GROOTHUIS WONINGBOUW B.V. April 2009

SOCIAAL PLAN GROOTHUIS WONINGBOUW B.V. April 2009

Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V. Akkoord d.d. 14 april 2009

1

INHOUDSOPGAVE 1. Considerans 2. Inleiding 3. Algemene bepalingen Artikel 1: Definities 1.1 Werkgever 1.2 Werknemer 1.3 Reorganisatie 1.4 Bruto Maandsalaris 1.5 Aantal Gewogen Dienstjaren 1.6 Oorspronkelijke Functie 1.7 Passende Functie 1.8 Afspiegelingsbeginsel 1.9 Procedurefase 1.10 Aanzegdag 1.11 Suppletieregeling 1.12 Suppletieperiode Artikel 2: Status Sociaal Plan Artikel 3: Uitgangspunten 3.1 Medewerking 3.2 Informatieverstrekking door Werknemer 3.3 Leerlingen Artikel 4: Werkingssfeer Artikel 5: Ingrijpende of onvoorziene veranderingen Artikel 6: Werving / Vacatures 6.1 Vacatures 6.2 Vacature gelijk aan de Oorspronkelijke Functie 6.3 Vacature voor een Passende Functie 4.

5.

Ontslag Artikel 7: Artikel 8:

Ontslagmededeling Afvloeiingsvoorziening 8.1 Suppletieregeling / Suppletieperiode 8.2 Vergoeding ineens 8.3 Indiensttreding bij Werkgever gedurende de Suppletieperiode 8.4 Uitbetaling vergoeding ineens 8.5 Begeleiding naar ander werk 8.6 Extra vergoeding (EV) 8.7 Vakbondsledenvoordeel (VV)

Overige voorzieningen en bepalingen Artikel 9: Op non actiefstelling tijdens procedurefase Artikel 10: Vakantie- en andersoortige verlofdagen Artikel 11: Solliciteren Artikel 12: Concurrentiebeding


4 4 5 5

7 7

7 8 8

9 9 10

13 13 13 13 14 2

Artikel 13: Artikel 14: Artikel 15: Artikel 16: Artikel 17: Artikel 18: Artikel 19: Artikel 20:

Getuigschrift / Referenties Normale eindafrekening Opleidingskosten Inlevering zaken Vertrekstimuleringsregeling: aanvullende vergoeding (AV) Scholing Ziektekostenverzekering Hardheidsclausule

14 14 14 14 14 15 15 15

6.

Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd 15 Artikel 21: Vergoeding niet verlenging arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd 15

7.

Begeleidingscommissie Sociaal Plan

15

8.

Ondertekening

16


3

1. CONSIDERANS Partijen bij deze overeenkomst zijn enerzijds: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid GROOTHUIS WONINGBOUW B.V., gevestigd te Harbrinkhoek, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directie bestaande uit de heren A.B.G. Deterink, W.J.G. Weerink, M.C. Droste en I.P. van Laarschot, verder (mede) aan te duiden als “Groothuis” en “Werkgever”; en anderzijds: 1. FNV BOUW, gevestigd te Woerden, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer F. Boonstra, regiobestuurder; 2. CNV HOUT EN BOUW, gevestigd te Odijk, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer drs. W.A.M. Kampen; verder tezamen aan te duiden als “Vakverenigingen”.

2. INLEIDING Groothuis heeft een historie van ruim 60 jaar in de woningbouw en bouwt de laatste jaren met ongeveer 300 medewerkers zo’n 400 woningen per jaar in met name noord, oost en midden Nederland. Groothuis is aanbieder op de markt, dat wil zeggen dat een groot deel van de woningen op projectmatige wijze worden aangeboden. Daarnaast wordt er ook rechtstreeks aan particuliere belangstellenden met een eigen kavel verkocht. Zodra de woningen zijn verkocht wordt de voorbereiding voor de bouw opgestart. In de eigen fabriek worden alle elementen geproduceerd. Vervolgens worden de onderdelen in een korte tijd op locatie getransformeerd tot een kwalitatief hoogwaardige woning. De kredietcrisis c.q. de huidige economische omstandigheden alsmede het hierdoor afnemende vertrouwen bij de consument, hebben geleid tot een acute en omvangrijke terugval in de verkoop van nieuwbouwwoningen en daarmee tot een scherpe daling van de omzet. Reeds eerder genomen maatregelen hebben niet geleid tot voldoende effect. Om te voorkomen dat de continuïteit van Groothuis in gevaar komt, heeft Groothuis de beslissing moeten nemen tot reorganisatie, waarbij circa 100 arbeidsplaatsen (gedwongen) komen te vervallen. In de Reorganisatienota d.d. 1 april 2009, met bijlagen, is deze beslissing uitgebreid omschreven en toegelicht. De Ondernemingsraad is nauw bij dit besluit betrokken, evenals bij de gehele procedure. De Ondernemingsraad heeft in zijn advies d.d. 8 april 2009 het besluit tot reorganisatie onderschreven, evenals dit Sociaal Plan.


4

De Vakverenigingen erkennen, mede in het licht van het overleg over dit Sociaal Plan, de bedrijfseconomische noodzaak tot reorganisatie zoals hiervoor omschreven. Hierbij verklaren de Vakverenigingen dat de door Groothuis aangevoerde redenen, naar hun oordeel, leiden tot het vervallen van voormeld aantal arbeidsplaatsen, een en ander in de zin van artikel 4:1 Ontslagbesluit. Voorts verklaren de Vakverenigingen dat zij in de zin van de Wet melding collectief ontslag (WMCO) zijn geraadpleegd en dat zij zich met de WMCO-melding kunnen verenigen, een en ander in de zin van artikel 6a WMCO zodat de verzoeken tot het doen eindigen van de arbeidsovereenkomsten bij het UWVWerkbedrijf onmiddellijk in behandeling kunnen worden genomen zonder inachtneming van de wachttijd ex artikel 6 lid 1 WMCO. De WMCO-meldingen zijn door Groothuis Woningbouw B.V. gedaan op 1 april 2009. Dit Sociaal Plan is opgesteld teneinde de gevolgen van de maatregelen zoals weergegeven in de Reorganisatienota d.d. 1 april 2009, met bijlagen, voor de betrokken werknemers enigszins te verzachten. De voorzieningen ingevolge dit Sociaal Plan zijn zodanig, dat ingecalculeerd is dat de sociale zekerheidswetgeving in de toekomst (eventueel) zal wijzigen. Mocht de sociale zekerheidswetgeving (waaronder de WW) wijzigen, dan blijft dit Sociaal Plan onveranderd van kracht.

3. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Definities 1.1

Werkgever: Groothuis Woningbouw B.V., statutair gevestigd te Harbrinkhoek;

1.2

Werknemer: a. degene die op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst is bij Groothuis Woningbouw B.V. en aan wie vanwege de Reorganisatie schriftelijk door Groothuis Woningbouw B.V. is medegedeeld dat zijn arbeidsplaats komt te vervallen ten gevolge waarvan hij in aanmerking komt voor ontslag respectievelijk zijn arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. b. degene die op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst is bij Groothuis Woningbouw B.V. en aan wie vanwege de Reorganisatie schriftelijk door Groothuis Woningbouw B.V. is medegedeeld dat zijn arbeidsplaats komt te vervallen ten gevolge waarvan hij in aanmerking komt voor ontslag respectievelijk zijn arbeidsovereenkomst tussentijds wordt beëindigd.

1.3

Reorganisatie: de reorganisatie zoals omschreven in de Reorganisatienota d.d. 1 april 2009, zoals gevoegd bij het besluit d.d. 15 april 2009 van Groothuis Woningbouw B.V.;

1.4

Bruto Maandsalaris: het vast overeengekomen loon per maand zoals dat geldt op de datum van het einde van de arbeidsovereenkomst, enkel vermeerderd met 8% vakantiebijslag en de vaste


5

overeengekomen toeslagen op basis van de toepasselijke CAO. Vergoedingen (van eventuele overuren) worden derhalve niet begrepen onder dit begrip. 1.5

Aantal Gewogen Dienstjaren: het aantal dienstjaren dat een werknemer op de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst in dienst is bij Groothuis Woningbouw B.V. een en ander ingevolge en conform aanbeveling 3.2 van de Aanbevelingen van de kring van kantonrechters zoals deze Aanbevelingen gelden per 1 januari 2009. Een eventuele uitzendperiode direct voorafgaand aan indiensttreding bij Groothuis Woningbouw B.V. wordt meegeteld. Indien er sprake is van een onderbroken arbeidsovereenkomst, telt de periode van onderbreking mee als zijnde diensttijd indien de onderbreking niet langer heeft plaatsgevonden dan zes maanden.

1.6

Oorspronkelijke Functie: de functie welke verricht wordt op 1 april 2009.

1.7

Passende Functie: een functie die, gelet op salarisgroep/functie-indeling, werklast, vereist opleidingsniveau, werkervaring, functie-inhoud, kennis, competenties en gebleken vaardigheden binnen drie maanden (eventueel door middel van extra scholing binnen die periode) geschikt is dan wel te maken voor de Werknemer vergeleken met zijn Oorspronkelijke Functie.

1.8

Afspiegelingsbeginsel: het beginsel zoals neergelegd in artikel 4:2 Ontslagbesluit en zoals nader uitgelegd in “De Beleidsregels Ontslagtaak UWV”, hoofdstuk 15, zoals geldend per 1 april 2009.

1.9

Procedurefase: de periode gelegen tussen de schriftelijke mededeling inhoudende dat de arbeidsplaats vanwege de Reorganisatie komt te vervallen (Aanzegdag) en de feitelijke datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

1.10

Aanzegdag: de dag waarop Groothuis Woningbouw B.V. de schriftelijke mededeling aan de werknemer uitreikt inhoudende dat zijn arbeidsplaats vanwege de Reorganisatie komt te vervallen waardoor hij in aanmerking komt voor ontslag.

1.11

Suppletieregeling: Zie voor de definitie hiervan artikel 8.1.

1.12

Suppletieperiode: Zie voor de definitie hiervan artikel 8.1.

Indien in dit Sociaal Plan gebruik wordt gemaakt van een van de hiervoor vermelde definities, worden ze met een hoofdletter aangeduid. Voorts wordt uiteraard daar waar wordt gesproken van 'werknemer(s)' tevens 'werkneemster(s)' bedoeld.


6

Artikel 2: Status Sociaal Plan Deze overeenkomst heeft de status van een collectieve arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in de Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomsten. Partijen zullen deze overeenkomst aanmelden bij de Arbeidsinspectie conform artikel 4 Wet op de Loonvorming. Artikel 3: Uitgangspunten 3.1

Medewerking Werkgever zal correcte en tijdige uitvoering geven aan dit Sociaal Plan. Hetzelfde wordt verwacht van de Werknemer.

3.2

Informatieverstrekking door Werknemer De Werknemer is verplicht, voor zover vereist, de noodzakelijke inlichtingen en gegevens naar waarheid te verstrekken teneinde Werkgever in de gelegenheid te stellen de regelingen van dit Sociaal Plan correct uit te voeren.

3.3

Leerlingen Is er bij Werkgever per 1 augustus 2010 sprake van voldoende werkgelegenheid, dan zal dit eerst worden ingevuld met ten minste twee leerlingen.

Artikel 4: Werkingssfeer 4.1

Dit Sociaal Plan is uitsluitend van toepassing op de Werknemer a. die op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst is bij Werkgever en aan wie vanwege de Reorganisatie schriftelijk door Werkgever is medegedeeld dat zijn arbeidsplaats komt te vervallen ten gevolge waarvan hij in aanmerking komt voor ontslag respectievelijk zijn arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. b. die op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst is bij Groothuis Woningbouw B.V. en aan wie vanwege de Reorganisatie schriftelijk door Groothuis Woningbouw B.V. is medegedeeld dat zijn arbeidsplaats komt te vervallen ten gevolge waarvan hij in aanmerking komt voor ontslag respectievelijk zijn arbeidsovereenkomst tussentijds wordt beëindigd. c. die op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst is bij Groothuis Woningbouw B.V. en met wie reeds schriftelijk een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is toegezegd bij goed functioneren en aan wie vanwege de Reorganisatie schriftelijk door Groothuis Woningbouw B.V. is medegedeeld dat zijn arbeidsplaats komt te vervallen ten gevolge waarvan hij in aanmerking komt voor ontslag respectievelijk zijn arbeidsovereenkomst tussentijds wordt beëindigd.

4.2

Dit Sociaal Plan is derhalve niet van toepassing op de werknemer a. van wie de arbeidsovereenkomst om andere redenen dan de Reorganisatie wordt beëindigd (bijvoorbeeld vanwege disfunctioneren, wanprestatie, dringende reden(en), arbeidsongeschiktheid, etc.);


7

b. van wie de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet wordt verlengd (einde van rechtswege), al dan niet vanwege de Reorganisatie, tenzij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd reeds schriftelijk is overeengekomen. Indien en voor zover dit Sociaal Plan op onderdelen van toepassing is op werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd welke van rechtswege afloopt, wordt dit expliciet in het betreffende artikel vermeld. c. van wie de arbeidsovereenkomst eindigt door vrijwillige gebruikmaking van de op hem van toepassing zijnde (vroeg)pensioenregeling; d. die zelf zijn arbeidsovereenkomst vrijwillig opzegt zonder dat aan hem schriftelijk door Werkgever is meegedeeld dat zijn arbeidsplaats vanwege de Reorganisatie komt te vervallen. Artikel 5: Ingrijpende of onvoorziene veranderingen Ingeval van ingrijpende en/of onvoorziene veranderingen (bijvoorbeeld gelegen in de financiële positie van Werkgever), die hun weerslag hebben op de nakoming respectievelijk uitvoering van dit Sociaal Plan, zijn zowel Werkgever als de Vakverenigingen gerechtigd gedurende de looptijd van dit Sociaal Plan tussentijdse wijzigingen aan de orde te stellen. Artikel 6: Werving / Vacatures 6.1

Vacatures Nieuwe werknemers zullen worden aangenomen indien dit noodzakelijk is voor het behouden c.q. versterken van de economische of organisatorische positie van Werkgever.

6.2

Vacature gelijk aan de Oorspronkelijke Functie Werkgever neemt artikel 4:5 Ontslagbesluit in acht jegens iedere Werknemer. Indien de arbeidsovereenkomst van Werknemer is geëindigd ingevolge een vaststellingsovereenkomst met wederzijds goedvinden, wordt bij inachtneming van artikel 4:5 Ontslagbesluit uitgegaan van de situatie alsof het UWVWerkbedrijf tot verlening van toestemming is overgegaan op 15 juni 2009. Gedurende een periode van 26 weken na ommekomst van en direct aansluitend op de periode (van 26 weken) zoals omschreven in artikel 4:5 Ontslagbesluit, geldt dat een Werknemer wordt beschouwd als voorrangskandidaat in de sollicitatieprocedure bij een vacature voor werkzaamheden zoals omschreven in artikel 4:5 Ontslagbesluit. Het gaat derhalve om een periode van in totaal 52 weken, waarvan de eerste 26 weken op grond van artikel 4:5 Ontslagbesluit wordt ingevuld en de tweede 26 weken op grond van de voorrangsprocedure zoals hierna omschreven. Het zijn van voorrangskandidaat houdt in dat een vacature gedurende een week enkel en alleen bekend wordt gemaakt aan iedere betrokken Werknemer en dat hij in ieder geval wordt uitgenodigd voor een gesprek ingeval hij heeft gesolliciteerd; de sollicitatie behoeft echter niet te leiden tot indiensttreding, Werkgever is hiertoe niet gehouden. Het Afspiegelingsbeginsel wordt voor zover relevant bij het voorgaande in acht genomen.

6.3

Vacature voor een Passende Functie A. Indien toepassing van het voorgaande niet leidt tot invulling van de vacature, zal worden bekeken of de vacature een Passende Functie is voor een Werknemer. Werkgever is gedurende een periode welke gelijk is aan de periode zoals omschreven in artikel 4:5


8

Ontslagbesluit gehouden een Passende Functie aan te bieden aan een Werknemer. Indien de arbeidsovereenkomst van Werknemer is geëindigd ingevolge een vaststellingsovereenkomst met wederzijds goedvinden, wordt bij bepaling van voormelde periode uitgegaan van de situatie alsof het UWVWerkbedrijf tot verlening van toestemming is overgegaan op 15 juni 2009. Gedurende een periode van 26 weken na ommekomst van en direct aansluitend op voormelde periode, geldt dat een Werknemer wordt beschouwd als voorrangskandidaat in de sollicitatieprocedure bij een vacature voor een Passende Functie. Het zijn van voorrangskandidaat houdt in dat een vacature gedurende een week enkel en alleen bekend wordt gemaakt aan iedere betrokken Werknemer en dat hij in ieder geval wordt uitgenodigd voor een gesprek ingeval hij heeft gesolliciteerd; de sollicitatie behoeft echter niet te leiden tot indiensttreding, Werkgever is hiertoe niet gehouden. Ingeval er meerdere Werknemers in gelijke mate geschikt zijn voor een Passende Functie, wordt het Afspiegelingsbeginsel gehanteerd. B. Indien het bruto maandsalaris behorend bij de Passende Functie lager is dan het Bruto Maandsalaris behorend bij de Oorspronkelijke Functie, dan geldt het (pro rata) bruto maandsalaris behorend bij de Passende Functie. Werknemer ontvangt evenwel maandelijks in aanvulling hierop een pro rata bruto persoonlijke toeslag (PT) ter hoogte van het verschil tussen voormelde bruto maandsalarissen; deze PT is een vast bruto bedrag waarop eventuele toekomstige individuele en/of CAO-verhogingen niet van toepassing zijn.

4. ONTSLAG Artikel 7: Ontslagmededeling De Werkgever deelt de Werknemer indien mogelijk in een persoonlijk gesprek mee dat zijn arbeidsplaats komt te vervallen vanwege de Reorganisatie. De Werknemer ontvangt van deze mededeling een schriftelijke bevestiging. Jegens de Werknemer zal een verzoek tot toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst worden ingediend bij het UWVWerkbedrijf. Indien en zodra de benodigde toestemming is ontvangen, zal Werkgever zo mogelijk overgaan tot opzegging van de arbeidsovereenkomst waarbij de geldende opzegtermijn in acht zal worden genomen. Indien er sprake is van een opzegverbod, zal de arbeidsovereenkomst niet worden opgezegd doch zal de kantonrechter worden verzocht de arbeidsovereenkomst (tussentijds) te ontbinden. Indien er sprake is van een verplichting voor Werkgever tot het vragen van toestemming aan de kantonrechter voor opzegging, zal deze toestemming worden gevraagd. Per de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft de Werknemer aanspraak op de afvloeiingsvoorziening zoals weergegeven in artikel 8. In plaats van voormelde beëindigingsprocedure te doorlopen, streeft Werkgever er evenwel naar met de Werknemer tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst te komen op basis van een vaststellingsovereenkomst met wederzijds goedvinden conform onder meer de voorwaarden van dit Sociaal Plan, waarbij van de situatie wordt uitgegaan alsof het UWVWerkbedrijf tot verlening van toestemming zou zijn overgegaan op 15 juni 2009. In deze situatie heeft de Werknemer aanspraak op de Extra Vergoeding zoals geformuleerd in artikel 8.6 indien hij aan de criteria voldoet zoals in dit artikel wordt bepaald.


9

Artikel 8: Afvloeiingsvoorziening 8.1

Suppletieregeling / Suppletieperiode A. De Werknemer heeft per de datum van beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst gedurende een zekere periode aanspraak op 25% van zijn Bruto Maandsalaris (onder inhouding van lasten) indien hij gedurende die periode aantoonbaar is aangewezen op een volledige WW/ZW/WIA/WWB/IOAW-uitkering. Indien de Werknemer een gedeeltelijke WW/ZW/WIA/WWB/IOAW-uitkering ontvangt, heeft hij aanspraak op een navenant gedeelte van voormelde 25%. Deze regeling wordt hierna ook wel aangeduid als de Suppletieregeling. Het aantal maanden dat de Werknemer op deze Suppletieregeling in beginsel aanspraak heeft na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst, is gelijk aan het Aantal Gewogen Dienstjaren met een minimum van drie maanden; deze periode wordt hierna ook wel aangeduid als de Suppletieperiode. Voorbeeld 1: Indien de Werknemer een gedeeltelijke WW-uitkering ontvangt, bijvoorbeeld 50%, ontvangt hij een bedrag van 50% van 25% van zijn Bruto Maandsalaris gedurende (dat deel van) de Suppletieperiode. B. Het totale bedrag van deze Suppletieregeling zal met betrekking tot een Werknemer die voor onbepaalde tijd in dienst is echter niet hoger zijn dan de verwachte netto inkomensderving tot aan de pensioengerechtigde leeftijd, rekening houdende met en onder aftrek van de aanspraken van de Werknemer op uitkeringen ingevolge de sociale zekerheidswetgeving. Is de Werknemer werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd welke tussentijds wordt beëindigd, dan zal het totale bedrag van deze Suppletieregeling niet hoger zijn dan de verwachte netto inkomensderving tot aan de pensioengerechtigde leeftijd althans het resterende bruto salaris (inclusief vakantiebijslag) tot aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst van rechtswege zou aflopen, rekening houdende met en onder aftrek van de aanspraken van de Werknemer op uitkeringen ingevolge de sociale zekerheidswetgeving. C. De Suppletieperiode begint direct aansluitend op de dag van beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Is er niet langer sprake van een volledige of gedeeltelijke WW/ZW/WIA/WWB/IOAW-uitkering, om welke reden dan ook, dan heeft de Werknemer die maand ook geen recht op de Suppletieregeling; de Suppletieperiode loopt evenwel door, er is geen sprake van een verschuiving of opschorting. Voorbeeld 2: Het Aantal Gewogen Dienstjaren van de Werknemer bedraagt 25. De Werknemer heeft aldus in beginsel recht op 25 maanden toepassing van de Suppletieregeling (Suppletieperiode). De Werknemer vindt echter na zes maanden een andere baan; dit is evenwel een arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar, welke niet wordt verlengd. Gedurende dit jaar heeft de Werknemer geen aanspraak op de Suppletieregeling. De Suppletieperiode loopt evenwel door, hetgeen betekent dat de Werknemer na afloop van het betreffende jaarcontract, indien hij vervolgens aanspraak heeft op een volledige of gedeeltelijke WW/ZW/WIA/WWB/IOAW-uitkering, nog aanspraak heeft op zeven maanden toepassing van de Suppletieregeling. D. Indien de Werknemer tijdens de Suppletieperiode, om welke reden dan ook, schriftelijk bij vaststellingsovereenkomst volledig en integraal afziet van de resterende Suppletieregeling, ontvangt hij 50% van de dan nog resterende uitkeringen ingevolge de Suppletieregeling


10

ineens, zonder dat hierbij rekening wordt gehouden of de Werknemer gedurende de resterende Suppletieperiode aanspraak zou hebben gehad op een volledige of gedeeltelijke WW/ZW/WIA/WWB/IOAW-uitkering. 8.2

Vergoeding ineens De Werknemer kan ervoor kiezen een bedrag ineens te ontvangen binnen een maand na de datum van beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst in plaats van de in artikel 8.1 vermelde maandelijkse Suppletieregeling. De Werknemer ontvangt dan 75% van het bruto totaalbedrag van de Suppletieregeling (onder inhouding van lasten), zonder dat hierbij rekening wordt gehouden of de Werknemer gedurende de Suppletieperiode aanspraak zou hebben gehad op een volledige of gedeeltelijke WW/ZW/WIA/WWB/IOAW-uitkering. Indien er sprake is van het in artikel 8.1 vermelde minimum van drie maanden, dan geldt bij een bedrag ineens 75% van dat minimum. Indien de Werknemer kiest voor een vergoeding ineens, dan dient hij dit schriftelijk binnen een maand na de Aanzegdag te berichten aan Werkgever. Werkgever zal hiertoe een standaardformulier verstrekken.

8.3

Indiensttreding bij Werkgever gedurende de Suppletieperiode Indien de Werknemer gedurende de Suppletieperiode weer voor (on)bepaalde tijd in dienst treedt bij Werkgever, eindigt de Suppletieregeling. Indien de Werknemer heeft gekozen voor een vergoeding ineens ingevolge artikel 8.2, is hij gehouden tot retournering van een bedrag aan Werkgever, althans zal een verrekening ter zake plaatsvinden met toekomstige salariëringen c.q. emolumenten. In beginsel dient binnen zes maanden het verschuldigde bedrag te zijn geretourneerd. Ter bepaling van de hoogte van dit bedrag wordt uitgegaan van de situatie alsof de Suppletieregeling maandelijks van toepassing was. Op deze wijze is er aldus geen verschil tussen Werknemers ingeval van hernieuwde indiensttreding. Een eventueel ontvangen Extra Vergoeding ingevolge artikel 8.6 behoeft niet te worden geretourneerd. Voorbeeld 3: Het Aantal Gewogen Dienstjaren van de Werknemer bedraagt 25. De Werknemer heeft aldus in beginsel recht op 25 maanden toepassing van de Suppletieregeling (Suppletieperiode) hetgeen betekent dat hij gedurende 25 maanden (direct) na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst aanspraak heeft op 25% van zijn bruto maandsalaris per maand, indien hij gedurende die periode van 25 maanden maandelijks aantoonbaar een volledige WW/ZW/WIA/WWB/IOAW-uitkering ontvangt. Is van een dergelijke volledige of gedeeltelijke uitkering geen sprake, om welke reden dan ook, dan heeft de Werknemer die maand ook geen recht op suppletie; de Suppletieperiode loopt evenwel door, er is immers geen sprake van een verschuiving of opschorting. Alleen gedurende een periode van 25 maanden direct na de datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, bestaat eventueel recht op voormelde Suppletieregeling. Indien de Werknemer ervoor heeft gekozen een bedrag ineens te ontvangen binnen een maand na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst, dan bedraagt deze vergoeding ineens: 25 x 25% van het Bruto Maandsalaris x 75%. Indien de Werknemer weer in dienst treedt na 5 maanden bij Werkgever, eindigt de Suppletieregeling. Indien de Werknemer na vijf maanden weer in dienst treedt bij Werkgever en hij had gekozen voor een vergoeding ineens, is hij gehouden een bedrag van 13,75 x 25% ((25 x 25% x 75%) -/- 5 maanden) te retourneren indien hij gedurende de tussenliggende 5 maanden een volledige WW-uitkering heeft ontvangen.


11

8.4

Uitbetaling vergoeding ineens Indien de Werknemer kiest voor de vergoeding ineens, zal hij binnen een maand na de Aanzegdag eveneens (op het standaardformulier) aangeven op welke wijze hij de vergoeding wenst te ontvangen. Uiteraard dient de aangegeven wijze van ontvangst in overeenstemming te zijn met de fiscale wetgeving ter zake en dient Werkgever niet geconfronteerd te worden met (extra) kosten c.q. boetes/aanslagen/naheffingen. Werkgever is gerechtigd een goedkeurende verklaring van de bevoegde belastinginspecteur zijdens de Werknemer te verlangen alvorens over te gaan tot uitbetaling van de vergoeding. De betaling geschiedt – indien en voor zover de eventueel benodigde bescheiden voorhanden zijn – binnen een maand na de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Er zal geen rekenrente worden gehanteerd.

8.5

Begeleiding naar ander werk Werkgever zal zich inspannen om Werknemer zoveel mogelijk te begeleiden naar een andere baan. De begeleiding van werk naar werk wordt in samenwerking met het Mobiliteitscentrum Twente (MC Twente) en Werkplein Almelo opgepakt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van groepsgewijze informatiebijeenkomsten en workshops, maar ook zullen individuele gesprekken en begeleidingstrajecten plaatsvinden. Het MC Twente werkt daarbij samen met een groot netwerk van private en publieke samenwerkingspartners. Binnen uiterlijk een week na de Aanzegdag zal het MC Twente een bijeenkomst organiseren voor de Werknemers om de te volgen procedures naar een andere baan nader toe te lichten.

8.6

Extra vergoeding (EV) A. Indien de Werknemer binnen veertien dagen na de Aanzegdag zijn medewerking verleent aan een beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden door ondertekening van de door Werkgever voorgelegde vaststellingsovereenkomst, dan ontvangt de Werknemer één Bruto Maandsalaris – onder inhouding van sociale en fiscale lasten – extra als afvloeiingsvoorziening (zulks aldus naast de Suppletieregeling c.q. Vergoeding ineens, zie hiervoor artikel 8.1 of 8.2). Werkgever zal ervoor zorgdragen dat deze vaststellingsovereenkomst op de Aanzegdag tegelijkertijd met de schriftelijke mededeling inhoudende het verval van de arbeidsplaats aan Werknemer wordt uitgereikt, dan wel uiterlijk binnen drie dagen daarna. Na ondertekening en ontvangst van de vaststellingsovereenkomst, zal Werkgever overgaan tot intrekking van de ontslagaanvraag jegens de Werknemer althans tot beëindiging van de ontslagprocedure. B. Om de Werknemer in de gelegenheid te stellen zijn situatie voor te leggen aan een deskundige, waaronder de uitgereikte vaststellingsovereenkomst, heeft de Werknemer recht op een bijdrage in de kosten van rechtsbijstand indien hij de door Werkgever uitgereikte vaststellingsovereenkomst ondertekent binnen de hiervoor gestelde termijn. De Werkgever zal de kosten van rechtsbijstand (inhoudende juridisch advies toepassing Sociaal Plan) alsdan vergoeden tot een bedrag van maximaal EUR 250,-- exclusief BTW, mits de Werknemer deze kosten ook daadwerkelijk gemaakt heeft en de factuur op naam wordt gesteld van Werkgever en deze rechtstreeks aan haar wordt gezonden. In plaats van besteding van voormelde EUR 250,-- op de hiervoor aangegeven wijze, mag de Werknemer dit bedrag (zonder BTW) ook aanwenden om gedurende een zekere periode lid te worden van een vakvereniging naar keuze.


12

8.7

Vakbondsledenvoordeel (VV) Een Werknemer die op 9 april 2009 aantoonbaar lid is van een Vakvereniging, ontvangt naast de overige toepasselijke voorzieningen ingevolge dit Sociaal Plan een bijzondere vergoeding van EUR 500,-- bruto. Er zal worden uitgezocht om dit op een fiscaal zo gunstig mogelijke wijze te vergoeden, bijvoorbeeld door tussenkomst van FNV Bouw en CNV Hout en Bouw.

5. OVERIGE VOORZIENINGEN EN BEPALINGEN Artikel 9: Op non actiefstelling tijdens de Procedurefase Werkgever heeft de mogelijkheid de Werknemer gedurende de Procedurefase op non actief te stellen, met behoud van salaris. Er bestaat een inspanningsverplichting voor Werkgever om het nog voorhanden zijn werk min of meer gelijkelijk te verdelen over haar personeel (waaronder de op dat moment nog in dienst zijnde Werknemers). Artikel 10: Vakantie- en andersoortige verlofdagen Werkgever streeft ernaar dat bij einde dienstverband geen vakantie- of andersoortige verlofdagen behoeven te worden uitbetaald aan de Werknemer. Tegen deze achtergrond, neemt de Werknemer eventueel nog resterende vakantie- c.q. andersoortige verlofdagen zoveel mogelijk op – na overleg met Werkgever – tijdens de resterende duur van de arbeidsovereenkomst. Bij einde dienstverband worden er, ongeacht een eventuele op non actiefstelling: (i) maximaal 10 eventueel nog resterende vakantie- c.q. andersoortige verlofdagen uitbetaald, indien de arbeidsovereenkomst een einde neemt voor 17 augustus 2009; (ii) maximaal 3 eventueel nog resterende vakantie- c.q. andersoortige verlofdagen uitbetaald, indien de arbeidsovereenkomst een einde neemt op of na 17 augustus 2009. Een eventueel nog resterend saldo dat hoger is dan voormelde aantallen, wordt geacht te zijn genoten; dit wordt niet uitbetaald, tenzij het nog resterende saldo vakantie- c.q. andersoortige verlofdagen de periode van op non actiefstelling overschrijdt. De reeds vastgestelde bouwvakvakantie (20 juli tot 17 augustus 2009) – waarin het bedrijf van Werkgever is gesloten – komt in ieder geval in mindering op het eventuele resterende saldo vakantiedagen, hetgeen eveneens geldt voor andere collectief vastgestelde vakantie- c.q. andersoortige verlofdagen; dit geldt eveneens indien gedurende deze bouwvakvakantie c.q. collectief vastgestelde dagen sprake is van een op non actiefstelling. Artikel 11: Solliciteren In overleg met de Werkgever wordt de Werknemer vrijgesteld van zijn werkzaamheden indien hij aantoonbaar een sollicitatiegesprek heeft bij een potentiële nieuwe werkgever. Dit geldt eveneens voor aantoonbare activiteiten van het UWVWerkbedrijf gericht op het zoeken en vinden van een andere baan.


13

Artikel 12: Concurrentiebeding Een eventueel overeengekomen concurrentiebeding komt te vervallen bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Dit geldt niet met betrekking tot een eventueel overeengekomen beding ter zake nevenfuncties, intellectuele eigendom, geheimhouding en een hierop betrekking hebbend boetebeding; deze bedingen blijven onverkort van kracht. Artikel 13: Getuigschrift / Referenties De Werknemer ontvangt binnen een maand na de Aanzegdag een positief luidend getuigschrift. Uiteraard is Werkgever ook bereid tot het geven van positieve referenties. Artikel 14: Normale eindafrekening Per de datum van het einde van het dienstverband, vindt er een normale eindafrekening van de arbeidsovereenkomst plaats met betrekking tot eventueel (toch nog) resterende vakantie- en andersoortige verlofdagen (zulks met inachtneming van artikel 10) en met betrekking tot eventueel resterende (pro rata) vakantiebijslag. Het bedrag van de normale eindafrekening wordt, onder inhouding van de toepasselijke belastingen en sociale premies, binnen een maand na de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst voldaan op de reguliere salarisrekening van de Werknemer, onder verzending van een bruto netto specificatie. Artikel 15: Opleidingskosten Indien de Werknemer gedurende de Procedurefase zelf overgaat tot opzegging van zijn arbeidsovereenkomst of de arbeidsovereenkomst wordt op initiatief van Werkgever beëindigd, worden de eventuele door de Werknemer gemaakte en door de Werkgever vooraf geaccordeerde opleidingskosten kwijtgescholden en zal de Werkgever geen aanspraak maken op toepasselijke terugbetalingsregelingen. Indien de Werknemer nog bezig is met het volgen van de opleiding, mag hij deze afronden mits dit gebeurt binnen een redelijke termijn. Artikel 16: Inlevering zaken Werknemer is gehouden om alle in zijn bezit zijnde bedrijfseigendommen uiterlijk op de laatste feitelijke werkdag (dus alvorens hij eventueel op non actief wordt gesteld) van zijn dienstverband in te leveren bij zijn direct-leidinggevende. Artikel 17: Vertrekstimuleringsregeling: aanvullende vergoeding (AV) Indien de Werknemer gedurende de Procedurefase, zelf zijn arbeidsovereenkomst schriftelijk opzegt tegen een datum gelegen voor het einde van de opzegtermijn, zal Werkgever – naast de afvloeiingsvoorziening zoals weergegeven in artikel 8.1, 8.2 en/of 8.6 – de helft van zijn bruto salaris (inclusief vakantiebijslag) over de nog resterende duur van zijn arbeidsovereenkomst aan Werknemer uitkeren als aanvullende vergoeding (AV). Deze AV wordt partieel in maandelijkse bedragen voldaan gelijk aan het aantal maanden dat de arbeidsovereenkomst naar verwachting nog zou hebben bestaan, waarbij wordt uitgegaan van een situatie alsof het UWVWerkbedrijf tot verlening van toestemming zou zijn overgegaan per 15 juni 2009. Sociaal Plan Groothuis Woningbouw B.V. Akkoord d.d. 14 april 2009

14

De Werknemer behoeft ingeval van een eigen opzegging tijdens de Procedurefase een opzegtermijn in acht te nemen van slechts een week. In afwijking van artikel 10, worden eventueel per de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst nog resterende vakantie- en andersoortige verlofdagen uitbetaald binnen een maand na beëindiging. De eindafrekening vindt uiteraard plaats per de datum waarop de Werknemer de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. Artikel 18: Scholing Scholing welke is geïnitieerd tijdens de WTV-periode van 2 maart tot 12 april 2009, mag door de Werknemer worden afgerond. Artikel 19: Ziektekostenverzekering Werknemer mag nog gedurende het kalenderjaar 2009 gebruik maken van de collectiviteitskorting. Werkgever zal zich inspannen om dit ook nog voor het kalenderjaar 2010 mogelijk te maken voor Werknemer. Artikel 20: Hardheidsclausule In gevallen waarin toepassing van dit Sociaal Plan leidt tot een evident onbillijke situatie, kan de Werknemer de Werkgever schriftelijk en gemotiveerd verzoeken in voor hem gunstige zin van dit Sociaal Plan af te wijken. Werkgever beslist op het betreffende verzoek binnen vier weken na ontvangst van het betreffende verzoek. Desgewenst wordt de Werknemer uitgenodigd voor een gesprek om zijn verzoek toe te lichten; een eventuele gemachtigde mag daarbij uiteraard aanwezig zijn. Een beroep op de hardheidsclausule leidt niet tot een opschorting van de ontslagprocedure.

6. ARBEIDSOVEREENKOMSTEN VOOR BEPAALDE TIJD Artikel 21: Vergoeding niet verlenging arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd Indien een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet wordt verlengd vanwege de Reorganisatie binnen een periode van zes maanden na 1 april 2009, ontvangt de betrokken werknemer een eenmalige beëindigingsvergoeding van EUR 500,-- bruto.

7. BEGELEIDINGSCOMMISSIE SOCIAAL PLAN Er zal een Begeleidingcommissie worden ingesteld bij de uitvoering en toepassing van dit Sociaal Plan, welke werkzaam zal zijn conform het Reglement zoals bijgevoegd als bijlage 1. Een beroep op de Begeleidingscommissie leidt niet tot een opschorting van de ontslagprocedure.


15

8. ONDERTEKENING Aldus opgesteld, per pagina geparafeerd en op de laatste pagina ondertekend te Harbrinkhoek

... april 2009

… april 2009

-------------------------------Groothuis Woningbouw B.V. A.B.G. Deterink

---------------------------------Groothuis Woningbouw B.V. W.J.G. Weerink

-------------------------------Groothuis Woningbouw B.V. M.C. Droste

---------------------------------Groothuis Woningbouw B.V. I.P. van Laarschot

-------------------------------FNV BOUW F. Boonstra

---------------------------------CNV Hout en Bouw W.A.M. Kampen


16

GROOTHUIS WONINGBOUW B.V. April 2009

Recommend Documents