Nederlands
Guide to Doing Business on Bonaire
Voorwoord Graag presenteer ik namens VanEps Kunneman VanDoorne een nieuwe versie in onze serie Doing Business Guides. Deze uitgave gaat over Bonaire, het grootste van de drie zogeheten BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Ons kantoor biedt intra-insulaire en internationale diensten van het hoogste niveau in de Nederlandse Cariben. Wij geloven in die regio en hebben dan ook recent het eerste fullservice commerciële advocatenkantoor op Bonaire geopend. De drie BES-eilanden zitten momenteel middenin een complex en uitdagend veranderingsproces om in 2010 bijzondere gemeentes te worden binnen het land Nederland. Deze uitgave helpt u de veranderende wet- en regelgeving te begrijpen en wij hopen daarmee een waardevolle bijdrage te leveren aan iedereen die zaken wil doen op Bonaire. Doordat het wetgevingsproces niet geheel voorspelbaar is en doordat de onderhandelingen nog voortduren zijn de implementatiedata in deze uitgave onder voorbehoud. We raden dan ook aan rekening te houden met veranderingen. Daarom adviseren wij onze updates in de gaten te houden. De Doing Business Guides serie bestaat verder uit publicaties over de landen de Nederlandse Antillen en Aruba. Als u geïnteresseerd bent in deze uitgaven of als u updates van de serie wilt ontvangen kunt u onze website op publicaties checken (www.ekvandoorne.com/publications.php). U kunt desgewenst ook hard copies opvragen via (
[email protected]) of via dat emailadres verzoeken om updates zodra die uitkomen. Vergeet dan alstublieft niet om uw postadres kenbaar te maken. De bekende kunstenaar en fotografe Ellen Spijkstra heeft ons zeer geholpen met haar prachtige foto’s van het eiland en daarmee laten zien dat zakendoen in een bijzonder mooie en unieke omgeving kan. Wij danken Ellen Spijkstra dan ook zeer voor haar bijdrage. Ook zijn we dank verschuldigd aan PriceWaterhouseCoopers voor de onderdelen over fiscaliteit die men voor ons verzorgde. VanEps Kunneman VanDoorne, Frank Kunneman/Mark Kater Mei 2009, Bonaire
Doing Business on Bonaire
3
www.ekvandoorne.com
INHOUD 1. Bonaire, Nederland en de Nederlandse Antillen 1.1 1.2 1.3 1.4
Introductie Grondwet en governance Juridisch systeem Economie
3.7 3.8 3.9
3.6.1 De vennootschap onder firma 3.6.2 De commanditaire vennootschap 3.6.3 Oprichting van de VOF en de CV 3.6.4 Belasting van de VOF en de CV Vergunningen Omzetting, fusie en splitsing van rechtspersonen Ontbinding
4.
Intellectueel Eigendom
4.1 Merken 4.2 Auteursrecht 4.3 Patenten 4.4 Ontwerpen 4.5 Know-how/bescherming van gegevens 4.6 Vertrouwelijke informatie 4.7 Handelsnamen/bedrijfsgeheimen 4.8 Internationale verdragen en conventies
2. Investeringsincentives (stimulansen) 2.1 Fiscale incentives voor buitenlandse investeerders 2.2 Regionale fiscale incentives 3. Rechtspersonen en andere structuren
5. Arbeidsrecht 3.1 De eenmanszaak 3.2 De naamloze vennootschap 3.2.1 Oprichting 3.2.2 Registratie 3.2.3 Aandelenkapitaal 3.2.4 Aandelen 3.2.5 Bestuur 3.2.6 Vergaderingen van aandeelhouders 3.2.7 Boekjaar 3.2.8 Boekhouding en jaarrekening 3.2.9 Winst en uitkeringen 3.3 De besloten vennootschap 3.4 De stichting 3.4.1 Oprichting van de stichting 3.4.2 Activa van de stichting 3.4.3 Bestuur van de stichting 3.5 De particuliere stichting (SPF) 3.5.1 Belastingheffing op de SPF 3.5.2 Oprichting van de SPF 3.5.3 Aanvragen voor particuliere stichtingen 3.6 Deelgenootschappen
Inhoud
5.1 Werkgever/werknemer relaties 5.2 Voorkeursbehandeling 5.3 Vereisten voor indienstneming 5.4 Opleiding van werknemers 5.5 Arbeidsovereenkomsten 5.6 Proeftijd 5.7 Minimum lonen 5.8 Maximum werktijden 5.9 Vakantie 5.10 Beëindiging van arbeidsovereenkomsten 5.11 Cessantia 5.12 Veiligheidsnormen 5.13 Vakbonden
6
6
Belasting
6.1
Belasting van vennootschappen 6.1.1 Vennootschapsbelastingsysteem 6.1.2 Bruto inkomsten 6.1.3 Aftrekposten 6.1.4 Belastingberekening
www.ekvandoorne.com
6.1.5 Vereisten voor het doen van aangiften en betalingen 6.1.6 Andere belastingen 6.1.7 Belastingverdragen 6.1.7.1 Dubbele belastingverdragen 6.1.7.2 Verdragen op het gebied van uitwisseling van fiscale informatie 6.2 Belasting van personen 6.2.1 Territorialiteit en woonplaats 6.2.2 Bruto inkomen 6.2.3 Aftrekposten 6.2.4 Belastingberekening 6.2.5 Bijzondere status voor geëxpatrieerde werknemers 6.2.6 Bijzondere status voor gepensioneerden 6.2.7 Aangifte- en betalingsvereisten 6.2.8 Overige belastingen 6.2.9 Belastingverdragen 6.3 Belasting van andere entiteiten 6.3.1 Deelgenootschappen (partnerships) 6.3.2 Joint ventures 6.3.3 Filiaal 6.3.4 Belasting van stichtingen
8.1.6 Rechtshandelingen van vòòr het faillissement; verrekening; paulianeus handelen 8.1.7 Indiening vorderingen bij curator; verificatievergadering 8.1.8 Zekerheidsgerechtigden 8.1.9 Civiele procedures van en tegen de failliet 8.1.10 Vereffening 8.1.11 Preferentie van vorderingen 8.1.12 Eindfase 8.1.13 Akkoord 8.2 Surséance van betaling 8.2.1 Verzoek 8.2.2 Doel 8.2.3 Algemeen effect 8.2.4 Duur 8.2.5 Akkoord 8.3 De wet op het gebied van internationale faillissementen 8.3.1 Interregionale aspecten van faillissement binnen het Koninkrijk der Nederlanden 8.3.2 Het territorialiteitsbeginsel 8.3.4 Bevoegdheden van een buitenlandse curator in de Nederlandse Antillen
7.
Immigratievereisten
9
7.1 7.2 7.3
Europese Nederlanders Vreemdelingen 7.2.1 Verblijfsvergunning 7.2.2 Werkvergunning Visa
9.1 Eigendom, erfpacht en huurgrond 9.1.1 Eigendom 9.1.2 Erfpacht 9.1.3 Huurgrond 9.2 Verkrijging van een onroerende zaak 9.3 Levering van een onroerende zaak 9.4 Kosten gemoeid met het overdragen van een onroerende zaak en/of een recht van erfpacht op Bonaire 9.5 Bouwvoorschriften 9.6 Regelingen op het gebied van planning en ruimtelijke ontwikkeling 9.7 Nieuw ruimtelijk ontwikkelingsplan voor Bonaire 9.8 Hinder, regelingen op het gebied van natuur en milieu
8. Faillissement en surséance van betaling 8.1
Faillissement 8.1.1 Verzoek 8.1.2 Opgehouden schulden te betalen 8.1.3 De bevoegde rechter; publicatie faillissementsuitspraak 8.1.4 Mogelijke rechtsmiddelen; proceskosten 8.1.5 Algemeen effect
Inhoud
7
Vastgoed
www.ekvandoorne.com
1. Bonaire, Nederland en de Nederlandse Antillen
Transport Bonaire heeft goede luchtverbindingen met Europa, de Verenigde Staten, Zuid- en Centraal-Amerika en andere Caraïbische eilanden. Verschillende luchtvaartmaatschappijen onderhouden verbindingen, zowel voor passagiers als vracht. Bonaire heeft een internationaal vliegveld en heeft havenfaciliteiten.
1.1 Introductie Ligging en klimaat Bonaire is een van vijf eilanden die in het Caribische Gebied samen het Land “de Nederlandse Antillen” vormen. De benedenwindse eilanden Bonaire en Curaçao zijn net onder de kust van Venezuela gelegen in het zuiden van de Caraïbische Zee. De bovenwindse eilanden Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba liggen ongeveer 900 kilometer noordelijker op 200 kilometer ten oosten van Puerto Rico en vlakbij het Britse eiland Anguilla en het Franse Sint Barths. Sint Maarten heeft een Nederlands en een Frans gedeelte. Het Franse deel maakt geen deel uit van de Nederlandse Antillen.
1.2 Grondwet en governance Via de Nederlandse Antillen is Bonaire deel van het Koninkrijk der Nederlanden. De andere leden van het Koninkrijk zijn Aruba en Nederland. Afgezien van bepaalde zaken die als koninkrijksaangelegenheden worden beschouwd (zoals defensie, buitenlandse zaken en staatsburgerschap), hebben de Nederlandse Antillen volledige autonomie. De Nederlandse Antillen zijn een zogeheten geassocieerd lid van de Europese Gemeenschap. Het doel van dit lidmaatschap is om de economische en sociale ontwikkeling van de Nederlandse Antillen te bevorderen en om nauwe economische relaties tussen de Nederlandse Antillen en de Europese Gemeenschap als een geheel te onderhouden.
Bonaire ligt ongeveer 80 kilometer ten noorden van de kust van Venezuela. Het heeft een oppervlak van ongeveer 290 km2. De Bonairiaanse tijdzone loopt vier uur achter op Greenwich Mean Time (GMT).
De Nederlandse Antillen kennen een parlementaire democratie, gebaseerd op het Nederlandse model. Elke vier jaar worden vrije verkiezingen gehouden.
Bonaire heeft een tropisch zeeklimaat. De gemiddelde jaarlijkse neerslag bedraagt 560 mm. Er is een kort regenseizoen van oktober tot januari. De gemiddelde temperatuur varieert van 24 tot 32 graden Celsius door het hele jaar heen.
Gedurende de eerste Ronde Tafel Conferentie van 26 november 2005 hebben de regeringen van Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba samen met Bonaire, Curaçao, Sint Eustatius, Sint Maarten en Saba een overeenkomst gesloten over de toekomstige constitutionele status van Bonaire, Curaçao, Sint Eustatius, Sint Maarten en Saba binnen het Koninkrijk der Nederlanden. In 2006 zijn de eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba met de regering van Nederland overeengekomen dat deze eilandgebieden openbare lichamen zullen worden binnen Nederland. Als gevolg van deze overeenkomst zal Bonaire deel van Nederland worden en houdt Bonaire op deel van de Nederlandse Antillen te zijn. De ontmanteling van de Nederlandse Antillen is op dit moment gepland voor 2010. Tot op dat moment zullen de wetten van de Neder-
Talen De officiële talen van Bonaire zijn Nederlands, Engels en een unieke taal, het Papiamento geheten. Papiamento is een Creoolse taal die is gebaseerd op het Spaans en Portugees, met Duitse, Engelse en Afrikaanse invloeden. Munt De munteenheid van Bonaire is de Nederlands-Antilliaanse Gulden (ANG, plaatselijk vaak “NAF” genoemd, een afkorting van: Nederlands Antilliaanse Florijn). Na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen zal de plaatselijke munteenheid op Bonaire de Amerikaanse Dollar zijn.
1. B onaire, Nederland en de Nederlandse Antillen
10
www.ekvandoorne.com
nieuwe Burgerlijk Wetboek dat in 1980 in Nederland is geïntroduceerd. Net als in Nederland is het beginsel van redelijkheid en billijkheid een belangrijke factor in civielrechtelijke relaties tussen partijen. Contracten zijn geldig, zowel wanneer zij mondeling als wanneer zij schriftelijk zijn afgesloten. Het nieuwe Burgerlijk Wetboek biedt in belangrijke mate bescherming aan kwetsbare partijen in contractuele relaties, zoals werknemers in het arbeidsrecht en consumenten die goederen of diensten verkrijgen van professionele verkopers en/of dienstverleners.
landse Antillen volledig van kracht zijn op Bonaire. Er zijn bepaalde bijzondere wetten, zoals de Rijkswet Financieel Toezicht, die nu al in het bijzonder toepasselijk zijn voor Bonaire (en Sint Eustatius en Saba). Het idee is dat vanaf 2011, in de jaren daarna (naar alle waarschijnlijkheid tot ongeveer 2020) langzamerhand de toepasselijke (vroeger Nederlands-Antilliaanse) wetgeving op Bonaire zal worden vervangen door Nederlandse wetgeving. Als een gevolg van deze overgangsperiode zullen op Bonaire zowel Nederlands-Antilliaanse wetten als (bepaalde) Nederlandse wetten de komende jaren toepasselijk zijn.
1.4 Economie De meest belangrijke Nederlandse wetgeving die op Bonaire op korte termijn toepasselijk zal zijn is:
De economie van Bonaire is gebaseerd op toerisme en op de onroerend goed sector en daarnaast, in mindere mate, op dienstverlening, handel en industrie. Regering en bedrijfsleven hebben gezamenlijk besloten zich te concentreren op het ontwikkelen van al deze industrieën door het stimuleren van investeringen, o.a. door belastingvrijdom.
de Wet Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba; n de Wet Financiële Verhoudingen Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba; n d e Wijziging van de Kieswet in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam van Nederland; n de Invoeringswet Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba; n de Aanpassingswet Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. n
Er zijn geen bijzondere vereisten of beperkingen voor buitenlandse investeringen. In bepaalde gevallen is toestemming vereist als het gaat om onder toezicht staande instellingen, zoals banken en andere financiële dienstverleners. Het inflatiepercentage voor Bonaire bedroeg voor 2008 6,2%.
1.3 Juridisch systeem Bonaire heeft een Europees-continentaal rechtssysteem. Het belangrijkste onderdeel daarvan wordt gevormd door het Burgerlijk Wetboek. Bijna alle wetten en verordeningen zijn voor het grootste gedeelte gebaseerd op hun equivalent in Nederland. Bonaire heeft een Gerecht in Eerste Aanleg en een Hof van Justitie dat gevestigd is op Curaçao. De Hoge Raad der Nederlanden in Den Haag is het hoogste rechtscollege voor Bonaire. In het jaar 2001 is een nieuw Burgerlijk Wetboek op Bonaire geïntroduceerd. Dit wetboek lijkt sterk op het
1. B onaire, Nederland en de Nederlandse Antillen
11
www.ekvandoorne.com
2. Investeringsincentives (stimulansen)
over winsten verkregen uit verkopen in de economische zone. Winsten uit de verkoop van goederen en levering van diensten vanuit de economische zone aan de lokale markt worden echter belast volgens het normale winstbelastingtarief.
2.1 Fiscale incentives voor buitenlandse investeerders Er is een aantal fiscale incentives ingevoerd om potentiële investeerders te stimuleren nieuwe ondernemingen te starten op Bonaire. Deze incentives gelden voor zowel lokale als buitenlandse investeerders.
In een economische zone zijn de volgende soorten van diensten toegestaan:
het verrichten van onderhoud en reparatie in de economische zone aan goederen van buiten de Nederlandse Antillen hun bedrijf uitoefenende ondernemingen; n het verrichten van onderhoud en reparatie aan zich in het buitenland bevindende machines en ander materieel met in de economische zone opgeslagen goederen; n andere vormen van op het buitenland gerichte dienstverlening, daaronder begrepen het veembedrijf, en nieuwe in de internationale sfeer te plaatsen handels- en handelsondersteunende en andere dienstverlenende activiteiten die met of ten behoeve van elektronische communicatie- en informatiemogelijkheden kunnen worden verricht. n
De volgende fiscale incentives kunnen worden verkregen voor alle soorten ondernemingen:
Vervroegde afschrijving (maximaal 1/3 van de koopprijs van zakelijke activa); n Investeringstoeslag van 8% van de totale investeringen (nieuwe gebouwen, uitbreiding en renovatie 12%) per jaar gedurende twee boekjaren. De investeringstoeslag kan niet worden toegepast op bepaalde investeringen (zoals in onroerend goed). n
Indien echter de investering binnen zes jaar na het jaar van de investering wordt vervreemd (vijftien jaar voor nieuwe gebouwen, uitbreiding en renovatie), moet een desinvesteringsoptelling worden opgenomen in het belastbaar inkomen over het jaar van de desinvestering en het daarop volgende jaar.
Voor de ontwikkeling van hotels en vergelijkbare recreatieve activiteiten kan een tax holiday worden verkregen indien de investering (waarin niet begrepen een investering in grond) minimaal USD 280.000 bedraagt. Soortgelijke fiscale incentives kunnen ook verleend worden aan vennootschappen waarvan de activiteiten zich concentreren op het ontwikkelen van onbebouwde grond.
Voor nieuw opgerichte Bonairiaanse vennootschappen die een bijdrage leveren aan een verbreding van de economische basis van Bonaire is een bijzondere belastingfaciliteit mogelijk. Deze zogeheten “tax holiday” bestaat uit een vrijstelling van invoerrechten en inkomstenbelasting op dividenden, terwijl een winstbelastingtarief van ten minste 2% wordt toegepast. Onder bepaalde omstandigheden kan dit tarief oplopen tot 15%. De tax holiday wordt verleend voor een periode van vijf tot elf jaar. Tax holiday vrijstellingen kunnen worden verkregen bij een investering van USD 85.000 of meer.
Daarnaast kunnen incentives worden verleend aan scheepvaart- en luchtvaartmaatschappijen. Voor dergelijke bedrijven geldt een afwijkende en in het algemeen gunstige fiscale behandeling. Het normale winstbelastingtarief voor internationale scheepvaart- en luchtvaartactiviteiten is ongeveer 9%. Scheepvaartmaatschappijen kunnen ook opteren voor het aangeven van een vaste winst per netto ton. De vaste winst daalt van USD 1,15 per netto ton naar USD 0,35 voor elke netto ton meer dan 25.000 ton. De aldus berekende winst wordt belast tegen een tarief
Ondernemingen die handel drijven in de zogenoemde economische zone zijn vrijgesteld van douanerechten en zijn onderworpen aan een verlaagd belastingtarief van 2%
2. Investeringsincentives
12
www.ekvandoorne.com
van 34.5% (minimum belasting van USD 560 per schip) in plaats van een belasting van de reële netto inkomsten. Een besloten vennootschap kan voor de winstbelasting ook een vrijstelling verkrijgen. Om voor de vrijstelling in aanmerking te komen moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan, waaronder het kenbaar maken van de gegevens van de uiteindelijk gerechtigde en de directie, de financiële gegevens en de activiteiten (in beginsel uitsluitend belegging en financiering) van de desbetreffende vennootschap. Een Stichting Particulier Fonds of SPF is een bijzondere vorm van de “gewone” stichting. Het belangrijkste verschil is dat de doelstellingen van een gewone stichting niet mogen inhouden het doen van uitkeringen (anders dan uitkeringen van idealistische of sociale aard). Deze beperking geldt niet voor particuliere stichtingen, waarvan het doel wel mag inhouden het doen van uitkeringen aan oprichters en anderen. Een particuliere stichting mag geen zaak of onderneming drijven met het oogmerk om winst te maken. Het optreden als houdster- of beleggingsmaatschappij wordt niet aangemerkt als het drijven van een zaak. Een particuliere stichting is vrijgesteld van belasting op Bonaire en haar uitkeringen zijn vrijgesteld van schenkingsrechten, evenals inbreng van activa in de stichting door een niet-ingezetene. Schenkingsrechten in het land van de contribuant kunnen van toepassing zijn. 2.2 Regionale fiscale incentives In het algemeen komen alle eilanden van de Nederlandse Antillen in aanmerking voor de in dit hoofdstuk vermelde incentives. Het is belangrijk om te weten dat, aangezien Bonaire, St. Eustatius en Saba in de nabije toekomst niet langer deel zullen uitmaken van de Nederlandse Antillen maar als BES-eilanden deel zullen worden van Nederland, een nieuw belastingsysteem zal worden ingevoerd, mogelijkerwijze al op 1 januari 2010. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe de nieuwe regels en regelingen zullen luiden, maar men heeft al aangekondigd dat het nieuwe winstbelastingtarief aanmerkelijk lager zal zijn dan de huidige 34,5% en dat een aantal van de bestaande fiscale incentives zal worden afgebouwd.
2. Investeringsincentives
13
www.ekvandoorne.com
3. Rechtspersonen en andere structuren
3.2 De naamloze vennootschap De naamloze vennootschap is een rechtspersoon met één of meer op naam of aan toonder gestelde aandelen.
De wettelijke regelingen met betrekking tot rechtspersonen naar burgerlijk recht (zoals de stichting en de vennootschap) die gebruikt kunnen worden om zaken te doen op Bonaire staan in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van de Nederlandse Antillen (“BWNA”). De rechtspersonen die daarin expliciet worden geregeld zijn:
3.2.1 Oprichting De N.V. wordt opgericht bij notariële akte door een of meer oprichters ten overstaan van een notaris in (nu nog) de Nederlandse Antillen. In de notariële akte van oprichting worden de wetten en regelingen neergelegd waaraan de vennootschap is gebonden en die onder meer regelen hoe over de vennootschap beheer wordt gevoerd (na oprichting wordt gesproken over “statuten”). De oprichting kan snel plaatsvinden en zonder veel formaliteiten; er is een vrije keuze voor wat betreft de taal van de tekst van de akte en het kapitaal mag in iedere gewenste valuta worden uitgedrukt; er is geen goedkeuring van of controle door de overheid vereist, noch voor de oprichting zelf noch voor de inhoud van de statuten. Voor wat betreft de organisatie is er een zekere vrijheid met betrekking tot o.a. de rechten van aandeelhouders, de samenstelling van het bestuur en het kapitaal.
de stichting; de stichting particulier fonds; n de vereniging; n de coöperatie; n de onderlinge waarborgmaatschappij; n de naamloze vennootschap (“N.V.”) en n de besloten vennootschap (“B.V.”). n n
De naamloze vennootschap en de besloten vennootschap zijn, naast de eenmanszaak, de meest gangbare structuren voor het doen van zaken op Bonaire. De eenmanszaak wordt niet geregeld in boek 2 van het BWNA. 3.1 De eenmanszaak
3.2.2 Registratie Bij de eenmanszaak is er geen onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke activa. De eigenaar is persoonlijk aansprakelijk voor alle verplichtingen van de zaak. Dit brengt met zich dat alle tot de eenmanszaak behorende bezittingen en schulden, de baten en lasten van de ondernemer vormen. Een schuldeiser van de eenmanszaak kan zich direct op het privévermogen van de ondernemer verhalen, terwijl de privécrediteuren zich ook op de bezittingen van de eenmanszaak kunnen verhalen.
Na oprichting moet de vennootschap worden ingeschreven bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Nijverheid van Bonaire. In de gegevens die moeten worden overgelegd zijn begrepen het doel van de vennootschap, het bedrag van haar eventueel geplaatst aandelenkapitaal en de gegevens van haar directeur(en), eventuele commissaris(sen) en procuratiehouders. Er is geen verplichting om de identiteit van aandeelhouders kenbaar te maken.
Eenmanszaken waarvan de eigenaar buiten de Nederlandse Antillen is geboren, hebben voor het drijven van een zaak op Bonaire een vestigingsvergunning nodig. Voor een eenmanszaak is geen directievergunning vereist. Een schriftelijk verzoek om een eenmanszaak op te zetten kan worden gericht aan het Bestuurscollege van het Eilandgebied Bonaire.
3. Rechtspersonen en andere structuren
3.2.3 Aandelenkapitaal Voor een vennootschap gelden geen minimum eisen met betrekking tot het kapitaal. Echter voor financieringsinstellingen die beursgenoteerde obligaties uitgeven, beleggingsinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en banken gelden wel minimum kapitaalvereisten.
14
www.ekvandoorne.com
De nominale waarde van de aandelen kan in de statuten worden uitgedrukt in de valuta waarin ook het kapitaal is uitgedrukt. Het is echter geen wettelijk vereiste om aan aandelen een nominale waarde toe te kennen. De aandeelhouder moet ten minste de nominale waarde betalen van de aandelen die aan hem worden uitgegeven (indien deze een nominale waarde hebben) dan wel de koopprijs zoals in de statuten c.q. de akte van uitgifte is bepaald. Kapitaalstortingen boven het nominale kapitaal (indien de aandelen een nominale waarde hebben) worden aangemerkt als agio. Bonaire kent geen kapitaalbelasting. Een vennootschap op Bonaire kan aandelen in haar eigen kapitaal (op een beperkte basis) inkopen.
Wel moet ten minste een directeur (natuurlijke- of rechtspersoon) ingezetene zijn van c.q. gevestigd zijn op Bonaire. Andere directieleden kunnen elders ingeschreven zijn. Ofschoon de eis niet wordt gesteld dat een directeur de Nederlandse nationaliteit moet hebben, wegen factoren als het hebben van de Nederlandse nationaliteit, en of een directeur al dan niet op Bonaire is geboren of daar ten minste een bepaald aantal jaren ononderbroken heeft gewoond, wel mee in het proces voor het verkrijgen van de, voor directeuren vereiste, directievergunning. Onder bepaalde omstandigheden heeft een dergelijke Bonairiaanse ingezetene een directievergunning nodig onder andere in de financiële sector.
3.2.4 Aandelen
De statuten kunnen bepalen dat de taken van het bestuur worden verdeeld. Wanneer er sprake is van een algemeen bestuur en een uitvoerend bestuur, is het uitvoerend bestuur belast met het dagelijkse bestuur van de vennootschap. In het BWNA zijn een aantal nadere regelingen opgenomen met betrekking tot het toewijzen van taken aan het algemeen bestuur en het uitvoerend bestuur.
Aandelen in een naamloze vennootschap kunnen slechts op naam worden uitgegeven. Aandelen op naam kunnen worden omgezet in aandelen aan toonder mits de statuten dat mogelijk maken. Wanneer de aandelen op naam luiden kunnen daarvoor aandeelcertificaten worden uitgegeven. Voor wat betreft aandelen aan toonder is uitgifte van een aandeelbewijs verplicht.
Indien de statuten dat voorschrijven kan een naamloze vennootschap een Raad van Commissarissen (“RvC”) hebben die toezicht houdt op het bestuur en haar adviseert. Uitsluitend natuurlijke personen kunnen deel uitmaken van een RvC. De N.V. kan ook opteren voor een “onafhankelijke” RvC. Een onafhankelijke RvC kan niet door de vergadering van aandeelhouders zonder reden worden ontslagen. Opgemerkt zij echter dat wanneer sprake is van een dergelijke onafhankelijke RvC, de vereisten die gelden voor de “grote” N.V.’s voor wat betreft jaarcijfers en de controle en publicatie daarvan, ook voor die N.V. zullen gelden (zie ook 3.2.8 hierna). Tenzij de statuten anders bepalen, worden directeuren en commissarissen benoemd – en kunnen zij geschorst of ontslagen worden – door de vergadering van aandeelhouders.
Wanneer sprake is van aandelen op naam, moet de directie een register van aandeelhouders bijhouden dat ter inzage ligt voor alle aandeelhouders en, voor zover van toepassing, voor eventueel in de statuten genoemde derden. De statuten stellen de aan de aandelen verbonden rechten vast. Zo kan worden vastgesteld dat de vennootschap niet-stemgerechtigde aandelen in haar kapitaal kan uitgeven en aandelen met een beperkt stemrecht, alsook aandelen zonder – of met een beperkt – recht op dividend. 3.2.5
Bestuur
In de regel voert een directie bestaande uit een of meer directeuren, die zowel natuurlijke als rechtspersonen kunnen zijn, het bestuur over de vennootschap. De directie vertegenwoordigt de vennootschap, stelt de commerciële richtlijnen vast en heeft de leiding over de dagelijkse gang van zaken. Er zijn geen beperkingen voor wat betreft de nationaliteit van bestuurders. 3. Rechtspersonen en andere structuren
15
www.ekvandoorne.com
3.2.6 Vergaderingen van aandeelhouders
3.2.7 Boekjaar
De vergadering van aandeelhouders van een naamloze vennootschap heeft de volgende exclusieve bevoegdheden:
Het boekjaar van een Bonairiaanse vennootschap kan zijn het kalenderjaar of iedere andere twaalf-maandse periode zoals vastgesteld in de statuten. Ieder jaar, binnen acht maanden na het einde van het boekjaar, moet de directie de jaarcijfers opstellen van het afgelopen boekjaar, die moeten bestaan uit ten minste een balans en een verliesen winstrekening en een toelichting daarop. De algemene vergadering kan deze periode verlengen met ten hoogste zes maanden, op grond van “bijzondere omstandigheden”. Het BWNA bepaalt niet welke omstandigheden als zodanig beschouwd worden.
het nemen van besluiten tot wijziging van de statuten; n het benoemen, ontslaan en schorsen van directeuren; n het benoemen, ontslaan en schorsen van commissarissen; n het goedkeuren van de jaarrekening; n het uitkeren van dividenden en andere kapitaaluitkeringen; n het liquideren van de vennootschap; en n alle andere bevoegdheden die niet door de wet of de statuten aan een ander orgaan zijn toegekend. n
3.2.8 Boekhouding en jaarrekening
Jaarlijks moet een algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) worden gehouden. Het is gebruikelijk dat deze plaats vindt binnen acht maanden na het einde van het boekjaar van de vennootschap. Op deze algemene vergadering worden de jaarrekening en een rapport van de directie overgelegd ter goedkeuring door de AvA, en worden eventueel andere agendapunten behandeld die in de oproep voor de vergadering kenbaar worden gemaakt.
De jaarcijfers moeten voldoen aan algemeen aanvaardbare richtlijnen en moeten voldoende inzicht geven opdat een goedkeurende verklaring kan worden afgegeven met betrekking tot het kapitaal en de resultaten, alsook de solvabiliteit en liquiditeit van de vennootschap, voor zover de aard van de jaarrekening dit mogelijk maakt. Het BWNA bepaalt niet welke regels met betrekking tot financiële rapportages als algemeen aanvaard worden beschouwd.
Tenzij de statuten anders bepalen moeten vergaderingen van aandeelhouders op Bonaire worden gehouden. Het doen bijwonen door een schriftelijk gevolmachtigde is toegestaan. Tenzij anders bepaald in de statuten, kan een gewone meerderheid van op de vergadering aanwezige en vertegenwoordigde stemmen rechtsgeldig besluiten nemen, zonder quorumvereiste. Schriftelijke besluiten kunnen ook buiten vergadering worden genomen, mits alle stemgerechtigden hun stem hebben uitgebracht.
De algemene vergadering heeft het recht – maar niet de verplichting – om een externe deskundige te benoemen die op regelmatige basis toezicht houdt op de boekhouding en aan de algemene vergadering rapporteert aangaande de door de directie opgestelde jaarrekening. Voor de naamloze vennootschap die niet valt in de categorie van de “grote” naamloze vennootschappen, en voor de besloten vennootschap, geldt niet het vereiste van publicatie of registratie. Rechtspersonen die nu nog onder toezicht vallen van de Bank van de Nederlandse Antillen (de “Centrale Bank”), zoals kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen, beleggingsinstellingen en instellingen die beleggingen administreren (administrateurs) moeten echter wel voldoen aan specifieke vereisten op dit gebied. Het is nog niet besloten wie dat toezicht gaat voeren wanneer de BES-eilanden deel uitmaken van Nederland, maar hoogstwaarschijnlijk is dit de Nederlandse Bank.
Buitengewone algemene vergaderingen van aandeelhouders kunnen te allen tijde worden bijeengeroepen voor het behandelen van aangelegenheden die zich gedurende het jaar voordoen. Een buitengewone algemene vergadering kan in bepaalde gevallen ook worden bijeengeroepen door de directie of RvC op verzoek van aandeelhouders die gezamenlijk ten minste 10% houden van de geplaatste stemgerechtigde aandelen.
3. Rechtspersonen en andere structuren
16
www.ekvandoorne.com
indien men preferente rechten aan aandelen wil verbinden dan moet dat in de statuten worden geregeld; n er is geen apart financieel regime zoals voor de “grote” N.V.; n vergaderingen van aandeelhouders kunnen gehouden worden op verzoek van iedere individuele aandeelhouder; n er is geen mogelijkheid voor het benoemen van een onafhankelijke Raad van Commissarissen; n de B.V. kan bestuurd worden door aandeelhouders: geen onderscheid tussen aandeelhouders en directeuren als vennootschappelijke organen.
Voor N.V.’s die in boek 2 van het BWNA als “groot” worden gekwalificeerd, gelden meer specifieke en strengere vereisten met betrekking tot de zogeheten “accounting principles” en voor de samenstelling van de jaarcijfers en het publiceren daarvan, alsook de verplichting van controle van de jaarcijfers door een deskundige. Naamloze vennootschappen worden gekwalificeerd als “groot” wanneer zij voldoen aan alle hierna volgende criteria:
n
(a) de vennootschap heeft twintig werknemers of meer; en (b) de waarde van de activa per balansdatum is hoger dan USD 2,8 miljoen; en (c) de netto opbrengst gedurende het boekjaar bedraagt meer dan USD 5,6 miljoen.
Voor de B.V. is de optie gecreëerd van een vennootschap “bestuurd door aandeelhouders”. Deze vorm van de besloten vennootschap kent geen bestuur als apart orgaan. De gezamenlijke aandeelhouders of de enige aandeelhouder treden op als bestuur, wat het ondernemen van acties namens de vennootschap en het besturen van de vennootschap in het algemeen vereenvoudigt. Aangezien dus geen aparte directie wordt benoemd zijn er geen formaliteiten voor de benoeming, schorsing en ontslag van directeuren, noch is er verschil tussen vergaderingen van aandeelhouders en directievergaderingen. De aandeelhouders kunnen de wijze waarop zij de vennootschap beheren en de verdeling van de taken, overeengekomen in een aandeelhoudersovereenkomst, vaststellen. Met dit type vennootschap kan een wettelijk concept worden gecreëerd dat gelijkenis vertoont met de commanditaire vennootschap, de maatschap of de vennootschap onder firma. Bijkomend voordeel is dat in tegenstelling tot een vennootschap onder firma, de aandeelhouderbestuurde vennootschap een rechtspersoon is met de bevoegdheid om op eigen naam te handelen, rechtsvorderingen aanhangig te maken c.q. als gedaagde in rechtsprocedures op te treden. Tegelijkertijd zijn de aandeelhouders slechts aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap tot het bedrag dat (eventueel) op hun aandelen gestort moet worden.
3.2.9 Winst en uitkeringen De netto winst van een naamloze vennootschap staat ter beschikking van de aandeelhouders die een dividend kunnen vaststellen dan wel de winst kunnen reserveren. Indien de statuten dat bepalen kunnen door de vergadering van aandeelhouders – of een ander in de statuten aangewezen orgaan – ook interim dividenden worden vastgesteld uit winst van het lopende jaar. Dividenden en andere winstuitdelingen kunnen niet worden uitgekeerd indien als gevolg daarvan het eigen vermogen negatief komt te luiden. Indien de vennootschap een nominaal aandelenkapitaal heeft, wordt in zo’n geval dat kapitaal beschouwd als de limiet. 3.3 De besloten vennootschap De besloten vennootschap (“B.V.”) is een flexibele rechtsvorm. De B.V. is een vennootschap die vergelijkbaar is met de N.V. De voornaamste verschillen zijn:
de B.V. kent uitsluitend aandelen op naam; de statuten kunnen bepalen dat de aandeelhouders aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de schulden van de B.V.; n de statuten van de B.V. kunnen een andere procedure bepalen voor liquidatie van de vennootschap; n
3.4 De stichting
n
3. Rechtspersonen en andere structuren
Een stichting is een rechtspersoon met eigen activa en passiva. Het concept van de stichting heeft zich ontwikkeld vanuit de behoefte om kapitaal opzij te leggen voor 17
www.ekvandoorne.com
3.4.1 Oprichting van een stichting
een speciaal, niet-winstgevend of liefdadigheidsdoel en werd oorspronkelijk gebruikt door religieuze en bijstand organisaties. De stichting wordt nog steeds veelvuldig gebruikt ten behoeve van religieuze en liefdadigheidsorganisaties. Uitkeringen aan oprichters of diegenen die deel uitmaken van de organen van de stichting zijn niet toegestaan – behalve bij de hierna te bespreken particuliere stichtingen – terwijl de uitkeringen in de wet verder worden beperkt tot uitkeringen met een liefdadig- of sociaal doel.
Een stichting wordt opgericht bij een akte verleden ten overstaan van een notaris in (nu nog) de Nederlandse Antillen. De statuten van een stichting moeten inhouden de naam van de stichting, inclusief het woord “stichting” of een vertaling daarvan, haar doelstelling, de samenstelling van het eerste bestuur en de wijze waarop bestuursleden worden benoemd en ontslagen, de plaats van vestiging, Bonaire, en waarvoor bij liquidatie van de stichting het saldo wordt aangewend, dan wel de wijze waarop dit laatste wordt bepaald.
Het voorgaande betekent niet dat het gebruik maken van de normale stichtingsvorm beperkt is tot liefdadigheidsdoeleinden. Deze vorm kan en wordt veelvuldig gebruikt in structuren waarbij de stichting de juridische eigenaar is van activa waarvan anderen het economisch eigendomsrecht hebben. Dergelijke uitkeringen zijn toegestaan, aangezien in zo’n geval de uitkeringen niet worden gedaan uit eigen fondsen of inkomen van de stichting. Bovendien geldt de restrictie niet voor liquidatie uitkeringen: het is toegestaan om in de statuten op te nemen dat bij liquidatie alle activa uitgekeerd worden aan bijvoorbeeld de oprichter.
3.4.2 Activa van de stichting In tegenstelling tot een vennootschap, heeft de stichting niet per definitie een kapitaal, omdat zij geen aandeelhouders of aandelen kent. De oprichter van een stichting kan bij oprichting of op een later tijdstip de ingebrachte activa aan de stichting bijdragen. 3.4.3 Bestuur van een stichting Het bestuur, bestaande uit een of meer bestuursleden, bestuurt de stichting. De bevoegdheden van het bestuur worden in de statuten opgenomen. Een stichting kan ook een Raad van Commissarissen hebben die conform het daaromtrent bepaalde in de statuten toezicht houdt op het bestuur. De oprichter van een stichting en de leden van het bestuur en de Raad van Commissarissen kunnen niet meedelen in het vermogen noch de winst van een stichting.
Het belangrijkste verschil tussen een stichting en een vennootschap is dat een stichting geen leden of aandeelhouders heeft, noch een in aandelen verdeeld kapitaal. Het bestuur van een stichting, dat de zaken van de stichting beheert, is daarom niet onderworpen aan de algemene controle door aandeelhouders of leden. Het eerste bestuur wordt benoemd bij de oprichting. Daarna worden vacatures ingevuld naar het eigen oordeel van het in functie zijnde bestuur dan wel door een andere persoon of ander orgaan, speciaal aangewezen voor dat doel. De stichting kan worden opgericht voor een onbepaalde tijdsduur, voor een bepaalde tijdsduur, of voor een periode die eindigt op het moment dat zich een specifieke gebeurtenis voordoet. De stichting kan worden ontbonden door een besluit van het bestuur, tenzij de statuten anders bepalen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de oprichter de bevoegdheid heeft om de stichting te ontbinden. Ook kan een belanghebbende partij de bevoegde rechter verzoeken de stichting te ontbinden.
3. Rechtspersonen en andere structuren
3.5 De particuliere stichting (SPF) De particuliere stichting is in het leven geroepen voor doeleinden op het gebied van internationale belasting- en nalatenschapsplanning als een flexibele variant van de reeds lang bestaande “gewone” stichting, welke vergelijkbaar is met een trust. De Nederlandse benaming voor deze stichtingsvorm is “Stichting Particulier Fonds”, “SPF”.
18
www.ekvandoorne.com
in haar statutaire doelstelling op te nemen “het genereren van winst door het drijven van een zaak of onderneming voor winstdoeleinden”.
Zoals gezegd is de SPF een specifieke en flexibele vorm van een stichting. De SPF is, zoals andere stichtingen, een aparte rechtspersoon, met eigen activa en passiva. Zij kent geen aandeelhouders, leden, en dergelijke. Er hoeven geen begunstigden te worden benoemd.
De SPF is vrijgesteld van belasting indien in haar statuten expliciet de verklaring is opgenomen dat zij een SPF is. In beginsel hoort de SPF geen jaarlijks belastingaangifteformulier te ontvangen, ofschoon de Inspectie der Belastingen wel het recht heeft een aangifteformulier aan de stichting toe te zenden. Bij ontvangst van een aangifteformulier moet dat worden ingevuld en vervolgens ingediend, met de verklaring dat het hier een particuliere stichting betreft. Voor zover zich vermogensbestanddelen van de stichting op Bonaire bevinden zal de voor Bonaire toepasselijke winstbelastingregeling gelden.
Anders dan een gewone stichting, die het niet is toegestaan uit haar inkomen of activa uitkeringen te doen aan de oprichters of derden (met uitzondering van uitkeringen met idealistische of liefdadigheidsdoeleinden) heeft de SPF die mogelijkheid wel. Daarom mag het doel van een SPF gericht zijn op het doen van uitkeringen aan oprichters en anderen, zoals kinderen of kleinkinderen van de oprichter(s), zonder een liefdadig of sociaal doel te dienen. De begunstigden van deze uitkeringen kunnen – maar hoeven niet – aangewezen (te) worden in de statuten, zowel in algemene als specifieke termen. In de meeste gevallen ontbreekt een dergelijke aanwijzing in de statuten en is het aan het oordeel van het bestuur van de SPF om begunstigden aan te wijzen.
3.5.2 Oprichting van de SPF Evenals de gewone stichting wordt een SPF opgericht bij een akte verleden ten overstaan van een notaris in (nu nog) de Nederlandse Antillen. Voor wat betreft de vereisten met betrekking tot de inhoud van de statuten wordt verwezen naar 3.4.1, waar dit punt aan de orde komt voor wat betreft de gewone stichting.
Een ander groot verschil tussen een gewone stichting en een SPF is dat het doel van de SPF niet kan zijn het drijven van een zaak of onderneming voor winstdoeleinden. Het beheren van het vermogen (investeringen, kapitaal, etc), het optreden als houdstervennootschap, of het deelnemen als vennoot in een vennootschap onder firma wordt echter niet beschouwd als “het drijven van een zaak”. Het soort investeringen is vrij.
3.5.3 Aanvragen voor particuliere stichtingen De SPF heeft aangetoond aantrekkelijk te zijn voor cliënten en praktijkbeoefenaars, die deze rechtsvorm overwegen in hun algemene belasting-, nalatenschap- en/of vermogensplanning en hiervoor kiezen in plaats van een Anglo-Amerikaanse trust. Een SPF is bijvoorbeeld een ideaal vehikel voor het beschermen en bewaren van familievermogens of kunstcollecties. Voorbeelden waarbij een particuliere stichting wordt gebruikt zijn:
3.5.1 Belastingheffing op de SPF Voor wat betreft de belasting van de SPF wordt verwezen naar paragraaf 6.3.5. Met het creëren van de SPF wilden de Nederlandse Antillen een product lanceren dat zou kunnen concurreren met bepaalde producten in andere jurisdicties, zoals de Anglo-Amerikaanse trust. Het was de bedoeling dat slechts het minimum aan formaliteiten vervuld zouden moeten worden. Zo is het niet nodig om jaarrekeningen of staten van de activa op te maken.
vermogensbescherming; het houden van aandelen; n uitstel van inkomen; n minimalisering van vermogensbelasting; n bescherming van familievermogen; n minimalisering van belasting over toekomstige groei; n vastgoed planning. n n
Als eerder aangegeven, is het de SPF niet toegestaan om
3. Rechtspersonen en andere structuren
19
www.ekvandoorne.com
3.6 Deelgenootschappen
delsregister van de Kamer van Koophandel en Nijverheid van Bonaire. De identiteit van stille vennoten hoeft niet noodzakelijkerwijze kenbaar gemaakt te worden. Ook buitenlandse vennootschappen en personen kunnen optreden als stille of beherend vennoot.
De wetgeving van Bonaire kent twee vormen van deelgenootschappen: 3.6.1 De vennootschap onder firma
3.6.4 Belasting van de VOF en de CV Een vennootschap waarbij de individuele vennoten zowel gezamenlijk als hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden voortvloeiende uit het drijven van de onderneming van de vennoten wordt aangeduid als een vennootschap onder firma (“VOF”).
De VOF wordt niet aangemerkt als een aparte entiteit voor winstbelastingdoeleinden. Daarom zijn de vennoten in de VOF ieder voor zich belastingplichtig voor wat betreft hun aandeel in de winst van de VOF. Ditzelfde geldt voor de CV.
3.6.2 De commanditaire vennootschap Een uitzondering wordt gemaakt voor de CV met een in aandelen verdeeld kapitaal. In algemene termen wordt een CV aangemerkt als een vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal wanneer de vennoten de vrijheid hebben hun aandeel in het kapitaal van de vennootschap aan een derde (persoon of entiteit) over te dragen zonder voorafgaande goedkeuring van de andere vennoten. De CV met een in aandelen verdeeld kapitaal wordt aangemerkt als een aparte entiteit voor winstbelastingdoeleinden. In dat geval is de CV belastingplichtig, maar uitsluitend voor wat betreft het winstaandeel van de stille vennoten. De beherend vennoot blijft zelf belastingplichtig voor wat zijn winst betreft.
Een maatschap waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de bijzondere vennoten en de algemene of beherende vennoten wordt aangeduid als een commanditaire vennootschap (“CV”). De algemene of beherende vennoten beheren de zaken van de vennootschap en vertegenwoordigen haar in betrekkingen met derden. Zij zijn zowel gezamenlijk als hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden die voortvloeien uit de bedrijfsvoering van de vennootschap. Een bijzondere of “stille” vennoot draagt een bepaald bedrag bij aan kapitaal. Zijn aansprakelijkheid is beperkt tot het bedrag van het bijgedragen kapitaal. Het is een stille vennoot niet toegestaan om op directe wijze de zaken van de vennootschap te beheren. Wel kan hij de beherende partners als bijzonder gevolmachtigde vertegenwoordigen. Wanneer een stille partner direct betrokken is bij het beheer van de CV verliest hij de bescherming van beperkte aansprakelijkheid en wordt hij, naast de beherende partners, gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden voortvloeiende uit het drijven van de onderneming van de vennootschap.
3.7 Vergunningen Onder Bonairiaans recht moet iedere vennootschap in het bezit zijn van:
3.6.3 Oprichting van de VOF en de CV Deelgenootschappen op Bonaire worden opgericht bij notariële of onderhandse akte. Het ontbreken van een akte is echter geen rechtsgeldig argument om schulden van de vennootschap aan derden niet te voldoen. De VOF en de CV moeten worden ingeschreven in het han-
3. Rechtspersonen en andere structuren
n
n
e en vergunning voor de directeuren om in die hoedanigheid op te treden; een vergunning om een zaak of onderneming te drijven.
Deze twee vergunningen worden uitgegeven door autoriteiten van het Eilandgebied. Ofschoon de aanvraagprocedure lang kan zijn, wordt algemeen aanvaard dat, vooruitlopend op de afgifte van de vergunningen, de vennootschap haar activiteiten aanvangt.
20
www.ekvandoorne.com
betaalt de schulden. Het overblijvende saldo na betaling van de crediteuren wordt uitgekeerd aan hen die daartoe volgens de statuten gerechtigd zijn, dan wel (bij het ontbreken van een statutaire bepaling op dit punt) aan de leden c.q. aandeelhouders. Zijn de activa niet voldoende om alle schulden te betalen, dan moet de vereffenaar het faillissement van de rechtspersoon aanvragen en wordt de liquidatie omgezet in een faillissement onderworpen aan het toezicht van het Gerecht.
Voor sommige internationale of grensoverschrijdende transacties kan een specifieke of algemene deviezenvergunning zijn vereist. In andere gevallen is voor het kopen van een zaak op Bonaire door een niet-ingezetene een deviezenvrijstelling of schriftelijke melding aan (nu nog) de Centrale Bank vereist. Dergelijke vergunningen en meldingen hebben tot doel het in staat stellen van de Centrale Bank om toezicht te houden op de veranderingen in lokale valuta- en buitenlandse valuta reserves. 3.8 Omzetting, fusie en splitsing van rechtspersonen Het laatste hoofdstuk van Boek 2 BWNA behandelt de mogelijkheden van omzetting (wijziging van de rechtsvorm), fusie en splitsing van rechtspersonen. Ingeval van een fusie kan ook met een buitenlandse rechtspersoon met een vergelijkbare rechtsvorm een fusie worden aangegaan. Vermeldenswaardig is de omzetting in, respectievelijk van, een buitenlandse rechtspersoon van, respectievelijk in, een Bonairiaanse rechtspersoon (een grensoverschrijdende wijziging van rechtsvorm). Dit vervangt de verplaatsing van de statutaire zetel en geldt voor alle rechtspersonen. 3.9 Ontbinding De vrijwillige ontbinding van een rechtspersoon vangt aan met een besluit daartoe van de aandeelhouders, c.q. leden, een belanghebbende partij of het Gerecht. De vereffenaar hoeft geen ingezetene van Bonaire te zijn en kan zowel een persoon zijn als een vennootschap. Ontbreekt de benoeming van een vereffenaar, dan moet het bestuur of, bij het ontbreken daarvan, de Kamer van Koophandel en Nijverheid als vereffenaar optreden. Als de vennootschap eenmaal in liquidatie verkeert, beheert de vereffenaar de zaken van de vennootschap. De rechtspersoon blijft bestaan, maar slechts voor zover dat noodzakelijk is voor haar ontbinding en de liquidatie van haar activa. De vereffenaar zet de activa van de rechtspersoon om in geld, handelt de relatie met derden af en
3. Rechtspersonen en andere structuren
21
www.ekvandoorne.com
4. Intellectueel Eigendom
in het bijzonder voor wat betreft de aard, capaciteit of geografische oorsprong van het product.
Voor intellectueel eigendomsrecht is vooralsnog onbekend of Nederlands dan wel Antilliaans recht gaat gelden op Bonaire. Uitgangspunt is dat laatstgenoemd systeem voorlopig blijft bestaan.
4.2 Auteursrecht Het auteursrecht is het exclusieve recht van de maker van een literair-, wetenschappelijk- of kunstwerk om dit werk openbaar te maken en te verveelvoudigen; bijvoorbeeld boeken, brochures, dagbladen, tijdschriften en andere schriftelijke werken; drama en muzikale drama; choreografische werken en pantomimes vastgelegd op schrift of anderszins; muzikale werken met of zonder tekst; tekeningen, schilderijen, bouwwerken, beeldhouwwerken, lithografie, gravures en andere geïllustreerde werken; geografische kaarten; ontwerpen, tekeningen en beeldende kunstwerken op het gebied van architectuur, topografie of andere vormen van wetenschap; kunstwerken toegepast op de industrie; en in het algemeen ieder product op het gebied van literatuur, wetenschap of kunst, ongeacht in welke vorm verveelvoudiging plaats vindt.
4.1 Merken Een merkgerechtigde kan slechts een beroep doen op het exclusieve recht op het merk wanneer dat merk rechtsgeldig is ingeschreven bij het Bureau voor de Intellectuele Eigendom in de Nederlandse Antillen (“BIE”). Om ingeschreven te kunnen worden moet het merk het vermogen hebben om zich qua grafische weergave en soort waren of diensten te onderscheiden van andere ondernemingen. Het BIE mag geen bezwaar maken tegen de registratie van een merk op grond van oudere rechten. De huidige wetgeving voorziet niet in een verzetprocedure bij het BIE. Bescherming van een merkrecht geldt voor een periode van tien jaar na de datum van indiening van de aanvraag tot inschrijving. Een registratie kan worden vernieuwd voor opeenvolgende perioden van tien jaar.
Er zijn geen formaliteiten vereist om bescherming van een auteursrecht in de Nederlandse Antillen te verkrijgen: deze rechten worden verkregen simpelweg door het werk te publiceren. Voor bewijsdoeleinden kan de auteursrechthebbende het werk deponeren bij het BIE in een “I-enveloppe”. Zo’n registratie is vijf jaar geldig en kan na die periode worden verlengd. Om een aanvraag tot registratie in te dienen is een rechtsgeldig ondertekende, originele volmacht vereist. Legalisatie, al of niet door een notaris, is niet nodig. De bescherming van een auteursrecht blijft van kracht gedurende vijftig jaar na overlijden van de auteur, of, indien de auteur geen natuurlijk persoon is, vijftig jaar na de datum van de eerste publicatie.
Indien de eigenaar van een merk dat bij het BIE is ingeschreven een rechtsprocedure aanspant, kunnen aan de wederpartij de volgende sancties worden opgelegd: (i) een rechterlijk bevel, (ii) schadevergoeding, (iii) vergoeding van gederfde winsten, (iv) beslag op de inbreukmakende goederen, (v) verstrekken van informatie over leveranciers en/of klanten, (vi) doorhaling van de merkinschrijving. Daarnaast kan de rechter op verzoek van iedere belanghebbende het recht op een merk nietig verklaren (i) indien zonder rechtsgeldige redenen gedurende een onafgebroken periode van vijf jaar geen normaal gebruik is gemaakt van het merk in de Nederlandse Antillen voor de waren of diensten waarvoor het merk is geregistreerd, (ii) nadat het merk rechtsgeldig is verworven, men door toedoen of nalaten van de merkeigenaar begonnen is dit merk te gebruiken als algemene aanduiding of omschrijving van een product, of (iii) het merk vanwege het gebruik daarvan verwarring kan scheppen bij het publiek,
4. Intellectueel Eigendom
Voor handhaving van de rechten van de auteur, die daartoe een procedure aanspant voor de rechter, zijn de volgende sancties mogelijk: (i) een rechterlijk bevel, (ii) schadevergoeding, (iii) vergoeding van gederfde winsten, (iv) beslag op de inbreukmakende goederen. Inbreuk op het auteursrecht is ook een strafbaar feit. De volgende strafrechtelijke sancties kunnen worden opgelegd indien het Openbaar Ministerie de zaak bij de rechter aanhangig maakt: (i) beslag op de inbreukmakende goederen en vernietiging daarvan, (ii) een boete van maximaal USD 3,000. 22
www.ekvandoorne.com
4.3 Patenten
4.6 Vertrouwelijke informatie
Patent wordt op aanvraag verleend op een uitvinding wanneer deze (i) nieuw is (een uitvinding wordt als nieuw aangemerkt wanneer deze op de datum van de aanvraag geen deel uitmaakt van de stand van de techniek), (ii) een uitvinderswerkzaamheid inhoudt, (iii) industrieel kan worden toegepast, (iv) niet uitdrukkelijk van bescherming is uitgesloten.
Vertrouwelijke informatie op zich is niet beschermd onder de Nederlands-Antilliaanse wetgeving. Wanneer informatie door de aard daarvan vertrouwelijk is en/of waarvan is overeengekomen dat deze vertrouwelijk moet worden behandeld, wordt prijs gegeven, kan schadevergoeding worden gevorderd indien daartoe een vordering bij het Gerecht aanhangig wordt gemaakt gebaseerd op onrechtmatige daad of wanprestatie.
Een patentaanvraag moet ingediend worden bij het Nederlands Bureau voor Industriële Eigendom of bij het BIE op Curaçao. Een patent geeft bescherming in Nederland en de Nederlandse Antillen. Wanneer geen onderzoeksrapport aanwezig is (dit is een onderzoek dat betrekking heeft op de stand van de techniek) blijft het patent gedurende zes jaar van kracht; of twintig jaar wanneer wel een onderzoeksrapport aanwezig is.
4.7 Handelsnamen/bedrijfsgeheimen Er is geen aparte wet in de Nederlandse Antillen die betrekking heeft op de bescherming van handelsnamen, noch is het wettelijk vereist om een handelsnaam in te schrijven bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Nijverheid. Bescherming van een handelsnaam wordt voor een groot deel gebaseerd op wetgeving en jurisprudentie met betrekking tot onrechtmatige daad.
In een gerechtelijke procedure kunnen de volgende sancties worden gevorderd: (i) een rechterlijk verbod, (ii) schadevergoeding, (iii) vergoeding van gederfde winsten, (iv) beslag op de inbreuk-makende goederen.
Bedrijfsgeheimen op zich zijn evenmin beschermd onder een specifieke wet. Het is aan te bevelen om dit bij overeenkomst te regelen.
4.4 Ontwerpen 4.8 Internationale verdragen en conventies Een ontwerp kan niet geregistreerd worden in de Nederlandse Antillen. Ontwerpen kunnen evenwel bescherming genieten met een beroep op de wetten die betrekking hebben op octrooien, merken en auteursrechten, of onder de algemene wetgeving met betrekking tot onrechtmatige daad.
De Nederlandse Antillen zijn partij bij de volgende verdragen betreffende intellectuele eigendom: (1) het Verdrag van Parijs voor de bescherming van industriële eigendom, (2) de Berner Conventie voor de bescherming van literaire en artistieke werken, (3) de Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van waren en diensten ten behoeve van de registratie van merken, (4) het WIPO Verdrag, (5) het Verdrag van Straatsburg inzake de eenmaking van bepaalde punten van het materiële recht inzake octrooien voor uitvindingen, (6) het Verdrag van Straatsburg betreffende de internationale classificatie van octrooien, (7) het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, (8) het Europees Octrooiverdrag, (9) het Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening, (10) het Protocol van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken en (11) de TRIP’s Overeenkomst.
4.5 Know-how/bescherming van gegevens Er zijn in de Nederlandse Antillen geen specifieke wetten die handelen over de bescherming van know-how of gegevens. In bepaalde wetten zijn bepalingen opgenomen aangaande de bescherming van persoonlijke gegevens wanneer deze gebruikt worden onder bepaalde, in de wet omschreven omstandigheden (zoals de Landsverordening Overeenkomsten langs elektronische weg).
4. Intellectueel Eigendom
23
www.ekvandoorne.com
5. Arbeidsrecht
5.5 Arbeidsovereenkomsten Er zijn geen vereisten voor wat betreft de vorm van een arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst kan zowel mondeling als schriftelijk worden aangegaan. Bepaalde onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de proeftijd, moeten echter wel schriftelijk worden geregeld. De overeenkomst kan worden aangegaan voor bepaalde of onbepaalde tijd.
5.1 Werkgever/werknemer relaties De relatie tussen werkgevers en werknemers wordt op Bonaire beheerst door: 1. het Burgerlijk Wetboek van de Nederlandse Antillen (“BWNA”); 2. specifieke wetten op het gebied van het arbeidsrecht; 3. jurisprudentie; 4. individuele en/of collectieve arbeidsovereenkomsten.
5.6 Proeftijd Tijdens de proeftijd hebben zowel de werkgever als de werknemer het recht de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen zonder opgave van een reden of inachtneming van een opzegtermijn. De proeftijd mag niet langer zijn dan twee maanden. Wanneer in een arbeidsovereenkomst een bepaling is opgenomen die hiermee in strijd is, wordt de proeftijd geacht niet te zijn overeengekomen.
5.2 Voorkeursbehandeling De overheid heeft als algemeen beleid dat, wanneer er Bonairiaanse ingezetenen met een Nederlandse nationaliteit beschikbaar zijn die beschikken over de vaardigheden en kwalificaties waar de investeerder naar op zoek is, die investeerder een ingezetene in dienst moet nemen in plaats van een buitenlander.
5.7 Minimum lonen Een werknemer heeft recht op een loon dat – ten minste – gebaseerd is op het wettelijk vastgestelde minimum loontarief, dat per 1 november 2008 USD 4,00 per uur bedraagt voor werknemers van 21 jaar en ouder.
5.3 Vereisten voor indienstneming Werknemers met een buitenlandse nationaliteit moeten een werkvergunning hebben. Een werkvergunning kan worden verkregen door het indienen van een aanvraag bij de desbetreffende overheidsinstelling. De lengte van deze procedure varieert en komt in het algemeen neer op enkele maanden. Het in dienst nemen van een werknemer zonder de vereiste vergunning levert een strafbaar feit op van de werkgever, waarop hechtenis staat van maximaal drie maanden of een boete van maximaal USD 55.000.
5.8 Maximum werktijden
5.4 Opleiding van werknemers
Het maximum aantal werkuren voor werknemers is wettelijk vastgelegd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen werknemers die schemawerk verrichten en werknemers die niet aan een schema gebonden zijn. Werknemers die schemawerk verrichten doen dat volgens een bepaald schema (ook) buiten de normale kantoortijden (anders dan wegens overwerk).
Er zijn geen algemene regels of regelingen die de werkgever verplichten om werknemers op te leiden. Een dergelijke verplichting kan echter, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, wel ontstaan op grond van het beginsel van goed werkgeverschap. Nalaten hieraan gevolg te geven kan invloed hebben op een eventuele ontslagvergoeding.
Voor werknemers die geen schemawerk verrichten bedraagt de maximum werktijd, berekend over een periode van vier weken, veertig uur per week, mits de werknemer niet langer werkt dan tien uur per dag. Een werkperiode van langer dan zes uur op een dag, moet na ten hoogste vijf uur worden onderbroken met een pauze van ten minste een half uur.
5. Arbeidsrecht
26
www.ekvandoorne.com
Voor werknemers die schemawerk verrichten bedraagt de maximum werktijd, berekend over een periode van vier weken, vijfenveertig uur per week, mits de werknemer niet langer werkt dan tien uur per dag. Een werknemer heeft recht op overwerkvergoeding wanneer hij/zij tijdens zijn/haar pauze doorwerkt of wanneer hij/zij langer werkt dan het maximum aantal werkuren per dag. De werkgever en de werknemer kunnen schriftelijk overeenkomen dat, in plaats van uitbetaling van een overwerkvergoeding, het overwerk geheel of gedeeltelijk wordt gecompenseerd met “time-back” (vrije dagen).
n
n
n
n
b ij een arbeidsrelatie van minder dan vijf jaar bedraagt de opzegtermijn een maand; bij een arbeidsrelatie van meer dan vijf jaar, maar minder dan tien jaar bedraagt de opzegtermijn twee maanden; bij een arbeidsrelatie van meer dan 10 jaar, maar minder dan vijftien jaar bedraagt de opzegtermijn drie maanden; bij een arbeidsrelatie van meer dan vijftien jaar bedraagt de opzegtermijn vier maanden.
Zonder toestemming van de Directeur kan de arbeidsovereenkomst slechts worden beëindigd met goedvinden van de werknemer of op grond van een beslissing van het Gerecht dat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden om gewichtige redenen, die geacht worden aanwezig te zijn wanneer:
5.9 Vakantie Het minimum aantal vakantiedagen waar een werknemer recht op heeft, is vastgelegd voor alle werknemers. Iedere werknemer heeft recht op een aantal vakantiedagen per jaar gelijk aan ten minste drie keer het overeengekomen aantal werkdagen per week, met dien verstande dat een werknemer die zes dagen per week werkt recht heeft op ten minste vijftien vakantiedagen per jaar.
de omstandigheden van dien aard zijn dat deze een “dringende reden” zouden opleveren, waardoor een ontslag op staande voet gerechtvaardigd zou zijn; of n de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat de arbeidsovereenkomst onmiddellijk of op korte termijn moet worden beëindigd. n
5.10 Beëindiging van arbeidsovereenkomsten Bij het ontslaan van personeel moeten de regels en regelingen neergelegd in het BWNA en in de Landsverordening beëindiging arbeidsovereenkomsten in acht worden genomen. Wanneer de arbeidsovereenkomst eenmaal rechtsgeldig is beëindigd, zijn er geen verdere verplichtingen meer voor de werkgever, tenzij tussen partijen anders is overeengekomen dan wel door het Gerecht anders is bepaald.
Bij een dergelijke beëindiging wordt in de meeste gevallen een ontslagvergoeding aan de werknemer toegekend. 5.11 Cessantia De werknemer wiens arbeidsovereenkomst is beëindigd buiten zijn schuld danwel om redenen die niet aan de werknemer kunnen worden toegeschreven, heeft recht op een eenmalige geldelijke vergoeding, de zogeheten “cessantia”. De cessantia-uitkering wordt berekend op basis van het aantal dienstjaren. De werknemer moet zijn/ haar cessantia van de werkgever vorderen binnen een jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Om een arbeidsovereenkomst door opzegging te beëindigen heeft de werkgever voorafgaande toestemming nodig van de (afgevaardigde van de) Directeur Arbeidszaken op Bonaire (de “Directeur”). Zonder die toestemming wordt de beëindiging als nietig beschouwd. Opzegtermijn De opzegtermijn die in acht moet worden genomen is gerelateerd aan het aantal dienstjaren van de werknemer ten tijde van de beëindiging en is voor de werkgever verplicht.
5. Arbeidsrecht
27
www.ekvandoorne.com
5.12 Veiligheidsnormen De werkgever is verplicht om al het nodige te doen teneinde de veiligheid van zijn werknemers te waarborgen. 5.13 Vakbonden Werknemers hebben het recht zich bij een vakbond aan te sluiten. Bij onderhandelingen over een collectieve arbeidsovereenkomst (“CAO”) is de werkgever verplicht een vakbond te erkennen indien uit de uitslag van een referendum, georganiseerd door de landsbemiddelaar (een overheidsinstantie), is gebleken dat de meerderheid van de werknemers van de betreffende werkgever wil dat de vakbond hen in hun arbeidsaangelegenheden vertegenwoordigt. Er geldt geen minimum vereiste voor wat betreft het aantal werknemers wanneer om een CAO wordt verzocht. Vandaar dat vakbonden nogal vaak daarbij betrokken (moeten) worden. In geval van arbeidsonrust (stakingen) waarbij vijfentwintig of meer werknemers zijn betrokken, moet eveneens de landsbemiddelaar worden ingeschakeld. Als het aantal betrokken werknemers minder dan vijfentwintig bedraagt, kan (slechts) op verzoek van partijen de landsbemiddelaar worden ingeschakeld.
5. Arbeidsrecht
28
www.ekvandoorne.com
6. Belasting
Dividenden van Nederlandse vennootschappen zijn vrijgesteld van belasting mits de Bonairiaanse vennootschap ten minste 25% houdt van de aandelen van de Nederlandse vennootschap. In dat geval wordt de Nederlandse dividendbelasting verminderd tot 8,3% (versus het normale tarief van 25%). Ingeval het belang van de Bonairiaanse vennootschap minder is 25%, zal in Nederland een belastingtarief gelden van 15%.
Tenzij anders aangegeven handelt paragraaf 6.1 uitsluitend over lokale vennootschappen en heeft paragraaf 6.2 uitsluitend betrekking op ingezetenen (natuurlijke personen). Het is belangrijk om te weten dat op de BES-eilanden een nieuw belastingsysteem zal worden ingevoerd, mogelijkerwijze al in januari 2010. Het is op dit moment nog niet duidelijk hoe de nieuwe regels en regelingen zullen luiden. 6.1 Belasting van vennootschappen
Territorialiteit Lokale vennootschappen worden belast op hun wereldinkomen. Buitenlandse vennootschappen worden belast op de navolgende, op Bonaire gegenereerde, inkomsten:
6.1.1 Vennootschapsbelastingsysteem
n
n n
Voor belastingdoeleinden worden vennootschappen verdeeld in categorieën van lokale vennootschappen en buitenlandse vennootschappen. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen buitenlands en lokaal aandeelhouderschap. Een vennootschap wordt aangemerkt als lokaal wanneer zij op Bonaire is opgericht (een N.V.) of wanneer het beheer en de controle overwegend plaats vinden op Bonaire.
6.1.2 Bruto inkomsten Boekhoudkundige periode Het belastingjaar beslaat een periode van twaalf maanden die eindigt op 31 december. Het belastingjaar loopt samen met de boekhoudkundige periode van de vennootschap.
Vennootschappen en aandeelhouders Dividenden ontvangen door een lokale vennootschap van een andere lokale vennootschap zijn niet belastbaar. Er is geen belasting verschuldigd over dividenden betaald aan buiten de Nederlandse Antillen wonende aandeelhouders.
Methoden van boekhouding Belastingaangiften worden samengesteld op basis van periodetoerekening. Bedrijfswinsten Vennootschappen worden belast voor hun winst zoals weergegeven in de verlies- en winst rekening, verminderd met aftrekbare posten.
Belastbaar inkomen Met uitzondering van dividenden zijn alle bronnen van inkomsten onderworpen aan de normale belastingtarieven op winsten van een vennootschap. Zoals hiervoor vermeld, worden dividenden van andere lokale vennootschappen niet belast. Dividenden van buitenlandse deelnemingen worden belast tot 5% van het dividendbedrag, tegen het normale belastingtarief. Onder de NederlandsAntilliaanse (en dus ook Bonairiaanse) belastingwetgeving wordt een aandeelhouderschap aangemerkt als een deelneming, wanneer de deelneming 5% of meer vertegenwoordigt van het gestort kapitaal van de vennootschap waarin wordt deelgenomen. 6. Belastingen
inkomsten toe te schrijven aan een vaste inrichting; inkomsten uit onroerend goed gesitueerd op Bonaire; rente op leningen zeker gesteld door hypotheek op te Bonaire gelegen onroerend goed.
“Intercompany” transacties Intercompany transacties (transacties tussen gelieerde vennootschappen) moeten worden verricht “at arm’s length” (d.w.z. onder zakelijke voorwaarden) voor zover zij niet in specifieke fiscale rulings worden genoemd. Waardebepaling voorraden LIFO, FIFO, gemiddelde kosten en werkelijke kosten zijn alle aanvaardbare methodes voor de waardebepaling 30
www.ekvandoorne.com
De Inspecteur van Belastingen behoudt evenwel het recht om een “arm’s length” waarde te verbinden aan intercompany vergoedingen. Er geldt geen verbod voor betalingen aan buitenlandse gelieerde vennootschappen, noch gelden er beperkingen voor wat betreft vermogensuitgaven.
van voorraden. Reserveringen voor verouderde en beschadigde goederen zijn fiscaal aftrekbaar, mits zij gebaseerd zijn op reële ervaringscijfers. Vermogenswinsten Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen vermogenswinsten en bedrijfsinkomsten. Vermogenswinsten worden dan ook belast volgens het normale tarief.
Afschrijvingen De afschrijving van materiële vaste activa wordt, met uitzondering van grond, berekend over de geschatte levensduur van het actief. De grondslag voor de afschrijving wordt gevormd door o.a. de koopprijs, douanerechten, verschepingskosten en installeringskosten, minus een eventuele restwaarde. De lineaire methode is de meest gebruikelijke, terwijl de degressieve methode eveneens is toegestaan. Daarnaast kan vervroegde afschrijving van een derde deel van de aanschaffings- of voortbrengingskosten worden gehanteerd. Het resterende deel van de kostprijs (tweederde deel) wordt afgeschreven volgens de normale methode. De economische levensduur van de verschillende soorten materiële vaste activa wordt in de wet niet gespecificeerd.
Rente Rente wordt aangemerkt als gewone opbrengsten. Dividenden Ongeclaimde dividenden van dochtermaatschappijen worden niet belast. Dividenden op aandelen (stock dividend en dividenden in natura (in kind dividends)) worden aangemerkt als normaal inkomen uit dividend. Royalties en vergoedingen uit dienstverlening. Zowel royalties als vergoedingen uit dienstverlening worden aangemerkt als gewone inkomsten. Koerswinsten en -verliezen Koerswinsten en -verliezen worden aangemerkt als gewone inkomsten, respectievelijk kosten.
Er zijn geen “recapture” regels (herovering van afschrijvingen) op het gebied van de verkoop van afgeschreven activa, omdat vermogenswinsten worden beschouwd als gewone inkomsten.
Van belasting vrijgestelde inkomsten Dividenden afkomstig van buitenlandse deelnemingen en inkomsten uit buitenlandse filialen zijn tot 95% vrijgesteld van belasting. Inkomsten uit onroerend goed dat zich bevindt buiten de Nederlandse Antillen worden in het algemeen beschouwd als inkomsten uit een buitenlands filiaal en zijn daarom tot 95% vrijgesteld van belasting. Inkomsten uit filialen in Nederland en Aruba zijn ook vrijgesteld van belasting. Alle andere bronnen van inkomsten zijn belastbaar tegen de normale tarieven.
De kosten van bepaalde immateriële vaste activa zoals patenten, merkrechten en auteursrechten, kunnen worden verspreid over hun verwachte levensduur. De kosten van goodwill en andere immateriële vaste activa die de meerwaarde vormen tussen de koopprijs en de oorspronkelijke kostprijs, worden verspreid over drie tot vijf jaar. Investeringaftrek Zie hoofdstuk 2 Investeringsincentives. Vervangingsreserve Winsten uit de verkoop van vaste activa kunnen worden opgenomen als belastingvrije reserves, mits het de bedoeling is van de vennootschap om binnen vier jaar vergelijkbare activa aan te schaffen. Bij de aanschaf van het vervangend actief wordt de grondslag voor de afschrijving daarvan verminderd met de gevormde reserve.
6.1.3 Aftrekposten Bedrijfskosten Onder de Bonairiaanse belastingwetgeving is het geoorloofd alle bedrijfskosten af te trekken, inclusief intercompany kosten, mits de kosten zijn gemaakt binnen de grenzen van “goed koopmansgebruik”. 6. Belastingen
31
www.ekvandoorne.com
Niet belastbare posten Betalingen aan directeuren en commissarissen van de vennootschap die gerelateerd zijn aan de winst en donaties aan liefdadigheidsinstellingen van minder dan 1% van de netto inkomsten zijn niet aftrekbaar. Evenmin aftrekbaar zijn herwaarderingsreserves die rechtstreeks ten laste van het vermogen zijn gebracht.
Rente Rente betaald aan derden is aftrekbaar. Omdat evenwel de belastingwetgeving de Inspecteur der Belastingen de bevoegdheid geeft om een “arm’s length” tarief vast te stellen van rente betaald aan gelieerde partijen, is het aan te bevelen om vooraf belasting rulings te verkrijgen. Rente op preferente aandelen is niet aftrekbaar. Over rentebaten wordt geen belasting ingehouden.
Verliezen Verliezen mogen gedurende tien jaar worden gecompenseerd. Voor vennootschappen met een tax holiday mogen de verliezen van de eerste vier jaar, de zogenaamde aanloopverliezen, onbeperkt worden gecompenseerd (voor scheepvaart- en vliegmaatschappijen is dat de eerste zes jaar). Achterwaartse verliesverrekeningen zijn niet toegestaan. Verrekening van verliezen met toekomstige winsten is niet toegestaan indien de activiteiten van de vennootschap (nagenoeg) volledig zijn gestaakt, tenzij de toekomstige winsten ten gunste komen van met name diegenen die direct of indirect tot die winsten gerechtigd waren toen de activiteiten werden gestaakt.
Royalties en vergoedingen voor diensten Er zijn geen grenzen voor wat betreft de aftrekbaarheid. De Inspecteur heeft echter wel de bevoegdheid om een “arm’s length” tarief vast te stellen wanneer afgetrokken kosten gezien worden als zijnde buiten de grenzen van goed koopmansgebruik. Vergoedingen aan werknemers Er zijn geen grenzen voor wat betreft betalingen aan buitenlandse werknemers. Echter, in geval de werknemer aandeelhouder is, kan het “arm’s length” beginsel worden toegepast.
6.1.4 Belastingberekening
Verzekeringspremies Er zijn geen grenzen voor wat betreft betalingen aan buitenlandse gelieerde vennootschappen of captiva verzekeringsmaatschappijen , mits zulke betalingen plaatsvinden “at arm’s length”.
Netto inkomsten In het algemeen bestaan de netto inkomsten uit alle voordelen, winsten en inkomsten van een vennootschap na aftrek van alle kosten en verliezen.
Intercompany vergoedingen Intercompany vergoedingen moeten voldoen aan het “arm’s length” principe. In het algemeen zal de Inspecteur intercompany vergoedingen niet betwisten zolang deze volgens goed koopmansgebruik redelijk zijn. Wanneer dergelijke kosten naar verwachting aanzienlijk zullen zijn, moet men overwegen vooraf een belasting ruling aan te vragen.
Belastingtarief Het tarief van de vennootschapsbelasting bedraagt 30%. Daarnaast wordt een eilandelijke toeslag van 15% geheven, waarmee men uitkomt op een totaal belastingtarief van 34,5%. Nadat Bonaire zich van de Nederlandse Antillen heeft afgescheiden om deel te worden van Nederland, zal het belastingtarief waarschijnlijk aanzienlijk worden verlaagd, maar tot welk tarief en wanneer dat zal gebeuren, is nog onzeker.
Liefdadigheidsdonaties Donaties aan liefdadigheidsinstellingen die op Bonaire en de andere eilandgebieden (landen) van het Koninkrijk der Nederlanden als zodanig worden gekwalificeerd, zijn aftrekbaar voor zover de donaties 1% van de netto inkomsten na verliesverrekening en USD 55 overschrijden. De maximum aftrek bedraagt 3% van de netto inkomsten. 6. Belastingen
Belastingkredieten Belastingkredieten worden niet verstrekt. Consolidatie Een fiscale eenheid is mogelijk voor lokale vennootschappen. 32
www.ekvandoorne.com
6.1.6 Andere belastingen
Consolidatie is mogelijk wanneer ten minste 99% van de aandelen van de dochtervennootschap worden gehouden door de houdstervennootschap en wanneer voor iedere vennootschap die deel uitmaakt van de fiscale eenheid hetzelfde boekjaar en dezelfde belastingregelingen gelden.
Sociale zekerheid Het aandeel van de werkgever in de sociale zekerheidsbelasting, bekend als AOV/AWW (voor ouderdomspensioen, weduwen en wezen), is gesteld op 7,5% over de eerste USD 43.000 van het bruto salaris van de werknemer. Het aandeel van de werknemer is 6,5% over de eerste USD 43.000 van het bruto salaris. Bedraagt het bruto salaris meer, dan is over het meerdere geen AOV/ AWW premie verschuldigd.
6.1.5 Vereisten voor het doen van aangiften en betalingen Belastingaangiften Aan alle vennootschappen die op Bonaire zijn opgericht of daar hun onderneming drijven wordt een identificatienummer toegekend en zij zijn verplicht jaarlijks een aangifte winstbelasting in te dienen, gebaseerd op een zelfbeoordelings- (self-assessment)systeem. Iedere vennootschap moet daarom het volgens de aangifte verschuldigde bedrag betalen bij het doen van de aangifte. Voorlopige aangiften moeten worden ingediend binnen drie maanden na het einde van het belastingjaar. Het op de voorlopige aangifte aangegeven en betaalde bedrag moet gelijk zijn aan het bedrag op de definitieve aangifte van het jaar daarvoor. Op verzoek kan een lager bedrag worden aangegeven. De vennootschap moet in dat geval summierlijk de reden voor het lagere bedrag toelichten.
De zogeheten AVBZ is een nationale sociale verzekering voor medische behandeling. De premie die in rekening wordt gebracht om de benodigde fondsen te creëren, bedraagt over het algemeen 2% van het belastbaar inkomen, met een maximum van USD 4.250. De werkgeversbijdrage is 0,5% en die van de werknemer 1,5%. Onroerendgoedbelasting Onroerendgoedbelasting wordt jaarlijks geheven en bedraagt 0,3% van de waarde van het onroerend goed. Bij de overdracht van onroerend goed wordt overdrachtsbelasting geheven van 4% van de koopprijs. Vermogensbelasting Er geldt geen vermogensbelasting over de netto waarde van de vennootschap.
Aanslagen Vanwege het zelfbeoordelingssysteem zal de Inspecteur slechts een aanslag opleggen wanneer de vennootschap niet tijdig de aangifte heeft ingediend dan wel het aangegeven belastingbedrag niet tijdig heeft betaald, of wanneer de Inspecteur op grond van andere informatie tot de conclusie komt dat het aangegeven bedrag onjuist is.
Accijnzen Over benzine, sigaretten, alcoholische dranken, bier en wijn, alsook bepaalde lokaal gefabriceerde producten, wordt accijns geheven.
Betaling en incasso Aanslagen opgelegd door de Inspecteur moeten binnen een maand na de datum van oplegging rechtstreeks aan de Ontvanger van Belastingen (“ontvanger”) worden betaald. Ingeval de aanslag wordt betwist, kan uitstel van betaling van het betwiste bedrag worden verzocht.
Douanerechten De van toepassing zijnde invoerrechten worden geheven over de CIF waarde. Een algemene opsomming van de soort goederen waarover invoerrechten wordt geheven volgt hierna. Opgemerkt zij echter dat de percentages periodiek worden aangepast. n basisproducten (0%) – voedingsmiddelen die niet specifiek verboden zijn of onderhevig aan heffingen, zoals verse kip, volle melk, kaas en toeristische artikelen waaronder sieraden, parfum, chocolade, audio-video
Roerende voorheffing (withholding tax) Betalingen verricht door de vennootschap uit hoofde van dividend, rente en royalties zijn niet onderworpen aan voorheffing. 6. Belastingen
33
www.ekvandoorne.com
n
n n
gevestigde (rechts)persoon in de aangesloten landen voor verlaagde tarieven in aanmerking komen. Nederlandse dividendbelasting wordt verlaagd van 25 tot 15% wanneer de vennootschap op Bonaire minder dan 25% houdt van de aandelen van de Nederlandse vennootschap. Op Bonaire wordt slechts 5% van deze dividenden belast tegen een tarief van 34,5%, hetgeen uitkomt op een effectief tarief van 1,725%.
apparatuur, camera’s, computers en -accessoires; algemene goederen (5,5-13%) – boten en bootapparatuur, kleding, papier en staal, speelgoed; luxe goederen (17-27%) – air conditioners, magnetrons; transportmiddelen (27%) – motorvoertuigen en motorfietsen.
BTW BTW wordt geheven over het volgende: n levering van zaken en n diensten verleend “binnen het territoir” door lokale of buitenlandse ondernemers binnen het kader van hun bedrijfsvoering.
In gevallen waar het belang van de Bonairiaanse vennootschap 25% of meer bedraagt, kan de Nederlandse dividendbelasting verminderd worden tot 8,3%. Deze dividenden zijn op Bonaire volledig vrijgesteld van belasting. Vermogenswinsten voortkomende uit deelnemingen in Nederlandse vennootschappen zijn op Bonaire volledig vrijgesteld van belasting, mits de deelneming ten minste 25% bedraagt. Indien de deelneming minder dan 25% bedraagt, is de vermogenswinst voor 95% vrijgesteld van belasting.
Het BTW-tarief bedraagt 5%. Overige belastingen Bepaalde belastingen, zoals zegel- en registratiebelasting, hebben primair betrekking op oprichting en administratie en zijn minimaal, behalve bij het vestigen van hypotheek op onroerend goed dat zich bevindt op Bonaire. In dat geval is de zegelbelasting gebaseerd op het maximale verzekerde bedrag, en geldt een tarief van 0,2%.
Noorwegen Een belastingverdrag met Noorwegen dat de voorheffing op dividenden, betaald door een Noorse vennootschap aan een Bonairiaanse vennootschap, verlaagt, is door beide landen in juni 1991 geratificeerd. De dividendbelasting van 25% wordt verlaagd tot 15% wanneer de Bonairiaanse vennootschap een deelneming heeft in de Noorse vennootschap van minder dan 25%, en tot 5% wanneer de deelneming 25% of meer bedraagt. Over het algemeen komen noch vennootschappen die geen zakelijk doel hebben op Bonaire, noch offshore vennootschappen in aanmerking voor de voordelen van dit verdrag.
6.1.7 Belastingverdragen De Nederlandse Antillen hebben verdragen afgesloten op het gebied van dubbele belasting en het uitwisselen van belastinginformatie. Naar verwachting blijven de verdragen waarbij de Nederlandse Antillen zijn aangesloten van toepassing voor Bonaire ook wanneer dit eiland niet langer deel uitmaakt van de Nederlandse Antillen. Voorlopig zullen de Nederlandse belastingverdragen niet van toepassing zijn voor Bonaire. 6.1.7.1 Dubbele belasting verdragen
6.1.7.2 Verdragen op het gebied van uitwisseling van fiscale informatie
De belastingregeling voor het Koninkrijk der Nederlanden (BRK) Als deel van het Koninkrijk der Nederlanden is Bonaire partij bij een nationale belastingovereenkomst met Nederland en Aruba. Onder dit verdrag kunnen dividenden, rente en royalties, uitgekeerd aan een op Bonaire
De Nederlandse Antillen hebben informatie-uitwisselingsverdragen afgesloten met de volgende landen: n de Verenigde Staten van Amerika; n Australië; n Nieuw Zeeland en n Spanje.
6. Belastingen
34
www.ekvandoorne.com
consolidatiebasis voornamelijk bestaan uit het verstrekken van leningen, belegging en soortgelijke activiteiten. Lokale belastingbetalers zijn verplicht in hun jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting de reële marktwaarde van zo’n vrijgestelde vennootschap of buitenlandse beleggingsmaatschappij op te nemen. Een bedrag gelijk aan 4% van de reële marktwaarde van de aandelen, lidmaatschapsrechten of belang aan het begin van het jaar wordt ieder jaar aangemerkt als belastbaar inkomen. In geval het werkelijke inkomen het veronderstelde inkomen overtreft, hoeft dit werkelijke inkomen niet in het belastbaar inkomen te worden begrepen. De regeling met betrekking tot verondersteld inkomen geldt ook voor de waarde van vorderingen op, winstdeel certificaten van, en rechten in een vrijgestelde vennootschap of buitenlandse beleggingsvennootschap.
De eerste drie zijn van kracht; de laatste behoeft nog de definitieve goedkeuring van beide landen. 6.2 Belasting van personen 6.2.1 Territorialiteit en woonplaats Voor belastingdoeleinden wordt de woonplaats van iemand bepaald aan de hand van zijn/haar specifieke omstandigheden. Die omstandigheden worden o.a. gevormd door zijn/haar permanente woonhuis, gewoon verblijf en centrum van economische en sociale belangen. Ingezetenen worden belast over het wereldwijd inkomen, terwijl niet-ingezetenen slechts belast worden over inkomen verkregen op Bonaire. Personen worden belast vanaf de datum van hun aankomst.
Divdenden Ontvangen dividenden worden begrepen in het persoonlijke belastbaar inkomen. Voor dividend uit, of vermogenswinst op de verkoop van een “aanmerkelijk aandeelbelang” geldt een bijzonder – gereduceerd – belastingtarief van 19,5%.
6.2.2 Bruto inkomen In het bruto inkomen van ingezetenen worden mede begrepen voordelen, winsten en inkomsten uit de navolgende bronnen:
n n n n n
Buitenlandse aandeelhouders zijn slechts onderworpen aan dividendbelasting wanneer zij een aanmerkelijk belang hebben in een Bonairiaanse vennootschap en gedurende de laatste tien jaar ingezetene zijn geweest van Bonaire. Een aanmerkelijk belang wordt gedefinieerd als zijnde een deelneming van 5% of meer, in handen van de belastingbetaler en diens echtgenoot gezamenlijk. In dat geval geldt hetzelfde belastingtarief als voor lokale aandeelhouders.
bedrijf of beroep; dienstbetrekking; opbrengsten uit onroerend goed; netto inkomsten uit kapitaal; bepaalde periodieke ontvangsten.
Vermogenswinsten Ingezetenen worden niet belast over vermogenswinsten tenzij deze voortvloeien uit een bedrijfsactiviteit, of wanneer de aandeelhouder op enig moment gedurende de vijf jaren voorafgaand aan de verkoop 5% of meer bezat van de aandelen van de vennootschap. Liquidatiedividenden zijn belastbaar voor zover zij het bedrag aan gestort kapitaal overtreffen.
Andere inkomsten Eigen gebruik van een woning op Bonaire is vrijgesteld van belasting. Wanneer de eigenaar de woning verhuurt, wordt belasting geheven tegen een tarief van 65% van de huurinkomsten. Voor onderhoudskosten is echter geen aftrek toegestaan.
Verondersteld inkomen Voor persoonlijke belastingdoeleinden kan een lokale belastingbetaler worden belast over zijn/haar jaarlijks inkomen uit kapitaal wanneer hij/zij aandelen houdt in een Nederlands-Antilliaanse vrijgestelde vennootschap, dan wel aandelen, lidmaatschapsrechten of een belang in een buitenlandse vennootschap waarvan de activiteiten op 6. Belastingen
6.2.3 Aftrekposten Zakelijk Normale zakelijke uitgaven, zoals reis- en verblijfkosten, die niet door de werkgever worden vergoed, zijn aftrek35
www.ekvandoorne.com
baar. Geen aftrek is toegestaan voor niet door de werkgever vergoede uitgaven, zoals maaltijden en entertainment.
6.2.5 Bijzondere status voor geëxpatrieerde werknemers
Niet zakelijk Over het algemeen zijn rentekosten, waaronder hypotheekrente op onroerend goed gelegen op Bonaire, aftrekbaar. De aftrek is evenwel beperkt tot gerelateerd inkomen. Aftrek van rente bij een woning in eigen gebruik is beperkt tot USD 18.250. Donaties aan legitieme liefdadigheidsinstellingen zijn aftrekbaar voor zover zij 1% van het inkomen overtreffen. De maximum aftrek bedraagt 3% van het belastbaar inkomen. Kosten verband houdende met medische behandeling zijn aftrekbaar voor zover zij 5% van het inkomen overtreffen. Verplichte bijdragen aan pensioenfondsen, waaronder begrepen door de overheid in het leven geroepen pensioenplannen (zoals de sociale verzekering), zijn volledig aftrekbaar.
Hoog gekwalificeerde geëxpatrieerde werknemers, die uitsluitend werkzaam zijn in de internationale financiële sector, olie-industrie, luchtvaartsector, toerisme, telecommunicatie of opleidingsuniversiteiten en middelbare scholen die zich richten op buitenlandse studenten kunnen in aanmerking komen voor een bijzondere “expatriate” belastingstatus, die de geëxpatrieerde werknemer recht geeft op een aantal voordelen, bijvoorbeeld:
Persoonlijke toeslagen Per kind wordt een toeslag op de belastingkorting verleend van tussen USD 65 en USD 650, afhankelijk van de leeftijd van het kind en andere omstandigheden zoals het niveau van het genoten onderwijs. Let wel, dit is een aftrek op te betalen belasting, niet een aftrek op inkomsten. Andere persoonlijke belastingkortingtoeslagen zijn: een basistoeslag voor iedere belastingbetaler (USD 950), een additionele toeslag voor de gehuwde belastingbetaler met een niet-werkende echtgenoot (USD 600) en een toeslag op de korting voor belastingbetalers in de leeftijd van 60 jaar en ouder (USD 460).
1. loon in natura tot USD 8.500 kan buiten het be- lastbaar inkomen worden gehouden; 2. verhuiskosten vanuit het buitenland gelijk aan twee maanden salaris tot een maximum van USD 6.750 kunnen buiten het belastbaar inkomen worden gehouden; 3. verhuiskosten naar het buitenland gelijk aan twee maanden salaris tot een maximum van USD 6.750 kunnen in het jaar waarin de werknemer uit Bonaire vertrekt buiten het belastbaar inkomen worden gehouden; 4. college- of lesgeld tot USD 14.000 voor kinderen die onderwijs volgen op de International School is niet belastbaar; 5. door de werkgever betaalde hotelkosten, exclusief maaltijden, gedurende de eerste twee maanden verblijf van de expatriate worden niet als loon aangemerkt en zijn dus niet belastbaar.
6.2.4 Belastingberekening
6.2.6 Bijzondere status voor gepensioneerden
Tarieven persoonlijke inkomstenbelasting (2009)
In 1989 werd een nieuwe belastingstatus ingevoerd voor bepaalde personen (primair gepensioneerden) die zich op Bonaire vestigen. Om hiervoor in aanmerking te komen moet de betrokkene: n gedurende een periode van vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag voor de bijzondere belastingstatus buiten de Nederlandse Antillen hebben gewoond; n een permanente verblijfsvergunning verkrijgen. n een woning in eigendom hebben met een minimum waarde van USD 250.000; n de leeftijd van 50 jaar hebben bereik; n niet in dienst zijn van een werkgever in de Neder-
Belastbaar inkomen Belastingtarief (%) Meer dan USD Niet meer dan USD ( inclusief gemeentelijke opcenten @ 25%) 0 14.174 12,5 14.174 21.262 20,0 21.262 29.530 26,25 29.530 44.294 33,75 44.294 62.602 40,0 62.602 47,5 6. Belastingen
36
www.ekvandoorne.com
Onroerendgoedbelasting Onroerendgoedbelasting wordt jaarlijks geheven en bedraagt 0,3% van de waarde van het onroerend goed. Bij de overdracht van onroerend goed wordt overdrachtsbelasting geheven van 4% van de koopprijs.
landse Antillen (alhoewel hierop uitzonderingen bestaan). Personen die aan bovengenoemde vereisten voldoen kunnen opteren om op een van de volgende manieren belast te worden: n
n
Schenkings- en successierechten Schenkings- en successierechten worden primair geheven van ingezetenen. De tarieven variëren afhankelijk van de relatie van de begunstigde tot de schenker. De laagste tarieven variëren van 2 tot 6% voor naaste familieleden en van 8 tot 24% voor niet-verwante partijen. Op Bonaire is door een niet-ingezetene overdrachtsbelasting verschuldigd van 8% over de waarde van het nagelaten onroerend goed gelegen op Bonaire.
ereldwijd inkomen waarvoor een vast tarief geldt w van 10%; of een verondersteld netto inkomen van USD 280.000 wordt belast volgens normale tarieven.
6.2.7 Aangifte- en betalingsvereisten Belastingaangiftes worden gedaan op kalenderjaar basis. Echtgenoten worden ieder persoonlijk belast over hun respectievelijke inkomens (zoals inkomsten verkregen uit het drijven van een zaak of onderneming, een beroep of uit arbeid). Niet-persoonlijke inkomsten worden in beginsel begrepen in het belastbaar inkomen van de echtgenoot met het hoger persoonlijk inkomen. Bonaire past het zogeheten “pay-as-you-earn” (betaal naar gelang je verdient) systeem toe, zodat de belasting wordt ingehouden op het salaris.
Vermogensbelasting De Nederlandse Antillen (en dus Bonaire) kent geen vermogensbelasting. 6.2.9
Als deel van het Koninkrijk der Nederlanden is Bonaire partij bij een nationale belastingovereenkomst met de Nederland en Aruba. Onder dit verdrag kunnen dividenden, rente en royalties, uitgekeerd aan een op Bonaire gevestigde (rechts)persoon in de aangesloten landen voor verlaagde tarieven in aanmerking komen. Voor natuurlijke personen bedraagt de Nederlandse dividendbelasting 15%.
6.2.8 Overige belastingen Sociale zekerheid Het aandeel van de werkgever in de sociale zekerheidsbelasting, bekend als AOV/AWW (voor ouderdomspensioen, weduwen en wezen), is gesteld op 7,5% over de eerste USD 43.000 van het bruto salaris van de werknemer. Het aandeel van de werknemer is 6,5% over de eerste USD 43.000 van het bruto salaris. Bedraagt het bruto salaris meer, dan is over het meerdere geen AOV/ AWW premie verschuldigd. De zogeheten AVBZ is een nationale sociale verzekering voor medische behandeling. De premie die in rekening wordt gebracht om de benodigde fondsen te creëren, bedraagt over het algemeen 2% van het belastbaar inkomen, met een maximum van USD 4.250. De werkgeversbijdrage is 0,5% en die van de werknemer 1,5%.
6. Belastingen
Belastingverdragen
6.3 Belasting van andere entiteiten 6.3.1 Deelgenootschappen (partnerships) De commanditaire vennootschap en de vennootschap onder firma zijn beide bekende vormen van deelgenootschappen op Bonaire. Vennootschap onder firma In een vennootschap onder firma (VOF) zijn de vennoten zowel gezamenlijk als hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap. Deze vennootschapsvorm wordt vaak gebruikt door accountants en advocaten. Vennootschappen onder firma zijn transparant voor wat betreft fiscale doeleinden. De vennootschap wordt niet 37
www.ekvandoorne.com
6.3.3 Filiaal
belast. Het netto inkomen van de vennootschap wordt tussen de vennoten verdeeld en opgenomen in hun eigen respectievelijke belastbare inkomens. Vennoten die ingezetenen zijn worden belast over hun aandeel in de inkomsten van de vennootschap wereldwijd. Niet ingezetenen worden slechts belast over hun aandeel in de op Bonaire verkregen inkomsten.
Een filiaal heeft niet de status van een aparte rechtspersoon maar is op de meeste punten vergelijkbaar met een N.V. Zo gelden bijvoorbeeld voor een filiaal (van een buitenlandse vennootschap) dat zich bezig houdt met “on-shore” zaken dezelfde belastingtarieven als voor een binnenlandse vennootschap.
Commanditaire vennootschap In een commanditaire vennootschap (“CV”) zijn de beherende vennoten, die de vennoten in betrekkingen met derden vertegenwoordigen en de zaken van de vennootschap beheren, gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap. De stille vennoten lopen slechts risico tot het bedrag van hun bijdrage in het kapitaal. Deze vorm van deelgenootschap zal meestal gebruikt worden bij een joint venture, waar een partij het kapitaal verstrekt en een andere partij beheers- en technische diensten levert. Sommige CV’s zijn transparant voor wat betreft fiscale doeleinden, terwijl andere belast worden als vennootschappen. De wijze van belastingheffing hangt af van de vorm van de CV, zoals in de statuten of in individuele regelingen (“tax rulings”) neergelegd. Ingezeten vennoten worden belast over hun aandeel in de inkomsten van de vennootschap wereldwijd. Niet ingezetenen worden slechts belast over hun aandeel in de op Bonaire verkregen inkomsten.
6.3.4 Belasting van stichtingen Voor de diverse vormen van stichtingen wordt verwezen naar hoofdstuk 3.4 1. Liefdadigheidsstichting Een stichting die “het sociaal belang dient” is vrijgesteld van belasting. Daarom worden deze stichtingen gebruikt door contribuanten met een lange-termijn liefdadigheidsdoel om er zeker van te zijn dat de gerelateerde winsten niet belast worden. 2. Stichting Administratiekantoor Een stichting administratiekantoor wordt meestal gebruikt door niet op winst gerichte organisaties zoals spaarfondsen en pensioenregelingen voor werknemers. Deze organisaties dienen het sociaal belang en zijn vrijgesteld van belasting. Andere zakelijke stichtingen zijn belastbaar tegen normale vennootschapstarieven.
6.3.2 Joint ventures 3. SPF Het is een SPF niet toegestaan een onderneming te drijven. Het optreden als houdstermaatschappij of beleggingsmaatschappij wordt niet aangemerkt als het drijven van een zaak. Een particuliere stichting is vrijgesteld van belasting op Bonaire en haar uitkeringen zijn vrijgesteld van schenkingsrechten, evenals inbreng van activa in de stichting door een niet-ingezetene. Schenkingsrechten in het land van de contribuant kunnen van toepassing zijn.
Joint ventures worden in de Nederlandse Antillen zelden gebruikt. Lange-termijn joint ventures worden meestal georganiseerd als rechtspersoon (N.V.). Korte-termijn joint ventures worden soms aangegaan als stille vennootschappen, waarin een vennoot het bedrijf beheert en betrekkingen onderhoudt met derden, en de andere leden fondsen, apparatuur, arbeid, know-how, en dergelijke bijdragen. De Landsverordening Winstbelasting bevat geen specifieke bepalingen die betrekking hebben op joint ventures.
6. Belastingen
38
www.ekvandoorne.com
7. Immigratievereisten
Europese Nederlanders mogen als toerist zes maanden op Bonaire verblijven. Tijdens dit verblijf als toerist is het toegestaan een baan te zoeken en zich te oriënteren op het wonen op Bonaire. Het is verboden tijdens het verblijf als toerist te werken of stage te lopen.
De Landsverordening Toelating en Uitzetting (“LTU”) regelt de bepalingen en voorwaarden voor toelating op Bonaire. De LTU verwijst naar “toelating tot verblijf in de Nederlandse Antillen” en heeft betrekking op vreemdelingen. Met uitzondering van personen die in de Nederlandse Antillen zijn geboren of wiens ouders in de Nederlandse Antillen zijn geboren, wordt iedereen als vreemdeling aangemerkt.
Vanaf het moment dat een Europese Nederlander op Bonaire gaat werken of zijn verblijf wil verlengen, moet een aanvraag worden ingediend tot toelating van rechtswege. In tegenstelling tot andere vreemdelingen mogen Europese Nederlanders zich op het moment van het indienen van de aanvraag op Bonaire bevinden. Na het indienen van de aanvraag en in afwachting van de toelating van rechtswege, mag de Europese Nederlander ook op de werkplek aanwezig zijn.
De algemene regel is dat een vreemdeling verplicht is een verblijfsvergunning aan te vragen. Er is één uitzondering op deze regel: zij die van rechtswege zijn toegelaten (zie paragraaf 7.1). In alle andere gevallen zijn buitenlandse immigranten verplicht een (tijdelijke) verblijfsvergunning aan te vragen (zie paragraaf 7.2).
Toelating van rechtswege wordt verkregen onder de navolgende voorwaarden:
Het beleid op Bonaire is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
n n n
n n n
een restrictief toelatingsbeleid; verbetering van de rechten van de vreemdeling om voor de duur van de verblijfsvergunning op Bonaire te verblijven; beginselen van behoorlijk bestuur.
Een aanvraag tot toelating van rechtswege moet schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend door middel van een “Model IV” formulier (http://www.antillenhuis.nl/ wonenwerken.php). Dit formulier moet worden ingediend bij het kantoor van de Gezaghebber van Bonaire en moet vergezeld zijn van de navolgende documentatie:
Er zijn (nog) geen immigratiequota en ook geen vereisten voor vaccinatie of overlegging van (andere) medische verklaringen.
n
De wettelijke regeling met betrekking tot immigratie op Bonaire maakt verschil tussen immigratie van Europese Nederlanders (zie paragraaf 7.1) en immigratie van vreemdelingen (zie paragraaf 7.2).
n
n
7.1 Europese Nederlanders
n
De wettelijke regeling met betrekking tot immigratie van Europese Nederlanders is redelijk flexibel. Omdat Bonaire als deel van de Nederlandse Antillen deel uitmaakt van het Koninkrijk der Nederlanden (en binnenkort deel van Nederland), kunnen Europese Nederlanders een aanvraag indienen om van rechtswege te worden toegelaten. 7. Immigratievereisten
overlegging van een bewijs van goed gedrag; het hebben van huisvesting; het hebben van voldoende middelen van bestaan.
n
n n
40
kopie van een geldig paspoort van de aanvrager (en zijn/haar gezinsleden); geboortebewijs van de aanvrager (en zijn/haar gezinsleden) niet ouder dan zes maanden; een bewijs van goed gedrag (niet ouder dan drie maanden) van elk gezinslid van 18 jaar en ouder; kopie van de huwelijksakte van de aanvrager (voor zover van toepassing), niet ouder dan zes maanden; in geval de aanvrager kinderen heeft, een bewijs van inschrijving van de kinderen op een lokale school; bewijs van voldoende financiële middelen: een werkgeversverklaring (http://www.antillenhuis. nl.wonenwerken.php) vergezeld van een kopie van het paspoort van de werkgever of, in geval de werkwww.ekvandoorne.com
n
Deze vereisten zijn: voldoende middelen van bestaan, huisvesting en een ziektekostenverzekering. Afhankelijk van het doel van het verblijf, kan toelating van rechtswege worden verleend voor een bepaalde periode.
gever een natuurlijk persoon is of eigenaar van een eenmanszaak, moet een persoonlijke verklaring van de Inspecteur der Belastingen worden overgelegd die aantoont dat betrokkene een zuiver inkomen geniet van ten minste USD 20.000 per jaar; of bewijs van voldoende middelen van bestaan. Aan dit vereiste kan worden tegemoetgekomen door overlegging van een uittreksel van de Kamer van Koophandel en Nijverheid waaruit blijkt dat de aanvrager statutair directeur is van een vennootschap, of een bankafschrift waaruit blijkt dat de aanvrager over voldoende financiële middelen beschikt.
De toelating van rechtswege vervalt wanneer de Europese Nederlander zich opnieuw in het buitenland vestigt voor een periode van langer dan een jaar. Als gevolg daarvan zal een nieuwe aanvraag voor toelating moeten worden ingediend. Bij een definitief vertrek uit Bonaire moeten verschillende autoriteiten worden ingelicht, aangezien eventuele belastingzaken met de belastingautoriteiten moeten worden afgewikkeld en eventuele boetes betaald moeten worden voordat men het eiland verlaat.
Bij het indienen van een verzoek dat betrekking heeft op een echtgenoot, moet worden voldaan aan het standaardvereiste van USD 850 per maand aan bruto inkomen.
Tot slot is van belang dat toelating van rechtswege slechts het recht geeft legaal op Bonaire te wonen en te werken. Voor wat betreft de oprichting van een bedrijf kunnen additionele vergunningen worden vereist, bijvoorbeeld een vestigingsvergunning en/of directievergunning, terwijl bepaalde restricties kunnen gelden afhankelijk van het soort bedrijf of duur van het verblijf op Bonaire. In dit verband wordt verwezen naar hoofdstuk 3 Rechtspersonen en andere structuren.
Wel moet worden opgemerkt dat op Bonaire een debat gaande is over de vraag of op Bonaire het systeem moet worden ingevoerd van economische of sociale banden als vereiste voor toelating. Dit systeem is in het verleden door verschillende Nederlandse gemeenten toegepast – en wordt door sommige nog steeds toegepast – op grond van de Huisvestingswet. Aanvragen voor een verblijfsvergunning moeten binnen een redelijke termijn worden behandeld. Om te voldoen aan het vereiste van een “redelijke termijn” zijn de autoriteiten verplicht binnen vier maanden een beslissing te nemen.
7.2 Vreemdelingen In tegenstelling tot Europese Nederlanders hebben vreemdelingen zowel een (tijdelijke) verblijfsvergunning als een werkvergunning nodig om legaal op Bonaire te wonen (en werken). In de LTU zijn de bepalingen en voorwaarden opgenomen voor toelating van vreemdelingen op Bonaire. Ingevolge de LTU is het beschikken over voldoende middelen van bestaan, bijvoorbeeld het hebben van een baan en een bepaald minimum inkomen, een vereiste voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning. Om redenen die verband houden met de openbare orde en het openbaar belang, waaronder begrepen economische redenen, alsook op grond van het feit dat de aanvrager over onvoldoende middelen van bestaan beschikt, kan een (tijdelijke) verblijfsvergunning worden geweigerd.
Bij het ophalen van de “van rechtswege-verklaring” moet de aanvrager de volgende documenten/gegevens overleggen: n
n n n
t wee recente pasfoto’s van de aanvrager (en diens gezinsleden); bewijs van een ziektekostenverzekering; datum van aankomst op Bonaire; het adres van de aanvrager op Bonaire.
Europese Nederlanders die een verklaring van rechtswege aanvragen, wordt toelating verleend op Bonaire voor onbepaalde tijd zolang zij aan bepaalde vereisten voldoen.
7. Immigratievereisten
41
www.ekvandoorne.com
7.2.1 Verblijfsvergunning Het Bonairiaanse immigratiebeleid bepaalt dat de Gezaghebber een (tijdelijke) verblijfsvergunning slechts afgeeft in gevallen waar het verblijf van de vreemdeling een essentieel Bonairiaans belang dient, in het bijzonder betrekking hebbende op de lokale bevolking of de lokale arbeidsmarkt. Uitgangspunt is dat het openbaar belang zwaarder weegt dan het individuele belang. Het is van belang te weten dat de aanvrager van een verblijfs-/werkvergunning zich tijdens de aanvraagprocedure buiten de Nederlandse Antillen moet bevinden, anders kan de aanvraag worden afgewezen.
n
n
n
n
n
Een aanvraag voor een (tijdelijke) verblijfsvergunning moet worden ingediend door middel van een “Model I” formulier (http://www.antillenhuis.nl/wonenwerken. php). Men moet er rekening mee houden dat de aanvraag niet kan worden ingediend door de vreemdeling zelf; de aanvraag moet worden ingediend door de (toekomstige) werkgever van de vreemdeling. Het Model I formulier moet worden ingediend bij het kantoor van de Gezaghebber op Bonaire. Bij elke categorie vreemdelingen hoort een eigen lijst van vereiste documenten die bij de aanvraag moeten worden overgelegd en dus bij het Model I formulier gevoegd moeten worden. In het algemeen betreft het de volgende documentatie:
n
7. Immigratievereisten
n
k opie bewijs van indiening tewerkstellingsvergunning; n kopie uittreksel Kamer van Koophandel en Nijverheid van de inschrijving van (het bedrijf van) de toekomstige werkgever; n kopie van de eerste pagina van het arbeidsregister; n ingevulde en ondertekende werkgeversverklaring van de toekomstige werkgever, vergezeld van een kopie paspoort van de werkgever; n ingeval de werkgever een particulier is of eigenaar van een eenmansaak, moet een verklaring van de Inspecteur der Belastingen worden overgelegd waaruit blijkt dat een zuiver inkomen wordt genoten van ten minste USD 20,000 per jaar; n kopie geldig paspoort van de aanvrager (en diens gezinsleden); n
g eboortebewijs van de aanvrager (en diens gezinsleden), niet ouder dan zes maanden en voorzien van een apostille, althans rechtsgeldig gelegaliseerd door het Nederlands Consulaat in het land van herkomst; bewijs van goed gedrag (niet ouder dan drie maanden) van elk gezinslid van 18 jaar en ouder; kopie huwelijksakte van de aanvrager (indien van toepassing), niet ouder dan zes maanden en hetzij voorzien van een apostille dan wel rechtsgeldig gelegaliseerd door het Nederlands Consulaat in het land van herkomst; in geval de aanvrager kinderen heeft, een bewijs van inschrijving op een lokale school; ingeval van gezinsleden, bewijs van voldoende financiële middelen: - werkgeversverklaring van de toekomstige werkgever. Bij het indienden van een aanvraag die betrekking heeft op een echtgeno(o)te, moet worden voldaan aan het standaardvereiste van USD 1.750 per maand aan bruto inkomen. garantieverklaring, ingevuld door de toekomstige werkgever; voor inwonend personeel: - gezondheidsverklaring (niet ouder dan twee maanden); - beoordeling van een thorax foto door een lokale longarts, thorax centrum of röntgenafdeling van een lokaal ziekenhuis (niet ouder dan dertig dagen; de naam van de werknemer moet op de foto zijn gegraveerd).
De vereiste documentatie kan variëren afhankelijk van het land van herkomst van de aanvrager en de aard van het beroep. Na indiening van de aanvraag voor een (tijdelijke) verblijfsvergunning, wordt de aanvraag beoordeeld aan de hand van algemene toelatingsvereisten. Om een (tijdelijke) verblijfsvergunning te verkrijgen moet een vreemdeling over onafhankelijke en duurzame middelen van bestaan beschikken (aangetoond, bijvoorbeeld door een werkgeversverklaring of directievergunning). Bovendien mag het verstrekken van de verblijfsvergunning geen bedreiging vormen voor de openbare orde. 42
www.ekvandoorne.com
7.2.2 Werkvergunning
Nadat het Bureau Plaatselijk Hoofd van Politie en de Vreemdelingendienst hebben vastgesteld dat de documentatie compleet is en voldoet aan alle vereisten, wordt een (tijdelijke) verblijfsvergunning afgegeven, geldig voor een periode van één tot drie jaar.
De Landsverordening Arbeid Vreemdelingen (de “LAV”) bevat regels die betrekking hebben op het verstrekken van werkvergunningen aan vreemdelingen. Aan de verstrekking van een (tijdelijke) werkvergunning kunnen specifieke voorwaarden worden verbonden die de werkgever stimuleren om sollicitanten aan te trekken op de lokale arbeidsmarkt. Een (tijdelijke) werkvergunning kan worden afgewezen op bepaalde gronden die te maken hebben met de bescherming van de lokale arbeidsmarkt. In beginsel moeten alle werkgevers die een buitenlandse werknemer nodig hebben een aanvraag indienen voor een werkvergunning. Dit geldt niet voor de volgende categorieën werknemers:
Wanneer de aanvrager in aanmerking komt voor een (tijdelijke) verblijfsvergunning moet door hem/haar een waarborgsom worden gestort die varieert afhankelijk van het land van herkomst (ergens tussen USD 300 en 1.250). De waarborgsom wordt aan de vreemdeling geretourneerd bij diens definitieve vertrek uit Bonaire. Bij het ophalen van de (tijdelijke) verblijfsvergunning moet, afgezien van de betaling van een waarborgsom, de volgende documentatie c.q. informatie worden verstrekt:
n n
bewijs van een ziektekostenverzekering; twee recente pasfoto’s van de aanvrager (en zijn/haar gezinsleden); n datum van aankomt op Bonaire; n adres op Bonaire; n indien de aanvrager als kok werkzaam is (c.q. zal zijn): een geldig certificaat, uitgegeven door de Geneeskundige en Gezondheidsdienst (“GGD”). n n
n n
personen die van rechtswege zijn toegelaten; echtelieden of levenspartners die een lange-termijn relatie hebben met een Antilliaan of Europese Nederlander, of een genaturaliseerde vreemdeling; zelfstandig werkende personen; personen die in het bezit zijn van een door de Minister van Justitie verstrekte verblijfsvergunning zonder werkverbod.
Een werkvergunning kan afgegeven worden voor een periode van maximaal drie jaar, of voor de duur van een bepaald project. Een werkvergunning wordt slechts afgegeven wanneer voor de desbetreffende positie lokaal geen arbeidskrachten beschikbaar zijn. Het is de werkgever die alle benodigde documenten moet overleggen. De belangrijkste vereisten waaraan voldaan moet worden bij het indienen van een aanvraag zijn:
Aanvragen voor een verblijfsvergunning moeten binnen een redelijke termijn worden behandeld. Om te voldoen aan het vereiste van een “redelijke termijn” zijn de autoriteiten verplicht binnen vier maanden een beslissing te nemen. Bij verhuizing naar een land buiten de Nederlandse Antillen en /of het zich vestigen buiten de Nederlandse Antillen voor een periode van langer dan een jaar wegens omstandigheden die vallen binnen de invloedsfeer van de vreemdeling, vervalt de (tijdelijke) verblijfsvergunning. In een dergelijk geval zal een aanvraag tot hertoelating zijn vereist. Bij verhuizing binnen de Nederlandse Antillen blijft de vergunning in stand. Een vernieuwing van de verblijfs-/werkvergunning is dan voldoende.
7. Immigratievereisten
Werknemer: n kopie van het paspoort; n getuigschriften; n kopieën van diploma’s (gelegaliseerd); n kopie bewijs van goed gedrag; n kopie gezondheidsverklaring; n concept arbeidsovereenkomst.
43
www.ekvandoorne.com
Voor bepaalde landen geldt evenwel een visumplicht, hetgeen inhoudt dat de verblijfsduur wordt gekoppeld aan de geldigheidsduur van het visum. Indien de duur van het visum langer is dan dertig dagen, hoeft er geen verlenging bij de Vreemdelingendienst te worden aangevraagd zoals het geval is bij niet-visumplichtige toeristen. Een visum kan worden aangevraagd bij een diplomatieke afvaardiging (ambassade of consulaat) van een land waarin Nederland een vaste vertegenwoordiging heeft, zelfs wanneer men niet de nationaliteit heeft van het land waar de afvaardiging is gevestigd. Het aantal en de soort documenten die moeten worden bijgevoegd, het tijdsbestek waarbinnen een visumaanvraag wordt behandeld en de daarmee gemoeide kosten zullen afhangen van de omstandigheden in het land waar de visumaanvraag wordt ingediend en de aard van de aanvraag. Specifieke informatie kan worden ingewonnen bij de afvaardiging waar de visumaanvraag is ingediend.
Werkgever: n kopie paspoort; n kopie vestiging- en directievergunning; n uittreksel van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Nijverheid; n verklaring van de Sociale Verzekeringsbank (“SVB”); n verklaring van de Belastingdienst; n kosten van de vergunning (USD 420,-); n bewijs van registratie van de vacature bij de Dienst Economische Zaken (“DEZA”); n bewijs van het publiceren van de vacature in een dagblad, uitgegeven zes weken voorafgaand aan de aanvraag. Voor huishoudelijk personeel en tuinlieden gelden specifieke aanvullende vereisten. Ingevolge de LAV moet op een aanvraag voor een (tijdelijke) vergunning binnen zes weken worden beslist. Indien de autoriteiten dit niet doen, kan een administratieve procedure worden ingesteld om bezwaar te maken tegen het niet (tijdig) nemen van een beslissing.
Er zij op gewezen dat een toerist tijdens het toeristisch verblijf niet op Bonaire werkzaam mag zijn.
7.3 Visa Toeristen hoeven geen tijdelijke verblijfsvergunning aan te vragen om op Bonaire te mogen verblijven. De maximaal toegestane duur van het toeristisch verblijf is afhankelijk van de nationaliteit van de toerist. Toeristen met de Nederlandse nationaliteit kunnen als toerist voor een periode van zes maanden op Bonaire verblijven. Onderdanen van de Europese Unie, de Verenigde Staten, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Japan verkrijgen toelating voor drie maanden. Voor toeristen met een andere nationaliteit is de maximumduur van het toeristisch verblijf dertig dagen of zoveel korter als het retourticket aangeeft. Indien een toerist langer op Bonaire wil verblijven, kan verlenging van het toeristisch verblijf worden aangevraagd bij de Vreemdelingendienst.
7. Immigratievereisten
44
www.ekvandoorne.com
8. Faillissement en surséance van betaling
8.1.2 Opgehouden schulden te betalen Het Gerecht beoordeelt of de debiteur in het betreffende geval heeft “opgehouden zijn schulden te betalen”. Daarbij is het Gerecht niet gebonden aan het civiele bewijsrecht. De debiteur heeft opgehouden te betalen, indien hij in ieder geval twee crediteuren onbetaald laat waarbij ten minste één van hen een onmiddellijk opeisbare vordering op de debiteur heeft. De hoogte van de betreffende vorderingen is niet van belang voor de toewijzing van het faillissementsverzoek.
De wettelijke regels met betrekking tot het faillissement en de surséance van betaling zijn te vinden in het Faillissementsbesluit. Alle rechtspersonen, personenvennootschappen en natuurlijke personen kunnen failliet worden verklaard en kunnen surséance van betaling worden verleend. Volgens Nederlands-Antilliaans recht is het faillissement een beslag dat door een beslissing van het Gerecht in Eerste Aanleg ten behoeve van diens crediteuren op nagenoeg alle goederen van de failliet komt te liggen. Doel van het faillissement is de vereffening van het vermogen van de failliet door middel van een evenredige verdeling van (de opbrengst van) diens goederen over zijn crediteuren. Surséance van betaling is daarentegen een door de rechter bevolen uitstel van betaling en bedoeld om de debiteur de kans te geven zijn financiële situatie op orde te brengen; dit kan leiden tot hetzij een hervatting van betalingen aan dan wel een minnelijke regeling met diens crediteuren. Daarmee is een faillissement vermeden hetgeen in het belang is van zowel de debiteur als diens crediteuren.
Het bedrag dat verschuldigd is aan de verzoekende crediteur hoeft niet onmiddellijk opeisbaar te zijn. Wel kan het moeilijk zijn voor de betreffende crediteur om te bewijzen dat de schuld aan een andere crediteur onmiddellijk opeisbaar is. Voor een faillissementsuitspraak is het niet vereist dat (i) crediteuren die niet om het faillissement hebben verzocht ook betaling in rechte vorderen, (ii) de verzoeker van het faillissement op de een of andere manier steunen, (iii) bewijs wordt geleverd van de hoogte van de openstaande schulden, en ook niet dat (iv) de activa van de debiteur diens passiva overstijgen.
8.1 Faillissement 8.1.3 De bevoegde rechter; publicatie faillissementsuitspraak
8.1.1 Verzoek
Indien de debiteur woont of, indien deze een rechtspersoon is, is gevestigd op Bonaire, dan is het Gerecht in Eerste Aanleg te Bonaire bevoegd om kennis te nemen van het faillissementsverzoek. Daarbij is niet van belang of de debiteur en de verzoekende crediteur een arbitrageclausule dan wel een forumkeuzebeding met verwijzing naar een andere rechter zijn overeengekomen.
Een faillissementsaanvraag kan worden ingediend door zowel één of meer crediteuren als de debiteur zelf, op grond van het feit dat de debiteur heeft opgehouden met het betalen van zijn schulden. Op deze grond wordt in de volgende paragraaf ingegaan. Het faillissement wordt uitgesproken door het Gerecht dat in haar uitspraak meteen een curator en een rechtercommissaris benoemt. Hun rol wordt hierna nader toegelicht. In de regel wordt een advocaat tot curator benoemd. In voorkomende gevallen benoemt het Gerecht daarnaast een registeraccountant als curator.
8. Faillissement en surséance van betaling
Het Gerecht te Bonaire kan een buitenlandse onderneming die handel drijft via een (bij)kantoor op Bonaire ook failliet verklaren. Of het land waar de betreffende onderneming is gevestigd de faillissementsuitspraak zal erkennen, is een vraag die moet worden beantwoord naar het toepasselijke buitenlandse recht. In ieder geval zal het faillissement in beginsel uitsluitend betrekking hebben 46
www.ekvandoorne.com
dat moment wordt aangeduid als ‘de boedel’. Voor verplichtingen die de failliet aangaat na de faillietverklaring is de boedel niet aansprakelijk, behalve voor zover die verplichtingen voortvloeien uit rechtshandelingen die de boedel ten goede komen.
op goederen van de failliet die zich op Bonaire bevinden. Voordat de rechter beslist op het faillissementsverzoek, zal hij de debiteur informeren dat het betreffende verzoek bij hem is ingediend. Verschijnt de debiteur of, indien deze een rechtspersoon is, diens bestuurder of gevolmachtigde voor de rechter, dan zal deze door de rechter worden gehoord. Verschijnt de debiteur of diens (wettelijk) vertegenwoordiger niet, dan wordt de procedure uitgesteld, tenzij een dergelijk uitstel wegens bijzondere omstandigheden onnodig wordt geacht dan wel daardoor het belang van de verzoekende crediteur dreigt te worden geschaad. Wordt de debiteur failliet verklaard, dan moet de curator de faillissementsuitspraak publiceren in een lokaal nieuwsblad en ook (nu nog) in de Curaçaosche Courant.
Door het faillissement wordt voorts de tenuitvoerlegging van uitspraken tegen de failliet automatisch geschorst en komen eventuele beslagen op goederen van de failliet te vervallen. Na overleg met de rechter-commissaris beslist de curator of hij de eventuele onderneming van de failliet voortzet. Beslist de curator om dat niet te doen, dan kan hij de goederen van de failliet verkopen voor zover dit niet in strijd is met de eventuele zekerheidsrechten van crediteuren (zie hierna paragraaf 8.1.8). Daarnaast heeft de curator de bevoegdheid om arbeidsovereenkomsten en huurovereenkomsten betreffende onroerende zaken op een kortere termijn dan gebruikelijk te beëindigen.
8.1.4 Mogelijke rechtsmiddelen; proceskosten De faillissementsuitspraak kan in hoger beroep of, als de failliet in eerste instantie niet is verschenen, in verzet opzij worden gezet. Wordt de faillietverklaring opzij gezet, dan kan de rechter die daartoe beslist de verzoekende crediteur en/of de debiteur aansprakelijk achten voor de kosten die zijn gemaakt tot de datum waarop zijn vonnis definitief is geworden. Of een verzoekende crediteur aansprakelijk wordt geacht, hangt af van de omstandigheden waaronder en de gronden waarop hij het faillissementsverzoek destijds heeft ingediend.
Voor bepaalde beslissingen heeft de curator vooraf toestemming nodig van de rechter-commissaris. Het Gerecht kan voorts, indien zij dat wenselijk acht, een commissie van crediteuren instellen die advies uitbrengt aan de curator. De curator is echter niet gebonden aan de adviezen van een dergelijke commissie. 8.1.6 Rechtshandelingen van vòòr het faillissement; verrekening; paulianeus handelen
De verzoekende crediteur kan niet alleen aansprakelijk worden gehouden voor voornoemde kosten, maar ook voor de schade die de debiteur mogelijk heeft geleden door de verzochte faillietverklaring. Deze aansprakelijkheid voor geleden schade moet in een aparte procedure worden vastgesteld, waarbij de debiteur zal moeten bewijzen dat het indienen van het faillissementsverzoek een onrechtmatige daad tegenover hem oplevert.
De curator kan de rechtsgeldigheid van rechtshandelingen die de failliet vòòr de faillissementsdatum heeft verricht aantasten, indien vaststaat dat diens crediteuren als gevolg van die rechtshandelingen zijn benadeeld en ook dat zowel de failliet als de wederpartij wist dat de betreffende benadeling zich zou voordoen.
8.1.5 Algemeen effect Die wetenschap wordt in de volgende gevallen vermoed aanwezig te zijn, indien de rechtshandeling binnen veertig dagen vòòr de faillissementsdatum is verricht en op dat moment geen verplichting bestond om de betreffende rechtshandeling te verrichten:
Door het faillissement verliest de failliet onmiddellijk de mogelijkheid om zijn vermogen te beheren en daarover te beschikken, voor zover het geen betrekking heeft op diens primaire levensbehoeftes. Vanaf de faillietverklaring beheert de curator het vermogen van de failliet, dat vanaf 8. Faillissement en surséance van betaling
47
www.ekvandoorne.com
(i) overeenkomsten waarbij de waarde van de door de failliet te verrichten prestatie in hoge mate de waarde van de door de wederpartij te verrichten prestatie overtreft; (ii) het betalen van een niet-opeisbare schuld of het verstrekken van (aanvullende) zekerheid voor een nietopeisbare schuld; en (iii) overeenkomsten tussen de failliet en diens echtgeno(o)t(e) of naaste (bloed)verwant in de derde graad.
crediteur door de rechter wordt aangehouden zolang er niet in rechte is beslist op de vordering van de curator.
Slaagt de actie van de curator, dan kan hij schadevergoeding dan wel teruggave vorderen van alle goederen die het vermogen van de failliet hebben verlaten.
Heeft een (rechts)persoon een schuld overgenomen of een vordering verkregen vòòr faillissementsdatum, dan kan deze geen beroep doen op verrekening bij gebreke van goede trouw ten tijde van deze overname of verkrijging. Vindt de overname of overdracht plaats na faillissementsdatum, dan is een beroep op verrekening uitgesloten. Een contractuele bepaling op grond waarvan verrekening is uitgesloten blijft, ten slotte, gedurende het faillissement van kracht.
Voorts heeft een (rechts)persoon die zowel debiteur als crediteur is van de gefailleerde, het recht om zijn schuld aan de failliet met zijn vordering op de failliet te verrekenen, indien deze schuld en deze vordering vòòr faillissementsdatum zijn ontstaan of voortvloeien uit een overeenkomst die de failliet vòòr faillissementsdatum met de betreffende (rechts)persoon is aangegaan.
Om de rechtsgeldigheid van een door de failliet verrichte schenking te kunnen aantasten, dient de curator slechts aan te tonen dat de failliet wist dat de betreffende schenking nadelig zou kunnen zijn voor diens crediteuren. Of die wetenschap aanwezig was bij begiftigde hoeft dus niet te worden aangetoond. Is de schenking binnen veertig dagen vòòr de faillissementsdatum verricht, dan wordt vermoed dat de wetenschap van benadeling bij de failliet aanwezig was.
Ten slotte is van belang dat de overdracht van een toekomstige vordering wordt doorkruist door het faillissement van degene die de betreffende vordering vòòr faillissementsdatum heeft overgedragen. De betreffende vordering blijft namelijk voor zover zij op dat moment nog niet is ontstaan deel uitmaken van diens boedel.
Betaalt de failliet vòòr de faillissementsdatum een opeisbare schuld, dan kan de curator daar geen actie tegen ondernemen, tenzij hij aantoont dat de ontvangende crediteur op het moment van betaling wist dat een faillissementsverzoek was ingediend dan wel dat de failliet de betreffende betaling in overleg met de ontvangende crediteur heeft verricht, waarbij dat overleg gericht was op bevoordeling van de betreffende crediteur ten opzichte van de andere crediteuren.
8.1.7 Indiening vorderingen bij curator; verificatievergadering De crediteuren moeten hun vorderingen indienen bij de curator en daarbij aangeven of zij over een retentierecht dan wel over rechten beschikken die hen op grond van de wet een bepaalde voorrang geven ten opzichte van andere crediteuren. Dient een buitenlandse crediteur zijn vordering in bij de curator, dan beoordeelt deze naar Nederlands-Antilliaans recht of de betreffende crediteur over genoemde rechten beschikt, zelfs wanneer de overeenkomst waaruit de buitenlandse vordering voortvloeit, wordt beheerst door buitenlands recht.
Voorts kan een curator volgens vaste rechtspraak in rechte vergoeding vorderen van een derde met betrekking tot door de boedel geleden schade, zelfs indien de failliet een dergelijke vordering zelf niet zou hebben. Over de vraag of een individuele crediteur deze derde mag aanspreken is in de juridische doctrine lange tijd discussie geweest. De Hoge Raad heeft deze vraag bevestigend beantwoord, zij het dat de curator volgens de Hoge Raad procedureel gezien een bepaald recht van voorrang heeft. Concreet betekent dit dat de gerechtelijke procedure van de individuele 8. Faillissement en surséance van betaling
De overige crediteuren en de curator kunnen de gestelde rechten betwisten. Gebeurt dit en komen de betrokkenen er onderling niet uit, dan beslist de rechter over de kwestie. 48
www.ekvandoorne.com
pen en ze kunnen al hetgeen aan hen is verschuldigd inhouden op de opbrengst van de betreffende openbare verkoop, waarbij het meerdere aan de curator moet worden afgedragen; (iii) dienen vorderingen tot zekerheid, dan kan de betreffende pandhouder of fiduciaire rechtshebbende deze vorderingen zonder medewerking van de curator innen en na verrekening van het geïnde met zijn vordering moet de betreffende crediteur het eventuele restant aan de curator afdragen; (iv) ze hoeven niet bij te dragen aan de algemene kosten van het faillissement.
Indien na onderzoek van de curator blijkt dat de schulden aan de crediteuren die geen voorrang verschaffend recht of retentierecht hebben (de concurrente crediteuren; zie paragraaf 8.1.10) niet kunnen worden voldaan, dan zal de rechter het faillissement opheffen zonder een vergadering van crediteuren, de zogeheten verificatievergadering, te houden. Blijkt er wel boedelactief te zijn om ook de concurrente crediteuren te voldoen, dan zal de rechter-commissaris een datum bepalen voor het houden van een verificatievergadering.
De zekerheidsgerechtigde crediteuren moeten hun rechten uitoefenen binnen dertig dagen na het intreden van de insolventie. Deze termijn kan door de rechter-commissaris worden verlengd. Doen zij dit niet, dan kunnen zij hun rechten slechts uitoefenen met tussenkomst van de curator. In dat geval moeten zij hun vordering bij de curator indienen. De curator keert de eventuele opbrengst vervolgens aan hen uit, nadat zij hebben meegedeeld in de faillissementskosten. Ten slotte wordt aan alle overige crediteuren gelijktijdig uitgekeerd. Die uitkering is onderhevig aan een pro-rata aandeel in de algemene kosten van het faillissement.
Voorafgaand aan de verificatievergadering deponeert de curator bij de griffie van het Gerecht een lijst van voorlopig erkende en betwiste vorderingen, die kosteloos door eenieder kan worden ingezien. Tijdens de verificatievergadering mogen de crediteuren vervolgens vragen stellen over de financiële positie van de failliet, of betwiste vorderingen alsnog worden erkend etc. Vorderingen worden op de verificatievergadering hetzij erkend dan wel door de curator en/of andere crediteuren betwist. Slaagt de rechter-commissaris er ter plekke niet in om een geschil over een vordering op te lossen, dan zal hij partijen voor het aanhangig maken van dat geschil verwijzen naar het Gerecht dat het faillissement heeft uitgesproken.
8.1.9 Civiele procedures van en tegen de failliet Rechtsvorderingen kunnen tijdens faillissement uitsluitend door en tegen de curator worden ingediend, omdat deze in plaats van de failliet bevoegd is geworden om diens vermogen te beheren en daarover te beschikken. Twee soorten vorderingen moeten daarbij worden onderscheiden: (i) vorderingen op de failliet tot betaling van bedragen dan wel levering van goederen die tot de boedel behoren; en (ii) andersoortige vorderingen.
8.1.8 Zekerheidsgerechtigden Zekerheidsgerechtigde crediteuren hebben vòòr faillissementsdatum een rechtsgeldig pandrecht of hypotheekrecht verkregen met betrekking tot aan de failliet toebehorende goederen dan wel vòòr faillissementsdatum aan de failliet toebehorende goederen tot zekerheid in eigendom verkregen. Deze crediteuren kunnen hun zekerheidsrechten uitoefenen alsof er geen faillissement is. Zo kunnen zij het volgende doen: (i) ze kunnen voor zover nodig afgifte vorderen van de curator van de tot zekerheid dienende zaken; (ii) ze kunnen de betreffende zaken vervolgens zonder medewerking van de curator in het openbaar verko8. Faillissement en surséance van betaling
Vorderingen van de eerste categorie kunnen uitsluitend ter verificatie bij de curator worden ingediend. Alle overige vorderingen kunnen wel voor de rechter worden uitgevochten en moeten in dat geval worden ingesteld tegen de curator, en niet tegen de failliet. 49
www.ekvandoorne.com
teuren geldt dat zij naar evenredigheid van de omvang van hun vorderingen worden voldaan, indien er onvoldoende boedelactief is om hen volledig te voldoen.
Een soortgelijk onderscheid kan gemaakt worden voor wat betreft de gevolgen van een faillissement voor een gerechtelijke procedure die op het moment van de faillietverklaring aanhangig is:
8.1.11 Preferentie van vorderingen (i) procedures met betrekking tot vorderingen tot betaling dan wel levering van goederen die tot de boedel behoren; (ii) procedures met betrekking tot andersoortige vorderingen.
Crediteuren hebben onderling een gelijk recht om te worden voldaan uit de netto-opbrengst van de goederen van de failliet. Op grond van de wet kan een crediteur evenwel over een recht beschikken dat hem voorrang geeft ten opzichte van de overige crediteuren. Die voorrang kan voortvloeien uit de eerdergenoemde zekerheidsrechten (zie paragraaf 8.1.8) en uit voorrechten (zie hiervoor onder (ii) in paragraaf 8.1.10).
De procedures bedoeld onder (i) worden automatisch geschorst, waarna de eisende partij, niet zijnde de failliet, zijn vordering bij de curator moeten indienen ter verificatie. Voor wat betreft de procedures bedoeld onder (ii) geldt dat de curator moet bepalen of hij die al dan niet overneemt.
Voorrechten zijn opgenomen in het Burgerlijk Wetboek en in andere wettelijke regelingen, zoals die met betrekking tot belastingen en sociale zekerheid. Voorrechten kunnen betrekking hebben op alle goederen van de failliet (bijvoorbeeld vanwege een loonachterstand) en op bepaalde specifieke goederen (bijvoorbeeld vanwege een achterstallige aanneemsom). Deze voorrechten worden respectievelijk algemene en bijzondere voorrechten genoemd.
8.1.10 Vereffening De curator heeft onder meer tot taak om de goederen van de failliet te vereffenen en om diens crediteuren vervolgens uit de opbrengst daarvan in de hieronder weergegeven volgorde te voldoen:
Crediteuren met een vordering waaraan een voorrecht is verbonden, moeten wijken voor crediteuren met een zekerheidsrecht in het geval dat de curator de goederen verkoopt waarop dat zekerheidsrecht betrekking heeft. Dit is slechts anders, indien de wet dit uitdrukkelijk bepaalt. De faillissementskosten worden gemaakt ten behoeve van alle crediteuren en daarom worden deze door alle preferente en concurrente crediteuren naar evenredigheid gedragen . De algemene faillissementskosten kunnen betrekking hebben op:
(i) boedelcrediteuren: deze crediteuren beschikken over vorderingen die zijn ontstaan tijdens de duur van het faillissement dan wel op grond van de wet als boedelvordering worden aangemerkt; (ii) preferente crediteuren: aan bepaalde specifiek in de wet genoemde vorderingen is een zeker voorrecht verbonden; de volgorde waarin preferente crediteuren ten opzichte van elkaar moeten worden voldaan, is eveneens in de wet vastgelegd; (iii) concurrente crediteuren: aan de vorderingen van deze crediteuren is geen voorrecht verbonden; zij worden naar evenredigheid van de omvang van hun vorderingen voldaan, indien er onvoldoende boedelactief is om hen volledig te voldoen; (iv) achtergestelde concurrente crediteuren: deze concurrente crediteuren worden voldaan, nadat ook de niet achtergestelde concurrente crediteuren volledig zijn voldaan; ook voor de achtergestelde concurrente credi-
8. Faillissement en surséance van betaling
(i) de kosten van de faillissementsaanvraag; (ii) het salaris van de curator dat het Gerecht vaststelt op basis van een algemeen aanvaard uurtarief; en (iii) kosten die door toedoen van de curator ontstaan, zoals advertentiekosten, taxatiekosten en kosten vanwege de voortzetting van de onderneming van de failliet.
50
www.ekvandoorne.com
8.1.12 Eindfase
Homologeert het Gerecht het akkoord en wordt de beslissing om dat te doen onherroepelijk, dan eindigt het faillissement. Dit heeft tot gevolg dat de crediteuren hun recht verliezen om betaling van hun restantvorderingen af te dwingen, ongeacht of zij voor of tegen het gehomologeerde akkoord hebben gestemd.
Een rechtspersoon houdt bij de opheffing van haar faillissement wegens gebrek aan baten op te bestaan. Worden de vorderingen van bepaalde crediteuren niet of niet volledig voldaan, dan kunnen deze crediteuren hun (restant) vorderingen dus uitsluitend verhalen op de voorheen gefailleerde debiteur, indien deze een natuurlijke persoon is.
Dat is anders bij het buitengerechtelijke akkoord. Crediteuren die niet hebben ingestemd met een buitengerechtelijk akkoord, kunnen hun recht om betaling af te dwingen blijven uitoefenen. Onder omstandigheden kunnen crediteuren evenwel via een kort geding procedure worden gedwongen om aan een buitengerechtelijk akkoord mee te werken. Daar zal sprake van zijn, indien de verwachte uitkering op basis van het buitengerechtelijke akkoord hoger zal zijn dan die op basis van een gerechtelijk akkoord.
8.1.13 Akkoord De failliet kan een gerechtelijk akkoord aanbieden aan zijn crediteuren. Dit aanbod moet ten minste acht dagen voor de verificatievergadering (zie paragraaf 8.1.7) worden gedaan. In de regel houdt het aanbod in dat de concurrente crediteuren een bepaald percentage van hun vordering ontvangen en dat de preferente crediteuren een hoger percentage van hun vordering ontvangen of dat zij volledig worden voldaan. De crediteuren zullen het akkoord verwerpen als het aangeboden bedrag niet hoger is dan de te verwachten uitdeling door de curator in het faillissement. De gelden die de failliet nodig heeft om zijn crediteuren een realistisch aanbod te doen, worden mogelijk door een derde die de failliet wil helpen beschikbaar gesteld.
8.2 Surséance van betaling 8.2.1 Verzoek Slechts de debiteur zelf kan surséance van betaling aanvragen. De aanvraag wordt gedaan op grond van de verwachting van de debiteur dat hij op enig moment niet meer in staat zal zijn om zijn schulden te voldoen.
Keurt de volgens de wet vereiste meerderheid van de concurrente crediteuren het aangeboden akkoord goed, dan wordt het akkoord ter goedkeuring (“homologatie”) aan het Gerecht voorgelegd. De crediteuren kunnen nog tegen het aangeboden akkoord opkomen, totdat het Gerecht het akkoord heeft gehomologeerd.
Daarop zal het Gerecht de voorlopige surséance van betaling uitspreken en benoemt zij meteen een of meer bewindvoerders. De concurrente crediteuren kunnen dan tijdens een later door het Gerecht te gelasten crediteurenvergadering stemmen over of de surséance van betaling definitief moet worden verleend.
Het Gerecht zal het akkoord niet homologeren, indien:
Het Gerecht zal surséance van betaling definitief verlenen, tenzij:
(i) de te verwachten uitkering in het faillissement in hoge mate het volgens het akkoord aangeboden bedrag overtreft; of (ii) de nakoming van het akkoord niet voldoende is gewaarborgd; of (iii) het akkoord met behulp van oneerlijke middelen is tot stand gekomen.
8. Faillissement en surséance van betaling
(i) daartegen bezwaar wordt gemaakt door de crediteuren die ter vergadering samen minimaal een vierde deel van de concurrente schuldenlast vertegenwoordigen; of (ii) daartegen bezwaar wordt gemaakt door minimaal een derde van de concurrente crediteuren die ter
51
www.ekvandoorne.com
ren heeft de surséance van betaling dus geen invloed. Hetzelfde geldt voor crediteuren met vorderingen uit hoofde van huurkoop, alimentatie, verzorging en levensonderhoud. De betreffende crediteuren kunnen hun rechten dus ondanks de surséance van betaling uitoefenen. In de praktijk zijn deze crediteuren echter dikwijls bereid de debiteur de kans te geven om zijn financiële situatie weer op orde te brengen.
vergadering aanwezig zijn; of (iii) een ernstig vermoeden bestaat dat de debiteur zijn crediteuren tijdens de surséance van betaling zal benadelen; of (iv) geen uitzicht bestaat op volledige voldoening van de crediteuren. 8.2.2 Doel
De surséance van betaling werkt wel ten aanzien van de crediteur met een zekerheidsrecht dan wel een bijzonder voorrecht, voor zover zijn vordering niet kan worden voldaan uit de opbrengst van het goed waarop zijn zekerheidsrecht dan wel voorrecht betrekking heeft.
Doel van het faillissement is de vereffening van het vermogen van de gefailleerde debiteur door middel van een evenredige verdeling van (de opbrengst van) diens goederen over zijn crediteuren. Surséance van betaling is daarentegen een door de rechter bevolen uitstel van betaling en bedoeld om de debiteur de kans te geven zijn financiële situatie op orde te brengen; dit kan leiden tot hetzij een hervatting van betalingen aan dan wel een minnelijke regeling met diens crediteuren. Daarmee is een faillissement vermeden hetgeen in het belang is van zowel de debiteur als diens crediteuren.
Worden gedurende de surséance van betaling betalingen verricht aan concurrente crediteuren, dan moeten deze betalingen naar evenredigheid worden verricht. Indien dit in het belang is van alle crediteuren, kan volledige betaling worden verricht aan een crediteur met een retentierecht. Deze regel geldt overigens ook in geval van faillissement.
Surséance van betaling wordt dikwijls gebruikt in situaties waar een faillissement meer in de rede ligt. De debiteur verzoekt het Gerecht in een dergelijk geval toch om de surséance van betaling uit te spreken om daarmee de nadelige gevolgen van een eventueel faillissement (tijdelijk) uit te stellen. Zo kan een faillissement ertoe leiden dat bepaalde overeenkomsten niet meer worden gesloten en/of dat het niet meer mogelijk is om (delen van) de eventuele onderneming van de debiteur going concern te verkopen.
Het is mogelijk om tijdens de surséance een rechtsvordering in te stellen tegen de debiteur. Voorts heeft de uitspraak van de surséance van betaling op zichzelf geen invloed op gerechtelijke procedures die ten tijde van de uitspraak van de surséance van betaling reeds aanhangig zijn. Ten slotte kan de debiteur geen gerechtelijke procedure beginnen of voortzetten zonder goedkeuring van de bewindvoerder.
8.2.3 Algemeen effect
8.2.4 Duur
De surséance van betaling heeft tot gevolg dat de debiteur slechts met medewerking van de bewindvoerder(s) kan optreden. Dit geldt ook andersom en dus kan worden gezegd dat de bewindvoerder minder bevoegdheden heeft dan een curator.
Surséance van betaling kan slechts worden verleend voor een maximum periode van 1,5 jaar en kan worden verlengd met opeenvolgende periodes van ten hoogste 1,5 jaar. Daarbij gelden steeds dezelfde stemvereisten als bij de definitieve verlening van de surséance van betaling.
Surséance van betaling moet worden beschouwd als een algemeen uitstel van betaling van de concurrente schulden. Op de preferente en zekerheidsgerechtigde crediteu-
Surséance van betaling wordt vaak gevolgd door een faillissement. In dat geval moeten de surséance van betaling en het faillissement als één worden beschouwd. Zo
8. Faillissement en surséance van betaling
52
www.ekvandoorne.com
8.3.2 Het territorialiteitsbeginsel
worden de schulden die tijdens de surséance van betaling zijn ontstaan in het faillissement aangemerkt als boedelschulden. Daarnaast wordt de wetenschap van benadeling, waaraan hiervoor in paragraaf 8.1.6 is gerefereerd, vermoed aanwezig te zijn, indien de rechtshandeling is verricht binnen 40 dagen vòòr de datum waarop de voorlopige surséance is verleend.
Ontbreekt een verdrag tussen de Nederlandse Antillen en een ander land waar een faillissement wordt uitgesproken, dan heeft dat buitenlandse faillissement volgens rechtspraak van de Hoge Raad geen effect in de Nederlandse Antillen, en dus ook niet op Bonaire. Deze rechtsregel staat bekend als het territorialiteitsbeginsel.
8.2.5 Akkoord Crediteuren kunnen dus beslag leggen op goederen van de failliet die zich aldaar bevinden. Heeft een onderneming zowel een vestiging in de Nederlandse Antillen als een vestiging in een ander land, en wordt deze laatste failliet verklaard, dan moet de onderneming dus ook nog in de Nederlandse Antillen failliet worden verklaard. Een dergelijke procedure kan worden ingesteld door de buitenlandse faillissementscurator.
Bij het verzoek om verlening van de surséance van betaling kan de debiteur een akkoord aanbieden aan zijn crediteuren. Voor het aannemen van het akkoord gelden dezelfde stemvereisten als voor het verlenen van de definitieve surséance van betaling. Ook hier heeft het Gerecht de mogelijkheid om het akkoord al dan niet te homologeren. Homologeert het Gerecht het akkoord, dan zijn de concurrente crediteuren, inclusief diegenen die tegen het akkoord hebben gestemd, daar aan gebonden.
Uit Nederlandse rechtspraak blijkt echter dat rechters onder omstandigheden afwijken van het territorialiteitsbeginsel. In zijn algemeenheid zal in een voorkomend geval worden afgeweken van het territorialiteitsbeginsel, indien de volgende vragen bevestigend worden beantwoord:
8.3 De wet op het gebied van internationale faillissementen 8.3.1 Interregionale aspecten van faillissement binnen het Koninkrijk der Nederlanden
(i) was de buitenlandse rechter die het faillissement heeft uitgesproken bevoegd? Of dat het geval was moet eerder worden bepaald door internationaal aanvaarde regels met betrekking tot rechterlijke bevoegdheid dan door het recht van het land waar de failliet is gefailleerd; (ii) is de buitenlandse faillissementsuitspraak gewezen na een behoorlijke procesvoering? Bij de beantwoording van deze vraag wordt de procesvoering volgens het Nederlands-Antilliaanse recht als maatstaf gebruikt. Wordt niet aan deze maatstaf voldaan, bijvoorbeeld voor wat betreft de behoorlijke betekening aan en de gelijke behandeling van partijen, dan zal de Nederlands-Antilliaanse rechter de buitenlandse faillissementsuitspraak niet erkennen; en (iii) is de buitenlandse faillissementsuitspraak volgens Nederlands-Antilliaans recht in strijd met de openbare orde?
Op grond van artikel 40 van het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden zijn rechterlijke uitspraken die zijn gewezen in een land van het Koninkrijk, direct van kracht en uitvoerbaar in de andere landen van het Koninkrijk. Dit betekent dat een faillissement dat op Bonaire is uitgesproken mede de goederen van de failliet omvat die zich bevinden op een van de andere eilanden van de Nederlandse Antillen, Aruba of in Nederland. Wordt hieronder gesproken over buitenland, dan wordt daarmee dus niet gedoeld op de andere eilanden van de Nederlandse Antillen, Aruba of Nederland. Van belang is verder dat hoewel de Nederlandse Antillen deel uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Insolventieverordening niet van toepassing is op de Nederlandse Antillen. Dat geldt dus ook voor Bonaire.
8. Faillissement en surséance van betaling
53
www.ekvandoorne.com
8.3.3 Bevoegdheden van de Nederlands-Antilliaanse curator terzake goederen in het buitenland Is een (rechts)persoon failliet verklaard op de Nederlandse Antillen en bevinden een of meer van zijn goederen zich in het buitenland, dan vallen deze goederen ten opzichte van zijn buitenlandse crediteuren niet in het faillissement. Behalve indien een verdrag bestaat tussen de Nederlandse Antillen en het land waar de betreffende goederen zich bevinden, kan de curator niet afdwingen dat de opbrengsten van die goederen aan hem worden afgedragen. Dat mag de curator wel doen met betrekking tot goederen die oorspronkelijk wel in het bezit waren van de failliet. Heeft de failliet rechtshandelingen verricht in het buitenland waardoor de Nederlands-Antilliaanse crediteuren worden benadeeld, dan kan de curator daar actie tegen ondernemen, indien er is voldaan aan de voorwaarden waaraan hiervoor in paragraaf 8.1.6 is gerefereerd en de buitenlandse rechter de curator bovendien toestaat om zijn rechten in het betreffende land uit te oefenen. De curator kan van de failliet verlangen dat hij zijn volledige medewerking verleent bij het voorgaande. 8.3.4 Bevoegdheden van een buitenlandse curator in de Nederlandse Antillen De curator in een buitenlands faillissement kan de boedel in dat faillissement vertegenwoordigen in de Nederlandse Antillen, en dus ook op Bonaire. Zo kan hij als eisende partij optreden in procedures tegen een debiteur van de gefailleerde op Bonaire. De betreffende curator mag voorts de goederen die tot de boedel behoren en zich bevinden in de Nederlandse Antillen terugvorderen, indien de gefailleerde volgens Nederlands-Antilliaans faillissementsrecht niet meer de bevoegdheid heeft om dat zelf te doen en op de betreffende goederen door crediteuren bovendien geen beslag is gelegd in de Nederlandse Antillen.
8. Faillissement en surséance van betaling
54
www.ekvandoorne.com
9. Vastgoed
graag wil stimuleren, (ii) het gebruik van de uitgegeven grond gereguleerd kan worden door het opnemen van specifieke vereisten in de akte van vestiging, (iii) de overheid hiermee verzekerd is van vaste jaarlijkse inkomsten en/of (iv) de overheid voordeel haalt uit eventuele stijgingen van de waarde van de gronden. Een erfpacht kan door de erfpachter worden opgezegd, tenzij in de akte van vestiging anders is bepaald. De erfpacht kan door de eigenaar worden opgezegd indien de erfpachter in verzuim is de canon over twee achtereenvolgende jaren te betalen of in ernstige mate tekortschiet in de nakoming van zijn eventuele andere verplichtingen.
Bij het kopen van vastgoed op Bonaire moet rekening worden gehouden met de plaatselijke regelgeving op het gebied van onroerende zaken, bouwrecht, ruimtelijke ordening en milieu. 9.1 Eigendom, erfpacht en huurgrond 9.1.1 Eigendom Zowel een natuurlijk persoon als een rechtspersoon kan eigenaar zijn van een onroerende zaak op Bonaire. De eigenaar van een onroerende zaak heeft het recht vrijelijk daarover te beschikken. Wel moet de eigenaar eventuele rechten van derden respecteren. Een onroerende zaak kan ook in eigendom worden gehouden door natuurlijke- of rechtspersonen gezamenlijk. De eigendom moet worden geregistreerd in het openbare register. Dit gebeurt in de regel door de notaris die de transportakte passeert.
9.1.3 Huurgrond Bij huurgrond is de grond doorgaans eigendom van de (lokale) overheid. De verhuur is over het algemeen voor landbouw- of recreatiedoeleinden, doch kan onder omstandigheden tevens voor woondoeleinden worden aangevraagd. Deze vorm van huur wordt gewoonlijk afgesloten voor een relatief korte periode (bijvoorbeeld tussen één en vijf jaar) en men komt daar niet gemakkelijk voor in aanmerking.
9.1.2 Erfpacht Erfpacht is een beperkt zakelijk recht om gedurende een tevoren al dan niet gefixeerde periode andermans onroerende zaak te houden en te gebruiken, doorgaans tegen betaling van een vergoeding, welke vergoeding “canon” wordt genoemd. Een erfpachter (een gerechtigde tot een recht van erfpacht) heeft in beginsel alle rechten van een eigenaar. De erfpachter is bevoegd de onroerende zaak te gebruiken en daarover te beschikken. Anders dan bij huur, kan de erfpachter de onroerende zaak doorgaans met bijvoorbeeld een recht van hypotheek bezwaren tot zekerheid voor de terugbetaling van een lening. De erfpachter kan zijn recht van erfpacht doorgaans tevens aan derden vervreemden. Vervreemding geschiedt met inachtneming van eventueel van toepassing zijnde beperkingen ten aanzien van de erfpacht. Erfpachtrechten worden op Bonaire voornamelijk verleend door de lokale overheid en zijn met name in het leven geroepen omdat (i) de overheid de bouw van huizen en huisvesting voor het ‘minder vermogende segment’
9. Vastgoed
9.2 Verkrijging van een onroerende zaak Voor het verkrijgen van een onroerende zaak (voor wat betreft eigendom of erfpacht) zijn een koopakte en notariële akte van levering vereist. Bovendien wordt aanbevolen om een titelonderzoek te verrichten alvorens een koopovereenkomst wordt gesloten. Doel van een dergelijk onderzoek is om vast te stellen op wiens naam de onroerende zaak is geregistreerd in de openbare registers en wie derhalve bevoegd is om over de onroerende zaak te beschikken. Het onderzoek dient ook om na te gaan of het onroerend goed is bezwaard met hypotheekrechten of door derden gelegde beslagen. Er zijn geen formele vereisten voor de inhoud van een koopovereenkomst tot het verkrijgen van een onroerendezaak. Een mondelinge overeenkomst is rechtens ook bindend, hoewel het bestaan daarvan moeilijk te bewijzen kan zijn. Het formele vereiste van vergunning van de Bank van de Nederlandse Antillen voor de koop, verkoop en bezwa-
56
www.ekvandoorne.com
Op grond van de Bouw- en woonruimteverordening is het verboden om een gebouw op te richten of voor een gedeelte te vernieuwen (i) zonder inachtneming van de voorschriften van de Bouw- en woonruimteverordening, (ii) zonder bouwvergunning en/of (iii) in afwijking van het bepaalde in de verleende bouwvergunning (behouders nadere goedkeuring).
ring van vastgoed door niet-ingezetenen is met een “algemene vergunning” irrelevant geworden. 9.3 Levering van een onroerende zaak De titel van eigendom van een onroerende zaak en een recht van erfpacht kan slechts worden overgedragen door een notariële akte van levering.
Bouwvergunningen worden verleend door het Bestuurscollege van Bonaire. Aanvragen voor een bouwvergunning moeten schriftelijk worden ingediend. De aanvraag vermeldt de naam, de voornaam, het beroep en de woonplaats van de aanvrager en dient vergezeld te gaan van een specifiek bepaald soort tekening met daarbij/daarop:
De notaris deponeert een kopie van de ondertekende akte van levering in de openbare registers. De datum van registratie van de akte van levering in de openbare registers is de datum waarop de titel feitelijk overgaat op de nieuwe eigenaar. De in verband met de overdracht van een onroerende zaak verschuldigde overdrachtsbelasting moet worden voldaan aan de notaris, die verantwoordelijk is voor doorbetaling daarvan aan de lokale belastingautoriteiten.
1. de constructie van fundering, bekapping, zolderingen, balklagen, vloeren en trappen; 2. de hoogte en het binnen de muren of wanden gemeten grondoppervlak; 3. het hoogtepeil van de vloer van de benedenverdieping; 4. het aantal en de afmetingen van de vertrekken, trappen en portalen; 5. de dikte en samenstelling van de muren en wanden; 6. de toegangswegen van licht en lucht; 7. het aantal verdiepingen; 8. de plaatsing van het gebouw ten opzichte van de weg en van de belendende percelen.
9.4 Kosten gemoeid met het overdragen van een onroerende zaak en/of een recht van erfpacht op Bonaire De notariële kosten verbonden aan de overdracht van een onroerende zaak en/of een recht van erfpacht te Bonaire liggen vast en variëren tussen USD 100 en 10.000, afhankelijk van de koopprijs van de onroerende zaak. De bij overdracht van een onroerende zaak te betalen overdrachtsbelasting bedraagt ongeveer 4% van de koopprijs (dan wel de geregistreerde waarde indien deze hoger is). Een te verrichten onderzoek naar eventueel gelegde beslagen, bezwaardheden, aantekeningen en/of andere registraties kost doorgaans omstreeks USD 265.
Voor eenvoudige gebouwen zonder verdieping met een grondoppervlak van ten hoogste zestig m2 is het overleggen van een tekening bij de aanvraag van een bouwvergunning niet vereist, indien de gegevens genoemd onder 1 tot en met 8 voldoende duidelijk worden omschreven.
9.5 Bouwvoorschriften Bij het kopen van een onroerende zaak (in geval van privé eigendom of erfpacht) met de bedoeling daarop te bouwen of een bestaand bouwproject te renoveren of uit te breiden, moeten de plaatselijke wettelijke bouwvoorschriften in acht worden genomen. De Bouw- en woonruimteverordening van Bonaire is de belangrijkste wettelijke regeling op dit gebied.
9. Vastgoed
Ter verkrijging van een bouwvergunning moeten doorgaans bij de aanvraag tevens het bewijs van het recht van eigendom c.q. erfrecht op de onroerende zaak, de naam van de architect en/of aannemer en - bij gebruik van geprefabriceerde bouwmaterialen - alle algemene specificaties van de fabriek met betrekking tot deze materialen worden overgelegd (in het bijzonder brandspecificaties).
57
www.ekvandoorne.com
het aantal toegangswegen voor licht en lucht onvoldoende worden geacht; n het gebruik van het gebouw of gebouwgedeelte schadelijk is voor de openbare gezondheid of voor de gezondheid van de gebruikers; n het gebouw of gebouwgedeelte wegens de ligging of wegens de bouwwijze de omgeving zal ontsieren of hinderlijk dan wel brandgevaarlijk voor de omgeving zal zijn; n de weg, waaraan de woning zal komen te liggen, niet voldoet aan de eisen, welke betreffende het tracé, de breedte en de constructie daarvan, rekening houdende met de aard van de woning en de eis van begaanbaarheid van de weg, voor de gouvernementsdiensten, gesteld worden.
Er zijn belangrijke restricties voor wat betreft de constructie van gebouwen op Bonaire, zoals hoogtelimieten. Deze zijn gebaseerd op de Bouw- en woonruimteverordening en op (interne) richtlijnen van het Bestuurscollege te Bonaire. Omdat de inhoud van deze richtlijnen in het verleden niet openbaar waren en tevens door het Bestuurscollege konden worden gewijzigd, zijn zij regelmatig het onderwerp geweest van gerechtelijke procedures. Tot voor kort had de Bonairiaanse overheid een vaste richtlijn voor wat betreft het stellen van hoogtelimieten van op Bonaire gebouwde constructies, afhankelijk van het type gebouw (hotel, appartement, privé woning). Momenteel is men op Bonaire bezig met het voorbereiden van een nieuw ruimtelijk ontwikkelingsplan voor Bonaire (dat hierna aan de orde komt in paragraaf 9.7), waarin vaste (hoogte)restricties zullen worden ingevoerd.
Een aanvrager die het niet eens is met het besluit van het Bestuurscollege tot weigering van de vergunning, of tot intrekking daarvan, kan binnen zestig dagen nadat de beslissing aan hem is medegedeeld daartegen beroep instellen bij de eilandsraad. Indien de beslissing van de eilandsraad niet bevredigend is, of het nemen van de beslissing laat te lang op zich wachten, dan heeft de aanvrager het recht om een procedure aanhangig te maken bij de bevoegde rechter op Bonaire.
De aanvrager van een bouwvergunning is verplicht het Bestuurscollege nadere inlichtingen te verschaffen. Het Bestuurscollege moet, behoudens het geval dat zij nadere inlichtingen van de aanvrager verlangt, binnen een maand na indiening van het verzoek beslissen over het al dan niet verstrekken van een bouwvergunning. De beslissing van het Bestuurscollege omtrent een aanvraag voor een bouwvergunning dient onverwijld schriftelijk aan de aanvrager te worden medegedeeld.
Bij het indienen van een bouwvergunningsaanvraag is het ook belangrijk om de brandweer van Bonaire te raadplegen omtrent vereisten op het gebied van brandpreventie. Voor bouwvergunningen voor fabrieken, hotels en condominiums/appartementen zijn additionele wettelijke vereisten van toepassing.
Een beslissing tot het verlenen van een voorwaardelijke bouwvergunning of tot gehele of gedeeltelijke weigering van de aanvraag dient steeds met redenen te zijn omkleed en kan slechts geschieden indien: n
n
n
9.6 Regelingen op het gebied van planning en ruimtelijke ontwikkeling
e aanvraag, de tekening, de omschrijving of het d gebouw of gebouwgedeelte niet voldoet aan de voorschriften van de Bouw- en woonruimteverordening; het gebouw ook in verband met de toegepaste bouwwijze niet zodanige hechtheid kan worden geacht te zullen bezitten, dat het voor het leven van de bewoners of gebruikers of voor de omgeving gevaar oplevert; de afmetingen van de vertrekken of van de trappen, of het aantal of de inrichting van de privaten, of
9. Vastgoed
In 1976 werd door de overheid van de Nederlandse Antillen een wet ingevoerd die de basis legt voor het creëren van een ruimtelijk ontwikkelingsplan in de Nederlandse Antillen. De bestuurscolleges van de verschillende eilandgebieden van de Nederlandse Antillen kregen daarbij de opdracht om één of meerdere ruimtelijke ontwikkelingsplannen in te voeren in de vorm van eilandsverordeningen, waarin lange termijn ruimtelijke ontwikkelingsdoelen voor de 58
www.ekvandoorne.com
van een nieuw ruimtelijk ontwikkelingsplan met bestemmingsvoorschriften voor Bonaire, dat komt te gelden naast de op Bonaire van kracht zijnde Bouw- en woonruimteverordening (hierna: het “voorgestelde plan”).
diverse eilandgebieden moesten worden opgenomen. Bonaire voerde haar Eilandsverordening Ruimtelijke ontwikkelingsplanning in 1994 in, en is thans doende een ruimtelijk ontwikkelingplan in te voeren met ruimtelijke ordeningsregels die ongewenste ontwikkelingen in de bouw op het eiland moeten tegengaan.
Gedurende de periode waarin het ruimtelijk ontwikkelingsplan wordt voorbereid acht het Bestuurscollege het onwenselijk dat ontwikkelingen plaatsvinden die in strijd zijn met de ontwikkelingsvisie die in het ontwikkelingsplan zal worden vastgelegd. Ofschoon het voorgestelde plan nog in de maak is en nog formeel door het Bestuurscollege moet worden aangenomen, zijn al algemene hoofdpunten bekend gemaakt en de autoriteiten op Bonaire hebben aangegeven die hoofdlijnen te zullen volgen bij het beoordelen van bouwvergunningsaanvragen.
De wettelijke regels op het gebied van ruimtelijke ontwikkelingsplanning kunnen een inbreuk maken op de rechten van eigenaren van onroerende zaken. Voor zover een belanghebbende ten gevolge van bestemmingsvoorschriften werkelijke schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te komen, en een minnelijke regeling ter zake van de verschuldigde schadevergoeding niet kan worden bereikt, kan hem op zijn verzoek door het Bestuurscollege een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding uit de eilandskas van Bonaire worden toegekend.
Het voorgestelde plan bevat algemene bestemmingsregels waarin onderscheid wordt gemaakt tussen de volgende bestemmingen: (i) stedelijk woongebied, (ii) binnenstad, (iii) toeristisch gebied, (iv) gemengd gebied, (v) lichte bedrijvigheid, (vi) zware bedrijvigheid, (vii) havens, (viii) sociaal maatschappelijk voorzieningen cluster, (ix) groen en recreatie en (x) water. Binnen iedere bestemming zullen slechts bebouwing en andere voorzieningen voor bepaalde in de bestemming genoemde doeleinden worden toegestaan.
Een dergelijk verzoek moet schriftelijk bij het Bestuurscollege worden ingediend en vermeldt zoveel mogelijk de aard en de omvang van de schade. Het Bestuurscollege beslist binnen dertig dagen na ontvangst daarvan op het voornoemde verzoek. De beslissing dient met redenen omkleed te worden. Tegen de beslissing van het bestuurscollege kan de belanghebbende binnen dertig dagen na de dagtekening daarvan, beroep instellen bij de Eilandsraad.
Een bouwvergunning zal worden geweigerd wanneer het verzoek niet voldoet aan de bestemmingsdoeleinden ingevolge het voorgestelde plan. Van belang is om te weten dat bouwaanvragen ten behoeve van bouwwerken gelegen in bepaalde gebieden kunnen worden aangehouden. Ingevolge het voorgestelde plan zal de maximum hoogte van gebouwen in als stedelijk woongebied aangewezen bestemming, behoudens uitzonderingen, acht meter zijn. In toeristisch gebied is in bepaalde gevallen een maximum bouwhoogte van elf of veertien meter toegestaan.
9.7 Nieuw ruimtelijk ontwikkelingsplan voor Bonaire Omdat tot voor kort geen ruimtelijk ontwikkelingsplan van kracht was op Bonaire, was het moeilijk – zo niet onmogelijk – om vast te stellen aan welke vereisten voldaan moest worden wanneer men van plan was op Bonaire te bouwen. Daarnaast ontbrak het de lokale overheid van Bonaire aan wettelijke en administratieve middelen om sturing te geven aan de snelle groei en ontwikkeling op het eiland, ten einde een gebalanceerde groei en duurzame ontwikkeling plaats te laten vinden. In het licht van de sterke toename van de groei en bouwactiviteiten op Bonaire heeft het Bestuurcollege van Bonaire, op 7 maart 2008 de voorbereiding aangekondigd
9. Vastgoed
Het voorgestelde plan zal niet alleen een einde betekenen van de bestaande onzekerheid met betrekking tot de bouw- en bestemmingsvereisten op Bonaire, maar zal bovendien een gebalanceerde ontwikkeling tot gevolg hebben.
59
www.ekvandoorne.com
9.8 Hinder, regelingen op het gebied van natuur en milieu De Hinderverordening van Bonaire bevat regels ter voorkoming of beperking van milieugevaar, schade, of hinder, veroorzaakt door handelingen of activiteiten die een negatieve invloed hebben op het milieu van het eiland. Het is verboden om zonder vergunning van het Bestuurscollege activiteiten te ontwikkelen, uit te breiden of te wijzigen, die het milieu van Bonaire kunnen aantasten. De afvalverordening van Bonaire stelt regels met betrekking tot huishoudelijk afval, industrieafval en andere categorieën van afval. De Dienst Ruimtelijke Ordening en Beheer (DROB) is het departement van het Eilandgebied Bonaire dat zich bezig houdt met ruimtelijke planning, bewoning, natuurlijke bronnen en milieubescherming. De Eilandsraad van Bonaire heeft een natuurbeleidsplan goedgekeurd. In dit plan is het beleid van de overheid opgenomen op het gebied van natuur- en natuurlijke bronnen. Bepaalde gebieden van het eiland zijn beschermd door lokale wetten of internationale verdragen. Zo zijn de wateren rondom Bonaire en Klein Bonaire beschermd en maken zij deel uit van een nationaal beschermd zeegebied. Andere beschermde gebieden zijn het Flamingo reservaat en het Washington-Slagbaai Park, welk laatste nog niet het voordeel geniet van de status van Nationaal Park. Bonaire kent vijf watergebieden van internationaal belang die zijn beschermd door het Ramsar verdrag. Meer dan de helft van Bonaire bestaat uit natuurgebied. Het Natuurbeleidsplan verwijst ook naar de interactie tussen de natuur en andere sectoren van de economie zoals toerisme, visserij, landbouw, veeteelt en mijnbouw. Momenteel zijn Eilandsverordeningen ter uitvoering van dit beleidsplan in de maak.
9. Vastgoed
60
www.ekvandoorne.com
Bonaire VanEps Kunneman VanDoorne Bonaire Business Centre Kaya Gobernador N. Debrot 58 Kralendijk Bonaire, Nederlandse Antillen T +599 701 0150
[email protected]
Curaçao VanEps Kunneman VanDoorne Julianaplein 22 Postbus 504 Willemstad Curaçao, Nederlandse Antillen T +599 9 461 3400 F +599 9 461 2023
[email protected]
Aruba VanEps Kunneman VanDoorne L.G. Smith Boulevard 64 Postbus 5152 Oranjestad Aruba T +297 583 8464 F +297 583 8442
[email protected]
Amsterdam VanDoorne Jachthavenweg 121 Postbus 75265 1070 AG Amsterdam Nederland T +31 20 678 9123 F +31 20 678 9589
[email protected]