Naam
_
GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat Groot Brittannië Groot-Brittannië is Schotland, Engeland en Wales samen. Engeland is het grootst van Groot-Brittannië en Wales het kleinst. Engeland heeft meer dan 46 miljoen inwoners, Schotland heeft 5 miljoen inwoners en Wales heeft ongeveer 3 miljoen inwoners. Vraag 1. Welke drie landen vallen onder Groot-Brittannië? 1. ……………………………………… 2. ……………………………………… 3. ………………………………………
De geschiedenis In het jaar 1800 woonden er ongeveer 10 miljoen mensen in heel Groot-Brittannië (Schotland, Engeland, Wales). In het jaar 1900 waren het er meer dan 38 miljoen; het werden steeds meer mensen. Dat kwam voor een groot deel, doordat er betere voeding en gezondheidszorg was. Tot het jaar 1800 leefden de meeste mensen van de landbouw, maar toen ontdekte men nieuwe manieren om stof te weven en ijzer te smeden. Veel mensen trokken naar de steden om er te werken. Er werden overal grote fabrieken opgericht. Het was de tijd van de Industrialisatie. Vraag 2. Hoe heet de tijd waarin de mensen van het land in de fabrieken gingen werken? ………………………………………………………………………………………
pagina 1 van 6
De fabriekseigenaren werden rijk. De arbeiders moesten keihard werken. Ze waren arm en woonden in slechte huizen. Kinderen moesten vaak meehelpen met het werk, of anders moesten ze bedelen of stelen. Zoals gezegd werd Groot-Brittannië in 1900 steeds groter; dat kwam ook doordat er zoveel mensen bij kwamen wonen. Ook mensen uit andere landen. Het rijk overviel veel landen. Uit die landen haalde men heel goedkope grondstoffen voor de fabrieken in Groot-Brittannië. Door al die handel en veroveringen ontstond het grootste rijk ter wereld: Groot-Brittannië. Vraag 3. Om welke reden werden veel landen beroofd door de inwoners van Groot-Brittanië? ………………………………………………………………………………………………… Maar toen kwam de Eerste Wereld Oorlog. Britse soldaten vochten in het buitenland. De oorlog kostte veel geld en toen de oorlog afgelopen was, waren veel mensen arm. De fabrieken werden oud en in het buitenland kwamen fabrieken met veel modernere machines dan in Groot-Brittannië. Toen was Groot-Brittannië niet belangrijk meer voor andere landen. Vraag 4. Waardoor was Groot-Brittanië na de eerste wereldoorlog niet belangrijk meer voor andere landen? …………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………… De inwoners van Groot-Brittannië heten Britten. Maar veel Britten willen liever heten naar de streek waar ze vandaan komen. Ze noemen zich dan ook wel Engelsen, Schotten of Welshmen (uit Wales). De Kelten waren één van de eerste bewoners van Groot-Brittannië. Toen de Romeinen het eiland overvielen, werden de Kelten naar de hoeken van GrootBrittannië gedreven; naar Schotland en Wales.
pagina 2 van 6
Vraag 5. Hoe heten de eerste inwoners van Groot-Brittanië? …………………………………………………………… De mensen die nu nog in Schotland of Wales wonen, vinden nog steeds dat zij een eigen volk zijn. Ook spreken zij niet alléén Engels, maar hebben ze ook nog hun eigen taal: het Keltisch. Nadat de Romeinen uit Groot-Brittannië weg waren, kwamen er nog meer andere volken het eiland binnen. Dat waren de: Angelen, de Saksen, de Juten, de Vikingen, en nog later de Noormannen. Uiteindelijk werden zij bij elkaar één volk: de Engelsen.
Natuur en klimaat In Groot-Brittannië zijn heuvellandschappen, maar ook hoge bergen. De hoogste gebieden liggen in het noorden en het westen van het land. In Wales, en het in het noordwesten van Schotland liggen hoge bergen met steile rotsachtige hellingen. Het landschap van deze gebieden is heel vroeger in de IJstijd ontstaan. Gletsjers maakten diepe geulen, bergtoppen en ook grote meren. Het zuidelijke en oostelijke deel van Groot-Brittannië bestaat uit zacht gesteente waarop vruchtbare landbouwgronden kunnen ontstaan.
Vraag 6. Het landschap ziet er zo uit: Wales:………………………………………………………………………………………………… Schotland:………………………..…….
Zuid/oost Groot Brittanië:……………………….
pagina 3 van 6
Het klimaat In de zomer is het in Groot-Brittannië koel. In de winter is het zacht. Regen valt er het hele jaar door. In het westen regent en sneeuwt het meer dan in het zuiden en oosten. Dat komt doordat zuidwesten winden water meenemen uit de Atlantische Oceaan, dat als regen naar beneden komt. Het westen heeft veel te veel water, terwijl het zuiden en het oosten een tekort aan water hebben. Hiervoor hebben ze een oplossing gevonden. Er zijn in gebieden als Lake District waterreservoirs aangelegd waar via pijpleidingen water stroomt naar steden in het zuidoosten van het land. Eens in de zoveel jaar wordt het heel droog in Groot-Brittannië. In 1976, 1984 en in 1995 was er zelfs zo weinig water, dat huizen, kantoren, boerderijen en fabrieken een groot tekort aan water hadden. Er is regelmatig mist in de herfst en in de winter. De vliegtuigen moeten dan aan de grond blijven. Door de mist gebeuren er vaak ongelukken op snelwegen. IJs en sneeuw valt veel in het noorden van Groot-Brittannië. Grote delen van GrootBrittannië hebben vaak stormen. Omgevallen bomen kunnen de weg blokkeren, zodat de auto’s er niet meer langs kunnen. Bij zware stormen op zee ontstaan soms golven zo hoog als een huis, waardoor grote gebieden langs de kust veel wateroverlast krijgen. Vraag 7. Kies uit en vul in:
zachte, regen, koele, zee
Engeland heeft een typisch zeeklimaat. Het lijkt misschien zo, dat dit klimaat op zee voorkomt, maar met zeeklimaat bedoelen we dat het vooral gebieden aan de………… dit klimaat hebben. Engeland heeft dus ook een zeeklimaat. Het zeeklimaat heeft vrij veel ………….… en wind. De temperaturen zijn vrij constant. Het heeft een …………… zomer en een ……….….. winter.
pagina 4 van 6
Het schoolleven in Engeland Engeland is een land vol met rijke tradities, die al eeuwen lang met trots in ere worden gehouden. Zo ook het schooluniform. Nog steeds volgen alle scholieren in Engeland klassikaal onderwijs in hun eigen specifieke uniform. Pas in de 19e eeuw zijn door toedoen van “private schools” mensen gaan leren lezen en schrijven. Omdat ouders en kinderen trots waren op hun private school, wilden ze dit met het schooluniform aan de omgeving tonen. Later zijn staatsscholen ontstaan die het voorbeeld van schooluniformen hebben opgevolgd. Ook om het saamhorigheidsgevoel binnen de school te bevorderen. Oxford en Cambridge zijn 2 bekende universiteiten in Engeland die een lange historie hebben. Vraag 8. a. Waarom dragen ze in Engeland op school een uniform? …………………………………………………………………………………………………. b. Zet de juiste leeftijd die hoort bij de soort onderwijs. Kies uit: 18-25 jaar 4-12 jaar 12-17 jaar
lager/basisonderwijs....................................................... middelbaar onderwijs…………………………………….. hoger beroepsonderwijs/universiteit…………………….
pagina 5 van 6
Het Britse Koningshuis Koningin Elizabeth II Koningin Elizabeth werd op 21 april 1926 geboren als Elizabeth Alexandra Mary Windsor. Haar ouders waren Koning George VI (1895-1952) en koningin Elizabeth (1926-2002), toen nog hertog en hertogin van York. Ze had ook nog een zus: prinses Margaret (1930-2002). Ze ging niet naar school maar kreeg thuis les, zoals de meeste leden van de Britse Koninklijke familie. Het koninklijk paar kreeg vier kinderen: prins Charles (1948), prinses Anne (1950), prins Andrew (1960) en prins Edward (1964). In 1952 werd ze koningin. Koningin Elizabeth II is o.a. staatshoofd, opperbevelhebber van alle strijdkrachten (zoals het leger, de marine en de landmacht). Ze heeft veel contact met de minister-president en de andere ministers, om goed te kunnen regeren en ze ziet alle belangrijke papieren, afspraken en beslissingen. Ze is dus erg belangrijk voor Engeland. Prins Charles van Wales De Britse kroonprins werd op 14 november 1948 geboren als Charles Philip Arthur George Windsor. Vraag 9. a. Hoe heten de vier kinderen van Koningin Elizabeth? ………………….
…………………… …………………. ……………………..
b. Wie is de troonopvolger van koningin Elizabeth? ………………………………………………………………………………………..
pagina 6 van 6