Handboek Uitgaan en Drugs Werken aan preventie van riskant alcoholen drugsgebruik in het uitgaanscircuit
Handboek Uitgaan en Drugs
Werken aan preventie van riskant alcohol- en drugsgebruik in het uitgaanscircuit
Colofon
Het Handboek Uitgaan en Drugs is een product van het Trimbos-instituut. Deze uitgave is onderdeel van het project Uitgaan en Drugs.
Tekst & samenstelling:
Eindredactie & lay-out binnenwerk: Vormgeving omslag: Adviezen (met dank):
Linda Bolier (Trimbos-instituut) Aukje Sannen (Trimbos-instituut) Ninette van Hasselt (Trimbos-instituut)
Gerdie Kienhorst (TextAbility) edividual Hans Keizer (TACTUS, Instelling voor Verslavingszorg) Denise van Kesteren (GGD Zuid-Holland Noord) Babs Broeren (Stichting Cad) Mira Hannink (Stichting Cad) Jan Bevers (Trimbos-instituut) Lonneke van Leeuwen (Trimbos-instituut)
Subsidie:
Ministerie van VWS
Bestelinfo:
Instellingen voor verslavingszorg en GGD-en kunnen deze handleiding bestellen bij het Trimbos-instituut, tel: 030-2971100 of fax: 030-2971111, of via www.trimbos.nl Bestelnr: PFG91026 (€ 15).
© 2005, Trimbos-instituut, Utrecht
Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van het Trimbos-instituut.
Inhoud
1 2 3
Inleiding en opzet
5
Wat is het project Uitgaan en Drugs? 1.1 Integrale preventieve aanpak riskant middelen gebruik in het uitgaanscircuit 1.2 Healthy settings en harm reduction 1.3 Positionering van Uitgaan en Drugs binnen preventie 1.4 De interventies van Uitgaan en Drugs 1.5 Regionale en overige interventies
7 7 8 11 13 14
Achtergronden 2.1 Het uitgaanscircuit 2.2 Jongeren in het uitgaanscircuit 2.3 Gebruik van alcohol en drugs onder jongeren 2.4 Uitgaansdrugs en problemen door gebruik 2.5 Riskant gebruik 2.6 Conclusie
15 15 17 17 20 23 23
Aan de slag met Uitgaan en Drugs 3.1 Hoe werkt de integrale aanpak van Uitgaan en Drugs? 3.2 Opstarten van een project Uitgaan en Drugs 3.3 Uitvoering van Uitgaan en Drugs 3.4 Publiciteit 3.5 Ondersteuning bij implementatie door het Trimbosinstituut
25 25 29 33 37 38
3
Inhoud
4
Registratie en evaluatie 4.1 Belang van registratie en evaluatie 4.2 Evaluatie-onderzoek 4.3 Interne en externe terugkoppeling van de resultaten
Bijlagen
Handboek Uitgaan en Drugs
Bijlage 1. Voorbeelden van regionale doelstellingen Bijlage 2. De community-benadering Bijlage 3. Evaluatieformulier cursus of training Bijlage 4. Mogelijk evaluatie-indicatoren voor een Uitgaan en Drugs project Bijlage 5. Stroomdiagram Uitgaan en Drugs Literatuur
4
39 39 39 41
43 44 45 47 50 51
Inleiding en opzet Riskant gebruik van Jongeren die uitgaan zorgen ieder weekend met elkaar voor gezelligheid en uitgaansdrugs levendigheid, maar soms ook voor problemen op het gebied van openbare orde, veiligheid en gezondheid. Middelengebruik kan een rol spelen bij deze problemen. We weten dat in het uitgaanscircuit het gebruik van alcohol en drugs relatief hoog is. Steeds meer regionale instellingen zetten zich in om riskant gebruik van uitgaansdrugs (inclusief alcohol) te beperken. Ondersteuning bij Het project Uitgaan en Drugs ondersteunt deze instellingen. Regionale preventie riskant gebruik instellingen kunnen Uitgaan en Drugs in hun werkgebied introduceren. Het Trimbos-instituut ondersteunt hen met materiaal, hulpmiddelen, informatie, een helpdesk, registratie, onderzoek, deskundigheidsbevordering en de gelegenheid tot uitwisseling. Dit project is ontwikkeld door het Trimbosinstituut, samen met GGD-en en instellingen voor verslavingszorg (IVZ) en met advies van andere partijen: gemeenten, horecaondernemers, politie en brancheorganisaties. Voor beleidsmakers en Het ‘Handboek Uitgaan en Drugs - werken aan preventie van riskant alcoholpreventieprofessionals en drugsgebruik in het uitgaanscircuit’, is bedoeld voor beleidsmakers en preventieprofessionals van IVZ en GGD-en die met Uitgaan en Drugs aan de slag willen gaan. Integrale Uitgaan en Drugs stimuleert een integrale aanpak: op basis van een analyse aanpak van de uitgangssituatie wordt een mix van maatregelen, voorzieningen en voorlichting gekozen. Samenwerking met gemeente, horeca, en politie is hierbij een must. Handboek ter Dit handboek gaat behalve op de achtergronden (uitgaanscircuit, introductie en middelengebruik bij uitgaan) ook dieper in op de integrale aanpak van riskant onderbouwing middelengebruik waarmee Uitgaan en Drugs werkt. Het handboek dient ter onderbouwing en algemene introductie op het project en verwijst naar verdere achtergrondinformatie. Met de aangeboden inzichten en handvatten kunt u de aanpak in de praktijk gestalte geven. Waar van toepassing wordt verwezen naar de andere handleidingen van Uitgaan en Drugs. Opzet Hoofdstuk 1 beschrijft het project en de uitgangspunten waarop het gebaseerd is. Hoofdstuk 2 gaat in op de achtergronden: waarom moeten we aandacht schenken aan preventie van riskant middelengebruik in het uitgaanscircuit? In dit hoofdstuk vind je ook state-of-the-art informatie en achtergronden over het uitgaanscircuit, de middelen, het middelengebruik en de problemen die ermee kunnen samenhangen. Hoofdstuk 3 werkt een stappenplan uit waarmee je de integrale aanpak van Uitgaan en Drugs kunt realiseren. Dit stappenplan past goed in de systematiek
5
Inleiding en opzet
van Preffi, het Preventie Effectmanagement Instrument, een kwaliteitsinstrument dat een systematische werkwijze ondersteunt en tot doel heeft de effectiviteit van preventieprojecten te bevorderen. De systematische manier van werken stelt de instellingen ook in staat om goed te registreren en te evalueren. Dit is het onderwerp van hoofdstuk 4.
Handboek Uitgaan en Drugs
6
1
Wat is Uitgaan en Drugs?
Inhoudsopgave 1.1 Integrale preventieve aanpak riskant middelengebruik 1.2 1.3 1.4 1.5
NB!
in het uitgaanscircuit Healthy settings en harm reduction De positionering van Uitgaan en Drugs binnen preventie De interventies van Uitgaan en Drugs Regionale en overige interventies
7 8 11 13 14
Uitgaan en Drugs is ontwikkeld door verschillende IVZ, GGD-en en het Trimbos-instituut. Het project bestaat uit een pakket van vijf samenhangende interventies (Scanner Uitgaan en Drugs, Buitenstaander of bondgenoot, Voorlichting Uitgaanders, Eerste Hulp bij Drugsincidenten in het uitgaanscircuit en Cursus Personeel) die in combinatie met elkaar of met andere (lokale) interventies worden ingezet. Dit hoofdstuk beschrijft de doelstellingen, doelgroepen en interventies van Uitgaan en Drugs en gaat in op de uitgangspunten van het project. De integrale aanpak van Uitgaan en Drugs krijgt bijzondere aandacht. Hoe je die vervolgens in de praktijk vorm kunt geven, komt terug in hoofdstuk 3 aan de hand van een concreet stappenplan.
1.1 Integrale preventieve aanpak riskant middelengebruik in het uitgaanscircuit Doel Met de inzet van het project Uitgaan en Drugs kun je riskant middelengebruik tijdens het uitgaan voorkomen of beperken. Het doel is voorkomen en beperken van eventuele schade en gevaren die samenhangen met het gebruik van uitgaansdrugs. Het accent ligt niet op het voorkomen van problematisch gebruik of afhankelijkheid. Voor definitiekwesties zie paragraaf 2.5 Riskant gebruik. Subdoelstellingen, bijvoorbeeld gericht op specifieke doelgroepen, zijn afhankelijk van de regionale situatie en worden op lokaal niveau vastgesteld. Voorbeelden doel en doelgroep Voorbeeld 1 Als er in een stad in het uitgaansgebied veel ongelukken worden veroorzaakt door beschonken bestuurders kan de subdoelstelling van het regionale Uitgaan en Drugs project luiden: • afname van 30% van het aantal ongelukken door mensen die onder invloed van alcohol autorijden binnen twee jaar. 7
Wat is Uitgaan en Drugs?
Voorbeeld 2 Als is vastgesteld dat jongeren onder de 16 jaar in de cafés gemakkelijk alcohol kunnen bestellen, kunnen subdoelstellingen er als volgt uitzien: • toename toezicht; • instelling van een sanctiebeleid; • afname van het aantal jongeren onder de 16 dat alcohol koopt in de cafés.
Voorbeeld 3 Als er in een jongerencafé is geconstateerd dat door een gebrekkig ventilatiesysteem de overvolle ruimte zeer benauwd is, kan de subdoelstelling luiden: • in café X is na één jaar een adequaat ventilatiesysteem aangebracht en • er is een maximum gesteld aan het aantal bezoekers dat naar binnen mag.
TIP!
Probeer doelstellingen zoveel mogelijk SMART te formuleren: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, en binnen een duidelijk Tijdsbestek. In bijlage 1 vind je meer voorbeelden van regionale doelstellingen.
Doelgroep Uitgaan en Drugs richt zich voornamelijk op jongeren die uitgaansdrugs (inclusief alcohol) gebruiken in de leeftijd van 16 tot 25 jaar. Onderzoek wijst namelijk uit dat in deze leeftijdscategorie alcohol en drugs het meest worden gebruikt en zich de meeste problemen voordoen. Verder waaieren de interventies van Uitgaan en Drugs natuurlijk ook uit naar jongere en oudere leeftijdsgroepen die uitgaansdrugs gebruiken.
NB!
Idealiter worden de verschillende producten van Uitgaan en Drugs geïmplementeerd door IVZ én GGD. Zij werken daarbij samen met de gemeenten, horecaondernemers, politie en andere samenwerkingspartners.
1.2 Healthy settings en harm reduction
Bepalende factoren voor riskant of gecontroleerd middelengebruik
Drug, set & setting Sinds jaar en dag wordt binnen de verslavingspreventie in Nederland de theorie van Zinberg (1984) gebruikt. Deze luidt dat factoren in de drug, set (factoren in het individu) en setting (factoren in de fysieke en sociale omgeving) samen bepalen of het middelengebruik van een persoon gecontroleerd blijft dan wel problematisch wordt (1). Ook bij riskant middelengebruik in het uitgaanscircuit kan het concept van drug, set en setting worden toegepast. Tabel 1.1 geeft een beknopt overzicht van de factoren die het al dan niet riskant middelengebruik in het uitgaanscircuit bepalen.
Aanknopingspunten Mits te beïnvloeden zijn de determinanten in de drug, set en setting uit tabel preventieve interventies 1.1 belangrijke aanknopingspunten voor preventieve interventies.
Handboek Uitgaan en Drugs
8
Uitgaanscircuit: beste In een setting als het uitgaanscircuit is de mogelijkheid om het middel kansen in de setting (‘drug’) te beïnvloeden klein. Alleen via de pillentestservice die vrijwel elke IVZ heeft, is zicht te krijgen op de samenstelling van uitgaansdrugs en op mogelijke maatregelen als er ‘foute’ drugs in omloop zijn. Via de instrumenten om het individu (‘set’) tijdens het uitgaan te beïnvloeden zijn er ook preventieve interventies mogelijk: met behulp van informatie en voorlichting kan kennis vergroot worden en een bewustwordingsproces op gang worden gebracht. Voorlichting alleen leidt echter maar zelden tot gedragsverandering. De beste mogelijkheden voor preventie bevinden zich in de setting: in het uitgaanscircuit kan worden gewerkt aan een gezonde en veilige omgeving. Een integrale ‘healthy settings’ benadering Op basis van deze analyse van de preventieve mogelijkheden is de strategie van Uitgaan en Drugs gebaseerd. Interventies worden ingezet binnen een integrale aanpak gericht op zowel drug, set als setting, met veel aandacht voor een veilige en gezonde uitgaansomgeving.
Tabel 1.1 Determinanten in de drug, set en setting in het uitgaanscircuit Drug
Set
Setting
• Toxische eigenschappen • Kennis van de risico’s van het middel • Kennis van risicoreducerende • Dosis maatregelen • Combi-gebruik • Positieve en negatieve • Vervuiling in het middel uitkomstverwachtingen • Perceptie van normen • Attitude, intentie, en eigen effectiviteit (om te weigeren & risicoreducerende strategieën) • Lichamelijke en psychische gesteldheid • Medicijngebruik • Gewoontegedrag • Eerdere ervaringen met gebruik • Persoonlijkheidseigenschappen (bijv. sensation seeking, impulsiviteit) • Demografische kenmerken (geslacht, leeftijd, opleiding)
9
Fysieke omgeving • Omgevingsstressoren als geluidsniveau, drukte en temperatuur • Goede ventilatie, gratis water, chill-outs • Getraind personeel • Deurbeleid en huisregels • Openbaar vervoerregelingen • Beschikbaarheid condooms • Aanwezigheid voorlichtingsmateriaal • Prijs en beschikbaarheid van alcohol en drugs Sociale omgeving • Sociale invloed uitgaansgroep • Muziekstijl en subcultuur • Gevoel van time-out • Ouderlijke monitoring en betrokkenheid
Wat is Uitgaan en Drugs?
NB!
Een integrale aanpak van riskant middelengebruik Uitgaan en Drugs stoelt op de volgende uitgangspunten: • een gedegen probleemanalyse zodat een onderbouwde combinatie van doel-doelgroep-interventie mogelijk is; • samenwerking met verschillende stakeholders omdat voor een effectieve implementatie doelgroepparticipatie van belang is; • een combinatie van interventies die ingrijpen op drug, set en setting (voorzieningen, maatregelen, voorlichting) omdat dit naar verwachting het meest effectief zal zijn.
Integraal Bij de integrale aanpak van Uitgaan en Drugs wordt een bepaald probleem op & in samenwerking meerdere fronten tegelijk vanuit een gedegen probleemanalyse aangepakt. Uit onderzoek, beleid en praktijk weten we dat een dergelijke integrale aanpak, 1 die is geïnspireerd op de community-benadering , waarschijnlijk effectiever is dan het implementeren van opzichzelfstaande interventies (2,3,4). Overigens betekent een integrale aanpak niet dat je meteen de hele wereld moet oplossen. Als je klein begint bij één in het oog lopend probleem, kun je later het project altijd nog uitbouwen. Voor het opzetten van een integrale preventieaanpak in het uitgaanscircuit is de samenwerking tussen belangrijke stakeholders als de gemeente, GGD, IVZ, horeca, party-organisatoren en politie een belangrijke randvoorwaarde.
NB!
Denk trouwens bij het woord ‘probleem’ breder dan aan het middelengebruik zelf. Een ‘probleem’ is het verschil tussen een feitelijke en gewenste situatie. Zo kan het probleem zijn dat het horecapersoneel bepaalde kennis ontbeert of dat er geen schenkbeleid is (om maar een paar voorbeelden te noemen). We komen hier later nog op terug.
Healthy settings In een integrale preventieaanpak van riskant middelengebruik bij uitgaan gaat realiseren de aandacht bij voorkeur uit naar maatregelen die gericht zijn op een veilige en gezonde uitgaansomgeving: een ‘healthy settings approach’ (5). De omgeving moet als het ware uitnodigen tot gezond en veilig gedrag. Factoren die bijdragen aan zo’n omgeving zijn niet alleen te vinden in de fysieke omgeving binnen (geluidsniveau, drukte, temperatuur, beschikbaarheid van condooms en voorlichtingsmateriaal) en buiten de uitgaansgelegenheid (openbaar vervoer, goede verlichting, heldere afspraken met hulpdiensten) maar ook in de deskundigheid van het personeel, het alcohol- en drugsbeleid en de regelgeving. Even belangrijk is dat de aanpak oog heeft voor het behoud van het plezier in en de sociale functies van uitgaan. Bellis e.a. (5) beschrijven in een artikel de healthy settings benadering. Tabel 1.2 geeft een schematische weergave van de belangrijkste punten uit dit artikel (blz. 12). Je kunt er inspiratie mee opdoen voor maatregelen die een veilige en gezonde uitgaansomgeving bevorderen.
1
We gebruiken de term ‘community project’ niet in dit kader omdat deze nogal eens verwarring oproept. Bijlage 2 geeft meer informatie over de communitybenadering en de relatie tot Uitgaan en Drugs.
Handboek Uitgaan en Drugs
10
Harm reduction Naast het stimuleren van een integrale aanpak is harm reduction een belangrijk uitgangspunt van Uitgaan en Drugs. Harm reduction is een pragmatische benadering in gezondheidsbevordering die zich direct richt op het verminderen van de gevaren of schade die gepaard kunnen gaan met het gebruik van alcohol of drugs. De ervaring leert nu eenmaal dat een deel van de uitgaande jongeren middelen zal blijven gebruiken, ondanks het advies om dit niet te doen. Niet alleen Harm reduction gaat niet alleen over voorlichting: ook een omgeving kan voorlichting bijdragen aan het verminderen van de schade of gevaren van gebruik. Denk bijvoorbeeld aan het instellen van een veiligvervoerregeling om ongelukken in het verkeer te voorkomen. Positieve De ervaringen die regionale instellingen hebben opgedaan met projecten in ervaringen & het uitgaanscircuit gebaseerd op het principe van harm reduction zijn effecten positief. Vaak doen ze voorlichtingsactiviteiten, soms met behulp van peers of internet. Hoe effectief een benadering vanuit harm reduction kan zijn is af te lezen aan de vermindering van acute gezondheidsproblemen op grote danceevenementen in Nederland. De afname is waarschijnlijk voor een groot deel toe te schrijven aan de professionalisering van de party-organisaties, bewuster gebruik van drugs (waaronder pillen laten testen bij instellingen voor verslavingszorg en daarbij horende voorlichting) en het inzetten van gespecialiseerde verpleegkundigen (6). De effectiviteit van zulke activiteiten moet echter nog wel met onderzoek verder worden onderbouwd (7,8).
1.3 Positionering van Uitgaan en Drugs binnen preventie Drie typen In preventie wordt sinds een aantal jaren een onderscheid gemaakt tussen preventie universele, selectieve en geïndiceerde preventie (9). Universele preventie richt zich op de algemene bevolking of segmenten daarvan die niet zijn geïdentificeerd op basis van individuele risicofactoren. Selectieve preventie richt zich op groepen met een verhoogd risico maar zonder dat er sprake is van problematisch gedrag. Geïndiceerde preventie richt zich op die groepen waarbij reeds bepaald risicogedrag is vastgesteld. Het project Uitgaan en Drugs valt onder selectieve én geïndiceerde preventie: selectief omdat zich in het uitgaanscircuit potentiële risicogroepen bevinden, en geïndiceerd omdat we in het uitgaanscircuit ook de jongeren vinden die al riskant gebruiken. In Uitgaan en Drugs staat het bevorderen van een veilige en gezonde uitgaansomgeving centraal. Dit betekent dat de interventies van Uitgaan en Drugs de risico’s verminderen van riskant middelengebruik en schade beperken voor alle uitgaanders (+ het horecapersoneel), dus niet alleen voor de gebruikende uitgaanders.
11
Wat is Uitgaan en Drugs?
Tabel 1.2 Interventies binnen een ‘healthy settings’ benadering (5) Gezondheidsrisico Link met alcohol- en drugsgebruik
Setting respons (interventie)
Oververhitting en
• XTC en alcohol veroorzaken uitdroging
• Preventie overbevolking in club
uitdroging
• Verhoogde energie, meer dansen
• Goed ventilatie en temperatuurcontrole • Koele en rustige chill-out zone, of mogelijkheid creëren om naar buiten en weer naar binnen te gaan • Toegang tot koel en gratis water • Informatie over de effecten van drugs • Pillen testen • Eerste-hulpkamer en getraind personeel
Vuur en brand
• Veel clubgangers roken
• Preventie overbevolking in club
• Desoriëntatie door intoxicatie bij het
• Goede zichtbaarheid en toegankelijkheid van
verlaten van de club • Brandbare cluboutfits
nooduitgangen • Beschikbaarheid en onderhoud branduitrusting • Stimuleren van het dragen van niet-brandbare kleding
Gehoorschade
• Alcohol en drugs reduceren het bewustzijn • Instellen van een maximum geluidsniveau voor potentiële gehoorschade • Langere blootstelling aan lawaai door langdurig dansen
• Ontoegankelijk maken van het gebied rondom de speakers • Beschikbaarheid oordoppen • Informatie aanbieden over aanwijzingen van gehoorschade
SOA’s en ongewenste zwangerschap
• Alcohol en drugs reduceren de natuurlijke remmingen
• Goede beschikbaarheid condooms • Informatie over veilig vrijen
• Alcohol en drugs helpen bij het vergeten van de safe seks boodschap
Ongelukken (glas,
• Desoriëntatie door alcohol en drugs
• Onbreekbaar glas of plastic flessen
brandwonden,
• Verdovende effecten van middelen
• Goed verlichte en schone trappen
vallen)
• Overmoedigheid en toegenomen
• Zorgdragen veilige leidingen en fittingen
zelfvertrouwen
• On-site eerste hulp
• Toename risk-taking gedrag Geweld
• Alcohol en drugs verhogen agressie
• Minder late openingstijden
• Drugsdealen
• Verbeteren van openbaar vervoer door de hele
• Steroïde- en cocaïnegebruik door portiers
nacht • Plastic of onbreekbaar glas • Registratie en training van portiers • Aanklachtprocedures en beleid
Drink & drug
• Toename zelfvertrouwen
• Goedkoop aanbieden van frisdranken
driving
• Tekort aan coördinatie
• Beschikbaarheid van openbaar vervoer: taxi’s,
• Toename risk-taking gedrag, minder remmingen
bussen en treinen • Speciale clubbussen • Informatie over veilig vervoer
Passief roken
• Veel roken in clubs en pubs
• Adequate ventilatie (vooral achter de bar)
• Veel incidentele rokers
• Geschikte pauzeerruimte voor het personeel
• Link tussen roken en ander
• Niet-roken areas
middelengebruik
Handboek Uitgaan en Drugs
• Informatie over de gevaren van roken
12
1.4 De interventies van Uitgaan en Drugs Vijf samenhangende Van het project Uitgaan en Drugs zijn de volgende interventies beschikbaar of interventies in ontwikkeling: • Scanner Uitgaan en Drugs (10). Met dit instrument kunnen de aard en omvang van middelengebruik in regio of gemeente in kaart worden gebracht. Het verschaft inzicht in de rol die verschillende partijen spelen in het preventiebeleid en de mogelijkheden voor preventieactiviteiten. Doelgroep van de handleiding zijn IVZ en GGD-en. • Buitenstaander of bondgenoot – tips voor samenwerking in het uitgaanscircuit (11). Een praktische handreiking voor preventieprofessionals die contacten willen leggen en onderhouden met de samenwerkingspartners (gemeente, horeca en politie) voor interventies in het uitgaanscircuit. Doelgroep: IVZ en GGD-en. • EHBD-u, Eerste hulp bij drugsincidenten in het Uitgaanscircuit (12). Een korte cursus in twee versies; één voor horecapersoneel, portiers en taxichauffeurs en één voor georganiseerd veiligheidspersoneel. Deze cursus is in samenwerking met Educare Groningen ontwikkeld. Samen met het Trimbos-instituut leidt Educare preventieprofessionals op tot docent EHBD-u. • Cursus Personeel. Deze modulair opgezette cursus is gericht op deskundigheidsbevordering van horecapersoneel werkzaam in het uitgaanscircuit. Doel is kennis en vaardigheden aan te leren waarmee het personeel een bijdrage kan leveren aan een gezonde en veilige uitgaansomgeving (in ontwikkeling.) • Voorlichting Uitgaanders (13). Infocards (al dan niet verspreid via infoteams) wijzen bezoekers van uitgaansgelegenheden op de site www.uitgaanendrugs.nl. De informatie over middelen die hier te vinden is, staat ook in folders, die op maat worden verspreid onder uitgaanders. Doel van de materialen is kennis over te dragen waarmee riskant middelengebruik kan worden beperkt. Doelgroep zijn consumenten van uitgaansdrugs. Voor IVZ en GGD-en is er een handleiding. Consult en advies Combinatie met De Uitgaan en Drugs interventies kunnen in combinatie met elkaar of met consult en advies andere (regionale of lokale) interventies worden ingezet. Ze kunnen ook worden gecombineerd met consulterende en adviserende activiteiten. Dit is geen apart ontwikkelde interventie; iedere instelling onderhoudt contacten met horeca-ondernemers en gemeente en adviseert vanuit de eigen expertise. Wel geeft dit handboek aanknopingspunten voor dergelijke advisering. Op basis van de probleemanalyse (Scanner Uitgaan en Drugs) wordt ondernemers geadviseerd maatregelen te nemen, gericht op het veiliger maken van de uitgaansomgeving. Denk aan bijvoorbeeld het zorgdragen voor zaken als goede ventilatie, beschikbaarheid van gratis water, deskundig personeel, deurbeleid en duidelijke huisregels. Ook kan een openbaar vervoerregeling (veilig verkeer), het instellen van een maximaal geluidsniveau, of het neerzetten van condoomautomaten (veilig vrijen) onderdeel uitmaken van deze adviezen. Je kunt ook denken aan beleidsadviezen aan gemeente, horeca
13
Wat is Uitgaan en Drugs?
en politie over openingstijden of over controle op naleving van de Drank- en Horecawet. In samenwerking met de gemeente kan bekeken worden of het mogelijk is om bepaalde omgevingsinterventies te verankeren in het gemeentelijk beleid.
1.5 Regionale en overige interventies Binnen de strategie van het Uitgaan en Drugs project kun je naast de gestandaardiseerde projectinterventies prima ook regionaal ontwikkelde interventies inzetten. Hoe precies hangt af van de regionale of lokale probleemanalyse. Voorbeelden van regionale projecten zijn: • PartyView van Novadic-Kentron; • Hijsen en Slikken van de GGD Zuid-Holland Noord; • Unity van Jellinek Preventie. Specifieke interventies Wanneer de probleemanalyse aangeeft dat er in een bepaald uitgaansgebied alcoholgebruik primair een alcoholprobleem is, kun je ook de speciale preventieve interventies gericht op (overmatig) alcoholgebruik van het NIGZ inzetten of de expertise van STAP. Voorbeelden van deze interventies zijn: • Peerpreventie in de horeca (NIGZ); • Voorlichtingsmateriaal voor jongeren over alcohol (NIGZ); • Advisering bij (het ontwikkelen van) lokaal alcoholbeleid (STAP). Op of via de site www.uitgaanendrugs.nl/steunpunt vind je meer informatie over de genoemde projecten. Overige combinaties De interventies van Uitgaan en Drugs lenen zich er ook voor om te gebruiken in combinatie met andere interventies die op een ander probleem gericht zijn, maar waarbij middelengebruik wel een rol speelt. Denk bijvoorbeeld aan interventies gericht op veilig uitgaan, veilig vrijen of gehoorschade. Aandacht voor preventie van middelengebruik kan bijdragen aan het tot stand komen van een veilig en gezond uitgaansklimaat.
Handboek Uitgaan en Drugs
14
2
Achtergronden
Inhoudsopgave 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Het uitgaanscircuit Jongeren in het uitgaanscircuit Gebruik van alcohol en drugs onder jongeren Uitgaansdrugs en problemen door gebruik Riskant gebruik Conclusie
15 17 17 20 23 23
In dit hoofdstuk lichten we de achtergronden van het project Uitgaan en Drugs toe. Je vindt antwoorden op vragen als: Waarom is preventie van riskant middelengebruik in het uitgaanscircuit nodig? Hoe ziet het uitgaanscircuit eruit? Welke uitgaansdrugs worden in welke mate gebruikt en met welke problemen gaat dit gepaard? Deze achtergrondinformatie kun je naast regionale cijfers gebruiken bij de onderbouwing van jouw regionale Uitgaan en Drugs project. Verder geven we een definitie van riskant middelengebruik.
2.1 Het uitgaanscircuit Inzoomen op het Het uitgaanscircuit is omvangrijk en gevarieerd. Voor preventie van riskant uitgaanscircuit middelengebruik in het uitgaanscircuit is vooral het deel van de sector interessant dat zich richt op jongeren en jongvolwassenen: jongerencafés, discotheken, clubs, poppodia, (meerdaagse) popfestivals en danceevenementen. Het kader op blz. 16 geeft een overzicht van de belangrijkste gegevens. Formele circuit Het formele uitgaanscircuit gericht op jongeren is op te delen in verschillende segmenten: • Het dance-circuit in Nederland telt 81 clubs en 16 evenementorganisatoren. Bij dance-evenementen gaat het allang niet meer alleen om feesten buiten de reguliere horeca om. Steeds meer horeca-exploitanten verhuren hun gelegenheid aan organisatoren van dance-evenementen. Of zij organiseren zelf thema-avonden voor een dance-publiek. • De reguliere popbranche kent 64 poppodia (waarvan 43 gesubsidieerd) die overigens ook steeds meer dance programmeren. Jaarlijks trekken deze podia 3,4 miljoen bezoekers (14,15). Daarnaast zijn er grote en minder grote popfestivals, die ook steeds meer dance brengen.
15
Achtergronden
Feiten en cijfers uitgaanscircuit (14,15,16,18)
Omvang potentiële doelgroep • 4,6 miljoen jongeren en jongvolwassenen in Nederland • 1.158.000 tussen de 12 en 17 • 1.341.000 tussen de 18 en 24 • Gemiddeld 6 uur vrije tijd per dag (42 p/w) • Uitgaan: gemiddeld 3,5 uur p/w Waar gaan zij heen? Cafébezoek: • 29% 12-24 jarigen minstens één keer per week • 24% 1 tot 3 keer per maand Discobezoek: • 56% minstens één keer per maand • 13% vaker dan 3 keer per jaar, maar niet maandelijks • Jongeren 18-24 jaar meest fervente bezoekers • Jongens later belangstelling voor de disco dan meiden • er zijn 2.380.000 dance-liefhebbers, waarvan 650.000 actief uitgaan en 200.000 intensief Omvang uitgaanscircuit • Aantal cafés: 10.953 • Aantal discotheken: 394 (wekelijks 1,5 miljoen bezoekers) • Aantal dance-evenementen op jaarbasis: 32 • Aantal gesubsidieerde poppodia: 43
•
Tot slot de reguliere horeca (deels overlappend met het dance-circuit): de 394 Nederlandse discotheken worden wekelijks door meer dan 1,5 miljoen mensen bezocht (16). Daarnaast zijn er bijna 11.000 cafés in Nederland.
Informele Naast de formele horecasector bestaat een informeel circuit: circuit • Bijvoorbeeld de undergroundfeesten met een besloten en soms illegaal karakter. Via SMS en gericht flyeren worden mensen selectief uitgenodigd. Dit betreft doorgaans de groep trendsetters die zodra de commercie toeslaat en de massa een nieuwe trend omarmt, op zoek gaat naar iets nieuws. • Op schuurfeesten en in illegale kroegen vermaken de meer traditioneel ingestelde bierdrinkers zich. De schuurfeesten zijn vooral in de zomermaanden te vinden in Friesland, de Achterhoek en in de polder. • Tot slot wordt steeds vaker melding gemaakt van garageboxen, caravans, keten en schuurtjes van particulieren waar jongeren een eigen ‘hok’ beheren. Dikwijls gebruikt als plek om ‘in te drinken’ als begin van een uitgaansavond maar ook als besloten hangplek. Vooral in plattelandsgemeenschappen zijn deze hokken populair. Ook de jonge groep van 13-15 jarigen (aan wie de horeca geen alcohol mag schenken) is er te vinden. Ouders zijn vaak op de hoogte van deze gelegenheden en van het feit dat er (flink) gedronken wordt (17). Handboek Uitgaan en Drugs
16
Arom ini tiatief nemen tot een Scanner
2.2 Jongeren in het uitgaanscircuit Uitgaans- en De meeste jongeren bezoeken regelmatig een café: ruim eenderde zit hier bestedingspatroon wekelijks, en nog eens eenderde doet dit één tot vier keer per maand. Ook disco’s zijn populair: zeven van de tien jongeren gaan regelmatig, minimaal vier keer per jaar, naar een discotheek. Ruim de helft daarvan doet dat iedere maand. Jongeren tussen de 18-24 jaar zijn de meest fervente bezoekers van zowel cafés als disco’s (18). Van de jongeren en jongvolwassenen in de leeftijd van 15 tot 35 jaar is ruim de helft geïnteresseerd in dance (2,3 van de 4,6 miljoen). Van deze groep van 15 tot 35 jaar bezochten 600.000 jongeren een dance-evenement (14). Cijfers van het Sociaal Cultureel Planbureau uit 2002 laten zien dat 14% van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar in de voorafgaande maand een houseparty heeft bezocht (19). Scholieren tot 18 jaar hebben gemiddeld 113 euro vrij per maand te besteden. Jongens hebben gemiddeld meer te besteden dan meisjes, vooral omdat zij de beter betaalde bijbaantjes hebben. Van hun budget besteden jongens gemiddeld 12% aan alcohol, en 7% aan uitgaan. Meisjes besteden 9% van hun budget aan alcohol en 8% aan uitgaan. Aan drugs wordt – door de bank genomen- weinig geld besteed (18).
2.3 Gebruik van alcohol en drugs onder jongeren Middelengebruik in Alcohol is het meest gebruikte genotmiddel in Nederland. Ook onder de Nederlandse jongeren is het gebruik van alcohol wijdverbreid. Van de illegale drugs wordt bevolking cannabis het meest gebruikt. Het gebruik van uitgaansdrugs als XTC, speed en coke ligt een stuk lager onder de algemene bevolking. Gebruik onder mannen ligt over het algemeen hoger dan onder vrouwen (zie tabel 2.1).
Tabel 2.1 Gebruik Nederlandse bevolking (Abraham e.a., 2002) (20) Drug
Ooit-gebruik
Recent gebruik (laatste maand)
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
Alcohol
94,5%
88,9%
91,7%
82,7%
67,7%
75,1%
Cannabis
21,3%
12,8%
17,0%
4,3%
1,8%
3,0%
XTC
3,7%
2,1%
2,9%
0,5%
0,5%
0,5%
Cocaïne
3,9%
1,9%
2,9%
0,4%
0,4%
0,4%
Amfetamine
3,4%
1,8%
2,6%
0,2%
0,3%
0,2%
17
Achtergronden
Middelengebruik In vergelijking met de algemene bevolking gebruiken jongeren in verhouding jongeren meer uitgaansdrugs (behalve alcohol). Zo heeft 14% van de jongeren van 2024 jaar ooit XTC uitgeprobeerd ten opzichte van 3% in de algemene bevolking. Over het algemeen ligt het gebruik onder jongeren zo’n drie tot viermaal hoger. Het recente gebruik van middelen ligt vele malen lager dan het ooit-gebruik (behalve bij alcohol). Tabel 2.2 geeft de cijfers. Ook zware drinkers komen naar verhouding veel voor onder jonge mannen van 18 tot en met 24 jaar. Zij zijn ook relatief vaak betrokken bij verkeersongevallen waarbij alcohol een rol speelt. Tabel 2.2 Gebruik onder jongeren 16-19 en 20-24 jaar (Abraham e.a., 2002) (20) Drug
Ooit-gebruik
Recent gebruik (laatste maand)
16-19 jaar
20-24 jaar
16-19 jaar
20-24 jaar
Alcohol
91,7%
95,6%
78,3%
79,5%
Cannabis
28,4%
41,9%
8,6%
11,2%
XTC
5,5%
13,6%
1,6%
2,5%
Cocaïne
2,7%
8,6%
0,9%
1,6%
Amfetamine
3,9%
9,5%
0,7%
0,9%
Gebruik in de dance-scene Hoger gebruik in Verschillende nationale en internationale onderzoeken laten zien dat in de dance-scene dance-scene het gebruik van illegale middelen een stuk hoger ligt dan in andere uitgaansgelegenheden (21-24). Ter illustratie: in de twee Nederlandse onderzoeken op grootschalige dance-evenementen bleek dat circa tweederde van de ondervraagden in de nacht dat het onderzoek plaatsvond, XTC had gebruikt (21,22). Het ooit-gebruik en laatste-maandgebruik lagen nog een stuk hoger. Een kanttekening: omdat in deze onderzoeken niet is gezocht naar een representatieve afspiegeling van de dance-scene, moeten we deze resultaten met enige voorzichtigheid interpreteren. Ook cocaïne, amfetamine en cannabis zijn veel gebruikte drugs in de dancescene. Het gebruik van alcohol is vermoedelijk lager dan in het reguliere horecacircuit, maar stijgend (zie ook de trend naar meer combi-gebruik). Trends en ontwikkelingen gebruik in het uitgaanscircuit Niet alleen het uitgaanscircuit, de muziekstijlen en de uitgaansgelegenheden, maar ook de middelen die worden gebruikt, zijn constant aan veranderingen onderhevig. Alcohol Sinds een aantal jaren zijn de mixdrankjes populair, vooral onder de jonge uitgaanders. Ook meiden, niet altijd zo gecharmeerd van bier, voelen zich aangetrokken tot deze categorie van alcoholhoudende dranken (25,26). Meisjes lopen hun traditionele achterstand in bij de kennismaking met middelen en matig gebruik. Dit geldt zeker voor alcohol. In 2003 zijn evenveel meisjes als jongens dronken geweest. Wat betreft zwaar gebruik en gebruik van harddrugs blijven de jongens kampioen (26).
Handboek Uitgaan en Drugs
18
Binge-drinken Het in korte tijd drinken van een grote hoeveelheid alcohol, binge-drinken komt onder jongeren veel voor. Dit begint vaak al bij het indrinken thuis of bij vrienden en zet zich dan voort in café of disco. Zware drinkers vinden we naar verhouding veel onder jonge mannen van 18-25 jaar (27), maar ook scholieren drinken regelmatig veel: ruim éénvijfde van de leerlingen van het voortgezet onderwijs is in de maand voorafgaand aan het onderzoek dronken of aangeschoten geweest. Op vmbo-niveau komt het drinken van grote hoeveelheden alcohol veel meer voor dan op havo- of vwoniveau. Van de drinkende jongens drinkt op het VMBO-p 23% meer dan 10 glazen op een weekenddag tegenover ongeveer 10% van de jongens op andere schoolniveaus. Bij de drinkende meisjes zijn deze percentages respectievelijk 11% bij VMBO-p en 3% bij de andere schoolniveaus (26). Jongeren gaan Jongeren lijken zich op steeds jongere leeftijd te wagen aan middelengebruik. steeds jonger Zo gaan scholieren op steeds jongere leeftijd alcohol drinken: vooral de groep gebruiken in de leeftijd van 12 tot 14 jaar is in de afgelopen 15 jaar het meest gestegen in het alcoholgebruik (26). Jongeren onder de 16 jaar kunnen zonder noemenswaardige problemen aan alcohol komen in het uitgaanscircuit of in de supermarkt (26, 28). Opgroeiende jongeren die alcohol of drugs gebruiken lopen meer kans op fysieke of geestelijke schade dan oudere gebruikers. Ook lopen jonge gebruikers meer risico om afhankelijk te worden (29). Meer Jongeren gebruiken steeds vaker meerdere middelen tegelijkertijd. Dit geldt combi-gebruik zeker voor gebruikers van XTC. Ook gaat het gebruik van illegale drugs vaak samen met alcoholgebruik (20,30,31,32). Naast de risico’s van de middelen op zich, kunnen combinaties van middelen de risico’s vergroten en ook gevaarlijk op elkaar inwerken. Verband tussen soort Niet op alle dance-evenementen wordt evenveel gebruikt. Er is een relatie dance en omvang/soort tussen de gedraaide muziek en de soort en hoeveelheid middelen die wordt gebruik gebruikt. Op techno- en hardhousefeesten worden meer middelen gebruikt en is er vergeleken met andere dance-feesten relatief veel speedgebruik (22). Cocaïne populairder? De populariteit van cocaïne lijkt te groeien onder jongeren en jonge volwassenen in het uitgaanscircuit (29). Ook op de grote feesten heeft deze drug zijn intrede gedaan. GHB Daarnaast wordt de partydrug GHB in bepaalde delen van het uitgaanscircuit gebruikt (33). Met name de combinatie XTC en GHB is/was populair in het zogeheten mellow circuit. Blijkens Amsterdamse cijfers zou GHB wat op zijn retour zijn (34), maar dit kan een regionaal verschijnsel zijn. Landelijke cijfers over de omvang van GHB-gebruik ontbreken (27). XTC Een punt van zorg is dat de laatste tijd XTC-pillen steeds vaker een hoge dosering van de werkzame stof MDMA bevatten, soms tot wel driemaal (140240 mg) de gemiddelde dosering (75 mg). Gebruik van deze hoog gedoseerde pillen vergroot het risico op ernstige acute effecten en op hersenschade. Hooggedoseerde pillen zijn extra gevaarlijk voor jonge gebruikers doordat deze gemiddeld minder lichaamsgewicht en ervaring hebben dan oudere gebruikers (35).
19
Achtergronden
2.4 Uitgaansdrugs en problemen door gebruik Onder uitgaansdrugs verstaan we drugs die overwegend gebruikt worden tijdens het uitgaan. Deze middelen worden meestal gebruikt om het uitgaan intenser te beleven, meer plezier te hebben en langer uit te kunnen gaan. Middelen die bijdragen aan ontspanning, spontaniteit en energie zijn dan ook favoriet binnen het uitgaansleven. Daarbij gaat het vooral om alcohol, cannabis, XTC, cocaïne, speed en GHB. Tabel 2.3 geeft een beknopte beschrijving van de belangrijkste effecten en risico’s van deze uitgaansdrugs. Voor meer informatie: www.trimbos.nl.
Tabel 2.3 Effecten en risico’s van uitgaansdrugs Middel
Effecten
• Verdovend en ontremmend • Aantasting beoordelings- en reactievermogen • Aantasting van motoriek en spraak Cannabis • Ontspannend • Versterkt gevoelens • Vermindering concentratie- en reactievermogen • Verandering zintuiglijke waarneming XTC • Oppeppend/ bewustzijnsveranderend • Versterking van gevoelens van intimiteit met anderen Amfetamine • Oppeppend • Toename van concentratie • Onderdrukking vermoeidheid en honger • Zelfoverschatting Cocaïne • Stimulerend • Onderdrukking van vermoeidheid en honger • Zelfoverschatting • Korte werkingsduur GHB • Ontspannend • Seksueel stimulerend Alcohol
Handboek Uitgaan en Drugs
Risico’s • Schade aan lever, hersenen, hart en maag bij overmatig gebruik • Alcoholvergiftiging, coma • Verhoogde kans op agressie, onveilige seks, verkeersongevallen • Schade aan ademhalingsorganen, kanker (bij roken) • Verband tussen cannabisgebruik en het ontstaan van psychische stoornissen als schizofrenie en depressie • Mogelijk angst en paniek • • • • • • • •
Oververhitting, uitdroging Hersenschade Aantasting geheugen Depressie Rusteloosheid Uitputting van het lichaam, gewichtsverlies Angst, achterdocht, wanen Opgefoktheid, agressiviteit
• • • • • • • • •
Uitputting van het lichaam, gewichtsverlies Angst, waanvoorstellingen, achterdocht Geprikkeldheid, agressiviteit Belasting hart- en bloedvaten Depressie na stoppen van gebruik Moeizame ademhaling Lichte bewusteloosheid tot coma Doseren is moeilijk en gaat vaak verkeerd Ongewild seksueel contact
20
Problemen door alcohol- en drugsgebruik Meestal verloopt het gebruik van alcohol en/of drugs in het uitgaansleven zonder al te veel problemen. Toch kan het allerlei risico’s en problemen met zich meebrengen, niet alleen voor de gebruikende jongeren zelf, maar ook voor de directe en maatschappelijke omgeving. Bij riskant middelengebruik onderscheiden we zes probleemgebieden: acute gezondheidsverstoringen, lange-termijngevolgen, agressie en geweld, onveilig vrijen, verkeersongevallen en maatschappelijke overlast. Acute gezondheidsverstoringen Gebruikers van alcohol kunnen als direct gevolg van hun gebruik black-outs ervaren, alcoholvergiftiging, uitdroging en katers. Gebruikers van XTC kunnen te maken krijgen met acute problemen als hoofdpijn, hartkloppingen, bewusteloosheid, ernstige oververhitting en overgeven. Bij het gebruik van GHB komen depressie van ademhalingssysteem en coma regelmatig voor (33,36).
NB!
Op grote feesten is in de laatste vijf jaar het aantal gezondheidsproblemen (gemeten in feestvierders die zich bij de EHBO melden) sterk afgenomen (6). Er zijn minder problemen als gevolg van gebruik van XTC en speed, maar meer als gevolg van alcoholgebruik. Waarschijnlijk is de afname in acute gezondheidsproblemen toe te schrijven aan de professionalisering van de feestorganisaties, bewuster gebruik van drugs (waaronder pillen laten testen en daarbij horende voorlichting) en het inzetten van gespecialiseerde verpleegkundigen (EHBD) op deze evenementen. Over incidenten in de reguliere horeca zijn geen vergelijkbare cijfers beschikbaar.
Lange-termijnrisico’s van uitgaansdrugs De verschillende drugs brengen door hun verschillende werking ook uiteenlopende risico’s met zich mee (zie tabel 2.3). Twee voorbeelden lichten we er hier uit: alcoholgebruik en XTC
VB
Alcoholgebruik en zeker binge-drinken geeft risico’s. Voor jongeren onder de 16 jaar kunnen we geen ‘veilige’ hoeveelheid aangeven. Doordat ze nog in de groei zijn, zijn de hersenen en organen extra vatbaar voor de schadelijke invloed van alcohol. Het gebruik van XTC kan tot hersenbeschadiging leiden, met storingen in het geheugen en in de stemming als mogelijk gevolg. Ook voor het gebruik van XTC is geen algemeen geldende veilige dosering te geven. Wel is bekend dat grote drukte, hitte en oververhitting een hoger risico op acute effecten en hersenbeschadiging met zich meebrengen.
Agressie en geweld Agressie en geweld in het uitgaanscircuit hangen vaak samen met middelengebruik. Alcohol kan gezien worden als een belangrijke causale factor in het geweldsproces: alcohol heeft een ontremmende werking die daarbij agressie op kan wekken (37,38). Ook stimulerende drugs zoals cocaïne en speed zouden een bijdrage kunnen leveren aan agressief gedrag (39).
21
Achtergronden
NB!
Bijna driekwart van de daders zegt onder invloed te zijn geweest van alcohol en/of drugs. Jongeren die agressief gedrag vertonen, doen dit vrijwel nooit onder invloed van alleen drugs, maar wel onder invloed van alcohol of een combinatie van alcohol en drugs. Dit zijn vaker jongens dan meiden. Agressie en geweld vinden vaker plaats buiten horecagelegenheden (60%) dan binnen (32%). Vooral na sluitingstijd vallen vaak geweldslachtoffers; bijvoorbeeld tijdens het eten ‘uit de muur’ of in de snackbar (31).In recent onderzoek werd duidelijk dat excessief drankgebruik zowel de kans op daderschap als slachtofferschap verhoogt (40,41).
Onveilig vrijen Onveilige seks onder invloed van alcohol en drugs komt vaak voor. Zo rapporteren XTC-gebruikers bijvoorbeeld meer seksueel riskant gedrag dan niet-gebruikers (42). Problematisch alcoholgebruik is geassocieerd met een hoger risico op een SOA (43).
NB!
De ontremmende of lustopwekkende effecten van sommige middelen spelen waarschijnlijk een rol bij onveilig vrijen. Zowel het middelengebruik als het riskante seksuele gedrag zijn gerelateerd aan persoonlijkheidseigenschappen als impulsiviteit en sensatiezoekend (‘sensation seeking’) gedrag.
Verkeersongevallen Onder invloed achter het stuur stappen is een belangrijke oorzaak van ongelukken in het verkeer. Vaak gaat dit om alcohol. Maar juist de combinatie alcohol en drugs (waarbij het vaak om cannabis gaat) brengt het hoogste ongevalrisico met zich mee.
VB
Autobestuurders die het gebruik van alcohol combineren met drugs hebben honderden keren (400-500x) meer kans om betrokken te raken bij een verkeersongeval dan nuchtere bestuurders (44-46). Ook wordt steeds duidelijker dat XTC de rijvaardigheid beïnvloedt (47).
Maatschappelijke schade Het gebruik van uitgaansdrugs kan tot allerlei directe en indirecte vormen van maatschappelijke overlast leiden. Denk daarbij aan de georganiseerde criminaliteit rond de productie en het transport van drugs en aan de kleine criminaliteit rond het dealen en koerieren. Daarnaast kan het middelengebruik ook allerlei andere negatieve gevolgen hebben voor de jongeren zelf, zoals ziekteverzuim en lagere schoolprestaties. Eén van de risico’s van XTCgebruik is bijvoorbeeld het ontwikkelen van een depressie. Van depressies en andere psychische stoornissen is bekend dat deze het dagelijkse functioneren, de arbeidsproductiviteit en de schoolprestaties beïnvloeden. De kosten van de maatschappelijke schade die door drugsgerelateerde criminaliteit, ziekteverzuim, verminderde schoolprestaties etc. ontstaan, zijn waarschijnlijk aanzienlijk, maar zijn nog nooit goed in beeld gebracht.
Handboek Uitgaan en Drugs
22
2.5 Riskant gebruik Geen consensus over Er is geen consensus over wat riskant middelengebruik nu eigenlijk is. Veel ‘riskant gebruik’ definities spreken alleen van riskant gebruik wanneer er sprake is van afhankelijkheid. Maar ook aan recreatief drugsgebruik kleven risico’s. Niet het voorkomen van verslaving staat voorop, maar eerder de preventie van (geestelijke) gezondheidsschade, riskante gedragingen onder invloed en maatschappelijke schade (zie 2.4). Verder kan ook eenmalig gebruik riskant zijn. Denk maar aan een 18-jarige die op een avond drie pillen slikt, geen rust neemt, onvoldoende drinkt of zelfs alcohol erbij drinkt en daarna ook nog een auto bestuurt. Daarom heeft het Trimbos-instituut voor het project Uitgaan en Drugs, 2 voortbouwend op definities van de WHO ), een eigen definitie opgesteld van 3 riskant middelengebruik . Deze definitie luidt: Riskant middelengebruik is ieder gebruik dat gevaar of schade aan gebruiker en/of omgeving kan bezorgen. Dit kan dus ook gaan om eenmalig of experimenteel gebruik. Bepaald gedrag is Met de probleemgebieden genoemd in paragraaf 2.4 als uitgangspunt, gevaarlijk of schadelijk, en kunnen bepaalde gedragingen worden geclassificeerd als gevaarlijk of dus riskant schadelijk gebruik (en dus als riskant gebruik). Bestuurt iemand onder invloed een auto? Wordt XTC gecombineerd met alcohol waardoor het risico op uitdroging groter wordt? Zijn er geweldsdelicten waarbij overmatig alcoholgebruik in het spel is? Dit soort zaken bepaalt of er sprake is van riskant middelengebruik.
2.6 Conclusie Uitgaan is een belangrijke vrijetijdsbesteding voor jongeren. In de uitgaanswereld van jongeren gaat veel geld om: jongeren geven een behoorlijk deel van hun budget uit aan uitgaan. Uitgaande jongeren gebruiken meer genotmiddelen dan hun leeftijdgenoten die niet uitgaan. Alcohol is het meest gebruikte middel. Daarnaast gebruikt een kleinere groep illegale middelen zoals XTC en cannabis. In de dancescene ligt het gebruik van illegale middelen vermoedelijk hoger dan in het reguliere horecacircuit. Alcoholgebruik ligt juist in het reguliere horecacircuit hoger. 2
Definiëring soorten gebruik volgens de WHO (58): Experimenteel gebruik: de eerste paar keren van het gebruiken van een bepaalde drug. Niet vaak voorkomend of niet-blijvend gebruik. Mogelijk kan dit gaan om gevaarlijk of schadelijk gebruik. Gevaarlijk gebruik: ieder drugsgebruik dat het risico op schadelijke consequenties vergroot. Het kan gaan om consequenties op fysiek gebied en geestelijke gezondheid (als in schadelijk gebruik) maar ook om sociale consequenties of in de omgeving. Gevaarlijk gebruik refereert aan patronen van gebruik die van importantie zijn voor de openbare gezondheidszorg, maar gaat niet samen met de aanwezigheid van een stoornis. Mogelijk kan dit gaan om eenmalig gebruik. Schadelijk gebruik: een patroon van drugsgebruik dat schade veroorzaakt aan de fysieke en geestelijke gezondheid van de gebruiker. Mogelijk kan dit gaan om eenmalig gebruik. 3 Uiteraard is ook afhankelijk gebruik riskant. Deze vorm van gebruik is echter alleen te beïnvloeden door behandeling en ligt buiten de scope van het project Uitgaan en Drugs.
23
Achtergronden
Verschillende ontwikkelingen in middelengebruik in het uitgaanscircuit verdienen de aandacht van preventie zoals de toename van combi-gebruik, toename van binge-drinken, de inhaalslag die de meiden maken en het toenemende gebruik van met name alcohol onder jonge scholieren. We moeten er aandacht aan besteden omdat het gebruik van uitgaansdrugs problemen kan opleveren voor de gebruiker en zijn of haar omgeving. Er zijn zes gebieden die kunnen samenhangen met middelengebruik: acute gezondheidsverstoringen, lange-termijngevolgen als gevolg van het middelengebruik, agressie en geweld, onveilig vrijen, verkeersongevallen en maatschappelijke overlast. Het gebruik van uitgaansdrugs kan dus gevaarlijk of schadelijk zijn voor de gebruiker zelf, maar ook voor zijn of haar omgeving. Ook eenmalig of experimenteel gebruik kan riskant zijn, bijvoorbeeld het onder invloed een auto besturen. Met Uitgaan en Drugs proberen we dit soort riskant gebruik te voorkomen (harm reduction).
Handboek Uitgaan en Drugs
24
\
3
Aan de slag met Uitgaan en Drugs
Inhoudsopgave 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Hoe werkt de integrale aanpak van Uitgaan en Drugs? Opstarten van een project Uitgaan en Drugs Uitvoering van Uitgaan en Drugs Publiciteit Ondersteuning van implementatie door het Trimbos-instituut
25 29 33 37 38
Vaak is er een specifieke aanleiding om een preventieproject te willen opzetten in het uitgaanscircuit. Misschien heeft zich een incident voorgedaan, zijn er nieuwe uitkomsten van een onderzoek naar middelengebruik of is de gemeente gestart met nieuw beleid rondom alcohol of drugs. Zo’n aanleiding kun je aangrijpen om te starten met een project Uitgaan en Drugs. In dit hoofdstuk werken we een stappenplan uit (zie ook bijlage 5) waarmee je de integrale aanpak van Uitgaan en Drugs kunt realiseren.
3.1 Hoe werkt de integrale aanpak van Uitgaan en Drugs? Stappenplan Bij een integrale aanpak van riskant middelengebruik in het uitgaanscircuit worden idealiter de volgende stappen gezet. Figuur 3.1 (blz. 26), vergroot afgebeeld in bijlage 5, geeft deze stappen in een stroomschema weer. Vervolgens werken we de stappen verder uit in paragraaf 3.2 en 3.3, maar eerst illustreren we het abstracte model met een voorbeeld uit de praktijk. We kozen een grote discotheek, maar het kan ook gaan om een bepaald uitgaansgebied met meerdere discotheken en cafés. Stap 1 Uit een bepaald uitgaansgebied of een bepaalde horecagelegenheid komen Actie n.a.v. signalen? signalen van riskant middelengebruik, zoals veel overlast van dronken jongeren in het weekend. Of de gemeente wil ‘iets’ naar aanleiding van een incident of nieuw beleid vraagt om actie (bijvoorbeeld nieuw alcoholbeleid van de overheid). Je instelling overweegt of er iets met deze signalen of het nieuwe beleid moet worden gedaan.
VB
GHB in drankjes, of?? In een middelgrote stad doet zich een aantal incidenten voor waarbij waarschijnlijk GHB in het spel is. Enkele jonge meiden zijn onwel geworden tijdens het uitgaan en denken onafhankelijk van elkaar dat de drug in hun drankje is gedaan in de plaatselijke megadiscotheek. Ze hebben aangifte gedaan bij de politie, die de gemeente op de hoogte stelde. De gemeente vraagt de IVZ iets aan het probleem te doen. In het teamoverleg van de preventie-afdeling van de IVZ wordt besloten dat het zinvol is iets met deze signalen te doen.
25
Aan de slag met Uitgaan en Drugs
Buitenstaander of bondgenoot (H2,3)
Stroomdiagram Uitgaan en Drugs
Buitenstaander of bondgenoot (H4)
Format projectplan
Format startnotitie Scanner Uitgaan en Drugs
Handboek Uitgaan en Drugs
4. Probleemanalyse
5. Projectplan integrale aanpak
Handboek Uitgaan en Drugs
1. Actie nav signalen?
BEGIN
ja
2. Analyse interne en externe organisatie
3. Go / no-go
ja
a
nee
Nee, bijstelling van: 6. Uitvoering preventieactiviteiten
a
7. Evaluatie
Cursus personeel
EHBD-u
Voorlichting Uitgaanders
Consultatie en advies
Regionale interventies
Interventies NIGZ Interventies STAP
Scanner Uitgaan en Drugs
Handboek Uitgaan en Drugs
8. Probleem weg?
ja
9. Onderhoud netwerk en borging resultaten
Buitenstaander of bondgenoot
Handboek Uitgaan en Drugs
EINDE
Legenda: Processtap
Beslissing
Document of interventie
Figuur 1.1 Stroomdiagram Uitgaan en Drugs
Stap 2 Globale verkenning problematiek en een analyse van de interne en externe Analyse interne en organisatie. Is er een Uitgaan en Drugs project mogelijk qua formatie, budget, externe organisatie intern draagvlak en extern netwerk? Zijn er (gemeentelijke) subsidiemogelijkheden? Idealiter ontstaat een samenwerkingsverband tussen IVZ en GGD waarin afspraken worden gemaakt over mogelijke taken en verantwoordelijkheden (de handreiking Buitenstaander of bondgenoot is hierbij een hulpmiddel).
VB
Een senior-preventieprofessional bekijkt wat er intern mogelijk is (beschikbare tijd, budget, extern netwerk). Er blijkt niet genoeg geld te zijn om een project te starten. De preventiewerker stelt een subsidieaanvraag op die de gemeente snel honoreert met in eerste instantie een bedrag van € 30.000,-. Ook wordt contact gezocht met de plaatselijke GGD. Een veldwerker4 van de IVZ houdt oriënterende gesprekken met de eigenaren en werknemers van de discotheek en de politie. Deze partijen zaten al in zijn netwerk. Ook is met een aantal meiden gesproken die iets meer wisten van de GHB-incidenten. Het blijkt dat het probleem al langer speelt en dat er recentelijk ook incidenten met XTC zijn geweest.
4
Sommige IVZ hebben een aparte afdeling ‘Veldwerk’ die de directe contacten met de doelgroep en de straat (of andere settings) onderhoudt.
Handboek Uitgaan en Drugs
26
Stap 3 Op basis van de vergaarde informatie in stap 2, neergelegd in een startnotitie, Go/No-go valt de go/no-go beslissing.
VB
De senior-preventieprofessional stelt een beknopte startnotitie op met een analyse van de interne en externe situatie. Deze analyse valt positief uit: het geld is er, de juiste mensen voor het werk zijn beschikbaar, de GGD en IVZ staan achter het project en een bescheiden netwerk is al voorhanden. Eigenlijk is niet goed duidelijk waar de problemen liggen: de veldwerker kreeg van de discotheekeigenaar andere informatie (niets aan de hand) dan van de gemeente (levensgevaarlijke incidenten). Maar de boodschap is duidelijk: go!
Stap 4 Analyse aard en omvang van de problematiek en het in kaart brengen van de Probleemanalyse mogelijkheden voor preventie (Scanner Uitgaan en Drugs of ander onderzoek). In deze stap wordt al samenwerking gezocht met de belangrijke stakeholders (horeca, gemeente, politie, etc.) zodat alvast draagvlak ontstaat voor uitvoering van de interventies.
VB
Er wordt een projectteam ingesteld met leden van GGD en IVZ. Om de problemen nader in kaart te brengen voeren zij een Scanner Uitgaan en Drugs uit in de discotheek. De eigenaar, een paar barkeepers, een portier en de politie worden geïnterviewd. Onder jongeren in de discotheek wordt een korte vragenlijst afgenomen naar alcohol- en drugsgebruik en problemen hieromtrent. Ook gaan enkele veldwerkers op een aantal drukbezochte avonden in de discotheek observeren. Uit het onderzoek blijkt dat er gebruikt wordt, naast alcohol vooral XTC. De jongeren die XTC gebruiken vinden het vanzelfsprekend dat zij daarbij ook alcohol gebruiken. Wat betreft de verhalen over GHB in drankjes: bij navraag blijkt valt het wel mee met GHB. Het wordt soms gebruikt maar overmatig alcoholgebruik voert de boventoon, ook bij de meiden. De aangifte bij de politie komt vooral voort uit angst voor reacties van de ouders. Tijdens de observatie-avonden valt de hitte op. Ook zijn er weinig plekken om uit te rusten. Sommige jongeren waren ver heen, waarschijnlijk vooral door alcohol. Bij sluitingstijd zijn er soms vechtpartijen tussen (groepen) jongens. Ook wordt duidelijk dat het personeel niet goed raad weet met de GHB-verhalen, de straalbezopen jongeren en agressie.
Stap 5 Projectplan Opstellen van een projectplan voor een integrale aanpak in het uitgaanscircuit integrale aanpak (probleemanalyse, doel & doelgroep, keuze interventies, planning).
VB
Op basis van de uitkomsten van de Scanner Uitgaan en Drugs stelt de seniorpreventieprofessional (inmiddels benoemd tot projectleider) een projectplan op met activiteiten die vooral ingrijpen op een veilige en gezonde uitgaanssetting: • deskundigheidsbevordering aan het personeel (EHBD-u, kennis alcoholbeleid, serveerinterventie); • omgevingsinterventies: voorstellen van een chill-out of gratis in- en uitloop van de disco, maximum aantal mensen op één avond (bijv. via de vergunning), frisdrank goedkoper maken dan de alcoholhoudende dranken;
27
Aan de slag met Uitgaan en Drugs
•
informatieverspreiding: infocards veilig uitgaan, sex&drugs&alcohol, alcohol en XTC. Deze voorstellen zijn gebaseerd op de uitkomsten van de Scanner Uitgaan en Drugs. Aan de GHB wordt in de voorlichting naar de jongeren geen aandacht besteed omdat bleek dat de problemen ergens anders lagen. Wel krijgt het personeel training in het omgaan met gezondheids- en geweldsincidenten. Naast de preventieactiviteiten wordt in het projectplan aandacht besteed aan personeel, planning, interne en externe randvoorwaarden en evaluatie. Het plan legt ook vast dat alle activiteiten worden geregistreerd (cursussen, gesprekken, omgevingsinterventies, infocards & aantallen, etc.).
Stap 6 Uitvoering preventieactiviteiten (bijvoorbeeld consultatie & advies Uitvoering uitgaanssetting, Cursus Personeel, Eerste Hulp bij Drugsincidenten en preventieactiviteiten Voorlichting Uitgaanders, regionaal ontwikkelde interventies, alcoholinterventies NIGZ, STAP).
VB
De uitvoering van de interventies in stap 6 vraagt nog flink wat masseerwerk en netwerken van preventie (Buitenstaander of bondgenoot bewijst hierbij nuttige diensten!). De discotheekeigenaar is niet zomaar overtuigd van de noodzaak van interventie en is bang voor bestempeling van zijn zaak als drugstent. De preventiefunctionaris legt uit dat preventie meer is dan voorlichting alleen. In hun gesprekken vinden eigenaar en preventiefunctionaris elkaar het best in het aanpassen van omgevingsaspecten, namelijk de maximale quote op één avond en het faciliteren van een chill-out; de eigenaar wil natuurlijk ook graag een veilig uitgaansklimaat voor zijn gasten. Ook staat hij open voor deskundigheidsbevordering van zijn personeel. De cursussen staan al snel gepland. De cursussen zijn gegeven en de discotheekeigenaar is tevreden. Uit het opgebouwde contact ontstaan steeds meer mogelijkheden voor preventie. Zo stunt de eigenaar niet meer met de bierprijzen maar met coole gezonde sapjes. Verder heeft hij toestemming gegeven voor een aantal displays met infocards over veilig uitgaan, sex&drugs&alcohol, alcohol en xtc. Op initiatief van de eigenaar komt ook de combifolder in het rek, omdat hij zijn bezoekers nadrukkelijk wil wijzen op de risico’s van gecombineerd gebruik.
Stap 7 Evaluatie (met behulp van de Scanner Uitgaan en Drugs en evaluatieEvaluatie indicatoren). Zie ook hoofdstuk 4 en bijlage 4.
VB
Na een jaar van uitvoering van interventies is het tijd voor een evaluatie. Eenzelfde Scanner als in fase 4 wordt uitgevoerd met alleen een iets bredere opzet: alle zes jongerencafés en twee discotheken in het uitgaansgebied. De verhalen over GHB zijn zo goed als verdwenen in de grote discotheek. Gezien de daling van het aantal alcoholincidenten lijkt het alcoholgebruik te zijn gedaald, ten bate van sapjes en fris. In de overige horecagelegenheden doen zich nog altijd dezelfde omgevingsproblemen voor (te druk, weinig chill-out, stunten met het bier) als ruim een jaar geleden in de grote discotheek. De uitkomsten van de Scanner en de resultaten van het project worden opgevoerd in de jaarverslagen van de GGD en IVZ. De Raden van Bestuur van
Handboek Uitgaan en Drugs
28
GGD en IVZ en de gemeente zijn op deze manier al snel overtuigd dat de integrale aanpak heeft gewerkt en stellen een structurele opname van het Uitgaan en Drugs project in de jaarplannen voor.
Stap 8 Probleem weg? Eventuele bijstelling van het projectplan of het preventieaanbod.
VB
Het Uitgaan en Drugs project wordt verbreed naar het hele uitgaansgebied voor jongeren in de middelgrote stad. Dit betekent dat de verschillende fases weer worden doorlopen: aanpassing projectplan, netwerken, uitvoering preventie-activiteiten, evaluatie en bijstelling etc.
Stap 9 Als het probleem verdwenen is of onder controle is, kan het Uitgaan en Drugs Onderhoud netwerk en project op de stand ‘onderhoud van het netwerk en borging van de borging resultaten resultaten’. In deze fase zorg je ervoor dat het project geen eenmalige interventie blijft.
VB
De resultaten van het project in de grote discotheek worden geborgd door een aantal afspraken vast te leggen. In dit geval wordt de (opfris)cursus jaarlijk aan het personeel aangeboden in verband met het grote personeelsverloop. Verder houdt het veldwerk drie keer per jaar contact met de eigenaar om de stand van zaken door te spreken, knelpunten op te lossen, eventuele materialen bij te vullen, kortom: het contact ‘warm te houden’. Mochten zich weer incidenten voordoen dan zal de discotheekeigenaar preventie weer snel weten te vinden.
3.2 Opstarten van een project Uitgaan en Drugs Het voorbereiden en starten van een Uitgaan en Drugs project vergt tijd en inspanning. Naast deze tekst vind je ook in de handleiding Buitenstaander of bondgenoot concrete handvatten voor de vaak wat diffuse fase van het interne netwerken en opstarten van een project.
NB!
Het stappenplan voor een Uitgaan en Drugs project past goed in de systematiek van de Preffi (Preventie Effectmanagement Instrument, 48), een kwaliteitsinstrument dat een systematische werkwijze ondersteunt en tot doel heeft de effectiviteit van preventieprojecten te bevorderen.
Interne en externe organisatie Voor je besluit om een Uitgaan en Drugs project uit te voeren moet je een goed beeld hebben van de haalbaarheid qua interne en externe organisatie. Deze fase vergt een analyse van: • financiële middelen, formatie en expertise; • intern draagvlak uitvoerders én leidinggevenden; • passendheid van Uitgaan en Drugs in de werkplannen van de organisatie; • analyse van het externe netwerk en/of mogelijkheden daartoe
29
Aan de slag met Uitgaan en Drugs
IVZ en de GGD kunnen hun voorgenomen activiteiten in het uitgaanscircuit het beste vooraf afstemmen met de gemeente. Wellicht kunnen binnen de huidige budgetten productieafspraken met de gemeente worden gemaakt over preventie in het uitgaanscircuit. Soms moet er op korte termijn vrije ruimte worden gevonden omdat een incident in het uitgaanscircuit om snelle actie vraagt.
NB!
Soms kunnen bepaalde gebeurtenissen een reden zijn om snel in actie te komen, bijvoorbeeld bij de opening van een nieuwe gokhal in de stad. Of is het strategisch handig om op een bepaalde vraag van de gemeente snel te reageren. Realiseer je daarom dat het hier gepresenteerde stappenplan een ‘koninklijke weg’ is. Je kunt daarnaast ook ad hoc en vraaggerichte activiteiten uitvoeren (tweesporenbeleid).
Budget Als je eigen organisatie geen potje heeft voor een preventieproject in het of subsidie? uitgaanscircuit, is de meest logische eerste stap om subsidie aan te vragen voor de probleemanalyse. Op basis van de aard en omvang van het probleem en inzicht in de mogelijkheden voor preventie wordt bekeken of een integrale aanpak van riskant middelengebruik in het uitgaanscircuit wenselijk is. Deze stap behelst een subsidie-aanvraag voor de uitvoering van de Scanner Uitgaan en Drugs. Met de uitkomsten van de Scanner heb je munitie in handen voor verdere stappen. Wanneer de probleemsituatie in een bepaald uitgaansgebied al duidelijk is, kan een subsidie aangevraagd worden voor een integrale preventieaanpak in het uitgaanscircuit.
TIP!
Subsidie - de meest voor de handliggende subsidiegever is de gemeente, als verantwoordelijke voor het lokale gezondheids- en veiligheidsbeleid Bij veel gemeenten duurt een subsidietraject lang. Daarom is het raadzaam aan te sluiten bij de begrotingcyclus van de gemeente. Je kunt denken aan verschillende ingangen zoals veiligheid, volksgezondheid of welzijn. Alternatieven voor gemeentelijke subsidies zijn bijvoorbeeld banken, de Rotary, Lions club of vermogensfondsen.
Startnotitie Het kan handig zijn je eerste ideeën en bevindingen op te schrijven in een startnotitie. Dit is een praatstuk waarmee je het onderwerp preventie van riskant middelengebruik in het uitgaanscircuit op de agenda van je eigen instelling kunt krijgen. De startnotitie kan geschreven worden door het uitvoerende preventiewerk, maar ook door het management (afhankelijk van verantwoordelijkheid en expertise). Vooral wanneer het interne draagvlak nog onvoldoende is, kan een startnotitie uitkomst bieden. De notitie kan bijdragen aan de interne informatiebehoefte en de uiteindelijke besluitvorming rondom een project. Mogelijke onderwerpen • startnotitie •
Aanleiding (bijvoorbeeld een incident, bepaald beleid of een behoefte); belang van preventie in het uitgaanscircuit in deze regio of een bepaald gebied (wat is het probleem?);
Handboek Uitgaan en Drugs
30
•
• •
•
uitkomsten van de analyse van de interne en externe organisatie (aanwezige deskundigheid, intern draagvlak, inventarisatie externe netwerken); kansen en bedreigingen; nog ontbrekende, dus aan te vullen informatie (in veel gevallen zal een uitgebreidere probleemanalyse bijvoorbeeld met behulp van de Scanner Uitgaan en Drugs wenselijk zijn); voorstel/plan van aanpak op de korte termijn (dit vervangt niet het projectplan dat in een later stadium wordt geschreven).
Aanhaken bij beleid Bij het opstellen van een subsidieaanvraag of startnotitie kun je het beste zoveel mogelijk aanhaken bij bestaand landelijk en lokaal beleid. Veel gemeenten hebben een veiligheidsnota, een horecanota, een jeugdnota of een convenant op het gebied van veilig uitgaan. In het kader van de WCPV moet sinds 1 juni 2003 iedere vier jaar het gezondheidsbeleid in de nota lokaal gezondheidsbeleid worden vastgelegd. Ook landelijk beleid kan aanknopingspunten bieden. Landelijk en De Nederlandse overheid voert een ontmoedigingsbeleid ten aanzien van gemeentelijk drugs. Daarnaast is er beleid gericht op het voorkomen en beperken van de beleidskader risico's van drugsgebruik, zowel voor de gebruikers zelf als voor hun directe omgeving en de samenleving. Het drugsaanbod wordt tegengegaan met een actieve bestrijding van de criminaliteit en overlast wordt aangepakt. Wat betreft alcoholgebruik wordt een matigingsbeleid gevoerd. Naast dit landelijke beleid wordt ook op regionaal en lokaal niveau beleid gemaakt. Samen met de wetgeving en enkele nota's vormt dit het landelijke en gemeentelijke beleidskader rondom middelengebruik in het uitgaanscircuit en dus voor Uitgaan en Drugs. De kadertekst op blz. 32 geeft een overzicht. Voor meer informatie over de belangen van de verschillende partners in het beleid: zie de handreiking Buitenstaander of bondgenoot.
VB
Aanhaken en beïnvloeden - Als instelling kun je ook proberen invloed uit te oefenen op het lokale beleid. De GGD voert het gezondheidsonderzoek uit ten behoeve van de opstelling van de nota gezondheidsbeleid en zit in dit kader met de gemeente om de tafel. Vaak kan de IVZ hierin ook een rol spelen, door te zorgen dat er in het gezondheidsonderzoek genoeg vragen over alcohol- en drugsgebruik meelopen. Ook bij het opstellen van gemeentelijk lokaal horecabeleid kan soms aangehaakt worden in besprekingen of werkgroepen.
31
Aan de slag met Uitgaan en Drugs
Beleidskader Uitgaan en Drugs
Wetgeving • De Opiumwet stelt het gebruik van drugs niet strafbaar, maar bezit, handel, verkoop en productie van drugs wel. • De Drank- en Horecawet is gericht op een verantwoorde verstrekking van alcohol. Alle inrichtingen waar alcohol wordt geschonken moeten een vergunning hebben. De wet verbiedt om alcohol te schenken aan dronken bezoekers. Ook mag geen zwak alcoholhoudende drank geschonken worden aan jongeren onder de 16 jaar, en geen sterke drank aan jongeren onder de 18 jaar. Nota’s • De Alcoholnota (2001-2003) is gericht op matiging van het alcoholgebruik en het beperken van alcoholgerelateerde problemen. • De nota Langer gezond leven: ook een kwestie van gezond gedrag (2003) stelt prioriteiten op het gebied van preventiebeleid, waarbij wordt gewerkt met gestandaardiseerde interventies en beïnvloeding van omgevingsfactoren. In deze nota is alcoholpreventie één van de prioriteiten. • De nota Samenspannen tegen XTC (2001) beschrijft specifiek preventiebeleid ten aanzien van XTC en andere uitgaansdrugs. Hierbij wordt aandacht besteed aan het werken met gestandaardiseerde interventies, het geven van voorlichting en het inschakelen van intermediairs. • De recente beleidsbrief Alcohol en Jongeren (2005) is gericht op het uitstellen van de startleeftijd waarop jongeren beginnen met drinken (>=16 jr.) en het verminderen van het binge-drinken. Maatregelen die in de brief worden beschreven zijn handhaving van de leeftijdsgrenzen, voorlichting aan jongeren en ouders, prijsbeleid en regulering van reclame en marketing. Gemeentelijk beleid • De Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV gewijzigde versie, 2003) geeft de gemeente de regie over preventiebeleid. Een gemeente moet op basis van de lokale gezondheidssituatie iedere vier jaar een nota gezondheidsbeleid opstellen. • In gemeenten krijgt het drugsbeleid vorm in het zogenoemde driehoeksoverleg van de burgemeester, de korpschef van politie en de officier van justitie. Daarbij gaat het vooral om openbare orde en handhaving. • Gemeenten kunnen in de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) een vergunningenstelsel voor horecagelegenheden opnemen. In een dergelijke exploitatievergunning voor de horeca kunnen eisen worden gesteld die als doel hebben overlast tegen te gaan, bijvoorbeeld over openingsuren. • De Handreiking Veilig Uitgaan (1998) en de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (2003) bevatten instrumenten voor samenwerking tussen alle partijen die te maken hebben met veiligheid in uitgaanscentra. Onderdeel hiervan is een convenant Veilig Uitgaan waarin afspraken worden gemaakt over openingsuren, huisregels, toelatings- en toegangsontzeggingsbeleid, en – in de meeste gevallen – over alcohol en/of drugs.
Go/no-go Check op de Als de eventuele beslissing over gemeentelijke subsidie bekend is, zet je alle randvoorwaarden randvoorwaarden uit de startnotitie nog eens op een rij: geld, personeel, intern en extern draagvlak. Pas als voldaan is aan alle randvoorwaarden, kan de beslissing vallen om door te gaan met een Uitgaan en Drugs project. Anders is het beter (nog) niet te starten. Afhankelijk van de urgentie voor actie kun je een verder traject inslaan van (bijvoorbeeld) subsidieaanvraag elders, aanboren van gelden uit de vrije ruimte, creëren van verder draagvlak, kortom: zorgen dat alle randvoorwaarden alsnog worden ingevuld. Handboek Uitgaan en Drugs
32
3.3 Uitvoering van Uitgaan en Drugs Opname in het werkplan Om een Uitgaan en Drugs project goed te kunnen borgen is opname in werkplannen noodzakelijk. In een organisatie worden meestal de jaarlijkse werkplannen en meerjarenplannen onderscheiden. Bij tijdelijk projectgeld kan Uitgaan en Drugs als (experimenteel) project in een jaarwerkplan opgenomen worden. Meerjarenfinanciering maakt structurele inbedding van Uitgaan en Drugs in het interventieaanbod van een organisatie mogelijk. Instellen projectteam en klankbordgroep Voor de opzet, uitvoering en evaluatie van een Uitgaan en Drugs project moeten een projectteam en klankbordgroep worden ingesteld. Iedere fase in een Uitgaan en Drugs project vraagt om bepaalde expertise, dus de samenstelling van projectteam en klankbordgroep kan iets verschillen per fase. Zie bijvoorbeeld de opzet van projectteam en klankbordgroep in de handleiding van de Scanner Uitgaan en Drugs (10). Projectteam Aandacht voor Een projectteam Uitgaan en Drugs bestaat bij voorkeur uit drie tot vijf optimale omvang personen. Niet te groot zodat je slagvaardig bent, en niet te klein zodat backup gewaarborgd is en de kwetsbaarheid minimaal is. Natuurlijk is de grootte van het team ook afhankelijk van het uitgaansgebied waarin je gaat opereren. Idealiter bestaat een projectteam Uitgaan en Drugs uit een combinatie van medewerkers van GGD en IVZ. Rekening houdend met verantwoordelijkheden, expertise en fase waarin een Uitgaan en Drugs project zich bevindt kun je bijvoorbeeld denken aan de volgende medewerkers: • Een projectleider die de inhoudelijke en procesmatige verantwoordelijkheid van het project draagt. Bij voorkeur heeft de projectleider beleidsmatig inzicht. Dat komt van pas bij het netwerken met de gemeente, subsidieaanvragen en het uitzetten van preventiebeleid. • GGD-beleidsmedewerker, of beleidsmedewerker IVZ met netwerkcontacten in de gemeente en kennis van lokaal beleid wat betreft gezondheid, veiligheid en horeca. • Preventieprofessionals of veldwerkers die activiteiten uitvoeren zoals deskundigheidsbevordering, voorlichtingsmaterialen uitzetten en adviserende contacten onderhouden met de horeca. • Onderzoeker die een rol speelt in de uitvoering van de Scanner Uitgaan en Drugs en in de verdere evaluatie van het project. Deze rol kan zeker ook vervuld worden door een vaardige preventieprofessional die affiniteit en ervaring heeft met onderzoek. Klankbordgroep Taken Naast het projectteam verdient het aanbeveling om een klankbordgroep in te stellen die gedurende het hele Uitgaan en Drugs project het projectteam van advies dient. De klankbordgroep adviseert over het uit te voeren preventiebeleid in het uitgaanscircuit. Tegelijkertijd helpt een klankbordgroep bij het creëren van draagvlak voor de uitvoering van een Uitgaan en Drugs
33
Aan de slag met Uitgaan en Drugs
project, doordat van alle relevante partijen één of meerdere leden vertegenwoordigd zijn. De leden van een klankbordgroep fungeren meestal als belangrijke sleutelfiguren in het gehele project. De samenstelling van een klankbordgroep begint bij de uitvoering van de Scanner Uitgaan en Drugs (zie ook de handleiding van de Scanner voor opzet en samenstelling).
TIP!
Suggesties voor leden van de klankbordgroep: • vertegenwoordiger horeca (lokale vertegenwoordiger van bijvoorbeeld Koninklijke Horeca Nederland)’ • eigenaar café en/of discotheek; • verantwoordelijke ambtenaar gemeente; • vertegenwoordiger politie; • vertegenwoordigers GGD en IVZ.
De klankbordgroep komt bijeen op belangrijke beslismomenten, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van preventiebeleid of bij de evaluatie en bijstelling van het project. Ook kan de klankbordgroep beschikbaar zijn voor advies en overleg met het projectteam bij ad hoc vraagstukken. Wat is het probleem? Ieder project waarin je planmatig te werk gaat, heeft als uitgangspunt een zogenoemde ‘probleemanalyse’. Je moet immers weten waar je je op gaat richten voordat je aan de slag gaat. Een probleem doet zich voor wanneer er sprake is van een verschil tussen de bestaande en de wenselijke situatie. In een probleemanalyse probeer je een antwoord te krijgen op de volgende basisvragen: 1. Wat is de aard en omvang van het probleem? 2. Wat zijn de mogelijkheden voor preventieactiviteiten in het uitgaanscircuit? Analyse: Het woord ‘probleem’ neem je breed. Het hoeft hierbij niet alleen te gaan om breed of smal gezondheidsrisico’s en problemen die uitgaanders ondervinden van hun eigen gebruik. Ook uitgaanders die niet gebruiken kunnen last hebben van het gebruik van anderen, zoals bij agressie of onveilige verkeerssituaties. Je kunt ook risico’s in de fysieke omgeving meenemen in de probleemanalyse: weten de barkeepers hoe om te gaan met dronken gasten, is er een maximaal aantal mensen dat naar binnen mag, is het barpersoneel deskundig om op te treden als zich onverhoopt incidenten voordoen? Allemaal voorbeelden van vragen die in een probleemanalyse aan de orde kunnen komen. Wat je precies meeneemt, of je het breed neemt of juist inzoomt op één of twee aspecten is afhankelijk van de vraagstelling die je van tevoren en zo specifiek mogelijk opgesteld hebt (zie de definitie van riskant middelengebruik in paragraaf 2.5). Setting bepalen Tijdens de probleemanalyse bepaal je ook het uitgaansgebied waarin je gaat werken. Dat kan variëren van een enkele discotheek tot een compleet uitgaansgebied. Het is in elk geval zaak om met een gerichte vraagstelling aan de probleemanalyse te beginnen.
Handboek Uitgaan en Drugs
34
Een goed instrument om het ‘probleem’ in een bepaald uitgaansgebied in kaart te brengen is de Scanner Uitgaan en Drugs (10). Ook de handleiding Buitenstaander of bondgenoot (11) geeft hiervoor tips. Zoek We raden aan om een project gericht op de preventie van riskant de samenwerking middelengebruik in het uitgaanscircuit in een samenwerkingsverband met IVZ en GGD uit te voeren. De IVZ heeft over het algemeen de meeste inhoudelijke kennis over middelen, signaleren en begeleiden in huis. Zij geven voorlichting, deskundigheidsbevordering aan intermediairs en adviseren bij het opstellen van beleid. De GGD is voor het lokale gezondheidsbeleid de natuurlijke gesprekspartner voor de gemeente. Onder andere zijn zij verantwoordelijk voor de monitoring van de regionale gezondheidstoestand. Vanuit hun brede gezondheidsperspectief kan de GGD ook betrokken zijn bij het opstellen van voorwaarden rondom party’s zoals het instellen van EHBOposten, klimaatbeheersing en ambulancevervoer (GHOR). Per regio zijn er accentverschillen in de taken en verantwoordelijkheden van GGD en IVZ. De gemeente voert de regie over het lokale gezondheidsbeleid, het horecabeleid en de openbare orde en veiligheid. Als budgethouder is de gemeente vrijwel altijd opdrachtgever voor de preventieactiviteiten die IVZ en GGD uitvoeren. De horeca staat als intermediaire partner het dichtst bij de doelgroep. Zij zijn de belangrijkste partner als het gaat om implementatie van je interventies. De horeca moet zich houden aan allerlei bepalingen uit de Drank- en Horecawet en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De politie is verantwoordelijk voor de handhaving van de rechtsorde en van de openbare orde. De Driehoek (burgemeester, korpschef en officier van justitie) geeft leiding aan de politie.
TIP!
De Handleiding Buitenstaander of bondgenoot geeft een nadere analyse van de belangrijkste partners, hun taken en belangen (11).
Opstellen van een projectplan Er is besloten om een Uitgaan en Drugs project in een bepaald gebied op te zetten (go-no-gofase). Inmiddels is duidelijk waar de problemen liggen en de mogelijkheden voor preventiebeleid zijn in kaart gebracht met behulp van bijvoorbeeld de Scanner Uitgaan en Drugs (10). De tijd is rijp om een projectplan Uitgaan en Drugs op te stellen. Hulpmiddel bij Het projectplan is een belangrijk hulpmiddel bij de onderbouwing, projectonderbouwing organisatie en planning van een Uitgaan en Drugs project. Het legt de fundamenten neer voor een integrale aanpak in het gekozen uitgaansgebied. Het beschrijft ‘het probleem’, doelstellingen en doelgroep op basis van uitkomsten van de probleemanalyse, keuze en inzet van interventies, samenwerking met de belangrijke partijen, inzet personeel, planning en evaluatie. Denk ook aan de samenhang en afstemming met andere activiteiten.
TIP!
Op de site www.uitgaanendrugs.nl/steunpunt staat een format waarmee je een regionaal projectplan Uitgaan en Drugs kunt opstellen.
35
Aan de slag met Uitgaan en Drugs
Uitvoering van de interventies Deze fase behelst de uitvoering van het projectplan, dat wil zeggen de uitvoering van een integrale aanpak van riskant middelengebruik in het uitgaanscircuit. Afhankelijk van de uitkomsten van de probleemanalyse worden de verschillende wenselijke preventieactiviteiten uitgevoerd. Vanzelfsprekend spelen de stakeholders een belangrijke rol in de verschillende interventies. In het volgende overzicht geven we je een aantal mogelijkheden voor preventieactiviteiten. Acties Gericht op • Buitenstaander of bondgenoot, tips voor samenwerking in het uitgaanscircuit. samenwerking • Netwerk veilig uitgaan initiëren of daaraan deel gaan nemen. • Informeren van de GGD over populaire en risicovolle uitgaansdrugs die in omloop zijn zodat de eerste hulp hierop voorbereid is (= Amsterdamse model Stichting Adviesburo Drugs en GG&GD Amsterdam). Gericht op • veilige, gezonde uitgaansomgeving •
•
• • • •
Gericht op • deskundigheidsbevordering personeel •
Voorlichtings- • inventies • •
Advisering: GGD en/of IVZ kan bijvoorbeeld advies geven over de inrichting of het barbeleid van een horecagelegenheid. Afspraken maken met politie en gemeente. Bijvoorbeeld over alcoholcontroles in een uitgaansgebied, sluitingstijdenbeleid, horecaexploitatievergunningen. Afspraken maken met de eigenaren van de horecagelegenheden, bijvoorbeeld over: o het aanpassen van deurbeleid; o de inrichting van de horecagelegenheid (zitjes, licht, ventilatie, watervoorziening e.d.); o barbeleid (niet schenken aan jongeren onder de 16 jaar, niet schenken aan dronken personen, vragen naar identiteitsbewijs); o frisdranken goedkoper maken dan de alcoholhoudende dranken; o afschaffen happy hours of alcoholpromotieacties; o huisregels over alcohol en drugs opstellen, of bestaande huisregels duidelijker communiceren. Omgevingsfactoren optimaliseren (bijvoorbeeld temperatuur, zorgen voor voldoende water, niet te druk). Stand-by staan als preventie-instelling in risicovolle weekendnachten. Condoomautomaten op het toilet invoeren. Veilig vervoer project, bijvoorbeeld zorgdragen voor goed openbaar vervoer, (gratis) buspendeldiensten. Eerste hulp bij drugsincidenten in het uitgaanscircuit (EHBD-u, Educare Groningen). Cursus Personeel van het project Uitgaan en Drugs (in ontwikkeling, juni 2005). Voorlichting Uitgaanders (Uitgaan en Drugs). Regionale projecten als Unity, Hijsen en Slikken en PartyView. Preventie in de horeca (NIGZ).
Handboek Uitgaan en Drugs
36
Overig • •
Ouders betrekken bij de (uitgaans)activiteiten van hun kinderen (‘monitoring’). Implementatie richtlijnen grootschalige evenementen (Stadhuis en House (49), ‘safer clubbing’ (50))
Evaluatie en bijstelling De preventieactiviteiten in het uitgaanscircuit worden geëvalueerd. Gekeken wordt of de activiteiten effectief zijn geweest (in hoeverre vindt het riskante middelengebruik nog plaats?) en of de interventies succesvol zijn geïmplementeerd. Uit de evaluatie komt een advies voor het vervolg. Bij voortzetting van het project is een nieuw of aangepast projectplan nodig om randvoorwaarden als personeel en budget opnieuw te regelen. Zie ook hoofdstuk 4 over registratie en evaluatie. Borging van de resultaten en onderhoud van het netwerk Als uit de evaluatie blijkt dat het project zijn vruchten heeft afgeworpen en dat nieuwe acties niet direct noodzakelijk zijn, dan komt het project in de fase ‘borging van de resultaten en onderhouden van het netwerk’. In deze fase worden de resultaten geborgd door de afspraken met de samenwerkingspartners vast te leggen. Natuurlijk kan deze fase ook in een nieuw projectplan worden vastgelegd.
VB
De projectleider spreekt bijvoorbeeld met de eigenaren van de horecagelegenheden af om een cursus aan het horecapersoneel jaarlijks te herhalen. Zo wordt ieder jaar het nieuwe personeel getraind. Voorafgaand aan deze cursus worden de lopende zaken en knelpunten met elkaar besproken. Wanneer er zich een nieuwe aanleiding voordoet voor verdere acties zullen de samenwerkingspartners elkaar weer snel weten te vinden.
3.4 Publiciteit Informatie over middelengebruik in het uitgaanscircuit is informatie die media graag verspreiden. De regionale pers is snel geïnteresseerd in nieuwtjes over drugs of activiteiten in het uitgaanscircuit. Weeg daarom zorgvuldig af of en hoe je publiciteit zoekt. Publiciteit brengt bepaalde risico’s met zich mee. Een hype over een ‘nieuw’ middel is zo geboren! En voor je het weet staat een bepaalde regio of uitgaansgelegenheid te boek als drugssetting. Gezien de kans op ongewenste neveneffecten adviseren wij terughoudend te zijn met publiciteit. Kansen Toch kun je goede redenen hebben om wel publiciteit te genereren rondom je in publiciteit interventies in het uitgaanscircuit. Bijvoorbeeld om ouders meer te betrekken bij het uitgaansgedrag van hun kinderen. In dat geval kun je de regionale media voor deze boodschap gebruiken.
37
Aan de slag met Uitgaan en Drugs
TIP!
Als je de publiciteit zoekt, selecteer dan zorgvuldig de journalisten, kranten en bladen die je wilt benaderen. Realiseer je ook dat de preventieboodschap van Voorlichting Uitgaanders gericht is op harm reduction (bij gebruikers) en daardoor uitdrukkelijk niet bedoeld is voor een algemeen publiek. Geef dit dus heel duidelijk aan bij journalisten.
Communicatieplan Als je met alle projectpartners schriftelijke afspraken maakt over publiciteit, voorkom je dat daar problemen over ontstaan. Is publiciteit een belangrijk onderdeel van je project, dan verdient het aanbeveling om speciaal hiervoor een communicatieplan op te stellen.
3.5 Ondersteuning van implementatie door het Trimbosinstituut Steunpunt Sinds 2005 kunnen GGD-en en IVZ aan de slag met de interventies van Uitgaan en Drugs Uitgaan en Drugs. Om de implementatie in de regio’s te ondersteunen heeft het Trimbos-instituut het steunpunt Uitgaan en Drugs opgezet. Dit biedt op verschillende manieren ondersteuning aan preventieprofessionals van IVZ en GGD. Er is een helpdesk ingericht waar preventieprofessionals terecht kunnen met vragen. Het Trimbos-instituut biedt daarnaast consultatie op afroep, de stoomcursus Uitgaan en Drugs en andere studiedagen. De website www.uitgaanendrugs.nl is uitgebreid met een ‘membersite’ voor professionals van IVZ en GGD-en. Op deze website kun je de ins en outs van het project Uitgaan en Drugs, de implementatie en instrumenten ervoor (waaronder een format-projectplan) raadplegen. De site biedt naast toegang tot de helpdesk ook een forum om instellingen onderling met elkaar in contact te brengen. De website www.uitgaanendrugs.nl/steunpunt is alleen toegankelijk voor leden via een persoonlijk wachtwoord.
NB!
Heb je het wachtwoord voor de ‘member site’ nog niet gekregen of ben je het vergeten? Stuur een mail naar
[email protected]. Voor meer informatie over de implementatie van Uitgaan en Drugs, studiedagen en andere activiteiten verwijzen we je naar deze website.
Handboek Uitgaan en Drugs
38
4
Registratie en evaluatie
Inhoudsopgave 4.1 Belang van registratie en evaluatie 4.2 Evaluatie-onderzoek 4.3 Interne en externe terugkoppeling van de resultaten
39 39 41
4.1 Belang van registratie en evaluatie Overzicht evaluatieve Dit hoofdstuk geeft een kort overzicht van de verschillende onderzoekvormen onderzoeksvormen die je met het oog op de evaluatie van activiteiten en interventies kunt gebruiken. De uitvoering van een Uitgaan en Drugs project is één ding, de evaluatie van het project is minstens zo belangrijk. Geregistreerde gegevens en/of de uitkomsten van een evaluatie-onderzoek laten immers zien of het project werkt en geven belangrijke input voor de rapportage van een Uitgaan en Drugs project. Je kunt de gegevens gebruiken voor het jaarverslag van de eigen organisatie. De informatie is verder belangrijk voor externe terugkoppeling naar samenwerkingspartners en financier (zie paragraaf 4.3).
NB!
Om twee redenen wil ook het Trimbos-instituut graag zicht houden op de implementatie in de regio’s. Allereerst kan het instituut met de informatie over de implementatie de regionale instellingen beter ondersteunen en op een adequate manier onderling naar elkaar doorverwijzen. Ten tweede kan het instituut met deze informatie onderzoeken in welke mate de landelijke implementatiedoelstellingen zijn gerealiseerd.
4.2 Evaluatie-onderzoek Registratie als input Om zicht te houden op de implementatie van je Uitgaan en Drugs project is voor evaluatie het zinvol om op een systematische manier een aantal gegevens te registreren. Deze registratie fungeert als hulpmiddel voor je evaluatie. Mogelijke Afhankelijk van hoe het project eruit ziet, zijn bijvoorbeeld belangrijke evaluatiepunten evaluatiepunten voor je organisatie (zie ook bijlage 4): • Welke activiteiten zijn ondernomen in het kader van een Uitgaan en Drugs project?
39
Registratie en evaluatie
• • • • • •
• • •
Omschrijving van het betreffende uitgaansgebied of uitgaanssetting (aard en aantal horecaondernemingen). Wat zijn de uiteindelijk bereikte doelgroepen? Zijn de voorafgestelde doelstellingen bereikt? Aard en aantal netwerkcontacten (met wie, hoe loopt de samenwerking)? Aantal cursussen personeel, aantal deelnemers, aard van de onderwerpen, evaluatiegegevens van de cursussen (tevredenheid, verbeterpunten)? Aard en hoeveelheid gevoerde gesprekken met horecaondernemers over een veilige en gezonde uitgaansomgeving, implementatie van aanbevelingen over omgevingsbeleid. Aard en aantallen infocards die zijn verspreid in horecagelegenheden. Aard en aantallen folders via drugsspreekuur. Belemmeringen en succesfactoren in de implementatie.
Procesevaluatie Uitvoering en knelpunten Naast de registratie van een aantal basisgegevens kun je een procesevaluatie van interventies (laten) uitvoeren. Met een procesevaluatie ga je na hoe het proces is verlopen onderzoeken en bekijk je vaak ook of de doelstellingen van het project worden bereikt. Je weegt af of de interventie(s) goed is (zijn) uitgevoerd, je kijkt waar knelpunten lagen en hoe de interventie eventueel kan worden verbeterd. Het opstellen van een onderzoeksplan (= een onderdeel van het overkoepelende projectplan) met daarin de aanleiding, een specifieke vraagstelling, een beschrijving van de onderzoeksmethode en een afgebakende planning, is een eerste stap.
TIP!
Samen met de eerder opgesomde evaluatiepunten geeft bijlage 4 veel input voor de evaluatie van een Uitgaan en Drugs project. Welke punten je gaat evalueren is afhankelijk van de (SMART!) doelstellingen die je vooraf hebt opgesteld in het overkoepelende projectplan.
Geschikte methoden Voor een procesevaluatie zijn verschillende onderzoeksmethoden geschikt, waaronder: • interviews met betrokkenen (gemeente, eigenaren horeca, barmedewerkers, financier, jongeren, ...); • observatie in de uitgaansgelegenheden; • evaluatieformulier bij een cursus (voor een voorbeeldevaluatieformulier, zie bijlage 4); • focusgroepen met jongeren. Goed preventiebeleid vereist dat gecheckt wordt of de interventies werken, hoe problemen zich ontwikkelen en of de situatie inmiddels is veranderd. Als je in de fase van probleemanalyse gebruik hebt gemaakt van de Scannermethodiek is het aan te bevelen om bij een evaluatie ook de Scanner te gebruiken. De Scanner kan gebruikt worden voor herhaalde metingen, bijvoorbeeld eens in het jaar of om de twee jaar. Met behulp van de Scanner kun je meten of doelstellingen zijn bereikt en kun je ook procesvariabelen als tevredenheid, knelpunten en verbeterpunten meenemen.
Handboek Uitgaan en Drugs
40
Effectonderzoek Experimenteel Onder effectonderzoek verstaan we een experimenteel onderzoek onder zo onderzoek gecontroleerd mogelijke omstandigheden (randomized controlled trial of quasi-experimenteel onderzoek). Uitkomstmaten voor een effectonderzoek zijn afhankelijk van de doelstellingen van een Uitgaan en Drugs project en kunnen liggen op het niveau van de einddoelgroep (bijv. kennisniveau, ‘veiliger’ gebruik), problemen rondom gebruikt (bijv. afname van het aantal geweldsincidenten), beleid (bijv. barbeleid, gemeentelijk beleid) en inrichting van de uitgaansomgeving (bijv. aanwezigheid ventilatiesysteem, vervanging van glazen voor ‘veilig glas’). Bijlage 4 geeft nog andere uitkomstindicatoren. Onder voorbehoud van financiering zal het Trimbos-instituut effectonderzoek uitvoeren naar een aantal van de Uitgaan en Drugs interventies.
TIP!
Ook regionale instellingen kunnen effectonderzoeken opzetten en uitvoeren. Helaas is voor deze over het algemeen zeer kostbare onderzoeken meestal geen geld beschikbaar. Vooral metingen op het niveau van de einddoelgroep zijn moeilijk te realiseren, omdat het lastig is deze groep voor een langere tijd te volgen. Subsidie hiervoor aanvragen kan natuurlijk altijd, bijvoorbeeld bij fondsen als STIP, OGZ-fonds of ZonMw. Samenwerking met andere partners in de regio, met een universiteit of een landelijke instelling biedt grotere kansen op honorering.
4.3 Interne en externe terugkoppeling van de resultaten Rapportage Na een (tussentijdse) evaluatie moeten de resultaten van een Uitgaan en Drugs project gerapporteerd worden. Intern aan de eigen organisatie en extern aan samenwerkingspartners en financier(s). Meestal zal de projectleider een rapportage maken met vermelding van de belangrijkste resultaten van het Uitgaan en Drugs project. Maak het liefst een korte, bondige samenvatting, eventueel vervat in een powerpointpresentatie die je kunt gebruiken bij persoonlijke afspraken met financier(s) en andere samenwerkingspartners. Goede en goed gepresenteerde resultaten kunnen je financier(s) en samenwerkingspartners motiveren om het project te vervolgen. Verder kun je een stukje schrijven met de highlights van het Uitgaan en Drugs project voor in het jaarverslag van de eigen organisatie. Denk ook eens aan het personeelsblad of bijeenkomsten waar je iets kunt presenteren over het project. Erg belangrijk voor de interne profilering!
TIP!
Een goede terugkoppeling naar je eigen organisatie en je samenwerkingspartners is van groot belang voor draagvlak en zal de kans op toekomstige voortzetting van het project (vervolgfinanciering!) zeker vergroten.
41
Registratie en evaluatie
Handboek Uitgaan en Drugs
42
Bijlage 1. Voorbeelden van regionale doelstellingen Afhankelijk van de lokale probleemanalyse valt te denken aan de volgende doelstellingen: • Er is nog te weinig bekend over het probleem dus moet eerst de Scanner Uitgaan en Drugs worden uitgevoerd om dit in kaart te brengen. • Bereiken van vier horecagelegenheden waar in de probleemanalyse riskant middelengebruik is geconstateerd met een integrale aanpak. • Toename van optimaliserende factoren in een bepaalde omgeving: bijvoorbeeld aanwezigheid van voldoende vocht, chill-out en ventilatie, niet te veel mensen toelaten, temperatuur etc. • Toename van beleid in bepaalde horecagelegenheden. Bijvoorbeeld maatregelen om binge-drinken tegen te gaan zoals: een verbod op het verkopen van meters bier, prijs frisdrank lager dan bierprijs, afspraken maken rondom happy hours, zorgen voor deskundig personeel. Of maatregelen rondom drugs zoals: fouilleerbeleid, verbod op gebruik, opstellen van huisregels & bekendmaking. • Toename van het bezoek aan de testservice uitgaansdrugs. • Afname van het aantal ongelukken van mensen die onder invloed van een bepaald middel achter het stuur kruipen. • Afname van het onder invloed van een middel onveilig vrijen. • Afname van geweldsincidenten die gepleegd zijn onder invloed. • Afname van acute gezondheidsverstoringen als gevolg van middelengebruik. • Bewustwording onder jongeren van de risico’s van combi-gebruik of stapelen van XTC-pillen. • Toename van inachtneming van schadebeperkende maatregelen bij XTC-gebruik: zoals het nemen van voldoende vocht, zout en rust. Verder gelden per interventie specifieke doelstellingen. Probeer doelstellingen zoveel mogelijk SMART te formuleren: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en binnen een duidelijk Tijdsbestek. Bijvoorbeeld de doelstelling ‘Toename van het bezoek aan de testservice uitgaansdrugs’ wordt, SMART geformuleerd: ‘Binnen 1 jaar is het bezoek aan de testservice uitgaansdrugs met 20% toegenomen (van 250 naar 300 bezoekers)’
43
Bijlage 1
Bijlage 2. De community-benadering Er is steeds meer bewijs dat community-interventies effectief kunnen zijn in het reduceren van problemen rondom middelengebruik in een bepaalde community. Buitenlands onderzoek lijkt uit te wijzen dat de combinatie van verschillende interventies effectiever is dan het implementeren van op zichzelf staande losse interventies (3,51). Bijvoorbeeld in een community-interventie bestaande uit verscheidene mediacampagnes, ondersteuning van café- en restauranthouders, versterking van het verkoopverbod aan minderjarigen en uitbreiding van verkeerscontroles daalde de hoeveelheid geconsumeerde drank, het aantal malen dat men onder invloed reed, het aantal nachtelijke verkeersongevallen en het aantal EHBO-aanmeldingen bij ziekenhuizen significant (52). Wij kwamen in de literatuur grofweg twee benaderingen van de community-aanpak tegen die elkaars tegenpolen vormen. De waarheid ligt waarschijnlijk ergens in het midden. Bottom-up benadering De kenmerken zijn participatie van de doelgroep, doelen en interventies liggen niet vast, empowerment, intersectorale samenwerking en omgevingsgerichte strategie (53,54). Top-down benadering Op basis van een risicoprofiel van een wijk worden doelstellingen geformuleerd en verschillende interventies aangeboden. In deze benadering kunnen ook participatie van de doelgroep, intersectorale samenwerking en omgevingsgerichte interventies een rol spelen. Het Communities That Care project is hier een voorbeeld van (55). Community-benadering en Uitgaan en Drugs Van dé community-benadering blijkt geen sprake te zijn. Meestal is er sprake van een mix van principes en ideeën. ‘Er bestaat geen bottom-up zonder top-down’ (56). In zo’n gemengde benadering worden bijvoorbeeld de doelen van tevoren vastgesteld, maar wordt veel belang gehecht aan draagvlak bij de stakeholders door middel van een klankbordgroep samengesteld vanuit de gemeenschap. Het project Uitgaan en Drugs kan gezien worden als een mix van een bottom-up en een top-down gerichte community-benadering. Wij kiezen voor de term ‘integrale benadering’ omdat de term ‘communitybenadering’ niet eenduidig is en verwarring kan oproepen.
Handboek Uitgaan en Drugs
44
Bijlage 3. Evaluatieformulier cursus of training 1.
Kun je voor elk van de doelstellingen van de cursus aangeven in hoeverre het programma wat jou betreft heeft bijgedragen aan het behalen van de doelstellingen?
Doelstelling gehaald?
Ja, zeer
Ja
Deels
Nee
Totaal niet
Matig
Slecht
Hier worden de doelstellingen van de cursus of training neergezet.
2.
Wil je jouw oordeel geven over de verschillende onderdelen van de cursus?
Oordeel
Zeer goed
Goed
Voldoende
Hier is ruimte voor de verschillende onderdelen van de cursus of training.
3.
Heb je onderdelen gemist tijdens de cursus?
4.
Waren onderdelen overbodig?
5.
Heb je suggesties ter verbetering? (t.a.v. inhoud, presentatie, etc.)
45
Bijlage 3
6.
Welk algemeen waarderingscijfer geef je aan de cursus? (cijfer omcirkelen; 1 = negatief, 10 = positief). 1
7.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ruimte voor overige opmerkingen
Bedankt voor het invullen!
Handboek Uitgaan en Drugs
46
Bijlage 4. Mogelijke evaluatie-indicatoren voor een Uitgaan en Drugs project Deze lijst van evaluatie-indicatoren kun je gebruiken bij de opzet van een procesevaluatie- of een effectonderzoek. Per projectonderdeel wordt een aantal punten genoemd waarop je zou kunnen evalueren. Hiervoor is het nodig dat je deze gegevens registreert of onderzoekt. Sommige gegevens zijn gemakkelijker boven tafel te krijgen dan andere. Zo kun je gemakkelijker het aantal deelnemers van een cursus tellen, dan de afname van het aantal geweldsdelicten of een toename van kennis. Het eerste voorbeeld vergt een eenvoudige registratie, het tweede voorbeeld een registratie van incidenten en het derde voorbeeld een experimenteel onderzoek. Deze lijst van evaluatie-indicatoren is gebaseerd op doelstellingen van een Uitgaan en Drugs project en Burkhart, 2003 (57). Op welke indicatoren voor de evaluatie van een Uitgaans en Drugs project je keuze valt, is afhankelijk van de lokaal opgestelde doelstellingen. Om deze reden is de lijst ook niet uitputtend; er zijn meer evaluatie-indicatoren te bedenken.
1. Integrale aanpak Uitgaan en Drugs • Activiteiten die ondernomen zijn in het kader van een Uitgaan en Drugs project o Probleemanalyse (Scanner of andere methodiek) o Projectplan o Netwerken o Advisering gemeenten o Advisering horecaondernemingen o Voorlichting aan uitgaanders o Cursus Personeel o EHBD-u training o Testen van uitgaansdrugs • Omschrijving van het betreffende uitgaansgebied of uitgaanssetting (aard en aantal horecaondernemingen) • Belemmeringen en succesfactoren in de implementatie • Verbeterpunten 2. • • • • • •
Samenwerkingspartners Instanties en personen Netwerkoverleggen (bijv. Veilig Uitgaan) Hoe verloopt de samenwerking? Is er een samenwerkingscontract of convenant afgesloten? Welke afspraken zijn gemaakt? Wat heeft de samenwerking opgeleverd? Hoe beoordeelt de horecaondernemer de deskundigheid en dienstverlening door IVZ/GGD?
3. Gemeentelijk beleid • Beleidsvoornemens wat betreft preventie in het uitgaanscircuit in de nota lokaal gezondheidsbeleid, lokaal horecabeleid, jeugdbeleid • Beleidsmaatregelen in het lokale alcoholbeleid (bijvoorbeeld aandacht voor preventie, voor alcoholmarketing, sluitingstijden, toelatingsbeleid, schenkbeleid, aandacht voor taxivervoer, laagdrempelige hulp, …) • Beleidsmaatregelen in het lokale drugsbeleid in het uitgaanscircuit (bijvoorbeeld aandacht voor preventie, veiligheidsstandaarden (e.g. implementatie van Stadhuis en House), deurbeleid, monitoring incidenten, temperatuur, lawaai in het uitgaanscircuit, …)
47
Bijlage 4
4. Uitgaansomgeving en beleid • Aard en aantal gesprekken die zijn gevoerd met horecaondernemers over een veilige en gezonde uitgaansomgeving • Implementatie van harm reduction strategieën zoals: o Chill-out room o Verstrekking gratis water (aantal waterfaciliteiten) o Goede ventilatie (aantal airconditioners) o Plastic glazen, ‘veilig glas’ o Condoomautomaat o Taxiservice o Beschikbaarheid van oordoppen o Maximaal aantal bezoekers toelaten • Verankering van deskundigheidsbevordering in beleid (cursus personeel, EHBD-u) • Frisdrank goedkoper gemaakt dan het bier, meters bier uit het assortiment halen • Huisregels (bijvoorbeeld verbod op gebruik en dealen drugs, identificatie leeftijd, gedragsregels, …) • Fouilleerbeleid • Niet-rokenbeleid op de dansvloer • Polsbandjessysteem om leeftijd te controleren 5. • • • • • • • • • • • •
Voorlichting aan uitgaanders Aantal infocards (& in welke setting voor welke doelgroep) Aantal folders (& in welke setting voor welke doelgroep) Aantal links naar www.uitgaanendrugs.nl Welke materialen worden veel meegenomen, welke weinig? Aantal infocards dat aan het einde van de avond op de vloer achterblijft Reacties van het publiek Tevredenheid over het product bij onderneming Tevredenheid over de ondersteuning van IVZ of GGD Knelpunten Verbeterpunten Mogelijkheid en wenselijkheid van continuering van de interventie Inzet peerteam (is dit ingezet, hoeveel mensen bereikt, reacties publiek)
6. • • • • •
Cursus personeel Aantal cursussen Beschrijving onderneming en functies cursisten Aantal deelnemers Onderwerpen die zijn behandeld Evaluatiegegevens van de cursussen (nameting, of voor- en nameting): o Behalen van de doelstellingen van de cursus (kennisvermeerdering, vaardigheden, …) o Tevredenheid o Verbeterpunten Verbetering beleid in de praktijk (bijvoorbeeld deelnemers weten hoe te handelen bij agressie of incidenten met middelen, vermindering agressie of incidenten, maatregelen invoeren tbv niet schenken aan jongeren onder 16 of dronken bezoekers, opstellen huisregels, signaleren problemen, …)
•
Handboek Uitgaan en Drugs
48
7. • • • • •
•
8. • • • • • •
EHBD-u training Aantal cursussen Beschrijving onderneming en functies cursisten Aantal deelnemers Onderwerpen die zijn behandeld Evaluatiegegevens van de cursussen (nameting, of voor- en nameting): o Behalen van de doelstellingen van de cursus (verhoging kennis middelen, omgevingsfactoren, instanties om naar door te verwijzen) o Tevredenheid o Verbeterpunten Verbetering eerste hulp bij drugsongelukken in de praktijk (bijvoorbeeld signaleren problemen, weten hoe te handelen bij incidenten) Testen van uitgaansdrugs Aantal pillen en andere monsters dat getest wordt Samenstelling van de pillen en andere monsters Deelname aan nationale monitoring (DIMS) en early warning systemen (Red Alert) Komen bezoekers terug? Heeft het testen invloed op het gebruik? In hoeverre gebruiken bezoekers als ze weten dat er een gevaarlijke dosis of substantie inzit?
9. Uiteindelijke doelgroep, uitgaande jongeren • Toename van kennis over risico’s • Toename van kennis over harm reduction strategieën die risico’s reduceren • Toename zo veilig mogelijk gebruik, bijvoorbeeld: o bevordering xtc-gebruik met inachtneming van schadebeperkende maatregelen als voldoende vocht, zout, rust o toename bezoek aan pillentestservice • Afname van riskant middelengebruik, bijvoorbeeld: o Afname combi-gebruik o Afname binge-drinken o Afname stapelen van pillen o Afname onder invloed aan het verkeer deelnemen (bijv. door middel van alcohol en/of drugscontrole tijdens uitgaansnacht) o Afname van geweldsincidenten onder invloed (bijv. af te meten aan de oproepen tijdens uitgaansnacht bij politie) o Afname onveilig vrijen onder invloed o Afname alcoholgerelateerde incidenten (bijv. door middel van geregistreerde gegevens van de politie, EHBO-post van het regionale ziekenhuis) • Risicoperceptie ten aanzien van middelen Eventueel nog verder operationaliseren in kennis, houding, intentie en gedrag. Een voorbeeld. Toename van bezoek aan de pillentestservice, zou je als volgt kunnen operationaliseren: - Op de hoogte zijn van het bestaan van de pillentestservice (kennis) - Een positieve houding ten opzichte van het testen van een pil bij de service (houding) - Intentie om de eerstvolgende keer dat een pil wordt gebruikt deze te laten testen (intentie) - Pil laten testen de laatste keer dat een pil was gebruikt (gedrag)
49
Bijlage 4
Bijlage 5. Stroomdiagram Uitgaan en Drugs Buitenstaander of bondgenoot (H2,3)
Stroomdiagram Uitgaan en Drugs
Buitenstaander of bondgenoot (H4)
Format projectplan
Format startnotitie Scanner Uitgaan en Drugs
Handboek Uitgaan en Drugs
4. Probleemanalyse
5. Projectplan integrale aanpak
Handboek Uitgaan en Drugs
1. Actie nav signalen?
BEGIN
ja
2. Analyse interne en externe organisatie
3. Go / no-go
ja
a
nee
Nee, bijstelling van: 6. Uitvoering preventieactiviteiten
a
7. Evaluatie
Cursus personeel
EHBD-u
Voorlichting Uitgaanders
Consultatie en advies
Regionale interventies
Interventies NIGZ Interventies STAP
Scanner Uitgaan en Drugs
Handboek Uitgaan en Drugs
8. Probleem weg?
ja
9. Onderhoud netwerk en borging resultaten
Buitenstaander of bondgenoot
Handboek Uitgaan en Drugs
EINDE
Legenda: Processtap
Beslissing
Document of interventie
Bijlage 5
50
Literatuur 1. Zinberg NE. Drug, set, and setting : the basis for controlled intoxicant use. New Haven [etc.]: Yale University Press, 1984. 2. Jansen J, Schuit AJ, Van der Lucht F. Tijd voor gezond gedrag: Bevordering van gezond gedrag bij specifieke groepen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, RIVM/VTV, 2002. 3. Cuijpers P. Three decades of drug prevention research. Drugs: Education, Prevention & Policy 2003;Vol 10(1):7-20. 4. Stichting Adviesburo Drugs. Disco en drugs: een analyse van de relatie tussen uitgaan en drugs: de discotheekeigenaar als bondgenoot van beleid. Amsterdam: Stichting Adviesburo Drugs, 1997. 5. Bellis MA, Hughes K, Lowey H. Healthy nightclubs and recreational substance use. From a harm minimisation to a healthy settings approach. Addictive Behaviors 2002;27 :1025-35. 6. Pijlman FTA, Krul J, Niesink RJM. Uitgaan en veiligheid : feiten en fictie over alcohol, drugs en gezondheidsverstoringen. Utrecht: Trimbos-instituut, 2003. 7. Hunt N. A review of the evidence-base for harm-reduction approaches to drug use. Londen: Imperial College / Release, 2003. 8. Loxley W, Toumbourou JW, Stockwell T, Haines B, Scott K, Godfrey C et al. The prevention of substance use, risk and harm in Australia. Canberra: The National Drug Research Institute and the Centre for Adolescent Health, 2004. 9. Mrazek PJ, Haggerty RJ. Reducing risks for mental disorders : frontiers for preventive intervention research. Washington: National Academy Press, 1994. 10. Lemmers L, Riper H. Scanner Uitgaan en Drugs. Handleiding voor preventieprofessionals. Utrecht: Trimbos-instituut, 2005. 11. Sannen A, De Groot C, Schutte A. Buitenstaander of bondgenoot : tips voor samenwerken in het uitgaanscircuit. Utrecht: Trimbos-instituut, 2005. 12. Krul J, Sannen A. EHBD-u, Training Eerste Hulp bij Drugsincidenten in het uitgaanscircuit. Groningen/Utrecht: Educare/Trimbos-instituut, 2005. 13. Van Hasselt N, Jacobs KJ. Voorlichting uitgaanders : handvatten voor preventieprofessionals. Utrecht: Trimbos-instituut, 2005. 14. KPMG. Dance in Nederland: De betekenis en impact van dance op de Nederlandse economie en maatschappij: een verkenning. Amstelveen: KPMG Special Services, 2002. 15. VNP. Beleidsplan poppodia 2005-2008. Amsterdam: Vereniging Nederlandse Poppodia, 2004. 16. KHN, Nightlife Magazine. De discotheek in de maatschappij. Leeuwarden: Uit de kunst B.V., 2004. 17. Mulder J. Indrinken op eigen erf: landelijk veldonderzoek naar jongerenontmoetingsplekken in een semi-particuliere omgeving. Utrecht: STAP, 2005. 18. CBS. Jeugd, cijfers en feiten 2003. Voorburg/Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek, 2003. 19. SCP. Rapportage jeugd 2002. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau, 2003. 20. Abraham MD, Kaal HL, Cohen PDA. Licit and illicit drug use in the Netherlands, 2001. Amsterdam: CEDRO, 2002. 21. Van de Wijngaart GF, Braam R, de Bruin D, Fris M, Maalste NJM, Verbraeck HT. Ecstasy use at large-scale dance events in the Netherlands. Journal of Drug Issues 1999;Vol 29(3):679702. 22. Ter Bogt, T. and Engels, R. Partying hard. Party Style, motives for and effects of MDMA use at rave parties. 2003. 23. Fendrich M, Wislar JS, Johnson TP, Hubbell A. A contextual profile of club drug use among adults in Chicago. Addiction 2003;Vol 98(12):1693-703.
51
Literatuur
24. Yacoubian GS, Boyle C, Harding CA, Loftus EA. It's a rave new world: Estimating the prevalence and perceived harm of ecstasy and other drug use among club rave attendees. Journal of Drug Education 2003;Vol 33(2):187-96. 25. Zwart WM, Monshouwer K, Smit F. Jeugd en riskant gedrag : kerngegevens 1999: roken, drinken, drugsgebruik en gokken onder scholieren vanaf tien jaar. Utrecht: Trimbos-instituut, 2000. 26. Monshouwer K, Van Dorsselaer S, Gorter A, Verdurmen J, Vollebergh W. Jeugd en riskant gedrag. Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek 2003. Utrecht: Trimbos-instituut, 2004. 27. Bureau NDM. Jaarbericht Nationale Drug Monitor 2002. Utrecht: Trimbos-instituut, 2002. 28. Bieleman B, Biesma S, Kruize A, Snippe J. Monitor alcoholverstrekking jongeren 2003. Groningen: Intraval, 2004. 29. Bureau NDM. Nationale Drug Monitor. Jaarbericht 2003. Utrecht: Trimbos-instituut, 2003. 30. Smit F, Monshouwer K, Verdurmen J. Polydrug use among secondary school students: combinations, prevalences and risk profiles. Drugs: education, prevention and policy 2002;9:355-65. 31. Bieleman B, Maarsingh H, Meijer G, Ten Den C. Aangeschoten wild : onderzoek naar jongeren, alcohol, drugs en agressie tijdens het uitgaan. Groningen: INTRAVAL, 1998. 32. Scholey AB, Parrot AC, Buchanan T, Hefferman TM, Ling J, Rodgers J. Increased intensity of Ecstasy and polydrug usage in the more experienced recreational Ecstasy/MDMA users: A WWW study. Addictive Behaviors 2004;29:743-52. 33. Korf DJ, Nabben T, Leenders FRJ. GHB : tussen extase en narcose. Amsterdam: Rozenberg Publishers, 2002. 34. Korf DJ, Nabben T, Benschop A. Antenne 2002, trends in alcohol, tabak en drugs bij jonge Amsterdammers. Amsterdam: Rozenberg Publishers, 2003. 35. DIMS. Jaarbericht 2003 Drugs Informatie en Monitoring Systeem. Utrecht: Trimbos-instituut, 2004. 36. Van Gorcum TF, Van Velzen AG, Van Riel AJHP, Meulenbelt J, De Vries I. Acute vergiftigingen bij mens en dier. Bilthoven: RIVM, 2003. 37. Hoaken PNS,.Stewart SH. Drugs of abuse and the elicitation of human aggressive behavior. Addictive Behaviors 2003;28:1533-54. 38. Lemmers L, Riper H, Cuijpers P. Alcohol en uitgaansgeweld. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid 2005;60:395-410. 39. Boles SM,.Miotto K. Substance and violence: A review of the literature. Aggression & Violent Behavior 2003;8:155-74. 40. Van der Linden J, Knibbe RA, Verdurmen J, Van Dijk AP. Geweld bij uitgaan op straat. Algemeen bevolkingsonderzoek naar de invloed van alcohol- en drugsgebruik. Maastricht: Universiteit Maastricht, 2004. 41. Van der Linden J, Knibbe RA, Joosten J. Daders en slachtoffers aan het woord. Een exploratief onderzoek naar uitgaansgeweld. Maastricht: Universiteit Maastricht, 2004. 42. Singer LT, Linares TJ, Nitri S, Henry R, Minnes S. Psychosocial profiles of older adolescent MDMA users. Drug and Alcohol Dependence 2004;74:252. 43. Cook RL,.Clark DB. Is there an association between alcohol consumption and sexually transmitted diseases? A systematic review. Sexually Transmitted Diseases 2005;32:156-64. 44. Mathijssen MPM, Koornstra MJ, Commandeur JJF. Het effect van alcohol-, drugs- en geneesmiddelengebruik op het letselrisico van automobilisten. Leidschendam: Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV, 2002. 45. Mathijssen MPM. Drug-, medicijn-, en alcoholgebruik onder automobilisten in Nederland 1997/1998. Leidschendam: Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid, 1999. 46. Lamers CTJ. Influence of marijuana and ecstasy (MDMA) on cognitive function and driving performance, proefschrift. Maastricht: Universiteit van Maastricht, 2004. Handboek Uitgaan en Drugs
52
47. Lamers CTJ, Ramaekers JG, Muntjewerff ND, Sikkema KL, Samyn N, Read NL et al. Dissociable effects of a single dose of ecstasy (MDMA) on psychomotor skills and attentional performance. Journal of Psychopharmacology 2003;17:379-87. 48. Molleman GRM, Peter LWH, Hosman CMH, Hommels LM, Ploeg MA, Kok HH et al. De Preffi 2.0: Systematische ontwikkeling van een kwaliteitsinstrument voor gezondheidsbevordering. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen 2003;81:247-55. 49. Ministerie van VWS. Stadhuis en House. Handreikingen voor gemeentelijk beleid inzake grootschalige manifestaties en uitgaansdrugs. Rijswijk: Ministerie van VWS, 1995. 50. Webster.R., Goodman M, Whalley G. Safer Clubbing: Guidance for licensing authorities, club managers and promotors. London: Drug Prevention Advisory Service, Home Office, 2002. 51. NIDA. Preventing drug use among children and adolscents. A research-based guide for parents, educators and community leaders. Second edition. Maryland: National Institute on Drug Abuse, 2003. 52. Holder HD, Gruenewald PJ, Ponicki WR. Effect of community based interventions on highrisk drinking and alcohol-related injuries. JAMA 2000;2341-7. 53. NIGZ. Factsheet. De communitybenadering: een kwestie van passen en meten. Woerden: NIGZCentrum Kennis en Kwaliteit, 2004. 54. Rootman I, Goodstadt M, Hyndman B. Evaluation in health promotion : principles and perspectives. Kopenhagen: WHO, 2001. 55. Hawkins JD, Catalano RF, Arthur MW. Promoting science-based prevention in communities. Addictive Behaviors 2002;27:951-76. 56. Alting DEM, Bouwens JGM, Katz EC. Het evalueren van community interventies. Resultaten en conclusies van een reviewstudie naar onderzoeksmethoden en meetinstrumenten. Woerden: NIGZ/Centrum voor Review & Implementatie, 2003. 57. Burkhart G. Evaluation Indicators for Prevention in Recreational Settings. Lissabon: EMCDDA, 2003. 58. WHO. Lexicon of alcohol and drug terms. Geneve: World Health Organization, 1994.
53
Literatuur
Uitgaan en Drugs Deze handleiding is een onderdeel van het preventieproject Uitgaan en Drugs van het Trimbos-instituut. Dit project beoogt riskant gebruik van uitgaansdrugs (inclusief alcohol) te beperken. Uitgaan en Drugs stimuleert een integrale aanpak, waarbij de nadruk ligt op het creëren van een gezonde en veilige omgeving. Een goede analyse van de uitgangssituatie is hiervoor een must, evenals een goede samenwerking met partners in en rond het uitgaanscircuit. Om IVZ en GGD te ondersteunen bij drugspreventie in het uitgaanscircuit werden, in samenwerking met hen, vijf interventies ontwikkeld. De interventies kunnen in combinatie met elkaar en met andere (lokale) interventies worden ingezet. Het Trimbos-instituut zorgt voor landelijke ondersteuning bij de implementatie, via studiedagen, trainingen, consultatie en de site www.uitgaanendrugs.nl/steunpunt.
Handboek Uitgaan en Drugs Dit 'Handboek Uitgaan en Drugs - werken aan preventie van riskant alcohol- en drugsgebruik in het uitgaanscircuit' is bedoeld voor beleidsmakers en preventieprofessionals van IVZ en GGD die met het project Uitgaan en Drugs aan de slag willen gaan. Het biedt een overkoepelende introductie op de mogelijkheden van het project. Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen en problemen rondom riskant middelengebruik in het uitgaanscircuit? Wat houdt de integrale aanpak van Uitgaan en Drugs in? En hoe geef je deze vorm in de praktijk? Welke resultaten kun je gebruiken bij het evalueren van een Uitgaan en Drugs project? Het Handboek Uitgaan en Drugs geeft een antwoord op dergelijke vragen. Het biedt een onderbouwing van de integrale preventieaanpak in het uitgaanscircuit en een stappenplan waarmee je deze aanpak kunt realiseren.
Bestelinfo: De materialen van Uitgaan en Drugs kunt u bestellen bij het Trimbos-instituut, tel: 030-2971100, fax: 030-2971111, via www.trimbos.nl of via www.uitgaanendrugs.nl/ steunpunt
Overige interventies Uitgaan en Drugs • Scanner Uitgaan en Drugs. Een instrument om een goede analyse te maken van de problemen rond middelengebruik in het uitgaanscircuit en de mogelijke oplossingen daarvoor. PFG 91020, €15,-. • Buitenstaander of bondgenoot - tips voor netwerkontwikkeling in het uitgaanscircuit. Een handreiking voor instellingen die contacten willen leggen (of verbeteren) met de belangrijkste spelers in en rond het uitgaanscircuit. PFG 91019, €15,-. • Eerste hulp bij drugsincidenten in het uitgaanscircuit (EHBD-u). Een cursus die in samenwerking met Educare Groningen wordt gegeven aan regionale instellingen. Zij worden getraind om voorlichting of trainingen te geven aan personeel van horecagelegenheden of security-personeel. • Cursus Personeel. Een modulaire cursus voor horecapersoneel, zodat zij een bijdrage kunnen leveren aan een gezonde en veilige omgeving. Deze cursus is nog in ontwikkeling (dd. januari 2005). • Voorlichting Uitgaanders. Infocards wijzen uitgaanders op de website www.uitgaanendrugs.nl. De informatie over middelen die hier te vinden is, staat ook in folders die op maat worden verspreid onder uitgaanders. Doel is kennis over te dragen waarmee riskant middelengebruik kan worden beperkt. Voor IVZ en GGD is er een handleiding. PFG 91018, €15,-.