HANDHAVINGSACTIE BESTRIJDINGSMIDDELEN VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK
Rapportnummer ND03R004
drs. H.R. Reus
VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT Regionale dienst Noord Keuringsdienst van Waren Postbus 465 9700 AL Groningen tel.nr. fax e-mail
050 – 5886000 050 – 5886100
[email protected]
internetsite
www.vwa.nl
juni 2003
KvW Noord, rapportnummer ND03R004, juni 2003
INHOUDSOPGAVE
Pagina
SAMENVATTING SUMMARY 1.
INLEIDING
1
2.
DOEL VAN HET ONDERZOEK
1
3.
WERKWIJZE
2
4.
RESULTATEN
3
5.
DISCUSSIE
4
6.
CONCLUSIES
4
7.
LITERATUUR
5
BIJLAGE
KvW Noord, rapportnummer ND03R004, juni 2003
SAMENVATTING In dit rapport worden de resultaten beschreven van een in maart 2003 uitgevoerde handhavingsactie betreffende de etikettering van een groot aantal wettelijk toegelaten bestrijdingsmiddelen voor huishoudelijk gebruik. Ten behoeve van dit onderzoek zijn op basis van het register van toegelaten bestrijdingsmiddelen van het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB) 87 middelen bij 20 toelatinghouders bemonsterd. De onderzochte middelen zijn onder te verdelen in: insectenbestrijdingsmiddelen voor gebruik binnenshuis, ratten- en muizenbestrijdingsmiddelen (rodenticiden), algen- en schimmelbestrijdingsmiddelen en gewasbeschermingsmiddelen voor gebruik in particuliere tuinen. De etikettering van deze producten is beoordeeld aan de hand van de door het CTB afgegeven toelatingsbeschikkingen en de volgens de Regeling samenstelling, indeling, verpakking en etikettering bestrijdingsmiddelen van de Bestrijdingsmiddelenwet geldende criteria. Uit het onderzoek is gebleken dat de etikettering van 38 monsters (44%) niet voldoet aan de wettelijk gestelde eisen. Bij onderverdeling naar de typen bestrijdingsmiddelen geeft dit het volgende beeld. Aard van het middel
Aantal afwijkingen
Insecticide voor gebruik binnenshuis Algen- en schimmelbestrijdingsmiddel Rodenticide Gewasbeschermingsmiddel
19 4 2 13
(45%) (67%) (33%) (39%)
Totaal
38 (44%)
De meeste afwijkingen worden geconstateerd m.b.t. de gebruiksvoorschriften en de veiligheidsaspecten. Uit het onderzoek wordt geconcludeerd dat een aantal van de geïnspecteerde toelatinghouders de etiketteringseisen zoals gesteld in de Bestrijdingsmiddelenwet slecht naleven. Tegen de betreffende toelatinghouders zijn maatregelen genomen. Uit het onderzoek is verder naar voren gekomen dat leveranciers van bestrijdingsmiddelen in toenemende mate gebruik maken van een ‘private label’ zonder een eigen afgeleide toelating bij het CTB aan te vragen, hetgeen een overtreding van de Bestrijdingsmiddelenwet is. Dit verschijnsel is geconstateerd bij 19 van de 87 onderzochte monsters (22%). Trefwoorden Insecticide, rodenticide, biocide, gewasbeschermingsmiddel, bestrijdingsmiddelenwet, etikettering.
KvW Noord, rapportnummer ND03R004, juni 2003
SUMMARY This report describes the results of an investigation on the labelling of a number of househould biocides that are officially authorized on the Dutch market. The biocides involved in this investigation can be divided into: insecticides, rodenticides, algicides and plantprotecting agents for home gardens. On behalf of the investigation 87 samples have been taken at the stakeholders and the labelling has been reviewed after the requirements of the Dutch Pesticide Act. As result of the investigations it is concluded that the labelling of 38 samples (44%) does not comply with legal requirements. Type of biocide
Number of deviations
Insecticides Algicides Rodenticides Plantprotective agents
19 4 2 13
(45%) (67%) (33%) (39%)
Totaal
38 (44%)
Most deviations concern the directions for use and the safety aspects of the products. It is concluded that a number of stakeholders do not comply with legal requirements concerning labelling biocides. The stakeholders involved have been instructed to take measurements to improve their labelling. Furthermore it has been noticed that biocides are being delivered under ‘private label’ without complying with the obligatory sub-registration for private label. The use of a ‘private label’ has been observed for 19 of the 87 samples (22%).
KvW Noord, rapportnummer ND03R004, juni 2003
1
INLEIDING
Bestrijdingsmiddelen welke in het kader van de Bestrijdingsmiddelenwet door het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB) zijn toegelaten, dienen qua samenstelling altijd in overeenstemming te zijn met de samenstelling zoals de fabrikant deze heeft aangemeld bij het CTB. Een juist gehalte is een waarborg voor de gebruiker dat het middel effectief is voor het beoogde toepassingsgebied. Het toepassingsgebied van een bestrijdingsmiddel is direct gekoppeld aan het effectiviteitsprofiel en wordt via een wettelijk gebruiksvoorschrift op het etiket kenbaar gemaakt. Ter bescherming van de gebruiker en het milieu stelt de wetgever aanvullende eisen ten aanzien van het werken met bestrijdingsmiddelen. Deze aanvullende eisen worden op de toelatingsbeschikking van het betreffende middel kenbaar gemaakt. De toelatinghouder moet deze informatie van de toelatingsbeschikking overnemen en duidelijk op het etiket van het product weergeven. Door het CTB zijn circa 125 middelen en 34 werkzame stoffen geregistreerd voor het bestrijden van ongedierte binnen het huishoudelijk milieu en ten behoeve van de beroepsmatige bestrijding van ongedierte in opslag-, bedrijfs- en verblijfsruimten (1). De controle op de samenstelling en de etikettering van toegelaten bestrijdingsmiddelen behoort tot één van de standaardtaken van de Keuringsdienst van Waren. Uit onderzoek, welke de Keuringsdienst van Waren in de periode 1983-1988 heeft uitgevoerd omtrent de samenstelling en etikettering van huishoudbestrijdingsmiddelen, is gebleken dat jaarlijks 26-50% van de onderzochte monsters niet aan de gestelde wettelijke eisen voldeed (2,3,4,5,6,7). Uit onderzoek van de Inspectie Gezondheidsbescherming/Keuringsdienst van Waren uitgevoerd aan insecticiden, antifoulings en desinfectiemiddelen in de periode 1996-1998 is gebleken, dat afwijkingen variërend van 10-46% per productgroep niet ongebruikelijk zijn (8,9,10). Een onderzoek van de Keuringsdienst van Waren in 2001 naar de samenstelling en etikettering van desinfectiemiddelen liet zien, dat in 15% van de onderzochte monsters het gehalte werkzame stof niet in overeenstemming was met het gedeclareerde gehalte en dat bij 75% van de onderzochte monsters de etikettering niet aan de wettelijke eisen voldeed (11). De Inspectie Milieu Hygiëne komt na onderzoek aan antifoulings eveneens tot de conclusie dat de etikettering van een aantal toegelaten middelen niet aan de wettelijke eisen voldoet (12). Uit een recent onderzoek van de Consumentenbond naar de presentatie van ongediertebestrijdingsmiddelen voor in en rond het huis is gebleken, dat de etikettering van 15 van de 39 onderzochte middelen (38%) te wensen overlaat (13). 2
DOEL VAN HET ONDERZOEK
Doel van het beschreven onderzoek is geweest de etikettering van een aantal bestrijdingsmiddelen voor huishoudelijk gebruik via een handhavingsactie te toetsen aan de bepalingen van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962. De chemische samenstelling is hierbij niet onderzocht.
KvW Noord, rapportnummer ND03R004, juni 2003
1
3
WERKWIJZE
In de maand maart 2003 zijn bij 20 toelatinghouders 87 monsters van toegelaten middelen ter bestrijding van o.a. insecten, ratten, muizen, algen en onkruid genomen. Alle genomen middelen zijn bestemd voor huishoudelijk gebruik. Een overzicht van de aard en de aantallen middelen is weergegeven in tabel 1. Tabel 1. Overzicht aard van de genomen monsters Aard van het middel Aantal monsters Insectenbestrijding binnenshuis Algen- en schimmelbestrijding Ratten- en muizenbestrijding Gewasbeschermingsmiddel
42 6 6 33
De beoordeling van het etiket heeft plaatsgevonden aan de hand van de wettelijk afgegeven toelatingsbeschikking en het gestelde in de Regeling samenstelling, indeling, verpakking en etikettering bestrijdingsmiddelen van de Bestrijdingsmiddelenwet (14). In de artikelen 7, 8, 8a en 9 van deze regeling wordt aangegeven dat de volgende gegevens op het etiket moeten worden vermeld: de naam van het toegelaten bestrijdingsmiddel; het woord “toelatingsnummer” gevolgd door het afgegeven toelatingsnummer; - de naam en het adres van de toelatinghouder; - de naam en het gehalte van de werkzame stof(fen); - de naam van andere gevaarlijke stoffen, voor zover dit bij de toelating is bepaald; - de toxicologische groep van de werkzame stof, of van een hulpstof als deze gevaar voor de mens kan opleveren; - de inhoud van de verpakking; - de wettelijk voorgeschreven veiligheidsaanbevelingen en bijzondere gevaren; - het wettelijk voorgeschreven gevaarsymbool met bijbehorend onderschrift; - het chargenummer; - het wettelijk gebruiksvoorschrift; - de gebruiksaanwijzing; - het KCA-logo (indien het bestrijdingsmiddel bestemd is voor huishoudelijk gebruik); - gegevens inzake de houdbaarheid, voor zover dit bij de toelating is bepaald. Een standaardetiket dat al deze elementen bevat, dient er uit te zien zoals weergegeven op de bijlage. Alle voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen moeten volgens artikel 12 van deze regeling in de Nederlandse taal gesteld zijn, duidelijk leesbaar zijn en niet zijn uit te wissen. Verder mogen op grond van artikel 13 van deze regeling aan, op of bij de verpakking geen aanduidingen of vermeldingen voorkomen, welke een onjuiste of misleidende indruk kunnen wekken omtrent de aard, de samenstelling, de toepassingsmogelijkheden of de schadelijkheid van het bestrijdingsmiddel. Afwijkingen met betrekking tot de samenstelling en/of de etikettering zijn overtredingen van artikel 11 van de Bestrijdingsmiddelenwet. Bij het constateren van een overtreding van genoemd artikel kan tegen de betreffende leverancier strafrechterlijk worden opgetreden.
KvW Noord, rapportnummer ND03R004, juni 2003
2
4
RESULTATEN
Toetsing van de etikettering aan de eisen zoals gesteld in de Regeling samenstelling, indeling, verpakking en etikettering bestrijdingsmiddelen van de Bestrijdingsmiddelenwet en in het kort weergegeven in §3, laat zien dat de etikettering van 38 monsters (44%) op één of meerdere punten niet aan de wettelijke eisen voldoet. In tabel 2 wordt het aantal afwijkingen per type bestrijdingsmiddel weergegeven. Tabel 2. Overzicht aantal afwijkende monsters Aard van het middel
Aantal genomen monsters
Aantal afwijkende monsters
42 6 6 33
19 4 2 13
Insectenbestrijding binnenshuis Algen- en schimmelbestrijding Ratten- en muizenbestrijding Gewasbeschermingsmiddel
(45%) (67%) (33%) (39%)
Een overzicht van de aard van de geconstateerde afwijkingen met betrekking tot de etikettering is weergegeven in tabel 3. Tabel 3. Overzicht geconstateerde afwijkingen m.b.t. etikettering Aard etiketteringsafwijking Onvolledige resp. onjuiste gebruiksaanwijzing Ontbreken resp. onvolledig wettelijk gebruiksvoorschrift Afwijkende R- en S-zinnen Ontbreken opgave toxicologische groep Ontbreken naam en adres toelatinghouder Ontbreken resp. foutieve inhoudsopgave Ontbreken resp. onjuiste opgave gehalte werkzame stof Onjuist gevaarsymbool (afmeting/kleur/onderschrift e.d.) Onjuiste naamgeving van het middel Ontbreken KCA-logo Verlopen toelating Ontbreken aanduidingen inzake aërosolbesluit
KvW Noord, rapportnummer ND03R004, juni 2003
Frequentie 25x 12x 10x 4x 3x 3x 2x 2x 2x 2x 2x 1x
3
5
DISCUSSIE
Bestrijdingsmiddelen mogen in Nederland in de handel worden gebracht en worden gebruikt als deze zijn toegelaten op grond van de Bestrijdingsmiddelenwet. Door een systeem van toelatingen te hanteren dat gebaseerd is op effectiviteit en veiligheid, krijgt de gebruiker een waarborg dat het betreffende middel effectief is voor het beoogde doel. De consequentie hiervan is dat het middel constant van samenstelling dient te zijn, wil het zijn effectiviteit kunnen waarmaken. Een te laag gehalte werkzame stof resulteert in een afname van effectiviteit met als gevolg dat ongedierte zich in en rond het huis blijft handhaven en dat onkruid onvoldoende bestreden wordt. Een goede etikettering draagt daarom bij aan een veilige en effectieve uitvoering van een bestrijdingsactie. Met name een duidelijke gebruiksaanwijzing voor de consument en aandacht voor de veiligheidsaspecten zijn voor de consument belangrijke factoren. Het opmaken van een goed etiket blijkt echter voor veel producenten toch geen eenvoudige zaak te zijn. Uit het huidige onderzoek blijkt, dat de etikettering van 19 van de 42 onderzochte insecticiden (45%) niet voldoet aan de wettelijk gestelde eisen. Van de onderzochte algen- en schimmelbestrijdingsmiddelen, rodenticiden en gewasbeschermingsmiddelen voldoet de etikettering van resp. vier monsters (67%), twee monsters (33%) en dertien monsters (39%) niet aan de wettelijk gestelde eisen. In totaal voldoet de etikettering van 38 van de 87 onderzochte monsters (44 %) niet aan de wettelijk gestelde eisen. De meeste afwijkingen worden geconstateerd bij de gebruiksvoorschriften (het wettelijk gebruiksvoorschrift en de gebruiksaanwijzing) en de veiligheidsvoorschriften. Ten opzichte van voorgaande jaren betekent dit geen verbetering van de situatie. In alle gevallen zijn maatregelen tegen de leveranciers genomen. Een nieuw fenomeen dat bij de beoordeling van de etikettering van toegelaten bestrijdingsmiddelen naar voren is gekomen, is het verschijnsel, dat fabrikanten hun bestrijdingsmiddelen onder ‘private label’ op de markt brengen door gebruik te maken van het toelatingsnummer van een basisfabrikant, in plaats van een afgeleide toelating voor het product aan te vragen bij het CTB. Zo zijn vier spuitbussen tegen vliegende insecten aangetroffen, voorzien van hetzelfde toelatingsnummer, evenals drie mierenlokdozen met eenzelfde toelatingsnummer. Bij twaalf andere monsters is ook vastgesteld dat gebruik gemaakt is van een niet aan de firma afgegeven toelatingsnummer. Een dergelijke handelwijze is in strijd met artikel 2 van de Bestrijdingsmiddelenwet (15). 6
CONCLUSIES
Uit het onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken: -
de etikettering van 38 van de 87 onderzochte toegelaten bestrijdingsmiddelen voor huishoudelijk gebruik (44%) voldoet niet aan de wettelijke eisen;
-
een aantal toelatinghouders voldoet niet aan de eisen, die de Bestrijdingsmiddelenwet stelt aan het in de handel brengen van deze middelen;
-
het niveau van naleving van de Bestrijdingsmiddelenwet voor wat betreft de etikettering is ondanks de handhavingsinspanningen niet verbeterd ten opzichte van de situaties in de periode 1996 - 2001;
-
19 van de 87 onderzochte bestrijdingsmiddelen (22%) worden onder ‘private label’ afgeleverd zonder eigen toelatingsnummer.
KvW Noord, rapportnummer ND03R004, juni 2003
4
7
LITERATUUR
1.
College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen, Wageningen. Register van toegelaten bestrijdingsmiddelen als bijv. insecticiden voor huishoudelijk gebruik, alsmede voor beroepsmatig gebruik in opslag- en bedrijfs- en verblijfruimten etc., 2 januari 2003.
2.
H.R. Reus, , Keuringsdienst van Waren Groningen. Jaarverslag specialisatie niet-landbouwbestrijdingsmiddelen, Rapport 84-51.
3.
H.R. Reus en R. Anakotta, Keuringsdienst van Waren Groningen. Rapport 85-21, april 1985
4.
H.R. Reus, Keuringsdienst van Waren Groningen. Rapport 86-21, april 1986.
5.
H.R. Reus, Keuringsdienst van Waren Groningen. Rapport 87-27, juli 1987.
6.
H.R. Reus, Keuringsdienst van Waren Groningen, Jaarverslag specialisatie niet-landbouwbestrijdingsmiddelen, Rapport 88-26.
7.
H.R. Reus, Keuringsdienst van Waren Groningen. Rapport 89-17, juni 1989.
8.
R. Anakotta en F. Dannen, Inspectie Gezondheidsbescherming/Keuringsdienst van Waren Groningen. Rapport 96-04, maart 1996.
9.
R. Anakotta en F. Dannen, Inspectie Gezondheidsbescherming/Keuringsdienst van Waren Groningen. Rapport 96-30, januari 1997.
10.
Jaarverslag Inspectie Gezondheidsbescherming/Keuringsdienst van Waren Groningen 1997.
11.
H.R. Reus, Keuringsdienst van Waren. Rapport NDHHTBIO001/01, september 2001.
12.
G.J.M. van den Berg, Inspectie Milieuhygiëne Zuid. Rapport 17064/185, mei 2001.
13.
Consumentengids, mei 2003.
14.
Bestrijdingsmiddelenwet 1962, Uitvoeringsvoorschrift C-2.1
15.
Mededeling I. Zuurendonk, Hoofd Juridische Zaken KvW, d.d. 22 mei 2003.
KvW Noord, rapportnummer ND03R004, juni 2003
5
Bijlage 1 (behorende bij ND03R004) Opmaak etiket bestrijdingsmiddelen conform de regeling samenstelling, indeling, verpakking en etikettering bestrijdingsmiddelen Wettelijk Gebruiksvoorschrift …………………………………………….. Gebruiksaanwijzing (incl.waarschuwingen) ……………………………………………..
Toelatingsnummer …………………..N Naam van het middel ……………………………………………. Naam/adres toelatinghouder ……………………………………………. Werkzame stof ……………………….. Gehalte ………………………………….
Toxicologische groep ………………… (indien voorgeschreven)
Bijzondere gevaren ………………….. Veiligheidsaanbevelingen ……………
Uiterste gebruiksdatum ……………… (indien voorgeschreven)
Chargenummer ….. …Inhoud ……….
KCA-logo
Opmerking: De vetgedrukte woorden dienen op het etiket te worden overgenomen!
KvW Noord, rapportnummer ND03R004, juni 2003
Gevaarsymbool