HANDHAVINGSBELEID 2014-2016 GEMEENTE VIANEN
Status Vastgesteld door college
: definitief : 18 februari 2014
Gemeente Vianen Team Handhaving & Vergunningen B.P.J. Loerts, coördinator Toezicht & Handhaving
VOORWOORD De beleids- of strategienota Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016 zou eigenlijk een overbodige nota moeten zijn. Immers, in Utopia leeft iedereen op een manier die ervoor zorgt dat niemand benadeeld wordt en zo tot zijn recht komt. Vianen lijkt voor velen van u weliswaar op Utopia, maar is het helaas niet. Door het verschil in belangen en verschil in opvattingen over wat rechten en plichten zijn, moet de overheid van Vianen toch op de naleving van wetten en regels toezien en bij overtreding ervan, inwoners of bedrijven aanspreken. In Utopia zou dat aanspreken voldoende kunnen zijn. In Vianen moeten we, als lokale overheid, soms ook nog een stapje verder gaan en onze inwoners en ondernemers steviger aanzetten tot handelen om zich te voegen binnen de wetten en regels van onze gemeente, ook wel handhaven genoemd. Vianen heeft 20.000 inwoners en veel ondernemingen binnen haar grenzen. Het gemeentebestuur kan dus niet overal voor 100% zicht op houden. Daarom worden er prioriteiten gesteld. De ene overtreding is tenslotte de andere niet, nietwaar? Daarnaast kiezen we een werkwijze die duidelijk maakt dat ook kleinere overtredingen het samenleven in Vianen ons niet dichter bij Utopia brengt. Deze aanpak noemen we onze handhavingsstrategie. Uit deze nota blijkt dat het gemeentebestuur van Vianen vertrouwen heeft in onze inwoners. Dat we met elkaar een fijne samenleving willen bouwen en dat niemand er op uit is om het anderen lastig te maken. De meeste overtredingen gebeuren niet bewust of worden door een zekere ondoordachtheid veroorzaakt. Zelfregulering en herstel van overtredingen maken dan ook deel uit van onze strategie. Maar….. misschien is Utopia soms nog ver weg! Als het noodzakelijk blijkt, zal het gemeentebestuur daarom ter bescherming van ieders rechten en belangen, strikt handhaven met de middelen die de overheid ter beschikking staan. Dat doen we niet stiekem maar is klip en klaar te lezen in deze nota over het Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016. Ik beveel een ieder van harte aan van de inhoud kennis te nemen. Vriendelijk groetend, de burgemeester van Vianen, W.G. (Wim) Groeneweg,
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-2-
Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer
blz. 6 blz. 6
1. 1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Bestuurssamenvatting Aanleiding De doorontwikkeling Wet- en regelgevende ontwikkelingen Organisatorische veranderingen Jaarlijkse werkplannen en evaluaties Kaders handhavingsbeleid Visie en uitgangspunten Prioritering Naleefstrategieën Monitoring
blz. 7 blz. 7 blz. 7 blz. 7 blz. 7 blz. 8 blz. 8 blz. 8 blz. 8 blz. 9 blz. 9
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Achtergronden Algemeen Professionalisering handhaving Kwaliteitseisen handhavingbeleid Organisatorische wijzingen Naleefgedrag
blz. 10 blz. 10 blz. 10 blz. 10 blz. 11 blz. 12
3. 3.1 3.2 3.3
Kaders Wettelijke kwaliteitseisen Integraal Veiligheidsplan gemeente Vianen 2013-2014 RUD-vorming
blz. 13 blz. 13 blz. 14 blz. 14
4. 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6 4.2.7 4.2.8 4.2.9.
Visie Algemeen Uitgangspunten Het voorkomen van overtredingen Handhavingsacties worden afgemaakt Handhaving vindt plaats naar redelijkheid en billijkheid Handhaving dient ter voorkoming van gevaar, hinder en overlast Het efficiënt en effectief uitvoeren van handhavingstaken Eigenverantwoordelijkheid Handhaving is eenduidig, helder en transparant Gedogen Integraal handhaven(samenwerking)
blz. 16 blz. 16 blz. 16 blz. 16 blz. 16 blz. 16 blz. 16 blz. 17 blz. 17 blz. 17 blz. 18 blz. 18
5. 5.1 5.2 5.3 5.4
Beleidsdoelen Algemeen Verantwoordelijkheid Doelstellingen voor 2014 Naleefdoelstellingen en effectdoelstellingen
blz. 19 blz. 19 blz. 19 blz. 19 blz. 20
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-3-
6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Prioriteren van handhavingstaken Algemeen Handhaven op basis van risico’s Wat is de risicomodule? Uitvoering risicoanalyse Bestuurlijke prioriteiten
blz. 21 blz. 21 blz. 21 blz. 21 blz. 21 blz. 21
7. 7.1
Naleefstrategie Algemeen
blz. 22 blz. 22
7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3
Preventiestrategie Handhaafbare regelgeving Kenbare regelgeving Communicatie over handhaving
blz. 23 blz. 23 blz. 23 blz. 23
7.3 7.3.1 7.3.2 7.3.3 7.3.4
Toezichtstrategie Algemeen Wijze van toezichthouden Integraal toezicht Zelftoezicht
blz. 24 blz. 24 blz. 24 blz. 25 blz. 25
7.4 7.4.1 7.4.2 7.4.3 7.4.4 7.4.5 7.4.6 7.4.7 7.4.8
Sanctiestrategie Algemeen Legalisatietoets Optreden tegen eigen overheid of andere overheden Gemeentelijke handhaving primair bestuursrechtelijk Bestuursrechtelijke instrumenten Bestuursrechtelijk optreden Strafrecht - Bestuursrecht Privaatrecht - Bestuursrecht
blz. 27 blz. 27 blz. 27 blz. 27 blz. 27 blz. 27 blz. 28 blz. 29 blz. 29
7.5 7.5.1 7.5.2 7.5.3 7.5.4 7.5.5
Gedoogstrategie Algemeen Eisen aan gedogen Gedoogsituaties Vormen van gedogen Handhaving van de gedoogbeschikking
blz. 31 blz. 31 blz. 31 blz. 31 blz. 32 blz. 32
7.6
Strategie bij handhavingsverzoeken en klachten
blz. 33
8. 8.1 8.2
Monitoring en evaluatie Monitoring Evaluatie
blz. 34 blz. 34 blz. 34
9. 9.1 9.1.2 9.1.3
Communicatie Algemeen Algemene bekendmakingen Communicatie richting burgers en bedrijven
blz. 35 blz. 35 blz. 35 blz. 35
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-4-
10. 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5
Handhavingsorganisatie Algemeen Plaats in de organisatie Borging personeelsformatie Opleidingen Scheiding vergunningverlening en handhaving
blz. 36 blz. 36 blz. 36 blz. 36 blz. 36 blz. 36
10.6 10.7
Werkprocessen Middelen
blz. 36 blz. 36
10.8
Digitalisering
blz. 36
11. 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5
Hardheidsclausule Algemeen Het bestuur handelt overeenkomstig deze nota Behoudens bijzondere omstandigheden Als uitkomst van een belangenafweging Beroep op de hardheidsclausule
blz. 38 blz. 38 blz. 38 blz. 38 blz. 38 blz. 38
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-5-
INLEIDING In deze beleidsnota treft u het handhavingsbeleid van de gemeente Vianen aan voor de periode 2014-2016. Het betreft hier het handhavingsbeleid op het gebied van de fysieke leefomgeving. Onder de fysieke leefomgeving vallen de toezicht- en handhavingstaken die voortvloeien uit de wet- en regelgeving op het gebied van: bouwen en wonen, ruimtelijke ordening, openbare ruimte, brandveiligheid en openbare orde en veiligheid. De uitvoering van al deze taken is voor het over grote deel neergelegd bij het team Handhaving & Vergunningen. Vianen streeft er naar om in 2014 het toezicht en de handhaving effectief en efficiënt in te zetten en toe te groeien naar een professionele handhavingsorganisatie, waarbij prioriteiten worden gesteld en handhaving risico-gericht plaatsvindt. In deze nota wordt nader in gegaan op de visie op handhaving, de te halen beleidsdoelen en over het bevorderen van het naleefgedrag van wet- en regelgeving. Ieder kalenderjaar worden de in het handhavingsbeleid gestelde prioriteiten uitgewerkt in een handhavinguitvoeringsprogramma (HUP.). In het HUP worden de beleidsmatige keuzes uitgewerkt naar concrete toezichts- en handhavingstaken die de gemeente het komende jaar gaat uitvoeren. Daarnaast wordt in het HUP inzicht geboden in de intensiteit waarmee de gemeente bepaalde taken oppakt en welke capaciteit zij hiervoor inzet. Het HUP 2014 moet worden gezien als een werkplan voor het teamonderdeel toezicht en handhaving. Aan het eind van het jaar wordt in de evaluatie bekeken in hoeverre de geplande werkzaamheden zijn uitgevoerd en in hoeverre deze een bijdrage hebben geleverd aan de beleidsdoelstellingen. Indien daartoe aanleiding bestaat kunnen de beleidsdoelstellingen, prioriteiten of strategieën worden bijgesteld. Bewaking en voortgang worden gewaarborgd door middel van tussentijdse evaluatie. Leeswijzer In hoofdstuk 2 treft u een samenvatting aan van deze beleidsnota. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de achtergronden van het beleid. Behandeld worden onder andere de meer specifieke redenen om nieuw beleid op te stellen. Hoofdstuk 4 geeft aan binnen welke kaders het toezicht- en handhavingsbeleid geplaatst moet worden. De bestuurlijke visie op handhaving en de beleidsuitgangspunten zijn in hoofdstuk 5 beschreven. In hoofdstuk 6 worden de algemene doelstellingen beschreven die met het beleid nagestreefd worden. Hoofdstuk 7 geeft een beschrijving van de risicoanalyse die heeft plaatsgevonden om de prioriteiten per taakveld vast te stellen. Achtereenvolgens komen de verschillende naleefstrategieën aan de orde. Hoofdstuk 8 gaat kort in op de monitoring en de evaluatie van de uitgevoerde werkzaamheden. In hoofdstuk 9 wordt aandacht besteed aan de communicatie. Hoofdstuk 10 geeft een kort beschrijving van de handhavingsorganisatie. De beleidsnota sluit af met hoofdstuk 11. In dit hoofdstuk is de hardheidsclausule (mogelijkheid om in bijzondere omstandigheden van het beleid af te kunnen wijken) opgenomen.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-6-
1.
BESTUURLIJKE SAMMENVATTING
In het Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016 is het handhavingsbeleid op het gebied van de fysieke leefomgeving vastgelegd. 1.1 Aanleiding Het opstellen van dit handhavingsbeleid is om een aantal redenen noodzakelijk: Ten eerste de ingang gezette doorontwikkeling van de ambtelijke organisatie (anders denken, anders doen); Ten tweede hebben zich op het gebied van wet- en regelgeving diverse ontwikkelingen voorgedaan die van invloed zijn op de handhaving; Ten derde hebben er binnen het team Handhaving & Vergunningen enkele organisatorische veranderingen plaatsgevonden; Ten vierde is het opstellen van een handhavingsbeleid een wettelijke verplichting. 1.1.1 De doorontwikkeling In het jaar 2012 zijn binnen de gemeentelijke organisatie stappen gezet om door te groeien naar een moderne organisatie. Dit heeft in 2013 geleid tot een cultuuromslag. Er is toegewerkt naar een cultuur waarbij de organisatie flexibel, innovatief en creatief kan inspelen op de behoefte van de inwoners, verenigingen, stichtingen, ondernemers en andere instelling, waarbij de dienstverlening wordt ingericht volgens de logica van de vragende partij. Naast deze cultuuromslag is ook de structuur van de organisatie doorontwikkeld. Deze doorontwikkeling is noodzakelijk om slagvaardiger te worden en door te ontwikkelen naar een moderne en professionele organisatie. Daarnaast moet met minder financiële middelen meer taken (vanuit het Rijk) worden uitgevoerd. 1.1.2 Wet- en regelgevende ontwikkelingen In dit handhavingsbeleid wordt kort ingegaan op de meest in het oog springende ontwikkelingen die de komende beleidsperiode van invloed kunnen zijn op het handhavingsbeleid. Het gaat daarbij om zowel wetgevingsontwikkelingen als organisatorische ontwikkelingen. 1.1.3 Organisatorische veranderingen In het kader van de doorontwikkeling is er voor gekozen om de toezicht- en handhavingstaken zoveel mogelijk bij één team neer te leggen. Het team Handhaving & Vergunningen is nu belast met de handhaving van bouwen en wonen, brandveiligheid, openbare ruimte, ruimtelijke ordening en voor een deel openbare orde & veiligheid. Daarnaast is dit team belast met het opstellen van het handhavingsbeleid en het hieraan gekoppelde handhavinguitvoeringsprogramma (HUP). Daarnaast is er een coördinator aangesteld die tot taak heeft de toezicht- handhavingsorganisatie neer te zetten. Deze coördinator heeft de opdracht om het toezicht en de handhaving te professionaliseren. Het uiteindelijke doel is door te groeien naar een professionele handhavingsorganisatie. 1.1.4 Wettelijke verplichting Het opstellen en uitvoeren van een handhavingsbeleid is een wettelijk vereiste op grond van artikel 7.2 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Basisgedachte achter deze wetgeving is de planmatige aanpak voor handhaving om wettelijke doelen, eenduidigheid te waarborgen en willekeur te voorkomen. Daarnaast schrijft artikel 7.3 van het Bor voor dat burgemeester en wethouders jaarlijks een uitvoeringsprogramma opstellen, waarin wordt aangegeven welke van de voorgenomen activiteiten het komende jaar zullen worden uitgevoerd. In deze nota wordt vervolgens een stap gezet om het handhavingsbeleid binnen onze gemeente cyclisch op te zetten via een cyclus van beleidsvorming, planning, uitvoering, evaluatie en bijstelling. De ambitie is dat het toekomstig handhavingsbeleid meer door kruisbestuiving met alle betrokken partners binnen en buiten de gemeente tot stand komt.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-7-
1.2 Jaarlijkse werkplannen en evaluaties Naast deze beleidsnota zal er jaarlijks een handhavinguitvoeringsprogramma (HUP)worden opgesteld. Aan de hand van de evaluatie van het HUP (werkplan) wordt jaarlijks gekeken of de geplande werkzaamheden zijn uitgevoerd en de nagestreefde doelstellingen zijn bereikt. Zo nodig worden doelstellingen en prioriteiten bijgesteld. 1.3 Kaders handhavingsbeleid De wettelijk vastgelegde kwaliteitseisen voor de handhaving vormen een belangrijk kader voor het opstellen van het beleidsplan. Deze zijn onder meer te vinden in het Besluit omgevingsrecht. Op grond van deze kwaliteitseisen komt de handhaving programmatisch tot stand op basis van inzichtelijke keuzes en is de uitvoering gericht op het bereiken van de vooraf afgesproken resultaten. 1.4 Visie en uitgangspunten De bestuurlijke visie op handhaving is opgenomen in het “Strategisch visiedocument toezicht en handhaving”. Dit document moet worden gezien als de onderlegger voor het opstellen van dit handhavingsbeleid en het hieraan gekoppelde handhavingsuitvoeringsbeleid. Dit document maakt dan ook onderdeel uit van deze beleidsnota. In de visie is opgenomen dat de naleving van wet- en regelgeving een gezamen-lijke verantwoordelijkheid is van gemeente, burgers en bedrijven. De visie heeft als doel om het gebruik van de leefomgeving te ordenen en de kwaliteit, veiligheid en leefbaarheid van de bebouwde en onbebouwde ruimte te beschermen. De bestuurlijke visie is vervolgens naar de volgende concrete uitgangspunten vertaald: overtredingen worden zoveel mogelijk voorkomen door actieve (mondelinge) communicatie; ingezette handhavingsacties worden afgemaakt: wie A zegt, zegt ook B (consequente handhaving draagt bij aan de bestuurlijke geloofwaardigheid); handhaving vindt plaats naar redelijkheid en billijkheid; getroffen maatregelen worden geëffectueerd (zoals het innen van dwangsommen en het verhalen van kosten bij bestuursdwang); handhaving dient ter voorkoming van gevaar, hinder en overlast; handhaving wordt zo efficiënt en effectief mogelijk uitgevoerd; verantwoordelijkheden worden gelegd daar waar deze thuis horen; handhaving vindt plaats op basis van een gestandaardiseerd (uniforme) handhavingstrategie; er wordt afgezien van passief gedogen; bij hoge uitzondering wordt (waarbij uitzicht op legalisering bestaat en in het geval sprake is van een overgangsperiode) actief gedogen in overweging genomen; er wordt zoveel mogelijk planmatig gewerkt waarbij monitoring, evaluatie en bijsturing plaatsvindt; het bevorderen van samenwerking, afstemming en eenduidigheid wordt gestimuleerd (zowel met interne als externe partners). 1.5 Prioritering Omdat het voor de gemeente niet mogelijk is alle wet- en regelgeving waarvoor zij verantwoordelijkheid heeft, te controleren, is voor een aantal taakvelden (bouwen, ruimtelijke ordening, APV &bijzondere wetten en brandveiligheid) een risicoanalyse uitgevoerd op grond waarvan prioriteiten voor de handhaving zijn bepaald. Hierbij is gebruik gemaakt van de Risicomodule van Oranjewoud (is op 1 januari 2014 verder gegaan onder de naam Antea Group). Deze module is een software-instrument waarmee handhavingsorganisaties zelfstandig de handhavingsrisico's kunnen berekenen. De centrale formule in de module is: Risico = kans maal effect. De Risicomodule is een instrument dat helpt bij het maken van verantwoorde keuzes over de frequentie van het toezicht en de inzet van de beschikbare capaciteit. Deze keuzes vinden plaats door een kwantitatieve onderbouwing van de risico's. Daardoor kan een afgewogen besluit gemaakt worden over een verantwoorde inzet en de daarbij horende risico's. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke verplichting uit de Wabo ten aanzien van het handhavingsbeleid.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-8-
1.6 Naleefstrategieën In de naleefstrategie is beschreven op welke manier de gemeente de beleidsdoelstellingen wil bereiken. De naleefstrategie kan in een viertal strategieën worden onderverdeeld: de preventiestrategie; de toezichtstrategie; de sanctiestrategie en de gedoogstrategie. Preventiestrategie De preventiestrategie richt zich op het vergroten van de bewustwording bij burgers en bedrijven. Door deze doelgroepen beter voor te lichten en te informeren hoeft er minder toezicht en repressieve handhaving plaats te vinden, omdat er minder overtredingen worden begaan. Om de preventiestrategie mogelijk te maken moet aan een tweetal voorwaarden worden voldaan: regels moeten handhaafbaar en kenbaar zijn. Toezichtstrategie In de toezichtstrategie staat beschreven op welke wijze de gemeente toeziet op naleving van de regelgeving. Uitgangspunt bij het uitvoeren van toezicht in Vianen is dat dit waar mogelijk integraal wordt uitgevoerd. Er zijn verschillende vormen van integraal toezicht mogelijk: controleren met elkaar, controleren na elkaar, controleren voor elkaar en signaleren voor elkaar. Welke vorm van integraal toezicht toegepast wordt, hangt sterk af van de situatie. Sanctiestrategie De sanctiestrategie beschrijft de wijze waarop de gemeente Vianen de beschikbare bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhavingsinstrumenten inzet. De intentie van het toepassen van de sanctiestrategie is in beginsel het herstel van de legale situatie. Daarom zullen in beginsel bestuursrechtelijk handhavinginstrumenten worden gekozen. Bij sommige overtredingen van de APV en Afvalstoffenverordening ligt strafrechtelijk optreden meer voor de hand. Gedoogstrategie Het bestuur kan goede redenen hebben om over te gaan tot gedogen. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een overgangs- of overmachtsituatie vooruitlopend op vergunningverlening. Uitgangspunt voor het bestuur is dat wettelijke regels worden gehandhaafd en zo nodig door sanctietoepassing worden afgedwongen. Echter, in de praktijk kunnen zich specifieke situaties voordoen waarbij het (doen) beëindigen van de overtreding onredelijk zou zijn ten opzichte van betrokkene(n). In bepaalde gevallen wordt daarom aanvaard dat het bestuur gebruik maakt van deze bevoegdheid. Bestuurlijk gedogen is een bevoegdheid, er bestaat nimmer recht op gedogen. 1.7 Monitoring Hoofdstuk 8 van deze beleidsnota gaat in op de monitoring van de resultaten van de uitgevoerde controles en op de evaluatie van uitgevoerde werkzaamheden.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-9-
2.
ACHTERGRONDEN
2.1 Algemeen Handhaving beoogt de naleving van wetten, regels, vergunningen en normen te bevorderen, zodat betrokkenen in de samenleving zich volgens een bepaalde norm gedragen. Mochten inwoners, bedrijven en instellingen de gestelde norm overtreden, dan zal handhavend worden opgetreden. In dit beleidsplan wordt onder handhaving verstaan: elke handeling van de gemeente die er op gericht is de naleving van de regelgeving te bevorderen Handhaving wordt hierbij breed opgevat als een keten van activiteiten bestaande uit voorlichting, communicatie, het uitoefenen van toezicht en het uiteindelijk opleggen van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke sancties. Een professionele handhavingsorganisatie hanteert altijd een mix van maatregelen. Handhaving kent zowel een preventieve als repressieve kant. Het geven van voorlichting, het communiceren en het houden van toezicht behoren tot de preventieve kant. De toepassing van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten behoren tot de repressieve kant van handhaving. Een aantal ontwikkelingen in het bijzonder is aanleiding geweest om een nieuw handhavingsbeleid op te stellen: 2.2 Professionalisering handhaving In de afgelopen jaren is er niet of nauwelijks aandacht geweest voor de beleidsvelden toezicht en handhaving. Het ontbrak onder andere beleidsnota's, protocollen, heldere processen en werkplannen. Daarnaast was toezicht en handhaving totaal versnippert. Diverse organisatie eenheden handelden onafhankelijk van elkaar zaken af. Van integraal toezicht (controleren met elkaar, controleren na elkaar, controleren voor elkaar en signaleren voor elkaar) was al helemaal geen sprake. Het beleid en de uitvoering waren organisatorisch uit elkaar getrokken en losgekoppeld, de boa's werden zonder opdracht in de openbare ruimte ingezet, er was geen structuur aanwezig bij de uitvoering van toezichtstaken en handhavingstaken en inzette handhavingszaken werden veelal niet doorgezet. Tevens ontbrak het aan het programmeren, registeren en evalueren van toezicht- en handhavingstaken. Kortom er was geen aansturing noch coördinatie en controle op het gebied van toezicht en handhaving. In het kader van de doorontwikkeling is er voor gekozen toezicht- en handhaving (zo veel mogelijk) bij het team Handhaving & Vergunningen neer te leggen. Dit team is belast met het opstellen van het handhavingsbeleid en het hieraan gekoppelde uitvoeringsbeleid. Daarnaast is er een coördinator aangesteld die tot taak heeft de toezicht- handhavingsorganisatie neer te zetten. Deze coördinator heeft de opdracht om het toezicht en de handhaving te professionaliseren. Het uiteindelijke doel is door te groeien naar een professionele handhavingsorganisatie. In 2013 is binnen de gemeente Vianen de focus verlegd van vergunningverlening naar handhaving en toezicht. De landelijke politiek streeft er naar om de regeldruk te verminderen en de administratieve lasten te verlagen. Dit heeft tot gevolg dat vergunningverlening steeds meer plaats moet maken voor algemene regels en meldingen. Hierdoor vindt een verschuiving plaats van vergunningverlening vooraf naar toezicht achteraf. Voorbeelden hiervan zijn de invoering van het Activiteitenbesluit, het Gebruiksbesluit en de verruiming van het vergunningvrij bouwen. 2.3 Kwaliteitseisen handhavingsbeleid Er hebben zich diverse veranderingen in de wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving voorgedaan. Zo is op 1 oktober 2010 de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Met de komst van de Wabo zijn de kwaliteitseisen voor de handhaving uitgebreid naar het gehele omgevingsrecht.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-10-
De Wabo stelt bovendien nieuwe eisen aan de handhaving van de omgevingsvergunning. De gemeente moet onder meer gecoördineerd toezicht organiseren en kunnen optreden als één bestuursrechtelijk handhavingsorgaan. 2.4 Organisatorische wijzigingen Binnen het team Handhaving & Vergunningen hebben zich meerdere organisatorische veranderingen voorgedaan. De belangrijkste verandering is dat het Boa-toezicht is onder gebracht bij het team H&V. Het team is verder verstrekt met de komst van de medewerker woonruimtezaken/administrateur begraafplaats-administratie. Boa-toezicht De boa’s worden ingezet in de openbare ruimte en hebben de bevoegdheid om handhavend op te treden tegen de zgn. 'kleine ergernissen' die te maken hebben met de leefbaarheid in de wijk of buurt. Een aantal belangrijke taken zijn de handhaving van de APV, het optreden tegen overlastgevende honden (hondenpoep en loslopende honden) en het handhavend optreden tegen parkeerovertredingen. Met name fout parkeren wordt actief gecontroleerd en bekeurd. De boa's zullen in 2014 locatie gericht gaan werken. Dit betekent dat in het kader van de veiligheid enkele locaties, zoals in de winkelgebieden en bij scholen/kinderdagverblijven proactief zal worden gecontroleerd. Hierbij wordt het principe gehanteerd dat allereerst wordt gewaarschuwd op deze locaties, alvorens een boete wordt uitgeschreven (eerst praten en later schrijven). Daarnaast zullen de boa's net als in 2013 ingezet worden bij evenementen. Zij zullen zich voornamelijk begeven in de omliggende gebieden. Ook wordt door de boa onderzoek ingesteld in het geval sprake is van het dumpen en illegale verwijderen van afval. Met de politie vindt twee wekelijk overleg plaats waarbij zaken worden besproken, informatie gedeeld en waar nodig worden afspraken gemaakt over het samen oppakken van overtredingen. De samenwerking met de politie vindt met name plaats op het gebied van verkeer en (buren)overlast. In 2014 wordt het takenpakket (en bevoegdheden) van de boa uitgebreid met toezicht op de Drank- en Horecawet. De boa heeft echter meerdere rollen. Hij/zij is zichtbaar aanwezig op straat en vormen de ’ogen en oren’ van de gemeente en de politie en is ook het aanspreekpunt voor burgers. Deze dienstverlenende rol wordt door de boa actief ingevuld door burgers en ondernemers te informeren over allerlei vraagstukken en voorlichting te geven over het nemen van preventieve maatregelen om veel voorkomende criminaliteit te voorkomen. Woonruimte zaken (huisvesting) De Huisvestingswet heeft als doel het bevorderen van een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte. De Huisvestingswet stelt gemeenten daartoe een aantal publiekrechtelijke instrumenten ter beschikking, zoals vergunningen en de bevoegdheid om het gebruik van leegstaande woonruimten en gebouwen te vorderen. De huisvestingswet regelt zaken zoals het splitsen, samenvoegen van woningen of onttrekken uit de woningvoorraad. Het belang achter de Huisvestingswet is de bescherming en instandhouding van de woningvoorraad. Op basis van de wet heeft de gemeente een huisvestingsverordening vastgesteld. De gemeente Vianen heeft aansluiting gezocht bij de Regionale Huisvestingsverordening Bestuur Regio Utrecht. In deze verordening zijn voorschriften op genomen die betrekking hebben op de vergunningsplicht die geldt voor splitsen, samenvoegen of onttrekken van woonruimten. Het toezicht op het naleven van deze verordening is neergelegd bij het team Handhaving & Vergunningen. De gemeentelijke toezichthouders zullen door het college van burgemeester en wethouders in 2014 worden aangesteld om deze toezichthoudende taken waar mogelijk in hun taakpakket mee te nemen.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-11-
2.5 Naleefgedrag Het naleven van rechtsregels is niet vanzelfsprekend. Landelijke ervaringsgegevens leren dat slechts 20% van de bevolking de regels of voorschriften uit zichzelf naleeft, terwijl 50% de regels niet naleeft totdat bij hen wordt gehandhaafd. Het overige deel van de bevolking leeft de regels alleen na als zij zien dat deze bij anderen via sancties worden gehandhaafd. Handhaving van regels en normen Ten eerste is handhaving belangrijk omdat hiermee wordt bereikt dat de achterliggende doelstellingen van de wet- en regelgeving worden behaald. Regels worden namelijk niet zo maar opgesteld. Zij worden juist opgesteld om belangen te beschermen (bijvoorbeeld veiligheid), de samenleving te ordenen (ruimtelijke ordening), gedragsveranderingen teweeg te brengen (terugdringen overlast) of ten behoeve van andere doelstellingen. Het zijn dan ook geen vrijblijvende normen. Burgers moeten deze normen naleven, maar moeten er ook op kunnen vertrouwen dat de overheid toeziet op naleving ervan. Door het opstellen van handhavingsbeleid laat de overheid zien dat zij serieus werk maakt van de handhaving van de regels die zij stelt. Bescherming van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid Daarmee komen we bij de tweede belangrijke reden voor het hebben van handhavingsbeleid, namelijk de bescherming van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid van individuele burgers en bedrijven. Zij die zich wel aan de regels houden moeten er namelijk op kunnen vertrouwen dat dit ook voor anderen geldt en dat tegen overtredingen wordt opgetreden. Willekeur dient hierbij voorkomen te worden. Een op schrift gesteld handhavingsbeleid leidt tot duidelijkheid met betrekking tot het handelen van de gemeente en zorgt voor een uniforme en gelijke aanpak van die situaties waarin wordt geconstateerd dat niet conform de regels wordt gehandeld. Handhavingsbeleid Een derde reden voor het hebben van handhavingsbeleid is dat daarmee tegemoet wordt gekomen aan de eisen die in wetgeving en jurisprudentie aan handhaving worden gesteld. Zoals hiervoor aan de orde is gekomen, is in diverse wetten een verplichting voor de gemeente neergelegd om handhavingsbeleid te hebben. Daarnaast blijkt uit de jurisprudentie dat bij de beoordeling van de rechtmatigheid van een genomen besluit steeds vaker meeweegt of de gemeente een handhavingsbeleid heeft. Draagvlak Ten slotte draagt het hebben van handhavingsbeleid bij aan het creëren van een extern draagvlak voor de handhaving. In het beleid geeft de gemeente namelijk aan welke visie zij heeft op handhaving. De gemeente laat hiermee zien dat ze daadwerkelijk verantwoording neemt voor de handhaving en daar publiekelijk verantwoording over aflegt. Het maatschappelijke draagvlak wordt hierdoor vergroot, wat de spontane naleving bevorderd.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-12-
3.
KADERS
3.1 Wettelijke kwaliteitseisen In het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) - die tegelijkertijd met de Wabo in werking zijn getreden - is naast de verplichting om handhavingsbeleid op te stellen een aantal kwaliteitseisen uitgewerkt waaraan een bestuursorgaan dat belast is met de handhaving, moet voldoen. Deze eisen vertonen grote gelijkenis met de kwaliteitscriteria zoals deze voorheen in het 'Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer' stonden. De kwaliteitseisen uit het Bor en de Mor zijn gebaseerd op het model van de dubbele regelkring (ook wel beleidscyclus of Big Eight genoemd). De dubbele regelkring bevat zeven duidelijke stappen die samen op beleidsniveau en uitvoerend niveau een cyclus vormen van beleidsvorming, planning, uitvoering, evaluatie en bijstelling. Op grond van de dubbele regelkring komt de handhaving programmatisch tot stand op basis van inzichtelijke keuzes en is de uitvoering gericht op het bereiken van vooraf afgesproken resultaten. In onderstaande tabel staat de dubbele regelkring weergegeven
model van de dubbele regelkring
Probleemanalyses, prioriteiten, doelen en strategieën vormen samen een meerjarig handhavingsbeleid (bovenste kring). Jaarlijks dient het bestuursorgaan het beleid uit te werken in een uitvoeringsprogramma (HUP). In het HUP wordt aangegeven welke van de voorgenomen activiteiten het komende jaar uitgevoerd zullen worden (onderste kring). Tevens dient het bestuursorgaan jaarlijkse te evalueren in hoeverre de geplande activiteiten zijn uitgevoerd en deze hebben bijgedragen aan het bereiken van de gestelde beleidsdoelen. Zo nodig dient het beleid te worden aangepast.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-13-
De kwaliteitseisen voor de handhaving uit het Bor en de Mor zijn enkel van toepassing op de Wabo en de hieraan gerelateerde wet- en regelgeving. Om het integrale karakter van de handhaving in Vianen te bewaken kiest de gemeente Vianen er voor om de kwaliteitseisen ook van toepassing te laten zijn op de handhavingstaken die onder andere uit de APV en de bijzondere wetten voortkomen. 3.2
Integraal Veiligheidsplan gemeente Vianen 2013-2014.
Leefbaarheid De inwoners van Vianen willen wonen in een veilige en leefbare buurt. Een leefbare buurt is schoon, heel, goed onderhouden en verlicht zodat de inwoners er weinig overlast ervaren. Hoe leefbaarder inwoners hun buurt vinden, hoe hoger hun veiligheidsgevoel. Andersom voelen mensen zich vaak onveiliger in een buurt die zij niet leefbaar vinden. De inwoners van Vianen geven een ruim voldoende voor de leefbaarheid van hun buurt. Zij hebben aangegeven dat vooral hondenpoep, rommel op straat, verkeerd geparkeerde auto’s en te hard rijden de leefbaarheid negatief beïnvloeden. Integraal Veiligheidsplan (IVP) Door het college van burgemeester en wethouders is in de gemeente Vianen het Integraal Veiligheids Plan (IVP) vastgesteld. In het IVP geeft het college aan welk beleid de gemeente hanteert op het gebied van de openbare veiligheid, hoe de samenwerking met andere partijen wordt georganiseerd en welke resultaten de gemeente wil behalen. Het IVP is gebaseerd op twee pijlers: objectieve gegevens (cijfers van de politie) en subjectieve gegevens (uitkomsten van de Veiligheidsmonitor). Daarnaast zijn er gesprekken gevoerd met de partners op het gebied van veiligheid en met burgers. Deze partners zijn direct of indirect betrokken bij de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Op basis van kennis en ervaring kunnen zij een goed inzicht verschaffen in de veiligheidsproblematiek, welke ontwikkelingen zich voordoen en welke acties nodig zijn. Hoofdpijlers IVP Wij hebben als gemeente een belangrijke verantwoordelijkheid in de aanpak van deze veiligheidsproblematiek. Maar de gemeente kan dit niet alleen doen. De gemeente zet dan ook in op: a. Regisseren (begeleiden) de gemeente initieert en regisseert de aanpak van veiligheidsproblematiek. Daarbij laten de gemeente de diverse partners doen waar ze goed in zijn, bewaakt de voortgang en stuurt bij. b. Verbinden (samenwerking) Bij de totstandkoming en uitvoering van het veiligheidsbeleid zoeken de gemeente zo veel mogelijk de samenwerking met regionale en lokale partners en burgers. We ondersteunen en versterken elkaar. c. Doen(uitvoeren) De gemeente maakt het veiligheidsbeleid om het vervolgens uit te voeren, toe te passen. Veiligheid en leefbaarheid ontstaan niet op papier maar door de dingen die worden gedaan. De gemeente initieert coördineert, jaagt aan en voeren ook zelf activiteiten uit. 3.3 RUD-vorming De Wabo stelt organisatorische- en kwaliteitseisen aan het uitoefenen van handhaving en toezicht. Tussen de VNG, het IPO en het Rijk is een package deal gesloten. In deze package deal is afgesproken om te komen tot kwaliteitscriteria voor vergunningverlening, toezicht-, en handhavingstaken (VTH-taken). Inmiddels zijn deze criteria vastgesteld. Deze criteria hebben betrekking op proces, inhoud en kritieke massa en zijn bedoeld om de uitvoering van VTH-taken in het omgevingsrecht te professionaliseren en de kwaliteit in de organisatie te borgen.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-14-
Kern van het akkoord is dat alle overheden aan deze kwaliteitseisen moeten gaan voldoen en dat de provincie en gemeenten bepaalde taken voortaan moet laten uitvoeren door een Regionale Uitvoeringsdienst. Daarnaast vindt ook een overdracht van bevoegdheden van de provincie aan de gemeente plaats. Verder is afgesproken dat de RUD aan de nieuwe kwaliteitscriteria moet voldoen. Gemeenten moeten op 1 januari 2015 aan deze nieuwe kwaliteitscriteria voldoen. De gevolgen van de oprichting van de RUD zullen voor het handhavingsbeleid gering zijn. De RUD heeft nagenoeg geen invloed op onze toebedeelde taken. Aangezien de gemeente Vianen haar milieutaken heeft ondergebracht bij de Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU) zal er - naar het zich laat aanzien - in de praktijk niet veel veranderen op het terrein van milieu. De gemeente en de RUD zullen wel hun handhavingsbeleid op elkaar moeten afstemmen en onderling werkafspraken moeten maken.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-15-
4.
VISIE
4.1 Algemeen Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, burgers en bedrijven dat de regels die zijn gesteld, om het gebruik van de leefomgeving te ordenen en de leefbaarheid van de bebouwde en onbebouwde ruimte te beschermen, daadwerkelijk worden nageleefd. In heel veel gevallen wordt hieraan voldaan. Op het moment dat dit niet gebeurt, is het aan de gemeente om als bevoegd gezag, burgers en bedrijven op het niet naleven van de regels aan te spreken. Bij optreden hoeft niet gelijk aan dwangmiddelen te worden gedacht. Het kan ook gaan om voorlichting, overreden of waarschuwen. Pas als blijkt dat deze maatregelen niet helpen zal de gemeente haar toevlucht nemen tot bestuursrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten om normconform-gedrag af te dwingen. 4.2 Uitgangspunten De visie opgenomen in het 'Strategisch visiedocument toezicht en handhaving' is vertaald naar een aantal concrete uitgangspunten. Deze uitgangspunten vinden hun uitwerking in het beleidsplan, het HUP en de dagelijkse praktijk van de handhaving. De uitgangspunten opgenomen in het visiedocument zijn hieronder nader toegelicht. 4.2.1 Het voorkomen van overtredingen De gemeente Vianen wil in deze beleidsperiode de eigen verantwoordelijkheid extra benadrukken. Dit betekent dat de gemeente sterk zal gaan inzetten op voorlichting en het geven van prikkels om tot vrijwillige naleving te komen met als doel overtredingen te voorkomen. Door te communiceren over beleid en regelgeving zal het draagvlak toenemen. Verder zal de gemeente in deze beleidsperiode in navolging van andere gemeenten de juridische mogelijkheden onderzoeken om de resultaten van de uitgevoerde controles en handhavingsbesluiten publiekelijk bekend te maken via de media (lokale huis-aan-huisbladen, het internet en/of social media). Een zorgvuldige aanpak is hierbij vereist omdat bekendmaking kan leiden tot imagoschending. Daarnaast is het niet uitgesloten dat de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld voor geleden (financiële) schade, indien achteraf blijkt dat er ten onrechte handhavend is opgetreden. 4.2.2 Handhavingsacties worden afgemaakt Zodra een handhavingsactie wordt opgestart, wordt deze actie ook afgemaakt. Indien naar aanleiding van het opleggen van een last onder dwangsom - dwangsommen worden verbeurd - dan worden de verbeurde dwangsommen ook daadwerkelijk geïnd. Ook wanneer de overtreding na het verbeuren van de dwangsommen inmiddels ongedaan is gemaakt. 4.2.3 Handhaving vindt plaats naar redelijkheid en billijkheid Bij redelijkheid en billijkheid gaat het om sociaal aanvaardbare normen, zoals ze door het gewoonterecht, ongeschreven recht of algemene rechtsbeginselen zijn geformuleerd. Deze kunnen strijdig zijn met het recht. Het handhaven van wetten en regels mag er niet toe leiden dat er voor de overtreder een onaanvaardbaar effect ontstaat (hardheidsclausule). Kort gezegd de gemeente heeft oog voor de menselijke maat. 4.2.4 Handhaving dient ter voorkoming van gevaar, hinder en overlast Het waarborgen van gezondheid en veiligheid is een vanzelfsprekend uitgangspunt bij handhaving. Daarnaast is het voorkomen van hinder en overlast een leidend begrip bij de handhaving op het gebied van openbare orde. De handhavingsactiviteiten dienen zich dan ook te richten op het voorkomen van activiteiten en gedragingen die de veiligheid en gezondheid in gevaar kunnen brengen en/of overlast veroorzaken.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-16-
4.2.5 Het efficiënt en effectief uitvoeren van handhavingstaken Het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid wordt overigens niet enkel ingegeven door de herbezinning van de verhouding tussen overheid en burgers. Ook de economische crisis draagt hieraan bij. Als gevolg hiervan moet de gemeente Vianen (net de andere gemeenten) de komende jaren fors bezuinigen. Omdat de gemeente steeds meer handhavingstaken moet uitvoeren (bijvoorbeeld overdracht taken van Voedselen Warenautoriteit naar de gemeente) betekent dit dat wij - uitgaande van de huidige handhavingscapaciteit – steeds effectiever en efficiënter dienen te gaan werken. De handhaving richt zich daarom vooral op die activiteiten waar de risico’s het grootste zijn of daar waar het naleefgedrag laag is. Ook past in deze benadering dat de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk daar wordt gelaten waar die ligt. Bij de keuze welke handhavingsinstrumenten worden ingezet laat de gemeente zich leiden door die instrumenten die tegen zo laag mogelijk kosten het meeste rendement opleveren. Om die reden kiest de gemeente - waar dat mogelijk en verantwoord is – dan ook voor oplegging van een last onder dwangsom in plaats van het toepassen van bestuursdwang. De bestuurlijke kosten zijn bij het opleggen van een last onder dwangsom lager, terwijl de verantwoordelijkheid voor het ongedaan maken van de overtreding bij de overtreder ligt. 4.2.6 Eigen verantwoordelijkheid Met de modernisering van de VROM-regelgeving is een nieuwe generatie wetgeving ontstaan. Kenmerkend hiervan is dat een groot aantal vergunningstelsels is afgeschaft en plaats heeft gemaakt voor algemene regels en meldingenstelsels. Deze modernisering is niet alleen ingegeven door de wens van de overheid om de administratieve lasten te verminderen, maar is ook gebaseerd op een veranderende verhouding tussen burgers en overheid. In deze verhouding willen burgers en bedrijven meer vrijheid en een overheid op afstand. De gemeente wil in deze beleidsperiode de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven voor naleving van de wet- en regelgeving verder stimuleren. In de omgang met burgers zal de gemeente er daarom vanuit gaan dat zij zich uit eigen beweging aan de regels houden en dat bedrijven verantwoord zullen ondernemen. Als blijkt dat burgers en bedrijven dit vertrouwen beschamen, dan zal de gemeente hen hier op aanspreken. 4.2.7 Handhaving is eenduidig, helder en transparant De gemeente Vianen wil duidelijk zijn over wat wel en niet is toegestaan. Eenduidigheid betekent dat de gemeente bij geconstateerde overtredingen consequent en voorspelbaar handelt. De handhaving vindt daarom zoveel mogelijk gestandaardiseerd plaats volgens heldere procedures. Doordat vergelijkbare situaties op vergelijkbare wijze worden afgehandeld worden willekeur en rechtsongelijkheid voorkomen. Dat de handhaving transparant is, blijkt onder meer uit het feit dat nagenoeg alle activiteiten op het gebied van handhaving (zoals de resultaten van uitgevoerde controles) schriftelijk worden vastgelegd. Ook wordt er in deze beleidsperiode naar gestreefd om werkinstructies en werkprocessen te stroomlijnen. Een samenvatting van de inhoud van deze nota zal in lokale huis-aan-huisbladen, via het internet en/of social media bekend worden gemaakt. Hiermee zal voor iedereen duidelijk zijn hoe de gemeente in bepaalde situaties handhaaft. Het college zal ten slotte jaarlijks – via de evaluatie – verantwoording aan de gemeenteraad afleggen over de uitvoering van de geplande werkzaamheden.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-17-
4.2.8 Gedogen Uitgangspunt voor het bestuur is dat wettelijke regels worden gehandhaafd en zo nodig door sanctie toepassing worden afgedwongen. Gelet op de in de rechtspraak ontwikkelde beginselplicht tot handhaving, zal het bestuur slechts bij hoge uitzondering gedogen. Echter, in de praktijk kunnen zich specifieke situaties voordoen waarbij het (doen) beëindigen van de overtreding onredelijk zou zijn ten opzichte van betrokkene(n). In bepaalde gevallen wordt daarom aanvaard dat het bestuur de bevoegdheid hanteert. Bestuurlijk gedogen is een bevoegdheid, er bestaat geen recht op gedogen. In deze beleidsnota wordt bij het hoofdstuk 7 nader ingegaan op de gedoogstrategie. 4.2.9 Integraal handhaven(samenwerking) De gemeente Vianen levert deze beleidsperiode een bijdrage aan de vermindering van de toezichtlast voor bedrijven door zoveel mogelijk integraal te controleren, langs de opklimmende schaal van signaleren, samen controleren en voor elkaar controleren. Waar dat noodzakelijk en mogelijk is, zal de gemeente contact zoeken met de andere (externe) handhavingspartners om gezamenlijke controles uit te voeren. Het streven om meer integraal te werken is enerzijds ingegeven door invoering van de Wabo en anderzijds wordt met deze werkwijze tegemoet gekomen aan de ambitie die de gemeente heeft in het kader van de verbetering van de dienstverlening naar het bedrijfsleven toe.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-18-
5.
BELEIDSDOELEN
5.1 Algemeen In de voorgaande hoofdstukken zijn de gemeentelijke visie en de uitgangspunten aan de orde gekomen. In dit hoofdstuk komt de vraag aan de orde wat de gemeente met het handhavingsbeleid wil bereiken. 5.2 Verantwoordelijkheid Samenwerking staat voor de gemeente Vianen centraal bij het uitvoeren van haar doelstellingen en beleidskeuzes. Gelet op ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving is het belangrijk om te investeren in een goede coördinatie tussen de verschillende taakvelden. Op deze manier worden transparantie en Uniformiteit van de dienstverlening naar burgers en bedrijven bevordert. Voorwaarde voor de succesvolle uitvoering van beleid is het creëren van draagvlak binnen een organisatie. Op deze manier worden werkprocessen beter op elkaar afgestemd en wordt de uitvoering op zodanige wijze gecoördineerd dat de uitgangspunten van de onderlinge beleidsvelden integraal kunnen worden gerealiseerd. Hierdoor overstijgt de som de delen, resulterend in betere dienstverlening. Als gevolg breidt het draagvlak voor het beleid zich uit, buiten de organisatie naar andere overheidsdiensten, maar ook naar burgers en bedrijven. Op deze manier wordt zowel een hoge mate van kwalitatief hoogstaande dienstverlening aan burgers en bedrijven geboden, als het effectief uitvoeren van omgevingstaken gerealiseerd. De volgende uitgangspunten staan hierbij centraal: • Transparant handhaven: De gemeente Vianen maakt door haar beleidsstrategie in dit plan uiteen te zetten, inzichtelijk welke overtredingen op welke wijze worden voorkomen, opgespoord en gehandhaafd. Dit is een uiting van het rechtszekerheidsprincipe: er is geen willekeur in de handhaving. • Consequent handhaven: De gemeente Vianen maakt door haar beleidsstrategie in dit plan uiteen te zetten, duidelijk dat overtredingen in principe altijd en op dezelfde wijze worden gehandhaafd. Dit is een uiting van het rechtsgelijkheidsprincipe: gelijke monniken, gelijke kappen. Het organisatie breed bevorderen van de integraliteit is een belangrijk speerpunt voor de gemeente Vianen. Het team Handhaving & Vergunningen, geeft hier mede uiting aan door betrokken te zijn bij het afstemmen van werkprocessen, kennisoverdracht, het integreren van de digitale infrastructuur en het adequaat reageren op vragen en verzoeken van binnen en buiten de organisatie. Daarnaast worden burgers en bedrijven door de rijksoverheid steeds meer gewezen op hun eigen ververantwoordelijkheid. Dit uit zich met name in het met toenemende mate opstellen van algemene regels en het terugbrengen van activiteiten waarvoor een vergunningsplicht geldt. Bewustwording van de relevantie van regulering en de wettelijke maatstaven wordt daardoor steeds belangrijker. De gemeente Vianen zal hier waar mogelijk aan bijdragen zodat een ieder zijn verantwoordelijkheid hierin kan nemen. 5.3 Doelstellingen voor 2014 Gelet op de verbeterpunten en aanbevelingen die zijn aangedragen door de handhavingsreggisseur van de provincie Utrecht zijn nog de onderstaande doelstellingen gedestilleerd: in 2014 zijn de gegevens over de resultaten van de uitgevoerde controles geregistreerd en voorhanden; in 2014 vindt het toezicht volgens werkprocessen plaats; het nieuwe handhavingsbeleid 2016-2018 wordt opgezet volgens het model van de dubbele regelkring; in 2014 zullen de gekozen in de het HUP opgenomen indicatoren in de registratiesystemen verwerkt worden.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-19-
5.4 Naleefdoelstellingen en effectdoelstellingen De belangrijkste doelstelling die de gemeente Vianen met het handhavingsbeleid wil bereiken is het bewerkstelligen van een beter naleefgedrag. Daarmee levert de gemeente Vianen een bijdrage aan de achterliggende doelstellingen zoals veiligheid, gezondheid en leefbaarheid. Naast naleefdoelstellingen kunnen ook zogenaamde effectdoelstellingen worden onderscheiden. Deze doelstellingen richten zich op het bereiken van een bepaald effect. Om de algemene doelstellingen meer te kunnen specificeren worden jaarlijks in het HUP per taakveld concrete doelstellingen geformuleerd. In het HUP zijn de uit te voeren handhavingstaken uitgewerkt in productbladen. Deze productbladen vormen samen met de risicoanalyse de kern van het HUP 2014. De productbladen bevatten per handhavingstaak relevante informatie over onder andere het wettelijk kader, de te verwachten effecten, de prioritering en de toezicht- en handhavingsstrategie.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-20-
6.
PRIORITERING VAN HANDHAVINGSTAKEN
6.1 Algemeen. De burger heeft de verwachting dat de overheid bij schending van wet- en regelgeving handhavend zal optreden. Het is in de praktijk echter onmogelijk om alle normen te handhaven. Daarom is het van belang dat prioriteiten worden gesteld zodat de beschikbare capaciteit zo efficiënt mogelijk kan worden ingezet. Bij het bepalen van de prioriteitstelling is gekeken naar welke te handhaven normen binnen het omgevingsrecht overtreden kunnen worden. Daarbij is een globale indeling op kerntaken gemaakt met specifieke aandacht voor een aantal projecten. In het uitvoeringsprogramma (HUP) is nader uitgewerkt hoe binnen de kerntaken aan toezicht en handhaving invulling wordt gegeven. 6.2 Handhaven op basis van risico’s Omdat de middelen en capaciteit waarover de gemeente beschikt beperkt zijn, zullen er keuzes gemaakt moeten worden. Kiezen betekent; wat doen we wel, wat niet en wat doen we later. Om de risico’s te analyseren is gebruik gemaakt van een door de Risicomodule van Oranjewoud. 6.3 Wat is de risicomodule? De Risicomodule van Oranjewoud is een software-instrument waarmee handhavingsorganisaties de handhavingsrisico's kunnen berekenen. De centrale formule in de module is: Risico = kans maal effect. De Risicomodule is een instrument dat helpt bij het maken van verantwoorde keuzes over de frequentie van het toezicht en de inzet van de beschikbare capaciteit. Daardoor kan een afgewogen besluit gemaakt worden over een verantwoorde inzet en de daarbij horende risico's. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke verplichting uit de Wabo ten aanzien van het handhavingsbeleid. Het is goed voor ogen te houden dat de uitkomsten van de Risicoanalyse niet objectief, maar subjectief zijn. Het is het gevolg van vooraf gemaakte keuzes. De Risicoanalyse helpt bij het rationaliseren van deze keuze. De handhavingsorganisatie dient zich bovendien niet blind te staren op de uitkomsten. Bepaalde handhavingstaken scoren in de risicoanalyse wellicht niet hoog, terwijl zij maatschappelijk en bestuurlijk toch belangrijk zijn. Vanwege deze relevantie krijgen deze taken dan toch een belangrijke plaats in de uitvoering. 6.4 Uitvoering risicoanalyse Voor de volgende taakvelden is een risicoanalyse uitgevoerd: Bouwen (nieuwe en bestaande bouw); Ruimtelijke ordening; Brandveiligheid en Algemene plaatselijke verordening/Bijzondere wetten. Hierbij dient te worden opgemerkt dat er in beperkte mate controle uitgeoefend wordt op de naleving van een aantal voorschriften uit het Bouwbesluit. Hiervoor is een risico-inschatting gemaakt gebaseerd op de opinie van deskundige ambtenaren binnen de het team Handhaving & Vergunningen van de gemeente Vianen. Voor het taakveld openbare orde en veiligheid is geen risicoanalyse uitgevoerd, omdat de toezichten handhavingstaken op dit gebied bestuurlijk prioriteit hebben. Omdat het taakveld marktbeheer slechts één taak telt, namelijk het houden van toezicht op de weekmarkten, is hiervoor ten slotte evenmin een risicoanalyse uitgevoerd. 6.5 Bestuurlijke prioriteiten Naast de prioriteiten uit de risicoanalyse zullen de toezichthouders en handhavers in de beleidsperiode zich ook op andere prioriteiten richten. Het gaat hier onder meer om bestuurlijke prioriteiten die volgen uit Integraal Veiligheidsplan (IVP) van de gemeente Vianen. Deze zijn echter niet uitgewerkt op taakniveau. Nadere invulling van bestuurlijke prioriteiten op taakniveau en de wijze waarop aan deze prioriteiten uitvoering wordt gegeven staan in HUP 2014.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-21-
7.
NALEEFSTRATEGIE
7.1 Algemeen Alle activiteiten die erop gericht zijn om er voor te zorgen dat regels worden nageleefd, worden samengevat in een naleefstrategie. De naleefstrategie richt zich enerzijds op het stimuleren van de naleving en anderzijds op het reduceren van de risico’s die kunnen voortkomen uit het niet naleven van de voorschriften. De naleefstrategie van de gemeente Vianen bestaat in feite uit vier aparte strategieën, te weten de: preventiestrategie; toezichtstrategie; sanctiestrategie; gedoogstrategie.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-22-
7.2
Preventiestrategie
De preventiestrategie richt zich op het vergroten van de bewustwording bij burgers en bedrijven. Het gevolg is dat er minder toezicht en repressieve handhaving hoeft plaats te vinden omdat er minder overtredingen worden begaan. Om de preventiestrategie mogelijk te maken moeten regels aan een tweetal voorwaarden voldoen: ze moeten duidelijk, eenduidig en dus handhaafbaar zijn en voor iedereen kenbaar zijn. 7.2.1 Handhaafbare regelgeving Veel van de regels die de gemeente Vianen moet handhaven zijn landelijk bepaald. Voorbeelden hiervan zijn de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Woningwet, het Bouwbesluit, de Wet milieubeheer, ende Wet ruimtelijke ordening. De gemeente kan de handhaafbaarheid van deze regels niet direct beïnvloeden. De gemeente heeft wel invloed op regels die zij zelf vaststelt en neerlegt in: Verordeningen (zoals in de APV, de brandbeveiligingsverordening en de bouwverordening); Beleid (zoals in de welstandsnota); Bestemmingsplanvoorschriften; Vergunningsvoorschriften (bouw, sloop en brandveiligheid). Regels zijn handhaafbaar wanneer ze voldoen aan een aantal criteria: 1. Actueel, op basis van geldende wetgeving en beleid; 2. Eenduidig, op één manier uit te leggen en niet tegenstrijdig; 3. Controleerbaar, gebaseerd op zichtbare en/of meetbare feiten. Met deze criteria voor ogen zal vanuit handhaving in de beleidsperiode actief worden getoetst of nieuw op te stellen regels actueel, eenduidig en controleerbaar - en dus handhaafbaar - zijn. Zo zullen onder meer vergunningverleners en toezichthouders voorafgaand aan de afgifte van complexe omgevingsvergunningen overleggen over de handhaafbaarheid van de te stellen voorschriften. Ook zullen vergunningverleners en toezichthouders concept-bestemmingsplannen vooraf doornemen op tegenstrijdigheden en controleerbare regels (handhaafbaarheidstoets). 7.2.2 Kenbare regelgeving Regels moeten voor alle burgers en bedrijven bekend zijn. Niet alleen uit het oogpunt van preventie, maar ook om geen verwijt te krijgen dat men onvoldoende is geïnformeerd. De gemeente Vianen maakt bij het communiceren over nieuwe gemeentelijk regels gebruik van een huis-aan-huisblad, de gemeentelijke website en social media. De gemeente informeert burgers ook via de gemeentelijke website als er nieuwe landelijke wetgeving wordt ingevoerd waarvoor zij bevoegd gezag is. 7.2.3 Communicatie over handhaving In de beleidsperiode zal de gemeente het gebruik van het instrument communicatie intensiveren. De communicatie zal niet alleen betrekking hebben op nieuwe wet- en regelgeving of beleid, maar ook op uit te voeren handhavingsacties en de resultaten van deze acties (communicatie als handhavingsinstrument). Door actiever te communiceren over de regels, de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven, de uit te voeren controles en mogelijke consequenties bij overtreding, zal het naleefgedrag naar verwachting positief beïnvloed worden. Bij de intensivering zal de gemeente meer dan voorheen gebruik maken van de gemeentelijke website. Op de website zullen ook het handhavingsbeleid en het jaar HUP worden gepubliceerd.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-23-
7.3
Toezichtstrategie
7.3.1 Algemeen In de toezichtstrategie staat de vraag centraal hoe de gemeente als bevoegd gezag het toezicht uitoefent. Het kan hierbij gaan om re-actief of om pro-actief optreden. De pro-actieve toezichtstrategie kan verder nog onderverdeeld worden in risico gestuurd, branchegericht of gebiedsgericht. Het (algemene) doel van de toezichtstrategie is voor de gemeente om de beschikbare capaciteit en middelen zo in te zetten dat een zo hoog mogelijk rendement wordt behaald bij de uitvoering van het handhavingsbeleid. Rendement laat zich in dit geval als naleefgedrag definiëren. 7.3.2 Wijze van toezichthouden De wijze waarop het toezicht wordt uitgevoerd hangt af van de prioriteit die aan een handhavingstaak is toegekend. In onderstaande tabel staat weergegeven hoe het toezicht op de prioriteiten doorgaans plaatsvindt. Nadrukkelijk wordt hierbij vermeld doorgaans. Niet alle taken lenen zich immers voor de toezichtstrategie die uit de prioriteit voortvloeit. Prioriteit
Mate van toezicht
Hoog
Het toezicht op naleving van de regels vindt proactief plaats op basis van een vaste controlefrequentie. Verder wordt actief gezocht naar overtredingen door het uitvoeren van surveillance, via gevelcontroles en waarnemingen ter plaatse en bureaucontroles (advertenties, luchtfoto’s).
Gemiddeld
Het toezicht vindt minder intensief en vooral steekproefsgewijs plaats op basis van in het werkplan genoemde criteria, dan wel door gebiedsgerichte controles of door surveillance.
Laag
Er is sprake van passief toezicht. In beginsel wordt alleen naar aanleiding van meldingen of handhavingsverzoeken
Deze prioritering is niet bedoeld om een bepaalde volgorde in de handhaving aan te geven. Het is dus niet zo dat eerst de hoge prioriteiten worden gehandhaafd, daarna de prioriteit gemiddeld en ten slotte de prioriteit laag. Voorop staat namelijk dat op alle prioriteiten gehandhaafd wordt. De intensiteit van de handhaving is echter verschillend. Hoe hoger de prioriteit hoe actiever er gehandhaafd wordt. Verder zal naar aanleiding van meldingen of handhavingsverzoeken, ongeacht de prioriteit, altijd actie worden ondernomen. 7.3.3 Integraal toezicht Uitgangspunt voor de uitvoering van de handhaving in Vianen is het zoveel mogelijk integraal uitvoeren van het toezicht en handhaving. Met deze integrale aanpak wordt tegemoet gekomen aan de ambities die de gemeente heeft in het kader van verbetering van de dienstverlening naar het bedrijfsleven toe. Ook wordt hiermee tegemoet gekomen aan de extra eisen die in de Wabo aan het toezicht worden gesteld. De Wabo schrijft onder meer voor dat het bestuursorgaan zijn controles moet afstemmen en coördineren om te voorkomen dat gemeentelijke toezichthouders en andere toezichthouders (bijvoorbeeld provincie en waterschap) onwetend van elkaar bedrijven bezoeken.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-24-
Er zijn verschillende vormen van integraal toezicht denkbaar: Controleren met elkaar. Vanuit de verschillende taakvelden (milieu, bouw en brandveiligheid) wordt gezamenlijk een integrale controle uitgevoerd. Deze vorm is toepasbaar in situaties die complexer zijn of een hoge bestuurlijke prioriteit hebben. Controleren na elkaar. Verschillende toezichthouders voeren een controle uit. Omdat deze controles plaatsvinden over een relatief langere periode heeft deze aanpak een sterk preventieve werking. De toezichtslast gaat hiermee niet omlaag. Controleren voor elkaar. Hierbij wordt de integrale controle van de taakvelden door één toezichthouder/handhaver uitgevoerd. Deze vorm wordt vooral gebruikt in situatie die worden gekenmerkt door een zeer geringe complexiteit. Signaleren voor elkaar. Aspectcontrole door één toezichthouder. Deze toezichthouder neemt tijdens de controle (binnen het model controleren na elkaar) aspecten van de andere beleidsvelden of van andere bestuursorganen mee, al dan niet aan de hand van een checklist (oog- en oorfunctie). Als hij waarneemt dat er op het gebied van de andere beleidsterreinen/ bestuursorganen iets mis is, seint hij zijn collega’s of het andere bestuursorgaan in. De toezichthouders/handhavers van het team Handhaving & Vergunningen zullen in 2014 gebruik gaan maken van checklisten tijdens het doen van integrale controles. Deze checklists hebben in eerste instantie als doel dat een handhaver bij een controle op meerdere vakgebieden tegelijk op hoofdlijnen kan controleren. Zo kan een handhaver brandveiligheid tijdens zijn controle ook kijken naar de vakgebieden milieu en bouwen en omgekeerd kunnen de handhavers bouwen en milieu weer kijken naar brandveiligheid. Op deze manier wordt een bedrijf in één keer gecontroleerd op meerdere weten regelgeving terwijl de toezichtslast beperkt blijft. Deze werkwijze gaat niet op voor de grotere, complexere bedrijven omdat daar niet op hoofdlijnen gecontroleerd kan worden. 7.3.4 Zelftoezicht Het team Handhaving & Vergunningen is van plan om de komende jaren met verschillende vormen van zelftoezicht te gaan experimenteren met als doel hier een reguliere werkmethode van te maken. In 2014 zal worden geëxperimenteerd met zelftoezicht door bedrijven. Doel hiervan is ook om de toezichtslast te verminderen, het naleefgedrag te bevorderen en de beschikbare handhavingscapaciteit zo efficiënt mogelijk in te zetten. Bedrijven krijgen vooraf een checklist toegestuurd zodat zij, voordat de controle plaatsvindt, zelf al mogelijke overtredingen ongedaan kunnen maken. Uit toekomstige gemeentelijke controles moet blijken of het toezenden van de checklists aan deze doelgroep een positief effect heeft op het naleefgedrag. Eén van de mogelijkheden van zelftoezicht is dat bedrijven ingevulde checklists terugsturen en daarbij aangeven dat zij zelf eventueel geconstateerde overtredingen ongedaan hebben gemaakt. Als beloning zal team Handhaving & Vergunningen alleen steekproefsgewijs controles uitvoeren. Deze methode van zelftoezicht moet verder worden ontwikkeld, omdat dit niet voor alle bedrijven geschikt is. Welke vorm van integraal toezicht gehanteerd wordt, hangt sterk af van de situatie van de burger of het bedrijf. Hierbij wordt aangesloten bij de omgevingsvergunning. Bij een enkelvoudige omgevingsvergunning (bij-voorbeeld voor het bouwen van een dakkapel) zal de toezichthouder of handhaver vanuit zijn vakgebied een inspectie uitvoeren waarbij hij oog- en oorfunctie voor andere beleidsvelden heeft. Bij een meervoudige omgevingsvergunning (bijvoorbeeld voor brandveiliggebruik) zullen de toezichtmomenten waar mogelijk gecoördineerd worden in één bezoek, waardoor de belasting voor het bedrijf tot een minimum beperkt wordt. Indien gecoördineerd toezicht niet mogelijk is, blijven de controles vanuit de verschillende vakgebieden worden uitgevoerd.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-25-
Schematisch gezien ziet het bovenstaande er als volgt uit: Situatie
Wijze van toezicht
Vorm van integraliteit
Enkelvoudige omgevingsvergunning
Toezicht door het betreffende taakveld
Signaleren voor elkaar
Gecoördineerd toezicht met meerdere toezichthouders
Controleren met elkaar
Toezicht door betreffende taakvelden (over langere tijd)
Controleren na elkaar (met signaalfunctie voor andere taakvelden)
Meervoudig omgevingsvergunning
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-26-
7.4
Sanctiestrategie
7.4.1 Algemeen Om naleving van de regelgeving af te dwingen staan de gemeente Vianen zowel bestuursrechtelijke als strafrechtelijke instrumenten tot haar beschikking. In de sanctiestrategie staat beschreven wanneer de gemeente welke middelen inzet. Doel van bestuursrechtelijke handhaving is zoals gezegd dat de situatie in overeenstemming wordt gebracht met de huidige regelgeving. Vaak zal dit ertoe leiden dat er fysieke maatregelen moeten worden getroffen, zodat de situatie weer in overeenstemming komt met de regelgeving. In sommige gevallen kan door middel van het verlenen van een vergunning de situatie ook in overeenstemming worden gebracht met de wet- en regelgeving. 7.4.2. legalisatietoets Alvorens gebruik te maken van de sanctiestrategie zal - op basis van vaste jurisprudentie - onderzocht moeten worden of de overtreding alsnog legaliseerbaar is. Mocht dit het geval zijn dan zal vooralsnog af worden gezien van handhavend optreden. Mocht de overtreder nalaten om mee te werken aan een legalisatie-mogelijkheid, dan zal alsnog handhavend worden opgetreden. 7.4.3 Optreden tegen eigen overheid of andere overheden De gemeente Vianen is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving van een groot aantal regels. Een deel van de regels heeft zij zelf opgesteld. Om haar geloofwaardigheid te behouden is het belangrijk dat de gemeente zelf ook de regels naleeft en daarmee een voorbeeldfunctie vervult. Mocht het voorkomen dat door de eigen organisatie een overtreding wordt begaan, dan wordt tegen deze overtreding opgetreden als tegen iedere andere. Deze lijn geldt ook voor de handhaving van overtredingen die door andere overheden zijn begaan. 7.4.4 Gemeentelijke handhaving primair bestuursrechtelijk De intentie van het toepassen van de sanctiestrategie is altijd het herstel van de legale situatie. Daarom zullen de door de gemeente toe te passen handhavingsmaatregelen in de eerste plaats bestuursrechtelijk van aard zijn. In tegenstelling tot het strafrecht zijn de bestuursrechtelijke maatregelen namelijk gericht op herstel. Bij het strafrecht staat niet herstel maar bestraffing van de dader centraal. Uitzondering op bovenstaand uitgangspunt betreft de handhaving van bepaalde overlast gevende feiten uit de Algemene plaatselijke verordening (Apv) en de Afvalstoffenverordening (Asv). Bij deze feiten (bijvoorbeeld wildplassen) is herstel van de legale situatie niet mogelijk en ligt een punitief handhavingsinstrument meer voor de hand. 7.4.5 Bestuursrechtelijke instrumenten Voor de bestuursrechtelijke aanpak van overtredingen staan de gemeente Vianen drie instrumenten ter beschikking. Dit zijn: 1. Opleggen van een last onder dwangsom; 2. Opleggen van een last onder bestuursdwang; 3. Geheel of gedeeltelijk intrekken van een vergunning. 1. Last onder dwangsom Een last onder dwangsom is de sanctie waarbij de overtreder per tijdseenheid, per overtreding of ineens een geldbedrag verbeurt indien of zolang de overtreding voortduurt. De last onder dwangsom bevat een last om de overtreding te beëindigen en voortzetting en/of herhaling te voorkomen. In de last onder dwangsom wordt een begunstigingstermijn gegeven waarbinnen de overtreding ongedaan gemaakt moet worden. Als binnen de begunstigingstermijn de overtreding ongedaan wordt gemaakt is geen dwangsom verschuldigd. Wordt de overtreding niet binnen de begunstigingstermijn beëindigd, dan wel voortgezet of herhaald dan wordt er van rechtswege een dwangsom verbeurd.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-27-
Niet altijd kan een overtreding worden bestreden met een last onder dwangsom. Als het belang dat het betrokken voorschrift beoogt te beschermen zich daartegen verzet, mag niet gekozen worden voor een last onder dwangsom. Hierbij kan gedacht worden aan ernstige milieuovertredingen. Direct optreden om verdere schade te voorkomen door middel van bestuursdwang is dan noodzakelijk. De last onder dwangsom kan alleen worden opgelegd aan de overtreder. Dat wil zeggen, diegene die "het in zijn macht heeft" de last uit te voeren of na te komen en daarmee de overtreding te beëindigen. Van geval tot geval moet worden beoordeeld wie als "overtreder" kan worden aangemerkt. 2. Last onder bestuursdwang Bestuursdwang, dat wil zeggen het feitelijk beëindigen van een overtreding door het bevoegd gezag, kan bij uitstek worden toegepast in de volgende situaties: Bij acuut dreigende calamiteiten en gevaarlijke situaties waarbij direct optreden noodzakelijk. Met name indien de overtreder in dergelijke situaties niet bereikbaar is; Indien de overtreder niet genegen of (financieel) niet in staat is om de overtreding ongedaan te maken; Het opleggen van een last onder dwangsom heeft niet het gewenste effect gehad. De kosten van het uitvoeren van bestuursdwang kunnen verhaald worden op de overtreder. Uitgangspunt is dat de kosten van het uitvoeren van bestuursdwang worden verhaald op de overtreder. Het tegelijk opleggen van een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom voor één en dezelfde overtreding is niet mogelijk. Van belang hierbij is dat het moet gaan om één en dezelfde overtreding. Als er sprake is van twee of meer overtredingen dan is een combinatie van een last onder dwangsom en een last onder bestuursdwang wel mogelijk. Bij een bouwstop kan gelijktijdig een last onder bestuursdwang en last onder dwangsom worden opgelegd. Het opleggen van een bouwstop (= een last onder bestuursdwang) en het gelijktijdig opleggen van een last onder dwangsom om te voorkomen dat er verder wordt gegaan met bouwen. Door de stillegging van de bouw is een op dat moment plaatsvindende overtreding met onmiddellijke ingang beëindigd. De last onder dwangsom is opgelegd om te voorkomen dat de overtreding opnieuw plaatsvindt. Werkwijze: In de gevallen dat bestuurlijk opgetreden dient te worden zal waar mogelijk gebruik worden gemaakt van het instrument 'last onder dwangsom'. 3. Intrekken van een vergunning Een verleende vergunning kan geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken, indien niet overeenkomstig met die vergunning is of wordt gehandeld, dan wel indien aan de vergunning verbonden voorschriften of regels niet worden nageleefd. Tot intrekking van de vergunning kan niet eerder worden overgaan dan nadat de betrokkene de gelegenheid heeft gekregen zijn handelen alsnog in overeenstemming te brengen met de vergunning. Zodra de vergunning is ingetrokken, is de betrokkene direct in overtreding en kunnen andere maatregelen worden toegepast, zoals een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang. 7.4.6
Bestuursrechtelijk optreden
Tweestappenstrategie Binnen de gemeente Vianen worden verschillende strategieën gehanteerd om geconstateerde overtredingen ongedaan te maken. Veelal is nog sprake van een driestappenstrategie: Bij de eerst stap ontvangt de overtreder een waarschuwingsbrief. Als dat niet leidt tot beëindiging van de overtreding wordt aan de overtreder in een tweede stap het voornemen bekend gemaakt tot het nemen van een handhavingsbesluit. Als ook dat niet tot herstel van de legale situatie leidt wordt in stap drie daadwerkelijk overgegaan tot het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-28-
Uit het oogpunt van eenduidigheid, rechtszekerheid en transparantie zal de gemeente in deze beleidsperiode gaan experimenteren met de twee-stappenstrategie. Het kiezen voor de tweestappenstrategie is in lijn met het streven om meer aandacht te besteden aan voorlichting en de eigen verantwoordelijkheid voor burgers en ondernemers en het uitgangspunt om daadkrachtig op te treden als het vertrouwen beschaamd wordt. De tweestappen-strategie is ook wenselijk vanwege effectiviteit en efficiency. Er hoeven immers minder controlebezoeken te worden afgelegd om een overtreding ongedaan te maken. In de tweestappenstrategie worden de eerste twee stappen van de driestappenstrategie in elkaar geschoven. De tweestappenstrategie bestaat zodoende uit de volgende stappen: 1. De overtreder ontvangt een brief waarin hij gewaarschuwd wordt dat hij binnen een bepaalde termijn de overtreding ongedaan moet maken. Daarbij wordt het voornemen tot bestuursrechtelijk optreden bekendgemaakt als binnen die termijn de overtreding niet is beëindigd; 2. Duurt de overtreding na de hercontrole voort, dan volgt een formele beschikking waarbij de bestuurlijke maatregelen worden opgelegd. Als bij een volgende controle blijkt dat de overtreding nog altijd voortduurt, worden de aangekondigde dwangmaatregelen uitgevoerd. 7.4.7 Strafrecht – bestuursrecht De keuze van inzet van sanctiemiddelen hangt af van factoren die samenhangen met de overtreding en de overtreder. Centraal uitgangspunt is dat het bestuursrecht vooral gericht is op herstel, terwijl het strafrecht vooral op straffen is gericht. Indien een overtreding en de gevolgen ervan niet meer ongedaan te maken zijn, is het bestuursrecht niet effectief. Indien daar wel sprake van is, hangt het van een aantal aspecten af of het strafrecht ook een rol zou moeten spelen. Deze zijn: • acuut gevaar; • ernstige (milieu)schade; • economisch voordeel van ten minste € 50.000,-; • een malafide, calculerende, recidiverende of belemmerende dader. In bijzondere gevallen zijn afwijkingen denkbaar. In gevallen waarin het bestuursrecht niet effectief is of blijkt te zijn in een bepaalde zaak, zou het strafrecht als ‘ultimum remedium’ toch kunnen worden ingezet. Dat doet zich voor indien de bestuursrechtelijke sancties (bestuursdwang, dwangsom) geen effect hebben, bijvoorbeeld doordat er sprake is van een ‘kale kip’ of de overtreder om andere redenen niet ontvankelijk is voor de ondernomen bestuursrechtelijke handhavingsacties. Een dergelijke afwijking zou zich ook kunnen voordoen bij een gedraging waarvan de gevolgen niet te herstellen zijn. Er zijn situaties denkbaar dat toch bestuursrechtelijk wordt opgetreden terwijl strafrecht in de rede is. Met het opstellen van een (preventieve) dwangsom kan een overtreding niet ongedaan worden gemaakt maar kan wel bestuursrechtelijk sanctionerend worden opgetreden. 7.4.8 Privaatrecht – bestuursrecht Als de overheid wil handhaven, staat het haar niet vrij om naar believen gebruik te maken van het publiekrecht dan wel van het privaatrecht. Voor de vraag of de overheid gebruik mag maken van het privaatrecht, en dus ook voor de vraag of de overheid privaatrechtelijk mag handhaven, heeft de Hoge Raad criteria ontwikkeld. Deze criteria zijn vastgelegd in het Windmill arrest van 26 januari 1990 (NJ 1991/393 en AB 1990/408) en zijn daarna vele malen herhaald en bevestigd. De door Hoge Raad ontwikkelde criteria worden ook wel aangeduid als de “doorkruisingsleer”. Dit leerstuk komt erop neer dat de overheid geen gebruik kan maken van het privaatrecht, als dat de publiekrechtelijke regeling onaanvaardbaar zou doorkruisen. Voor het beantwoorden van de vraag wanneer er sprake is van doorkruising, moeten achtereenvolgens de volgende vragen beantwoord worden. Eerst moet altijd bezien worden of de publiekrechtelijke regeling antwoord geeft op de vraag of het gebruik van privaatrecht situatie is toegestaan. Indien uit de publiekrechtelijke regeling zelf blijkt dat het gebruik van het privaatrecht niet is toegestaan, dan is privaatrechtelijke handhaving niet mogelijk.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-29-
Als de publiekrechtelijke regeling zelf geen antwoord geeft op de vraag of het gebruik van het privaatrecht is toegestaan, dan is voor de beantwoording van deze vraag beslissend of het gebruik van privaatrechtelijke bevoegdheden de publiekrechtelijke regeling op onaanvaardbare wijze doorkruist. Of er sprake is van een dergelijke doorkruising dient aan de hand van de volgende criteria beantwoord te worden: Inhoud en strekking van de regeling (die mede kan blijken uit haar geschiedenis) Wijze waarop en de mate waarin in het kader van die regeling de belangen van burgers zijn beschermd (en wel tegen de achtergrond van de overige geschreven en ongeschreven regels van publiekrecht); Of de overheid door gebruikmaking van de publiekrechtelijk regeling een vergelijkbaar resultaat kan bereiken als door gebruikmaking van het privaatrecht. Als dit zo is, dan is dit een belangrijke aanwijzing dat dat geen plaats is voor de privaatrechtelijke weg.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-30-
7.5
Gedoogstrategie
7.5.1 Algemeen Het uitgangspunt in het handhavingsbeleid is en blijft dat tegen overtredingen altijd handhavend wordt opgetreden. Bij gedoogsituaties wordt alleen voor het moment afgezien van optreden in afwachting van een definitieve oplossing. Er zal uiterst terughoudend worden omgegaan met het gedogen van overtredingen, gezien de beheersmatige problemen en juridische complicaties die dit met zich kan brengen. Toch kan in een aantal gevallen een redelijke afweging van belangen leiden tot de slotsom dat optreden op dit moment niet redelijk is en dat voor een bepaalde periode de overtreding moet worden gedoogd. Onder bestuurlijk gedogen wordt verstaan: 'het niet optreden tegen een overtreding van rechtsregels door een bestuursorgaan dat tot zodanig optreden in beginsel juridisch bevoegd en feitelijk in staat is'. Niet optreden houdt in dat het bestuur expliciet (schriftelijk) aangeeft géén gebruik te zullen maken van de handhavingsbevoegdheid. Dit gebeurt in de vorm van een gedoogbesluit of gedoogovereenkomst. 7.5.2 Eisen aan gedogen De Algemene wet bestuursrecht (Awb) stelt eisen aan de voorbereiding van besluiten (waaronder gedoogbeschikkingen) en geeft regels inzake de rechtsbescherming tegen overheidsbesluiten. Aan gedogen zijn voorwaarden verbonden: het gedogen dient een uitzonderlijk karakter te hebben; het categorisch gedogen van bepaalde overtredingen wordt door de rechter niet aanvaard; het gedogen moet een tijdelijk karakter hebben; het gedogen moet gericht zijn op het beëindigen van de niet toegestane situatie; stilzwijgend gedogen is onacceptabel. Evenals andere beschikkingen moet een gedoogbeschikking en de totstandkoming daarvan minimaal voldoen aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht. Het bestuur kan goede redenen hebben om over te gaan tot gedogen. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een overgangs- of overmachtsituatie vooruitlopend op vergunningverlening. Uitgangspunt voor het bestuur is dat wettelijke regels worden gehandhaafd en zo nodig door sanctietoepassing worden afgedwongen. Echter, in de praktijk kunnen zich specifieke situaties voordoen waarbij het (doen) beëindigen van de overtreding onredelijk zou zijn ten opzichte van betrokkene(n). In bepaalde gevallen wordt daarom aanvaard dat het bestuurde gedoogbevoegdheid terughoudend hanteert. Bestuurlijk gedogen is een bevoegdheid, er bestaat geen recht op gedogen. 7.5.3 Gedoogsituaties De gemeente Vianen gedoogt slecht in een beperkt aantal gevallen. Gedogen is alleen acceptabel indien: er sprake is van een onacceptabele verslechtering van de woon-, werk-, leefsituatie; er sprake is van een uitzonderlijke situatie (overmacht- en/of overgangssituaties); het wettelijk instrumentarium tekortschiet; er een zwaar(der) wegend belang het gedogen rechtvaardigt; handhavend optreden in strijd is met een beginsel van behoorlijk bestuur; de overtreding beperkt is in tijd (Aan de gedoogsituatie wordt een duidelijke termijnstelling verbonden); er geen sprake is van een aanmerkelijke aantasting van belangen van derden.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-31-
7.5.4 Vormen van gedogen Gedogen wordt op de onderstaande wijze vormgegeven. Onderscheid wordt gemaakt tussen concrete en incidentele gedoogsituaties. In beide gevallen wordt er altijd een expliciete en schriftelijk besluit genomen en naar de overtreder verzonden. De wijze waarop hieraan uitvoering wordt gegevens is afhankelijk van de duur van de overtreding. Wrakingsbrieven Wanneer sprake is van een situatie die korter zal duren dan een half jaar, is het gezien de voorbereidingstijd niet zinvol een gedoogbeschikking af te geven. In deze situatie wordt een wrakingsbrief verzonden. Een wrakingsbrief is in dit verband een schriftelijke bevestiging van het resultaat van het overleg dat de toezichthouder/het bestuur met de overtreder heeft gehad over het beëindiging van de overtreding binnen een half jaar. Ter beperking van risico's wordt in de wrakingsbrief in elk geval aangegeven, dat de overtredingen niet toelaatbaar worden geacht en dat rekening dient te worden met de mogelijkheid dat daartegen na afloop van het half jaar wordt opgetreden. Door de wrakingsbrief worden rechtsverwerking voorkomen en daarmee schadeclaims van de overtreder. Gedoogbesluiten In de situaties waarbij de gedoogtermijn ligt tussen een half jaar tot maximaal twee jaar wordt een schriftelijke gedoogbeschikking afgegeven. Door het stellen van een maximale periode wordt voldaan aan de voorwaarde dat gedogen beperkt dient te blijven in tijd. Naast de tijdsbeperking kan ook het gedogen worden beperkt tot een persoon (de persoonsgebonden gedoogbeschikking). In het gedoogbesluit zal altijd een zgn. eigen risicoclausule worden opgenomen. Ook zal in het gedoogbesluit het voorbehoud gemaakt worden dat derden - bij de rechtelijke macht - een verzoek kunnen indienen om strafrechtelijk en/of civielrechtelijk op te treden. Categorisch gedogen Het kan in de praktijk voorkomen dat handhavend moet worden opgetreden en hiervoor geen bestuurlijk draagvlak bestaat. Met andere woorden het college wenst geen verantwoordelijkheid (meer) te dragen voor de ongwenste consequenties, die dit handhavend optreden met zich meebrengt. Dergelijke gedoogbesluiten zullen altijd gecombineerd worden met het voornemen tot wijziging van de betrokken regeling. In afwachting van definitieve besluitvorming kan dan worden gedoogd. Het betreft hier een bestuurlijk initiatief. Het is niet de bedoeling dat in de voorbereiding op handhavingsacties bestaande besluitvormingskaders ter discussie worden gesteld. Deze mogelijkheid wordt genoemd om in de uitzonderlijke situatie waarin de regelgeving bestuurlijk onvoorziene en ongewenste neveneffecten heeft de regelgeving te wijzigen en af te zien van optreden. 7.5.5 Handhaving van de gedoogbeschikking Gedoogbesluiten worden onder voorwaarden afgegeven. Zodra men zich niet aan deze voorwaarden houdt, is het gebruikelijk om de gehele gedoogbeschikking in te trekken, waarna een basis ontstaat voor het toepassen van dwangsom of bestuursdwang (en de activiteiten gestaakt moeten worden).
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-32-
7.6
Strategie bij handhavingsverzoeken en klachten
Overtredingen of mogelijke overtredingen kunnen ook door derden onder de aandacht worden gebracht. Het omgaan met deze signalen vraagt een specifieke aanpak. Het advies van de Nationale Ombudsman wordt gehanteerd als leidraad over hoe om wordt gegaan met handhavingsverzoeken en klachten/meldingen. Met deze verschillende signalen (verzoeken) wordt in eerste instantie eenduidig omgegaan. Dit betekent in de praktijk het volgende. Bij een verzoek van een burger wordt zo snel mogelijk persoonlijk contact opgenomen met deze burger. Dan wordt besproken wat het belang en doel van het verzoek is en wat kan worden verwacht van de gemeente. Vervolgens wordt de situatie op locatie beoordeeld door een toezichthouder en worden alle belanghebbenden actief geïnformeerd over de afhandeling en de verdere procedure. Dit kan zowel mondeling als schriftelijk gebeuren. In samenspraak met de burger wordt gezocht naar een snelle en informele oplossing van het probleem (zo nodig met behulp van buurtbemiddeling, mediationtechnieken). Wordt hiermee geen oplossing bereikt dan zal bij een geconstateerde overtreding verder worden afgewogen hoe hiermee wordt omgegaan.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-33-
8.
MONITORING EN EVALUATIE
8.1 Monitoring Om een goed oordeel te kunnen vormen over de resultaten en de effecten van de handhaving is het essentieel dat er monitoring en registratie plaatsvindt van alle uitgevoerde taken (toetsing, toezicht en handhaving). Onder monitoring wordt verstaan het periodiek meten van dezelfde parameters of indicatoren. Door monitoring en registratie wordt handhaving meetbaar. Deze getallen zeggen niet alles over de handhavingsprocedure. Maar deze maken het handhavingsproces wel inzichtelijk(er). Op die manier kunnen handhavingsperiodes ook met elkaar vergeleken worden. In het jaarlijks op te stellen jaarverslag worden de resultaten van de voorliggende periode kenbaar gemaakt. Daarbij wordt dan geëvalueerd of de doelen die zijn gesteld in het uitvoeringsprogramma zijn gehaald en/of volgens de aandachtspunten (doelen) is gehandeld. 8.2 Evaluatie De prioriteiten, beleidsdoelstellingen en strategieën zoals die in dit beleidsplan zijn opgenomen, worden jaarlijks in het handhavingsuitvoeringsprogramma uitgewerkt. In het werkplan wordt aangegeven welke activiteiten de toezichthouders en handhavers van de gemeente Vianen dat jaar uitvoeren en hoeveel capaciteit voor de uitvoering van deze taken wordt ingezet. Het maken van evaluaties staat in Vianen nog in de kinderschoenen en zal in de komende beleidsperiode handen en voeten worden gegeven. De coördinator toezicht en handhaving rapporteert over de voortgang van de voorgenomen werkzaamheden. Aan de hand van tussentijdse rapportages kan indien nodig bijsturing plaatsvinden. In het HUP staan de geplande werkzaamheden voor het komende kalenderjaar (1 januari t/m 31 december). Om tussentijds de voortgang van onze eigen planning zo efficiënt en effectief mogelijk te bewaken, is het zinnig op een aantal momenten in het jaar te meten of we al dan niet op schema liggen. Bovendien zullen de meetgegevens worden gebruikt voor de jaarlijkse evaluatie. De evaluatie is op haar beurt weer input voor het volgende HUP. Op deze manier kan (nog) meer en tijdig inzicht worden gekregen in de daadwerkelijke inzet van onze mensen. Omdat het HUP één kalenderjaar betreft, ligt in ieder geval de meetdatum van 31 december voor de hand. De vaststelling van de productbegroting vindt altijd in oktober plaats. Indien nodig kunnen op dit moment nog minimale aanpassingen in het HUP worden meegenomen (geen wezenlijke veranderingen). Om tijdig onze input te kunnen leveren, is 31 augustus ook als meetdatum opgenomen. De meetdatum van 30 april is willekeurig en gekozen om het verzamelen van gegevens zo gelijk mogelijk over het jaar te verdelen. Aan het einde van het jaar stelt de coördinator toezicht en handhaving een evaluatie van het HUP op. In deze evaluatie wordt gekeken in hoeverre de geplande werkzaamheden zijn uitgevoerd en hebben bijgedragen aan het bereiken van de geformuleerde beleidsdoelstellingen.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-34-
9.
COMMUNICATIE
9.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe de gemeente Vianen uitvoering gaat geven aan communicatie. De visie van het college is dat juist voor de handhaving geldt: 'voorkomen is beter dan genezen'. Voor de handhaving brengt dit mee dat het feitelijk toepassen van handhavingsmiddelen het sluitstuk is van de handhaving. Het accent behoort te liggen bij de preventieve acties en communicatie. Deze communicatie kan, afhankelijk van de te communiceren boodschap en de doelgroep, bestaan uit: algemene voorlichting over besluiten en wet- en regelgeving; doelgroepgerichte voorlichting over besluiten en wet- en regelgeving; informatieve bijeenkomsten met bepaalde doelgroepen; goede en duidelijke mondelinge en schriftelijke communicatie op zaakniveau; publicatie van verleende vergunningen en ontheffingen aan derden; het (anoniem) zichtbaar maken van de resultaten van controle en handhaving. 9.1.2 Algemene bekendmakingen Het is van belang dat de burgers en bedrijven binnen de gemeente Vianen op de hoogte zijn van de visie van het college op toezicht en handhaving. Hoe vult de gemeente haar wettelijke handhavingstaken uit? Wat vindt de gemeente belangrijk (prioriteiten)? Waar wordt dat jaar extra aandacht aan besteed (projectmatig handhaven)? Door het handhavingsbeleid inzichtelijk te maken, wordt geprobeerd om meer draagvlak te creëren. Goede voorlichting en communicatie begint met een vastgesteld, transparant handhavingsbeleid. Dit handhavingsbeleidsplan wordt na vaststelling door het college bekend gemaakt in een plaatselijk “huis-aan-huisblad”. Vervolgens wordt het handhavingsbeleidsplan op de gemeentelijke website geplaatst, zodat het altijd makkelijk te raadplegen is. 9.1.3 Communicatie richting burgers en bedrijven Door communicatie wordt geprobeerd om blokkades weg te nemen die een goede naleving belemmeren. Zo kan de doelgroep worden gestimuleerd om omgevingsactiviteiten volgens de geldende regelgeving uit te voeren. Dit is met name te bereiken in gevallen waarin door onwetendheid of onvermogen overtredingen worden begaan. Er wordt dan vanuit een specifieke situatie toegelicht waarom naleving van de regels zinvol en zowel in het privébelang als dat van de samenleving als geheel is. Dit gebeurt tijdens controles en bij vooroverleg. Tijdens het aanvragen van een vergunning of het doen van een melding worden burgers en bedrijven al gewezen op de eigen verantwoordelijkheid in het voldoen aan de algemene wetgeving van de desbetreffende activiteit. Tijdens het proces van vergunningverlening, vindt er communicatie plaats tussen de vergunningverleners en toezichthouders/handhavers om de aanvrager een zo compleet mogelijk beeld te geven van de eigen verantwoordelijkheden. Wanneer er relevante nieuwe ontwikkelingen of wijzigingen plaatsvinden in wetgeving dan worden burgers, bedrijven, organisatie, instellingen, etc. hierover geïnformeerd. Hiermee wordt zoveel mogelijk voorkomen dat overtredingen plaatsvinden door onwetendheid.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-35-
10.
HANDHAVINGSORGANISATIE
10.1 Algemeen Om een adequate uitvoering van het handhavingsbeleid mogelijk te maken dient de gemeente Vianen over een handhavingsorganisatie te beschikken die bestaat uit voldoende gekwalificeerd personeel en die voldoende middelen heeft om de werkzaamheden uit te voeren. Hieronder wordt een korte beschrijving van de uitvoeringsorganisatie gegeven. 10.2 Plaats in de organisatie De uitvoering van de toezicht- en handhavingswerkzaamheden op het gebied van de fysieke leefomgeving is sinds 2013 ondergebracht bij team Handhaving & Vergunningen. In het kader van de doorontwikkeling is er voor gekozen om de toezicht- en handhavende taken zo veel mogelijk bij één team neer te leggen. Ook de boa's maken sinds 2013 deel uit van het team Handhaving & Vergunningen. Het team Handhaving en Vergunningen is nu belast met de handhaving van bouwen en wonen, ruimtelijke ordening, openbare ruimte, brandveiligheid en openbare orde en veiligheid. Daarnaast is dit team belast met het opstellen van het handhavingsbeleid en het hieraan gekoppelde uitvoeringsbeleid (HUP). 10.3 Borging personeelsformatie De personeelsformatie en de financiële middelen die nodig zijn voor een adequate uitvoering van het handhavingsbeleid zijn vastgelegd in de begroting. In het handhavinguitvoeringsprogramma wordt jaarlijks aangegeven hoe de personele capaciteit wordt ingezet. 10.4 Opleidingen Om de kennis van de medewerkers op peil te houden of op niveau te brengen is er jaarlijks een opleidingbudget beschikbaar. Ieder jaar wordt een opleidingsplan opgesteld dat door het directieteam wordt vastgesteld. 10.5 Scheiding vergunningverlening en handhaving Om de objectiviteit van de werkzaamheden te borgen, is binnen het team H&V een scheiding aangebracht tussen vergunningverlening en handhaving. De vergunningverleners zijn niet betrokken bij het toezicht op vergunningen waarvan zij de voorschriften hebben opgesteld. In voorkomende gevallen treden zij bij opleveringcontroles wel op als adviseur van de toezichthouders. De toezichthouder blijft als procesverantwoordelijke echter eindverantwoordelijk voor de oplevering. 10.6 Werkprocessen De werkzaamheden van de toezichthouders en handhavers zijn in procesbeschrijvingen vastgelegd. Door de beschikbaarheid van procesbeschrijvingen kunnen de werkzaamheden - ook bij personeelsmutaties uniform en transparant worden uitgevoerd. 10.7 Middelen Om een adequate uitvoering van de werkzaamheden mogelijk te maken staan de toezichthouders en handhavers diverse middelen ter beschikking zoals; een dienstauto (deze wordt gebruikt door de boa's) meetapparatuur, digitale fototoestellen, mobiele telefoons, e-mailaansluitingen en literatuur. Deze middelen verkeren in goede staat. Dit wordt periodiek gecontroleerd. 10.8 Digitalisering Digitalisering krijgt een steeds belangrijkere plek in de wereld om ons heen. Ook handhaving wordt steeds meer beïnvloed door digitalisering. Bij diverse handhavingsorganisaties wordt geëxperimenteerd met social media, gebruik gemaakt van smartphones en tablets door toezichthouders. Ook wordt geëxperimenteerd met de digitale informatie-uitwisseling tussen handhavingspartners.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-36-
Deze middelen zouden bijvoorbeeld ingezet kunnen worden om te communiceren met burgers en bedrijven over handhaving. Inzet van digitale instrumenten zou zo een onderdeel kunnen gaan vormen van een naleefstrategie. Andersom zouden social media misschien ook als instrument ingezet kunnen worden als middel om trends, ontwikkelingen of concrete overtredingen te signaleren. Op die manier zouden snel hotspots in beeld gebracht kunnen worden. Het slim inzetten van smartphones of tablets met goede applicaties zou de inzet van toezicht-houders efficiënter kunnen maken. Bij deze ontwikkelingen zal de privacy gevoeligheid van sommige gegevens in ogenschouw genomen moeten worden. In 2014 zal Vianen gaan verkennen in welke mate en hoe van digtialisereing mogelijkheden gebuikt gemaakt kan worden.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-37-
11.
HARDHEIDSCLAUSULE
11.1 Algemeen In deze beleidsnota zijn een aantal beleidsregels geformuleerd die tot doel hebben te komen tot een efficiënte en effectieve handhaving. Het zijn uiteraard algemene uitgangspunten voor het handelen. Dit impliceert dat er altijd bijzondere omstandigheden kunnen zijn die in een concreet geval tot een andere dan hier beschreven aanpak leiden. Of, om het in de termen van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht te formuleren: 'Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.' Een aantal elementen in deze formulering behoeft explicitering in deze beleidsnota: 11.1.1 Het bestuur handelt overeenkomstig deze nota Het vastleggen van beleidsregels in de nota heeft tot gevolg dat het college en de burgemeester elk voor hun eigen bevoegdheid, handelt overeenkomstig de uitgangspunten die in de nota zijn geformuleerd en dat ook derden daarop moeten kunnen vertrouwen. 11.1.2 Behoudens bijzondere omstandigheden Er kunnen altijd bijzondere omstandigheden zijn die bij toepassing van de beleidsregels in een concreet geval tot onevenredige hardheid kunnen leiden. Er kunnen talloze aanleidingen zijn om hierop een beroep te doen. Het is aan de overtreder of andere belanghebbenden om - bij de aanschrijving - deze bijzondere belangen aan de orde te stellen. Het bestuur gaat zelf niet actief naar dergelijke belangen op zoek. Een beroep op dergelijke bijzondere omstandigheden kan (vrijwel) nooit worden gedaan als de overtreder op voorhand al was meegedeeld welke consequenties zijn handelen zou hebben en hij toch de overtreding heeft gepleegd. 11.1.3 Als uitkomst van een belangenafweging De bijzondere belangenafweging moet tot de slotsom leiden dat de doelen die met de handhaving zijn gediend in geen verhouding staan tot de belangen die de overtreder heeft bij het voortduren van de illegale situatie. Het moet dus vrijwel per definitie om relatief ondergeschikte overtredingen gaan. Immers, als er sprake is van gevaarzetting, schade, hinder, overlast en dergelijke zal de belangenafweging al snel naar handhaving (moeten) leiden. 11.2 Beroep op de hardheidsclausule In het algemeen kan alleen een beroep op de hardheidsclausule worden gedaan als er een combinatie is van: niet expliciet verwijtbaar handelen, met bijzondere omstandigheden die afweging vragen en relatief ondergeschikte overtredingen. Kan aan een van deze vereisten niet worden voldaan dan ligt een positief besluit naar aanleiding van een beroep op de hardheidsclausule niet in de rede.
Handhavingsbeleid Vianen 2014 - 2016
-38-