BESTEMMINGSPLAN REITDIEP / REITDIEP HAVEN TOELICHTING INHOUDSOPGAVE INLEIDING EN SAMENVATTING
1
H.1. HISTORISCHE ONTWIKKELING EN HUIDIGE SITUATIE 1.1. Het gebied door de eeuwen heen 1.2. Het gebied anno 1998
4 4 5
H.2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.
PLANONTWIKKELING Stedenbouwkundige uitgangspunten Ruimtelijke hoofdstructuur Plangebied deel 1: 'Wonen in en aan het water' Verkeersmaatregelen Groenstructuur
6 6 8 8 10 13
H.3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
CIVIELTECHNISCHE UITGANGSPUNTEN Algemeen Riolering en afwatering Ontwatering Waterhuishouding
15 15 15 15 15
H.4. VOLKSHUISVESTINGSASPECTEN 4.1. Algemeen 4.2. Doelgroepen en marketing 4.2.1. Domein 4.2.2. Waardecreatie product 4.3. Programma 4.4. Waterkavels 4.5. Duurzaam bouwen
18 18 18 19 19 20 20 20
H.5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5.
MILIEU-ASPECTEN Milieubeleid in een compacte stad Bodem Verkeerslawaai Bedrijvigheid Veiligheid en risico's
21 21 21 21 22 23
H.6. 6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5.
JURIDISCHE TOELICHTING Bestemmingsplan "Buitengebied" Globaal eindplan Gedeelte met "direct bouwrecht" Uit te werken gebied Uitwerkingsverplichting
24 24 24 24 24 25
1
H.7. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
26
H.8. INSPRAAK EN PLANOLOGISCH VOOROVERLEG 27
2
INLEIDING EN SAMENVATTING
Ten noorden van de stad Groningen - tussen het Reitdiep en de Friesestraatweg - ligt een prachtig weidegebied waar het Groningse landschap zich in volle glorie openbaart en waar de horizon zich op vele kilometers afstand aftekent. Aan de rand hiervan verrijst de komende jaren een nieuwe woonwijk, waarvan de uitwerking is vastgelegd in het bestemmingsplan 'Reitdiep/Reitdiephaven'. Bijzonder aan dit plan is dat er een uitgebreid marktonderzoek aan ten grondslag ligt. Het woonprogramma is gebaseerd op een aantal consumententrends, waardoor er voor uiteenlopende doelgroepen een aantrekkelijke, op de toekomst gerichte woonwijk ontstaat. Het plangebied Het plangebied wordt aan de oostzijde begrensd door de eeuwenoude (inmiddels gekanaliseerde) rivier het Reitdiep. De dijk van het Reitdiep is een landschapsmonument. Daarom wordt hier een ecologische dijkzone vrijgehouden. Aan de oostelijke oever is onlangs een fietspad aangelegd. De westelijke grens is de Friesestraatweg. De Hogeweg loopt in noord-zuidrichting door het plangebied heen. Verder naar het westen en het noorden ligt de Ecologische Hoofdstructuur, een gebied dat door zijn waarde voor de weidevogels zo veel mogelijk beschermd moet blijven. Een bijzonder gebied dus, waar ook het zeer schone oppervlaktewater een opvallend kenmerk is. Structuurplan 'De stad van straks' Het bestemmingsplan Reitdiep is een uitwerking van het Structuurplan 'De stad van straks, Groningen in 2005' (1995). In dat plan heeft Groningen zijn stedelijke toekomstvisie getoond tot en met het eerste decennium van de volgende eeuw. 'De stad van straks' constateert dat de behoefte aan woningen nog steeds groot is. Hoewel er langzamerhand bij herstructurering in de bestaande stad ook ruimte vrijkomt, is stadsuitleg onontkoombaar. Op basis van de analyses in het Structuurplan dient woningbouw vooral plaats te vinden aan de noordwestzijde van de stad, terwijl het zuidoosten zich in eerste instantie richt op het versterken van de economische structuur. Structuurschets 'Buiten in de stad' Het stedelijke structuurplan 'De stad van straks, Groningen in 2005' is uiteraard globaal van aard. Daarom is in 1996 het noordwestelijke deel van de stad uitgewerkt in de structuurschets: 'Buiten in de stad'. Hierin zijn de uitgangspunten voor woningbouw geformuleerd. De Held I (ongeveer 1.000 woningen) is inmiddels al bijna afgerond. Voor het plan Gravenburg (De Held II, circa 850 woningen) zijn de planologische procedures in een vergevorderd stadium. Het plangebied wordt op dit moment bouwrijp gemaakt. In het voorjaar 2000 is gestart met de bouw van de woningen in de eerste woonvlek. Het bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven is, na De Held I en Gravenburg de derde uitwerking van de Structuurschets Noordwest. De uitwerking van het hele plangebied gebeurt in twee fasen. Dit bestemmingsplan geeft de hoofdlijnen weer van het hele gebied en een uitwerking van de eerste fase (het gebied tussen Hogeweg en Reitdiep).
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 1
MER In het voorjaar van 1998 heeft de provincie in het kader van het Omgevingsplan Regio Groningen een Milieu Effect Rapportage (MER) opgesteld voor onder andere het gebied Reitdiep als onderdeel van het nieuwe woongebied Groningen-West. Dit Omgevingsplan is op 16 december 1998 door Provinciale Staten vastgesteld. In dit plan staan belangrijke aanbevelingen voor de woningbouw. Zo wordt voorgesteld om de afstand tot de wierde Dorkwerd minimaal 500 meter te laten zijn. Ook wordt om meerdere redenen aanbevolen, om veel water in het plan in te brengen en een gedifferentiëerd woningaanbod te realiseren. Deze aanbevelingen sluiten aan bij de doelstellingen van dit bestemmingsplan. Woningen De eerste fase is het gebied tussen de Hogeweg en het Reitdiep en heet 'De Eilanden'. Hiervoor zijn de plannen gedetailleerd uitgewerkt. Er komen circa 300 woningen, voor het overgrote deel aan bevaarbaar water. Voor bijna iedereen die er gaat wonen is het mogelijk een boot (vlak)bij huis aan te leggen. Twee kleine sluizen overbruggen het peilverschil tussen het Reitdiep en het waterpeil in de woonwijk. De wijk krijgt een heel eigen karakter door een indeling in domeinen: gebieden van verschillende grootte, maar met een eigen stijl als het gaat om woningtype, omgevingsinrichting en accenten in het woongenot. Ook woon/werkhuizen of bijzondere telematicavoorzieningen behoren tot de mogelijkheden. Jachthaven en voorzieningen Behalve ruimte om te wonen, komen er in het Reitdiepgebied ook jachthavengebonden activiteiten. De haven - die in open verbinding staat met het Reitdiep - krijgt een belangrijke functie als jachthaven. Een fraaie boulevard maakt het mogelijk bij mooi weer te genieten van het uitzicht op de jachthaven. De daar geplande winkelvoorzieningen krijgen deels een maritiem karakter. In de haven is ook plaats voor circa 30 woningen, die in of op het water gebouwd zijn. Geen ligplaatsen voor woonarken dus, maar hoogwaardig ontworpen, drijvende woningen. Naast de bij de haven behorende winkelvoorzieningen is er ruimte voor horeca (caférestaurant). Ook is er ruimte voor kantoren, dienstverlening en beperkte vormen van bedrijvigheid. Deze functies moeten nog worden uitgewerkt. Transferium Het plan Reitdiep/Reitdiephaven wordt gecompleteerd met een transferium annex parkeervoorziening in de buurt van de haven. Het transferium vormt de 'toegangspoort' van de stad. Hier kunnen automobilisten en passagiers van streekbussen overstappen op de stadsbus. Over een aantal jaren kunnen reizigers hier overstappen op hoogwaardig openbaar vervoer - wellicht een vorm van light rail - dat hen in 12 minuten aan de voet van de Martinitoren brengt. Bestaande functies De bestaande functies aan de zuideinde van de Hogeweg - de jeugdinrichting het Poortje, het Tuincentrum en het tussengelegen antennebedrijf - zijn in het plan met een passende bestemming en met een op de toekomst gerichte uitbreidingsmogelijkheid opgenomen.
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 2
Volgende fasen Voor volgende fasen, die over enkele jaren aan bod komen, moet de gedetailleerde uitwerking de komende jaren nog gemaakt worden. In dit stadium zijn de globale uitgangspunten geformuleerd.
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 3
HOOFDSTUK 1 HISTORISCHE ONTWIKKELING EN HUIDIGE SITUATIE 1.1.Het gebied door de eeuwen heen Tegen het einde van de laatste ijstijd, zo'n 10.000 jaar geleden, begon de zeespiegel te stijgen. In het noordwestelijk deel van de gemeente had dat een geleidelijke dichtslibbing van rivierdalen, klei-afzetting vanuit de Noordzee en veengroei tot gevolg. Toen rond 500 voor Christus de boorden van de oer-Drentse Aa/Hunze zo hoog met klei waren opgeslibd dat ze nog slechts zelden overstroomden, vestigden zich hier en daar kleine boerenbedrijfjes. Eén van die vestigingsplaatsen zou door bewuste ophogingen en ophoping van mest en afval later uitgroeien tot Dorkwerd. In de eeuwen kort voor en na het begin van de jaartelling was er een tweede vestigingsronde, met als resultaat een groter aantal kleine wierden. Kleiwerd is in aanleg zo'n wierde. Een tweede is te vinden net ten noorden van Wierde 1 in het plan De Held ten noorden van de Legeweg. Een derde ligt ten oosten van het 'Hooihuis' ten zuiden van de Friesestraatweg. Deze laatste twee wierden lijken rond het jaar 300 na Christus verlaten te zijn. Overstromingen vanuit de riviertjes in de omgeving of veengroei - zoals in de polder De Oude Held is aangetoond - maakten het boerenbestaan onmogelijk. Of Dorkwerd ook ontvolkt raakte is onbekend. Pas rond het jaar 1000 lijkt het gebied weer aantrekkelijk voor gebruik. Er heeft zich intussen op de klei een aanzienlijk veenpakket ontwikkeld, dat zich ongeveer vanaf de Friesestraatweg in het noorden tot ver in Drenthe uitstrekte. Door het steken van turf, het ontwateren, beakkeren en branden van het veen, daalde het maaiveld. Dit, gecombineerd met een aantal aanzienlijke springvloeden, zorgde kort vóór het jaar 1200 voor grote overstromingen in het gebied. Het gehele veenpakket tot aan ongeveer de A7 sloeg weg, inclusief alle bewoning die op het veen aanwezig moet zijn geweest. Na het jaar 1200 wordt het gebied weer in cultuur genomen, ditmaal vanuit kleine wierden langs de Hunsinge - de oorspronkelijke naam van de bovenloop van het Aduarderdiep. Op de oeverwallen komt een doorgaande route te liggen, de Zijlvesterweg. Het land wordt in eerste instantie van daaruit in blokken verkaveld, mogelijk ook vanuit enkele, verder in het laaggelegen land opgeworpen wierden, zoals het Hooihuis en een kleine wierde in het plangebied zelf. Door een verbeterde waterhuishouding, het graven van maren (ontwateringssloten), en het aanleggen van dijken kan in de loop van de middeleeuwen de polder De Jonge Held worden ontwikkeld. Het resultaat is de typerende opstrekkende verkaveling met lange rechte wegen: in de Oude Held en het zuidelijk deel van de Jonge Held noord-zuid, in het noordelijk deel van de Jonge Held oost-west georiënteerd. De boerderijen die bij deze fase horen, bijvoorbeeld die aan de Legeweg, staan niet meer op een wierde. In de 13de of 14de eeuw wordt omwille van de handel in Groningen het Reitdiep gegraven en van een dijk voorzien. Deze structuur vervangt een oudere loop van de Drentse Aa, die meer oostelijk lag, en doorsnijdt de verkaveling. Duidelijk minder oud is de Hogeweg, die ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 4
als weg binnen de dijk is aangelegd. De provinciale Friesestraatweg tenslotte, werd in 1843 in gebruik genomen. 1.2.Het gebied anno 1998 Het plangebied Reitdiep anno 1998 kenmerkt zich door een sterk contrast tussen de stad en het open buitengebied. De noordelijke en westelijke begrenzingen van de stadswijken Selwerd, Vinkhuizen en Paddepoel vormen een harde stadsrand, tegenover een open weidegebied: het wierdenlandschap. Ten westen van Vinkhuizen ligt de nieuwe woonwijk De Held, waar bestaand parkgebied en nieuwe woningen harmonieus zijn geïntegreerd. Dit gebied is opgebouwd uit wierden, compacte woongroeperingen met een specifieke stedenbouwkundige verwantschap en daartussen ruime openbare gebiedsdelen. Een dergelijke ruimtelijke opzet zal in de toekomst worden doorgezet in noordelijke richting tot aan de Friesestraatweg en vormt dan tevens de westelijke begrenzing van het nieuwe plangebied Reitdiep-Reitdiephaven. Het plangebied is gelegen in de wigvormige ruimte tussen de Friesestraatweg en het Reitdiep. In de punt van de wig ligt de verkeersknoop die de Friesestraatweg verbindt met de ringwegen. Karakteristieke elementen van het gebied zijn het Reitdiep met zijn langzaam naar binnen toe aflopende dijk en de Hogeweg, die bijna evenwijdig aan het Reitdiep maar dan als een kaarsrechte streep ingepast in het landschap de stad met het wierdedorpje Dorkwerd verbindt. De wierde Dorkwerd is een van de eerste nederzettingen in het Groningse wierdengebied. Eveneens een belangrijk gegeven is de Friesestraatweg, een verkeersroute die het omringende landschap doorsnijdt en de zuidwestelijke grens van het gebied bepaalt. Dwars door het gebied loopt een bovengrondse hoogspanningsleiding. Aan de zuidzijde van het plangebied domineren de hoogbouwflats die de noordgrens van de wijk Vinkhuizen vormen. Het gebied bestaat uit een open weidelandschap in de polder De Jonge Held die vroeger deel uitmaakte van het kwelderlandschap. Het maaiveld is ogenschijnlijk vlak maar vertoont een gering reliëf. Verhogingen in het landschap worden onder andere gevormd door stroomruggen, dijken langs het Reitdiep en wierden. Het landschap vertoont een onregelmatige blokverkaveling. Karakteristiek voor het gebied is het door bomen omgeven wierdedorpje Dorkwerd met haar kenmerkende kerkje en de prachtige vergezichten waar het Noordgroninger landschap bekend om staat. Een waardevol gebied met een grote kwaliteit, waarin het nieuwe woongebied zorgvuldig en met respect voor de omgeving moet worden ontwikkeld.
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 5
HOOFDSTUK 2 PLANONTWIKKELING 2.1.Stedenbouwkundige uitgangspunten De ruimtelijke structuur van het plan is gebaseerd op het Structuurplan “De stad van Straks”en de Structuurschets Noord-West. In deze nota zijn de verschillende deelgebieden en de fasering daarvan aangegeven. De planopzet van Reitdiep/Reitdiephaven moet zodanig zijn, dat het plan gefaseerd kan worden uitgevoerd waarbij elke fase een afgerond stedenbouwkundig beeld oplevert. De randen van elke fase moeten zodanig gedefinieerd zijn dat een duidelijke afstemming met landschap plaatsvindt en de condities voor de volgende fase afleesbaar zijn. In de planopzet moet rekening gehouden worden met de ligging van de Ecologische Hoofdstructuur; in het net nog uit te werken deel van het plan, name het westelijk deel, zal de relatie met het open weidelandschap nader moeten worden bepaald. Bovendien moet het een strategisch plan zijn, dat mogelijk maakt om tot een uiteindelijk samenhangend en afgeronde planontwikkeling te komen voor het gehele in de Structuurschets aangegeven plangebied. Het plangebied Reitdiep/Reitdiephaven bevindt zich in het open wierdenlandschap, de openheid en de wierden bepalen het beeld. Daarmee is het een specifieke begrenzing van de stad, de stad als helder begrensd gebied in een open landschap. Dit is uitgangspunt geweest voor het nieuwe woongebied. Heldere begrenzingen, duidelijke en herkenbare randen. Deze keuze voor een harde, scherpe overgang, als contrast met het open wierdenlandschap is in feite al gemaakt bij de vaststelling van de Structuurschets, waar over dit onderwerp het volgende staat vermeld: “de overgang van het landschap naar de stad is hier de overgang van een open wierdenlandschap met een ecologische hoofdstructuur en tegelijkertijd een weidevogelgebied naar de harde randen van de wijken Vinkhuizen en Paddepoel. Het realiseren van een nieuwe stuk stad in dit gebied is een opgave die op veel verschillende manieren vorm gegeven kan worden. Kenmerkend moet echter altijd zijn, dat er sprake is van een “stedelijk gevoel”bij bewoners en bezoekers, die straks deze plek bewonen en bezoeken. Een gevoel dat ontstaat door een zekere mate van concentratie, door verschillen in bewonersgroepen als woon/leefstijlen en architectuur…” Naast de keuze voor duidelijke en herkenbare randen is bij de planontwikkeling gekozen voor transparantie en openheid tussen de woongebieden, orientatie vanuit de woongebieden op het open landschap en het creeren van zichtlijnen die het nieuwe woongebied een herkenbare plek geven in het landschap. Dit stemt overeen met de uitgangspunten die in het kader van de Structuurschets zijn verricht. Hierin staat onder meer nog het volgende vermeld: “de openheid van het landschap vraagt ook om beperkingen ten aanzien van het agrarisch gebruik. De begrenzing van de woningbouwlocatie speelt hierop in, door aan de noordwestkant ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 6
met name lage bebouwing te situeren en door het realiseren van de natuurlijke en open west zones in het plangebied.” In dit bestemmingsplan is er daarom voor gekozen aan de westkant de omgeving - de weilanden - het woongebied binnen te laten dringen. Aan deze zijde is geen lange aaneengesloten bebouwingsrand, maar wordt getracht het landschap hier als het ware in de wijk te schuiven, om zo een extra (landschappelijke) kwaliteit aan het wonen toe te voegen. Getracht wordt bijzondere woongebieden te maken, omgeven door natuur, met een eigen woonmilieu, die op zich een afgerond geheel vormen, maar waarbij de mogelijkheid bestaat in de toekomst aan de zuidwest zijde binnen de grenzen van het Structuurplan en de Structuurschets een nieuwe fase toe te voegen. De belangrijke thema's van het bestemmingsplan zijn wonen aan en op het water en wonen in het landschap. Het plan is opgezet op basis van een vijftal uitgangspunten. Gevarieerd en karakteristiek woonmilieu Reitdiep/Reitdiephaven moet een bijzondere en gevarieerde woonwijk worden die zich nadrukkelijk onderscheidt van andere wijken en gebieden in de stad. Het bijzondere karakter van de wijk wordt ontleend aan de specifieke kenmerken van het gebied, zoals de aanwezigheid van het Reitdiep, de waterverbinding met de Waddenzee, het open weidegebied dat zich in noordelijke richting uitstrekt en de overgang van stad naar landschap. Continuïteit van het stedelijk wonen De nieuwe woonwijk moet zich kenmerken door een stedelijke, compacte woonomgeving. Dit krijgt gestalte in geconcentreerde woonvormen aan de Reitdiephaven en groepen van woningen in kleinere concentraties - zogenaamde woondomeinen - in een doorlopend landschap. Aantrekkelijke overgang tussen stad en omliggend landschap Het gebied is bij uitstek geschikt voor de ontwikkeling van een aantrekkelijk recreatief havengebied in combinatie met stedelijke voorzieningen en wonen. Hiermee vormt het een aantrekkelijke overgang tussen de bestaande stad en de nieuwe woonwijk. Poort naar de stad De ligging aan de doorgaande vaarroute over het Reitdiep, de verkeersroute Friesestraatweg met haar aansluiting op de ring van Groningen en de koppeling met het Zernike-complex zijn belangrijke aanleidingen voor het ontwikkelen van dit plan. Dit ontmoetingspunt van verkeers- en waterroutes aan de rand van het woongebied wordt de nieuwe poort naar de stad in dit noordwestelijk stadsdeel. Aan het havengebied wordt een transferium gekoppeld: een overstapplaats naar het openbaar vervoer. Gefaseerde uitvoering Het plan is als een samenhangend geheel ontworpen, echter zodanig dat bij gefaseerde uitvoering elke fase een afgerond stedenbouwkundig beeld oplevert. ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 7
2.2.Ruimtelijke hoofdstructuur De hoofdopzet van het plan wordt gevormd door twee woonstrips langs twee kenmerkende assen. Een woonstrip, ‘De Eilanddomeinen ‘langs de Hogeweg en de ‘Wateras’ en de andere woonstrip, ‘De Groene domeinen’ langs de Groene as. Beide assen zijn georienteerd op de wierde Dorkwerd. Ten westen van de ‘Groene as’, zijn twee woonwierden als vooruitgeschoven posten in het landschap geprojecteerd. De ingesloten ruimte die wordt gevormd door deze twee assen, die een hoek met elkaar vormen, bestaat aan de zuidzijde, tegen de Friesestraatweg aan, uit het havengebied met op dit havengebied georienteerde woningen, jachthaven, wijkvoorzieningen en andere stedelijke functies. Dit is het dynamisch en levendig hart van het plan. Naar het noorden toe, en zich langzaam vernauwend, een open groene enclave, die openheid en lucht geeft in het plangebied. Deze enclave wordt uitgewerkt als wateren groengebied. Een hoogwaardige en waardevolle open, groene ruimte waar het water langs de randen op is georienteerd en daar mede haar kwaliteit aan ontleend. Een ruimte die lucht geeft aan het woongebied en een specifieke bijdrage levert aan het open karakter van het gebied. Eilanddomeinen De woonstrip ‘Eilanddomeinen’ tussen de Hogeweg en de Reitdiepdijk bestaat uit een reeks woondomeinen in de vorm van eilanden in het water met als thema 'wonen aan en op het water'. De noordzijde van dit woongebied wordt begrensd en gemarkeerd door een blikvanger die de verbinding vormt tussen land en het water achter de Reitdiepdijk. Langs de wateras, achter de Reitdiepdijk, wordt het gebied in geringe mate verhoogd, waarbij de overgang met het gebied aan de binnenzijde van de Reitdiepdijk zorgvuldig zal verlopen. Groene domeinen De woonstrip ‘De groene domeinen’ langs de ‘Groene as’ bestaat uit een aantal woondomeinen in het landschap met als thema ‘wonen in het landschap’, waarlangs een harde woonrand wordt ontwikkeld (zie kaart "Groenconcept"). Hierlangs komt een aantal woondomeinen met als thema 'wonen in het landschap'. Deze woondomeinen zullen ten opzichte van het bestaande maaiveld aanmerkelijk worden verhoogd. Dit tweede deel van het plangebied moet nog verder worden uitgewerkt. Ook de Reitdiephaven valt onder het nader uit te werken deel van het plan.
2.3.Plangebied deel 1: 'Wonen aan en op het water' Eilanden achter de dijk Het eerste deel van het plangebied - tussen de Hogeweg en het Reitdiep - bestaat uit een reeks van eilanden achter de dijk. Deze eilandzone krijgt een vaarverbinding op het Reitdiep. Hiervoor zullen twee doorsteken in de dijk worden gemaakt: één aan de noordzijde ter hoogte van de blikvanger en één aan de zuidzijde van het gebied. Deze zuidelijke aansluiting vormt tevens de toegang tot de toekomstige Reitdiephaven. De eilanden bestaan uit kleine woongroeperingen, zogenaamde woondomeinen met ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 8
een eigen karakter en identiteit. De ligging en situering van de woondomeinen in het water kenmerkt hun verwantschap en onderlinge samenhang. De open waterzones tussen de eilanden onderling geven zicht op de Reitdiepdijk en verbindt hiermee de Reitdiepdijk en het er achter gelegen Reitdiep met het overige woongebied. Door een thematische invulling van het woonmilieu èn door een gedifferentiëerd ontwerp van de randen van de eilanden onderscheiden de woondomeinen zich van elkaar. Op de kaart ‘Differentiatie waterranden’ is aangegeven hoe dit zal worden uitgewerkt. De verkavelingsrichting is overwegend oost-west, zodat de woningen gunstig zijn gelegen ten opzichte van de zon. Harde en zachte waterranden De naar de Hogeweg gekeerde zijden van de eilanden hebben een harde waterrand: de woningen zijn met de entree georiënteerd op de Hogeweg en hebben een terras aan het water. Deze bouwstroken vormen samen een belangrijk front en zijn de ruggengraat van het plangebied. Verder bestaan de eilanden deels uit waterranden waarbij de woningen op de rand van het water dan wel gedeeltelijk in het water staan en randen met de tuinen van de woningen aan het water. Deze randen zullen voor een groot deel worden voorzien van eenduidige doorlopende vlonders of steigers. Aan de kant van de Reitdiepdijk hebben de eilanden overwegend een zachtere, natuurlijke waterrand die aansluit op het natuurlijke karakter van de dijk. De woningen aan deze zijde zullen ook een oriëntatie op de dijk moeten hebben. Verkeersontsluiting eilanden De eilanden kennen een dubbele ontsluiting: een vaarverbinding met het Reitdiep en een wegverkeersontsluiting vanaf de Hogeweg. De eilanden onderling worden niet met elkaar verbonden en hebben geen directe verbinding met de dijk. De dijk zal voor voetgangers ontsloten worden ter hoogte van de brug over het Reitdiep en aan de noord- en zuidzijde van de eilandenzone, zodat een voor het hele gebied bestemde en toegankelijke wandelroute mogelijk is. Op de eilanden zelf worden woonstraatjes met een beperkt profiel aangelegd (ongeveer 6 meter). Parkeren voor de bewoners vindt plaats op eigen erf. Het overig parkeren geschiedt op de openbare weg. Vaarverbindingen Het waterpeil in de eilandenzone wordt afgeleid van het polderpeil. Twee sluisjes maken het mogelijk een vaarverbinding te maken met het water in het Reitdiep dat een hoger peil heeft. Via deze sluisjes is een bevaarbare route naar de woningen op de eilanden mogelijk. De vaarverbinding naar de haven zal rechtstreeks worden gemaakt, het waterpeil van de Reitdiephaven wordt hetzelfde als het Reitdiep. Dit houdt in dat de randen van de haven een verhoogd niveau zullen krijgen, deels gevormd door een kade, deels gevormd door groene dijken.
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 9
Ter plaatse van de havenmond bij het Reitdiep is een voorziening geprojecteerd, een aanlegplaats met een gebouwtje van beperkte afmetingen, ter markering van de havenmond en met voorzieningen ten behoeve recreatieve vaarpassanten. Bebouwing De bebouwingshoogte voor de eilandenzone is maximaal 3 bouwlagen. De woningen zullen op het water georiënteerd moeten zijn, de meest wenselijke kapvorm in deze situatie is een lessenaarsdak of een gebogen kap. Andere kapvormen en platte daken zijn ook mogelijk. Uitgangspunt bij het woningontwerp is aansluiting te vinden bij het specifieke karakter van dit eilandengebied omgeven door water en uitgaande van stedenbouwkundige en architectonische samenhang in dit gebied, waarbij water en landschap de centrale thema’s zijn. Speelvoorzieningen Vanwege de compacte bebouwingsstructuur zijn de ruimtelijke mogelijkheden om speelvoorzieningen aan te leggen beperkt. Per woondomein zal een bescheiden speelvoorziening voor kleine kinderen worden gerealiseerd. Hierbuiten bieden de Reitdiepdijk, het water en het uit te werken water/groengebied voldoende ruimte voor sport en spel voor de wat oudere jongeren. Sociale veiligheid De eilanden hebben door hun kleinschalige, wat besloten opzet een grote mate van sociale veiligheid. Bij het ontwerp van de woningen zal aandacht worden geschonken aan kwaliteitseisen zoals in het Politie Keurmerk staan omschreven. Gesloten grondbalans Bij het maken van de eilanden en later de haven komt veel grond beschikbaar. Uitgangspunt voor het plangebied is zo mogelijk een gesloten grondbalans. De vrijkomende grond zal voor een deel gebruikt worden voor een beperkte ophoging van de eilanden. Voor het overige deel zal de grond gebruikt worden voor ophoging van het woongebied in de tweede fase, de woonstrip langs de groene as, en de groene wierden die als vooruitgeschoven posten in het landschap zijn geprojecteerd.
2.4.Verkeersmaatregelen Nieuwe weg en nieuwe brug Het plangebied wordt voor auto's, openbaar vervoer en langzaam verkeer ontsloten door een nieuwe weg die op termijn - komend vanuit het Heldengebied - de Friesestraatweg kruist, het plangebied ingaat, vervolgens in oostelijke richting ombuigt, een aansluiting heeft met de Hogeweg en op termijn via een nieuwe brug over het Reitdiep verbinding maakt met het Zernike-gebied. De brug over het Reitdiep zal in twee fasen worden uitgevoerd: in de eerste fase heeft de brug rijbanen voor autoverkeer en langzaam verkeer, in de tweede fase zal het brugdeel voor het openbaar vervoer worden gerealiseerd. Naar verwachting zal in de tweede helft van het jaar 2001 begonnen worden met de aanleg van deze nieuwe ontsluitingsweg. ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 10
Openbaar vervoer De in de vorige alinea genoemde nieuwe weg is onderdeel van een hoogwaardige openbaar vervoer route die de binnenstad met de noordelijke stadswijken verbindt. Met het ontwerp en de vormgeving van deze route is rekening gehouden met een mogelijk toekomstige tram. Ter hoogte van de kruising met de Friesestraatweg komt op termijn een transferium: een parkeervoorziening met overstapmogelijkheid naar openbaar vervoer. In eerste instantie zal hier op het maaiveld geparkeerd worden; in de toekomst zou is er de mogelijkheid moeten zijn voor parkeren in meerdere lagen. Dit moet dan in de tweede fase van de planontwikkeling nader worden uitgewerkt. De openbaar vervoeras in combinatie met auto- en langzaam verkeer wordt verdiept onder de Friesestraatweg gelegd. De Friesestraatweg wordt op die plek verhoogd en zal in verhoogde vorm doorlopen en aansluiten op de knoop met de ringwegen. Deze ongelijkvloerse kruising en verhoging van de Friesestraatweg zal in een later stadium worden gerealiseerd. Voorlopig zal de Friesestraatweg haar huidig hoogteniveau behouden en zal de kruising van de ontsluiting van het plangebied met de Friesestraatweg (N355) gelijkvloers worden opgelost (via een rotonde). Hogeweg De Hogeweg krijgt het karakter van een buurtontsluitingsweg. Parallel aan de Friesestraatweg wordt op termijn een verkeersaansluiting gemaakt met het nieuw te maken knooppunt ter hoogte van het geplande transferium (zie verkeerskaart). De aansluiting van de zuidzijde van de Hogeweg met de Ringweg wordt dan opgeheven. Dit hangt samen met de integrale visie op de doorstroming op de Ringwegen, waarbij gestreefd wordt het aantal aansluitingen te beperken. Vanwege dit beleid wordt de aansluiting van de Hogeweg op de Ringweg opgeheven en vervangen door een nieuwe ontsluitingsweg, die parallel loopt aan de Friesestraatweg. Ten einde de ontsluiting van bedrijven als Groenrijk Vroom optimaal te houden blijft de verbinding tussen de parallelweg langs de westelijke Ringweg en de Hogeweg, alsmede de aansluiting tussen deze verbinding met de knoop tussen de westelijke en de noordelijke Ringweg gehandhaafd. In de eindfase is er een goed verbinding tussen de Hogeweg en het Reitdiepplein en kan de verbinding tussen de Hogeweg en de knoop tussen de Ringwegen verwijderd worden. Deze laatste maatregel resulteert tevens in een betere doorstroming op het knooppunt tussen de noordelijke en de westelijke Ringweg. De betrokken bewoners en ondernemers zullen over deze verkeersmaatregelen tijdig worden geinformeerd. Halverwege het plangebied Reitdiep wordt de Hogeweg aangesloten op de nieuwe wijkontsluiting en krijgt zo via de HOV-as en de rotonde een verbinding naar het Zernike-terrein en het Heldengebied. Aan de noordzijde houdt de Hogeweg de huidige verbinding naar Dorkwerd. Langs de oostkant van de Hogeweg wordt ruimte voor een vrijliggend fietspad gereserveerd. Met het oog op de sociale veiligheid is het van belang dat deze aan de zijde van de eerste woonbebouwing wordt aangelegd.
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 11
Verkeersmaatregelen tweede fase Het nog te ontwikkelen woongebied en de Reitdiephaven zullen direct en indirect aangesloten worden op de nieuwe wijkontsluiting. Openbaar vervoer zal in eerste instantie over de Hogeweg ontsloten worden via de geplande parallelweg langs de Friesestraatweg en aansluiting vinden over de brug met het Zernike-complex. In tweede instantie - als de route door het Heldengebied gereed is - zal het openbaar vervoer lopen via de wijkontsluitingsweg. Voor de duidelijkheid dient te worden vermeld dat de verkeersontsluiting van het plangebied Reitdiep zoveel mogelijk geschiedt via het Zerniketracé. Op het moment dat deze hoofdontsluitingsroute in gebruik kan worden genomen, dient de directe aansluiting van de Hogeweg op de Westelijke Ringweg te vervallen. Deze aansluiting is op dit moment reeds problematisch voor de capaciteit van het betreffende kruispunt. De verkeersdoorstroming op de Ringweg wordt erdoor geremd. Met het gereedkomen van woningbouw in het plan Reitdiep zal dat kruispunt nog meer een bottleneck worden. Het wijkverkeer moet daarom zoveel mogelijk via het Zerniketracé naar de N355 (Friesestraatweg) worden geleid. In overleg met de provincie is er daarom voor gekozen deze aansluiting van de Hogeweg op de Westelijke Ringweg te laten vervallen, zodra de nieuwe hoofdontsluitingsroute door het plan Reitdiep (Zerniketracé) gereed is. Verkeersintensiteiten en sluipverkeer Om duidelijkheid te verschaffen over de te verwachten verkeersintensiteiten zijn door het verkeersbureau Hofstra Verkeersadviseurs BV modelberekeningen gemaakt. Deze zijn weergegeven op een tweetal kaartjes voor de 1e fase en de eindfase van de ontwikkeling van het plan Reitdiep/Dorkwerd, welke bij het bestemmingsplan zijn gevoegd. In de eerste fase bestaat de voorkeur voor de aanleg van een rotonde boven een VRI (verkeersregelinstallatie). Het betreft een tijdelijke situatie vanwege de hoge kosten van een ongelijkvloers kruispunt. De keuze voor een VRI impliceert een extra rij c.q. opstelstrook wat de oversteekbaarheid voor het langzaam verkeer niet ten goede komt. Een rotonde is bovendien meer bevorderlijk voor de doorstroming van het verkeer. Tegen de tijd dat de verkeersintensiteiten hiertoe aanleiding geven en de rotonde binnen de bebouwde kom komt te liggen, zal de rotonde vervangen worden door een ongelijkvloerse variant. Wanneer dit gebeurt is moeilijk exact aan te geven en is afhankelijk van de snelheid waarmee de verkeersintensiteit op het westelijk gedeelte van de Friesestraatweg groeit van ca. 24.000 naar ca. 34.000 motorvoertuigen per etmaal. Zoals aangegeven, blijft na het realiseren van de nieuwbouw, de Hogeweg bruikbaar als doorgaande weg. Het merendeel van het verkeer vanuit Noord Groningen gaat via de Hogeweg naar de stad. Slechts een klein gedeelte (ca. 5%) slaat bij Dorkwerd rechtsaf om via de Zijlvesterweg richting Zuidhorn/Hoogkerk te rijden. Door de nieuwe situatie verandert er voor de Zijlvesterweg weinig, omdat de Hogeweg haar verkeersfunctie behoudt en het merendeeel van de nieuwe bewoners van het plan Reitdiep op de stad is georienteerd. De nieuwe woningbouw zal daarom en mede gezien de afstand tot de Zijlvesterweg (ongeveer 500 meter) en het smalle en bochtige karakter van deze weg, slechts een minimale intensiteitsverhoging ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 12
genereren. Parkeernorm bij kantoren In het uit te werken gedeelte van dit bestemmingsplan (fase 2) zijn kantoren opgenomen, die op worden ontwikkeld als het plangebied ontsloten is door middel van openbaar vervoer. Zodra de uitwerkingsverplichting van het havengedeelte met de mogelijke kantoorontwikkeling aan de orde is, is een toets aan het parkeerbeleid op zijn plaats. In het uitwerkingsplan zal het dan geldende beleid ten aanzien van parkeernormering worden opgenomen, zoals dat wordt vastgelegd in het Provinciaal Omgevingsplan (POP), dat op dit moment in voorbereiding is. In dit POP zal een definitief standpunt over de parkeernorming worden ingenomen, welke dan in het uitwerkingsplan voor de haven Reitdiep zal worden overgenomen. Uitgangspunt voor de parkeernorm bij de zakelijke dienstverlening (kantoren) is het locatie- en parkeerbeleid van het rijk, hetgeen een parkeernorm inhoudt van maximaal 1 parkeerplaats per 125 m2 bvo. Een surplus van deze norm is uitsluitend mogelijk als de parkeergelegenheid beschikbaar komt voor openbaar medegebruik, ook in de avonduren en in het weekend. Deze parkeernorm is opgenomen in de voorschriften van dit bestemmingsplan (Beschrijving in Hoofdlijnen, Bestemming "Uit te werken Stedelijke voorzieningen" en de Nadere eisen-regeling). 2.5.Groenstructuur Ligging in het landschap Het landschap waar in de toekomst de woonwijk Reitdiep gebouwd zal worden kenmerkt zich door een open wierdenlandschap dat zich uitstrekt tot aan de Waddenzee. In het oosten kent het gebied een scherpe begrenzing in de vorm van het Reitdiep. Met zijn kenmerkende dijken wordt dit water het belangrijkste landschappelijke element in het gebied. De kaarsrechte lijn van de Hogeweg die prachtig door het landschap zich een weg naar de wierde Dorkwerd baant, vormt het tweede karakteristieke element in het gebied. Beide elementen vormen samen met de vergezichten door het landschap een belangrijk uitgangspunt voor de planvorming rond het groenconcept van de woonwijk Reitdiep. De Reitdiepdijk De dijk langs het Reitdiep blijft in het plan behouden. Om de woonwijk voor boten te ontsluiten wordt op twee plaatsen een coupure in de dijk gemaakt. Hierdoor komt een belangrijk deel van de dijk op een eiland te liggen. Het flauwe talud aan de binnenzijde vormt een soort "uiterwaard" die als wijkgroen een extensieve recreatieve functie zal vervullen. Een deel kan worden afgesloten om hierop begrazing te laten plaatsvinden. Het beeld zal bestaan uit een open ruimte met ruige grassen en groepen bomen die van origine in het gebied voor komen. Op deze wijze kan de Reitdiepdijk ook zijn functie in het ecologisch netwerk blijven vervullen. Eén en ander zal in nauw overleg met het Waterschap moeten gebeuren omdat de Reitdiepdijk ook een waterstaatkundige functie heeft de Keur van het Waterschap Noorderzijlvest hierop van toepassing. ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 13
Tevens is in de voorschriften (Beschrijving in Hoofdlijnen en bestemming "Groen") opgenomen dat - met uitzondering van de plekken van de 2 sluisjes en de Zernikebrug - de dijkprofielen, zoals aangegeven in het rapport van de provincie "Oude Groninger Zeedijken, houd ons op (de) hoogte" van 11 mei 1999, in acht moeten worden genomen. De Hogeweg en andere assen De structuur van de Hogeweg wordt in het plan versterkt met een bomenlaan en een wateras. De ruime groene berm zal ruimte bieden aan de recreatieve fietser en wandelaar uit de wijk of recreanten die zich van de stad naar het ommeland begeven. Ten westen van de Hogeweg wordt parallel een nieuwe as ontwikkeld die wordt versterkt door een dubbele bomenrij. Ook deze as vormt een zichtlijn op het wierdedorpje Dorkwerd. Ook langs de openbaar vervoer-as worden bomenrijen geplant die een continu profiel zullen vormen met andere gebieden die door de HOVas worden doorkruist. De zuidelijke begrenzing van de havenzone, zal als een groene, met bomen beplante zone worden ontwikkeld. Landschap in de wijk brengen Ten westen van de Hogeweg is de opzet van de wijk zo dat het landschap tussen de buurten door de wijk in kan dringen. Het ontwerp is zo opgezet dat er verschillende plekken zijn van waaruit zicht op landschap is. Belangrijk hierbij is de groenzone die centraal in het plan ligt en waar in de uitwerkingsfase het element water een rol van betekenis zal gaan spelen. Vanuit het landschap gezien worden er duidelijke randen nagestreefd. Behalve door middel van architectuur wordt er ook met groene en aarden wallen en waterpartijen gewerkt. Hierdoor wordt de overgang tussen stad en landschap scherp gemarkeerd en kan het landschap tot in de voortuin van de woningen komen te liggen.
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 14
HOOFDSTUK 3
CIVIELTECHNISCHE UITGANGSPUNTEN 3.1. Algemeen Op dit moment heeft het terrein een agrarische bestemming en bestaat het overwegend uit grasland. De grondsoort is (slappe) klei. Het gebied wordt bouwrijp gemaakt volgens de zgn. cunetten methode. Er wordt gestreefd naar een gesloten grondbalans. Dit houdt in dat de terreinen zullen worden opgehoogd met (voornamelijk) klei vrijkomend bij de ontgraving van cunetten en watergangen/-partijen. Er wordt in principe geen grond het gebied in- of uitgebracht. 3.2. Riolering en afwatering Het rioleringsplan is gebaseerd op het zoveel mogelijk afkoppelen van verharde oppervlakken van het rioolstelsel. Dit houdt in dat regenwater afkomstig van daken, erven en wegen met een lage verkeersintensiteit rechtstreeks wordt afgevoerd, al dan niet vertraagd, naar het oppervlaktewater. Binnen het plandeel de eilanden is dit als volgt uitgewerkt: Regenwater afkomstig van kavels gelegen aan watergangen dient rechtstreeks te worden afgevoerd naar deze watergangen, ook als een beschoeiing moet worden gepasseerd. Regenwater afkomstig van de straatzijde van kavels gelegen aan wegen met een lage verkeersintensiteit (<500 motorvoertuigen per dag) dient via open goten in straat en/of berm al dan niet vertraagd te worden afgevoerd naar het oppervlaktewater. In deze gevallen zal geen regenwaterriool worden aangelegd. Er wordt hier alleen een vuilwaterriool voor droog weerafvoer aangelegd. In straten met een hogere verkeersintensiteit wordt een verbeterd gescheiden stelsel aangelegd. Regenwater van daken zal in alle gevallen zoveel mogelijk direct worden afgevoerd naar open water. Binnen de overige plandelen betekent dit: Hier wordt dezelfde benaderingswijze toegepast, met dien verstande dat afhankelijk van de stedenbouwkundige uitwerking gekozen zal worden voor de daarin meest passende methode van afvoer van regenwater. 3.3. Ontwatering Vanwege de relatief grote hoeveelheid vrijkomende grond (met name uit waterpartijen) is het geen probleem voor voldoende drooglegging van woningen met kruipruimte te zorgen. De drooglegging bedraagt minimaal 1,20 meter ten opzichte van het streefpeil. Als bij wonen aan het water wordt gekozen voor een gering (geringer dan wenselijk t.b.v. droogleggingseisen) hoogteverschil tussen vloerpeil en wateroppervlak dan moet kruipruimteloos worden gebouwd. Drainage van kruipruimten is noodzakelijk om deze het gehele jaar droog te houden. Drainagesystemen dienen rechtstreeks te lozen op open water.
3.4. Waterhuishouding ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 15
Bestaande situatie Het plangebied is gelegen in de polder de Jonge Held. Deze polder ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Noorderzijlvest. Het Reitdiep (vanaf de oeverlijn) valt binnen het beheersgebied van het waterschap Hunze en Aa. Het plangebied ligt in een hoger, ‘bovenstrooms’ deel van de polder de Jonge Held. Voor de huidige aan- en afvoer van water fungeert een stelsel van hoofdwatergangen die het plangebied deels doorsnijden. Afvoer van water vindt plaats via het gemaal de Jonge Held. Aanvoer van water vindt plaats via een inlaat uit het Reitdiep. Binnen het plangebied zijn twee polderpeilen. Het ene deel heeft een zomerpeil van 1,00NAP en een winterpeil van 1,15- NAP, het andere deel heeft een zomerpeil van 0,50- NAP en een winterpeil van 0,93- NAP. Het Reitdiep maakt deel uit van de Eemskanaalboezem, en heeft een vast peil van 0,62+ NAP. De grondslag bestaat uit slecht doorlatende kleigronden. Er is geen noemenswaardige kwel of inzijging aanwezig. Vermoedelijk is er enige kwel aanwezig van Reitdiepwater onder de dijken door. Planstructuur Het plangebied zal bij uitwerking waterhuishoudkundig in drie delen gesplitst worden. Dit betreft de Eilanden, de Jachthaven en het uit te werken deel aan de westzijde van de Hogeweg. De Jachthaven krijgt een open verbinding met de boezem, en zal als zodanig deel gaan uitmaken van de boezem. De Jachthaven krijgt als belangrijkste functie vaarwater. De waterkwaliteit wordt bepaald door de kwaliteit van het boezemwater. Het waterpeil wordt 0,62+ NAP (in de toekomst 0,45+ NAP). De kades en dijken rondom de haven en havenmonding krijgen een primair waterkerende bestemming. De aanlegwaterdiepte bedraagt 2,00 m, gebaseerd op het toekomstige peil van 0,45+ NAP. De Eilanden vormen een gebied met een toekomstig peil van ca. 0,90- NAP, dat is afgeleid van het huidige polderpeil, de grondbalans en de toekomstige waterhuishoudkundige structuur. Het water grenst aan de Hogeweg, de uit te geven kavels en aan de ecologische groenzone langs het Reitdiep. Door middel van twee sluizen worden vaarverbindingen gerealiseerd met het Reitdiep. De aanlegwaterdiepte bedraagt 1,70 m. De waterkwaliteit wordt mede bepaald door aanvoer van boezemwater via de sluizen. Het gebied ten westen van de Hogeweg wordt waterhuishoudkundig van bovenstaande systemen geisoleerd om negatieve beinvloeding van de waterkwaliteit door aanvoer van boezemwater te voorkomen. Uitwerking van de peilen en de relatie met groenstructuur en de stedelijke structuur moet nog nader worden uitgewerkt. De exacte waterhuishoudkundige scheiding van de deelgebieden wordt bij de uitwerking nader vastgesteld. Voor de beheersing van de kwantiteit en de kwaliteit van het oppervlaktewater in de plandelen de Eilanden en ten westen van de Hogeweg is een integraal plan in de maak, dat voorziet in een nieuwe hoofdwaterstructuur voor de gehele westrand van de stad. Het plangebied maakt hier deel van uit. Dit “waterstructuurplan westrand” is ontwikkeld in samenwerking tussen gemeente, provincie en waterschap Noorderzijlvest. Het plan voorziet in de aanvoer van schoon Drents water, een nieuwe aan- en afvoerstructuur en een gedeeltelijk nieuwe bemalingsstructuur voor de gehele westrand van de stad. ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 16
Vooruitlopend op de besluitvorming over dit waterstructuurplan wordt er voor het plangebied van uitgegaan dat deze toekomstige situatie gerealiseerd zal worden. Voor de Eilanden betekent het dat de wijk in de toekomst met Drents water wordt doorgespoeld van noord naar zuid. De aanvoer zal plaats vinden vanuit een te realiseren “centrale ader”, de afvoer vindt plaats richting Vinkhuizen. Voor het gebied ten westen betekent het dat de aanvoer tevens zal plaatsvinden vanuit de “centrale ader”, en dat de afvoer plaats zal vinden naar het huidige gemaal de Jonge Held, of naar een nieuw te stichten gemaal. Uitwerking Er wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijke waterkwaliteit. Voor de Eilanden moet in elk geval worden voldaan aan de algemeen ecologische functie. Verder krijgt het water de functie als vaarwater, berging en aan- en afvoer. Door het grote wateroppervlak is er een grote buffercapaciteit aanwezig, die te samen met de lange afvoerweg via Vinkhuizen zorgt voor het lang vasthouden van water in het gebied. De Jachthaven krijgt als hoofdfunctie vaarwater. Er worden geen maatregelen getroffen ter verhoging van de waterkwaliteit. In het gebied ten westen van de Hogeweg wordt ook gestreefd naar een hoge waterkwaliteit. Hiertoe zullen diverse middelen vanuit het duurzaam stedelijk waterbeheer worden ingezet. Voor de gebieden de Eilanden en ten westen van de Hogeweg wordt een afwateringsstructuur ontworpen die gericht is op maximale afkoppeling van verharde oppervlakken (zie ook 3.2. Riolering en afwatering). Bij de uitwerking zal rekening worden gehouden met een minimaal bergend oppervlak van 10% van het totaal verhard oppervlak. Specifieke uitwerking de Eilanden In het gebied van de Eilanden zullen zoveel mogelijk zachte oevers worden toegepast. De oevers langs de kavels en langs de Hogeweg zullen worden uitgevoerd met steile taluds. In de directe woonomgeving worden plasbermen aangelegd voor de veiligheid van spelende kinderen. Eventueel aan te leggen harde oevers dienen te worden uitgevoerd in nietmilieubelastende materialen. Langs de Reitdiepdijk wordt een natuurvriendelijke oever aangelegd. Deze oever wordt zodanig ingericht dat hij een functie zal vervullen als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur. Tevens wordt getracht eventueel kwelwater vanuit het Reitdiep in de oeverzone op te vangen. De inrichting van de oeverzone, de zone tussen de oever en het dijklichaam en het dijklichaam zelf zijn onderwerp van nadere uitwerking. Inzet is hierbij de versterking van de ecologische structuur, behoud van de cultuurhistorische waarden van de dijk, en rekening te houden met de primair waterkerende bestemming van de dijk. Binnen het gebied van de Eilanden dient een hoofdwaterstructuur benoemd te worden, die zijn vervolg krijgt in de afvoer naar Vinkhuizen.
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 17
HOOFDSTUK 4 VOLKSHUISVESTINGSASPECTEN 4.1.Algemeen In het Structuurplan 'De stad van straks' is aangegeven dat een belangrijk deel van de woningproductie in nieuwe uitleglocaties zal worden gerealiseerd. De ontwikkelde en te ontwikkelen woonlocaties - Buitenhof, Ruskenveen, De Helden en Reitdiep moeten grotendeels voor het jaar 2005 op de kaart staan. De gebieden kunnen met hun eigen kenmerken een bijdrage leveren aan een gevarieerd aanbod, dat kan voorzien in de vraag op de woningmarkt. Om te voorkomen dat alleen maar meer van het zelfde wordt geboden en om een goede concurrentiepositie tussen de woongebieden onderling te creëren, is afstemming in fasering, programma en woonmilieu een vereiste. De ligging van het plangebied aan het Reitdiep biedt een bijzondere kans om een kwalitatief hoogwaardig woonmilieu te ontwikkelen. Door de aanwezigheid van de rivier, de dijk en het wierdenlandschap kan hier een aantrekkelijk woonmilieu ontstaan dat elders in de stad niet en in het ommeland bijna niet aanwezig is. Bij de ontwikkeling van het gebied zal adequaat worden ingespeeld op de veranderende woningmarkt. Het benoemen van klassieke doelgroepen is daarbij geen toereikend instrument. Het programma voor de locatie Reitdiep is daarom op een andere manier tot stand gekomen. 4.2. Marketingdocument De kwantitatieve ruimtevraag van mensen is niet langer een direct afgeleide van de grootte van het huishouden. Het heeft meer te maken met de hoeveelheid geld, die een huishouden voor het wonen wil besteden. Bij de kwalitatieve vraag blijken er veel meer factoren de behoeften van de consument te bepalen dan de levensfase waarin iemand zich bevindt. Deze factoren staan beschreven in het marketingdocument dat voor de locatie Reitdiep is opgesteld en een belangrijke inspiratiebron was bij de planontwikkeling. In dit document wordt een aantal thema's beschreven, die twee belangrijke strategieën - 'domein' en 'waardecreatie van het product' hebben opgeleverd, die in dit bestemmingsplan zijn opgenomen. 4.2.1. Domein Met 'domein' wordt gedoeld op het bouwen van herkenbare eenheden met een eigen karakter. Dit maakt het de bewoners mogelijk met 'gelijkgestemden' te overleggen over hun woonomgeving en eensgezind als partij richting derden op te treden. Domeinen kunnen inspelen op de behoefte aan een specifieke identiteit van de woonplek en bieden overzicht en een gevoel van veiligheid. Ook de wijk als geheel is een domein: de jachthaven, de ligging aan het Reitdiep en de telematica/domotica-invalshoek waarop in dit bestemmingsplan het accent ligt, maken deze woonwijk specifiek en uniek in de stad. ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 18
4.2.2. Waardecreatie product Landschapswaardecreatie, telematica/domotica en product/marktcombinaties hebben een positieve invloed op de toekomstwaarde van de wijk als deel van de stad. Door zich marktgericht te gedragen weet de overheid juist een aantal waarden te verzekeren, die zij anders wellicht gemist zou hebben. Telematica en domotica Telematica en domotica zijn kwaliteitsthema's op woningniveau, die mede de marketing van dit woongebied gaan bepalen. Daarbij wordt uiteraard aangehaakt op de uitstraling van Zernike, gelegen aan de andere zijde van de rivier. Het is een ontwikkelingsgebied dat volstrekt strookt met de marketingstrategie voor deze wijk. De vraag is dan ook niet of deze thema's worden opgepakt, maar hoe dat moet gebeuren, opdat wat wordt geboden ook als kwaliteit wordt herkend en bijdraagt aan het positieve imago van de wijk. Product/marktcombinaties Op grond van het marketingdocument zijn een aantal product/marktcombinaties gekozen. De te ontwikkelen gebieden zijn benoemd en zijn van een ontwikkelingskader1) voorzien. De namen worden hieronder weergegeven. Voor het kader wordt naar voornoemd rapport verwezen. De eerste fase wordt gevormd door: Eilanden en Havenmilieu. De tweede fase bestaat uit: Academische kwartieren, Wierden, Hofstede en Ondernemerspark. 4.3.Programma Eerste fase In een periode van ruim acht jaar zullen er in het gebied ongeveer 700 woningen worden gerealiseerd. De eerste fase, tussen Reitdiep en Hogeweg, moet in het jaar 2002 gereed zijn. Het accent ligt met 2/3 van het totaal te realiseren woningen op geschakelde en 2/dak-woningen. De rest omvat vrijstaande woningen en een bescheiden hoeveelheid rijwoningen. Aan de haven is ruimte voor appartementen. De woningen behoren tot de duurdere koopsector (vanaf circa f 300.0002). Ook voor de appartementen wordt gedacht aan de duurdere klasse. Het gebied zal bijna geheel projectmatig worden ingevuld. Op zeer bescheiden schaal is de uitgifte van losse kavels voor individuele bouwplanontwikkeling denkbaar. Tweede fase De tweede fase, ten westen van de Hogeweg, komt volgens planning vanaf 2002 aan bod. Gelet de bewegingen op de woningmarkt en de langere looptijd van de wijkontwikkeling is het niet wenselijk om de woningtypen in het plangebied volledig vast te leggen. Ook de mate van het succes van de eerste fase heeft invloed op de 1
Marketing-Document Reitdiephaven Landschapsdomeinen in de stad Groningen mei/augustus
1997 2
prijspeil januari 1998
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 19
keuzes voor de tweede fase. De ontwikkelingsrichting is echter wel duidelijk. Er zal uitsluitend sprake zijn van grondgebonden woningen. Het aandeel geschakeld en 2/dak-woningen zal met ca. 60% de hoofdmoot vormen. Het aandeel vrijstaande woningen kan bij een goede marktontwikkeling oplopen tot 20%. De rest, eveneens ca. 20% is voor de overige typologieën (patio, rij ed.). De mogelijkheden voor uitgifte van losse kavels zijn hier aanzienlijk groter dan in de eerste fase. De totale omvang zal ongeveer 100 kavels bedragen, voor zowel vrijstaande woningen als 2/dak. 4.4.Waterkavels. De mogelijkheid om waterkavels aan te bieden, verbreedt het kwalitatieve aanbod van wonen op het water in de stad. In meerdere opzichten is deze ontwikkeling voor Groningen bijzonder. Voor het eerst wordt wonen op het water mogelijk gemaakt als onderdeel van een nieuwe woonwijk. Daarnaast is de combinatie van een woning met een ligplaats voor de boot uniek. Het streven is er op gericht waterkavels (ca.30 stuks) met standaard een ligplaats plus een stukje tuin ter verkoop op de markt te brengen. Vanwege de uitstraling van het gebied gaat het hier niet om "gewone" woonboten, maar om hoogwaardig ontworpen, drijvende woningen. 4.5.Duurzaam bouwen. De gemeente Groningen heeft samen met de provincie en vele ontwikkelaars, aannemers, corporaties en architecten het convenant duurzaam bouwen ondertekend. Dit convenant vormt de basis voor de ontwikkeling en uitvoering van de woningbouw. Dit houdt in dat het Nationaal Pakket met een extra investering van f 1.000 (per woning) in een duurzame ontwikkeling (extra isolatie, zonneboilers e.d.) de ondergrens aangeeft. De gemeente heeft samen met de ontwikkelende partijen van het Reitdiep een ambitieniveau geformuleerd dat nog ietsje hoger ligt. Inzet is om op het energiegebied iets extra's te doen. Op grond van extern onderzoek en advies3) is gekozen om het EP+ -niveau de basis te laten zijn. Er wordt naar gestreefd om in de eerste fase 50 % van de woningen een zgn. ambitieus niveau mee te geven. Dit houdt in dat getracht wordt de woningen zeer goed te isoleren en gebruik te maken van technieken als zonnecellen, zonnegascombi en warmtepomp.
3
Energiethema's Reitdiep, Damen consultants, 13 maart 1998 ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 20
HOOFDSTUK 5 MILIEUASPECTEN 5.1. Milieubeleid in een compacte stad Aangezien binnen de gemeente Groningen het principe van de compacte stad uitgangspunt is van het milieu- en ruimtelijk beleid, zijn enkele thema's uit dit concept binnen het bestemmingsplan Reitdiep terug te vinden. Vermenging van functies als wonen, werken en recreëren is hiervan een voorbeeld. De milieukwaliteit van het gebied is goed te noemen. Het gebied wordt niet of nauwelijks belast door enige vorm van hinder. Alleen het verkeerslawaai is een factor die aandacht vraagt en waarmee bij de planontwikkeling rekening moet worden gehouden. Door het treffen van maatregelen is het mogelijk om voor de meeste wegen beneden de wettelijke geluidnormen te blijven. Al met al zijn voldoende voorwaarden aanwezig om een goed woon- en leefklimaat te scheppen met een hoge ruimtelijke kwaliteit. Onderstaand zal afzonderlijk worden ingegaan op de kwaliteit van verschillende milieuhygiënische aspecten die van invloed kunnen zijn op de milieukwaliteit van de Reitdiep-locatie. 5.2. Bodem De bodem en dus ook de bodemkwaliteit maken een integraal deel uit van de stedelijke omgeving. De bodem moet van voldoende kwaliteit zijn om de daar gewenste functies zonder risico's te lokaliseren. Binnen het plangebied zijn geen locaties bekend waar sprake is van ernstige bodemverontreiniging. Bekend is dat in de eerste fase op de plek van de voormalige boerderij aan de Hogeweg sprake is van enige vervuiling. Deze locatie zal worden gesaneerd voorafgaande aan het bouwrijp maken van het gebied. Verder is, gezien het historisch grondgebruik, de kans aanwezig dat rond bestaande bebouwing enige verontreiniging aangetroffen kan worden. In zijn totaliteit kan echter worden gesteld dat de bodemkwaliteit de ontwikkeling van het plangebied niet in de weg staat. Voorafgaand bij eventuele nieuwe ontwikkelingen moet een bodemonderzoek worden uitgevoerd om vast te stellen of de bodemkwaliteit en de gewenste functie overeenkomen. Eventueel geconstateerde verontreiniging zal worden verwijderd voordat met de bouw wordt begonnen. 5.3. Wegverkeerslawaai Het plangebied wordt doorsneden door de reeds bestaande Hogeweg en door de nieuw aan te leggen hoogwaardige openbaar vervoersas (HOV-as). Voorts grenst het gebied aan de Friesestraatweg. Omdat deze wegen op grond van de Wet geluidhinder (Wgh.) zoneplichtig zijn, moeten de optredende geluidbelastingen getoetst worden aan de wettelijke normen. Op basis van verwachte verkeersintensiteiten voor het jaar 2010 en rekening houdend met bebouwingsafstanden, zijn een aantal gevelbelastingen vastgesteld op nieuw te bouwen woningen in het plangebied. Door voldoende afstand te houden of door het aanbrengen van afschermende maatregelen kan ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 21
in de meeste gevallen bereikt worden dat de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) niet wordt overschreden. Alleen voor een deel van de nieuwe HOV-as zal de grenswaarde worden overschreden en is een hogere waarde procedure gevolgd. Hogeweg Voor de situatie langs de Hogeweg wordt de woningbouw op ca. 23 m. uit de weg gesitueerd. De verkeersintensiteit bedraagt 3.571 motorvoertuigen per etmaal. De geluidbelasting is zodoende minder dan 50 dB(A). Hierdoor wordt de in de Wet geluidhinder vastgestelde grenswaarde van 50 dB(A) niet overschreden. HOV-as De HOV-as dient in twee delen te worden gesplitst omdat de verkeersintensiteiten van beide delen verschillend zijn. HOV-as ten noordwesten van de Hogeweg. De verkeersintensiteit is hier 4.307 voertuigen. De afstand van de woningen tot de wegas is ca. 28 m. Ook hier overschrijdt de geluidbelasting op de gevel niet de grenswaarde van 50 dB(A). HOV-as tussen Hogeweg en Friesestraatweg. Dit weggedeelte heeft een betrekkelijk hoge intensiteit namelijk van 11.821 motorvoertuigen. De afstand van de gevel tot de weg bedraagt hier ca.30 m. De geluidbelasting bedraagt hier 53 dB(A) hetgeen betekent dat de grenswaarde hier licht wordt overschreden. Om woningbouw langs dit tracé van de nieuw aan te leggen weg mogelijk te maken, is de hogere waarden-procedure gevolgd. Friesestraatweg De verkeersintensiteit op de Friesestraatweg brengt met zich mee dat tussen de weg en de geplande woningen op 'Reitdiephaven' een afstand van ca. 200 meter in acht moet worden genomen. Er zijn echter een aantal woningen dichter bij de Friesestraatweg geprojecteerd. Om voor deze woningen eenzelfde ruimtelijke kwaliteit te waarborgen als voor de overige woningen, zullen er voorzieningen worden getroffen die ervoor zorgen dat de woningen voldoen aan de wettelijke grenswaarden. Dit kan bijvoorbeeld gaan om afscherming of geluidsabsorberend asfalt. Aangezien door deze voorzieningen de gehele Reitdiephaven minder belast wordt, komen de voorzieningen eveneens ten goede aan het verblijfsklimaat in de haven zelf. Ook de bestaande woningen aan de Friesestraatweg kunnen van de te treffen voorzieningen profiteren. Op het moment dat het deelgebied 'Academische kwartieren' een nadere stedenbouwkundige invulling krijgt, zullen ook voor de wegen binnen dit deelgebied de minimale afstand tussen weg en bebouwing worden vastgesteld. 5.4. Bedrijvigheid Naast woningen is binnen het plangebied ook ruimte voor bedrijfsmatige activiteiten. Deze bedrijven moeten passen binnen de categorieën 1 en 2 zoals die door de VNG in 'Bedrijven en milieuzonering' zijn beschreven. Voor een hogere categorie bedrijven is vrijstelling ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 22
mogelijk voorzover de belasting van de desbetreffende bedrijven vergelijkbaar is met categorie 1- en 2- bedrijven. De mogelijke invloed en overlast van de reeds aanwezige bedrijven is gering. Indien zich toch problemen voordoen in de zin van gevaar of hinder dan kunnen deze via vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer of op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening worden voorkomen. 5.5. Veiligheid en risico's Activiteiten zowel binnen het plangebied als direct daarbuiten brengen geen onaanvaardbare risico's met zich mee. Er moet binnen het plangebied wel rekening worden gehouden met een veiligheidszone in verband met de hoogspanningsleiding. Hiervoor is een strook van 50 meter, de zogenaamde zakelijke rechtstrook, gereserveerd.
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 23
HOOFDSTUK 6 JURIDISCHE TOELICHTING 6.1. Bestemmingsplan Buitengebied Het plangebied "Reitdiep/Reitdiephaven" valt juridisch gezien onder het bestemmingsplan "Buitengebied", dat op 9 november 1995 door de gemeenteraad is vastgesteld en op 21 mei 1996 door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. Op basis van dit bestemmingsplan hebben de gronden in het plan Reitdiep/Reitdiephaven de bestemming "Agrarisch gebied". Weliswaar is aan enkele onderdelen van het bestemmingsplan "Buitengebied" goedkeuring onthouden, maar dit heeft geen betrekking op het onderhavige plangebied. 6.2. Globaal eindplan Het bestemmingsplan is opgezet als een globaal eindplan. Hierin wordt niet gewerkt met een afzonderlijke bestemming voor de individuele percelen, maar met een beperkt aantal gebiedsgewijze bestemmingen. Per bestemming is een aantal doeleinden aangegeven die met het oog op een goede ruimtelijke ordening aan de gronden zijn toegekend. Op deze mate kent het plan een zekere mate van flexibiliteit, zodat in de loop der tijd kan worden ingespeeld op wijzigingen in het ruimtelijk beleid, mits de in het plan verwoorde visie niet wordt aangetast. Deze visie is neergelegd in de toelichting van dit bestemmingsplan en in verkorte vorm juridisch vastgelegd in de Beschrijving in Hoofdlijnen. Hierin wordt aangegeven hoe de toegekende doeleinden met dit bestemmingsplan worden nagestreefd. Hierin is het beleid ten aanzien van het plangebied omschreven en wordt de samenhang tussen de verschillende onderdelen van het bestemmingsplan aangegeven. Het plangebied bestaat uit een gebied langs het Reitdiep met "direct bouwrecht" (gebied I) en uit een gedeelte dat nog nader uitgewerkt moet worden (gebied II). Dit betreft het woongebied ten westen van de Hogeweg en de Reitdiephaven. 6.3. Gedeelte met "direct bouwrecht" Het gedeelte met "direct bouwrecht" is juridisch vastgelegd in de vorm van een globaal plan, dat voldoende inzicht geeft in het na te streven eindbeeld. De stedenbouwkundige planopzet geeft een duidelijk beeld van het verkavelingspatroon en de toekomstige bebouwingsstructuur, die gekenmerkt wordt door een eilandenstructuur langs het Reitdiep. Deze is in hoofdstuk 2 van dit bestemmingsplan nader onderschreven. Omdat ook duidelijk is hoe de verkeersstructuur van het plan er uitziet, en het tracé hiervan bekend is, is deze aangeduid met een verkeersbestemming en opgenomen in het gedeelte van het plangebied dat direct bouwrecht heeft. 6.4. Uit te werken gebied Het westelijk woongebied moet nog nader uitgewerkt worden en heeft daarom de bestemming "Uit te werken woondoeleinden" gekregen. Het zuidelijk deel van het plangebied, de Reitdiephaven en zijn omgeving, heeft de bestemming "Uit te werken stedelijke voorzieningen". Binnen deze bestemming zijn de basisfuncties: jachthaven met woninggebonden ligplaatsen, winkels, kantoren/bedrijven, horeca, dienstverlening, en sport en recreatie. ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 24
Omdat nog niet duidelijk is welke instellingen zich hier zullen vestigen, is gekozen voor een ruime begripsomschrijving, op grond waarvan diverse vormen van activiteiten mogelijk zijn. Uitgangspunt is dat de jachthaven het centrale element van de verschillende functies is. Deze mogen niet conflicteren met de woonfunctie die het omringende gebied heeft, maar moeten deze functie vooral versterken. Hoewel het bestemmingsplan door de gekozen formulering een planologisch aanknopingspunt biedt voor toetsing op milieuhinder, zal een nadere concretisering hiervan toch vooral plaats moeten vinden in het kader van de gronduitgifte en de Wet milieubeheer. 6.5. Uitwerkingsverplichting De uitwerkingsverplichting (artikel 11 WRO) houdt in dat te zijner tijd, als er concrete bouwplannen voor dit gebied bestaan, het bestemmingsplan binnen de randvoorwaarden van dit bestemmingsplan moet worden uitgewerkt. Er wordt dan een uitwerkingsplan gemaakt met nadere regels over het toegestane gebruik en bijbehorende bebouwingsvoorschriften. Vervolgens doorloopt dit uitwerkingsplan een eigen planologische procedure, die nader beschreven is in de voorschriften van dit bestemmingsplan (artikel 14). Afhankelijk van de bezwaar- en beroepschriften duurt deze procedure een half tot anderhalf jaar, zodat, als in 2002 begonnen moet worden de woningbouw in dit gebied, uiterlijk in de eerste helft van het jaar 2001 een uitwerkingsplan moet zijn opgesteld.
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 25
HOOFDSTUK 7 ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID Het bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven bestaat uit een aantal delen: • Te handhaven delen: • met bestemming bedrijven (B); • met bestemming tuincentrum (T); • het reeds langer gerealiseerde deel van de bestemming opvangcentrum het Poortje (P, deels); • een boerderijkavel in het noorden aan de Hogeweg; • de Friesestraatweg (Wv, deels). • Een uit te werken deel dat niet in gemeente bezit is (UWG). • Woningbouw- en het havengebied (W, UW, USV, BV, G, Wv (deels), P (deels)). • De Zernikebrug over het Reitdiep. Voor de laatste twee delen is de economische uitvoerbaarheid onderzocht, in een exploitatiebegroting Reitdiep en een begroting Zernikebrug. Exploitatiebegroting Reitdiep In het exploitatiegebied zijn een drietal deelgebieden te onderscheiden: a) De woningbouw 1e fase inclusief tussen de Hogeweg en het Reitdiep, het ‘direct bouwgedeelte’. Dit gebied is 24,1 ha groot, hiervan is 5,6 ha ‘te behouden’ Reitdiepdijk. b) De woningbouw 2e fase, ‘uit te werken gedeelte’, ten westen van de Hogeweg. Dit gebied is 22,5 ha groot, dit deel moet nog nader worden uitgewerkt, in de begroting is gebruik gemaakt van norm- en kengetallen. c) De voorzieningen, ‘uit te werken gedeelte’, in de wig Reitdiep en Friesestraatweg. Op basis van een voorlopige stedenbouwkundige schets en geformuleerde programmatische randvoorwaarden is een globale grondgebruik berekening gemaakt. Op grond van de exploitatiebegroting kan worden aangetoond dat het realiseren van Reitdiep met bijdrage uit gemeentelijke middelen en overige subsidies economisch uitvoerbaar is. Begroting Zernikebrug Deze brug heeft een eigen begroting. De brug wordt door middel van bijdragen en subsidies gefaseerd aangelegd.
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 26
HOOFDSTUK 8 INSPRAAK EN PLANOLOGISCH VOOROVERLEG 8.1. Inspraak Het voorontwerp-bestemmingsplan heeft met ingang van 29 april tot 2 juni 1999 in het kader van de inspraak ter inzage gelegen. Tevens is op 20 mei 1999 in het verenigingsgebouw de Hoeksteen te Dorkwerd een inspraakavond gehouden. Het verslag is als bijlage in dit bestemmingsplan opgenomen. Op het plan zijn de volgende schriftelijke reacties binnengekomen. 1. De heer J. van der Sluis, Zijlvesterweg 9, 9746 TE Groningen 2. De heer L. van der Woude, Zijlvesterweg 15, 9746 TE Groningen 3. De heren R. Bon, E.H. Woltersweg 35, 9831 TG Aduard en C.J.B. Feldbrugge, Hogeweg 27, 9746 TN Dorkwerd namens meerdere bewoners van Dorkwerd e.o. 4. Groenrijk Vroom, de heer Y. Vroom, Hogeweg 1, 9746 TN Groningen 5. Wijkoverleg Vinkhuizen, de heer H.W. ten Damme, Postbus 2507, 9704 CM Groningen 6. Milieufederatie Groningen, de heer A.C. van Klinken, Postbus 1020, 9701 AH Groningen 7. Woonschepencomitϑ Groningen, de heer S. Elings, Postbus 1624, 9701 HN Groningen 8. De heer F.G. de Haan, Rabenhauptstrat 39a, Postbus 1350, 9701 BJ Groningen Ad 1. De heer Van der Sluis De heer Van der Sluis wijst op het mogelijk sluipverkeer en verkeerstoename op de Zijlvesterweg, verlies aan landelijke rust en schoonheid en daling van de verkoopwaarde. Commentaar Ten aanzien van eventueel sluipverkeer kan worden opgemerkt dat een klein deel van het verkeer vanuit noord Groningen naar de stad als bestemming Hoogkerk heeft. Ofschoon al het verkeer met bestemming stad Groningen de Hogeweg zal volgen, gaat dat op Hoogkerk gerichte deel waarschijnlijk geheel via de Zijlvesterweg. Hetzelfde geldt in omgekeerde richting. Dit beschrijft de huidige situatie. Na het realiseren van de nieuwbouw, zoals voorzien in dit bestemmingsplan, blijft de Hogeweg bruikbaar als doorgaande weg. Het verkeer vanuit de nieuwe woonwijk zal voor ongeveer 90% op de stad georiΝnteerd zijn en dus naar/vanuit het zuiden rijden, voor ca. 5% op Zuidhorn/Aduard/Hoogkerk en voor ca.5% op het noorden van de provincie. Alleen de geringe verkeersstroom vanuit de wijk naar Hoogkerk/Zuidhorn zal voor het aller noordelijkst deel van de wijk via de Zijlvesterweg kunnen gaan rijden, hetgeen een minimale intensiteitsverhoging zal generen, ook al gezien het beperkte aantal woningen en het smalle en bochtige karakter van de Zijlvesterweg. Op dit moment staat de brug bij Dorkwerd over het van Starkenborghkanaal ter discussie. Deze brug zal misschien aan het verkeer worden onttrokken. Besluitvorming heeft echter nog niet plaatsgevonden. Mocht voor deze optie worden gekozen, dan zal het verkeer op de Hogeweg substantieel afnemen. Hetzelfde geldt voor het verkeer op de Zijlvesterweg. De afstand tot de woning van de heer Sluis en de geplande nieuwbouw is zodanig groot dat geen sprake is van een onevenredig verlies aan landelijke rust en schoonheid en waardedaling ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 27
van de woning. Ad 2. De heer van der Woude De heer van der Woude is bang voor negatieve gevolgen voor zijn agrarische percelen die aan het nieuwe woongebied grenzen (zie ook het verslag van de inspraakavond). Verder heeft hij kritiek op de planbegrenzing die gebaseerd is om de eigendomsposities en verzoekt hij dingend met Mega te overleggen. Commentaar De aangrenzende agrarische percelen behouden hun agrarische bestemming en de gebruiksmogelijkheden volgens het geldende bestemmingsplan Buitengebied. Ten aanzien van de planbegrenzing en de relatie met Mega kan worden opgemerkt dat, gelet op de systematiek van de Wet de Ruimtelijke Ordening de gemeente in beginsel vrij is de grenzen van een bestemmingsplan te bepalen. Alleen als de gekozen begrenzing uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening niet aanvaardbaar is of de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zich tegen de gekozen begrenzing, kunnen Gedeputeerde Staten bij de goedkeuring van het bestemmingsplan inbreuk maken op deze vrijheid. Deze situatie doet zich hier, gelet op de bestaande jurisprudentie, en de recente uitspraak over het bouwrijp maken van het nieuwe woongebied Gravenburg, niet voor. Met Mega worden besprekingen gevoerd, maar deze hebben tot op heden niet tot resultaat geleid. (N.B. in deze situatie is het voorjaar 2001 verandering opgetreden: zie raadsvoorstel voor de vaststelling en het voorbereidingsbesluit voor het "Tussengebied"). Ad 3. De heren Bon en Feldbrugge, reactie d.d. 31 mei 1999, aangevuld bij brief van 20 augustus. De heren Bon en Feldbrugge vinden dat een totaalvisie ontbreekt. De woningbouw zou meer geïntegreerd moeten worden met het landschap (relatie met andere nota’s en EHS). De verkeersafwikkeling over de Hogeweg en de Zijlvesterweg is niet duidelijk. Er wordt geen aandacht besteed aan de veiligheid voor kinderen. De milieubelasting van het weg- en waterverkeer wordt niet gegeven. Ook planschadeberekeningen voor bedrijven en bewoners ontbreken. In de reactie van 20 augustus wordt gesproken van verpesting van het landschap en het bestaande verkavelingspatroon; het verloren gaan van een weidevogelgebied. Er wordt niet aangegeven hoe het grote verschil in waterhoogten tussen Reitdiep en Polder wordt gereguleerd en wat de kosten zijn van de infrastructurele maatregelen. Een beheersplan van de Reitdiepdijk ontbreekt. Gewezen wordt op de “gekartelde” bebouwing aan de westrand en de relatie met “compacte stad”. Verder wordt naar voren gebracht dat de afstand tot Dorkwerd 496.83 meter is en de bebouwing 4 bouwlagen hoog is. Commentaar Voor het gebied Groningen-Noordwest en haar omgeving zijn verschillende plannen opgesteld: naast de gemeentelijke plannen zoals het Structuurplan en de Structuuurschets Groningen Noordwest, is onlangs door de provincie in het kader van de Regiovisie een Omgevingsplan met een bijbehorende MER opgesteld, dat op 16 december 1998 door Provinciale Staten is vastgesteld. In dit ORG zijn samenhangende ontwikkelingen en gebiedsgericht milieu- en waterbeleid integraal meegenomen. In deze plannen wordt een “totaalvisie”beschreven, waarop de gemeentelijke bestemmingsplannen, zoals in dit geval het plan Reitdiep, worden getoetst. ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 28
Door het realiseren van dit nieuwe woongebied, wordt een claim gelegd op een kwetsbaar landschap en gaat een gebied met landschappelijke waarde verloren voor weidevogels. Anderzijds is dit gebied nodig voor het realiseren van de functies wonen en stedelijke voorzieningen, om ook aan de Noordwest zijde van de stad een aantrekkelijk woonklimaat te scheppen. Het in te vullen gebied ligt net buiten het gebied van de EHS en tot de wierde Dorkwerd wordt, overeenkomstig de aanbevelingen uit het MER rapport, een afstand van ca. 500 meter (richtgetal) in acht genomen, zodat de belevingswaarde niet verloren gaat. Tevens dient te worden opgemerkt dat de ecozone Reitdiep over de oostoever (in het plan Zernike) loopt en niet over de westoever van het Reitdiep. Ten aanzien van de overgang met het landschap zijn verschillende reacties ingediend. Vooral na overleg met de provincie is er voor gekozen te werken met een heldere, niet organische stadsrand, die een wat scherpere overgang van stad en landschap als het ware onderstreept. De “gekartelde stadsrand”doet ogenschijnlijk merkwaardig aan. In de Stad van Straks is het te ontwikkelen gebied groter dan thans in dit plan is opgenomen. Dit hangt mede samen met de eigendomssituatie in het gebied, waar de gemeente kiest voor het ontwikkelen van woningbouw “op eigen grond”. Hierdoor is er geen harde doorgetrokken rand aan de westzijde, maar is het mogelijk het landschap in de wijk te brengen en een kwaliteit in het plan toe te voegen. Op deze wijze kan een plan gemaakt worden dat “af “ is, maar het kan ook in een volgende fase aan de zuidwestzijde worden opgevuld, zodra er overeenstemming kan worden bereikt over de grondposities. Vooral naar aanleiding van de inspraak is het aantal bouwlagen van de noordelijke begrenzing te verlagen van 4 naar 3. Verder is er vanwege de stedenbouwkundige kwaliteit langs de Hogeweg een harde bouwgrens opgenomen, om te voorkomen dat door het oprichten van ongelijksoortige aan- en bijgebouwen hier een rommelige bebouwingsrand ontstaat. De verkeersafwikkeling geschiedt via de Hogeweg. Hierop is bij de inspraakreactie van de heer v.d. Sluis (ad 1) al ingegaan. Mede vanwege deze reactie en het overleg met de provincie is de verkeersparaaf van het bestemmingsplan op dit punt uitgebreid, waarbij is ingegaan op de te verwachten verkeersintensiteiten en de geluidbelasting. Duidelijk is dat de milieubelasting vanwege wegverkeer en ook waterverkeer, beneden de wettelijke normen moet blijven. Overigens zullen met name de toekomstige bewoners hiermee geconfronteerd worden, zodat dit punt de nodige aandacht heeft, omdat de gemeente er naar streeft hier een hoogwaardig woon- en leefmilieu te creereen. Ten aanzien van de veiligheid voor kinderen kan worden opgemerkt dat alle privé-oevers en het grootste deel van de openbare oevers voorzien worden van plasbermen. De hoofdvaarroutes hebben dat uit nautische overweging niet. Hier ligt een verantwoordelijkheid van ouders wanneer zij beslissen te gaan wonen op een plek bij het water. De in het plangebied gesitueerde woningen en bedrijven worden positief bestemd, zodat er geen sprake is van planschade. De afstand tot andere huizen en objecten is zodanig, dat de kans op “onevenredig grote schade” minimaal is. In deze situaties bestaat de mogelijkheid een beroep te doen op artikel 49 WRO (planschade-artikel). Het punt over de fluctuerende peilhoogtes is ook aan de orde gesteld door de provincie. In de waterparagraaf is hier meer aandacht aan besteed. Dit zelfde geldt voor de Reitdiepdijk, waarvoor nog een beheersplan zal worden opgesteld (zie ook de inspraakreacties van het Wijkoverleg Vinkhuizen en de Milieufederatie, ad 5 en 6).
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 29
Ad. 4. Groenrijk Vroom Het tuincentrum vraagt om meer bebouwingsmogelijkheden en het kunnen bouwen op 1 meter vanuit de noordelijke perceelsgrens in plaats van de in het plan opgenomen 5 meter. Commentaar Het bouwen tot op de noordelijke erfgrens is niet aanvaardbaar, omdat het terrein direct grenst aan een terrein met bedrijfsbebouwing. Op het terrein van Groenrijk Vroom staat weliswaar een oude loods op de erfgrens, maar er zit nog ruimte tussen deze loods en de bebouwing op het naastgelegen noordelijke perceel (zie bijbehorende tekening). De achter de loods gesitueerde kas staat op 3 meter van de erfgrens. Het honoreren van het verzoek van Groenrijk Vroom zou betekenen dat ook het naastgelegen bedrijf tot op de erfgrens moet kunnen bouwen, waardoor er geen ruimte tussen de bebouwing overblijft. Dit is om ruimtelijke en brandveiligheids redenen, en ook vanuit oogpunt van rechtsgelijkheid, niet wenselijk. Naar aanleiding van deze inspraakreactie is in het bestemmingsplan de afstand van 5 meter verkleind naar 3 meter.
Ad 5 en 6. Wijkoverleg Vinkhuizen en de Milieufederatie De reacties van het Wijkoverleg en de Milieufederatie zijn van vrijwel dezelfde strekking en komen voor een gedeelte overeen met de reactie van de heren Bon/Feldbrugge (ad 3). De ingebrachte reacties zijn de volgende: Het WOV vindt dat zij onvoldoende betrokken is bij de plannen. Volgens de Milieufederatie is het plan niet op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt. Commentaar Het betreft hier het eerste concept-plan, waarop de mogelijkheid bestaat in te spreken. Dit is op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt in de Groninger Gezinsbode van 28 april 1999. Tevens zijn de in het gebied wonende belanghebbenden hiervan zo goed mogelijk door middel van een informatiebrief op de hoogte gebracht. Het plan is naar buiten gebracht voordat de gemeenteraad zich hierover heeft gebogen, zodat deze het plan met de verschillende ingebrachte inspraakreacties kan beoordelen. Zowel het Wijkoverleg als de Milieufederatie gaan in hun reactie in op de herstructurering van Vinkhuizen. De Milieufederatie vindt dat pas daarna tot nieuwe uitleggebieden moet worden overgegaan en de WOV wijst op het wegtrekken van (kapitaalkrachtige) bewoners en de schade die aan de voorzieningen wordt toegebracht. Commentaar Het is juist dat vooral in de eerste jaren, bij het gereedkomen van De Held I, veel huishoudens uit Vinkhuizen naar dit nieuwbouwplan zijn verhuist: ongeveer 25% van de bewoners in De Held is afkomstig van Vinkhuizen. Op de totale wijk Vinkhuizen is dit ongeveer 15% van de vertrekkende huishoudens. Inmiddels is het percentage Vinkhuizenaars onder de instromende Held-bewoners aan het afnemen en gaat het nu om een veel lager percentage verhuisbewegingen (ongeveer 5%). Voor de nieuwe wijk Reitdiep ligt de situatie anders. Deze lijkt volgens het WOV minder voordelen en alleen nadelen op te leveren. Een voordeel dat echter niet genoemd wordt is dat ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 30
door het ontwikkelen van een koopkrachtige wijk aan de noordkant van de stad een rigide tweedeling in de stad “zuid-rijk”en “noord-arm”voorkomen. De wijk Vinkhuizen heeft hier, ook gezien de kansen voor wijkvernieuwing in die wijk, zeker belang bij. Daarnaast levert een wijk als Reitdiep een bijdrage aan de –onvermijdelijke- stedelijke vraag, zoals in een ver verleden Vinkhuizen (aan de stadsrand) dat ook zelf gedaan heeft. Daarnaast is Reitdiep ook een andere wijk dan De Held, omdat zij een ander – en hoger – marktsegment bestrijkt. Bij het peilen van de belangstelling voor Reitdiep blijkt dat hier geen bewoners uit Vinkhuizen bij zitten. Het is dus niet zo dat door de ontwikkeling van Reitdiep een nieuwe uitstroom van Vinkhuizen zal ontstaan. Ten aanzien van de voorzieningen kan worden opgemerkt dat De Held I en De Held II (Gravenburg) nieuwe woongebieden zijn zonder voorzieningen. De winkels zijn gepland rond het Reitdiepplein en maken deel uit van het uit te werken gebied. Het duurt dus enige tijd voordat deze gerealiseerd worden. Aan zowel de aard als de oppervlakte van de nieuwe winkelruimte zijn beperkingen opgelegd, zodat er geen sprake is van schade voor de voorzieningen in Vinkhuizen. Volgens de afspraken die met de provincie Groningen zijn gemaakt in het kader van de Regio Centraal Groningen (RCG) moeten vanwege de grote vraag naar nieuwbouwwoningen in de komende 5 jaar zo’n 4.500 woningen worden gebouwd in de gemeente Groningen. Dit is ongeveer 900 woningen per jaar. Een groot deel hiervan moet in Groningen Noordwest worden weggezet, omdat elders binnen de gemeentegrenzen nauwelijks locaties meer beschikbaar zijn. Volgens het Structuurplan worden in dit stadsdeel in totaal ca. 5.000 woningen gebouwd (De Helden samen 3.400 en Reitdiep in totaal 1.600). Deze locaties zijn in het Omgevingsplan van de provincie (ORG) vastgelegd en kunnen vanwege de woningbouwtaakstelling niet gemist worden. De herstructueringsopgave alleen, zoals die onder meer geformuleerd is in het Volkshuisvestingplan gemeente Groningen 1998-2010, en ook is vastgelegd in het ORG, is vanwege de woningvraag (die veel groter is dan het aanbod) onvoldoende. Nieuwe uitleglocaties zijn (voorlopig nog) nodig om in de grote vraag te voorzien. De aanbod die wordt gecreeerd door nieuwbouw in de bestaande wijken is niet toereikend. Zowel het Wijkoverleg als de Milieufederatie vinden, onder verwijzing naar rapport “Het land om de stad, wat deert ons dat” dat door de nieuwbouw het landschap op onaanvaardbare wijze wordt aangetast. De nieuwe wijk wordt niet in het landschap geςntegreerd. Met name het Wijkoverleg vindt dat er geen goede overgang is tussen stad en landschap. De milieufederatie wijst op het ontbreken van compensatiemaatregelen (b.v. een weidevogelreservaat in de buurt van de nieuwbouw). Commentaar Op deze kritiek is al (gedeeltelijk) ingegaan naar aanleiding van de inspraakreacties van de heren Bon en Feldbrugge (ad 3.). Hieraan kan nog het volgende worden toegevoegd: In 1995 en 1996 zijn samen met o.a. bewoners en deskundigen studies verricht naar de invulling van het Reitdiepgebied. Bewoners en andere belanghebbenden, die op de inspraakavond over dit bestemmingsplan op 20 mei jl. aangaven, dat er bij die studies gestudeerd is op een zachte overgang van het landschap naar de bebouwing hebben gelijk: vooral in de studies van het ecologisch bureau BOOM zijn toen vloeiende, zeer zachte overgangen geschetst. ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 31
In de afweging, die gemaakt is om te komen tot de definitieve structuurschets “Noordwest, Buiten in de Stad” is de zachte stadsrand niet opgenomen. Om precies te zijn staat er het volgende: “De overgang van het landschap naar de stad is hier de overgang van een open wierdenlandschap met een ecologische hoofdstructuur en tegelijkertijd een weidevogelgebied naar de harde randen van de wijken Vinkhuizen en Paddepoel. Het realiseren van een nieuw stuk stad in dit gebied is een opgave die op veel verschillende manieren vorm gegeven kan worden. Kenmerkend moet echter altijd zijn, dat er sprake is van een “stedelijk gevoel” bij bewoners en bezoekers, die straks deze plek bewonen of bezoeken. Een gevoel dat ontstaat door een zekere mate van concentratie, door verschillen zowel in bewonersgroepen als woon/leefstijlen en architectuur…” “De openheid van het landschap vraagt ook om beperkingen ten aanzien van het agrarisch gebruik. De begrenzing van de woningbouwlocatie speelt hierop in, door aan de noordwestkant met name lage bebouwing met lage dichtheid te situeren en door het realiseren van de natuurlijke en open oost-west zones in het plangebied”. Er is dus in de fase van de Structuurschets niet gekozen voor een zachte stadsrand, maar een meer scherpe overgang tussen stad en landschap. De nadruk wordt gelegd op een “stedelijk gevoel” als contrast met het open wierdenlandschap. Met betrekking tot het rapport van de biologiewinkel (“het land om de stad, wat deert ons dat?”) kan worden opgemerkt dat de woningbouw in het plangebied Reitdiep wordt gerealiseerd op gronden die nagenoeg geheel gesitueerd zijn buiten de Ecologische Hoofdstructuur en de zone met de bestemming “Agrarisch gebied met landschappelijke, natuurlijke en/of cultuurhistorische waarden” in het bestemmingsplan Buitengebied. De woningbouwontwikkeling vindt plaats binnen het gebied dat in het vastgestelde Omgevingsplan is aangeduid als “Stedelijke woongebied, bestaand/toekomstig”. Mogelijke compensatiemaatregelen moeten binnen het plan Reitdiep vooral worden gevonden in de zone van de Reitdiepdijk (zie verder onder beheer Reitdiepdijk) en daarbuiten in die gebieden die in het Omgevingsplan zijn aangeduid als natuurzones (land/water) en ecologische verbindingszones. Zowel het Wijkoverleg en de Milieufederatie vragen om veel aandacht voor het behoud en het beheer van de Reitdiepdijk. Commentaar De dijk langs het Reitdiep blijft in het plan behouden. Door het creeren van woningen aan water komt een belangrijk deel van de dijk als het ware op een eiland te liggen. Het flauwe talud aan de binnenzijde vormt een soort uiterwaard, die als wijkgroen een extensieve recreatieve functie zal vervullen. Een deel kan worden afgesloten om hierop begrazing te laten plaatsvinden. Het beeld zal bestaan uit een open ruimte met ruige grassen en groepen bomen die van origine in het gebied voorkomen. Op deze wijze kan de Reitdiepdijk ook zijn functie in het ecologisch netwerk blijven vervullen. Deze inrichtingsplannen zijn echter nog niet uitgewerkt. Duidelijk is dat de cultuurhistorische “claim” op de dijk de mogelijkheden aanzienlijk beperkt. Het beheer zal aan die situatie moeten worden aangepast. Het historisch beeld kan in stand worden gehouden als men hier schapen op laat grazen. Op de inspraakavond kwam naar voren dat niet iedereen dit zo’n gewenst beeld vindt. Sommigen pleiten voor een meer bloemrijke dijk. Dit zou kunnen ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 32
worden gerealiseerd door bijvoorbeeld het beheerplan voor het oostelijke deel uit te breiden. Er bestaan gedachten om de binnenzijde van de dijk een meer natuurlijke oever te geven, waarin de kwel onder de dijk door tot bijzondere ecologische waarden kan leiden. Zoals gezegd, heeft de gemeente hierover nog geen concrete plannen uitgewerkt. Het voorstel is daarom voor de Reitdiepdijk een beheersplan te laten opstellen, waarbij belanghebbenden zoals de provincie, het waterschap, de wijkbeheerders en mogelijk enkele bewoners dan zullen worden betrokken. Tot slot zijn vanwege de juridische bescherming van de Reitdiepdijk de bestemmingsplanvoorschriften uitgebreid met een aanlegvergunningenstelsel en nadere gebruiksvoorschriften (artikel 8, bestemming Groen). De Milieufederatie pleit er voor de nieuwe wijk zo snel mogelijk te voorzien van openbaar vervoer. Commentaar Op dit moment is het plangebied nog niet door het openbaar vervoer ontsloten. Het is de bedoeling de nieuwe ontsluitingsroute, die vanaf de Friesestraatweg door het plangebied heen naar het Zerniketerrein loopt, omstreeks de periode 2001-2002 aan te leggen. De inzet van de gemeente is hier zo spoedig mogelijk mee te beginnen. De kans is echter groot dat de eerste woningen tegen die tijd al zijn opgeleverd, zodat niet direct bij de oplevering een busverbinding tot stand kan worden gebracht. Als alternatief is er dan het taxiplan, waardoor bewoners via een taxi-regeling goedkoop naar het Centraal Station kunnen reizen. Het Wijkoverleg Vinkhuizen vreest dat de nieuwe brug over het Reitdiep ten koste zal gaan de beloofde fietsbrug tussen Vinkhuizen-noord en Paddepoel-noord. Commentaar Voor zover bekend, zijn geen harde toezeggingen gedaan over de aanleg van deze fietsbrug. De brug maakt wel onderdeel van de gewenste hoofdfietsstructuur (o.a. aangegeven in het Structuurplan), maar heeft geen hoge prioriteit in de meerjareninvesteringsplanning. De aanleg van deze brug moet los worden gezien van de realisering van dit bestemmingsplan. De Milieufederatie wijst op het belang van Duurzaam Bouwen vindt dat het convenant dat hiervoor is opgesteld, in de bestemmingsplanvoorschriften wordt opgenomen. Commentaar Zoals in de volkshuisvestingsparagraaf is aangegeven, wordt bij de nieuwe woningbouw in het plan Reitdiep gestreefd naar een hoge Energie Prestatie Norm. Tussen de gemeente en de ontwikkelaars van het Eilandengebied zijn wat betreft het energie-niveau nadere afspraken gemaakt. Het ambitieniveau dat met de projectontwikkelaars is overeengekomen ligt hoger dan de gebruikelijke eisen. In de andere delen van Reitdiep zullen de afspraken in het kader van de energiebesparing meer op het ecologische vlak liggen. Sinds de milieugrondslag in het Bouwbesluit is opgenomen, is het mogelijk extra eisen aan Duurzaam Bouwen te stellen. Bestemmingsplanvoorschriften zijn niet het meest doeltreffende middel om dit af te dwingen. Via overeenkomsten met de ontwikkelaars, die ook de grond moeten afnemen, kunnen de extra inspanningen op het gebied van energiebesparing beter worden afgedwongen. De Milieufederatie wijst op het gevaar van grote peilwisselingen en adviseert vanwege de ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 33
ecologische waarde het aandeel natuurlijke oevers zo groot mogelijk te laten zijn. Commentaar Over het waterpeil voert de gemeente overleg met het waterschap. Bij de eilanden aan de kant van het Reitdiep worden de waterstanden geregeld door de sluizen. In de haven door dijken met de Reitdiepdijkshoogte. In principe is er een vast waterpeil, met fluctuaties van plus of min 20 cm. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de paragraaf Waterhuishouding en de toegevoegde paragraaf Water in het bestemmingsplan (zie ook hoofdstuk 8.2. Planologisch vooroverleg). Zoals uit de kaart Ruimtelijke randvoorwaarden in de toelichting van het bestemmingsplan kan worden opgemaakt, bestaan de oevers van de Eilanden aan de zijde van het Reitdiep voornamelijk uit zachte waterranden. Verder zal bij het beheersplan voor de Reitdiepdijk met dit aspect rekening worden gehouden.
Ad 7 en 8. Woonschepencomite en de heer De Haan Het Woonschepencomite vindt dat een verwijzing naar de structuurschets Watergang ontbreekt en vraagt zich af waarom geen ligplaatsen voor woonschepen zijn opgenomen. Het wonen op water wordt niet serieus genomen. Wel ruimte voor ca. 30 “hoogwaardig ontworpen, drijvende woningen” voor het hogere marktsegment, maar geen oplossing van de wachtlijst voor ligplaatsen van woonschepen. Deze zienswijze is vergelijkbaar met de brief van de heer De Haan d.d. 5 augustus 1999 (gericht aan wethouder Paas). Commentaar Over wonen op/aan het water versus ligplaats voor woonschepen kan het volgende worden opgemerkt: a. beeld/kwaliteitsbenadering De haven, bedoeld vooral te dienen als jachthaven, is vergroot, om ruimte te maken voor wonen op/aan het water. Het gaat hier om een bijzondere woonvorm, die past bij de hoge beeld-eisen, die aan het gebied rondom de haven worden gesteld. Dit moet nog verder worden uitgewerkt (de haven valt in het gebied met een uit te werken bestemming). Bij deze uitwerking spelen vooral esthetica en bijzondere woonvormen een rol. Het is niet de bedoeling de haven te vergroten om een nieuwe woonschepenhaven te ontwikkelen. b. financiΝle benadering Om exploitatieve redenen wordt er aan de waterkavels ook een “grondprijs ”toegekend, die vergelijkbaar is met een woning op dezelfde plek. Dit uitgangspunt strookt niet met het ligplaatsenbeleid elders in de stad, waar geen substantiΝle waarde aan de ligplaats wordt toegekend. c. beleidsbenadering Reeds in de Structuurschets Noordwest, “buiten in de Stad”is met referenties aangegeven, dat de Reitdiephaven een “stedelijk waterplein” zou moeten worden, waarbij (citaat) “de haven samen met het transferium de trekker wordt, die ontwikkeling van de andere functies moet laten plaatsvinden… de bijzondere betekenis van het gebied komt tot uitdrukking in zowel de stedenbouwkundige opzet als de inrichting en de vormgeving van de bebouwing”. Anders gezegd: de haven c.a. vormt de kracht van het gebied. Die power kan beslist niet geleverd worden door de haven te gebruiken als ligplaats voor boten, die daar een ligplaats zouden innemen met geen ander criterium dan de toevallige positie op de wachtlijst. ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 34
Ten aanzien van het woonschepenbeleid kan worden opgemerkt dat hiervoor de nota “Watergang, Structuurschets voor het openbaar vaarwater (mei 1999)”, waarover de politieke besluitvorming nog niet is afgerond. Tot dit tijd vindt geen uitbreiding van het aantal ligplaatsen plaats.
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 35
8.2. Planologisch Vooroverleg Het voorontwerp-bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg ex artikel 10 BRO verzonden naar de Commissie Ruimtelijke Plannen, stad Groningen en diverse instanties. Het plan is op 8 september jl. behandeld in de vergadering van commissie. De opmerkingen zijn verwoord bij brief van 17 september 1999. Daarnaast zijn reacties binnengekomen van: - Dienst Wegen & Kanalen van de provincie, Postbus 630, 9700 AP Groningen - Waterschap Hunze & Aa, Postbus 95, 9470 AB Zuidlaren - Waterschap Noorderzijlvest, Postbus 100, 9959 ZH Onderdendam - Zuiveringsbeheer provincie Groningen, Postbus 833, 9700 AV Groningen - N.V. Nederlandse Gasunie, Postbus 162, 7400 AD Deventer - Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Kerkstraat 1, 3811 CV Amersfoort. Commissie Ruimtelijke Plannen, stad Groningen De opmerkingen van de Commissie hebben betrekking op een viertal onderwerpen. a. locatiebeleid en parkeernorm b. landschappelijke inpassing/ruimtegebruik c. duurzaam stedelijk waterbeheer/scheepvaart en vaarwater d. de verkeer- en geluidaspecten. Ad a. locatiebeleid en parkeernorm De commissie is verdeeld over is verdeeld over het locatiebeleid en de te hanteren parkeernormen. De Inspecteur RO en Rijkswaterstaat Noord Nederland zijn van mening dat de kantoren in het gebied zich pas dan kunnen vestigen, zodra de openbaar vervoersontsluiting daadwerkelijk is gewaarborgd. Het gebied voldoet op dit moment niet aan de vereisten van een “B-profiel”, hetgeen betekent dat er strenge eisen aan de parkeernorming worden gesteld. Het Ministerie van EZ Regio Noord en de provincie Groningen vinden dat dit locatiebeleid enige nuancering behoeft. De commissie adviseert hierover bestuurlijk overleg te plegen. Commentaar Binnen de bestemming "Uit te werken Stedelijke Voorzieningen (USV)" in het plan Reitdiep zijn onder andere kantoren en een OV-transferium opgenomen. Vanuit rijksoptiek dienen kantoren te worden gevestigd op een locatie die voldoet aan een B-profiel. Dit betekent dat een dergelijke locatie zowel met de auto als met het openbaar vervoer (meerdere buslijnen) goed bereikbaar moet zijn. De onderhavige locatie voldoet op dit moment niet aan de vereisten van een B-profiel en komt volgens de Inspectie RO en Rijkswaterstaat pas in aanmerking voor de vestiging van kantoren, zodra de openbaar vervoersontsluiting daadwerkelijk is gewaarborgd. De zone met kantoren hoort evenals het transferium bij de uit te werken gebieden. Het is de bedoeling de kantorenontwikkeling gelijk op te laten lopen met het transferium, waarbij het transferium (en de bijbehorende parkeervoorzieningen met dubbel gebruik) gefaseerd worden uitgevoerd. ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 36
De HOV-as door dit gebied is op termijn gepland. De inzet is dat één en ander gelijktijdig tot stand komt, maar niet uitgesloten kan worden dat de bouw van kantoren daar eventueel op vooruitlopen. Overigens zal er dan wel een ontsluiting zijn voor het openbaar vervoer, maar wellicht nog niet van de HOV-as. Naar aanleiding van het advies van de Commissie is bij de uitwerkingsbepalingen opgenomen dat de kantoorontwikkeling in het gebied pas mag worden gerealiseerd als de bereikbaarheid door middel van openbaar vervoer is gegarandeerd. Ten aanzien van dit punt kan nog verder worden opgemerkt dat de kantoren zijn opgenomen in het Uit te werken gedeelte van het bestemmingsplan en pas op langere termijn worden ontwikkeld. Zodra de uitwerkingsverplichting van het havengedeelte met de mogelijke kantoorontwikkeling aan de orde is, is een toets aan het parkeerbeleid op zijn plaats. Het verschil van mening over de parkeernormering tussen de RWS en IRO enerzijds en EZ, provincie en gemeente anderzijds is bekend. Het speelt niet alleen bij Reitdiep, maar ook bij andere bestemmingsplannen (Ruskenveen). Verwezen kan worden naar de notitie "Nadere Beschouwing op het Locatiebeleid van de dienst RO/EZ van 16 juni 1999, die is betrokken bij de behandeling van de Kantorennota in de CRP-stad Groningen van 25 juni 1999). De CRP heeft destijds geadviseerd om zo spoedig mogelijk bestuurlijk overleg te voeren tussen de betrokken Ministers, G.S. en het college van B&W. Ervan uitgaande dat dit overleg zal resulteren in overeenstemming, dan zal in het Uitwerkingsgebied van het plan Reitdiep te zijner tijd de dan geldende overstemming ten aanzien van parkeernormering worden opgenomen.
Ad b. landschappelijke inpassing/ ruimtegebruik De Commissie vindt dat onvoldoende inzicht wordt gegeven in het karakter van de nieuwe stadsrand, alsmede de beeldconsequenties daarvan. Gevraagd wordt om een heldere stadsrand, omdat een verdere uitleg in noordelijke en/of westelijke richting vooralsnog niet in het verschiet ligt. Verder wordt aanbevolen nader in te gaan op het ruimtegebruik. Commentaar De ruimtelijke structuur van het plan is gebaseerd op het structuurplan ‘De Stad van Straks’ en de Structuurschets Noord-West. In de Structuurschets zijn de deelgebieden en de fasering daarvan aangegeven. De planopzet van Reitdiep/Reitdiep Haven is zodanig, dat het plan gefaseerd kan worden uitgevoerd, mede afhankelijk van de eigendomssituatie. Elke fase levert echter wel een afgerond stedenbouwkundig beeld op. De randen van elke fase zijn zodanig gedefinieerd dat een duidelijke afstemming met het landschap plaatsvindt en de condities voor de volgende fase afleesbaar zijn. In de planopzet is rekening gehouden met de ecologische hoofdstructuur (EHS). In die zone wordt uiteraard geen planontwikkeling voorgestaan, zoals ook reeds op pagina 27 van de ontwerp Structuurschets Noord West van maart 1996 werd aangegeven. In het nog nader uit te werken deel van het plan, met name het westelijk deel zal de relatie met het open ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 37
weidelandschap nader worden gedefiniëerd. Het is tevens een strategisch plan, dat mogelijk maakt om tot een uiteindelijk samenhangend en afgeronde planontwikkeling te komen voor het gehele in de Structuurschets Noord-West aangegeven plangebied. Voor het westelijk gedeelte van het plan is nog geen eindbeeld bekend. Mede om die reden is er eind 1998, (toen dit plan in eerste instantie werd opgesteld) gekozen voor een globale nader uit te werken planvorm. Met name het uit te werken Havendeel en het uit te werken woningbouwdeel lopen qua fasering ver achter bij het eerste deel. Deze fasering is mede noodzakelijk voor het woningbouwprogramma. Wat betreft de gevraagde visie op de stadsrand kan worden vermeld dat reeds in de Structuurschets Noord-West en het daarbij behorende onderdeel voor Reitdiep een (zij het globale) invulling daaraan is gegeven (zie pag. 25 van de ontwerp-structuurschets NoordWest). In deze schets is met name toegelicht dat hier sprake moet zijn van een "stedelijk gevoel". Dit betekent toch een redelijk harde stadsrand met een manifeste bebouwing. De hoogte is bepaald op 3 tot 4 lagen, een hoogte die naar aanleiding van de inspraak is teruggebracht naar 3 bouwlagen. Hoewel de stadsrand niet zo "hard" wordt als destijds bij Vinkhuizen, wordt het standpunt van de Commissie gedeeld dat de overgang van landschap naar stad duidelijk en aanwezig moet zijn. Op pagina 27 van de ontwerp-structuurschets wordt duidelijk omschreven wat het unieke is van deze plek op het gebied van landschap en ecologie, namelijk het open wierdenlandschap en het Reitdiep en hoe beide elementen voelbaar kunnen worden gemaakt. Citaat (pag. 27): “Voorgesteld wordt dan ook om niet een aaneengesloten gebied te realiseren, maar om juist veel ruimte tussen de verschillende delen open te houden van bebouwing en die te benutten voor landschapsbouw. Er ontstaat zodoende een landschap dat zich voortzet door de locatie in de richting van de rivier.” Nu uit de brief van de Commissie blijkt dat dit niet voldoende in de toelichting is verwoord, zal de toelichting op dit punt worden aangevuld.
Ad c. duurzaam stedelijk waterbeheer / scheepvaart en vaarwater De Commissie wijst er op dat het element water een bijzondere plaats inneemt in het plan en verwacht daarom een nadere beschouwing van bijvoorbeeld het begrip "duurzaam stedelijk waterbeheer" en van de waterhuishoudkundige aspecten, zoals waterinlaat, waterdoorstroming, waterkwaliteit, beheer van sluizen enz. Dit kan bijvoorbeeld geschieden in een aparte waterparagraaf, zoals aangegeven in het Waterhuishoudingsplan van de provincie Groningen. Een verwijzing naar overleg met het waterschap achten wij te summier. Ook adviseert de Commissie meer aandacht te besteden aan het beheerregiem en de recreatieve scheepvaart. Commentaar
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 38
Helaas is het begrip “Duurzaam stedelijk waterbeheer” niet in het voorontwerpbestemmingsplan opgenomen. Dat wil niet zeggen, dat het plan Reitdiep zich aan dit beleidsterrein onttrokken zou hebben. Integendeel, samen met de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa wordt er ook in het Reitdiep gebied gewerkt aan een doorspoelsysteem met schoon water, in aansluiting op andere gebieden die zich uitstrekken van de Drentse grens tot aan Dorkwerd. In het gebied wordt om die reden een extra pompgemaal opgenomen en worden talrijke verbindingen gelegd, die waterscheidingen moeten doorbreken. Hierop wordt nadere ingegaan in de nieuwe paragraaf Water, die naar aanleiding van de opmerkingen van de Commissie in het ontwerp-plan is opgenomen. Met betrekking tot de aspecten scheepvaart en vaarwater kan het volgende worden opgemerkt. Mede naar aanleiding van de opmerkingen van de Commissie is het duidelijk dat er in het voorontwerp-plan onvoldoende aandacht is geschonken aan deze aspecten. In samenwerking met de verantwoordelijke waterschappen en de provincie zal een beheerregiem worden vastgelegd en gehandhaafd. Op grond van het Kanalenreglement zal bij de provincie een vergunning worden gevraagd voor de nieuw te graven kanaalvakken. Daarna zullen door het bevoegde gezag regels worden gesteld over het beheer van het water. Er zal dan bepaald moeten worden welke categorie schepen worden toegestaan. De lengte van de boten wordt vooral bepaald door de sluiskolklengte en de kavelbreedte (aanlegplaats). Bepalingen ter beperking van de scheepslengte zullen o.a. in het koopcontract worden opgenomen in de vorm van een kettingbeding. In de loop van het verdere planvormingsproces zullen deze zaken worden uitgezocht en zonodig juridisch vastgelegd.
Ad d. verkeer- en geluid De Commissie is van mening dat de informatie over potentieel sluipverkeer tot de verbinding met de Noord-Zuid route en de te verwachten verkeersintensiteiten onvoldoende in het plan worden belicht. Hetzelfde geldt voor de mogelijke geluidhinder. Commentaar De geschatte intensiteiten na realisering van de NZ route zijn bekend en zijn bij dit bestemmingsplan gevoegd in de toelichting worden opgenomen. Het blijkt, dat de hoeveelheid sluipverkeer marginaal is. Wat betreft het geluid: in het plan wordt op de wettelijke afstand gebouwd, en waar dat onmogelijk is wordt middels gevelisolatie of geluidsschermen invulling gegeven aan de Milieuwetgeving. Langs de Friesestraatweg wordt een geluidsscherm noodzakelijk, indien die weg op termijn omhoog gebracht wordt. Dit om het geluidsniveau in de haven, die immers ook als passantenhaven dient, binnen de normen te houden. Het bestemmingsplan is op dit punt worden aangevuld met relevante gegevens ten aanzien van de verkeersintensiteiten en geluidhinder.
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 39
Dienst Wegen & Kanalen van de provincie In het plangebied heeft de provincie Groningen een zogenaamd steunpunt, aangegeven op de plankaart onder "B", dat onder meer dienst doet als zoutopslag. De dienst vraagt om een juiste bestemming van dit terrein, met voldoende uitbreidingsmogelijkheden. Ook ziet men graag een meer flexibele bestemming. Commentaar In het voorontwerp-bestemmingsplan is de opslag van (wegen) zout toegestaan. De bebouwingsmogelijkheden zijn in die zin verruimd dat de bebouwingsafstand tot de erfgrens verkleind is van 5 meter naar 3 meter, zoals ook bij Groenrijk Vroom, waardoor er meer bebouwingsmogelijkheden ontstaan. Het bebouwingspercentage bedraagt 60%, met vrijstelling tot 70% van het perceel. Dit een ruime mate van bebouwing, omdat binnen het perceel ook ruimte moet zijn voor de bereikbaarheid en parkeren. Daarnaast zijn ook andere (lichte) bedrijfsmatige activiteiten mogelijk gemaakt, overeenkomstig de categorieΝn 1 en 2 van de Staat van Bedrijven van de VNG gemaakt. Zoutopslag is en blijft mogelijk. Waterschap Hunze & Aa Dit waterschap wijst er op dat de kade en oever onder de verantwoordelijkheid van het waterschap Noorderzijlvest vallen, en het “natte” deel onder die van Hunze & Aa Overleg met beide waterschappen is daarom nodig. Het waterschap wijst erop dat de bestemming “Water”niet overeenkomt met de bestemming “Waterweg”op de kaart. Aangegeven dient te worden tot hoever de bestemming exact reikt en in de doeleindenomschrijving zou de functie “nutsvoorziening” niet moeten worden opgenomen. Commentaar Reeds eerder is al aangegeven dat de gemeente samen met de provincie en het waterschap overleg voert over de inrichting van het plan en het waterbeheer. In het bestemmingsplan zijn de termen “Water” en “Waterweg” eenduidig gemaakt en is op de plankaart te zien waar de grens van de bestemming loopt. De term “nutsvoorziening”bij de doeleindenomschrijving is een standaardbepaling die bij alle bestemmingen voorkomt, omdat het binnen de bestemming mogelijk moet zijn nutsvoorzieningen met name in de vorm van leidingen te realiseren. Deze bepaling komt ook voor bij de doeleindenomschrijving voor het Reitdiep in het geldende bestemmingsplan Buitengebied. Waterschap Noorderzijlvest Voor de beoordeling van het bestemmingsplan vormt de notitie “Stedelijke water”d.d. 3 november 1998 het toetsingskader. Het waterschap geeft aan dat zij verantwoordelijk is voor de afwatering en berging. Geadviseerd wordt een drooglegging van 1.20 tot 1.30 meter met kruipruimte ter realiseren. Verder dient bij vergroting van het oppervlak het percentage open water vergroot te worden. De nieuwe situatie vraagt om een wijziging van hoofdwatergangen. Het waterschap wil dit graag in overleg met de gemeente doen. De afmetingen en de vorm van de nieuw aan te leggen sluizen en de aan te leggen kaden dienen in overleg met en met goedkeuring van het waterschap te worden vastgesteld. ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 40
Dit geldt niet alleen voor de Eilanden, maar ook voor de Jachthaven en de Groene Domeinen. Rond de jachthaven dient de kade een hoogte te krijgen van 1,87m+ N.A.P. Ook zal door het waterschap een nieuw peilbesluit te worden genomen. Ten aanzien van de planvoorschriften geeft het Waterschap aan dat de Reitdiepdijk, die overwegend ecologisch wordt ingericht en beheerd, haar waterkerende functie behoudt. Het waterschap is verantwoordelijk voor het op hoogte houden van de kade. Het onderhoud en beheer is in handen van de aangrenzende eigenaren. De bestemming “Water”staat niet op de plankaart. Bij de bestemming “Groen” ontbreekt de waterkerende functie. Voorts acht het Waterschap het wenselijk dat samen met de gemeente voorzieningen worden getroffen zodat de wijk Vinkhuizen doorgespoeld kan worden met water uit het plangebied. Commentaar Kortheidshalve wordt verwezen naar het commentaar op de reactie van de Commissie Ruimtelijke Plannen het waterschap Hunze & Aa en de toelichting van dit bestemmingsplan, die op ten aanzien van het aspect water is uitgebreid. Aan de doeleindenomschrijving van de betrokken bestemming is de waterkerende functie toegevoegd. Bovendien is de dijk overeenkomstig het verzoek van de provincie beschermd door middel van een aanlegvergunningenstelsel en gebruiksvoorschriften (artikel 8, bestemming Groen).
Zuiveringsbeheer Provincie Groningen Het Zuiveringsbeheer wijst erop dat een waterstructuurplan wordt voorbereid en hier in het bestemmingsplan rekening mee te houden. Commentaar De gemeente is hiervan op de hoogte en zal trachten in overleg met de provincie en het waterschap het plan Reitdiep hierin te integreren. N.V. Nederlandse Gasunie De Gasunie wijst op de aanwezigheid van twee gasleidingen in het gebied, waarvoor bepaalde toetsingsafstanden gelden. Commentaar Met de Gasunie wordt nauw overleg gevoerd, omdat binnen het plangebied ook sprake is van een verplaatsing van een gasleiding. Bij de bebouwingsbepalingen zijn de minimale afstanden van 4 meter tot de gasleiding opgenomen. Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Het ROB wijst op de aanwezigheid van enkele wierden in het gebied en dat aan het plangebied een hoge archeologische verwachtingswaarde is toegekend. In het plan wordt niet aangegeven hoe de gemeente wil omgaan met deze archeologische waarden. Het ROB pleit er voor de archeologische waarden actief te betrekken bij de inrichting van het plangebied. Commentaar In de toelichting van het bestemmingsplan (Historische ontwikkeling, p4) worden een aantal reeds bekende wierden genoemd, waarvan één geheel binnen het plangebied valt (die ___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 41
bij de Friesestraatweg) en één deels binnen en deels buiten het plangebied (de omgeving van de beschermde wierde onder de hoogspanningsmast. Omgang met bekende wierden/vindplaatsen Wierde Friesetraatweg Deze wierde is een 20tal jaren geleden ontdekt bij werkzaamheden aan de genoemde weg. Bij verkenning midden jaren ’90 is gebleken dat deze lage, mogelijk overslibde wierde geheel wordt doorsneden door de genoemde weg. Resten bevinden zich dus ten noorden en te zuiden van de Friesestraatweg. Behoud van dit restant heeft geen zin, documentatie van in eerste instantie het noordelijke restant ligt in het verschiet. In het bestek van deze volgens de plankaart “Stedelijke voorziening; nader uit te werken” wordt rekening gehouden met de voor het opgraven benodigde tijd. Documentatie wordt verricht door de gemeente zelf. Wierde hoogspanningsmast Het beschermde deel van deze wierde ligt buiten het plangebied. Voor zover nu duidelijk zijn er geen plannen het monument te wijzigen. Boringen en verkenningen op de flanken van deze wierde geven niet de indruk dat de wierde zich verder in het land uitstrekt dan het beschermde monument. Desondanks is het raadzaam een deel van het wegcunet ten westen van deze wierde te onderzoeken. In het bestek zal daarvoor tijd worden gereserveerd. Documentatie door de gemeente zelf. Reitdiepdijk De aan te leggen waterverbinding met het Reitdiep zal aanleiding zijn een deel van de westelijke Reitdiepdijk te onderzoeken en documenteren. In het bestek zal daar rekening mee worden gehouden. Onderzoek wordt door de gemeente zelf verricht. Omgang met onbekende vindplaatsen In het kader van een verkenning van het gehele gemeentelijk grondgebied is ook dit plangebied verkend middels een vlakdekkende landesaufname. Afgezien van de bekende wierden werden aan het oppervlak geen sporen of vondsten aangetroffen die kunnen wijzen op archeologische vindplaatsen. Omdat hiervoor geen budget aanwezig is, is afgezien van een intensieve boorcampagne. Noodgedwongen wordt dus gekozen voor het volgen van de graafwerkzaamheden voor de aanleg van de wegen. Indien noodzakelijk of gewenst kan in het wegcunet en/of de belendende percelen onderzoek worden verricht en sporen worden gedocumenteerd.
Overige Ten behoeve van de ontwikkeling van het havengebied is, na overleg met de mogelijk toekomstige ontwikkelaar, in het uitwerkingsgebied de doeleindenomschrijving van “jachthaven met bijbehorende voorzieningen” uitgebreid met “zeilmakerij voor jachtzeilen en scheepstuigerij”en is de oppervlakte voor aanverwante detailhandel (op het gebied van sport en maritiem) vergroot (tot maximaal 4.000 m2).
___________________________________________________________________________________________________________ Bestemmingsplan Reitdiep/Reitdiephaven, versie vaststelling 42