verkleefd worden. 1.4 Opmerkingen EPDM-rubber is niet bestand tegen koolwaterstoffen. Terrassen mogen daarom niet worden schoon-gemaakt met oliehoudende producten of andere producten die de rubber kunnen beschadigen. Bij twijfel neemt u het best contact op met I.R.S International nv. 17
Verwerking 2. Gelijmde toepassing De banen worden uitgerold en gepositioneerd. Respecteer een ontspanningstijd van een halfuur. Intussen kunnen we uiteraard doorgaan met het werk. Alle banen worden over de volle lengte teruggevouwen tot de halve breedte. Zo blijven de dakbanen op hun correcte plaats liggen. Op het horizontale middenvlak worden de dakbanen met Tridex KS143 slingersgewijs, eenzijdig partieel verkleefd (70% verkleving). Schud de bus Tridex KS143 grondig, verwijder de veiligheidssluiting en draai de afsluitdop opnieuw op de bus. Perforeer zo’n 4 à 5 gaten onderaan in de bus. Na de nodige open tijd (circa 10 minuten) wordt het membraan in de lijm aangebracht. (De uitdamptijd is sterk weersafhankelijk: hoe kouder, hoe trager de uitdamping verloopt.) Men dient ervoor te zorgen dat er geen vlies op de lijm gevormd wordt voor de membranen dicht worden gelegd. Veeg het Tridexmembraan na de verlijming altijd aan. De opgaande kanten, hoek-, rand- en turbulentiezones worden minimaal 1 m 100% volvlakkig tweezijdig verkleefd met Tridex KS137 (350 g/m² met het drukvat of 600 g/m² met de lijmrol). Een gelijkmatige verdeling van de lijm is noodzakelijk om een goede hechting te verkrijgen. Verdere dimensionering gebeurt conform TV215 van het WTCB. Rond alle details (zoals hoeken, hemelwaterafvoeren, koepels, schoorstenen en lichtstraten) wordt het Tridex EPDM-membraan voor ten minste 1 meter tweezijdig én volvlakkig verlijmd met Tridex KS137. De lijm dient aan beide zijden handdroog te zijn alvorens contact te maken met de verlijmde oppervlakken. Zie erop toe dat het Tridexmembraan meteen op de juiste plaats terechtkomt, want zodra er contact is gemaakt, kan het membraan niet meer worden verplaatst. De opgaande kanten, hoek-, rand- en turbulentiezones dienen steeds grondig aangerold te worden met de 4 cm brede aandrukrol. Beide lijmen mogen in geen geval verdund worden. Opmerkingen • Bij vochtig weer (regen, sneeuw, mist) en/of wanneer de omgevingstemperatuur minder dan 5°C bedraagt, moet het werk worden onderbroken. Onder de 5°C en zodra er gevaar is op condensvorming, moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen worden getroffen volgens de adviezen van I.R.S International nv. Neem bij twijfel steeds contact op. • Tridex KS143 mag enkel voor horizontale verlijming (tot 15° helling) worden gebruikt.
18
Verwerking 3. Geballaste toepassing Bij geballaste daken, zal het horizontale middenvlak enkel door middel van de aangebrachte ballastlaag aan de ondergrond gehecht worden. De techniek van de losse plaatsing met ballast kan maximaal tot 10% helling toegepast worden. Voor geballaste toepassingen, die op een helling van meer dan 10% geplaatst worden, moet de Tridex EPDM toch verkleefd worden. We inspecteren tevens de draagkracht van de dakvloer. Eventueel dient een stabiliteitsingenieur ingeschakeld te worden om uitsluitsel te geven. De keuze van de ballast gebeurt volgens de richtlijnen van het WTCB. Hoe zwaarder de te verwachten windbelasting, hoe zwaarder de ballastlaag en hoe groter de diameter van de geplaatste ballast. Rand- en turbulentiezones dienen indien nodig van een zwaardere ballastlaag te worden voorzien. De opgaande kanten, hoek-, rand- en turbulentiezones worden minimaal 1 m 100% volvlakkig tweezijdig verkleefd met Tridex KS137 (350 g/m² met het drukvat of 600 g/m² met de lijmrol). Een gelijkmatige verdeling van de lijm is noodzakelijk om een goede hechting te verkrijgen. Verdere dimensionering gebeurt conform TV215 van het WTCB. Rond alle details (zoals hoeken, hemelwaterafvoeren, koepels, schoorstenen en lichtstraten) wordt het Tridex EPDM-membraan voor ten minste 1 meter tweezijdig én volvlakkig verlijmd met Tridex KS137. De lijm dient aan beide zijden handdroog te zijn alvorens contact te maken met de verlijmde oppervlakken. Zie erop toe dat het Tridex-membraan meteen op de juiste plaats terechtkomt, want zodra er contact is gemaakt, kan het membraan niet meer worden verplaatst. De opgaande kanten, hoek-, rand- en turbulentiezones dienen steeds grondig aangerold te worden met de 4 cm brede aandrukrol. De lijm mag in geen geval verdund worden. In geballaste systemen (en ook groendaken) wordt aangeraden alle naden dubbel af te werken om het risico op fouten volledig uit te schakelen. Op een Tridex-naad wordt dus nog een extra Tridex-strook geplaatst. Zodra de Tridex KS87 aan de details volledig uitgehard is, wordt het werk aan een grondige inspectie onderworpen. Zodra dat is gebeurd, kunnen we starten met de plaatsing van de beschermingslaag en ballast. Bij geballaste daken moet de ballast voldoen aan de eisen van TV215. Voor daktuinsystemen moet men rekening houden met het drooggewicht.
19
Verwerking Opmerkingen Na plaatsing van de Tridex EPDM-rubber dient het dak onder water te worden gezet gedurende een periode van minimaal 24 uur om te bepalen of het dak waterdicht is. Bij een waterdicht resultaat wordt het water verwijderd en moeten de beschermdoek én de ballast meteen worden geplaatst. Om te verhinderen dat de Tridex EPDM gaat opwaaien, moet te allen tijde worden voorkomen dat de rubber zonder enige vorm van ballast op het dak ligt. 4. Mechanisch bevestigde toepassing In een mechanisch bevestigd systeem wordt het horizontale vlak mechanisch bevestigd. Het aantal bevestigingen is afhankelijk van de te verwachten windbelasting op het dak (zie de tabellen van het WTCB). Deze windbelasting wordt beïnvloed door verschillende factoren. (1) De indeling van het dak in verschillende zones - Het middenvlak - De randzones - De hoekzones - De andere turbulentiezones (2) Het gebouw - De hoogte - De lengte - De breedte (3) De ligging van het gebouw - Aan de kust - In landleijk gebied - In verstedelijkt of bebost gebied - In stedelijk gebied Op basis hiervan kan het aantal bevestigingen worden bepaald. Stelregel zal altijd zijn dat de turbulentie-, hoek- en randzones beter bevestigd zullen worden dan het middenvlak. Hoe hoger het gebouw, hoe beter de dakhuid bevestigd moet zijn.
20
Verwerking De verticale vlakken worden 100% volvlakkig tweezijdig verkleefd met Tridex KS137 (350 g/m² met het drukvat of 600 g/m² met de lijmrol). Een gelijkmatige verdeling van de lijm is noodzakelijk om een goede hechting te verkrijgen. De lijm dient aan beide zijden handdroog te zijn vooraleer contact wordt gemaakt tussen de te verbinden delen. In de overgang van horizontaal naar verticaal vlak dient er ofwel een mechanische bevestiging te worden geplaatst met aangepaste schroeven en plaatjes, ofwel dient er minimaal 1 m in het dakvlak volvlakkig verkleefd te worden. Met dit mechanisch bevestigde systeem kan op elke geschikte ondergrond gewerkt worden. De eisen waaraan een ondergrond moet voldoen, betreffen de drukvastheid, de temperatuursbestendigheid, de levensduur en thermische stabiliteit. Besteed eveneens aandacht aan de uittrekwaarde van de mechanische bevestigingen in de verschillende mogelijke ondergronden (staalplaten, hout, gasbeton en beton). 5. Afwerking van naden met Tridex KS2000
1
2
3
4
5
6
7
8
21
Verwerking Het is belangrijk elke werkdag het volledige geplaatste oppervlak waterdicht af te werken. Vouw alle naden open (foto 1). Reinig de naden met Tridex cleaner als ze vervuild zijn met stof, lijm of andere residu’s. De naden moeten ook perfect droog zijn. Behandel beide oppervlakken met Tridex opstartalcohol (foto’s 2 en 3). Pas als deze opstartalcohol droog is, brengen we Tridex KS2000 op minimum 2 cm in de overlap aan met de verdeelfles (foto 4). Met de vrije hand drukken we de naadzone zorgvuldig aan (foto 5). Zorg ervoor dat er geen ongelijmde zones in de naad achterblijven. Na een aantal minuten zijn beide dakbanen met elkaar verbonden. Het losse deel van de naadverbinding moet nu afgekit worden. Breng Tridex KS87 aan die de volledige losse flap vasthecht (foto 6). We zorgen ervoor dat deze kitlaag minimum 2 mm dik en 2 cm breed is. Wanneer de kitlaag wordt aangedrukt (foto 7), zal er een kituitstulping ontstaan. Die kan eventueel afgestreken worden met de achterzijde van de gebruikte kitkoker (foto 8). Afkitten gebeurt altijd op het einde van de werkdag. Opmerkingen • Tridex KS2000 kan enkel gebruikt worden voor de hechting van Tridex op Tridex. • Het kan enkel toegepast worden met nieuw materiaal. • Tridex KS2000 kan niet worden toegepast in combinatie met Tridex flashing. • Tridex KS2000 mag beslist niet te dik worden aangebracht. • Zodra Tridex KS2000 is aangebracht, moet de naadverbinding onmiddellijk (binnen de 5 seconden) worden gesloten. • De minimale verwerkingstemperatuur bedraagt +5°C. 6. Afwerking van naden met Tridex KS137 Het is belangrijk elke werkdag het volledige geplaatste oppervlak waterdicht af te werken. Alle naden worden opengevouwen zodat we Tridex KS137 kunnen aanbrengen. Reinig de naden met Tridex cleaner als ze vervuild zijn met stof, lijm of andere residu’s. De naden moeten ook perfect droog zijn. De overlap bedraagt 10 cm. Breng Tridex KS137 op een breedte van 8 cm dubbelzijdig aan met een lijmrol of borstel. Als het oppervlak handdroog is (na te gaan met de voel- en duwtest) kunnen we de naad dichtleggen. Hierbij mogen er geen vouwen ontstaan. De overblijvende 2 cm wordt naderhand afgewerkt met Tridex KS87. We zorgen ervoor dat deze kitlaag minimum 2 mm dik en 2 cm breed is. Wanneer de kitlaag wordt aangedrukt, zal er een kituitstulping ontstaan. Die kan eventueel afgestreken worden met de achterzijde van de gebruikte kitkoker. Afkitten gebeurt altijd op het einde van de werkdag.
22
Verwerking Opmerkingen: • Tridex KS137 kan ook gebruikt worden voor de hechting van Tridex op verticale vlakken, details en kimbevestigingen. • Het kan zowel op nieuw als verouderd materiaal toegepast worden. • Tridex KS137 wordt gebruikt voor de hechting van Tridex flashing. • Tridex KS137 mag men niet gebruiken door de lijm direct op het te verlijmen oppervlak te gieten en daarna uit te smeren of rollen. • Wanneer Tridex KS137 erg dik is door de koude, kan men de bussen verwarmen in water van maximum 70°C. Sla de lijm op op een verwarmde plaats. • Verdun Tridex KS137 nooit. • Tridex KS137 kan niet over Tridex KS143 gelijmd worden. • Let op bij mist of hoge luchtvochtigheid. De combinatie van koude en vocht kan er immers voor zorgen dat Tridex KS137 niet hecht. • De minimale verwerkingstemperatuur bedraagt +5°C.
23
Verwerking 7. Gevulkaniseerde naden Als u naadloos wenst te werken, kunnen wij u prefab membranen aanbieden. Tot ongeveer 1000 m² kunnen we u aanbieden uit één stuk. De naden zijn in de fabriek gevulkaniseerd. Hou wel rekening met de benodigde productie- en levertijd (circa drie weken). Membranen van 1,2 mm dik met gevulkaniseerde naden voldoen aan de FLL-test, van belang voor daktuinen.
8. Afwerking van verticale naden Verticale naden worden op dezelfde manier afgewerkt als horizontale. Door de kimverlijming correct uit te voeren, vermijdt u capillaire holtes. We dienen de overgang van horizontaal naar verticaal vlak in de naadverbinding steeds kritisch te beoordelen. 9. Reparatie van capillaire holtes Een eventuele vouw in een naadverbinding moet worden verwijderd door de naad te openen. Is openen niet mogelijk, moet de plooi weggesneden worden. Kleef met Tridex KS137 een rozet over het verwijderde deel van de dakbedekking en kit af met Tridex KS87.
24
Verwerking 10. Afwerking van binnenhoeken De binnenhoeken worden ingevouwen. Zoals elke afwerking dienen binnenhoeken afgekit te worden met Tridex KS87. Prefab binnenhoeken van 90° zijn ook beschikbaar.
1
2
3
4
5
6
7
11. Afwerking van buitenhoeken Buitenhoeken moeten worden afgewerkt met Tridex flashing. Snij een stuk Tridex flashing van 20 bij 30 cm met afgeronde hoeken. Lijm de hoekzone op het dak én de achterzijde van het stuk Tridex flashing in met Tridex KS137. Respecteer hierbij de basisprincipes die gelden voor deze lijm. Zodra de lijm droog is, plaatsen we het stuk Tridex flashing op het verticale vlak. Vóór we vervormen, moeten we de niet-gelijmde zijde van de Tridex flashing opwarmen met een warmeluchtblazer. Als de Tridex flashing voldoende opgewarmd is, kunnen we hem volledig de vorm van de hoek laten aannemen zonder spanning te veroorzaken in het materiaal. Na de hoek grondig aangerold te hebben, dienen we enkel nog af te kitten met de Tridex KS87.
25
Verwerking Opmerkingen • Prefab binnenhoeken van 90° zijn ook beschikbaar. • Bewaar de Tridex fl ashing op een koele plaats (tussen 1 en 8°C).
26
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Verwerking 12. Afwerking van PE-hemelwaterafvoeren met EPDM-slabbe De Tridex EPDM-rubber wordt ter hoogte van de hemelwaterafvoer met extra aandacht verkleefd (rond de hemelwaterafvoer 1 m² 100% verkleven met Tridex KS137). Onmiddellijk na de plaatsing dient het EPDM-membraan rond opengesneden te worden zodat het water bij regen kan afvloeien. De hemelwaterafvoer wordt altijd boven op het membraan geplaatst. Het is heel belangrijk dat op het punt waar het dak moet afwateren, de drie elementen die het dak maken (draagvloer en dampremmer, isolatie en Tridex EPDM), samen één vast geheel vormen. Het Tridex EPDMmembraan wordt mechanisch verankerd aan de ondergrond door middel van vier drukverdeelplaatjes en een bevestiger afgestemd op de ondergrond. Op die manier ontstaat er een constante klemming en realiseren we een mechanische bevestiging van het Tridex EPDM-membraan. Hierbij zullen het dak, de dichting en de hemelwaterafvoer nooit ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Om elk risico op terugkerend water of vocht uit te sluiten, dienen we rond de dakopening, tussen de dakvloer en de Tridex EPDM, en tussen de Tridex EPDM en de EPDM-rubberslabbe waterdicht af te kitten met Tridex KS87. Het werkoppervlak moet worden voorbehandeld met Tridex opstartalcohol; dat geldt zowel voor de onderzijde van de te plaatsen hemelwaterafvoer (slabbe) als voor de Tridex EPDM. Opmerkingen • De PE-buis dient altijd waterdicht aan de onderliggende buis gehecht te worden, en dat als bescherming tegen omhooggestuwd water en opstijgende dampen. • Het valt aan te raden de zone rond de hemelwaterafvoer lichtjes te verzinken zodat er een perfecte afwatering verkregen wordt. • Om de PE-buis rondom vast te zetten, kan er ook gewerkt worden met PU-schuim. Let erop dat er geen PU-materiaal in de waterafvoer terechtkomt.
27
Verwerking 13. Afwerking met ingewerkte EPDM-slabben Wanneer er bij nieuwbouw of grondige renovatie een muur naast het dak wordt gemaakt, kan er gewerkt worden met Tridex-slabben die in of tegen de binnenmuren bevestigd zijn en die als doorlopende vochtwering in de buitenmuren zijn aangebracht. Tijdens de uitvoering van de dakwerken kan er vervolgens aangesloten worden aan de slabben, die minstens 15 cm uit de muur komen. Om een correcte aansluiting te krijgen, moet er een afwaterende naadverbinding gemaakt worden. Uiteraard dienen alle richtlijnen om naden te maken, gerespecteerd te worden. Voorbereiding van het oppervlak Het oppervlak moet effen, winddroog, olie-, vet- en stofvrij zijn. Nagenoeg alle bouwmaterialen (beton, gasbeton, metselwerk, hout, metalen enzovoort) kunnen als hechtoppervlak worden benut. Volg uiteraard de instructies correct op. Plaatsingsvoorschriften • Met de Strokenhechter Afhankelijk van de breedte van de strook wordt een aantal rillen Strokenhechter aangebracht waarin de rubber meteen kan worden geplaatst. • Met Tridex KS137 (contactlijm) Tridex KS137 kan met een lijmrol, spuitpistool of borstel worden aangebracht op de beide delen die verbonden moeten worden. De lijm moet handdroog aanvoelen. Ter hoogte van de naadzones (minimum 10 cm) wordt de lijm gebruikt in combinatie met Tridex KS87. • Met Tridex KS96 Afhankelijk van de breedte van de strook wordt een aantal rillen Tridex KS96 aangebracht waarin de rubber meteen kan worden geplaatst. Het is een snelle verwerkingsmethode, ideaal bij verticale en gladde ondergronden (zoals glas en aluminium). De ondergrond mag ook lichtvochtig zijn. 14. Afwerking met Triled Voor de spouwmuurconstructies wordt gebruikgemaakt van de combinatie Triled met een ongewapende Tridex-strook. De breedte van deze strook is afhankelijk van de breedte van de spouw en de methode van bevestiging op of in het binnenspouwblad.
28
Verwerking Verwerkingsmethode • Plaats op de eerste lagen van het buitenblad het gewapende deel van de Triledstrook. Dit gewapende deel moet zo worden geplaatst dat 150 mm van het gewapende deel aan de buitenzijde van het buitenblad zit en 50 mm in de voeg van het buitenblad komt te liggen. • Buig of klop het 150 mm brede gewapende deel langs het buitenblad zodat het strak tegen het buitenblad zit. • Het ongewapende deel wordt in een minimaal drie lagen hoger gelegen voeg van het binnenblad geplaatst of door middel van een knelstrip op voldoende hoogte tegen het binnenblad bevestigd. • Wanneer het buitenblad wordt opgemetseld, moet men ervoor zorgen dat er geen specie of ander afval in de spouw valt. Naden • Plaats de twee stroken Triled tegen elkaar met een tussenruimte van 5 mm. • Breng op beide zijden van de naad over een breedte van 100 mm Tridex KS137 aan. • Neem een 200 mm brede en 0,6 mm dikke Tridex-strook met dezelfde breedte als de Triled-strook. Breng over het volledige oppervlak Tridex KS137 aan. • Laat de Tridex KS137 drogen (5 tot maximaal 20 minuten) totdat hij handdroog is. • Plaats de 0,6 mm dikke strook op een ingesmeerde Triled-naad en rol hem aan met een aandrukrol van 4 cm. 15. Afwerking met ingeslepen profielen/voetlood Bij lichtporeuze muren kunnen we een zaagsnede maken van minstens 2 cm diep. Na die schoongemaakt te hebben, moet de Tridex EPDM tot aan de zaagsnede dubbelzijdig verlijmd worden met Tridex KS137. Vervolgens wordt het gevouwen profiel boven de Tridex EPDM en in de zaagsnede gebracht. De open voeg boven het profiel wordt afgekit met Tridex KS87. Deze oplossing is heel interessant omdat er op die manier nog altijd indringend vocht uit de gevel gehaald wordt. Bij renovatie dient u steeds onder de bestaande vochtwering te blijven. 16. Afwerking met muurprofielen/knelprofielen Bij niet-poreuze muren kan men ook afwerken met een muurprofiel. In dat geval wordt de laatste 5 cm van het Tridex EPDM-membraan niet gekleefd. Tussen de losse folie en de zuivere muur wordt er Tridex KS87 aangebracht. Het muurprofiel moet met voldoende bevestigingen in de muur worden aangebracht. Bovenaan wordt deze afwerking waterdicht afgekit met Tridex KS87. Bij renovatie dient u altijd onder de bestaande vochtwering te blijven.
29
Verwerking 17. Afwerking met muurafdekkappen Het is belangrijk voor een goede, solide ondergrond te zorgen. Het zal eventueel nodig zijn een stevige houten plank of balk aan te brengen op de dakrand. ervolgens wordt eerst de Tridex EPDM aangebracht door middel van volledige verlijming met Tridex KS137. De Tridex dient over de dakrand naar beneden gevouwen te worden. Dat zorgt voor een 100% winddichte aansluiting. Nu wordt de muurkap op de Tridex EPDM geplaatst. Voorzie voldoende bevestigingspunten zodat de muurkap een goede mechanische verankering van de Tridex EPDM realiseert. De bevestigingspunten worden op de zijkanten voorzien zodat er geen risico op lekken ontstaat. Zorg ervoor dat de Tridex niet onder het profiel uitkomt. 18. Afwerking met standaard dakrandprofielen/zinken kraal Overal waar het membraan eindigt, dient het mechanisch te worden verankerd. Daarom wordt het dakrandprofiel altijd boven op de Tridex EPDM vastgeschroefd. Belangrijk hierbij is het voor een goede, solide ondergrond te zorgen. Hiertoe is het eventueel nodig een stevige houten plank of balk aan te brengen op de dakrand. Vervolgens wordt eerst de Tridex EPDM aangebracht door middel van volledige verlijming met Tridex KS137. Dat zorgt voor een 100% winddichte aansluiting. De Tridex EPDM dient over de dakrand naar beneden gevouwen te worden. Nu wordt het dakrandprofiel op de Tridex EPDM mechanisch bevestigd. Gebruik voldoende schroeven zodat het profiel een goede verankering van de Tridex realiseert. Zorg ervoor dat de Tridex niet onder het profiel uitkomt. Nu wordt het dakrandprofiel vetvrij gemaakt met Tridex opstartalcohol. Vervolgens kleven we een Tridex EPDM-strook van 10 cm over de geplaatste dakrand met Tridex KS137. Uiteindelijk dient de EPDM-strook dubbelzijdig afgekit te worden met Tridex KS87. 19. Afwerking met dekstenen Het is belangrijk voor een goede, solide ondergrond te zorgen. Het zal eventueel nodig zijn een stevige houten plank of balk aan te brengen op de dakrand. Vervolgens wordt de Tridex EPDM aangebracht door middel van volledige verlijming met Tridex KS137. Opmerking Bij dekstenen wordt de Tridex EPDM tot de helft van de muurbreedte aangebracht. Hierna wordt de deksteen in de mortel gelegd.
30
Detailtekeningen 1. Lichtkoepel 1. Draagstructuur 2. Dampremmende laag 3. Gecacheerde isolatie (tweezijdig) 4. Tridex KS137 (contactlijm) 5. Tridex EPDM-rubber 6. Lichtkoepel 7. Tridex KS87 (kit) 8. Mechanisch bevestigde koepel 9. Draagstructuur
Om hoeken te maken wordt uit elke hoek een driehoek gesneden. (Maak hierbij een ronde punt om uitscheuring tegen te gaan.) Tridex flashing verzekert de waterdichting.
31
Detailtekeningen 2. Horizontale regenwaterafvoer 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
32
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie Tridex KS137 (contactlijm) Tridex EPDM-rubber Beschermlaag Grindballast Nokkentegel/Grindkam Tridex KS87 (kit) Dakrandprofiel Tapbuis
Detailtekeningen 3. Verticale regenwaterafvoer 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatielijm Isolatie Tridex KS137 (contactlijm) Tridex EPDM-rubber Tridex KS87 (kit) Bolrooster Tapbuis Mechanische bevestiging
5
6
8
7
10
4 3 9 2
1
33
Detailtekeningen 4. Dakdoorvoer Tridex flashing 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
34
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatielijm Isolatie Tridex KS137 (contactlijm) Tridex EPDM-rubber Tridex KS87 (kit) Tridex flashing Doorvoerbuis
Detailtekeningen 5. Dakrand 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie Tridex KS137 (contactlijm) Tridex EPDM-rubber Beschermlaag Grindballast Tridex KS87 (kit) Dakrandprofiel
6. Doorsnede kozijnconstructie 1. Tridex EPDM-strook 2. Rollaag 3. Isolatie 4. Kozijn
35
Detailtekeningen 7. Gootdoorsnede met Tridex EPDM-rubber 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
36
Boeiboord Dakbeschot Dakrollat Tridex EPDM-rubber Tridex KS87 (kit) Tridex KS137 (contactlijm) Panlat Spanten (gordingen)
Detailtekeningen 8. Geïsoleerd met ballast 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie Tridex EPDM-rubber Beschermlaag Grindballast Daktegel
9. Ongeïsoleerd met ballast 1. 2. 3. 4. 5.
Draagstructuur Beschermlaag Tridex EPDM-rubber Grindballast Daktegel
37
Detailtekeningen 10. Geïsoleerd/Ongeïsoleerd verkleefd 1. 2. 3. 4. 5. 6.
38
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatielijm Isolatie Tridex KS137 (contactlijm) Tridex EPDM-rubber
Detailtekeningen 11. Groendak met Tridex EPDM-rubber 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie Tridex EPDM-rubber Drainagelaag Substraat Vegetatiemat Grindballast Tridex KS87 (kit) Tridex KS137 (contactlijm) Begroeiing
39
Detailtekeningen 12. Uitzettingsvoeg (dilatatie) 1. Draagstructuur 2. Dampremmende laag 3. Isolatie 4. Tridex EPDM-rubber 5. Beschermlaag 6. Grindballast 7. Voegvulling
40
Detailtekeningen 13. Wandaansluitprofiel 1. Draagstructuur 2. Dampremmende laag 3. Isolatie 4. Tridex EPDM-rubber 5. Beschermlaag 6. Grindballast 7. Tridex KS137 (contactlijm) 8. Knelprofiel 9. Tridex KS87 (kit) 10. Betonwand
41
Detailtekeningen 14. Aansluiting ter hoogte van een bestaand bitumineus dak 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
42
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie Tridex EPDM-rubber Tridex KS137 (contactlijm) Houten balk Mechanische verankering houten balk Tridex KS87 (kit) Wandprofiel + mechanische verankering Bestaande roofing Nieuwe laag roofing
Andere Tridex-toepassingen 1. Tridex Quix Artikelnummer: 01TRI08600 Tridex Quix 01TRI08700 Tridex Quix 01TRI08800 Tridex Quix 01TRI09000 Tridex Quix 01TRI09250 Tridex Quix 01TRI03350 Tridex Quix
0,25 m x 20 strekkende meter 0,40 m x 20 strekkende meter 0,50 m x 20 strekkende meter 0,75 m x 20 strekkende meter 1,00 m x 20 strekkende meter 1,40 m x 20 strekkende meter
Tridex Quix is een zelfklevende, heel eenvoudig te plaatsen EPDM-rubber. Deze hoogwaardige butylgelamineerde EPDM-rubber, aan de onderzijde beschermd door een verwijderbare polyethyleenfolie, is geschikt voor specifieke toepassingen, zoals het inpakken van details (lichtkoepels), dakgoten (zowel bij nieuwbouw als onderhoud) of rond ramen. Tridex Quix is beloopbaar, ook op geprofileerde staalplaten. Het wordt zonder open vuur verwerkt. De plaatsing gebeurt volgens de algemene en productspecifieke richtlijnen voor Tridex EPDM- daksystemen (cf. supra). De ondergrond moet goed droog, vet- en stofvrij zijn. Indien nodig moet de ondergrond worden ontvet. Verwijder de beschermfolie aan de onderzijde van de strook; doe dat in delen als meerdere vlakken ingewerkt worden. Plaats de Tridex Quix op de ondergrond en let hierbij op dat overgang horizontaal-verticaal in de kim goed gesloten wordt. Gebruik hiervoor een messingroller. Tridex Quix dient steeds spanningsloos aangebracht te worden. Druk vervolgens goed aan met een silicone-roller zodat een goede hechting met de ondergrond verkregen wordt. Bij lage buitentemperaturen is het verstandig de butyllaag eerst te activeren. Dat kan door de EPDM-zijde te verwarmen met hete lucht, waarna u voldoende moet aandrukken. (Gebruik nooit een vlam.) De naadverbinding Leg om te beginnen twee stroken Tridex Quix tegen elkaar aan, verwijder de antikleeflaag en druk ze stevig aan. Vervolgens maakt u de overgangsnaad met het traditionele membraan (een strook van minimum 100 mm breed). De bevestiging gebeurt met meerdere rillijnen Tridex KS96. Rol grondig aan met een siliconeroller.
43
Andere Tridex-toepassingen 2. Tridex EPDM-doucheset Artikelnummer: 01TRI50200 Tridex EPDM-doucheset 01TRI50250 Tridex EPDM-doucheset 01TRI50300 Tridex EPDM-doucheset
1,40 m x 1,40 m 1,40 m x 2,80 m 2,00 m x 2,00 m
Voor grotere douches zijn er ook membranen met de volgende breedtes verkrijgbaar: 2,80 m, 4,20 m, 5,60 m, 7,00 m en 11,20 m. Inhoud van de doucheset - 1 Tridex-membraan (1,0 mm dik) - 1 bus Tridex KS137 (0,9 kg) - 1 lijmborstel - 2 kokers Tridex KS87 (310 ml) - 1 tweetalige handleiding
44
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Andere Tridex-toepassingen Verwerking van de Tridex EPDM Bij douches hoeft het volledige werkoppervlak niet te worden verlijmd. De verticale delen worden verkleefd met Tridex KS137 en nadien grondig aangerold met de 4 cm brede aandrukrol. Boven op de Tridex EPDM moet rechtstreeks een chape (dekvloer) worden aangebracht. Gebruik tijdens de plaatsing van de Tridex EPDM-doucheset nooit materieel, materiaal, verwarmingstoestellen of verlichting die mogelijke ontstekingsbronnen zijn. Rook nooit in ruimtes waarin Tridex EPDM verwerkt wordt. Maak geen vonken. Plaats tijdens de plaatsing een brandblusser binnen handbereik. 3. Tridex EPDM-vijvermembraan Artikelnummer: 01TRI09700 Tridex EPDM-vijvermembraan 0,75 mm op maat 01TRI09710 Tridex EPDM-vijvermembraan 1,0 mm op maat 01TRI09720 Tridex EPDM-vijvermembraan 1,2 mm op maat
(op bestelling) (op bestelling) (op bestelling)
Op aanvraag zijn alle afmetingen verkrijgbaar, alsook in 3D (als geprefabriceerde bak).
Voor de toepassing van Tridex EPDM-folie in vijvers, waterreservoirs enzovoort neemt u contact op met I.R.S International nv.
45
Notities ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................
46
Notities ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................
47
Notities ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................
48
België
HANDLEIDING
Europalaan 73 | 9800 Deinze T +32 (0)9 321 99 21 F +32 (0)9 371 97 61
[email protected] www.irs-btech.be
TRIDEX_Handleiding KAFT BN.indd 1
18/02/13 14:26
België
HANDLEIDING © Copyright : I.R.S International nv - Europalaan 73 - 9800 Deinze - België Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of gekopieerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van I.R.S International nv.
SecuONE_Handleiding KAFT BN.indd 1
Europalaan 73 | 9800 Deinze T +32 (0)9 321 99 21 F +32 (0)9 371 97 61
[email protected] www.irs-btech.be
18/02/13 14:17
HANDLEIDING
Beste klant Deze handleiding biedt een beknopt overzicht van de producten in het SecuOnegamma en hun specifieke verwerkingsmethode. -
Handleiding SecuOne_BN_4.0_2013.02_W
SecuOne_BN_4.0_2013.02_W.indd 1
19/02/13 14:27
Algemene informatie Verantwoording Deze handleiding van SecuOne vervangt alle voorgaande versies. Hij is aangepast aan de huidige stand van de techniek met betrekking tot de toepassing van SecuOne EPDM in alle nader omschreven daksystemen. Voor alle toepassingen van SecuOne in daksystemen die niet in deze technische handleiding zijn behandeld, dient u te allen tijde contact op te nemen met de Technische Dienst van I.R.S International nv. Algemene richtlijnen Het is belangrijk dat SecuOne EPDM-rubber conform de recentste verwerkingsvoorschriften wordt geplaatst. Het is dan ook de verantwoordelijkheid van de gebruiker na te gaan of hij/zij over de laatste versie van deze technische handleiding beschikt. De technische fiches, MSDS-fiches (veiligheidsinformatiebladen) en instructiekaarten van onze producten zijn verkrijgbaar bij I.R.S International nv. Men mag enkel de door I.R.S International nv geadviseerde producten gebruiken. De verschillende onderdelen van het SecuOne-systeem zijn volledig op elkaar afgestemd en vormen één geheel. Het gebruik van andere materialen zal het systeem nadelig beïnvloeden; hiervoor kan I.R.S International nv bijgevolg geen verantwoordelijkheid opnemen. De primer, lijmen en kit mogen niet worden verdund. De minimumtemperatuur waarbij men de primer, lijmen en kit kan verwerken, bedraagt 5°C, tenzij anders vermeld in de technische fiche en op de verpakking. De te verlijmen oppervlakken moeten altijd schoon, droog, olie-, stof- en vetvrij zijn. De ondergrond waarop de SecuOne EPDM wordt aangebracht, dient te voldoen aan de nader omschreven voorwaarden. Alle werkzaamheden aan de ondergrond moeten volledig uitgevoerd zijn vooraleer de SecuOne EPDM-rubber wordt aangebracht. Chemische bestendigheid Een SecuOne EPDM-membraan weerstaat aan de meeste producten. Het is echter niet bestand tegen bepaalde stoffen, zoals benzine, benzeen, petroleum, organische oplosmiddelen, vetstoffen, oliën, teerproducten, detergenten en geconcentreerde oxidatiemiddelen bij hoge temperaturen. In geval van twijfel moet het advies van I.R.S International nv worden ingewonnen. Copyright De teksten in deze uitgave vallen onder auteursrecht. Overname of reproductie is niet toegestaan, tenzij hiervoor schriftelijke toestemming werd verleend door I.R.S International nv.
2
Inhoud Materiaallijst ....................................................................................................................... 4 Verwerking ....................................................................................................................... 16 Detailtekeningen ............................................................................................................ 28
3
Materiaallijst 1. SecuOne Pre-tape EPDM Artikelnummer:
01SCO10080
Breedte: Lengte: Totale dikte: Kleur van het membraan:
1,525 m 12,20 m 2,54 mm zwart
SecuOne EPDM-rubber is een topper in de branche van dakmembranen. Het koppelt kwaliteit aan efficiëntie. Dankzij het multifunctionele karakter kan SecuOne ook in warm bitumen worden geplaatst. Een extra ingebouwd bitumenschild maakt dat mogelijk. Het getuigt van een uniek technisch concept, ontworpen in functie van gewaarborgde duurzaamheid. Voor een met polyestervlies gewapend EPDM-systeem is de combinatie met bitumen heel bijzonder. Daarnaast kan SecuOne ook perfect verkleefd worden. SecuOne is blijvend elastisch, onderhoudsvrij, het hele jaar door beloopbaar, 100% ozon-, UV- en IR-bestendig. Het beschikt over een attest voor helderregenwaterrecuperatie. 2. EPDM-rubberstroken Artikelnummer: 01STR10050 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10100 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10150 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10200 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10250 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10300 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10350 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10400 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10450 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10500 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10550 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10600 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10650 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10700 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10750 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10800 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10850 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10900 EPDM-stroken 1,14 mm 01STR10950 EPDM-stroken 1,14 mm
4
0,10 m x 30,5 strekkende meter 0,15 m x 30,5 strekkende meter 0,20 m x 30,5 strekkende meter 0,25 m x 30,5 strekkende meter 0,30 m x 30,5 strekkende meter 0,35 m x 30,5 strekkende meter 0,40 m x 30,5 strekkende meter 0,45 m x 30,5 strekkende meter 0,50 m x 30,5 strekkende meter 0,55 m x 30,5 strekkende meter 0,60 m x 30,5 strekkende meter 0,65 m x 30,5 strekkende meter 0,70 m x 30,5 strekkende meter 0,75 m x 30,5 strekkende meter 0,80 m x 30,5 strekkende meter 0,85 m x 30,5 strekkende meter 0,90 m x 30,5 strekkende meter 0,95 m x 30,5 strekkende meter 1,00 m x 30,5 strekkende meter
3,05 m²/rol 4,58 m²/rol 6,10 m²/rol 7,63 m²/rol 9,15 m²/rol 10,68 m²/rol 12,20 m²/rol 13,73 m²/rol 15,25 m²/rol 16,76 m²/rol 18,30 m²/rol 19,83 m²/rol 21,35 m²/rol 22,88 m²/rol 24,40 m²/rol 25,93 m²/rol 27,45 m²/rol 28,98 m²/rol 30,50 m²/rol
Materiaallijst Dezelfde afmetingen zijn ook verkrijgbaar bij een dikte van 1,52 mm. (Respectieve artikelnummers: 01STR13000, 01STR13050, 01STR13100, 01STR13150, 01STR13200, 01STR13250, 01STR13300, 01STR13350, 01STR13400, 01STR13450, 01STR13500, 01STR13550, 01STR13600, 01STR13650, 01STR13700, 01STR13750, 01STR13800, 01STR13850 en 01STR13900) Wanneer er bij nieuwbouw of grondige renovatie een muur naast het dak wordt gemaakt, kan er gewerkt worden met slabben die in of tegen de binnenmuren bevestigd zijn en die als doorlopende vochtwering in de buitenmuren zijn aangebracht. Tijdens de uitvoering van de dakwerken kan er vervolgens aangesloten worden aan de slabben, die minstens 15 cm uit de muur komen. Om een correcte aansluiting te krijgen, moet er een afwaterende naadverbinding gemaakt worden. Uiteraard dienen alle richtlijnen om naden te maken, gerespecteerd te worden.
Materiaallijst 3. SecuOne polyback primer Artikelnummer:
01SCO30130
Verpakking:
3,78 liter/bus
Verbruik:
circa 0,04 liter per meter naad circa 0,04 liter per m SecuOne polyback flashing (15 cm) circa 0,04 liter per m SecuOne polyback zelfklevende EPDM
Roer de SecuOne polyback primer grondig gedurende minstens 5 minuten tot alle neergeslagen pigmenten verspreid zijn en het product een uniforme kleur heeft. De minimale verwerkingstemperatuur bedraagt +5°C. Het is heel belangrijk op een droge en schone ondergrond te werken, en de Secuone polyback primer te laten drogen. Dankzij SecuOne polyback primer wordt het oppervlak gereinigd, ontvet en het ionisatieproces op gang gebracht. Opmerkingen • Voorkom deuken bij het openen en sluiten van het deksel zodat de bus altijd luchtdicht kan worden afgesloten. Doe dit bijvoorbeeld met een ovalen of rond isolatieplaatje. • SecuOne polyback primer is een heel ontvlambaar product. 4. SecuOne polyback zelfklevende EPDM Artikelnummer:
01SCO30400
Lengte: Breedte: Verpakking:
30,5 m 15 cm 2 rollen per doos
Deze zelfklevende EPDM-stroken bestaan uit gevulkaniseerde EPDM-rubber. Ze worden gebruikt voor de waterdichte afwerking van • dakranden met standaard daktrim; • dubbele naadverbindingen, alsook de verdubbeling van naden bij geballaste daken; • mechanische bevestigingen.
Materiaallijst 5. SecuOne polyback flashing Artikelnummer: 01SCO30750 SecuOne polyback flashing 15 cm x 30,5 m (2 rollen per doos) 01SCO30800 SecuOne polyback flashing 30 cm x 15,25 m (1 rol per doos)
SecuOne polyback flashing is een zelfklevende strook vervormbare ongevulkaniseerde rubber, die op een 100% droge, met SecuOne polyback primer voorbehandelde ondergrond aangebracht wordt. De SecuOne polyback flashing wordt gebruikt om afwerkingen te maken waar de rubber blijvend vervormd dient te worden en/of om verbindingen te maken waar er spanningsrisico optreedt, zoals bij T-naden, vouwen, bij de overgang van een verticale naar een horizontale naad en bij ronde doorvoeren. Aan de onderzijde is de zelfklevende kant van de flashing met een doorzichtige beschermfolie bekleed. • De SecuOne polyback flashing mag niet te ver uitgerekt worden en dient na de plaatsing steeds minstens 1,1 mm dik te blijven. Waar een constante beweging plaatsvindt, mag het niet gebruikt worden aangezien er vermoeidheid in het materiaal zou kunnen optreden, met inscheuring tot gevolg. • U dient na de plaatsing dwars en daarna langs aan te rollen met extra aandacht voor de capillaire risicozones. Elke afwerking dient afgedicht te worden met EPDMkit. De SecuOne polyback flashing moet altijd volledig ondersteund worden door het SecuOne-membraan. • Het product is 9 maanden houdbaar als het wordt bewaard tussen de 15 en 27°C. Bij lagere buitentemperaturen of wanneer de flashing koud opgeslagen is, is het raadzaam vóór de plaatsing de aan te brengen strook lichtjes te verwarmen (gebruik nooit vlam). Op die manier zal de SecuOne polyback flashing zijn optimale elasticiteit en vervormbaarheid krijgen. 6. EPDM-kit Artikelnummer: 01SCO30950 Verpakking: Verbruik:
per patroon van 600 ml of 12 patronen per doos circa 8 strekkende meter per patroon
7
Materiaallijst EPDM-kit is vloeibare rubber die in worsten is verpakt en met het bijbehorende gesloten kitpistool gebruikt wordt op alle risicopunten, zoals hoeken, T-naden, dakranden, muurafwerkingen en hemelwaterafvoeren. Alle detailafwerkingen moeten volledig afgekit worden, waarbij het werkoppervlak moet worden voorbehandeld met SecuOne polyback primer. De EPDM-kit sluit capillair water uit en wordt pas tijdens of na de eindcontrole van het dak aangebracht aangezien over de kit niet meer verlijmd kan worden. Deze EPDM-kit mag in geen geval worden vervangen door een niet bij het systeem behorende kit. 7. Spray-Fix Artikelnummer: 01SCO40150 Verpakking: 10 liter/bus (8,3 kg/bus) Verbruik (afhankelijk van de ondergrond): - met drukvat: circa 350 g/m² (naar rato 175 g/m² per zijde) = 0,42 l/m² => circa 28 m²/bus - met lijmrol: circa 600 g/m² (naar rato 300 g/m² per zijde) = 0,72 l/m² => circa 16 m²/bus - met borstel: circa 800 g/m² (naar rato 400 g/m² per zijde) = 0,96 l/m² => circa 12 m²/bus De ondergrond dient droog, stof- en vetvrij te zijn. Alle stof en losse delen dienen vooraf verwijderd te worden. Spray-Fix is een contactlijm die tweezijdig worden aangebracht, dat wil zeggen dat zowel de ondergrond als de omgeslagen onderkant van de SecuOne EPDM-folie gelijmd moeten worden. Hij kan zowel voor verticale als horizontale verlijming worden aangewend. De lijm wordt bij voorkeur aangebracht met het drukvat. Borstel of lijmrol zijn ook mogelijk, maar geven mogelijks een minder strakke plaatsing. De lijm dient vóór gebruik niet omgeroerd te worden. Neem voldoende tijd om de lijm te laten drogen. Wanneer de lijm niet meer nat is en bij stevig contact met de vingertoppen geen draden meer trekt, kunnen beide zijden met elkaar in contact worden gebracht. Druk vervolgens aan met een borstel; voor de verticale delen gebruikt u een rol. Men kan onmiddellijk vaststellen of er een goede en sterke verlijming tot stand is gekomen door beide zijden van elkaar los proberen te trekken. Correcties van het membraan zijn niet meer mogelijk.
8
Materiaallijst Bij bepaalde combinaties van temperatuur en luchtvochtigheid kan er condens op de lijm ontstaan. Rol in dat geval de SecuOne EPDM-rubber niet in de lijm en wacht op drogere omstandigheden en hogere temperaturen om de procedure opnieuw te starten. De minimale verwerkingstemperatuur bedraagt +5°C. • Verwerking met borstel Mogelijk voor kleine oppervlakken, maar arbeidsintensief. Wanneer de Spray-Fix te dik wordt aangebracht, bestaat het gevaar onvoldoende hechting en dus blaasvorming te krijgen. • Verwerking met lijmrol De Spray-Fix dient zo dun mogelijk en gelijkmatig uitgerold te worden. Ook hier kan blaasvorming optreden. • Verwerking met drukvat De ideale manier om Spray-Fix aan te brengen. Met het drukvat moet er een dunne, gelijkmatige laag contactlijm op beide zijden van het oppervlak aangebracht worden. Deze verwerkingsmethode gaat snel en is heel economisch. 8. W-membrane cleaner Artikelnummer: Verpakking: Verbruik:
01SCO40020 18,9 liter per bus afhankelijk van de vervuilingsgraad
W-membrane cleaner wordt gebruikt om naadzones of overige EPDM-ondergronden te reinigen die sterk met stof, lijm of andere residu’s vervuild zijn. Dat is nodig om een correcte naadverbinding te maken. Gebruik een schone lap uit natuurlijke vezels om W-membrane cleaner aan te brengen. 9. Contact cleaner Artikelnummer: Verpakking:
01SCO40350 10 liter per bus
Contact cleaner wordt gebruikt om materieel schoon te maken, om het drukvat en de leidingen te reinigen, en om lijmresten te verwijderen. Gebruik geen Contact cleaner om het membraan zelf te reinigen. 9
Materiaallijst 10. Pourable Sealer Pocket Artikelnummer: 01SCO41000 Pourable Sealer Pocket 4” (30 cm) 01SCO41050 Pourable Sealer Pocket 6” (45 cm) 01SCO41100 Pourable Sealer Pocket 8” (60 cm) Verpakking:
per stuk of 12 stuks per doos
De zelfklevende bekisting wordt gebruikt om kleine doorvoeren, gegroepeerde doorvoeren of moeilijk af te werken doorvoeren waterdicht af te werken in combinatie met Pourable Sealer (vloeibare rubber). 11. Pourable Sealer Artikelnummer:
01SCO41200
Inhoud:
1,89 liter per zak
Pourable Sealer is een eencomponentsdichtingsrubber die wordt gebruikt in combinatie met Pourable Sealer Pocket. Kleine doorvoeren, gegroepeerde doorvoeren of moeilijk af te werken doorvoeren worden met dit systeem waterdicht afgewerkt. 12. PX500 Isolatielijm Artikelnummer: Verpakking:
01SCO50050 6,5 kg per bus
PX500 Isolatielijm is een vochthardend polyurethaansysteem voor de verlijming van isolatiemateriaal zoals polyurethaan-, polystyreenhardschuim en minerale wol, die als dakisolatie voor platte daken worden toegepast. De ondergrond dient stevig, schoon en vrij te zijn van zichtbaar water. Afhankelijk van de vlakheid van de ondergrond en de te verlijmen materialen bedraagt de lijmopdracht 100-300 g/m². De lijm moet in rillen (25-75 gram per strekkende meter) opgebracht worden, waarbij meestal 4 rillen per meter voldoende zijn. In de rand- en hoekzones moet de lijmopdracht met circa 50% worden verhoogd. Breng niet meer lijm op dan in maximum 5 minuten bedekt kan worden.
10
Materiaallijst 13. Insta-stik Artikelnummer: 01SCO50100 Insta-stik tank Brutogewicht: Nettogewicht:
13,4 kg 10,4 kg
Insta-stik is een professionele eencomponentspolyurethaanlijm voor de verlijming van isolatieplaten op talrijke compatibele ondergronden. Insta-stik wordt geleverd in een draagbare druktank die geen externe energiebron nodig heeft. (Een compressor is hier niet nodig.) Raadpleeg de technische fiche voor de berekening van de benodigde hoeveelheid Insta-stik. Als vuistregel kan gesteld worden dat bij de berekening van de benodigde hoeveelheid tanks het aantal m² dat verlijmd moet worden, gedeeld wordt door 87 m². Insta-stik slang/buis-constructie Artikelnummer: 01SCO50150 Insta-stik slang/buis-constructie Insta-stik wordt aangebracht met behulp van de Insta-stik slang/buis-constructie, die bevestigd wordt aan de cilinderafsluiter. Hij kan worden doorgespoeld met aceton indien de PU-lijm nog niet uitgehard is. 14. Geotextieldoek Artikelnummer: 01MAS56000 Geotextiel 300 g 2 m x 75 m 150 m²/rol 01MAS56020 Afsnijding geotextiel 300 g 2 m maal de door u te bepalen lengte Een geotextieldoek is een scheidingslaag van 300 gram non-woven polyestervlies ter bescherming van het EPDM-membraan: bijvoorbeeld bij losliggend geballaste toepassingen vóór het plaatsen van de ballastlaag of als bescherming op oneffen ondergronden.
11
Materiaallijst 15. Hemelwaterafvoeren en dakontluchtingen Om in elke omstandigheid het juiste antwoord te kunnen bieden op de afwerking van hemelwaterafvoeren, werd er een hoogwaardige combinatie gemaakt tussen de PE-afvoerbuis en de soepele EPDM-slabbe. De fabriekslas geeft altijd 100% zekerheid. De onderliggende EPDM wordt rond de sparing van de hemelwaterafvoer bevestigd met vier drukverdeelplaatjes en een bevestiger afgestemd op de onderconstructie. Nadat de hemelwaterafvoer is geplaatst (boven op de SecuOne EPDM), wordt de slabbe met EPDM-kit gehecht. Om een correcte hechting te verkrijgen vooraleer de EPDM-kit wordt aangebracht, dienen zowel het werkoppervlak als de onderzijde van de slabbe voorbehandeld te worden met SecuOne polyback primer. Opmerkingen • Let erop dat u altijd waterdicht aansluit op de afvoerbuizen. Stadsuitlopen dienen bovendien ook altijd winddicht te worden uitgevoerd. • SecuOne polyback flashing hecht niet op de Europese EPDM-slabbe van de waterafvoer. • Bij I.R.S International nv zijn aluminium hemelwaterafvoeren verkrijgbaar met een gladde EPDM-flap waarop wel kan worden aangesloten met de SecuOneproducten. • Voor onze uitgebreide gamma tapgaten, stadsuitlopen, bladvangers en dakontluchtingen neemt u het beste contact op met I.R.S International nv.
12
Materiaallijst 16. EPDM-toebehoren
01MAT10100 Ergonomische aandrukrol 4 cm
01MAT10200 Aandrukrol 5 cm
01MAT10300 Aandrukrol 10 cm
01MAT10320 Aandrukrol 10 cm + steel
01MAT10350 Standuproller
01MAT10400 T-naadroller
01MAT10450 Polybacktaper
01MAT10480 Schuursponsje
01MAT10500 Gesloten kitpistool
01MAT10600 Rollerframe 11 cm met schroefdop
01MAT10700 Rollerframe 22 cm met schroefdop
01MAT10800 Wegwerprollerhoes 11 cm
13
Materiaallijst
01MAT10900 Wegwerprollerhoes 22 cm
01MAT11100 Drukvat compleet
01MAT11300 Lijmslang + koppelingen
14
01MAT10960 Wegwerpkwast 5 cm
01MAT11000 Houten steel lijmrolhouder
01MAT11120 Rolwagen
01MAT11200 Lijmpistool drukvat 2,5
01MAT11220 Verlenging voor lijmpistool
01MAT11400 Luchtslang + koppelingen
01MAT11600 Rubberen dichtingsring
Materiaallijst
01MAT15500 Insta-stik-karretje compleet
01MAT15600 Grijze verbindingsslang tank-koppeling
01MAT15700 Verbindingsslang koppeling-spuiteinde
01MAT11700 Naaldenset HVLP-9010 SP-2.5
01MAT14710 Werkschaar
01MAT14730 Carlisle EPDM-schaar rechts 01MAT14750 Carlisle EPDM-schaar links
15
Verwerking 1. Algemeen 1.1 Atmosferische gesteldheid De correcte plaatsing van SecuOne EPDM gebeurt bij droog weer en bij een minimumtemperatuur van +5°C. Hoge windsnelheden kunnen ook voor problemen zorgen, zowel op het gebied van de veiligheid als op het gebied van de plaatsing van de EPDM-dakbanen. Eventueel is het nodig de geplaatste SecuOne EPDM-dakbanen voorlopig te ballasten. De wind en de omgevingstemperatuur kunnen een invloed hebben op het maken van de naden. Ook de opentijd van lijmen wordt beïnvloed door wind en temperatuur. 1.2 Algemene eisen en voorbereiding ondergrond De ondergrond dient stabiel, droog, vet- en stofvrij te zijn (bijvoorbeeld stofvrij: bezande isolatieplaat grondig afborstelen) en ontdaan van eventuele scherpe delen zodat een goede hechting verkregen kan worden en er geen kans op perforatie is. Indien er nog grind van een vroegere ballastlaag achter is gebleven in de te renoveren dakhuid, dient die verwijderd te worden. Bij renovatieprojecten valt het aan te raden altijd te controleren of de onderliggende lagen voldoende gehecht zijn, en of de isolatie en/of de draagvloer geen rottingsverschijnselen vertonen. In sommige gevallen zal volledige afbraak zich opdringen. Problemen als blaasvorming, verzakking en waterstagnatie dienen opgelost te worden voor er met de plaatsing van SecuOne gestart wordt. In de praktijk is het droogmaken van een betonnen oppervlak dikwijls heel moeilijk. Daarom is het soms aangewezen een betondak te ballasten. Als het betonnen oppervlak moeilijk stofvrij gemaakt kan worden, is het eventueel nodig een snel drogend kleefvernis te gebruiken. Bij volledige verkleving op isolatie dient die door de fabrikant aantoonbaar geschikt verklaard te zijn voor volledige verkleving. 1.3 Dakhelling Daken kunnen volledig worden verlijmd met Spray-Fix. Deze techniek is geschikt voor alle hellingen. Als de helling groter is dan 70%, dient tevens een extra mechanische bevestiging te worden aangebracht. De techniek van de losse plaatsing met ballast kan worden toegepast bij hellingen tot 5% (bij grindbescherming) of 10% (voor daken met tegels). Voor geballaste toepassingen met een helling van meer dan 10% moet SecuOne toch verkleefd worden. 1.4 Opmerkingen EPDM-rubber is niet bestand tegen koolwaterstoffen. Terrassen mogen daarom niet worden schoongemaakt met oliehoudende producten of andere producten die de rubber kunnen beschadigen. Bij twijfel neemt u het best contact op met I.R.S International nv.
16
Verwerking 2. Gelijmde toepassing Nadat het oppervlak grondig schoongemaakt is, starten we de eigenlijke plaatsing. Na een grondige opmeting van het dakoppervlak kunnen we een legplan uittekenen. Tracht het dak altijd – vertrekkend van de bekende en beschikbare standaardafmetingen – met afwaterende naden af te werken. Als we een keuze hebben gemaakt, duiden we met een smetkoord de aan te brengen membranen op het werkoppervlak aan. Vervolgens brengen we de op maat afgesneden membranen naar boven. Nadat de membranen volledig ontvouwen op de correcte plaats liggen, dient er een ontspanningstijd van een halfuur gerespecteerd te worden. Heeft het EPDM-membraan weer zijn oorspronkelijke vorm aangenomen, dan kunnen we starten met de ondergrondverlijming. Hiertoe vouwen we het membraan eerst half terug. Met het drukvat wordt de Spray-Fix aangebracht. We zorgen ervoor dat de contactlijm zowel op het dakvlak als op het teruggevouwen SecuOnemembraan volledig dekkend verspreid wordt. Ook zorgen we ervoor dat er geen te dikke laag lijm ontstaat, want die zal geen hechting maar wel blaasvorming creëren. Het verbruik van de Spray-Fix bedraagt circa 350 g/m² (of 175 g/m² per zijde) met een drukvat en 600 g/m² (of 300 g/m² per zijde) met de lijmrol. Respecteer de nodige droogtijd. De lijm dient perfect handdroog te zijn voor we verder kunnen werken. Leg het SecuOne-membraan dicht en zorg ervoor dat er geen vouwen ontstaan. Zie erop toe dat het SecuOne-membraan meteen op de juiste plaats terechtkomt, want zodra er contact is gemaakt, kan het membraan niet meer worden verplaatst. Nu kunnen we de verticale verlijming starten, die op dezelfde manier wordt uitgevoerd als de ondergrondverlijming. Het enige verschil is dat een verticale verlijming met nog meer kritische zin uitgevoerd dient te worden. Nu zijn we klaar om de naadverbindingen af te werken. 3. Geballaste toepassing Bij geballaste daken zal het horizontale middenvlak enkel door middel van de aangebrachte ballastlaag aan de ondergrond gehecht worden. Indien nodig dient tijdens de plaatsing voorlopige ballast te worden voorzien. De techniek van de losse plaatsing met ballast kan worden toegepast bij hellingen tot 10%. Bij een helling van meer dan 10% moet de SecuOne EPDM toch verkleefd worden. Inspecteer ook de draagkracht van de dakvloer. Eventueel dient een stabiliteitsingenieur ingeschakeld te worden om uitsluitsel te geven. De keuze van de ballast gebeurt volgens de richtlijnen van het WTCB. Hoe zwaarder de te verwachten windbelasting, hoe
17
Verwerking zwaarder de ballastlaag en hoe groter de diameter van de geplaatste ballast. Rand- en turbulentiezones dienen indien nodig van een zwaardere ballastlaag te worden voorzien. De opgaande kanten, hoek-, rand- en turbulentiezones worden minimaal 1 m tweezijdig én volvlakkig verkleefd met Spray-Fix (350 g/m² met het drukvat of 600 g/m² met de lijmrol). Een gelijkmatige verdeling van de lijm is noodzakelijk om een goede hechting te verkrijgen. De opgaande kanten, hoek-, rand- en turbulentiezones dienen altijd grondig aangerold te worden met de 4 cm brede aandrukrol. Ter hoogte van alle details (bijvoorbeeld waterafvoeren, ronde doorvoeren, schouwen, koepels en lichtstraten) dient er ook minimaal 1 m verkleefd te worden met Spray-Fix. De lijm dient aan beide zijden handdroog te zijn vooraleer contact wordt gemaakt tussen de te verbinden delen. Indien de isolatie en/of de dampremmer losliggen, worden ze in de randzone ofwel mechanisch bevestigd zodat op een vaste ondergrond verkleefd kan worden, ofwel wordt er een mechanische kimfixatie geplaatst door de dakhuid heen, die vervolgens waterdicht wordt afgewerkt met SecuOne polyback zelfklevende EPDM. In geballaste systemen (en ook groendaken) worden alle polyback-naden dubbel afgewerkt om het risico op fouten volledig uit te sluiten. Op een SecuOne polybacknaad wordt dus nog een extra SecuOne zelfklevende EPDM-strook geplaatst. Zodra de EPDM-kit volledig uitgehard is, wordt het werk aan een grondige inspectie onderworpen. Na plaatsing van de SecuOne EPDM dient het dak onder water te worden gezet gedurende een periode van minimaal 24 uur om te bepalen of het dak waterdicht is. Bij een waterdicht resultaat wordt het water verwijderd en moet de beschermdoek én de ballast direct worden geplaatst. Er dient te allen tijde te worden voorkomen dat de EPDM-rubber zonder enige vorm van ballast op het dak ligt. Zo zorgen we ervoor dat de EPDM niet kan opwaaien. Bij geballaste daken moet de ballast voldoen aan de eisen van TV215. Voor daktuinsystemen moet men rekening houden met het drooggewicht.
18
Verwerking 4. Verwerking in warm bitumen Vooraleer de dakwerken te starten, controleert de aannemer van de dichtingswerken de zichtbare toestand van de dakvloer en verzekert hij er zich van dat die aan de oppervlakte voldoende droog is. De dakvloer en zijn overeenkomstigheid met de contractuele bepalingen moeten door de opdrachtgever of zijn afgevaardigde worden aanvaard. Het zichtbare oppervlak moet volledig afgewerkt zijn, met inbegrip van opstanden, uitzetvoegen, goten en openingen voor tapbuizen. De voorziene hellingen dienen correct te zijn uitgevoerd volgens de richtlijnen van TV215. De aannemer heeft de plicht na zijn algemene onderzoek eventuele gebreken te melden. Alle afval wordt van het dakvlak afgeborsteld en oneffenheden worden weggewerkt. Vervolgens kan het nodig zijn de ondergrond verder voor te bereiden vooraleer de dichting wordt aangebracht. Kleven met warm bitumen is uiteraard alleen mogelijk op ondergronden verenigbaar met bitumineuze producten. Bij de verwerking met warm bitumen gebruikt men warm “geblazen” bitumen als kleefmiddel. Gebruik bij voorkeur type 110/30, dat een hoger verwekingspunt heeft dan type 85/25 en zo de kans op afglijden verkleint, vooral bij hellingen. Bitumen wordt gewoonlijk geleverd in blokken van 20 à 30 kg en gesmolten in een bitumenketel. De optimale verwerkingstemperatuur kan worden bepaald via de volgende vuistregel: “verwerkingstemperatuur = verwekingspunt + 100°C”. Voor bitumen 110/30 betekent dat dus een verwerkingstemperatuur van circa 210°C. Wanneer de voorbereidende werken zijn uitgevoerd, kan men de dakbanen gaan uitrollen en positioneren. Alle banen worden vervolgens over de volledige lengte opgerold tot de halve breedte. Er wordt warm bitumen uitgegegoten zodat er permanent een bitumenbad over de volledige oppervlakte van de baan aanwezig is (circa 1,5 à 2 kg/m²). Er wordt niet méér bitumen gegoten dan er EPDM kan worden ingerold bij de juiste verwerkingstemperatuur. Na verlijming moet er op het SecuOne-membraan grondig worden aangeveegd. Het volledige dak, inclusief de opstanden, wordt volvlakkig verkleefd. Men dient de nodige voorzorgen te nemen om vervuiling van de naadoverlap met warm bitumen te vermijden. Neem steeds alle voorzorgen eigen aan de verwerking met warm bitumen.
19
Verwerking 5. Afwerking van langsnaden met SecuOne Pre-tape EPDM Het is belangrijk elke werkdag het volledig geplaatste oppervlak waterdicht af te werken. We plaatsen bijvoorbeeld een vouwmeter tegen het bovenste membraan en maken met een vetkrijt een aanduiding. We maken op ongeveer 2 cm van de naad een aanduiding. Dan worden de pre-tape-naden opengevouwen. Vervolgens wordt het hechtvlak op het onderste membraan behandeld met SecuOne polyback primer. Besteed extra aandacht aan de reiniging van mogelijke fabrieksnaden. De vetkrijtlijn geeft aan tot waar de primer minimaal aangebracht dient te worden. Als de primer handdroog is, wordt het bovenste membraan met de pre-tape dichtgevouwen. Na controle verwijderen we de beschermfolie zijdelings en drukken we het bovenste membraan met de hand aan. Vermijd altijd vouwen of plooien. Nu moet de naad grondig dwars worden aangerold. Hierna rollen we nogmaals langs aan en de naad is klaar. 6. Afwerking van dwarsnaden met zelfklevende EPDM-strook Een SecuOne-dwarsnaad wordt afgewerkt met SecuOne polyback zelfklevende EPDM. Bij voorkeur worden de te verbinden dakbanen ter hoogte van de dwarsnaad minimum 1 cm overlapt en gehecht met Spray-Fix. Het werkoppervlak wordt grondig gereinigd met SecuOne polyback primer. Vervolgens wordt de SecuOne polyback zelfklevende EPDM spanningsloos aangebracht. De gemaakte naad wordt grondig dwars en daarna langs aangerold. Pas door die handeling komt het ionisatieproces op gang. Een minimum van 5 cm overlap aan beide zijden is vereist. De hoeken van de gebruikte SecuOne EPDM-strook worden steeds afgerond. 7. Overgang van horizontale naar verticale naden Elke naadverbinding dient in de overgang van horizontaal naar verticaal vlak extra beschermd te worden door middel van met SecuOne polyback flashing. Hiertoe wordt de betreffende zone voorbehandeld met SecuOne polyback primer. Als de primer droog is, wordt de SecuOne polyback flashing aangebracht en vervolgens grondig aangerold. Dit detail dient afgedicht te worden met EPDM-kit. Het werkoppervlak moet daartoe eerst voorbehandeld zijn met SecuOne polyback primer.
20
Verwerking 8. Afwerking van T-naden Alle T-naden (zowel langs- als dwarsnaden) dienen extra afgewerkt te worden met een stuk SecuOne polyback flashing en EPDM-kit. (Ook waar twee stukken SecuOne polybacknaden aansluitend geplaatst worden, spreken we van een T-naad.) Het werkoppervlak dient daartoe eerst voorbehandeld te zijn met SecuOne polyback primer (foto’s 1 en 5). Als de SecuOne polyback primer droog is, wordt de SecuOne polyback flashing aangebracht, met afgeronde hoeken (foto 2). Daarna moet grondig worden aangerold met een aandrukrol van 4 cm (foto 3) en afgewerkt met een T-naadroller (foto 4) om capillaire lekken uit te sluiten. Rondom wordt de SecuOne polyback flashing afgedicht met EPDM-kit (foto 6). Het werkoppervlak dient daartoe eerst voorbehandeld te zijn met SecuOne polyback primer (foto 5).
1
2
3
4
5
6
9. Reparatie van capillaire holtes Een eventuele vouw in een naadverbinding dient afgewerkt te worden met SecuOne polyback flashing en EPDM-kit. Het werkoppervlak dient daartoe eerst voorbehandeld te zijn met SecuOne polyback primer. Als de SecuOne polyback primer droog is, wordt de SecuOne polyback flashing aangebracht (met afgeronde hoeken). Vervolgens moet grondig worden aangerold met een aandrukrol van 4 cm en daarna met een T-naadroller om capillaire lekken uit te sluiten. Rondom wordt de flashing afgedicht met EPDM-kit.
21
Verwerking 10. Afwerking van binnenhoeken De binnenhoeken worden ingevouwen. De vouw dient echter bovenop afgewerkt te worden met SecuOne polyback flashing. Het werkoppervlak moet eerst grondig voorbereid worden met SecuOne polyback primer. Als het oppervlak droog is, worden er – afhankelijk van de randafwerking – minstens twee stukken SecuOne polyback flashing geplaatst. Nu wordt de volledige afwerking afgedicht met EPDMkit. Het werkoppervlak dient daartoe eerst voorbehandeld te zijn met SecuOne polyback primer, ook wanneer flashing op flashing wordt geplaatst. 11. Afwerking van buitenhoeken Het werkoppervlak wordt voorbehandeld met SecuOne polyback primer. Na de nodige droogtijd te hebben gerespecteerd, wordt de op maat afgesneden strook SecuOne polyback flashing aan de linkerzijde van de hoek gekleefd zonder vervorming. Er wordt een strook van ongeveer 50 mm overgevouwen en vervormd aan de rechterzijde. Rol het eerst geplaatste gedeelte grondig aan. Doordat de SecuOne polyback flashing aan de rechterzijde verdund is door de vervorming (voorbehandelen met SecuOne polyback primer), wordt nu ook aan de rechterzijde een strook SecuOne polyback flashing gekleefd zonder vervorming. De nog losse strook van circa 50 mm wordt nu naar de linkerzijde overgevouwen en vervormd. Het is uitermate belangrijk de te hechten stroken heel grondig aan te rollen. De afwerking is grondig uitgevoerd als er steeds een naadoverlap van minimum 50 mm gerespecteerd wordt. Voordat die wordt opgekleefd, worden de hoeken van de SecuOne polyback flashing rondgeknipt. Als de hoek afgewerkt en opnieuw behandeld is met SecuOne polyback primer, wordt hij afgedicht met EPDM-kit. 12. Afwerking van PE-hemelwaterafvoer met EPDM-slabbe De SecuOne EPDM-rubber wordt ter hoogte van de hemelwaterafvoer met extra aandacht verkleefd (rond de hemelwaterafvoer 1 m² 100% verkleefd met Spray-Fix). Onmiddellijk na de plaatsing dient het EPDM-membraan rond opengesneden te worden zodat het water bij regen kan afvloeien. De hemelwaterafvoer wordt altijd boven op het membraan geplaatst. Het is heel belangrijk dat op het punt waar het dak moet afwateren, de drie elementen (draagvloer en dampremmer, isolatie en SecuOne EPDM) die het dak maken, samen één vast geheel vormen. Het EPDM-membraan wordt mechanisch verankerd aan de ondergrond door middel van 4 drukverdeelplaatjes en een bevestiger afgestemd op de ondergrond. Op die manier ontstaat er een constante klemming en realiseren we een mechanische bevestiging van het EPDM-membraan. Hierbij zullen het dak, de dichting en de hemelwaterafvoer nooit ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Om elk risico op terugkerend
22
Verwerking water of vocht uit te sluiten, dienen we rond de dakopening, tussen de dakvloer en de SecuOne, en tussen de SecuOne en de EPDM-rubberslabbe waterdicht af te werken met EPDM-kit. De afwerking gebeurt volledig in EPDM-kit. Het werkoppervlak moet worden voorbehandeld met SecuOne polyback primer; dat geldt zowel voor de onderzijde van de te plaatsen hemelwaterafvoer (slabbe) als voor de SecuOne EPDM. Deze techniek kan worden toegepast bij horizontale en verticale hemelwaterafvoeren of spuwers. Opmerkingen • De PE-buis dient altijd waterdicht aan de onderliggende buis gehecht te worden, en dat als bescherming tegen omhooggestuwd water en opstijgende dampen. • Het valt aan te raden de zone rond de hemelwaterafvoer lichtjes te verzinken zodat er een perfecte afwatering ontstaat. • Om de PE-buis rondom vast te zetten, kan er ook met PU-schuim worden gewerkt. Let erop dat er geen PU-materiaal in de waterafvoer terechtkomt. 13. Afwerking met metalen hemelwaterafvoeren De SecuOne EPDM wordt ter hoogte van de hemelwaterafvoer met extra aandacht verkleefd (1m² 100% verkleving rond het tapgat met Spray-Fix). Onmiddellijk na de plaatsing dient het EPDM-membraan rond opengesneden zodat bij regen het water kan afvloeien. De loden hemelwaterafvoer wordt boven op de SecuOne EPDM geplaatst. Het is heel belangrijk dat op het punt waar het dak moet afwateren, de drie elementen (draagvloer en dampremmer, isolatie en SecuOne EPDM) die het dak maken, samen één vast geheel vormen. De hemelwaterafvoer wordt mechanisch verankerd aan de ondergrond door middel van ovalen isolatieplaatjes en een bevestiger afgestemd op de ondergrond. Op die manier ontstaat er een constante klemming en realiseren we een mechanische bevestiging van het membraan. Hierbij zullen het dak, de dichting en de hemelwaterafvoer nooit ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Het werkoppervlak moet worden voorbehandeld met SecuOne polyback primer, aan te brengen met de schuurzijde van een schuursponsje. Op de perfect droge ondergrond dient nu waterdicht afgewerkt te worden met SecuOne polyback flashing. Het volledige detail wordt nu afgewerkt met EPDM-kit. Vóór we afkitten, behandelen we het werkoppervlak met SecuOne polyback primer. Die techniek kan toegepast worden voor zowel horizontale als verticale hemelwaterafvoeren of spuwers.
23
Verwerking Afwerking met klemsystemen Bij het gebruik van klemsystemen wordt het onderstuk van het tapgat vóór de plaatsing van de SecuOne EPDM-rubber in de ondergrond verankerd. Vervolgens wordt het EPDM-membraan geplaatst: de SecuOne wordt ter hoogte van het tapgat met extra aandacht verkleefd (rond het tapgat 1 m² 100% verkleven). Tussen het onderstuk van het tapgat en het EPDM-membraan wordt de EPDM-kit geplaatst. Nu wordt het bovenstuk of de klemring mechanisch verankerd op het onderstuk. Hierdoor ontstaat er een constante klemming en wordt het SecuOne EPDMmembraan mechanisch verankerd aan de ondergrond. Naadverbindingen mogen niet in het klemsysteem geklemd worden. Zorg er steeds voor dat de non-woven polyester onderzijde nooit in contact komt met het regenwater. Ter hoogte van de klemming moet de non-woven polyester volledig verwijderd worden. 14. Afwerking met ingewerkte EPDM-slabben De naadverbinding tussen ingemetselde stroken en het dakmembraan tegen de opgaande muur komt bij voorkeur in het verticale vlak tot stand. De ingemetselde strook wordt omhoog geslagen zodat het dakmembraan tegen de opgaande muur vrijkomt. Vervolgens behandelen we beide hechtoppervlakken met SecuOne polyback primer. We besteden extra aandacht aan het reinigen van de fabrieksnaden. Als de SecuOne polyback primer perfect droog is, gebruiken we de SecuOne polyback tape op het membraan dat tegen de muur aangebracht is. We plaatsen spanningsloos en met een stevige handdruk. Vervolgens rollen we grondig dwars aan, daarna langs. De ingemetselde strook wordt over de SecuOne polyback geplaatst. (Verwijder de polyback nog niet.) Deze strook wordt bijgeknipt zodat de SecuOne polyback altijd onder de naad uitkomt en de naadoverlap nergens losligt. De SecuOne polyback moet minimaal 3 mm en mag maximaal 2,5 cm onder de naad uitkomen zodat minimum 5 cm naadverbinding gegarandeerd wordt. Nadat we de naad dichtgelegd en gecontroleerd hebben, verwijderen we de beschermfolie zijdelings en drukken het bovenliggende membraan met de hand aan. We vermijden vouwen en plooien. Nu rollen we de naad grondig dwars aan, en vervolgens langs. 15. Afwerking met ingeslepen profielen/voetlood Bij lichtporeuze muren kunnen we een zaagsnede maken van minstens 2 cm diep. Na die schoongemaakt te hebben, moet de SecuOne EPDM tot aan de zaagsnede dubbelzijdig verlijmd worden met Spray-Fix. Vervolgens wordt het gevouwen profiel boven de SecuOne EPDM en in de zaagsnede gebracht. De open voeg boven het profiel wordt afgekit. Het werkoppervlak moet altijd worden voorbehandeld met SecuOne polyback primer. Deze oplossing is heel interessant omdat er op die manier
24
Verwerking nog altijd indringend vocht uit de gevel gehaald wordt. Bij renovatie dient u steeds onder de bestaande vochtwering te blijven. 16. Afwerking met muurprofielen/knelprofielen Bij niet-poreuze muren kan er ook afgewerkt worden met een muurprofiel, dat 1 cm boven de SecuOne EPDM uitsteekt en met voldoende bevestigers aangebracht wordt. Bovenaan wordt deze afwerking waterdicht verwerkt met EPDM-kit. Het werkoppervlak moet altijd worden voorbehandeld met SecuOne polyback primer. Met dit systeem wordt er geen indringend vocht uit de muur gehaald. Bij renovatie dient u steeds onder de bestaande vochtwering te blijven. 17. Afwerking met standaard dakrandprofielen/zinken kraal Overal waar het membraan eindigt, dient het mechanisch te worden verankerd. Daarom wordt het dakrandprofiel altijd boven op de SecuOne EPDM vastgeschroefd. Belangrijk hierbij is het voor een goede, solide ondergrond te zorgen. Hiertoe is het eventueel nodig een stevige houten plank of balk aan te brengen op de dakrand. Vervolgens wordt eerst de SecuOne EPDM aangebracht door middel van volledige verlijming met Spray-Fix. Dat zorgt voor een 100% winddichte aansluiting. De SecuOne EPDM dient over de dakrand naar beneden gevouwen te worden. Nu wordt het dakrandprofiel op de SecuOne EPDM mechanisch bevestigd. Gebruik voldoende schroeven zodat het profiel een goede verankering van de SecuOne realiseert. Zorg ervoor dat de SecuOne niet onder het profiel uitkomt. Nu worden zowel het dakrandprofiel als het hechtoppervlak op de SecuOne EPDM grondig behandeld met SecuOne polyback primer. Zodra die droog is, kunnen we het geheel waterdicht afwerken met SecuOne polyback zelfklevende EPDM over de volle lengte van het dakrandprofiel. Nadat hij grondig aangerold is, dient hij te worden afgekit in de kim van het dakrandprofiel. In hoeken dient de T-naadzone tussen twee SecuOne polyback zelfklevende EPDM-stroken die elkaar overlappen, eveneens te worden afgekit. Dat geldt ook wanneer de zelfklevende EPDM-strook over SecuOne polyback of SecuOne polyback flashing geplaatst wordt. De EPDMkit dient 5 cm in elke richting vanuit het kritische punt te worden aangebracht. Ook hier moet vooraf de ondergrond behandeld worden met SecuOne polyback primer.
25
Verwerking 18. Afwerking met muurafdekkappen Het is belangrijk voor een goede, solide ondergrond te zorgen. Het zal eventueel nodig zijn een stevige houten plank of balk aan te brengen op de dakrand. Vervolgens wordt eerst de SecuOne EPDM aangebracht door middel van volledige verlijming met Spray-Fix. De SecuOne dient over de dakrand naar beneden gevouwen te worden. Dat zorgt voor een 100% winddichte aansluiting. Nu wordt de muurkap op de SecuOne EPDM geplaatst. Voorzie voldoende bevestigingspunten zodat de muurkap een goede mechanische verankering van de SecuOne EPDM realiseert. De bevestigingspunten worden op de zijkanten voorzien zodat er geen risico op lekken ontstaat. Zorg ervoor dat de SecuOne niet onder het profiel uitkomt. 19. Afwerking met dekstenen Het is belangrijk voor een goede, solide ondergrond te zorgen. Het zal eventueel nodig zijn een stevige houten plank of balk aan te brengen op de dakrand. Vervolgens wordt de SecuOne EPDM aangebracht door middel van volledige verlijming met Spray-Fix. Dat zorgt voor een 100% winddichte aansluiting. Nu wordt de deksteen op de SecuOne EPDM geplaatst. Opmerking Bij dekstenen wordt de SecuOne EPDM tot de helft van de muurbreedte aangebracht. Hierop wordt de deksteen in de mortel gelegd. 20. Afwerking van doorvoeren Een doorvoer dient afgewerkt te worden met SecuOne polyback flashing. Eerst dient het werkoppervlak voorbehandeld te worden met SecuOne polyback primer. Vervolgens zal men eerst de doorvoer zelf afwerken met SecuOne polyback flashing (met afgeronde hoeken). Zorg ervoor dat u nog voldoende SecuOne polyback flashing over heeft om het grondvlak af te werken. Daarna wordt de SecuOne polyback flashing naar het grondvlak toegewerkt door hem gelijkmatig naar onderen toe te vervormen. De SecuOne polyback flashing dient rondom afgedicht te worden met EPDM-kit (voor te behandelen met SecuOne polyback primer). Rond de doorvoer dient minstens 1 m² van de SecuOne EPDM verkleefd te worden met Spray-Fix.
26
Verwerking 21. Afwerking van kleine doorvoeren De kwaliteit van elk dak zit in de afwerkingen. Kleine ronde doorvoeren die te dicht bij elkaar staan, of andere moeilijk af te werken dakdoorvoeren, worden door middel van zelfklevende bekuipingen en Pourable Sealer waterdicht gemaakt. De SecuOne EPDM wordt geplaatst en rond de af te werken details mechanisch verankerd. Vervolgens wordt het werkoppervlak schoongemaakt en behandeld met SecuOne polyback primer. Pourable Sealer Pocket (een zelfklevende bekuiping) kan nu rond de dakdoorvoer geplaatst worden. Na grondig aangerold en de bovenflap naar binnen gevouwen te hebben, moet het bakje aan de binnenzijde (inclusief de doorvoer) worden geprimerd. Vervolgens wordt het bakje gevuld. Het moet zodanig worden opgevuld dat er geen regenwater op kan blijven staan. Nu is het geheel waterdicht. Na verloop van tijd zal het tot een massief rubberblok uitharden.
27
Detailtekeningen 1. Langsnaden 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie SecuOne EPDM Spray-Fix SecuOne polyback 5 cm
• SecuOne EPDM heeft aan beide zijden een zelfkant (= zonder polyester cachering) van zo’n 12 cm, die dient om de naadverbinding te maken. • De SecuOne polyback-naad moet minimaal 3 mm en mag maximaal 2,5 cm onder de naad uitkomen zodat een naadverbinding van minstens 5 cm gegarandeerd wordt. • In de randzone dient men de SecuOne EPDM minstens 1 m of over de volledige randozne te verkleven met Spray-Fix, zoals bepaald in TV215 van het WTCB. • Vóór men SecuOne polyback gebruikt, moet men het werkoppervlak behandelen met SecuOne polyback primer.
28
Detailtekeningen 2. Dwarsnaden 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie SecuOne EPDM Spray-Fix SecuOne polyback zelfklevende EPDM De twee te verbinden delen
• Aan beide zijden moet de SecuOne polyback zelfklevende EPDM een naadverbinding hebben van minstens 5 cm. • Bij een dwarsnaad moet men SecuOne polyback zelfklevende EPDM gebruiken in plaats van SecuOne polyback omdat men geen zelfkant heeft om de naadverbinding te maken. • Vóór men SecuOne polyback zelfklevende EPDM gebruikt, moet men het werkoppervlak behandelen met SecuOne polyback primer.
29
Detailtekeningen 3. Verticale naden 3.1 Langsnaden 1. SecuOne EPDM 2. SecuOne EPDM 3. SecuOne polyback flashing
• De langsnaad, gemaakt met SecuOne Pre-tape EPDM, wordt doorgetrokken in het verticale vlak zonder spanning in te bouwen. • In de kim wordt een versteviging aangebracht door middel van een stuk SecuOne polyback flashing. De naden worden eerst voorbehandeld met SecuOne polyback primer en afgewerkt met EPDM-kit. 3.2 Dwarsnaden 1. SecuOne EPDM 2. SecuOne polyback zelfklevende EPDM 3. SecuOne polyback flashing 4. EPDM-kit
• Waar een dwarsnaad in het verticale vlak doorloopt, moet eerst in het horizontale vlak de naad uitgewerkt worden met een strook SecuOne polyback zelfklevende EPDM, zoals beschreven bij de dwarsnaden. Deze cover wordt circa 2 cm doorgetrokken in het verticale vlak. Vervolgens wordt het verticale vlak voort afgewerkt met een tweede stuk cover. • Ten slotte wordt in de kim een versteviging aangebracht door middel van een stuk SecuOne polyback flashing. De naden hiervoor worden rondom voorbehandeld met SecuOne polyback primer en afgewerkt met EPDM-kit.
30
Detailtekeningen 4. T-naden
• Men dient eerst de dwarsnaad te maken met SecuOne polyback zelfklevende EPDM. • Vervolgens wordt de kruisende langsnaad gemaakt met SecuOne polyback (hij wordt dus boven de dwarsnaad verkleefd). • Op de kruising van SecuOne polyback zelfklevende EPDM en SecuOne polyback moet een stuk SecuOne polyback flashing komen dat volledig rondom afgekit dient te worden. • Het werkoppervlak moet worden voorbehandeld met SecuOne polyback primer. 5. Binnenhoeken
1. Overtollige rubber (naar achteren gevouwen) 2. SecuOne polyback flashing 3. Vouw 4. EPDM-kit • Alle vlakken dienen verlijmd te worden met Spray-Fix (alsook de ingevouwen hoek). • Vóór men SecuOne polyback flashing en EPDM-kit gebruikt, moet men het werkoppervlak behandelen met SecuOne polyback primer.
31
Detailtekeningen 6. Buitenhoeken 1. Bij het afwerken van een buitenhoek is er te weinig materiaal. 2. De opening die ontstaat na het insnijden, moet waterdicht afgewerkt worden met twee stukken SecuOne polyback flashing. 3. Waar de SecuOne polyback flashing vervormd (en dus ook verdund) wordt, moet hij verdubbeld worden. 4. De SecuOne polyback flashing moet rondom volledig afgekit worden.
• Vóór men SecuOne polyback flashing en EPDM-kit aanbrengt, moet men het werkoppervlak behandelen met SecuOne polyback primer. • De hoeken van de SecuOne polyback flashing moeten worden afgerond.
32
Detailtekeningen 7. Horizontale uitloop 1. 2. 3. 4. 5.
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie SecuOne EPDM Spray-Fix
6. 7. 8. 9. 10.
PE-tapgat met EPDM-slabbe Mechanische bevestiging EPDM-kit Goede water- en dampdichte afdichting EPDM-slabbe/tapbuis
• De hemelwaterafvoer moet in een licht verzinkte ondergrond geplaatst worden. • Rond de hemelwaterafvoer dient 1 m² volvlakkig verlijmd te worden met Spray-Fix. • De SecuOne dient ter hoogte van de hemelwaterafvoer mechanisch bevestigd te worden vóór de hemelwaterafvoer wordt geplaatst door middel van 4 ovalen bevestigingsplaatjes. • Vóór men EPDM-kit gebruikt, moet men het werkoppervlak behandelen met SecuOne polyback primer.
33
Detailtekeningen 8. Verticale uitloop 1. 2. 3. 4. 5.
34
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie SecuOne EPDM Spray-Fix
6. 7. 8. 9. 10.
PE-tapgat met EPDM-slabbe Mechanische bevestiging EPDM-kit Goede water- en dampdichte afdichting EPDM-slabbe
Detailtekeningen 9. Loden hemelwaterafvoer 1. 2. 3. 4. 5.
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie SecuOne EPDM Spray-Fix
6. 7. 8. 9. 10.
Loden tapgat Mechanische bevestiging SecuOne polyback flashing EPDM-kit Goede water- en dampdichte afsluiting
• De hemelwaterafvoer moet in een licht verzinkte ondergrond geplaatst worden. • Rond de hemelwaterafvoer dient 1 m² volvlakkig verlijmd te worden met Spray-Fix. Vóór men SecuOne polyback flashing en EPDM-kit gebruikt, moet men het werkoppervlak behandelen met SecuOne polyback primer. 10. Deksteen in beton 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Opgaand metselwerk Dampremmende laag Isolatie SecuOne EPDM Spray-Fix Mortel Deksteen
35
Detailtekeningen 11. Traditioneel dakrandprofiel 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie SecuOne EPDM Spray-Fix Hellingsbeton Traditioneel dakrandprofiel
8. 9. 10. 11. 12.
Mechanische bevestiging SecuOne polyback zelfklevende EPDM EPDM-kit Spouwafdichting Opgaand metselwerk
• Aan de opgaande kant en minstens 1 m in het horizontale vlak dient de SecuOne EPDM volvlakkig verkleefd te worden met Spray-Fix (cf. TV215 van het WTCB). • Vóór men SecuOne polyback zelfklevende EPDM en EPDM-kit gebruikt, moet men het werkoppervlak behandelen met SecuOne polyback primer. • De spouwafdichting moet winddicht geplaatst zijn.
36
Detailtekeningen 12. Metalen muurkap 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie SecuOne EPDM Spray-Fix Hellingsbeton Opgaand metselwerk
8. Bevestigingsbeugels 9. Mechanische bevestiging voor bevestigingsbeugels 10. Muurkap 11. Minstens 1 m Spray-Fix verlijmen in het horizontale vlak (cf. TV215 van het WTCB)
13. Klemprofiel 1. Klemprofiel 2. SecuOne EPDM 3. Mechanische bevestiging voor klemprofiel
37
Detailtekeningen 14. Doorvoeren 1. SecuOne polyback flashing 2. Overlapping van SecuOne polyback flashing 3. EPDM-kit • Rond de doorvoer dient 1 m² volvlakkig verlijmd te worden met Spray-Fix. • Vóór men SecuOne polyback flashing en EPDM- kit gebruikt, moet men het werkoppervlak behandelen met SecuOne polyback primer.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie SecuOne EPDM Spray-Fix Hellingsbeton
7. 8. 9. 10. 11.
SecuOne polyback zelfklevende EPDM EPDM-kit Houten regel Dakrandprofiel Afdrup
15. Afdichting van een bakgoot
• Bij een bakgoot kan een koudebrug ontstaan. Daarom zal men de goot zelf ook isoleren. Zo beperkt men de koudebrug en kan men ook het afschot in de goot verbeteren. • Vóór men SecuOne polyback zelfklevende EPDM gebruikt, moet men het werkoppervlak behandelen met SecuOne polyback primer.
38
Detailtekeningen 16. Binnengoot 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie SecuOne EPDM Hellingsbeton Tapbuis Mechanische bevestiging
8. 9. 10. 11. 12. 13.
SecuOne polyback flashing EPDM-kit Bolrooster Deksteen Mortel Houten regel
• Vóór men SecuOne polyback flashing en EPDM-kit gebruikt, moet men het werkoppervlak behandelen met SecuOne polyback primer. • De mortel voor de deksteen moet minstens een halve steen opgevoegd worden. Dat betekent dat de SecuOne EPDM een halve steen voor de buitenkant van de muur dient te stoppen.
39
Detailtekeningen 17. Aansluiting bij een beplating 1. Draagstructuur 2. Dampremmende laag 3. Isolatie 4. SecuOne EPDM 5. Spray-Fix 6. Beplating 7. Bevestigingsregel 8. Mechanische bevestiging 9. EPDM-kit 10. Druiplijst 11. Opgaand metselwerk 12. Hoekprofiel
• De aansluiting tussen de druiplijst en de muur moet waterdicht zijn. Daarom moet op dat punt afgedicht worden met EPDM-kit. • Vóór men EPDM-kit gebruikt, moet men het werk oppervlak behandelen met SecuOne polyback primer.
40
Detailtekeningen 18. Aansluiting tussen plat en pannendak 1. Draagstructuur 2. Dampremmende laag 3. Isolatie 4. SecuOne EPDM 5. Spray-Fix 6. Dakbedekking van pannen 7. Onderdak 8. Binnenafwerking 9. Bebording 10. Normaal waterpeil 11. Uitzonderlijk waterpeil 12. Muurplaat 13. Hellingsbeton
41
Detailtekeningen 19. Afwerking aan lichtstraat 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
42
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie SecuOne EPDM Spray-Fix Houten regel Mechanische bevestiging lichtstraat Lichtstraat Hellingsbeton
Detailtekeningen 20. Afwerking bij geïsoleerde koepelopstand 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie SecuOne EPDM Spray-Fix Hellingsbeton Koepel Mechanische bevestiging EPDM-kit
21. Aansluiting ter hoogte van bestaand bitumineus dak 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Draagstructuur Dampremmende laag Isolatie SecuOne EPDM Spray-Fix Houten balk
7. 8. 9. 10. 11.
Mechanische verankering houten balk EPDM-kit Wandprofiel + mechanische verankering Bestaande roofing Nieuwe laag roofing
43
Detailtekeningen 22. Afwerking met Pourable Sealer 1. 2. 3. 4. 5. 6.
44
Pourable Sealer Moeilijke doorvoeren Opvulmiddel Pourable Sealer Pocket EPDM-kit SecuOne EPDM
7. 8. 9. 10. 11.
Spray-Fix Geschikte isolatie Dampremmende laag Beton of metselwerk Mechanische bevestiging
België
HANDLEIDING
Europalaan 73 | 9800 Deinze T +32 (0)9 321 99 21 F +32 (0)9 371 97 61
[email protected] www.irs-btech.be
SecuONE_Handleiding KAFT BN.indd 1
18/02/13 14:17