H2 - DE GRIEKS-ROMEINSE WERELD 1 - HET ONTSTAAN VAN DE POLIS, ATHENE ALS VOORBEELD Rond steden ontstaan staatjes 800 vC 200 aparte staatjes in Griekenland door natuurlijke omstandigheden. Polis - Staatje. Acropolis - Middelpunt van elke polis, een versterkte heuvel. Vaak met een tempel erbij. Agora - Plein waar burgers elkaar ontmoeten & handel dreven & het bestuur van de polis bespraken. De Grieken dachten verschillend over de soorten bestuur en de maten van betrokkenheid van de burgers. Autocratie - Bestuur door alleenheersers. Oligarchie - Bestuursvorm waaraan alleen de aanzienlijkste burgers deelnamen. Democratie - Bestuursvorm waaraan alle burgers deelnamen. De adel moet de macht gaan delen met andere bevolkingsgroepen Raad van edelen nam eerst altijd de beslissing. Er was ook een volksvergadering, maar die stond ook onder druk van de adel. Overbevolking & handelaren, maar weinig grond. 750-550 vC In het Middellandse Zeegebied werden koloniën gesticht. Kolonie - Nederzetting in vreemd gebied. Handelaren werden een belangrijke bevolkingsgroep en werden net zo rijk/rijker dan de edelen. Ze wilden ook een deel van de macht, de democratieën werden ingevoerd. Athene als voorbeeld 509 vC Kleisthenes v0erde de directe democratie in in Athene. Directe democratie - Alle beslissingen werden door de volksvergadering genomen. Volksvergadering - Voorstellen goed- of af te keuren & tegenvoorstellen indienen. Raad van vijfhonderd - Bereidt de vergaderingen voor en wordt aangewezen door een loting voor één jaar. Dagelijks bestuur van Athene is een wisselende groep van vijftig man. Vrouwen, slaven (1/3 deel van de bevolking) en buitenlanders hadden geen stemrecht. Alleen mannen vanaf 18 jaar. 2 - DE GRIEKEN VERSLAAN DE PERZEN EN STRIJDEN ONDERLING Tegenstellingen tussen Athene en Sparta • Sparta werd geen democratie, Athene wel. • Sparta veroverde het land van hun buren (de Messeniërs), Athene stichtte koloniën. • Sparta had een sterk leger zodat ze mensen in bedwang konden houden, Athene had dit niet. • Sparta werd meer een leger met staat, Athene was meer een staat met leger. • Sparta had niet minder belangstelling voor de kunst en wetenschap, Athene meer. • Sparta had een volksvergadering: aannemen of verwerpen. Raad van Edelen: voorstellen doen, anders als in Athene. De Grieken verslaan de Perzen Perzische rijk was een machtige staat in het Midden-Oosten, geen democratie, wel een machtige koning. Griekse kolonisten zaten in het westen van het Perzische rijk. 500 vC Opstand tegen de Perzische koning Darius, Grieken wilden onafhankelijkheid. Aanleiding tot de Perzische Oorlogen. Darius gebruikte de opstand als strafmaatregel om de Grieken te verslaan. 490 vC Aanval van Perzen (vanuit zee). Op het laatste moment samenwerking. Slag bij Marathon werd gewonnen door Athene, daarna arriveerde Sparta. 480 vC Aanval Perzen o.a. van Xerxes (over land en vanuit zee). Sparta op land. Athene op zee. Beroemde veldslag bij Thermopylae. Perzen veroverden heel Griekenland, behalve de Peloponnesos. Maar Griekse vloot versloeg de Perzische vloot bij Salamis. 479 vC En het Perzische landleger werd bij Plataeae verslagen. De Grieken strijden onderling Er ontstonden twee grote bondgenootschappen (Sparta & Athene) uit angst voor een nieuwe aanval. Ze probeerden beide het machtigste te worden. Sparta - Goed leger & geen schepen. Athene - Klein leger & grootste vloot. 431-404 vC Peloponnesische Oorlog. De Atheense Pericles had het hier al over gehad. 430 vC Beroemde toespraak van Atheense Pericles, ter herdenking aan gesneuvelden en over democratie in Athene. Spartanen wonnen uiteindelijk. Maar Atheense democratie bestond tot eind 4e eeuw. 3- HET ONTSTAAN VAN WETENSCHAPPELIJK DENKEN Het Griekse wereldbeeld Eerst iedereen een mythisch wereldbeeld, toen het natuurwetenschappelijk wereldbeeld. Geen mythische verklaringen meer, maar filosofische verklaringen voor natuurverschijnselen. Aristoteles - Filosoof, aarde; onbeweeglijke bol in het centrum van het heelal. 4e eeuw vC 2e eeuw nC Ptolemaeus - Wiskundige en astronoom, aarde; onbeweeglijke bol door middel van berekeningen van banen. Maar de meeste mensen bleven de aarde zien als een platte onbeweeglijke schijf.
Een nieuwe manier van denken: voortdurend vragen en zoeken naar nieuwe kennis Een verschijnsel gebeurde niet door goden, maar als gevolg van bepaalde krachten in de natuur. Wetenschap - Systematisch geordend geheel van het weten en van de regels waarmee verdere kennis verkregen kan worden. Geboorte van de geneeskunde Hypocrates - Arts, niet door goden, maar door de natuur. Hij ging de ziekte precies opschrijven: hoe ontstond en hoe genezen. Geboorte van de geschiedenis Herodotus - Eerste geschiedschrijver, reisde veel en noteerde alles nauwkeurig. Hij schreef beide kanten en eigen mening op. Thucydides - Beschreef gebeurtenissen (Peloponnesische Oorlog), probeerde ze te verklaren en stond kritisch. Geboorte van de filosofie Filosofie - Zich bezighouden met de diepste levensvragen, zoals vragen over (on)geluk, (on)recht, rijkdom & armoede. Socrates - Filosoof, vragend achter dingen komen, mensen deden slechte dingen & dachten te weinig na; domheid. In theater. De bibliotheek van Alexandrië als centrum van de wetenschap Grootste bibliotheek van het Midden-Oosten, trok veel geleerden. De Grieken wilden een opleiding, vol wedijver Grieken willen in alles uitblinken (sport & kunst), overal de beste in zijn. De ideale Griek moet goed opgeleid zijn (kunnen schrijven & lezen), handel kunnen drijven, deelnemen aan democratie en goed zijn in een sport/muziek. Olympische Spelen waren dus erg beroemd (ter ere van Zeus). Aristoteles 4e eeuw vC • Filosoof • Leermeester Alexander de Grote • ‘Wereld is een bol’ Ptolemaeus 4 1e eeuw nC • Wiskundige en astronoom • ‘Wereld is een bol’ • ‘Aarde in het midden’ • ‘Wereld en planeten volgen banen’ Hypocrates 5e eeuw vC • Arts/geneeskunde • Waarnemen en medicijn • Volk gelooft er niet in • Hij ging de ziekte precies opschrijven Herodotus 5e eeuw vC • Eerste geschiedschrijver • Zaken benaderen met een zekere afstand • Hij schreef beide kanten en eigen mening op • Reisde veel en noteerde alles nauwkeurig
Socrates 5e eeuw vC • Vraagt dingen op straat • Mensen krijgen last van diamonion (geweten) Ptolomeaeus 4e eeuw vC • Bouwt bibliotheek Alexandrië
Natuurwetenschappelijk wereldbeeld: • Waarnemen • Observeren • Concluderen • Experimenteren • Verklaren
Gevolgen Alexander de Grote: • Intensiever contact oost-west. • Hellenisme (vergrieksing in het Mid-Oosten) • Idee van wereldheerschappij ontstaat.
4- DE GRIEKEN EN HUN KUNST ‘Het schone berust in de maat en de orde.’ - Aristoteles. Maat en evenwicht houden, maar niet exact (want dan is het doods). Ideaal benaderen. 5e eeuw vC Polycletus - Voorbeeld in de beeldhouwkunst; hoofd is 1/7 deel. Kunst was het niet exact weergeven van de natuur of mens. Beeldhouwkunst uit de Gouden Eeuw -> vrijstaande beelden, beweging en een natuurlijke weergave van het lichaam. Tempels - Belangrijk in verband met het geloof; huizen van goden. Zuilen 3:8, maar niet precies. Zuilen waren van groot belang. Theaters - Belangrijk ivm geloof. Bouwkunst en natuur zijn ook verbonden. Hoe fraaier de natuur, des te dichterbij God. Dorische (simpel) - Ionische (overlapping) - Korinthische zuilen (versierd). 5- ALEXANDER DE GROTE, VEROVERAAR EN VERBREIDER VAN DE GRIEKSE CULTUUR 338 vC Griekenland veroverd door koning Philippus van Macedonië. Philippus wilde het Perzische rijk aanvallen, hoopt hierdoor de Grieken gunstig te stemmen en te verenigen. 336 vC Philippus dood. Alexander volgde hem op en voerde het plan uit. Eerst de orde herstellen. 334 vC Alexander met leger op pad. Niemand geloven. 9 jaar later had hij het Perzische leger 3x verslagen. Veel Grieken trokken naar het Midden-Oosten, hierdoor werd de cultuur verbreid. Alexander wilden de Grieken en Perzen laten verenigen. Dit was geen succes. Ook wilde hij Perzische gewoonten overnemen (bv. voet kussen). Dit was ook geen succes. 323 vC Alexander stierf. Zijn rijk viel uiteen door conflicten tussen generaals (die later delen gingen besturen). Alexander de Grote - Goede legeraanvoerder en door hem werd de Griekse cultuur over een veel groter gebied verbreid.
6 - ROME VEROVERT HEEL ITALIË Rome onder de Etrusken 800 vC De Etrusken (volk uit Midden-Oosten) veroverden een groot deel van Noord- en Midden-Italië, incl Rome. Rome leefde erg van de landbouw, handel nam toe door de Etrusken. Rome en andere dorpen groeiden uit tot steden. 500 vC Inwoners van een aantal steden in opstand tegen de Etrusken. Sommige vochten zich vrij, incl Rome. Rome verovert vasteland van Italië +2 eeuwen Romeinen veroverden de Italië (behalve uiterste noorden) 275 vC Onderwerping van Griekse kolonisten in zuid-Italië. Verovering Italiaanse vasteland voltooid. Romeinen regeren bijna duizend jaar over Italië. Rome wordt een republiek Republiek - Regeringsvorm waarin telkens na verloop van tijd nieuwe bestuurders worden gekozen. Consuls - De belangrijkste twee bestuurders, elk jaar ververst. Elk zou een deel van het leger aanvoeren bij oorlog. Senaat - Raad van ouderen. Vroegere bestuurders en consuls. Geeft raad. Volksvergadering - Vergadering van romeinse mannen. Alleen weinig invloed op Rome. Vrouwen en slaven hadden geen invloed op het bestuur van Rome. 7 - DE ROMEINEN STICHTEN EEN IMPERIUM Waarom veroveren de Romeinen een imperium? 275 vC Romeinen kregen heel Italië in hun macht. +300 Daarna veroverde ze een imperium (Middellandse Zeegebied en een groot deel van Europa). • Omdat een land een bondgenoot aanviel van de Romeinen. • Omdat de bevolking van een land de handel of de veiligheid bedreigde van de Romeinen. • Omdat de Romeinen meer grond wilden voor hun eigen bevolking. • Of omdat sommige (bv. Vergilius) vonden dat ze de taak hadden in de hele wereld rechtvaardig bestuur te brengen. De gevolgen van de veroveringen • Rijk verdeeld in provincies. Ze kregen allemaal een leger en een Romeins bestuur met een gouverneur aan het hoofd. • Senaat werd machtiger. Besturen werd steeds ingewikkelder. De senaat had veel ervaring, hun raad werd opgevolgd. • Invloed Griekse cultuur groter. Romeinen namen veel over (wetenschap & godsdienst). • Aantal arme mensen groeide. Boeren trokken naar de stad. Boeren moeten in het leger. Achtergebleven familie kon niet blijven leven. Proletariër - iemand die alleen kinderen bezat. • Aantal rijke mensen groeide. Door buit van veldtochten, groeiende handel, andere door te veel belasting vragen. • Veel slaven. Meeste moesten werken op groot. Als vee behandeld, hierdoor kwamen veel opstanden teweeg. • Leger werd minder sterk. Boeren werden proletariërs, en konden hun eigen wapenuitrusting niet betalen. 8 - DE ROMEINSE REPUBLIEK WORDT EEN KEIZERRIJK Beroepslegers brengen generaals aan de macht De legers werden te klein, dus er werd een beroepsleger ingevoerd. Proletariërs konden vrijwillig 16 jaar in het leger en kregen na hun diensttijd een stukje land in een provincie. Zij lieten geen boerderij en familie achter en hun bevelhebber zorgde voor hun soldij. Ze waren trouwer aan bevelhebber als aan Rome. Sommige probeerde de macht over Rome te krijgen (Julius Caesar). Van republiek tot keizerrijk Senaat probeerde te voorkomen dat Caesar alle macht kreeg, ze pleegde een moordaanslag op Caesar (44 vC). Tegenstanders senaat: enkele legeraanvoerders en Octavianus (achterneef van Caesar). Er kwam een burgeroorlog die Octavianus won, nu heette hij Augustus. Eerste keizer; hij ging voorzichtig te werk, maar zorgde dat hij alle macht kreeg. De Romeinse vrede (Pax Romana) • Leger bleef trouw aan de keizers. Ze kregen betere grond en meer geld. Hoefde maar kort in dienst en toch benoemd. • Goede handel, hierdoor nam de welvaart toe. Vuurtorens, havens, meer wegen en overal dezelfde munt. • Geen krachtige vijanden aan de grenzen. De meeste mensen wonen op het platteland Handelaren en handwerkslieden namen toe. Ze woonden bijna allemaal in steden. Gladiatorgevechten vonden plaats in het Colosseum in Rome. Groot deel van het land was van grootgrondbezitters; grond bewerken door slaven en vrije pachters, zelf in het bestuur. De Romanisering Romeins burgerrecht - Romeinse rechtspraak en leidinggevende functies. Geromaniseerd - de Romeinse cultuur overgenomen (taal, godsdienst, literatuur, kleding en vrijetijdsbesteding. 212 Iedereen krijgt het burgerrecht in het Romeinse Rijk.
9 - HET ROMEINSE WERELD- EN MENSBEELD Het Romeinse wereldbeeld Veel Grieken dachten dat de wereld een zwevende platte schijf was. De Romeinen dachten al aan een cirkelvormige schijf )op het oosten georiënteerd. Het Romeinse mensbeeld Grote Griekse invloed, maar toch verschillen: Een meer militaire kijk op de mens (dan de Grieken) • Gedeeltelijk ander waardestelsel (moed, gehoorzaamheid, opofferingsgezindheid). • Naast tempels en theaters ook amfitheaters, triomfbogen en erezuilen. Amfitheater - hier strijden gladiatoren tegen elkaar of tegen dieren. Een meer praktische kijk op de mens (dan de Grieken) • Een mens was een burger met plichten. Rechtspraak was belangrijk. Basilicae - gebouw waar rechtspraak plaatsvindt. • Verbeteren van de kwaliteit van het dagelijks leven dmv de natuur (aquaducten en thermen). Gedeeltelijk eigen kijk op de bouwkunst Ze hebben met de praktische en militaire kijk op de mens te maken. Niet met godsdienst. Boog, gewelf en koepel zijn typisch Romeinse vormen. Triomfbogen, thermen en amfitheater zijn typische Romeinse realisaties. Een juridisch voorbeeldige manier om met elkaar om te gaan Veel verschillende volken, dus waren er duidelijke regels en een Romeins bestuur nodig. Dat kwam toen nog niet zo vaak voor. • Iemand onschuldig, totdat schuld bewezen is. • Niemand gestraft voor wat hij/zij denkt. • Iemand die beschuldigd wordt, mag verdedigen. • Bestuurders niet met rechtspraak bemoeien. 10 - OPKOMST VAN HET CHRISTENDOM Het Jodendom De joden vielen op in het Midden-Oosten. Ze vereerden maar 1 God, die hun de tien geboden die ze moesten naleven, in ruil daarvoor bescherming en bevoordeling. Tenach - Joodse bijbel; Oude testament. Bevat de Boeken van Mozes (=Torah/wet). Tempel - belangrijkste heiligdom van de Joden. Tijdens een overheersing van de buurvolken ontstond geloof in Verlosser/Messias. 63 vC Palestina werd ingelijfd bij het Romeinse Rijk. Joden in opstand. Dat mislukte en Jeruzalem werd verwoest. 70 nC Door Titus (laatste keizer). Veel Joden vluchten naar Midden-Oosten. Overal in minderheid. Het ontstaan van het christendom Jezus van Nazareth vertelde over een Koninkrijk van God. En vooral goedheid en vergevingsgezindheid jegens de mens. Joodse leiders werden bang en lieten hem kruisigen door Ponitus Pilatus. Apostelen (leerlingen) verspreidde de verhalen van Jezus Christus (=gezalfde). Christenen - aanhangers van Jezus. Koninklijke/goddelijke uitverkiezing. Evangelie - goede boodschap. Geschreven door Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes. Nieuwe testament - geschiedenis apostelen, brieven en evangeliën. Nieuwe & oude testament = Bijbel. De leer van het christendom Christelijke geloofsbelijdenis Verschillende verhalen over het christendom. 4e eeuw Keizers accepteren het christendom. Hierdoor ontstond er meer eenheid over de kern van het christendom. Zoon van God, opstaan uit dood, opstijgen naar hemel, gekruisigd en verlossing van zonden, terugkomen. Laatste oordeel - Gelovigen krijgen eeuwig leven en ongelovigen verdwijnen in de hel. Christelijke waarden, deugden en rituelen Jezus is het voorbeeld. Mensenlievendheid & vergevingsgezindheid. Deugden; geweldloosheid, behulpzaamheid, eerlijkheid, vrijgevigheid, eenvoud. Sacramenten - heilige handelen; doop, eucharistie, biecht. Doop - Water gieten over dopeling. Verklaren duivel af te zweren en te geloven in Jezus. Vanaf dan lid van kerk. Eucharistie - Rituele maaltijd waarin de dood en verrijzenis van Jezus gevierd wordt. Aanwezigheid in brood en wijn. Biecht - Zonden belijden tegenover een preister. Hierdoor krijgt diegene vergeving. Vormsel - Alle jongeren krijgen een gezalfd kruisteken op hun voorhoofd. Goede en moedige christenen. Oliesel - Stervende gelovige wordt aangeraakt met olie en krijgt vergeving, zodat diegene naar de hemel kan. Het christendom verbreidt zich Het christendom profiteerde van de Pax Romana en verbreidde snel. Apostel Paulus was hierbij belangrijk. Veel armen en onderdrukten werden christen. Leefde onder de armen, gaf hoop en had het over gelijkheid. Romeinse keizers vervolgen de christenen Griekse goden waren officieel. Veel geloven werden gewoon geaccepteerd, maar christendom niet. Christenen namen niet deel aan Romeinse feesten, gingen niet naar het amfitheater en gingen niet in het leger. Christenen meer trouw aan hun geloof dan aan de Romeinse keizer.
Het christendom wordt de enig toegestane dienst Vervolgingen werkten niet, christendom werd steeds groter. 313 Christendom werd toegestaan en keizer Constantijn werd zelf christen. 394 Christendom wordt enig toegestane godsdienst door Theodosius. De organisatie van het christendom: de Kerk Kerk werd hetzelfde georganiseerd als het Romeinse Rijk. 5e eeuw Romeinse rijk viel uit elkaar. Maar de kerkelijke organisatie bleef bestaan. Bisschop - kerkelijke bestuurders van steden en het omringende regio, het bisdom. Paus - bisschop van Rome, het hoofd van de West-Europese bisdommen. Pastoors - herders, bestuurders van kleine kerkelijke gemeenschappen. 11 - HET WEST-ROMEINSE RIJK VALT UITEEN IN GERMAANSE STATEN 395 Dood van Theodosius. Romeinse rijk wordt in oostelijk en westelijk deel verdeeld. 1453 Oost-Romeinse rijk valt. Het werd veroverd door Osmaanse turken. 476 West-Romeinse rijk valt. Er ontstaan allemaal Germaanse staten. De Germanen Veel Germanen trekken West-Europa in. Sommige romaniseerden, de meeste niet. Germaanse volken leken erg op elkaar. Talen, leven van landbouw, wonen in dorpen, verdeeld in verschillende stammen. Vrije mannen hadden de macht dmv de vergadering. Lagen - slaven, vrijgelatenen en vrije mannen. Vrouwen en kinderen gehoorzaamden. Oorlog - aanvoeder werd gekozen. Behield daarna meestal de macht. Verschillen tussen de godsdienst van de Germanen en het christendom • Germanen vereerden meer goden/natuurkrachten, die geofferd moesten worden. • Elke Germaanse stam gaf zijn goden een naam en bewaarde verhalen en rituelen. • Tius, Zius, Thor, Wodan en Donar waren oppergoden. Frya, Nehalennia en Tanfana waren de hoogste godinnen. • Ze stonden voor zon, maan, bliksem of donder. Herder, jager of krijger. Schoonheid, vruchtbaarheid of lente. • MAAR: Ze geloven beide in leven na de dood. • Waarden: welzijn en overleving van familie. • Normen: eren voorvaderen en stamland verdedigen. • Deugden: lichaamskracht, dapperheid, eergevoel en vergeldingsdrang. Franken veroveren een groot deel van het westelijke Romeinse Rijk Franken hielpen eerst bij verdediging van Romeinse rijk, later vochten ze soms tegen de Romeinen. Frankische militairen werden soms opperbevelhebber en heel soms koning. 5e eeuw Invloed Franken wordt streed groter. Romeinse legioenen worden teruggetrokken. Romeinse bouwwerken werden verwoest. Er bleef weinig Romeinse cultuur over. 481 Clovis werd leider van een Frankische stam om plunderingen te voorkomen. Hier begonnen de middeleeuwen.