Grounds for Change Kansrijk, kleurrijk knooppunt Meppel
Inhoud
Wat is een charrette
4
1
De opgave
5
2
De Meppeler context
6
3
Stedenbouwkundige alternatieven op hoofdlijnen
8
4
Milieuzonering
13
5
Uitwerking van het voorkeursmodel
18
6
Conclusies en aanbevelingen: De Meppeler kanskaart
24
1 2
Bijlagen Deelnemerslijst Aanvullende analyse geluidscontouren
25 26
Colofon Tekstbijdragen van Wijnand Bouw, Bureau Bosch Slabbers Rink Vegelin, Provincie Drenthe Gerwin Wiersma, KNN Klaas Jan Noorman KNN Beeldmateriaal: IMOSS/Bureau Bosch Slabbers/KNN Deze charrette is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de provincie Drenthe 3 september 2007
Voorwoord
3
Verslag van de charrette Meppel 5 en 6 juni 2007 Wat is een charrette Een charrette is een integrale ontwerpbijeenkomst waarin deelnemers vanuit verschillende achtergronden in korte tijd een integraal ontwerp van een specifiek gebied maken. Medewerkers van de gemeente werken samen met externe deskundigen aan een ontwerpopdracht waarbij het toevoegen van nieuwe inzichten en aspecten een centrale rol speelt. Integraal ontwerpen Een charrette biedt de mogelijkheid om met mensen met verschillende expertise, (planners, ontwerpers, architecten, stedenbouwkundigen, energiedeskundigen, waterspecialisten, landschapsarchitecten) helemaal aan het begin van het ontwerpproces na te denken over complexe ontwerpvragen. Deze experts werken gedurende twee dagen intensief samen in twee of drie teams waartussen voortdurend interactie bestaat. De teams komen gezamenlijk met voorstellen voor integrale oplossingen. Een charrette is ook een ontmoeting tussen partijen die elkaar in een ontwerpsetting normaal niet zo snel zouden ontmoeten. Marktpartijen, overheden, bestuurders en soms ook bewoners kunnen allen een bijdrage leveren en horen van elkaar wat ze belangrijk vinden. Dit draagt bij aan wederzijds begrip en dus draagvlak voor de uiteindelijk plannen. Oorsprong Het Franse woord “charrette” betekent letterlijk kar. Een charrette was een kar met twee wielen waar in het 19e eeuws Parijs de werkstukken van de studenten van de École des Beaux Arts mee werden opgehaald om ze naar de examencommissie te brengen. Het verhaal gaat dat de studenten kunst en architectuur tijdens die rit probeerden met een laatste ‘finishing touch’ de werkstukken af te ronden. Het woord charrette staat dus voor een laatste inspanning om vlak voor het verstrijken van de deadline een zo goed mogelijk resultaat te bereiken. De naam ‘charrette’ dekt daarmee de lading van de ontwerpbijeenkomst. Een charrette is voor alle deelnemers een uitdagend en spannend traject. Immers, enerzijds wordt aan externe deskundigen gevraagd met een frisse blik naar bestaande of nieuwe plannen te kijken, anderzijds hoopt men dat de externe deskundigen niet te veel uit de pas zullen lopen met die bestaande plannen. Hierbij zijn drie aspecten van belang: 1. De externen kijken met een frisse blik, niet gehinderd door kennis van bestuurlijke gevoeligheden, programmatische compromissen dan wel toezeggingen uit het verleden. 2. De resultaten zijn in een kort en intensief proces ontstaan, het zijn gedachtespinsels die in het vervolg op hun merites moeten worden onderzocht. 3. Het resultaat van de charrette betreft een onafhankelijk advies aan opdrachtgever en een aantal aanbevelingen.
4
1
De opgave Centrale opgave van de charrette is de vraag op welke wijze Nieuwveense Landen optimaal aangehecht kan worden aan Meppel. Deze opgave valt uiteen in twee deelvragen: 1. Welke ruimtelijke alternatieven zijn denkbaar voor aansluiting van Nieuwveense Landen aan het centrum? 2. Welke kansen kunnen gecreëerd worden door transformatie van het industrieterrein Oevers C-E-A en Oude Vaart en in hoeverre vormt de bestaande industrie een belemmering voor deze transformatie? De tweede deelvraag heeft betrekking op het vraagstuk van milieuzonering. Wanneer bedrijven uit het plangebied vertrekken, levert dat een zekere milieuruimte op voor transformatie. Het is dan van belang te weten hoeveel ruimte er ontstaat als een bedrijf vertrekt en in hoeverre deze ruimte eventueel weer ‘opgevuld’ wordt door andere bedrijven. De opgave is door twee teams uitgewerkt tot een integraal schetsontwerp. Het ‘ruimteteam’ heeft zich geconcentreerd op het ontwikkelen van aansluitmogelijkheden van Nieuwveense Landen en een stedenbouwkundige uitwerking van de transformatie. Het ‘milieuzoneringsteam’ heeft een verkenning uitgevoerd naar de kansen die ontstaan door uitplaatsing van bedrijven van het industrieterrein. Confrontatie van de uitkomsten van beide analyses heeft geleid tot een voorkeursmodel en een voorstel voor fasering van de transformatie.
5
2
De Meppeler context
2.1
Historie van Meppel in vogelvlucht Het Meppel van vandaag is de resultante van een eeuwenlange ontwikkeling. De meeste veranderingen hebben iets aan de stad toegevoegd, zonder het voorgaande volledig uit te wissen. Vrijwel iedere periode heeft haar eigen sporen in de stad nagelaten. Het resultaat is een gelaagde stad, met een complex en intrigerend stelsel van kleine en grote elementen en structuren uit allerlei perioden. Meppel is ontstaan op de plek waar vijf verschillende waterlopen samenstromen om via het Meppelerdiep uit te monden in het Zwarte Water. Vanuit het oosten komen de Reest, een regenwater riviertje, en de Hoogeveensevaart, een gegraven kanaal voor de vervening. Vanuit het noordoosten de Wold Aa en de (omgelegde) Oude Vaart. Tot slot komt uit het noorden de Drentse Hoofdvaart, die bij Meppel overgaat in het Meppelerdiep. Een van de belangrijkste economische motoren achter de opbloei van de stad Meppel was de vervening van het achterland. Nieuwe vaarten maakten afvoer via het Zwarte Water en de Zuiderzee mogelijk en Meppel fungeerde als stapelplaats tussen de vervening en de handel op de “Zuiderzee”. Later hebben ook andere economisch recentere ontwikkelingen van de aanwezigheid van water en de bereikbaarheid over het water geprofiteerd. Zo getuigen de namen van de bedrijfsterreinen in Meppel, Oude Vaart en Oevers A tot en met E. Ook het studiegebied wat thans voorligt, is gelieerd aan het water van het Meppelerdiep. De verbondenheid met het water door de eeuwen heen kan ten diepste een identiteitsdrager vormen voor toekomstige ontwikkelingen. Dit versterkt het bewustzijn dat ook de stad van vandaag een momentopname is in een continu proces van ontwikkeling. Dat het heden de onderlegger vormt voor toekomstige vernieuwingen.
2.2
Huidige beeld van het studiegebied. In de stadsvisie wordt gesproken over de Meppeler maat. Een stedenbouwkundige maat die specifiek is voor Meppel. Zeker zo kenmerkend voor Meppel in het studiegebied is het grote contrast tussen de verschillende gebouwen in de stad, grote kolossen staan naast kleine arbeiderswoningen. Dit levert een zeer levendig en dynamisch stadsbeeld op. Het studiegebied wordt ook gekenmerkt door een typisch werklandschap. Het is een werkgebied waar diverse vormen van industrie en bedrijvigheid plaatsvinden. Het is een beetje rommelig, ten dele veroudert en transfor-
6
meert in een rap tempo. In beperkte mate komen diverse andere type bedrijven in het gebied, zoals detailhandelsbedrijven. De vraag moet gesteld worden of dat nu wenselijk is, of dat men liever de ontwikkelingen afwacht aangaande het planproces om te komen tot een verbinding tussen nieuwbouwwijk en centrum. Zodat er gerichte uitspraken gedaan worden met een visie op het geheel. Het studiegebied is rijk aan water. In het gebied is het Meppelerdiep een structuurdragende watergang waar veel activiteiten en gebouwen aan gekoppeld zijn. Daarnaast is het huidige werklandschap rijk aan monumentale gebouwen. In het gebied staan ook enkele gebouwen die zeker onder de noemer industrieel erfgoed vallen. Verder valt op dat het gebied thans zeer verknipt is. Door het werkkarakter is het tamelijk desolaat en veelal rommelig en verlaten. Thans niet het ideale stadslandschap voor een verbinding tussen nieuwbouwwijk en stadscentrum.
2.3
Nieuwveense Landen De gemeente Meppel wil aan de noordzijde van de stad een grootschalige uitbreiding realiseren: Nieuwveense Landen. In het in 2004 opgestelde Masterplan Nieuwveense Landen is de opzet verbeeld van een wijk van ongeveer 5.300 woningen. Een aantal ontwikkelingen heeft geleid tot een forse bijstelling van dit Masterplan wat betreft het aantal te realiseren woningen. Verschillende varianten zijn daarbij reeds aan de orde geweest. Een ontwikkeling van ruim 2000 woningen wordt minimaal nodig geacht om aan de woning behoefte te voldoen en dit aantal is tevens nodig om de grondexploitatie sluitend te krijgen. Een ontwikkeling van ruim 2000 woningen is te klein om een volledige kern met voorzieningen te kunnen ontwikkelen. Het programmatisch uitgangspunt voor deze wijk is flink aan het schuiven. Omdat de voorzieningen niet in de wijk gerealiseerd gaan worden is het logisch dat de wijk meer afhankelijk wordt van het bestaande voorzieningen aanbod van Meppel. Bijkomende opgave is dan wel dat deze optimaal te bereiken zijn vanuit de nieuwbouwwijk, met de voet, per fiets en per auto. Wachtende op een goede uitwerking voor de aanhechting van deze nieuw te ontwikkelen wijk aan het centrum van Meppel heeft de provincie haar oordeel over de plannen nog niet af gegeven. De industriële zone aan de noordzijde van het centrum vormt een stevige barrière voor de aanleg van Nieuwveense Landen. Meppel wil voorkomen dat de nieuwbouwwijk een op zichzelf staande enclave wordt. De gemeente streeft daarom naar transformatie van deze bedrijventerreinen. Aan deze transformatie is een voorlopige geschatte woningbouwopgave van ca. 700 woningen gekoppeld.
7
3
Stedenbouwkundige alternatieven op hoofdlijnen In de ontwerpgroep zijn drie ontwerpsessie geweest waarin twee ontsluitingsvarianten zijn vergeleken. Variant 1 is een noordelijke ontsluiting die langs de Aldi komt en daarom als werktitel het Aldi-model heeft meegekregen. Bij variant 2 is gekozen voor de meest directe ontsluiting via het Agrifirm terrein. Bij variant 2 is gekozen voor een ontsluiting via het Agrifirm terrein, die in het centrum bij de Albert Heijnuitkomt en daarom als werktitel het AH-model heeft meegekregen. In de discussie met betrokkenen en bestuurders is dit model als meest wenselijk en realistisch naar voren gekomen en is daarom verder uitgewerkt.
3.1
AH Model Het AH-model wordt toegelicht op drie schaalniveau’s. Op het hoogte schaalniveau vormt de Nieuwveense Landen een onlosmakelijk onderdeel van Meppel. Vervolgens wordt het gebied tussen het centrum en de nieuwbouwwijk onder de loep genomen, het schakelgebied. Om af te sluiten met de Agricampus die als spin in haar web ligt. 3.1.1 De Nieuwveense Landen is een onlosmakelijk onderdeel van Meppel. De Nieuwveense Landen beginnen bij het Agri-firm terrein! De invloedssfeer van de nieuwbouwwijk Nieuwveense Landen wordt over de provinciale weg heen getrokken. In dit nieuw te ontwikkelen gebied tussen het Meppelerdiep en de provinciale weg wordt een gevarieerd stedelijke milieu aangeboden, dat de perfecte schakel vormt tussen de historische stad en de uitbreidingswijk. Hiermee worden de psychologische grenzen van het water en de provinciale weg geslecht. Op deze wijze kunnen de Nieuwveense Landen een integraal onderdeel vormen van de stad Meppel. Door de transformatie van het tussenliggende gebied ontstaat er een logische overgang van centrum naar buitenwijk. Qua afstand ligt de nieuwbouwwijk binnen fietsbereik vanuit het centrum. 3.1.2 Schakelgebied De kern van dit model is een sterke verbondenheid tussen de nieuwe wijk en het historische centrum via de kortste weg naar het centrum, een rechte lijn tussen A en B. Met andere woorden een rechte lijn tussen de wijk en het centrum. De zone die in dit model gecreëerd is, wordt gefundeerd op drie levenslijnen. De groene lijn, de rode lijn en de zwarte lijn.
8
- De groene lijn is een ontspannen, lommerrijke parkroute voor het langzaam verkeer van centrum naar nieuwbouwwijk. Deze route begint in één van de groene aders van de Nieuwveense Landen, voert langs de lommerrijke begraafplaats en eindigt in de stadstuinen bij het stadhuis in de binnenstad. Met andere woorden gezegd eindigt deze route bij de Albert Heijn. Deze route wordt riant en wisselend vormgegeven. De basis van deze route vormt een fiets- en voetpad en in het transformatiegebied met vier rijen lindebomen. Aan weerszijde van dit pad liggen verschillende werelden die profiteren van deze groene dooradering van de stad. De kruising met de provinciale weg kan op verschillende manieren worden vormgegeven, dit is onderdeel voor nadere uitwerking. De kruising met het Meppelerdiep wordt vormgegeven met een nieuwe brug. Dit wordt een markant en bijzonder bouwwerk. - De basis voor de rode lijn wordt gevormd door de historische uitvalsweg naar Nijeveen. Deze route is thans een zware ontsluiting voor alle verkeerssoorten van de stad op de provinciale weg. In dit model wordt voorgesteld deze route cultuurhistorisch te benaderen en om te toveren tot een prachtige route van historische binnenstad naar het ommeland, waaronder Nieuwveense Landen. Deze route is gebaseerd op het bestaande historische profiel maar wordt verder versterkt met boombeplantingen en een historische materialisering. Bijvoorbeeld een fietsweg van klinkers, die daarnaast alleen toegankelijk is voor bestemmingsverkeer en calamiteitenverkeer. Aan deze route worden diverse plekken ingericht voor recreatief gebruik, bijvoorbeeld picknickplaatsen en vissteigers. - De zwarte lijn is de auto ontsluiting. Deze is losgekoppeld van de historische route om deze te ontlasten en is midden door het te ontwikkelen gebied heen gelegd. De route is visueel georiënteerd op de kerktoren van Meppel. Op deze wijze is een historisch argument gebruikt om een nieuwe ontsluiting een Meppels karakter mee te geven. Dit bevordert de oriëntatie en de eigenheid van de plek. Door deze route midden door het gebied te leggen vormt dit de as waaraan de transformatie van het te ontwikkelen gebied plaats kan vinden. Haaks op deze route kan een stedenbouwkundige verkaveling uitgerold worden. De route verbindt de in de stadsvisie gedefinieerde rondweg van Meppel met de provinciale weg en daarmee Nieuwveense Landen en het centrum op een logische wijze. Dwars op deze lijnen ligt de blauwe lijn. Deze waterlijn, het Meppelerdiep, met haar oevers verbindt de verschillende gebieden die aan het water liggen. Het water en de schaal van het water geeft de aangrenzende gebieden kleur en maat. Om het water als doorgaande lijn, ook vanaf het land goed te kunnen beleven is het belangrijk dat overal minimaal 1 van de oevers openbaar toegankelijk is, bijvoorbeeld voor langzaamverkeer. De verschillende levenslijnen in het gebied maken geen scheiding maar geven juist verbinding in het gebied. Het zijn geen grenzen maar de lijnen die gebieden samen voegen. Zo voegt bijvoorbeeld de brede groenstrook diverse gebieden met een verschillend karakter aan elkaar.
9
Figuur 2: Het AH-concept
3.2
Het Aldi-model Het Aldi-model is gebaseerd op een optimale ontsluiting van het gebied. Verder gaat dit model ervan uit van een transformatie van het gebied in de omgeving van de Vion, de varkensslachterij. Daarnaast zijn er vier routes gedefinieerd die de nieuwe wijk koppelen aan het centrum, de stadsallee, de cultuurhistorische route, de groene route en de werkboulevard. 5.1.1 De stadsallee Door Vion uit te kopen ontstaat ontwikkelingsruimte. In dit plan wordt een nieuwe route voorgesteld: van het centrum door Oude Vaart, via het Vionterrein, naar de Nieuwveense Landen. Dit betekent een nieuwe brug voor
10
alle verkeertypen over het Meppelerdiep. Deze route voert langs de nieuwe locatie van de Aldi (Oude Vaart/ Haveltermade). Deze ontsluiting wordt vormgegeven als een volwaardige stadsallee waarmee tevens de aanpalende gebieden ontwikkeld worden. De stadsallee vormt de drager van de ontwikkelingen. In dit model is er voor gekozen een transformatie in te zetten op het deel tussen de provinciale weg, het Meppelerdiep en de cultuurhistorische weg naar Nijeveen. Dit gebied wordt getransformeerd tot een gemengd stedelijk milieu waar wonen, werken en voorzieningen hand in hand gaan. De nadruk bij het ontwikkelen van dit gebied ligt op het water. Door nieuwe insteekhavens te realiseren worden nieuwe stedelijke milieus aan Meppel toegevoegd. 3.2.2 Cultuurhistorische route De tweede lijn naar het centrum is de cultuurhistorische route naar Nijeveen. Deze wordt omgevormd van zware verkeersweg tot recreatieve route met bestemmingsverkeer. Zie ook de uitwerking bij het AH-model. 3.2.3 De fietsroute Deze route ligt in grote lijnen al in het gebied. Ten zuiden van de uitbreiding van de begraafplaats is een reservering gemaakt voor een langzaam verkeer verbinding. Deze kan op bestaande wegen door het bedrijventerrein door getrokken worden, om vervolgens over de bestaande bruggen op het waterkwartier te komen. De route door het bedrijventerrein is thans sociaal onveilig. Vooral ’s avonds is het er donker en verlaten. Het realiseren van een dergelijke route kan een kapstok zijn om de bedrijventerrein te gaan ontwikkelen. Door hier een transformatie op gang te brengen waarbij ook wonen en werken in andere vormen dat productie ingebracht worden kan een levendige route ontwikkeld worden. 3.2.4 De werkboulevard De bestaande Handelsweg kenmerkt zich door een hoog achterkanten gehalte. Inmiddels worden bij de provinciale weg enkele showrooms voor auto’s ontwikkeld. Aansluitend op die ontwikkeling is in dit model gesteld hier een werkboulevard van te maken. Aan deze weg kan grootschalige en perifere detailhandel gevestigd worden. Hiermee kan ook een logische aantakking op de rondweg van Meppel gemaakt worden.
11
Figuur 3: Het Aldi-concept
12
4
Milieuzonering De groep milieuzonering heeft zich geconcentreerd op de milieubelasting op Oevers C-E-A en de kansen voor herstructurering in dit gebied gezien deze belasting. Het ging daarbij zowel om de huidige milieubelasting, als om een verkenning van de te verwachten milieubelasting als bepaalde functies uit het gebied zouden verdwijnen. Centraal stond de vraag in hoeverre de milieudruk in het gebied herstructurering mogelijk dan wel onmogelijk maakt.
4.1
Twee probleemgebieden Op basis van de meest recente gegevens m.b.t. milieubelasting werd duidelijk dat in het plangebied vier thema’s een belangrijke rol spelen in de mogelijkheid voor ontwikkeling. Dit zijn externe veiligheid, bodem, geur en geluid. Uit een eerste analyse kwam naar voren dat zich omtrent luchtkwaliteit (fijnstof en stikstofoxiden) geen knelpunten voordoen in het gebied. Ook niet als de verkeersdruk in de toekomst toeneemt door de aanleg van de Nieuwveense Landen. Uit de analyse kwam naar voren dat externe veiligheid in beperkte mate een belemmering vormt. Problemen met externe veiligheid (productie, opslag, gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen) hangen samen met drie LPG tanks in het gebied. Twee daarvan zijn ondergronds. Deze hebben een beperkte invloed op de omgeving omdat het invloedsgebied dat volgt uit de risicocontour slechts 45 meter is. Binnen deze zone is ontwikkeling nauwelijks mogelijk maar gezien de ruimtelijke structuur van het gebied ook nauwelijks te verwachten. Voor de bovengrondse tank is dit invloedsgebied 120 meter. Met een relatief geringe investering kan deze tank, gelegen bij het Tamoil complex, ondergronds worden geplaatst. Aan de Ceintuurbaan is nog een pompstation met een LPG tank nabij het te transformeren gebied. Deze zal naar het Bestluit externe veiligheid voor 2010 gesaneerd moeten worden. Bodemvervuiling komt als vanzelfsprekend op meerdere locaties in het gebied voor. De analyse heeft geen inzicht gegeven in de aard en omvang van de bodemvervuiling, maar het is op voorhand helder dat er bij herstructurering zowel nader onderzoek als sanering is vereist. Belangrijk is dat juist herstructurering hiertoe ook mogelijkheden biedt. De financiële meerwaarde van herstructurering vormt vaak het kader waarbinnen een sanering wordt bekostigd. Op basis van het eindgebruik van de gesaneerde locatie wordt besloten in welke mate sanering is benodigd. Dit aangezien een woonhuis scherpere eisen aan de bodemkwaliteit stelt dan bijvoorbeeld een parkeerplaats of groothandel.
13
Figuur 4: Milieucontouren (zonder geur)
4.2
Geurcontouren Problematischer is de milieudruk veroorzaakt door geur- en geluidsoverlast. De geurproblematiek hangt samen met drie bedrijven waarvan de derde, Pronk Kippenbroederij, een zeer beperkte reikwijdte kent (nauwelijks invloed buiten de eigen inrichting). De andere twee, VION (slachterij) en Agrifirm (veevoeders) zijn problematischer. Uitgaande van de kennis dat een geurconcentratie van 3 GE voor bestaande bebouwing de limiet is en 1 GE voor nieuwbouw van woningen, leggen beide bedrijven een flinke claim op de beschikbare ruimte voor ontwikkeling. VION leidt tot een overlast van boven de 3 GE in een relatief kleine zone (tot ruim 200 buiten de inrichting). Deze zone staat dus onder een vrij sterke milieudruk. Ook nagenoeg de gehele zone ten noorden van de Steenwijkerstaatweg / Ceintuurbaan is nog boven de 1 GE gelegen (zie foto). Wel is een drietal kanttekeningen op zijn plaats ten aanzien van deze geurhinder. Ten eerste is de exacte ligging van de contouren niet bepaald en zal dus nog nader onderzocht moeten worden. Het kan dus zijn dat enige ontwikkeling van woningen in deze
14
Figuur 5: Milieucontouren (met geur)
noordelijke zone toch mogelijk is. Ten tweede is de waarde van 1 GE als grens voor nieuwbouw een wettelijke indicatie en dus geen harde limiet. Gemotiveerd lijkt het zonder meer mogelijk om bij geringe overlast boven de 1 GE toch te bouwen. Daarin is onder meer de daadwerkelijke hinderbeleving een belangrijke richtlijn. Ten derde geldt de grens van 1 GE slechts voor woningbouw. Andere functies, als woon/werk milieus of detailhandel, zijn daarom nog steeds kansrijk in deze zone. Agrifirm leidt nergens tot een overlast van boven de 2 GE en heeft dus een beperkte impact. Het aantal van 4 klachten over 2006 bevestigt dit beeld. De 1 GE contour spreidt zich vooral uit naar het noorden en oosten (tot afstanden van ruim 1 kilometer) en begint gemiddeld pas op ruim 200 meter buiten het Agrifirm complex (zie foto). De oorzaak hiervan is gelegen in de heersende windrichting en de hoogte waarop de emissie van stank plaatsvindt (pas verderop wordt geur waargenomen). Belangrijk is dat Agrifirm niet voor een onoverkomelijke overlast zorgt. Vooral de geringe mate van overlast nuanceert de enorme omvang van de contour. Daarin zijn de kanttekeningen zoals gegeven bij de bespreking van VION ook hier van toepassing. 15
4.3
Geluidscontouren Geluid lijkt het grootste probleem. De huidige situatie laat in nagenoeg het gehele gebied geen woningbouw toe. In een zeer groot deel van het plangebied is nu nog sprake van een overschrijding van de wettelijke norm (geluidbelasting op de gevel van de woning >55 dB(A)). Hierop vormen enkele gebieden ten noorden van de Steenwijkerstaatweg / Ceintuurbaan en tussen de Zomerdijk en N375 de uitzondering. Deze geluidbelasting is afkomstig van verschillende bedrijven (industrielawaai) en het lokale wegverkeer (zie foto). Ondanks de hoogte van de belasting, lijkt geluid niet op voorhand een onoverkomelijk probleem te vormen. Ten eerste laat de belasting wel ontwikkelingen toe anders dan woningbouw. Ten tweede kan een te hoge belasting worden verminderd door zowel bron- als effectgericht beleid te voeren (isolatie / geluidswalwoningen / bufferzones / stille tuinen / dove gevels etc.). Ten derde is het op voorhand duidelijk dat transformatie zal leiden tot een verandering van de huidige belasting. Om hierover meer informatie te verkrijgen heeft Stroop raadgevende ingenieurs in opdracht van de provincie Drenthe een aanvullende analyse uitgevoerd. In deze analyse zijn geluidscontouren berekend voor gehele en gedeeltelijke transformatie van het plangebied. De resultaten van de analyse zijn opgenomen in bijlage 2. De belangrijkste conclusie van de aanvullende berekening is dat de aanwezigheid van industrie ten zuid-westen van het plangebied knelpunten oplevert. Nagenoeg het gehele gebied van Agrifirm, Pronk’s Broederij, Meppeler Beton Centrale en Constar Betonwaren kent in de nieuwe situatie een geluidbelasting boven de 50 dB(A). Een klein deel van het gebied kent een geluidbelasting boven de 55 dB(A). Stroop schat dat voor een geluidsbelasting van minder dan 55 dB(A) voor dit gebied ca. 10 – 15 bedrijven met 5 – 15 dB(A) dienen te worden gereduceerd. Dit is een ingrijpende operatie. Dat betekent dat voor een deel van het gebied mogelijk een andere invulling gezocht moet worden dan woningbouw.
16
4.4 Kansen door transformatie De milieugebruiksruimte in het plangebied is volgens de huidige situatie zeer beperkt voor woningbouw en zelfs beperkend voor andere functies. De mogelijkheden tot verbetering van de situatie zijn echter aanzienlijk. Dit kan o.a. door het verdwijnen van bedrijven, beperken van overlast en een meer gedetailleerde interpretatie van vooral de geurhinder. Daarin geldt voor elk van de individuele milieuthema’s: - Luchtkwaliteit vormt geen belemmering. - Externe veiligheid levert na verbetering nog nauwelijks belemmeringen op - Bodemvervuiling is oplosbaar en vormt in dat opzicht geen belemmering voor welke ontwikkeling dan ook, alleen welke investeringen met de bodemsanering gemoeid zijn kunnen beperkend werken. - Geurhinder is in ruimtelijke omvangrijk maar in mate van belasting beperkt. Woningbouw lijkt in beginsel niet onmogelijk daar wettelijke marges en aanpassingen aan bedrijfsprocessen mogelijkheden bieden. Op lange termijn lijkt uitplaatsing van vooral VION (voor het noordelijke gebied) en Agrifirm (voor het zuidelijke gebied) wenselijk. Meer gedetailleerde informatie is nodig voor meer inzicht. - Geluidhinder is omvangrijk en groot. Woningbouw is heden nauwelijks mogelijk. Verwijdering van bestaande bedrijven is noodzaak en kan zo veel milieugebruiksruimte creëren. Meer gedetailleerde informatie is nodig voor meer helderheid over welke dit moeten zijn. - Met een fors pakket van maatregelen kan een minimale milieukwaliteit gerealiseerd worden. Punt van discussie is daarbij in hoeverre deze minimale kwaliteit ook een duurzame leefkwaliteit oplevert. Gezien de mogelijkheden en zelfs waarschijnlijkheid van aanpassingen in vooral de bestaande geluidhinder luidt de overall conclusie dat herstructurering zal worden geconfronteerd met een serie milieuproblemen die echter niet onoplosbaar lijken. Er liggen dan ook kansen voor een omvangrijke herstructurering in het onderzochte gebied. Daarin lijken de kansen voor ontwikkeling op basis van de milieudruk op korte termijn (zie fotobeelden) het grootst in het gebied tussen de Zomerdijk en de N375. 17
5
Uitwerking van het voorkeursmodel Het plangebied wordt gekenmerkt door een rijke schakering aan verschillende gebieden met kansen. Al deze gebieden hebben een sterk eigen karakter en kunnen ook als zodanig ontwikkeld worden. De verschillende lijnen (schakels) vormen de verbindende factor tussen de gebieden. In al deze gebieden zal een gedegen inventarisatie van de gebouwen uit moeten wijzen of er nog monumentaal waardige gebouwen staan die op een goede manier her te gebruiken zijn. De gebieden kunnen allemaal op hun eigen tempo ontwikkeld worden. De sleutel voor de opgave is de fasering der dingen. Voor het AH model is vooral het ontwikkelingsgebied en het Agrifirmterrein van direct belang.
5.1
Het ontwikkelingsgebied (omgeving broederij tot aan het Meppelerdiep): Het gebied dat door de zwarte lijn doorsneden wordt is een gebied waarin een mix van werken, wonen, voorzieningen en zorg een plaats kan krijgen. Deze zone (tussen water en weg) vormt ook programmatisch een prima schakel tussen de stad en de wijk. In dit gebied kunnen voorzieningen gerealiseerd worden, die gerealiseerd zouden worden ten behoeve van de wijk Nieuwveense Landen. Naast deze voorzieningen kunnen diverse andere voorzieningen een plek krijgen. Alvorens hier uitspraken over te doen zal onderzocht moeten worden welk Figuur 6: Referentiebeelden waterkwartier
18
programma haalbaar is en hoe dit past in het beleid van de branchering van de diverse bedrijventerrein in Meppel. In dit gebied wordt stedenbouwkundig een heldere verkaveling nagestreefd met een ruimtelijke hoofdas die gericht is op de kerk. Aan de hoofdas worden massa’s georiënteerd die de hoofdas begeleiden. Deze worden tot maximaal 4 hoog. De zijstraten verlopen van karakter. De gebouwen dicht bij de hoofdas zijn stevig van vorm en maat en de gebouwen dichter tegen de groene lijn of tegen de bestaande bebouwing passen zich aan, aan de situatie. Dit gebied krijgt een voorzijde naar de provinciale weg, hier vormt een rotonde de entree voor de wijk en voor de nieuwbouwwijk Nieuwveense Landen. Aan de zijde van het Meppelerdiep neemt het gebied meer het karakter aan van het water. Hier komt de nadruk te liggen op brede openbare oevers. De bouwmassa’s mogen hier ook meer aansluiten op de maat van het water en dus hoger en volumineuzer worden.
5.2
Het waterkwartier Het waterkwartier vormt een bijzondere, afgesloten eenheid. Het kan een ontspannen wooneiland worden met grondgebonden woningen. Het eiland kan een sterke watersfeer krijgen. Dit kan vorm krijgen door een enkele kraan te laten staan, de kadeverharding te hergebruiken en een silo te laten staan voor publiekgebruik. De woningen kunnen op diverse milieus georiënteerd worden. Er zijn woningen die aan het water op de kade staan, er zijn woningen die georiënteerd zijn op een te realiseren groenstrook in het midden van het eiland en er zijn woningen die georiënteerd zijn op de dwarslijnen die zicht geven op water en groen. Op de kop van het eiland komt een stevig gebouw dat een landmark vormt voor de hele omgeving. Dit gebouw moet een hoogte accent zijn in de stad, en kan een hoogte krijgen van 100 meter.
19
5.3
Het Viongebied Het gebied rond de varkensslachterij Vion kan getransformeerd worden tot een stedelijk landschap dat zich voornamelijk richt op het water. Functioneel gezien kan gezocht worden naar een stadsmilieu waar een combinatie van werken, water en wonen tot de mogelijkheden behoord. In dit gebied zijn al enkele insteekhavens en watersport gerelateerde bedrijven gevestigd. Door meerdere nieuwe insteekhaven voor te stellen, worden hier mogelijkheden gemaakt voor woon- en werkmilieus aan en op het water. In dit gebied kunnen diverse ontwikkelingen plaatsvinden die gebaat zijn bij privé-oevers. Ontwikkelingen worden gestuurd op een maritiem karakter.
5.4
Oude Vaart De werkgebied Oude Vaart wordt omgevormd tot een woonwijk van niveau. Op deze manier krijgt de bestaande jaren 60 wijk een voorkant aan het kanaal. De oever, de Paradijsweg, wordt openbaar ingericht een vormt een uitloop voor de wijk en verknoopt het park met het centrum en de campus. Bij de herontwikkeling van dit gebied zijn er enkele gebouwen her te gebruiken. In de huidige situatie is aan de Paradijsweg al één pand herontwikkeld tot een werklocatie. Dit soort ontwikkelingen geven extra kleur aan de transformatie. Uit de analyse van Stroop blijkt dat de bestaande geluidscontouren geen belemmering vormen voor ontwikkeling van dit gebied. Geurcontouren vormen waarschijnlijk wel een belemmering.
Figuur 7: Refentiebeelden campus Agrifirm
20
5.5
Agrifirm : De campus van Meppel Het terrein van Agrifirm is uniek. De ligging aan het water, de prachtige cultuurhistorisch gebouwen, het industrieel erfgoed, en de ligging grenzend aan het centrum maakt dat deze plek een bijzonder stadsmilieu aan Meppel kan toevoegen. Nu is het cluster nog afgesloten voor publiek en wordt het enkel bedrijfsmatig gebruikt. Het terrein brengt voor de binnenstad van Meppel diverse problemen met zich mee. Op en naar het terrein rijden veel vrachtwagens die zich door de stad moeten wringen. Daarmee zijn er nog productiefaciliteiten die hinder en planologische belemmeringen voor andere functies met zich meebrengen. In het voorkeursmodel vormt het Agrifirm-terrein een essentiële schakel in de stedenbouwkundige trits van centrum naar nieuwbouwwijk. Maar het Agrifirm-terrein vormt ook een nieuw stadsmilieu dat Meppel nog niet heeft en waarmee het kan wedijveren met de steden van rondom, bijvoorbeeld Zwolle. Dit kan een hoogwaardig stedelijk landschap worden. Een campus waar je met trots wilt zijn, een werk- en woonlandschap dat zijn weerga in dit deel van Nederland niet kent. Een Campus waar het hoofdkantoor van Agrifirm de parel is.
21
Als: - het terrein de productie kwijt raakt en het hoofdkantoor hier gevestigd blijft. - gebouwen herbestemd worden en er enkele nieuwe gebouwen toegevoegd worden. - dit ensemble van gebouwen op een prachtige stedelijke vloer komen te staan de een sfeer uit ademen van water en stad. - de oevers vanuit de stad door dit gebied heen openbaar zijn en openbaar gebruikt kunnen gaan worden. - hier functies toegevoegd kunnen worden als een hotel met een goed restaurant, prachtige stadswoningen en representatieve kantoorruimte. - hier met een goede inrichting en enkele grote lommerrijke bomen een prettige verblijfssfeer ontstaat. Dan: - ontstaat er een stedelijk milieu dat Meppel nog niet kent. - kan dit een unieke campus worden waarmee Meppel haar relatie met het water kan herstellen. - ontstaat er een plek waarmee Meppel zich kan onderscheiden met andere steden in de regio, bijvoorbeeld Zwolle. - ontstaat er een perfecte schakel tussen binnenstad en het Meppelerdiep en tussen binnenstad en de Nieuwveense Landen. Deze campus wordt een plek waar Agrifirm met trots haar hoofdkantoor wil vestigen. Voor Agrifirm is de productie op deze plek al behoorlijk afgenomen en is ook wel duidelijk dat het niet houdbaar is op deze plek voor de verre toekomst. In een gesprek met Agrifirm kan onderzocht worden wat de mogelijkheden zijn.
22
Figuur 8: AH model uitgewerkt
23
6
Conclusies en aanbevelingen: De Meppeler kanskaart
6.1
Belangrijkste conclusies - Agrifirm is een hoogwaardige schakel in de stedenbouwkundige trits van centrum naar nieuwbouwwijk. Dat biedt grote kansen. Transformatie van het gebied kan een factor van belang zijn voor het behoud van Agrifirm voor Meppel. - Hoewel tijdens de charrette voor diverse milieuthema’s een goed beeld is ontstaan van de aan die thema’s gerelateerde milieuruimte, hebben we met name voor het thema geluid de analyse niet volledig kunnen uitvoeren. Op basis van aanvullende analyses blijkt dat geluid met name in het zuid-westelijke deel van het plangebied een knelpunt is (zie bijlage 2). - Zelfs wanneer alle belasting is beperkt en woningbouw wettelijk kan, is het nodig de vraag te beantwoorden of de dan nog steeds lage milieukwaliteit acceptabel wordt geacht. - Uitwerking van het AH-model verdient de voorkeur boven het Aldi-model. Belangrijk uitgangspunt hierbij is: Nieuwveense Landen begint in de stad bij het Agrifirmterrein. - Fasering: bij de ontwikkeling van het voorkeursmodel vormt de broederij van Pronk de spil in de planvorming. Als dit bedrijf uitgeplaatst wordt, kunnen de belangrijkste ontsluitingen gerealiseerd worden.
6.2
Aanbevelingen - Neem het plangebied op in de stadsvisie. Geef daarbij duidelijk aan wat de ambitie is van de gemeente. - Kies bij het ontwikkelen van een brede beleidsvisie voor een lange tijdshorizon waarin het uitsaneren van bestaande bronnen van belasting voorafgaat aan meer omvangrijke nieuwbouw. - Onderzoek als gemeente de rollen die je ambieert in het planproces en bij de ontwikkeling van het gebied. Maak daarbij keuzes over waar je als gemeente nauw bij betrokken wilt zijn en bij welke ontwikkelingen je meer op afstand blijft. - Start eventuele ontwikkelingen in het gebied tussen de Zomerdijk en de N375 (bij de broederij van Pronk). - Er zal een geleidelijk transformatieproces moeten worden ingezet zodat met de thans zittende bedrijven tot overeenstemming kan worden komen tot een gedeeltelijke of gehele transformatie.
24
Bijlagen 1
Deelnemerslijst Naam Gert de Roo* Willem J. Spreeuwers Chris Zuidema Wijnand Bouw Klaas Jan Noorman Gerwin Wiersma Rink Vegelin Brenda Vrieling* Marco Oving Ina Eleveld Hanneke Spiertz Carolien van de Bles Kees Offringa Herman van de Maas* Ben Diender Serge Vonk* Gereon Bargeman** Han Tissingh Helma Stoffer Eddy Boersma
organisatie RuG, planologie RuG, planologie RuG, planologie Bosch-Slabbers KNN Milieu KNN Milieu Provincie Drenthe Provincie Drenthe Provincie Drenthe Gemeente Meppel Gemeente Meppel Gemeente Meppel Gemeente Meppel Gemeente Meppel Gemeente Meppel Gemeente-/Imoss Gemeente/Imoss Gemeente Meppel Gemeente Meppel Gemeente Meppel
* aanwezig op 5 juni ** aanwezig op 6 juni Team 1: team milieuzonering Team 2: ruimtelijk ontwerp team Libero = vrije rol, niet gebonden aan een team.
25
expertise Milieuzonering Milieuzonering Milieuzonering Stedenbouw duurzaamheid Energie RO Milieuvergunningen Verkeer & Vervoer PL Nieuwveense Landen Stedenbouwkundige Groen & water Milieuzonering Planeconoom Stedenbouwkundige Landschapsarchitect Stedenbouwkundige bedrijfscontactfunctionaris Bodem Vergunningen
Team Libero 1 1 2 Libero 1 Libero 1 1 Libero 2 2 1 Libero 2 2 2 1 1 1
Rol Inbreng kennis zoneringen Inbreng kennis zoneringen Inbreng kennis zoneringen Ontwerper Algemene coördinatie Duurzaamheidaspecten Algemeen Kennis mogelijkheden vergunningen Mobiliteit/aansluitingsmogelijkheden Algemeen Ontwerper Ruimtelijke kwaliteit Inbreng kennis zoneringen Algemeen Stedelijk ontwerp Ontwerper Ontwerper Kennis van bedrijven in plangebied Inbreng kennis bodemverontreiniging Kennis mogelijkheden vergunningen
2
Aanvullende analyse geluidscontouren Door Stroop raadgevende ingenieurs is na afloop van de charrette specifiek voor het onderdeel geluid een analyse uitgevoerd om inzicht te krijgen in de effecten van geluid in en rondom het plangebied. Hierbij is zowel het eindbeeld berekend, als ook een aantal mogelijke tussenvarianten (fasering). Inventarisatie aantal bedrijven: - Op het terrein Oude Vaart bevinden zich 20 bedrijven; - Op het terrein Oevers (doorgang naar Nieuwveense Landen) bevinden zich 3 bedrijven; - Op het terrein Oevers (waterkwartier) bevinden zich 6 bedrijven; - In het gebied Steenwijkerstraatweg bevinden zich 14 bedrijven. Eindbeeld: Allereerst is de geluidbelasting aangegeven op 5 meter boven maaiveld (figuur 1/10) en 20 meter boven maaiveld (figuur 2/10). Hierbij is uitgegaan van volledige amovering van de bestaande (geluidsproducerende) bedrijven in het plangebied. Duidelijk is dat met name aan de westzijde van het plangebied de nodige geluidstechnische belemmeringen liggen voor een herontwikkeling van het plangebied (zie ook 7; conclusies) Faseringsbeelden: Aansluitend op het eindbeeld zijn een aantal opeenvolgende faseringsbeelden gemaakt die steeds een groter deel van het uiteindelijke eindbeeld omvatten, te weten: - ontwikkeling gebied Oude vaart (figuur 3/10 en 4/10) - ontwikkeling gebied Oude Vaart en gebied (rond) Agrifirm (figuur 5/10 en 6/10) - ontwikkeling gebied Oude Vaart, gebied (rond) Agrifirm en doorgang Pronk (figuur 7/10 en 8/10) - ontwikkeling gebied Oude Vaart, gebied (rond) Agrifirm, doorgang Pronk MBC en Constar (figuur 9/10 en 10/10); Als conclusie kan worden getrokken dat het gebied Oude vaart met betrekking tot geluid relatief eenvoudig kan worden herontwikkkeld, zonder belemmeringen vanuit omliggende werkgebieden. De ontwikkeling van het gebied Oude Vaart tezamen met het gebied (rond) Agrifirm (figuur 5/10 en 6/10) ligt vooral lastig door de geluidsproducerende bedrijven aan de westzijde van het uiteindelijke plangebied, gecombineerd met bedrijven in het gebied Waterkwartier. Verder kan geconcludeerd worden dat het gebied Waterkwartier eigenlijk gelijk mee moet worden genomen gezien de belasting vanuit dit gebied op het noordelijk gelegen deel.
26
Bedrijvenoverzicht plangebied Nieuweveenselanden/centrum Oude Vaart (20 bedrijven) - Boom; - Brandweerkazerne; - Buderus Energietechniek; - Colors @ Home; - Datell Automatisering; - Ferwerda Automaterialen; - Ford; - Glasstudio Warram; - Go For It Sports; - HeftruckOC; - Hogendoorn Meubelen; - Joontjes; - Machinefabriek Hemos; - Nijsingh Autoherstelbedrijf; - Oldtimerclub; - Roldusol; - Scholtens Kantoormachines; - Van den Berg Meubelindustrie; - Van den Hoogen; - Van Dijk Autoschadeherstelbedrijf. Oevers (doorgang naar Nieuweveenselanden) (3 bedrijven) - Agrifirm (veevoederfabriek, meststoffenopslag en Welkoopwinkel); - Concordia; - Pronk’s Broederij.
27
Oevers (Waterkwartier) (6 bedrijven) - Bralten; - Constar Betonwaren; - Dakdekkersbedrijf Harskamp; - Meppeler Beton Centrale; - Meppeler Overslag Bedrijf; - VOF Westerhuis. Steenwijkerstraatweg (14 bedrijven) - Alberts; - Damco Scheepvaart; - De Jong Metaalhandel; - Hendrix Meat Group; - Hiab Leebur; - Mini Opslag Meppel; - Motorenrevisie; - Pro Aqua; - Ruinemans Kaas; - Tabak Metaalbewerking; - Van Dongen; - Veenstra; - Vogelkliniek; - Wout Liezen.
Stroop raadgevende ingenieurs bv Projectnr.: 991016-18-00
Figuur 1/10 Geluidscontour bij volledige transformatie plangebied LEGENDA < 45.0 dB(A) 45.0 - 50.0 dB(A) 50.0 - 55.0 dB(A) 55.0 - 60.0 dB(A)
525000
60.0 - 65.0 dB(A) 65.0 - 70.0 dB(A) > 70.0 dB(A) periode:
Etmaal Plangebied excl. Oude Vaart, Nie
45.0
524750
0m
200 m
schaal = 1 : 7500 oorsprong = 208250, 523250
524500
50.0
524250
50.0
55.0
55.0
65.0 524000
60.0 60.0
55.0
523750
60.0 55.0 523500
523250 208250
208500
208750
209000
209250
209500
Industrielawaai - IL, ZB Meppel 2007 (inpassing mutaties) - Plangebied Nieuweveenselanden/centrum (grid o - Plangebied excl. Oude Vaart, Nieuweveenseland [C:\Documents and Settings\cornelisb\Bureaublad\ZB
Geluidscontour op 5 meter boven maaiveld
28
Stroop raadgevende ingenieurs bv Projectnr.: 991016-18-00
Figuur 2/10 Geluidscontour bij volledige transformatie plangebied LEGENDA < 45.0 dB(A) 45.0 - 50.0 dB(A) 50.0 - 55.0 dB(A) 55.0 - 60.0 dB(A)
525000
60.0 - 65.0 dB(A) 65.0 - 70.0 dB(A) > 70.0 dB(A) periode:
Etmaal Plangebied excl. Oude Vaart, Nie
524750
0m
45.0
200 m
schaal = 1 : 7500 oorsprong = 208250, 523250
524500
50.0
524250
50.0 50.0
55.0 60.0
524000
65.0
55.0
523750
55.0 60.0 523500
523250 208250
208500
208750
209000
209250
209500
Industrielawaai - IL, ZB Meppel 2007 (inpassing mutaties) - Plangebied Nieuweveenselanden/centrum (grid o - Plangebied excl. Oude Vaart, Nieuweveenseland [C:\Documents and Settings\cornelisb\Bureaublad\ZB
Geluidscontour op 20 meter boven maaiveld
29
Stroop raadgevende ingenieurs bv Projectnr.: 991016-18-00
Figuur 3/10 Geluidscontour Oude Vaart LEGENDA < 45.0 dB(A) 45.0 - 50.0 dB(A) 50.0 - 55.0 dB(A) 55.0 - 60.0 dB(A)
525000
60.0 - 65.0 dB(A) 65.0 - 70.0 dB(A) > 70.0 dB(A) periode:
Etmaal Plangebied excl. Oude Vaart
524750
0m
200 m
schaal = 1 : 7500 oorsprong = 208250, 523250
524500
50.0
524250
50.0
524000
523750
523500
523250 208250
208500
208750
209000
209250
209500
Industrielawaai - IL, ZB Meppel 2007 (inpassing mutaties) - Plangebied Nieuweveenselanden/centrum (grid o - Plangebied excl. Oude Vaart [C:\Documents and Settings\cornelisb\Bureaublad\ZB Oevers 2007 (Nieu
Geluidscontour op 5 meter boven maaiveld
30
Stroop raadgevende ingenieurs bv Projectnr.: 991016-18-00
Figuur 4/10 Geluidscontour Oude Vaart LEGENDA < 45.0 dB(A) 45.0 - 50.0 dB(A) 50.0 - 55.0 dB(A) 55.0 - 60.0 dB(A)
525000
60.0 - 65.0 dB(A) 65.0 - 70.0 dB(A) > 70.0 dB(A) periode:
Etmaal Plangebied excl. Oude Vaart
524750
0m
200 m
schaal = 1 : 7500 oorsprong = 208250, 523250
524500
55.0
50.0
524250
524000
523750
523500
Toelichting bij figuur 4: voor een geluidsbelasting lager dan 55 dB(A) voor het gehele plangebied Oude Vaart dienen 2 à 3 bedrijven 523250 208250
208500
208750
209000
209250
209500
Industrielawaai - IL, ZB Meppel 2007 (inpassing mutaties) - Plangebied Nieuweveenselanden/centrum (grid o - Plangebied excl. Oude Vaart [C:\Documents and Settings\cornelisb\Bureaublad\ZB Oevers 2007 (Nieu
Geluidscontour op 20 meter boven maaiveld
31
met 3 tot 5 dB te worden gereduceerd.
Stroop raadgevende ingenieurs bv Projectnr.: 991016-18-00
Figuur 5/10 Geluidscontour Oude Vaart en Agrifirm LEGENDA < 45.0 dB(A) 45.0 - 50.0 dB(A) 50.0 - 55.0 dB(A) 55.0 - 60.0 dB(A)
525000
60.0 - 65.0 dB(A) 65.0 - 70.0 dB(A) > 70.0 dB(A) periode:
Etmaal Plangebied excl. Oude Vaart en A
524750
0m
200 m
schaal = 1 : 7500 oorsprong = 208250, 523250
524500
50.0
524250
524000
55.0
65.0
60.0
523750
523500
523250 208250
208500
208750
209000
209250
209500
Industrielawaai - IL, ZB Meppel 2007 (inpassing mutaties) - Plangebied Nieuweveenselanden/centrum (grid o - Plangebied excl. Oude Vaart en Agrifirm (veev [C:\Documents and Settings\cornelisb\Bureaublad\ZB O
Geluidscontour op 5 meter boven maaiveld
32
Stroop raadgevende ingenieurs bv Projectnr.: 991016-18-00
Figuur 6/10 Geluidscontour Oude Vaart en Agrifirm LEGENDA < 45.0 dB(A) 45.0 - 50.0 dB(A) 50.0 - 55.0 dB(A) 55.0 - 60.0 dB(A)
525000
60.0 - 65.0 dB(A) 65.0 - 70.0 dB(A) > 70.0 dB(A) periode:
Etmaal Plangebied excl. Oude Vaart en A
524750
0m
200 m
schaal = 1 : 7500 oorsprong = 208250, 523250
524500
55.0
50.0
524250
524000
55.0 65.0
60.0
523750
523500
523250 208250
208500
208750
209000
209250
209500
Industrielawaai - IL, ZB Meppel 2007 (inpassing mutaties) - Plangebied Nieuweveenselanden/centrum (grid o - Plangebied excl. Oude Vaart en Agrifirm (veev [C:\Documents and Settings\cornelisb\Bureaublad\ZB O
Geluidscontour op 20 meter boven maaiveld
33
Stroop raadgevende ingenieurs bv Projectnr.: 991016-18-00
Figuur 7/10 Geluidscontour Oude Vaart, Agrifirm en doorgang naar Pronk LEGENDA < 45.0 dB(A) 45.0 - 50.0 dB(A) 50.0 - 55.0 dB(A) 55.0 - 60.0 dB(A)
525000
60.0 - 65.0 dB(A) 65.0 - 70.0 dB(A) > 70.0 dB(A) periode:
Etmaal Plangebied excl. Oude Vaart en d
524750
0m
200 m
schaal = 1 : 7500 oorsprong = 208250, 523250
524500
50.0 50.0
524250
60.0
55.0
524000
60.0
55.0 65.0
523750
523500
523250 208250
208500
208750
209000
209250
209500
Industrielawaai - IL, ZB Meppel 2007 (inpassing mutaties) - Plangebied Nieuweveenselanden/centrum (grid o - Plangebied excl. Oude Vaart en doorgang naar [C:\Documents and Settings\cornelisb\Bureaublad\ZB
Geluidscontour op 5 meter boven maaiveld
34
Stroop raadgevende ingenieurs bv Projectnr.: 991016-18-00
Figuur 8/10 Geluidscontour Oude Vaart, Agrifirm en doorgang naar Pronk LEGENDA < 45.0 dB(A) 45.0 - 50.0 dB(A) 50.0 - 55.0 dB(A) 55.0 - 60.0 dB(A)
525000
60.0 - 65.0 dB(A) 65.0 - 70.0 dB(A) > 70.0 dB(A) periode:
Etmaal Plangebied excl. Oude Vaart en d
524750
0m
200 m
schaal = 1 : 7500 oorsprong = 208250, 523250
524500
55.0 50.0 50.0
524250
55.0
60.0
65.0
524000
60.0
55.0
523750
523500
523250 208250
208500
208750
209000
209250
209500
Industrielawaai - IL, ZB Meppel 2007 (inpassing mutaties) - Plangebied Nieuweveenselanden/centrum (grid o - Plangebied excl. Oude Vaart en doorgang naar [C:\Documents and Settings\cornelisb\Bureaublad\ZB
Geluidscontour op 20 meter boven maaiveld
35
Stroop raadgevende ingenieurs bv Projectnr.: 991016-18-00
Figuur 9/10 Geluidscontour Oude Vaart, Agrifirm, Pronk, MBC en Constar LEGENDA < 45.0 dB(A) 45.0 - 50.0 dB(A) 50.0 - 55.0 dB(A) 55.0 - 60.0 dB(A)
525000
60.0 - 65.0 dB(A) 65.0 - 70.0 dB(A) > 70.0 dB(A) periode:
Etmaal Plangebied excl. Oude Vaart, doo
524750
0m
200 m
schaal = 1 : 7500 oorsprong = 208250, 523250
524500
50.0
50.0
524250
50.0
55.0
65.0 524000
55.0 60.0
55.0
523750
60.0 55.0 523500
523250 208250
208500
208750
209000
209250
209500
Industrielawaai - IL, ZB Meppel 2007 (inpassing mutaties) - Plangebied Nieuweveenselanden/centrum (grid o - Plangebied excl. Oude Vaart, doorgang naar Ni [C:\Documents and Settings\cornelisb\Bureaublad\ZB O
Geluidscontour op 5 meter boven maaiveld
36
Stroop raadgevende ingenieurs bv Projectnr.: 991016-18-00
Figuur 10/10 Geluidscontour Oude Vaart, Agrifirm, Pronk, MBC en Constar LEGENDA < 45.0 dB(A) 45.0 - 50.0 dB(A) 50.0 - 55.0 dB(A) 55.0 - 60.0 dB(A)
525000
60.0 - 65.0 dB(A) 65.0 - 70.0 dB(A) > 70.0 dB(A) periode:
Etmaal Plangebied excl. Oude Vaart, doo
524750
0m
200 m
schaal = 1 : 7500 oorsprong = 208250, 523250
524500
55.0
50.0
50.0
524250
55.0 60.0
524000
Toelichting bij figuur 10: voor een geluidsbelasting lager dan 55 dB(A) voor het gehele
65.0
plangebied 55.0
Agrifirm, Pronk’s Broederij, Meppeler Beton Centrale en Constar Betonwaren, dienen circa 10 tot 15 bedrijven met 5 tot 15 dB te worden
523750
gereduceerd. Dit is een zeer ingrijpende operatie.
55.0
Daarnaast merken wij op dat scheepswerf De
60.0 523500
Kaap middels een fictieve geluidsbron in het zonemodel is opgenomen. Voor een verdere uitwerking van het plan zal de scheepswerf van De Kaap nader moeten worden
523250 208250
208500
208750
209000
209250
209500
Industrielawaai - IL, ZB Meppel 2007 (inpassing mutaties) - Plangebied Nieuweveenselanden/centrum (grid o - Plangebied excl. Oude Vaart, doorgang naar Ni [C:\Documents and Settings\cornelisb\Bureaublad\ZB O
Geluidscontour op 20 meter boven maaiveld
37
beschouwd.
38