HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE Kansen, baten en kosten verkend 29 OKTOBER 2015
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Arcadis Nederland B.V. Postbus 137 8000 AC Zwolle Nederland +31 (0)88 4261 261
www.arcadis.com
Projectnummer: C01021.201044
2
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Contactpersonen JELMER CLEVERINGA Senior Advisor Coastal Morphodynamics
T +31 (0)88 4261 440 M +31 (0)6 5073 6850 E
[email protected]
Arcadis Nederland B.V. Postbus 137 8000 AC Zwolle Nederland
MICHEL SCHIPPERS Omgeving- en Contractmanager Projectleider
T +31 (0)88 4261 626 M +31 (0)6 27 06 03 85 E
[email protected]
Arcadis Nederland B.V. Postbus 264 6800 AG Arnhem Nederland
3
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Inhoudsopgave 1 INLEIDING
7
1.1 Aanleiding
7
1.2 De Makkumer Lagune
7
1.3 Nut en noodzaak
7
1.4 Doel van het rapport
9
2 HUIDIGE SITUATIE
10
2.1 Inleiding
10
2.2 Bodemligging en waterbeweging
10
2.2.1 Bodemligging
10
2.2.2 Waterstanden en waterbeweging
14
2.2.3 Golven
16
2.2.4 Morfodynamiek
16
2.3 Ecologie
17
2.3.1 Voedselketen IJsselmeer
17
2.3.2 Waterplanten
18
2.3.3 Mosselen
19
2.3.4 Vissen
21
2.3.5 Vogels
22
2.4 Economie en recreatie
23
2.4.1 Huidige economische situatie
24
2.4.2 Nautisch gebruik
26
3 WENSEN EN RANDVOORWAARDEN VANUIT DE OMGEVING 3.1 Vergunningen, procedures en onderzoeken
4 DE MAKKUMER LAGUNE
27 29
30
4.1 Zoekgebied
30
4.2 Bouwstenen
31
4.3 Uitbreidingsmogelijkheden
33
4.4 Fasering
34
4.5 Building with nature
34
4.6 Twee voorbeelden
34 5
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
5 EFFECTENINSCHATTING
36
5.1 Waterbeweging: golven en verversing
36
5.2 Morfologie, zand- en slibsedimentatie
37
5.3 Waterkwaliteit en peilbeheer
39
5.3.1 Waterkwaliteit
39
5.3.2 Peilbeheer
39
5.3.3 Nautisch gebruik
40
5.3.4 Baggerbezwaar
40
5.4 Ecologie
41
5.4.1 Waterplanten
41
5.4.2 Mosselen
41
5.4.3 Vissen
42
5.4.4 Vogels
43
5.5 Economie en recreatie
44
5.5.1 Recreatie
44
5.5.2 Economie
45
6 KOSTEN EN FINANCIERING
46
6.1 Realisatie- en onderhoudskosten
46
6.2 Financieringsmogelijkheden
46
6.2.1 Meekoppelkansen
46
6.2.2 Subsidiemogelijkheden
47
7 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
49
7.1 Inleiding
49
7.2 Morfologie, zand- en slibsedimentatie en waterkwaliteit
49
7.3 Economie en recreatie
49
7.4 Ecologie
50
7.5 Vervolg
50
8 REFERENTIES Colofon
51 52
6
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
1 INLEIDING 1.1 Aanleiding De Makkumer lagune is de naam van een mogelijk luwtegebied voor de Friese IJsselmeerkust bij Makkum. De plannen voor het creëren van een luwtegebied voor de kust van Makkum leven al langer dan vandaag. Verschillende ontwikkelingen in het IJsselmeergebied zijn aanleiding om de haalbaarheid van dit idee te bestuderen. Deze ontwikkelingen zijn:
Voorgenomen aanleg van de vismigratierivier; Plannen voor de grotere spuisluis bij Kornwerderzand; Verruiming van de vaargeul in het IJsselmeer; Te nemen peilbesluit IJsselmeer; Voorgenomen aanleg van het windpark Fryslân; Verkenning van de maatregelen om de Friese IJsselmeerkust te beschermen tegen veranderende peilen.
Elk van deze ontwikkelingen heeft een raakvlak met het plan voor de Makkumer lagune en lijkt de kansen voor het plan te vergroten. Nu voorgenoemde plannen vastere vormen beginnen aan te nemen is het zaak om de haalbaarheid van de Makkumer lagune te beschouwen.
1.2 De Makkumer Lagune De Makkumer lagune is het luwtegebied in het IJsselmeer voor de kust van Makkum tot Gaast. De luwte ontstaat door aan de westzijde verondiepingen te creëren, in de vorm van eilanden of dammen. Deze verondiepingen zorgen ervoor dat de golven van het IJsselmeer breken, zodat deze het achterliggende gebied –de lagune- niet meer bereiken. Doorstroming en verversing kunnen nog steeds plaats vinden, omdat de lagune niet geheel wordt afgesloten. De omstandigheden in de lagune worden daardoor rustiger dan in de huidige situatie. Dit biedt kansen voor watersporters en voor waterplanten, waterdieren en vogels. Het plan voor de Makkumer lagune kan er in de basis uitzien zoals weergegeven in figuur 1.1. Dit plan is nog niet in detail uitgewerkt of vastgelegd, zodat het ruimte biedt voor optimalisatie van het gebruik en de functionaliteiten. Zo kan de vorm en de inrichting van de eilanden of dammen worden aangepast aan het gewenste (neven)gebruik. Hierbij is gedacht aan (dag-)recreatie en ecologie (broedeiland). In de lagune kan lokaal de waterbodem worden verdiept, zodat zeilen mogelijk wordt. Het plan biedt ruimte om het in fases aan te leggen en uit breiden, waarbij de omvang van het luwtegebied gaandeweg toeneemt.
1.3 Nut en noodzaak Makkum is een belangrijk recreatiecentrum in Friesland, dat vanwege de ligging sterk is georiënteerd op het IJsselmeer. De afgelopen jaren is het belang van de recreatie verder toegenomen door de ontwikkeling van de Holle Poarte. Het IJsselmeer ten westen van Makkum vervult nu al belangrijke rollen op het gebied van de watersport. Het gebied is geliefd en wordt intensief benut door kitesurfers en windsurfers. Het IJsselmeer en de verschillende ‘waarden’ (Makkumer Noordwaard, makkumerzuidwaard en Kooiwaard) zijn ook belangrijke natuurgebieden. Op het IJsselmeer rusten en foerageren verschillende soorten eenden, meeuwen en sterns. In de waarden groeien verschillende beschermde planten en broeden en foerageren beschermende vogelsoorten. De huidige trend laat zien dat wanneer er niet in de Friese kust wordt geïnvesteerd, het aantal toeristen jaarlijks zal teruglopen. Het is dan ook van groot belang dat er geïnvesteerd wordt middels structurele maatregelen. Het plan voor de Makkumer lagune heeft als doel de bestaande waarden te behouden en nieuwe waarden aan het gebied toe te voegen. 7
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Figuur 1.1: Voorbeeld inrichting Makkumer lagune
Het voorgenomen peilbesluit betekent dat het peil in de zomer hoger zal staan en hierdoor neemt de erosiedruk op de huidige kust van Makkum toe. De Makkumer lagune kan de negatieve invloed van het veranderd peilbeheer mitigeren. Het belangrijkste element van de Makkumer lagune is het creëren van luwte in een deel 8
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
van het IJsselmeer voor Makkum. Met die luwte nemen de mogelijkheden voor watersporters toe. Het IJsselmeer wordt met die luwte toegankelijk voor meer zeilers. Ook de mogelijkheid om te zwemmen en te kanoën wordt hierdoor beter mogelijk. De eilandjes die voor de luwte zorgen, bieden aanvullende mogelijkheden voor de recreanten. Voor de natuur betekent de luwte dat de vestigings- en groeimogelijkheden voor waterplanten toenemen en dat er een nieuw rustgebied voor watervogels ontstaat. Het nut van de Makkumer lagune is hiermee duidelijk: waarde toevoegen op recreatief en ecologisch gebied waarbij de potentiele negatieve effecten van de peilverhoging wordt gemitigeerd.
1.4 Doel van het rapport Het doel van deze eerste haalbaarheidsstudie is om de kansen en mogelijkheden die de Makkumer lagune biedt in beeld te brengen. In het rapport wordt de huidige situatie in beeld gebracht en van de effecten van de Makkumer lagune op de huidige waarden. Ook de globale kosten en baten worden in beeld gebracht. De haalbaarheid van de Makkumer lagune is op basis van expert judgement beschouwd. Deze rapportage dient dan ook als zodanig te worden behandeld. De expert judgement is gebaseerd op ruime ervaring van onze specialisten met tal van projecten in het IJsselmeergebied, waaronder de inrichting van de Marker wadden.
9
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
2 HUIDIGE SITUATIE 2.1 Inleiding Het gebied dat wordt beschouwd voor de Makkumer lagune ligt ruwweg tussen de vaargeul van Makkum naar Kornwerderzand, de vaargeul Kornwerderzand-Lemmer, de IJsselmeeroever van de Makkumer Zuidwaard en aan de zuidzijde de Kooiwaard, zoals in Figuur 2.1 is aangegeven. In dit hoofdstuk wordt de huidige situatie in dit gebied beschreven.
Figuur 2.1 Kaart van Makkum en het IJsselmeer, met het interessegebied voor de lagune in de ovaal.
2.2 Bodemligging en waterbeweging 2.2.1 Bodemligging De bodemligging van de kust bij Makkum is belangrijk voor het gebruik van het gebied, bijvoorbeeld door surfers. De ondiepe waterbodem betekent enerzijds dat je op veel plekken kunt gaan staan en anderzijds dat de golven laag blijven. Voor waterplanten is de lokale waterdiepte van doorslaggevend belang vanwege het lichtklimaat: te diep betekent te weinig licht voor een goede groei. Ook voor de aanleg van de Makkumer lagune is diepte van belang, omdat die sterk bepalend is voor het aanlegvolume en daarmee voor de aanlegkosten.
10
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
De bodemligging langs de Friese IJsselmeerkust is in hoge mate bepaald door de morfodynamiek zoals die optrad vóór de aanleg van de Afsluitdijk. De vorm van de bodem, inclusief de buitendijkse gebieden kan worden beschouwd als een relict van de Zuiderzee. De waarden vormden de ondieptes die tijdens laagwater droogvielen. In de diepere delen van het IJsselmeer liggen nog de geulen die vroeger door de getijdestroming in de Zuiderzee in stand werden gehouden. Verder zijn door menselijke ingrepen verschillende vaargeulen en zandwinputten toegevoegd. De beschrijving van de bodemligging wordt gedaan aan de hand van onderstaande dwarsdoorsnede, zie figuur 2.2. Op de verticale as van deze dwarsdoorsnede staat de diepte in centimeters (ten opzichte van NAP) en op horizontale as de afstand in meters langs het profiel, dat bij dit profiel op de Boulevard van Makkum ligt. De weergegeven bodemligging is afkomstig uit het dieptebestand van het IJsselmeer van Rijkswaterstaat.
Figuur 2.2 Dwarsdoorsnede B van de Friese IJsselmeerkust bij Makkum (locatie in figuur 2.3).
Aan de linkerzijde is zichtbaar dat de bodem relatief snel afloopt tot een niveau rond de -1 m NAP. Hierbij staat ‘ondiep plateau’. Dit plateau gaat na ca. 850 m vrij abrupt over naar grotere waterdieptes, dit is in de afbeelding gemarkeerd met ‘overgang’. De vooroever rechts van de overgang loopt geleidelijk af van een hoogte rond de -2 m NAP tot ongeveer -3,5 m NAP. De vooroever gaat met een knikje over in de vaargeul, die in dit gebied is gebaggerd en waarvan de maximale diepte groter is dan -5 m NAP. De kaart in figuur 2.3 en ook de andere dwarsdoorsnedes laten zien dat in het gebied overal een ondiep plateau aanwezig is, met een scherpe overgang en een flauw aflopende vooroever. De breedte van dit ondiepe plateau varieert sterk. Ook de breedte van de vooroever varieert sterk.
11
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Figuur 2.3 Ligging van de dwarsdoorsnedes.
Dwarsdoornsnede A (figuur 2.3) ligt ten noorden van Makkum en toont naast de vaarweg Kornwerderzand-Stavoren ook de vaargeul naar Makkum. De vaargeul naar Makkum ligt in de vooroever. Figuur 2.5 toont dwarsdoorsnede C, ten zuiden van Makkum. De breedte van het ondiepe plateau is in dit gebied groter dan ten noorden ervan. Deze trend zet door naar het zuiden, waar het ondiepe plateau nog breder is, zoals zichtbaar is in figuur 2.6. Op de vooroever in dit gebied ligt een complex van verdiepingen van de bodem dat is ontstaan door zandwinning.
12
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Figuur 2.4 Dwarsdoorsnede A van de Friese IJsselmeerkust bij de Makkumer Noordwaard (locatie in figuur 2.3).
Figuur 2.5 Dwarsdoorsnede C van de Friese IJsselmeerkust bij de Makkumer Zuidwaard (locatie in figuur 2.3).
13
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Figuur 2.6 Dwarsdoorsnede D van de Friese IJsselmeerkust bij de Kooiwaard (locatie in figuur 2.3).
2.2.2 Waterstanden en waterbeweging In het IJsselmeer varieert de waterstand, stroomt het water rond en kan een flinke golfslag optreden. Deze factoren zijn belangrijk voor het gebruik van het IJsselmeer door mens en dier (en planten) en ze zijn ook belangrijk voor de Makkumer lagune. Op het IJsselmeer veroorzaken drie elementen variaties in de waterstand: 1. Peilbeheer: streefpeil winter -0,40 m NAP; streefpeil zomer –0,20 m NAP; 2. Peilfluctuaties: bij hoge aanvoer en lage afvoer tijdelijk hogere waterstanden; 3. Opwaaiing: door wind opgeblazen hoogte. Ad 1. Peilbeheer De waterstand van het IJsselmeer wordt in hoofdzaak geregeld door het uitstroomvolume (debiet) van de spuisluizen in de Afsluitdijk bij Den Oever en Kornwerderzand. Het streven is om het peil in de winter op een niveau van –40 cm NAP te handhaven en tijdens de zomer op –20 cm NAP. De komende jaren zal als uitvloeisel van de Deltabeslissingen een nieuw peilbesluit worden genomen, waarin het zomerpeil meer flexibel wordt ingericht. Daarbij zal sprake zijn van een tijdelijk hoger opzet in maart en geleidelijke verlaging in augustus. Ad 2. Peilfluctuaties Het werkelijke peil van het IJsselmeer kan afwijken van deze streefpeilen. Het gemiddelde peil van het gehele IJsselmeer wordt hoger wanneer er veel water wordt aangevoerd (vanuit de IJssel en alle aanliggende gebieden die spuien op het IJsselmeer) en wanneer er minder water kan worden afgevoerd naar de Waddenzee. De afvoer naar de Waddenzee, die nu nog onder vrij verval plaatsvindt (er wordt momenteel geen water gepompt van IJsselmeer naar Waddenzee), kan slechts beperkt of niet plaatsvinden wanneer de (eb-) waterstand op de Waddenzee zeer hoog is. Vanuit het project De Afsluitdijk, dat door regie van Rijkswaterstaat wordt uitgevoerd, wordt het in de toekomst wel mogelijk om water vanuit het IJsselmeer naar de Waddenzee te pompen. Het gemiddelde peil van het IJsselmeer kan lager worden dan het streefpeil op het moment dat minder aanvoer plaatsvindt dan dat er aan water verdampt of wanneer er meer water wordt gebruikt in de aangrenzende watersystemen. 14
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Ad 3. Opwaaiing Op het IJsselmeer kan het waterpeil ruimtelijk variëren, doordat de wind die over het meer blaast op de ene plaats het water opstuwt waardoor het water op een andere plaats lager komt te staan. Deze scheeftstelling is schematisch weergegeven in figuur 2.7. De grootte van dit ‘opblazen’ of ‘afblazen’ is afhankelijk van de windrichting, de strijklengte en de windsterkte. Langs de Friese IJsselmeerkust stijgt het lokale peil bij windrichtingen van het zuiden tot het westen. De tegengestelde windrichtingen geven een verlaging van de waterstanden langs de Friese IJsselmeerkust. Het gevolg van de wind op de waterstanden is dat deze met centimeters tot decimeters varieert in periodes van uren en dagen.
Figuur 2.7 Schematische weergave van het effect van wind op de waterstanden in het IJsselmeer.
Het gevolg van de combinatie van peilbeheer, peilfluctuaties en op- en afwaaien is dat de waterstanden op het IJsselmeer variëren, zowel op een termijn van maanden, als termijnen van weken, dagen en uren. Figuur 2.8 is een grafiek van de waterstanden die in 2014 zijn gemeten bij Kornwerderzand in het IJsselmeer. Bij de waterstanden is van verschillende hogere en lagere waarden aangegeven welke achterliggende mechanismen er bij horen. Over een langere periode van waarnemingen (de meetreeks voor Kornwerderzand is digitaal beschikbaar van 1988 tot en met 2014) variëren de waterstanden tussen – 1 m NAP en + 0,9 m NAP. Deze extreme waarden worden slechts zelden bereikt en hebben een korte duur.
Figuur 2.8 Voorbeeld van de gemeten waterstanden in het IJsselmeer bij Kornwerderzand, in dit geval voor 2014 (bron: Rijkswaterstaat).
De stromingen die optreden in het IJsselmeer worden opgewekt door de wind en door het spuien. De wind zorgt voor een stroming aan het oppervlakte ‘met de wind mee’. Onder het wateroppervlakte stroomt het water als het ware ‘terug’, maar de richting van deze stroming is niet geheel tegenovergesteld aan de stroming aan het wateroppervlakte. De windgedreven stroming in het IJsselmeer geeft hierdoor een relatief complex beeld, dat ook nog eens afhankelijk is van de windrichting en sterkte. Deze wind gedreven stromingen zorgen mede voor de verversing van het water in de omgeving van Makkum. De stroming door het spuien is het sterkst direct bij de
15
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
spuisluis in Kornwerderzand, maar kan nog merkbaar zijn in de omgeving van Makkum. De richting van deze stroming is altijd in de richting van de spuisluizen.
2.2.3 Golven Over het algemeen zijn de golven bij de IJsselmeeroever in Makkum niet hoog, met als belangrijkste reden dat het water niet heel diep is. De golfhoogte op het IJsselmeer is namelijk een functie van drie variabelen: de lengte waarover een golf zich kan ontwikkelen (strijklengte), de windsnelheid en de periode waarover wind uit een bepaalde richting waait (duur). De golfenergie neemt boven ondieptes af, omdat golfenergie wordt omgezet in warmte (bodemwrijving) of turbulentie (golfbreking). Op steile banken verliest een golf zijn energie over korte afstanden (denk aan de brekende golven op de banken bij het Noordzeestrand) terwijl op graduele hellingen (~1%) de energie geleidelijker afneemt. Bij Makkum is overwegend sprake van zo’n geleidelijke helling. Figuur 2.9 toont een windroos weergegeven voor de locatie Kornwerderzand. De overheersende windrichting, in termen van voorkomen en sterkte, is het zuidwesten. Andere veelvoorkomende windrichtingen zijn het westen, westzuidwest en zuid. Bij windrichtingen uit het zuidwesten en zuidzuidwesten is vanaf Makkum de strijklengte over het IJsselmeer maximaal. Bij deze windrichting vindt ook opwaaiing plaats bij Makkum, zodat de lokale waterdieptes iets toeneemt. Dit betekent dat de hoogste golven bij Makkum optreden bij wind uit het zuidwesten en zuidzuidwesten.
Figuur 2.9 Windroos voor de locatie Kornwerderzand.
2.2.4 Morfodynamiek De veranderingen die optreden in de ligging van de kustlijn en de waterbodem worden morfodynamiek genoemd. Morfodynamiek is het gevolg van de aan- dan wel afvoer van zand en slib. Het transport van zand en slib wordt veroorzaakt door stroming en golven. In de omgeving van Makkum zijn de golven de belangrijkste factor voor het transport. Golven hebben het grootste effect op sedimenttransport, omdat ze in de ondiepe kustzone de bodem “beroeren”, waardoor sediment loskomt van de bodem en met de eveneens door de golven veroorzaakte stroming wordt meegenomen. Omdat de golven in het IJsselmeer niet bijzonder hoog zijn en omdat het waterpeil niet veel fluctueert is de dieptezone waarin het transport optreedt (de zogenaamde “actieve zone”) beperkt en zijn de transporten ook relatief klein (vergeleken met bijvoorbeeld de Noordzeekust). De plekken waar veranderingen in de ligging van de bodem optreden zijn de oevers (figuur 2.10) en de vaargeulen.
16
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Figuur 2.10 Zicht op het strand bij Makkum - Holle Poarte
Bij de oevers zorgen de golven voor het transport van zand. De richting van het transport is afhankelijk van de richting waarmee de golven op de kust invallen, zoals schematisch is weergegeven in figuur 2.11. De golfrichting op het IJsselmeer wordt bepaald door de windrichting en is daarmee variabel. Het zandtransport langs de kust kan daarom zowel naar het zuidoosten als naar het noordwesten plaatsvinden. In de zandstranden bij Makkum is dit zichtbaar door de gekromde vorm van de waterlijn tussen de vaste punten. Berekeningen van de zandtransporten langs de Friese noordwestkust hebben laten zien dat het netto sedimenttransport naar het noorden is gericht. De richting van de zandtransporten is een belangrijk gegeven voor het ontwerp van zandige eilandjes voor de Makkumer lagune.
Figuur 2.11 Schematische weergave van schuin invallende golven en het resulterende zandtransport langs de kustlijn.
2.3 Ecologie 2.3.1 Voedselketen IJsselmeer Het IJsselmeergebied is een relatief jong gebied, wat zich van estuarium ecosysteem naar zoetwater ecosysteem heeft ontwikkeld. De beleidsnota IJsselmeer 2009-2015 stelt dat het gebied een viertal belangrijke funties heeft voor vissen en vogels, namelijk: voedselvoorziening, voortplanting (paaien/kraamkamer en broedgebied), rustgebied en ruigebied.
17
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Het IJsselmeer ecosysteem is vrij complex. Dit is weergeven in Figuur 2.12 (van Geest & Noordhuis 2014)
Figuur 2.12: Weergave van het voedselweb van het IJsselmeergebied met de externe beïnvloeding en sturingsmogelijkheden van de mens (van Geest & Noordhuis 2014).
Er zijn drie belangrijke voedselketens te onderscheiden in het IJsselmeer: De voedselketen van algen (en eventueel via bodemdieren) via vis naar piscivore vogels De voedselketen via waterplanten naar herbivore vogels De voedselketen van algen via mosselen naar benthivore vogels
2.3.2 Waterplanten Waterplanten bieden voedsel aan plantenetende vissen en vogels. Ook bieden waterplanten die in de ondiepten groeien schuil- en paaiplaatsen voor vis. De bedekking met waterplanten in de Makkumerwaard is via MapViewer van Rijkswaterstaat in beeld gebracht (http://www.rijkswaterstaat.nl/apps/geoservices/mapviewer2i/). Figuur 2.13 laat zien dat de bedekking in de Makkumerwaard op vele gebieden ruim boven de 50% ligt.
18
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Figuur 2.13: Waterplant bedekking in de Makkumerwaard (MapViewer Rijkswaterstaat, 2015)
2.3.3 Mosselen Driehoeksmosselen (Dreissena polymorpha) Driehoeksmosselen vormen een belangrijk deel van het ecosysteem als voedsel voor vogels en vissen. Daarnaast filtreren zij het IJsselmeerwater om aan voedsel te komen en kunnen daarmee een belangrijk effect op de waterkwaliteit (doorzicht) hebben. De mosselbanken vormen ook een habitat voor vele soorten ongewervelde dieren. Een inventarisatie in 2007 laat zien dat de dichtheid driehoeksmosselen bij Makkum gering is, zie hiervoor figuur 2.14.
19
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Figuur 2.14: Verspreiding driehoeksmosselen in het IJsselmeer in 2007 (Noordhuis 2009)
Quagga mosselen Sinds 2006 zijn er Quagga mosselen in Nederland waargenomen. Net als in andere landen verdringt deze soort de driehoeksmossel. Hoewel de Quagga mossel zich vooral in het zuiden van het IJsselmeer concentreert is de soort ook in de omgeving van Makkum waargenomen. De ontwikkeling van de verspreiding wordt getoond in Figuur 2.15.
Figuur 2.15: De uitbreiding van de Quagga mossel sinds de eerste waarneming in de Rijndelta in 2006 (Matthews et al. 2014). 20
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
2.3.4 Vissen Spiering (Osmerus eperlanus) is in het IJsselmeer een van de belangrijkste peilers van de voedselpiramide. Het is de belangrijkste prooivis voor snoekbaars en baars (90% van het totale dieet) en voor de visetende vogels (40% van het totale dieet). Naast spiering zijn ook Pos en jonge (1-zomerige) baars belangrijke prooisoorten voor vogels (Mous 2000). De rivierdonderpad is de enige door de Habitatrichtlijn beschermde vissoort in het IJsselmeer. Spiering Spiering paait meestal tussen maart en juni. Eieren (zo'n 40.000 per vrouwtje) worden afgezet op een substraat van zand, grind, steen of waterplanten. Substraat moet redelijk hard zijn om de eieren niet te laten verstikken. Spiering larven voeden zich voornamelijk met kleine planktonische organismen. Juvenielen schakelen over op grotere planktonsoorten. Volwassen spieringen voeden zich ook met vis (spiering, kleine haring en baars). De dichtheid aan spiering in het IJsselmeer is sinds eind jaren 80, begin jaren 90 sterk afgenomen, maar toont de laatste tien jaar een onzekere trend (de Graaf et al. 2013).
Figuur 2.16 laat de trend in spiering dichtheid in het IJsselmeer in de afgelopen 45 jaar zien.
Figuur 2.16: Trend van spiering dichtheid 1965-2012 (de Graaf et al. 2013).
Pos De Pos is een baarsachtige die paait in ondiep water met een hoog zuurstofgehalte. Eieren worden op stenen of andere obstakels afgezet, soms op waterplanten. Deze paaiperiode is in mei en juni. Als de larven uit de eieren komen (na 4 tot 12 dagen) zijn ze nog niet volledig ontwikkeld en blijven nog een paar dagen op de bodem liggen. Daarna gaan ze zwemmen en naar voedsel zoeken (van Overzee et al. 2011). De larven eten klein plankton. Wanneer de Pos groter wordt eet deze vis voornamelijk bodemvoedsel zoals vlo kreeftjes, garnaaltjes en muggenlarven. Een volwassen pos eet voornamelijk bodemdiertjes, maar ook kuit en kleinere soortgenoten (www.ijsselmeervissen.nl). Figuur 2.17 laat de trend van pos in het IJsselmeer zien.
21
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Figuur 2.17 Trend van pos dichtheid 1989-2010 (van Overzee et al. 2011).
Rivierdonderpad De rivierdonderpad is een nachtdier, overdag houdt hij zich schuil in holtes in en onder stenen. Deze schuilplaatsen spelen tijdens de gehele levenscyclus een belangrijke rol. Vanuit de schuilplaats jaagt de rivierdonderpad op ongewervelde dieren. In de paaitijd maakt het mannetje in de holte een nest. De vrouwtjes leggen hierin de eieren, waarna het mannetje de broedzorg op zich neemt. Rivierdonderpadden verplaatsen zich zelden over grote afstanden (Peters 2009). In het Markermeer is de rivierdonderpad alleen tussen de grove stenen aangetroffen, en niet in de andere oeverhabitats (oevers met kleine stenen, betonnen kade, oevers met riet en oevers met vooroever). In het IJsselmeer is de soort zowel bij oevers met stenen als oevers met riet aangetroffen.
2.3.5 Vogels Functies De functie van het IJsselmeergebied voor vogels bestaat uit: Rustgebied: rustgebieden bevinden zich met name langs de oeversen kenmerken zich door open en kale gronden waar roofdieren niet gemakkelijk bij kunnen komen. Op met riet en struweel begroeide rustgebieden, die niet worden verstoord, rusten futen, eenden, ganzen, meerkoeten, zwanen, steltlopers, sterns, lepelaars, enz. Slaapplaats: Het IJsselmeer is voor tien vogelsoorten aangewezen als slaapplaats. De meeste soorten zijn tamelijk standvastig in hun slaapplaats en diverse soorten stellen uiteraard diverse eisen aan hun slaapplaats. Zo slapen ganzen en zwanen het liefst in grote groepen op open water. Foerageergebied: er zijn vier type foerageerders in het IJsselmeergebied: Visetende watervogels: vogels die prederen op kleinere vis zoals de spiering Plantenetende watervogels: deze groep valt uiteen in soorten die op waterplanten foerageren, zoals kleine zwaan en krakeend, en soorten die gras e.d. eten op binnendijkse cultuurlanden. Bodemfauna eters: Voor deze groep is de aanwezigheid van (Driehoeks)mosselen van groot belang. Soorten als tafeleend, kuifeend, toppereend en brilduiker behoren tot de vogels die afhankelijke zijn van mosselen. Waders: dit zijn de steltlopers die in ondiep water foerageren naar ongewervelden en vissen. Broedgebied: de oeverzones van het IJsselmeer vormen een belangrijke rol als broedbiotoop voor soorten als roerdomp, lepelaar, bruine kiekendief, porseleinhoen, bontbekplevier, kemphaan, snor en rietzanger. Broedvogels in de Makkumer Noordwaard en Makkumer Sudwaard In de afgelopen jaren zijn de broedvogels in de Makkumer Noordwaard en Makkumer Sudwaard geteld (Postma & Jager 2013). Tabel 2.1 laat zien wat de top 2/top 3 is per gebied en welke vogels er (bijna) ieder jaar in lagere aantallen worden geteld. 22
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Tabel 2.1: Broedvogels in de afgelopen jaren (Postma & Jager 2013) Soort
Makkumer Noordwaard
Makkumer Sudwaard
Grauwe gans
Top-3
Top-2
rietzanger
Top-3
Top-2
roerdomp
X
X
nijlgans
X
X
Bruine kiekendief
X
X
waterral
X
X
porseleinhoen
X
X
blauwborst
X
X
sprinkhaanrietzanger
X
X
Snor
X
X
Baardman
X
X
Blauwe reiger
Top-3
nachtegaal
X
Havik
X
Canadese gans
X
bergeend
X
krakeend
X
2.4 Economie en recreatie Zoals aangegeven zorgt de Makkumer lagune voor een luwte in het IJsselmeer voor Makkum. De verwachting is dat hierdoor de mogelijkheden voor watersporters toenemen. Op dit moment is met name door de diepte en de golfslag het IJsselmeer maar beperkt te gebruiken door vaarrecreanten met kleineren boten, zeilers zwemmers en kanoërs. Daarnaast is de vraag op welke manier de Makkumer lagune voor een groter gebied een impuls kan geven aan de recreatie en toerisme. Als we kijken naar de recreatieve markt dan zien we twee trends die van belang zijn voor Makkum en omgeving. In de eerste plaats neemt de vaarrecreatie af. Zowel het aantal boten als het aantal vaarbewegingen in Nederland neemt af. Daarnaast wordt ook gesignaleerd dat vakantieparken het moeilijk hebben. De vraag naar overnachtingen neemt weliswaar licht toe, maar de gebruiker is kritisch; er wordt gezocht naar de scherpste deal en leukste en nieuwste ervaringen en activiteiten. Dit maakt dat met name de oudere parken zich de komende jaren moeten richten op vernieuwing en het bieden van extra’s zowel op het park als daar buiten. Verblijfsrecreatie Aan de westzijde van Makkum is een concentratie van recreatieve voorzieningen. Het gaat dan om een hotel, een bungalowpark, een camping, jachthavens, surf- en zeilscholen en voorzieningen voor onderhoud van schepen. 23
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Vaarrecreatie De vaarrecreatie is een van de grote sectoren binnen de provincie Fryslân. Echter is er de laatste jaren een dalende trend in het aantal schepen en vaarbewegingen. Het is niet meer vanzelfsprekend dat de havens vol liggen en de toeristen langs varen. Daarnaast speelt de vergrijzing in de vaarrecreatie ook een rol. De gemiddelde leeftijd van de vaarrecreant neemt snel toe en van de jongere generaties hebben minder mensen een eigen schip. Makkum heeft meerdere jachthavens. Met 600 ligplaatsen is Marina Makkum de grootste. Daarnaast zijn er nog een aantal kleinere jachthavens die zich richten op de combinatie met het (laten) onderhouden van schepen. De ligging aan het IJsselmeer en dicht bij Kornwerderzand maakt dat Makkum een goede uitvalsbasis is voor vaartochten naar de Waddenzee of verder. Opvallend is dat de verblijftijd van passanten in de Marina Makkum relatief hoog is (3,9 nachten tegen 1,8 nachten gemiddeld, bron: 2014, Water Advies). Naast de jachthaven voor grotere schepen is het ook mogelijk om met een sloep een dag(deel) in en om Makkum te varen. Vanwege de golfslag in het IJsselmeer is het meer voor de hand liggend om de stad en het achterland op te zoeken. In Fryslân zijn meerdere “sloepenroutes” vanuit het Friese Merenproject, maar deze komen niet langs Makkum. Voor kanoën geldt min of meer hetzelfde als voor de sloepen. Het IJsselmeer is niet geschikt voor (minder ervaren) kanoërs. Daarnaast is het voor veel mensen niet interessant om over een groot open water te varen. Er moet een doel of een rondje zijn waar onderweg het nodige te zien of te beleven is. Surfen is een verzamelnaam voor meerdere sporten; windsurfen, kitesurfen en SUP (Stand Up Pedal). Al deze vormen van surfen worden beoefend in de regio. Makkum is een goede plaats om te (leren) kitesurfen omdat het water van het IJsselmeer tot een redelijk eind uit de kust ondiep is. Er is in Makkum een “Kitesurfspot”. Deze is opengesteld van 1 oktober tot 1 mei. Van 1 mei tot 1 oktober kan uitgeweken worden naar Kornwerderzand.
2.4.1 Huidige economische situatie Per 1 januari 2011 is de gemeente Súdwest Fryslân gevormd, bestaande uit de voormalige gemeenten Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradiel. De gemeente Súdwest Fryslân is met circa 82.000 inwoners en 39.000 banen de tweede grootste gemeente van Friesland na Leeuwarden (93.000 inwoners en 65.000 banen). Súdwest Fryslân kent vier belangrijke economische pijlers: landbouw, industrie, recreatie & toerisme en zorg. In relatie tot de impact van een mogelijke Makkumer lagune, zijn de (watergerelateerde) economische sectoren binnen Súdwest Fryslân van belang, in het bijzonder rond Makkum e.o. Dit zijn: Toerisme en recreatie Scheepsbouw en –onderhoud Beroepsvisserij Toerisme en recreatie De gemeente Súdwest Fryslân is een bekende watersportregio met de Friese Meren en IJsselmeerkust. De watersport is een belangrijk onderdeel van de recreatieftoeristische sector in de provincie Friesland. Belangrijke watersportkernen zijn: Sneek, Makkum, Hindelopen, Stavoren, Workum, Woudsend en Heeg. De Friese IJsselmeerkust trekt verhoudingsgewijs veel passanten, ruim 25% van het aantal bootovernachtingen in het hele IJsselmeergebied. De gemiddelde verblijftijd is niet erg hoog. Er is een aantal passanten “op doorreis” naar de Wadden of het Friese Merengebied, die de gemiddelde verblijftijd in de Friese IJsselmeerhavens naar beneden halen. Het blijft echter een populaire bestemming voor passanten als vaardoel of als tussenstop.
24
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Makkum, Workum, Hindeloopen en Lemmer bieden een behoorlijk breed aanbod aan voorzieningen incl. horeca. Het ankeren neemt toe. Het aantal beschutte ankerplaatsen in het IJsselmeergebied is echter beperkt. Het bezettingspercentage van jachthavens ligt hoog en beloopt gemiddeld 85-90 procent. Bij veel jachthavens zijn geen wachtlijsten meer, wat er op duidt dat er een zekere verzadiging is opgetreden. De meest populaire havens in het IJsselmeergebied zijn: Enkhuizen, Medemblik, Hoorn en Stavoren. Havens die ook overdekte en geïsoleerde winterstalling aanbieden hebben de meeste vraag naar ligplaatsen. Súdwest Fryslân heeft concurrentie van andere (toerisme)regio’s. Het grote voordeel voor dit gebied ligt gelegen in het unieke Friese Merengebied. Het Friese Merenproject heeft de kwantiteit en de kwaliteit van de watersportvoorzieningen in Súdwest Fryslân aanzienlijk verbeterd. Om de economische spin off te vergroten, is het echter van belang dat de recreatieve toegankelijkheid tussen het IJsselmeer en het binnenwater van Súdwest Fryslân verder verbetert (Bron: Rabobank 2011). De watersportmarkt is breed: het gaat om jachtbouwers – onderdeel van de sector industrie – maar ook om distributeurs en winkels in scheepsbenodigdheden. Via bestedingen van watersporters profiteren ook andere bedrijven, zoals horeca, detailhandel en instellingen op het gebied van cultuur en amusement van dit watersportcluster. In de periode 2005-2009 is het aantal banen in de watersport met 9,6 procent gegroeid, wat hoger is dan de totale sector. Deze groei over de laatste vijf jaar kwam vooral op conto van de jachtwerven. In totaal waren er in 2009 in Noord–Nederland 273 jachthavens geregistreerd waarvan 219 zich in de provincie Friesland bevinden. Na 2008 is sprake van een daling van de werkgelegenheid in de watersportsector. Deze daling sinds 2008 is zichtbaar in alle watersportgerelateerde sectoren, met name bij de jachtwerven en de bootverhuur (Bron: Werkgelegenheidsregister Fryslân). Voor Fryslân bedragen de uitgaven van dagrecreanten (na jaarlijkse inflatiecorrectie) per persoon per dag €15,45 in 2012. De totale uitgaven door dagrecreanten in Fryslân bedragen €485 miljoen. Verblijfstoeristen gaven in 2012 in Fryslân €544 miljoen uit. De tendens is dat het aandeel bestedingen door verblijfstoeristen in Fryslân toeneemt, met name door de verhuur van woningen. Scheepsbouw en –onderhoud In de analyse t.a.v. watergebonden toerisme en recreatie is reeds gewezen op het grote aandeel van de jachtwerven. Hier besteden we meer aandacht aan. Rondom het IJsselmeer liggen diverse (grote) scheepswerven. Zo worden op de werven in Makkum, Vollenhove, Zwartsluis, Medemblik, Harlingen en Urk (luxe) jachten gebouwd en worden er op de werven in Lemmer, Urk, Harlingen, Kampen, Meppel, Franeker, Bergum en Stroobos overwegend binnenvaart- en zeevaartschepen gebouwd. Er is sprake van een sterke cluster dat zich richt op de nieuwbouw maar ook de refit, reparatie van- en service aan schepen. In deze cluster wordt geconcurreerd, maar ook veel samengewerkt (bron: MKBA verbreding sluis Kornwerderzand, Witteveen+Bos, 2013). Het maritieme cluster bestaat uit de scheepswerven in het gebied met daaromheen een grote groep toeleveranciers en onderaannemers. Binnen het cluster bevindt zich een groep maritieme opleiders op MBO- en HBO-niveau, die aansluiten op de bedrijfsscholen van de scheepswerven en de noordelijke technologie- en kenniscentra. De werven langs de Friese kust en de IJsseldelta zijn ook verbonden met een groter noordelijk maritiem netwerk wat tevens de provincie Groningen omvat en zich zelfs nog een eind in Noord-Duitsland voortzet. De markt is sterk internationaal georiënteerd, en concurrenten bevinden zich over de hele wereld. In Makkum, aan het Makkumerdiep, is de werf van Koninklijke De Vries Scheepsbouw gevestigd. Dit bedrijf telt circa 250 werknemers en richt zich op de afbouw van exclusieve custom-built jachten uit de XL-serie van Feadship. De jachten hebben een minimale afmeting van 75 meter lengte en 12 meter breedte. Het maximale volume 25
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
bedraagt 3000 ton. Daarnaast richt De Vries Makkum zich op refits: de renovatie en restyling van klassieke Feadship-jachten. De jachtbouwwerven zijn sterk innovatief gericht en concurreren internationaal vooral op kwaliteit van het product en service. Zij zijn de onbetwiste wereldmarktleiders in het topsegment van de superjachten. Bij superjachten is het gebruikelijk dat ook het onderhoud door de werf wordt verricht die het jacht heeft gebouwd. Het kleine onderhoud en service gebeuren op afstand door mobiele teams, groter onderhoud en refits gebeuren aan de werf. Om de verdere groei van de scheepsbouwers rond de IJsselmeerkust te faciliteren, is recentelijk een planstudie gestart naar de verbreding van het sluiscomplex bij Kornwerderzand. Beroepsvisserij De sector beroepsvisserij is, vanwege het ontbreken van recente informatie, niet nader onderzocht. We verwachten echter dat – in verhouding tot de sectoren toerisme en recreatie en scheepsbouw – het economisch belang van deze sector niet groot zal zijn. Dit mede vanwege het feit dat het aantal beroepsvissers op het IJsselmeer zeer beperkt is en de ontwikkeling van de Makkumer lagune in een gedeelte van het IJsselmeer ligt waar de bodemdiepte maakt dat er geen beroepsvisserij mogelijk is.
2.4.2 Nautisch gebruik Het projectgebied ligt nabij de sluizen van Kornwerderzand, een belangrijke nautische schakel tussen de Waddenzee en het IJsselmeer. De route wordt intensief benut door zowel recreatievaart als beroepsvaart. De route betreft een klasse Vb vaarweg, waarbij de Vb duwbakcombinaties moeten opdelen om de Lorentzsluizen te kunnen passeren. Jaarlijks worden circa 40.000 recreatieve en beroepsschepen geschut [1]. Het projectgebied ligt in principe buiten deze doorgaande vaarweg, waardoor deze doorgaande route niet wordt beïnvloed. Een andere belangrijke vaarweg is het Makkumer Diep, welke toegang geeft tot havens van Makkum, de recreatieparken en het achterland (vaarweg naar Tjerkwerd). Deze route ligt eveneens buiten het projectgebied en zal uiteraard beschikbaar moeten blijven in de toekomst. De vaarweg is toegankelijk voor schepen tot en met klasse III. Wensen en randvoorwaarden
[1]
Havenvisie Wadden, Verantwoord Varen op het Wad, projectnr. 188898, revisie 04, 26 maart 2010 26
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
3 WENSEN EN RANDVOORWAARDEN VANUIT DE OMGEVING Vanuit de omgeving en de betrokken stakeholders zijn er een aantal wensen geuit waaraan het onderhavig initiatief aan moet bijdragen: Dit betreffende de navolgende aspecten: Landschappelijke waarden (zicht naar IJsselmeergebied De huidige doorzichten naar het IJsselmeergebied worden door de bewoners van de IJsselmeerkust als zeer waardevol gezien. Belangrijk is dan ook dat de Makkumer lagune het zicht op het IJsselmeer niet ontneemt door bijvoorbeeld de hoogte van de eilanden en/of de daarop staande begroeiing. Zicht ontnemen op windmolenpark Zoals bekend zijn er vergaande plannen in ontwikkeling om in het IJsselmeer op zo’n 6 kilometer afstand uit de kust van Makkum een windmolenpark te realiseren. Door het realiseren van de Makkumer lagune net voor de kust van Makkum wordt het zicht op het windmolenpark voor een belangrijk deel ontnomen. Versterken watersportrecreatie (surfen, zeilen, zwemmen) De kust van Makkum staat bekend om de mogelijkheden voor watersporters waarbij (kite)surfen en zeilen verreweg de belangrijkste takken van watersport in dit gebied zijn. Het gebied is geliefd bij deze watersporters doordat het dicht bij de Afsluitdijk en Kornwerderzand ligt. Daar is het IJsselmeer voldoende diep om volop voornoemde watersporten te kunnen beoefenen. Om de kust van Makkum aantrekkelijker te maken voor watersporters en met name voor surfers en zeilers en zwemmers is het gewenst om het gebied tussen de eilandjes en de kust te verdiepen. Dagrecreatie (picknicken op eilandje) Een andere wens vanuit de stakeholders is om een van de mogelijke eilandjes in te richten voor passieve dagrecreatie. De gedachte is dat je met het gezin naar een van de eilandjes kan varen, vrij kan aanmeren en daar bijvoorbeeld kan picknicken. Versterken ecologische kwaliteit In het IJsselmeergebied en even daarbuiten in het Waddengebied zijn er tal van initiatieven om de waterkwaliteit, maar ook de ecologische kwaliteiten van het IJsselmeer te versterken. Denk hierbij aan de Vismigratierivier, maar ook aan het initiatief van de Vogelbescherming om het aantal hoogwatervluchtplaatsen langs de Waddenzee te vergroten. De Makkumer lagune is inhoudelijk, maar ook qua ligging uitermate geschikt om een positieve impuls te geven om de natuur te versterken, waarbij de belangrijkste koppeling die met de Vismigratierivier is. Recreatieve vaarverbinding tussen Workum en Makkum Momenteel is er tussen Workum en Makkum geen vaarverbinding voor kleinere scheepjes, waaronder elektrische sloepen. Veel recreanten durven niet het grote IJsselmeer op om van Workum naar Makkum en vice versa te varen. Door de aanleg van de lagune ontstaat er langs de kust rustiger vaarwater dat aantrekkelijk is voor kleinere boten. Hierdoor ontstaat er tevens een mooie verbinding ‘buitenom’ met de Friese meren. Economische impuls voor de recreatieve sector De Nederlandse markt van vakantieparken bevindt zich in moeizaam vaarwater. Hoewel de vraag structureel groeit, kampt de markt met uitdagende omstandigheden als groeiende concurrentie, een verzadigde markt en een consument die steeds meer wil tegen een steeds scherpere prijs. Door de ontwikkeling van de Makkumer lagune en de daarmee positief impuls voor de watersportliefhebber, wordt de regio aantrekkelijker voor recreatieondernemers, als verhuurders van kano’s, sloepen e.d. maar ook voor verblijfsrecreatie en horeca. Naast bovenstaande wensen zijn er ook een aantal randvoorwaarden benoemd die de slagingskans van de Makkumer lagune vergroten. Dit betreffen: Niet hinderen scheepvaart 27
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Even ten noorden van de te ontwikkelen Makkumer lagune ligt een vaarroute voor de scheepvaart komend vanuit Kornwerderzand naar Makkum. Ten westen van de Makkumer lagune ligt de vaargeul Kornwerderzand – Urk. Een van de belangrijkste voorwaarde voor de ontwikkeling van de Makkumer lagune is dan ook dat er geen negatieve effecten mogen optreden voor passerende scheepvaart. Negatieve effecten kunnen bijvoorbeeld ontstaan door (onverwachte) stromingsverschillen en versnelde sedimentatie van de vaargeul. Geen afname ecologische kwaliteit Het IJsselmeer behoort tot de Ecologische Hoofdstructuur en valt onder de verantwoordelijkheid van het Rijk. De Waddenzee en het IJsselmeergebied zijn onder de Vogel- en Habitatrichtlijn grotendeels aangewezen als Natura 2000-gebied, waarbij de Natuurbeschermingswet onverkort op deze gebieden van toepassing is. Geen afname bergingscapaciteit (Overstroombaarheid) Het waterbeheer van het IJsselmeer is van groot belang voor de zoetwatervoorziening en voor de waterhuishouding van de aangrenzende gebieden die afwateren op het IJsselmeer. Om voldoende berging van water op het IJsselmeer te kunnen garanderen mogen maatregelen in het IJsselmeer geen gevolgen hebben voor de waterberging. Dit kan worden gegarandeerd door de luwtemaatregelen niet te hoog te maken. Veiligheid tegen overstromingen en erosiebestendigheid De Friese IJsselmeerkust beschermd het achterland tegen overstromingen vanuit het IJsselmeer. Ook in de toekomst zal deze bescherming op peil moeten blijven. Bij stormen met zuidwestenwind vindt opstuwing van het waterpeil in de noordoosthoek van het IJsselmeer. De aanleg van luwtemaatregelen heeft hierop naar verwachting geen of een beperkte invloed. Wel zorgen de luwtemaatregelen ervoor dat minder hoge golven de IJsselmeerkust bereiken. De luwtemaatregelen van de Makkumer lagune zorgen dat de erosiekracht van de golven afneemt. Geen afname waterkwaliteit De waterkwaliteit in de Lagune en in het IJsselmeer mag niet afnemen door de aanleg van de Makkumer lagune. Dit betekent bijvoorbeeld dat de kans op het optreden van de bloei van blauwalgen niet mag toenemen. Deze eis wordt enerzijds ingegeven door de Kaderrichtlijn Water (KRW), en anderzijds door de eisen vanuit het Makkum. Zo mag de kwaliteit van het (zwem)water niet afnemen, zodat de recreatiemogelijkheden behouden blijven. Om aan de eis te voldoen dient voldoende verversing van de Makkumer lagune plaats te kunnen vinden. Dit wordt bereikt doordat er voldoende uitwisseling van het water van de lagune met het IJsselmeer plaatsvindt.
28
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
3.1 Vergunningen, procedures en onderzoeken Op basis van onze ervaring verwachten wij dat de navolgende vergunningen en planologische procedures noodzakelijk zijn voor het ontwikkelen van de Makkumer lagune. Aangezien het ontwerp van de Makkumer lagune niet definitief vastgesteld is, is onderstaande tabel 3.1 niet limitatief. Tabel 3.1: Benodigde vergunningen/ ontheffingen en procedures
Vergunning/ ontheffing/ procedure
Activiteit
Natuurbeschermingswet vergunning
Werken in of nabij Natura2000 gebied
Flora- en Faunawet ontheffing
Verstoren van flora- en/of fauna
Projectplan waterwet
Werken in rijkswateren
Ontgrondingsvergunning
Ontgraven en/of ophogen
Omgevingsvergunning
Diverse activiteiten
Toestemming Binnenvaartpolititeregelement
Werkzaamheden op de vaarweg
Verkeersbesluit Scheepvaartverkeersweg
I.v.m. mogelijk werkgebied
Besluit Bodemkwaliteit
Het toepassen van grond
Besluit lozen buiten inrichting
Afvoeren van bemalingswater
Watermelding
Uitvoeren van div. onderzoeken
Bestemmingsplan wijziging
Realisatie van de Makkumer lagune past niet binnen het vigerende bestemmingsplan
MER en Passende beoordeling
Landwinning in zee of de wijziging of uitbreiding daarvan.
29
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
4 DE MAKKUMER LAGUNE 4.1 Zoekgebied Om een luwtegebied te creëren in het IJsselmeer voor de kust van Makkum tot Gaast moeten verondiepingen worden gecreëerd, die het achterliggende gebied afschermen van de golven van het IJsselmeer. In de onderstaande figuur 4.2 is het gebied weergegeven waar ruwweg de luwtezone gecreëerd kan worden, door de luwtemaatregelen te realiseren. Aan de oostzijde wordt het zoekgebied begrensd door Makkum, de Makkumer zuidwaard en de Kooiwaard. Aan de noordzijde vormt de vaargeul van Kornwerderzand naar Makkum de grens van de zoekgebieden en aan de westzijde vormt de vaargeul door het IJsselmeer de begrenzing. Aan de zuidoostzijde en zuidzijde is een grens getrokken die vloeiend van de vaargeul in de richting van Gaast loopt. Hierbij zijn diepe putten in de IJsselmeerbodem vermeden.
Figuur 4.2 Zoekgebieden voor de luwtezone en de luwte maatregelen.
De grens tussen de zoekgebieden voor de luwtemaatregelen en de luwtezone is willekeurig gekozen. Het is mogelijk om de luwtemaatregelen dichterbij het land te plaatsen. De effectiviteit van de luwtemaatregelen, uitgedrukt in het oppervlakte luwte dat wordt gecreëerd per strekkende meter maatregel neemt dan af. Als de
30
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
luwtemaatregelen aan de westzijde van het zoekgebied worden geplaatst, wordt de omvang van de gecreëerde luwtezone groter.
4.2 Bouwstenen De verondiepingen voor het luwtegebied hoeven niet over de volle lengte van het te beschermen gebied aan worden gelegd. Ook met doorgangen tussen de verondiepingen kan voldoende luwte worden gecreëerd. De meeste luwte kan worden gecreëerd door een maatregelen dwars op de overheersende wind- en golfrichting te plaatsen. Bij harde structuren (damwanden, palenrijen, stenen dammen) is dat niet noodzakelijk. Bij eilanden van zand is een plaatsing dwars op de overheersende golfrichting aan te bevelen, om zandverliezen te beperken. Het type en de vorm van de verondiepingen ligt niet vast, hiervoor zijn allerhande varianten mogelijk, waarvan hier een aantal op rij zijn gezet: Verticale structuren: damwanden, palenrijen. Door een damwand of palenrij te plaatsen tot net onder of boven het waterniveau worden de golven geheel (bij een damwand) of grotendeels (bij een open palenrij) weggehouden uit het achterliggende gebied. Een dergelijke verticale structuur heeft ruimtelijke gezien (in bovenaanzicht) een zeer beperkte impact en kan zeer effectief zijn. De belasting die een verticale structuur ondervindt is fors, niet alleen door de golven die er tegen aan klappen, maar ook door ijsgang die in het IJsselmeer kan optreden. Verticale structuren zijn relatief kwetsbaar voor aanvaringen. Stenen dammen Onder stenen dammen verstaan we dammen met een toplaag van zware stortsteen. De opbouw van de dam is verder afhankelijk van de lokale omstandigheden en de functie van de dam, onder de grove breuksteen liggen meestal een of twee filterlagen van fijnere breuksteen op een laag geotextiele doek. De kern van de dam wordt meestal gevormd van zand. Een stenen dam die dwars op de overheersende winden golfrichting wordt geplaatst functioneert op vergelijkbare wijze als een verticale structuur: de golven worden weggehouden uit het achterliggende gebied. De ruimtelijke voetafdruk van een stenen dam is groter dan die van een verticale structuur, omdat beide zijden een helling hebben (figuur 4.3). Overigens is het niet noodzakelijk om beide hellingen in steen uit te voeren, aan de luwe zijde is de belasting door golven en stroming beperkt, zodat daar voor een zandhelling kan worden gekozen.
Figuur 4.3 Schematische dwarsdoorsnede van een stenen dam.
De dimensionering (hoogte, breedte van de kruin) en de maatvoering van de stortsteen is afhankelijk van de gedetailleerde eisen die aan de dam worden gesteld. In dit stadium kan worden gesteld dat de taluds aan beide zijde een helling 1:2 tot 1:3 zullen hebben. De maatvoering van de stortsteen kan waarschijnlijk afhankelijk worden gemaakt van de diepte, met de grootste en zwaarste steenklasse aan de bovenzijde en een lichtere en kleinere klasse aan de onderzijde en de achterzijde. 31
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Zandeilanden Zandeilanden bestaan primair uit een zandlichaam, dat tot boven het waterniveau van het IJsselmeer reikt. Het zand van een eiland in het IJsselmeer wordt door de dagelijkse golfwerking getransporteerd. Dat betekent dat de vorm van het eiland van dag tot dag veranderd. De richting van het zandtransport langs het eiland is afhankelijk van de richting van de invallende golven. Hoe een eiland zich in de loop van de tijd ontwikkeld is afhankelijk van de oriëntatie ten opzichte van de overheersende wind- en golfrichting en de begrenzing aan de beide uiteinden. Ook het profiel van het eiland op dieper water is belangrijk voor de ontwikkeling in de loop van de tijd. Hierbij geldt dat bij een steil profiel meer zandverliezen zullen optreden, doordat zand uit het ondiepe bereik (ruwweg de bovenste meter) naar het diepere bereik wordt getransporteerd. Bij een flauwer profiel, dat meer de evenwichtssituatie benaderd, zullen minder zandverliezen naar het diepere water optreden.
Figuur 4.4 Schematische dwarsdoorsnede van een luwte dam van zand.
Bij een eiland dat geheel uit zand bestaat en dat dwars op de overheersende wind- en golfrichting is geplaatst, zal transport van het zand naar beide uiteinden plaatsvinden, die hierdoor gaandeweg uitbouwen. Het zand voor de uitbouw is afkomstig van het midden van het eiland. Langzamerhand wordt zo’n eiland smaller en langer.
Figuur 4.5 Schematische weergave van de veranderingen die een geheel zandige eiland in de loop van de tijd onder gaat. 32
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Bij een eiland dat is ‘opgesloten’ tussen twee dammen die het aan beide uiteinden begrenzen, vindt ook transport naar beide uiteinden plaats. Bij de uiteinden wordt het zand gevangen door de dammen en ontstaan kustbogen. Het zand dat daar wordt gevangen is afkomstig van het midden van het eiland. Eilanden met aan één zijde een dam en zonder begrenzing aan de andere zijde vertonen een combinatie van de ontwikkelingen, namelijk een kustboog tegen de dam en uitbouw aan de nietbegrenzende zijde.
Figuur 4.6 Schematische weergave van de veranderingen die een zandige eiland met harde begrenzingen in de loop van de tijd onder gaat.
De verschillende maatregelen zijn ook in combinaties toepasbaar.
4.3 Uitbreidingsmogelijkheden Afhankelijk van de wensen en eisen en de beschikbare budgetten is het mogelijk om elementen aan de Makkumer lagune toe te voegen. De mogelijkheden hiervoor zijn mede afhankelijk van de type luwtemaatregelen. Meer bescherming tegen golfaanval Door de hoogte van de luwtemaatregelen te vergroten bieden deze extra bescherming tegen de golfaanval, ook tijdens hogere waterstanden. Dit betekent dat de golfaanval op de Friese IJsselmeerkust kan worden beperkt. Droogliggend areaal Stenen dammen en zanddammen kunnen aan de landwaartse zijde worden uitgebreid, door meer zand tot boven de waterlijn aan te brengen. Op die manier kan meer areaal worden gecreëerd dat, afhankelijk van de exacte hoogte, zelden of nooit overstroomt. Dit areaal is bruikbaar voor verschillende functies. Het is bijvoorbeeld mogelijk om broedlocaties te creëren voor watervogels. Ook kan een nieuwe recreatieve bestemming worden gecreëerd voor dagrecreatie. Verdieping van de waterbodem In het luwtegebied kan door baggeren extra waterdiepte worden gecreëerd. Hiermee ontstaan nieuwe mogelijkheden voor watersporters. Het vrijkomende materiaal kan worden benut voor de aanleg van de luwtemaatregelen.
33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Naast bovenstaande generieke uitbreidingsmogelijkheden zijn er ook specifieke maatregelen denkbaar, zoals de aanleg van een kade, een haventje of andere afmeer voorzieningen.
4.4 Fasering Het is niet noodzakelijk om alle luwtemaatregelen direct aan te leggen, fasering van het plan is zonder meer mogelijk. Het is bijvoorbeeld mogelijk om te beginnen met de aanleg van één dam of eiland. Het areaal aan luw water dat hiermee wordt gecreëerd is beperkt. Zo’n eerste fase kan worden benut als pilot of proeftuin, om de ontwikkelingen in het gebied in de gaten te houden. Bij volgende fasen kan het geleerde dan in praktijk worden gebracht. Naast de fasering in de aanleg van de luwtemaatregelen kan ook de eventuele uitbreiding van het droogliggend areaal in de tijd plaats vinden, door in een later stadium achter de luwte maatregelen zand aan te brengen. Gefaseerde aanleg van luwtemaatregelen en de uitbreiding van areaal kan worden gekoppeld aan de beschikbaarheid van zand dat vrijkomt bij de verruiming en het onderhoud van de vaargeulen.
4.5 Building with nature De Building with Nature principes zijn gericht op het creëren van maatregelen die meewerken met de natuurkrachten in het gebied. In de omgeving van Makkum is het zandtransport door de golven de belangrijkste natuurkracht. Aan de Friese IJsselmeerkust zijn verschillende proeven uitgevoerd in Building with Nature kader, waarvan de voeding met de zandsuppletie de belangrijkste is voor Makkum. Het creëren van luwtemaatregelen van zand past uitstekend in de Building with Nature principes. De gewenste/vereiste mate van dynamiek is bepalend voor de mate waarin het zand zal moeten worden ‘vastgehouden’, door opsluitdammmen toe te passen. Hierbij kan nog worden opgemerkt dat de aanleg van volledige zandige luwtemaatregelen (eilanden) kan worden beschouwd als volledig omkeerbaar, omdat het zand relatief eenvoudig kan worden weggehaald, voor zover het niet al door natuurlijke transportprocessen wordt herverdeeld.
4.6 Twee voorbeelden Figuur 4.7 toont twee eindbeelden waarbij verschillende bouwstenen een smalle en een brede lagune zijn gecreëerd. De linker kaart toont een serie harde structuren die een smalle lagune afschermen. De breedte van deze maatregelen (ongeacht of het een verticale structuur betreft of stenen dammen) is overdreven, in werkelijkheid zou de omvang van zo’n serie maatregelen wegvallen bij de schaal van de kaart. De ontwerpvrijheid bij dergelijke structuren laat veel varianten toe, met kortere, of langere structuren/dammen en andere oriëntaties. De rechter kaart laat een aantal eilanden van zand zien. De oriëntatie van deze eilanden is dwars op de overheersende wind- en golfrichting. Afwijken van die oriëntatie levert veel veranderingen op door de grote zandtransporten die dan plaatsvinden. Met de eilandenboog is een brede lagune gecreëerd.
34
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Figuur 4.7 Bovenaanzicht van twee voorbeelden. Links: Smalle lagune met harde luwtemaatregelen (stenen dammen, damwanden of palenrijen); Rechts: Brede lagune met zandige eilanden als luwtemaatregelen.
De hierboven getoonde voorbeelden zijn twee uitersten, met alleen maatregelen van één type en gericht op een brede en een smalle lagune. Zoals eerder gemeld is mogelijk om de verschillende type luwtemaatregelen te combineren. Daarmee neemt de ontwerpvrijheid sterk toe. Ook is het mogelijk om de lagune gefaseerd te creëren, door te beginnen met een of twee maatregelen en in volgende fasen verder uit te breiden. Figuur 4.7 geeft
35
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
5 EFFECTENINSCHATTING 5.1 Waterbeweging: golven en verversing Luwtemaatregelen zorgen voor de afscherming van het achterliggende gebied, zodat de golven uit het IJsselmeer het achterliggende gebeid niet bereiken. De richting van de invallende golven is bepalend voor de precieze ligging van het luwtegebied en omdat dit afhankelijk is van de windrichting en in de tijd varieert, verandert de begrenzing van het luwtegebied. Aan beide uiteinden van de luwtemaatregel zijn gebieden waar het golfveld veranderd doordat de golven erop afbuigen. In figuur 5.1 zijn het invallende golfveld (1), het luwtegebied waar geen golven aanwezig zijn (2) en de gebieden aan beiden uiteinde (3) schematisch weergegeven. Als het golfveld scheef op de luwtemaatregel invalt dan veranderd de afbuiging van de golven op de uiteinden en veranderd het invloedgebied.
Figuur 5.1 Schematische weergave van de invloed van een luwtemaatregel op een loodrecht invallend golfveld (1), het gebied dat volledig wordt afgeschermd van invallende golven (2) en de gebieden die door refractie van het golfveld beïnvloedt worden (3).
Voor de stroming achter de luwtemaatregelen geldt dat deze, net als in de huidige situatie, sterk afhankelijk zal zijn van de optredende meteorologische omstandigheden op het IJsselmeer. De stroming in het IJsselmeergebied wordt voornamelijk opgewekt door de wind en de windgolven. Hoe de stroming precies zal gaan lopen bij welke omstandigheden, kan voor het betreffende gebied met computermodellen worden gesimuleerd. Op hoofdlijnen kan worden vastgesteld dat elk ontwerp waarbij doorstroming ‘áchterlangs’ mogelijk is, dat wil zeggen van noordnoordwest naar zuidzuidoost (en omgekeerd), voldoende stroming toestaat. Van de aandrijvende krachten voor de optredende stroming neemt de lokale opgewekte stroming door golven achter de luwtemaatregel af. Wel blijft het gebied onderdeel uitmaken van het grootschalige stromingspatroon in het IJsselmeergebied. Aanvullende stroming kan en zal plaatsvinden door de eventuele openingen tussen de luwtemaatregelen.
36
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
5.2 Morfologie, zand- en slibsedimentatie Overheersende windrichting Een eiland met een oriëntatie loodrecht op de overheersende windrichting zal het meest effectief zijn als luwtemaatregel: met die noordwest-zuidoost oriëntatie wordt per strekkende meter eiland het meeste oppervlak aan luwte gecreëerd. Deze oriëntatie is ook het meest aantrekkelijk bij de aanleg van een eiland met een vooroever en strand van zand. Bij deze oriëntatie vindt er weinig herverdeling van zand langs het strand plaats en wordt snel een evenwichtsligging bereikt. Aanslibbing In de luwtezones van de Makkumer Lagune zou aanslibbing op kunnen treden. De mate waarin dit optreedt, is afhankelijk van de concentraties zwevend stof in het IJsselmeer en de wateruitwisseling tussen het IJsselmeer en de luwtezones. Zwevend stof is op verschillende plaatsten in het IJsselmeer gemeten. Figuur 5.2 toont de locaties die het dichtst bij Makkum liggen namelijk Kornwerderzand Voorhaven, Kornwerd en Hindeloopen. Figuur 5.3 toont de gemeten concentraties. Met een gemiddelde van 22-23 mg/l zijn de concentraties betrekkelijk laag. Dit betekent dat het aanbod van slib klein is. De wateruitwisseling tussen het IJsselmeer en de luwtezones worden bepaald door de windgedreven stroming. Deze stroming is over het algemeen betrekkelijk klein. Figuur 5.4 toont een voorbeeld van berekende dieptegemiddelde stroming bij windkracht 3 uit zuidzuidwestelijke richting. Figuur 5.5 toont een voorbeeld van berekende dieptegemiddelde stroming bij windkracht 6 uit zuidzuidwestelijke richting. Deze figuren laten zien dat de stroomsnelheden langs de kust van Makkum bij matige zzw-wind orde 0,05 m/s bedragen en bij krachtige zzw-wind orde 0,20 m/s. Door de lage zwevend stofconcentraties en de betrekkelijk kleine stroomsnelheden zal de aanslibbing in de luwtezones beperkt zijn.
Figuur 5.2. Locaties van meetstations concentratie zwevend stof (bron: waterbase.nl)
37
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Figuur 5.3. Concentratie zwevend stof bij Kornwerderzand Voorhaven, Kornwerd en Hindeloopen. Zie Figuur 5.2 voor locaties.
Figuur 5.4. Berekende dieptegemiddelde stroomsnelheden bij een windsnelheid van 4 m/s en windrichting 194°
38
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Figuur 5.5. Berekende dieptegemiddelde stroomsnelheden bij een windsnelheid van 13 m/s en windrichting 192°
5.3 Waterkwaliteit en peilbeheer 5.3.1 Waterkwaliteit Blauwalgen Blauwalgen hebben nutriënten, licht en een hoge temperatuur (>20 0C) nodig om tot bloei te komen. Onder voor blauwalgen optimale opstandigheden is de blauwalg in het voordeel ten opzichte van de aanwezige groene algen, en zal de groene algen verdringen. Vanwege de open verbinding tussen de Lagune en het IJsselmeer is de verwachting dat de verversing van het water in de Lagune nog steeds zal plaatsvinden. De omvang van luwtemaatregelen en tussengelegen openingen zal hierop gedimensioneerd worden. Dat betekent dat de kans op het optreden van blauwalgen bloei niet door dit plan zal toenemen. Licht Het lichtklimaat in de lagune verbetert waarschijnlijk na het aanleggen van de eilanden. Dit betekent dat de omstandigheden voor blauwalgen verbeteren, en er ook mogelijk risico zal zijn op benthische (op de bodem levende) blauwalgen. De lichtomstandigheden hangen echter ook af van de hoeveelheid groene algen in het water. Nutriënten De nutriënten samenstelling verandert waarschijnlijk niet door de eilanden, behalve wanneer er op grote schaal door Driehoeks- of Quagga mosselen wordt gefiltreerd waardoor de nutriëntensamenstelling mogelijk veranderd (IJff 2014). Risico is dat de luwte vogels aantrekt wiens ontlasting een belangrijke extra bron van nutriënten is. Temperatuur Omdat het gebied qua doorstroming wat rustiger wordt kan een temperatuurverhoging van het water worden verwacht. Dit kan een positief effect op de blauwalgen hebben. Maatregelen Mosselbanken, kranswiervelden en voldoende verversing verlagen het risico op blauwalgenbloei. Ook wegbaggeren van de nutriëntrijke bovenlaag helpt, maar dit heeft door de verstoring een negatief effect op het ecosysteem.
5.3.2 Peilbeheer In het kader van het Deltaprogramma wordt toegewerkt naar een peilbesluit over het invoeren van een flexibel zomerpeil voor het IJsselmeer. Mogelijk heeft het invoeren 39
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
van een flexibel zomerpeil consequenties voor de overschrijdingsfrequentie van bepaalde waterstanden in de zomermaanden. Waarschijnlijk heeft dit een negatieve invloed op de huidige kustlijn van Makkum, omdat het aantal momenten toeneemt dat zomerstormen voor versnelde erosie en afslag van het strand zorgen. De luwtemaatregelen van de Makkumer lagune kunnen deze negatieve effecten mitigeren. De eventuele gevolgen van veranderd peilbeheer voor de luwtemaatregelen zelf kunnen worden opgevangen door aanpassingen in het ontwerp. Dit geldt bijvoorbeeld voor de eventuele ecologische functies van de luwtemaatregelen die gekoppeld zijn aan de overschrijdingsfrequentie, zoals het gebruik als rust- en broedgebied. Door een overhoogte toe te voegen van 10 of maximaal 20 cm kan het effect van het peilbesluit worden opgevangen.
5.3.3 Nautisch gebruik Het projectgebied zelf heeft een belangrijke recreatieve waarde. Momenteel loopt er een recreatieve betonde route door het gebied en daarnaast wordt het gebied intensief benut door kitesurfers en andere watersporten. Deze functies blijven ook in de toekomst behouden en worden met het project zelfs meer attractief. De recreatieve vaarroute door de lagune beschermt de recreatievaart enigszins tegen stroming, golven en wind, waardoor de vaarroute attractiever wordt voor de minder ervaren recreatievaarder. De menging van doorgaande recreatievaart met lokaal aanwezige watersport (kitesurfers, waterscooters) is wel een belangrijk punt van aandacht. Het watervlak neemt af, de kans dat de stromen elkaar gaan hinderen neemt toe, met daardoor een hogere kans ongevallen. Veiligheid is een belangrijk aandachtspunt en het verdient aanbeveling om de menging van doorgaande recreatievaart en kitesurfers/lokale watersporters zo goed mogelijk te scheiden.
5.3.4 Baggerbezwaar De condities en daarmee de sedimentatie in de vaarweg Kornwerderzand-Urk wordt niet beïnvloedt door de aanleg van de Makkumer lagune. Zelfs bij de aanleg van eilanden van zand aan de westzijde van het zoekgebied (de rechterzijde van figuur 4.7) is de afstand tussen de eilanden en de vaargeul dermate groot dat er geen zandtransport vanaf de eilanden tot in de vaargeul zal optreden. Voor de vaargeul van Kornwerderzand naar Makkum geldt dat het golfgedreven zandtransport langs een eiland van zand met westen en zuidwesten wind in de richting van de vaargeul is gericht. Bij aanleg verder ten zuiden van de vaargeul en/of een aanvullende maatregel in de vorm van een stenen (opsluit)dam aan de noordzijde van het eiland kan worden uitgesloten dat er zandtransport naar de geul plaatsvindt. Dit aspect vereist aandacht bij detaillering van de plannen. Van de aanleg van een luwtemaatregel worden geen gevolgen voor de sedimentatie van slib in de vaargeul verwacht. Dit klinkt misschien onlogisch, omdat de rustige omstandigheden waarbij slib kan neerdwarrelen uit de waterkolom, toenemen door de luwtemaatregel. Maar voor vaargeul geldt dat de huidige situatie, met een relatief diepe vaargeul in een verder ondiep gebied al relatief gunstig zijn, zodat de sedimentatie van slib beperkt is. Deze relatief gunstige omstandigheden veranderen slechts marginaal. De aanwezigheid van een eiland betekent dat de golfwerking nabij de vaargeul wordt beperkt bij wind vanuit het zuidwesten. Dit kan een licht positief effect hebben op de aanzanding in de vaargeul en daarmee het baggerbezwaar iets reduceren.
40
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
5.4 Ecologie 5.4.1 Waterplanten Stuurfactoren Door van Geest en Noordhuis (2014) zijn diverse maatregelentypen in het IJsselmeergebied en hun effect op waterplanten in beeld gebracht. De maatregelen die in dit project aanwezig kunnen zijn, en hun effect op diverse soorten waterplanten, zijn weergegeven in tabel 5.1. Tabel 5.1: Indicatie van de effecten van maatregelentypen op de dominante groeivormen van waterplanten in het IJsselmeergebied (van Geest & Noordhuis 2014).
Draadwier
Smalbladig Doorgroeid Kranswier fonteinkruid fonteinkruid
Sterkranswier
Creëren luwte
+
+
+
+
+
Verondieping tot <1m
+
+
-
+
-
Verondieping 1-4m
-
-
+
-
+
Aanbrengen hardsubstraat
0
0
0
0
0
maaien
0
-
0
-
0
+: positief effect; - negatief effect; 0 geen effect
Potentiele effecten eilanden Door de aanleg van zowel recreatie als natuureilanden ontstaan de volgende kansen voor waterplanten: Wanneer de ‘kop’ van het eiland in de overheersende windrichting wordt gelegd worden aan de andere zijde luwten gecreëerd. Het effect van de wind wordt verkleind wat naar verwachting een positief effect heeft op de helderheid en daarmee de bedekking door waterplanten. Naarmate de structuur op grotere afstand van de kust ligt zal een groter areaal een grotere en meer stabiele helderheid hebben en daarmee geschikt worden/blijven voor de ontwikkeling van waterplanten. Luwte structuren leiden ook tot vermindering van de sediment en golfslag dynamiek, wat waterplantengroei ten goede komt. Ondieptes aan de noordoost kant van het eiland bieden vervolgens, afhankelijk van de diepte, kansen voor alle soorten waterplanten. Effecten op andere waarden Wanneer door de aanleg van de eilanden de waterplanten bedekking toeneemt, geeft dit de volgende effecten op andere waarden: Er wordt extra schuil-, paai- en kraamkamer ruimte gecreëerd voor diverse vissoorten Er wordt voedsel voor vogels gecreëerd. Rondom het recreatie eiland kunnen waterplanten overlast bezorgen aan water recreanten
5.4.2 Mosselen Stuurfactoren Door van Emmerik (2014) zijn de habitateisen van de Quagga mossel op een rij gezet en afgezet tegen de eisen van de driehoeksmossel: Quagga mosselen hebben een lagere temperatuur tolerantie dan driehoeksmosselen. 41
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Driehoeksmosselen komen dieper voor dan Quagga mosselen (maar beide op -10 meter) Quagga mosselen lijken iets gevoeliger voor hoge (>0.2 m/s) stroomsnelheden dan driehoeksmosselen Beide soorten hechten goed op hardsubstraat. Quagga mosselen hechten ook op materialen als glas, plastic, metaal en rubber. Ook vestiging op zachtsubstraat is voor de Quagga mossel beschreven. Quagga mosselen zijn bij lage voedselrijkdom in het voordeel ten opzichte van de driehoeksmossel. De range van voedselomstandigheden is groter bij de Quagga mossel, ook onder slibrijke omstandigheden of bij hogere concentraties anorganisch zwevend stof doet de soort het beter. Potentiele effecten eilanden Wanneer de randen van de eilanden worden bekleed met hardsubstraat biedt dit uitstekende mogelijkheden voor Quagga en driehoeksmosselen. Gezien de voordelen van de Quagga mossel kan deze soort verwacht worden boven de driehoeksmossel. Bij zachtsubstraat randen is er ook kans op vestiging van Quagga mosselen, maar in mindere mate dan bij hardsubstraat. Effecten op andere waarden Driehoeks- en Quagga mosselen zijn filterfeeders en filtreren het water. Hierdoor wordt het helderder. Higgins (2014) liet zien dat aanwezigheid van Quagga- en driehoeksmosselen leidt tot een afname van fytoplankton chlorofyl-a van 45% in meren. Het heldere water leidt tot meer ontwikkelingsmogelijkheden voor waterplanten. Mosselbanken vormen een habitat en beschutting voor zooplankton, macrofauna en vis (IJff 2014). De voedingswaarde van de Quagga mossel voor vogels is waarschijnlijk slechter dan de driehoeksmosselen door het hoge calciumgehalte. De duikeenden zijn gedeeltelijk overgestapt naar andere voedselbronnen. Alleen de tafeleend laat een toename van de populatiegrootte zien. Doordat de Quagga mosselbanken indirect beschutting en habitat bieden voor prooien van vogels hebben zij uiteindelijk toch een positief effect op de vogelstand (Noordhuis et al. 2014).
5.4.3 Vissen Stuurfactoren en potentiele effecten eilanden Ondieptes rond de eilandjes bieden een schuilplaats en kraamkamer voor vis. Soorten als spiering zetten hun eieren af in ondieptes op stenen en waterplanten. Wanneer deze zich ontwikkelen in het gebied, biedt dit extra paai- en opgroeigebied voor deze soort. Voor wat betreft de rivierdonderpad, deze is gebaat bij een stenen oever. Stenen oevers lijken echter niet een beperkende factor voor deze soort in het IJsselmeer te zijn, onduidelijk is in hoeverre extra leefgebied ook meer rivierdonderpadden zal opleveren. Effecten op andere waarden Toename van de visstand (spieringstand) heeft een positief effect op visetende vogels. Vismigratierivier De vismigratierivier wordt primair aangelegd als passeermogelijkheid van de Afsluitdijk voor de diadrome vissen. De doelsoorten zijn: paling (glasaal in en schieraal uit), bot (juveniel), driedoornige stekelbaars, spiering, Atlantische zalm, zeeforel, Noordzeehouting, fint, elft, zeeprik, rivierprik en Atlantische steur. Gepasseerde soorten zouden het nieuwe habitat eventueel als rustplaats kunnen gebruiken. Voor een aantal soorten zal dit niet opgaan, omdat zij op weg zijn naar hun paaiplaatsen en zo snel mogelijk de rivieren willen optrekken. Dit zijn Atlantische zalm, Atlantische steur, elft, fint, rivierprik, zeeprik (Winter et al. 2014a). Deze soorten zullen geen baat hebben bij de Makkumer lagune. 42
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
De bot (opgroeien), driedoornige stekelbaars (opgroeien en paaien), paling (opgroeien), Noordzeehouting (opgroeien, foerageren) en spiering (opgroeien en paaien) gebruiken het IJsselmeer wel, en mogelijk foerageert ook de zeeforel er. Voor deze soorten kan een gecreëerde luwte met bescherming mogelijkheden bieden voor een eerste “uitrustpunt” na passage van de vismigratierivier. De overgang van zout naar zoet vergt nogal wat van vissen, botten worden bijvoorbeeld veel gevoeliger voor huidziektes, andere soorten (paling, driedoornige stekelbaars) hebben er minder moeite mee (Winter et al. 2014b). Voor botten zou er dan een plek moeten zijn waar zij zich kunnen ingraven en vanuit die positie kunnen jagen op prooien als insectenlarven en vlokreeften (Kroon 2009).
5.4.4 Vogels Rustende, ruiende en slapende vogels Stuurfactoren De verschillende rustende, ruiende en slapende vogels stellen allen diverse eisen aan hun rust-, slaap- en ruiplaats. Belangrijke overlappende eis is dat er geen verstoring mag zijn. Potentiele effecten eilanden Op welke wijze de eilanden bijdragen aan plaatsen voor rustende, ruiende en slapende vogels hangt helemaal af van de inrichting. Een andere inrichting geeft voordelen voor andere vogels. Als voorbeeld van de effecten van inrichting als onbegroeide zandplaat. Als voorbeeld de beschrijving van het gebruik van de Steile Bank door diverse vogelsoorten (http://natuurkaart.nl/gebied/124/): De Steile Bank De Steile Bank maakt deel uit van het grote watervogelreservaat voor de kust. Rust en ondiep water van voldoende omvang hebben er voor gezorgd dat in alle seizoenen grote aantallen vogels het gebied als pleisterplaats gebruiken. In de winter dobberen op het water grote groepen brilduikers, topper- en kuifeenden. Ganzen als Kolgans, Brandgans en Kleine rietgans gebruiken het gebied als slaapplaats van waaruit de foerageerplaatsen in de Friese zuidwesthoek kunnen worden bereikt, terwijl rietganzen en kleine zwanen het IJsselmeer oversteken om op bouwland in de Noordoostpolder voedsel te zoeken. Indertijd ruiden hier veel grauwe ganzen. Ze komen nu nog wel, maar deze soort heeft in de Oostvaardersplassen een beter alternatief gevonden. Na de broedtijd wordt het beeld toch vooral bepaald door de duizenden aalscholvers die de plaat als rustgebied gebruiken. Dicht opeen zitten in de namiddag de donkere vogels op de bank. ‘s Morgens als het licht wordt, is het een majestueus gezicht hoe deze vogels zwijgend en in lange rijen uitvliegen naar de visgronden op het IJsselmeer, of bij stormachtig weer landinwaarts. In de namiddag komen ze in kleinere groepjes, even zwijgzaam en laag boven de golven vliegend terug, om op de Steile Bank en andere platen voor de kust de nacht door te brengen. Futen en eenden als Wilde eend en Krakeend gebruiken het gebied in de zomer om te ruien en steltlopers als Kluut, Goudplevier en Grutto vinden er een veilige slaapplaats. Met de kijker is vanaf de IJsselmeerdijk heel wat van deze activiteiten te zien. Met een telescoop is goed waar te nemen dat tussen de aalscholvers vaak blauwe reigers vertoeven en altijd tientallen grote mantelmeeuwen. Lepelaars kan men er eveneens zien en nog opvallender zijn de grote roze flamingo's, waarvan er zich soms in de zomer enkele tientallen op of nabij de Steile Bank ophouden. Deze vogels zijn oorspronkelijk uit gevangenschap afkomstig, maar weten zich al jaren in Nederland te handhaven. In augustus zijn voor de kust vrijwel altijd groepjes zwarte sterns en visdiefjes aanwezig en ook de Reuzenstern wordt hier dan regelmatig waargenomen. foeragerende vogels Foeragerende vogels zullen profiteren van toename in voedsel, zoals waterplanten, ongewervelde dieren en vis. 43
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Broedende vogels: Kalegrondbroeders Stuurfactoren Kalegrondbroeders stellen de volgende eisen aan hun broedplaatsen (Swart 1981):
Voldoende foerageermogelijkheden op een beperkte afstand Geen verstoring (een storingsvrije zone van minimaal 200 m) Omgeving met een open karakter Diverse onbegroeide plaatsen Bodem zand met grind, stenen en schelpen, mag niet stuiven, lichte hoogteverschillen, variatie in grondsoorten Omvang niet te klein, minimaal 2 hectare Voldoende hoog ten opzicht van water (ook in relatie tot peilbeheer) Potentiele effecten eilanden Een eiland conform de eisen van de kalegrondbroeders ingericht als broedeiland kan vele soorten vogels aantrekken. Belangrijke soorten die in ieder geval kunnen worden verwacht zijn het visdiefje, de dwergstern en de kleine strandplevier. Foeragerende vogels Foeragerende vogels zullen profiteren van toename in voedsel, zoals waterplanten, ongewervelde dieren en vis. Overzicht effecten op ecologie Het aanleggen van eilandjes in het IJsselmeer voor de kust van Makkum kan positieve effecten op de natuurwaarden in die omgeving hebben. Door het afschermen van een deel van het water van windinvloed ontstaat een luwtegebied. In dit gebied ontstaan kansen voor het ontwikkelen van waterplanten die een schuilplaats en leefgebied vormen voor ongewervelde dieren en vissen, en als voedsel dienen voor vogels. Afhankelijk van randen van eilanden kan hier een systeem ontstaan. Hardsubstraat biedt kansen voor mosselen en voor vissen als de rivierdonderpad die stenen als leefgebied kunnen gebruiken. Driehoeks- of Quaggamosselen zijn filterfeeders die door deze activiteit er voor kunnen zorgen dat het water helderder wordt. Verder vormen hun kolonies een leefgebied voor diverse ongewervelden en kunnen zij als voedsel dienen voor vissen en vogels. Randen met riet vormen onderwater ook een leefgebied voor diverse vissoorten. Mosselen zullen minder profiteren van rietkragen. Op de eilanden kunnen kansen ontstaan voor kalegrondbroeders. Verder worden dit soort eilanden door vogels gebruikt en om te rusten en te slapen en in de omgeving te foerageren. Welke vogels gelokt worden door de eilanden hangt sterk van de inrichting af. Randvoorwaarde voor vogels is wel dat de eilanden gesloten moeten zijn voor betreding en recreanten ook op een afstand moeten worden gehouden.
5.5 Economie en recreatie 5.5.1 Recreatie Verblijfsrecreatie Onderhavig initiatief speelt in op de huidige trends rondom de verblijfsrecreatie; wanneer een bestemming door de recreant wordt gekozen, moet er wat te beleven zijn. Het vergoten van laagdrempelige waterrecreatie biedt een kans om de aantrekkelijkheid en beleving voor de toerist te vergroten. Er is een mooi en aantrekkelijk gebied voor de kust waar op de eilanden veel te zien en te beleven is. Door hier goed op in te spelen worden de kansen voor de verblijfsrecreatie vergroot. Vaarrecreatie Het aantal passanten daalt, maar men blijft wel langer in de havens liggen. Echter moet er dan ook wel wat te beleven zijn. De gemiddelde verblijftijd van passanten neemt wel toe. De gezellige stadjes profiteren, maar ook de eilanden in de 44
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Waddenzee. Een haven die wat bijzonders biedt, kan een vaardoel worden. Vanuit het project De Nieuwe Afsluitdijk van Rijkswaterstaat is men voornemens om op Kornwerderzand een belevingscentrum te ontwikkelen. Dit belevingscentrum ligt in de directe nabijheid van de vismigratierivier waardoor, in combinatie met de aanleg van extra aanlegplaatsen en de Makkumer lagune, er mooie rondvaarttochten zijn te organiseren. In tegenstelling tot de bezoeken aan de jachthavens, neemt het ankeren toe. Het aantal beschutte ankerplaatsen in het IJsselmeergebied is echter beperkt. Ankeren is daarom ook afhankelijk van het weer. Juist door het aanleggen van de lagune ontstaat een luw gebied waar men makkelijker voor anker kan gaan liggen. Achter de Makkumer lagune kan een luwe verbinding gemaakt worden die het mogelijk maakt om van Workum naar Makkum te varen in de luwte. Hiermee nemen de mogelijkheden voor verhuur van boten en arrangementen toe. Datzelfde geld voor kanoën. Door een luwte te creëren worden de mogelijkheden om te kanoën vergoot. Het wordt aantrekkelijk om het IJsselmeer op te varen dan op één van de eilandjes aan te leggen en te gaan zonnen of picknicken. Zo wordt er een aantrekkelijke omgeving en een doel voor de kanoërs gemaakt. Surfen Voor (Kite)surfen is het met name voor beginners prettig om een gebied te hebben waar de diepte van het water beperkt is, er niet te veel golven zijn en er ook niet te veel andere recreanten (zwemmers, boten etc.) zijn. Op die manier kan er makkelijk gestart worden en zitten verschillende groepen elkaar niet in de weg. Nu moeten de Kitesurfers uitwijken naar Kornwerderzand in de zomermaanden.
5.5.2 Economie De aanleg van de Makkumer lagune kan een impuls betekenen voor de watergerelateerde toerisme en recreatie sector. Het kan helpen om de neerwaartse trend in deze sector te keren, vooral vanwege: Realisatie van (meer) mogelijkheden tot ankeren bij de eilanden van de Makkumer lagune; Realisatie van een extra vaarroute naar het Merengebied, via de Makkumer lagune; Meer mogelijkheden voor dagrecreanten (surfen etc.). De mogelijke impact in termen van bestedingen kan berekend worden aan de hand van de gemiddelde dagbesteding per recreant (zie onderdeel 1). Ter oriëntatie: stel dat de Makkumer lagune 1 à 2% meer dagrecreanten zou trekken, dan is de jaarlijkse economische impuls in termen van bestedingen € 5-10 miljoen per jaar. Deze extra bestedingen zullen naar verwachting vooral binnen de gemeente Súdwest Fryslân worden gedaan. De Makkumer lagune heeft ook een positief effect hebben op het verblijfstoerisme. Daarvoor is het van belang dat bijvoorbeeld vakantieparken / bungalowparken willen inspelen op de plannen. Door in de ontwikkeling van de Makkumer lagune nadrukkelijk het ecologische aspect mee te nemen ligt het in de lijn der verwachting dat de beroepsvisserij geen negatieve effecten ondervindt van de realisatie van de Makkumer lagune. Enerzijds omdat de Makkumer lagune in extra paaiplaatsen voorziet en anderzijds omdat de locatie van de Makkumer lagune voorzien is in een ondiep gedeelte van het IJsselmeer dat momenteel niet of slechts in beperkte mate geschikt is voor de beroepsvisserij.
45
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
6 KOSTEN EN FINANCIERING 6.1 Realisatie- en onderhoudskosten In dit stadium kan een heel globale schatting worden gegeven van de kosten die gemoeid zijn met de aanleg van de Makkumer lagune. Omdat nog niet duidelijk is om welk type maatregelen het gaat en welke omvang de lagune krijgt past hier een grote bandbreedte bij. Het uitgangspunt voor de schatting van de aanlegkosten is een ononderbroken zanddam van 4,5 km die het gehele gebied afgeschermd. Hiermee wordt het aan te brengen zandvolume overschat, maar dit weegt op tegen het niet meenemen van andere aanlegkosten, zoals een of meerdere harde dammen om eilanden te begrenzen. De dimensies waarmee is gerekend zijn: Kruinbreedte 50 m; helling onder water aan beide zijde 1:30 m; aanleghoogte, van waterbodem tot bovenzijde gemiddeld 3 m. Daarmee heeft iedere strekkende meter van de zanddam een volume van 420 m3. Het totale zandvolume van de zanddam is daarmee bijna 1,9 x 106 m3 en het oppervlakte van de kruin bedraagt 22,5 ha. Voor de aanlegkosten is een schatting gehanteerd van de kosten voor het aanbrengen van het zand. Hiervoor is een range gehanteerd van €3,- tot €5,- per m3. Deze relatief lage prijs is gebaseerd op de veronderstelling dat het zand lokaal gewonnen kan worden, of dat het uit andere werken aangevoerd kan worden. Hierbij wordt onder lokaal verstaan de nabijgelegen vaargeulen en het luwtegebied. Gebaseerd op deze veronderstellingen bedragen de aanlegkosten voor de Makkumer lagune M€ 5,7 tot M€ 9,5. Dit is een schatting van de aanlegkosten, zonder ‘franje’ in de vorm van uitgebreide inrichtingsmaatregelen. De aanleg van de Makkumer lagune zal de noodzaak tot het uitvoeren van onderhoud aan de strandjes bij Makkum en de rest van de kustlijn beperken. Mogelijk zal de aanleg van de Makkumer lagune betekenen dat de onderhoudsinspanning voor de vaargeul naar Makkum iets afneemt. Bij de schatting van de kosten hoort ook een schatting van de kosten die gemoeid zijn met de voorbereidende stappen, waaronder het verkrijgen van de verschillende vergunningen, de vereiste aanpassingen aan de ruimtelijke plannen, de detaillering van het ontwerp en de aanbesteding en uitvoeringsbegeleiding. Hiermee is naar verwachting tenminste M€ 0,5 gemoeid. Het is zonder detaillering van het ontwerp lastig om een schatting van de onderhoudskosten te geven. Een goed ontworpen harde dam heeft slechts beperkt onderhoud nodig, terwijl bij een eiland van enkele hectaren met enige regelmaat maaiwerk zal zijn.
6.2 Financieringsmogelijkheden 6.2.1 Meekoppelkansen In het noordelijk deel van het IJsselmeergebied zijn er een aantal initiatieven die mogelijk voor meerwaarde kunnen zijn voor het ontwikkelen en realiseren van onderhavig initiatief. Dit betreft de uitbreiding van de sluis Kornwerderzand, inclusief verdieping van de vaargeul Urk en het Windpark Fryslân. MIRT Daarnaast heeft Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken voor de komende drie jaar 12 miljoen euro beschikbaar gesteld om de natuur in o.a. het IJsselmeer en Waddenzee te versterken. Dit betreft onder andere investeringen in de vismigratierivier, maar ook onderzoeken naar het verbeteren van natuurcombinaties in de verschillende wateren. Het ontwikkelen van de Makkumer lagune sluit qua doelstellingen hier naadloos op aan. De provincie Fryslân is gestart met een pre46
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
verkenning in het kader van het MIRT. Het is zaak om in een vroegtijdig stadium met de provincie de (on)mogelijkheden aangaande dit budget te verkennen. Uitbreiding Sluis Kornwerderzand De planvorming rond de verbetering van de Afsluitdijk leidt tot veel initiatieven om bestaande functies op de Afsluitdijk uit te breiden of beter vorm te geven, of om de Afsluitdijk beter te benutten. Op Kornwerderzand hebben diverse partijen uit de IJsselmeerregio waaronder provincie Fryslân en gemeente Súdwest-Fryslân, het initiatief opgepakt om de toegankelijkheid voor grotere schepen in het IJsselmeer te verbeteren. Dit door het verbreden en verdiepen van de sluis bij Kornwerderzand en het verdiepen van de bestaande vaarroutes. Bij deze werkzaamheden komt er een grote hoeveelheid zand vrij die mogelijk benut kan worden voor het realiseren van de Makkumer lagune (werk met werk). Windpark Fryslân Overeenkomstig de plannen van Windpark Fryslân wordt er 6 km uit de IJsselmeerkust van Makkum een windpark gerealiseerd. Het belang van het Windpark Fryslân is om de draagkracht in het gebied te vergroten. Het vergroten van de draagkracht is mogelijk door aan te sluiten bij het initiatief uit de regio om de Makkumer lagune.
6.2.2 Subsidiemogelijkheden Het voornemen om de Makkumer lagune te ontwikkelen is een collectief initiatief. Dit veronderstelt ook een verdienmodel bij de initiatiefnemers. Aangezien eventuele cofinanciering door publieke partijen vrijwel nooit meer dan 5060% van de investeringssom bedraagt, zal een substantieel deel (ten minste 40%) privaat moeten kunnen worden gefinancierd. De daaropvolgende kosten voor onderhoud en exploitatie zullen in zijn geheel privaat bekostigd moeten worden. Of de investeringskosten voor de Makkumer lagune gecofinancierd kunnen worden door publieke partijen hangt af van een aantal zaken: Voldoende thematische aansluiting bij relevante stimuleringssubsidieprogramma’s; Beschikbaarheid budget; Voldoende garanties private (hoofd)financiering; Vereisten aan aanvrager (bijvoorbeeld t.a.v. consortiumvorming, administratieve verplichtingen). Een nadere analyse van geschikte bronnen van cofinanciering kan plaatsvinden op basis van een uitgewerkt projectconcept (volgende fase). In dit stadium noemen we als mogelijke bronnen: A) LIFE (EU programma) Traditional projects Priority area Nature and Biodiversity: focus on best practice projects Integrated projects Integrated Projects are a new type of project that aim to improve the implementation of environment and climate policy by focusing on the implementation of environmental or climate plans and strategies on a larger territorial scale (e.g. regional, multi-regional, national). Examples are new or existing sector programmes such as regional Natura 2000 networks, river basin management plans, waste management plans or cross-border flood prevention strategies. These projects should improve the integration of environment and climate aspects into other EU policies. To do this they will need to be inclusive, so they require stakeholders to be involved. They are intended to coordinate the mobilisation of other EU, national and private funds for environmental and climate objectives, encouraging applicants to develop a strategic approach towards certain environmental and climate challenges by using various funds and programmes. 47
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
B) EFRO / SNN Het Operationeel Programma Noorden des Lands van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling heeft geen of weinig inhoudelijke aanknopingspunten met de aanleg van de Makkumer lagune. C) Provinciale subsidies Een snelle verkenning van provinciale Friese subsidies levert geen relevante thematische treffers op in relatie tot de aanleg van een Makkumer lagune. D) HWBP / Deltaprogramma Afhankelijk van de uitwerking van het initiatief Makkumer lagune zou wellicht een aanknopingspunt voor cofinanciering kunnen zijn het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en/of Deltaprogramma IJsselmeergebied. Mogelijk zou de Makkumer lagune een onderdeel/bouwsteen in deze programma’s kunnen zijn, waardoor een mogelijkheid tot cofinanciering wellicht aanwezig is.
48
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
7 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 7.1 Inleiding Het algehele beeld dat het haalbaarheidsonderzoek laat zien is dat het regionale initiatief om de Makkumer lagune te realiseren een scala aan mogelijkheden biedt om de wensen en randvoorwaarden -zie hoofdstuk 3- in te vullen, zonder dat dit tot onderlinge conflicten zal leiden. Geconcludeerd kan worden dat de Makkumer lagune op allerlei terreinen een positief effect heeft. In dit hoofdstuk wordt per onderzocht aspect de belangrijkste conclusies samengevat. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk een voorstel gedaan voor het vervolg traject inclusief de nog nader te onderzoeken conditionerende aspecten en de te verkennen samenwerkingsverbanden.
7.2 Morfologie, zand- en slibsedimentatie en waterkwaliteit Naar verwachting zal de aanleg van de Makkumer lagune geen grote gevolgen hebben voor de sedimentatie van zand en slib in het luwtegebied en in de aangrenzende gebieden. Het baggerbezwaar in de vaargeulen zal ook niet toenemen. De verversing van het water in de lagune zal voldoende groot zijn om te voorkomen dat de waterkwaliteit afneemt door bijvoorbeeld de groei van blauwalg. De morfologie van de luwtemaatregelen zelf is afhankelijk van de keuze voor de constructie. Eilanden van zand, al dan niet voorzien van opsluitdammen aan één of beide zijden zullen onder invloed van de golven van vorm veranderen. Het voorgenomen peilbesluit betekent dat het peil in de zomer hoger zal staan en hierdoor neemt de erosiedruk op de huidige kust van Makkum toe. De Makkumerlagune kan de negatieve invloed van veranderd peilbeheer mitigeren.
7.3 Economie en recreatie De aanleg van de Makkumer lagune kan een impuls betekenen voor de watergerelateerde toerisme en recreatie sector. Het kan helpen om de neerwaartse trend in deze sector te keren, vooral vanwege: Realisatie van (meer) mogelijkheden tot ankeren bij de eilanden van de Makkumer lagune; Realisatie van een extra vaarroute naar het Merengebied, via de Makkumer lagune; Meer mogelijkheden voor dagrecreanten (surfen etc.). De mogelijke impact in termen van bestedingen kan berekend worden aan de hand van de gemiddelde dagbesteding per recreant (zie onderdeel 1). Ter oriëntatie: stel dat de Makkumer lagune 1 à 2% meer dagrecreanten zou trekken, dan is de jaarlijkse economische impuls in termen van bestedingen € 5-10 miljoen per jaar. Deze extra bestedingen zullen naar verwachting vooral binnen de gemeente Súdwest Fryslân worden gedaan. Door in de ontwikkeling van de Makkumer lagune nadrukkelijk het ecologische aspect mee te nemen ligt het in de lijn der verwachting dat de beroepsvisserij geen negatieve effecten ondervindt van de realisatie van de Makkumer lagune. Enerzijds omdat de Makkumer lagune in extra paaiplaatsen voorziet en anderzijds omdat de locatie van de Makkumer lagune voorzien is in een ondiep gedeelte van het IJsselmeer dat momenteel niet geschikt is voor de beroepsvisserij.
49
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
7.4 Ecologie Het aanleggen van eilandjes in het IJsselmeer voor de kust van Makkum kan positieve effecten op de natuurwaarden in die omgeving hebben. Door het afschermen van een deel van het water van windinvloed ontstaat een luwtegebied. In dit gebied ontstaan kansen voor het ontwikkelen van waterplanten die een schuilplaats en leefgebied vormen voor ongewervelde dieren en vissen, en als voedsel dienen voor vogels. Afhankelijk van randen van eilanden kan hier een systeem ontstaan. Hardsubstraat biedt kansen voor mosselen en voor vissen als de rivierdonderpad die stenen als leefgebied kunnen gebruiken. Driehoeks- of Quaggamosselen zijn filterfeeders die door deze activiteit er voor kunnen zorgen dat het water helderder wordt. Verder vormen hun kolonies een leefgebied voor diverse ongewervelde en kunnen zij als voedsel dienen voor vissen en vogels. Randen met riet vormen onderwater ook een leefgebied voor diverse vissoorten. Mosselen zullen minder profiteren van rietkragen. Op de eilanden kunnen kansen ontstaan voor kalegrondbroeders. Verder worden dit soort eilanden door vogels gebruikt om te rusten en te slapen en in de omgeving te foerageren. Welke vogels gelokt worden door de eilanden hangt sterk van de inrichting af. Randvoorwaarde voor vogels is wel dat de eilanden die ingericht worden voor natuur niet gelijktijdig ook voor de recreant beschikbaar zijn.
7.5 Vervolg Bij een omvangrijk initiatief is het noodzakelijk om de vervolgstappen zorgvuldig te kiezen zodat er maximaal draagvlak ontstaat voor het regionale initiatief en de voortgang van het planproces te borgen. Aan de hand van dit haalbaarheidsonderzoek adviseren wij in gesprek te gaan met de diverse publieke en private partijen als provincie Fryslân, Rijkswaterstaat, Ministeries I&M, EZ, gemeente Súdwest Fryslân, het Wetterskip, Stichting het Blauwe hart, It Fryske Gea en Windpark Fryslân. Doel van deze gesprekken is om de draagvlak voor het project te vergroten, de planologische procedures te verkennen en mogelijke financieringsbronnen te identificeren. Om het vervolgproces handen en voeten te geven adviseren wij om een uitgebreide stakeholderanalyse uit te voeren waarbij ingezoomd wordt op belang en invloed. Een logische vervolgstap op deze uitgebreide stakeholderanalyse is het organiseren van ontwerpsessies. De belangrijkste stakeholders (zowel private als publiekelijk partijen) worden voor deze ontwerpsessies uitgenodigd. Doel van deze ontwerpsessies is om gezamenlijk de randvoorwaarden vast te stellen voor de ontwikkeling van de Makkumer lagune en dat te vertalen naar een drietal realistische varianten die het waard zijn om verder te onderzoeken. De vorm en inhoud van dit onderzoek is afhankelijk van de te doorlopen planologisch proces. De meest haalbare variant uit het onderzoek wordt uitgewerkt tot een voorontwerp (inrichtingschets) inclusief een uitgebreide kostenraming. Van belang bij het gehele proces is om niet alleen draagvlak te creëren maar ook te behouden. De belangrijkste stakeholders actief te betrekken en te informeren waarbij de voortgang van het proces geborgd moet zijn.
50
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
8 REFERENTIES De Graaf, M. et al., 2013. Toestand en visserij in de Zoete Rijkswateren: 2012. Deel I: Trends van visbestanden, vangsten en ecologische kwaliteit ratio’s., Higgings, S.N., 2014. Meta-analysis of Dreissenid effects on freshwater ecosystems. In T. . Nalepa & D. W. Schloesser, eds. Quagga and Zebra Mussels: Biology, Impact and Control. Boca Raton: CRC Press, pp. 359–367. IJff, S., 2014. De quaggamossel in Nederland , een vloek of een zegen ?, Kroon, J.W., 2009. Kennisdocument bot Platichthys flesus, Matthews, J. et al., 2014. Rapid range expansion of the invasive quagga mussel in relation to zebra mussel presence in The Netherlands and Western Europe. Biological Invasions, 16(1), pp.23–42. Available at: http://link.springer.com/10.1007/s10530-013-0498-8. Mous, P.J., 2000. Interactions between fisheries and birds in IJsselmeer, The Netherlands. Noordhuis, R., 2009. Tweekleppigen in IJsselmeer en Markermeer, 2006-2008, Available at: file:///C:/DOCUME~1/JOCHEM~1/LOCALS~1/Temp/citeExport.ris. Noordhuis, R. et al., 2014. Wetenschappelijk eindadvies ANT-IJsselmeergebied. Vijf jaar studie naar kansen voor het ecosyteem van het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer et het oog op de Natura-2000 doelen., Delft. Peters, J.S., 2009. Kennisdocument donderpad, het geslacht Cottus., Postma, J. & Jager, K., 2013. Resultaten van de broedvogelkarterng lands de Friese IJsselmeerkust in 2012., Nijmegen. Swart, B., 1981. Mogelijkheden voor de aanleg van broedplaatsen voor kalegrondbroeder in Almere., Lelystad. Van Emmerik, W.A.M., 2014. Factsheet quaggamossel, Van Geest, G. & Noordhuis, R., 2014. Sturen op watervegetaties, Delft. Van Keeken, O. et al., 2009. Oeverbemonstering IJsselmeer - Markermeer : Resultaten 2008 & Evaluatie Pilot 2007-2008, Van Overzee, H.M.J. et al., 2011. Vismonitoring in het IJsselmeer en Markermeer in 2010., Winter, H. V, Griffioen, A.B. & Keeken, O.A. Van, 2014a. Vismigratierivier: Bronnenonderzoek naar gedrag van vis rond zoet-zout overgangen., Winter, H. V, Griffioen, A.B. & Keeken, O.A. Van, 2014b. Vismigratierivier: Bronnenonderzoek naar gedrag van vis rond zoet-zout overgangen.,
51
HAALBAARHEIDSONDERZOEK MAKKUMER LAGUNE
Colofon Haalbaarheidsonderzoek Makkumer lagune Opdrachtgever: Agra Op de Hoek B.V. Dhr. T. op de Hoek
Status: Definitief
Auteur: Cor Beenhakker Jelmer Cleveringa Bart Grasmeijer Belinda Kater Jeroen Klooster Jeroen Lamfers Michel Schippers Gecontroleerd door: Michel Schippers
Vrijgegeven door: Michel Schippers
27 oktober 2015
078633069:0.7
ARCADIS NEDERLAND BV Hanzelaan 286 Postbus 137 8000 AC Zwolle Tel +31 38 7777 700 Fax +31 38 7777 710 www.arcadis.nl Handelsregister 09036504
52