DE GOEDE DOOD EEN FILM VAN
WANNIE DE WIJN
WILD BUNCH HAARLEMMERDIJK 159 - 1013 KH – AMSTERDAM WWW.WILDBUNCH.NL
[email protected] WILDBUNCHblx
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN PROJECT SUMMARY EEN PRODUCTIE VAN TAAL LENGTE GENRE LAND VAN HERKOMST FILMMAKER HOOFDROLLEN
RELEASEDATUM GEBASEERD OP MET MUZIEK VAN FESTIVALS
WALLIS FILMPRODUCTIES ELECTRIC ZOO NEDERLANDS 88 MINUTEN DRAMA NEDERLAND WANNIE DE WIJN HUUB STAPEL WILBERT GIESKE WILL VAN KRALINGEN PETER TUINMAN HANS THISSEN SASKIA BONARIUS 23 FEBRUARI 2012 HET GELIJKNAMIGE TONEELSTUK (TONEEL PUBLIEKSPRIJS 2008) DANIËL LOHUES (SKIK) FILMFESTIVAL THE END - OPENINGSFILM
KIJKWIJZER SYNOPSIS Als Bernhard kiest voor euthanasie, maakt dat heel wat los bij zijn naasten. Op de laatste avond die ze samen beleven wordt gezongen, gelachen en gehuild. Maar de twijfels en dilemma's overheersen in het pijnlijke besef dat Bernhard er de volgende ochtend om 9 uur niet meer zal zijn. CAST MICHAEL BERNHARD HANNAH ROBERT RUBEN SAM CREW SCENARIO EN REGIE SCENARIST PRODUCENTEN CAMERA LICHT GELUID MAKE UP KLEDING ART DIRECTOR EDITOR MUZIEK
HUUB STAPEL WILBERT GIESKE WILL VAN KRALINGEN PETER TUINMAN HANS THISSEN SASKIA BONARIUS
WANNIE DE WIJN JEROEN VAN DEN BERG PIM WALLIS DE VRIES MAARTEN VAN HEMMEN LEX BRAND RENÉ DINGELSTAD KEES DE GROOT INEKE BRUGMAN MARIE LAUWERS KRIS MEINEMA TANYA FALLENIUS DANIËL LOHUES
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN DE GOEDE DOOD – VAN TONEELSTUK NAAR FILM Op verzoek van Will van Kralingen en theaterproducent Pim Wallis de Vries schreef auteur en regisseur Wannie de Wijn in 2007 zijn eerste grote zaal toneelstuk. Naar aanleiding van ieders ervaringen was men het al snel eens over het thema: euthanasie. Niet als discussiestuk, maar een verhaal over de impact van het dilemma ervan. Met de nodige lucht om het onverdraaglijke dragelijk te maken. Het werd De Goede Dood, de letterlijke vertaling van euthanasie. Het was voor ongesubsidieerd toneel nogal een waagstuk: een tamelijk onbekende toneelschrijver, een lastig onderwerp, geen vrolijke titel. Wel had een prominente cast zich er op voorhand aan verbonden: Will van Kralingen, Huub Stapel, Peter Tuinman, Wilbert Gieske, Hans Thissen en Saskia Bonarius. Wannie de Wijn regisseerde het stuk zelf. Vanaf de eerste try-out was het publiek gewonnen en de première op 21 januari 2008 was een groot succes. Op die avond zei wijlen filmproducent Bob Van Hellenberg Hubar: “Dit is een film, die gaan we maken”. Helaas overleed hij plotseling in 2009 en ging dit plan niet door. Ondertussen trok de tournee in de theaters volle zalen enthousiast en aangedaan publiek. Na de bekroning met de Toneelpublieksprijs 2008 mocht De Goede Dood nog een reprisetournee in het najaar 2009 beleven. In totaal zagen meer dan 65.000 mensen het toneelstuk. Ook kwam er steeds meer interesse uit het buitenland (inmiddels diverse producties in Duitsland, nog te verwachten in Oostenrijk en Engeland). Een tweede poging voor een film strandde in de scenariofase, terwijl alle betrokkenen ervan overtuigd bleven dat er een film in De Goede Dood zat. Eind maart 2011 belde Wannie de Wijn naar Pim Wallis de Vries met de vraag of het niet tijd werd De Goede Dood eindelijk te gaan verfilmen en ineens was er het ‘nu of nooit’ gevoel: deze film moest er komen en wel nu. Wannie zou zelf regisseren en Pim zou als producent optreden. Beiden hadden daar geen ervaring mee, dus de nodige know-how moest van anderen komen. Binnen de kortste keren greep het positieve virus van De Goede Dood film om zich heen en ontstond er een gedreven raamwerk: de voltallige cast uit het toneelstuk wilde en kon in de eerste helft van juli draaien, de in het produceren van filmcommercials ervaren Maarten van Hemmen (Electric ZOO) werd co-producent, cameraman Lex Brand zegde zijn medewerking toe, een bevriend echtpaar stelde hun huis als locatie ter beschikking. Al deze sleutelfiguren waren bereid mee te doen tegen een honorarium wat uitsluitend bestond uit een deel van de eventuele opbrengst van de film. Iedereen was het er over eens: De Goed Dood moest verfilmd worden. Als scenarioschrijver werd Jeroen van den Berg gevonden, die samen met Wannie van het toneelstuk een filmscript maakte. Voor alle overblijvende kosten aan apparatuur, crew etc. werd een aantal bevriende relaties bereid gevonden het risico te dragen. Ook de NVVE steunde met een substantiële bijdrage deze film. Distributeur WildBunch zegde op voorhand toe deze film uit te brengen. Tot ieders verbazing stond er begin juli in Aerdenhout een complete filmset, cast en crew gereed om in recordtempo De Goede Dood te gaan draaien. Het werd voor alle betrokkenen een onvergetelijke periode. Ondanks de schier onmogelijke tijdsdruk werd er in grote harmonie en met veel plezier gewerkt en stond de complete film er na dik twee weken op. Zelfs het weer werkte in deze verder zo slechte zomer mee. Dankzij het feit dat alle acteurs het stuk konden dromen ging er nauwelijks tijd op aan repetities. Al tijdens het draaien begon editor Tanya Fallenius aan de montage, op speciaal verzoek van Wannie componeerde Daniël Lohues filmmuziek en met de nodige technische bewerkingen kwam de film stap voor stap verder. Eind november, precies acht maanden na het bewuste telefoontje van Wannie aan Pim, was de film De Goede Dood een feit.
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN VIJF VRAGEN AAN REGISSEUR WANNIE DE WIJN Waarom wilde je van De Goede Dood een film maken, was het toneelstuk niet genoeg? Wannie: Ik wilde dichter bij de personages kunnen komen. Dieper in de hoofden kijken van mensen die worstelen met het krankzinnige dilemma van euthanasie. Hoe intens de toneelervaring voor het publiek ook was, je blijft in de zaal toch altijd enigszins op afstand. Een sleutelzin in De Goede Dood is: Hannah: "Waarom worden we niet gek?", Michael: "Misschien zijn we al gek". Op dat soort vragen wilde ik inzoomen. Was nieuwsgierig wat dat zou opleveren. Ook het feit dat veel mensen over het toneelstuk zeiden "Het leek wel een film" heeft een rol gespeeld. En -niet onbelangrijk- ik wilde heel graag de chemie die er tussen de acteurs in het theater was terugzien op een groot scherm. Die intensiteit weten te vangen. Je had veel ervaring als regisseur in het theater, maar niet als filmregisseur. Wat was voor jou het grootste verschil tussen die twee media? Wannie: Film lijkt meer op de realiteit. Relatief gesproken is beeld er belangrijker dan taal en de interactie met het publiek ontbreekt. Toneel functioneert toch altijd min of meer over de band van de zaal. In film bepaalt de regisseur grotendeels de focus van het publiek. Door de camera zie je meer blikken van acteurs die niet aan het woord zijn. Wat wil je met deze film laten zien? Wannie: Het ging mij er vooral om de ultieme consequentie van de 'maakbare maatschappij' te tonen. In deze tijd wil men overal controle over hebben: van het begin van het leven tot en met het eind ervan. Maar als we daar met onze ratio al klaar voor zijn, is de ziel daar vaak nog niet aan toe. Dat contrast intrigeert me. Waarom heb je Daniël Lohues voor de muziek gevraagd? Wannie: Daniël is mijn grootste held op het gebied van muziek en tekst. De gevoelige wijsheid die zijn werk uitstraalt, past voor mijn gevoel perfect bij deze film. Zijn muziek geeft troost, wat wij ook met deze film proberen. Ik vind het prachtig dat hij niet alleen als componist maar ook als muzikant en zanger in de film aanwezig is. Beschouw het als een groot geschenk dat hij zijn autonome en eerlijke kunstenaarschap aan deze film heeft willen verbinden. Waar ben je in dit project het meest trots op? Wannie: Dat we het buiten alle gebruikelijke paden om in zo'n korte tijd voor elkaar gekregen hebben. En dat het in zo'n technische wereld als die van de film gelukt is met zo'n grote groep in een optimale sfeer samen te werken. Daardoor heb ik het gevoel dat het resultaat meer geworden is dan de optelsom van alle individuele talenten. Een collectief werkproces om heel gelukkig van te worden.
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN INTERVIEW MET WILBERT GIESKE Wat dacht je toen je voor het eerst benaderd werd om deze rol te spelen? Wilbert: In eerste instantie werd ik gevraagd of ik mee wilde doen aan een euthanasie-projekt voor toneel. Er werd nog helemaal niet gepraat over rollen. Er stond ook nog niets op papier. Ook kende ik de regisseur niet, en de andere akteurs, op twee na. Heb volmondig ja gezegd destijds omdat ik onmiddelijk geloofde in het belang van deze voorstelling. Pas later hoorde ik dat ik Bernhard mocht spelen. Is dit een moeilijke rol om te spelen? Je speelt iemand die gaat sterven. Wilbert: Makkelijke rollen bestaan niet. Al was deze wel extra moeilijk. Hoe speel je een geloofwaardige terminaal zieke. Bernhard Keller is een doodzieke man die toch nog in staat is ad rem te zijn en zijn omgeving met liefde te bezien. Hij houdt van de mensen om hem heen, maar niet meer van zijn lijf dat hem snel en pijnlijk in de steek laat. Hij weet wat hem te wachten staat en heeft zijn keuze gemaakt. Een nieuwe rol die in niets lijkt op wat ik tot nu toe gespeeld heb. Het publiek mag oordelen. Is het zwaar voor een groep acteurs om in dit thema te duiken? Schept het een band? Wilbert: De een heeft het er zwaarder mee dan de ander, maar altijd komen er persoonlijke ervaringen voorbij die je deelt met je kollega’s. Bij deze voorstelling ging dat op een vanzelfsprekende manier, en de liefde en respekt voor elkaar is als vanzelf in de voorstelling gekomen. Heeft dit verhaal ervoor gezorgd dat je anders naar het thema bent gaan kijken? Of heb je zelf iets meegemaakt? Wilbert: Had het thema altijd van veilige afstand gezien. Hier was er geen ontsnappen aan. Heb er veel over nagedacht, kan er eigenlijk niet zoveel over zeggen, het blijft toch hypothetisch. Het enige wat ik kan zeggen is dat ik nooit voor de keuze zou willen komen te staan. Hoe was het om het stuk dat je zo goed kent te verfilmen? Wilbert: Het filmen was een zeer gedisciplineerd feest, met gelijkgestemde mensen, en een warm kreatief bad, mede omdat de intensieve repetitieperiode al achter de rug was. We hadden aan een half woord genoeg, en wisten dat we iets heel moois aan het maken waren. Miste je het contact met het publiek? Wilbert: Natuurlijk mis ik de warme adem van het publiek, maar ik verheug me op de premiere in een vol Tuschinski. Dat maakt een hoop goed. De voorstelling was al troost voor het publiek, ik hoop de film ook. Het is een tragikomedie. Valt er nog wat te lachen dan? Wilbert: Lachen opent de ziel, zoals Wannie steeds riep tijdens de repetitie. En als de ziel open staat, kan de waarheid er in. Lachen is belangrijk. Zonder de harde grappen van het stuk zou het verdriet niet werken. Wat is je meest bijzondere Goede Dood herinnering? Wilbert: Twee: de eerste voorstelling. toen bleek dat alles wat we hoopten, bleek te werken, en het maken van de film, die een blijvend product is van een prachtige tijd met fantastische mensen.
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN OVER DE CAST BIOGRAFIE – HUUB STAPEL Huub Stapel werd geboren in Tegelen, Limburg. Na zijn afstuderen aan de Toneelacademie Maastricht debuteerde hij in 1981 op het toneel in Harold en Maude naast Mary Dresselhuys. Snel daarop speelde hij de hoofdrol de speelfilm De Lift (regie Dick Maas). Deze film staat bekend als een Nederlandse klassieker en wist indertijd vele bezoekers naar de bioscoop te trekken. Later volgden vele (hoofd)rollen in kassuccessen als Flodder, Amsterdamned en Van God Los. Daarnaast was hij onder meer te zien als burgemeester Ed van Thijn in het televisiedrama 'Retour Den Haag' en als Hendrik in de bekroonde tv-serie 'De Partizanen'. Voor deze rol ontving hij het Gouden Kalf als Beste Acteur op het filmfestival in Utrecht. Ook in Duitsland speelde hij in tientallen tv- en bioscoopfilms. Als autoliefhebber presenteerde Stapel op televisie Stapel op auto's en Stapel op de USA. Sinds 2003 staat Stapel na een onderbreking van elf jaar weer op het toneel. Bij Het Nationale Toneel was hij te zien in Democraten als de charismatische Willy Brandt. Daarnaast speelde hij in Mephisto en samen met Will van Kralingen in Kentering van een Huwelijk. Voor zijn rol in de theatervoorstellingen Eten met vrienden en De Kus werd Stapel genomineerd voor de Louis d’Or. In theaterseizoen 2008 speelde Stapel opnieuw naast Van Kralingen in de voorstelling De Goede Dood, een stuk over euthanasie. Het afgelopen theaterseizoen was Stapel te zien in de uitermate succesvolle solovoorstelling Mannen komen van Mars, Vrouwen van Venus en hiermee zal hij in 2012 in reprise gaan. Dit theaterseizoen speelt Huub Stapel de titelrol in Napoleon op Sint-Helena, dat op 21 januari 2012 in première gaat.
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN BIOGRAFIE – WILBERT GIESKE Wilbert Gieske beleefde in 1976 zijn debuut als acteur in het zelfgeschreven toneelstuk De Sterrenrijder. Vervolgens was hij te zien in verschillende toneelproducties, waaronder De Getatoueerde Roos, Don Juan, Sundance, Zonder Betekenis, Judith, Figaro, Mezcal, Merlijn, Floortje Bloem, Schakels, Hooft, Liefde Half om Half, Barefoot in the Park, Catastrophe, Opera van Smyrna, A Winters Tale, Protest, Droom van een Vrouw en Op Hoop van Zegen. En recentelijk in Mrozek, De Goede Dood, BoeingBoeing, Amateurs!, Duet For One, en Filoktetes. Naast theater heeft Wilbert Gieske ook verschillene Films en televisieseries op zijn naam staan. Op het grote doek was hij onder andere te zien in Sanne, Blonde Dolly, Quatre Mains, Japanse Stroomversnelling, Video en Julia, De Fuke en De Gouden Swipe. En op televisie onder andere in Nieuwe Buren, Spijkerhoek, Taxfree, De Brug, Medisch Centrum West, Prettig Geregeld, De Verenigde Algemeene, Verhalen van de Straat, Baantjer, Wildschut en de Vries, Taxfree, Suite 215 en The Passion. Bij het grote publiek werd hij bekend door 18 jaar Goede Tijden, Slechte Tijden.
BIOGRAFIE – WILL VAN KRALINGEN Sinds 1978 is Will van Kralingen werkzaam als actrice. Eerst bij Toneelgroep De Appel en daarna bij het Nationale Toneel (beiden in Den Haag). Vanaf 1998 is zij voornamelijk te zien in vrije toneelproducties. Naast haar toneelwerk heeft Will van Kralingen vele rollen gespeeld in Nederlandse televisie- en filmproducties. Belangrijke toneelrollen waren onder andere bij Toneelgroep De Appel: Jelena in Oom Wanja van Tsjechov, Gretchen in Faust van Goethe, Helena in Midzomernachtdroom van Shakespeare, en Rosalinde in As you like it van Shakespeare.
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN Bij het Nationale Toneel heeft zij o.a. de titelrol gespeeld in Hedda Gabler van Ibsen, Else in de solovoorstelling Else van Schnitzler, Huis en Tuin van Alan Ayckbourn, Maria Stuart in het gelijknamige stuk van Schiller, en 14 jaar later schitterde zij opnieuw in het zelfde stuk deze keer als koningin Elisabeth. Bij verschillende toneelproducenten speelde zij onder meer in: Scènes uit een Huwelijk van Bergman, Who’s afraid of Virginia Woolf van Albee, Vrouwen van Picasso van Brian Mc Avera, Slippers van Alan Ayckbourn , Een Tweede Kans van Derek Benfield en De Goede Dood van Wannie de Wijn. In mei 2010 was Will van Kralingen nogmaals te zien als Ilonka in Kentering van een huwelijk naar de gelijknamige roman van Sándor Márai. Voor de televisie speelde Will in dramaseries als: Armoede, Het Wassende Water, De Zomer van ’45, Het jaar van de Opvolging, Hartslag en Flikken Maastricht. Naast het toneel- en televisiewerk was Will in o.a. de volgende speelfilms te zien: Havinck , Een Scherzo Furioso, Temmink, Wilde Mossels, Liefje, Belle van Zuylen en Storm in mijn hoofd (Televisiedrama). Voor zowel haar rol in Havinck als in Storm in het hoofd ontving Will van Kralingen een Gouden kalf, beiden in de categorie “Beste Actrice”. In 2007 won zij de Theo d’Or voor haar rol van Elisabeth in Maria Stuart bij het Nationale Toneel (regie Erik Vos). BIOGRAFIE – PETER TUINMAN Peter Tuinman groeide op in Friesland, waar hij op de middelbare school al aan toneel deed. Na de middelbare school ging hij naar Groningen om sociologie te studeren. Tijdens die (onvoltooide) studie speelde hij toneel bij het gezelschap Tryater. Hij kwam terecht in het bankwezen, maar koos in 1974 toch voor een loopbaan als acteur. Na een aantal jaren bij de Noordercompagnie kwam hij bij het RO-theater. Hij speelde daar hoofdrollen in o.a. Knecht van twee meesters, Midzomernachtdroom, De koopman van Venetië en Het Balkon. Al deze stukken waren onder regie van Franz Marijnen, de regisseur die zo’n belangrijke plaats in zijn artistieke carrière zou gaan innemen. Onder dezelfde regisseur volgden het Jules Verne-project (Voorziening). De rock-opera Ik Jan Cremer was een spraakmakend project dat door heel Nederland trok, waarin hij de rol van Jan Cremer vertolkte. Al snel volgden rollen in film en op televisie, o.a. in Het teken van het Beest (Pieter Verhoef), Spetters (Paul Verhoeven), Het Meisje met het Rode Haar (Ben Verbong), Ik ga naar Tahiti (Deze film werd bekroond met een Prix d’Italie), De Fûke (Steven de Jong), De Schippers van de Kameleon (Steven de Jong) en De Scheepsjongens van Bontekoe (Steven de Jong). Ook speelde hij in 1984 de hoofdrol in De Schorpioen, samen met Monique van de Ven onder regie van Ben Verbong, in 1985 wederom een hoofdrol in De Droom, een prachtige vertolking waarvoor hij het Gouden Kalf voor de beste acteur ontving. In 1988 sloot hij zich aan bij het Nationale Toneel. Bij het Nationale Toneel speelt hij o.a. (hoofd)rollen in: Woyzeck (Franz Marijnen), Macbeth (Franz Marijnen), De Prijs (Aike Dirkzwager), De Revisor (Franz Marijnen), Wachten op Godot (Franz Marijnen), Fernando Krapp (Franz Marijnen) King Lear (Franz Marijnen), Huis en Tuin (Antoine Uitdehaag), Het vuil, De Stad en De Dood (Johan Doesburg) Heksenjacht en Driestuiversopera.
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN Ook was hij te zien in: Oidipus Trilogie (Peter de Baan/Ro-theater), Blind Date en De Dood en het Meisje (Porgy Franssen/Hummelinck Stuurman), Cyrano de Bergerac (Franz Marijnen/Het Nationale Toneel), Slippers (regie Eric Schneider/Wallis Theaterproducties), Wachten op Godot (Jos Thie/Het Nationale Toneel), Tweede Kans (Wannie de Wijn/Wallis Theaterproducties), De Goede Dood (Wannie de Wijn/ Wallis Theaterproducties)en Amateurs! (Wannie de Wijn/Wallis Theaterproducties) Peter Tuinman verwierf grote bekendheid door het spelen van Ruard Talsma, hoofd van een speciale opsporingseenheid in de populaire televisieserie UNIT 13. Kopenhagen, door Peter geregisseerd voor Het Noord Nederlands Toneel, was een enorm succes mede door de Louis d’Or die Bram van der Vlugt hiermee ontving voor de rol van Niels Bor. Afgelopen seizoen is Kopenhagen weer uitgebracht, maar dan door het Nationale Toneel en weer was de regie van Peter. Kopenhagen won in 2010 de Toneelpublieksprijs. Peter was te zien in een dubbelrol als de Friese advocatentweeling Dankert & Dankert, in de gelijknamige serie bij omroep Friesland, die gebaseerd is op de verhalen van de gebroeders Anker & Anker. Daarnaast spreekt hij diverse tv- en radiocommercials in en is hij de vaste stem van Univé en Agri. Dit seizoen speelt Peter in Het Gouden Ei bij Ko theaterproducties. Prijzen: GOUDEN KALF - Beste Acteur - De Droom, 1985 LOUIS D’OR - Beste Acteur, nominatie, De Revisor, 1991 PERS-PRIJS - Ik Jan Cremer, rock-opera, 1986 PRIX D’ITALIA – Ik ga naar Tahiti, 1993 GOUDEN KALF - De Vuurtoren, nominatie
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN BIOGRAFIE – HANS THISSEN Hans Thissen is in 1988 afgestudeerd aan het Conservatorium, klassiek piano. Hij houdt zich bezig met muziek, theater en vormgeving en acteerde, regisseerde en componeerde voor vele theater- en muziektheater producties. Hij speelde in voorstellingen bij o.a. De Toneelschuur, Firma Rieks Swarte, Zuidelijk Toneel, RO Theater, Onafhankelijk Toneel, Bonheur, Huis aan de Amstel, Kwatta en Tryater. Hij was de afgelopen jaren te zien als acteur en pianist in de vrije producties Amateurs! en De Goede Dood beide van Wallis Theaterproducties. Hij regisseerde diverse (muziek) theater producties zoals Huis tuin en keuken liedjes van Dirk Scheele en Post voor Simon van Ageeth de Haan. In de zomer van 2010 was hij te zien in Down South van Tryater, in 2011 in Hou van die Hond van Kwatta, Zwoei van Blokfluit-ensemble Brisk, en dit seizoen in Tomke van Bram de Goeij. Daarnaast is hij artistiek leider van Theaterorkest Max Tak waarvoor hij vorig jaar de voorstelling Hats! schreef en regisseerde. Dit seizoen regisseert hij voor Dirk Scheele de poppenvoorstelling Dikkie Dik en zijn vriendjes en voor MaxTak Ik ben een Held naar het gelijknamige boek van Ted van Lieshout. Bij Het Gelders Orkest is hij in 2012 de verteller bij het familieconcert Petroushka naar Stravinsky, en verderop dit seizoen is hij als acteur en musicus te zien in Lachen in het Donker een voorstelling over illegaal onderduikcabaret in de oorlogsjaren. In seizoen 2012-2013 speelt hij o.a in De Mismuis van Kwatta en een reprise van Hou van die Hond.
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN BIOGRAFIE – SASKIA BONARIUS In 2002 is Saskia afgestudeerd aan de acteursopleiding van de Toneelschool Arnhem. Zij heeft verder lessen gevolgd bij: TVI Actors Studio, New York (camera acteren) en Teatro Punto (commedia dell’arte). Zij speelde, onder andere, bij: Toneelgroep Amsterdam; het NNT, jeugdtheater Kwatta, Bonheur, E74, Het Hof-theater, Wallis Theaterproducties en bij OMSK. Met Aafke Buringh initieerde, schreef en speelde zij theaterproducties als “Sicilian Sisters” en “Pain Perdu”. Ze speelde op festivals als Oerol, Noorderzon, Boulevard- en het Bonheurfestival. Bij theatergezelschap OMSK in Dordrecht speelden zij hun zelfgeschreven voorstelling ‘Dwangmatige reiziger’. Deze voorstelling werd op zeer uiteenlopende locaties gespeeld. Enkele regisseurs waarmee zij gewerkt heeft, zijn: Mirjam Koen, Peter Sonneveld, Jan Ritsema, Carol Linssen, Marja Kok, Christiaan Nortier, Herman Verbeeck, Jan Joris Lamers, Josée Hussaerts, Lotte van de Berg, Floris van Delft, Linda Olthof, Vincent van den Berg en Wannie de Wijn. In de tragikomedie “De Goede Dood”, geschreven en geregisseerd door Wannie de Wijn, speelde Saskia de rol van Sammie. Zij speelde samen met Will van Kralingen, Huub Stapel, Peter Tuinman, Wilbert Gieske en Hans Thissen en won met deze voorstelling de toneelpublieksprijs van 2008. De voorstelling kreeg een reprise. Dezelfde cast speelde in 2009/2010 de succesvolle komedie ‘Amateurs!’, ook Van Wannie de Wijn, bij Wallis Theaterproducties. Naast spelen is Saskia zich steeds meer aan het ontwikkelen als docent/regisseuse. Zo heeft zij ondermeer regieassistentie gedaan bij Ursul de Geer en Wannie de Wijn. Zij heeft in 2011 een voorstelling met jongeren gemaakt en geregisseerd bij Stichting Powerplay in Arnhem. Daarnaast geeft ze les aan studenten van de muziektheateropleiding Artez.
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN OVER DE CREW WANNIE DE WIJN - REGISSEUR Wannie de Wijn is actief als schrijver, regisseur, acteur en docent. Hij schreef en regisseerde talloze stukken voor zijn eigen theatergroep RANK en toneelgroep de Appel (V-Snaar en Subway Stories). Met zijn stuk De Goede Dood schreef De Wijn een theaterhit. Het stuk wordt inmiddels in Duitsland gespeeld er zijn plannen voor producties in Londen en Wenen en de tragikomedie is zojuist onder zijn eigen regie en met de originele cast verfilmd (release februari 2012). Eerder regisseerde hij voor het theater Een Tweede Kans met Will van Kralingen en Peter Tuinman, de psychologische thriller Vermoorde Onschuld , Amateurs! een stuk van zijn eigen hand over een niet te stuiten amateursgezelschap gespeeld door (niet de minste!) professionals. Afgelopen seizoen Albee’s In Wankel Evenwicht met o.a. Porgy Franssen, Nettie Blanken en Anneke Blok. Dit seizoen regisseerde hij Waldemar Torenstra en Loes Haverkort in Emmi@Leo. Wannie de Wijn is als acteur verbonden geweest aan Toneelgroep de Appel en Het Theater van het Oosten. Hij speelde politieman Marcel Clijsters in de VARA dramaserie Vuurzee en had rollen in Madam Jeanette, Van Speijk, UNIT 13 en Keyzer en de Boer. MAARTEN VAN HEMMEN – ELECTRIC ZOO Maarten van Hemmen (37) is een jonge hond in filmproductieland, met toch al 18 jaar ervaring op het gebied van commercials, tv series en speelfilms. Hij begon als productieassistent in 1993 bij een commercial producent, en ging al snel zelfstandig verder als opnameleider. In 2001 besloot hij zich als producent te gaan manifesteren, wat resulteerde in de productieservicemaatschappij 'maarten.nl’. Sinds oktober 2010 is Maarten Executive Producer van Electric ZOO. De Goede Dood is het debuut van Maarten als speelfilmproducent. PIM WALLIS DE VRIES – WALLIS FILMPRODUCTIES Pim Wallis de Vries (64) volgde na zijn rechtenstudie een levenslange loopbaan in het theater. Hij was schouwburgdirecteur en impresario en is nog steeds werkzaam als theaterproducent. Na De Goede Dood in 2008 als toneelstuk geproduceerd te hebben is het nu zijn eerste filmproductie. LEX BRAND – CAMERA Lex Brand begon in het visuele vak in 1990 als Fotograaf en besloot na aandringen van zijn goede vriend Johan Kramer om in Regie en Camera verder te gaan. Hij is in deze functie in de periode 19952003 partner in Productiemaatschappij De Schiettent geweest. Na kennismaking met regisseur Willem van de Sande Bakhuijzen besloot Lex om verder te gaan als Director of Photography om zich ook in Drama/Speelfilm verder te ontwikkelen. Lex heeft als D.O.P meegewerkt aan o.a. Alles is Liefde, Ik OmhelsJje Met 1000 Armen, Zomerhitte en recent Dolfje Weerwolfje en De Goede Dood.
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN TANYA FALLENIUS - EDITOR Tanya begon haar carriére in 1997 als assistent editor bij een klein postproductiebedrijf in Amsterdam. Hier heeft zij onder meer de Gouden Loekie winnaar 1998 Juichen voor Calvé Pindakaas gemonteerd en de videoclip van Tom Waits What´s he Building gemaakt samen met Lex Brand en Johan Kramer. In 2001 keerde ze terug naar Denemarken, haar vaderland, om zich verder te ontwikkelen als editor en om ervaring op te doen in zoveel mogelijk verschillende genres. Op haar CV staan onder andere Emmy Award winnaar Nikolaj & Julie en films als Valhalla Rising van Nikolas Winding Refn en Girl with the Dragon Tattoo (Millenium - Mannen die Vrouwen Haten) van Niels Arden Oplev. Onlangs keerde Tanya terug naar Nederland, waar ze aan verschillende projecten ging werken zoals Bellicher - de Macht van Meneer Miller, de VPRO Tegenlicht documentaire Tussen Egypte en Gaza en de speelfilm De Goede Dood van Wannie de Wijn. Momenteel werkt Tanya aan Jagten, de nieuwe speelfilm van Thomas Vinterberg.
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN BIOGRAFIE – DANIËL LOHUES
Daniël Lohues is geboren op 16-02-1971 in Emmen. Zijn vader, organist en dirigent, neemt hem al vroeg aan de hand om de eerste muzikale stapjes te zetten. Als kleine jongen begeleidt hij op het Maarschalkerweerd orgel in de R.K te Erica wekelijks het kinderkoor en later het jongerenkoor alsmede de volkszang. Als de pubertijd zich aandient raakt Daniël geobsedeerd door de gitaar. Maar hij heeft geen gitaar. Hij heeft er om gesmeekt maar zijn ouders wilden dat hij verder ging op het kerkorgel. De gitaar werd een verboden vrucht die hij toch uiteindelijk in handen krijgt. 5 december 1984 krijgt hij zijn eerste gitaar. Van Sint Nicolaas, dus nog niet van zijn ouders. Hij leert zichzelf spelen. Vindt zijn voorbeelden in the Beatles, the Rolling Stones, Bob Dylan, Prince, Pink Floyd en Robert Johnson. Met wat vrienden uit de buurt begint hij zijn eerste band. De eerste optredens vinden plaats op verjaardagfeestjes en feestavonden van de huishoudschool in Klazienaveen. Als hij negentien is, wordt hij gevraagd om bij The Charlies te komen spelen. Een populaire band die standplaats Emmen had verruild voor Utrecht. Hij pakt zijn gitaar en zijn tas en vertrekt naar die grote stad. The Charlies maken een CD, treden veel op en komen op de radio en de tv. Daniël begint liedjes te schrijven in de taal van thuis. Met zijn viersporen thuisstudiootje op ‘n kamertje in een Utrechts studentenhuis maakt hij opnames van zijn nieuwe nummers. Met Maarten van de Helm en Marlen Davers gaat Daniël die liedjes spelen in de komkommerkas van Maarten’s vader, in het tuinbouwgebied van Erica. Het is 1994. Skik is geboren. Skik valt op. Niet alleen in noord en oost Nederland, ook de rest van Nederland, waaronder Hilversum, is enthousiast. Het eerste optreden van Skik vind plaats in het KRO radio programma Leidse Kade Live. De Silvox Studio in Bontebrug, GLD, geeft Skik carte blanche om een plaat te maken. Het titelloze debuutalbum wordt enthousiast ontvangen. De cd staat weken in de Moordlijst van OOR en andere Hitlijsten. Optredens worden talrijker en groter. Skik staat op Pinkpop en ziet een groeiende schare enthousiaste fans ontstaan door het hele land. Skik ontvangt een Zilveren Harp. Daniël verhuist terug naar Drenthe. Een tweede cd, Niks is zoas ‘t lek, wordt gemaakt en grote platenmaatschappijen buitelen over elkaar om de band te tekenen. Skik kiest voor Universal. Er worden clips gemaakt en ‘Op Fietse’ wordt een hit. Elk festival van Nederland spelen ze plat. Klein en groot. Van Weilandpop in een weiland tot Parkpop in Den Haag, wederom Pinkpop en voor het eerst Lowlands. Nog meer Albums volgen. TV-programma’s, radio, optredens in elke hoek van het land. Naast “Op Fietse” komen de singles ‘Hoe kan dan Nou’, ‘t Giet zoas ‘t giet’, en ‘Ik ga als een speer’ hoog in de hitparade terecht. Jarenlang is het Skik wat de klok slaat.
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN Dan besluit Daniël dat het hoogste tijd is voor iets anders. Hij gaat produceren en songs schrijven voor anderen. Ondermeer Guus Meeuwis, Paul de Leeuw, Jenny Arean, Freek de Jonge en Kinderen voor Kinderen nemen Lohues’ songs op. Hij schrijft een lied voor de film ‘Van God Los’, maakt muziek bij commercials en begint met het wekelijks schrijven van een column voor het Dagblad van het Noorden. Daniël wil ook zijn haat/liefde verhouding met de blues uitdiepen en besluit een bluesplaat te gaan maken in het zuiden van de VS. In Baton Roug, Louisiana vindt hij met de hulp van A&R manager Paul Zijlstra een mooie studio met een adressenboek vol plaatselijke bluesmuzikanten. Lohues & the Louisiana Blues Club is een feit. Hun eerste CD, ‘Ja Boeh’ valt in goede aarde. De film die Paul Ruven maakte over het ontstaan van Daniël’s nieuwe band gaat in première op het filmfestival in Utrecht. De Louisiana Blues Club wordt overgevlogen om een maandenlange tour door Nederland te doen. ‘Omdat het zo mooi gaat’ nemen Lohues & the Louisiana Blues Club een nieuwe CD op die Grip gaat heten. Een nieuwe tour krijgt een hoogtepunt als ze een voorprogramma mogen verzorgen voor de Rolling Stones in Nijmegen. Daarna is de blues voorbij. Lohues doet ook een paar grote voorprogramma’s in zijn eentje. Zo mag hij bijvoorbeeld drie keer openen voor Van Morrison. Akoestisch. Allennig. De liedjes die hij schrijft om in zijn eentje uit te voeren zet hij op een plaat met de titel Allennig. Het idee is om er een vierluik, naar de seizoenen, van te maken. Allennig I is de winter. Daniël besluit het theater in te gaan om de Allennig liedjes live te spelen. Daar blijkt dat het verhalen vertellen, wat hij vanaf de Skik-tijd bij optredens al deed, in het theater nog meer tot bloei komt. Allennig wordt lovend ontvangen. Voor een lied uit de voorstelling, Annelie, krijgt Lohues de Annie MG Schmidtprijs. Allennig II komt uit, een nieuwe theatertournee door het hele land. Uitverkochte zalen en prachtige recensies. Het lied ‘Hier kom ik weg’ wordt veel gedraaid op de radio en het album staat 23 weken in de hitlijsten. Het nummer Baat bij Muziek komt in de hoogste regionen van de hitlijsten terecht. Op veler verzoek besluit Daniël zijn columns voor het Dagblad van het Noorden te bundelen. Onder de titel ‘Zes Jaar Vrijdagmiddag’ ziet Lohues’ eerste boek het licht. Om zo veel mogelijk te kunnen doen wat hij leuk vindt, gaat Daniël zijn tijd anders indelen. De ene helft van het jaar optreden, de andere helft van het jaar liedjes schrijven, reizen en produceren. Herman van Veen wil Lohues graag als producer en ze gaan de studio in. Die CD gaat Nederlanders heten en bevat songs van verschillende vaderlandse songwriters. Dan schrijft Daniël de songs voor Allennig III. Er volgt wederom een vrijwel uitverkochte theatertour in steeds grotere theaters en soms zelfs meerdere avonden achter elkaar in de zelfde plaats. Daniël hoort en ziet de nieuwe voorstelling ‘Na de Pauze’ van Herman Finkers. Daniël vraagt Finkers of er ook een studio CD komt van de liedjes uit dat programma. Finkers raakt enthousiast over dat idee en besluit er een bijzonder project van te maken. In verschillende studio’s met uiteenlopende muzikanten neemt Herman Finkers zijn bijzondere liedjes op, met hulp van Lohues. Ook komt er bij elk lied een filmpje waar ook Daniël soms in mee speelt. Daniël schrijft muziek op een gedicht van Willem Wilmink. Dat wordt uiteindelijk een kerstsingle waarop ook Herman Finkers te horen is. Het lied ‘Sneeuwen’ komt in de Top Tien terecht. Lohues produceert vervolgens het debuut album van de veelbelovende band WantWant. Ook schrijft hij veel muziek voor -en doet de productie van- het nieuwe Cuby + Blizzards album. Cuby’s eerste nieuwe CD sinds jaren wordt al snel goud. Dan is het tijd om de Allennig serie af te sluiten. Een nieuwe plaat en een maandenlange uitverkochte tournee zijn het gevolg. Met het laatste applaus nog in de oren stapt Daniël in het vliegtuig naar New Orleans. In een studio op het platteland van Louisiana produceert hij de nieuwe plaat van Rob de Nijs. Een CD die juichend wordt ontvangen als een comeback-plaat. Daarna gaat Daniël op reis, om te denken over zijn volgende stappen. Als hij ergens op een Canadese prairie staat
DE GOEDE DOOD – WANNIE DE WIJN weet hij dat hij nog niet klaar is met het theater. Hij vraagt bij thuiskomst twee muziekvrienden uit Emmen, Guus Strijbosch op de contrabas en aanstormend snarentalent Bernard Gepken, om bij hem aan de keukentafel zijn nieuwe songs te komen spelen. Een paar weken later wordt een CD opgenomen die Hout Moet is gaan heten. De radio draait de liedjes ‘Prachtig mooie dag’ en ‘Aordig doen tegen mensen die niet aordig doen’ letterlijk grijs. Een indrukwekkende theatertour wordt in juni afgesloten. Het album Hout Moet staat maandenlang in de hitlijsten. Op dit moment schrijft Daniël filmmuziek en een boek genaamd “afscheid van de Blues’. Songs voor zijn aankomende album stapelen zich op. Ook maait hij regelmatig zijn gras en is hij van plan zijn rijbewijs te gaan halen.