Handboek Simrad IS20 Combi Instrument Nederlands
www.simrad-yachting.com
Sw. 1.2
A brand by Navico - Leader in Marine Electronics
Handboek Simrad IS20 Combi Instrument Nederlands
Sw.1.2
Document nr:
20222899
Herziene uitgave:
B
Datum:
Maart 2008
De originele taal van dit document is Engels. In geval van enige discrepantie tussen vertaalde versies en de Engelse versie van dit document zal het Engelse document gelden als het officiële document.
Naar ons beste weten was de inhoud van deze publicatie correct ten tijde van ter perse gaan. Wij verbeteren onze producten bij voortduring en behouden ons derhalve het recht voor om producten en de documentatie te allen tijde te wijzigen. Updates van handboeken zijn beschikbaar op onze website www.simrad-yachting.com en kunnen gratis worden gedownload. © Copyright 2008 van Navico Holding AS.
Betreffende dit handboek Dit handboek is een leidraad voor het installeren en bedienen van het Simrad IS20 Combi instrument. Het handboek omvat geen aanwijzingen voor het bedienen of installeren van sensors die op het systeem aangesloten kunnen worden.
In dit handboek worden de benamingen van menu commando´s, dialoog box teksten en toetsen vet weergegeven (b.v. Hoofd menu, Setup commando, Linker toets). Belangrijke tekst die speciale aandacht van de lezer verlangt wordt als volgt geaccentueerd:
Wordt gebruikt om de aandacht van de lezer te vestigen op een opmerking of een belangrijk informatie aspect.
Wordt gebruikt als het noodzakelijk is om personeel te waarschuwen dat schade aan de apparatuur kan ontstaan of gevaar aanwezig is indien geen voorzorgen worden getroffen.
2 | IS20 Combi instrument
Contents 1 Inleiding...................................................... 7 1.1 Algemene informatie.................................7 1.2 Instrument layout.....................................7 1.3 Scherm symbolen.....................................8 1.4 IS20 systeem voorbeelden.........................8 2 Bediening.................................................. 11 2.1 De IS20 inschakelen............................... 11 2.2 Achtergrondverlichting............................ 12 2.3 Langs de data pagina´s scrollen................ 13 2.4 Bediening van het menu systeem............. 14 2.5 Blokkeren en deblokkeren van toetsen...... 16 2.6 Stroombesparing functie......................... 16 3 De log/timer functie.................................. 17 3.1 De timer functie..................................... 17 3.2 Trip log................................................. 20 3.3 Snelheid log........................................... 21 4 Standaard instellingen wijzigen..................23 4.1 Algemeen.............................................. 23 4.2 De demping factoren instellen.................. 23 4.3 Alarm setup........................................... 24 4.4 Updaten van data bronnen....................... 26 4.5 De display instellingen wijzigen................. 28 4.6 Taal selectie........................................... 29
IS20 Combi instrument | 3
4.7 Eenheden wijzigen.................................. 30 4.8 De SimNet groep setup wijzigen............... 30 5 IS20 Alarm systeem.................................. 33 5.1 Alarm indicatie....................................... 33 5.2 Een alarm bevestigen.............................. 34 5.3 Actieve alarmen bekijken......................... 34 5.4 Alarm codes........................................... 34 6 Installatie.................................................. 37 6.1 Locatie van de unit................................. 37 6.2 Fysieke installatie.................................. 37 6.3 Kabel aansluiting.................................... 39 6.4 Demo mode........................................... 45 7 Configuratie............................................... 47 7.1 Eerste keer inschakelen........................... 47 7.2 Kalibreren.............................................. 48 7.3 SimNet groepen...................................... 52 8 Onderhoud................................................. 53 8.1 Algemeen onderhoud.............................. 53 8.2 Service informatie.................................. 53 8.3 Het instrument systeem resetten............. 54 8.4 Instrument informatie tonen.................... 55 9 Reserve onderdelen................................... 57 9.1 Reserve onderdelen en extra´s................. 57 9.2 SimNet kabels en accessoires................... 58
4 | IS20 Combi instrument
10 Specificaties............................................ 59 10.1 Technische specificaties......................... 59 10.2 Tekeningen met afmetingen................... 60 10.3 Menu stroomschema............................. 61
IS20 Combi instrument | 5
Blank page
6 | IS20 Combi instrument
1 Inleiding 1.1 Algemene informatie De IS20 Combi is een instrument dat snelheid, diepte en temperatuur data toont zoals gemeten door de sensors die op het systeem zijn aangesloten. Totaal log en trip log zijn inbegrepen evenals race log en timer.
1.2 Instrument layout
De IS20 bezit een 130 * 104 pixels LCD. Het display kan worden ingesteld op een rode of witte achtergrondkleur en het contrast en het verlichtingniveau zijn instelbaar. Het instrument is voorzien van 2 SimNet connectors.
Toetsen Het instrument wordt met 6 toetsen bediend. Ze worden gebruikt om de verlichting in te stellen, te scrollen tussen data pagina´s, te werken met het menu en parameter waarden in te stellen.
Inleiding | 7
Aanraaktoetsen
Als de basis toetsbediening wordt gewijzigd dan zullen aanraaktoets symbolen boven de toetsen verschijnen als teken van de gewijzigde functie. De aanraaktoets symbolen zijn illustratief en worden beschreven bij de functies zoals deze in dit handboek de revue passeren. De volgende symbolen worden voor algemene aanraaktoetsen gebruikt:
OK
Annuleer
1.3 Scherm symbolen De volgende symbolen worden voor diepte aflezing gebruikt:
Afnemende diepte
Toenemende diepte
Diepte aflezing gemeten vanaf de kiel
Diepte aflezing gemeten vanaf de waterlijn
1.4 IS20 systeem voorbeelden De IS20 kan worden geïnstalleerd als stand-alone instrument systeem of als onderdeel van een geavanceerd instrument of besturing systeem van het schip. De afbeeldingen op de volgende twee pagina´s tonen vereenvoudigde illustraties van een basis en een uitgebreid IS20 systeem.
8 | Inleiding
IS20 Combi, Basis systeem
IS20 Combi, Basis systeem met 2 sensors
Inleiding | 9
IS20 Uitgebreid systeem
10 | Inleiding
2 Bediening
Het lezen en begrijpen van de inhoud van dit hoofdstuk is beslist noodzakelijk. De beschrijvingen en illustraties in het overige deel van dit handboek zijn gebaseerd op kennis van de gebruiker inzake toetsbediening en gebruik van de menu´s!
2.1 De IS20 inschakelen De IS20 heeft geen aan/uit schakelaar en blijft in bedrijf zolang de voeding blijft aangesloten.
De IS20 is voorzien van een stroombesparende functie. Zie pagina 14.
Na activering van de voeding toont een opstart pagina: -- Product naam -- Serie nummer -- Software versie -- Datum verschijning Na ongeveer 5 seconden is het instrument in werking.
Eerste keer opstarten Voordat de IS20 gebruiksgereed is dient het te worden geconfigureerd zoals beschreven in Configuratie, pagina 45 en navolgend.
Het IS20 instrument opnieuw starten Bij opnieuw inschakelen van de IS20 voeding zal het display direct de laatst geactiveerde pagina tonen zodra de startfase is voltooid.
Bediening
| 11
2.2 Achtergrondverlichting De display verlichting kan op elk moment worden bijgesteld. 1
Druk op de verlichting toets De Verlichting niveau overlay window zal boven op het huidige display worden afgebeeld
2
Druk op een van de hierna beschreven toetsen om het achtergrondverlichting niveau te wijzigen: a De Verlichting toets dient voor het verhogen van het verlichting niveau met steeds een stap b De Omhoog/Omlaag aanraaktoetsen dienen voor verhoging/verlaging van het verlichting niveau met steeds een stap c Met de Dag/Nacht aanraaktoets kan worden geschakeld tussen het dag en nacht profiel
Als de bijstelling niet binnen 3 seconden plaats vindt dan verdwijnt de Verlichting niveau overlay window. Zie pagina 26, De display instellingen wijzigen voor contrast en dag/nacht instellingen.
12
| Bediening
2.3 Langs de data pagina´s scrollen De IS20 Combi is met 4 instrument pagina´s voorgeprogrammeerd. Gebruik de Omhoog en Omlaag toetsen van het instrument om langs de pagina´s te scrollen. Pagina af fabriek bij eerste keer inschakelen
Bediening
| 13
2.4 Bediening van het menu systeem Vanuit het menu systeem zijn alle functies en instellingen toegankelijk door indrukken van de Menu/ Enter toets. De hoofdmenu items bieden daarna toegang tot submenu´s en diverse instellingen. De ingestelde waarden worden als regel in de rechter kolom van de window getoond maar kunnen ook worden opgesomd in een overlay window.
Unit instellingen, gepresenteerd in de rechter kolom van de window
Taal instellingen, gepresenteerd in een overlay window
Gebruik de toetsen zoals onderstaand afgebeeld voor verplaatsing in het menu systeem:
Toets
Eenmalig indrukken
Ingedrukt houden
Een selectie/parameter bevestigen Ga naar het volgende menu niveau/parameter opsomming Ga naar het voorgaande menu niveau/parameter opsomming Ga naar het vorige/volgende menu item, verhoog/verlaag de parameter waarde
14
| Bediening
Terugkeer naar normaal bedrijf en de laatste actieve data pagina
Als de basisfunctie van een toets wordt gewijzigd dan zal een aanraaktoets symbool boven die toets worden getoond om de alternatieve functie aan te duiden.
Menu illustraties
In dit handboek worden de eerste stappen in het menu gebruik als overlappende menu windows getoond. Als meer gedetailleerde illustraties vereist zijn om toetsaanslagen en schermen te tonen dan geschiedt dat als volgt:
Bediening
| 15
2.5 Blokkeren en deblokkeren van toetsen De IS20 toetsen kunnen worden geblokkeerd om onbedoelde bediening te voorkomen. +
De toets blokkeer functie wordt geactiveerd door gelijktijdig indrukken van Menu/Enter en de Verlichting toetsen. Een geblokkeerd instrument toont een hangslot symbool in de linker bovenhoek. Als bij geblokkeerde toetsen een willekeurige toets wordt ingedrukt dan verschijnt een Toets lock opheffen overlay window. De blokkeer functie wordt vervolgend opgeheven door indrukken van de Menu/Enter toets.
2.6 Stroombesparing functie De stroombesparing functie wordt geactiveerd door de Verlichting toets 3 seconden ingdrukt te houden. Een dialoog box toont hoe lang de Verlichting toets ingedrukt gehouden moet worden voordat de functie wordt geactiveerd. Als de stroombesparing is geactiveerd dan wordt het display uitgeschakeld. Elke toetsaanslag of een geactiveerd alarm zal de stroombesparing functie uitschakelen.
16
| Bediening
3 De log/timer functie 3.1 De timer functie De timer functie wordt gebruikt om tijd en afstand na een race start te meten. Indien een timer pagina wordt getoond dan wordt de basis toetsbediening vervangen door functies die met aanraaktoetsen worden afgebeeld.
De timer wordt standaard gedeeld met de onderling aangesloten SimNet units en alle timer waarden zijn identiek. De units kunnen echter ingesteld worden op separate SimNet Display groepen zoals beschreven op pagina 23.
De aanraaktoets functies worden nader beschreven in de volgende pagina´s.
Aftel tijd instellen
Bereik
Wijziging per stap
Standaard waarde
20 min - 1
1 min
5 min
Als de aftel timer op UIT wordt ingesteld dan zal de timer functie werken als een overtocht log en timer! De log/timer functie
| 17
De race timer starten
De race timer zal blijven doorlopen totdat de Stop aanraaktoets wordt ingedrukt, zelfs als de race timer pagina is vervangen door een andere pagina! Als de teller nul bereikt dan start het race log met afstand loggen. De Synchroniseer aanraaktoets wordt verwijderd en de timer functie werkt nu als race timer!
Aftel pieptonen
18
Tijd tot de start
Pieptonen
1 minuut
2
30 seconden
3
| De log/timer functie
5 - 1 seconden
1 per seconde
0
Lange pieptoon
Stoppen en herstarten van de timer Stop de timer door de Stop aanraaktoets in te drukken. -- De timer zal stoppen met tellen en de status van de aanraaktoetsen zal worden gewijzigd.
Herstart de race timer vanaf het tijdstip van stoppen door indrukken van de Start aanraaktoets.
De race timer en het race log kunnen zowel worden gestopt tijdens optellen als aftellen!
De timer resetten Een timer in de positie stop of pauze stand kan naar de preset afteltijd worden gereset door indrukken van de Reset aanraaktoets.
De timer synchroniseren De aftel timer kan op elk moment naar de meest nabije minuut worden gesynchroniseerd door op de Sync aanraaktoets te drukken.
De synchronisatie aanraaktoets zal niet verschijnen als de teller nul heeft bereikt!
De log/timer functie | 19
Het display vastzetten Het timer display kan op elk moment worden vastgezet terwijl de timer loopt. Als het display is vastgezet dan blijft de timer op de achtergrond tellen. Zet het timer display vast dor de Freeze aanraaktoets in te drukken. De Freeze aanraaktoets zal worden afgebeeld als ingedrukt
Druk nogmaals op de Freeze aanraaktoets om terug te keren naar de aftel afbeelding.
3.2 Trip log Het trip log display toont: Totaal afgelegde afstand sinds het instrument werd geïnstalleerd of werd gereset naar af fabriek instellingen Afstand en tijd sinds het trip log werd gestart of gereset
Het trip log resetten Het trip log en de tijd worden naar nul gereset door indrukken van de Reset aanraaktoets.
20
| De log/timer functie
3.3 Snelheid log Het snelheid log display toont:
Huidige snelheid Max en gemiddelde snelheid sinds het snelheid log werd gereset
Het snelheid log resetten Het snelheid log zal automatisch resetten indien de race timer actief is en terugkeren naar nul. De snelheid berekening wordt handmatig naar nul gereset door indrukken van de Reset aanraaktoets.
De log/timer functie | 21
Blanco pagina
22
| De log/timer functie
4 Standaard instellingen wijzigen 4.1 Algemeen De standaard instellingen af fabriek kunnen alle vanuit het Gebruikers instellingen commando in het Hoofd menu gewijzigd worden.
Het updaten van de instellingen zal op alle instrumenten in de SimNet groep van invloed zijn. Zie SimNet groep functie, pagina 29.
4.2 De demping factoren instellen
De demping factoren bepalen hoe snel het display zal reageren op veranderingen. Hoe hoger de demping factor, des te stabieler de display aanwijzing van het instrument zal zijn. Instelling
Bereik
Wijziging per stap
Standaard waarde
Vaarsnelh.
0-9
1
4
Diepte
0-9
1
1
Standaard instellingen wijzigen
| 23
4.3 Alarm setup De IS20 kan worden ingesteld op het geven van alarm als het schip of omgeving parameters de gekozen waarden overschrijden. De alarm bewaking wordt uitgeschakeld door de waarde op Off in te stellen.
Vaarsnelheid alarm
Wordt gebruikt om alarm te geven als de vaarsnelheid een geselecteerde waarde overschrijdt.
24
Bereik
Wijziging per stap
Standaard waarde
Off - 50 kn
1 kn
Off
50 - 60 kn
5 kn
Off
| Standaard instellingen wijzigen
Diepte alarm
Het diepte alarm kan worden ingesteld op diep en ondiep water limieten. Er kan ook een anker alarm worden ingesteld om te waarschuwen als het schip afdrijft. Er wordt alarm gegeven als gedurende een periode van 40 seconden de verandering in waterdiepte 2–3 meter bedraagt.
Het Anker alarm dient te worden uitgeschakeld als het schip niet voor anker ligt! Alarm
Verandering per stap
Bereik
Standaard waarde
Diep
Off (uit) - 650 ft
1.6-5: 5-10: 10-50: 50-100: 100-500: 500-650:
0.1 ft 0.5 ft 1 ft 5 ft 10 ft 50 ft
Off (uit)
Ondiep
Off (uit) - 320 ft
1.6-5: 0.1 ft 5-10: 0.5 ft 10-50: 1 ft 50-100: 5 ft 100-320: 10 ft
Off (uit)
Off (uit) - On (aan)
-
Off (uit)
Anker
Standaard instellingen wijzigen
| 25
4.4 Updaten van data bronnen Een data bron kan een sensor of apparaat zijn dat is aangesloten op SimNet en informatie en commando´s verstuurd naar andere SimNet apparaten. De data bronnen worden als regel bij initieel inschakelen geconfigureerd. Normaliter zal het updaten van deze data alleen nodig zijn als een nieuwe bron wordt toegevoegd of als een sensor ontbreekt (sensor storing) of als een bron is uit- of ingeschakeld.
Automatische bron update
De Auto select optie zoekt naar alle op het instrument systeem aangesloten bronnen. Als voor elk item meer dan een bron beschikbaar is dan selecteert de IS20 automatisch vanuit een interne SimNet prioriteit lijst. 1
Controleer of alle aangesloten units worden ingeschakeld
2
Druk op de Menu/Enter toets om de automatische selectie procedure te starten De gebruiker ontvangt bericht zodra het Auto selectie proces is voltooid.
26
Als voor een bron item meer dan een bron wordt aangetroffen zie dan Handmatige bron selectie, pagina 25.
| Standaard instellingen wijzigen
Handmatige bron selectie Als voor elk item meer dan een bron beschikbaar is dan kan de gewenste bron handmatig worden geselecteerd. Als voorbeeld wordt in de volgende afbeeldingen getoond hoe een kompas bron wordt gewijzigd.
De positie bron levert Snelheid Over de Grond (SOG). Selecteer de gewenste data bron en bevestig dat met de OK aanraaktoets.
Display van bron informatie
Standaard instellingen wijzigen
| 27
4.5 De display instellingen wijzigen Het display wordt aangestuurd door twee gebruiker profielen die individueel ingesteld kunnen worden. De profielen zijn het Dag en Nacht profiel. De profielen kunnen voor afleesbaarheid onder verschillende licht condities worden geoptimaliseerd en u kunt met de Licht toets snel tussen de twee wisselen. Zie Achtergrondverlichting, pagina 10. U kunt bij elk profiel: -- Het licht niveau instellen -- Witte of rode kleur licht selecteren -- Het display omzetten
-- Het contrast instellen Licht kleur en licht niveau zijn ook van toepassing op het toetsenbord!
Bereik
Wijziging per stap
9 - Off (uit)
1
3
Instelling Licht niveau Licht kleur
Wit/Rood
-
Wit (Dag) Rood (Nacht)
Omgekeerd
Ja/Nee
-
Nee
0-9
1
4
Contrast
28
Standaard waarde
| Standaard instellingen wijzigen
4.6 Taal selectie De taal wordt als regel geselecteerd als het instrument voor de eerste keer wordt ingeschakeld. Zie Eerste keer inschakelen, pagina 45. Het is echter mogelijk om op elk gewenst moment een andere taal in te stellen.
De volgende talen kunnen worden geselecteerd: -- Deutch (Duits) -- English (Engels) -- Español (Spaans) -- Français (Frans) -- Italiano (Italiaans) -- Nederlands (Nederlands) -- Norsk (Noors) -- Svenska (Zweeds) De taal namen worden in hun eigen taal alfabetisch opgesomd. Standaard taal: Engels.
Standaard instellingen wijzigen
| 29
4.7 Eenheden wijzigen
Parameter Vaarsnelheid
Opties - kn
Standaard kn
- km/h - mph Afstand
- nm
nm
- mi - km Diepte
-m
ft
- ft Temperatuur
- °C
°F
- °F
4.8 De SimNet groep setup wijzigen De SimNet groepen worden als regel geconfigureerd tijdens installatie maar kunnen op elk moment worden gewijzigd.
30
| Standaard instellingen wijzigen
SimNet groep functie De SimNet groep functie biedt algehele controle over groepen met units. Deze optie is bestemd voor grotere schepen waar veel units zijn aangesloten op het SimNet netwerk. Door meerdere units toe te wijzen aan dezelfde groep zal een functie wijziging van één unit hetzelfde effect hebben op de rest van de groep deelnemers. Onderstaande tabel toont de beschikbare SimNet groepen. Functie
Groepen
Standaard
Display
Simrad, Geen, 1-6
Simrad
Bronnen
Simrad, Geen
Simrad
Eenh.
Simrad, Geen, 1-6
Simrad
Taal
Simrad, Geen, 1-6
Simrad
Demping
Simrad, Geen, 1-6
Simrad
Alarmen
Simrad, Geen, 1-6
Simrad
Stroom sparen
Simrad, Geen, 1-6
Geen
-- Simrad: Standaard groep voor IS20 -- Geen:
Niet aan een groep toegewezen
-- 1–6:
Groep nummers
De afbeeldingen op de volgende pagina tonen hoe de instrumenten op een flybridge en in een cockpit aan aparte taal, demping en display groepen zijn toegewezen en hoe dit de setup van verschillende instrumenten beïnvloedt.
De SimNet groepen zijn geconfigureerd tijdens systeem configuratie. Nadere informatie over het instellen van groepen treft u aan in SimNet groepen, pagina 50.
Standaard instellingen wijzigen
| 31
Taal = None (Geen)
FLYBRIDGE
Verlichting = 1
Demping = 1 COCKPIT
Verlichting= 2
32
| Standaard instellingen wijzigen
5 IS20 Alarm systeem 5.1 Alarm indicatie Het alarm systeem van de IS20 Combi wordt geacti-veerd zodra enige alarm instelling wordt overschreden. Zie Alarm setup, pagina 22. Als een alarm wordt gegeven dan zal de alarm indicatie bestaan uit een alarm tekst en een hoorbaar alarm. De verschillende alarm indicaties worden in onderstaande tabel getoond.
Alarm type Vitaal alarm Belangrijk alarm Standaard alarm
Geluid Afwisselend tussen 2 tonen
Waarschuwing
Enkelvoudige pieptoon
Lichte waarschuwing
Enkelvoudige pieptoon
Licht Schakelt aan/uit
Herhaal interval 10s 20s 40s 60s
Als de IS20 Combi op andere SimNet units is aangesloten dan zal elk alarm in het systeem door het instrument worden getoond. Als geen specifieke alarm tekst wordt getoond dan verschijnt een alarm code. Zie Alarm codes, pagina 32.
IS20 Alarm systeem
| 33
5.2 Een alarm bevestigen Een alarm kan door indrukken van elke toets worden be-vestigd. De alarm indicatie (tekst, licht en geluid) wordt dan verwijderd bij alle units die behoren tot dezelfde alarm groep. Zie SimNet groep functie, pagina 29. Er zal met een vast interval een herinnering verschijnen zolang de alarm conditie blijft voortbestaan.
Een alarm dat van andere SimNet units wordt ontvangen dient te worden gecorrigeerd vanaf de unit die het alarm heeft veroorzaakt!
5.3 Actieve alarmen bekijken Een lijst van elk aanwezig alarm kan op elk gewenst moment worden getoond.
5.4 Alarm codes Als de alarm van andere op het SimNet aangesloten units wordt ontvangen dan wordt de alarm tekst niet getoond. De alarm conditie wordt dan met een code aangegeven. Een beschrijving van beschikbare codes treft u aan in de tabel op de volgende pagina. 34
| IS20 Alarm systeem
Alarm Code
Alarm
10
Ondiep water
11
Diep water
12
Anker alarm
13
Wind shift
14
Ware windsnelheid te sterk
15
Ware windsnelheid te zwak
16
Snelheid schip te laag
17
Voltage te hoog
18
Voltage te laag
19
Diepte data ontbreekt
20
Wind data ontbreekt
21
Nav data ontbreekt
22
Kompas data ontbreekt
23
Van koers
24
Roer feedback data ontbreekt (RF25)
25
Roer feedback storing (RF300)
26
Roer respons storing
27
Overbelasting aandrijving
28
Hoge temperatuur
29
Overbelasting bypass/koppeling
30
Bypass/koppeling ontkoppeld
31
Hoog stroomverbruik aandrijving
32
Laagstroomverbruik aandrijving
33
Geen actieve bedieningsunit
34
Geen autopilot computer
35
ACXX Geheugen storing
36
Geen verbinding met EVC systeem
37
EVC terzijde gesteld
56
RF moet worden gekalibreerd
IS20 Alarm systeem
| 35
Blanco pagina
36
| IS20 Alarm systeem
6 Installatie 6.1 Locatie van de unit Bij montage van de IS20 dient met name te worden gelet op bescherming tegen omgevingscondities, de omgevingstemperatuur en de kabellengte. Zie pagina 57. Vermijd montage van de unit(s) in locaties waar zonlicht vrijelijk toegang heeft omdat de levensduur van het display hierdoor bekort kan worden.
6.2 Fysieke installatie Paneel montage Het montage oppervlak dient vlak en binnen 0,5 mm egaal te zijn. 1
Boor de 4 montage gaten en zaag de paneel uitsparing uit met behulp van de in het pakket meegeleverde mal
2
Gebruik de meegeleverde zelftappende 19 mm schroeven om de unit tegen het paneel te bevestigen.
3
Bevestig de vier hoekstukken van het voorpaneel
Draai de schroeven niet bovenmatig vast!
Installatie | 37
Beugel montage Voor de IS20 is optioneel een beugel leverbaar. Onderstaande illustratie toont montage details voor deze beugel.
38 | Installatie
6.3 Kabel aansluiting De IS20 kan worden aangesloten op een SimNet netwerk door gebruik van SimNet kabels.
SimNet Het SimNet kabel systeem maakt gebruik van zeer kleine pluggen aan beide kabeluiteinden voor gemakkelijke kabel routering. Voor passage door panelen en schotten zijn gaten van slechts 10 mm benodigd. De SimNet accessoire reeks omvat de nodige items voor het uitvoeren van een succesvolle installatie. Zie SimNet kabels en accessoires, pagina 56.
SimNet kabels Een SimNet unit is voorzien van twee gele SimNet connectors. Er is geen verschil tussen aparte “in” of “uit” connectors. Routeer the SimNet kabels met als richtlijn de illustraties op de pagina´s 39, 40 en 41. Kies kabels en accessoires uit de SimNet accessoire reeks. Verbind producten in een serie schakeling met twee SimNet connectors en gebruik zonodig verlengkabels en T-koppelingen. Voor kabelverlenging zijn speciale koppelstukken leverbaar.
De totale lengte van SimNet bekabeling in een systeem mag een lengte van 150 meter niet overschrijden! Als u van plan bent om uw SimNet systeem in de toekomst uit te breiden dan kunt u hierop inspelen door Installatie | 39
toevoeging van enkele T-koppelingen in centrale posities. De T-koppelingen bieden gemakkelijke toegang tot het netwerk omdat ze vervangen kunnen worden door een nieuw product of door het nieuwe product met een verlengkabel hierop aan te sluiten..
De connectors zijn waterdicht conform IP66, mits correct geïnstalleerd. Alle niet gebruikte SimNet connectors dienen te worden voorzien van een kunststof afdichtkap ter bescherming tegen vuil en vocht.
SimNet stroomtoevoer en eindpluggen Bij het installeren van SimNet dienen de volgende regels in acht te worden genomen: 1
Er dient van een separate 12V DC stroomtoevoer vanaf de accu of de zekeringenkast gebruik te worden gemaakt om interferentie te verminderen
2
Verbinding met de aansluitingen voor voeding van de Autopilot Computer dient te worden vermeden
3
Deze computer kan overigens wel stroomtoevoer naar een SimNet compatible instrument systeem verzorgen waardoor andere apparatuur via SimNet op de autopilot aangesloten kan worden, zie de illustraties op de pagina´s 39, 40 en 41.
4
SimNet dient correct te worden afgesloten met eindpluggen aan elk einde van de Simrad backbone tenzij het een klein systeem betreft (zie pagina 39).
De afsluiting van een SimNet netwerk is gerelateerd aan het aantal en type van aangesloten producten. In een klein systeem met maximaal 5 SimNet producten en totale kabellengte van 5 m SimNet backbone kabel kan worden volstaan met de SimNet stroomtoevoer kabel met ingebouwde afsluitplug (rode schijf op kabel plug). Raadpleeg voor additionele SimNet informatie het separate SimNet handboek.
40 | Installatie
Simnet netwerk, klein systeem
Installatie | 41
SimNet netwerk, middelgroot systeem
42 | Installatie
SimNet netwerk, uitgebreid systeem
Installatie | 43
1
Maximum totale lengte van SimNet kabels bedraagt 150 m.
2
Maximum lengte verlengkabels bedraagt 6 m en de totale lengte van verlengkabels bedraagt maximaal 60 m.
3
In verlengkabels mag geen serie schakeling worden toegepast.
4
De wind transducer (*) heeft een ingebouwde afsluitplug.
IS20 met een NMEA2000 netwerk verbinden Bij aansluiting op een NMEA2000 netwerk mag tussen SimNet units geen serie schakeling worden toegepast!
Gebruik de SimNet kabel (part no. 24005729) om de IS20 met een NMEA2000 netwerk te verbinden.
44 | Installatie
6.4 Demo mode De IS20 is voorzien van een demo mode die nuttig is bij demonstraties en tijdens een show.
Een actieve demo mode wordt aangegeven met een knipperende DEMO tekst in de rechter bovenhoek van de pagina. De demo indicatie zal bij de demo bron sneller knipperen dan bij units die de demo waarden aflezen. De Demo mode wordt UIT geschakeld door het menu te gebruiken zoals bovenstaand afgebeeld. Er wordt dan een automatische bron selectie uitgevoerd.
De Demo mode moet bij dezelfde unit worden uitgeschakeld als die waar de Demo mode werd ingeschakeld!
Installatie | 45
Blanco pagina
46 | Installatie
7 Configuratie 7.1 Eerste keer inschakelen Als de IS20 voor de eerste keer wordt ingeschakeld dan zal het instrument een automatische opstartfase doorlopen en toont het display achtereenvolgens: 1
Product naam, serie nummer, software versie, release datum
2
Taal selectie
3
Automatische data bron selectie
Druk op de Menu/Enter toets zodra de opstartfase is voltooid. Er verschijnt dan een display met een standaard Snelheid/Diepte/Temperatuur pagina.
Configuratie
| 47
7.2 Kalibreren Na installatie dienen bepaalde functies gekalibreerd te worden voor aanpassing aan de fysieke positie en sensor types. De kalibratie verloopt volledig via het KALIBRATIE submenu.
Snelheid schip De vorm van de romp of de locatie van de snelheid sensor kunnen tot onjuiste snelheid aflezingen leiden, reden voor het uitvoeren van een kalibratie om te zorgen dat de juiste snelheid en log aflezingen worden getoond.
48 | Configuratie
Kalibreren met snelheid over de grond Als een GPS op het systeem is aangesloten dan kan de snelheid automatisch worden ingesteld op de waarde van de snelheid over de grond. Deze instelling dient bij kalme zee te worden uitgevoerd zonder de invloed van wind of getijstroom. 1
Breng het schip op kruissnelheid (boven 5 knopen)
2
Selecteer Kalibreer w/SOG en druk op de Menu/ Enter toets om het kalibreren te starten
3
Als de kalibratie is voltooid dan wordt de Snelheid Correctie factor op 1.00 ingesteld
Handmatig de snelheid waarde instellen Als u met een onjuiste snelheid aflezing wordt geconfronteerd dan kan dit handmatig als volgt worden gecorrigeerd; -- Vergelijk de snelheid aanwijzing met die van een ander schip -- Vaar het schip met een constante snelheid over een bekende afstand in beide richtingen en bereken de gemiddelde snelheid aanwijzing Stel daarna de Snelheid Correctie factor zodanig in dat de snelheid aanwijzing correct is. Bereik
Wijziging per stap
Standaard waarde
-0.50 - +1.50
0.01
1.00
Configuratie | 49
Diepte De standaard waarde voor diepte correctie is 0,0 waarbij de getoonde diepte gelijk is aan de afstand tussen de transducer een de zeebodem (b). Zie de illustratie op de volgende pagina.
Deze waarde dient te worden vergroot of verkleind, afhankelijk van de wens of de aanwijzing aan de waterlijn of de onderzijde van de kiel gerelateerd dient te worden: -- Een negatieve correctie, gelijk aan de verticale afstand van de transducer tot de onderzijde van de kiel, zal de diepte tonen als diepte, gemeten onder de kiel (a) -- Een positieve correctie, gelijk aan de verticale afstand van de transducer tot de waterlijn, zal de diepte tonen als diepte vanaf de waterlijn (c)
50 | Configuratie
Het symbool bij de voorkant van de diepte aanwijzing geeft aan dat de diepte wordt gemeten vanaf:
de kiel
of
de waterlijn
Bereik
Wijziging per stap
Standaard waarde
Eenh.
-10 - +10
0.1
0.0
m, vt
Configuratie | 51
7.3 SimNet groepen De SimNet groep functie wordt gebruikt om overal in een groep van units de parameter instellingen aan te sturen. De functie wordt op grotere schepen gebruikt waar meerdere units zijn aangesloten op het SimNet netwerk. Door toewijzing van meerdere units aan dezelfde groep zal een parameter update van één unit hetzelfde effect op alle overige units in de groep hebben. Zie voor additionele informatie over SimNet groepen de SimNet groep functie, pagina 29 en volgende.
Instellen van het verwijs nummer van de unit Het verwijs nummer wordt gebruikt om meervoudige units van hetzelfde model te identificeren indien deze op het SimNet of een NMEA2000 netwerk zijn aangesloten. Het verwijs nummer wordt toegevoegd aan de product naam, b.v. IS20-3, voor gemakkelijke identificatie van het product.
52 | Configuratie
Bereik
Wijziging per stap
Standaard waarde
0-63
1
0
8 Onderhoud 8.1 Algemeen onderhoud De IS20 instrumenten “repareer door vervanging” units en de gebruiker behoeft daarom slechts in zeer beperkte mate preventief onderhoud uit te voeren. Als de unit schoongemaakt moet worden gebruik dan schoon water en een milde zeepoplossing (geen wasmiddel). Chemische reinigingsmiddelen en koolwaterstoffen zoals diesel, benzine, etc. dienen beslist te worden vermeden. Zorg dat alle open SimNet connectors zijn voorzien van een beschermkap (part no. 24006355). Plaats altijd de beschermkap indien de unit niet wordt gebruikt.
8.2 Service informatie Het hoofdmenu omvat een Service item voor toegang tot diverse opties voor data display die bij testen en troubleshooten van het systeem gebruikt worden.
SimNet status
Het SimNet status scherm biedt status informatie over de diverse SimNet berichten die door het systeem worden gebruikt.
Onderhoud | 53
Systeem data Het Systeem data scherm biedt data informatie over de diverse NMEA berichten die in het systeem worden toegepast.
8.3 Het instrument systeem resetten De reset opties zullen het instrument resetten naar de standaard instellingen.
Na uitvoeren van een reset dienen de Installatie en Setup procedures opnieuw te worden uitgevoerd! Er bestaan twee verschillende reset opties:
54 | Onderhoud
Lokale reset:
Reset van het geselecteerde instrument
Totale reset:
Reset van parameters van het geselecteerde instrument en alle overige units die parameters met dit instrument delen.
8.4 Instrument informatie tonen Door selectie van het Over IS20 menu item wordt een informatie window getoond met het instrument model, het software versie nummer (1.1), software release (02.05) en de datum van release.
De getoonde aanwijzing is slechts een “voorbeeld”
Onderhoud | 55
Blanco pagina
56 | Onderhoud
9 Reserve onderdelen 9.1 Reserve onderdelen en extra´s Part no.
22098784
Omschrijving
IS20 Graphic instrument voorfront
IS20 montage kit inclusief: 22096630
- 4 schroeven - 6 hoekstukken - 1 SimNet afsluitplug
22096515
IS20 Beschermkap
22096820
IS20 Montage beugel
24006355
SimNet afsluitplug
22098495
NMEA0183 Interface kabel 2.5 m
Reserve onderdelen | 57
9.2 SimNet kabels en accessoires Art. no.
Omschrijving
24005829
0.3 m SimNet kabel (SDC: 0.3M)
24005837
2 m SimNet kabel (SDC: 02M)
24005845
5 m SimNet kabel (SDC: 05M)
24005852
10 m SimNet kabel (SDC: 10M)
24005860
SimNet T-koppeling (SDJ) (3p)
24006298
SimNet Multi-koppeling (7p)
24006306
SimNet Schot T-connector
24005878
SimNet kabeldoorvoer
24005886
SimNet beschermplug
24005894
SimNet afsluitplug
24005902
2 m SimNet stroomkabel met afsluitplug
24005910
2 m SimNet stroomkabel zonder afsluitplug
24005936
AT10 Universele NMEA0183 converter
24005944
AT15 Actieve T-connector, IS15
24005928
SimNet kabel beschermdop SimNet kabel naar Micro–C mannetje
24005729
Kabel waarmee een SimNet product op een NMEA2000 netwerk wordt aangesloten
24006199
SimNet kabel naar Micro-C vrouwtjes kabel voor aansluiting van een NMEA2000 product op SimNet
24006363
SimNet kabel, 5.5 m met 1 plug
58 | Reserve onderdelen
10 Specificaties 10.1 Technische specificaties Gewicht:......................................................................0.3 kg Stroomverbruik:........................................................... 1.3 W SimNet netwerk belasting (NL):........................................ 2 NL Kleur:.......................................................................... Zwart Display: Type:.............................. LCD matrix display met verlichting Resolutie:................................................ 130 x 104 pixels Verlichting (Roof of wit):................. Instelbaar in 10 stappen Bescherming tegen omgeving: Voorzijde:................................................................. IP56 Achterkant:............................................................... IP43 Veilige afstand tot kompas:.................................0.3 m (1.0 ft.) Temperatuur: In bedrijf:...................................................... 0 tot +55 °C Opslag:.......................................................–30 tot +70 °C
Specificaties | 59
10.2 Tekeningen met afmetingen
60 | Specificaties
10.3 Menu stroomschema
Specificaties | 61
Blanco pagina
62 | Specificaties
IS20 Combi Manual NL, Doc.no.20222899, Rev.B