GRIP vzw & Handiwatch stellen voor:
-------------------------------------------
Handicap in de media: waarom en hoe? -------------------------------------------
Dit handboek is bedoeld voor journalisten, redacteurs, producenten en andere mediamakers. Het wil er mee toe bijdragen dat diversiteit in de media geen loos begrip meer blijft. Ook niet op vlak van handicap! De trefwoorden zijn: meer en beter. Hoe vind je boeiende mensen met een handicap? Hoe kunnen ze een meerwaarde betekenen? Hoe vermijd je stereotypes? Lees verder en ontdek! Je kan het handboek ook online bekijken op www.handiwatch.be > Documentatie.
Handboek voor mediamakers -
Handboek voor mediamakers
1
Inhoud
1. Mag het wat meer zijn? •
Maak mensen met een handicap zichtbaarder
•
Daar waar men het minst verwacht (inclusie)
2. Een goed verhaal •
Waarom berichten over personen met een handicap?
•
Wil het publiek wel een handicap op zijn bord?
•
Welke verhalen slaan aan?
•
Humor
3. Hoe vind je mensen met een handicap? •
p. 3
p. 5
p. 10
Waarom vind je ze niet?
• Hoe vind je ze toch?
•
Voorbereiding
•
Omgangsverlegenheid
•
Helpen of betuttelen?
•
Nieuwsgierigheid
•
Vergeet deze vragen niet
5. De verwerking •
Slachtoffer of held
•
Selectieve informatie
•
Taalgebruik
•
Beeldtaal
Colofon
p. 12
p. 15
p. 18
Handboek voor mediamakers - Inhoud
4. Het interview
2
1. Mag het wat meer zijn?
De huidige cijfers bewijzen dat de media niet representatief zijn. Bovendien is er een nieuw VN-verdrag waar we rekening mee moeten houden. Maar bovenal kunnen mensen met een handicap een meerwaarde bieden, een nieuw perspectief, en zijn er nieuwe ontwikkelingen om op te volgen. In dit hoofdstuk vind je niet alleen redenen waarom je meer mensen met een handicap zou integreren in de media, maar ook tips om ze te includeren in bestaande en nieuwe programma’s.
Maak mensen met een handicap zichtbaarder Als mediamaker probeer je de werkelijkheid te weerspiegelen. Wat betreft de maatschappelijke diversiteit, lukt dit momenteel niet erg goed. Van de mensen die in 2006 op tv kwamen, hadden minder dan 2 % een handicap. Als men enkel naar de nieuwsprogramma’s kijkt, is de vertegenwoordiging nog veel lager. Van de Vlaamse bevolking – en dus ook het mediapubliek – heeft minstens 10% een handicap of chronische ziekte.
Maar het gaat niet alleen om verantwoordelijkheid en een correcte weerspiegeling. Het gaat vooral om de meerwaarde die mensen met een handicap kunnen bieden, en de opportuniteiten van nieuwe ontwikkelingen.
Hou je vinger aan de pols… Mensen met een handicap willen niet meer betutteld worden, maar actieve burgers zijn.
Mensen met een handicap komen niet vaak in de media, omdat ze ook in het leven van alle dag lang onzichtbaar zijn gebleven als volwaardige deelnemers aan de samenleving. Toch kennen we inmiddels enkele sterke voorbeelden. Het lijkt me zinvol om voldoende afwisseling te realiseren in de mensen die je aan het woord laat. Maak je verzameling over het geheel genomen zo divers mogelijk. Mannen, vrouwen, jong en oud, met een handicap, met een kleur etc. |Geertje De Ceuleneer , Radio 1|
Handboek voor mediamakers - Mag het wat meer zijn?
Naast een (niet helemaal correcte) afspiegeling van de werkelijkheid, hebben media ook invloed op die werkelijkheid. Men kan discussiëren over hoe groot die invloed is, maar ze is er. Mediamensen dragen dus een zekere verantwoordelijkheid en die is niet geheel vrijblijvend. Zo is er het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap, een bindend verdrag dat België heeft ondertekend. Artikel 8 gaat in op de rol van de media in het bestrijden van vooroordelen en stigmatisering.
3
De laatste jaren is er heel wat veranderd voor en door mensen met een handicap. Ze eisen hun rechten op als burgers. Ze willen niet meer betutteld worden of louter als patiënten gezien worden. Ze willen actief deelnemen aan alle domeinen van de maatschappij. Als je als mediamaker de vinger aan de pols wil houden, kun je best rekening houden met die evolutie. Dus maak mensen met een handicap zichtbaarder. Toon hen als de actieve en veelzijdige burgers die ze zijn!
Daar waar men het minst verwacht (inclusie) Aparte programma’s of lange items over personen met een handicap hebben hun nut. Vooral als ze de klassieke beeldvorming doorbreken. Zo portretteerde Voorbij de Grens tien Vlamingen met een handicap als individuele mensen die elk heel wat in hun mars hebben. Het is eens wat anders dan het leven zoals het is in een instelling. En Benidorm Bastards toont een bende ouderen (van wie sommigen een handicap hebben) zoals ze voordien maar zelden in beeld kwamen.
•
Laat personen met een handicap of chronische ziekte aan bod komen in bestaande programma’s. Bij human interest programma’s, reality shows, spelprogramma’s e.d. is dat meestal perfect mogelijk. Kris & Yves in Man bijt Hond, een man met een kleine gestalte in Big Brother en een dove deelnemer in Eén jaar gratis zijn enkele goede voorbeelden.
•
Informatieve programma’s doen vaak een beroep op experts. Laat niet altijd dezelfden aan het woord, er zijn ook allerlei deskundigen met een handicap! Raadpleeg bijvoorbeeld de Expertendatabank.
•
Schrijven mensen met een handicap zich niet in? Misschien zijn ze bang voor een afwijzing of problemen met toegankelijkheid. Ga actief op zoek naar deelnemers, kandidaten, getuigen. Zie Waar vind je mensen met een handicap?
•
Ontwerp een toegankelijk decor voor studioprogramma’s. Dan hoef je achteraf geen aanpassingen te doen voor rolstoelgebruikers of komt een Linda De Win niet in verlegenheid.
•
Hou het inclusie-concept in je achterhoofd vanaf de brainstormfase. Is je nieuwe programmaconcept toegankelijk? Biedt het mogelijkheden tot inclusie? Hoe maak je er zelfs een meerwaarde van? Expeditie Robinson laat bijvoorbeeld weinig ruimte voor deelnemers met een handicap. Dan kun je ofwel Voorbij de Grens maken, ofwel een totaal ander concept bedenken.
Handboek voor mediamakers - Mag het wat meer zijn?
Maar exclusieve programma’s over specifieke doelgroepen zijn niet genoeg. Inclusie is nog beter. Enkele voorbeelden:
4
2. Een goed verhaal
Een goed verhaal over iemand met een handicap, wat is dat? Wie zit daar op te wachten? Is het sowieso niet altijd negatief, triestig en weinig aantrekkelijk?
Waarom berichten over personen met een handicap? Mensen met een handicap kunnen echt een meerwaarde bieden. Ze bieden een interessante blik op de werkelijkheid. Hun perspectief ontmaskert wat wij normaal vinden. Ze zijn ook een goede bron van ‘sociaal onaangepast gedrag’. Ze kunnen zich meer permitteren, want mensen durven hen niet zomaar te negeren of iets weigeren. Door dat uit te spelen, krijg je alvast niet het beeld van de zielige persoon, maar ontkracht je juist dat stereotype. |Bert Gabriëls, humorist|
Je denkt misschien niet meteen aan mensen met een handicap, maar waarom zou je hen niet aan het woord laten? Ze hebben vaak een sterke geschiedenis, omdat ze wel eens harder moeten knokken. Het voegt een extra dimensie toe aan wat je wil vertellen. |Geertje De Ceuleneer , Radio 1| Het verhaal van iemand met een handicap kan bewondering, herkenning, ontroering of verrassing oproepen, maar kan ook aanleiding geven tot humor, speelsheid en luchtige fait divers.
Handboek voor mediamakers - Een goed verhaal
Wie afwijkt van de norm, biedt een verrassende invalshoek.
Als je mensen met een handicap in je artikel of programma integreert, werk je mee aan een correctere vertegenwoordiging van de maatschappij én kom je tegemoet aan hun wens tot participatie. Nog interessanter is dat je gebruik maakt van de meerwaarde die ze kunnen bieden. Wie afwijkt van de norm (wit, hetero, man, jong, zonder handicaps) heeft vaak een andere kijk en een verrassende invalshoek.
5
Wil het publiek wel een handicap op zijn bord? Volgens een Brits onderzoek Disabling Prejudice staan veel mediamakers nogal weigerachtig tegenover personen met een handicap op het scherm. Ze maken zich zorgen om de kijkcijfers en de vooroordelen van het publiek. Ook in Vlaanderen is dit herkenbaar. Als het om diversiteit gaat, reageren redacties vaak: “’t Is te negatief.” Ze gaan er niet graag mee om. Zodra een programma duidelijk slechter wordt door meer diversiteit, ben je natuurlijk niet goed bezig. Maar er zijn wel een heleboel winwin situaties mogelijk. Ook op vlak van humor en entertainment kun je er echt nieuwe richtingen mee inslaan. |Bert Gabriëls, humorist| Volgens het Britse onderzoek staan de angsten van mediamakers niet in verhouding met de mening van het publiek. Zo wil 61 % van de kijkers meer mensen met een handicap op het scherm. 79 % van de respondenten ziet geen graten in een nieuwslezer met een functiebeperking.
Het publiek heeft minder vooroordelen dan mediamakers vrezen.
Wat moet je vermijden? Aan meelijwekkende beeldvorming over zielige slachtoffers heeft niemand veel. Die kun je dus beter doorbreken. Wat niet wil zeggen dat je moet overhellen naar het andere extreem: het stereotype van de superheld. Wat is er beter? Toon gewone mensen in een gewone context, maar altijd met een eigen verhaal, deskundigheid, situatie... Daarnaast is er natuurlijk nood aan berichtgeving over wantoestanden: wachtlijsten, gebrekkige ondersteuning, betuttelende manier waarop die ondersteuning georganiseerd is,... Zelfs hierbij hoeft je niet noodzakelijk medelijden op te roepen. Je kan ook het rechtvaardigheidsgevoel aanspreken en inspelen op het kader van mensenrechten.
Handboek voor mediamakers - Een goed verhaal
Welke verhalen slaan aan?
6
•
Matching: overeenkomsten met ‘gewone’ mensen tonen, bijv. persoon met handicap moet ook gaan stemmen, brood kopen, gaat op vakantie…
•
Likeability: emotionele connecties opbouwen via zaken die universeel als positief worden ervaren: humor, toffe persoonlijkheden… zonder dus té positief te doen.
•
Celebrity: in fictie kunnen bekende acteurs zonder handicap personages met een handicap spelen. Het celebrity-aspect kan het beeld dat mensen hebben positief beïnvloeden - als de handicap goed geportretteerd wordt, natuurlijk. Dit mechanisme heeft wel een kleine groep tegenstanders bij de respondenten. Sommigen vinden dat mensen met een handicap zelf de kans moeten krijgen om deze rollen te spelen.
•
Random betrokkenheid: personen met een handicap in alle mogelijke rollen, los van onderwerpen over handicap. In fictie is dit heel makkelijk voor bijrollen (bijv. een serveerster met een verstandelijke handicap) en figuranten (bijv. op de achtergrond converseren enkele gasten in Vlaamse Gebarentaal). Ook in non-fictie is dit een essentieel mechanisme. Een goed voorbeeld is Ketnet Smos. Eén van de jonge reporters zit in een rolstoel en één van de gasten was eens jonge DJ die zijn hobby kwam toelichten. Het feit dat hij blind was werd enkel vermeld waar het relevant was.
•
Korte informatieve bijdragen over een handicap-gerelateerd onderwerp, belicht vanuit de visie van iemand met een handicap, aangenaam verpakt (bijv. Man Bijt Hond).
•
Humor: zie volgende onderdeel
Lees meer over het onderzoek Disabling Prejudice (artikel op BBC-site) Lees het volledige onderzoek Disabling Prejudice (J. Sancho 2003)
Handboek voor mediamakers - Een goed verhaal
Het Britse onderzoek Disabling Prejudice onderscheidt verschillende manieren om mensen met een handicap in beeld te brengen, zonder dat de kijker zich hieraan stoort. Het is aan te raden om zowel positieve als negatieve stereotiepen te vermijden. Het komt ook beter over om mensen met een handicap niet als ‘anders’ voor te stellen. Dit kan via verschillende mechanismen:
7
Humor Humor is een geweldige ijsbreker én het levert amusement op. Maar waar ligt de lijn tussen beledigingen en goede smaak? Mensen met een handicap, daar valt mee te lachen. Maar de uitdaging ligt erin om niet te lachen mét iemands handicap. Het is veel grappiger om te denken vanuit het standpunt van de persoon met de handicap. In de Blokkensketch voor Zonde van de Zendtijd lachten we bijvoorbeeld met de onaangepastheid van de studio en van de presentator. |Bert Gabriëls, humorist| De context van grappen is vaak van essentieel belang. De sketches uit Zonde van Zendtijd worden telkens goed gekaderd door een inleiding. Ook bij hun ‘Minderhedenjournaal’ blijkt het duidelijk een meerwaarde om enige duiding te geven. Mensen met een handicap durven veel verder gaan in hun humor. Het komt ook anders over als ze voor zichzelf spreken. Essentieel is dus de vraag: wie spreekt? Een stand-up comedian met een handicap kan zich meer permitteren dan eentje zonder. In andere contexten is het niet altijd duidelijk wie er aan het woord is:
Enkele voorbeelden van goede humor: •
Onaangepastheid van de omgeving: “Blokken” in Zonde van de Zendtijd, cartoon Speciale Ingang, cartoon Hier bellen?!, cartoon Accomodation, cartoon Klachten, cartoon Trap. (Zie cartoonpagina op www.gripvzw.be)
Handboek voor mediamakers - Een goed verhaal
De acteurs in de Blokken-sketch lieten we eerst zelf meedenken. Toen we hun sketches gefilmd hadden en het resultaat bekeken, kwam het veel te grof over. Je zag niet dat ze het zelf bedacht hadden. Het is dus soms een kwestie van regie. |Bert Gabriëls, humorist|
8
Een streepje voor hebben door je 'beperking', hulpmiddelen,...: cartoon Toch handig, cartoon Speeltuin, cartoon Hooked, cartoon Vroom
•
Normale mensen zijn ook een minderheid: Minderhedenjournaal in Zonde van de Zendtijd.
•
Gêne, ongemak, nieuwsgierigheid, bezorgdheid en medelijden: Adam Hills in Comedy Casino, Spot Asshole
•
Het misbruik dat de persoon kan maken van medelijden en vooroordelen: de film Aaltra, Benidorm Bastards (zie artikel en commentaren op Handiwatch)
Links naar videofragmenten: Zie de online versie van dit handboek onder Documentatie op www.handiwatch.be
Handboek voor mediamakers - Een goed verhaal
•
9
3. Hoe vind je mensen met een handicap?
Het blijft een lastige opdracht. Ook omdat mensen het goed moeten kunnen uitleggen. Wie beperkt is in zijn uitdrukkingsmogelijkheden, valt in de audiovisuele media al snel uit de boot. |Geertje De Ceuleneer , Radio 1| Oké, je wil wel eens iemand interviewen met een handicap. Maar – net als iedereen – moet die vooral een boeiend verhaal hebben, het goed kunnen vertellen, mediageniek zijn en passen in het concept dat je voor ogen had. En ze mogen zich gerust zelf inschrijven voor je programma. Maar ze melden zich niet. Bestaan ze niet?
Waarom vind je ze niet?
Daarnaast is het misschien tijd om je standaarden aan te passen van wie mediageniek is. Mensen die wat trager spreken of er anders uitzien, behoren nu eenmaal ook tot onze maatschappij.
Pas je standaarden aan en zorg voor redelijke aanpassingen.
Stel jezelf en je bedrijf ook open voor redelijke aanpassingen. Er komen bijvoorbeeld bitter weinig dove mensen in de media. Vermoedelijk komt dit door de veronderstelling dat het erg omslachtig is om met hen af te spreken. Uit tijdsgebrek moet je vaak telefonisch mensen zoeken. Toch hoeft dit geen struikelblok te zijn. Met doven kun je vaak perfect communiceren via sms en zelfs via een telefoongesprek, wanneer ze iemand in de buurt hebben die kan tolken. Weet ook dat veel doven fevente chatters zijn! Als je je veronderstellingen overboord gooit, kun je tot opzienbarende mediamomenten komen. Een tolk Vlaamse Gebarentaal werkt bijvoorbeeld niet alleen op TV (zie Eén jaar gratis). Stories creëerde zo’n radioprimeur met een interview via een tolk. Dove personen op de radio: het kan!
Handboek voor mediamakers - Hoe vind je mensen met een handicap?
Mensen met een handicap vrezen soms dat de studio niet toegankelijk is of verwachten dat er enkel ‘normale’ mensen aanvaard worden. Door je oproep expliciet open te stellen en ruim te verspreiden, haal je alvast wat drempels weg.
10
Hoe vind je ze toch? De bestaande diversiteit weerspiegelen – dus ook op vlak van handicap – ligt niet altijd voor de hand, omdat het altijd snel moet gaan. Als ik ineens een aantal mensen moet verzinnen, dan kom ik zelden mensen met een handicap tegen die een bepaalde specialiteit of bekendheid genieten. Een enkel parlementslid, een frivool vriendenpaar, een schrijver, een advocaat, een muzikant en ik ben ongeveer rond. Waar zitten ze? Ik weet zeker dat ze er zijn! |Geertje De Ceuleneer , Radio 1|
Verspreid je oproep breed en breid je netwerken uit.
•
Plaats een zoekertje op Handiwatch!
•
Raadpleeg de Expertendatabank van Gelijke Kansen.
•
Contacteer de verenigingen van personen met een handicap. Op de site van GRIP vind je links naar tientallen gebruikersorganisaties.
•
Verspreid je eigen, vaste link, waarop je zoekertjes verzameld staan.
Vaak zoek je natuurlijk gewoon een goede getuige of kandidaten allerlei. Die mogen, maar moéten niet per se een handicap hebben. Dan kost het wel veel inspanning om telkens alle verenigingen van alle minderheden te contacteren. Heb je een vaste plaats op je website voor oproepen en kunnen mensen daar reageren? Dan kan het volstaan om die link één keer te verspreiden. Vraag of verenigingen hem op hun website willen plaatsen.
Handboek voor mediamakers - Hoe vind je mensen met een handicap?
Misschien is het tijd om eens proactief te zoeken. Je netwerken te polsen met een nieuwe bril. Of je netwerken uit te breiden. Deze links kunnen daar alvast bij helpen:
11
4. Het interview Als je ervoor kiest iemand met een handicap te interviewen, ben je al goed bezig. Al te vaak wordt er immers over hen gesproken, en komen ze zelf weinig aan het woord. In dit hoofdstuk lees je tips over hoe je je kan voorbereiden op het interview, wat je kan doen bij onzekerheid en omgangsverlegenheid en wat er al dan niet gepast is. Dit hoofdstuk is grotendeels overgenomen uit: Rietje Krijnen en Ronald Besemer: Stijlvol. Journalistiek schrijven over mensen met een handicap of chronische ziekte, CG-Raad, Utrecht 2001.
Voorbereiding Algemene informatie over iemands handicap kun je vinden via de verschillende gebruikersverenigingen. Hou natuurlijk rekening met individuele verschillen. Veralgemeen niet te snel. Vraag bij het maken van de afspraak aan de persoon zelf of je ergens rekening mee moet houden. Moet er een tolk Vlaamse Gebarentaal ingeschakeld worden? In welke mate moet de plaats van de afspraak toegankelijk zijn? Is een café niet te lawaaierig voor iemand met een minder goed gehoor? Kan het interview telefonisch of via de chat? De meeste mensen weten zelf het best welke obstakels er zijn.
We gedragen ons allemaal wel eens stuntelig bij de confrontatie met iemand die anders is. Soms gaan we die confrontatie zelfs liever uit de weg. Wie weinig mensen met een handicap kent, heeft soms moeite om doorheen de beperking ook de mens te zien. Die onvertrouwdheid zorgt vaak voor een ongemakkelijk gevoel. Maar eens het ijs gebroken Onzeker, gegeneerd, is, en als je gewoon gewoon doet, kan dat gevoel hulpeloos? Vraag gewoon snel voorbijgaan. Na het gesprek zul je je vooral wat je niet weet. Mensen met een ontmoeting herinneren van mens tot mens.
een handicap weten wat het is om hulp te moeten vragen…
Een gesprek betekent vertrouwen opbouwen. Gewoon doen betekent ook respect hebben voor de gewone omgangsvormen, zoals luisteren en elkaar aankijken. Als je met een blinde of slechtziende persoon spreekt zonder die aan te kijken, zal die dat evengoed merken. Je hoeft niet te kunnen kijken om te zien. Je hoeft niet te kunnen horen om te luisteren.
Handboek voor mediamakers - Het interview
Omgangsverlegenheid
12
Stuntelig gedrag of angst voor confrontaties komen vaak voort uit onze vooronderstellingen over dat anders-zijn. We zeggen bijvoorbeeld “tot ziens” tegen een blinde en dan – oeps – bieden we meteen onze verontschuldigingen aan. Of we denken dat zij niet naar tv kijken. Maar blinden gebruiken net als wij de woorden “zien” en “kijken”. En ja, ze kijken ook naar televisie, op hun manier natuurlijk. Als je iets niet weet, is de gulden regel om het gewoon op de man of vrouw af te vragen. De meeste mensen met een handicap zullen begrip opbrengen voor je hulpeloosheid. Ze weten goed genoeg wat het betekent om hulp te vragen. Natuurlijk is dit geen vrijgeleide om vervelende of indiscrete vragen te stellen…
Helpen of betuttelen? Het komt erg betuttelend of zelfs onbeschoft over als je iemand ongevraagd ‘helpt’. Zomaar een rolstoelgebruiker duwen, de arm van een blinde vastpakken… niet iedereen zal dit appreciëren! Het is eigenlijk heel evident. Iemand zonder handicap sleur je ook niet mee. Je gaat niet zonder vragen een drankje voor hen bestellen of alvast suiker in de koffie doen. Normaal met mensen omgaan betekent vooral: gewoon doen.
Het is eveneens betuttelend om je te richten tot de begeleider of assistent, in plaats van tot de persoon zelf. In de media horen of lezen we meestal over personen met een handicap, uit de mond van deskundigen of andere professionelen. Maar mensen met een handicap hebben ervaringsdeskundigheid en willen voor zichzelf spreken. Richt je tot hen en luister naar wat zij zelf te vertellen hebben. Als je hen behandelt als onmondige en incapabele mensen, zullen ze ook zo overkomen bij het publiek. Een dergelijke beeldvorming is echter niet meer acceptabel. Sommige mensen met een verstandelijke handicap kunnen moeilijk communiceren of zullen niet al je vragen begrijpen. Dan kunnen hun ouders, partner, coach,… als tussenpersoon optreden. Zij kennen de persoon goed en kunnen zelf veel informatie geven. Zorg ervoor dat jij het perspectief van de persoon zelf centraal houdt. Laat deze tussenpersonen zich bijvoorbeeld beperken tot het hertalen van jouw vragen en de antwoorden van de persoon, en deze hoogstens wat aanvullen. Ook goed om weten: assistenten, tolken en hulphonden zijn eigenlijk een soort hulpmiddelen voor personen met een handicap. Vraag assistenten niet uit, want ze moeten
Handboek voor mediamakers - Het interview
Weet je het echt niet: vraag het dan even, voor je handelt. Dan geef je hem of haar de kans om jouw vriendelijke aanbod te weigeren. Maar je hoeft zeker niet de hele tijd je hulp aan te bieden. Je kan er in het algemeen vanuit gaan dat mensen met een handicap uitstekend in staat zijn om hulp te vragen als ze die nodig hebben.
13
sowieso neutraal en discreet blijven. Aai geen hulphonden, want dit leidt hen af van hun werk. Je kan natuurlijk wel iets te drinken of te eten aanbieden.
Nieuwsgierigheid Mensen met een handicap krijgen vaak dezelfde vervelende vragen steeds opnieuw voorgeschoteld. Hoe komt het dat je in een rolstoel zit? Stel dat je morgen kunt lopen, zou je dat willen? Dit soort vragen zijn alleen relevant als er een onmiddellijke aanleiding toe is. Je vraagt toch ook niet zomaar: “Als je morgen kon vliegen, zou je dat dan willen?” Hoe iemands seksleven eruit ziet, hoe ze het dan ‘doen’, hoe hij of zij naar het toilet gaat… Doe het echt ter zake? Verwar je persoonlijke nieuwsgierigheid niet met journalistieke nieuwsgierigheid. Vincent Bijlo is een Nederlandse cabaretier en auteur van twee romans. Hij is ook blind en heeft een eigen tactiek voor rare vragen, terwijl het eigenlijk zou moeten gaan over zijn laatste cabaretvoorstelling, bijvoorbeeld. (Geciteerd naar Rietje Krijnen&Ronald Besemer) - Seks, hoe gaat dat bij jullie? - Tja, dat weet ik niet. Ik heb het nog nooit met een blinde gedaan. Met het licht uit. Tenminste, dat denk ik. - Als je nou vijf minuten zou kunnen zien, wat zou je dan willen zien? - Nou, jou niet in ieder geval. - Als je nou mocht kiezen, doof of blind, wat zou je dan kiezen? - Allebei, want dan hoef ik dat gezeik van jou niet meer te horen.
Als mediamaker wil je vooral een goed verhaal brengen. Je wil mensen met een handicap gelijk behandelen en niet per se voortrekken. Toch kun je op het moment zelf de neiging hebben om op die handicap te focussen. Zo dreig je het zoveelste medische of tragische verhaal te brengen. Of je kan onbewust een bepaald beeld dat in je hoofd zit, bevestigen als een self-fulfilling prophecy. Bijvoorbeeld de passieve zorgbehoevende die de hele dag thuis zit te verkommeren. Vergeet dus niet om bepaalde vragen te stellen, die een ander beeld kunnen opleveren: •
Wat doe je voor werk? Doe je vrijwilligerswerk?
•
Studies of opleiding? Ben je lid van een club of vereniging?
•
Waar hou je je graag mee bezig, zowel binnenshuis als buitenshuis?
•
Hoe ziet je netwerk eruit? Heb je veel contact met familie, vrienden, collega’s?
Handboek voor mediamakers - Het interview
Vergeet deze vragen niet
14
5. De verwerking Een goed interview is het halve werk. De tweede helft is natuurlijk minstens zo belangrijk. Hoe ga je het verhaal opschrijven of monteren? Welk beeld ga je nu creëren? De eerste helft van dit hoofdstuk is grotendeels overgenomen uit: Rietje Krijnen en Ronald Besemer: Stijlvol. Journalistiek schrijven over mensen met een handicap of chronische ziekte, CG-Raad, Utrecht 2001.
Slachtoffer of held Het is de kunst om gewoon over de actualiteit of een feit te vertellen en daarbij de persoon te schetsen – o ja, er komt ook nog even een handicap in het verhaal voor. Eerder dan: kijk eens hoe knap deze gehandicapte uit de hoek komt! Kijk eens welk kunstje die kent! |Geertje De Ceuleneer , Radio 1|
Een slachtofferbeeld vermijden betekent niet dat je mensen moet ophemelen tot superhelden. Positieve verhalen waar mensen zich kunnen aan optrekken, zijn leuk om lezen. Maar hosanna-verhalen over hoe je met de nodige wilskracht alles kan bereiken, hebben soms onverwachte neveneffecten. Zo kreeg iemand ten tijde van Voorbij de Grens te horen: “Die mensen konden met hun rolstoel een vulkaan beklimmen, en jij zou nog niet over die drempel geraken?” (Lees de analyse op Voorbij de Grens met positieve en negatieve kritieken.) Zorg er met andere woorden voor dat je als journalist verder kijkt dan de handicap, zodat de lezer mee kan kijken. Want die persoon heeft een handicap en is niet slechts die handicap. Ontdek bijvoorbeeld het interview met een blinde gevangenisdirecteur. Zijn verhaal paste perfect in de actualiteit, en pas halverwege ging het ook even over zijn handicap.
Handboek voor mediamakers - De verwerking
Het publiek heeft de neiging om één verhaal te veralgemenen tot een beeld van een hele groep. Welk verhaal je brengt heeft dus heel wat invloed. Was je getuige nogal klagerig, bijv. over de ontoegankelijkheid van de omgeving of de bureaucratie van terugbetalingen? Dan blijft het beeld hangen van een slachtoffer. Hiermee bevestig je een stereotype waarmee uiteindelijk niemand gebaat is. Je kan beter zijn goesting benadrukken om voluit te leven en overal te geraken waar hij wil. Je kan een beroep doen op herkenning en rechtvaardigheidsgevoel in plaats van op medelijden.
15
Selectieve informatie Een voorbeeld. Mevrouw Aerts geeft een interview over haar persoonlijke hulp en hoe die georganiseerd is. ’s Morgens komt iemand haar wassen en aankleden, overdag poetst iemand het huis en ’s avonds komt haar een derde assistent in bed helpen. Maar je weet ook dat ze werkt, kinderen heeft en dankzij die hulp een normaal dagelijks leven kan leiden. Alleen als jij dat registreert én vermeldt of in beeld brengt, zal ze voor het publiek niet overkomen als een hulpbehoevende, afhankelijke vrouw. Je moet altijd keuzes maken tussen wat je meeneemt en wat niet. Het is onmogelijk om ieder stukje informatie uit te pluizen en je af te vragen of iemand er ‘slecht’ vanaf komt of niet. Maar een korte vermelding dat mevrouw Aerts analist is bij een computerbedrijf en twee kinderen heeft, plaatst haar hulpvraag in een heel ander daglicht. Breng dus ook de job, de bezigheden of hobby’s in beeld, schets de relaties en familiesituatie,… kortom alle gegevens die je bij iemand zonder handicap ook zou vermelden. Deze zaken zijn misschien veel interessanter dan iemands medische geschiedenis en tonen dat hij of zij ook gewone dingen doet. Of juist bijzondere dingen, die niet noodzakelijk te maken hebben met de handicap.
Taalgebruik
Het is waar, die termen evolueren. We gebruiken ze tot ze onaanvaardbaar worden, een negatieve bijklank hebben gekregen. Dan komt er een nieuw eufemistisch woord. Maar soms weerspiegelt het woord een nieuw verworven inzicht. Tegenwoordig kijkt men internationaal met de bril van culturele verscheidenheid. Een handicap wordt dan een verrijking voor de samenleving. Met een handicap ervaar je de wereld enigszins anders. Je ontwikkelt inzichten die ook nuttig kunnen zijn voor anderen. |Geertje De Ceuleneer , Radio 1| “Personen met een handicap” of “mensen met een handicap”, het bekt niet altijd even vlot. Maar wat telt is de idee erachter. Met deze woorden wil men vermijden om mensen te reduceren tot hun handicap. Ze verwijzen ook naar de grote onderlinge verscheidenheid. Iedere handicap en iedere ervaring van een bepaalde handicap is verschillend.
Handboek voor mediamakers - De verwerking
Ook al lees je het nog vaak, “mindervalide” is out en fout. “Andersvalide” was een kortstondig eufemisme. Vandaag verkiest men “personen met een handicap” of “mensen met een handicap”. Voor de journalist is het niet altijd makkelijk om bij te blijven.
16
Belangrijker dan hét juiste woord, is dus de opvatting van de spreker. Als je beseft dat je een handicap kunt hebben, maar dat je die handicap niet bent, zul je na een kleine denkoefening vanzelf anders spreken. Je hoeft niet te zeggen: “Zijn zus is gehandicapt,” als je ook kan zeggen: “Zijn zus heeft het syndroom van Down.” Zo’n lange termen zijn niet handig in de media, die kort, bondig en overzichtelijk willen zijn. Dilemma. In een geschreven stuk, voor het internet, mag je tekst maar zoveel woorden lang zijn. In de audiovisuele media telt elke seconde. Ik probeer om het minstens één keer volledig te zeggen. Daarna kan er een kortere variant. |Geertje De Ceuleneer , Radio 1| In de Handiwatch-taalwijzer lees je meer over betere en minder goede woorden. Je vindt er vaak voorkomende fouten met een woordje uitleg, alsook een handige woordenlijst. Nog enkele algemene tips: •
Gebruik woorden die gelijkwaardigheid uitdrukken.
•
Vermijd taalgebruik die mensen betuttelt of als slachtoffers voorstelt, bijv. lijden aan, gekluisterd aan een rolstoel, rolstoelpatiënt,…
•
Geef het woord niet alleen aan experts. Laat mensen met een handicap voor zichzelf spreken.
Beeldtaal
Ze kunnen “gehandicapten” voorstellen als een homogene groep, of ze kunnen de diversiteit van “mensen met een handicap” zichtbaar maken. Beelden kunnen de handicap centraal stellen, of de mens. Hoe breng je bijvoorbeeld een rolstoel, witte stok in beeld? Vullen die hulpmiddelen het kader, of de persoon die ze gebruikt?
•
Toon personen met een handicap als mensen met diverse interesses, bezigheden en levensstijlen.
•
Toon personen met een handicap van verschillende leeftijden, geslachten, seksuele voorkeuren, etnische achtergronden,…
•
Zet de handicap niet overdreven in de kijker, maar toon de mens.
•
Streef naar gelijkwaardige opstelling (vermijd bijv. vogelperspectief of een ongelijke verhouding tussen persoon met en zonder handicap)
Handboek voor mediamakers - De verwerking
Wie filmt of foto’s maakt, weet het maar al te goed: beelden zijn vaak nog veel sterker dan woorden.
17
Colofon 2010 GRIP vzw Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met een handicap Koningsstraat 136 1000 Brussel www.gripvzw.be
Tekst: Ben Vanelslander Met dank aan: Rietje Krijnen, Ronald Besemer, Sahju Hendrickx, Geertje De Ceuleneer, Bert Gabriëls, Nancy Lievyns, Inge Verhaegen
Met de steun van de Minister van Gelijke Kansen en de Cel Gelijke Kansen in Vlaanderen
Handboek voor mediamakers - Colofon
Gepubliceerd op Handiwatch, waar ervaringsdeskundigen feedback geven aan mediamakers over beeldvorming op vlak van handicap www.handiwatch.be
18