Samenvatting: Geschiedenis Door: Twan Rooijmans (V4D) Datum: 6 Juni 2010
H3 Samenvatting Geschiedenis; Het Osmaanse rijk en zijn erfenis 3.1 Natie: Volk dat dezelfde taal, cultuur en geschiedenis deelt. Natiestaat: Volk bestuurt zichzelf. Nationalisme: Het streven om een natiestaat op te bouwen of in stand te houden. Osmaanse rijk bestond van 1300-1918. Kalief: Plaatsvervanger van de profeet Muhammed (ca. 570-632) die aan het hoofd stond van de Arabisch-Islamitische gemeenschap. Zijn taak was om de soennitische islam in stand te houden, door toe te zien op de islamitische wet; de shari’a. Joden en christenen “volkeren van het boek” (omdat ze 1 god erkennen), ook wel dhimmi’s genoemd. Ze hadden een inferieure status tegenover moslims. Millestelsel Iedere religieuze gemeenschap bestuurt zichzelf, sprak zelf recht en inde zelf de belasting. 1e Millet Joden en Christenen 2e Millet Armeniërs 3e Millet Grieken (belangrijkste en meest complexe millet) De orthodoxe islam was tolerant tegenover Joden en Christenen en trad veel harder op tegen heidenen; Hindoes en Boeddhisten. Ook islamitische sekten hadden het zwaar te verduren want die brachten de politieke eenheid in gevaar. 3.2 De begrippen natiestaat en nationalisme ontstonden in West-Europa en de 18e en 19e eeuw. Deze werden vervolgens door het Osmaanse rijk geïmporteerd. Een natiestaat was in het Osmaanse rijk alleen ondenkbaar omdat er zo veel verschillende groeperingen waren. Er kon nooit politieke eenheid zijn. Aan het einde van de 18e eeuw was het Osmaanse rijk sterk verzwakt t.o.v. West-Europa. In deze tijd kwam dus ook de Griekse vrijheidsoorlog (onafhankelijkheid werd bereikt in 1833). De Grieken hadden wel meerdere problemen met het opzetten van deze natiestaat: Verdeeldheid over wie Grieken nou eigenlijk waren, het enige samenbindende middel was de Grieks-orthodoxe kerk als millet. De elite had geen zin om een staat te stichten in het armste deel van het rijk. Groot-Griekse idee: de opvatting dat er pas vrede zou zijn met het Osmaanse rijk als elke Griek binnen de grenzen van het nieuwe Griekenland woonde. Het antwoord van het Osmaanse rijk op de dreiging van het intern uiteenvallen van de staat was: Hervormingen. In 1839 en 1856 werden 2 edicten uitgevaardigd waarin de christenen van het rijk gelijke rechten werden beloofd. Hoogtepunt in 1876 invoering van een grondwet. Jammer genoeg mislukten deze hervormingen vanwege te weinig mankracht, later werden alle liberale hervormingen afgeschaft door Abdülhamit. De hierna volgende verschillende oorlogen zorgde voor veel territoriaal verlies van het Osmaanse rijk met als bekendste oorlog de Russisch-Turkse oorlog van 1877-1879. De Turken moesten zichzelf opnieuw ontdekken en begonnen met het turkificeringsproces (opleggen van Turks als officiële taal en als cultuur) zij Ziya Gokälp.
Samenvatting: Geschiedenis Door: Twan Rooijmans (V4D) Datum: 6 Juni 2010
3.3 Meest geslaagde natiestaten voortgekomen uit het Osmaanse rijk: Turkije en Israël. De natiestaten stonden de grote mate van autonomie niet toe. Oplossingen hiervoor waren: Assimilatie Het opgaan van de afwijkende bevolkingsgroepen in de dominante natie. Verdrijving van deze groeperingen over de grenzen. Genocide Fysieke eliminatie. Sykes-Pikot verdrag 1916 Verdeling van het Osmaanse rijk tussen GB en FR. Balfour Verklaring 1917 Aan het zionisme werd een “nationaal joods tehuis” in Palestina beloofd. Ook werd een nog een belofte gedaan aan de sharief van Mekka in 1915 Hij zou een GrootArabisch rijk krijgen als hij ervoor zorgde dat de Arabieren aan dezelfde kant kwamen als de geallieerden in de strijd tegen het Osmaanse rijk. Erg tegenstrijdige beloftes dus. Verdrag van Sèvres Koerden en Armeniërs kregen door dit verdrag autonomie. De Turken organiseerde verzet en versloegen de Grieken, hierna wisselden de twee Grieken met Turken uit waarna ze definitief uit elkaar waren. De Armeniërs waren door de Turken grotendeels om laten brengen en de rest vluchtte. Koerden hadden geen invloed. De weg lag nu dus open voor het opbouwen van de Turkse natiestaat. Dit gebeurde ook m.b.v. Mustafa Kemal, ook wel Atatürk. Hij wilde moderniseren en Europa was zijn voorbeeld. Hij voerde vele verandering door; Turkije werd een republiek, onderwijs veranderde, islamitische wet werd vervangen, Arabisch schrift werd vervangen door het Latijnse en werd de Turkse taal gezuiverd. Het antisemitisme bleef voortbestaan ook al hadden Joden gelijke rechten gekregen. Er was dus maar 1 oplossing volgens de Joden: een eigen staat stichten. De Joden kozen Palestina als bestemming van hun nieuwe staat. De Balfour verklaring maakte deze keuze definitief. Onder Brits mandaat groeide het aantal Joden van 60.000 in 1921 tot 500.000 in 1939-1940. Vooral in de jaren 30 vluchtten veel Joden naar Palestina vanwege Hitler’s Jodenvervolging. Na de 2 e WO had GB geen geld en macht meer om Palestina te besturen en gaf het terug aan de VN. Tijdens de oorlog van 1948 werd de meerderheid van de Palestijnen uit Israël. In 1967 was er de Zesdaagse oorlog, in deze oorlog veroverde Israël vele Arabische gebieden (Gazastrook, Westbank, Sinaï woestijn, geheel Jeruzalem en de Golan hoogvlakte. Joods parlement: Knesset. Theodor Herzl: grondlegger van het zionisme. 3.4 Irak is sinds zijn ontstaan in 1920 als Brits mandaatgebied verdeeld in 3 delen: Noorden: hier woonden de Koerden (20% van de gehele bevolking van Irak). Midden van het land: 20% van de Arabieren die soennitisch waren. Zuiden van het land: 55% van de Arabieren die shi’ietisch waren. Deze 2 groepen verschilden dus op godsdienst en daarmee ook op cultuur van elkaar. Het grote probleem in Irak was dat de soennitische minderheid, die de staat erfde van het Osmaanse rijk de andere twee groepen als “afwijkend” beschouwde. Het gevolg was dat de Koerden en de Shi’ieten geen loyaliteit aflegden aan de nieuwe natie.
Samenvatting: Geschiedenis Door: Twan Rooijmans (V4D) Datum: 6 Juni 2010
Er werden 2 oplossingen gepresenteerd: 1. Het pan-Arabisme als volglijn voor het buitenlandse beleid. (pan-Arabisme had een idealistisch doel: eenheid van alle Arabieren, en een praktisch doel: zo konden de soennieten ontsnappen aan hun eigen minderheidspositie). 2. Centralistisch beleid van de staat. (Deze probeerde de bevolking een soennitische en Arabische eenheid op te leggen). Dit werd gedaan om de cultuur en de taal van de Koerden en de religie van de shi’ieten te onderdrukken. Hierna begon de militarisering van Irak. De educatie werd vervlochten met het militarisme. Irak bleef maar gewelddadiger worden en verdreef zo alle “buitenlanders” (mensen die zich keerde tegen de Arabische eenheid). In 1968 lukte het de pan-Arabische Ba’th partij, waaruit Saddam Hussein voortkwam, aan de macht te komen. Vooral de Koerden verzetten zich tegen deze Arabisering. Vanaf de jaren 20 kwamen ze op voor hun rechten als apart volk. Ze eisten zelfbestuur om hun onderwijs en cultuur te beschermen. Na de oprichting van een aantal Koerdische politieke partijen werden de onderhandelingen in Bagdad afgewisseld door een Guerrillastrijd geleid door de Koerdische Peshmerga’s. In 1970 werden de Koerden autonomie beloofd maar de onderhandelingen daarover mislukten 2 jaar later. Opnieuw een burgeroorlog maar dit maal met steun van Iran, Israël en de VS voor de Peshmerga’s. In 1975 stortte echter dit verzet in. Maar nu werd de shi’ietische bevolking roeriger. Zij eisten geen autonomie maar grotere vertegenwoordiging in het parlement en alle bestuurslichamen van de staat. Ook eisten ze een einde aan de discriminatie van hun geloof. In 1980 besloot de toenmalige president Saddam Hussein, om Iran binnen te vallen omdat hij onzeker was over het voortbestaan van zijn soennitische minderheidsregime. Om uit de schulden te komen die Irak had gemaakt tijdens de oorlog tegen Iran, viel Saddam Hussein in 1990, het rijke Koeweit binnen. De VN bracht een leger op de been en verdreef Irak uit Koeweit. Hierna werd de hele infrastructuur van Irak gebombardeerd. Ook legde de VN Irak een handelsboycot op. Deze zou pas opgeheven worden als alle chemische wapens uit Irak waren vernietigd. De propaganda in Irak zette het in een goed voetlicht. Ook deed de propaganda aan persoonsverheerlijking van Saddam Hussein, hij werd Irak en andersom. Er werd enorm veel geld dat aan olie was verdiend gebruikt om de bevolking onder controle te houden. De basis van dit systeem was geweld en terreur.
Samenvatting: Geschiedenis Door: Twan Rooijmans (V4D) Datum: 6 Juni 2010
H6 Samenvatting Geschiedenis; De emoties van het gezinsleven 6.1 In het westerse huwelijkspatroon werden huwelijken uitgesteld tot het moment dat de partners in staat waren hun eigen levensonderhoud te voorzien. Het kiezen van een partner had vaak te maken met de beurs van die persoon. In het westen is het altijd zo geweest. Het huwelijk had een economisch belang, maar ook een sociaal belang. Om partners te kunnen ontmoeten werden speciale avonden georganiseerd waar jeugdigen uit meerdere dorpen elkaar leerden kennen Nachtqueesten In het traditionele gezin had de man de broek aan. Hij had de leiding en nam de belangrijkste beslissingen. Dit wordt het patriarchale gezin genoemd, waarbij gevoelens en emoties niet de belangrijkste rol speelden. De partners in een huwelijk hechtten niet te veel aan elkaar, want de kans was groot dat een van de partners vroegtijdig overleden. Algemene huwelijkspatroon: Bijna alle vrouwen trouwen jong. De bruidegom is vaak ouder dan de bruid. De jonggehuwden trekken bij hun ouders in. Westerse huwelijkspatroon: Het kind dat trouwde verliet het ouderlijke huis en ging samenwonen. Uitgestelde huwelijkspatroon: Jonge mensen wachtten met een huwelijk tot ze een boerderij of bedrijf geërfd of hiervoor genoeg gespaard hadden Zekere positie in de maatschappij. Productie-eenheid: Waar men samen werkt. Consumptie-eenheid: Waar men samen at, sliep en zijn vrije tijd doorbracht. Patriarchaal gezin: Een gezin waarin de vader het voor het zeggen heeft. Romantiek: Eind 18e- begin 19e-eeuw, reactie op de Verlichting, het gevoel en de intuïtie in plaats van het verstand. 6.2 De relatie tussen ouders en kinderen werd niet bepaald door emoties, maar door de omringende werkelijkheid. Ook het geloof en de kerk speelden een grote rol. Armoede, honger en dood waren aan de orde van de dag. De mensen waren dus gewend aan lijden en bovendien was het veel handiger geen emotionele band met je kind te hebben. Omdat de meeste kinderen vroeg stierven en het leven dan gewoon door ging. Volgens de christelijke opvattingen waren mensen bij geboorte al zondig (erfzonde). Dus in de opvoeding diende je de kinderen hard aan te pakken zodat ze niet naar het slechte zouden neigen. De gemiddelde levensverwachting in de 16e eeuw, was tussen de 35 en 40. Iemand die de leeftijd van 20 had bereikt, had nog 20 tot 30 jaar te leven. Toch kregen veel kinderen al te maken met het overlijden van één of beide ouders (dus voordat de ouders 40 waren ze al stierven en zij zelf nog heel jong waren). Deze kinderen hadden vier alternatieven: 1. Het weeshuis 2. V.O.C. aanmonsteren op een schip
Samenvatting: Geschiedenis Door: Twan Rooijmans (V4D) Datum: 6 Juni 2010
3. De kerk 4. Bedelen Jeugdigen hadden weinig of geen kans tot het volgen van een opleiding. Dit was slechts voorbehouden aan de kinderen van de rijken. Echter ook de rijken ontkwamen niet aan ziekte en dood, dat kwam omdat de kennis van de geneeskundigen en geneesmiddelen niet aanwezig waren. Toch hadden de rijken een voorsprong: Minder hard werken Hygiëne Voeding Veel kinderen waren niet-gewenst en vooral in de stad, omdat de ouders niet in staat waren om hen in leven te houden. Gevolg was dat veel kinderen ten vondeling gelegd werden. Veel kinderen groeiden op in een omgeving zonder eigen ouders. En dit had weer invloed op hoe zij als volwassene met hun eigen kinderen omgingen. Min: Huurzoogster Baker: Inwonende kraamverzorgster Erfzonde: Men neigt van nature naar slecht gedrag Predestinatie: Een belangrijk deel van het leven ligt vast. De mens was volgens de kerk van nature slecht, de enige redding lag in het geloof en het streng opvolgen van de voorschriften van de kerk. Verlichting: Stroming in de 18e eeuw, waarin de ideeën over kinderen en opvoeding veranderden. 6.3 We onderscheiden vier vormen van seksualiteit: 1. Man + Vrouw 2. Man + Man 3. Vrouw + Vrouw 4. Zelfbevrediging Hoe hierover gedacht werd, wordt bepaald door: - Jezelf - Gezin - Sociale omgeving - Kerk 1. Deze werd door de meeste als natuurlijk ervaren, maar de kerk zag seksualiteit tot voortplanting, waarbij lustgevoelens ondergeschikt waren. De vrouwen werden geacht seksualiteit puur te beleven als voortplanting. Het was en is een biologisch gegeven dat mannen regelmatig hun builtje moeten verversen. 2. Deze had in de beleving van de kerk geen recht van bestaan, want daar komen geen kinderen van. 3. Deze had in de beleving van de kerk geen recht van bestaan, want daar komen geen kinderen van. 4. Seksuele handelingen die niet tot conceptie konden leiden werden als zonde beschouwd. Het enige doel van seks was voortplanting. Soorten seksualiteit: - Seks buiten het huwelijk
Samenvatting: Geschiedenis Door: Twan Rooijmans (V4D) Datum: 6 Juni 2010
- Homoseksualiteit - Zelfbevrediging Sodomie: Is de voorloper van ons begrip homoseksualiteit bij mannen. Trouwbelofte: Verloving, vrijwel gelijk aan getrouwd zijn met elkaar. Dubbele moraal: Dat mannen op seksueel gebied de normen aan hun laars mogen lappen, maar vrouwen niet. Misogynie: Vrouwenhaat. Onanie: Masturbatie. 6.4 In de 20e eeuw veranderde er een aantal zaken: - De welvaart steeg, waardoor jongeren meer te besteden hadden en een hoger opleidingsniveau kregen en zich dus onafhankelijker konden opstellen tegenover hun ouders. - De vrouwenemancipatie; De vrouwen hadden hun plaats veroverd. Ook door de uitvinding van de anticonceptiepil, waardoor vrouwen zich vrijer konden gaan gedragen. De 2e feministische golf waarin discussie over abortus werd aangezwengeld. Ook kregen de vrouwen invloed in de politiek. Tijdens de eerste feministische golf (1900) ging het voornamelijk om gelijke rechten. In de jaren ’50 en ’60 veranderde er veel in het voordeel van de vrouw: -De bijstandswet -Abortuswetgeving -Opleiding werk -Positieve discriminatie -Seksuele revolutie In Nederland is er op het gebied van huwelijk, kinderen en seksualiteit veel veranderd. De mensen van nu hebben de neiging om neerbuigend op het verleden terug te kijken en zaken uit het verleden. Het beeld dat wij hebben werd in het leven geroepen door de machthebbers van vroeger die er belang bij hadden dat mensen zich zodanig gedroegen. Demografische patroon: Overgang. Eeuwenlang werd het demografische patroon gekenmerkt door late huwelijken en hoge geboorte- en sterftecijfers. Dit veranderde in de tweede helft van de negentiende eeuw Demografische transitie. Bevelshuishouding: De vader was de baas en de kinderen moesten gehoorzamen. Onderhandelingshuishouden: Kinderen hebben recht om mee te praten. Seksuele revolutie: Door de pil werd seks en kinderen krijgen losgekoppeld en het aantal kinderen per gezin daalde. De gevolgen voor het seksuele leven waren enorm. Gevoegd bij de grote welvaart, de emancipatie van de jeugd en de feministische beweging uit diezelfde periode zorgde dit voor een seksuele revolutie.