Grounds for Change Typisch Vries in Drenthe “de ruggen op, de beken uit”
Inhoud
Woord vooraf
3
1
Lommerijke & duurzame dynamiek in Vries
6
2
Analyse van de uitgangssituatie
8
3
Criteria voor de teams
14
4
Integrale oplossingen
16
5
Deeloplossingen en dilemma’s
28
6
Conclusies & aanbevelingen
31
Deelnemers
34
Colofon Dit is een uitgave van de provincie Drenthe in samenwerking met februari 2008
Woord vooraf Een perfecte grondlegger voor ruimtelijk beleid De charrette is de afgelopen jaren een gewaardeerd instrument geworden om de vele kansen in kaart te brengen die ruimtelijke ontwikkeling biedt. De Grounds for Change-gedachte, waar de charrettes (energie-werkateliers) uit zijn voortgekomen, is gebaseerd op de overtuiging dat de klimaat- en energieproblematiek vraagt om een doordachte aanpak van nieuwe plannen in onze leefomgeving. Daarbij moet duurzaamheid centraal staan. Die doordachte aanpak ontstaat in de charrettes die de provincie al verschillende gemeenten heeft aangeboden. In de zeer praktisch ingestoken werksessies buigen verschillende deskundigen zich over allerlei duurzaamheidsvragen. Wat betekent de noodzaak van energiezuinig wonen bijvoorbeeld voor de inrichting van nieuwe woongebieden? De charrettes moeten creatieve, vernieuwende planningsconcepten opleveren. En dat lukt. In een paar dagen tijd denken ontwerpers, planners, architecten, stedenbouwkundigen, energiedeskundigen, waterspecialisten en landschapsarchitecten intensief na over integrale oplossingen voor een ontwerpvraag. Ideeën worden verzameld, gesorteerd en op bruikbaarheid getoetst. De resultaten worden zoveel mogelijk in beelden gepresenteerd. Een charrette is daarnaast ook een ontmoeting tussen partijen die elkaar normaal gesproken vóór de planvorming niet zo snel tegenkomen. Marktpartijen, overheden, bestuurders en wijkverenigingen of anderszins georganiseerde bewoners horen van elkaar wat ze belangrijk vinden. Dat draagt bij aan wederzijds begrip en dus aan draagvlak voor de uiteindelijke plannen. In Drenthe zijn al charrettes gehouden in Borger, Emmen, Meppel, Assen en nu ook VriesOost in de gemeente Tynaarlo. De deelnemers zijn enthousiast over het instrument en over de uitkomsten.
3
Dat succes vraagt om een vervolg. De provincie Drenthe heeft besloten geld te reserveren om alle Drentse gemeenten charrettes aan te bieden bij het ontwikkelen van een nieuwbouwwijk of voor het herstructureren van een oudere woonwijk. De provincie wil het instrument Charrette ook verder verdiepen. Naast klimaat en energie zijn er meer aspecten die vragen om een vroegtijdige afweging. Milieu, natuur, water en misschien straks zelfs wel economische aspecten. De charrette ontwikkelt zich tot de perfecte onderlegger voor integraal ruimtelijk beleid. Ik hoop dat de gemeente Tynaarlo met voortvarendheid aan het werk gaat om van VriesOost een succes te maken. De uitkomsten van deze charrette zullen daarbij een belangrijke inspiratiebron zijn. Tanja Klip-Martin Gedeputeerde provincie Drenthe
4
Woord vooraf Van alle ambitieuze plannen die we in onze gemeente hebben op het gebied van woningbouw en wijkvernieuwing is de uitbreiding van Vries in een aantal opzichten het meest ambitieuze: het grootste aantal huizen, een vernieuwend niveau van duurzaamheid, een versterking van het bestaande landschap en een impuls voor het dorp Vries, dat is wat we minimaal willen bereiken. Bij een ambitieus plan past een vernieuwende werkwijze. We waren dan ook blij met het aanbod van de provincie Drenthe om de aftrap van het project op een bijzondere wijze te verrichten met een charrette. Ruim 30 deskundigen, ambtenaren, betrokkenen, belanghebbenden vanuit allerlei vakgebieden hebben gedurende 2 dagen hun kennis en creativiteit laten schijnen over de uitbreiding van Vries. Dat heeft geleid tot een bonte verzameling ideeën en een aantal integrale oplossingen waar we mee verder kunnen werken. De resultaten van de charrette treft u op de bladzijden hierna aan. Er is in twee dagen tijd heel wat werk verzet. De contouren van een ambitieus plan staan op papier en de onderdelen ervan zijn van vele kanten belicht. Wat mij betreft is de charrette een werkwijze die we vaker gaan inzetten. Jan Rijpstra, burgemeester
5
1
Lommerijke & duurzame dynamiek in Vries
1.1
Aanleiding Aan de toekomstige uitbreiding van Vries stelt de gemeente Tynaarlo hoge eisen. Het gemeentelijk structuurplan omschrijft de gewenste ontwikkeling als “lommerijke dynamiek”. De bouw van (op termijn) circa 550 woningen wordt gecombineerd met landschap, water en recreatie. Deze ontwikkeling heeft impact op het hele dorp en is mede ingegeven door de ligging in de regio Groningen-Assen. De gemeenteraad heeft bovendien de ambitie uitgesproken bij deze gebiedsontwikkeling een innovatief niveau van duurzaamheid na te streven. Een dergelijke ambitie vraagt erom vroeg in het planproces na te denken over de uitgangspunten en randvoorwaarden waarmee rekening moet worden gehouden. Met dit doel heeft het Tynaarlose College van Burgemeester en Wethouders in oktober 2007 een “charrette” georganiseerd. In de tweedaagse bijeenkomst hebben verschillende deskundigen op het gebied van water, energie, landschap, stedenbouw en architectuur tezamen met de gemeente onderzocht op welke wijze de ambities kunnen worden vertaald. Het College gebruikt de charrette als aftrap voor het ontwerp- en planproces en ziet in de integrale uitkomsten een eerste zoekrichting voor het vervolg.
1.2
De charrette als werkwijze Het Franse woord “charrette” betekent letterlijk kar. Een charrette was een kar met twee wielen waarmee in het 19e eeuwse Parijs de werkstukken van de studenten van de École des Beaux Arts werden opgehaald om ze naar de examencommissie te brengen. Het verhaal gaat dat de studenten kunst en architectuur tijdens die rit probeerden met een laatste ‘finishing touch’ de werkstukken af te ronden. Het woord charrette staat dus voor een laatste inspanning om vlak voor het verstrijken van de deadline een zo goed mogelijk resultaat te bereiken.
6
Een charrette anno 2007 is een werkwijze om duurzaamheid en energievraagstukken beter te betrekken bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen. Deze hedendaagse charrettes zijn ontwikkeld in het project Grounds for Change (www.groundsforchange.nl). Ook nu wordt in een multidisciplinair team onder tijdsdruk gewerkt aan een concreet resultaat. De presentatie is vooral visueel en beeldend. Het creatieve aspect speelt een grote rol. Het is niet de bedoeling zaken in detail door te rekenen. Goede argumenten spelen wel een belangrijke rol. Het multi disciplinaire karakter zorgt dat men kan zoeken naar synergie waarbij een maatregel meerdere problemen kan oplossen. Ook kunnen conflicterende oplossingen in beeld komen met zoveel expertise aan tafel. De provincie Drenthe ondersteunt met het aanbieden van charrettes de energie- en duurzaamheidambities van Drentse gemeenten.
7
2
Analyse van de uitgangssituatie In de charrette is onderzocht waarmee de gemeente rekening moet houden bij het vertalen van de globale ambities. Daarvoor is in de verschillende teams (dorp, regio, duurzaamheid) eerst een analyse gemaakt van de uitgangssituatie. De gemeentelijke beleidsuitgangspunten zijn waar nodig nader geconcretiseerd op basis van een multi disciplinaire discussie en een fietstocht door Vries.
2.1
Duurzame ontwikkeling Bij duurzame ontwikkeling wordt gezocht naar oplossingen die zowel op de lange termijn houdbaar zijn en dus veranderingen kunnen verdragen, maar die ook tegemoet komen aan de hedendaagse behoefte. Ontwikkelen met oog voor landschap, water en cultuurhistorie is daarbij de basis. 2.1.1 Esdorp, water, houtwallen en bos als landschapskenmerken In de ruimtelijke opbouw van Vries is de landschappelijke onderlegger nog redelijk goed te herkennen. Vries is een esdorp dat door de ligging op de relatief smalle zandrug langgerekt is ontwikkeld. De brink is een Kerkbrink of cafébrink. De kerk ligt verhoogd met een eigen omzoming (eiken krans). Boerderijen stonden met de schuurzijde naar de brink toe. Aan de achterzijde was vaak geen ingang. De Suud brink (bij het oude gemeentehuis) en het Cockse brinkje (Oude Asserstraat) zijn verdwenen. Vries is aan weerszijden omgeven door een beekdal. Aan de westzijde is het beekdal van de Zeijer Stroeten nog grotendeels intact. Het beekdal bij de Nieuwe Stukken is eigenlijk een brongebied voor het stroomgebied van het Eelderdiep, wat sterk aan herkenbaarheid heeft ingeboet door de aanleg van het Noord Willemskanaal en de A28. Uitgangspunt is het versterken van de herkenbaarheid en de functionaliteit van het regionale beekdalsysteem. Het landschap vormde als het ware de “longen” van het dorp. De landschapsopbouw met het uitwaaierende wegenpatroon, de essen en de lage gronden met de prachtige houtwallen zijn voor een deel nog herkenbaar. Zo bestaat een deel van de es nog, bijvoorbeeld bij Vries West. Vries West is een prachtig voorbeeld van een woonwijk met een goede landschappelijke rand naar het landschap. Hier is een boomweide van eiken in het gras die de intermediair is tussen wijk en landschap. Daarnaast opent de wijk zich op verschillende plekken zodat de relatie tussen de wijk en het landschap optimaal is. De landschappelijke kwaliteit van Vries West is een uitgangspunt voor de nieuwe uitbreiding.
8
Veel van de oude houtwallen zijn bewaard gebleven in de uitbreidingen van de jaren 1960 (Esveen) en 1970 (Fledders). Niet overal is het contact met het landschap echter nog herkenbaar aanwezig. Op sommige plekken is het dorp met de rug naar het omringend landschap komen te liggen. Als gevolg van vleksgewijze uitbreidingen uit de jaren tachtig (Fledders) en negentig (Diepsloot) zijn min of meer gesloten wijken ontstaan en is het oorspronkelijke karakter van het hele dorp minder herkenbaar geworden. Dit wordt nog versterkt door de rechtgetrokken Nieuwe Rijksweg die eerder refereert aan een gedempte vaart dan aan een hoofdroute door een esdorp.
Kansen voor versterking van de relatie met het landschap
9
2.1.2 Waterhuishouding Het plangebied kent een waterhuishouding die kenmerkend is voor de bovenloop van een beeksysteem, namelijk kwel bij de beek en inzijging bij de ruggen. Daarnaast is het brongebied van de Runsloot (bovenloop van het Eelderdiep) nog gedeeltelijk aanwezig. Dit gebied is behoorlijk aangetast door de ruilverkaveling, de aanwezigheid van het kanaal en de noordelijk gelegen provinciale weg die de stromen onderbreekt. Een van de uitgangspunten is dat dit gebied hydrologisch weer wordt aangekoppeld op het beekdalsysteem van het Eelderdiep. Ook moet rekening worden gehouden met in de toekomst behoefte aan (tijdelijke) waterbergingcapaciteit waarbij het gebied ook een rol krijgt bij de afwatering van bestaande wijken in Vries. 2.1.3 Klimaatverandering en energie Klimaatverandering en energiezekerheid zijn een belangrijk onderwerp geworden op de agenda van de nationale en internationale politiek. De vraag naar en het aanbod van energie raakt steeds verder uit evenwicht. De olieprijs is inmiddels gestegen naar 100 dollar per vat ten opzichte van een prijs van 50 dollar die aan het begin van 2007 al als hoog werd ervaren. De gas- en elektraprijzen zijn de afgelopen acht jaar met gemiddeld 8 à 9 procent gestegen. En gezien de recente olieprijsstijging kan ook voor januari 2008 weer een forse prijsverhoging voor de consument worden verwacht. Voor huurders en woningbezitters betekenen deze ontwikkelingen snel stijgende kosten voor het verwarmen van hun woning en tapwater. Overigens zullen niet alleen de prijzen van fossiele brandstoffen blijven stijgen. Biobrandstoffen zullen een gelijke trend volgen. De beste wijze om zowel klimaatverandering tegen te gaan als te zorgen dat woonconsumenten zo min mogelijk last hebben van de stijgende brandstofprijzen is woningen te realiseren met een zeer laag energieverbruik. Specifiek aandachtspunt Voor de energievoorziening wordt gekeken naar mogelijkheden voor het benutten van restwarmte. Daarvoor zijn zowel de eventuele verplaatsing van een RWZI van de bloemenveiling Eelde naar een andere locatie als het concentreren van mestvergisters mogelijkes optie. Dit is een vraag met een regionale component, want tussen Assen en Eelde zijn er verschillende locaties denkbaar. 2.1.4 Innovatie In het kader van duurzaam bouwen kiest de gemeente voor een innovatief niveau van duurzaamheid voor deze locatie. Dit wordt breed ingestoken vanuit energie, landschap en inrichting. Dit is vastgelegd in het Beleidskader ten behoeve het op te stellen beleid voor Duurzaam bouwen. Ook is de gemeente actief betrokken bij de totstandkoming van een regionale intentieovereenkomst om tot een duurzame energie/infrastructuur te komen. Het gebruik maken van lokaal aanwezige energie zoals biomassa afkomstig uit rioolwater, mest of groenafval is een optie die bij de plannen nadrukkelijk wordt betrokken. 10
2.1.5 Duurzaamheidsprestatie op locatie De locatie Vries-Nieuwe Stukken is bovendien aangemeld als landelijke pilot voor een Duurzaamheids Prestatie op Locatie (DPL). Dit is een instrument ontwikkeld door het IVAM (Interfacultaire Vakgroep Milieukunde aan de universiteit van Amsterdam) om de duurzaamheid van een ruimtelijk plan uit te drukken in een rapportcijfer, op grond van een computermodel. Daarvoor zijn 25 indicatoren benoemd op het gebied van sociale, economische en ecologische duurzaamheid. Als referentie is de kwaliteit van Vries-West en Ter Borch hiervoor gebruikt. De DPL zal gedurende de planvorming worden gebruikt als monitor. Op basis van de uitkomsten van de charrette is gekeken hoe de voorlopige score is. De resultaten daarvan zijn bij de uitkomsten in hoofdstuk 4 opgenomen.
2.2
Uitgangspunten vanuit het dorp Vries
Ontwikkelingsrichting onderzoeken De plek waar wordt gebouwd is nog niet exact vastgelegd en zal nader moeten worden verfijnd. In het structuur plan (zie figuur op pagina 12) is een ruim zoekgebied ten oosten en zuiden van Vries aangegeven. In het structuurplan is vastgelegd dat er vanuit landschap, water en cultuurhistorie voortijdig een kader moet worden ontwikkeld voor de uitbreiding. Samenhang, vitaliteit, identiteit Bij de nieuwe ontwikkeling is voor het dorp de samenhang tussen oud en nieuw, de vitaliteit en de identiteit belangrijk. Het dorp is niet al te groot met 4.465 (01/01/2006) inwoners. Een uitbreiding van 550 woningen heeft dus relatief veel impact. Het dorp kent een prachtige oude Kerkbrink in het centrum van het dorp. Aan de brink zijn meerdere voorzieningen geclusterd, de kerk, en enkele horecavoorzieningen en vlak daarbij in de buurt de winkelvoorzieningen. De voorzieningen in Vries zijn relatief goed geoutilleerd, deze voorzien ook de dorpen in de omgeving (Zeijen, Tynaarlo en Donderen). Een nieuwe uitbreiding voor het dorp Vries zou het voorzieningenniveau in beperkte mate kunnen stimuleren. Hierbij moet gedacht worden aan versterking en beperkte uitbreiding van de bestaande winkels. Een “centrumpje” in de nieuwe uitbreiding is commercieel zeker niet haalbaar. Daarbij geldt wel dat bij de nieuwe woonlocaties korte afstanden en de oriëntatie op het centrum van belang is, bijvoorbeeld door (fiets)routes en zichtlijnen. Ten noorden van het plangebied liggen sportvoorzieningen, waaronder het zwembad, tennisbanen, voetbalvelden en een sporthal en ijsbaan. Het uitgangspunt voor de charrette is dat deze blijven gehandhaafd. Deze cluster is tevens een mogelijke toekomstige locatie voor een nieuw Multifunctioneel Centrum waarin de beide basisscholen die Vries telt te zijner tijd zullen worden gehuisvest.
11
Uit structuurplan
Verkeer De uitbreidingswijken hebben allemaal een goede relatie met het dorp, voor langzaamverkeer zijn er goede routes van het centrum naar de woonwijken. Met name de Asserstraat en de Nieuwe Rijksweg (bij het voormalige gemeentehuis en bij de zuidelijke rotonde) vormen een doorsnijding in het dorp. Indien de verkeersintensiteit toeneemt, zal deze beleving sterker worden. Daarentegen maakt een fijnmazig netwerk aan fiets- en wandelpaden het mogelijk om vanuit je woning in een paar minuten in het landschap te fietsen. Ook voor de nieuwe uitbreiding is deze kwaliteit een uitgangspunt.
12
2.3
Regionale uitgangspunten
Koningsas De woningbouwopgave is voor een belangrijk deel ook regionaal ingegeven omdat Vries deel uitmaakt van de woningmarkt van Assen en Groningen. Daarbij hoort ook het bieden van een aantrekkelijk landschap. Het plangebied valt binnen een investeringsgebied van het Regiopark Groningen-Assen; de Koningsas. De doelstelling van het Regiopark is om als aanvulling op de regionale woningbouwprogramma’s van de regiovisie Groningen-Assen ook de kwaliteit en aantrekkelijkheid van het landschap te verbeteren, omdat dit een “selling-point” is voor de regio. Het kan dan gaan om het “oppoetsen” van het landschap, maar bijvoorbeeld ook om het ontwikkelen van nieuwe landgoederen, cultuur of recreatieve voorzieningen als fietspaden of boulevards. Ligging nabij uitbreiding Assen De ligging van de uitbreiding van Vries nabij de, eveneens aan het Noord-Willemskanaal gelegen noordelijke uitbreiding van Assen (Messchenveld) geeft verschillende aanknopingspunten om een gezamenlijk uitloop gebied te creëren. Beleidsmatig is het uitgangspunt dat de zone tussen Vries en Assen een landschappelijke buffer moet vormen waarbij rekening moet worden gehouden met de aanleg van een ecologische verbindingszone. Deze verbinding maakt deel uit van de ecologische verbindingszone Zeijen-Zeegse-Eelde. Aankoppeling beeksystemen en herkenbaarheid De provincie Drenthe streeft naar verbetering van de Bovenlopen van het Eelderdiep in hydrologische, landschappelijke en ecologische zin. Het plangebied is onderdeel van het stroomgebied van de Runsloot. Kansen zijn er om het stroomgebied te herstellen, zodat de afvoer van het gebied Vries weer door de Runsloot gaat. Door herstel van de samenhang en de hydrologie kunnen gradiënten worden ontwikkeld.
13
3
Criteria voor de teams De uitgangssituatie samen met de gemeentelijke ambities leveren een “menukaart” met criteria. In de charrette is vervolgens gezocht naar de samenhang tussen de belangen vanuit het dorp, de regio en duurzaamheid. Op basis van deze criteria zijn schetsenderwijs zowel integrale als thematische oplossingsrichtingen gevonden voor de gebiedsontwikkeling.
3.1
De overallopdrachten voor de teams
Duurzaamheid Geef invulling aan een “extreem duurzame wijk”, waarbij het streven niet gericht is op het beperken van schade aan het milieu, maar zelfs op het verbeteren van de milieu- en leefbaarheidsituatie voor het hele dorp. Identiteit In het plangebied komen twee invloedssferen samen. De deelnemers in de charrette is gevraagd om na te denken over de regionale context die als volgt werd verwoord: “welke oplossing is er om de twee invloedssferen, enerzijds de beslotenheid en de rust van een typisch Drents dorp met als kenmerk de aanwezigheid van forse houtwallen en anderzijds van een meer regionale sfeer met het kunstmatig aangelegde Noord-Willemskanaal en de hectiek van de snelweg Groningen-Assen, in het gebied een gezicht te geven, op een wijze waarbij beide autonome identiteiten elkaar versterken”.
3.2
“Menukaart” Op basis van de uitgangsituatie en de ambities hebben de teams de volgende menukaart genoemd waaraan de ontwikkeling vanuit de invalshoeken dorp, regio, duurzaamheid zou moeten voldoen. Dorpteam - Versterken van de voorzieningen en de levendigheid van Vries. - Ontwikkeling van een woonlandschap bij Vries als dorp met een duidelijk hart en kernkwaliteiten. - Verkeersontsluiting nieuwe uitbreiding, voorkomen van belasting oude dorp, doorsnijding dorp.
14
Duurzaamheidteam - Streven naar een klimaatneutrale energievoorziening. - Streven naar aankoppeling van het beekdalsysteem op het stroomgebied van het Eelderdiep. - Het sluiten van kringlopen op zodanige wijze dat de milieusituatie zelfs op hoger schaalniveau wordt verbeterd. - Rekening te houden met landschap, hydrologie en cultuurhistorie. Regioteam - Versterken beleving regionale kwaliteiten vanaf de snelweg. - Strategische oplossing voor de ruimtes die kwetsbaar zijn voor ongewenste autonome ontwikkelingen. - Streven naar ontwikkeling van onderscheidende woonmilieus Assen en Vries. - Streven naar regionale aanpak verkeersdruk en sluipverkeer. - Aankoppeling beeksysteem. Aan alle teams is gevraagd te onderzoeken of de volgende elementen kunnen worden ingepast in het ontwerp: - Landschap, hydrologie en cultuurhistorie. - Ecologische verbinding & groene buffer tussen Assen en Vries. - Een waterrecreatieve voorziening. - Benutten van potenties kanaal. - Een multifunctionele accommodatie.
15
4
Integrale oplossingen
4.1
Inleiding In de multidisciplinaire teams is gewerkt aan gezamenlijke oplossingen waarin zowel dorp, regio en duurzaamheid tot hun recht komen. In dit hoofdstuk staan de uitkomsten waarbij aan de verschillende criteria wordt voldaan en waarbij de deeloplossingen elkaar onderling versterken. Deze kunnen een eerste richting geven aan de planvorming voor de toekomstige uitbreiding van Vries. Deeloplossingen waarna nader onderzoek moet worden verricht zijn in het volgende hoofdstuk opgesomd. De illustratieve verbeeldingen die in de kaders zijn geschetst geven aan waaraan gedacht kan worden, maar wat in de uitwerking nog een ander karakter kan krijgen.
4.2
Een woonlandschap gebaseerd op de kwaliteit van Vries als Drents dorp Wanneer de ideeën vanuit de invalshoeken vitaal dorp, regio en duurzaamheid worden gecombineerd, ontstaat het beeld van een dorps woonmilieu met een typisch Drentse kwaliteit waar je in alle rust kunt thuiskomen. Het is van belang dat wonen in Vries zich onderscheidt van wonen in het nabijgelegen Assen en dat Vries ten opzichte van andere dorpen een herkenbare identiteit blijft houden die voortbouwt op de eigen kernkwaliteiten zoals de ligging in de luwte en toch goed bereikbaar vanaf de A28. De regionale hectiek van de A28 moet niet bij het dorp betrokken worden en blijft op afstand door buiten de geluidcontour te bouwen. Om samenhang in het dorp te houden moet de nieuwe uitbreiding bovendien uitgewerkt worden als een onderdeel van het dorp. Vries eigen Typisch Vries in Drenthe: de ruggen op, de beken uit! De nieuwe uitbreiding zou daarom moeten voortbouwen op de hoofdindeling van het landschap waardoor de identiteit van Vries beter herkenbaar wordt. De hoofdmassa van de bebouwing is geconcentreerd op de hooggelegen delen en op korte afstand van het centrum. Hier wordt gebouwd op een landschappelijke leest.
16
Illustratie van een traditioneel Drents woonmilieu “...een riante zone met eiken en gras waar de buurt perfect een ommetje kan maken. De nieuwe buurtjes worden niet te groot gemaakt, maximaal 50 huizen per buurtje. Een dergelijke buurt krijgt een eigen brink als centrale motief, ontmoetingspunt. De groene bermen, de brink en de landschappelijke overgang geven bij elkaar een netwerk van paden, dat gekoppeld is aan het netwerk van paden in het landschap, hierdoor is het mogelijk om vanuit de buurten snel in het landschap te zijn. De andere kant op verbindt het netwerk de buurten met het centrum.”
17
Op de overgang naar de laaggelegen en natte delen wordt de bebouwing extensiever en aangepast aan de nattere omstandigheden. Het brongebied voor het beekdalsysteem van de Runsloot en het Eelderdiep wordt hierop weer aangetakt en blijft nagenoeg vrij van bebouwing. Landschappelijk contrasteert het laaggelegen en natte gebied op typisch Drentse wijze met de hoger gelegen rug. Het beekdal kan door maatregelen als verhoging van waterstanden en aanpassing van het profiel aan natuurwaarden winnen en als gebied voor waterberging fungeren. De huidige houtwallen blijven allemaal staan. Dit vormt de basis, de ruggengraat voor nieuwe woningen in het beekdallandschap. Illustratie van wonen op de rand van het beekdal “Deze woningen krijgen landschap en geen tuin. De woningen worden zonder kruipruimte en met een riant terras op het zuiden gebouwd. De aantallen woningen en de dichtheid in dit deel van het plan is laag, maximaal 10 woningen per hectare. In dit deel worden woningen geclusterd, bijvoorbeeld 8, tot enkele stedenbouwkundige elementen. Hieronder wordt dan gezamenlijk geparkeerd. Bestaande wegen en paden vormen ook de ontsluiting voor de nieuw te bouwen woningen. Er worden maar enkele nieuwe wegen aangelegd.”
Over de zandrug voeren de historische wegen zoals de Asserstraat en de Taarloseweg. De wegenstructuur kan worden geaccentueerd door aanvullen van de laanbeplanting dan wel opnieuw aanplanten van eiken. Vitaal Vries In het zoekgebied ligt een cluster met prima sportvoorzieningen, waaronder voetbalvelden, zwembad, ijsbaan en sporthal. Deze sportvoorzieningen kunnen worden aangegrepen voor een deelplan met een sport- en voorzieningen milieu. In de schets is hier voorzien in een gemixt stedenbouwkundig landschap van woningen, appartementen, sportvelden, sporthal, zwembad en aanvullende leisure. Ook het Multifunctioneel centrum kan hier een plaats krijgen. Het geheel is vormgeven als een markant rechthoekig element in het landschap met een sterke relatie met het centrum van het dorp (o.a. via de nieuwe brink, zie ook de volgende illustratie). Er is behoefte aan een herinrichting van de Nieuwe Rijksweg De overmaat van de Nieuwe Rijksweg zou ter hoogte van het centrum (aansluiting Rijksweg, Raadhuisplein, Veltenburgerdijk) benut kunnen worden door een nieuwe brink te maken. Deze nieuwe brink zou een koppel element kunnen zijn tussen de sportvoorzieningen, het winkelcentrum en de oude brink. Illustratie Nieuwe Brink “De schitterende kerkbrink krijgt een moderne tegenhanger op de kruising met de Nieuwe Rijksweg. In de verdere ontwikkeling kan de nieuwe brink wellicht plaats bieden voor enkele voorzieningen die ook optimaal bereikbaar moeten zijn. Een dergelijke oplossing moet in samenhang worden gezien met de studie naar de herstructurering van het centrum. Er is immers een zeer beperkt draagvlak voor nieuwe voorzieningen. Ook stelt een “shared space”-achtige inrichting grenzen aan de verkeersintensiteiten.”
18
Overgangen Aan alle zijden krijgt Vries een goede overgang tussen landschap en dorp. Tussen Vries en de weg de Nieuwe stukken ligt een landschap dat wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een aantal krachtige houtwalstructuren, het wat geïsoleerd gelegen heiderestant Vreeburg (zuidelijker liggen nog het Achterste Veen en het Boerveen) en een wat wonderlijk populierenbos. De dijk vormt een mooi onderdeel voor een ommetje vanuit de aangrenzende woonlocaties. Door verschillende paden in het beekdal, met vlonders, wordt het kanaal gekoppeld aan de nieuw aan te leggen wijk. Het is denkbaar dat de uitbreiding van Vries acte de présence geeft aan de Koningsas met een gebouw dat refereert aan de oorspronkelijkheid van het Drentse dorp dat achter de infrastructurele kunstwerken van de Koningsas schuilgaat. Daarbij is van belang dat er goed wordt onderzocht wat met een dergelijk “culturele daad” verteld wordt. Op dezelfde wijze kan het landschap worden gebruikt, door bijvoorbeeld een welhaast kunstmatige uitvergroting te maken van landschapselementen of de bebouwingszwerm die de structuur van Drentse esdorpen kenmerkt. Het hoeft niet te gaan om puur traditionele invullingen, juist eigentijds vertaling van de bestaande kwaliteiten voegen een meerwaarde toe. Op het niveau van architectuur is het gemeentehuis van Tynaarlo in Vries hiervan ook een geslaagd voorbeeld. Illustratie van Acte de présence van Vries aan de Koningsas “Op de kop van de sportcluster aan de kant van het kanaal zijn vier hogere elementen geplaatst. Dit zijn appartementengebouwen die een markant beeld geven vanaf de provinciale weg als men Vries binnen rijdt. Dit zijn ingetogen gebouwen die het beeld van Vries neerzetten, anticiperend op de herinneringen van de bewoners en passanten. De gebouwen staan aan de weg met hun voeten in het riet. Het voorstel is deze zo’n van vijf lagen hoog te bouwen.”
De deelnemers in de charrette waren van mening dat Vries met deze ontwikkelingsingsrichting een duurzaam en herkenbaar visitekaartje afgeeft, voortbouwend op de eigen kwaliteiten.
4.3
Strategische ruimte: versterking van het regionale karakter van de zone tussen de A28 en het kanaal Deze oplossing creëert ook ruimte voor de regionale sfeer. De zone langs de A28 en het kanaal krijgt een geheel eigen karakter binnen het kader van de zogenaamde “Koningsas” langs de A28 en het Noord Willemskanaal. De snelweg wordt het visitekaartje van de regio, waarbij de zichtlijnen van groot belang zijn. Bij Vries is een soort eiland ontstaan tussen de krommingen van het Noord Willemskanaal en A28. Doordat het kunstmatig is afgesneden van het landschap is het vatbaar voor verrommeling. De zone dient dan ook meegenomen te worden in het landschappelijk kader wat voor de uitbreiding ontwikkeld gaat worden. Een voorstel waarin meerdere oplossingen worden gecombineerd is het inrichten van deze zone met “werkgoederen”.
19
Illustratie invulling van de strategische ruimte met werkgoederen “Langs de A28 worden brede riante bosstroken aangelegd. Tussen de stroken door is er nog zicht op Vries en op de nieuwe ontwikkelingen aan de rand van de sportcluster. De bosstroken vormen een goed ruimtelijk casco waarbinnen diverse functies zich kunnen ontwikkelen. In de bosstroken kunnen bedrijven een kavel uitkappen en zich vestigen. Deze bosstroken kunnen ook plaats bieden voor uitplaatsing van bedrijven uit het bestaande terrein. De bedrijven die daar weg gaan laten een kavel achter, deze kavel wordt vervolgens beplant. Door meerdere verhuizingen in de tijd zal het bestaande terrein meer en meer vergroenen. Hier is op termijn sprake van een echt bedrijvenpark. Hiermee wordt de totale zone langs de A28 aanzienlijk groener en dat is een goede zaak want de A28 is één van de mooiste snelwegen van Nederland. De weg is prachtig geënsceneerd langs beekdalen, dekzanden en open weides.”
20
4.4
Inrichting van de bufferzone als uitloopgebied van Vries en Assen Het landschap van Noord Drenthe is een cultuurhistorisch rijk en recreatief aantrekkelijk gebied. Dit aantrekkelijk uitloopgebied blijkt nauwelijks gekoppeld aan Assen. Assen is naar het noorden door het Noord Willemskanaal en de A28 van het aanliggend landschap afgesneden. Tussen Assen en het cultuurhistorisch waardevolle landschap van Vries / Tynaarlo lijkt een vacuüm aanwezig. Op de eerste dag van de charrette is onder leiding van landschapsarchitect Steven Slabbers gekeken naar de mogelijkheden voor de versterking van deze bufferzone. Dit heeft geresulteerd in een model dat de leesbaarheid van het landschap nieuwe kracht bij moet zetten. Daarbij wordt voort gebouwd op historische structuurlijnen (zie ook de hierboven beschreven versterking van de historische routes) en tegelijkertijd wordt een aantal nieuwe krachtige structuren toegevoegd. Naast respect voor de cultuurhistorie uit het verleden wordt ook gewerkt aan de cultuurhistorie van de toekomst. Uitgangspunt is het versterken van de ruimtelijke en recreatieve samenhang tussen het cultuurhistorisch waardevolle landschap van Vries en Assen. Illustratie inrichting bufferzone Tussen Assen en Vries wordt een groot bosgebied als recreatieve stapsteen aangelegd. Binnen dit bos wordt de zandwinplas getransformeerd tot een aantrekkelijke bosvijver, met deels glooiende en natuurvriendelijke oevers. ’s Zomers is dit een speelvijver in het bos, ’s winters kan men hier de schaatsen onder binden. In dit bos worden de verspreid gelegen veenresten (Boerveen, Achterveen, Vreeburg) opgenomen. De zandwinplas westelijk van Vries / Ubbena, in het Oostersche Veld, vormt een litteken in het landschap. Uitgangspunt is het omvormen van deze plas tot een ruimtelijk, ecologisch en landschappelijk aantrekkelijk element. De uitbreiding van Vries wordt in het houtsingelgebied tussen Vries en beekdal ingepast. De houtsingels worden ontwikkeld tot groene drager van het nieuwe woongebied. Centraal door dit gebied voert een brede eikenlaan, de Laan van Vreeburg, naar het zuidelijk bosgebied. In de overgang van nieuwe woonwijk naar recreatie zijn mogelijkheden voor het ‘bos-wonen’. Hier woont men op kavels van minimaal 2500 m2 in het bos.
21
Figuur bij de illustratie van de bufferzone, Schets Regioteam Dag 1,
22
4.5
Energie moet betaalbaar blijven voor het hele dorp
Er is gekeken naar de mogelijkheden voor de nieuwe wijk om CO2- neutraal te zijn. Het zou nog beter zijn als met de ontwikkeling tegelijk een duurzame energievoorziening voor (een deel van) bestaand Vries kan worden gerealiseerd. Dit is van belang omdat in de bestaande bouw veel milieuwinst te halen is en voorkomen moet worden dat deze woningen onaantrekkelijk worden doordat de energielasten veel hoger zijn dan van nieuwbouw. In principe zijn er voor woningbouw 3 energieconcepten die sterk verschillen in de infrastructuur: - Klassiek: gas & elektriciteit - Collectief: elektriciteit & warmtenet - All-electric: alleen elektriciteit Stap 1: realiseer woningen met een lage energievraag De eerste stap die gezet moet worden voor een klimaatneutrale energievoorziening, is het realiseren van woningen met een zeer lage warmtevraag. Het Passief Huis vormt hiervoor een goed richtsnoer. Dit is een woning met een energieverbruik voor warmte en warmtapwater van 15 kWh/m2/jaar. Het Passief Huis is voorzien van uitgebreide isolatie, een gebalanceerd ventilatiesysteem met warmteterugwinning en een efficiënte warmtepomp voor warmwater, ruimteverwarming en koeling. De drie noordelijke provincies streven naar een versnelde verlaging van de energieprestatienorm. Ook gewoon goed bouwen (lucht en tochtdichtheid, kozijnen etc) is van belang voor het terugdringen van de warmtevraag. 23
Stap 2: duurzame energie In Vries staan voor de levering van de nog resterende energievraag in principe meerdere mogelijkheden open. De mogelijke samenvoeging en herplaatsing van RWZI de Punt en Assen biedt kansen voor energie & milieu. Door het samenvoegen kan voldoende volume ontstaan om een biomassa centrale mogelijk te maken. Zeker als er voor grondstoffen ook wordt gekeken naar de directe omgeving. Mest, GFT en snoeiafval kunnen dan middels covergisting worden omgezet in elektriciteit en warmte ten behoeve van het multifunctionele centrum en de nieuwe woningen. Het is wel van belang de biomassa centrale dicht bij de nieuwe woningen te plaatsen. Warmtenet - Warmtelevering op basis van de Rioolwaterzuiveringsinstallatie. De huidige RWZI in De Punt en in Assen Noord wordt mogelijk verplaatst. Indien dit het geval is, moet in het locatieonderzoek worden betrokken of het mogelijk is om de RWZI te situeren aan de overzijde van het kanaal vlakbij het te ontwikkelen gebied. De afvalwarmte van de RWZI kan dan worden gebruikt voor de verwarming van de nieuwe woningen en wellicht ook voor een deel van de bestaande woningen. - Warmtelevering op basis van mestvergisting. Er zijn verschillende initiatieven van boeren in de omgeving die op een bedrijfsmatige wijze betrokken zijn bij mestvergisting. Deze kunnen worden geïnventariseerd en nader onderzocht op hun potentie. - Het is ook mogelijk om de individuele woningen te voorzien van een warmtepomp en appartementen van een collectief warmtepomp systeem. Als bron kan wellicht het kanaal worden gebruikt. Deze mogelijkheid zal nader moeten worden onderzocht. In beide opties wordt geen gasinfrastructuur meer aangelegd. Beide opties veroorzaken geen rookgassen meer in de wijk. Daarmee verbetert de luchtkwaliteit in de wijk. All Electric Een warmtenet is vooral voordelig als er compact wordt gebouwd dan wel indien er een warmtebron voorhanden is. In andere gevallen is het all-electric concept het meest energie-efficiënt. Het voordeel van elektriciteit is dat er veel duurzame alternatieven zijn voor de opwekking ervan. Op woningniveau kan ‘actief’ energie worden opgewekt door middel van zonnecellen en een zonneboiler (warmwater). Ook in deze optie hebben de woningen geen aansluiting op het gasnet nodig. 4.5.1 Bestaande woningen Als belangrijk aandachtspunt is genoemd de bestaande woningen. Bij de aanleg van een nieuwe wijk zou ook naar de mogelijkheden voor energiebesparing in de bestaande voorraad moeten worden gekeken. Ook dit past in de gedachte dat de nieuwe wijk een katalysator is voor verbetering van de (milieu)kwaliteit van het hele dorp. 24
4.5.2 Voorzieningen en zwembad betrekken bij energievoorziening Het zwembad moet grootschalig gerenoveerd worden. Voor het zwembad zijn een aantal mogelijkheden besproken voor energiebesparing. 1. Zwembadcollector: De meest goedkope optie is om een zwembadcollector toe te passen (in wezen gewoon een kunststof slangenstelsel). Dit kan alleen gebruikt worden voor de verwarming van zwemwater. Het grote voordeel van zo’n systeem is dat het zwembadseizoen kan worden verlengd. 2. Thermische zonnecollector Het is ook mogelijk om met zonnecollectoren te werken. Met collectoren kunnen hogere temperaturen worden bereikt dan met een zwembadcollector. Daardoor kan dit systeem zowel voor de verwarming van het zwembadwater als voor het warme tapwater in het zwembad worden gebruikt. Aangezien er bij zwembaden relatief veel wordt gedouched is het duurzaam maken van tapwater interessant. 3. Aansluiting op collectief bronnet voor warmtepompen Als voor warmtepompen een collectief bronnet wordt aangelegd, kan het zwembad hierop ook worden aangesloten. In de overgangsperiode kan het zwembad dan ook warmte onttrekken uit de bron. In de zomer zou de warmte die voor koeling aan de woningen wordt onttrokken zelfs in het zwembad kunnen worden gestopt. 4. Aansluiting op warmtenet Indien een warmtenet wordt aangelegd, bv op basis van de mogelijke verplaatsing van de RWZI kan het zwembad ook op die installatie worden aangesloten. Tenslotte zijn er nog allerlei variaties mogelijk tussen deze technieken (1+2, 1+3, 1+4, 2+3, 2+4, 1+2+3, 1+2+4) 4.5.3 Financiering Wanneer collectieve voorzieningen worden aangelegd voor de lokale productie van groene energie kan een lokaal energiebedrijf - waarin diverse partijen participeren –in het leven worden geroepen om de plannen te realiseren. Daarnaast kan het energiebedrijf een belangrijke rol spelen in de financiering. Bijvoorbeeld door het faciliteren van hypotheken die uitgaan van een woonlastenbenadering. 4.5.4 Gezondheid Een goed ontworpen energieconcept kan bijdragen aan een gezond binnenklimaat. Er moet sprake zijn van goede ventilatie. Belangrijk daarbij is ook de constructie van de woning. Toepassen van beton is bijvoorbeeld ongewenst vanwege ophoping van radongas in de woning. Bovendien is de productie van beton zeer CO2-intensief. Een goede materiaalkeuze biedt in combinatie met een duurzaam energiesysteem bovendien de mogelijkheid voor groenfinanciering.
25
4.6
Duurzaam waterbeheer Het hemelwater kan via het gebied zelf worden afgevoerd. Door herstel van de “natuurlijke waterhuishouding” wordt het weer mogelijk om water beter af te voeren en vast te houden. Grijs water zou in het gebied kunnen worden gezuiverd met een helofytenfilter. Bij de inrichting is van belang dat er geen bestrijdingsmiddelen hoeven te worden gebruikt. Ook stilstaand water zal zoveel mogelijk worden voorkomen. Het gebied gaat schoon water leveren aan het Eelderdiep. Op die wijze wordt de kringloop gesloten en een verbetering op een hoger schaal niveau verkregen. Illustratie duurzaam waterbeheer In openbare ruimtes van betekenis met brede groene bermen infiltreert het schone hemelwater. De brede groene bermen zijn gekoppeld aan de brede landschappelijke zone die de overgangen naar het open landschap vormgeeft. In de natte zone wordt het hemelwater langs helofytenfilters afgevoerd en worden allerlei stoffen uit het water gefilterd. Door duurzaam te bouwen en een duurzaam beheer van de open ruimte kan worden voorkomen dat allerlei microverontreinigingen in het water terecht komen.
4.7
Materialen Ten aanzien van materialen kan ernaar worden gestreefd om zoveel mogelijk lokale materialen te gebruiken. Hout, leem, riet verdienen de voorkeur omdat ze in principe lokaal kunnen worden gewonnen. Vanuit dat oogpunt verdient ook houtskeletbouw voor de woningen de voorkeur. Met die bouwmethode kunnen ook hoge isolatiewaarden en een hoge kierdichtheid worden gerealiseerd.
4.8
Duurzaamheidprestatie op locatie In de charrette voor Vries zijn gedurende de 2 dagen veel duurzame aspecten aan bod gekomen. Een aantal aspecten zoals energie, waterbeheer, groen en landschap en voorzieningen kwam veelvuldig ter sprake. Andere aspecten kwamen minder aan bod, vooral de Profit aspecten kregen relatief weinig aandacht. Dit is mede te verklaren uit de opgave. In onderstaand schema is aangegeven welke onderwerpen in welke mate aan bod zijn gekomen:
26
Veel aandacht
Planet (milieu) Energie Waterbeheer Geluidhinder
Redelijk veel aandacht
Materialen Luchtverontreiniging Geurhinder Minder aandacht Ruimtegebruik / nvt Bodemverontreiniging Geurhinder
People (leefbaarheid) Profit (economie) Kwaliteit voorzieningen Kwaliteit woonomgeving Groen in de wijk en landschap Water in de wijk Verkeersveiligheid Cultuurhistorische waarde Bereikbaarheid Functiemenging Lokale werkgelegenheid Flexibiliteit Externe veiligheid Duurzame bedrijven Sociale veiligheid Diversiteit bedrijvigheid Sociale cohesie
Afvalinzameling
Op basis van bovenstaand overzicht kan de gemeente bepalen of ze bepaalde aspecten sterker in het planproces wil brengen. Ook niet alle aspecten zijn relevant. Er is in het gebied bijvoorbeeld geen sprake van bodem verontreiniging. Met sterke en zwakke aspecten uit het profiel kan gezocht naar kansen om het plan nog duurzamer te maken; met DPL kan worden aangegeven welke invloed die verbeteringen hebben op het plan.
27
5
Deeloplossingen en dilemma’s Naast de integrale uitkomsten zijn er onderwerpen die nadere studie vergen. Ze hangen samen met andere onderwerpen of kunnen op het lokale of regionale niveau verschillend worden geïnterpreteerd. In dit hoofdstuk worden deze deeloplossingen met de bijbehorende vragen en/of dilemma’s aangestipt.
5.1
Verkeer Er is zorg over de ontsluitingsstructuur en de toenemende verkeersstromen vanuit Assen bij de ontwikkeling van Messchenveld. In de bestaande situatie vormt de Rijksweg (Asserstraat-Groningerstraat) een barrière en de nieuwe woonlocaties en voorzieningen moeten goed worden aangetakt op het verkeersnetwerk. Doorsnijding dorp In de analyse kwam naar voren dat de doorgaande weg van Assen door Vries richting Groningen zorgt voor een barrièrewerking. Het profiel van deze weg en de inrichting met rotondes is thans ingericht op het verwerken van een grote stroom van verkeersbewegingen (ongeveer 15.000 motorvoertuigen per etmaal). Het huidig aantal verkeersbewegingen is cicra 7.000. Het profiel is nu opgebouwd uit een doorgaande weg in het midden en aan weerszijden een ventweg met parkeren en trottoirs. Het zou voor de leefbaarheid en doorkruisbaarheid van Vries goed zijn als de inrichting van de Asserstraat-Nieuwe Rijksweg wordt meegenomen bij de plannen voor de uitbreiding. De nieuwe woonwijk zal naar verwachting 3.500 motorvoertuigen per etmaal oproepen. De weg kan zowel als zorg en zegen worden beschouwd, de weg vormt immers ook een prima verbinding en is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de route door Zuidlaren, een weldaad van ruimte. Regionale tram of superfietsverbinding over de kanaaldijk Het kanaal vormt in potentie een korte verbinding tussen Assen en Groningen en de luchthaven Eelde. Het regionaal openbaar vervoer kan gestimuleerd worden met een regionale lightrail die, als alternatief voor een busbaan langs de A28 wordt gesitueerd op een aantrekkelijke plek met diverse opstapmogelijkheden. Nadeel kan zijn dat de regionale hectiek dan dichtbij Vries komt en het karakter van dorp in de luwte verdwijnt.
28
Rond/randweg Een optie die is geopperd voor de ontsluiting van de nieuwe woonlocaties is een nieuwe rondweg aan de oostkant van Vries. Deze kan aansluiten bij de kruising met de provinciale weg en het kanaal of met een brug over het kanaal worden geleid en aansluiten nabij de A28. Verkeerskundig kan een dergelijke oplossing wellicht het meest adequaat zijn. Landschappelijk en ecologisch is deze optie minder gewenst omdat deze een goede overgang naar het buitengebied frustreert en het gebied op slot zet. Een integrale afweging rondom de ontsluiting in relatie met het dorp en de gewenste kwaliteit is hierom nodig. Voorkomen van sluipverkeer vanuit Assen Zorg dat Assen Noord niet via Vries naar Groningen door een knip te leggen in de weg rijdt is als oplossing genoemd. Echter, de Asserstraat is ook voor bewoners uit Vries een geliefde route om naar Assen te gaan voor recreatie, winkelbezoek, werk, school, gezondheidszorg etc. In Assen zou verkeer verleid moeten worden om op natuurlijke wijze naar de snelweg te rijden. Dit vraagt overleg en afstemming met de gemeente Assen.
5.2
Toerisme en recreatie De ligging bij het kanaal en de entree van Vries bij de ophaalbrug geven aanleiding om na te denken over waterrecreatie of uitbouw van de toeristische betekenis van Vries. Het accent van toerisme zal op Zuidlaren blijven, hoe zeer het entreepunt van Vries bij de ophaalbrug ook uitnodigt tot meer. De betekenis van het kanaal voor de vaarrecreatie is beperkt en er is geen aanleiding dit grootschalig op te pakken. De recreatieve betekenis van het kanaal en het entreegebied is vooral lokaal, lokale uitloop, mogelijk een verbinding tussen Assen en Vries en bijvoorbeeld door middel van een steiger aan het kanaal voor de lokale waterrecreatie.
5.3
Waterrecreatief woonmilieu Een invulling van een waterrecratief woonmilieu kan extra zijn in de regio. Daarbij zal afstemming moeten worden gezocht met plannen in de omgeving en in elk geval Assen. Vooralsnog wordt daarbij vooral gedacht aan zeer extensieve woningbouw op een sterk (water)landschappelijke leest. Het kanaal wordt gezien als een element van regionaal karakter, wat niet het karakter van het dorpswonen moet bepalen en min of meer toevallig langs Vries komt.
29
5.4
Locatie voor de RWZI? Vooruitlopend op besluitvorming over de verplaatsing van de RWZI (De Punt en Assen) is in de charrette nagedacht over een energieontwerp. De nieuwe RWZI kan worden geplaatst in het werkgoederen landschap tussen de snelweg en het kanaal. De nieuwe RWZI gaat deel uitmaken van een biomassa unit die van afval waardevolle grondstoffen maakt. Naast rioolwater zijn ook mest, riet (helofytenfilter), en snoeiafval grondstoffen voor deze unit. De locatie is zo gekozen dat de afstand tot het multifunctionele centrum en de nieuwe wijk optimaal is voor aansluiting op een warmtenet. In de onderstaande figuur zijn op 1.5 en 3 km afstand cirkels getrokken rond de biomassacentrale. Deze afstanden zijn een belangrijke indicator voor de te verwachten kosten van het warmtenet. De locatie van een RWZI moet echter worden afgewogen op regionaal niveau. Een betere plek is misschien een bedrijventerrein elders in de gemeente of regio, in plaats van in de zone snelweg-kanaal. Een en ander hangt sterk af van de visuele kwaliteit, maar ook van de transportbewegingen en geurhinder die een RWZI mee kan brengen.
Figuur Lokaal of regionaal oplossen van de RWZI? 30
6
Conclusies & aanbevelingen
6.1
Conclusies De deelnemers aan de charrette trokken de volgende integrale conclusies die voor de planvorming van de uitbreiding van Vries van belang zijn. 6.1.1 De gewenste landschapsontwikkeling stelt kaders aan de ontwikkelingsrichting De nadruk op landschap en duurzaamheid leidt tot een concentratie van de hoofdmassa van de bebouwing op de hogere delen, dit principe houdt tevens in dat bebouwing van de lager gelegen en nattere gronden veel meer maatwerk is, en niet de hoofdmassa van bebouwing in het gebied zal opleveren. Dit resulteert in het credo “de ruggen op, de beken uit” en betekent een keuze voor typisch Drents bouwen. Daarbij moet niet in oubolligheid worden teruggevallen omdat de schaal van het dorp inmiddels natuurlijk sterk is vergroot. Juist daardoor moeten de kernkwaliteiten als de brinken, straalwegen, en de oriëntatie op het landschap op eigentijdse wijze worden versterkt en geaccentueerd. Er kan volop inspiratie worden gevonden in het landschap en de bijzondere waterhuishouding in het gebied. 6.1.2 De uitbreiding heeft impact op het hele dorp Al in een vroeg stadium van de charrette is naar voren gekomen dat de uitbreiding niet los van het dorp beschouwd moet worden. Zowel uit oogpunt van duurzaamheid als de ontwikkeling van een vitaal dorp moeten de kansen om tot verbetering van het dorp te komen worden betrokken bij de ontwikkeling. Het gaat daarbij vooral om: - Net als landschap kan ook de meest wenselijke verkeersstructuur van het dorp een uitgangspunt zijn voor de inrichting. Daarbij moet naar het hele dorp worden gekeken. De doorsnijding door de Asserstraat-Nieuwe Rijksweg is na de herinrichting in de jaren negentig sterk verbeterd. Toename van verkeer uit Assen in de toekomst en als gevolg van de nieuwe uitbreiding en het MFA vraagt nader onderzoek. De ontsluiting van de wijk moet goed geregeld worden. Een sterke verwevenheid met het dorp is gewenst. Het bestaande netwerk van de woonwijken (Diepsloot) is echter niet berekend op forse toename van verkeersstromen. Indien de multifunctionele accommodatie hier eveneens op aantakt moet rekening gehouden worden met aanzienlijke piekbelastingen (Kiss and Ride). Op het ontwerp van de ontsluiting heeft dit echter een beperk effect. - Spreiding en concentratie van voorzieningen in relatie tot locaties voor woningbouw en verkeer. Voor huishoudens, met name gezinnen, die veel verschillende activiteiten op een dag ondernemen, moet de actieradius per fiets voldoende groot zijn zodat het dagelijkse “kris-kras” verkeersbewegingen (woon-school-woon-sport-
31
winkel-woon-bezoek) zoveel mogelijk per fiets plaatsvinden. - Bij de uitwerking van energiebesparing en duurzame energie niet alleen kijken naar de nieuwbouw, maar ook naar de bestaande woningen; - De versterking van de identiteit van Vries door met de nieuwe ontwikkeling het accent te leggen op de kernkwaliteiten van Vries. - Versterking van het draagvlak voor winkelvoorzieningen en de middenstand. 6.1.3 Uitwerken van de energiedoelstelling De energieambitie ligt op een hoog en zelfs innovatief niveau. Er zijn volop mogelijkheden om die te bereiken. Het is van belang dat de gemeente hierin een regierol blijft vervullen. Vroeg in het proces moet het onderzoek worden gestart naar de mogelijkheden voor collectieve voorzieningen en de toepassing van lokale bronnen zoals biomassa uit mest (initiatieven in kaart brengen), warmte-koude opslag en de voor en nadelen van de mogelijke verplaatsing van de RWZI. Wat deze laatste optie betreft dient een regionale afweging te worden gemaakt wat betreft de meest gewenste locatie. Op dit punt zal overleg met Assen nodig zijn. 6.1.4 Uitbreiding van Vries en de Koningsas lopen in elkaar over, maar zijn ook autonoom Voor de zone langs de A28 en het Noord Willemskanaal is er een bijzondere ontwerpopgave. Er zijn kansen voor landschapsontwikkeling in combinatie met werkgoederen en energieproductie. Dit vraagt nader onderzoek gelet op de strategische betekenis in regionaal verband.
6.2
Aanbevelingen voor het vervolgproces De charrette levert een aantal aanbevelingen op aan de gemeente voor het vervolg. Er is nader onderzoek nodig naar: - de harde randvoorwaarden die vanuit landschap en water worden gesteld aan bebouwing en naar vernieuwende woonmilieus die zijn gebaseerd op water, landschap en dorpscultuur. - de toename van verkeersstromen vanuit Assen; onderzoek naar noodzaak en mogelijkheid voor afname verkeersintensiteiten Asserstraat tot Groningerstraat. Hierbij kan het instrument VPL (VerkeersPrestatie op Locatie) worden gebruik om tevens te onderzoeken hoe de locaties voor woningbouw het best worden aangetakt op het omringend verkeersnetwerk en hoe de functionaliteit van de historische straalwegen daarin past. In relatie hiermee ook onderzoeken van de mogelijkheden voor kansen binnen de voorzieningenstructuur (een nieuw midden?) en het autoluw maken. - de meest wenselijke spreiding van voorzieningen in het dorp in relatie tot nieuwe woonlocaties en het centrum. - de wenselijkheid van de (eventuele) verplaatsing van de RWZI naar het gebied.
32
- Voor het onderwerp energie is een concrete uitwerking van de ideeën in een “energiekwaliteitplan” waarvan zowel techniek, geld als organisatie onderdeel uitmaken belangrijk. Ook op het punt van het proces zijn er verschillende aanbevelingen. Bewandel eens andere paden om tot het plan te komen. De gemeente moet proactief de regie nemen. Een vernieuwende werkwijze bevordert een open en flexibel planproces. De gezamenlijke betrokkenheid van gebiedskenners, gebruikers en deskundigen is van belang om goede oplossingen vroegtijdig te herkennen en deze verdienen een robuuste plek in de vervolgstappen.
6.3
Integrale aanpak duurzaamheid met de Duurzaamheidprestatie op locatie (DPL) De gemeente Tynaarlo heeft hoge duurzaamheidambities bij de planontwikkeling voor Vries. Om dit ambitie niveau te vertalen is een integrale aanpak nodig. Het instrument DPL biedt een heldere taal om duurzaamheid in het planproces in te brengen en voorkomt dat duurzaamheid een containerbegrip blijft. Voor het proces is gelijktijdigheid van besluitvorming en het doorvertalen op alle schaalniveaus van belang. Om dit gedurende het proces te kunnen waarborgen wordt in het vervolg van de planvorming gebruik gemaakt van de DPL. Dit programma biedt de mogelijkheid om de duurzaamheid van de wijk in al zijn aspecten te kwantificeren en de duurzaamheidscore van een wijk te bepalen. Door de integrale aanpak waarbij de duurzaamheidaspecten in de lokale situatie tegen elkaar worden afgewogen krijgt duurzaamheid in het project een eigen gezicht.
33
34
Deelnemers Verhinderd: Ralph Baas, Miriam Hall, Martin Courtz Dagvoorzitter Klaas Jan Noorman Regioteam Steven Slabbers (dag 1) Harry van der Meer Desmond de Vries Servaes van Dusseldorp Jan Ploeger Geert Kloetstra Andries van den Berg (dag 2) Dorpteam Wijnand Bouw Henry Vos Niels Schenk Sandra Bos Rob Schreibers Frank de Vries Mark Braaksma Andries van den Berg (dag 1) Barbara Verwaaijen Charlie Kock Duboteam Cor Kalfsbeek Eric van Zee Peter Kiers Ugo Leever Freerk Slieker Elwin Baris Fred van Groen Egbert Westerdijk Derk Jan de Boer Bjartur Swart Hans Slot Femke Adriaens Presentaties Henk Seinen Eric van Zee Geert Kloetstra Bert Broekhuis Andries van den Berg Jaap Kortman
Energie- en financieel neutraal bouwen Context van energiebesparing Strategie van de Twee netwerken Centrum Vries Landschappelijke context Duurzaamheidprestatie op locatie