Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service
Handboek
Diagnose-eenheid DUV30A
Uitgave 03/2010
16710088 / NL
SEW-EURODRIVE—Driving the world
Inhoudsopgave
1 Algemene aanwijzingen......................................................................................... 5 1.1 Gebruik van het handboek ............................................................................. 5 1.2 Opbouw van de veiligheidsaanwijzingen ....................................................... 5 1.3 Garantieaanspraken ...................................................................................... 6 1.4 Beperking van aansprakelijkheid ................................................................... 6 1.5 Auteursrechtelijke opmerking......................................................................... 6 2 Veiligheidsaanwijzingen ........................................................................................ 7 2.1 Inleidende opmerkingen................................................................................. 7 2.2 Algemeen ....................................................................................................... 7 2.3 Doelgroep ...................................................................................................... 8 2.4 Toepassing conform de voorschriften ............................................................ 8 2.5 Relevante documenten .................................................................................. 8 2.6 Transport........................................................................................................ 9 2.7 Installatie/montage ......................................................................................... 9 2.8 Inbedrijfstelling/bedrijf .................................................................................... 9 2.9 Inspectie/onderhoud ...................................................................................... 9 3 Productbeschrijving............................................................................................. 10 3.1 Hardware ..................................................................................................... 10 3.2 Continue bewaking ...................................................................................... 10 3.3 Werking ........................................................................................................ 11 4 Opbouw van het apparaat ................................................................................... 13 4.1 Omvang van de levering .............................................................................. 13 4.2 Basisapparaat .............................................................................................. 13 4.3 Typeplaatje/typeaanduiding ......................................................................... 14 4.4 Opties........................................................................................................... 14 4.5 Sokkel voor de montage .............................................................................. 15 5 Installatie, montage en inbedrijfstelling............................................................. 16 5.1 Systeemoverzicht......................................................................................... 16 5.2 Benodigde gereedschappen/hulpmiddelen.................................................. 16 5.3 Voorwaarden................................................................................................ 16 5.4 Software DUV-S installeren ......................................................................... 17 5.5 Procedure voor de montage en inbedrijfstelling........................................... 18 5.6 Parameterbestand openen of maken .......................................................... 19 5.7 Sensor monteren ......................................................................................... 20 5.8 Elektrische aansluiting ................................................................................. 22 5.9 Impulstest uitvoeren (optioneel) ................................................................... 23 5.10 Parameterbestand naar sensor schrijven .................................................... 24 5.11 Teach-in ....................................................................................................... 25 5.12 Verwerking van de schakeluitgangen .......................................................... 26 6 Bedrijf .................................................................................................................... 29 6.1 Instellingen ................................................................................................... 29 6.2 Voortgang van de schade weergeven ......................................................... 29
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
3
Inhoudsopgave
7 Service .................................................................................................................. 32 7.1 Onderhoud ................................................................................................... 32 7.2 Klantenservice ............................................................................................. 32 7.3 Fouten/reparatie........................................................................................... 32 7.4 Afvoeren....................................................................................................... 32 8 Apparaatfuncties .................................................................................................. 33 8.1 Sensorfuncties ............................................................................................. 33 8.2 Parameters .................................................................................................. 35 8.3 Toepassing .................................................................................................. 36 8.4 Diagnoseobjecten ........................................................................................ 41 8.5 Wentellagerdatabank ................................................................................... 54 8.6 Monitoring .................................................................................................... 58 8.7 Universele toewijzing ................................................................................... 61 8.8 Geschiedenis ............................................................................................... 62 8.9 Ledcode ....................................................................................................... 63 9 Technische gegevens .......................................................................................... 64 9.1 Algemene technische gegevens .................................................................. 64 9.2 Maatschets................................................................................................... 65 10 Appendix ............................................................................................................... 66 10.1 Maatbladen voor montageplaatsen op de aandrijving ................................. 66 10.2 Aanvraagformulier voor de configuratie van de trillingssensor DUV............ 75 11 Adressenopgave .................................................................................................. 77 Index ...................................................................................................................... 87
4
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Algemene aanwijzingen Gebruik van het handboek
1
Algemene aanwijzingen
1.1
Gebruik van het handboek
1
Dit handboek maakt deel uit van het product en bevat belangrijke aanwijzingen voor het bedrijf en de service. Het handboek is geschreven voor alle personen die montage-, installatie-, inbedrijfstellings- en onderhoudswerkzaamheden aan het product uitvoeren. Het handboek dient altijd leesbaar en toegankelijk te zijn. Zorg ervoor dat personen die verantwoordelijk zijn voor de installatie en het bedrijf, alsmede personen die zelfstandig aan de installatie werken de technische handleiding helemaal gelezen en begrepen hebben. Neem bij onduidelijkheden of behoefte aan meer informatie contact op Vector Aandrijftechniek.
1.2
Opbouw van de veiligheidsaanwijzingen De veiligheidsaanwijzingen in dit handboek zijn als volgt opgebouwd:
Pictogram
SIGNAALWOORD! Soort gevaar en bron van het gevaar. Mogelijke gevolgen bij niet-inachtneming. •
Maatregel(en) om gevaar te voorkomen.
Pictogram
Signaalwoord
Betekenis
Gevolgen bij niet-inachtneming
Voorbeeld:
GEVAAR!
Onmiddellijk gevaar
Dood of zwaar lichamelijk letsel
WAARSCHUWING!
Mogelijk gevaarlijke situatie
Dood of zwaar lichamelijk letsel
VOORZICHTIG!
Mogelijk gevaarlijke situatie
Licht lichamelijk letsel
VOORZICHTIG!
Mogelijke materiële schade
Beschadiging van het aandrijfsysteem of zijn omgeving
AANWIJZING
Nuttige aanwijzing of tip. Vereenvoudigt de bediening van het aandrijfsysteem.
Algemeen gevaar
Specifiek gevaar, bijv. elektrische schok
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
5
Algemene aanwijzingen Garantieaanspraken
1 1.3
Garantieaanspraken De naleving van het handboek is voorwaarde voor het storingsvrije bedrijf en de honorering van eventuele garantieaanspraken. Lees daarom eerst het handboek, voordat u met het apparaat gaat werken!
1.4
Beperking van aansprakelijkheid De naleving van het handboek is basisvoorwaarde voor het veilige bedrijf van de diagnose-eenheid DUV30A en voor het bereiken van de opgegeven producteigenschappen en vermogensspecificaties. SEW-EURODRIVE is niet aansprakelijk voor persoonlijk letsel, schade aan installaties of eigendommen die ontstaan door het niet naleven van dit handboek. In dergelijke gevallen vervalt de aansprakelijkheid voor defecten.
1.5
Auteursrechtelijke opmerking © 2010 – SEW-EURODRIVE. Alle rechten voorbehouden. De (gedeeltelijke) verveelvuldiging, bewerking, verspreiding en overig gebruik zijn – in welke vorm dan ook – verboden.
6
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Veiligheidsaanwijzingen Inleidende opmerkingen
2
2
Veiligheidsaanwijzingen De volgende fundamentele veiligheidsaanwijzingen dienen ter voorkoming van persoonlijk letsel en materiële schade. De gebruiker moet garanderen dat de fundamentele veiligheidsaanwijzingen worden gelezen en opgevolgd. Verzeker u ervan dat personen die verantwoordelijk zijn voor de installatie en het bedrijf alsook personen die zelfstandig aan de installatie werken het handboek volledig gelezen en begrepen hebben. Neem bij onduidelijkheden of behoefte aan meer informatie contact op met Vector Aandrijftechniek.
2.1
Inleidende opmerkingen De volgende veiligheidsaanwijzingen hebben vooral betrekking op de toepassing van diagnose-eenheden DUV30A. Neem bij de toepassing van reductoren en motorreductoren tevens de veiligheidsaanwijzingen voor reductoren en motorreductoren in de bijbehorende technische handleiding in acht. Houd ook rekening met de aanvullende veiligheidsaanwijzingen in de afzonderlijke hoofdstukken van dit handboek.
2.2
Algemeen GEVAAR! Tijdens het bedrijf kunnen motoren en motorreductoren conform hun beschermingsgraad spanningsvoerende, ongeïsoleerde, eventueel bewegende of roterende delen en hete oppervlakken hebben. Dood of zwaar letsel. •
Alle werkzaamheden voor transport, opslag, opstelling/montage, inbedrijfstelling en onderhoud mogen alleen door gekwalificeerd, vakkundig personeel worden verricht met onvoorwaardelijke inachtneming van de: – bijbehorende uitvoerige technische handleiding(en) – waarschuwings- en veiligheidsstickers op de motor/motorreductor – alle andere bij de aandrijving horende configuratiedocumenten, inbedrijfstellingsvoorschriften en aansluitschema's – voor de installatie specifieke bepalingen en eisen – nationale/regionale voorschriften voor veiligheid en ongevallenpreventie
• •
Installeer nooit beschadigde producten. Meld beschadigingen direct bij het transportbedrijf.
Bij niet-toegestane verwijdering van de vereiste afdekking, ondeskundig gebruik, bij onjuiste installatie of bediening bestaat gevaar voor ernstig persoonlijk letsel of schade aan installaties. Raadpleeg de documentatie voor meer informatie.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
7
Veiligheidsaanwijzingen Doelgroep
2 2.3
Doelgroep Mechanische werkzaamheden mogen alleen door geschoold personeel worden verricht. Geschoold personeel zijn volgens dit handboek personen die vertrouwd zijn met de opbouw, de mechanische installatie, het verhelpen van storingen en de reparatie van het product, en de volgende kwalificaties hebben: •
succesvol afgesloten scholing op het gebied van mechanica (bijvoorbeeld als mecanicien of mechatronicus)
•
kennis van dit handboek
Elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen door een geschoolde elektricien worden verricht. Elektriciens zijn volgens dit handboek personen die vertrouwd zijn met de elektrische installatie, de inbedrijfstelling, het verhelpen van storingen en de reparatie van het product, en de volgende kwalificaties hebben: •
succesvol afgesloten scholing op het gebied van elektrotechniek (bijvoorbeeld als elektronicus of mechatronicus)
•
kennis van dit handboek
Alle werkzaamheden in de overige afdelingen transport, opslag, bedrijf en afvoer mogen uitsluitend worden uitgevoerd door goed opgeleide personen.
2.4
Toepassing conform de voorschriften De diagnose-eenheden DUV30A zijn bestemd voor industriële installaties en mogen alleen worden toegepast in overeenstemming met de specificaties in de technische documentatie van SEW-EURODRIVE en de specificaties op het typeplaatje. Ze voldoen aan de geldige normen en voorschriften. Als er niet uitdrukkelijk in is voorzien, is toepassing in de Ex-omgeving verboden.
2.5
Relevante documenten Let ook op de volgende documenten:
8
•
technische handleiding van de reductor
•
technische handleiding van de motor
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Veiligheidsaanwijzingen Transport
2.6
2
Transport Controleer de levering direct na ontvangst op mogelijke transportschade. Stel het transportbedrijf hiervan direct op de hoogte. De inbedrijfstelling moet eventueel worden uitgesteld.
2.7
Installatie/montage Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Montage en inbedrijfstelling" (→ pag. 16)!
2.8
Inbedrijfstelling/bedrijf Stel bewakings- en beveiligingsvoorzieningen ook tijdens het proefdraaien niet buiten werking. Neem bij wijzigingen t.o.v. het normale bedrijf eventueel contact op met Vector Aandrijftechniek voor overleg.
2.9
Inspectie/onderhoud Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Service" (→ pag. 32)!
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
9
kVA
3
i
f
n
Productbeschrijving Hardware
P Hz
3
Productbeschrijving
3.1
Hardware De diagnose-eenheid DUV30A analyseert de trillingssignalen volgens de methoden van de frequentieanalyse. Als sensor wordt een micromechanische acceleratiemeter gebruikt. Gegevens kunnen zonder specialistische kennis decentraal worden geregistreerd, verwerkt en geanalyseerd.
3.2
Continue bewaking De diagnose-eenheid DUV30A is geschikt voor de vroege herkenning van schade aan de wentellagers of onbalans. De continue bewaking zorgt voor een betrouwbare en kostenbesparende oplossing in vergelijking met intermitterende methoden. Let hierbij op de gebruikte fysieke methoden en hun randvoorwaarden die beschreven worden in het hoofdstuk "Analysemethode" (→ pag. 47). Met de diagnose-eenheid DUV30A kan de permanente trillingsbewaking van maximaal vijf verschillende objecten of twintig afzonderlijke frequenties worden uitgevoerd. Als object wordt bijvoorbeeld een wentellager of een as gedefinieerd. De diagnose-eenheid DUV30A is ontworpen als gecombineerde sensor die als normale eenheid of langzame eenheid kan worden gebruikt. Het enige verschil tussen deze twee is de meettijd in de firmware en het hieruit voortvloeiende frequentiebereik. Normale eenheid: De normale eenheid wordt gebruikt bij toerentallen tussen 120 en 12000 rpm en applicaties waarbij slechts kortstondig (enkele seconden) een constant toerental aanwezig is. Een normale eenheid heeft een minimale meettijd van 0,8 seconden en een frequentieresolutie van 1,25 seconden en kan het frequentiebereik tussen 0 en 5000 Hz bewaken. De normale eenheid is dus geschikt voor aandrijvingen met hogere toerentallen en applicaties waarbij het constante toerental slechts kortstondig optreedt (voorbeeld: magazijnbesturingen). Langzame eenheden: De langzame eenheid wordt gebruikt bij toerentallen tussen 12 en 3500 rpm en applicaties waarbij er gedurende een langere periode een constant toerental is. Een langzame eenheid heeft een minimale meettijd van 8 seconden en een frequentieresolutie van 0,125 seconden en kan het frequentiebereik tussen 0 en 500 Hz bewaken. De langzame eenheid is bijzonder geschikt voor aandrijvingen met lage toerentallen en applicaties die met een constant toerental draaien (voorbeeld: transportbanden).
10
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
kVA
Productbeschrijving Werking
3.3
Werking
3.3.1
Korte beschrijving
i
f
n
3
P Hz
Door de registratie van het contactgeluid en de berekening van het frequentiespectrum kunnen zo bijv. de toestand van de wentellagers en de onbalans worden geanalyseerd. De toestand kan direct ter plaatse worden afgelezen en wordt door binaire schakeluitgangen gesignaleerd. Het schakelsignaal kan via niet-afgeschermde kabels worden overgedragen. Koppeling aan een bussysteem is ook mogelijk. Gedetailleerde beschrijving •
Diagnoseobjecten
Object
Object
Object
Object
NIVEAU
Veff
Analysemethode FFT / H-FFT FFT-spectrum
Frequentie 20
Frequentie 19
Frequentie 18
Frequentie 17
Frequentie 16
Frequentie 15
Frequentie 14
Frequentie 13
Frequentie 12
Frequentie 11
Frequentie 10
Frequentie 9
Frequentie 8
Frequentie 6
Frequentie 5
Frequentie 4
Frequentie 3
Frequentie 2
Gemiddelde waarde Peakwaarde
Frequentie 1
Afzonderlijke frequenties
Object
De diagnose-eenheid DUV30A registreert constant de trillingsacceleratie op een niet roterend machineoppervlak (32000 waarden/seconde) en berekent de amplituden van de schadefrequenties (wentellager: binnenring, buitenring en wentellichaam) van maximaal vijf verschillende diagnoseobjecten die uit maximaal twintig afzonderlijk frequenties bestaan. De te bewaken wentellagers of diagnoseobjecten worden met behulp van een softwareprogramma op de computer gedefinieerd en vervolgens via een RS232-interface als parameterset naar de sensor verzonden. De toestand van de wentellagers wordt in relatie tot de teach-inwaarde (referentiewaarde) geëvalueerd en bewaakt.
Frequentie 7
3.3.2
Gemiddelde waarde
Veff
15
15
10
10
5
5
0
0
H-FFT-spectrum
1204831755
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
11
3
kVA
i
f
n
Productbeschrijving Werking
P Hz •
De diagnose-eenheid berekent daarnaast optioneel de maximale gemiddelde waarde of de maximale waarde van de acceleratie. In dit geval vindt de evaluatie en bewaking plaats via absolute grenswaarden zonder referentiewaarde.
•
Het diagnoseobject of het niveau met de hoogste beschadigingsgraad wordt via schakeluitgangen doorgegeven om een voor- en hoofdalarm aan te geven.
•
De voortgang van de schade aan de diagnoseobjecten wordt ook weergegeven door middel van de led-indicatie op de diagnose-eenheid DUV30A.
•
De diagnose-eenheid DUV30A kan zowel bij een vast toerental als bij een variabel toerental worden gebruikt. Voor een correcte diagnose bij een variabel toerental moet het actuele toerental via een stroomlus van 0 - 20 mA of een impulssignaal (1 - 32 impulsen per omwenteling / 10 Hz) ter beschikking worden gesteld.
•
Als het wentellagerbewakingsrelais bij variabel toerental wordt gebruikt, moet worden gewaarborgd dat het bedrijfstoerental afhankelijk van de ingestelde waarden periodiek constant blijft.
•
Het maximale werkbereik is bij: – langzame eenheden: ca. 12 rpm tot ca. 3500 rpm astoerental – normale eenheden: ca. 120 rpm tot ca. 12000 rpm astoerental
•
De eenheid wordt in de buurt van de wentellagers radiaal t.o.v. de draaias vastgeschroefd (zie hoofdstuk "Montage en inbedrijfstelling"). Als de eenheid niet direct op de lagerzitting wordt gemonteerd, moet een impulstest worden uitgevoerd om na te gaan of de montageplaats geschikt is voor de bewakingsmodus "Wentellagerbewaking".
Voor alle aangelegde spectrale diagnoseobjecten gebruikt de diagnose-eenheid DUV30A eigen objectgrenswaarden voor het vooralarm (geel) en het hoofdalarm (rood). De grenswaarden van de diagnoseobjecten zijn altijd gebaseerd op de ingestelde teach-inwaarde en beschrijven dus een signaalvermenigvuldiging. "Groen" komt hierbij altijd overeen met 100%. Om tijdens het regelbare bedrijf rekening te houden met verschillen m.b.t. het activeringsniveau van de verschillende toerentallen, wordt de diagnostische waarde overeenkomstig de ingestelde curve "Signaalweging" gewogen. Elk diagnoseobject beschikt over individuele wegingscurven. De diagnose-eenheid DUV30A gebruikt eigen grenswaarden met een grote bandbreedte voor de bewaking van het trillingsniveau in de tijdspanne. Dit zijn in tegenstelling tot de diagnoseobjecten absolute waarden van de acceleratie (eenheid "mg"). Om tijdens het regelbare bedrijf rekening te houden met verschillen m.b.t. het activeringsniveau bij verschillende toerentallen, wordt het te bewaken niveau overeenkomstig de ingestelde curve "Signaalweging" gewogen. De trillingssnelheid veff wordt berekend op basis van de trillingsacceleratie voor een vrij instelbaar frequentiebereik volgens DIN ISO 10816 en eveneens als absolute waarde in [mm/s] weergegeven. Deze functie staat alleen ter beschikking bij de instelling als normale eenheid.
12
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Opbouw van het apparaat Omvang van de levering
4
Opbouw van het apparaat
4.1
Omvang van de levering
4
Bij de levering zijn de volgende componenten inbegrepen: Diagnose-eenheid DUV30A Artikelnummer
Betekenis
Aanduiding
1 328 969 1
Diagnose-eenheid (gecombineerd apparaat)
DUV30A
Montagemateriaal (bestaande uit vlakke sluitring, afstandsbus, bout M5)
4.2
Basisapparaat De volgende afbeelding laat de opbouw van de diagnose-eenheid DUV30A zien: [A]
[1] [2]
[3] [6]
[4] [5]
1204797707 [1] [2] [3] [4] [5] [6] [A]
Bout M5 Vlakke sluitring Afstandsbus Sensorsokkel Oppervlak van de machine Diagnose-eenheid DUV30A Meetas
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
13
Opbouw van het apparaat Typeplaatje/typeaanduiding
4 4.3
Typeplaatje/typeaanduiding De volgende afbeelding laat het typeplaatje zien:
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG D-76646 Bruchsal IP67 1: 2: 3: 4: 5:
13289691
L +, 10 ... 32 VDC OUT2, REACT I = 100 mA L– OUT1, CHECK I = 100 mA IN, CURRENT / PULSE
1: 2: 3: 4:
VCC (OUT) TxD (OUT) 0 V (GND) RxD (IN) 1204841483
Hieronder wordt de typeaanduiding toegelicht: DUV
30
A Wijzigingsstatus Type Diagnostic Unit Vibration (diagnose-eenheid)
4.4
Opties Artikelnummer
Betekenis
Aanduiding
14066300
Parametreersoftware
DUV-S
14066319
Kabel voor software
DUV-K-RS232-M8
14066327
Voedingsapparaat
DUV-N-24DC
14066335
Impulstester
DUV-I
14066343
PUR-kabel1) met 1 steker, lengte 2 m
DUV-K-M12-5pol-2m-PUR
14066351
PUR-kabel1) met 1 steker, lengte 5 m
DUV-K-M12-5pol-5m-PUR
13266217
PVC-kabel2) met 1 steker, lengte 5 m
DUV-K-M12-5pol-5m-PVC
13266209
PVC-kabel2) met 1 steker, lengte 2 m
DUV-K-M12-5pol-2m-PVC
1) PUR-kabels zijn bijzonder geschikt voor gebruik in oliehoudende omgevingen. 2) PVC-kabels zijn bijzonder geschikt voor omgevingen met water en chemicaliën zoals de levensmiddelenindustrie.
14
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Opbouw van het apparaat Sokkel voor de montage
4.5
Sokkel voor de montage
4.5.1
Sokkel voor de aanbouw aan standaardreductoren (R, F, K, S) Artikelnummer
4.5.2
4.5.3
4
Betekenis
13434411
Bevestigingssokkel met afdichtring M10 x 1
13438271
Bevestigingssokkel met afdichtring M12 x 1.5
13438298
Bevestigingssokkel met afdichtring M22 x 1.5
13438301
Bevestigingssokkel met afdichtring M33 x 2
13438328
Bevestigingssokkel met afdichtring M42 x 2
Sokkel voor de aanbouw aan industriële tandwielkasten Artikelnummer
Betekenis
13438336
Bevestigingssokkel met afdichtring G 3/4
13438344
Bevestigingssokkel met afdichtring G 1
13438352
Bevestigingssokkel met afdichtring G1 1/4
13438360
Bevestigingssokkel met afdichtring G1 1/2
Sokkel voor de aanbouw aan standaardmotoren Artikelnummer
Betekenis
13622617
Bevestigingssokkel M8
13438425
Bevestigingssokkel M12
13438441
Bevestigingssokkel M16
13622625
Bevestigingssokkel M20
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
15
Installatie, montage en inbedrijfstelling Systeemoverzicht
5 5
Installatie, montage en inbedrijfstelling
5.1
Systeemoverzicht De volgende afbeelding laat een voorbeeld van een componentenoverzicht zien.
[1]
[2] DC + 24 V
1674627339 [1] [2]
5.2
5.3
Het te bewaken object Diagnose-eenheid DUV30A
Benodigde gereedschappen/hulpmiddelen •
Set steeksleutels/inbussleutels
•
Pc of notebook met RS232-interface voor parametrering
Voorwaarden Controleer of aan de volgende voorwaarden is voldaan: •
De omgevingstemperatuur ligt tussen -30°C en +70°C. Bij hogere of lagere omgevingstemperaturen is overleg met Vector Aandrijftechniek noodzakelijk
16
•
De gegevens op het typeplaatje van de diagnose-eenheid komen overeen met het elektriciteitsnet.
•
De diagnose-eenheid is onbeschadigd (geen schade door transport of opslag).
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Installatie, montage en inbedrijfstelling Software DUV-S installeren
5.4
Software DUV-S installeren
5.4.1
Parametreersoftware DUV-S
5
Met de optionele parametreersoftware DUV-S kunnen maximaal vijf verschillende objecten of twintig afzonderlijke frequenties worden bewaakt. In de software DUV-S wordt een parametreerbestand aangemaakt. Vervolgens wordt het bestand naar de diagnose-eenheid DUV30A verzonden. Voor alle functies staat online-hulp ter beschikking. Druk op de toets
om de hulp voor de desbetreffende functie op te roepen. 5.4.2
Systeemvoorwaarden De software DUV-S heeft een pc nodig met:
5.4.3
•
Pentium II 266 MHz processor of hoger (Pentium III aanbevolen)
•
Minstens 128 MB werkgeheugen (RAM)
•
VGA 800 x 600 of hoger
•
Besturingssysteem Microsoft Windows 95 / 98 / NT / 2000 / XP / Vista
Software DUV-S installeren De parametreersoftware wordt geleverd op een cd. Voer de cd in en selecteer in het startmenu de optie [Uitvoeren]. Voer vervolgens het commando D:/DUV-S.exe in (waarbij D: voor de letter van het cd-romstation staat). Klik op de naam en volg de instructies om de parametreersoftware te installeren.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
17
Installatie, montage en inbedrijfstelling Procedure voor de montage en inbedrijfstelling
5 5.5
Procedure voor de montage en inbedrijfstelling Voer de volgende stappen uit om de diagnose-eenheid DUV30A in bedrijf te stellen. Elke stap wordt uitvoerig beschreven in de volgende hoofdstukken:
Parameterbestand openen of maken
Sensor monteren
2
1 5
3
Elektrische aansluiting
4
Impulstest uitvoeren (optioneel)
Parameterbestand naar sensor schrijven
Teach-in bij typisch normaal bedrijf 1730802955
18
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Installatie, montage en inbedrijfstelling Parameterbestand openen of maken
5.6
5
Parameterbestand openen of maken Maak een geschikte parameterset met de meegeleverde software.
2647020171
•
Selecteer de parameters voor DUV30A (1,25 Hz) of DUV30A/DUV10A (0,125 Hz):
2609076875
•
Selecteer het apparaattype voor de bewaking. Let er hierbij op dat de DUV30A als normale eenheid (frequentieresolutie 1,25 Hz) en als langzame eenheid (frequentieresolutie 0,125 Hz) kan worden gebruikt, terwijl de DUV10A een langzame eenheid is, zie hoofdstuk "Continue bewaking" (→ pag. 10).
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
19
Installatie, montage en inbedrijfstelling Sensor monteren
5
•
Klik op de knop [Load or create parameter file].
•
U wordt nu verzocht de parametergegevens met behulp van de wizard in te voeren of een bestaand bestand te openen.
•
Als u nog geen parameterbestand heeft aangemaakt, opent u de wizard. Voer de gewenste gegevens in en klik vervolgens op de knop [Finished].
•
Voer in het volgende dialoogvenster het gewenste toerental in:
1204224267
5.7
Sensor monteren GEVAAR! Brandwonden door hete oppervlakken! Zwaar letsel. •
Diagnose-eenheid DUV30A pas na het afkoelen monteren als de aandrijving is uitgeschakeld.
Zorg dat bij de montage aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: •
De diagnose-eenheid DUV30A moet altijd vrij toegankelijk zijn.
•
De leds moeten altijd zichtbaar zijn.
•
De olieaftapschroef en ontluchtingsventielen mogen niet zijn afgesloten.
•
Let bij de montage op het oliepeil. Bij montage onder het olieniveau kan olie uit de reductor lopen.
20
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Installatie, montage en inbedrijfstelling Sensor monteren
5
2609356683
De diagnose-eenheid DUV30A wordt gemonteerd met behulp van een sensorsokkel (→ pag. 15) die in een afsluitingsboring van de reductor of een kraanhaakoog van de motor wordt geschroefd. Houd hierbij de volgende inbouwregels aan: •
Selecteer een montageplaats die zich in de buurt van de wentellagers en bij voorkeur radiaal t.o.v. de draaias bevindt.
•
Gebruik ook de vlakke sluitring en de huls die bij de diagnose-eenheid worden geleverd. Het signaal van alle aangelegde diagnoseobjecten van het type "Wentellager" moet krachtig genoeg zijn. Er is een overdrachtsconstante van > 5 mg/N nodig.
•
Haal de M5-bouten stevig aan met een koppel van 7 Nm.
•
Nadat u de diagnose-eenheid DUV30A heeft gemonteerd, klikt u in de software DUV-S op de knop [Mount sensor].
AANWIJZINGEN • • •
Als de machines door koppelingen zijn gescheiden, adviseert SEW-EURODRIVE per machine één diagnose-eenheid te gebruiken. Bij de montage via sokkels dient u op de grootte van de bout te letten. Monteer de diagnose-eenheid DUV30A via de meegeleverde afstandsbus voor de thermische ontkoppeling.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
21
Installatie, montage en inbedrijfstelling Elektrische aansluiting
5 5.8
Elektrische aansluiting GEVAAR! Elektrische schok door blootliggende aansluitingen! Zwaar letsel. • •
Apparaat alleen door een elektricien laten installeren. Nationale en internationale voorschriften voor de opstelling van elektrotechnische installaties naleven. Voeding volgens EN 50178, SELV, PELV garanderen. Om te voldoen aan de "limited voltage/current"-vereisten volgens UL 508, moet het apparaat door een galvanisch gescheiden bron worden gevoed en door een overstroombeveiliging worden beveiligd. Vóór de aansluiting spanning van de installatie halen. Voor kortsluitvaste uitgangen zorgen.
• • • • 5.8.1
Aansluitschema
Steker (aanzicht op DUV30A)
Pin
M12
1
Voeding +
Bruin
2 (rood-functie)
Schakeluitgang 2 / fout, 100 mA Verbreek-/maakcontact programmeerbaar
Wit
3
Voeding –
Blauw
4 (geel-functie)
Schakeluitgang 1 / waarschuwing, 100 mA Verbreek-/maakcontact programmeerbaar
Zwart
5
Toerental (0 ... 20 mA) of impulsingang
Grijs
1
Niet bezet
2
T×D
3
GND
4
R×D
1
2
5 4
3
M8 1 2 3
Bezetting
Kleurcode
4
Voor de verwerking van de schakeluitgangen, zie hoofdstuk "Verwerking van de schakeluitgangen" (→ pag. 26). 5.8.2
22
Procedure •
Sluit de voeding en schakeluitgangen aan en stel zo nodig het toerental in.
•
Nadat de diagnose-eenheid DUV30A is aangesloten, klikt u in de software op de knop [Mount sensor].
•
U kunt nu een verbinding tot stand brengen met de sensor via het menu [Connection] / [Connect].
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Installatie, montage en inbedrijfstelling Impulstest uitvoeren (optioneel)
5.9
5
Impulstest uitvoeren (optioneel) De montageplaats kan met de impulstester worden getest. Voor de test wordt een gedefinieerde kracht zo dicht mogelijk bij de montageplaats van de wentellager geleverd. De sensor meet de corresponderende impulsrespons. De berekende overdrachtsfactor wordt in acceleratie per kracht aangegeven (mg/N). Deze waarde beschrijft de kwaliteit van de signaalkracht. De waarde van de overdrachtsfactor moet groter zijn dan 5 mg/N. Bij kleinere waarden is geen betrouwbare bewaking gegarandeerd.
5.9.1
Procedure •
Druk op de knop [Conduct impulse test].
•
Klik op signaalkracht.
•
Start de meting. Eerst wordt het basisniveau gemeten (ruismeting).
•
Voer vervolgens zo dicht mogelijk bij de montageplaats van de wentellager per meting ten minste een impuls uit met de impulstester. De geschiktheid van de montageplaats wordt zowel grafisch als in een afsluitende melding aangegeven.
2609080587
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
23
Installatie, montage en inbedrijfstelling Parameterbestand naar sensor schrijven
5 Opmerking
Over het algemeen kan de impulstest tijdens het bedrijf worden uitgevoerd. Als de foutmelding "The difference between the noise level and impulse is too small" (Het verschil tussen het ruisniveau en de impuls is te klein) verschijnt, moet u de meting herhalen als machine stilstaat. Bij de melding "Mounting location not suitable" (montageplaats niet geschikt) moet u de montageplaats wijzigen en de impulstest herhalen.
5.10
Parameterbestand naar sensor schrijven De volgende screenshot laat de stap "Writing parameters to sensor" zien:
2609084427
•
Klik op de knop [Write parameters to sensor] om de parameters via de RS-232-interface naar de sensor te sturen.
AANWIJZING Alleen volledige parametersets kunnen worden verzonden. Een volledige parameterset moet minstens het toerental, een frequentiefactor, een object en de teach-inwaarde bevatten.
24
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Installatie, montage en inbedrijfstelling Teach-in
5
De volgende parameters worden naar de sensor geschreven: •
Toerental, constant of variabel, van minstens 120 rpm tot maximaal 12000 rpm bij normale eenheden en minstens 12 rpm tot maximaal 3500 rpm bij langzame eenheden
•
De diagnoseobjecten en de bijbehorende frequentiefactoren
•
De analysemethode (HFFT en/of FFT)
•
Het aantal gemiddelden en de responsevertraging (hysterese). Berekening voor langzame eenheden: gemiddelden × responsevertraging × 8 seconden = maximale diagnosetijd Berekening voor normale eenheden: gemiddelden × responsevertraging × 0,8 seconden = maximale diagnosetijd
AANWIJZING Het toerental moet ten minste eenmaal per dag voor de maximale diagnosetijd constant zijn.
5.11
•
De drempelwaarden voor rood en geel
•
Het frequentievenster, d.w.z. het frequentiebereik van een schadefrequentie (meestal: 2 tot 7% van de schadefrequentie)
•
De drempelwaarden voor de niveaumonitor
•
De basiswaarden van de teach-inrun
•
De kopgegevens en projectbeschrijving
Teach-in AANWIJZING Teach-in is een automatische zelfleerprocedure van de sensor onder de typische omstandigheden van het normale bedrijf. Deze procedure wordt geactiveerd door de knop Teach-in op het apparaat in te drukken of door middel van de meegeleverde software. Het teach-intoerental moet binnen het voorheen gedefinieerde bereik voor het bedrijfstoerental liggen. In het ideale geval ligt het niet ver van of direct bij het bovenste bedrijfstoerental. Via de teach-infunctie (menu [Sensor] / [Teach-In]) worden de referentiewaarden van de lopende machine gemeten en in de sensor opgeslagen. Diagnostische analyses zijn gebaseerd op de teach-inwaarde. Daarom moet worden gegarandeerd dat het teachinproces wordt uitgevoerd bij gebruikelijke bedrijfscondities en dat het storingvrij verloopt. Om de vooraf ingestelde grenswaarden bij het bewakingstype "Rolling bearings" (wentellager) te kunnen gebruiken, moet ervoor gezorgd worden dat de te bewaken wentellager niet beschadigd is.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
25
Installatie, montage en inbedrijfstelling Verwerking van de schakeluitgangen
5
Als de sensor bij een variabel machinetoerental wordt toegepast, wordt de teach-inprocedure uitgevoerd bij een typisch toerental, bij gelijkwaardige bedrijfscondities en bij voorkeur in een gemiddeld toerentalbereik. Het ingestelde aantal gemiddelden wordt ook toegepast bij de teach-inprocedure. Vervolgens worden de referentiegegevens (envelop-FFT- en FFT-spectrum) vastgelegd. Het bestand moet worden gearchiveerd. De gegevens kunnen bij een latere diagnose als referentie worden gebruikt. Na de teach-inprocedure worden de gegevens voor de dataopslag door de sensor uitgelezen. 5.11.1 Teach-inprocedure Als de diagnose-eenheid DUV30A aangesloten is, branden alle leds (toestand bij levering).
O.K.
CHECK
REACT A B
NEXT
L
TEACH 1675163659
Teach-in direct op DUV30A
•
Druk de knop gedurende vijf seconden in. De geparametreerde diagnoseeenheid DUV30A past zich dan automatisch aan de aanwezige bedrijfscondities aan. Eerst knipperen de gele leds 2, 3 en 4.
Teach-in met de meegeleverde software
•
Bij de teach-in via een pc/notebook brandt led 1 en knippert led 2. Vervolgens verschijnt er een melding op het beeldscherm en gaat het apparaat over naar de bewakingsmodus. In de bewakingsmodus branden led 1 en 2 permanent groen.
•
Het apparaat is nu in de bewakingsmodus en geeft via de leds de voortgang van de schade aan.
5.12
Verwerking van de schakeluitgangen De sensor wordt op een van de volgende manieren verwerkt: •
Frequentieregelaar
•
Decentrale techniek (Aansluiting van de binaire signalen op de modules MFP/MFI/MFD/MFO of MQP/MQI/MQD/MQO en doorsturen van de informatie in het vierde PD-woord via PROFIBUS, INTERBUS, DeviceNet of CANopen, of aansluiting van de binaire signalen op andere veldbusmodules)
26
•
Besturing
•
Verwerking door online-/teleservice via Complete Drive Management-databank (CDM)
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Installatie, montage en inbedrijfstelling Verwerking van de schakeluitgangen
5
5.12.1 Verwerking door frequentieregelaar
+24 V/100 mA
MDX B
GND
M12
+24V-hulpvoeding
VI24
1
VO24
2
GND
VIO24
GND
DCOM
3 Schakeluitgang 1 / waarschuwing
4
Schakeluitgang 2 / fout
5
MC07B
+24V
GND
DIxx
DIxx
DIxx
DIxx
Optie analoge module
Optie DIO 11B Optioneel toerental 4...20 mA
AOCx
AOxx
1675264395
5.12.2 Verwerking door decentrale techniek
Profibus Interbus DeviceNet CANopen
+24 V/100 mA
DI0
2 GND
3
24 V (V024)
DI1
+24 V/max. 100 mA
1
DI5
DI3
DI2 GND DIO
DI4 GND DI2
GND DI4
DI1
DI3
DI5
Schakeluitgang 1 / waarschuwing DI0
4 5
24 V (V024)
24 V (V024)
GND
M12
Optioneel toerental 4...20 mA k.A. Schakeluitgang 2 / fout DI1
24 V (V024) DI1
24 V (V024)
GND DI3
24 V (V024)
GND DI5
GND
1675717643
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
27
X34
X30
X31
1
28 +24 V/100 mA
4 GND Schakeluitgang 1 / waarschuwing
5 Schakeluitgang 2 / fout
Optioneel toerental 4...20 mA
CDMdatabank
SEW
DUV 1 3 2
X32
M12
1 2 3 1 2 3
X33
000 000 100001 1110 100011 001011 110 041000 000110 0000010 011 000 0111 11100110 000010 000100 010 101 001 000 000001 0111 000 1 100 100 010 004 011 101 11110011 100 001 0111 0 10 000 100 0111 011100 011 110 004100 010 00 000 011 000 0111 0111001 000010 000100 001 010 101 001 000 000001 10111 000 100 100 010 004 011 101 11110011 100 001 10 100 0111 01110 410 000 011 101 001110 00 000 010000 00000 110 000 011 0111 010001 10010 0111 100 01 110 004100 011 000 0111 01110 010 000 00000 000 100 010 10 001 0111 100 011 110 004100 011 000 0111 01110 010 000 00000 000 100 101 0111 010001 100 110 004100 011 011 000 0111 011100 010 000 000001 000 100 010 101 001 1 100 011 00
3
000 000 100001 111 100011 001011 004 110 100 000110 0000010 011 000 011 011100 0 000010 000100 100 010 000 11 011100 001100 1011 000 000 111110 100 010 410 011 101 001 011 100 10 000 011011 001110 0 100 410 011 110 00 000 010000 100000 0 001 011 110 000 011 1 100 010 011 100 010 101 001 011 000 000 000 100 100 111 100 010 410 011 110 101 001 001 011 10 100 110 011 410 000 011 100 101 001110 00 000 010000 000 110 000 011 011 010001 10010 011 1110 100410 10001 001 011 110 000 011 100 010 000 000 000 100 010 10 001 011 100 100 410 011 110 001 011 000 110 011 100 010 000 000 000 100 101 011 010001 100 410 100011 110 001 011 110 000 011 0 100 010 000 000 000 1 100 010 101 001 1 100 011 00
5 Installatie, montage en inbedrijfstelling Verwerking van de schakeluitgangen
5.12.3 Verwerking door besturing
SPS
2 24 V
GND
DIxx
DIxx
Iout
1675723019
5.12.4 Verwerking door online-/teleservice via Complete Drive Management-databank (CDM)
Klanteninstallatie SMSmodule
SMS RS485
PLC
DHP11B
1 2 3
1 2 3
20 21 22 23 24 25 26
1
1
1761078283
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Bedrijf Instellingen
6
Bedrijf
6.1
Instellingen
6.1.1
Landinstellingen
6
Via [Extras] / [Settings] kan het soort ingestelde parameters worden gewijzigd van metrisch (komma, mm) in US (punt, inch). Kies [File] / [Language] om de taal te selecteren. 6.1.2
Interfaces zoeken Kies [Extras] / [Scan COM ports] om de lijst met beschikbare interfaces ([Connection] / [Settings]) te actualiseren. Dat betekent dat de virtuele, seriële interfaces (bijvoorbeeld van USB-converters) die na de start van het programma zijn aangesloten, aan de lijst worden toegevoegd.
6.1.3
Programma-instellingen Hier kunt u uw voorkeursinstellingen voor de lengtematen (millimeter of inch) en het decimaalscheidingsteken (komma of punt) wijzigen. De afzonderlijke frequentievensters voor de subobjecten die worden getoond in de spectrale weergave (monitor), kunnen worden weergegeven.
6.2
Voortgang van de schade weergeven AANWIJZING Controleer of de diagnose-eenheid DUV30A goed geparametreerd is voor uw toepassing met behulp van de software DUV-S. Als er geen parametersets beschikbaar zijn, branden alle leds (toestand bij levering).
O.K.
CHECK
REACT A B
NEXT
L
TEACH 1675163659
Als de teach-inprocedure beëindigd is, bevindt het apparaat zich in de bewakingsmodus en geven de leds de voortgang van de schade aan. De volgende weergaven zijn mogelijk: •
Weergave op het apparaat
•
Weergave in de software DUV-S
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
29
Bedrijf Voortgang van de schade weergeven
6 6.2.1
Weergave op het apparaat
Afbeelding
O.K.
O.K.
O.K.
CHECK
CHECK
CHECK
Beschrijving
Betekenis
•
Led 1 groen "O.K." brandt
•
Voeding is in orde.
•
Led 1 en 2 groen "O.K." branden
•
Diagnose-eenheid is operationeel en foutloos
• •
Led 1 en 2 groen "O.K." branden Led 3 geel "CHECK" brandt
•
Er is schade gedetecteerd (vroeg stadium). De eerste schakeluitgang wordt geschakeld (vooralarm). Binnen enkele weken zal de aandrijving uitvallen. Druk op de toets om de diagnose van de beginnende schade weer te geven. (Zie de paragraaf "Signalering van het beschadigde object" (→ pag. 30)). Aan de hand van de gele leds "CHECK" kunt u de voortgang van de schade volgen.
REACT
REACT
REACT
• • •
•
O.K.
CHECK
REACT
• • •
Signalering van het beschadigde object
Led 1 en 2 groen "O.K." branden Leds 3 ... 6 geel "CHECK" branden Led 7 rood "REACT" brandt permanent
• • •
De tweede schakeluitgang wordt geschakeld (hoofdalarm). De aandrijving valt binnenkort helemaal uit. De schade moet direct worden verholpen!
Als de eerste gele led brandt, kunt u laten weergeven waar de schade is opgetreden. Ga als volgt te werk: •
Druk op de knop om de diagnose van de beginnende schade weer te geven.
•
De knipperende rode led "REACT" signaleert welk object beschadigd is.
O.K.
CHECK
REACT
A B
NEXT
L
TEACH 1676340619
Led rood A
•
30
Object 1 of 4
Led rood B
Object 2 of 5
Led rood L
Object 3 of niveaumonitor of Veff-monitor
Diagnosticeer de schade met de software DUV-S.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Bedrijf Voortgang van de schade weergeven
6.2.2
6
Weergave in de software DUV-S De volgende afbeelding laat de voortgang van de schade in de software DUV-S met een geactiveerde Veff-monitor zien:
2609195403
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
31
Service Onderhoud
7 7
Service
7.1
Onderhoud Als de diagnose-eenheid DUV30A volgens de in dit handboek vermelde voorschriften wordt gebruikt, is onderhoud in principe niet vereist.
7.2
Klantenservice Als u de hulp van onze klantenservice wenst, verzoeken wij u de volgende gegevens te verstrekken:
7.3
•
alle gegevens op het typeplaatje
•
aard en omvang van de storing
•
tijdstip en omstandigheden van de storing
•
vermoedelijke oorzaak
Fouten/reparatie Neem contact op met de serviceafdeling van Vector Aandrijftechniek als de diagnoseeenheid DUV30A niet correct functioneert.
AANWIJZING Geef de volgende gegevens aan als u de diagnose-eenheid ter reparatie naar Vector Aandrijftechniek opstuurt: • • • • • • •
7.4
serienummer (zie typeplaatje) typeaanduiding korte beschrijving van de toepassing inclusief aanduiding van de aandrijving soort fout bijzondere omstandigheden eigen vermoedens ongewone gebeurtenissen die eraan vooraf zijn gegaan
Afvoeren Houd bij het afvoeren van de diagnose-eenheid DUV30A rekening met de aard van het afval en de geldende voorschriften.
32
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Sensorfuncties
8
Apparaatfuncties
8.1
Sensorfuncties
8.1.1
Test schakeluitgangen
8
De werking van de schakeluitgangen 1 en 2 kan worden getest door deze handmatig in te stellen onder [Sensor] / [Test switching output 1] of [Test switching output 2]. 8.1.2
Teachwaarden De teachwaarden worden in de sensor voor elk object ingesteld en kunnen via de functie [Sensor] / [Teach values] worden uitgelezen en handmatig worden gewijzigd. Door de teachwaarden handmatig in te stellen hoeft later geen teach-inprocecedure meer uitgevoerd te worden. De diagnose-eenheid DUV30A is onmiddellijk gereed voor diagnoses. U kunt teachwaarden handmatig instellen als u een reeds bekende referentiewaarde wilt hergebruiken, bijvoorbeeld voor machines van hetzelfde type. Door vermenigvuldiging van de teachwaarde met de activeringsdrempels kan ook een absolute grenswaarde worden aangegeven. Voorbeeld: Activeringsdrempel voor vooralarm bij diagnoseobject 1: 800 mg Activeringsdrempel voor hoofdalarm bij diagnoseobject 1: 1600 mg Instelling referentiewaarde: 80 mg Dit resulteert in een ingestelde grenswaarde voor: vooralarm: 10 (komt overeen met 800 mg = 80 mg x 10) hoofdalarm: 20 (komt overeen met 1600 mg = 80 mg x 20)
8.1.3
Lezen Kies [File] / [Read from sensor] om de parameterset uit de sensor te lezen.
8.1.4
Teach-in Via de teach-infunctie (menu [Sensor] / [Teach-In]) worden de referentiewaarden van de lopende machine gemeten en in de sensor opgeslagen. Diagnostische analyses zijn gebaseerd op de teach-inwaarde. Daarom moet worden gegarandeerd dat het teachinproces wordt uitgevoerd bij gebruikelijke bedrijfscondities en dat het storingvrij verloopt. De vooraf ingestelde grenswaarden kunnen alleen worden gebruikt voor het bewakingstype "Rolling bearing" (wentellager) als de te bewaken wentellager niet reeds beschadigd is. Als de sensor bij een variabel machinetoerental wordt toegepast, wordt de teach-inprocedure uitgevoerd bij een typisch toerental, bij gelijkwaardige bedrijfscondities en bij voorkeur in een gemiddeld toerentalbereik. Het ingestelde aantal gemiddelden wordt toegepast bij het teach-inproces.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
33
Apparaatfuncties Sensorfuncties
8 8.1.5
Schrijven Kies [File] / [Write to sensor] om de parameterset naar de sensor te schrijven.
8.1.6
Resetten De inhoud van de sensor kan worden gereset. Alle gegevens, inclusief de teach-ingegevens, worden gewist via (menu [Sensor] / [Reset parameters]).
8.1.7
Knop Teach blokkeren Er zijn twee mogelijkheden om de knop Teach te blokkeren: •
Op de sensor via (menu [Sensor] / [Lock teach button])
•
Handmatig door beide knoppen minstens vijf seconden ingedrukt te houden
U kunt de diagnose-eenheid door middel van de twee genoemde mogelijkheden weer vrijgeven. 8.1.8
Sensorinstellingen U kunt de instellingen van de sensor wijzigen via [Extras] / [Settings...]. •
De sensor kan door middel van een wachtwoord worden beveiligd tegen schrijven of tegen lezen en schrijven.
•
Het historiegeheugen wordt via het menu [Sensor] / [Sensor settings] geactiveerd en geparametreerd. Markeer hiervoor het selectievakje [Activate history] en voer onder [Interval] een willekeurige waarde tussen 1 seconde en 12 uur in. Klik op de knop [Accept] om het historiegeheugen te starten.
AANWIJZING Belangrijk: deze instellingen worden pas toegepast als er parametergegevens naar de sensor worden geschreven! 8.1.9
Sensorinfo weergeven Kies [?] / [Info] om het serienummer en de versie van de firmware en de hardware uit te lezen.
34
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Parameters
8.2
Parameters
8.2.1
Ingestelde diagnoseobjecten
8
Het invoermasker "Set diagnostic" in de wizard geeft een overzicht van alle diagnoseobjecten die op dat moment zijn aangelegd. Zolang het maximale aantal diagnoseobjecten of subobjecten nog niet bereikt is, kunt u nog meer diagnoseobjecten aanleggen.
Maximaal aantal diagnoseobjecten 5
Maximaal aantal subobjecten 20
Als u niet meer diagnoseobjecten wilt definiëren, gaat de wizard verder naar de instelling van de niveaumonitor en de projectgegevens. Bij het kiezen van een object uit de weergegeven lijst kan de wizard nogmaals geactiveerd worden voor dat object. 8.2.2
Kopgegevens De ingevoerde kopgegevens worden gebruikt voor de archivering van de toepassing. Voor de volgende gegevens worden alfanumerieke data opgeslagen in de sensor:
8.2.3
•
bedrijf
•
plaats
•
adres
•
plaats van opstelling
•
machine
Projectbeschrijving De projectbeschrijving wordt gebruikt voor de archivering van opmerkingen over het project.
AANWIJZING Deze gegevens worden niet in de sensor opgeslagen, maar in het parameterbestand.
8.2.4
Parameters afdrukken Kies de menuoptie [Print] in de wizard om de ingestelde parameters af te drukken.
8.2.5
Parameters opslaan Klik op de knop [Save to hard drive] of [Write to sensor] om bij het voltooien van de wizard de parameters in een bestand op de harde schijf op te slaan en/of de parameters naar de sensor te schrijven.
AANWIJZING De historiegegevens moeten apart worden opgeslagen in CSV- of XML-formaat.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
35
Apparaatfuncties Toepassing
8 8.3
Toepassing
8.3.1
Parameters Parametersets kunnen specifiek voor sensoren van verschillende typen worden gemaakt. Voor enkele parameters zijn de toegestane waarden bij de diverse sensortypen verschillend. Hiermee wordt in de corresponderende invoervelden rekening gehouden.
8.3.2
Toerentalgedrag Het opgeven van het bedrijfstoerental is van belang voor de definitie van toerentalafhankelijke schadefrequenties. De diagnose-eenheid DUV30A kan zowel bij een vast toerental als bij een variabel toerental worden gebruikt. Voor de correcte diagnose bij een variabel toerental moet het actuele toerental via een stroomlus van 0 tot 20 mA of een incrementele HTL-encoder (1 tot 32 impulsen) ter beschikking worden gesteld. Als bij asynchrone machines het setpointtoerental als informatie wordt gebruikt, is het belangrijk het nominale toerental onder de nominale belasting aan te geven. Schommelingen op grond van slip kunnen met het frequentievenster worden gecompenseerd. Als de slip groter is dan 5%, moet het actuele toerental direct van de as genomen worden, bijvoorbeeld met een naderingsschakelaar. Invoer:
8.3.3
•
constant bedrijfstoerental
•
variabel bedrijfstoerental
Geleverd toerental Bij toepassingen met een variabel toerental moet aan de diagnose-eenheid DUV30A het bedrijfstoerental worden geleverd. Er kan zowel een stroomlus van 0 tot 20 mA als een impulssignaal (bijvoorbeeld van een naderingsschakelaar) worden gebruikt om informatie over het toerental te geven. De maximale instelmogelijkheid van de stroomlus is 20 mA. De maximale schakelfrequentie van het HTL-impulssignaal (1 tot 32 impulsen) is 10 kHz. De minimale imkpulsbreedte is 3 µs.
36
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Toepassing
8.3.4
8
Toerental kalibreren Voor de bewaking bij een variabel toerental moet het bedrijfstoerental aan de sensor worden doorgegeven. Als het toerental via een stroomlus van 0 tot 20 mA wordt geleverd, wordt het toerentalingangssignaal gekalibreerd met behulp van een door de gebruiker gedefinieerd onderste en bovenste toerental.
mA [2]
[1]
n [min–1] [1]
[2] 1204873099
[1] [2]
Onderste toerental Bovenste toerental
AANWIJZING Het op basis van de gegevens berekende toerental bij 20 mA mag bij langzame eenheden niet lager zijn dan 12 rpm en niet hoger dan 3500 rpm. Bij normale eenheden mag het berekende toerental bij 20 mA niet lager zijn dan 120 rpm en niet hoger dan 12000 rpm.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
37
Apparaatfuncties Toepassing
8 8.3.5
Werkgebied Voor de bewaking bij een variabel toerental moet het bedrijfstoerentalbereik worden doorgegeven aan de sensor. Hiervoor worden het onderste en bovenste bedrijfstoerental ingevoerd:
[1] [2]
n [min–1]
[4]
[5]
[3] 1204877963
[1] [2] [3] [4] [5]
Onderste bedrijfstoerental Bewaking niet mogelijk Bewaking Teach-intoerental Bovenste bedrijfstoerental
Langzame eenheid
Normale eenheid
Minimaal aantal omwentelingen per min
12
120
Maximaal aantal omwentelingen per min
3500
12000
AANWIJZING Als de sensor is geparametreerd voor het bedrijf met een variabel toerental, voert de sensor alleen metingen uit als het actuele toerental groter is dan het onderste bedrijfstoerental en kleiner is dan het bovenste bedrijfstoerental. Als de toerentalingang niet is aangesloten, kunnen geen metingen worden uitgevoerd.
38
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Toepassing
8.3.6
8
Constant toerental Er kan slechts één machinetoerental worden gedefinieerd. Als de diagnoseobjecten (bijv. wentellager) betrekking hebben op verschillende toerentallen (reductoren), moet tevens de overbrengingsverhouding per diagnoseobject worden gedefinieerd. Voor machines op netvoeding wordt aangenomen dat het bedrijfstoerental constant is. Als bij asynchrone motoren het setpointtoerental als informatie wordt gebruikt, is het belangrijk het nominale toerental onder de nominale belasting aan te geven. Schommelingen op grond van slip zoals bij asynchrone motoren worden met het frequentievenster gecompenseerd. Als de schommeling van het werkelijke bedrijfstoerental groter is dan 5%, adviseert SEW-EURODRIVE het toerental te registreren.
8.3.7
Teach-intoerental Als de te bewaken machine wordt gebruikt bij een variabel toerental, moet zijn vastgelegd bij welk toerental de teach-inrun wordt uitgevoerd om rekening te houden met de weging van de referentiewaarde. Het teach-intoerental moet binnen het voorheen gedefinieerde bereik voor het bedrijfstoerental liggen. In het ideale geval ligt het niet ver van of direct bij het bovenste bedrijfstoerental:
[1] [2]
n [min–1]
[4]
[5]
[3] 1204877963
[1] [2] [3] [4] [5]
Onderste bedrijfstoerental Bewaking niet mogelijk Bewaking Teach-intoerental Bovenste bedrijfstoerental
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
39
Apparaatfuncties Toepassing
8 8.3.8
Gemiddelden voor diagnoseobjecten Het aantal afzonderlijke metingen voor de berekening van een spectrale diagnostische analyse. Bij langzame eenheden: Een meting bedraagt 8 seconden, wat overeenkomt met een frequentieresolutie van 0,125 Hz in het spectrum, voor zover alle ingestelde frequenties zich in een frequentieband (0 ... 50; 50 ... 150; 150 ... 250 enz.) bevinden. Zorg in de resulterende totale meettijd voor het bedrijf met een constant bedrijf. Instelbare waarden: 1 (= geen); 2; 4; 8; 16; 32 Aanbevolen instelling: 2 Onafhankelijk hiervan kunnen gemiddelden voor de niveaumonitor worden ingesteld. Bij normale eenheden: Een meting bedraagt 0,8 seconden, wat overeenkomt met een frequentieresolutie van 1,25 Hz in het spectrum, voor zover alle ingestelde frequenties zich in een frequentieband (0 ... 500; 500 ... 1500; 1500 ... 2500 enz.) bevinden. Zorg in de resulterende totale meettijd voor het bedrijf met een constant bedrijf. Instelbare waarden: 1 (= geen); 2; 4; 8; 16; 32 Aanbevolen instelling: 2 Onafhankelijk daarvan kunnen gemiddelden voor de niveaumonitor en de Veff-monitor worden ingesteld.
8.3.9
Frequentievenster Het frequentievenster geeft de relatieve zoekbreedte in het frequentiespectrum om de desbetreffende schadefrequentie aan. Het frequentievenster is gepositioneerd boven en onder de bewaakte frequentie. Het frequentievenster wordt gebruikt om onnauwkeurigheden in de beschrijving van de frequentiepositie te compenseren (tolerantiecorridor). Bij normale eenheden: De waarden worden relatief als percentage ingevoerd. Minimaal waardenbereik
1%
Maximaal waardenbereik
20 %
Voorbeeld: normale eenheid met een frequentieresolutie van 1,25 Hz Frequentievenster = 5%; schadefrequentie = 311,5 Hz komt overeen met spectrumwaarde 249 Zoekbereik = spectrumwaarde 237 tot 286 komt overeen met 296,25 Hz tot 357,5 Hz
AANWIJZING Definitie spectrumwaarde: Het berekende frequentiespectrum bestaat uit discrete frequentielijnen, de zogenaamde spectrumwaarden. De diagnose-eenheid DUV30A heeft standaard een frequentieresolutie van 0,125 Hz bij langzame eenheden en 1,25 Hz bij normale eenheden in het spectrum. De afstand tussen de spectrumwaarden bedraagt dus 0,125 Hz of 1,25 Hz.
40
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Diagnoseobjecten
8
Bij langzame eenheden: De waarden worden relatief als percentage ingevoerd. Minimaal waardenbereik
0,1 %
Maximaal waardenbereik
20 %
Het ingevoerde frequentievenster heeft effect op alle ingestelde objecten, omdat het maximale frequentievenster van de afzonderlijke diagnoseobjecten wordt toegepast.
8.4
Diagnoseobjecten
8.4.1
Responsevertraging diagnoseobject Om vals alarm te voorkomen is de sensor standaard ingesteld op een responsevertraging (hysterese) van 5. Dit betekent dat een stijging van de diagnosewaarde pas wordt weergegeven bij een continuïteitscontrole van vijf opeenvolgende verhogingen. Hierdoor wordt gegarandeerd dat de weergegeven diagnostische uitspraken analyse voor een langere periode gelden. Voor de responsevertraging kunnen waarden van 1 (geen vertraging) tot 10 worden ingesteld. De totale responsetijd is dan gelijk aan het aantal gemiddelden, vermenigvuldigd met de ingevoerde responsevertraging. Als de diagnose-eenheid DUV30A zich in de diagnosemodus bevindt, wordt een verandering pas weergegeven als de gemeten waarde 100% groter is dan de teach-inwaarde. De ingestelde responsevertraging heeft hetzelfde effect op alle aangelegde diagnoseobjecten. Onafhankelijk hiervan kan een responsevertraging voor de niveaumonitor worden ingesteld.
[1]
[2]
t [3] 1204868235 [1] [2] [3]
Schakeluitgang: ROOD Schakeluitgang: GEEL Responsevertraging diagnoseobjecten
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
41
Apparaatfuncties Diagnoseobjecten
8 8.4.2
Eindtrap De schakelsignalen (eindtrap) van de diagnose-eenheid DUV30A kunnen als verbreekcontact en als maakcontact worden ingesteld. De instelling "verbreekcontact" wordt aanbevolen (detectie van kabelbreuk).
AANWIJZING Als u de schakeluitgangen van de diagnose-eenheid DUV30A via een frequentieregelaar MOVIDRIVE® MDX60B/61B wilt verwerken, moet u de schakelsignalen als "verbreekcontact" instellen. 8.4.3
Trillingssnelheid Veff Naast de vijf objecten kan in de modus Normale eenheden de trillingssneldheid veff worden bewaakt. Hiervoor wordt de trillingssnelheid volgens DIN ISO 10816 (evaluatie van de trillingen van machines door metingen aan niet-roterende onderdelen) berekend op basis van het ruwe acceleratiesignaal in het vrij instelbare frequentiebereik tussen 1,25 en 1000 Hz (standaard 10 tot 1000 Hz). Hiermee kan de diagnose-eenheid DUV30A grenswaarden met de eenheid [mm/s] uit DIN ISO 10816 bewaken.
8.4.4
Niveaumonitor Naast de frequentieselectieve (d.w.z. smalband) meting van de wentellagers en/of diagnoseobjecten maakt de niveaumonitor een aanvullende bewaking van de trillingsstatus in de tijdspanne mogelijk. Deze zogenaamde breedbandmeting levert algemene gegevens over het totale systeem door het ruwe acceleratiesignaal met betrekking tot de maximale acceleratie of de gemiddelde acceleratie te evalueren.
8.4.5
Bewakingstype Het bewakingstype bepaalt of de niveaumonitor de maximale peak (stootbewaking) of de gemiddelde waarde (trillingsbewaking) van het gemeten acceleratiesignaal moet bewaken. In tegenstelling tot de diagnoseobjecten wordt de latere bewaking uitgevoerd op basis van absolute waarden. Er kunnen twee verschillende alarmniveaus en een toerentalafhankelijke signaalweging worden ingesteld. De responsevertraging en het aantal gemiddelden worden onafhankelijk van de instellingen voor de diagnoseobjecten ingesteld.
42
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Diagnoseobjecten
Stootbewaking
8
De volgende afbeelding laat een voorbeeld zien van de registratie van de stootbewaking bij langzame eenheden met een minimale meettijd van 8 s. Bij normale eenheden is de minimale meettijd 0,8 s.
1204768523 X
Trillingsbewaking
Activeringspunt (hoogste piek binnen de meettijd)
De volgende afbeelding laat een voorbeeld zien van de registratie van de trillingsbewaking bij langzame eenheden met een minimale meettijd van 8 s. Bij normale eenheden is de minimale meettijd 0,8 s.
1204770955 a
Activeringstijdspanne
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
43
Apparaatfuncties Diagnoseobjecten
8 8.4.6
Schakelpunten constant De diagnose-eenheid DUV30A gebruikt eigen grenswaarden voor de bewaking van de trillingsacceleratie (niveau) en de trillingssnelheid in de tijdspanne. In tegenstelling tot de diagnoseobjecten zijn dit absolute waarden van de acceleratie (eenheid [mg]) of de snelheid (eenheid [mm/s]). Om tijdens het regelbare bedrijf rekening te houden met verschillen m.b.t. het activeringsniveau bij verschillende toerentallen, wordt het te bewaken niveau overeenkomstig de ingestelde curve "Signaalweging" gewogen. Het is mogelijk twee activeringsdrempels (geel en rood) te definiëren die ook worden gebruikt voor de schakeling van de uitgangen. •
Signalering bij geel: eerste gele led brandt en schakeluitgang geschakeld
•
Signalering bij rood: eerste gele led brandt, derde rode led (L) brandt en schakeluitgang 2 geschakeld
Minimaal: 200 mg; 0 mm/s Maximaal: 25000 mg; 50 mm/s Eenheden: 1 mg = 0,001 g 1 g = 9,81 m/s2 (zwaartekrachtversnelling) 8.4.7
Schakelpunten variabel Bij een variabel toerental kunnen de grenswaarden via het bedrijfstoerentalbereik variabel worden ingesteld. Hierbij wordt de curve voor vooralarm met de linker muisknop gesleept. De afstand tussen geel en rood als procentuele waarde wordt ingevoerd. Hierbij worden alleen waarden overgenomen die resulteren in activeringsdrempels < 25000 mg of < 50 mm/s. De exacte waarden worden weergegeven voor het gedefinieerde teach-intoerental.
8.4.8
Gemiddelden niveau Het gemiddelde niveau is het aantal afzonderlijke metingen dat is vereist voor de berekening van een diagnostische analyse. De middeling van het trillingsniveau (tijdspanne) of de trillingssnelheid wordt onafhankelijk van de middeling bij de bepaling van de diagnosewaarden (frequentiebereik) ingesteld. Het meetinterval is 8 seconden bij langzame eenheden en 0,8 s bij normale eenheden voor de berekening van de gemiddelde waarde, voor de bepaling van de maximale piek en de trillingssnelheid.
44
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Diagnoseobjecten
8.4.9
8
Responsevertraging niveaumeting Een responsevertraging kan afzonderlijk worden ingesteld voor de niveaumonitor, onafhankelijk van de instellingen voor de spectrale diagnoseobjecten. Om vals alarm te voorkomen is de sensor standaard ingesteld op een responsevertraging (hysterese) van 5. Dit betekent dat de alarmering van de niveauwaarde pas bij een continuïteitscontrole van vijf opeenvolgende verhogingen wordt weergegeven. Hierdoor wordt gegarandeerd dat alleen relevante meetwaarden worden weergegeven. Voor de responsevertraging kunnen waarden van 1 (geen vertraging) tot 10 worden ingesteld. De totale responsetijd is dan gelijk aan het aantal gemiddelden, vermenigvuldigd met de ingevoerde responsevertraging: [1]
[2]
[3]
t 1204870667
[1] [2] [3]
Schakeluitgang: ROOD Schakeluitgang: GEEL Responsevertraging niveaumonitor
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
45
8
Apparaatfuncties Diagnoseobjecten
8.4.10 Diagnoseobjecten De automatische machinediagnose wordt bij de diagnose-eenheid DUV30A uitgevoerd door een machinemodel met zogenaamde diagnoseobjecten te definiëren. De software kan in totaal maximaal vijf verschillende diagnoseobjecten parallel bewaken. Een diagnoseobject bestaat hierbij uit een groep van karakteristieke schadefrequenties die als zogenaamde frequentiefactoren worden gedefinieerd. De draaifrequentie, vermenigvuldigd met de frequentiefactor, levert vervolgens de actuele schadefrequentie op. Voor toepassingen met een constant toerental blijft de schadefrequentie dus ook constant. Afhankelijk van het type schade wordt een analysemethode toegewezen aan het diagnoseobject. Zo worden bijvoorbeeld tandingrijpingsfrequenties en onbalans bewaakt met de FFT-methode en wentellagerschade met de H-FFT-methode.
Lager 1
Lager 2
Onbalans
Niveau
Veff
1681322123
46
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Diagnoseobjecten
8
8.4.11 Analysemethode De signaalanalyse wordt gebruikt om op basis van de ruwe acceleratiegegevens informatieve kenmerken te genereren. De software voor de diagnose-eenheid DUV30A gebruikt hiervoor methoden van de snelle frequentieanalyse (Fast Fourier Transformation = FFT). Deze analysemethode maakt onderscheid tussen de berekening van het lineaire spectrum aan de hand van de ruwe acceleratiegegevens (FFT) en van de omhullende curve van de acceleratiegegevens (H-FFT). De geselecteerde analysemethode kan worden toegewezen aan een specifiek diagnoseobject. Zo kunnen bijvoorbeeld onbalans en schade aan de wentellagers in een sensor worden bewaakt.
Tijdsignaal lagerbeschadiging a [m/s2]
t [s]
FFT van ruw signaal
FFT van omhullende curve
a [m/s2]
a [m/s2]
f [Hz]
a [m/s2]
f [Hz]
a [m/s2]
70 Frequentieanalyse lagerbeschadiging 60
f [Hz]
f [Hz] 1681333131
AANWIJZING De trillingsdiagnose is met name bedoeld voor de diagnose van beschadigingen die door trillingen met een bepaalde frequentie optreden, bijv. putcorrosie. Schade veroorzaakt door externe deeltjes, lagerstroom, blokkeringen van de lagers e.d. wordt niet precies geregistreerd. De diagnostische analyse kan bovendien worden beïnvloed door overlappende frequenties of externe, storende trillingen, zoals bij roerwerk- en mengtoepassingen. Naaldlagers, hybride lagers en meelopende lagers in planetaire reductoren zijn niet geschikt voor de trillingsbewaking.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
47
Apparaatfuncties Diagnoseobjecten
8 Frequentieresolutie van het lineaire spectrum
Sensor
Frequentiebereik
Frequentieresolutie
Normale eenheid
1,25 – 5000 Hz
1,25 Hz
Langzame eenheid
0,125 – 500 Hz
0,125 Hz
Gebruik van FFT: Evaluatie van harmonische signalen, bijvoorbeeld onbalans, cavitatie, resonantie, uitlijnfouten, tandingrijping. Gebruik van H-FFT: Evaluatie van hoogfrequente stootvormige signalen, bijvoorbeeld wentellagerschade. 8.4.12 Diagnosetype Als u het diagnosetype "Rolling bearing" (wentellager) of "Unbalance" (onbalans) selecteert, worden automatisch voorinstellingen voor de diagnose van wentellagers of de detectie van onbalans gekozen. Het instellen van parameters wordt hierdoor duidelijk eenvoudiger. Als u "Other" (Overige) selecteert, kunt u andere machinefouten definiëren die kunnen worden beschreven door de toewijzingen van symptomatische frequenties/factoren. 8.4.13 Wentellager De parametrering "Rolling bearing" (wentellager) bepaalt de wentellagerstatus op basis van de amplituden bij de overrolfrequenties van: •
binnenring
•
buitenring
•
wentellichaam
U kunt de wentellagerdatabank gebruiken of eigen lagergegevens invoeren. 8.4.14 Onbalans De parametrering "Unbalance" (onbalans) bepaalt de machinestatus door de amplitude bij de draaifrequentie. 8.4.15 Overig Met het schadetype "Other" (overige) kunnen willekeurige machineschades worden geparametreerd door de schadefrequenties (factoren) per diagnoseobject aan te geven.
48
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Diagnoseobjecten
8
8.4.16 Overbrengingsverhouding Reductoroverbrengingsverhouding meettoerental/objecttoerental De overbrenging geeft toerentalverschillen aan tussen de motoras en de as waarop het te bewaken wentellager (of object) zich bevindt, indien: •
het aangegeven toerental betrekking heeft op de motoras en
•
de assen via een reductor met elkaar verbonden zijn
Voor de quotiënt betekent dit: •
(meting / object) < 1:
toerentalverhoging m.b.t. de aandrijving
•
(meting / object) > 1:
toerentalverlaging m.b.t. de aandrijving
AANWIJZING De invoerwaarden van het objecttoerental en het meettoerental moeten steeds < 50 zijn. 8.4.17 Aanduiding Voer een alfanumerieke aanduiding in voor het te bewaken diagnoseobject. 8.4.18 Schadefrequenties Voer de schadefrequenties (subobjecten) in die moeten worden toegewezen aan een bepaalde machineschade (object). Bij de diagnose-eenheid DUV30A kunnen maximaal twintig afzonderlijke frequenties worden gedefinieerd die aan maximaal vijf diagnoseobjecten kunnen worden toegewezen. Door de sommatie van de afzonderlijke amplituden van de aangegeven frequenties wordt het kengetal van het object berekend. De frequenties worden beschreven met behulp van de zogenaamde ordeningsanalyse. Hiervoor is de vereiste frequentie gelijk aan de ordeningsfactor vermenigvuldigd met de actuele draaifrequentie. De ordeningsfactor is een veelvoud van de draaifrequentie. De bijbehorende schadefrequentie wordt als volgt berekend: schadefrequentie = ordeningsfactor x draaifrequentie Voorbeeld: ordeningsfactor = 6,23, draaifrequentie = 50 Hz: schadefrequentie = 373,8 Hz De ordeningsfactor heeft altijd betrekking op de desbetreffende frequentie van het aangelegde foutobject. Als de toerentallen van de objecten verschillend zijn, moet rekening worden gehouden met de corresponderende reductoroverbrengingsverhoudingen.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
49
8
Apparaatfuncties Diagnoseobjecten
8.4.19 Frequentievenster Het frequentievenster geeft de relatieve zoekbreedte in het frequentiespectrum om de desbetreffende schadefrequentie aan. Het frequentievenster is gepositioneerd boven en onder de bewaakte frequentie. Het frequentievenster wordt gebruikt om onnauwkeurigheden in de beschrijving van de frequentiepositie te compenseren (tolerantiecorridor). De waarden worden relatief als percentage ingevoerd. Frequentievenster
Langzame eenheid
Normale eenheid
Minimaal frequentievenster
0.1 %
1%
Maximaal frequentievenster
20 %
20 %
Het ingevoerde frequentievenster heeft effect op alle ingestelde objecten, omdat het maximale frequentievenster van de afzonderlijke diagnoseobjecten wordt toegepast. Voorbeeld: normale eenheid Frequentievenster = 5%; schadefrequentie = 311,5 Hz komt overeen met spectrumwaarde 249 Zoekbereik = spectrumwaarde 237 tot 261 komt overeen met 296,25 Hz tot 326,25 Hz 8.4.20 Grenswaarden diagnoseobjecten De software voor de diagnose-eenheid gebruikt voor alle aangelegde spectrale diagnoseobjecten eigen grenswaarden voor vooralarm (geel) en hoofdalarm (rood). De grenswaarden van de diagnoseobjecten zijn altijd gebaseerd op de ingestelde teachinwaarde en beschrijven dus een signaalvermenigvuldiging. "Groen" komt hierbij altijd overeen met 100%. Waardenbereik voor vooralarm: 2; 3; 4;...; 20 (hele getallen) komt overeen met: 200%; 300%; enz. Waardenbereik hoofdalarm: 3; 4; 5; .....; 99 (hele getallen). Als de ingestelde waarden met 4 verhoogd worden, worden hele tussengetallen voor de gele led-keten bereikt. Om tijdens het regelbare bedrijf rekening te houden met verschillen m.b.t. het activeringsniveau bij verschillende toerentallen, wordt de diagnostische waarde overeenkomstig de ingestelde curve "Signaalweging" gewogen. Elk diagnoseobject beschikt over individuele wegingscurven.
50
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Diagnoseobjecten
8
Als de modus "Rolling bearing" (wentellager) als diagnosetype wordt gekozen, zijn de grenswaarden en wegingscurven al vooraf ingesteld:
[2]
[3]
[1] 1204875531 [1] [2] [3]
Teach-in = 100% Hoofdalarm Vooralarm
8.4.21 Overdrachtgedrag De overdrachtsfactor is een maat voor de mechanische overdracht van stootimpulssequenties bij schade aan de wentellager. De overdrachtsfactor kan bij aangesloten sensoren via een mechanische impulstest (pingtest) worden gemeten. Hierbij is van belang dat de sensor op de juiste montageplaats is gemonteerd en dat de impuls zo dicht mogelijk bij het te bewaken wentellager in de structuur wordt geleverd. De impulstest is een optie waarvan het resultaat geen directe invloed heeft op de inbedrijfstellingsprocedure. 8.4.22 Signaalweging Voor de bewaking bij een variabel toerental is het mogelijk de karakteristieke waarden afhankelijk van het toerental te corrigeren. De aangegeven waarden geven aan hoe de karakteristieke waarden van een constante schade met het toerental veranderen. Met deze verandering wordt bij de evaluatie en berekening in de sensor rekening gehouden.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
51
8
Apparaatfuncties Diagnoseobjecten
Zowel de teachwaarde als de gemeten waarde wordt aan de hand van de signaalwegingstabel gewogen. De teachwaarde wordt aan de hand van het aangegeven teachintoerental gewogen en de gemeten waarde wordt aan de hand van het gemeten toerental aangepast. Daarom is het absoluut noodzakelijk het teach-intoerental bij de teach-inprocedure aan te houden. Het is mogelijk vooraf gedefinieerde curven te gebruiken of eigen curven te maken of te laden. Als bij de parametrering het diagnosetype "Rolling bearing damage" (schade wentellager) wordt gebruikt, worden vooraf geconfigureerde instellingen geladen. Deze kunnen zo nodig worden gewijzigd. Ook wordt aangegeven in welke mate de teach-inwaarde bij de signaalgewogen weergave in de modi "Subobjects" en "Objects" wordt aangepast. De volgende afbeelding laat de signaalweging zien:
1204773387
De volgende formule geldt:
Schadeniveau = (resp. grenswaarde)
gemeten waarde in mg/gewogen signaal bij het gemeten toerental teach-inwaarde in mg/gewogen signaal bij teach-in toerental 1204787979
52
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Diagnoseobjecten
8
Bepaling van het schadeniveau (300 mg bij 5000 rpm, teach-in 65 mg), rekening houdend met de signaalweging:
X =
300 mg / 97 % 65 mg / 86 % 1204790411
Zo kan ook de vereiste teach-inwaarde worden bepaald om bij gegeven waarden (300 mg bij 5000 rpm) de grenswaarde voor geel (4) te overschrijden:
4 =
300 mg / 97 % X mg / 86 % 1204792843
Omgevormd naar X (teach-inwaarde) X = 66,5 mg 8.4.23 Conflictcontrole Bij de conflictcontrole wordt getest of de ingestelde bewakingsparameters volledig en plausibel zijn.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
53
Apparaatfuncties Wentellagerdatabank
8 8.5
Wentellagerdatabank In de wentellagerdatabank worden de gebruikelijkste wentellagers van verschillende producenten vermeld. Deze kunnen worden gedefinieerd door een korte aanduiding van de wentellager in te voeren. De lagers van de eigen wentellagerdatabank kunnen worden opgenomen in de zoekopdracht en worden weergegeven (menu [Extras] / [Settings] / [Rolling bearing database] / [Search]). De aanduiding van het lager wordt aangevuld met een "E" (zie kolom "DIN", bijv. "6000E"). De volgende afbeelding laat een databank met wentellagers zien:
2609197323
Korte aanduiding = DIN Elk standaardwentellager beschikt conform DIN 623 over een zogenaamde korte aanduiding waarmee het lager uniek kan worden toegewezen aan een bepaalde lagergroep. Ook geometrische gegevens kunnen worden afgelezen aan deze aanduiding. Ook worden hierbij de overrolfrequenties beschreven. Achter- en voorvoegsels hebben in het algemeen geen invloed op de overrolfrequenties. Alleen het achtervoegsel "E" verwijst meestal naar een gereduceerd aantal wentellichamen en is daarom relevant voor de overrolfrequenties. De verschillen tussen de fabrikanten van de lagers zijn over het algemeen gering. Het verschil tussen de fabrikanten van de lagers is bij alle andere lagertypen belangrijk en moet meegenomen worden bij de parametrering. Lageraanduidingen met meer dan vijf cijfers zijn speciale uitvoeringen. In dit geval moet u de databank van de fabrikant raadplegen.
54
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Wentellagerdatabank
8.5.1
8
Lageraanduidingen X
XX
XX Lagergrootte Matenreeks Lagerserie
Aanduidingen van de lagerseries 1
Pendelkogellager
2
Pendelkogellager en axiale pendelrollager
3
Kegellager
4
Groefkogellager met twee rijen
5
Axiale groefkogellager
6
Groefkogellager met één rij
7
Schuine kogellager met één rij
N
Cilinderrollager
De lagergrootte vermenigvuldigd met 5 geeft de binnendiameter van het lager aan. Voorbeeld: Lager 6(0)212: Binnendiameter = 12 x 5 = 60 mm
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
55
Apparaatfuncties Wentellagerdatabank
8 8.5.2
Wentellagers aanleggen In plaats van zoeken in de wentellagerdatabank kunt u de overrolfrequentie ook direct invoeren door de ordeningsfactor (= multiplicator met de draaifrequentie) voor binnenring, buitenring en wentellichaam in het invoermasker in te voeren. Als de lagergeometrie bekend is, kunt u met de lagerrekenmachine de ordeningsfactoren berekenen. De volgende afbeelding laat het venster voor de definitie van eigen lagers zien:
1204763659
De lagergegevens kunnen in de eigen wentellagerdatabank worden opgeslagen. In de wentellagerdatabank worden de lagers van de eigen wentellagerdatabank opgenomen in de zoekopdracht en weergegeven. De aanduiding van de fabrikant wordt hierbij aangevuld met een "E" (zie tabblad "DIN bearing code" > kolom "Manufacturer", bijv. "SKFE").
56
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Wentellagerdatabank
8.5.3
8
Instellingen databank Het pad van de "eigen wentellagerdatabank" kan opnieuw worden ingevoerd om opgeslagen wentellagerdatabanken weer te integreren of nieuwe databanken over te nemen. Kies [Extras] / [Settings] / [Rolling bearing database] om de gegevensbron voor de wentellagerdatabank te bepalen. Om de zoeksnelheid te optimaliseren en dubbel ingevoerde gegevens bij de zoekresultaten te voorkomen, kan de zoekopdracht worden beperkt. Standaard is de instelling "CD database and user-defined rolling bearing database" opgeslagen. Deze instelling voor door SEW-EURODRIVE aanbevolen. Als de te bewaken lagers niet opgeslagen zijn, kunt u deze opnieuw aanleggen.
8.5.4
Impulstest De impulstest meet de overdracht van het signaal van de zitting van het meetobject naar de montageplaats (sensor). De test bepaalt of de montageplaats geschikt is ([Signal path] / [Mounting test]). Bovendien kunnen parameters voor grenswaarden automatisch worden ingesteld ([Signal path] / [Diagnosis object]). U start de impulstest met de startknop. Voordat een impuls wordt verzonden, wordt de achtergrondruis van de machine gemeten. Vervolgens wordt de structuur aan de desbetreffende lagerzitting met de impulstester (artikelnummer 14066335) geactiveerd en worden drie impulsresponses bij de desbetreffende montageplaats gemeten. De resultaten van de impulstest zijn alleen geldig als de afstand tussen achtergrondruis en testresultaten groot genoeg is en als de deviatie van de meetwaarden niet groter is dan 40%. Als de achtergrondruis te sterk is, wordt aangeraden de meting bij een stilstaande machine te herhalen. Voor een betrouwbare bewaking van de wentellagers moet het resultaat van de impulstest minimaal 5 mg/N zijn.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
57
Apparaatfuncties Monitoring
8 8.6
Monitoring
8.6.1
Spectrale weergave Weergave van de lineaire spectra van zowel het ruwe tijdsignaal als de omhulling van het gemoduleerde tijdsignaal. De amplituden worden weergegeven in "mg-peak". Het volledige frequentiebereik is onderverdeeld in zeven gebieden. Open het keuzemenu "Spectrum" om een gebied voor de weergave te selecteren, in dit geval "0-500 Hz":
2609199243
Daarnaast worden de maximale en minimale acceleratie en de gemiddelde waarde van de acceleratie per tijdsinterval weergegeven. Bij normale eenheden wordt om de 0,8 seconden een spectrum berekend. Dit komt overeen met een spectrale resolutie van 1,25 Hz. Bij langzame eenheden wordt om de 8 seconden een spectrum berekend. Dit komt overeen met een spectrale resolutie van 0,125 Hz. Voor de periodisering van de gegevens wordt een Hanning-venster gebruikt. De weergegeven cursors (lijnen) hebben betrekking op de ingestelde schadefrequenties die in de sensor zijn geparametreerd. Als deze veranderd dienen te worden, moeten de instellingen in de sensor worden gewijzigd. In de programma-instellingen kan aangegeven worden of het frequentievenster voor de bijbehorende schadefrequentie moet worden weergegeven.
58
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Monitoring
8
Met de rechtermuisknop kunt u schakelen tussen de weergave van de acceleratie (mg), de snelheid (mm/s) en het trillingspad (µm). Op dezelfde wijze kunnen de amplitudewaarden worden weergegeven als peak (basisinstelling, basis voor berekening in de sensor) of RMS. Door een rechthoek te tekenen (met ingedrukte linkermuisknop van linksboven naar rechtsonder) kunt u op de weergave inzoomen. Open het contextmenu met de rechtermuisknop om uit te zoomen. De gemiddelden (1, 2, 4, 8, 16, 32) kunnen via het contextmenu worden gesimuleerd. Daarnaast worden de maximale en minimale acceleratie en de gemiddelde waarde van de acceleratie per tijdsinterval weergegeven.
AANWIJZING In de spectrale modus is de bewaking van de diagnoseobjecten gedeactiveerd, zodat er geen schakeluitgangen worden geschakeld. Verbreek de kabelverbinding tussen sensor en pc niet in de spectrale modus, omdat de sensor anders in de spectrale modus blijft en bewaking niet mogelijk is. 8.6.2
Subobjecten In de subobjectmodus worden de frequentiegroepen die relevant zijn voor de schade, met amplitude en gevonden frequentie per object weergegeven. De spectrale evaluatie kan naar keuze worden uitgevoerd op basis van het ruwe signaal of van de omhulling van het gemoduleerde tijdsignaal. De instellingen in de sensor zijn geldig. Als u de analysemethode wilt veranderen, moet u de sensorparameters aanpassen. Bij langzame eenheden worden om de 8 seconden nieuwe waarden berekend, bij normale eenheden om de 0,8 seconden. De weergave representeert een analyse van frequentiefactoren. Daarnaast worden de maximale en minimale acceleratie en de gemiddelde waarde van de acceleratie per tijdsinterval weergegeven. Met de rechtermuisknop kunt u zowel schakelen tussen de weergave van de acceleratie (mg), de snelheid (mm/s) en het trillingspad (µm) als instellen dat wel of niet rekening moet worden gehouden met de signaalweging van de subobjecten. De gemiddelden (1, 2, 4, 8, 16, 32) kunnen via het contextmenu worden gesimuleerd.
8.6.3
Objectmodus In de objectmodus worden gewogen en gemiddelde karakteristieke waarden voor elk gedefinieerd object weergegeven. Als vooraf een teach-inrun is uitgevoerd, worden de referentiewaarden van de teach-in als "blauwe balken" weergegeven. De evaluatie kan naar keuze worden uitgevoerd op basis van het ruwe signaal of van de omhulling van het gemoduleerde tijdsignaal. De instellingen in de sensor zijn geldig. Als u de analysemethode wilt veranderen, moet u de sensorparameters aanpassen. Zodra er nieuwe waarden zijn berekend (afhankelijk van het aantal ingestelde gemiddelden), wordt een nieuwe waarde weergegeven (zie hoofdstuk "Gemiddelden diagnoseobjecten" (→ pag. 40)). De objectwaarden kunnen zowel met signaalweging als zonder signaalweging worden weergegeven (open contextmenu met rechtermuisknop).
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
59
Apparaatfuncties Monitoring
8 8.6.4
Diagnosewaarde In de statusmodus of diagnosewaardemodus worden de gewogen en gemiddelde karakteristieke statuswaarden voor elk aangelegd object weergegeven. De referentiewaarden hiervoor zijn de teach-inwaarden, afbeelding (→ pag. 31). De evaluatie kan naar keuze worden uitgevoerd op basis van het ruwe signaal of van de omhulling van het gemoduleerde tijdsignaal. De instellingen in de sensor zijn geldig. Als u de analysemethode wilt veranderen, moet u de sensorparameters aanpassen. Zodra er nieuwe waarden zijn berekend (afhankelijk van het aantal ingestelde gemiddelden), wordt een nieuwe waarde weergegeven (zie hoofdstuk "Gemiddelden diagnoseobjecten" (→ pag. 40)). De weergegeven grenswaarden komen overeen met de ingestelde grenswaarden in de sensor en correleren met de leddisplay op de sensor. Als voor niveaumonitor en diagnoseobjecten verschillende gemiddelden zijn ingesteld, worden de gegevens van niveau en diagnoseobjecten overeenkomstig het aantal gemiddelden dat is ingesteld voor de diagnoseobjecten, opnieuw weergegeven. De ingestelde parameters zijn geldig voor de bewaking.
8.6.5
Gegevens opnemen Afhankelijk van de weergegeven diagnosediepte (spectrum-subobjecten-objecten-diagnosewaarde) kunnen de weergegeven gegevens continu worden opgeslagen (datastreaming) en vervolgens opnieuw worden weergegeven. Zo kan de diagnose-eenheid DUV30A ook als meetapparaat worden gebruikt.
1204221835
Als u een meting wilt opnemen of weergeven, moet u eerst het bestand openen. Dit bestand moet eerst worden aangelegd, voordat u gegevens kunt opnemen. Vervolgens kunt u met de functies voor opnemen of afspelen de gegevens opnemen of weergeven.
60
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Universele toewijzing
8.7
8
Universele toewijzing Als er bij de parametrering van de diagnose-eenheid DUV30A in de instelling voor normale eenheden geen informatie over de gebruikte lagers beschikbaar is, kunt u naast de niveau-/stootmonitor en de Veff-monitor een universele toewijzing configureren die in een grote bandbreedte een bepaald frequentieveld bewaakt. Hiervoor worden de middenfrequenties van een geselecteerde logaritmische frequentiereeks en een frequentievenster van 10% toegewezen aan de twintig afzonderlijke frequenties van de subobjecten. De frequentiereeks kan er als volgt uitzien: Nummer
Middenfrequentie (Hz)
Ordeningsfactor
1
5,02
0,20
2
6,14
0,25
3
7,50
0,30
4
9,17
0,37
5
11,20
0,45
6
13,69
0,55
7
16,73
0,67
8
20,45
0,82
9
25,00
1,00
10
30,55
1,22
11
37,34
1,49
12
45,64
1,83
13
55,78
2,23
14
68,18
2,73
15
83,33
3,33
16
101,85
4,07
17
124,48
4,98
18
152,14
6,09
19
185,95
7,44
20
227,27
9,09
Dit voorbeeld wordt aanbevolen voor een langzame eenheid met een toerental van 25 Hz (= 1500 rpm). Het leidt tot een bewaking in het frequentieveld tussen 4,5 Hz en 250 Hz. De selectie van een frequentievenster van 10% komt overeen met de instelling van een classificatie met ca. vier banden per octaaf. De volgende basisinstellingen zijn vereist: Toerental
Constant of variabel
Basisoverbrengingsverhouding
1/1
Diagnoseobjecttype
Overige
Analysemethode
H-FFT
Subobjecten
Frequentiefactoren uit bovenstaande tabel
Vereist frequentievenster
10 %
Grenswaarden
• •
Geel: 6 Rood: 10
Na het invoeren van de frequentiefactor en een korte aanduiding wordt via [Add] het subobject aangelegd. Na vier subobjecten moet er een ander object worden aangelegd. De diagnose-eenheid DUV30A geeft nu aan wanneer de trillingsamplitude in één van de aangelegde frequentiebanden met de ingestelde grenswaarde verhoogd is.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
61
Apparaatfuncties Geschiedenis
8 8.8
Geschiedenis Het historiegeheugen is een ringbuffer (= bij een vol geheugen worden eerst de oudste gegevens gewist om plaats vrij te maken voor de nieuwe gegevens) en kan 2500 gegevens opslaan. U activeert en parametreert het historiegeheugen onder [Sensor] / [Sensor settings]. Schakel het selectievakje [Activate history] in en voer onder [Interval] een waarde in tussen 1 seconde en 12 uur. Klik op de knop [Accept] om het historiegeheugen te starten. Na afloop van een instelbare periode slaat de sensor per diagnoseobject de hoogste objectwaarde die in deze periode is gemeten, samen met het bijbehorende toerental (bij instelling variabel toerental) voortdurend op in interne geheugenmodules. De lijst met historische gegevens kan door de sensor worden ingelezen via de menuoptie [History] / [Read from sensor/history] of door op te klikken. De volgende afbeelding laat het historiegeheugen zien:
2609201163
De weergave kan worden uitgebreid om meer waarden aan te geven. Activeer hiervoor het desbetreffende selectievakje onderaan het venster. U kunt ook de op verschillende meettijdpunten aangelegde toerentallen weergeven (stippellijn, geschaalde as rechts). De historische gegevens bevatten ook de uitleestijd. Kies [History] / [Save/History] of klik op om deze gegevens als CSV-bestand of XML-bestand op te slaan. Kies [History] / [Open.../History] of klik op om het bestand met historische gegevens te openen.
62
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Apparaatfuncties Ledcode
8.9
8
Ledcode
Spanning aanwezig
Sensor bedrijfsklaar
O.K.
CHECK
REACT
O.K.
CHECK
REACT
O.K.
CHECK
REACT
Teach-in
Knippert (1 s aan, 1 s uit)
FFT verzonden (naar pc)
O.K.
CHECK
REACT
Knippert (1 s aan, 0,1 s uit)
Object heeft geel-grenswaarde overschreden Kort indrukken Vooralarm Diagnose
NEXT O.K.
CHECK
REACT
Knippert
O.K.
CHECK
REACT
O.K.
CHECK
REACT
O.K.
CHECK
REACT
Voortgang van de schade
Object heeft rood-grenswaarde overschreden Niveau heeft trillingssnelheid Veff rood-grenswaarde overschreden
1688412939
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
63
kVA
9
i
f
n
Technische gegevens Algemene technische gegevens
P Hz
9
Technische gegevens
9.1
Algemene technische gegevens Technische gegevens
Waarde
Meetbereik
± 20 g
Frequentiebereik
Langzame eenheid: 0,125 tot 500 Hz Normale eenheid: 1,25 tot 5000 Hz
Spectrale resolutie
Langzame eenheid: 0,125 Hz Normale eenheid: 1,25 Hz
Diagnosemethode
FFT, envelop-FFT, trendanalyse
Minimale meettijd
Langzame eenheid: 8,0 s Normale eenheid: 0,8 s
Toerentalbereik
Langzame eenheid: 12 tot 3500 rpm
Schakeluitgangen
1: Vooralarm 2: Hoofdalarm
Bedrijfsspanning
10 tot 32 V
Normale eenheid: 120 tot 12000 rpm
Stroomverbruik bij DC 24 V
100 mA
Beschermingsklasse
III
EMC
IEC 1000-4-2/3/4/6
Overbelastbaarheid
100 g
Temperatuurbereik
-30 tot +70°C [-22 tot 158°F]
Beschermingsgraad
IP67
Materiaal behuizing
• • •
Zinken spuitgietwerk Coating op basis van epoxyharslak Polyester membraantoetsenbord
Elektrische aansluiting voor voeding en schakel- M12-stekerverbinding uitgang
64
Elektrische aansluiting voor RS232-communicatie
M8-stekerverbinding
Certificaten en normen
CE
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Technische gegevens Maatschets
9.2
kVA
i
f
n
9
P Hz
Maatschets De maatschets laat de mechanische maten van de diagnose-eenheid DUV30A in mm (inch) zien: 58.2 (2.29)
14 (0.55)
36 (1.4)
M12x1
46.4 (1.83)
20 (0.79)
∅ 5.3 (0.21)
10 (0.39)
37.6 (1.48)
∅ 4 (0.2)
M8x1
6 (0.2)
M5
∅ 5.3 (0.21) 5 (0.2) [2]
[1] [1]
1204822027 [1] [2]
Programmeertoetsen Leds
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
65
Appendix Maatbladen voor montageplaatsen op de aandrijving
10 10
Appendix
10.1
Maatbladen voor montageplaatsen op de aandrijving Hierna worden de maatbladen voor de bevestiging van R-, F-, K- en S-reductoren en de DV- en DR-motoren weergegeven. Maatbladen voor de montageplaatsen bij IGX-reductoren zijn op aanvraag verkrijgbaar bij Vector Aandrijftechniek.
10.1.1 Positie van de montageplaatsen bij de reductoren F, FA 27 - FA 157 DUV.0A M1,M2,M3,M4,M5,M6 DUV.0A
DUV.0A
M1,M3,M4,M5,M6 a
M1,M3,M4,M5,M6
b
F37-157
i
e
d
m
d
F27
g k
l
c
h
c
f
DUV.0A
DUV.0A
M1,M2,M4,M5
M1,M2,M3,M4,M6 1204860939
66
Type
a
b
c
d
e
f
g
h
i
k
F / FF / FA / FAF 27
-
-
57
25
-
-
-
-
-
-
l
m
Montageboring
-
M10 x 1
F / FF / FA / FAF 37
20
20
60
61
6
66
25
63
6
66
66
61
M10 x 1
F / FF / FA / FAF 47
22
20
61
43
20
70
39.5
74
20
70
70
70
M10 x 1
F / FF / FA / FAF 57
25
25
70
93
30
78.5
29
95
30
78.5
78.5
80
M10 x 1
F / FF / FA / FAF 67
26
30
78
106
32
83
40
100
32
83
83
90
M10 x 1
F / FF / FA / FAF 77
30
40
92.5
136
30
100
43.5
122
35
110
110
106.5
M12 x 1.5
F / FF / FA / FAF 87
36
45
120
170
60
115
40
130.5
60
136
139
148
M12 x 1.5
F / FF / FA / FAF 97
45
45
135
175
65
150
63
155
70
160
165
170
M22 x 1.5
F / FF / FA / FAF 107
45
60
155
215
60
165
55
165
55
188
188
195
M22 x 1.5
F / FF / FA / FAF 127
50
70
190
235
60
195
75
202
60
210
210
230
M33 x 2
F / FF / FA / FAF 157
60
110
215
290
75
265
65
257
75
265
265
250
M42 x 2
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Appendix Maatbladen voor montageplaatsen op de aandrijving
10
10.1.2 Positie van de montageplaatsen bij de reductoren K, KA 37 - K 157
DUV.0A
DUV.0A
DUV.0A
M2,M3,M4,M5
M1,M3,M4,M5,M6 K37-157 KH/KA/KV47B-107B KA/KF/KAF/KAZ/KHF/ KHZ127-157 KH127-157
DUV.0A
M2,M3,M4,M6
M1,M3,M4,M5,M6
k
f
b
a
l
e
c
n
h g
i
DUV.0A
DUV.0A
M1,M2,M4,M5,M6
M1,M2,M4,M5,M6 1204863371
Type
a
b
c
e
f
g
h
i
k
l
m
n
Montageboring
K / KF / KA / KAF 37
35
80
48
46
84
117
5
37
15
-46
46
15
M10 x 1
K / KF / KA / KAF 47
42
-
42
55
95
139
-
42
18.5
-47
47
18.5
M10 x 1
K / KF / KA / KAF 57
38
111
49
65
115
145
5
51
23.5
-21
56
15
M10 x 1
K / KF / KA / KAF 67
41
117
56
66
122
152
4
62
22
-20
69
22
M10 x 1
K / KF / KA / KAF 77
50
156
50
84
158
171
2
74
23.5
9
86
23.5
M12 x 1.5
K / KF / KA / KAF 87
63
178.5
62
102.5
188
224
7
90
23.5
17
103
23.5
M12 x 1.5
K / KF / KA / KAF 97
116
225
85
116
235
238
5
114
47
12
123
47
M22 x 1.5
K / KF / KA / KAF 107
123
268
85
153
285
290
10
146
46.5
38
157
46.5
M22 x 1.5
K / KF / KA / KAF 127
144
319
105
172
332
335
-15
164
61
40
178
61
M33 x 2
K / KF / KA / KAF 157
207
380
123
192
400
368
-7
200
50
44
214
50
M42 x 2
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
67
Appendix Maatbladen voor montageplaatsen op de aandrijving
10
10.1.3 Positie van de montageplaatsen bij de reductoren K, KH 167 en KH 187
DUV.0A
DUV.0A
M1,M2,M3,M4,M5,M6
M1,M2,M3,M4,M5,M6 n
k
f
a
e
c
b DUV.0A
DUV.0A
M1,M2,M3,M4,M5
M1,M2,M3,M4,M6 1204858507
Type
68
a
b
c
e
f
k
n
Montageboring
K / KH 167
286
K / KH 187
345
159
456
120
454
50
50
M42 x 2
180
527.5
135
550
65
65
M42 x 2
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Appendix Maatbladen voor montageplaatsen op de aandrijving
10
10.1.4 Positie van de montageplaatsen bij de reductoren R 07 - R 167
DUV. 0A
R37 - R167
DUV.0A
M1,M2,M3,M4,M5
DUV.0A
g
M1,M2,M3,M4,M5,M6
b
d
f
h
M3,M4,M5,M6
e
a c
DUV.0A M1,M2,M4,M5,M6 DUV.0A
m
o
M1,M2,M3,M4,M5,M6
k i
n
DUV.0A M1,M2,M3,M4,M5,M6 1204856075
Type
a
b
c
d
e
f
g
h
i
k
m
n
o
p
Montageboring
R 07
-
-
-
-
-
-
-
-
48
-
-
87.5
-
-16.6
M10 x 1
R 17
-
-
-
-
-
-
40
101
58
-
-
111
-
19
M10 x 1
R 27
-
-
-
-
-
-
40
116
75
-
-
-
-
-
M10 x 1
R 37
27
44
102
14
48
90
54
111
75
48
30
48
16
-
M10 x 1
R 47
30
65
117
15
55.5
115
58
142
90
37
23.5
67
-23.5
-
M10 x 1
R 57
31.5
63
128
18
57.5
115
66
144.5
100
44
27
81
-27
-
M10 x 1
R 67
39
70
150
18.5
80
130
72
165
100
45.5
-
-
0
-
M10 x 1
R 77
37
66
156
19
72.5
140
81
182
115
52.5
37.5
96.5
11.5
-
M12 x 1.5
R 87
42
88
197
23
92
182
97
232
140
63
47.5
110
47.5
-
M12 x 1.5
R 97
65
130
240
30
115
225
115
294
160
76.5
60
132.5
60
-
M22 x 1.5
R 107
70
133
265
32
128
250
130
330
185
91
65
141
40
-
M22 x 1.5
R 137
84
155
321
38
157
315
150
422
220
105
54
176
72
-
M22 x 1.5
R 147
97
175
383
46
179
355
185
470
260
125
70
205
75
-
M33 x 2
R 167
125
206
462
53
210
425
205
560
270
150
90
240
90
-
M42 x 2
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
69
Appendix Maatbladen voor montageplaatsen op de aandrijving
10
l
f
h
f
h
10.1.5 Positie van de montageplaatsen bij de reductoren RX 57 – RX 107
g
e
g
e
k
DUV.0A
DUV.0A
M1,M2,M3,M4,M5,M6
a
i
M1,M2,M3,M4,M5,M6
a c
d
i
b
b
d
c
DUV.0A
DUV.0A
M2,M3,M4,M5,M6
M2,M3,M4,M5,M6 1208483339
Type
a
b
c
d
e
f
g
h
i
k
l
Montageboring
RX 57
12.5
83
12.5
88
65
63.5
65
63.5
56
-
17
M10 x 1
RXF 57
12.5
99
12.5
104
65
0.5
65
0.5
40
61.5
-
M10 x 1
15
90
15
96.5
72
80.5
72
80.5
75
-
24
M10 x 1
RXF 67
15
115
15
121.5
72
0.5
72
0.5
50
70
-
M10 x 1
RX 77
30
99
30
107.5
89
92
89
92
85
-
21
M12 x 1.5
RXF 77
30
124
30
132.5
89
2
89
2
60
74
-
M12 x 1.5
RX 87
30
114.5
30
121.5
115
100.5
115
100.5
110
-
20
M12 x 1.5
RXF 87
30
144.5
30
151.5
115
0.5
115
0.5
80
91
-
M12 x 1.5
RX 97
40
120
40
138
138
114
138
114
140
-
26
M22 x 1.5
RXF 97
40
160
40
178
138
2
138
2
100
103
-
M22 x 1.5
RX 107
40
144
40
166
157
138
157
138
152
-
33
M22 x 1.5
RXF 107
40
176
40
198
157
-2
157
-2
120
112
-
M22 x 1.5
RX 67
70
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Appendix Maatbladen voor montageplaatsen op de aandrijving
10
10.1.6 Positie van de montageplaatsen bij de reductoren S 37 – S 97
S37
S47 - S97
DUV.0A
h
f
h
f
a
e
a
M1,M3,M4,M5,M6
g
g
i
i DUV.0A
DUV.0A
M1,M2,M3,M4,M5,M6
M1,M2,M3,M4,M5,M6 l
k
n
m
1204853643
Type
a
e
f
g
h
i
k
l
m
n
Montageboring
S 37
37
-
58
16.5
80
37
-
-
-
-
M10 x 1
S 47
16
48
83
75
100
53
15
-
26
15
M10 x 1
S 57
23
60
96
85
112
57
18.5
-
25
18.5
M10 x 1
S 67
30
74
120
105
140
84
22
4
45
22
M10 x 1
S 77
40
90
158
127
180
90
23.5
42
53
23.5
M12 x 1.5
S 87
45
109.5
196
150
225
114
28
53
67
28
M12 x 1.5
S97
66
136
245
198
280
140
45
67
68
45
M12 x 1.5
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
71
Appendix Maatbladen voor montageplaatsen op de aandrijving
10
10.1.7 Positie van de montageplaatsen bij de reductoren SA, SF 37 - SF 97
SF47-97
h
e
f
a
SA47-97
g DUV.0A
DUV.0A
M1,M2,M3,M4,M5,M6
M1,M3,M4,M5,M6
m
SF/SA37
h
f
k
a
n
l
g i 1204851211
72
Type
a
e
f
g
h
i
k
l
m
n
Montageboring
SF / SA 37
-
-
60
21.5
82
45
-
-
-
-
M10 x 1
SF / SA 47
16
83
48
75
100
-
15
-
26
15
M10 x 1
SF / SA 57
23
96
60
85
112
-
18.5
-
25
18.5
M10 x 1
SF / SA 67
30
120
74
105
140
-
22
4
45
22
M10 x 1
SF / SA 77
40
158
90
127
180
-
23.5
42
53
23.5
M12 x 1.5
SF / SA 87
45
196
109.5
150
225
-
28
53
67
28
M12 x 1.5
SF / SA 97
66
245
136
198
280
-
45
67
68
45
M22 x 1.5
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Appendix Maatbladen voor montageplaatsen op de aandrijving
10
10.1.8 Positie van de montageplaatsen bij de draaistroommotoren DV112M - DV280 DV112M – DV225
DV250 - DV280 X1B
DUV.0A
X1B
X
DUV.0A
178
X
DUV.0A
DUV.0A
1735282699
Type
X
X1B
Montageboring
DV112M – DV132S
209
289
M8 x 1.25
DV132M
223
335
M12 x 1,75
DV132ML + DV160M
254
366
M12 x 1,75
DV160L
278
434
M12 x 1,75
DV180
314
470
M12 x 1,75
DV200
342
498
M16 x 2
DV225
384
540
M16 x 2
DV250 + DV280
490
506
M20 x 2.5
Bij de motoren DT56 – DV100 is er geen inrichting om de diagnose-eenheid DUV te monteren. Kies daarom een montageplaats op de bijbehorende reductor.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
73
10
Appendix Maatbladen voor montageplaatsen op de aandrijving
10.1.9 Positie van de montageplaatsen bij de draaistroommotoren DR100 - DR315 DR100 – DR225
DR315 X1B
DUV.0A X1
X1B
DUV.0A
X2
X1
DUV.0A
DUV.0A
1735255179
Type DR100L, LC
X1
X1B
X2
Montageboring
145,5
239
–
M8 x 1.25
DR112M
144
256
–
M8 x 1.75
DR132S
228
340
–
M8 x 1.75
DR132M, MC
259
371
–
M8 x 1.75
251,5
388,5
–
M12 x 1.75
279
468
–
M12 x 1.75
DR200L/225S, M, MC
352
557
–
M16 x 2
DR315K/S
634
885
300
M20 x 2.5
DR315M/L
764
1015
400
M20 x 2.5
DR160S, M, MC DR180S, M, L, LC
Bij de motoren DR71 – DR90 is er geen inrichting om de diagnose-eenheid DUV te monteren. Kies daarom een montageplaats op de bijbehorende reductor.
74
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Appendix Aanvraagformulier voor de configuratie van de trillingssensor DUV
10.2
10
Aanvraagformulier voor de configuratie van de trillingssensor DUV Gelieve dit formulier in te vullen en naar de verantwoordelijke SEW-vestiging op te sturen: Naam bedrijf: ................................................................................................................ Klantnummer: ......................................... ..................................................................... Contactpersoon:........................................................................................................... Tel./fax: ........................................................................................................................ E-mail: .......................................................................................................................... Straat: .......................................................................................................................... Postcode, plaats, land:.................................................................................................. Plaats, datum: .............................................................................................................. Aanvraagformulier voor diagnose-eenheid DUV30A met het verzoek: Aanbieding Terugbellen Inbedrijfstelling in SC (zonder teach-in) Inbedrijfstelling bij de klant (datum: ....................................................)
Projectgegevens Te bewaken toerental nWERK
12 < nWERK < 3500 rpm 120 < nWERK < 12000 rpm De haalbaarheid moet nog vastgesteld worden.
Constant toerental (± 5%):
........................................................................... rpm
Variabel toerental
............................ rpm tot .................................. rpm hierbij duur met const. toerental ......... s bij ....... rpm
Variabel toerental
Ingang werkelijk toerental 0 tot 20 mA Impulsingang 1 – 32 impulsen/omw. HTL (± 24 V)
Te bewaken objecten (max. 5 objecten + niveau + trillingssnelheid Veff conform DIN ISO 10816-1 per DUV, per lager, per vertanding telt als een object) Reductorbewaking
Ingaand Uitgaand Tussentrap(pen)
Motorbewaking
Motorlager A Motorlager B Rotor onbalans Technische ondersteuning nodig
Externe vertanding (indien aanwezig):
Aantal tanden:.....................................................
Extern lager (indien aanwezig):
Fabrikant / type: .......................................................
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
75
10
Appendix Aanvraagformulier voor de configuratie van de trillingssensor DUV
Niveaumonitor
Trillingsmonitor
(indien aanwezig)
Stootmonitor Trillingssnelheid Veff conform DIN ISO 10816-1
Aandrijfgegevens Motortype en -fabrikant:
..................................................................................
Nr. van de orderbevestiging:
..................................................................................
Met frequentieregelaar/ optie:
..................................................................................
Inbedrijfstelling Norm
CE-teken ATEX-zone
Beschermingsgraad IP
..................................................................................
DC 24V-voeding
Ja, ter plaatse door klant Nee, door SEW bij inbedrijfstelling
Toerental WERKELIJK-signaal
Ja, ter plaatse door klant
(0 tot 20 mA)
MC07B met optie: FIO
Koppeling signalen van DUV
Alleen plaatselijk
MDX met optie: DIO
Ter plaatse door klant Advies gewenst
Toestand van de aandrijving
Nieuw, nog te monteren Nieuw, reeds geleverd Component in bedrijf Tweedehands, wordt echter nog gerepareerd door het volgende Service Center: ...................................
Ondersteuning bij de inbedrijfstelling:
Is nodig Is niet nodig
Overige gegevens
76
Inbouwplaats (motor/reductor)
..................................................................................
Nr. van onderdelenlijst (indien aanwezig)
..................................................................................
Montageplaats op aandrijving
..................................................................................
Afzonderlijke overbrenging per trap
..................................................................................
Wentellichaam aantal
..................................................................................
Toerental 1
........................................................................... rpm
Toerental 2
........................................................................... rpm
Nominale levensduur van lagers L10h
............................................................................... h
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Adressenopgave
11
11
Adressenopgave
Duitsland Hoofdkantoor Fabriek Verkoop
Bruchsal
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Ernst-Blickle-Straße 42 D-76646 Bruchsal Postfach 3023 • D-76642 Bruchsal
Tel. +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-1970 http://www.sew-eurodrive.de [email protected]
Fabriek / Industriële tandwielkast
Bruchsal
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Christian-Pähr-Str.10 D-76646 Bruchsal
Tel. +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-2970
Service Competence Center
Midden
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Ernst-Blickle-Straße 1 D-76676 Graben-Neudorf
Tel. +49 7251 75-1710 Fax +49 7251 75-1711 [email protected]
Noord
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Alte Ricklinger Straße 40-42 D-30823 Garbsen (bij Hannover)
Tel. +49 5137 8798-30 Fax +49 5137 8798-55 [email protected]
Oost
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Dänkritzer Weg 1 D-08393 Meerane (bij Zwickau)
Tel. +49 3764 7606-0 Fax +49 3764 7606-30 [email protected]
Zuid
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Domagkstraße 5 D-85551 Kirchheim (bij München)
Tel. +49 89 909552-10 Fax +49 89 909552-50 [email protected]
West
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Siemensstraße 1 D-40764 Langenfeld (bij Düsseldorf)
Tel. +49 2173 8507-30 Fax +49 2173 8507-55 [email protected]
Elektronisch
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Ernst-Blickle-Straße 42 D-76646 Bruchsal
Tel. +49 7251 75-1780 Fax +49 7251 75-1769 [email protected]
Drive Service Hotline / 24 uurs-service
+49 180 5 SEWHELP +49 180 5 7394357
Andere adressen van service-werkplaatsen in Duitsland op aanvraag. Frankrijk Fabriek Verkoop Service
Haguenau
SEW-USOCOME 48-54 route de Soufflenheim B. P. 20185 F-67506 Haguenau Cedex
Tel. +33 3 88 73 67 00 Fax +33 3 88 73 66 00 http://www.usocome.com [email protected]
Fabriek
Forbach
SEW-USOCOME Zone industrielle Technopôle Forbach Sud B. P. 30269 F-57604 Forbach Cedex
Tel. +33 3 87 29 38 00
Assemblage Verkoop Service
Bordeaux
SEW-USOCOME Parc d'activités de Magellan 62 avenue de Magellan - B. P. 182 F-33607 Pessac Cedex
Tel. +33 5 57 26 39 00 Fax +33 5 57 26 39 09
Lyon
SEW-USOCOME Parc d'affaires Roosevelt Rue Jacques Tati F-69120 Vaulx en Velin
Tel. +33 4 72 15 37 00 Fax +33 4 72 15 37 15
Nantes
SEW-USOCOME Parc d’activités de la forêt 4 rue des Fontenelles F-44140 Le Bignon
Tel. +33 2 40 78 42 00 Fax +33 2 40 78 42 20
Paris
SEW-USOCOME Zone industrielle 2 rue Denis Papin F-77390 Verneuil I'Etang
Tel. +33 1 64 42 40 80 Fax +33 1 64 42 40 88
Andere adressen van service-werkplaatsen in Frankrijk op aanvraag.
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
77
Adressenopgave
11
Algerije Verkoop
Alger
REDUCOM Sarl 16, rue des Frères Zaghnoune Bellevue 16200 El Harrach Alger
Tel. +213 21 8214-91 Fax +213 21 8222-84 [email protected] http://www.reducom-dz.com
Buenos Aires
SEW EURODRIVE ARGENTINA S.A. Centro Industrial Garin, Lote 35 Ruta Panamericana Km 37,5 1619 Garin
Tel. +54 3327 4572-84 Fax +54 3327 4572-21 [email protected] http://www.sew-eurodrive.com.ar
Melbourne
SEW-EURODRIVE PTY. LTD. 27 Beverage Drive Tullamarine, Victoria 3043
Tel. +61 3 9933-1000 Fax +61 3 9933-1003 http://www.sew-eurodrive.com.au [email protected]
Sydney
SEW-EURODRIVE PTY. LTD. 9, Sleigh Place, Wetherill Park New South Wales, 2164
Tel. +61 2 9725-9900 Fax +61 2 9725-9905 [email protected]
Assemblage Verkoop Service
Brussel
SEW Caron-Vector N.V. Research park Haasrode Evenementenlaan 7 BE-3001 Leuven
Tel. +32 16 386-311 Fax +32 16 386-336 http://www.sew-eurodrive.be [email protected]
Service Competence Center
Industriële tandwielkast
SEW Caron-Vector N.V. Rue de Parc Industriel, 31 BE-6900 Marche-en-Famenne
Tel. +32 84 219-878 Fax +32 84 219-879 http://www.sew-eurodrive.be [email protected]
Antwerpen
SEW Caron-Vector N.V. Glasstraat, 19 BE-2170 Merksem
Tel. +32 3 64 19 333 Fax +32 3 64 19 336 http://www.sew-eurodrive.be [email protected]
Sao Paulo
SEW-EURODRIVE Brasil Ltda. Avenida Amâncio Gaiolli, 152 Rodovia Presidente Dutra Km 208 Guarulhos - 07251-250 - SP SAT - SEW ATENDE - 0800 7700496
Tel. +55 11 2489-9133 Fax +55 11 2480-3328 http://www.sew-eurodrive.com.br [email protected]
Sofia
BEVER-DRIVE GmbH Bogdanovetz Str.1 BG-1606 Sofia
Tel. +359 2 9151160 Fax +359 2 9151166 [email protected]
Toronto
SEW-EURODRIVE CO. OF CANADA LTD. 210 Walker Drive Bramalea, ON L6T 3W1
Tel. +1 905 791-1553 Fax +1 905 791-2999 http://www.sew-eurodrive.ca [email protected]
Vancouver
SEW-EURODRIVE CO. OF CANADA LTD. Tilbury Industrial Park 7188 Honeyman Street Delta, BC V4G 1G1
Tel. +1 604 946-5535 Fax +1 604 946-2513 [email protected]
Montreal
SEW-EURODRIVE CO. OF CANADA LTD. 2555 Rue Leger Lasalle, PQ H8N 2V9
Tel. +1 514 367-1124 Fax +1 514 367-3677 [email protected]
Argentinië Assemblage Verkoop Service
Australië Assemblage Verkoop Service
België
Brazilië Fabriek Verkoop Service
Bulgarije Verkoop
Canada Assemblage Verkoop Service
78
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Adressenopgave
11
Canada Andere adressen van service-werkplaatsen in Canada op aanvraag. Chili Santiago de Chile
SEW-EURODRIVE CHILE LTDA. Las Encinas 1295 Parque Industrial Valle Grande LAMPA RCH-Santiago de Chile Casilla 23 Correo Quilicura - Santiago - Chile
Tel. +56 2 75770-00 Fax +56 2 75770-01 http://www.sew-eurodrive.cl [email protected]
Fabriek Assemblage Verkoop Service
Tianjin
SEW-EURODRIVE (Tianjin) Co., Ltd. No. 46, 7th Avenue, TEDA Tianjin 300457
Tel. +86 22 25322612 Fax +86 22 25323273 [email protected] http://www.sew-eurodrive.com.cn
Assemblage Verkoop Service
Suzhou
SEW-EURODRIVE (Suzhou) Co., Ltd. 333, Suhong Middle Road Suzhou Industrial Park Jiangsu Province, 215021
Tel. +86 512 62581781 Fax +86 512 62581783 [email protected]
Guangzhou
SEW-EURODRIVE (Guangzhou) Co., Ltd. No. 9, JunDa Road East Section of GETDD Guangzhou 510530
Tel. +86 20 82267890 Fax +86 20 82267922 [email protected]
Shenyang
SEW-EURODRIVE (Shenyang) Co., Ltd. 10A-2, 6th Road Shenyang Economic Technological Development Area Shenyang, 110141
Tel. +86 24 25382538 Fax +86 24 25382580 [email protected]
Wuhan
SEW-EURODRIVE (Wuhan) Co., Ltd. 10A-2, 6th Road No. 59, the 4th Quanli Road, WEDA 430056 Wuhan
Tel. +86 27 84478388 Fax +86 27 84478389 [email protected]
Xi'An
SEW-EURODRIVE (Xi'An) Co., Ltd. No. 12 Jinye 2nd Road Xi'An High-Technology Industrial Development Zone Xi'An 710065
Tel. +86 29 68686262 Fax +86 29 68686311 [email protected]
Assemblage Verkoop Service
China
Andere adressen van service-werkplaatsen in China op aanvraag. Colombia Assemblage Verkoop Service
Bogotá
SEW-EURODRIVE COLOMBIA LTDA. Calle 22 No. 132-60 Bodega 6, Manzana B Santafé de Bogotá
Tel. +57 1 54750-50 Fax +57 1 54750-44 http://www.sew-eurodrive.com.co [email protected]
Kopenhagen
SEW-EURODRIVEA/S Geminivej 28-30 DK-2670 Greve
Tel. +45 43 9585-00 Fax +45 43 9585-09 http://www.sew-eurodrive.dk [email protected]
Cairo
Copam Egypt for Engineering & Agencies 33 EI Hegaz ST, Heliopolis, Cairo
Tel. +20 2 22566-299 + 1 23143088 Fax +20 2 22594-757 http://www.copam-egypt.com/ [email protected]
Denemarken Assemblage Verkoop Service
Egypte Verkoop Service
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
79
Adressenopgave
11
Estland Verkoop
Tallin
ALAS-KUUL AS Reti tee 4 EE-75301 Peetri küla, Rae vald, Harjumaa
Tel. +372 6593230 Fax +372 6593231 [email protected]
Assemblage Verkoop Service
Lahti
SEW-EURODRIVE OY Vesimäentie 4 FIN-15860 Hollola 2
Tel. +358 201 589-300 Fax +358 3 780-6211 http://www.sew-eurodrive.fi [email protected]
Fabriek Assemblage
Karkkila
SEW Industrial Gears Oy Valurinkatu 6, PL 8 FI-03600 Karkkila, 03601 Karkkila
Tel. +358 201 589-300 Fax +358 201 589-310 [email protected] http://www.sew-eurodrive.fi
Libreville
ESG Electro Services Gabun Feu Rouge Lalala 1889 Libreville Gabun
Tel. +241 741059 Fax +241 741059 [email protected]
Athene
Christ. Boznos & Son S.A. 12, K. Mavromichali Street P.O. Box 80136 GR-18545 Piraeus
Tel. +30 2 1042 251-34 Fax +30 2 1042 251-59 http://www.boznos.gr [email protected]
Normanton
SEW-EURODRIVE Ltd. Beckbridge Industrial Estate P.O. Box No.1 Normanton, West-Yorkshire WF6 1QR
Tel. +44 1924 893-855 Fax +44 1924 893-702 http://www.sew-eurodrive.co.uk [email protected]
Hong Kong
SEW-EURODRIVE LTD. Unit No. 801-806, 8th Floor Hong Leong Industrial Complex No. 4, Wang Kwong Road Kowloon, Hong Kong
Tel. +852 36902200 Fax +852 36902211 [email protected]
Budapest
SEW-EURODRIVE Kft. H-1037 Budapest Kunigunda u. 18
Tel. +36 1 437 06-58 Fax +36 1 437 06-50 [email protected]
Dublin
Alperton Engineering Ltd. 48 Moyle Road Dublin Industrial Estate Glasnevin, Dublin 11
Tel. +353 1 830-6277 Fax +353 1 830-6458 [email protected] http://www.alperton.ie
Vadodara
SEW-EURODRIVE India Private Limited Plot No. 4, GIDC POR Ramangamdi • Vadodara - 391 243 Gujarat
Tel. +91 265 3045200, +91 265 2831086 Fax +91 265 3045300, +91 265 2831087 http://www.seweurodriveindia.com [email protected] [email protected]
Finland
Gabon Verkoop
Griekenland Verkoop Service
Groot-Brittannië Assemblage Verkoop Service
Hong Kong Assemblage Verkoop Service
Hongarije Verkoop Service
Ierland Verkoop Service
India Assemblage Verkoop Service
80
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Adressenopgave
11
India Assemblage Verkoop Service
Chennai
SEW-EURODRIVE India Private Limited Plot No. K3/1, Sipcot Industrial Park Phase II Mambakkam Village Sriperumbudur - 602105 Kancheepuram Dist, Tamil Nadu
Tel. +91 44 37188888 Fax +91 44 37188811 [email protected]
Tel-Aviv
Liraz Handasa Ltd. Ahofer Str 34B / 228 58858 Holon
Tel. +972 3 5599511 Fax +972 3 5599512 http://www.liraz-handasa.co.il [email protected]
Solaro
SEW-EURODRIVE di R. Blickle & Co.s.a.s. Via Bernini,14 I-20020 Solaro (Milano)
Tel. +39 02 96 9801 Fax +39 02 96 799781 http://www.sew-eurodrive.it [email protected]
Abidjan
SICA Société industrielle & commerciale pour l'Afrique 165, Boulevard de Marseille 26 BP 1115 Abidjan 26
Tel. +225 21 25 79 44 Fax +225 21 25 88 28 [email protected]
Iwata
SEW-EURODRIVE JAPAN CO., LTD 250-1, Shimoman-no, Iwata Shizuoka 438-0818
Tel. +81 538 373811 Fax +81 538 373855 http://www.sew-eurodrive.co.jp [email protected]
Douala
Electro-Services Rue Drouot Akwa B.P. 2024 Douala
Tel. +237 33 431137 Fax +237 33 431137 [email protected]
Alma-Ata
ТОО "СЕВ-ЕВРОДРАЙВ" пр.Райымбека, 348 050061 г. Алматы Республика Казахстан
Тел. +7 (727) 334 1880 Факс +7 (727) 334 1881 http://www.sew-eurodrive.kz [email protected]
Zagreb
KOMPEKS d. o. o. Zeleni dol 10 HR 10 000 Zagreb
Tel. +385 1 4613-158 Fax +385 1 4613-158 [email protected]
Riga
SIA Alas-Kuul Katlakalna 11C LV-1073 Riga
Tel. +371 6 7139253 Fax +371 6 7139386 http://www.alas-kuul.com [email protected]
Beirut
Gabriel Acar & Fils sarl B. P. 80484 Bourj Hammoud, Beirut
Tel. +961 1 510 532 Fax +961 1 494 971 [email protected]
Israël Verkoop
Italië Assemblage Verkoop Service
Ivoorkust Verkoop
Japan Assemblage Verkoop Service
Kameroen Verkoop
Kazachstan Verkoop
Kroatië Verkoop Service
Letland Verkoop
Libanon Verkoop
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
81
Adressenopgave
11
Libanon Jordanië Koeweit Syrië
Beirut
Middle East Drives S.A.L. (offshore) Sin El Fil. B. P. 55-378 Beirut
Tel. +961 1 494 786 Fax +961 1 494 971 [email protected] http://www.medrives.com
Alytus
UAB Irseva Statybininku 106C LT-63431 Alytus
Tel. +370 315 79204 Fax +370 315 56175 [email protected] http://www.sew-eurodrive.lt
Brussel
SEW Caron-Vector N.V. Research park Haasrode Evenementenlaan 7 BE-3001 Leuven
Tel. +32 16 386-311 Fax +32 16 386-336 http://www.sew-eurodrive.be [email protected]
Johore
SEW-EURODRIVE SDN BHD No. 95, Jalan Seroja 39, Taman Johor Jaya 81000 Johor Bahru, Johor West Malaysia
Tel. +60 7 3549409 Fax +60 7 3541404 [email protected]
Casablanca
Afit Route D’El Jadida KM 14 RP8 Province de Nouaceur Commune Rurale de Bouskoura MA 20300 Casablanca
Tel. +212 522633700 Fax +212 522621588 [email protected] http://www.groupe-premium.com
Quéretaro
SEW-EURODRIVE MEXICO SA DE CV SEM-981118-M93 Tequisquiapan No. 102 Parque Industrial Quéretaro C.P. 76220 Quéretaro, México
Tel. +52 442 1030-300 Fax +52 442 1030-301 http://www.sew-eurodrive.com.mx [email protected]
Rotterdam
VECTOR Aandrijftechniek B.V. Industrieweg 175 NL-3044 AS Rotterdam Postbus 10085 NL-3004 AB Rotterdam
Tel. +31 10 4463-700 Fax +31 10 4155-552 http://www.vector.nu [email protected]
Auckland
SEW-EURODRIVE NEW ZEALAND LTD. P.O. Box 58-428 82 Greenmount drive East Tamaki Auckland
Tel. +64 9 2745627 Fax +64 9 2740165 http://www.sew-eurodrive.co.nz [email protected]
Christchurch
SEW-EURODRIVE NEW ZEALAND LTD. 10 Settlers Crescent, Ferrymead Christchurch
Tel. +64 3 384-6251 Fax +64 3 384-6455 [email protected]
Litouwen Verkoop
Luxemburg Assemblage Verkoop Service
Maleisië Assemblage Verkoop Service
Marokko Verkoop
Mexico Assemblage Verkoop Service
Nederland Assemblage Verkoop Service
Nieuw-Zeeland Assemblage Verkoop Service
82
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Adressenopgave
11
Noorwegen Assemblage Verkoop Service
Moss
SEW-EURODRIVE A/S Solgaard skog 71 N-1599 Moss
Tel. +47 69 24 10 20 Fax +47 69 24 10 40 http://www.sew-eurodrive.no [email protected]
Dnepropetrovsk
SEW-EURODRIVE Str. Rabochaja 23-B, Office 409 49008 Dnepropetrovsk
Tel. +380 56 370 3211 Fax +380 56 372 2078 http://www.sew-eurodrive.ua [email protected]
Wien
SEW-EURODRIVE Ges.m.b.H. Richard-Strauss-Strasse 24 A-1230 Wien
Tel. +43 1 617 55 00-0 Fax +43 1 617 55 00-30 http://www.sew-eurodrive.at [email protected]
Karachi
Industrial Power Drives Al-Fatah Chamber A/3, 1st Floor Central Commercial Area, Sultan Ahmed Shah Road, Block 7/8, Karachi
Tel. +92 21 452 9369 Fax +92-21-454 7365 [email protected]
Lima
SEW DEL PERU MOTORES REDUCTORES S.A.C. Los Calderos, 120-124 Urbanizacion Industrial Vulcano, ATE, Lima
Tel. +51 1 3495280 Fax +51 1 3493002 http://www.sew-eurodrive.com.pe [email protected]
Łódź
SEW-EURODRIVE Polska Sp.z.o.o. ul. Techniczna 5 PL-92-518 Łódź
Tel. +48 42 676 53 00 Fax +48 42 676 53 45 http://www.sew-eurodrive.pl [email protected]
Oekraïne Verkoop Service
Oostenrijk Assemblage Verkoop Service
Pakistan Verkoop
Peru Assemblage Verkoop Service
Polen Assemblage Verkoop Service
24-uurs service
Tel. +48 602 739 739 (+48 602 SEW SEW) [email protected]
Portugal Assemblage Verkoop Service
Coimbra
SEW-EURODRIVE, LDA. Apartado 15 P-3050-901 Mealhada
Tel. +351 231 20 9670 Fax +351 231 20 3685 http://www.sew-eurodrive.pt [email protected]
Bucureşti
Sialco Trading SRL str. Madrid nr.4 011785 Bucuresti
Tel. +40 21 230-1328 Fax +40 21 230-7170 [email protected]
St. Petersburg
ZAO SEW-EURODRIVE P.O. Box 36 195220 St. Petersburg Russia
Tel. +7 812 3332522 +7 812 5357142 Fax +7 812 3332523 http://www.sew-eurodrive.ru [email protected]
Roemenië Verkoop Service
Rusland Assemblage Verkoop Service
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
83
Adressenopgave
11
Senegal Verkoop
Dakar
SENEMECA Mécanique Générale Km 8, Route de Rufisque B.P. 3251, Dakar
Tel. +221 338 494 770 Fax +221 338 494 771 [email protected] http://www.senemeca.com
Beograd
DIPAR d.o.o. Ustanicka 128a PC Košum, IV floor SCG-11000 Beograd
Tel. +381 11 347 3244 / +381 11 288 0393 Fax +381 11 347 1337 [email protected]
Singapore
SEW-EURODRIVE PTE. LTD. No 9, Tuas Drive 2 Jurong Industrial Estate Singapore 638644
Tel. +65 68621701 Fax +65 68612827 http://www.sew-eurodrive.com.sg [email protected]
Celje
Pakman - Pogonska Tehnika d.o.o. UI. XIV. divizije 14 SLO - 3000 Celje
Tel. +386 3 490 83-20 Fax +386 3 490 83-21 [email protected]
Bratislava
SEW-Eurodrive SK s.r.o. Rybničná 40 SK-831 06 Bratislava
Tel. +421 2 33595 202 Fax +421 2 33595 200 [email protected] http://www.sew-eurodrive.sk
Žilina
SEW-Eurodrive SK s.r.o. Industry Park - PChZ ulica M.R.Štefánika 71 SK-010 01 Žilina
Tel. +421 41 700 2513 Fax +421 41 700 2514 [email protected]
Banská Bystrica
SEW-Eurodrive SK s.r.o. Rudlovská cesta 85 SK-974 11 Banská Bystrica
Tel. +421 48 414 6564 Fax +421 48 414 6566 [email protected]
Košice
SEW-Eurodrive SK s.r.o. Slovenská ulica 26 SK-040 01 Košice
Tel. +421 55 671 2245 Fax +421 55 671 2254 [email protected]
Bilbao
SEW-EURODRIVE ESPAÑA, S.L. Parque Tecnológico, Edificio, 302 E-48170 Zamudio (Vizcaya)
Tel. +34 94 43184-70 Fax +34 94 43184-71 http://www.sew-eurodrive.es [email protected]
Chonburi
SEW-EURODRIVE (Thailand) Ltd. 700/456, Moo.7, Donhuaroh Muang Chonburi 20000
Tel. +66 38 454281 Fax +66 38 454288 [email protected]
Praag
SEW-EURODRIVE CZ S.R.O. Business Centrum Praha Lužná 591 CZ-16000 Praha 6 - Vokovice
Tel. +420 255 709 601 Fax +420 220 121 237 http://www.sew-eurodrive.cz [email protected]
Servië Verkoop
Singapore Assemblage Verkoop Service
Slovenië Verkoop Service
Slowakije Verkoop
Spanje Assemblage Verkoop Service
Thailand Assemblage Verkoop Service
Tjechische Republiek Verkoop
84
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Adressenopgave
11
Tunesië Verkoop
Tunis
T. M.S. Technic Marketing Service Zone Industrielle Mghira 2 Lot No. 39 2082 Fouchana
Tel. +216 79 40 88 77 Fax +216 79 40 88 66 http://www.tms.com.tn [email protected]
Istanbul
SEW-EURODRIVE Hareket Sistemleri San. ve Tic. Ltd. Sti. Bagdat Cad. Koruma Cikmazi No. 3 TR-34846 Maltepe ISTANBUL
Tel. +90 216 4419163 / 4419164 Fax +90 216 3055867 http://www.sew-eurodrive.com.tr [email protected]
Valencia
SEW-EURODRIVE Venezuela S.A. Av. Norte Sur No. 3, Galpon 84-319 Zona Industrial Municipal Norte Valencia, Estado Carabobo
Tel. +58 241 832-9804 Fax +58 241 838-6275 http://www.sew-eurodrive.com.ve [email protected] [email protected]
Sharjah
Copam Middle East (FZC) Sharjah Airport International Free Zone P.O. Box 120709 Sharjah
Tel. +971 6 5578-488 Fax +971 6 5578-499 [email protected]
Fabriek Assemblage Verkoop Service
Zuidoosten
SEW-EURODRIVE INC. 1295 Old Spartanburg Highway P.O. Box 518 Lyman, S.C. 29365
Tel. +1 864 439-7537 Fax Sales +1 864 439-7830 Fax Manufacturing +1 864 439-9948 Fax Assembly +1 864 439-0566 Fax Confidential/HR +1 864 949-5557 http://www.seweurodrive.com [email protected]
Assemblage Verkoop Service
Noordoosten
SEW-EURODRIVE INC. Pureland Ind. Complex 2107 High Hill Road, P.O. Box 481 Bridgeport, New Jersey 08014
Tel. +1 856 467-2277 Fax +1 856 845-3179 [email protected]
Middenwesten
SEW-EURODRIVE INC. 2001 West Main Street Troy, Ohio 45373
Tel. +1 937 335-0036 Fax +1 937 332-0038 [email protected]
Zuidwesten
SEW-EURODRIVE INC. 3950 Platinum Way Dallas, Texas 75237
Tel. +1 214 330-4824 Fax +1 214 330-4724 [email protected]
Westen
SEW-EURODRIVE INC. 30599 San Antonio St. Hayward, CA 94544
Tel. +1 510 487-3560 Fax +1 510 487-6433 [email protected]
Turkije Assemblage Verkoop Service
Venezuela Assemblage Verkoop Service
Verenigde Arabische Emiraten Verkoop Service
Verenigde Staten
Andere adressen van service-werkplaatsen in de Verenigde Staten op aanvraag. Vietnam Verkoop
Ho Chi Minhstad
Nam Trung Co., Ltd 91 - 93 Tran Minh Quyen Street, District 10, HCMC
Tel. +84 8 8301026 Fax +84 8 8392223 [email protected]
Minsk
SEW-EURODRIVE BY RybalkoStr. 26 BY-220033 Minsk
Tel.+375 17 298 47 56 / 298 47 58 Fax +375 17 298 47 54 http://www.sew.by [email protected]
Wit-Rusland Verkoop
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
85
Adressenopgave
11
Zuid-Afrika Assemblage Verkoop Service
Johannesburg
SEW-EURODRIVE (PROPRIETARY) LIMITED Eurodrive House Cnr. Adcock Ingram and Aerodrome Roads Aeroton Ext. 2 Johannesburg 2013 P.O.Box 90004 Bertsham 2013
Tel. +27 11 248-7000 Fax +27 11 494-3104 http://www.sew.co.za [email protected]
Cape Town
SEW-EURODRIVE (PROPRIETARY) LIMITED Rainbow Park Cnr. Racecourse & Omuramba Road Montague Gardens Cape Town P.O.Box 36556 Chempet 7442 Cape Town
Tel. +27 21 552-9820 Fax +27 21 552-9830 Telex 576 062 [email protected]
Durban
SEW-EURODRIVE (PROPRIETARY) LIMITED 2 Monaco Place Pinetown Durban P.O. Box 10433, Ashwood 3605
Tel. +27 31 700-3451 Fax +27 31 700-3847 [email protected]
Nelspruit
SEW-EURODRIVE (PTY) LTD. 7 Christie Crescent Vintonia P.O.Box 1942 Nelspruit 1200
Tel. +27 13 752-8007 Fax +27 13 752-8008 [email protected]
Ansan-City
SEW-EURODRIVE KOREA CO., LTD. B 601-4, Banweol Industrial Estate 1048-4, Shingil-Dong Ansan 425-120
Tel. +82 31 492-8051 Fax +82 31 492-8056 http://www.sew-korea.co.kr [email protected]
Busan
SEW-EURODRIVE KOREA Co., Ltd. No. 1720 - 11, Songjeong - dong Gangseo-ku Busan 618-270
Tel. +82 51 832-0204 Fax +82 51 832-0230 [email protected]
Jönköping
SEW-EURODRIVE AB Gnejsvägen 6-8 S-55303 Jönköping Box 3100 S-55003 Jönköping
Tel. +46 36 3442 00 Fax +46 36 3442 80 http://www.sew-eurodrive.se [email protected]
Basel
Alfred lmhof A.G. Jurastrasse 10 CH-4142 Münchenstein bei Basel
Tel. +41 61 417 1717 Fax +41 61 417 1700 http://www.imhof-sew.ch [email protected]
Zuid-Korea Assemblage Verkoop Service
Zweden Assemblage Verkoop Service
Zwitserland Assemblage Verkoop Service
86
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Index
Index A Aansluiting aansluitschema ............................................22 elektrisch ......................................................22 Aansluitschema ...................................................22 Aanvraagformulier voor de configuratie ..............75 Activeringsdrempels ............................................44 Adapter ...............................................................15 Afvoeren .............................................................32 Afzonderlijke metingen ........................................44 Alarm ...................................................................50 Alarmniveaus ......................................................42 Analysemethode .................................................46 FFT ...............................................................47 H-FFT ...........................................................47 Auteursrechtelijke opmerking ................................6 B Bedrijf ..................................................................29 Beperking van aansprakelijkheid ..........................6 Besturing verwerking ....................................................28 Bewaking ..................................................... 42, 57 stoot ....................................................... 42, 43 trilling ..................................................... 42, 43 Bewaking, continu ...............................................10 Bewakingsmodus ......................................... 26, 29 C CDM-databank, verwerking ................................28 Configuratie, aanvraagformulier ..........................75 Continue bewaking .............................................10 Controle ..............................................................53 D Decentrale techniek, verwerking .........................27 Diagnoseobjecten ........................... 35, 40, 41, 46 Diagnosetype ......................................................51 Diagnosetypen ....................................................48 DUV-S .................................................................17 systeemvoorwaarden ...................................17 DUV30A beschrijving ..................................................10 technische gegevens ....................................64 E Elektrische aansluiting ........................................22
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
F Fouten ................................................................ 32 Frequentieanalyse ............................................. 10 Frequentieregelaar, verwerking ......................... 27 Frequentieresolutie ............................................ 40 Frequentievenster ........................................ 40, 50 Functies ............................................................. 33 G Garantieaanspraken ............................................ 6 Gemiddelden diagnoseobjecten ........................................ 40 niveau .......................................................... 44 Gereedschappen ............................................... 16 Geschiedenis ..................................................... 62 Grenswaarden ................................................... 44 H Hardware ........................................................... 10 HMI-Builder ........................................................ 17 HTL-impulssignaal ............................................. 36 Hysterese ........................................................... 41 I Impulssignaal ..................................................... 36 Impulstest ...............................................23, 51, 57 Inbedrijfstelling ................................................... 18 procedure .................................................... 18 Installatie ............................................................ 17 Instellingen voor landen, interfaces ................... 29 Instellingen vooraf .............................................. 29 Interfaces ........................................................... 29 K Kalibrering .......................................................... 37 Klantenservice ................................................... 32 Kopgegevens ..................................................... 35 L Lager aanduiding ................................................... 55 databank ...................................................... 54 Landinstellingen ................................................. 29 Langzame eenheden ......................................... 10 Ledcode ............................................................. 63 Leds ................................................ 26, 30, 44, 50 Lengtemaat ........................................................ 29 Lineaire spectrum .............................................. 48
87
Index
M Maatbladen .........................................................66 Maatschets ..........................................................65 Machinetoerental ................................................39 Meetinterval ........................................................44 Modus diagnosewaarde ...........................................60 objecten ........................................................59 subobjecten ..................................................59 Monitoring ...........................................................58 Montage ..............................................................20 plaats ..................................................... 21, 23 procedure .....................................................18 sokkel ...........................................................15 voorwaarden .................................................16 Montageplaatsen maatbladen ...................................................66 MOVIDRIVE® MDX .............................................42 N Niveau .................................................................44 Niveaumonitor .....................................................42 Normale eenheid .................................................10 O Objecten .............................................................35 Omvang van de levering .....................................13 Onderhoud ..........................................................32 Opbouw, diagnose-eenheid DUV30A .................13 Opslaan gegevens ......................................................60 geschiedenis ................................................62 Opties .................................................................14 Ordeningsanalyse ...............................................49 Overbrenging ......................................................49 Overdrachtsfactor ........................................ 23, 51 Overrolfrequenties ..............................................56 Overzicht inbedrijfstelling ..............................................18 montage .......................................................18 systeem, componenten ................................16 P Parameterbestand naar sensor schrijven ...................................24 volledig .........................................................24 Parameters .................................................. 35, 36 parameterbestand openen of maken ...........19 Productbeschrijving .............................................10 Programma-instellingen ......................................29
88
R Referentiewaarde ............................................... 25 Relevante documenten ........................................ 8 Reparatie ........................................................... 32 Responsevertraging ..................................... 41, 45 S Schadefrequenties ....................................... 46, 49 Schadeniveau .................................................... 51 Schakelsignalen ................................................. 42 Schakeluitgangen, verwerking ........................... 26 Sensor ................................................................ 34 functies ........................................................ 33 monteren ..................................................... 20 Serienummer ..................................................... 32 Service ............................................................... 32 Signaalweging .............................................. 42, 51 Software DUV-S ................................................. 17 Sokkel ................................................................ 15 Spectrumwaarde ................................................ 40 Subobjecten, modus .......................................... 59 Systeemvoorwaarden ........................................ 17 T Taalselectie ........................................................ 29 Teach-in ............................................................. 25 op DUV30A .................................................. 26 procedure .................................................... 26 toerental ....................................................... 39 via software ................................................. 26 Teachwaarden ................................................... 33 Technische gegevens ........................................ 64 Toepassing ........................................................ 36 Toerental ................................................25, 36, 37 bereik ........................................................... 38 berekend ...................................................... 37 constant ................................................. 36, 39 schommelingen ........................................... 39 teach-in ........................................................ 39 variabel ........................................................ 36 Toestand bij levering .......................................... 26 Tolerantiecorridor ............................................... 40 Trillingsacceleratie ............................................. 11 Trillingsdiagnose ................................................ 47 Trillingssnelheid Veff .......................................... 42 Typeaanduiding ................................................. 14 Typeplaatje ........................................................ 14 U Universele toewijzing ......................................... 61
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
Index
V Vals alarm ...........................................................41 Verwerking CDM-databank .............................................28 door besturing ..............................................28 door decentrale techniek ..............................27 door frequentieregelaar ................................27 schakeluitgangen .........................................26 Voortgang van de schade ......................29, 30, 31 Voorwaarden voor de montage ...........................16 W Weergave keuzemogelijkheden .....................................30 spectraal .......................................................58 voortgang van de schade ...................... 29, 31 Wentellagerdatabank ................................... 54, 56 Werkgebied .........................................................12 Werking ...............................................................11 Z Zelfleerprocedure ................................................25
Handboek – Diagnose-eenheid DUV30A
89
SEW-EURODRIVE—Driving the world
SEW-EURODRIVE Driving the world
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG P.O. Box 3023 D-76642 Bruchsal/Germany Phone +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-1970 [email protected]
www.sew-eurodrive.com