Hagasikon Stamreis 2008 Zaterdag 16 augustus tot zondag 31 augustus
Kroatië
Deelnemers: Pieter Monique Ester Robbert Eric Marin Ingrid Arno.
De eerste dag rijden we tot nabij Salzburg. Gevolgd door een rustig dagje bij het adelaarsnest, Kehlsteinhaus. De derde dag komen we aan op het schiereiland Istrië in Kroatië. Op zaterdag een korte reis naar Kvarnerbaai langs de kust voor de komende dagen. Vrijdag deel een van de terugreis tot aan Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië. Zaterdag, eventueel zondag, thuiskomst.
16 augustus 2008 Programma Za 16/8 Verzamelen op hoek Robijnhorst tussen 8.15 en 8.30 uur. Via Frankfurt, Munchen tot nabij Salzburg (950 km) Camping (KCK 315) Piding, Staufeneck, 2,7 km van snelweg nabij Bad Reichenhall. http://www.camping-berchtesgadener-land.de/seiten/start2.html Campingplatz Staufeneck Strailachweg - D-83451 Piding +49 (0)8651 2134 Belevenissen Om 8.30 uur verzamelen we bij de kelder. Als alle spullen buiten naast de auto’s staan, vragen we ons weer af of het wel allemaal past. We besluiten meteen om de oma vol te laden en de koelkast niet mee te nemen. Na wat geprop en de gaten vullen met kleine spulletjes zit dan toch alles in de auto’s. Dan worden de petjes uitgedeeld. Ze zijn erg mooi. Van Rob kregen we een bakkie koffie of thee. We rijden om ongeveer 9.15 uur weg. De 1e stop in Duitsland levert een stapel kortingsbonnetjes op voor het winkeltje bij het benzinestation. Met alle bonnetjes zoeken we iets op wat we kunnen kopen, zonder bij te betalen. Al snel komen we tot de conclusie dat alles schandalig duur is. Maar uiteindelijk verlaten we het winkeltje weer zonder bonnetjes maar met een blok(je) marsepein-chocolade. Via de wasstraat komen we weer bij de auto’s uit. Deze korte stop heeft toch al weer bijna drie kwartier geduurd! Hoe lang zal een lange stop dan duren, vraag je je af. Onderweg vermaken we ons met de standaard dingen die je zo onderweg doet, zoals naar andere mensen kijken en het rijgedrag van anderen becommentariëren. Het meest opvallende was de groene auto die achterste voren onder de vangrail lag. Gelukkig was de weg nog niet afgezet en konden wij er met kruissnelheid voorbij rijden. Na nog twee stops rijden we om ongeveer 19.15 uur het terrein van de camping op. De camping heeft veel grind, dat knerpt lekker onder je schoenen. Het vastzetten van de haringen is nogal een zwaar karwei. Als de tenten staan en enigszins zijn ingericht, doen we een drankje. We besluiten om in een plaatsje uit eten te gaan. Zo gezegd, zo gedaan. In Bad Reichenhall parkeren we de auto’s en zoeken we een restaurantje. Het blijkt dat er al heel wat keukens om 20.30 uur gesloten zijn. Dat is wel even een tegenvaller. Maar na enkele minuten lopen vinden we toch een restaurantje (Martin Fuhrberg Kammerer Bräu) waar we kunnen eten. Het restaurant ziet typisch Duits uit, maar het eten smaakt heerlijk. En voor de prijs hoeven we het ook niet te laten. Met een volle buik wandelen we door de straatjes van het plaatsje weer terug naar de auto’s. Terug op de camping gaan we allemaal richting onze slaapzak. Alleen is er een tent waar wel erg veel lawaai uitkomt. De auto indeling is bijna gelijk aan die van IJsland: Auto 1: Pieter, Monique, Ester en Marin Auto 2: Robbert, Eric, Ingrid en Arno.
2
De tentindeling: Tent 28: Pieter, Monique, Ingrid en Arno Tent safarica: Eric, Robbert, Ester en Marin Het weer was vandaag redelijk. Onderweg hebben we een enkele regenbui gehad maar ook veel zon. Op de camping was het erg fris.
3
17 augustus 2008 Programma Zo 17/8 Dagtochtje door de bergen tot aan Kehlsteinhaus (25 km) Dit is het uitzichtpunt Adelaarsnest, hetgeen eigendom was van Hitler. Bij minder weer Slot (paleis) Herrenchiemsee (50 km)
Toeristische informatie Kehlsteinhaus Kehlsteinhaus, ook wel genoemd Adelaarsnest, is gebouwd op de top van de Kehlstein, nabij de Obersalzberg bij Berchtesgaden in Zuid-Duitsland. Het werd ontworpen en gebouwd onder regie van Martin Bormann en werd Hitler op zijn vijftigste verjaardag (1939) cadeau gedaan door de NSDAP. Martin Bormann organiseerde de bouw van een theehuis, het Kehlsteinhaus, op de top van de Kehlstein, op 1834 meter hoogte. In feite was het project een waanzinnige onderneming, gezien de steilheid van de hellingen. De Nazi's waren er echter voortdurend op uit, het Duitse volk te verbazen met hun daden en dus werd ook hier besloten das Unmögliche zu machen. Kosten noch moeite werden gespaard om het project zo snel mogelijk te realiseren. Een kleine 4000 arbeiders werkten dag en nacht aan de toevoerweg, de Kehlsteinstraße en tegelijkertijd aan het huis zelf. De Kehlsteinstraße is technisch gezien inderdaad een enorme prestatie, met haar haarspeldbochten en tunnels. Voor de aanleg van deze weg was dan ook speciaal de bedenker van de Duitse Autobahnen ingehuurd. De weg werd echter aangelegd onder vaak zware omstandigheden, waarbij zeker 6 arbeiders het leven verloren. Omdat men met de Kehlsteinstraße niet helemaal de top van Kehlstein kon bereiken, besloot men de weg te laten eindigen op een parkeerplaats en voor het laatste gedeelte een tunnel en een lift te bouwen. Voor deze lift werd een schacht met een hoogte van 124 meter in de berg uitgehouwen. De lift zelf werd voorzien van alle comfort: ventilatie, gestoffeerde banken en spiegels. Dit laatste werd gedaan vanwege de claustrofobie van de Führer. De lift wordt tot heden gebruikt door de vele toeristen, die het Kehlsteinhaus komen bekijken. Hoewel Hitler er maar een keer of tien verbleef (de schattingen lopen uiteen van 5 tot 13 keer) heeft het huis, mede dankzij de opnames van Leni Riefenstahl een grote bekendheid gekregen. Hitler zelf is hier nauwelijks geweest, omdat hij niet alleen hoogtevrees en claustrofobie had, maar ook slecht tegen de ijle lucht op de grote hoogte kon. Bovendien was hij bang voor aanslagen tijdens de reis door de eerder genoemde lift. Wel verbleven zijn maîtresse Eva Braun en haar zuster Gretl met vriendinnen hier regelmatig. De zus van Eva Braun, Gretl, is in dit huis nog getrouwd. Ook een aantal van zijn getrouwen kwamen er geregeld, zoals Albert Speer, Hermann Göring en Martin Bormann. Het huis bleef gespaard tijdens het geallieerde bombardement in april 1945, waarbij wel de huizen van Göring en Bormann werden verwoest, evenals de Berghof, het woonhuis van Hitler. Het Kehlsteinhaus fungeert tegenwoordig als café-restaurant en daarmee als toeristische attractie. Niets herinnert aan de geschiedenis van dit huis, of aan het feit dat er vele doden gevallen zijn bij de bouw ervan en bij die van de Kehlsteinstraße. Na de oorlog hadden de Amerikanen, die het beheer van de Obersalzberg hadden overgenomen, plannen ook dit huis te verwoesten. Op aandringen van de regering in Beieren hebben ze het huis gespaard en uiteindelijk overgedragen aan de deelstaat Beieren, onder voorwaarde dat niets nog zou herinneren aan Hitler. In 1997 werd het gehele gebied op de Obersalzberg vrijgegeven door
4
de Amerikanen. Op de Obersalzberg is een documentatiecentrum ingericht over de geschiedenis van dit gebied. Slot Herrenchiemsee Het Slot Herrenchiemsee is een koningsslot op het eiland Herrenchiemsee (ook wel Herreninsel), in de Duitse deelstaat Beieren en werd van 1878 tot 1886 onder Lodewijk II gebouwd. Het slot is toegankelijk voor het publiek. Het ligt ten oosten van de Beierse hoofdstad München. Geschiedenis Toen de koning in 1873 het eiland kocht, wilde hij zich daar in alle rust en stilte in een prachtig kasteel afzonderen. Om deze droom te verwezenlijken trok hij diverse (tuin)architecten, onder anderen Georg Dollmann en Julius Hofmann en bouwkundigingenieurs aan. Het slot moest - als hommage aan de door Lodewijk II zo bewonderde Lodewijk XIV - stilistisch een replica worden van het Kasteel van Versailles. Sinds Lodewijk II met eigen ogen Versailles had aanschouwd, was hij niet meer te stuiten. In 1878 begon de bouw van dit reusachtige slot, dat in afmeting en aanzien Versailles ruimschoots diende te overtreffen. De langgerekte gevel is gedecoreerd met beelden in nissen. De bouw vergde een nauwkeurige planning en organisatie, er waren zo’n 4000 mensen tegelijkertijd met de bouw bezig. Het interieur De particuliere vertrekken van de koning, geheel in Rococostijl, bevinden zich in de vleugel van het voorhof, tegenover de grote trap. Zij bestaan uit een slaapkamer, een boudoir, een kabinet, een eetzaal (met het beroemde „tafeltje-dek-je"), een grote en een kleine salon, een galerij, en op de benedenverdieping uit een badkamer en een toiletkamer. Al deze vertrekken zijn geheel afgewerkt en gemeubileerd; de koning heeft hier tweemaal gewoond, voor het laatst in de maand oktober 1885. De 98 meter lange Spiegelzaal overtreft zelfs het origineel in grootte en grandeur. In de Spiegelzaal worden 's zomers concerten gegeven. De zaal wordt dan verlicht zoals ten tijde van Lodewijk II, met 44 kandelaars en 33 kroonluchters; in totaal 1844 kaarsen. In het rechter trappenhuis is een overweldigende dubbele pronktrap, een cavalcade van marmer in vele kleuren, fresco's, verguld snijwerk, kristallen kroonluchters en beeldhouwwerken. Het is een kopie - maar alweer veel groter - van de door Lodewijk XIV zelf afgebroken ambassadeurstrap in Versailles. Kosten noch moeite zijn gespaard om het trappenhuis een luxueus aanzien te geven. De Pronktrap heeft een glazen dak, voor die tijd een nieuwigheid die technisch moeilijk uitvoerbaar was. Eenzelfde trap zou - gespiegeld in het linker deel van het slot komen. Daar is nu slechts de ruwbouw van het trappenhuis, in baksteen en hout. De kleine slaapkamer van de koning werd 's avonds gehuld in een blauw licht, afkomstig uit de kogel op de standaard voor het bed. Er is nog een slaapkamer in het paleis, de Paradeslaapkamer, die nog uitbundiger is gedecoreerd dan de slaapkamer van de koning. Deze slaapkamer van de koning had geen functie, de met goud versierde kamer herinnerde hem slechts aan de slaapkamer van Lodewijk XIV. Het einde van de bouwperiode De bouw had al veel meer geld gekost dan gepland en nóg waren de werkzaamheden niet klaar. De activiteiten namen al zeven jaar in beslag toen in 1885 de staatskas leeg bleek te zijn. Lodewijk probeerde er nog van alles aan te doen om de bouwactiviteiten toch voort te zetten, want op dat moment was slechts het middengedeelte klaar.
5
Onmiddellijk na de dood van koning Lodewijk II, op 13 juni 1886, werden de bouwactiviteiten aan het Slot Herrenchiemsee (en Slot Neuschwanstein) stilgelegd, hiermee kwam eens en voor altijd een einde aan zijn verdere bouwplannen, zodat het huidige kasteel slechts een vage afspiegeling is van het oorspronkelijke ontwerp. Alleen de aller-noodzakelijkste werkzaamheden werden nog verricht om de gebouwen wind- en waterdicht te maken. Al een half jaar later werden ze tegen forse entreeprijzen voor het nieuwsgierige publiek opengesteld. Ook Herrenchiemsee met de voorziene lange zijvleugels en bijgebouwen bleef grotendeels onvoltooid. De linker vleugel – bij Lodewijks dood nog slechts een leeg bakstenen karkas - werd in 1907 afgebroken. Dat zelfde was eerder gebeurd met het onafgebleven nieuwe Hubertuspaviljoen in Nymphenburg. Pas de laatste jaren, om de toeristen nóg meer te epateren, wordt opnieuw gebouwd aan Herrenchiemsee: de uitvoerige fonteinen en waterwerken in de tuin worden in ere hersteld. De tuinen De tuinen zijn in Franse stijl aangelegd door Carl von Effner. Het is een bijna exacte kopie van de tuinen van Versailles, al is alleen dàt aangelegd wat vanuit de centraal gelegen appartementen te zien is. In het midden verheft zich de grote Venusfontein met Venus in de top en omringd door fabeldieren, kikkers en schildpadden. De omliggende fonteinen zijn versierd met monumentale vrouwen en mythologische figuren. Het einde van Lodewijk II Op het laatst van zijn leven ging Lodewijk af en toe naar zijn nieuwe 'sprookjesslot' Neuschwanstein, vlakbij het Slot Hohenschwangau waar hij was opgegroeid. Een enkele keer bezocht hij daar het eveneens nog in aanbouw zijnde Slot Herrenchiemsee. In winternachten maakte hij tochten met zijn vergulde pronkslee, met voorop een nimf die twee elektrische lampen vasthield. Onder de zitting was een accu geïnstalleerd. Lodewijk had vóór zijn dood nog meer plannen. Het slot Falkenstein is nooit gebouwd, dit bestaat slechts op papier. Dat zelfde geldt voor Lodewijks andere dromen: een Zwitsers chalet, een Chinees zomerpaleis, een Byzantijns paleis, een nieuw theater in München en een pronkbark (een kleine tweemaster) om naar Herrenchiemsee te varen. Alleen het Slot Linderhof was vóór zijn dood af, al werd er in het park ook na zijn dood nog gebouwd. Voltooid waren ook het Festspielhaus en de villa Wahnfried in Bayreuth, beide voor Richard Wagner. Lodewijk II was 41 jaar toen hij stierf. In Neuschwanstein heeft hij 190 dagen geresideerd, in Herrenchiemsee volgens sommigen negen dagen, volgens anderen niet meer dan een week, waarna het nooit meer bewoond is geweest. Museum Op de begane grond in de zuidvleugel is het Museum gehuisvest. Hier bevindt zich een permanente tentoonstelling over het leven van Lodewijk II en, in een ander gedeelte, de tentoonstelling gewijd aan de devotie van Lodewijk II voor Richard Wagner. Ook zijn hier niet uitgevoerde bouwontwerpen te zien, alsmede talrijke architectuurmodellen.
Belevenissen Vanmorgen slapen we uit. Monique en Pieter gaan broodjes halen. Het duurde even voordat ze een bakker gevonden hadden die open was. Maar dat gaf ons allemaal de tijd om wakker te worden en op te staan. Na het ontbijt rijden we naar het Kehlsteinhaus, in Berchtesgaden. De rit voert ons over wegen in de bergen. Het landschap ziet er mooi uit. Vanaf Berchtesgaden word ons reisdoel
6
aangegeven op de borden. Als we uiteindelijk aankomen, zien we heel veel auto’s langs de weg geparkeerd staan en veel auto’s op een enorm parkeerterrein. Door een man worden we doorgestuurd naar een parkeerplaats die ongeveer 1 kilometer verder weg ligt. Daar zijn nog veel parkeerplaatsen leeg. We wandelen terug naar de vorige parkeerplaats. Daar kopen we een kaartje. Het is grundlich georganiseerd. Op het kaartje staat de tijd en de bus die je moet nemen. Met de juiste bus rijden we naar boven, over een smalle weg. Deze weg is speciaal aangelegd om bij het Kehlsteinhaus te komen. Het Kehlsteinhaus was een cadeau van de partij aan Adolf Hitler voor zijn 50-ste verjaardag. De weg is zo smal, dat je elkaar niet kunt passeren. Daarom rijden er 5 bussen achter elkaar. Onderweg passeren we 5 stilstaande bussen op een passeerstuk. Aan het eind van de weg stappen we uit. Eerst moeten we aangeven op welke tijd we weer terug willen. Deze bus moeten we ook nemen. Zo wordt iedereen weer netjes terug gebracht. Na wat genoten te hebben van het uitzicht, gaan we met een lift het laatste stuk omhoog. Om bij de lift te komen lopen een tunnel in. Daar wachten we totdat de lift er is. De lift is erg groot en heeft allemaal spiegels aan de wanden. Je krijgt hier niet snel claustrofobie, iets waar Hitler wel last van had. De lift komt uit in een gebouw, dat nu een restaurant is. We staan nu boven op een berg, op een hoogte van 1835 meter. Vanaf het terras kun je nog een klein stukje naar boven lopen. Hierna kun je klauteren over de stenen. Wel uitkijken dat je niet naar beneden valt. Na wat rondgelopen en geklauterd te hebben, gaan we met de lift weer naar beneden. Daar besluiten we om te gaan lopen. Pieter en Marin lopen niet mee, zij gaan weer met de bus terug. Op de parkeerplaats bij de auto’s zien we elkaar weer terug. Robbert neemt een binnendoorweg naar de camping. Pieter rijdt over de doorgaande wegen terug. Onderweg ziet Pieter Robbert nog een tijdje voor zich rijden. Op de doorgaande weg komt Pieter nog in een file terecht. De schade aan een auto blijkt uiteindelijk een auto met een kapotte spiegel te zijn. Tja, daar heb je hier dus een file van. Op de camping drinken we wat. Er was ook bier, omdat Pieter en Marin wat bier hebben gekocht. Zij hadden ook ananas gekocht, maar dat was wel erg duur! Monique en Pieter hebben het eten klaargemaakt. Het was rijst met een saus van courgette, mais, paprika en ananas. Daarnaast was er nog een salade van komkommer en tomaat. Het smaakte erg lekker. Na het eten was er nog koffie of thee met cake. Na de koffie doen we nog een spelletje pesten. In het donker is dat niet zo goed te zien. Wel koelt het erg af. We gaan dan ook maar in de tent zitten. Hierna gaan we naar bed. Het weer was goed, droog met af en toe zon. De temperatuur was circa 20 graden. ’s Avonds werd het wel erg fris.
7
18 augustus 2008 Programma Ma 18/8 Camping Veštar, luxe camping met zwembad, 6,5 km van de kustbadplaats Rovinj op het schiereiland Istrië (450 km) http://www.maistra.com/nl/Home.aspx?PageID=105 Camping Veštar Veštar b.b., HR - 52210 Rovinj +385 (0)52 829 150
Toeristische informatie Kroatië Basisgegevens Officiële landstaal: Kroatisch Hoofdstad: Zagreb Regeringsvorm: Republiek Religie: Katholiek 90,8% Orthodox 4,4% Oppervlakte: 56.538 km² Inwoners: 4.437.460 (2000), 4.493.312 (2007) (79,5 / km² (2007)) Volkslied: Lijpa naša domovino Munteenheid: kuna (HRK) UTC: +1 (zomer +2) Nationale feestdag: 25 juni Geografie Kroatië, officieel de Republiek Kroatië is een land in Zuid-Europa. Het strekt zich uit van de uiterste oostelijke hellingen van de Alpen in het noordwesten tot de Panonische laagvlakte en de oever van de Donau in het oosten. Het centrale deel wordt bedekt door het bergmassief Dinara en het zuidelijke deel eindigt aan de kust van de Adriatische Zee. Kroatië is gelegen tussen Centraal-, Zuid- en Oost-Europa. Haar vreemde vorm, die iets weg heeft van een halve maan of een hoefijzer, zorgt voor vele buurlanden en lange rijksgrenzen: Slovenië, Hongarije, Servië , Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Italië aan de Adriatische Zee. Haar vasteland is in twee niet in elkaar doorlopende stukken verdeeld door een kleine kustlijn van Bosnië en Herzegovina vlakbij Neum. Hierdoor vormt het tweede gedeelte een kleine exclave tussen Bosnië en Herzegovina en Montenegro. Het Kroatische landschap is afwisselend, zo zijn/is er: graslanden, meren en heuvels in het continentale Noorden en Noord Oosten (Centraal Kroatië en Slavonië, deel van de Pannonische vlakte); dichtbebost berggebied bij Lika en Gorski Kotar, deel van de Dinarische Alpen; rotsachtige kustlijn langs de Adriatische Zee (Istrië, Noordelijke zeekust en Dalmatië). Klimaat Kroatië heeft een gemixt klimaat. In het Noorden en Oosten heeft het een landklimaat, langs de kust is het klimaat mediterraan. Geschiedenis 8
De Kroaten zijn een Slavisch volk dat oorspronkelijk in Galicië leefde (in het Noordwesten van de Oekraïne en het Zuiden van Polen). Van daar zijn zij in de 7e eeuw in zuidelijke richting gemigreerd, naar het huidige Kroatië. In eerste instantie vielen zij onder de heerschappij van de Byzantijnen en later de Franken, maar in 925 - onder leiding van koning Tomislav - werd Kroatië een sterk onafhankelijk land. In 1102 eindigde een decennialange Kroatische dynastieke strijd toen zij de Hongaarse macht gingen accepteren. In het midden van de 14e eeuw kreeg het Hongaarse Koninkrijk zware klappen te verduren van het Ottomaanse Rijk, die hun rijk tot aan het bergachtige gebied van het huidige Bosnië en Herzegovina uitbreidden. Rond dezelfde tijd kwam Dalmatië grotendeels onder Venetiaans gezag te liggen. Dubrovnik was een stadstaat die in eerste instantie onder Byzantijns (Romeins) gezag kwam te liggen en later onder Venetiaans gezag, in tegenstelling tot de andere Dalmatische stadstaten werd Dubrovnik echter onafhankelijk (Republiek Dubrovnik), zelfs toen het onder soevereiniteit van andere gebieden kwam te liggen. De in 1526 gevochten slag bij Mohács zorgde ervoor dat het Kroatische Parlement bij de Habsburgers aandrong om de controle over Kroatië over te nemen. De Habsburgse heerschappij bleek inderdaad een efficiënt middel te zijn tegen de oprukkende Ottomanen en tegen het einde van de 18e eeuw was het grootste deel van Kroatië niet meer in handen van de Turken. De rare halve maan-achtige vorm van Kroatië bleef meer of minder de frontlinie tussen het Ottomaanse Rijk en Europa. Istrië, Dalmatië en Dubrovnik kwamen tussen 1797 en 1815 uiteindelijk onder Habsburgse heerschappij te liggen. Na de Eerste Wereldoorlog sloot Kroatië zich aan bij de Staat van Slovenen, Kroaten en Serven (het huidige Slovenië, Kroatië en Bosnië en Herzegovina). Kort daarna vormde deze unie weer een unie met Servië, wat het Koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenen werd (die uiteindelijk in 1929 het Koninkrijk Joegoslavië werd). Joegoslavië werd in de Tweede Wereldoorlog binnengevallen en Kroatië werd in een fascistisch marionettenstaatje gevormd onder de naam de Onafhankelijke Staat Kroatië. Toen de asmogendheden verslagen waren werd Joegoslavië een federale Communistische staat. Op 16 maart 1991 riep de Servische minderheid de Republiek van Servisch Krajina (Republika Srpska Krajina) uit. Mocht Kroatië onafhankelijk worden, dan was de bedoeling in ieder geval dit deel bij Groot-Servië te trekken. Hierna verklaarde Kroatië samen met Slovenië zich op 25 juni 1991 onafhankelijk van Joegoslavië, wat het begin inluidde van de Kroatische Onafhankelijkheidsoorlog. Belgrado erkende het nieuwe land niet en in de daaropvolgende maanden volgden gevechten tussen Kroatische milities en de in Belgrado gestationeerde JNA (Joegoslavische Nationale Leger). In het begin van 1992 erkende Duitsland Kroatië, vele invloedrijke landen volgden met dit beleid; Joegoslavië moest wel de nieuwe landen erkennen, en het Joegoslavische leger trok zich terug. De Servische minderheid werd vanaf het begin gesteund door de JNA. In 1995 startte het Kroatische leger twee succesvolle offensieven om het rebellerende gebied weer in handen te krijgen, dit zorgde voor een massale exodus van de Servische bevolking. Enkele maanden later eindigde de oorlog na onderhandelingen over het Verdrag van Dayton. Onder supervisie van de VN werd het overige Servisch-beheerste gebied op vreedzame wijze geïntegreerd in het nieuwe Kroatië. Kroatië zoekt op dit moment aansluiting bij de Europese Unie (zie: politiek).
9
Bestuurlijke indeling Kroatië is ingedeeld in 20 provincies (županije, letterlijk graafschappen) en één stad (Grad). Demografie Bevolkingsontwikkeling van Kroatië. De bevolkingsgroei in Kroatië is de laatste tien jaar gestagneerd. De oorlog in Kroatië tussen 1991 en 1995 zorgde voor massale verplaatsing van bevolkingsgroepen en bevorderde de emigratie. De natuurlijke bevolkingsgroei is negatief (minder dan ong. 1%), aangezien een halve eeuw geleden het aantal geboorten en sterfgevallen sterk is afgenomen. De gemiddelde levensverwachting is 75 jaar, 1,5% van de bevolking is analfabeet. Kroatië wordt voornamelijk bewoond door Kroaten (89,6%). Minderheden zijn de Serviërs (vandaag de dag 4,5%; in 1991 12,5%), Bosniakken (0,5%), Hongaren (0,4%), Italianen (0,8%) en nog enkele andere. Het grootste deel van de bevolking is Katholiek (87,8%), er zijn ook minderheden van Oosters Orthodoxen (4,4%) en Soennitische Moslims (1,3%). De officiële en meest gebruikte taal is Kroatisch, een Zuid-Slavische taal die het Latijnse alfabet gebruikt. Minder dan 5% van de bevolking spreekt naast zijn moedertaal nog een andere taal. Politiek Staatshoofd: Stjepan Mesić Regeringsleider: Ivo Sanader Politiek systeem Sinds de nieuwe Kroatische grondwet in 1990 is Kroatië een parlementaire democratie. De President van het republiek (de Predsjednik) is het staatshoofd en wordt iedere 5 jaar democratisch gekozen, de Minister-president is de regeringsleider. Naast leider van het Kroatische leger heeft als plicht, met toestemming van het Parlement, het aanstellen van de Minister-president, ook heeft de President enige invloed op de buitenlandse politiek van Kroatië. Het Kroatische Parlement (de Sabor) werkt volgens een eenkamersysteem deze wetgevende macht bestaat uit niet minder dan 100 en niet meer dan 160 vertegenwoordigers, allen gekozen voor een termijn van vier jaar. Tussen 15 januari en 15 juli, en tussen 15 september en 15 december vinden de plenaire vergadering van de Sabor plaats. Aan het hoofd van de Kroatische Regering (de Vlada) staat de Minister-president, die zelf twee viceminister-presidenten heeft en veertien ministers die aan het hoofd staan van verschillende ministeries. De uitvoerende macht is verantwoordelijk voor het voorstellen van wetgeving en een begroting, het uitvoeren van wetten en het binnenlandse en buitenlandse beleid van de republiek begeleiden. De rechtsprekende instanties van Kroatië bestaan uit drie lagen, het Hooggerechtshof, provinciale rechtbanken en lokale rechtbanken. De Constitutionele Rechtbank gaat over zaken betreffende de Grondwet De weg naar aansluiting bij de Europese Unie begon voor Kroatië op 29 oktober 2001, toen Kroatië het Stabilisatie- en Associatieverdrag met de EU tekende. Het tekenen van dit verdrag is noodzakelijk om erkend te worden als kandidaat-lidstaat. Op 21 februari 2003 diende Kroatië formeel het verzoek in toe te mogen treden tot de Europese Unie. De Europese Commissie gaf vervolgens op 20 april 2004 een positief advies, waarop de Europese Raad Kroatië op 18 juni 2004 erkende als een officiële kandidaat-lidstaat. Er werd besloten de onderhandelingen te
10
beginnen op 17 maart 2005. Een dag voor het begin van de onderhandelingen stelde de Europese Raad de onderhandelingen echter voor onbepaalde tijd uit, omdat Kroatië niet goed genoeg zou meewerken met het Joegoslavië Tribunaal. Het feit dat de voormalige generaal Ante Gotovina nog steeds niet was opgespoord was de EU een doorn in het oog. Onder druk van Oostenrijk werd er alsnog begonnen met de gesprekken. Oostenrijk dreigde de onderhandelingen met de toetreding van Turkije namelijk stil te leggen. Na een toespraak van de hoofdaanklager van het Joegoslavië Tribunaal, Carla del Ponte begin oktober 2005, werd op 4 oktober 2005 begonnen met onderhandelen. Het zogenaamde screeningsproces begon op 20 oktober. Op 7 december 2005 werd Ante Gotovina op het eiland Tenerife opgepakt. De publieke opinie in Kroatië is sterk verdeeld over de toekomstige toetreding van Kroatië tot de EU. Slechts een krappe 40% van de bevolking is voorstander van de toetreding tot de EU. Vele tegenstanders van de toetreding zijn bang dat wanneer Kroatië werkelijk tot de EU zal toetreden Kroatië veel regels opgelegd zal krijgen vanuit Brussel. Andere argument die de tegenstanders vaak naar voren halen is dat de Kroatische kust verkocht zal worden aan de (rijke) WestEuropeanen en hierdoor volgebouwd zal worden. Op 13 maart 2008 is bekend geworden dat Kroatië eind 2009 klaar zal zijn met het voldoen aan de criteria voor toetreding, en de werkelijke aansluiting bij de Europese Unie een voldongen feit zal zijn per 1 januari 2010. Economie De Kroatische economie bestaat veelal uit verschillende dienstensectoren en enkele, voornamelijk lichte industrie. Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten. In 2004 was het geschatte Bruto Nationaal Product per hoofd van de bevolking uitgedrukt in koopkrachtpariteit €9390 oftewel 41,6% van het gemiddelde van de Europese Unie in datzelfde jaar. De Kroatische economie is postcommunistisch. Aan het einde van de jaren tachtig was Kroatië te midden van economische hervormingen, haar positie was goedgunstig maar gekrenkt door de deindustrialisatie en de oorlogsschade. De belangrijkste problemen zijn de structurele torenhoge werkloosheid tezamen met onvoldoende economische hervormingen. Het rechterlijke systeem stroomt vaak tegen, dit gaat samen met het inefficiënte bestuur, vooral op het gebied van grondbezit. Recentelijk heeft het land een snellere economische groei gekend en is zich (economisch) aan het voorbereiden op EU-lidmaatschap, haar belangrijkste handelspartner. In februari 2005 nam Kroatië de Stabiliteits en Associatie Overeenkomst van de EU aan, ter bevordering van haar weg naar EU-lidmaatschap. Kroatië verwacht een explosieve economische groei in de volgende jaren. Op dit moment lijdt Kroatië onder het financiële tekort in de export en een hoge staatsschuld. Enkele grote handelsbedrijven hebben al flink profijt gemaakt van de liberalisatie van de Kroatische markt. Kroatië verwacht een explosieve groei in investeringen, voornamelijk van investeringen van Greenfield land. Cultuur De Kroatische cultuur trekt een dertien eeuwen oude cultuur met zich mee. In deze tijd zijn er veel Kroatische monumenten en steden gekomen, waar vele genieën geboren zijn. In Kroatië zijn zes monumenten van de Werelderfgoedlijst te vinden en acht nationale parken.
11
Drie Nobelprijswinnaars hadden hun wieg in Kroatië staan, samen met vele belangrijke uitvinders en andere belangrijke personen - de eerste vulpen is in Kroatië uitgevonden. Kroatië verdient ook een plaats in de geschiedenis van kleding aangezien hier de oorsprong van de stropdas (cravat) ligt. Het land heeft een lange artistieke, literaire en muzikale traditie. Kroatië heeft ook een diverse keuken. Natuur Kroatië staat bekend om haar vele schitterende nationale parken. NATIONALE PARKEN Nationale parken en overige beschermde gebieden: Aantal 8
Nationale parken Kornati Plitvice meren Watervallen Krka Paklenica Mljet Risnjak Brijuni Noordelijke Velebit Natuurparken Reservaten Bijzondere reservaten Natuur monumenten Beschermde natuur gebieden Bossen en Parken Aantal soorten planten Aantal soorten dieren
6 2 69 72 28 23 44 380
Oppervlakte in Ha 79.320 Ha 30.120 Ha 19.479 Ha 14.200 Ha 3.617 Ha 3.100 Ha 3.014 Ha 2.700 Ha 10.900 Ha 317.502 Ha 2.395 Ha 30.372 Ha 82 Ha 17.544 Ha 7.660 Ha
Nationaal Park Brijuni Virgin Beauty Islands - De Brijuni eilanden zijn vol met natuurlijke rijkdommen, archeologische voorwerpen en culturele historische rijkdommen. De oppervlakte bedraagt ongeveer 2.700 Ha en er zijn hele mooie vakantie plekken, kuuroorden en de residentie van de president. Het klimaat is mild. http://www.brijuni.hr/ Nationaal Park Plitvice Nationaal Park Plitvice is een van de mooiste natuur monumenten in Europa, er zijn heel veel bossen, meren en beekjes. Bijzonder mooi zijn de watervallen en meren. Nationaal Park Plitvice heeft een rijke flora en fauna. Op de bruggetjes in het park trouwen mensen uit de hele wereld. In het nationaal park Plitvice is ook de film "Winnetou en de schat van het Zilvermeer" opgenomen, deze film is gebaseerd naar een boek van de bekende schrijver Karl May. http://www.npplitvicka-jezera.hr/ Eilanden: Eilanden, oa Krk, Cres en Rab Bewoond Onbewoond 12
1185 67 1118
Lengte van de Kroatische kust: Land kust 1778 km Eilanden kust 4012 km Totaal 5790 km
Belevenissen Om 7.00 staan we op. We doen de ochtendrituelen van een vertrekdag, wassen, aankleden, tassen inpakken, tent afbreken, ontbijten, inpakken en wegwezen. Ondertussen hebben we bekijks van iemand. Tijdens het afbreken van de tenten, ontbijten en inpakken worden we met open mond aangestaard. Hij snapt niet hoe we het in de auto’s krijgen. Twee tenten en bagage voor acht personen. Koken jullie dan ook zelf? Ja, we hebben pannen en kookgerei bij ons. En heeft iedereen een stoeltje? Ja, er zitten acht stoeltjes ergens in de auto’s. De man snapt er niets van. Zit er niet teveel gewicht in de auto’s? Geen idee. Hebben de auto’s voldoende pk’s? Zolang we overal komen is het aantal pk’s voldoende. Na het vertrek doen Ingrid, Arno en Marin boodschappen. Er wordt wat overlegd. Gisteren was afgesproken dat Marin zou gaan koken, maar gezien de beperkte ruimte die nog over is, wordt besloten dat Ingrid en Arno gaan koken. Zij hebben namelijk veel eten al meegenomen. Dat geeft weer ruimte in de auto’s. Tijdens het boodschappen doen worden de reisdetails doorgesproken en de route op de kaart uitgestippeld. Ja, je leest het goed. De Truzen zijn niet bekend in Kroatië, vandaar dat we teruggrijpen op de ouderwetse papieren versie. Dan volgt de actie van het opbergen van de boodschappen in de auto’s. Na wat schuiven zit het toch allemaal in de auto. Rest ons voor vertrek alleen nog het vignet van Oostenrijk op de voorruit te plakken . Dan rijden we naar de snelweg, op naar Kroatie. Binnen korte tijd rijden we via de A8 Oostenrijk binnen. Vlak daarna verwisselen we de A8 voor de A10 richting Villach. We genieten van de bergen, af en toe onderbroken door een rit door een tunnel. De lengte van de tunnels varieert tussen de 250 en 7900 meter. De maximum snelheid op de snelweg varieert tussen de 30 en 120 km/h. De tunnels met een buis ruiken nogal naar de dieseldampen. Dat ruikt niet zo lekker. En dan heb je met een vignet toch nog een toltunnel. Daar kopen we gelijk de vignetten voor Slovenië. Vlak voor Slovenië rijden we de A11 op. Als we denken bij de grens te zijn rijden we een toltunnel in, de Karawankentunnel. (Weer tol met een vignet.) Na de tunnel is het dan zover, we rijden Slovenië binnen. Nog een kilometer verder rijden we de A2 op. Dan ineens zien we zee, dat zal de Adriatische Zee zijn. De huizen zien er hier erg mediterranee achtig uit. Dat is wat anders dan toen we net Slovenië binnen reden. Aan het eind van de A2 rijden we de 11 op. We zien nu al bordjes Pula. Die volgen we. Dan komt eindelijk de grens met Kroatië in zicht. Enkele auto’s voor ons, is er behoorlijk oponthoudt. Wij gaan soepel door de controle. Dat scheelt. Na enkele malen vlak na elkaar afgeslagen te hebben rijden we uiteindelijk de A9 op. Dan geeft Pieter aan dat hij van de weg af wil. In zijn auto is er iemand die erg graag even de benen wil strekken. Na deze korte stop wordt de weg vervolgd. Dan volgt een afslag naar Rovinj. Die nemen we. Dan zien we een bordje met de plaatsnaam waar de camping is, Veštar. En dan zien we een bordje met de naam van onze camping. Zo komen we de bordjes volgend bij de camping aan. Bij deze camping krijgen we een aantal plekken uitgelegd die nog vrij zijn. Hier moeten we uit kiezen. Uiteindelijk kiezen we twee plekken naast elkaar, met
13
schaduw van bomen. De tenten staan weer in een mum van tijd. Dan gaan we eerst maar zwemmen, want het is wel erg warm. Na het zwemmen gaan we borrelen en eten. Ook deze avond gaan we weer een paar spelletjes pesten doen. Daarna gaan we naar bed. Het eten was tagliatelle met carbonara saus, broccoli, ham, tomaat en komkommer. Dit smaakte zeer goed. Vandaag was de 4-landen dag. De temperatuur vanmorgen was fris. Maar het werd steeds warmer. Toen we de tenten gingen opzetten was het boven de 30ºC.
14
19 augustus 2008 Programma Di t/m Vr 22/8 Rovinj, schilderachtig stadje met Venetiaanse invloeden Nationaal park Brijuni, eilandengroep Pula, stad met Romeins amfitheater Labin, Middeleeuws plaatsje met stadspoort en muur Pazin, dorpje in de heuvelachtige binnenlanden
Toeristische informatie Istrië (Kroatisch: Istarska županija; Italiaans: Regione istriana) is de westelijkste provincie van Kroatië. De provincie Istrië omvat het grootste gedeelte van het Istrische schiereiland (2820 van de 3160 km²). In Kroatisch en Sloveens heet dit gebied Istra. Het bestuurlijke centrum is Pazin. Istriërs Meer dan 205.000 mensen oftewel 4,65% van de bevolking Kroatië leeft hier. De bevolkingsdichtheid is 73 mensen per km² de gemiddelde leeftijd van de bevolking is 40,2 jaar. De grootste stad van de provincie is Pula, met 82.000 inwoners; andere noemenswaardige plaatsen zijn Porec, Rovinj, Pazin, Labin, Novigrad, Umag, Buzet, Buje en Vodnjan. Ongeveer 70,7% van de bevolking leeft in stadsgebied. In het dagelijks leven spreken veel Istriërs een Čakavisch dialect. Deze dialecten wijken sterk af van de Kroatische standaardtaal, die op het Štokavisch gebaseerd is. Het Italiaans wordt offcieel erkend als minderheidstaal en wordt door het merendeel van de bevolking begrepen, dankzij de populaire Italiaanse televisie. Een kleine groep mensen spreekt Istro-Roemeens, een andere kleine groep spreekt Istriotisch. In 2001 was de etnische samenstelling van de bevolking als volgt: Kroaten 148.328 Italianen 14.284 Serviërs 6.614 Bosniakken 3.077 Albanezen 2.032 Istrië heeft traditioneel een band met de rest van Europa, in 1994 werd het als het eerste exJoegoslavische gebied gezien als een Regio van Europa. Dit zou kunnen verklaren waarom vele Istriërs maar weinig voelen voor de centrale regering in Zagreb. Pula De grootste stad van Istrië ligt op de meest zuidelijke punt van het schiereiland. De Italiaanse benaming voor Pula is Pola, en is afkomstig van de Romeinse naam van de Provincie Iulia Pola Polentia Herculanea. Pula is met 70.000 inwoners, het hart van handel en industrie. De haven ligt uitstekend beschut en biedt ook aan grotere schepen toegang vanwege de 700m brede monding. De rondom liggende heuvels houden in de winter tevens de hevige stormwinden tegen. Deze ligging bood ideale voorwaarden voor de ontwikkeling van Pula tot economisch, politiek en cultureel centrum van Noordwest-Kroatië. Geschiedenis Een 80.000 jaar oude stenen bijl die in de grot van Sandalja, te noordwesten van Pula, werd gevonden zou erop wijzen dat de menselijke aanwezigheid in Istrië tot het Paleolithicum teruggaat. Op deze archeologische vindplaats werden ook werktuigen, beenderen en resten van uitgestorven dieren gevonden. Pula 15
gaat door voor de oudste stad van de hele Oost-Adriatische kust en wordt door de Griekse geschiedschrijver Callimachus en Lycophron voor het eerst vermeld in verband met de stichting van een stad door de Argonauten. Volgens Lycophron legden slangen het fundament voor de stad van de vluchtelingen nadat Jason en Medea het GuldenVlies hadden gestolen, via de Donau waren gevlucht en hier waren beland. Zij noemden de vestiging Pula (dit volgens de mythe). De naam Pula, wat burcht of bron betekent, stamt uit de pre Romeinse tijd. Archeologische vondsten een 3000-jarige geschiedenis aan (met een permanente bewoning). In 177 v. Chr. Veroverden de Romeinen de stad op de Histriers, waarna de rest van Istrie aan het gezag van Rome onderworpen kon worden. De Romeinen noemden de plaats Pietas Iulia en later, vanaf 40v.Chr., Colonia Iulia Polentia Herculanea; de legendarische Hercules was beschermheer van de stad. Vooral onder de keizer Augustus breidde de Romeinse bezitters de plaats uit. Ze deden dat in concentrische cirkels vanaf de Citadelheuvel, wat nu nog zichtbaar is aan de locatie van enkele Romeinse overblijfselen. Pula kwam op zeven heuvels te liggen. verbreidde zich al vroeg over Istrië ( velen van de eerste christenen vonden echter de dood in de Romeinse arena). In 425 werd Pula de zetel van een bisschop. Tijdens de volksverhuizing en vanwege de overvallen van de Goten werden de vestingwerken versterkt, waarbij de blokken steen van het theater en de arena als bouwmateriaal werden gebruikt. Alle inspanningen hielpen echter niet tegen de stormloop van de Oost-Goten. Bergopwaarts ging het weer in de 6de eeuw toen Pula binnen het machtsbereik van Constantinopel geraakte, nu werden er vooral kerken en kloosters gebouwd. De invloed van de kerk op het lot van de stad zou voortduren tot in de 13de eeuw. In 1331 stelde Pula zich noodgedwongen onder de bescherming van Venetië, Venetië toonde zich ongenadig en de stad werd volledig geplunderd. De strijd duurde tot in de 14de eeuw en werd in het voordeel van Venetië beslecht, met de definitieve overgave van Pula. Vanaf 1378 werd Pula een haven van de Venetiaanse vloot, die met Genua in een strijd was verwikkeld. De Venetiaanse overheersing luidde voor Pula een periode van verval in, want de machtige zeevaartrepubliek eigende zich immers alle winsten uit de handel toe. Tevens braken er herhaaldelijk pestepidemieen en malaria uit waardoor de bevolking van Pula was uitgedund tot ongeveer 500 zielen ( 16de eeuw). Omdat de monumenten uit de oudheid geen doel meer dienden en de bewoners er ook tamelijk onverschillig tegenover stonden, vervielen ze zienderogen. Wat niet was vervallen werd naar Venetie verscheept. Toen Istrie tijdens het Congres van wenen werd toebedeeld aan Oostenrijk veranderde er aanvankelijk weinig. Pas in 1848 kreeg Pula binnen de strategische overwegingen van het keizerrijk een bepaalde betekenis toebedicht. In 1853 beleefde Pula een wederopbouw. Door haar gunstige ligging koos de Oostenrijkse keizer Pula als maritieme uitvalsbasis voor zijn keizerlijke vloot. Scheepswerven verrezen en op de omliggende heuvels werden versterkingen gebouwd. De Oostenrijkers bouwden een geheel nieuwe stad, uitsluitend met de bedoeling hun behoeften aan een militair steunpunt te bevredigen. Hierdoor ontstond een stormachtige groei van het aantal inwoners, van 1150 in 1842 naar 40.000 aan het einde van de 19de eeuw. De Slavische bevolking had weinig profijt van deze explosieve groei er ontbrak onder andere een zelfstandig stedelijke cultuur, de bestuurlijke taal was Duits, de voertaal op de scheepswerven en in de fabrieken was Italiaans. Het Italianiseringbeleid van Oostenrijk stond niet toe dat er op de scholen Kroatisch werd onderwezen ( men wilde van de Slavische bevolking analfabeten maken). In 1915 vertrok een groot deel van de Habsburgers het ontwaken was pijnlijk, Pula lag plots in de frontlijn van de grote oorlog. Aan het eind van de oorlog bezette het zegevierende Italie gedurende 25 jaar de stad. Het was wachten op de partizanen voor de stad werd bevrijd en bij het Joegoslavie van Tito werd ingelijfd. Dit resulteerde in een massaal vertrek van haar Italiaanse bevolking, waardoor Pula zowat de helft van haar 45.000 inwoners zag vertrekken. Maar Pula bloeide weer op als industrieel centrum en de regio werd ontsloten voor het toerisme.
16
Geschiedenis De allereerste keer dat Pula genoemd wordt is in de 5de eeuw voor Christus, de stad behoorde tot het volk Histria, de ouste bewoners van Istrië. Pula (en geheel Istrië) behoorden in 1848 tot Oostenrijks-Hongarije "Küstenland". De haven van Pula was de belangrijkste basis voor de scheepswerf. Na het uit elkaar vallen van Oostenrijk-Hongarije in 1918 kwam Pula (en geheel Istrië) in handen van Italië. Tot 1947 behoorde Pula tot Italië en heette tot die tijd Pola. Vanaf dat jaar behoorde het tot Joegoslavië (vanaf mei 1945 was de stad reeds bezet gehouden door Joegoslavische troepen). Dit alles had tot gevolg dat het Italiaanse bevolkingsaandeel (de meerderheid van de stad was Italiaans) vertrok naar Italië. Sinds 1991 is Pula onderdeel van de nieuwe staat Kroatië. Bezienswaardigheden in Pula Amfitheater | Het bekendste bouwwerk van Pula is het amfitheater (1ste eeuw). De arena werd onder keizer Augustus gebouwd. Vespasianus liet het amfitheater vergroten, zodat het in grootte de zesde plaats inneemt onder alle Romeinse arena?s die behouden zijn gebleven. Er konden 23.000 toeschouwers in om naar het spektakel te kijken dat zich op het 133x155m metende ovaal afspeelde. De buitenmuur met twee boven elkaar gelegen arcades voor de toeschouwers en een derde bovenste ring met rechthoekige openingen is 32.5m hoog. De buitenste ring is volledig bewaard gebleven. In de arena vonden gladiatorengevechten plaats en er werden tot 404 ook mensen voor de wilde dieren geworpen. In 404 verbood men dit soort vermaak en werd de arena een marktterrein. De Venetianen gingen de ring later gebruiken als steengroeve. Dankzij de beslissing van de Venetiaanse overheid in 1583 bleef het bouwwerk voor de sloophamer gespaard. Voor de man die zich sterk maakte voor het behoud van de arena, Gabriele Enno, werd een gedenkplaat aan een van de torens aangebracht. Tegenwoordig dient de arena voor spektakels zonder bloedvergieten?in de zomermaanden worden er opera-, toneelvoorstellingen, rockconcerten en het Kroatische filmfestival gehouden. In de kelders is een tentoonstelling over de olijventeelt en de wijnbouw in Romeinse tijden te zien. Geopend | 's zomers 9-19 uur, 's winters 9-14 uur. Tempel van Augustus | De tempel is niet alleen gewijd aan de eerste Romeinse keizer, Augustus, maar ook gebouwd onder zijn bewind. Hiermee is het ongetwijfeld een van de eerste tempels uit onze jaartelling. Het voorportaal rust op zes zuilen met Corinthische kapitelen. Op de fries staat een inwijdingsinscriptie. De tempel werd onder christelijke Byzantijnen later omgebouwd tot kerk. De Dom | (Katedrale) De Kathedraal werd in 1640 gebouwd, boven op ruines van vroegere bouwwerken waarvan vandaag nog enkele sporen resten. In de vloer zijn fragmenten van 5de en 6de eeuwse vloermozaiken te ontdekken en het altaar is een 2de eeuwse Romeinse sacrofaag. Mariakapel | (Capela Svete Marije Formoze ) Het Byzantijnse kerkje uit de 6de eeuw behoorde bij de St. Maria. Formosa basiliek die hier stond en net zo?n bouwwerk was als de Euphrasiuskerk van Porec. Het kapelletje dat een Grieks kruis als plattegrond heeft, bevat nog resten van een mozaiek en wandschilderingen. Gradska Palaca (stadhuis) Stamt uit 1296. In het stadhuis zijn verscheidene delen verwerkt van een vroegere tempel. Het is opgetrokken in gotische en renaissancistische stijl. Herculespoort | (Herkulova vrata ) Stamt uit de 1ste eeuw en dankt haar naam aan de
17
beschermheer van de stad. Dit is een van de nog overgebleven poorten van de stad. Evenals in Porec, Vrsar en Rovinj werden deze poorten vroeger gebruikt om 's avonds de stad af te sluiten zodat er geen gespuis binnen kon komen. Tweelingpoort | (Dvonja vrata) De poort is een restant van de stadsmuren, waarvan je ook nog wat resten kunt zien. De poort stamt uit de 2de eeuw, vanaf deze poorten vertrok een weg die rechtstreeks naar het amfitheater leidde. Archeologisch Museum | Een schitterend museum, met tal van stenen die gevonden zijn tijdens opgravingen in deze streek, stenen uit zowel de prehistorie als uit de Romeinse tijd. Geopend | 's zomers van 9-19 en ?s winters van 9-14 uur
Belevenissen We staan rustig op, want we hebben vandaag geen haast. Na het ontbijt gaan we naar Pula, een oud Romeins stadje. Als eerste is het zoeken naar parkeerplaatsen. Na enig zoeken lukt het Pieter om een plaatsje te vinden in de buurt van de haven. Het plekje is wat smal. Maar de Avensis van Pieter heeft gelukkig 5 deuren. Robbert rijdt nog even verder om een plekje te zoeken. Bij het bord van de parkeerautomaat ziet Pieter in ieder geval geen parkeerautomaat. Dan komt er een mannetje op een scooter aangereden. Die vraag hoe lang we willen parkeren. Dat is vast de parkeerwachter. Het kost 4 kuna per uur of 20 kuna voor een hele dag. Nou, met het omreken tabelletje uit de reisbeschrijving, valt deze prijs erg mee. Maar het punt is dat Arno het geld heeft, die zit bij Robbert in de auto. Marin kijkt even waar Robbert heen is gereden. Maar na een telefoontje is hij maar op zoek gegaan naar een pin-automaat. Zo gezegd zo gedaan. Toen hij eindelijk terug was, kochten wij een parkeerkaartje. Die man bleef maar schrijven. Krijgen we uiteindelijk 5 velletjes die we onder de vooruit moeten leggen. Tja, dat zal wel typisch Kroatisch zijn. Marin heeft dan al weer een trein gefotografeerd. Die is vandaag ook weer tevreden. Onze stadswandeling van vandaag begint met lopen naar een Amfitheater, een klein collosseum zoals dat in Rome staat. De afmetingen zijn ‘slechts’ 133 x 150 meter. Dan lopen we langs enkele stadspoorten en een stukje oude stadsmuur. Het ziet er erg oud, maar wel mooi uit. Via een winkelstraatje komen we uit bij het stadhuis en een tempel. Naast de tempel is een muurtje in de schaduw. Daar zitten we zo lekker, dat we besluiten wat broodjes te halen en daar te gaat zitten lunchen. Pieter, Monique en Ester lopen eerst nog de bakker voorbij, maar uiteindelijk heeft iedereen iets lekkers en genieten we van de lunch. Na de lunch voert de wandeling ons naar een oud fort. Volgens de beschrijving in het boekje is het uitzicht meer de moeite waard dan de binnenkant. Dat is vast waar. Na een rondje rond het fort hebben we veel mooie uitzichten gezien en gaan we niet meer naar binnen. De wandeling voert ons weer terug richting de haven. Onderweg naar de auto regelen Arno en Ingrid een boottocht rond de eilanden voor donderdag. Dat hebben we dan weer in het vooruitzicht… Terwijl wij wachten op Arno en Ingrid, zitten wij bij de auto’s te wachten. Robbert komt van enkele parkeerplaatsen verder op aangereden. En Monique had dat even niet door, die schrok. Maar gelukkig kon ze er daarna om lachen. Onderweg naar de camping zoeken we een supermarkt. Als we die gevonden hebben langs de kant van de weg, blijkt het een soort kleine groothandel te zijn. Ze hebben alles in grote hoeveelheden en vooral weinig groente en vlees. We rijden dus maar door, want we weten niet hoe we een blok van 15 kg kaas goed gaan houden met dit weer. Dichter bij de camping
18
is een winkeltje wat er erg klein uit ziet, maar waar ze wel veel hadden. Alleen het vlees hoeft nog maar op de camping gekocht te worden. Bij de tent aangekomen wordt het vochtpijl zowel van buiten als van binnen aangevuld: Na een paar bekertjes drinken, wordt het strand met de baai onveilig gemaakt. Daar raakt Robbert zijn pijpje kwijt… van zijn snorkel. Het is al snel tijd om eten te koken. We eten vandaag aardappels, boontjes met spek, cevapçiçi-worstjes en een Kroatisch sausje. De avond wordt gevuld met afwassen, lezen luieren en de dag van morgen doornemen.
19
20 augustus 2008 Toeristische informatie Labin Het huidige Labin is een bijzonder aardige plaats. De doorgaande weg komt door het nieuwe deel van de stad, maar op een heuvel ten zuiden ervan kun je de mooie oude stad van Labin al op de heuveltop zien liggen. Er zijn tekenen dat deze heuvel meer dan 3000 jaar geleden bewoond werd. In geschriften komt de plaats voor het eerst in 285 na Chr. voor. De Romeinen noemden haar toen Albona. Later vestigden binnentrekkende Slaven zich er, weer later, toen Istrië grotendeels door Venetië werd bestuurd, kwam Labin onder Venetiaans gezag. Maarten Luther Een vooraanstaande zoon van Labin was Matija Vlatit-Ilirik (Matthias Flacius Illyricus, 15201575), reformist en belangrijk medewerker van Maarten Luther. Hij staat bekend als oprichter van zijn eigen Duitse protestantse beweging, die zeer onverzoenlijk stond tegenover het Katholieke gezag. De oude stad van Labin begint bij Titov trg. Eromheen staan een oud gemeentegebouw uit 1900, een 16de-eeuwse stadsloggia en een rond bastion uit de 17de eeuw. Bij het bastion biedt de Florianuspoort uit 1587 toegang tot het stadsgedeelte binnen de oude vestingmuren. Na de poort kom je op het hellende Stari trg. Links achter de poort staat het Stadspaleis uit de 16de eeuw, rechts loopt Ulica Joakima Rakova, met aan het begin rechts een prachtig oud Italiaans theatertje uit de 19de eeuw. De Geboortekerk van de Maagd Maria wordt nu als cultureel centrum voor de Italiaanse minderheid in Iabin, ca. 1300 mensen, gebruikt. Aan het einde van de straat kun je door de Uskokenpoort, die herinnert aan de Uskook-Turkse aanval in 1599, naar de SintMarcuspromenade. De promenade biedt uitzicht en heeft galerieën. Terug bij Stari trg heb je omhoog Ulica I. Niaja. Rechts daarvan staan achtereenvolgens het Scampicchio-paleis uit 1535 (het heeft een zeer fraaie binnenplaats), de interessante Maria-Geboortekerk die gedurende eeuwen achtereenvolgens is gebouwd en verbouwd, de 17de-eeuwse Sint-Stefanuskerk en het mooie, barokke Battiala-Lazzarini-paleis uit de 17de en 18de eeuw (let op de raampartijen). In het Battiala-Lazzarini paleis vind je het beslist niet onaardige Nationaal Volkenkundig Museum van Labin. De aanduiding 'nationaal' is wat overdreven, want de collectie is vooral regionaal gericht. Boven zijn een grote kunstcollectie en een etnografische collectie te bezichtigen. Op de begane grond vind je een archeologische collectie en een verzameling stenen monumenten. De grootste attractie zit nog wat lager: in de kelders is een miniatuurkolenmijn ingericht. Bij het museum hoort ook de herdenkingscollectie ter ere van Matija Vlatit-Ilirik. Dit museumdeel vind je in het 18de-eeuwse Frankovié-Vlatit-familiehuis, links van Stari trg aan het begin van Ulica Giuseppine Martinuzzi op nr 7. MUSEUM. Geopend: 's zomers dag. 10-13 en 18-20 uur, tel. (052) 855477. Pazin Hoofdplaats Pazin is de officiële hoofdplaats van Istrië. Op economisch vlak is Pula echter de belangrijkste stad. In 983 werd de plaats vermeld in een oorkonde, als eigendom van de bisschop van Porec. De stad was in de Middeleeuwen een strategische vestingplaats op een kruispunt van wegen door Istrie. Meestal waren de feodale heersers van stad en omgeving Duitse markgraven en behoorde Pazin dus tot het Duitse rijk. Na de Middeleeuwen werd Pazin minder belangrijk, en nu is het 20
een rustige provincieplaats met wat industrie. Kloof Interessant is de mysterieuze kloof van Pazin, aan de westkant van de stad. Onder in de diepe kloof stroomt de Pazintica, die na een bovengrondse loop onder een hoge klif de grond induikt om als ondergrondse rivier ergens bij de zuidpunt van lstrië in zee uit te komen. De 120 m diepe fojbe (karstkloof) spreekt al eeuwen tot de verbeelding van wetenschappers en andere nieuwsgierigen. Jules Verne wijdde er een paar pagina's aan in zijn roman Mathias Sandorf (1885). De grotten eronder staan onder water en zijn nog nauwelijks verkend. Het enige dat men weet, is dat een vertakking van het stelsel naar het zuidoosten moet lopen, naar de kust. Citadel Boven aan de klif staat de grote citadel van Pazin. In het geschrift uit 983 wordt de vesting al genoemd als Castrum Pisinium, De citadel van Pazinmaar voornamelijk in de 16de eeuw kreeg het zijn huidige kasteeluiterlijk. Het Etnografisch Museum van Istrië en het Gemeentemuseum van Pazin zijn erin ondergebracht. Je kunt er kennis nemen van de archeologische, etnografische en landbouwgeschiedenis van de streek. Geopend: 's zomers dagelijks van 11 tot 17 uur, Toegang: 15 kuna. Pazinski College Niet ver van het kasteel richting stad bevindt zich een franciscaner klooster met kerk uit de 15de eeuw. Het klooster is nu een middelbare school met internaat, de eerste katholieke school opgericht na de onafhankelijkheid van Kroatië in 1991. De kloosterkerk heeft een aardige laatgotische presbyterie. Vóór het complex heeft het Istrisch Historisch Archief onderdak gevonden, een van de best bedeelde archieven in Kroatië. Een stukje verder richting Trg Slabode in het centrum staat links de Sint-Nicolaaskerk, oorspronkelijk in 1266 gebouwd, maar in de 15de en 18de eeuw verbouwd. Binnen kun je mooie 15de-eeuwse fresco's aanschouwen. De klokkentoren naast de kerk, 45 m hoog, is uit 1705.
Belevenissen Ook vanmorgen is het weer rustig opstaan. Pieter en Monique hebben in hun beste Kroatisch twee bruine broden gekocht. Een maal gesneden bestaat de keuze uit een sneetje bruin brood of een sneetje geel brood. Beide soorten brood smaken erg goed. Na het ontbijt gaan we op excursie naar Labin. De route wordt gevolgd met behulp van de bordjes langs de weg en een kaart. Na een weg ingestuurd te zijn, komen we erachter dat we toch ergens een bordje hebben gemist. Dan gaat Pieter voorop rijden, waarbij Marin de kaart leest. We rijden over hele leuke binnenweggetjes, door de binnenlanden van Istrie. Deze weggetjes hadden we van tevoren niet bedacht. Maar ook deze route komt uit bij Labin. We vinden nu heel snel een parkeerplaats. Dat gaat al een stuk beter dan gisteren. We verzamelen op het plein, voor het oude stadscentrum in de schaduw. Het oude centrum is erg leuk. Het zijn allemaal kleine straatjes. Het lijkt op Venetië, alleen is er geen water en gaan alle straatjes naar boven of naar beneden. Sommige straatjes zijn zo smal dat je de muren links en rechts van de ‘straat’ kan aanraken. Robbert heeft nog sjans van enkele Nederlandse dames. Na deze wandeling genieten we van de schaduw en de lekkere broodjes van een bakker.
21
De terugweg gaat eerst langs een tankstation. Hier worden de ramen van de auto’s die gaan tanken schoongemaakt door de jongste (vrouwelijke) bediende, die er zeker niet slecht uitzag. Dan gaan we weer verder over binnenwegen. Af en toe lijkt het wel alsof we door het oerwoud van Istrie rijden. De weg wordt onderweg steeds smaller en slechter. We gaan tijdens de rit met allemaal haarspeld bochten een dal in. We passeren onderweg een steengroeve. Niet lang daarna rijden we een goede en net geasfalteerde weg op. Op deze weg wordt zelfs gewerkt met deze temperaturen. Zo staat er een verkeerslicht. Daar wachten we netjes op. Als het groen wordt gaan we rijden, maar dan blijkt dat er van de andere kant ook nog auto’s komen. Tja, dat zal dan wel een Kroatische manier van verkeer regelen zijn. We wachten tot ze voorbij zijn en rijden dan weer door. De weg is hier trouwens niet meer geasfalteerd. Aan het eind van de werkzaamheden gaan we rechts, omdat iedereen voor ons dat ook doet. Niet duidelijk is of we wel rechtdoor kunnen. De weg die we volgen gaat behoorlijk omhoog, via verschillende haarspeld bochten. Het plaatsje waar we op de top doorheen rijden heet Pičan. We rijden aan de andere kant van de heuvel weer naar beneden en komen dan weer op de doorgaande weg uit. Deze weg volgen we tot Pazin. Hier stappen we even uit. We zoeken hier een kasteel, maar dat vinden we niet. Wel doen we hier de boodschappen voor de barbecue. Dat gaat allemaal erg gesmeerd. We rijden vanuit Pazin weer terug naar de camping. Dan vind hetzelfde ritueel weer plaats als de laatste twee dagen, namelijk borrelen, zwemmen en eten. Eric en Robbert hebben de barbecue voorbereid. Eric heeft de barbecue in elkaar gezet. Dat was nog een heel bouwpakket. Ondertussen heeft Robbert de sla, het brood en de sausjes in orde gemaakt. Eric steekt de kooltjes op de BBQ in brand en gaan we beginnen met eten. Het vlees van de slager is erg lekker gekruid. Deze slager moeten we onthouden, voor als we nog een keer gaan barbecuen. Het is inmiddels donker als we aan de koffie zitten. We hoeven deze avond niet te vullen met kaartspelletjes. Morgen staan we op tijd op, daarom gaan we vanavond op tijd naar bed. Het weer was vandaag weer erg mooi. We hebben veel blauwe luchten gehad en af en toe een heel piepklein wolkje. Dat was wel erg lekker. Verder was het erg warm, in de auto gaf de thermometer een temperatuur aan van maximaal 33ºC en minimaal 27ºC. In de zon dooide het behoorlijk.
22
21 augustus 2008 Toeristische informatie Brioni De Brioni-eilanden (Kroatisch: Brijuni) of Brionische eilanden liggen voor de westkust van Istrië, Kroatië tussen Rovinj en de havenstad Pula. De eilandengroep bestaat uit 2 grote (Veli Brioni en Mali Brioni) en 10 kleine eilanden en is in zijn geheel uitgeroepen tot Nationaal Park. De eilanden zijn per boot bereikbaar vanuit Fazana. De communistische leider Tito had op Veli Brioni zijn zomerresidentie. Hij ontving hier vele staatshoofden en filmsterren (waaronder Elizabeth Taylor, Richard Burton, Sophia Loren en Gina Lollobrigida). Met de exotische dieren die hij van hen cadeau kreeg, vormde hij een safaripark op Veli Brioni, dat nu nog steeds bestaat. Daarnaast is een groot deel van de noordzijde van Veli Brioni gecultiveerd tot golfbaan en wordt er al sinds 1893 polo gespeeld. Bezienswaardig zijn de overblijfselen van een Byzantijns castrum, een nederzetting met fortificaties. Vanaf de Gospina baai bij de haven gaat een treintje naar de oostkant van Veli Brioni. Hier staat een Oostenrijks fort uit de 19de eeuw genoemd naar admiraal Wilhelm von Tegetthoff. Ook is er bij de haven nog een museum en de Sint Rochuskerk.
Belevenissen Vandaag is het de dag. Welke dag? Dan moet je even doorlezen. We staan dan ook om 07.00 uur op. Na de ochtendrituelen rijden we weg naar Pula, het wel bekende stadje met de Romeinse oudheden. We parkeren weer op hetzelfde parkeerterrein. Dat is nu nog bijna leeg. Er staan nog maar twee auto’s. We kijken al weer uit naar de parkeerboy, die heeft ons al gezien en komt aangelopen. Per auto krijgen we weer 5 parkeerkaartjes. Als dat ritueel weer achter de rug is, lopen we langs de waterkant achter Arno en Ingrid aan. Ondertussen worden we aangeklampt door proppers of we mee willen varen. Maar aangezien Ingrid en Arno doorlopen, doen wij dat ook maar. We zijn bijna de haven al weer uit, als Arno met een propper op de kade begint te praten. Zouden we dan toch met een schip de zee op gaan? Het schip waar Arno voor staat te praten ziet er uit als een oud vissersschip, met een dek dat naar voren toe langzaam oploopt en nog een mast. Het ziet er authentiek uit. Ja hoor, we worden aan bord gedirigeerd. Nadat de hele boot vol is, worden om 10 uur de trossen losgegooid en gaan we varen. Dan begint de maatroos op een accordeon te spelen. In de haven zijn veel schepen te zien. Er is een grote scheepswerf, met verschillende schepen in aanbouw. Als we de haven uit varen, beginnen de golven en gaat ons schip deinen. De maatroos is dan al weer een tijdje gestopt met het spelen op zijn accordeon. Nu verschijnt ook het bordje 15 kn voor het bier. We varen langs verschillende eilanden. Deze eilanden vormen nu een nationaal park, Brijuni. Tito, een president van het voormalige Joegoslavië, had hier een privé eiland geconfisqueerd. Daar had hij een eigen safaripark gesticht. Nu is het safaripark toegankelijk voor iedereen. Wij varen er alleen maar langs. Helaas kunnen wij geen dieren zien op het eiland. Zo varen wij ongeveer 1½uur. Dan legt ons schip aan bij een steiger. Hier springen allemaal mensen vanaf in het water. Wij krijgen allemaal bestek en wat te drinken. De keuze bestaat uit 23
water, sinas of witte wijn. Het eten bestaat uit twee vissen en sla. Voor de niet visliefhebbers is er een stukje vlees. Marin en Monique delen hun vlees en vis. Na deze lunch gaan we van boord. Wij zoeken een plekje op waar we het water in kunnen gaan. Enkele tientallen meters verderop vinden we een plekje waar we onze spullen in de schaduw kunnen neerzetten. We springen allemaal in het water, zelfs Eric. Hij zoek ook wat verkoeling. Arno, Ingrid en Marin gaan snorkelen. Robbert heeft alleen zijn bril nog over, zijn pijpje was hij een paar dagen geleden kwijt geraakt op het strand bij het stoeien. De snorkelaars zien ruimt tien verschillende soorten vissen en wat groenachtig koraal. Ook vissen in scholen komen voorbij. Marin ziet nog een paar kreeftjes. Na verloop van tijd gaat Pieter foto’s maken van Monique en Ester. De rest van ons ligt dan te bakken in de middagzon. Alleen Marin is nog aan het snorkelen. Als Marin uit gesnorkeld is gaat hij met stenen een dammetje bouwen in het water. Pieter helpt een beetje mee. Eric gooit van grotere afstand stenen toe, het water in. De ene steen komt dichter bij de dam in het water dan de andere steen. Als het drie uur is geworden komen we het water uit en gaan we langzaam terug richting ons schip. Om half 4 verlaat de boot de steiger weer. We zetten weer koers richting Pula. In de haven van Pula aangekomen verdwijnt het bordje ‘bier 15 kuna’ en als we bijna bij de aanleg plaats zijn begint de matroos weer op zijn accordeon te spelen. Als de trossen vast zijn en de loopplank ligt gaan we van boord en bedanken we het personeel. Voor de reis in de warme auto’s naar de camping terug wordt aanvaard, eten we eerst even een ijsje in Pula. De eerste 2 ijsboeren keuren we af, om vervolgens te komen waar we 2 dagen geleden ook zijn geweest. Tot ieders verbazing blijkt de man achter de toonbank het te verstaan wanneer Robbert zegt: “kijken, kijken, niet kopen” De man blijkt zelfs nog wat meer Nederlands te kunnen. Dat gaf een grappig effect. Zeker toen hij wat kunsjes ging vertonen door met ijs te gooien, precies in het hoorntje en te doen of hij het ijsje geeft en dan toch een leeg hoorntje te geven. Na de lol en het lekkere ijsje rijden we naar de camping. Aldaar gaan Robbert, Pieter, Marin, Ester, Ingrid en Arno nog even het zwembad verkennen. Na steeds in de zee te zijn geweest, was het wel eens tijd het zwembad van de camping te verkennen. Dat is niet zo groot, maar wel leuk. Als iedereen is uitgezwommen en uitgedoucht, is het etenstijd. Robbert bakt de laatste sjaslicks op; Ingrid, Pieter en Ester maken de salade en Arno koopt Pizza’s bij de campingpizzeria. Alles smaakt goed. Na het eten worden er wandelingetjes gemaakt (buiten de poorten van de camping is het donker ontdekt Pieter) en een spelletje Yahtzee gedaan. Langzaam zoekt iedereen zijn bed op en wordt het rustig bij onze tenten. Het weer was vandaag zeer warm en op zee een lekker verkoelend briesje.
24
22 augustus 2008 Toeristische informatie Rovinj Rovinj (Italiaans: Rovigno) is een stad in Istrië, Kroatië, met 14.234 inwoners (2001). De stad is gelegen aan de westkust van het schiereiland Istrië en is een populair toeristenoord. Rovinj is in de oudheid gekenmerkt door de Romeinen en Venetianen. Ligging De oorsprong van de oude stad Rovinj ligt op een schiereiland met een heuvel als ondergrond. Met de middeleeuwse bebouwing die tot direct aan zee doorloopt, zonder boulevard die eromheen ligt, maakt van deze plaats een aangenaam aanblik. Rovinj kent vele omhooglopende straatjes in de oude stadskern. Buiten de stad, op het vasteland liggen een tal van toeristencomplexen. In de nabijheid van Rovinj liggen enkele eilanden voor de kust. Bezienswaardigheden Sint-Eufemiakerk De Sint-Eufemiakerk is een kerk in het Kroatische kuststadje Rovinj. De kerktoren lijkt op die van het San Marcoplein in Venetië. De oorzaak hiervan is dat Rovinj gedurende lange tijd tot de Republiek Venetië hoorde. De kerk van St. Euphemia is gebouwd op een voormalige heidense tempel uit de klassieke Oudheid, die aan Istria en Fortuna was gewijd. Het oorspronkelijke christelijke gebouw was aan St. Joris gewijd, maar vanaf het jaar 800, sinds de ontdekking van de sarcofaag van St. Euphemia in Rovinj, aan beide. Vandaag is het een schitterend barok gebouw dat de oude stad domineert. In het jaar 1650 is besloten de oude klokkentoren af te breken en te vervangen door een nieuwe die op die van St. Marco in Venetië zal lijken. Hij is bijna 60 m hoog, en op zijn top staat een bronzen beeld van St. Euphemia dat in 1758 is gemaakt. De hoogte is 4.70 m. Zij draait om haar as en toont met haar rechterhand de windrichting. Attracties van stad Rovinj De Boog van Balbi, de speciale toegang naar de hoofdstraat van de oude stad Grisija, heeft op z'n gevel de leeuw van St. Marco uit de 15. eeuw. In het open boek van de evangelisten, staat ipv. de gebruikelijke zin ''Pax tibi Marce'', ''Victoria tibi Marce, evangelist meus'', een unicum onder alle bekende leeuwen van St. Marco. Op het centrale stadsplein staat een toren met de klok en de leeuw van St. Marco. Hij is meerdere keren in z'n verleden verbouwd, maar hij stamt origineel uit de 12de eeuw als toren aan de zuidhoek van de toenmalige muren. Onder de toren was een gevangenis voor daders van kleinere misdrijven. Het kerkje van St. Thomas is in 1388 gebouwd en is een heel interessant gebouw: via een trap komt u bij de ingang van de kerk. Ze is gedeeltelijk vanuit de eerstgenoemende boogpoort opgebouwd en heeft een kleine klokkentoren op de top. Ze hoorde bij het Broederschap van St. Franciscus. De kerk van St. Kruis is in het jaar 1592 op een echte rots neergezet met een klein klokkespel op de gevel (ereplaats) en een loge. Ze heeft een schitterend uitzicht op het eiland St. Catharine. Onder de kerk kunt u een stenen pilaar vinden uit het jaar 1592, die naar de plek wijst waar volgens overlevering in 800 de sarcofaag met de resten van St. Euphemia aanspoelde.
25
Het kerkje van de Heilige Drie-eenheid is een uniek Romaans zevenhoekig gebouw, in neolatijnse stijl uit de 13de eeuw. Op een van koorhekken kunt u Golgotha zien met de beelden van Maria, Maria Magdalena, St. Peter, St. Johannes de Doper en St. Johannes de Evangelist. De bouw van het schitterende franciscanenklooster is in 1702 begonnen. Om in de bestaande rotsen een groot kloosterreservoir aan te leggen, werden in Rovinj voor het eerst explosieven gebruikt. De kloosterbibliotheek beschikt over een verzameling van waardevolle 8.000 boeken, waarvan enkele uit de 16de, 17de en 18de eeuw echte rariteiten zijn. Het stadsmuseum van Rovinj bevindt zich in het barokke paleis van de Rovinjse familie Califfi en ligt aan het hoofdplein. Behalve verschillende zeer interessante permanente tentoonstellingen, worden daar het hele jaar door tijdelijke individuele en groepstentoonstellingen van moderne kunst georganiseerd. Het museum houdt zich ook bezig met archeologie, geschiedenis en etnografie. Het Aquarium van het Instituut Ruđer Bošković is in 1891 als "Zoologische Station der berliner Aquarius" geopend en behoort tot de oudste soortgelijke instituties ter wereld. Hier bevindt zich een groot aantal exemplaren van de lokale flora en fauna waarmee de typische eigenschappen van onze kuststrook (Primorje) in beeld worden gebracht. Een apart deel van de rijke erfenis is de rijke fauna en de schitterende flora, vooral de autochtone (op het eiland van St. Katharina werden 456 soorten planten aangetroffen) of die die men heeft gezaaid en overgebracht. Rovinj's grootste trots is in die zin Zlatni Rt - Punta Corrente, het eerste beschermde natuurpark in Istrië. Over bijna 70 hectare spreidt zich een van de belangerijkste parken in onze hele kuststrook uit, met een hoge esthetische en botanische waarde, met verschillende soorten dunne cipressen, pijnbomen, dennenomen, cederbomen, onder meer een groep himalaya ceders (cedrus deodara). Het orintologische reservaat Palud is een interessant moerasgebied dat tientallen kilometers ver van Rovinj ligt. Het zout-zoete water en de moerasvegetatie bieden een schuil- en rustplaats voor meerdere moerasbewoners, trekvogels en blijvende vogels, schildpadden, palingen, en andere dieren. Eeuwenlang was Rovinj op de zee gericht. Uit het water putte hij al zijn rijkdom, de manier van leven, mentaliteit, ontwikkeling en toekomst. Dit is een stad die z''n natuur weet te behouden en alle uitdagingen van het hedendaagse toerisme weet aan te pakken. De hele Rovinjse kust is een beschermde natuurlijke erfenis, net zoals de 22 eilanden en eilandjes die de stad omringen. Het eiland St. Andreas, oorspronkelijk Sera, is zonder twijfel het mooiste en het grootste eiland die de rovinjse wateren versiert. Al in de 6e eeuw heeft bisschop Maximilian van Ravenna, geboren in Veštar dichtbij Rovinj, het benediktijner klooster op dit eiland opgericht. De kerk van St. Andreas op het eiland Sera is 1454 aan franciscanen overgegeven die daar tot 1809 zijn gebleven, toen het eiland door de Fransen werd overgenomen. De Oostenrijkse edelman Johann Georg von Hütterott heeft dit eiland in 1890 gekocht. De kloostergebouwen en de kerk werden vernieuwd en er werden ook verschillende soorten planten geplant, waardoor er vandaag rond 180 soorten zijn. Lim De Lim baai en vallei is een apart geografisch kenmerk vlakbij Rovinj (Italiaans: Rovingo) en Vrsar aan de westkust van Istrië, Kroatië, ten Zuiden van Poreč. De naam heeft zijn oorpsrong in het Latijn, "limes" is de naam voor limiet of grens, de Lim diende als grens tussen de Romeinse provincies Dalmatië en Italia. De Lim vallei (Limska draga of Limska dolina) is de 35 kilometer lange vallei van de rivier Pazinčica, die uitmond in de Lim baai (Limski zaljev), een 10 kilometer lang estuarium. In 1958 werd de film The Vikings (de Vikingen, waarin Kirk Douglas een rol speelde) in het estuarium gemaakt. Het wordt ook wel een fjord genoemd. Dit is een foutieve benaming, de Lim baai is namelijk een ria. Een fjord is gevormd door een gletsjer maar de lim baai is gevormd door
26
erosie door de weg van de Pazinčica naar de Adriatische Zee. Omdat de Lim baai zo smal is wordt het ook wel een kanaal genoemd (Limski kanal).. Er bestaat ook een Limfjord, welke ook geen echt fjord is maar een kanaal in Denemarken tussen het eiland Vendsyssel-Thy en het schiereiland Jutland.
Belevenissen Na het ochtendritueel wordt door 6 personen zwemkleding aangetrokken. Deze 6 personen zijn: Ingrid, Arno, Marin, Pieter, Monique en Ester. De hele groep vertrekt naar de haven van de camping. Daar huren wij kajaks, 2 maal een 2-persoons en 2 maal een 1-persoons. Vandaar dat er maar 6 mensen zwemkleding nodig hadden. Eric en Robbert filmen en maken foto’s van het vertrek. Oja, ze zwaaien de malloten die gaan kajakken ook uit. De kajakkers peddelen naar een eilandje voor de kust. Daar gaat Ingrid even snorkelen. Arno let op de boot, maar kan niet vermijden dat hij over Ingrid heen vaart. Tijdens het wachten op Ingrid en Arno drijven de andere 3 boten gezamenlijk op het eiland af. Ze zien dat ze gaan aanspoelen, maar ondernemen geen actie. Als Ester in de middelste boot vlak voor het eiland de anderen los laat, knalt Marin ineens veel sneller op de rotsen dan hij dacht. Hij kiepert uit de boot en houdt er wat snijwondjes aan over. Gelukkig kan hij er ook wel een beetje om lachen. De anderen weten zich op tijd van het eiland vandaan te peddelen. Na het lachen en zorgen dat ze niet nog eens aanspoelen, varen de 4 boten samen nog een stukje verder om het eiland. Een groep meeuwen die in het water drijven zijn een mooi punt om omheen te varen. In de haven terug gekomen worden de boten op het droge gehesen, gooit Marin Pieter in het water, geeft Pieter Monique een natte knuffel en kunnen we daarna weer naar de tenten. Het is intussen zo warm, dat iedereen alleen maar wat zit te zitten. We lunchen, lezen en schrijven kaarten. Robbert, Pieter, Ingrid en Marin nemen een duik in het zwembad. Als Marin en Ingrid terug willen, wordt Ingrid nog een aantal keer in het water gegooid. Als Robbert en Pieter hier genoeg van hebben gaan ze eindelijk terug naar de tenten. Niet veel later komen Pieter en Robbert ook terug. Dan maken we ons klaar om naar Rovinj te gaan. De rit van de camping naar Rovinj is kort. We parkeren de auto’s en wandelen langs de haven naar het oude centrum. Het is nog steeds erg warm. Bij het oude centrum aangekomen waaieren we uiteen. We bekijken het oude stadje. Het oude stadje is op een heuvel gebouwd. Allemaal smalle straatjes lopen over de heuvel. Er zijn leuke poortjes en pleintjes. Ook kun je soms aan het einde van zo’n smal straatje de zee zien. Op de top van de heuvel staat een kerk. Vanaf de kerk is er een mooi uitzicht naar de omgeving. Via andere straatjes lopen we weer terug naar beneden. Hierna wordt het winkelgedeelte onveilig gemaakt. Er wordt echter bar weinig gekocht, het past immers niet meer in de auto’s. Marin gaat in de hitte twee keer de heuvel op naar de kerk, een keer alleen en een keer om Pieter, Monique en Ester de weg te wijzen. Hij heeft zeker last van de hitte. Zo verstrijkt de tijd tot etenstijd. Als we allemaal weer verzameld zijn kijken met z’n allen op enkele terrasjes. Uiteindelijk valt de keuze op een terrasje in het oude centrum. Daar is het lekker rustig. Als we vragen voor een tafeltje voor acht personen is dat geen probleem. De ober loopt van het terras af een straatje in. Verderop zien we hem een deur in gaan en even later met een tafeltje en een plastic tas terugkomen. Aan een van de tafels van het terras wordt een tafeltje bijgezet. Dan kunnen we allemaal zitten. We zitten amper en naast ons worden ook extra tafeltjes bijgezet. Dan komt er ook nog een auto langs, die bijna met zijn zijspiegel door de rug van Eric heen gaat. Maar gelukkig gaat dit ook allemaal goed. Het eten wordt snel gebracht en we zitten heerlijk te smikkelen. De Istrische ham en kaas wordt zeer gewaardeerd.
27
Ondertussen wordt het donker. Het aantal mensen dat staat te wachten om hier te kunnen eten neemt toe. Maar ons maakt dat niet uit, wij zitten lekker te eten. Na het eten lopen we het oude stadje uit. Bij de haven horen en zien we een bandje spelen. Maar dit is slechts een inspeel rondje, want de uitvoering begint om 22.00 uur. Wij besluiten dan ook maar om door te lopen en een ijsje te nemen. Na het ijsje gaan we terug naar de auto’s. De parkeertijd is nu bijna verstreken. Via een aparte route komen we terug op de camping. Er wordt amper geborreld, we gaan snel slapen. Morgen wordt er immers ingepakt. Het weer was vandaag weer erg goed. Een strak blauwe lucht en een zeer hoge (gevoels-) temperatuur. Deze hoge temperatuur blijft aanhouden totdat de zon onder is.
28
Zaterdag 23 augustus 2008 Programma Za 23/8 eenvoudige camping aan het strand in de Kvarnerbaai (200 km) http://www.novi-vinodolski.nl/Camping.htm Camping Klenovica Zidinice b.b., 51252 Kleonvica +385 (0)51 796251
Toeristische informatie Vasteland Kvarnerbaai De Kvarner baai met als grootste stad Rijeka ligt in het noorden van Kroatië. De parel van Kvarner is zonder enige twijfel Opatija. Deze ietwat mondaine badplaats was vroeger de winterverblijfplaats van de gekroonde hoofden van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk. De Kvarner baai bestaat officieel uit de oostkust van het schiereiland Istrie tot in Volosko in de oksel, en van daar over Rijeka tot Karlobag (70 km van Zadar-Dalmatie). Ook de eilanden binnen dat gebied behoren ook tot de Kvarner baai. De grootste zijn Cres en Losinj, Krk, Rab, en het noordelijke gedeelte van Pag. Daarover meer op de hoofdpagina's , Krk en Rab. In de prehistorie was het gebied waar Rovinj nu ligt ook al bewoond, iets wat talloze archeologische resten bevestigen. Zulke resten zijn bijv. keien, keramiek en bronzen voorwerpen die werden gebruikt door de prehistorische bewoners -Veneti en Histri. Voorwerpen uit de Romeinse tijd worden niet vaak gevonden, maar toch bevestigen 8 bewaard gebleven opschriften en enkele architectonische resten dat Rovinj toen ook bewoond werd, hoewel dat niet z''n hoogtepunt was. Rovinj werd pas tussen de jaren 200 en 400 v. Chr. belangerijk. De eerste Rovinjse woonkern is pas tussen de 3e en 5e eeuw n. Chr. ontstaan met de aanleg van een vesting en met de eerste muurketen die de bovenste vlakte van de heuvel omringde. Op die heuvel staat nu de kerk van St. Eufemia, die gekenmerkt wordt door de muur van het oude kerkhof. Tijdens de vroege middeleeuwen maakte Rovinj een sterke stedelijke ontwikkeling door omdat de invallen van Barbaren, die tussen de 5e en 8e eeuw voorkwamen, het leven op het land gevaarlijk maakten en de bewoners een schuilplaats binnen de veilige stadsmuren op de rots zochten. De grootste bevolkingsgroei was na het verlaten van het dichtbij gelegen Cisse, dat waarschijnlijk na de aardbevingen in de jaren 754 en 801 in de zee is verdwenen. Na de val van het West-Romeinse rijk, is Rovinj tussen de 5e en 7e eeuw van gotische in Byzantijnse handen overgegaan, en tegelijkertijd werd z''n territorium vergroot in de slag van de Langobaarden, Avaren en hun onderdanen Vendi, zoals ze toen de Slaven noemden. Gedurende de hoogtijdagen van de Byzantijnse macht (539-788), afgezien van een kortstondige Langobardse episode (753-774), had het kasteel een eigen regering met magistraten die door het volk gekozen waren. Volgens overlevering spoelde in het jaar 800 uit Constantinopel een marmeren kist aanspoelde van St. Euphemia, een Calcedoonse martelares die haar leven had gegeven voor de verdediging van de religie gedurende de vervolging door Diocletianus in 284.. De kist werd aan de binnenkant van de muren geplaatst, dichtbij de oude St. Joriskerk. Vanaf die tijd vereren de bewoners van Rovinj St. Euphemia als de beschermvrouwe van de stad, samen met de eerste stadspatroon St. Joris.De Rovinjse kerk is in het jaar 832 gescheiden van het Bisdom van Pula en 29
viel ten deel aan het Patriarchaat van Aquileia. Tijdens de 9e en 10e eeuw de werden Rovinjse stadspoorten steeds vaker belaagd door Nereteliaanse en Saraceense piraten. Om reizen via de Adriatische Zee veiliger te maken, sloot Rovinj rond het jaar 1000, toen de Doge Peter Orseolo II de piraten versloeg, een overeenkomst met de Republiek Venetië. Na een paar mislukte pogingen om tegen de Venetiaanse Doge in opstand te komen zwoer Rovinj uiteindelijk in het jaar 1149 blijvend trouw aan de Republiek Venetië. In 1209 heeft Rovinj samen met de kerkelijke ook de wereldlijke macht van het Patriarchaat van Aquileia geaccepteerd. Otto IV Brunswick, de keizer van Duitsland en Italië, benoemde deze patriarchen tot keizerlijke vorsten. Laverend tussen het Patriarchaat van Aquileia en de Republiek Venetië, heeft Rovinj tot het midden van de 13de eeuw z''n specifieke autonomie behouden, net als de overige Istriaanse steden. Dat bleef zo tot Venetië, beslist om zijn onbetwiste overmacht aan te tonen, Rovinj hielp in een opstand tegen de patriarchen waarmee ze in 1283 macht over de stad verkreeg. De Republiek zette z''n eigen podesta aan het hoofd van de stad.. De stad bleef tot de ondergang van de Republiek onder de vlag van St. Marco.. Mettertijd groeide het aantal bewoners van de stad zodanig, dat de stad te vol werd. Tijdens de 18de eeuw de werd plaats uitgebreid op de heuvel van St. Franciscus, over een kanaal dat in 1763 is aangelegd en waarmee het eiland met het vasteland was verbonden. Na de ondergang van Venetië (1797) werd Rovinj veroverd door Oostenrijkse troepen die niets aan de communale structuur veranderden. Maar in 1805 werd de stad opnieuw veroverd, nu door de Fransen die de stad beschouwden als oorlogsbuit. In 1806 werd het Istriaanse kanton opgericht en ingelijfd bij het Italiaanse Koninkrijk. De bewoners van Rovinj kwamen in opstand wisten dat een paar maanden vol te houden. In 1806 kreeg Oostenrijk weer de macht over Rovinj. Een eeuw later, in het begin van de Tweede Wereldoorlog, werden de Rovinjse bewoners gedeporteerd naar het vluchtelingenkamp in Wagna dichtbij Leibnitz in Steiermark. In 1918 kwam Rovinj dankzij de Londense Overeenkomst bij het Koninkrijk Italië. Na de Tweede Wereldoorlog werd het deel van Joegoslavië, waar het tot 1991 bleef, dus tot de Kroatische Onafhankelijkheidsdeclaratie.
Belevenissen Vandaag staan we weer op tijd op. Vanaf 7.00 uur gaan de wekkers, waardoor iedereen zijn bed uitkomt. We beginnen met inpakken, tenten afbreken, ontbijten en auto’s volladen. Het douchen deed iedereen wanneer het hem of haar uitkwam. Dat was voor het inpakken, na het inpakken of na het auto’s volladen. Dat gaf een nogal chaotisch beeld, maar met een kwartier vertraging reden we toch weg. Het was gelukkig geen lange rit vandaag. We volgenden de weg naar Rijeka. In en om Rijeka was het erg druk op de weg. Veel fly-overs van de viaducten stonden vol. Op een van deze fly-overs werd het verkeer gesommeerd om door de rijden, alleen werd dit gedaan door erg aantrekkelijke dames. Tja, dan wordt er nog steeds niet goed doorgereden (door de mannelijke bestuurders). In die drukte zijn de auto’s uit elkaar geraakt. Met ieder een eigen pauzestop komen de auto;s kort na elkaar aan op de camping. We mogen zelf kiezen waar we gaan staan en hoe veel ruimte we nemen. Dat vinden we zo fijn, dat we een mooie grote plek onder de bomen claimen. De tenten zetten we op een verhoging op en beneden komt de huiskamer en de parkeerplaats. De camping is een stuk rustiger dan de vorige camping. Deze camping heeft wel veel meer sanitair. Al mogen we weer lekker een ouderwets camping-gevoel kweken en met de toiletrol naar het toilet lopen. Als alles geïnstalleerd is, is het tijd om de zee aan deze kant van het land uit te proberen. Dat blijkt door de lagere temperatuur aan land toch wel wat kouder dan we gewend waren.
30
Na het zwemmen en boodschappen doen wordt er een spelletje kwartet gespeeld. Robbert heeft een kwartet heren, daar houdt hij van. En Ester heeft een kwartet vrouwen, maar daar houdt Robbert niet van en zij ook niet. Arno en Ingrid koken vandaag mihoen met groentesaus en satésaus voor ons. Al stopt Arno halverwege. Hij brand zijn vinger en wordt verbonden door Monique met een speciaal verzachtend gaasje. De anderen nemen zijn taak met roeren over. Het eten smaakte weer heerlijk. Na de afwas wordt geprobeerd een paar potjes te jokeren. Dat wordt bemoeilijkt door de wind die is komen opsteken. De lucht ziet ook wat donker. Daarom wordt voor we gaan slapen alle was van de lijnen gehaald en gekeken of de tenten stevig staan. Het weer van vandaag: Onderweg werd het langzaam steeds kouder. De buitentemperatuur zakte zelfs tot de 22ºC. Dat zijn wel erg lage temperaturen. Maar gelukkig werd het daarna weer langzaam warmer. Bij aankomst was het gelukkig weer 30ºC. Tegen de tijd dat we gaan slapen is er een storm en valt er een bui.
31
Zondag 24 augustus 2008 Programma Zo t/m do 28/8 Nationaal park Risnjak voor een mooie wandeling van 4 km (50 km) Dagje met het openbaar vervoer naar de eilanden Rab en Krk Fietsen op Krk Vroeg op voor de betoverende Plitvice meren en watervallen (120 km) Sportieve activiteit op het water
Belevenissen De nacht bleek wel erg onrustig, stormachtig en met hevige buien te zijn. Doordat de tenten wat kraakte en je de wind in de tent kon voelen, hadden de meesten niet zo geweldig geslapen. Langzaam komt iedereen in de morgen uit de tenten en gaat aan het ochtendritueel beginnen. Na een rustig ontbijt met gebakken eieren met spek door Robbert gemaakt, gaan we de auto’s in. De tocht voert naar een National Park, Risnjak. Het laatste stuk rijden we op binnenwegen door de rand van het park. Dat ziet er al zeer mooi uit. Het is een groot bos, met veel begroeiing en heuvels. Aangekomen bij de parkeerplaats doen wij bij elkaar ons beklach over de temperatuur. We hebben onderweg namelijk zelfs temperaturen van 12 graden gezien. En dat terwijl we gewend waren aan de 30! De truien gaan mee uit de auto en we beginnen aan een wandeling van 4,2 km door het park. Onderweg staan borden met informatie over de ondergrond, de planten en de dieren in het bos. Omdat we dat toch niet allemaal kunnen onthouden, maakt Marin foto’s van de borden. De route is mooi uitgezet met een afwisseling tussen grote paden en kleine bospaadjes tussen de begroeiing door. Bij een picknicktafel gaan we even zitten voor een koek en een one-man-show door Robbert. Die doet namelijk even na hoe ervaren wordt hoe Marin het verslag schrijft… Na 5 minuten vertellen was hij al opgestaan en had koffie gezet. Nou ja, we houden het verslag in het echt maar ietsje korter. Aan het einde van de wandeling staat een restaurantje. Daar willen we allemaal apfelstroedel. Dat is alleen uitverkocht of is er gewoon niet. Dan gaan Eric en Robbert maar over op de champignons. Op de menukaart ziet dat er in alle vijf de talen hetzelfde uit. Alleen de ober snapt het niet helemaal… Handig om zo’n menu kaart in vijf talen te hebben. Als al het bestelde drinken en eten genuttigd is rijden we terug naar de camping. Aldaar is het weer tijd voor het strand. Al is het aantal zwemmers en de tijd die ze in het water zijn minder dan op de vorige camping. Dat zal wel te maken hebben met de temperaturen en de wind. De wind blijkt hier namelijk bijna altijd aanwezig. Plat op het strand liggend was het goed uit te houden. Eric en Robbert beginnen intussen vast met eten koken. Bij gebrek aan kant en klare aardappelschijfjes, schillen en koken en bakken ze deze zelf maar. Daar maken ze een gezellig theater van. Uiteindelijk hebben we dan toch aardappelschijfjes, wortelen, doperwten en gehaktstaven.
32
Het gebruikelijke ritueel van afwassen wordt gestart na een lekker duo-penotti-vla toetje. De potjes kaarten spelen we binnen in de tent. Dan blijven de kaarten tenminste op tafel liggen en verdwijnen ze niet over de hele camping. We maken ons op voor de volgende nacht in de storm. Die inderdaad ook weer komen gaat.
33
Maandag 25 augustus 2008 Toeristische informatie Rab Het eiland Rab is ook een van de zonnigste eilanden van Europa. Gemiddeld schijnt de zon zo ongeveer 7 uur per dag. Het eiland ligt parallel aan het Velebit-massief, ervan gescheiden door een vaargeul die bij zeelui zeer gevreesd was omdat hij een tunnel vormt voor de koude droge Bora wind, die dit deel van de kust tot een kaal rotsachtig gebied maakt. Rab ligt ten zuiden van Krk en ten oosten van Cres en behoort nog net tot de Kvarner. Zoals bijna elk Adriatisch eiland heeft Rab legio baaien en inhammen, jachthavens en enkele aardige plaatsjes, waaronder Rab stad. http://www.rab.hr/ De westelijke kant van het eiland is beschut tegen de wind en heeft een mild klimaat. Als het gaat om een unieke culturele en ecologische bestemming dan staat het Kroatische eiland Rab op grote hoogte. Dit dank zij het behoud van de lokale tradities en cultuur in combinatie met een goed toeristisch aanbod. De mooie stranden, prachtige ligging in de Kvarner baai, de mooie natuur en het aanbod aan diverse evenementen onderscheiden dit eiland. Het eiland wordt wel de de parel van de Kvarner genoemd. Rab-stad werd onlangs uitgeroepen tot mooiste stad van het land. Het toerisme op Rab richt zich vooral op cultuurliefhebbers, watersporters en duikers. Onderzoek onder bezoekers van het eiland wijst uit dat 76% van de ondervraagden weer naar Rab terug wil komen vanwege de onbedorven natuur, het uiterst milde klimaat en de vriendelijke bevolking. De oude binnenstad van Rab met zijn markante beroemde klokkentorens strekt zich uit op een smalle, rotsachtige landtong, aan twee kanten door water omgeven. De Engelse koning Edward VIII kwam vaak met zijn Amerikaans vriendin Wallis Simpson naar dit eiland en zwom hier dan naakt. Geen wonder dat het naturisme hier populair is! Rab is een van de eilanden van de Noord-Adriatische eilandengroep. Voor de verbinding met het vasteland zorgt een veerpont. Het eiland is genoemd naar het stadje Rab gelegen op een schiereiland. Als je vanuit zee de hoge muren met daarachter de 4 klokkentorens ziet, lijkt het alsof er een schip met vier masten ligt. Maar dan wel een schip dat er al meer dan 2000 jaar ligt! Rab stad | Hoofdstad Rab is een van de mooiste plaatsen die men op de Kroatische eilanden tegenkomt. Het is een plaats vol historie, maar ook een plaats met een ontspannen vakantiesfeer en zo'n 2500 uur zon per jaar. Rab stad vormt eigenlijk het enig echte centrum van het eiland. De stad heeft een rijke culturele en historische rijkdom. Met recht wordt het een museumstad genoemd: iedere steen, ieder gebouw is een monument uit de lange roerige geschiedenis van Rab. De oude Grieken en later de Romeinen schreven al over de schoonheid van Rab, maar ook over de strategische betekenis. De Romeinse keizer Octavian Augustus gaf in 10 voor Christus het eiland de titel municipium - Felix Arba. De stad heeft Romaanse pleinen, hoge kerktorens, een groot aantal historische kerken, paleizen en talrijke kleine straatjes waardoor je heerlijk kunt dwalen. Even buiten het stadje ligt het park Komrcar met zijn mediterrane tuinen. In de oude kern van Rab ligt prachtig op een landtong aan de binnenhaven. Eeuwenoude straatjes klimmen hier tegen een lage heuvel op. Vier kerktorens zorgen voor een markante skyline. Aan de andere kant van de heuvel rijzen de middeleeuwse stadsmuren zowat uit het water op. Hier omsluit het groene schiereiland Frkanj de lange Eufemia-baai, die de stad afschermt van de open zee. Een aardig historisch detail is dat op het schiereiland al vóór de Eerste Wereldoorlog een van de eerste vakantie gele¬genheden voor naturisten in Europa ge vestigd werd. Lugano, Innsbruck en Rab waren de plaatsen waar je destijds in je blootje kon lopen. In 1936 bracht zelfs de Engelse koning Edward VIII met zijn geliefde Wallis Simpson een bezoek aan Rab. Of hij ook uit de 34
kleren is gegaan, is niet bekend. Tegenwoordig zijn nog steeds enkele baaitjes alleen voor naturisten gereserveerd. De oude stad van Rab bereikt men door via de nieuwere delen van de plaats richting haven te gaan. Voorbij een complex dat onder meer het busstation, de groente en fruitmarkt, een winkelcentrum, het postkantoor, een bank en een vestiging van het toeristenbureau bevat, komt men uit bij Setalista Nlarkatuna Dominisa langs de haven. Bij het grote hotel Istra gaat de boulevard de hoek om. Als Obala kralja Petra Kresmira IV loopt de kade verder onder de oude stad langs, in de richting van de punt van de landtong. Minder dan 100 m voorbij hotel Istra is rechts Trg Svetog Kristofora, een aardig plein met fontein en souvenirstallen. Via de brede trap langs de vierkante Venetiaanse verdedigingstoren (de Gagliarditoren) kan men lopend de schilderachtige straatjes van de oude stad in. Links bevindt zich het 15de-eeuws stadspaleis van de welgestelde Dominis-familie, met gotische en renaissancistische gevelversieringen en een ingebouwd hoofd van Jupiter uit de Romeinse tijd. Kleine cafés, galeries, binnenhofjes, intieme pleintjes, verweerde muren en wit plaveisel bepalen het beeld verderop in de oude stad. De drie belangrijkste straten lopen van noord naar zuid parallel aan de havenboulevard. Het zijn Donja, Sredna en Gornja ulica, 'Onder', 'Midden' en 'Bovenstraat'. Her en der staan historische patriciërshuizen en kan men oude gevelstenen met wapenschilden inspecteren. In het midden van Sredna ulica is een klein plein, dat bijna geheel ingenomen wordt door een Venetiaanse loggia. In de hoek staat de kleine gotische SintNicolaaskerk. Indien men vanaf de Trg Svetog Kristofora aan het begin van de oude stad helemaal omhoog loopt, dan komt men iets naar rechts uit bij de Sint-Christoffelkerk (Sveti Kristofor). SintChristoffel of Sint-Christoforus is beschermheilige van Rab. In 1075 zouden zijn relikwieën de stad op wonderbaarlijke wijze gered hebben van een belegering door Noormannen, die destijds Sicilië en zuidelijk Italië in handen hadden. De Christoffels kerk ligt aan de rand van het uit¬gestrekte en schaduwrijke Komrcarpark, meer dan een eeuw geleden aangelegd en nu vol grote zwarte dennen, aleppodennen, pijnbomen, cipressen, steeneiken en andere bomen. Verder biedt een netwerk aan paden goede slentermogelijkheden. Een poort in de oude stadsmuren hier geeft toegang tot het bovendeel van het park. Indien men vanaf de Christoffelkerk weer de andere kant op wandelt, de Gornja ulica in, dan stuit men een meter of honderd verderop op de ruïnes van de Johannes-de-Doper¬kerk (Sveti Ivan). Vermoedelijk in de 7de eeuw stond hier al een kerk. De resten die u nu ziet, zijn van latere verbouwingen. Ze laten in ieder geval zien dat het een behoorlijk omvangrijke, drieschepige basiliek moet zijn geweest. In de eerste helft van de 19de eeuw raakte het bouwwerk echter in onbruik, zodat alleen de Romaanse klokkentoren, uit de 13de eeuw, nu nog overeind staat. Naast de ruïnes verkeert de 16de-eeuwse Kerk van het Heilige Kruis (Sveti Kriia) nog wel in goede staat. Deze kleine kerk is de parochiekerk van Rab. Binnen zijn enkele kerkschatten uit de kathedraal te bezichtigen. Circa 75 m verderop is de Justinuskerk (Sveti Justina) het volgende religieuze bouwwerk. In de 12de eeuw verrees op deze plek de Sint- Thomaskerk, maar wat er nu staat, inclusief de klokkentoren met 'bisschopsmuts' erop, is uit de 16de eeuw. De kerk huisvest tegenwoordig het Museum voor Sacrale Kunst (Muzej sakra1ne umjetnosti). Pronkstuk uit de collectie is een prachtig relikwieënkistje met daarin de schedel van Sint-Christoffel. Op zijn schedel prijkt een kostbaar diadeem. Het kistje zelf is in de 12de eeuw vervaardigd en is met goud beslagen. Reliëfs tonen scènes uit het leven van de heilige. Na de Justinuskerk komt men uit op Trg slobode, een pleintje tegen de stadswallen aan. U hebt hier een schitterend uitzicht over zee. U kunt er ook naar beneden, om bij de mooie wandelpromenade langs het water uit te komen. Verderop liggen onder aan het Komrcarpark be¬ton plateaus en kiezelstrandjes waar de badgasten zich 's zomers verdringen. Een stuk
35
verderop komt men aan het einde van de baai uit bij het Eufemia-klooster. Dit franciscaner bouwwerk telt twee kerkjes. De Eufemia-kerk kwam al in de 8ste eeuw tot stand, de Bernardinkerk is net als de andere kloostergebouwen uit de 15de eeuw. In het klooster is een klein museum met een sacrale en etnografi¬sche collectie te bezoeken. Terug in de oude stad houdt men vanaf Trg slobode rechts aan om nog meer historische kerken te kunnen zien. In Vrana Rabijanina stuit men eerst op de Sint-An¬dreuskerk (Sveta Andnje) uit de 12de eeuw. De Romaanse klokkentoren is een van de vier markante campaniles in de skyline van de oude stad. Bijna aan het einde van de landtong is de Mariakathedraal (Sveti Marija Velika) het belangrijkste gebedshuis in Rab. Aan het wat gesloten uiterlijk is te zien dat de basiliek drie schepen telt. De kerk is in de 11 de eeuw gebouwd en zou in 1177 door paus Alexander persoonlijk zijn ingewijd. In de 19de eeuw raakte Rab zijn bisschopszetel overigens weer kwijt, zodat de kerk geen echte kathedraal meer is. De laat gotische fraaie piëta boven het hoofd¬portaal is er bij een restauratie in de 15de eeuw aangebracht. Beeldhouwer Petar Trogiranin was eveneens de vervaardiger van het octagonale doopvont in de Pe¬truskapel. De klokkentoren van de kathedraal is uit de 12de eeuw en staat los van de kerk op de resten van een Romeins bouwwerk. De toren heeft vier verdiepingen met klassiek Romaanse raamopeningen. Op iedere verdieping krijgen de ramen er een boog bij. Een octagonale punt met balustrade maakt de 25 m vol die de campanile hoog is. Bovenop is een kruis met vijf kleine bollen geplaatst. In de hoogste bol bevinden zich relikwieën van enkele heiligen. Helemaal aan het uiteinde van de oude stad Rab wordt de punt van de landtong ingenomen door een parkje achter de muren, een franciscaner nonnenklooster en de Sint-Antoniuskerk. Het barokke gebouw stamt uit de 17de eeuw, maar heeft binnen een waardevol houten beeld van Sint-Antonius uit de 12de eeuw. Ooit lag op deze plek trouwens de Liburnisch- Romeinse nederzetting waar het voor Rab allemaal mee begon. Wie genoeg heeft van oude kerken en meer levendigheid in Rab stad zoekt, kan het beste naar de havenboulevard. De Trg municipium Arba is een beschut plein met een aantal heerlijke terrassen. Een opvallend bouwwerk hier is het vroegere Romaans gotische rectorenpaleis, oorspronkelijk uit de 13de eeuw, maar in de renaissance aangepast en nu onderkomen voor gemeentekantoren. Langs de kade bieden 's zomers excursieboten tochten aan naar baaien en eilanden in de omgeving. Aan het einde van de kade leggen de Veerboten aan, die wekelijks van Rijeka naar Zadar en verder zuidwaarts gaan of andersom.
Belevenissen Het opstaan gaat vandaag weer wat sneller dan gisteren. Iedereen begint te wennen aan de stormachtige geluiden tijdens de nacht. Na het ontbijt pakken we onze dagtasjes weer in. Op Marin na stappen we in de auto en rijden naar een boot. Deze boot brengt ons naar het eiland Rab. Door anderen was gewaarschuwd dat de rij voor de boot wel eens erg lang kan zijn. Vandaag was dat niet het geval en binnen een kwartier waren we aan boord. Het eiland ziet er vanuit het vaste land zeer rotsachtig en kaal uit. We hopen maar dat het gezegde over het gras aan de andere kant van de heuvel op gaat. Aan de andere kant van de heuvel is het gras inderdaad groener en staan overal bomen. Bij veel huizen groeien druiven om voor schaduw te zorgen. Het is helaas ook wel erg druk in de stad Rab, de hoofdstad van het eiland. We vinden een parkeerplaats en lopen direct naar een toren in het oude centrum. Het uitzicht is daar volgens de reisboekjes zeer mooi, maar het sluit om 13.00 uur en dat is het al bijna. We kunnen nog naar binnen. De trappen binnen worden steeds smaller en steiler. Als laatste voert een ijzeren trap naar het balkon rond de toren. Vandaar uit is de hele stad te zien. Het woud
36
van rode daken, de haven en het heldere water zijn mooi te zien vanaf dit punt. Na de nodige foto’s is het tijd voor een terrasje aan de haven. De middag wordt besteedt aan het bekijken van de stad. Hier en daar worden wat souvenirs gekocht en nog een terrasje gepakt. Uiteindelijk wordt koers gezet naar de ferryhaven. Daar aangekomen is de rij geheel weg. Robbert kan nog net op de boot. Pieter denkt dat hij er niet meer bij kan. Tot ieders verbazing krijgt Pieter het sein door te rijden. Hij blijft met zijn achterwielen op de laadklep staan. Zo wordt de laadklep een stukje omhoog gedaan en vaart de boot weg. Een rare vertoning, maar wel lekker snel. Pieter en Monique maken vanavond wraps en salade. Dat kliedert lekker. Het toetje is chocoladepudding. De avond bestaat uit afwassen, wandelen, koffie drinken en luieren. Het weer was weer erg lekker. Normale temperaturen en wind op de camping. Op Rab 32ºC en geen wind.
37
Dinsdag 26 augustus 2008 Toeristische informatie PLITVICKA JEZERA (PLITVICE MEREN), is het bekendste Kroatische nationaalpark en valt onder de bescherming van UNESCO, werelderfgoed. Zestien kleine meren die overgaan in watervallen vormen voornamelijk de hoofdattractie van dit unieke park. In het park bevindt zich de bron van de rivier Koran, gelegen in een dichtbebost gebied. Naast de meren en bossen wordthet park gesierd door een aantal grotten, bronnen, weilanden met bloemen en wordt naast de bruine beer ook door andere diersoorten bewoond. Dit park is ook zeer populair omdat hier speciaal vervoer (panoramatreintje en electrische boten)voor de bezoekers aanwezig is en gunstig ligt langs de hoofdweg van Zagreb naar Dalmatië.
Belevenissen Vandaag is het weer vroeg op. We gaan naar het Plitvička jezera. Dat is even een stukje rijden. Daarom is het vroeg op. Zonder noemenswaardige vertraging gaan we op weg. We rijden weer een stuk langs de zee, in de richting van Rab. Alleen slaan we linksaf in Senj. Via veel haarspeldbochten rijden we het land in. Langs de kant van de weg zien we allemaal witte driehoekige bordjes met een rode rand. Onder deze bordjes staat steeds 2000 meter. Het lijkt wel alsof ze teveel van deze bordjes hebben laten maken. Na verloop van tijd komen we allemaal leegstaande huizen tegen en huizen waar nog wat onderhoud aan nodig is, dan wel huizen die grondig opgeknapt moeten worden. Uit de schade aan de huizen leiden we af dat dit in enkele dagen of zelf enkele uren kan zijn aangebracht. Kortom, de schade uit de oorlog van het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is nog niet helemaal weg. Ook zien we weer een nieuw verkeersbord. Het is zo’n rechthoekig wit bordje met een zwarte opa en oma erop, waarvan er een van beide een wandelstok heeft. Wel frappant dat hier een bejaardentehuis staat. Ook hier wordt aan de weg gewerkt. Een heel stuk wordt weer geregeld met een verkeerslicht. Ha ha, als het licht voor ons groen wordt, staat er op de weg nog een hele file van auto’s die onze kant op moet. Daar wachten we maar op, want er staan allemaal machines op de ene weghelft, nodig om de weg te asfalteren. Ja, we rijden dus weer op een onverharde weg. Het stuk onverhard is wel erg lang. Pieter en Robbert krijgen langzaam weer IJsland visioenen. Verder zien we onderweg niet echts veel bijzonders dan andere dagen. Nog steeds mensen die verkeersregels en veiligheid een optie vinden. Oh ja, wel nog een vrachtwagen die wordt gewogen. Na ruim twee uur rijden komen we aan bij Plitvička jezera. Het is erg druk hier. De rij voor de kassa is erg lang. Maar zoals we gewend zijn, aan elke rij komt een eind. Als er nog een stuk of 5 mensen voor ons zijn, gaat deze kassa dicht. We worden naar een kassa gedirigeerd die bij de ingang van het park is. Oh, we staan dus nog niet bij de ingang van het park. Na een stukje heel snelwandelen komen we bij een kassa uit. Er staan hier maar 2 mensen voor ons in de rij. We horen Arno kaartjes bestellen voor route H. Die duurt 4 tot 6 uur. Tja, en het is nu 11.30 uur. Dat is wel even slikken. Dat wordt veel wandelen. Als we op het bord kijken zien we dat er een stukje met ’n auto-treintje en een boot in zit. Dat scheelt. We zoeken allemaal een plaatsje in het inmiddels volle auto-treintje. Marin zit naast een vreemd uitgedoste jongeman en Ingrid zit naast een Israëliër. Als de chauffeur zin heeft gaat hij rijden, zo lijkt 38
het. Bij het eindpunt stapt iedereen uit en beginnen we met het volgen van de bordjes ‘H’. De route begint op een houten vlonder en die vlonder loopt maar door. De vlonder gaat over ondiep water, tussen het riet door. Links zien we een groot meer, het bovenste meer. Na wat lopen gaat de vlonder over een grasveld heen. Tja, het gras zal zeker pas zijn ingezaaid. Dan komen we bij een afgrond. Beneden ons zien we een 2e meer. Het water van het 1e meer stroomt onder de vlonder door en valt dan enkele tientallen meters lager in het 2e meer. Dat je over zo’n stroom kan lopen is leuk gedaan. De vlonder gaat maar verder, maar er komen allemaal treden in. De vlonder gaat na verloop van tijd beneden langs de waterval. En dat ziet er ook erg mooi uit. Na een lange tijd gaat de vlonder over in een pad. Het pad slingert langs het volgende meer. Dan gaan we weer over een vlonder en lopen we langs veel kleine meertjes waar allemaal watervallen te zien zijn. Het gaat zo maar door. Heel veel meren en watervallen. Opvallend is wel dat de rotsen waar het water afstroomt helemaal begroeid zijn. Langs de looproute zijn veel vissen te zien. We horen later dat het karpers zijn. De sluiters van de fototoestellen blijven maar klikken. Zo komen we uiteindelijk uit bij een steiger. Hiervandaan vertrekt er een bootje. Het is hier erg druk, maar langzaam schuiven we naar het begin van de rij. Als we eindelijk een plekje hebben op de boot varen we fluisterstil. Dat is erg aangenaam. Bij het eindpunt van de vaartocht is er een restaurant. Daar eten we wat. Hierna vervolgen we onze weg door het park. Ook dit deel van het park is erg mooi. En ook hier loop je boven en onderlangs de watervallen. De meren zijn erg helder en soms ook erg diep. Langs de kant van een meer kun je veel rotsen en in het water gevallen takken onderscheiden. Maar als het dieper wordt, zie je alleen maar een lichtblauwe kleur. Ook langs de route in dit deel van het park zie je veel vissen. Als een van de laatste high-lights is er de hoogste waterval (78 meter) te zien. Het is geen grote waterval met enorme hoeveelheden water, maar de omgevingwaar de waterval in neer komt is erg mooi. Na het 16e meer klimmen we uit het inmiddels diepe dal en gaan we met het auto-treintje terug naar het beginpunt. Als we daar uitstappen zijn we 6 uur en 5 minuten onderweg zijn geweest. De terugroute is dezelfde als de heenroute. Alleen stappen we onderweg uit in Senj. Hier eten we. Vanwege de wind op de camping gaan we binnen eten. Het eten smaakte wel, maar was niet hoogstaand. Onderweg naar de auto’s nemen we ons toetje, een ijsje. Dat eten we bij de haven op. Moe maar voldaan rijden we het laatste stukje naar de camping. Het weer was vandaag aangenaam warm. Wel verkoelend boven het water en weinig wind. Boven op de rand van het dal is het laat in de middag nog erg warm.
39
Woensdag 27 augustus 2008 Toeristische informatie
KRK Krk is een Kroatisch eiland dat in 1992 16.402 inwoners telde tegen bijvoorbeeld 21.259 in 1910. Met 410 km² is Krk het grootste eiland in de Adriatische Zee. Krk (voorheen: Kurikta en Kurikon, dan Kirijatika, Vacla en Veglia, Veja en Krk) is een groen eiland en wordt ook wel het "Gouden Eiland" genoemd - "Zlatni otok" - en het verdient deze naam! http://www.krk.hr/ In 1977 begon men met de bouw van een 1300m lange brug naar het vasteland. De brug bestaat uit twee bogen met als steunpunt het eilandje St Marco. De brug was klaar in 1980 en kreeg de naam Titov Most, een naam die ondertussen Krkov Most geworden is. Deze brug zorgt voor een goede verbinding met de internationale luchthaven van het eiland. Er dient wel tol betaald te worden voor de 1309 m lange overspanning. Het eiland Krk heeft een speciale betekenis voor Kroatië. Krk was eeuwenlang het centrum van Kroatische literatuur en de Kroatische taal. Het "Baska Tablet", een van de oudste Kroatische handschriften is er een bewijs van. Er zijn heel wat toeristencentra met vele historische monumenten uit de Griekse en Romeinse tijd, het eiland leeft voornamelijk van het toerisme en heeft een aangenaam klimaat in de zomermaanden. De oostkust van het eiland heeft een mooi witachtig rots landschap. Het binnenland en de meer beschutte westkust zijn weelderig begroeid. Het westelijke deel heeft een vruchtbare laag humus op de bodem, waardoor het een groene, mediterrane indruk maakt. Het oostelijke deel is veel kaler en rotsiger. Rond het hele eiland vind je tal van kleinere en grotere baaien en inhammen. Krk is toeristisch ruwweg in een noordelijk en een zuidelijk deel in te delen. Het noordelijk deel is sterk op Rijeka gericht. Hier liggen plaatsen als Omisalj, Malinska en ook Vrbnik. Het zuidelijke heeft de blik meer op de buureilanden en het noordelijk kustdeel van de regio Zadar gericht. Belangrijke plaatsen hier zijn Krk, Punat en Baska. Deze kant van het eiland is ook heuvelachtiger dan de noordzijde. De heuvels bereiken er hoogtes van meer dan 500 m. In de winter is het ondanks zijn ligging vrij onguur door constante koude wind (uit het noorden: Bura) die permanent aanwezig is. Bij zachter weer is het zuidenwind (Jugo) maar hij brengt meestal regen, de grootste warmte wordt gebracht door de westenwind (Maestral). De bewoners hebben een uitgebreid taalgebruik om het weer te omschrijven, men woont immers op een eiland en er zijn nog heel wat kleine vissers. De belangrijkste stad, Krk stad, heeft haar middeleeuwse muren en het kasteel behouden en heeft een Rooms Katholieke Maria Hemelvaart kathedraal uit de 13e eeuw. De stad Krk heeft voorhistorische fundamenten. Het is een ommuurde vestingstad met verschillende Romaanse en Gotische kerken. Men vindt er een van de oudste Glagolitische inscripties uit de 11e eeuw. De driebeukige Maria Hemelvaart kerk heeft een gevel van licht natuursteen en herbergt vier schilderijen van Cristoforo Tasca en een houten barokke preekstoel. Op het eiland Krk zijn een tiental kustdorpen, oorspronkelijk vissershavens. Er is wat wijnbouw en er worden schapen gehouden die bijzonder mild van smaak zijn, het zouthoudend gras geeft heerlijk vlees dat op spit of gestoofd bereid wordt. De grootste lengte van het eiland is een 40km. Vertrekkend vanaf het vasteland over de brug kan het volledig overgestoken worden. Een eerste stadje, gelegen op een grote hoogte heet Omisalj en is opgericht rond de Romaanse kerk uit de 12e eeuw. Er bestaan ruïnes uit de 5e en 6e eeuw. De ommuring van de stad is deels bewaarde
40
gebleven. Verder komt het dorpje Njivice in beeld. In 1930 ging Tito hier met vakantie. Het is tot op de dag van vandaag één van de meest intieme haventjes met enkele uitstekende restaurants, een camping en naaktstrand. Vervolgens is het het haventje van Malinska een bezoek meer dan waard, een iets grotere haven (veilig voor jachten bij storm) met uitgebreidere mogelijkheden om inkopen te doen. Het dorpje Glavotok, heeft een mini haven voor één boot, een kerkje met kerkhof naast een middeleeuws klooster en een paar huizen er rond. Elk jaar is er een groots feest. Vervolgens vind je Porat. Best bereikbaar via de zee, er zijn twee uitstekende restaurants. Een ander dorpje is het bijna onbereikbare Baska Draga (oud) en aan het uiterste eind van het eiland vind je de plaats Baska. Baska kan bij stormweer bijzonder mooi en woelig zijn. Baska ligt aan de kust en is een populaire badplaats met een mooi strand. De Luciakerk, vlakbij Baska, bezit een kopie van de Baska steen, het oudste Kroatische document in glagolitisch schrift. Onderweg vergeten we Punat niet, met de grootste jachthaven van de Adriatische Zee en op de terugweg aan de andere zijde van het eiland, Vrbnik gelegen op een 50 meter hoge klif. Men kan er proeven van de heerlijkste Dalmatische ham (Prsut), kaas (sir) en de lokale witte wijnen. Alle zeevruchten en vis is er uiteraard gevangen in de nacht voor je aan tafel komt.
Belevenissen Vandaag is het lekker langzaam opstaan. Pieter en Monique lopen voor de afwisseling eens een keer naar het centrum van het dorpje. Daar vinden ze een bakkertje en kopen ze brood. Bij het ontbijt wordt het brood getest en in orde bevonden. Als iedereen heeft ontbeten en al zijn spullen in de auto heeft gedaan gaan we op weg. Het doel van vandaag is Krk. Ja dat lees je goed, krak zonder a, of kerk zonder e, of kruik zonder ui of kurk zonder u, of krik zonder i. Ha ha, de langste variant die we hebben bedacht is Karaoke zonder a-ao-e. Het eiland heet Krk en daar is ook een plaatsje Krk. En daar gaan we fietsen. Bij de plaatselijke toerist information (op z’n hollands de vvv) zijn fietsen te huur. Daar hebben we alle fietsen gehuurd, dat zijn er 6. Maar gelukkig wisten ze daar nog een andere verhuur, daar hebben we nog 3 fietsen gehuurd. Maar ik hoor jullie al denken, we zijn maar met z’n 8’en. Dat klopt. De man van de 2e fietsverhuur heeft alle mankementen verholpen. Van een fiets lukte dat niet en die hebben we dan maar teruggebracht naar de vvv. De fietsen zijn mountainbikes, dus gaan we lekker over onverharde wegen fietsen. Het is eerst even zoeken om de juiste weg te vinden, maar dan rijden over een onverharde weg Krk uit. Het is heel mooi rijden. Robbert geeft ons wat praktische tips over off the road fietsen. We rijden tussen twee stenen muurtjes, net alsof we in Engeland rijden. Er is geen ander verkeer op de weg, dus dat fietst erg rustig. We rijden omhoog en omlaag. De weg slingert zich door het landschap heen. De weg heeft stukken met grote stenen en dan weer kleine stenen. Aan de andere kant van de muurtjes wisselen akkers en boomgaarden zich af. Af en toe pauzeren we en drinken we wat. Het is inmiddels wel lekker warm. Langzaam maar zeker wordt de weg wat smaller en fietsen we allemaal achter elkaar aan. De omgeving is erg mooi. Het is wel moeilijk om op steile stukjes te blijven fietsen. Je voorwiel heeft de neiging om los te komen van de grond of je achterwiel slipt door. Als het erg steil wordt, lopen we een stukje. Het fietsen is erg leuk, maar wel erg zwaar. We lachen ook om onze stuurkunsten als de weg een stukje erg slecht is. Als we het fietsen over de onverharde wegen moe zijn, zoeken we de verharde wegen op. Inmiddels heeft Robbert een lekke voorband gekregen. Die valt niet meer
41
op te pompen. Langzaam fietst hij achter ons aan. In een dorpje onderweg stoppen we. Daar kopen we wat te drinken in een plaatselijke supermarkt. Op een pleintje in hetzelfde dorpje drinken we alles op. Dat scheelt weer meenemen. Na deze pauze fietsen we terug naar Krk. Het fietsen met een lekke band is ook niet leuk. Via wat drukke wegen komen we weer terug bij de fietsverhuurders. We leveren de fietsen in en gaan lekker afkoelen in de zee of op een terrasje. Dat gaat ons goed af. Via de plaatselijke supermarkt gaan we weer terug naar de camping. Daar gaan we barbecuen. Voor de salade gaan we eieren koken. Helaas worden de eieren nooit gekookt, want het gas is op. Maar gelukkig zijn de kooltjes niet op. Het vlees wordt allemaal gaar. Ondanks dat we niet naar de slager zijn gereden waar we het vlees voor de vorige barbecue hebben gekocht smaakte het vlees erg goed. De tafel was verder goed gevuld met salades en sausjes. Ook dit smaakte erg goed. De temperaturen waren weer boven de 30ºC. Op de camping waait het nog steeds. Op het eiland Krk nauwlijks wind, ook goede temperaturen.
42
Donderdag 28 augustus 2008 Belevenissen Zo, vandaag gaan we luieren. Alles duurt vandaag 2 keer zo lang, behalve het verslag schrijven. Ha ha, de tekst wordt wel 2x zo lang, wedden? Ondaks dat het gas op is, is er toch koffie en thee! He, hoe is dat mogelijk? Gas gevuld? Nee, het bleek dat ergens in de bagage een dompelaar zat. Voor de jeugdige meelezers, dat is een waterkoker zonder kan. Het is een 1-kops dompelaar. Robbert kookt kopje voor kopje water. Hij is in een heel goed humeur, dus wordt tijdens het koffie en thee zetten het grote Hagasikon survival spel gespeelt. Het is lekker luieren totdat iedereen 2 of meer koffie en/of thee op heeft. Dat komt dus allemaal goed. Als we het luieren op de camping zat zijn, rijden we naar Crikvenica. Daar slenteren we over de boulevard. Intussen haakt de een na de ander af op een bankje. Er blijven enkele die-hards over die de winkels induiken. Het is heel vreemd, maar Marin is een van de personen die het langst aan het winkelen is. Maar ook de rest struint wat winkels met airco af. Tja, het gewicht van het gas kan in souveniers worden omgezet en ook de etenswaren die mee waren genomen zijn opgegeten. Ruimte over die moet worden benut. De aankopen van vandaag: te veel om op te noemen. Enkele uitschieters zijn de surfbroek van Marin en de zwembroek van Pieter. Die zwembroek van Pieter is een echte Pletix. Voor dit merk wordt veel reclame gemaakt met grote foto’s van dames in bikini’s of ondergoed. Als we dit ook weer zat zijn, gaan we in het water afkoelen. Robbert snorkelt vandaag met zijn nieuwe pijpje. Er zijn heel veel vissen te zien. Pieter probeert nu eindelijk zijn nieuwe luchtbedje uit. Het drijft erg goed, totdat hij aan Marin vraagt om hem om te keren. Voordat hij zich kan corrigeren, ligt Pieter onder het bedje in plaats van dat zijn voeten de andere kant op wijzen. Tja, volgende keer beter. Het bakken in (of uit) de zon doen we bij een volleybal toernooi. Dat is leuke mannen en vrouwen kijken. Als we ook dit zat zijn rijden we terug naar de camping. Na het borrelen gaan we naar een pizza restaurant dat Arno en Ingrid voor ons hebben uitgezocht. Het is erg druk, dus we moeten even een uurtje op onze pizza’s wachten. Maar dat maakt niet uit. We hebben zicht op de ouderwetse oven en gril. Het vlees wordt gemarineerd voordat het op de gril gaat. De kok legt ons in het Kroatische uit waar de marinade uit bestaat. We hebben echter geen geheugen voor Kroatische marinade, dus de ingrediënten hebben we dan ook maar niet opgeschreven. Als onze pizza’s voor ons worden neergezet zien we dat deze zeer goed zijn belegd. De pizza’s smaken ook zeer goed. Na deze lekkere maaltijd gaan we weer terug naar de camping. Monique rijdt via de brievenbus terug en Ester rijdt rechtstreeks terug. De temperaturen waren weer erg goed. In de middag weer boven de 30ºC. In de namiddag werd het erg aangenaam warm. Dat hebben we wel eens anders gehad. Terug op de camping is er geen wind. Dat is erg apart. Als we naar bed gaan is het nog steeds erg aangenaam warm, alleen iets te warm om lekker te kunnen slapen.
43
Vrijdag 29 augustus 2008 Programma Vr 29/8 Opbreken en begin van de middag aankomen in Ljubljana (160 km) http://www.hotelpark.si/content/blogsection/2/5/lang,en/ Hostel Park Tabor 9, Ljubljana Ljubljana +386 (0)1 300 25 00
Toeristische informatie Ljubljana Ljubljana (Duits: Laibach) is de hoofdstad van Slovenië. Het stedelijke gebied heeft 310.000 inwoners (2003) en is gelegen aan de rivier de Ljubljanica. Ljubljana is niet groot, maar wel erg veelzijdig. De oude stad bevat gebouwen uit vele perioden, zoals de Renaissance en het classicisme, maar ook veel modernere gebouw zijn er te vinden. De bekendste bouwwerken zijn de drie bruggen en het kasteel "Ljubljanski Grad". In de stadsdelen om het stadscentrum heen staan veelal gebouwen uit de communistische tijd. Veel gebouwen in de stad zijn ontworpen door de Sloveense architect Jože Plečnik die nadrukkelijk zijn stempel op de stad heeft gedrukt. Gebouwen als de universiteitsbibliotheek, verschillende kerken, en het stadion van Ljubljana zijn door hem ontworpen, evenals de markt, de drie bruggen en een begraafplaats. Geschiedenis In de tijd van de Romeinse hegemonie, van de eerste eeuw voor Christus tot de 5e eeuw na Christus, werd de nederzetting op de plek van het huidige Ljubljana 'Emona' genoemd. Vervolgens werd Emona diverse malen binnengevallen door onder andere de Barbaren en werd in 452 na Christus uiteindelijk verwoest door de Hunnen onder leiding van Attila. De Slaven begonnen zich te vestigen in dit gebied in de 6e eeuw na Christus. Van deze slavische kolonisatie is weinig bekend, maar oude Slavische graven die gevonden zijn in verschillende delen van Ljubljana bevestigen de geleidelijke ontwikkeling van nederzettingen. De eerste feodale overheersing vond plaats rond het jaar 1 en Ljubljana werd hiervan het centrum. Ljubljana werd voor het eerst in geschriften tussen 1112 en 1125 teruggevonden. De historische opmars van de stad begon eigenlijk pas in de 13e eeuw, toen Ljubljana de hoofdstad van de provincie werd. In 1335 heersten de Habsburgers over de stad. Vanaf het einde van de Middeleeuwen nam de stad steeds meer de rol aan van culturele hoofdstad. Het Sloveense protestantisme, de meest invloedrijke sociale beweging in de 16e eeuw, was van grote invloed bij deze culturele ontwikkeling. Ljubljana was toen de ontmoetingsplaats van de nationale bewustwording. Primož Trubar, die de Slovenen in 1550 het eerste gedrukte boek gaf, werkte in de stad en vele jaren later produceerden ook France Prešeren en Ivan Cankar, twee belangrijke figuren in de strijd om politieke en culturele vrijheid van de Sloveense natie, hun werken hier. In 1693 werd een wetenschappelijke academie, de Academia operosorum Labacensis, opgericht. Het werd gevormd naar de Italiaanse wetenschappelijke academies, en gaf een stimulans om het gebouw te gebruiken als de eerste openbare bibliotheek. Academia operosorum, die geassocieerd werd met theologen, advocaten, natuurkundigen en filosofen, werd samengevoegd met de 44
Academia incoltorum (voor kleinkunst) en de Academia philharmonicum in 1701. Met de oprichting van deze academies werd Ljubljana een belangrijk cultureel en wetenschappelijk centrum met banden met Italië en Centraal Europa. Academia philharmonicum gaf onderdak aan Italiaanse muziek en een klein orkest werd opgericht - een van de eerste buiten Italië. De ereleden van het filharmonisch genootschap die tegen het einde van de 18e eeuw tegen de tradities van dit orkest ingingen, waren Haydn, Beethoven, Paganini, Brahms en later werd het orkest ook nog geleid door Mahler Ljubljana had een belangrijke rol ten tijde van Napoleon toen, tussen 1809 en 1813, het de hoofdstad werd van de hele Illyrische provincies, die zich helemaal uitstrekten tot Dubrovnik. De bouw van de Wenen-Triëst-spoorweg (1849-57), die Ljubljana met de wereld verbond, was beslissend voor de verdere ontwikkeling van de organisatie van de stad. Ljubljana heeft twee keer een aardbeving meegemaakt: de eerste in 1511 en de tweede in 1895, toen vrijwel de hele stad verwoest werd. Reconstructie gaf de stad toen een eigenijds imago, en Art Nouveau meesterwerken vulden de oudere Barokke architectuur aan. De Eerste Wereldoorlog was de aanleiding voor de breuk met de Habsburg dynastie. Oostenrijk-Hongarije viel uit elkaar en Slovenië en daarmee Ljubljana sloten zich aan bij de nieuwe staat, het Koninkrijk der Serven, Kroaten en Slovenen. Na de Tweede Wereldoorlog werd Ljubljana de hoofdstad van Slovenië, een van de zes republieken van de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië. Op een nationaal referendum, dat gehouden werd op 23 december 1990, stemden de inwoners van Slovenië vóór onafhankelijkheid en soevereiniteit en op 25 juni 1991 verklaarde de Republiek Slovenië zijn onafhankelijkheid. Hiermee werd Ljubljana de hoofdstad van een nieuwe staat, het hart van het politieke, economische, culturele en wetenschappelijke leven van de Sloveense natie. De volgende significante mijlpaal voor Ljubljana was de toetreding van Slovenië tot de Europese Unie op 1 maart 2004. Bezienswaardigheden • Prešernov Trg (Prešeren Plein) • Stolnica (Kathedraal) • Škofijski Dvorec (Bisschoppelijk Paleis) • Semenišče (Seminarie) • Vodnikov Trg (Vodnik Plein) • Ljubljanski Grad (Kasteel) • Rotovž (Stadhuis) • Rimski Zid (Romeinse muur en monumenten uit de oudheid) • Opera • Nebtičnik ("Wolkenkrabber") Ljubljana: het kleine Praag. Volgens de legende werd Ljubljana gesticht door de Argonauten, onder leiding van de Griekse prins Jason. Nadat zij het Gulden Vlies gestolen hadden van koning Aites, zeilden ze via de zwarte zee naar het Westen, en zochten hun weg doorheen de Joegoslavische wateren om uiteindelijk op de Ljubljanica rivier te belanden. Aan de bron van de Ljubljanica, moesten ze over land verder naar de Adriatische Zee. Ergens in de moerassen werden ze verrast door een draak, maar Jason slaagde erin hem te overmeesteren. Een mooi verhaal, en de draak is trouwens nog steeds het symbool van Ljubljana. Laat je verleiden door deze levendige stad tijdens een citytrip. Geniet van de authenticiteit van de oude stad, van de kleinschaligheid van het centrum, maar kijk ook verder en ontdek elk hoekje van deze bruisende wereldstad.
45
Slovenië is een klein land met ongelofelijk veel gezichten. Kunt u nog een bestemming bedenken waar u 's morgens een duik kunt nemen in het warme water van de Adriatische zee, om een paar uur later te gaan wandelen in het adembenemende berglandschap van de Alpen? Tussen die twee uitersten ligt Ljubljana, de bruisende en schilderachtige hoofdstad vol smalle keienstraatjes. Ljubljana vormt de ideale combinatie van de flair van de oude wereld en het amusement van de moderne tijd. Overdag kunt u heerlijk wandelen door de Oude Stad, langs de rivier de Ljubljanica of over de levendige openluchtmarkt. In Ljubljana zijn diverse architectonische stijlen op schitterende wijze met elkaar verweven. U vindt er overal gezellige cafés. Na een diner in een van de vele toprestaurants hoeft niemand zich ’s avonds te vervelen. . Er worden allerlei culturele evenementen georganiseerd en wie daar zin in heeft, kan tot in de kleine uurtjes gaan dansen. Het grootste winkel- en amusementscentrum van Ljubljana heet BTC City. U vindt er meer dan vierhonderd winkels, een microbrouwerij, een multiplexbioscoop, een sporthal en nog veel meer.
Belevenissen Vanmorgen worden we niet uitgeslapen wakker. Het is de hele nacht windstil geweest. Dat zijn we niet gewend. Ook was de temperatuur in de nacht erg hoog. Marin is maar buiten gaan slapen. Alleen Pieter is wel goed uitgeslapen. Dat is dan de uitzondering vandaag. Om half acht is alle bagage ingepakt en beginnen we aan de tenten. Robbert doet weer de koffie en de thee. Als het brood er is ontbijten we op ons gemak. We doen het rustig aan, want door de afwezigheid van de wind is het nu al aangenaam warm. Uiteindelijk zit alles weer in de auto’s. Het lijkt wel alsof het inpakken steeds beter gaat. We volgen voor het laatst deze vakantie de bordjes Rijeka. Zijn we daar ook eindelijk van af. Onderweg pauzeren we bij een benzinestation. Het krioelt er van de jonge dames, bij de shop, in het restaurantje en op de parkeerplaats. Het moet niet gekker worden! Het is zelfs jonge dames opzij duwen om bij de urinoirs in het herentoilet te komen! Dit slaat echt alles! Ook dit programma gedeelte is verzorgd door de organisatie. Na wat zoeken vinden we de jeugdherberg. Het is het Park hotel, met op de 12e verdieping kamers voor de jeugdherberg. Misschien zijn er op een andere etage ook nog kamers voor de jeugdherberg, maar dat weten we niet. Als we de kamers hebben ingericht, gaan we richting de oude binnenstad. Al snel lopen we in een oud uitziend straatje. Via dit straatje komen we op de brug met de draken uit. Via de Markt lopen we naar de finiculair, een zeer schuin rijdend treintje of een schuine lift. Met deze finiculair komen we uit bij het Ljubljanski Grad (Kasteel). Dit kasteel is een mix van oude stenen en verschillende stijlen van opknappen. Het geheel ziet er in ieder geval niet meer authentiek uit. Met z’n allen gaan we naar de Stolnica (Kathedraal). Hierna gaan we uiteen. Als je de rivier niet overgaat, blijf je in het oudste deel van de stad. Ga je wel de rivier over, dan kom je in het modernere deel van de stad. Het oude centrum ziet er aardig uit. Langs de rivier zijn ook nog oude straatjes. Als je het oude centrum uit gaat, zie je veel verschillende bouwstijlen van de laatste halve eeuw door elkaar heen, net zoals in het Kasteel. Niet elke bouwstijl is even mooi. In de stad zie je redelijk veel parken. Om 18.00 uur zoeken we een restaurantje. Uiteindelijk vinden we een tafeltje voor 8 op een terrasje aan het water. Daar hebben we heerlijk gegeten. Na het eten hadden we koffie toe,
46
terwijl de ober vroeg of we espresso of cappuccino wilde. Het gaf een hilarisch tafereel, waar de ober ook hartelijk om kon lachen. Na het eten doen we met z’n allen een groot rondje door het oude centrum. We lopen de podia af die we vanmiddag hebben zien opbouwen. Op elk podium werd een andere soort muziek gespeeld. Het was een gezellige en feestelijke bedoening in de stad.
47
Zaterdag 30 augustus 2008 Programma Za en zo terug naar huis (1200 km)
Belevenissen Vandaag staan we op tijd op. We gaan naar huis. Na het ontbijt in het hotel rijden we richting de snelweg. Voor wat broodjes onderweg stoppen we even bij een bakkertje. Hierna rijden we de snelweg op. Onderweg is er wat oponthoud doordat de snelweg van 4 banen wordt versmald naar 2 banen, door wegwerkzaamheden en wat ongelukjes.
48