Handboek GDI-Vlaanderen Deel 3: Begrippenlijst
Juni 2010
Begrippenlijst
INHOUDSTAFEL 1
Inleiding ............................................................................................................. 1 1.1 1.2
2
Geografische data-infrastructuur .................................................................... 2 2.1 2.2
2.3
3
Algemene begrippen ............................................................................................................ 2 GDI-Vlaanderen ................................................................................................................... 5 2.2.1 Algemene begrippen ................................................................................................. 5 2.2.2 Organisatie ................................................................................................................ 5 2.2.3 Monitoring en rapportering ........................................................................................ 8 2.2.4 Toegang tot en gebruik van geografische gegevensbronnen en diensten ............... 9 INSPIRE ............................................................................................................................. 10 2.3.1 Algemene begrippen ............................................................................................... 10 2.3.2 Organisatie .............................................................................................................. 10
Geografische gegevens en metadata ............................................................ 13 3.1
3.2
4
Doel van de begrippenlijst ................................................................................................... 1 Organisatie van de begrippenlijst ........................................................................................ 1
Modelleren van geografische gegevens ............................................................................ 13 3.1.1 Definities .................................................................................................................. 13 3.1.2 Standaarden voor gegevensmodellering ................................................................. 14 Metadata ............................................................................................................................ 16 3.2.1 Definities uit het GDI-decreet en de INSPIRE-richtlijn ............................................ 16 3.2.2 Standaarden voor metadata .................................................................................... 17
GDI-architectuur.............................................................................................. 20 4.1 4.2
Service-georiënteerde architectuur .................................................................................... 20 Geografische diensten ....................................................................................................... 22 4.2.1 Definities uit het GDI-decreet en de INSPIRE-richtlijn ............................................ 22 4.2.2 Standaarden voor geografische diensten ................................................................ 26
Bijlage Lijst van afkortingen
ii
Begrippenlijst
INDEX —A— Algemene gegevensmodellen voor geografische informatie ............................. 13 Authentieke geografische gegevensbron ........ 3 —D— Downloaddienst ............................................. 24 —E— Enterprise Service Bus .................................. 21 —G— GDI-architectuur ............................................ 19 GDI-deelnemer ................................................ 5 GDI-knooppunt ................................................ 7 GDI-raad .......................................................... 6 GDI-Vlaanderen............................................... 5 GDI-werkgroep ................................................ 6 Gegevensmodel ............................................ 12 Gegevensspecificaties .................................. 12 Geografisch object .......................................... 3 Geografische data-infrastructuur - GDI ........... 2 Geografische dienst ........................................ 3 Geografische gegevens .................................. 2 Geografische gegevensbron ........................... 3 Geografische Service Bus ............................. 21 Geographic Markup Language (GML) .......... 13 Geoportaal ....................................................... 4 —H— Harmonisering van geografische gegevensbronnen ........................................ 4 Het agentschap AGIV ...................................... 6 —I— Implementatiespecificatie .............................. 25 INSPIRE geoportaal ...................................... 10 INSPIRE Guidance document ....................... 11 INSPIRE metadatastandaard ........................ 17 INSPIRE SDIC, LMO, Drafting team, Thematic Work group ................................................ 11 INSPIRE- uitvoeringsbepaling ....................... 11 INSPIRE-gegevensspecificaties.................... 14 INSPIRE-referentie-dataset ........................... 10 INSPIRE-richtlijn ............................................ 10 INSPIRE-thema ............................................. 10 Instantie ........................................................... 5 Interoperabiliteit ............................................... 4 ISO Metadata standaard ............................... 16 —K— Kwaliteit van netwerkdiensten ....................... 22
—M— Metadata ......................................................... 2 Metadata-editor ............................................. 16 Metadata-element ......................................... 15 Metadata-profiel ............................................ 15 Metadata-uitwisselingsbestand ..................... 16 Metagegevens ................................................ 2 Monitoren en rapportering .............................. 8 Monitoring ....................................................... 8 —N— Netwerkdienst ............................................... 21 netwerkdienst, beschikbaarheid ................... 22 netwerkdienst, capaciteit .............................. 22 netwerkdienst, prestaties .............................. 22 —O— Onrechtstreekse overdrachtdienst ................ 24 Overdrachtdienst........................................... 23 —P— Portretteren van geografische gegevens ...... 13 —R— Raadpleegdienst ........................................... 23 Raadpleegdiensten - Web Map Services (WMS) ....................................................... 26 Raadpleegtoepassing ................................... 23 Rapportering ................................................... 9 Rechtstreekse Overdrachtdienst .................. 24 Rechtstreekse overdrachtdiensten - Web Feature Services (WFS) ............................ 26 —S— Service-georiënteerde architectuur (SOA) ... 19 Stuurgroep GDI-Vlaanderen ........................... 6 —T— Toegang tot en gebruik van geografische gegevensbronnen en diensten .................... 9 Transformatiemodel ...................................... 13 —V— Verwerkingsdienst......................................... 24 Vlaamse metadatastandaard voor geografie GIS-Vlaanderen metadataprofiel............... 17 —W— Web-services ................................................ 20 —Z— Zoekdienst .................................................... 22 Zoekdiensten - Catalog Services for the Web (CS-W) ...................................................... 25 Zoektoepassing............................................. 22
iii
Begrippenlijst
1 Inleiding 1.1
Doel van de begrippenlijst
De begrippenlijst geeft een overzicht van de belangrijkste begrippen die doorheen het Handboek GDIVlaanderen aan bod komen. Elk begrip wordt verklaard aan de hand van een korte beschrijving en er wordt verwezen naar documentatie waar verdere informatie over het begrip kan gevonden worden. Deze begrippenlijst vormt Deel 3 van het Handboek GDI-Vlaanderen, en moet gelezen worden samen met de andere delen van dit handboek: Deel 1: Kader voor de uitbouw van de Vlaamse GDI Dit deel van het handboek beschrijft het kader voor de uitbouw van de Vlaamse GDI: de aanleiding, de toepasselijke wetgeving, de technologische achtergrond, enzovoort.
Deel 2: Praktische leidraad GDI-Vlaanderen Dit deel begeleidt beheerders en gebruikers van geografische gegevens bij de concrete implementatie van het GDI-decreet.
1.2
Organisatie van de begrippenlijst
De begrippenlijst is georganiseerd in volgende secties: Begrippen die gebuikt worden in het GDI-decreet en de INSPIRE-richtlijn (zie pagina 2)
Begrippen die aspecten van het beheer van geografische gegevens en metadata beschrijven (zie pagina 13)
Begrippen die de GDI-architectuur beschrijven (zie pagina 20). Via de index vooraan de begrippenlijst (pagina iii) kunnen begrippen ook op een alfabetische manier teruggevonden worden.
1
Begrippenlijst
2 Geografische data-infrastructuur 2.1
Algemene begrippen
Geografische data-infrastructuur - GDI Met de term "Geografische data-infrastructuur" (GDI) wordt het geheel aangeduid van geografische gegevens, technologie, beleid en organisatorische/institutionele afspraken dat nodig is om de beschikbaarheid van en toegang tot geografische gegevens mogelijk te maken en te vereenvoudigen. Het woord "infrastructuur" wordt gebruikt om het concept van een duurzame, ondersteunende omgeving, analoog aan bijvoorbeeld een wegen- of telecommunicatienetwerk, te promoten. De infrastructuur bestaat uit volgende GDI-componenten: metadata, geografische gegevensbronnen en diensten, technische specificaties en standaarden, afspraken omtrent de toegang tot en het gebruik van geografische gegevens en diensten, mechanismen processen en procedures voor het monitoren en de coördinatie van de infrastructuur. Harmonisatie en interoperabiliteit van de GDI-componenten zorgen ervoor dat geografische gegevens en diensten op een geïntegreerde wijze kunnen worden aangesproken en op een consistente wijze kunnen worden gecombineerd. Naast de term "Geografische data-infrastructuur", worden ook de termen "Spatial data infrastructure" '(SDI) en "Ruimtelijke data-infrastructuur" veel gebruikt. meer info: SDI Cookbook http://www.gsdidocs.org/ GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Metagegevens of Metadata Informatie waarin geografische gegevensbronnen en geografische diensten worden beschreven en die het mogelijk maakt die gegevens of diensten te inventariseren, te vinden en te gebruiken. meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Geografische gegevens Elektronische gegevens die direct of indirect verwijzen naar een specifieke locatie of een specifiek geografisch gebied. Een perceelscontour is een voorbeeld van een geografisch gegeven dat direct verwijst naar een specifieke locatie, een adres is een voorbeeld van een geografisch gegeven dat, via het gebouw of perceel waaraan het wordt toegekend, indirect verwijst naar een specifieke locatie. De INSPIRE-richtlijn spreekt van "ruimtelijke gegevens". meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn
2
Begrippenlijst
Geografische gegevensbron Een identificeerbare verzameling van geografische gegevens. De Bodemkaart is een voorbeeld van een geografische gegevensbron. De INSPIRE-richtlijn spreekt over een "ruimtelijke gegevensbron". meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Authentieke geografische gegevensbron Een authentieke geografische gegevensbron is een op elektronische wijze bijgehouden verzameling van geografische gegevens die als de meest volledige en kwalitatief hoogstaande door de Vlaamse Regering erkend is, en die nuttig of noodzakelijk is in het kader van het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer. Een authentieke geografische gegevensbron biedt kwaliteitsgaranties in verband met actualiteit, nauwkeurigheid en volledigheid; is beschreven aan de hand van metadata die conform zijn aan het GDI-Vlaanderen metadataprofiel; is raadpleegbaar via een raadpleegdienst; is overdraagbaar via overdrachtdienst (downloaddienst); is geharmoniseerd overeenkomstig de voorschriften opgelegd door de stuurgroep GDIVlaanderen. meer info: GDI-decreet EGOV-decreet Geografische dienst De bewerking van geografische gegevens die zich in geografische gegevensbronnen bevinden of de verwerking van de aanverwante metadata door middel van een computertoepassing. De AGIV metadata zoekdienst en de CRAB webservice zijn voorbeelden van geografische diensten, evenals een Web Map Service die de bodemerosiekaart aanbiedt. De INSPIRE-richtlijn spreekt van "diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens". meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Geografisch object Een abstracte voorstelling van een reëel verschijnsel in relatie tot een specifieke locatie of een specifiek geografische gebied. Een adres kan voorgesteld worden door een puntobject (xy-coördinaat). Een perceel kan voorgesteld worden door een polygoonobject dat de contouren en oppervlakte van het perceel beschrijft met een bepaalde nauwkeurigheid. De INSPIRE-richtlijn spreekt over "ruimtelijk object". meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn
3
Begrippenlijst
Interoperabiliteit De mogelijkheid om, zonder terugkerende handmatige verrichtingen, geografische gegevensbronnen zodanig te combineren en geografische diensten zodanig op elkaar in te laten werken dat het verkregen resultaat coherent is en de meerwaarde van de geografische gegevensbronnen en geografische diensten verhoogd wordt. Door gebruik te maken van standaarden kan interoperabiliteit bereikt worden. nteroperabiliteit op het niveau van de geografische gegevens wordt bereikt door de harmonisatie van geografische gegevensbronnen (zie begrip Harmonisering van geografische gegevensbronnen op pagina 4). Door interoperabiliteit is het bijvoorbeeld mogelijk dat een gebruiker kaartdiensten die door verschillende organisaties worden aangeboden kan combineren in zijn GIS software pakket, zonder dat hij wakker moet liggen van formaten of protocollen, of dat hij gegevens zelf moet converteren. meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Harmonisering van geografische gegevensbronnen Interoperabiliteit van geografische gegevensbronnen betekent dat het mogelijk moet zijn om op een consistente manier geografische gegevens en diensten uit verschillende bronnen te combineren, tussen verschillende organisaties en domeinen, tussen regio's en tussen Europese lidstaten. Harmonisatie gebeurt het best op niveau van de geografische objecten, dat wil zeggen op niveau van de afspraken over de manier waarop de "vertaling" van een verschijnsel in de werkelijkheid naar een virtueel digitaal object in een geografische databron gebeurt. Deze harmonisatie gebeurt op verschillende niveaus: semantische consistentie: welke verschijnselen worden wel en niet opgenomen in een geografische gegevensbron? Welke objecten nemen we op in de objectencatalogus? geometrische consistentie: hoe worden "werkelijke" objecten omgezet naar geometrische objecten? In welk projectiesysteem worden de gegevens opgenomen? Met welke precisie? consistentie in de aanmaak van de gegevens: hoe bouwen we een netwerk op? Hoe worden gegevens gegeneraliseerd? topologische consistentie: hoe sluiten geografische objecten op de rand van een geografische gegevensbron aan op een aansluitende gegevensbron? Hoe sluiten overlappende gegevensbronnen op elkaar aan? logische consistentie: werken we met een gemeenschappelijk data model en definitie van objecten? Daarnaast leggen de dataspecificaties ook richtlijnen vast om de gegevens te portretteren, om ze te beschrijven met metadata-elementen en om ze aan te leveren. Door gebruik te maken van een gemeenschappelijk gegevensmodel voor het thema "Hydrografie" dat overeengekomen is tussen verschillende regio's, is het mogelijk om grensoverschrijdende toepassingen te maken, waarbij de gebruiker de zekerheid heeft dat bv. het object "oever" op dezelfde wijze gedefinieerd en ingewonnen is over de grenzen heen, en dat de oevers ook over de grenzen heen aansluiten. meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Geoportaal Een internetsite die een centrale toegang verschaft tot de GDI, of een equivalent ervan. Binnen een GDI kunnen verschillende geoportalen opgesteld worden, bv. per organisatorisch niveau.
4
Begrippenlijst
Het INSPIRE geoportaal is de centrale toegang voor het Europese GDI. Via het INSPIRE geoportaal (http://www.inspire-geoportal.eu/) kan de gebruiker geografische gegevensbronnen en diensten opzoeken en de geografische gegevensbronnen bekijken van alle Europese lidstaten. meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn
2.2
GDI-Vlaanderen
2.2.1
Algemene begrippen
Zie hoofdstuk 2.1
2.2.2
Organisatie
GDI-decreet Het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-infrastructuur Vlaanderen (GDI-decreet) vervangt het GIS-decreet van 17 juli 2000 dat in de oprichting van het samenwerkingsverband GIS-Vlaanderen voorzag. Het is ook de formele verplichting van Vlaanderen om de kaderrichtlijn om te zetten in eigen regelgeving. GDI-Vlaanderen Het GDI-decreet richt een samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen op. GDI-Vlaanderen staat in voor de uitbouw en de exploitatie van de GDI van Vlaanderen. GDI Vlaanderen is georganiseerd als volgt: Deelnemers van GDI-Vlaanderen Het agentschap Stuurgroep GDI-Vlaanderen GDI-Raad meer info: GDI-decreet GDI-deelnemer GDI-deelnemers zijn de Vlaamse instanties. meer info: GDI-decreet Instantie Instantie is een begrip uit het Vlaamse decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Een bestuursinstantie heeft een ruimere invulling dan administratieve overheid. Onder bestuursinstantie worden begrepen: een rechtspersoon die is opgericht bij of krachtens de grondwet, een wet, decreet of ordonnantie; een natuurlijk persoon, een groepering van natuurlijke personen, een rechtspersoon of groepering van rechtspersonen die in hun werking bepaald en gecontroleerd worden door bovenstaande rechtspersoon;
5
Begrippenlijst
een natuurlijk persoon, een groepering van natuurlijke personen, een rechtspersoon of groepering van rechtspersonen voor zover zij door bovenstaande rechtspersoon zijn belast met de uitoefening van een taak van algemeen belang. Meer concreet zijn instanties: het Vlaams Parlement en de eraan verbonden instellingen; diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest. Daarmee worden bedoeld: ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse wetenschappelijke instellingen en alle Vlaams openbare instellingen. Ook alle nieuwe entiteiten die worden opgericht vallen hieronder; de gemeenten en districten; de provincies; gemeentelijke en provinciale instellingen die in een openbare dienst voorzien (bv. gemeentelijke vzw's, gemeentescholen, autonome gemeentebedrijven); verenigingen van provincies en gemeenten; OCMW's; polders en wateringen; de kerkfabrieken; alle andere instanties binnen het Vlaamse Gewest en de Vlaamse gemeenschap (bv. Aquafin, onderwijsinstellingen); meer info: Vlaamse decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur Het agentschap AGIV Het AGIV is verantwoordelijk voor de operationele coördinatie van de uitbouw en exploitatie van de GDI. meer info: GDI-decreet Stuurgroep GDI-Vlaanderen De stuurgroep GDI-Vlaanderen bestaat uit afgevaardigden van de deelnemers aan GDIVlaanderen. De stuurgroep bepaalt hoe de GDI in Vlaanderen zal uitgebouwd en geëxploiteerd worden. Ze zal bijvoorbeeld vaststellen aan welke functionaliteiten de GDI moet voldoen, welke geografische gegevensbronnen en diensten moeten kunnen uitgewisseld worden via de GDI. Ze zal voorstellen formuleren omtrent welke gegevensbronnen moeten evolueren naar authentieke gegevensbronnen, welke standaarden dienen gebruikt te worden, enz. meer info: GDI-decreet GDI-raad De GDI-raad bestaat uit vertegenwoordigers van diverse maatschappelijke actoren (wetenschappelijk experts, belanghebbenden uit de private sector, ...) en onafhankelijke experts. Ze heeft de opdracht om strategisch advies te geven aan de minister of de stuurgroep GDIVlaanderen over de uitbouw van de GDI. meer info: GDI-decreet
6
Begrippenlijst
GDI-werkgroep In de schoot van de stuurgroep GDI-Vlaanderen werd een werkgroep GDI-Vlaanderen (GDIwerkgroep) opgericht, die zich vooral aan de technische en organisatorische aspecten van de uitbouw van de GDI zal wijden. De GDI-werkgroep zal instaan voor het uittekenen van de architectuur van de GDI en het nodige afsprakenkader om deze te operationaliseren. GDI-knooppunt GDI-Vlaanderen wordt opgebouwd onder de vorm van een netwerk van knooppunten. Een GDIknooppunt omvat de organisatorische en technische infrastructuur voor de toegang tot en het gebruik van geografische gegevensbronnen. De geografische gegevensbronnen worden ontsloten via geografische diensten: zoekdiensten, raadpleegdiensten en overdrachtdiensten (downloaddiensten) en via het knooppunt ter beschikking gesteld. In functie van de grootte van het knooppunt en de diensten die het knooppunt aanbiedt, worden de GDI-knooppunten als volgt gecategoriseerd: mini-knooppunt Een mini-knooppunt beheert de geografische gegevensbronnen en metadata van haar organisatie en zorgt ervoor dat deze geografische gegevensbronnen en metadata ontsloten worden volgens geografische netwerkdiensten die conform zijn aan de GDI-richtlijnen. Een organisatie kan aansluiten bij een medio-knooppunt en ervoor kiezen de geografische gegevensbronnen en metadata niet zelf te ontsluiten, maar via de diensten die aangeboden worden door het medio-knooppunt. Een mini-knooppunt kan ook rechtstreeks koppelen aan een hoofdknooppunt, om op die manier de geografische gegevensbronnen en metadata beschikbaar te maken voor andere organisaties. medio-knooppunt Een medio-knooppunt is een samenwerkingsverband tussen verschillende organisaties die samen een organisatorische en technische infrastructuur opzetten. Verschillende samenwerkingsverbanden zijn mogelijk: volgens regio (een groepering van verschillende Vlaamse overheidsdiensten (bijvoorbeeld het Mercator knooppunt voor de departementen LNE, MOW, RWO), een provinciaal of interlokaal medio-knooppunt voor lokale besturen, een themagroepering (bijvoorbeeld knooppunt Vlaamse Hydrografische Atlas). Een medio-knooppunt koppelt de diensten van de aangesloten mini-knooppunten en voorziet eventueel in een zoekdienst waarmee deze diensten kunnen gevonden worden. Een medio-knooppunt koppelt aan een hoofdknooppunt om op die manier de geografische gegevensbronnen ook voor andere organisaties toegankelijk te maken. hoofdknooppunt Een hoofdknooppunt koppelt alle onderliggende medio- en mini-knooppunten en zorgt ervoor dat alle geografische diensten van die knooppunten ontsloten worden naar andere hoofdknooppunten. Het bevat een centrale zoekdienst waarmee alle de geografische gegevensbronnen en diensten kunnen gevonden worden. Een hoofdknooppunt voorziet een geoportaal, een internettoepassing die een centrale toegang verschaft tot de GDI. Het geoportaal bevat een zoektoepassing, een raadpleegtoepassing een downloadtoepassing en een beveiligingsmechanisme dat de gegevens afschermt voor oneigenlijk gebruik. In haar rol van operationele coördinator van de uitbouw en exploitatie van de GDI zet het AGIV het hoofdknooppunt op voor GDI-Vlaanderen. Hiertoe zet het AGIV een Geografische Service Bus op en het Vlaamse geoportaal. INSPIRE hoofdknooppunt Op Europees niveau is er één hoofdknooppunt, het INSPIRE hoofdknooppunt. Via het INSPIRE geoportaal van dit knooppunt is het mogelijk om toegang te krijgen tot alle geografische
7
Begrippenlijst
gegevensbronnen en diensten die in het kader van de INSPIRE-richtlijn door de lidstaten ontsloten worden. Hoofd INSPIRE
Hoofd (nationaal – Belgisch)
Hoofd (andere regio)
Medio
Mini
Hoofd (ander land)
Hoofd (AGIV)
Medio
Mini
Mini
Mini
Medio
Mini
Mini
Mini
Mini
Mini
Figuur 1: Schema van de GDI-knooppunten
2.2.3
Monitoring en rapportering
Monitoring en rapportering De Vlaamse Regering bezorgt elk jaar aan het Vlaams Parlement een rapport over de stand van zaken van de GDI en het gebruik ervan. De Vlaamse Regering rapporteert ook om de drie jaar aan de Europese Commissie. Deze informatie is belangrijk om de evolutie van de GDI-Vlaanderen en van de Europese geografische data infrastructuur op een gefundeerde manier te sturen. Deze rapporten worden publiek gemaakt via het Internet. De concrete regels i.v.m. monitoring en rapportering worden vastgelegd in de stuurgroep GDIVlaanderen. Voor de rapportering aan de Europese Commissie moeten deze regels voldoen aan het betreffende INSPIRE-uitvoeringsbepaling. meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Beschikking van de Commissie van 5 juni 2009 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft toezicht en verslaglegging (2009/442/EG) Monitoring Monitoring gebeurt op een kwantitatieve manier om een aantal indicatoren af te leiden omtrent: het bestaan van metadata voor geografische gegevensbronnen en diensten, en de conformiteit van die metadata;
8
Begrippenlijst
de geografische gegevensbronnen die worden aangeboden, hun bedekking, en conformiteit aan de dataspecificaties; de toegang tot metadata via de zoekdiensten; de toegang tot geografische gegevensbronnen via raadpleeg- en overdrachtdiensten; het gebruik van de netwerkdiensten en hun conformiteit aan de specificaties. Rapportering Rapporteren gebeurt op een kwalitatieve manier over: de coördinatie tussen leveranciers en gebruikers van geografische gegevensbronnen en diensten, inclusief de kwaliteitsbewaking; de bijdrage die de deelnemers aan GDI-Vlaanderen of derden leveren voor de werking en coördinatie van de GDI; de afspraken die tussen de deelnemers aan GDI-Vlaanderen gemaakt zijn omtrent gegevensuitwisseling; de kosten en baten van de implementatie van GDI-Vlaanderen en INSPIRE.
2.2.4
Toegang tot en gebruik van geografische gegevensbronnen en diensten
Toegang tot en gebruik van geografische gegevensbronnen en diensten Het doel van het GDI-decreet en de INSPIRE-richtlijn is om is om voor een vlotte uitwisseling van gegevens en diensten te zorgen, tussen de deelnemers van GDI-Vlaanderen, maar ook met andere instanties (Belgische en andere regionale overheden, Europese overheid en Europese lidstaten, ...), de burger en het bedrijfsleven. De grote lijnen voor de toegang tot en gebruik van geografische gegevensbronnen en diensten die toegevoegd zijn aan GDI-Vlaanderen worden vastgelegd in het GDI-decreet. Nadere toegangs- en gebruiksregels worden vastgesteld door de Vlaamse Regering op voorstel van de stuurgroep GDIVlaanderen. Voor de geografische gegevensbronnen die behoren tot één van de INSPIREthema's houden de regels rekening met de betreffende uitvoeringsbepaling van de INSPIRErichtlijn. Belangrijkste principes voor toegang en gebruik: Deelnemers aan GDI-Vlaanderen hebben kostenloos toegang tot gegevens en diensten voor het vervullen van hun taken van algemeen belang. Andere instanties: Belgische instanties (Federale en regionale overheden en instanties) hebben toegang tot de gegevens en diensten voor het uitvoeren van taken van algemeen belang. De Vlaamse Regering sluit hiertoe overeenkomsten met de federale staat, de regio's en gemeenschappen, of de instanties die ervan afhangen. Instellingen en organisaties van de Europese Gemeenschap hebben kostenloze toegang tot en gebruik van de gegevens en diensten voor het vervullen van hun taken van algemeen belang met betrekking tot het milieu. De deelnemers kunnen, in overleg met de stuurgroep GDI-Vlaanderen, vergoedingen vaststellen om hun gegevens en diensten ter beschikking te stellen aan derden. Andere organisaties krijgen toegang tot geografische gegevensbronnen en diensten via het Vlaamse geoportaal. In principe zijn alle geografische gegevensbronnen en diensten toegankelijk. Een beperking kan enkel worden ingeroepen wanneer de rechtsgang, de openbare veiligheid, de nationale defensie of de internationale betrekkingen in gevaar worden gebracht. De toegang kan ook beperkt worden
9
Begrippenlijst
indien de geografische gegevensbron informatie over geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke personen bevatten (Privacywet). Andere organisaties hebben kostenloze toegang tot en gebruik van zoek- en raadpleegdiensten. Voor overdracht- en verwerkingsdiensten kunnen de deelnemers, in overleg met de stuurgroep GDI-Vlaanderen, vergoedingen vaststellen.
2.3 2.3.1
INSPIRE Algemene begrippen
Zie hoofdstuk 2.1 INSPIRE-thema De INSPIRE-richtlijn heeft betrekking tot een aantal thematische categorieën die ondergebracht worden in de bijlagen van de richtlijn. Er zijn drie bijlagen (I, II en III). De regels en de mijlpalen die de richtlijn vastlegt kunnen verschillen van bijlage tot bijlage. Bijvoorbeeld, het thema Beschermde gebieden valt onder Bijlage I, het thema Bodemgebruik onder Bijlage II en het thema statistische eenheden onder Bijlage III, meer info: INSPIRE-richtlijn INSPIRE Website: http://inspire.jrc.ec.europa.eu/index.cfm INSPIRE-dataset De INSPIRE-richtlijn brengt geografische informatie onder in een aantal thematische categorieën die ondergebracht worden in de bijlagen van de richtlijn. Door de Vlaamse overheid en door de federale overheid worden geografische gegevensbronnen beheerd die onder één van deze thema's vallen. Een INSPIRE-dataset is de dataset die door de Belgische overheid wordt aangeduid om te voldoen aan haar INSPIRE-verplichtingen voor een bepaald thema. Het Voorlopige Coördinatie Comité (VCC), dat voor België de uitvoering van de INSPIRE-richtlijn coördineert, stelt een proces op punt om INSPIRE-datasets aan te duiden. Ze doet dit in overleg met de beheerders van de geïdentificeerde geografische gegevensbronnen. Het is mogelijk dat meer dan één geografische gegevensbron wordt aangeduid indien deze complementair zijn, bv. op basis van de toepasselijke schaalniveaus of objecten die ze bevatten. INSPIRE geoportaal Het INSPIRE geoportaal is de centrale toegang voor het Europese GDI. Via het INSPIRE geoportaal kunnen de geografische gegevens en diensten van alle Europese lidstaten worden opgezocht en geraadpleegd. Zie ook: Geoportaal Zie http://www.inspire-geoportal.eu/. meer info: INSPIRE-richtlijn
2.3.2
Organisatie
INSPIRE-richtlijn De Europese richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (INSPIRE)
10
Begrippenlijst
Met deze richtlijn wil de Europese Commissie een kader scheppen waarbij ten behoeve van het Gemeenschappelijk milieubeleid, of beleid met een directe of indirecte impact op het milieu een Europese geografische data-infrastructuur wordt opgebouwd. INSPIRE bouwt verder op de GDI's die in de 27 lidstaten van de Europese Unie worden opgericht. De richtlijn legt zich toe op 34 (ruimtelijke) thema's die een sleutelelement vormen voor het uitvoeren van milieubeleid en -toepassingen. meer info: INSPIRE-richtlijn INSPIRE Website: http://inspire.jrc.ec.europa.eu/index.cfm INSPIRE-uitvoeringsbepaling De INSPIRE-richtlijn wordt voor de specifieke actieterreinen (Metadata Dataspecificaties, Netwerkdiensten, Toegang en gebruik, en Monitoring en rapportering) geconcretiseerd door middel van uitvoeringsbepalingen (Implementing Rules). De uitvoeringsbepalingen worden goedgekeurd en aangenomen door de Commissie en gepubliceerd in het Officieel Publicatieblad van de EU. INSPIRE-uitvoeringsbepalingen zijn dus bindend. Het opstellen van de verschillende uitvoeringsbepalingen en de voorlegging ervan aan het INSPIRE-comité gevolgd door de goedkeuring („aanneming‟), gebeuren gefaseerd. De gefaseerde aanpak komt o.a. naar voor in de deadlines die in de uitvoeringsbepalingen zelf worden opgelegd. meer info: INSPIRE Website: http://inspire.jrc.ec.europa.eu/index.cfm INSPIRE Guidance document De INSPIRE-uitvoeringsbepalingen worden ondersteund door bijhorende technische documenten: INSPIRE Technical Guidance. De documenten geven verdere technische beschrijvingen en aanbevelingen om de uitvoeringsbepaling te realiseren. meer info: INSPIRE Website: http://inspire.jrc.ec.europa.eu/index.cfm INSPIRE SDIC, LMO, Drafting team, Thematic Work group De INSPIRE-richtlijn voorziet dat alle betrokken partijen - gebruikers, leveranciers, dienstverleners en coördinatie-instanties - kunnen bijdragen tot de regels en afspraken voor de uitvoering van de INSPIRE-richtlijn. Mogelijke bijdragen zijn bv. het aanbieden van referentiemateriaal, deelnemen aan consultatierondes, voorstellen bespreken en becommentariëren. SDICs - Spatial Data Interest Communities - groeperen organisaties rond een bepaald interessegebied (thematisch, geografisch, type gebruik, technologisch, …), zij brengen hun expertise te samen. Voorbeelden van SDIC's zijn: Belgian Environmental Information System (EIONET-be), Federaal Platform voor Geo-Informatie, SDI-GIS Flanders. LMOs - Legally Mandated Organisation - zijn overheidsinstanties uit de Europese lidstaten die een wettelijk mandaat hebben om binnen hun gebied één of meer componenten van een nationale of regionale GDI uit te bouwen. Voorbeelden van LMO's zijn: het AGIV, het NGI, ... Drafting Teams De drafting teams maken de voorstellen op voor de uitvoeringsbesluiten van de INSPIRE-richtlijn. Ze worden per topic samengebracht en zijn samengesteld uit experts die afgevaardigd zijn door de SDIC's en LMO's. Een drafting team verzamelt en analyseert hiertoe alle mogelijk relevant materiaal voor de topic die aangebracht worden door alle betrokken SDIC's en LMO's. Voorbeeld is het Drafting team voor INSPIRE metadata.
11
Begrippenlijst
Thematic workgroup Thematische werkgroepen assisteren bij de opmaak van de technische gegevensspecifcaties voor de thema's uit de INSPIRE-richtlijn. De Thematische werkgroepen zijn samengesteld uit experts die afgevaardigd zijn door de SDIC's en LMO's, gespecialiseerd in te betreffende thema's. meer info: INSPIRE-richtlijn
12
Begrippenlijst
3 Geografische gegevens en metadata 3.1 3.1.1
Modelleren van geografische gegevens Definities
Geografische gegevens Zie pagina 2 Geografisch object Zie pagina 3 Dataspecificaties Dataspecificaties beschrijven in detail een gegevensbron. Samen met aanvullende informatie maken dataspecificaties het mogelijk om geografische gegevens te creëren volgens gemaakte afspraken, ze te onderhouden, ze aan andere gebruikers aan te leveren en ze te gebruiken in toepassingen. Gegevensmodel Dataspecificaties worden vastgelegd in een gegevensmodel (of data schema). Een conceptueel gegevensmodel is een modelmatige samenvatting van een gegevensverzameling en drukt de informatie-behoeften uit voor de gebruikers van de informatie. Het legt vast welke gegevens in een informatiesysteem vastgelegd kunnen worden, hoe deze gegevens gestructureerd zijn en wat de verbanden zijn tussen die gegevens. Een conceptueel gegevensmodel wordt meestal uitgedrukt in een de Unified Modeling Language (UML).
Figuur 2: Extract uit het UML model voor "PhysicalWaters" (INSPIRE thema Hydrografie)
13
Begrippenlijst
Transformatiemodel Om geografische gegevens van het ene gegevensmodel naar het andere gegevensmodel om te zetten, wordt een transformatiemodel gebruikt. Een transformatiemodel beschrijft hoe de objectendefinities, objectrelaties, objectkenmerken en coderingswijze van het ene gegevensmodel naar het andere worden omgezet. Een transformatiedienst gebruikt een transformatiemodel om een geografische gegevensbron om te zetten van een bekend bronmodel naar een bekend bestemmingsmodel.
3.1.2
Standaarden voor gegevensmodellering
Algemene gegevensmodellen voor geografische informatie De internationale organisaties ISO en OGC hebben voor het domein van de geografische informatie algemene gegevensmodellen en schema's vastgelegd. De ISO 19107 standaard specificeert het conceptuele schema voor het beschrijven van de ruimtelijke kenmerken van geografische objecten en de ruimtelijke operatoren die samen met deze objecten kunnen gebruikt worden. De ISO 19109 bepaalt de regels om toepassingschema's te creëren en te documenteren. Om een conceptueel gegevensmodel te gebruiken in een databank of softwaretoepassing wordt het conceptueel gegevensmodel omgezet naar een fysisch gegevensmodel, geschikt voor een specifieke softwaretoepassing. meer info: ISO 19107 - Geographic information -- Spatial schema ISO 19109 - Geographic information -- Rules for application schema Geographic Markup Language (GML) Om geografische gegevens uit te wisselen wordt een UML gegevensmodel gecodeerd onder de vorm van een XML schema. De Geographic Markup Language GML is een XML codering voor de representatie van geografische gegevens. GML definieert XML codering voor het overbrengen en opslaan van geografische informatie, waaronder zowel de geometrie als de eigenschappen van geografische objecten. GML is een zeer uitgebreide en algemene taal om alle mogelijke geografische concepten uit te drukken. Een GML Application Profile of GML toepassingsschema is de toepassing van de algemene GML op een specifiek geografisch domein, of voor een specifieke toepassing met een geografische component. GML wordt voornamelijk ontwikkeld door het OGC (huidige versie 3.2.1) en is gepubliceerd als internationale ISO standaard ISO 19136. meer info: ISO 19136 - Geographic information -- Geography Markup Language (GML) OGC Geography Markup Language (GML) Encoding Standard, version 3.2.1 Portretteren van geografische gegevens Geografische gegevens worden op kaart weergegeven aan de hand van een legende en een stijl (symbologie). Dat is het portretteren van geografische gegevens. Het OGC heeft een taal ontwikkeld om de legende en stijl voor geografische gegevens vast te leggen. De Symbology Encoding Standard geeft de algemene methodologie. Een specifieke stijl wordt vastgelegd in een Styled Layer Descriptor (SLD) bestand. Door gebruik te maken van een SLD-bestand kan de legende en stijl voor een geografische gegevensbron eenduidig worden vastgelegd.
14
Begrippenlijst
meer info: OGC Symbology Encoding Implementation Specificatio OGC Styled Layer Descriptor Profile of the Web Map Service Implementation Specification INSPIRE-dataspecificaties Geografische gegevensbronnen die horen onder een INSPIRE-thema, moeten geharmoniseerd worden volgens de INSPIRE-dataspecificaties. Voor ieder thema wordt een INSPIRE dataspecificatie uitgewerkt door de betreffende INSPIRE thematische werkgroep. Om dit proces te stroomlijnen heeft INSPIRE een kader opgezet dat de algemene richtlijnen uitzet om de geografische gegevens te modelleren, het INSPIRE Conceptual Modeling Framework. Dit kader omvat: een generisch conceptueel model (documentatie en UML model) technische richtlijnen voor het coderen van geografische gegevens een methodologie voor het ontwikkelen van dataspecificaties de definitie van de thema's in bijlage van de INSPIRE-richtlijn een objectencataloog een begrippenlijst Naast het eigenlijke gegevensmodel leggen de INSPIRE-dataspecificaties ook vast op welke manier de geografische gegevens dienen geportretteerd te worden. Voor de thema's uit de INSPIRE bijlage I werden de INSPIRE-dataspecificaties reeds opgesteld. meer info: Generic Conceptual Model, version 3.1(D2.5) http://inspire.jrc.ec.europa.eu/reports/ImplementingRules/DataSpecifications/D2.5_v3.1.pdf Guidelines for the encoding of spatial data, version 3.0 (D2.7) http://inspire.jrc.ec.europa.eu/reports/ImplementingRules/DataSpecifications/D2.7_v3.0.pdf Methodology for the development of data specifications: version 3.0 (D 2.6) http://inspire.jrc.ec.europa.eu/reports/ImplementingRules/DataSpecifications/D2.6_v3.0.pdf Definition of Annex Themes and Scope, version 3.0 (D2.3) http://inspire.jrc.ec.europa.eu/reports/ImplementingRules/DataSpecifications/D2.3_Definition_of _Annex_Themes_and_scope_v3.0.pdf INSPIRE Consolidated UML model http://inspire-twg.jrc.ec.europa.eu/inspire-model INSPIRE Feature Concept Dictionary http://inspire-registry.jrc.ec.europa.eu/registers/FCD INSPIRE Glossary http://inspire-registry.jrc.ec.europa.eu/registers/GLOSSARY INSPIRE-dataspecificaties http://inspire.jrc.ec.europa.eu/index.cfm/pageid/2 INSPIRE Data Specification on Protected Sites - Guidelines INSPIRE Data Specification on Transport Networks - Guidelines INSPIRE Data Specification on Cadastral Parcels - Guidelines INSPIRE Data Specification on Geographical Names - Guidelines INSPIRE Specification on Geographical Grid Systems - Guidelines INSPIRE Specification on Coordinate Reference Systems - Guidelines INSPIRE Data Specification on Administrative Units - Guidelines INSPIRE Data Specifications on Addresses - Guidelines INSPIRE Data Specification on Hydrography - Guidelines
15
Begrippenlijst
3.2 3.2.1
Metadata Definities uit het GDI-decreet en de INSPIRE-richtlijn
Metagegevens of metadata zie pagina 2 Metadata-element Metadata worden opgebouwd door metadata-elementen. De structuur van de metadata-elementen wordt vastgelegd in een metadatamodel. Sommige elementen dienen verplicht ingevuld te worden, andere zijn optioneel. Sommige elementen kunnen herhaald worden, andere elementen komen slechts één keer voor. Elementen kunnen met elkaar verbonden zijn door middel van (hierarchische) associaties. Voor sommige elementen bestaan codelijsten of enumeraties. Voorbeelden van metadata-elementen zijn:
Identificatie: Via deze elementen wordt een geografische gegevensbron of dienst op een unieke manier geïdentificeerd. Ze geven ook een korte beschrijving van de bron, het type van de bron, de taal (of talen) die in de bron gebruikt worden.
Classificatie van geografische gegevens en diensten Deze elementen brengen de geografische gegevensbron of -dienst onder in bepaalde categorieën, zoals bijvoorbeeld onderwerp of type dienst.
Trefwoorden Een of meerdere trefwoorden kunnen de geografische gegevensbron of -dienst beschrijven, ze zijn erg handig bij zoekopdrachten.
Geografische locatie De geografische locatie van een geografische gegevensbron of dienst kan bijvoorbeeld uitgedrukt worden onder de vorm van een geografische rechthoek.
Tijdsreferentie De tijdsreferentie geeft informatie over de tijdsdimensies van de gegevens: temporele dekking (welke tijdspanne beslaat de bron), datum waarop de bron ter beschikking is gekomen, datum waarop de bron de laatste keer herzien is, datum waarop de bron is aangemaakt.
Kwaliteit en geldigheid Hieronder worden de herkomst van de gegevens beschreven en de ruimtelijke resolutie (graad van detail).
Overeenstemming Deze elementen leggen uit in welke mate de geografische gegevensbron of dienst overeenstemt met de uitvoeringsbepalingen van de INSPIRE-richtlijn of het GDI-decreet.
Beperking met betrekking tot toegang en gebruik Deze elementen beschrijven de voorwaarden voor de toegang tot en het gebruik van de gegevens en de vergoedingen die daar eventueel tegenover staan. Hier worden ook beperkingen tot de openbare toegang beschreven.
Verantwoordelijke organisaties Onder deze elementen worden de organisaties opgelijst die verantwoordelijk zijn voor de creatie, het beheer, de bijhouding, het onderhoud en de verspreiding van de geografische gegevensbron of dienst.
16
Begrippenlijst
Metadataprofiel Een metadataprofiel is een subset of deelverzameling van het metadatamodel en beschrijft alle metadata-elementen waaruit het is opgebouwd. Het metadataprofiel bestaat uit een aantal verplichte metadata-elementen en een aantal optionele. De verplichte metadata-elementen zijn de minimaal vereiste elementen voor metadata. Deze vereisten bevatten voornamelijk de identificerende elementen van een dataset. De optionele elementen zijn een uitbreiding op de minimaal vereiste elementen, zodat alle behoeften om geografische gegevensbronnen en diensten te beschrijven, kunnen opgenomen worden in de metadata. Metadataprofielen kunnen opgesteld worden voor een specifiek toepassingsdomein (bv. geologie), voor bepaalde types van gegevens (bv. aardobservatiegegevens), of voor een bepaalde groep van gebruikers (bv. GDI-Vlaanderen). Metadata-editor Een metadata-editor is een softwaretoepassing waarmee de gebruiker metadata kan creëren, aanpassen en verwijderen. Een metadata-editor kan een web-gebaseerd toepassing zijn of een desktop-toepassing. Een metadata-editor kan ingebed zijn in de GIS-software die gebruikt wordt om de geografische gegevens te beheren. Metadata-uitwisselingsbestand Om metadata uit te wisselen tussen verschillende gebruikers en toepassingen, wordt een metadatauitwisselingsbestand gedefinieerd. Dit uitwisselingsbestand is gebaseerd op het metadatamodel, of indien van toepassing op het metadataprofiel. Meestal worden uitwisselingsbestanden opgemaakt in XML.
3.2.2
Standaarden voor metadata
ISO Metadatastandaard De ISO-standaard voor metadata (ISO 19115 - Geographic Information - Metadata) is een „bouwdoos‟, bestaande uit „bouwstenen‟, „bouwvoorschriften‟ en „blauwdrukken‟ om metadatamodellen te bouwen die geografische gegevensbronnen beschrijven. De ISO 19115 metadatastandaard definieert onder andere:
de verplichte, conditionele en optionele metadata-elementen en hun associaties;
de minimum set van metadata-elementen die nodig is om geografische gegevensbronnen op te zoeken, hun gebruiksmogelijkheden en -voorwaarden te evalueren, en toegang te verkrijgen tot de gegevens;
optionele metadata-elementen die toelaten om de geografische gegevensbronnen nog uitgebreider te beschrijven indien dit nodig is;
de methode om de metadatastandaard uit te breiden met nieuwe metadata-elementen die nodig zijn voor een specifiek toepassingsgebied of type gegevens.
De ISO-standaard voor Services (ISO 19119 - Geographic information -- Services) definieert hoe de metadata voor geografische diensten opgesteld dienen te worden. De metadata-elementen voor een geografische dienst beschrijven hoe een dienst moet aangeroepen worden en welke operatoren ondersteund worden. Beide ISO-standaarden zijn conceptuele standaarden, uitgedrukt in de vorm van een model. Om de standaarden te kunnen gebruiken bij software-ontwikkeling wordt een implementatiespecificatie uitgewerkt die software-ontwikkelaars op een eenduidige manier aangeeft hoe het metadatamodel moet gerealiseerd worden. De ISO-19139 Technical specification legt uit hoe het ISO 19115 metadatamodel, of afgeleide metadataprofielen, kunnen gecodeerd worden in XML.
17
Begrippenlijst
Figuur 3: Voorbeeld van metadata in XML vorm meer info: ISO 19115 Geographic Information - Metadata ISO 19119 Geographic Information - Services ISO 19139 Geographic Information - Metadata -- XML schema implementation Vlaamse metadatastandaard voor geografie - GIS-Vlaanderen metadataprofiel De Vlaamse metadatastandaard voor geografie bevat een aanbeveling voor de uitwisseling van metadata. Het is een formele beschrijving van de metadatastandaard die het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen heeft opgesteld op basis van verschillende ISO-normen en de INSPIRE-richtlijn (INSPIRE Implementing Rule for Metadata). Deze aanbeveling is bedoeld om de uitwisseling van metadata mogelijk te maken zoals bepaald in het GDI-decreet. De aanbeveling is geschreven voor de gebruikersgemeenschap van metadatasystemen en iedereen die de algemene principes voor het opstellen en uitwisselen van metadata wil kennen. Bij elke uitwisseling van geografische informatie waar deelnemers aan GDI-Vlaanderen bij betrokken zijn, horen metadata volgens de Vlaamse metadatastandaard opgesteld te zijn. De ISO-19139 Technical specification legt uit hoe het ISO 19115 metadatamodel, of afgeleide metadataprofielen, kunnen gecodeerd worden in XML. meer info: Vlaamse metadatastandaard voor geografie - GIS-Vlaanderen metadataprofiel INSPIRE metadatastandaard De INSPIRE metadatastandaard is gebaseerd op de ISO standaarden voor metadata en wordt vastgelegd in het uitvoeringsbesluit "Verordening ter uitvoering van betreffende metagegevens". De technische documentatie wordt beschreven in "INSPIRE Metadata Implementing Rules: Technical Guidelines based on EN ISO 19115 and EN ISO 19119".
18
Begrippenlijst
meer info: Verordening (EG) Nr. 1205/2008 Van De Commissie van 3 december 2008 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende metagegevens INSPIRE Metadata Implementing Rules: Technical Guidelines based on EN ISO 19115 and EN ISO 19119
19
Begrippenlijst
4 GDI-architectuur 4.1
Service-georiënteerde architectuur
GDI-architectuur De GDI-architectuur is een service-georiënteerde architectuur die bestaat uit volgende componenten:
geografische gegevens en bijhorende metadata;
geografische netwerkdiensten die worden aangeboden knooppunten, medio-knooppunten en hoofdknooppunten);
geografische service bus van het hoofdknooppunt, beheerd door het AGIV, dat ondersteunende diensten biedt;
het Vlaamse geoportaal dat een centrale toegang verschaft tot de GDI;
toepassingen die gebruik maken van de geografische netwerkdiensten.
door
GDI-knooppunten
(mini-
Figuur 4: Schets van de GDI-architectuur Service-georiënteerde architectuur (SOA) De architectuur van de GDI en ook van INSPIRE is gebaseerd op een service-georiënteerde architectuur of 'Service Oriented Architecture' (SOA). Een service-georiënteerde architectuur is een set van methodes voor systeemontwikkeling en integratie, waarbij functionaliteit "verpakt" wordt als interoperabele diensten. Deze diensten zijn toegankelijk via een netwerk. De diensten communiceren met elkaar door ofwel het doorgegeven van gegevens van de ene dienst aan de ander, ofwel door het coördineren van activiteiten tussen twee of meer diensten ("service orchestration"). Software-ontwikkelaars kunnen deze diensten gebruiken en combineren om op een flexibele en efficiënte manier software-toepassingen te gebruiken. De belangrijkste kenmerken van een service-georiënteerde architectuur zijn: herbruikbare diensten;
20
Begrippenlijst
losse koppeling tussen diensten; functionaliteit wordt modulair verpakt. Daarbij is het belangrijk dat volgende regels worden gerespecteerd: gebaseerd op standaarden; neutraal inzake software leverancier ("vendor-neutral"). Een service-georiënteerde architectuur biedt een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van andere systemen:
Een dienst is een logische presentatie van een stukje business logica met een specifieke output. Voor de eindgebruiker is het als het ware een “black box”. De afnemer heeft geen weet van de implementatie van de dienst, waardoor de verantwoordelijkheid expliciet is vastgelegd. De leverancier is verantwoordelijk. De afnemer heeft als het ware een contract met de leverancier voor de levering van welbepaalde functionaliteit.
Een dienst is gestandaardiseerd. Hierdoor is de dienst makkelijk te vervangen (modulair) door een service van een andere leverancier.
Een dienst is "los" gekoppeld. Dit wil zeggen dat de afnemer maximaal onafhankelijk is van de implementatie door de leverancier en vice versa.
De technologische benadering van een service-georiënteerde architectuur is bedoeld om platformonafhankelijke communicatie te bewerkstelligen. De diensten zijn vaak gedistribueerd, dat betekent dat ze zich op verschillende plekken bevinden, op verschillende software platformen en beheerd door verschillende organisaties. Een service -georiënteerde architectuur komt daarom vooral tot zijn recht in organisaties waar het aspect van distributie belangrijk is. Web-services De diensten in een service-georiënteerde architectuur worden uitgebouwd als web-services. Webservices zijn modulaire, zelfstandige componenten, gebouwd volgens open standaarden en die met elkaar spreken volgens een gemeenschappelijk protocol. In het geval van de GDI-Vlaanderen zijn de diensten geografische netwerkdiensten die geografische gegevensbronnen op verschillende manieren ontsluiten, via een zoekdienst, een raadpleegdienst en een overdrachtdienst. Hieronder worden een aantal belangrijke standaarden voor web-services vermeld.
WSDL (Web-service Description Language) is een XML-taal waarmee de interfaces van webservices worden beschreven. Deze WSDL-documenten zijn bedoeld om gelezen te worden door de toepassingen die de web-service aanspreken zodat ze weten hoe de web-service kan gebruikt worden.
UDDI (Universal Description, Discovery and Integration) is een op XML gebaseerd register voor organisaties, waarmee organisaties een “catalogus” van diensten (web-services) kunnen aanbieden (Publish). Afnemers van Web-services kunnen deze UDDI registry doorzoeken (Find) en de gevonden informatie vervolgens gebruiken om te connecteren op een service (Bind). Zo kunnen organisaties elkaars web-services vinden en hun systemen laten samenwerken volgens het Publish, Find, Bind concept dat weergegeven is in Figuur 5.
Figuur 5: Web-services: Publish - Find – Bind
21
Begrippenlijst
HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) het protocol voor de communicatie tussen een webclient en een webserver. Dit protocol wordt gebruikt om web-services met elkaar te laten communiceren, bv. via de HTTP operaties GET en POST.
SOAP (Simple Object Access Protocol) is het protocol dat wordt gebruikt voor communicatie tussen verschillende de web-services. SOAP is een protocol dat XML-berichten stuurt, meestal maar niet uitsluitend - over HTTP.
De 4 bovenvermelde standaarden vormen een belangrijke maar kleine subset van het geheel aan web-service standaarden. meer info: OASIS - Organization for http://www.oasis-open.org
the
Advancement
of
Structured
Information
Standards
Enterprise Service Bus Binnen een service-georiënteerde architectuur zorgt de Enterprise Service Bus voor de gestandaardiseerde communicatie tussen de diensten en de toepassingen die de diensten aanspreken. Een Enterprise Service Bus stroomlijnt zowel de communicatie met de verschillende services als tussen de diensten onderling. Meestal spreken we over web-services, maar ook andere type diensten kunnen door de Enterprise Service Bus ondersteund worden, zoals bv. authenticatie- en autorisatiediensten, encryptiediensten, FTP-diensten, enz. Een Enterprise Service Bus zorgt voor een beter beheer en een grotere beheersbaarheid van het systeem. De Enterprise Service Bus monitort onder andere of het systeem voldoet aan de nodige vereisten betreffende performantie, beschikbaarheid, betrouwbaarheid. De Enterprise Service Bus maakt ook de schaalbaarheid van het systeem mogelijk. Geografische Service Bus Binnen de GDI-architectuur zijn de belangrijkste componenten de geografische netwerkdiensten. Deze geografische netwerkdiensten worden beheerd door de GDI-deelnemers die zich eventueel hebben georganiseerd onder de vorm van een knooppunt. De Enterprise Service Bus die door AGIV wordt beheerd is de Geografische Service Bus voor de GDIVlaanderen. De Geografische Service Bus is het centraal aanspreekpunt van al deze geografische netwerkdiensten en zorgt voor een aantal ondersteunende diensten:
authenticatie en authorisatie: toegang verlenen tot de diensten
encryptie van de communicatie
het monitoren van de diensten: hun beschikbaarheid en performantie
rapportering over gebruik, beschikbaarheid en performantie van de diensten
koppelen van diensten in zogenaamde dienstenketens.
4.2 4.2.1
Geografische diensten Definities uit het GDI-decreet en de INSPIRE-richtlijn
Geografische dienst zie pagina 3 Netwerkdienst Geografische diensten worden aangeboden als netwerkdiensten. Deze diensten worden uitgebaat over een elektronisch informatienetwerk en moeten kunnen aangesproken worden via het internet of andere telecommunicatienetwerken. Deze diensten zijn interoperabel en ze helpen om geografische informatie te publiceren, te ontdekken, toegang te verkrijgen tot en te gebruiken en dit via het internet en voor geheel Europa op lokaal, nationaal en Europees niveau.
22
Begrippenlijst
Volgende netwerkdiensten worden door het GDI-decreet en de INSPIRE-richtlijn voorzien: Zoekdiensten Raadpleegdiensten Overdrachtdiensten Verwerkingsdiensten meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Verordening (EG) Nr. 976/2009 van de commissie van 19 oktober 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de netwerkdiensten. Kwaliteit van netwerkdiensten Netwerkdiensten voldoen aan een bepaalde kwaliteitseisen: prestaties de snelheid waarbinnen een verzoek binnen een netwerkdienst kan worden uitgevoerd capaciteit het maximum aantal simultane dienstverzoeken dat met prestatiewaarborg wordt uitgevoerd beschikbaarheid de waarschijnlijkheid dat de netwerkdienst beschikbaar is meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Verordening (EG) Nr. 976/2009 van de commissie van 19 oktober 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de netwerkdiensten. Zoekdienst Via een zoekdienst is het mogelijk om geografische gegevensbronnen en diensten op te zoeken op basis van de inhoud van de overeenkomstige metadata, en de inhoud van de metadata weer te geven. Via een zoekdienst kunnen geografische gegevensbronnen en diensten, aan de hand van hun metadata, op een meer efficiënte manier ontsloten, geïnventariseerd en gebruikt worden. Cataloogdiensten zijn typische zoekdiensten. Het INSPIRE document "Technical Guidance for INSPIRE Discovery Services" legt de specificaties vast voor INSPIRE-conforme zoekdiensten en geeft aanbevelingen voor het opzetten van zo een zoekdienst. De INSPIRE-specificaties zijn gebaseerd op de Europese (CEN) en internationale (ISO, OGC) standaard voor Catalog Services for the Web (CS-W)). INSPIRE gebruikt meer specifiek het CS-W ISO Application profile. meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Verordening (EG) Nr. 976/2009 van de commissie van 19 oktober 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de netwerkdiensten. Zoektoepassing Een zoektoepassing is een softwaretoepassing die zoekdiensten aanspreekt. Een webtoepassing waarmee de gebruiker zoekcriteria kan ingeven en de resultaten kan raadplegen is een voorbeeld
23
Begrippenlijst
van een zoektoepassing. Een zoektoepassing kan bijvoorbeeld ook ingebed zijn in een desktop GIS toepassing. Raadpleegdienst Via een raadpleegdienst is het mogelijk om geografische gegevensbronnen raadpleegbaar te maken: ze weer te geven en ze te bevragen. Raadpleegdiensten laten toe om geografische gegevens op te vragen en te visualiseren zonder dat het mogelijk is om de oorspronkelijke gegevens te wijzigen. Het visualiseren van gegevens kan zowel gaan over een cartografische weergave van geografische gegevens (een kaart) als het presenteren van attributen. De raadpleegdienst laat toe om te navigeren in de geografische gegevensbron, in of uit te zoomen, de kaart te overleggen met andere kaarten, legende informatie op te vragen, alsook de relevante metadata weer te geven. Bijvoorbeeld, een ruimtelijk uitvoeringsplan wordt door een raadpleegdienst aangeboden als een kaart waarbij reeds een legende is toegepast.
Figuur 6: Een raadpleegdienst portretteert de gegevens Web Map Services (WMS) zijn typische raadpleegdiensten. Het INSPIRE document "Draft Technical Guidance document to implement INSPIRE View Services" legt de specificaties vast voor INSPIRE-conforme raadpleegdiensten en geeft aanbevelingen voor het opzetten van zo een raadpleegdienst. De INSPIRE-specificaties zijn gebaseerd op de Europese (CEN) en internationale (ISO, OGC) standaard voor Web Map Services (WMS). INSPIRE heeft hieraan een aantal extensies toegevoegd (INSPIRE Profile). Het AGIV voorziet ook andere types van raadpleegdiensten, zoals de WS-CRAB service of de WSCAPAKEY servic. Deze raadpleegdiensten zijn gebaseerd op algemene webservice standaarden. meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Verordening (EG) Nr. 976/2009 van de commissie van 19 oktober 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de netwerkdiensten. Draft Technical Guidance document to implement INSPIRE View Services Raadpleegtoepassing Een raadpleegtoepassing is een softwaretoepassing die raadpleegdiensten aanspreekt. Een webtoepassing waarmee de gebruiker kaarten kan raadplegen, in de kaart kan navigeren en informatie kan opvragen is een voorbeeld van een raadpleegtoepassing. Ook dekstop GIS of CAD software kan optreden als een raadpleegtoepassing wanneer deze kaarten opvragen uit een raadpleegdienst. Overdrachtdienst Via een overdrachtdienst is het mogelijk om geografische gegevensbronnen geheel of gedeeltelijk te downloaden, en, als dat praktisch mogelijk is, ze rechtstreeks ter beschikking te hebben.
24
Begrippenlijst
De INSPIRE-richtlijn spreekt van "downloaddienst", het GDI-decreet van "overdrachtdienst". De INSPIRE-richtlijn beperkt zich effectief tot "downloaden", terwijl het GDI-decreet specificeert dat geografische gegevensbronnen ook kunnen "ge-upload" worden. Het GDI-decreet en de INSPIRE-richtlijn maken een onderscheid tussen "rechtstreekse" overdrachtdiensten en 'onrechtstreekse' overdrachtdiensten. Omdat "onrechtstreekse" overdrachtdienst een moeilijke en lange term is, spreken we doorheen deze handleiding over "downloaddienst" als het gaat om "onrechtstreekse" overdrachtdienst. meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Verordening (EG) Nr. 976/2009 van de commissie van 19 oktober 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de netwerkdiensten. Rechtstreekse Overdrachtdienst Via een rechtstreekse overdrachtdienst is het mogelijk om de gegevens uit de geografische gegevensbron te bevragen en het resultaat van de bevraging rechtstreeks ter beschikking te hebben in een geografisch gegevensformaat. De bevraging kan ruimtelijke en tijdscriteria bevatten, of criteria die te maken hebben met de eigenschappen van de objecten in de geografische gegevensbron (bv. perceelsnummer, bodemtype, oppervlakte, ...) Web Feature Services (WFS) zijn typische rechtstreekse overdrachtdiensten. Het INSPIRE document "Draft Technical Guidance for INSPIRE Download Services" legt de specificatie vast voor INSPIRE-conforme overdrachtdiensten en geeft aanbevelingen voor het opzetten van dergelijke overdrachtdiensten. De INSPIRE-specificaties zijn gebaseerd op de Europese (CEN) en internationale (ISO, OGC) standaard voor Web Feature Services (WFS). meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Verordening (EG) Nr. 976/2009 van de commissie van 19 oktober 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de netwerkdiensten. Draft Technical Guidance for INSPIRE Download Services Downloaddienst (Onrechtstreekse overdrachtdienst) Via een downloaddienst of onrechtstreekse overdrachtdienst is het mogelijk geografische gegevens onder vorm van voorgedefinieerde bestanden op te vragen. Een bestand bevat ofwel de gehele geografische gegevensbron of wel een subset ervan. Omdat "onrechtstreekse" overdrachtdienst een moeilijke en lange term is, spreken we doorheen deze handleiding over "downloaddienst" als het gaat om "onrechtstreekse" overdrachtdienst. Het INSPIRE document "Draft Technical Guidance for INSPIRE Download Services" legt de specificatie vast voor INSPIRE-conforme overdrachtdiensten en geeft aanbevelingen voor het opzetten van dergelijke overdrachtdiensten. Voor downloaddiensten voorziet INSPIRE het downloaden via HTTP, bv. via een Internet-browser. meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Verordening (EG) Nr. 976/2009 van de commissie van 19 oktober 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de netwerkdiensten. Draft Technical Guidance for INSPIRE Download Services
25
Begrippenlijst
Verwerkingsdienst Via een verwerkingsdienst kunnen geografische gegevensbronnen getransformeerd worden om zo tot interoperabiliteit te komen. Ze zorgen ervoor dat gegevens naar een conform gegevensmodel worden getransformeerd, omgevormd naar een ander coördinaten-referentiestelsel of omgezet naar een conform gegevensformaat. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om een geografische gegevensbron waarvan het objectmodel niet aan de specificaties voor gegevensharmonisatie voldoet, via een verwerkingsdienst te transformeren tot het afgesproken objectmodel. Dit kan onder andere door het uitvoeren van een selectie op de gegevens of het combineren van gegevens uit verschillende bronnen. Verwerkingsdiensten zijn hulpdiensten die kunnen gekoppeld worden aan andere netwerkdiensten. Ze helpen ervoor zorgen dat de betreffende netwerkdienst INSPIRE-conform wordt. Een verwerkingsdienst kan bijvoorbeeld gekoppeld worden aan een downloaddienst om zo on-the-fly gegevens te transformeren tot het gewenste gegevensmodel of coördinaten-referentiestelsel. Het INSPIRE document "Draft Implementing Rules for INSPIRE Transformation Services" legt de conceptuele specificaties op voor verwerkingsdiensten. meer info: GDI-decreet INSPIRE-richtlijn Verordening (EG) Nr. 976/2009 van de commissie van 19 oktober 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de netwerkdiensten. Draft Implementing Rules for INSPIRE Transformation Services
4.2.2
Standaarden voor geografische diensten
Implementatiespecificatie Via implementatiespecificaties kunnen standaarden omgezet worden naar bruikbare software. Een implementatiespecificatie bevat de richtlijnen voor de software-ontwikkelaars, die zo specifiek zijn dat twee onafhankelijke software ontwikkelingen op elkaar kunnen inpikken (plug & play) zonder dat de betrokken software-ontwikkelaars met elkaar afspraken gemaakt hebben, enkel door de implementatiespecificatie de volgen. meer info: Open Geospatial Consortium (OGC) http://www.opengeospatial.org Zoekdiensten - Catalog Services for the Web (CS-W) Met Catalog Services kunnen metadata die geografische gegevensbronnen en diensten beschrijven gepubliceerd en ondervraagd worden. De Catalog Services for the Web standaard is een internationale standaard, gepubliceerd door het OGC. Het is een implementatiespecificatie die de manier waarop toepassingen metadata over geografische gegevensbronnen en diensten kunnen ontdekken, raadplegen en ondervragen standaardiseert. Er bestaan verschillende 'smaken' van de CS-W standaard: het ISO Metadata Application Profile CS-W ISO Application profile en de CSW-ebRIM Profile of the OGC Catalogue Specification zijn de twee belangrijkste. De CS-W standaard definieert welke elementen van de metadata in een cataloog kunnen gebruikt worden om een vraag op te sellen (queryables) en de welke elementen van de metadata worden teruggeven in het zoekresultaat (returnables). De belangrijkste interacties Een Catalog Service ondersteunt volgende interacties: GetCapabilities
26
Begrippenlijst
De klanttoepassing vraagt meer informatie over de mogelijkheden van de Catalog Service. GetRecords De klanttoepassing bouwt een zoekactie, gebaseerd op ruimtelijke of niet-ruimtelijke criteria en vraagt de metadata op. De servertoepassing ondervraagt de onderliggende cataloog van metadata en stuurt de gevonden metadata terug naar de klanttoepassing. Transaction of Harvest (optioneel) Voor transactionele catalog services zijn een aantal operatoren gedefinieerd om metadata te creëren, aan te passen of te verwijderen of om metadata uit te wisselen tussen verschillende catogi ('harvesting'). Er bestaan commerciële en open source GIS producten die deze standaard ondersteunen. Ze bieden meestal zowel een server aan als een webtoepassing voor de eindgebruiker. Bij de keuze van een software product is het steeds belangrijk de versie van de ondersteunde standaard na te gaan, en welke "optionele" specificaties ondersteund worden. meer info: OGC Catalogue Service Implementation Specification OGC ISO Metadata Application Profile of the OGC Catalogue Specification OGC CSW-ebRIM Profile of the OGC Catalogue Specification Raadpleegdiensten - Web Map Services (WMS) Web Map Services bieden "kaarten" - een visuele representatie van geografische gegevens - aan op een interoperabele manier. De Web Map Service standaard is een internationale standaard, gepubliceerd door de internationale standaardenorganisatie CEN, ISO en OGC. Het is een implementatiespecificatie die de manier waarop webklanten kaarten aanvragen en webservers kaarten doorsturen standaardiseert. Een Web Map Service ondersteunt drie verschillende interacties: GetCapabilities De klanttoepassing vraagt welke kaartlagen web map service kan aanleveren. De servertoepassing antwoordt met een lijst van kaartlagen en, optioneel, hun metadata. GetMap De klanttoepassing vraagt om een kaartje aan te leveren van een bepaalde kaartlaag, voor een bepaald interessegebied, in een bepaalde stijl, in een bepaald geografisch coördinaatreferentiestelsel en in een bepaald beeldformaat (PNG, JPG,...). De servertoepassing geeft als antwoord een "prentje" terug dat de gevraagde kaartlaag bevat, volgens de gevraagde parameters. GetFeatureInfo (optionele operator) De klanttoepassing vraagt om informatie van geografische objecten door een locatie op te geven. De servertoepassing geeft een beperkte set van informatie terug voor de objecten die op die locatie aanwezig zijn. De meeste GIS desktop software pakketten ondersteunen deze standaard en kunnen als "klant" optreden voor Web Map Services. De meeste merkgebonden en open source GIS server producten ondersteunen deze standaard en kunnen als "server" optreden. Bij de keuze van een software product is het steeds belangrijk de versie van de ondersteunde standaard na te gaan, en welke "optionele" specificaties ondersteund worden. meer info: ISO: Geographic Web Map Server Interface - ISO 19128:2005 OGC Web Map Service Implementation Specification
27
Begrippenlijst
Rechtstreekse overdrachtdiensten - Web Feature Services (WFS) Web Feature Services bieden geografische gegevens aan op een interoperabele manier. In tegenstelling tot de Web Map Service - waar een kaart (prentje) wordt aangeboden - biedt een Web Feature Service de mogelijkheid om de geografische objecten in een databank op te vragen of - indien het gaat om een transactionele Web Feature Service (WFS-T) - ook toe te voegen, aan te passen of te verwijderen. De manier waarop geografische gegevens worden uitgewisseld is meestal via GML. Andere formaten zijn optioneel. De Web Feature Service standaard is een internationale standaard, gepubliceerd internationale standaard, gepubliceerd door de internationale standaardenorganisatie CEN, ISO en OGC. Het is een implementatiespecificatie die de manier waarop webklanten geografische gegevens opvragen en webservers de gevraagde gegevens doorsturen standaardiseert. Een Web Feature Service ondersteunt drie verschillende interacties: GetCapabilities De klanttoepassing vraagt welk de gegevens de web feature service kan aanleveren. De servertoepassing antwoordt met een lijst van gegevensbronnen en, optioneel, hun metadata. DescribeFeatureType De klanttoepassing vraagt een beschrijving van de structuur van de gegevens. De servertoepassing stuurt de beschrijving terug. GetFeature De klanttoepassing bouwt een zoekactie, gebaseerd op ruimtelijke of niet-ruimtelijke criteria en vraagt de geografische objecten op. De servertoepassing ondervraagt de onderliggende geografische gegevensbron en stuurt de gevonden geografische objecten terug naar de klanttoepassing, meestal in GML formaat. Transaction / LockFeature (optionele operator) Voor transactionele web feature services zijn een aantal operatoren gedefinieerd om objecten te creëren, aan te passen of te verwijderen, een om een object af te schermen tijdens de transactie. Deze operatoren zijn optioneel. De meeste GIS desktop software pakketten ondersteunen deze standaard en kunnen als "klant" optreden voor Web Feature Services. De meeste commerciële en open source GIS server producten ondersteunen deze standaard en kunnen als "server" optreden. Bij de keuze van een software product is het steeds belangrijk de versie van de ondersteunde standaard na te gaan, en welke "optionele" specificaties ondersteund worden. meer info: ISO: Geographic Web Map Server Interface - ISO/DIS 19142 OGC Web Feature Service Implementation Specification
28
Begrippenlijst
BIJLAGE 1 Afkortingen AGIV
Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen
CEN
Comité Européen de Normalisation (Europese Standaardenorganisatie)
CS-W
Catalog Services for the Web
GML
Geographic Markup Language
HTTP
Hyperlink Transfer Protocol
ISO
International Standards Organisation (Internationale Standaardenorganisatie)
LNE
Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid
MOW
Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid
OGC
Open Geospatial Consortium
RWO
Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed van de Vlaamse overheid
SLD
Styled Layer Descriptor
SOA
Service Oriented Architecture
SOAP
Simple Object Access Protocol
UDDI
Universal Description, Discovery and Integration
UML
Unified Modeling Language
WFS
Web Feature Service
WMS
Web Map Service
WSDL
Web-service Description Language
XML
Extensible Markup Language