Docentenhandleiding
Groep
4
Geschreven door Myrna Feuerstake en Maria Kelly van EarlyBird
Dit is een uitgave van: Pearson Benelux bv Postbus 75598 1070 AN Amsterdam Nederland iPockets TM Website: www.ipockets.nl E-mail:
[email protected] Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Eerste druk 2012 ISBN: 9789043090360 Tekst: Myrna Feuerstake en Maria Kelly van EarlyBird Ontwerp binnenwerk en omslag: Corsa Media Druk: Q-promotions bv.
Docentenhandleiding Groep 4
Inhoudsopgave Algemene handleiding / gebruikswijzer iPockets Matrix taalaanbod thema 1-4 Matrix taalaanbod thema 5-8 Observatielijst Scorelijst woordentoets iPockets Thema 1 Healthy habits Thema 2 The Sky Thema 3 Celebrations Thema 4 At the restaurant Thema 5 Let’s go to the farm Thema 6 Going to town Thema 7 Let’s go somewhere Thema 8 Going camping Aantekeningen
4 9 12 15 16 18 27 36 45 54 63 72 83 95
Algemene handleiding / gebruikswijzer iPockets INLEIDING ___________________________________________ In Nederland zien we steeds meer basisscholen die vanaf groep 1 spelenderwijs een vreemde taal aanbieden. De taal die hierbij gekozen wordt, is in de meeste gevallen Engels. Engels is de taal van de mondiale communicatie. Het is de taal van de wetenschap, techniek, ICT, economie en toerisme. De kinderen in Nederland worden ook steeds meer blootgesteld aan het Engels middels televisie, muziek en computerspelletjes. Het vroeg aanbieden van een vreemde taal levert de kinderen vele voordelen op: 1. Ze weten meer over en zijn flexibeler in taal, waardoor ze later weer gemakkelijker nog meer talen kunnen leren. 2. Jonge kinderen hebben een betere uitspraak, omdat ze goed zijn in het nabootsen van klanken. Daarnaast zijn ze niet bang om fouten te maken. 3. De kinderen hebben uiteindelijk meer tijd om zich de taal eigen te maken1 . “The younger the better” geldt zeker voor het aanleren van een vreemde taal. Om de basisscholen te ondersteunen en te helpen in het overbrengen van de Engelse taal aan jonge leerlingen, is iPockets ontwikkeld. Binnen een rijke digitale taalklankomgeving leren de leerlingen spelenderwijs Engels.
iPOCKETS _____________________________________________ iPockets is een volledig digitale methode Engels voor de groepen 1 tot en met 4 die uitgaat van de natuurlijke taalverwerving. Woorden en “brokken taal” (chunks) vormen de bouwstenen van taal. Woordkennis leidt tot taalverwerving. In de methode is dan ook alles gericht op de woordenschatverwerving, zowel intentioneel als incidenteel. De nadruk ligt op het luisteren, begrijpen en spreken. Pas halverwege groep 4 komen er enkele eenvoudige leesoefeningen bij. Bij de verwerving van de woordenschat werkt iPockets volgens de “de viertakt van het woordenschatonderwijs” (Verhallen). De viertakt bestaat uit: 1 Voorbewerken (een context creëren die aansluit bij de belevingswereld van de kinderen en de voorkennis van de kinderen activeren). iPockets sluit met de thema’s aan bij de bele vingswereld van de leerlingen. Elk thema start met een digitale praatplaat, om de voorkennis van de leerlingen te activeren en de nieuwe woorden aan te leren. 2 Semantiseren (de begrippen betekenis geven, bij voorkeur met concreet materiaal en onder steunende gebaren). Behalve activiteiten met behulp van het Interactive Whiteboard zijn er ook veel (kring)activiteiten waar concreet mate riaal voor nodig is. iPockets gaat uit van Total Immersion. Dit houdt in dat de leerkracht les geeft in het Engels en niet in het Nederlands. Door het gebruik van gebaren (Total physical response) en andere visuele ondersteuning begrijpen de leerlingen wat de leerkracht bedoelt. Hoe meer de leerlingen worden bloot-
3 4
gesteld aan het Engels, des te beter is dit voor hun taalontwikkeling. Consolideren (de nieuwe begrippen een aantal keren terug laten komen (herhalen, herhalen, herhalen) in verschillende contexten). In iPockets werken de leerlingen zowel klassikaal, in groepen, in tweetallen of individueel op verschillende manieren en met verschillende materialen aan het verwerven van de woorden. Controleren (de betekenis van de woorden controleren). Hier wordt in iPockets elke laatste les van elk thema aandacht aan besteed. Door observatie of met behulp van de computer kan de voortgang van de leerlingen vastgelegd worden.
iPockets bestaat uit drie niveaus en elk niveau bevat acht thema’s die de seizoenen volgen en voor de kinderen heel herkenbaar zijn. Daarnaast zijn er ook actuele thema’s die u in kunt zetten. Dat zijn bijzondere gebeurtenissen die een vaste plek hebben in de wereld van het kind en het schoolprogramma. Bij elk niveau hoort een handpop, die een belangrijke rol speelt tijdens alle lessen. In de groepen 1/2 is het de bedoeling dat niveau 1 twee keer aangeboden wordt. Door de vele extra activiteiten die bij elk thema gegeven worden, herhalen de leerlingen de woorden twee jaar achter elkaar in wisselende contexten. Dit zorgt ervoor dat de woorden goed beklijven. Voor elk thema staat vier weken. Dit betekent dat er voldoende tijd overblijft om een actueel thema in te zetten of iets langer stil te blijven staan bij een thema, dat meer aandacht behoeft. iPockets heeft een leerkrachtenversie en een leerlingenversie. 1 Bron: Vroeg Engels in het taalcurriculum, de Bot en Herder
GROEP
NIVEAU
THEMA’S · A new school year · Autumn
Groep 1
Niveau 1
· Monkey’s birthday
&
handpop Monkey
· Winter
Groep 2
· My family · Around my house (spring) · Nature around us (summer) · My body
· At school · Clothes for al weather (autumn) Groep 3
Niveau 2
· Let’s party
handpop Tiger
· Winter · People we know · Zoo animals (spring) · Our neighbourhood (summer) · Our senses
· Healthy habits · The sky (autumn) Groep 4
Niveau 3
· Celebrations
handpop Giraffe
· At the restaurant · Let’s go to the farm (spring) · Going to town · Let’s go somewhere · Going camping (summer)
AANSLUITING BIJ KERNDOELEN _____________________________________________ iPockets sluit aan bij de kerndoelen Engels, zoals deze zijn opgesteld door het ministerie van OCW.
Voor de groepen 1 tot en met 4 zijn vooral kerndoel 13 en 14 belangrijk. In onderstaand schema staan de tussendoelen Engels2 in de onderbouw van de basisschool.
Kerndoel 13: De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten.
Groep 1/2 Doelen: de leerlingen ontwikkelen een positieve houding ten opzichte van het leren van het Engels. Geen lessen Engels, maar enkele uren activiteiten in het Engels, aansluitend bij de ontwikkelingsfase van de kinderen.
Groep 3/4 Doelen: consolidering van luistervaardigheid Engels, zoals opgebouwd in groep 1 en 2 en uitbreiding daarvan. Geen lessen Engels, maar enkele uren activiteiten in het Engels, aansluitend bij de ontwikkelingsfase van de kinderen.
Kerndoel 14: De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of te geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal.
Groep 1/2 Doel: de kinderen ontwikkelen een positieve houding ten aanzien van het spreken in het Engels.
Groep 3/4 Doel: consolideren van de spreekvaardigheid en het bevorderen van taalproductie of speech emergence (kinderen kunnen antwoord geven in het Engels of gebruiken langere zinnen).
2 Bron: Stichting Leerplanontwikkeling-TULE, tussendoelen en leerlijnen
HANDLEIDING _____________________________________________ Elk thema heeft een handleiding die acht lessen bevat en extra activiteiten. De bedoeling is dat er per week twee lessen gegeven worden: een les van 30 minuten en een les van 40 minuten. Uiteraard staat het u ook vrij de twee lessen in drie momenten per week te “knippen”. Hoe vaker de (nieuwe) woorden terugkomen, des te beter! Elke les heeft dezelfde opbouw. De les start met de “Hello song”. Dit is voor de leerlingen het teken dat de Engelse les gaat beginnen. De handpop (Monkey, Tiger of Giraffe) is ook aanwezig en assisteert de leerkracht bij de Engelstalige activiteiten die na het liedje volgen. De les eindigt met de “Goodbye song” als teken dat de Engelse les is afgelopen. In elke eerste les van het thema is een filmpje waarin de kinderen een grote hoeveelheid beelden zien, die met het thema te maken hebben en waarin de kernwoorden expliciet aan bod komen. In de vierde, zesde en zevende les verwerken de leerlingen verdeeld in drie groepen de woorden. Hier vindt een roulatiesysteem plaats. Groep 1 maakt een werkblad op zijn/haar niveau. Groep 2 verwerkt de aangeboden woorden door een knutsel- of tekenopdracht te maken rondom het thema. Van belang is daarna de leerlingen de kans te geven iets over hun gemaakte werk te vertellen. Groep 3 zit afhankelijk van het aantal computers dat
u tot uw beschikking heeft, twee aan twee achter de computer en doet verschillende activiteiten, waarbij zij de woorden nog een keer oefenen. Het is aan het oordeel van de leerkracht of hij/zij sommige opdrachten verplicht stelt of de leerlingen vrij laat in welke computeractiviteiten zij willen doen. In de lessen 6 en 7 rouleren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten hebben gedaan. Les 8 is de controleles. Er wordt teruggeblikt, herhaald en geobserveerd door de leerkracht. Welke woorden kennen de leerlingen al? Durven de leerlingen zich te uiten in het Engels? Durven zij mee te zingen? Als u als leerkracht ook wilt weten of een kind vooruitgang boekt en of een kind de aangeboden lesstof tot zich heeft genomen, kunt u naast de observaties ook een korte woordentoets afnemen. De toets is op twee niveaus, A (basisniveau) en B (meer gevorderd), beschikbaar. Elk thema bestaat uit de volgende digitale materialen, die zowel in de leerkrachtenversie als in de leerlingenversie beschikbaar zijn, zodat de leerlingen het geleerde achter de computer kunnen herhalen: 1. Film In deze korte video komen de kernwoorden expliciet aan bod. De kinderen kunnen het filmpje klassikaal op het digitale schoolbord bekijken.
2. Liedjes en chants In elk thema wordt minimaal een lied en een chant aangeboden. Zingen en scanderen zijn belangrijke onderdelen van vreemde taal verwerving. De kinderen leren op deze manier de juiste intonatie en klemtoon. Het is belangrijk alle liedjes en chants visueel te ondersteunen met bewegingen en/of beelden. Als u op de activiteit klikt, ziet u een afbeelding, die het lied of de chant ondersteunt. 3. Poster Elk thema begint met een praatplaat. Deze wordt gebruikt om de voorkennis te activeren en om de nieuwe woorden aan te bieden. De praatplaat heeft audio hotspots. Deze hotspots kan de leerkracht aanklikken en bevatten audio. Bij de praatplaat is een button om het geluid aan en uit te zetten. 4. Picturebook Het prentenboek komt in elk thema aan de orde. Het prentenboek is in te zetten als onderdeel van de les en als extra activiteit die de kinderen op de computer bekijken. 5. Flashcards Flashcards zijn afbeeldingen van de kernwoorden. Op het digitale bord kunnen er verschillende activiteiten mee gedaan worden, zoals memorie (memory), maak een paar (make a pair) en kies het juiste plaatje (choose the right picture). De flashcards bevatten audio, zodat de leerlingen de juiste klanken horen. 6. Create a story De leerlingen zien vier plaatjes en er wordt een kort verhaal bij verteld. Daarna moeten zij de plaatjes in de juiste volgorde zetten. Deze activiteit komt in elk thema aan de orde. Vertel een verhaal is bedoeld als activiteit die zowel klassikaal als individueel gedaan kan worden. 7. Coloursheet Dit is een kleurplaat die digitaal in te kleuren is. Als de leerkracht of het kind op de kleur klikt, hoort hij/zij de naam van de kleur en kan een vlak met een digitaal kleurpotlood ingekleurd worden. Ook kan de kleurplaat geprint worden. 8. Test In het assessment worden de kernwoorden getoetst. Het kind hoort een woord en ziet twee plaatjes waartussen het moet kiezen. Uiteindelijk wordt er geteld hoeveel antwoorden het kind in een keer goed had. De woorden die niet direct goed gekozen waren, kunnen nog een keer geoefend worden. 9. A short conversation Bij deze activiteit hoort u een klein gesprekje, dat de kinderen in tweetallen kunnen oefenen. Deze activiteit vindt u alleen in het leerkrachtengedeelte.
10. Downloadable materials Deze materialen zijn alleen in de leerkrachtenversie beschikbaar en bestaan uit de handleiding (beschrijving per les), de werkbladen en de flashcards. 11. Instructietaal Bij een aantal activiteiten heeft u de mogelijkheid op een speaker te klikken. Als u dit doet, hoort u de instructietaal in het Engels die bij de activiteit hoort.
HOE GAAT U TE WERK MET iPOCKETS? ________________________________________ Zodra u op de hoofdpagina terecht bent gekomen, kunt u kiezen tussen het programma voor groep 1/2, 3 en 4 en is er de mogelijkheid voor de leerkracht- of de leerlingeningang. Wanneer u in de hele groep de activiteiten aan wilt bieden, kiest u voor de leerkrachtenoptie. Als u de leerlingen individueel of in tweetallen achter de computer wilt laten werken, kiest u voor de leerlingeningang.
LEERKRACHTENINGANG ________________________________________ Nadat u de keuze voor de groep en de leerkrachteningang heeft gemaakt, verschijnen de buttons van de thema’s, de lessen, extra, actueel en flashcards. U klikt op het thema en de les die u wilt geven. Er verschijnt een venster met rechts een button terug naar overzicht en voor de leerkracht. Wanneer u op de button voor de leerkracht klikt, ziet u op het scherm handleiding en werkbladen. Als u op de button handleiding drukt, ziet u de lesbeschrijving. Als u op de button werkbladen drukt, ziet u de werkbladen die nodig zijn in les 4, 6 en 7. Zowel de lesbrief als de werkbladen (PDF-jes) zijn te printen. Klikt u op extra dan ziet u hier de extra activiteiten die u met uw leerlingen kunt doen, als u meer dan 70 minuten per week aan het Engels wilt besteden of als u wat extra tijd over heeft. Klikt u op flashcards dan vindt u hier een databank van alle beschikbare flashcards gerangschikt naar onderwerp. De flashcards zijn ook uit te printen. Op het scherm zelf ziet u de verschillende activiteiten. Zodra u op de activiteit klikt, begint het programma. Via de button sluit (kruisje) kunt u altijd terugkeren naar het overzicht van de activiteiten. Bij een aantal activiteiten heeft u ook de mogelijkheid op een speaker te klikken. Als u dit doet, hoort u de instructietaal in het Engels die bij de activiteit hoort. Elke activiteit heeft een eigen werkwijze. Het themafilmpje start u door op de playknop te klikken. De praatplaat kunt u in totaalbeeld bekijken. Wanneer u met de muis over de praatplaat gaat, verschijnen er zogenaamde hotspots. Als u deze aanklikt, horen de leerlingen het woord. De liedjes en de chants starten door erop te klikken. Eerst verschijnt er een afbeelding op het scherm en daarna kunt u het lied of de chant activeren. Bij de
activiteit prentenboek klikt de leerkracht of het kind op de rechter zwarte pijl. Het verhaal wordt verteld en de bladzijden slaan automatisch om. Bij maak een verhaal krijgt de leerkracht of leerling vier plaatjes te zien. Deze plaatjes vertellen een kort verhaal. nadat het verhaaltje door middel van audio is verteld, valt de reeks uiteen en is het aan de leerling om de plaatjes in de goede volgorde te zetten. Als alle afbeeldingen naar de goede plek zijn gesleept, wordt het verhaaltje nog een keer verteld.
LEERLINGENVERSIE ________________________________________ Als u voor de leerlingenoptie kiest, komt u op een scherm met acht afbeeldingen. De eerste keren zal u zelf de leerlingenversie opstarten. Wanneer kinderen deze handeling een paar keer zien, kunnen zij na verloop van tijd zelf de leerlingenpagina opstarten. Elke afbeelding stelt een thema voor. Als u op de eerste afbeelding klikt (thema 1), hoort u de titel via de voice-over en komt u op de activiteitenpagina. Wanneer er op de button video (filmpje) geklikt wordt, hoort het kind de voice-over en opent de video zich onmiddellijk fullscreen. Door op het kruis in de rechterbovenhoek te klikken, stopt het filmpje en keert het kind terug naar de activiteitenpagina. Klikken de leerlingen op de button song (liedje) of chant, dan zien ze een afbeel-
Aantekeningen
ding en horen ze het liedje of de chant. Klikt het kind op de flashcards, dan horen ze een voice-over. Met de flashcards zijn vier verschillende activiteiten te doen; listen and click (luister en klik), make a pair (maak een paar), draw a line (trek een lijn) en memory (memorie). Wanneer het kind met de muis over poster (de praatplaat) gaat, zal het merken dat er verschillende kaders verschijnen. Deze hotspots zijn aan te klikken en het kind hoort dan het woord dat daarbij hoort. Storybook (het prentenboek) bestaat uit digitale illustraties die door middel van een pijl omgeslagen kunnen worden. Het verhaal wordt voorgelezen. Klikt het kind op de opdracht create a story (maak een verhaal), dan krijgt het vier plaatjes te zien met een kort verhaaltje erbij. Daarna is het de bedoeling dat de plaatjes in de goede volgorde worden gelegd. Als de plaatjes goed staan, wordt het verhaal door een voice-over nog een keer verteld. De activiteit 1,2,3 bestaat uit verschillende teloefeningen. In de laatste twee activiteiten colours (de kleuren) en coloursheet (de kleurplaat) kan het kind de kleuren afzonderlijk oefenen (een voice-over benoemt elke keer de kleur die gebruikt wordt) of een kleurplaat inkleuren. Ook hier weer worden de gebruikte kleuren benoemd. Voor alle activiteiten geldt dat als het kind de activiteit wil verlaten hij/zij op het kruisje in de rechterbovenhoek moet klikken. Het kind komt dan terug in het activiteitenscherm.
Matrix taalaanbod thema 1-4
MATRIX TAALAANBOD THEMA A new school year group 1/2
1-4 Autumn group 1/2
Monkey’s birthday group 1/2
Food group 1/2
Kernwoorden:
Kernwoorden:
Kernwoorden:
Kernwoorden:
hello, goodbye, my name is...
tree, leaf, leaves, kite
classroom, computer, pencil, book, chair, crayon, door, glue, paper, table, bag, scissors, door, circle
sweater, pants, coat, rain hat, boots, raincoat, shoes, socks, clothes, underwear
happy, birthday, cake, lemonade, balloon(s)
rabbit, turtle, bird, sheep, carrot, sandwich, pizza, milk, banana(s), apple(s)
red, blue, green, yellow one, two, three, four, five
teddy bear, doll, boat, ball, game, train
Do you like....?
cat, dog, spider, bird
in, above, under
I like....?
one, two, three, four, five, six, seven, eight, nine, ten
pink
next to
purple, orange, brown
square
put on, take off your…. This is a… It’s a purple umbrella. It’s a blue table. They’re orange shoes, they’re yellow pants. a, an
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
boy(s), girl(s), teacher(s)
chestnut(s), acorn(s), umbrella
happy
squirrel, hedgehog
present(s), candles, toy box, toy store
winter, snow, cold, snowman, food, scarf, gloves. food, snowball
run, play, jump, sit down, stand up, clap, stop
It’s rainy, it’s windy. Is it red? Yes it is, no it isn’t. march black, white
I want a ... I’m a train. play, bounce, throw, catch, kick, drive
eat, pass, turn around I’m hungry.
colour(s)
cat, dog, spider
Herhaling:
Herhaling:
yellow, purple, orange, green, red, blue, my name is..., table, circle
cake, tree(s), boy(s), girl(s), coat, hat, boots, stand up, sit down, clap, jump,
Het tellen tot 6.
sweater, coat, red, blue, green, yellow, purple, orange, brown, pink, white, black on, above, under Het tellen tot 10.
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
door, glue, table, chair, paper, crayon
sweater, pants, shoes, socks, coat, boots
teddy bear, doll, boat, ball, game, train
carrot, sandwich, pizza, banana(s), apple(s), milk
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
door, glue, table, chair, paper, crayon, book, computer, pencil, bag
sweater, pants, shoes, socks, coat, boots, dog, bird, cat, spider
teddy bear, doll, boat, ball, game, train, pink, cake, lemonade, balloon
rabbit, turtle, bird, sheep, carrot, sandwich, pizza, banana(s), apple(s), milk
MATRIX TAALAANBOD THEMA At school group 3
1-4
Autumnclothes for all weather group 3
Let’s Party group 3
Winter-Food we like group 3
Kernwoorden:
Kernwoorden:
Kernwoorden:
Kernwoorden:
hello, goodbye, my name is ... How old are you? I’m …. years old.
it’s sunny (sun), it’s windy (wind), it’s rainy (rain), it’s snowy (snow), hot, cold
party, ice cream, orange juice, puppet
snow, snowman, winter, snow ball, it’s snowy, it’s cold
merry-go-round, airplane ride, clown, train ride, popcorn, fair
soup, chicken, corn, salad, hamburger, hot dogs
dark, light
I like, I don’t like
this is (a ball)
shorts, t-shirt, dress, scarf, gloves, jacket, bathing suit
ball, hula hoop, jungle gym, slide, swing, playground triangle, square, circle, rectangle climb(ing), swing (ing), bounce, (bouncing), throw(ing), jump(ing), run(ning), play(ing), sliding
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
inside, outside, shelf
autumn, winter, spring, summer, seasons
party hat, food, funny
autumn, spring, summer, seasons
This is (a ball), too. thank you, you’re welcome catch(ing)
take off, put on suitcase
big, little mad, sad, happy, scared up, down, round same, different
plate, knife, spoon, fork, bowl family eat, drink
Herhaling:
Herhaling:
Herhaling:
Herhaling:
classroom, computer, pencil, book, chair, crayon, door, glue, paper, table, bag, scissors, door, teacher
sweater, pants3, coat, rain hat, boots, raincoat, shoes, socks, big, little, put on, take off, big, little
De kleuren en tellen tot 10.
De kleuren en tellen tot 10.
happy, birthday, lemonade, balloon(s), cake, present(s), candles, sandwich, pizza, circle, rectangle, triangle, square, I like ..., teddy bear, doll, boat, game, train, present(s), toys
sweater, pants, coat, boots, shoes, socks, scarf, gloves, jacket, apples, bananas, cake, pizza, ice cream, milk, lemonade, orange juice
De kleuren en tellen tot 10.
De kleuren en tellen tot 10.
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
playground, jungle gym, hula hoop, ball, swing, slide
underwear, shorts, scarf, bathing suit, dress, t-shirt
merry-go-round, airplane ride, clown, train ride, popcorn, balloon(s)
soup, chicken, corn, salad, hamburger, hot dogs
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
playground, jungle gym, hula hoop, ball, swing, slide, bouncing, sliding, climbing, swinging
underwear, shorts, scarf, bathing suit, dress, t-shirt, it’s rainy, it’s sunny, it’s windy, it’s snowy
merry-go-round, airplane ride, clown, train ride, popcorn, balloon(s), mad, sad, happy, scared
soup, chicken, corn, salad, hamburger, hot dogs, plate, knife, spoon, fork
3: Pants is American English, trousers is British English
10
MATRIX TAALAANBOD THEMA Healthy Habits group 4
1-4 The sky group 4
Celebrations group 4
At the restaurant group 4
Kernwoorden:
Kernwoorden:
Kernwoorden:
Kernwoorden:
upstairs, downstairs
clouds, lightning, moon, rainbow, stars, sun, day, night
boxes, paint, paintbrushes, tape, paper, markers, sticks, string
menu, waiter, waitress, check4, dessert, main dish(es), fruit, vegetable
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
healthy habit(s),
sky, grey, mountains, rainstorm, thunder, beautiful, cow, fiddle, cat, dog, dish, spoon
present, secret, surprise, earphones
plate, fork, spoon, knife
gym teacher, music teacher brushing teeth, combing hair, eating healthy food, exercising, sleeping, having a shower, washing your hands, blowing your nose Yes, he is. No, he isn’t.
pillow, toothbrush, toothpaste, comb, tissues, rope stretching, jumping, throwing, hanging, running, climbing, playing hopscotch
there are some, they are, they’re not, I want, thank you, you’re welcome, happy birthday
eat, drink money, a nickel
Herhaling:
Herhaling:
Herhaling:
Herhaling:
classroom, computer, pencil, book, chair, crayon, door, glue, paper, table, bag, scissors, playground, inside, outside, triangle, square, circle, rectangle, teacher
it’s sunny (sun), it’s windy (wind), it’s rainy (rain), it’s snowy (snow), hot, cold, autumn, winter, spring, summer, seasons, in, on, under, in front of, behind
boy(s), girl(s), t-shirt, shorts, pants, shoes, puppet, glue, rectangle, square, house, present, happy, sad, mad, scared, big, small
banana(s), apple(s), cake, ice cream, lemonade, orange juice, corn, chicken, salad, watermelon, soup, pizza, hamburger, cake, cookies, fair, do you like ..., I don’t like ...
De kleuren en het tellen tot 20.
De kleuren en het tellen tot 20.
Het tellen tot 20.
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
brushing teeth, combing hair, eating healthy food, exercising, sleeping, having a shower, washing your hands, blowing your nose
clouds, lightning, moon, rainbow, stars, sun, day, night
boxes, paint, paintbrushes, tape, paper, markers, sticks, string
menu, waiter, waitress, check, dessert, main dish(es), fruit, vegetables
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
brushing teeth, combing hair, eating healthy food, exercising, sleeping, having a shower, washing your hands, blowing your nose, he’s running, he’s jumping
clouds, lightning, moon, rainbow, stars, sun, day, night, sky, sleep
boxes, paint, paintbrushes, tape, paper, markers, sticks, string, glue, scissors
menu, waiter, waitress, check, dessert, main dish(es), fruit, vegetables, he’s eating, she’s drinking
4: American English (AE), British English (BE): bill
11
MATRIX TAALAANBOD THEMA My family group 1-2
5-8 Around my house group 1-2
Nature around us group 1-2
My body group 1-2
Kernwoorden:
Kernwoorden:
Kernwoorden:
Kernwoorden:
father, mother, brother, sister, baby, family
living room, kitchen, bedroom, bathroom, park, rectangle
flower, grass, sun, tree, bugs, dirt
eye(s), ear(s), mouth, nose, arm(s), leg(s)
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
grandfather, grandmother, house, car, garden, flowers, today, colour(s)
tomorrow, spring, outside
summer, nature, nest, twig, ladybug, beetle, bee
hand(s), feet, hair, head, toe(s), finger(s)
Sunday, Saturday
to wiggle, to touch, to point, to shake
How are you? I’m fine, thank you. walk, quickly, slowly, quietly
watch TV, sleep, drink, wash your hands, play, walk, swing, slide De dagen van de week.
to climb, to pick, to smell, to dig, to cut, to buzz, to fly quietly, loudly
Herhaling:
Herhaling:
Herhaling:
Herhaling:
circle, square, door, red, blue, green, yellow, brown, black, white, tree, pants, shoes, hello, jump, march, clap, stop
house, garden, car, mother, boy(s), girl (s), brother, sister, ball, teddy bear, boat, tree, window, door, square, circle, walk, father, mother, sister, brother, grandmother
red, blue, yellow, green, orange, purple, pink, brown, black, white, thank you, you’re welcome, Monday, Tuesday, Wednesday, Thursday, Friday.
happy, sad, boy(s), girl(s), circle, rectangle, square, triangle, behind, in front of, next to, under, on
Het tellen tot 10.
De kleuren, het tellen tot 10.
Het tellen tot 10, de kleuren.
De kleuren, kleding, het tellen tot 10, de familieleden.
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
father, mother, brother, sister, baby, family
house, living room, kitchen, bedroom, bathroom, park
flower, grass, sun, tree, bugs, dirt
eye(s), ear(s), mouth, nose, arm(s), leg(s)
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
father, mother, brother, sister, baby, family, red, yellow, blue
house, living room, kitchen, bedroom, bathroom, park, watch TV, wash your hands, he’s drinking, she’s sleeping
flower, grass, sun, tree, bugs, dirt, nest, ladybug, beetle, bee
eye(s), ear(s), mouth, nose, arm(s), leg(s), hands, feet, head, toe(s)
Aantekeningen
12
MATRIX TAALAANBOD THEMA People we know group 3
5-8 Zoo animals group 3
Our neighbourhood group3
Our senses group 3
Kernwoorden:
Kernwoorden:
Kernwoorden:
Kernwoorden:
family, aunt, uncle, cousin, friend, tall, short
elephant, giraffe, lion, monkey, seal, zebra
fire station, fire truck, hospital, ambulance, bike, traffic light
hear, see, smell, taste, touch, fingers
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
yesterday
spring, zoo, zookeeper, shopkeeper, grey, pen, roar,
town, restaurant, street, mail box, bus, bus driver, people
knee, shoulders, tongue, face, skin,
kangaroo, cheetah, polar bear, tiger.
zero
this, that, these, those, behind, next to, in front of, on, in, under
Herhaling:
Herhaling:
Herhaling:
Herhaling:
tomorrow, father, mother, brother, sister, baby, family, grandmother, grandfather, pants, sweater, socks, shoes, t-shirt, ball, house, garden, tree, bird
big, tall, little, run, swing, see, swim, stand up, climb, jump, walk
store, park, swing, boy(s), girl(s) baby, mummy, cat, dog, fish, bee, circle, red, green, yellow, go, stop, next to, in front of, behind of
eye(s), ear(s), mouth, nose, arm(s), leg(s), hand(s), foot/ feet, head, toe(s), to open, to close, to wink, to blink, to wiggle, several classroom objects, cake, lemonade, rabbit,
Het tellen tot 20, de kleuren, de dagen van de week.
De kleuren, het tellen tot 20.
fish, drinks, sandwich, boy, girl, father, mother
Yes, it is. No, it isn’t. Het tellen tot 20, de kleuren, familieleden, de kleding.
circle, rectangle, triangle, square, same, different De kleuren en de kledingstukken.
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
aunt, cousin, friend, uncle, tall, short
elephant, giraffe, lion, monkey, seal, zebra
fire station, fire truck, hospital, ambulance, bike, traffic light
hear, see, smell, taste, touch, fingers
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
aunt, cousin, friend, uncle, tall, short , family, grandmother, grandfather, mother
elephant, giraffe, lion, monkey, seal, zebra, kangaroo, cheetah, polar bear, zoo
fire station, fire truck, hospital, ambulance, bike, traffic light, restaurant, (toy) store, bus, street
hear, see, smell, taste, touch, fingers, tongue, face, skin
Aantekeningen
13
MATRIX TAALAANBOD THEMA Let’s go to the farm group 4
5-8 Going to town group 4
Let’s go somewhere group 4
Going camping group 4
Kernwoorden:
Kernwoorden:
Kernwoorden:
Kernwoorden:
hen, rooster5, cow, horse, sheep, farmer, field, barn
firefighter, police officer, gardener, doctor, dentist, nurse, building, truck
airport, beach, plane, movies6, amusement park, mall, mountains, train station
bucket, campfire, flashlight, lake, raft, rocks, rope, tent
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
Uitbreidingswoorden:
farm, chicks, eggs, hay, truck, tractor, swan, wool, duck(s)
people, trash collector7, sales person
taxi stand, bus station, taxi, hotel
matches, sleeping bag, camping,
to ride, to feed, to milk, to collect, to crow, to shear
water the grass, pick up the trash, fix teeth, direct traffic, put out fires, help the doctor, sell sweets
stop, go, faster, slower, start
cook hotdogs, pitch a tent, make a campfire, go rafting, turn on the flashlight, turn off the flashlight, go fishing,
morning, afternoon, evening
longer, shorter,
cock-a-doodle-doo, neigh, woof, moo, baa, meow
thirty, forty, fifty, sixty, seventy eighty, ninety, a hundred
Herhaling:
Herhaling:
Herhaling:
Herhaling:
spring, boy(s), girl(s), cat, dog, milk, sun, mother, father, grandfather, baby, brother, sister, family
inside, outside, boy (s), girl(s), father, mother, park, fire station, fire truck, hospital, street, shop, fire station, restaurant, police office, under, behind, in, in front of, next to
store, bus, car, train, merrygo-round, park, house, traffic light, first, then, last, to climb, to fly, to eat, to swim, to wait, to sit, to buy, to watch, to sleep, to get in
in, on, in front of, next to, under, behind, long, short, string, hair, to swim, to row, to climb, to sleep
De kleuren, het tellen, de lichaamsdelen, het speelgoed.
behind, in front of, next to, under
De kleuren en het tellen tot 20.
De familieleden, de kleuren, de kledingstukken, het speelgoed en het voedsel.
De kleuren en de getallen tot 20.
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
Toetsing niveau 1:
hen, rooster, cow, horse, sheep, farmer, field, barn
firefighter, police officer, gardener, doctor, dentist, nurse, building, truck
airport, beach, plane, movies, amusement park, mall, mountains, train station
bucket, campfire, flashlight, lake, raft, rocks, rope, tent
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
Toetsing niveau 2:
hen, rooster, cow, horse, sheep, farmer, field, barn, farm, chicks
firefighter, police officer, gardener, doctor, dentist, nurse, building, truck, sales person, trash collector
airport, beach, plane, movies, amusement park, mall, mountains, train station, bus station, hotel
bucket, campfire, flashlight, lake, raft, rocks, rope, tent, matches, camping
5: Rooster is American English, cockerel is British English 6: Movies is American English, Cinema is British English 7: Trash collector is American English, rubbish collector is British English
14
OBSERVATIELIJST Thema Begrip
Deelname
Datum: Naam leerlingen:
Toont interesse
Herhaalt woorden
Doet mee op verzoek van de leerkracht
Doet uit zichzelf mee
Durft in het Engels te praten
Kent de woorden
Kan instructies in het Engels uitvoeren
Score: 1 = Zelden, 2 = Soms, 3 = Vaak
15
SCORELIJST WOORDENTOETS iPOCKETS (aantal goed) Thema
1
Niveau
A
Naam leerlingen:
16
2 B
A
3 B
A
4 B
A
5 B
A
6 B
A
7 B
A
8 B
A
B
Aantekeningen
17
Thema 1 Healthy habits Les 1
Fun at school Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: upstairs, downstairs, gym teacher, music teacher In week 1 beginnen we met een herhaling van de aangeboden woorden rondom het thema school. Herhaling groep 1 t/m 3: classroom, computer, pencil, book, chair, crayon, door, glue, paper, table, bag, scissors, playground, inside, outside, triangle, square, circle, rectangle, teacher. De kleuren en het tellen tot 20. Lesdoelen: • De leerlingen maken kennis met Giraffe. • De leerlingen kunnen de meest voorkomende voorwerpen in de klas benoemen. • De leerlingen begrijpen de begrippen upstairs en downstairs. • De kinderen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: handpop Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song De leerkracht stelt Giraffe aan de kinderen voor en vertelt dat Giraffe alleen maar Engels spreekt. Zing samen met de Giraffe en de leerlingen de Hello Song. Gebruik gebaren om de taal te ondersteunen. Herhaal het lied een paar keer. Instructietaal: Hello everyone. This is Giraffe. He speaks English. Let’s say hello to him. Hello Giraffe! (Zwaai naar hem.) He wants to sing with you. Let’s listen to Giraffe’s hello song. Hello Song Hello Giraffe, hello Giraffe Hi ho the derio, Hello Giraffe.
(zwaai naar Giraffe)
3. Where Can It Be Zing met de leerlingen het lied Where Can It Be. Wijs ondertussen de plaatsen waarover gezongen wordt aan op de poster. Ondersteun het lied met gebaren. Where Can It Be Upstairs, downstairs, where can it be? Inside, outside, can you help me? I can hear the other children. Jumping one, two, three. Tell me where to find the playground, please. Upstairs, downstairs, where can it be? Inside, outside, can you help me? I can hear the other children. Singing Do, Re, Mi, Tell me where to find the music room, please. Upstairs, downstairs, where can it be? Inside, outside, can you help me? I can hear the other children. Chanting A, B, C. Tell me where to find my classroom, please. Herhaal het lied een paar keer. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
(zwaai naar Giraffe) (2x)
VERWERKING _________________________________________ 2. Poster: Fun at school We gaan een kijkje nemen bij Giraffe op school. Wat is er veel te zien! Wie kan er zo veel mogelijk voorwerpen noemen? Wat zijn de kinderen allemaal aan het doen? Hoeveel kinderen zijn er in de school? En hoeveel kinderen zijn er op de speelplaats? Welke kleuren zie je allemaal? Wijs dan naar de muziekleraar en zeg: “He is the music teacher.” Laat de kinderen dit herhalen. Doe dit ook met de gymleerkracht.
18
Instructietaal: Giraffe is at school. There’s so much to see! What can you see? What’s this? What do you call it in English? Let’s see how many words we know! Look at the children. How many are there in school? Count with me. How many are in the playground? Let’s count. What are they doing? What about him? What about her? What colour is this? Who’s he? He’s the music teacher. Say it after me, he’s the music teacher. Who’s this? She’s the gym teacher. Is the music teacher inside or outside? Is he upstairs or downstairs? Is the gym teacher inside or outside? Is she upstairs or downstairs?
Goodbye Song Bye, bye Giraffe, bye, bye Giraffe (zwaai naar Giraffe) Giraffe is leaving now, Bye, bye Giraffe (zwaai naar Giraffe)
Aantekeningen
(2x)
Thema 1 Les 2
Fun at school Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: upstairs, downstairs, gym teacher, music teacher Herhaling groep 1 t/m 3: classroom, computer, pencil, book, chair, crayon, door, glue, paper, table, bag, scissors, playground, inside, outside, triangle, square, circle, rectangle, teacher. De kleuren en tellen tot 20 Lesdoelen • De leerlingen kunnen de meest voorkomende voorwerpen in de klas benoemen. • De leerlingen begrijpen de begrippen upstairs en downstairs. • De kinderen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, flashcards van voorwerpen in het klaslokaal
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied.
Houd de flashcards een voor een omhoog en vraag aan de leerlingen de afbeeldingen te benoemen. Leg ze daarna in het midden van de kring. Leg de leerlingen uit dat ze een spel gaan spelen. Eén van hen gaat naar de gang, terwijl de klas een van de flashcards aanwijst als “de bom”. Daarna kan het kind binnen komen. De bedoeling is dan dat hij/zij een voor een de flashcards oppakt en de afbeelding benoemt, totdat het kind “de bom” oppakt… De hele klas roept dan: “BOEM!” Instructietaal: We’re going to play a game. First, we are going to look at all of these cards and say what we can see. Then, I’m going to put them in the middle of the circle. Next, one of you is going to go outside so you can’t see or hear us. We’re going to choose one card to be “the bomb” then we’ll call the child who is outside back into the room. The child in the middle has to pick up cards and say what they are! We’re going to shout “BOOM!” when you find the card which is the bomb! AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
VERWERKING _________________________________________ 2. Chant: Where is she? We gaan weer een bezoekje brengen bij Giraffe op school. Luister samen met de leerlingen naar de chant. Where is she? Where is the music teacher? I don’t know! Please help me find the music teacher. Sure! Let’s go! Look! There she is! The music teacher’s in the music room! Herhaal zelf de chant ook met de gym teacher. 3. Where Can It Be? Herhaal het lied Where can it be? Vraag een van de leerlingen de plaatsen waarover gezongen wordt, aan te wijzen op de afbeelding. Ondersteun het lied met gebaren. 4. Where’s the bomb? De leerlingen zitten in de kring. Voor dit spel heb je minimaal vijftien verschillende flashcards nodig van bijvoorbeeld voorwerpen in het klaslokaal, de vormen en de kleuren.
19
Thema 1 Les 3 Lesduur: 30 minuten
They Are Healthy Look at the children. What do you see? They are doing things. They are healthy. Look at the children. What do you see? They are doing things. They are healthy.
Kernwoorden: brushing teeth, combing hair, eating healthy food, exercising, sleeping, having a shower, washing your hands, blowing your nose Uitbreidingswoorden: healthy habit(s)
He He He He
is is is is
brushing his teeth. brushing his teeth. brushing his teeth. healthy like you and me!
Lesdoelen: • De leerlingen maken kennis met gezonde gewoontes. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren.
He He He He
is is is is
combing his hair. combing his hair. combing his hair. healthy like you and me!
I am healthy
Materialen: Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. Vertel de kinderen dat ze weer een kijkje gaan nemen op de school van Giraffe. Dit keer gaan ze een bezoekje brengen aan het speellokaal. Instructietaal: Today, we’re going to go to Giraffe’s school again. This time, we’re going to look in the gym hall and see what the children and the teacher are all doing. Let’s look now! VERWERKING _________________________________________ 2. Poster: Healthy habits In het speellokaal zijn de juf en de leerlingen druk met elkaar in gesprek! Giraffe, weet jij waar het gesprek over gaat? Wijs naar de spreekballonnen en zeg: “He’s sleeping”. Vraag de leerlingen te herhalen wat je zegt. Ga zo alle spreekballonnen af en eindig met: “They are talking about healthy habits!” Instructietaal: The teacher and the children are talking to each other. I think the teacher has asked the children to think about something. Giraffe, do you know what they’re talking about? Look at the children; they’re thinking! You can see by looking in the balloons above their heads. This child is thinking about sleeping. What’s he thinking about? They are thinking about how to be healthy. Can you tell me about their healthy habits? 3. They Are Healthy Zing het lied They Are Healthy. Ondersteun het lied met gebaren en vraag de leerlingen mee te doen.
20
She She She She
is is is is
washing her hands. washing her hands. washing her hands. healthy like you and me.
(Herhaal het eerste couplet) 4. Film: Healthy habits De leerlingen kijken naar een filmpje van Billy en Ryan. Welke gezonde gewoontes houden zij er op na? Instructietaal: Now it’s time to watch a film again. This film is about Ryan and Billy. What healthy habits do they have? Let’s find out! AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 1 Les 4
I am healthy Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: brushing teeth, combing hair, eating healthy food, exercising, sleeping, having a shower, washing your hands, blowing your nose Uitbreidingswoorden: healthy habit(s)
Groep 1 • Werkblad A: Say and draw what’s missing in each picture. Say what each child is doing. Instructietaal: Look at these pictures. What is she doing? But look, something is missing? She’s combing her hair, but where is her comb? Can you draw it for her please? What about all of the others? What’s missing? • Werkblad B: Draw your “healthy habits” and say them.
Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, flashcards van de “healthy habits”, werkbladen, scharen, lijm, kleurpotloden
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Flashcards: Healthy actions Laat de leerlingen de flashcards op het digitale schoolbord benoemen en de beweging die erbij hoort uitbeelden. Herhaal dit een paar keer. Draai daarna de opdracht om. Doe een beweging en zeg: “Look! I’m (brushing my teeth).” De leerlingen herhalen de zin en doen de beweging na. Vraag dan: “What are you doing?” Help de leerlingen in een zin te antwoorden: “I’m (brushing my teeth)” Instructietaal: Look at the pictures on the board. When I look at the picture, I have to do what I can see. Look at this picture. What am I doing? I’m brushing my teeth. Can you show me how you brush your teeth? Now look at this picture. What am I doing? I’m combing my hair. Can you show me how you comb your hair? This time, I’m going to show you the picture. Ready? What are you doing? Yes, you’re combing your hair. 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen.
Instructietaal: Let’s think about your healthy habits. What do you do to be healthy? I want you to draw a picture of your healthy habit here. I have drawn a picture of someone exercising. What are you going to draw? Groep 2 A board game De leerlingen krijgen twee werkbladen: een werkblad met een bordspel erop en een werkblad met verschillende personen die hun tanden poetsen, hun haar kammen, enz. De bedoeling is dat de leerlingen de plaatjes kleuren, uitknippen en willekeurig in de vakjes van het bordspel plakken. Als laatste moeten ze alle vakken nummeren. Het spel moet in de klas bewaard worden, want in de laatste les krijgen de leerlingen de kans het spel te spelen. Instructietaal: We’re going to make a game today. First, can you tell me what they are all doing? Next, you are going to colour in all of the pictures, then cut them out carefully, like this. Now I want you to stick the pictures around your game board, in different spaces. When you have put all of your pictures on the board, you are going to write the numbers on the board, like this, one, two, three etc. We are going to keep them in class so that you can play a game later.” Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
21
Thema 1 Les 5
I am healthy Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: brushing teeth, combing hair, eating healthy food, exercising, sleeping, having a shower, washing your hands, blowing your nose Uitbreidingswoorden: healthy habit(s) Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, twee stapels flashcards van de kernwoorden en een eierwekker
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Picturebook: This is the way Samen met Giraffe kijken en luisteren de leerlingen naar het prentenboek. Herhaal het nog een keer en vraag de leerlingen mee te doen met de beweging. Instructietaal: We’re going to watch a film now. The children are getting ready, early in the morning, to go to school. Let’s see what they do. Now, let’s listen and pretend to get ready, too. 3. Charades Verdeel de klas in twee groepen. Voor in de klas liggen twee stapels flashcards met de achterkant boven. De groepen zijn om en om aan de beurt. Elke keer komt er een kind naar voren dat moet uitbeelden wat er op de flashcard te zien is. De groep moet raden wat hij doet. Gebruik een eierwekker om de tijd die de groep nodig heeft te begrenzen. Elke keer als de groep het raadt, krijgen ze een punt. Wie heeft er na afloop de meeste punten? Instructietaal: “We’re going to play a game now. This is group one and this is group two. One person from group one has to come out and choose a card from the pile of flashcards. He has to look at it, but don’t let anyone else see it! Now, you have to show us what is on the card, but you’re not allowed to speak! Your group has to guess what you’re doing. Then, one person from the other group has to do the same and group two has to guess.”
22
AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 1 Les 6
I am healthy Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: brushing teeth, combing hair, eating healthy food, exercising, sleeping, having a shower, washing your hands, blowing your nose Uitbreidingswoorden: pillow, toothbrush, toothpaste, comb, tissues, rope, healthy habit(s) Lesdoelen: • Consolidatie van de eerder aangeboden kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, een tas met een kussen, tandenborstel, tandpasta, kam, zakdoekjes en een springtouw erin, werkbladen, scharen, lijm, kleurpotloden
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. What’s in the bag? Giraffe heeft een tas bij zich. Wat zou er allemaal in zitten? Haal de voorwerpen er één voor één uit en benoem ze. Vraag de leerlingen de woorden te herhalen. Leg de voorwerpen goed zichtbaar neer en herhaal de woorden een paar keer. Stop daarna de voorwerpen weer in de tas. Vraag een kind er een voorwerp uit te halen en aan de klas te laten zien wat hij in zijn hand heeft. Zeg: “(He) has a (comb). Show us what you can do with a comb.” Laat het kind het uitbeelden en benoemen wat hij doet. Instructietaal: Giraffe, what have you got there? It’s a bag and it’s very big! What have you got in there, Giraffe? Can we look? What’s this? It’s a comb! Say it please, it’s a comb. I’m going to put the comb here so you can all see it. (Etc.) Now, I’m going to put everything back in the bag. I want one of you to come and put your hand in the bag, pull out one of the things and tell me what it is. Then you can show us what you do with this thing. So if you pull out the comb, you say: “It’s a comb. You comb your hair with a comb, like this. 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen.
Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Say and draw what’s missing in each picture. Say what each child is doing. Instructietaal: Look at these pictures. What is she doing? But look, something is missing? She’s combing her hair, but where is her comb? Can you draw it for her please? What about all of the others? What’s missing? • Werkblad B: Draw your healthy habits and say them. Instructietaal: Let’s think about your healthy habits. What do you do to be healthy? I want you to draw a picture of your healthy habit here. I have drawn a picture of someone exercising. What are you going to draw? Groep 2 A board game De leerlingen krijgen twee werkbladen; een werkblad met een bordspel erop en een werkblad met verschillende personen die hun tanden poetsen, hun haar kammen, enz. De bedoeling is dat de leerlingen de plaatjes kleuren, uitknippen en willekeurig in de vakjes van het bordspel plakken. Als laatste moeten ze alle vakken nummeren. Het spel moet in de klas bewaard worden, want in de laatste les krijgen de leerlingen de kans het spel te spelen. Instructietaal: We’re going to make a game today. First, can you tell me what they are all doing? Next, you are going to colour in all of the pictures, then cut them out carefully, like this. Now I want you to stick the pictures around your game board, in different spaces. When you have put all of your pictures on the board, you are going to write the numbers on the board, like this, one, two, three etc. We are going to keep them in class so that you can play a game later. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
23
Thema 1 Les 7
Let’s exercise! Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: brushing teeth, combing hair, eating healthy food, exercising, sleeping, having a shower, washing your hands, blowing your nose; yes, he is; no, he isn’t Uitbreidingswoorden: stretching, jumping, throwing, hanging, running, climbing, playing hopscotch, healthy habit(s) Lesdoelen: • Consolideren van de kernwoorden. • De leerlingen kunnen de bewegingen uitbeelden. • De leerlingen kunnen in het Engels een vraag bevestigend en ontkennend beantwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, scharen, lijm, kleurpotloden
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied.
Groep 1 • Werkblad A: Say and draw what’s missing in each picture. Say what each child is doing. Instructietaal: Look at these pictures. What is she doing? But look, something is missing? She’s combing her hair, but where is her comb? Can you draw it for her please? What about all of the others? What’s missing? • Werkblad B: Draw your healthy habits and say them. Instructietaal: Let’s think about your healthy habits. What do you do to be healthy? I want you to draw a picture of your healthy habit here. I have drawn a picture of someone exercising. What are you going to draw? Groep 2 A board game De leerlingen krijgen twee werkbladen; een werkblad met een bordspel erop en een werkblad met verschillende personen die hun tanden poetsen, hun haar kammen, enz. De bedoeling is dat de leerlingen de plaatjes kleuren, uitknippen en willekeurig in de vakjes van het bordspel plakken. Als laatste moeten ze alle vakken nummeren. Het spel moet in de klas bewaard worden, want in de laatste les krijgen de leerlingen de kans het spel te spelen.
2. Let’s exercise Vraag de leerlingen te gaan staan en zeg: “Let’s exercise!” Doe alsof je jezelf uitrekt en zeg: “Stretch!” Vraag de klas om mee te doen. Zeg dan: “We are stretching.” Doe dit ook met jumping, throwing, hanging, running, climbing en playing hopscotch.
Instructietaal: We’re going to make a game today. First, can you tell me what they are all doing? Next, you are going to colour in all of the pictures, then cut them out carefully, like this. Now I want you to stick the pictures around your game board, in different spaces. When you have put all of your pictures on the board, you are going to write the numbers on the board, like this, one, two, three, etc. We are going to keep them in class so that you can play a game later.
Kijk daarna naar de afbeelding. Hier zie je kinderen, die verschillende bewegingen aan het doen zijn. Stel de volgende vraag: “Is she throwing a ball?”. Al naar gelang welk plaatje u aanwijst, moeten de leerlingen antwoorden met “Yes, she is” of “No, she isn’t”.
Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen.
3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen.
AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
VERWERKING _________________________________________
24
Thema 1 Les 8
Evaluation Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: brushing teeth, combing hair, eating healthy food, exercising, sleeping, having a shower, washing your hands, blowing your nose Uitbreidingswoorden: healthy habit(s) Lesdoelen: • De leerlingen kunnen de healthy habits in het Engels benoemen. • Observatie van de leerlingen; welke woorden kennen ze al? • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, dobbelsteen, stapeltjes paperclips, de zelfgemaakte board games
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Revision – Poster: Healthy habits Samen met de Giraffe kijken de leerlingen naar de poster. Wat hebben we veel geleerd van Giraffe! Wie kan de healthy habits benoemen?
You are going to take it in turns to throw the dice. Look at the number you get. Say it in English and then count that number of spaces along on your board, like this. If you land on a picture of a healthy habit, you have to say what they are doing. So, if my paperclip lands here, I have to say, “She’s combing her hair.” Then I can leave my paperclip here on the picture. For my next go, I can take another one and move it along the board. 5. Test Als u als leerkracht ook graag wilt weten of een kind vooruitgang boekt en of een kind de aangeboden lesstof tot zich heeft genomen, kunt u naast uw observaties er voor kiezen de kinderen een korte woordentoets af te nemen. De toets is op twee niveaus beschikbaar: Test A: hier wordt getest of de leerlingen acht kernwoorden receptief kennen (brushing teeth, combing hair, eating healthy food, exercising, sleeping, having a shower, washing your hands, blowing your nose). Test B: hier wordt getest of de leerlingen tien kernwoorden receptief kennen (brushing teeth, combing hair, eating healthy food, exercising, sleeping, having a shower, washing your hands, blowing your nose, he’s running, he’s jumping). AFSLUITING _________________________________________ 6. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
3. Revision – Song: They Are Healthy Zing met de leerlingen They Are Healthy. Vraag de leerlingen ondertussen om de bijbehorende gebaren te maken. 4. A board game Pak de zelfgemaakt bordspellen er bij. De leerlingen spelen het spel in groepjes van twee of drie. Elk groepje krijgt een dobbelsteen en een stapel paperclips. Om de beurt gooien ze de dobbelsteen. Het aantal ogen dat ze gooien, mogen ze lopen op het bord. Als ze op een nummer terechtkomen met een plaatje van een activiteit, moeten ze hardop zeggen wat die persoon aan het doen is (bijv.: She’s combing her hair). Als ze dat goed doen, mogen ze een paperclip op het plaatje leggen. Wie heeft als eerste een paperclip op alle plaatjes? Observeer de leerlingen. Welke woorden kennen ze al? Durven ze in het Engels te spreken en te zingen? Instructietaal: Now, it’s time for a game. You are going to take the game boards we have made, some dice and some paperclips.
25
Thema 1 Les 9
Extra activities Game: Whispers Gebruik hiervoor de geprinte flashcards van de kernwoorden. Eén van de leerlingen kiest een flashcard, bijv. brush your teeth en fluistert dit in het oor van een leerling, die fluistert het weer in het oor van het volgende kind, enz. Dit herhaalt zich tot de hele klas aan de beurt is geweest. Het laatste kind moet hardop zeggen wat er in zijn/haar oor gefluisterd is en de juiste flashcard aanwijzen. Instructietaal: Let’s play a game of Whispers. You have to sit/stand in a circle. The first person picks up a flashcard, but you have to keep it secret! Put it down again, so nobody can see the picture. Then, say what it was in the next person’s ear, but remember to whisper it! When you whisper, you are very, very quiet! Then you whisper it to the next one, and then you whisper it to the next one and on and on, until we get back to the start. The last one has to say the word. Let’s see what happens! Game: Healthy Giraffe Speel de aangepaste versie van “Simon says”. Giraffe geeft opdrachten, zoals Healthy Giraffe says: “Comb your hair” en de leerlingen moeten dit uitbeelden. Als zij een opdracht krijgen, zonder dat er vooraf gezegd wordt “Healthy Giraffe says” en de kinderen beelden dit toch uit, zijn ze af! Tip: Laat een van de leerlingen het spel leiden en in de gedaante van Healthy Giraffe kruipen. Instructietaal: Now, let’s play “Healthy Giraffe says”. When you hear “Healthy Giraffe says comb your hair” you have to show me how to comb your hair. When you hear “Healthy Giraffe says brush your teeth” you have to show me how to brush your teeth. But if you hear “Brush your teeth” don’t do it! If you do it then, you’ll have to sit down! Who thinks they can help Giraffe to say what to do?
stick here. Now stick the other paper here, like this, so that you’ve got a puppet. A short conversation: Healthy habits Op het digitale schoolbord zien de leerlingen de poster met de healthy habits. Vraag ze om er zoveel mogelijk te noemen. Luister daarna naar het korte gesprekje. Doe het een keer voor met de hulp van Giraffe. Laat daarna de kinderen het gesprekje in tweetallen oefenen. A. B. A. B.
May I go to the bathroom please? Yes. Don’t forget to wash your hands. I wash my hands. I comb my hair. Very good! Those are healthy habits.
Wie kan het gesprekje voeren met andere healthy habits? Instructietaal: Look at the board. Can you tell me about the healthy habits you can see? Now, let’s listen to some children talking about healthy habits. We’re going to talk about healthy habits, just like the children did. Giraffe is going to help me. I’m going to say to him: “Giraffe, may I go to the bathroom please?” What does he have to say to me? Yes, he says: “Don’t forget to wash your hands!” Then I say: “I wash my hands. I comb my hair.” What does Giraffe say then? Yes, he says: “Very good! Those are healthy habits.” Can you try to do that with a partner please? Try to think of other healthy habits that you can say. Worksheets Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. • Werkblad A: Say what he or she does next. Cut out, match and paste the pictures. Instructietaal: Look at your worksheet. What are they doing? Can you tell me, please? What does she do next? Cut out the pictures and stick them in the correct place, so you can see what the children do next. • Werkblad B: Make a healthy snack poster.
Craft: Stick puppet of Giraffe De leerlingen maken een stokpop van Giraffe. Hiervoor heb je nodig: werkbladen, kleurpotloden,saté prikker, lijm, schaar. De leerlingen krijgen twee werkbladen (voor- en achterkant van Giraffe). De bedoeling is dat ze Giraffe kleuren, uitknippen en aan elkaar plakken met een satéprikker ertussen. Instructietaal: We’re going to make Giraffe puppets today. This is the front of Giraffe and this is the back. You’re going to colour in Giraffe, then you’re going to cut out both of the pictures. Next, use some glue here like this and put your
26
Uit tijdschriften knippen de leerlingen afbeeldingen van gezonde voeding en maken hier een collage van. Instructietaal: You are going to make a poster of healthy snacks to eat. Look through all of these magazines and newspapers. Choose some pictures of healthy things to eat. Cut them out and stick them on your poster.
Thema 2 The Sky Les 1
The weather
3. The Sky Luister met de leerlingen naar het lied The Sky. Wijs ondertussen naar de afbeelding op de poster. Ondersteun het lied met gebaren en herhaal het een paar keer.
Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: clouds, lightning, moon, rainbow, stars, sun, day, night Uitbreidingswoorden: sky, grey Herhaling groep 3: It’s sunny (sun), It’s windy (wind), It’s rainy (rain), It’s snowy (snow), hot, cold, autumn, winter, spring, summer, seasons Lesdoelen: • De leerlingen kennen de verschillende seizoenen. • De leerlingen kunnen de verschillende weertypes in het Engels opnoemen. • De leerlingen maken kennis met de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: handpop Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Poster: The weather Op het digitale schoolbord zien de leerlingen een praatplaat met vier verschillende afbeeldingen. Elke afbeelding laat andere “luchten” zien. Welke woorden kennen de leerlingen al? Herhaal ook de seizoenen en de verschillende weertypes die er te zien zijn. Bied samen met Giraffe de nieuwe woorden aan. Wijs bijvoorbeeld naar de wolken en zeg: “I see clouds”. Laat de leerlingen de woorden herhalen. Instructietaal: Let’s look at the poster. What can you see? What is the weather like in this picture? Do you think this picture is of the summer or the winter? What season do you think this could be? I can see clouds and lightning in this picture, look! Can you see the sun? It must be the day. It’s a sunny day. I can see the moon here so it must be night, when we all go to sleep. Does anyone know what this is? It’s a rainbow. Say it after me, rainbow. And it’s raining. It’s a rainy day.The sun is in the sky, so is the rainbow. Where are the moon and stars? Yes, they’re in the sky too, but we can only see them at night. What about the lightning? Yes, that’s in the sky as well. Where are the clouds? They’re in the sky. What colour are they? Sometimes, they’re white; sometimes, they’re grey! What colour are they today?
The Sky The sky is big, big,big! It has lots of things to see. Let’s look at the sky. What do we see? We see clouds, light and puffy. It’s a beautiful day. Oh no! The clouds are changing. The clouds are getting gray. We see lightning! We hear thunder! Oh no! It’s a rainy day! Now look at the sky. What do we see? The sun and a beautiful rainbow! We can go outside! But now the sky is dark. What do we see? We see the moon and the stars, And a little girl. Shhh! It’s time to sleep. 4. Film: The Sky De leerkracht legt aan de kinderen uit dat zij naar een filmpje gaan kijken van Suzy, Ryan en Emma. De kinderen zitten gezellig binnen, terwijl er buiten een flinke onweersbui aan de gang is. AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
27
Thema 2 Les 2
The weather
Instructietaal: What’s in this box? Oh look! I see clouds. The clouds are in the box. Now, where are the clouds? They’re in front of the box? Where are they now?
Lesduur: 40 minuten
Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen kunnen in het Engels gegeven opdrachten met voorzetsels uitvoeren. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren.
5. A picture dictation Download van te voren het bijbehorende werkblad en maak voor iedere leerling een kopie. Klik op de activiteit. Op het digitale schoolbord verschijnt de afbeelding van het werkblad. Geef iedere leerling een werkblad en de opdracht goed te luisteren naar de leerkracht en te tekenen wat er gevraagd wordt. De leerlingen krijgen de volgende instructies: - Draw the sun in the sky. - Draw a cloud in front of the sun. - Draw some rain. - Draw a rainbow behind the mountains.
Materialen: Giraffe, flashcards van de kernwoorden, een doos, werkblad, kleurpotloden
Instructietaal: Listen to me very carefully. I’m going to tell you what you have to draw.
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied.
AFSLUITING _________________________________________ 6. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Kernwoorden: clouds, lightning, moon, rainbow, stars, sun, day, night Uitbreidingswoorden: sky, mountains Herhaling groep 3: in, on, under, in front of, behind
VERWERKING _________________________________________ 2. The Sky Zing met de klas het lied The Sky en vraag een leerling ondertussen mee te wijzen op de afbeelding. 3. Where am I? Gebruik hiervoor de poster: Weather. Giraffe klikt de kernwoorden aan en herhaalt de woorden. Geef daarna de leerlingen een omschrijving van een van de vier plaatjes en vraag dan: “Where am I?” Wie van de leerlingen weet welk plaatje bedoeld wordt? Laat de kinderen dit hardop herhalen. Instructietaal: Let’s play a game. You have to guess where Giraffe is. I’m going to say “Where am I?” and tell you some things about the picture. Listen carefully and tell me where I am. I might say, there are stars, there’s a girl, she’s asleep and you have to point to the picture I’m talking about. Yes, this one! Are you ready? 4. I see clouds Zet een doos, goed zichtbaar voor alle leerlingen, op tafel. Pak de flashcard met wolken erop en zeg: “I see clouds”. Doe de flashcard in de doos en vraag: “Where are the clouds?” Stimuleer de leerlingen in hele zinnen te antwoorden, dus: The clouds are in the box. Oefen op deze manier de kernwoorden en de voorzetsels.
28
Aantekeningen
Thema 2 Les 3
Storm Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: clouds, lightning, moon, rainbow, stars, sun, day, night Uitbreidingswoorden: sky, rainstorm, thunder Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren.
for the rain, the wind and the storm. Then I want you to show me the sun and the rainbow. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Materialen: Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Create a story: The rainstorm Samen met Giraffe luisteren de leerlingen naar het verhaal over drie kinderen die in een fikse regenbui belanden. Wie kan de plaatjes weer in de goede volgorde zetten? The rainstorm Look at the clouds! I see a duck! Oh, oh I see rain! Oh, oh, I feel rain! Run! We see lightning! It’s a rainstorm! Look! A rainbow! Wow, a rainbow. 3. Storm sounds De leerlingen gaan nu zelf een regenstorm nabootsen. Voorbeeld: De leerkracht bootst regen na (met de vingers op tafel tikken) en zegt: “rain” of de leerkracht bootst de wind na (lucht uitblazen) en zegt: “wind”. Boots ook het onweer na. Lees daarna het onderstaande verhaaltje bij de film nog een keer voor en laat de kinderen het “met geluid” uitbeelden. Instructietaal: Let’s see if we can make the sounds that the rain makes. Tap your fingers gently on the table, like this, to make the rain sound. Blow and whistle to make the wind sound. Clap your hands to make the thunder and lightning sounds. It’s a storm! Now the sun has come out again and we can see a rainbow. Show me how the sun shines and make a rainbow shape with your hands, like this. When I read the story again, I want you to make the sounds
29
Thema 2 Les 4
The Sky Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: clouds, lightning, moon, rainbow, stars, sun, day, night Uitbreidingswoorden: sky Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, schaar, kleurpotloden of stiften
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Arrange the cards De leerlingen krijgen een werkblad met zes verschillende afbeeldingen. Als de plaatjes zijn losgeknipt, kan het spel beginnen. Tip: Als dit te veel tijd in beslag neemt, is het raadzaam de kinderen de kaartjes voordat de les begint, los te laten knippen. Het spel wordt met z’n tweeën gespeeld. De leerlingen zitten tegenover elkaar met een afscheiding (bijv. een open boek) ertussen, zodat ze niet kunnen zien wat er op elkaars tafel ligt. Een van de twee kiest vier kaartjes, legt ze op willekeurige volgorde en noemt de volgorde, bijv. sun, rainbow, moon, cloud. De bedoeling is dan dat de ander de kaartjes in dezelfde volgorde neerlegt. Daarna wordt er gecontroleerd of het klopt en is het andere kind aan de beurt. Na afloop moeten de kaartjes bewaard worden voor de volgende lessen. Instructietaal: We’re going to play a game with cards. First, cut out all of the pictures so that you have six cards. Put a book between you both so that you can’t see each other’s cards. Then decide who’s going to go first. You then choose four cards and put them in a line. I’ve chosen sun, rainbow, moon and cloud. Now I say to my partner, sun, rainbow, moon, cloud and my partner has to put his cards down too. Then we have to see if they’re the same. After that, my partner has a turn and tells me what cards I have to put down.
30
3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Talk about each picture. Draw the sky above each child. Instructietaal: Look at these pictures. What do you think the sky would look like in all of them? Look carefully and then draw the sky. • Werkblad B: Draw a picture of a day sky in autumn. Instructietaal: Look at this picture. What do you think the sky would look like on a day in the Autumn? Look out of the window now. What does the sky look like today? Groep 2 Craft: Spinner De leerlingen maken een Spinner. Hiervoor heb je nodig: werkblad (uitprinten op wit A4papier, liefst 120 gram), schaar, kleurpotloden of stiften. De leerlingen knippen de spinner uit. In elk vak komt er een verschillende tekening van respectievelijk de maan, de zon, de sterren, de regenboog (welke kleuren heeft een regenboog?) en de bliksem. Instructietaal (ondersteun de taal door de handelingen uit te beelden): You’re going to make a spinner today. First, draw a rainbow, the sun, the moon, lightning (etc) in each of the spaces. Colour your pictures in. Next, cut out the spinner shape like this. Use your pencil so that you can spin your spinner around. When it lands on one of the pictures, you have to say what you can see. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Thema 2 Les 5
The Sky Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: clouds, lightning, moon, rainbow, stars, sun, day, night Uitbreidingswoorden: sky, beautiful Lesdoelen: • De leerlingen kunnen de kernwoorden benoemen. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, de kaartjes van les 4.2.4
Instructietaal: Look at your cards. Choose three cards and put them on the table in front of you. I’m going to choose a picture. If you have the picture I say, turn it over so you can’t see it anymore. When you have turned all of your cards over, you can shout bingo. Let’s see if one of you can come and help me to choose and say the pictures. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. A short conversation: The Sky Op het digitale schoolbord zien de leerlingen een moeder met haar kind. Voordat het meisje gaat slapen, leest moeder haar voor uit een boek over het weer. Vraag aan de leerlingen wat ze zowel binnen als buiten zien. Luister daarna naar de korte conversatie. A. B. A/B.
I like to see the stars. I like to see the moon. The sky is beautiful!
Doe het gesprek een keer voor met de hulp van Giraffe en een paar leerlingen in de klas. Daarna kunnen de leerlingen met elkaar het gesprekje oefenen. Instructietaal: Listen to the conversation. Two children are talking about the beautiful sky. What can you see today in the sky? Is the sky beautiful today? Listen to them again and say the words after them. 3. Picture card bingo Voor dit spel heb je de kaartjes van les 4 nodig. Het spel wordt met de hele klas tegelijkertijd gespeeld. Een van de leerlingen leidt het spel. Alle leerlingen kiezen drie kaartjes en leggen ze voor zich neer. De leider van het spel noemt willekeurig de kernwoorden. Als er een woord genoemd wordt waarvan de leerlingen de afbeelding voor zich hebben liggen, mogen ze het kaartje omdraaien. Als alle drie de kaartjes zijn omgedraaid, mogen ze “BINGO” roepen.
31
Thema 2 Les 6
Hey diddle, diddle Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: clouds, lightning, moon, rainbow, stars, sun, day, night Uitbreidingswoorden: sky, cow, fiddle, dog, dish, spoon Lesdoelen: • De leerlingen kunnen de kernwoorden benoemen. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, schaar, kleurpotloden of stiften
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Picturebook: Hey diddle, diddle! Kijk en luister samen met Giraffe en de leerlingen naar Hey, diddle, diddle! Stel daarna de volgende vragen: - Who is in the story? - What did the cow do? - Why did the dog do? - What did the dish do? 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Talk about each picture. Draw the sky above each child. Instructietaal: Look at these pictures. What do you think the sky would look like in all of them? Look carefully and then draw the sky. • Werkblad B: Draw a picture of a day sky in autumn. Instructietaal: Look at this picture. What do you think the sky would look
32
like on a day in the Autumn? Look out of the window now. What does the sky look like today? Groep 2 Crafts: Spinner De leerlingen maken een Spinner. Hiervoor heb je nodig: werkblad (uitprinten op wit A4papier, liefst 120 gram), schaar, kleurpotloden of stiften. De leerlingen knippen de spinner uit. In elk vak komt er een verschillende tekening van respectievelijk de maan, de zon, de sterren, de regenboog (welke kleuren heeft een regenboog?) en de bliksem. Instructietaal (ondersteun de taal door de handelingen uit te beelden): You’re going to make a spinner today. First, draw a rainbow, the sun, the moon, lightning etc. in each of the spaces. Colour your pictures in. Next, cut out the spinner shape like this. Use your pencil so that you can spin your spinner around. When it lands on one of the pictures, you have to say what you can see. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 2 Les 7
The Sky Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: clouds, lightning, moon, rainbow, stars, sun, day, night Uitbreidingswoorden: sky Herhaling groep 3: sunny (sun), It’s windy (wind), It’s rainy (rain), It’s snowy (snow) Lesdoelen: • De leerlingen kunnen de kernwoorden benoemen. • De leerlingen kunnen de verschillende weertypes in het Engels opnoemen. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, flashcards van de verschillende weertypes en de kernwoorden, werkbladen, schaar, kleurpotloden of stiften
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Musical cards Voor deze activiteit heb je de geprinte flashcards nodig van de verschillende weertypes en de kernwoorden. De leerlingen staan in een kring. Geef de flashcards door terwijl de muziek draait (gebruik hiervoor bijvoorbeeld het liedje The Sky). Zet de muziek stop en alle leerlingen met een flashcard in hun hand moeten de afbeelding benoemen.
• Werkblad B: Draw a picture of a day sky in autumn. Instructietaal: Look at this picture. What do you think the sky would look like on a day in the Autumn? Look out of the window now. What does the sky look like today? Groep 2 Crafts: Spinner De leerlingen maken een Spinner. Hiervoor heb je nodig: werkblad (uitprinten op wit A4papier, liefst 120 gram), schaar, kleurpotloden of stiften. De leerlingen knippen de spinner uit. In elk vak komt er een verschillende tekening van respectievelijk de maan, de zon, de sterren, de regenboog (welke kleuren heeft een regenboog?) en de bliksem. Instructietaal (ondersteun de taal door de handelingen uit te beelden): You’re going to make a spinner today. First, draw a rainbow, the sun, the moon, lightning, etc. in each of the spaces. Colour your pictures in. Next, cut out the spinner shape like this. Use your pencil so that you can spin your spinner around. When it lands on one of the pictures, you have to say what you can see. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle leerlingen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Talk about each picture. Draw the sky above each child. Instructietaal: Look at these pictures. What do you think the sky would look like in all of them? Look carefully and then draw the sky.
33
Thema 2 Les 8
Evaluation Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: clouds, lightning, moon, rainbow, stars, sun, day, night Uitbreidingswoorden: sky Lesdoelen: • Herhalen van de kernwoorden. • Observatie van de leerlingen; welke woorden kennen ze al? • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, de spinner
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Revision – Poster: The weather Samen met de Giraffe kijken de leerlingen naar de poster. Herinner de leerlingen aan het raadspel Where am I? Wijs een leerling aan die een beschrijving mag geven, zodat de klas kan raden om welke tekening het gaat. Doe dit een paar keer. 3. Game: Spinner Snap Speel daarna het spel Spinner Snap. Hiervoor hebben de leerlingen de zelfgemaakte spinners nodig. Ze spelen het spel met z’n tweeën. Tegelijkertijd draaien ze hun spinner rond en benoemen ze de afbeelding waar de spinner op terecht komt. Als het dezelfde afbeelding is, krijgen ze een punt. Hoeveel punten heeft elke groepje na tien draaibeurten? Instructietaal: Let’s play “Spinner snap”. This is what you have to do. Both of you spin your spinners at the same time. Look at the pictures when they stop and say the word it lands on. When both spinners land on the same item, you score a point. See how many points you can get after you have spun the spinners ten times!
4. The Sky Zing als afsluiting het lied: The Sky.
Observeer de leerlingen. Welke woorden kennen ze al? Durven ze in het Engels te spreken en te zingen?
34
5. Test Als u als leerkracht ook graag wil weten of een kind vooruitgang boekt en of een kind de aangeboden lesstof tot zich heeft genomen, kunt u naast uw observaties er voor kiezen de kinderen een korte woordentoets af te nemen. De toets is op twee niveaus beschikbaar: Test A: hier wordt getest of de leerlingen acht kernwoorden receptief kennen (clouds, lightning, moon, rainbow, stars, sun, day, night) Test B: hier wordt getest of de leerlingen tien kernwoorden receptief kennen (clouds, lightning, moon, rainbow, stars, sun, day, night, sky, sleep). AFSLUITING _________________________________________ 6. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 2 Les 9
Extra activities
Going outside Neem de klas mee naar buiten voor een wandeling door de wijk. Wijs naar de lucht, benoem de zon, wolken, enz. Vraag aan de leerlingen wat voor weer het is. Welke woorden kennen de kinderen nog meer? Vraag naar de kleuren en vormen die ze zien, enz. Instructietaal: Let’s go outside today for a walk. What can you see? What’s the weather like today? Look at the sky. Is it a sunny day or can you see clouds? Is it day or night? Can you see the moon and stars? Is it rainy? Is it windy? What else can you tell me about? Game: Follow the leader Doel: het herhalen van de werkwoorden uit thema 1. De leerlingen staan in een kring. Doe samen met Giraffe de volgende bewegingen voor: marching, stretching, jumping, throwing, hanging, running, climbing, playing hopscotch. Daarna is een van de leerlingen de spelleider. Hij geeft aan welke beweging de anderen moeten maken.
pictures. If you get two the same, you can keep those cards. Crafts: The rainbow Je hebt nodig: een stuk behangrol, papier in de kleuren van de regenboog, schaar en lijm. Deze opdracht maken de leerlingen in groepjes van vier. Teken op de achterkant van een rol behangpapier zes bogen met de breedte van een hand. De leerlingen trekken hun hand meerdere malen over op het gekleurde papier en knippen deze uit. Met de handen worden de bogen van de regenboog vormgegeven. Instructietaal: We are going to make a big rainbow to put on the wall. You are going to work in groups of four. Help each other to draw around your hands and then cut out the outlines you have made. You will have to make lots of hands to fill in the big rainbow! Then we are going to stick all of the hands onto the big rainbow. Remember to keep all of the same colours together!
Aantekeningen
Instructietaal: We are going to play follow the leader. We are going to stand in a circle and everyone has to do the same action as the leader does. If the leader is marching, then we all have to march, like this. When it’s your turn to be the leader, say what you’re doing and we’ll all follow you. We’re all going to have a turn to be the leader. Song: I See Lightning Zing zelf met de leerlingen het volgende lied in canon! Het lied is niet digitaal beschikbaar binnen de methode. Het is geschreven op de melodie van “Vader Jacob”. I see lightning. I see lightning. Oh, do you? Oh, do you? I can feel some raindrops. I can feel some raindrops. I’m wet through. So are you! Worksheets Werkblad: Colour and cut out. Play a memory game. Instructietaal: Look at the pictures on your worksheet. First, colour them in, then cut them out. Then you are going to play memory with your partner. Say the words when you turn over the
35
Thema 3 Celebrations Les 1
Making a present
ren, kleding, vormen, het tellen, etc. Wijs naar de afbeeldingen van de kernwoorden en klik op de audio hotspots. Vraag de leerlingen de woorden te herhalen. Zing daarna het lied: Making A Present.
Lesduur: 30 minuten Kernwoordwoorden: boxes, paint, paintbrushes, tape, paper, markers, sticks, string Uitbreidingswoorden: present, secret, surprise Herhaling groep 1 t/m 3: boy(s), girl(s), t-shirt, shorts, pants, shoes, puppet, glue, rectangle, square, house, present. De kleuren en het tellen tot 20. Lesdoelen: • De leerlingen maken kennis met de woorden die horen bij het thema. • De kinderen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: handpop Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Giraffe is in de klas en slaapt. Zing met de leerlingen de Hello Song om Giraffe wakker te maken. Hello Song Hello Giraffe, hello Giraffe, Hi ho the derio, Hello Giraffe.
(zwaai naar Giraffe) (zwaai naar Giraffe) (2x)
Giraffe wordt heel langzaam wakker, maar is zo slaperig dat hij graag weer naar bed gaat. Dat komt goed uit! De leerkracht wil de leerlingen namelijk een geheimpje vertellen en Giraffe mag het niet horen, dus ssst! Zachtjes praten, want we willen niet dat hij wakker wordt. Over drie weken is Giraffe jarig en zijn vriendjes zijn een huis voor hem aan het bouwen. Giraffe mag echter niet weten dat het huis voor hem is, dus ssst! Instructietaal: Children, Giraffe is sleepy today! He wants to go to sleep again. That’s okay Giraffe, you go back to sleep. Shhh, I don’t want him to wake up! It’s a good time to tell you about a surprise for Giraffe! Let’s be very quiet, shhh! I want to tell you a little secret. In three weeks time, it’ll be Giraffe’s birthday! He’ll be seven. His friends have been making him a house to play with, but it’s a surprise. We can’t tell him what they are making! VERWERKING _________________________________________ 2. Poster: A surprise for Giraffe Op het digitale schoolbord zien de leerlingen de vriendjes van Giraffe een huis knutselen. Ssst! Niet aan Giraffe vertellen dat het huis voor hem is. Welke woorden kennen de leerlingen al? Herhaal de kleu-
36
Instructietaal: Look at the children: they’re making a house for Giraffe. Shhh! Don’t tell Giraffe that it’s for him, it’s a surprise! What can you see? What’s this? What’s he wearing? What colour is his t-shirt? What shape is this? What’s this? When I click on the word, listen first and then try to say it. 3. Making A Present Zing met de leerlingen het lied Making A Present. Wijs ondertussen de afbeeldingen aan waarover gezongen wordt. Making A Present They have boxes. Boxes! They have string. String! They have tape. Tape! What can I bring? Markers! They have paintbrushes. Paintbrushes! Paint and paper. Paint! Paper! They have sticks. Sticks! What are they doing? (Spoken:) They are making a present! 4. Film: Teacher’s Birthday Activeer de film. De leerlingen zien kinderen die met verschillende knutselactiviteiten bezig zijn. De juf is jarig en ze zijn bezig met het knutselen van een verassing. Wat maken ze allemaal? Wat hebben ze daar bij nodig? Instructietaal: Let’s watch a film now. This is a film about some children who are making things. It’s the teacher’s birthday and they’re making a surprise for her. What are they making? What are they using? Let’s find out! AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Goodbye Song Bye, bye Giraffe, bye, bye Giraffe. (zwaai naar Giraffe) Giraffe is leaving now, Bye, bye Giraffe. (zwaai naar Giraffe)
(2x)
Thema 3 Les 2
Feelings Lesduur: 40 minuten Kernwoordwoorden: boxes, paint, paintbrushes, tape, paper, markers, sticks, string Uitbreidingswoorden: surprise, earphones Herhaling groep 1 t/m 3: happy, sad, mad, scared Lesdoelen • De leerlingen begrijpen de emoties happy, scared, mad en sad • De kinderen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren Materialen: Giraffe, papieren bordjes, stiften, scharen, wol, lijm
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Samen met de kinderen zingt u de Hello Song. Giraffe is ook aanwezig en heeft een koptelefoon op. Hij luistert naar muziek. “Hé, Giraffe, waar luister je naar?” Giraffe vertelt dat hij bijna jarig is en dat hij naar verjaardagsmuziek luistert. De leerkracht laat Giraffe lekker zijn gang gaan, zodat Giraffe niet het liedje hoort dat de kinderen gaan zingen. Dat zou namelijk de verassing bederven!
3. A Mask Nu is het tijd om zelf aan de slag te gaan! Je hebt nodig: papieren bordjes, stiften, scharen, wol, lijm. De leerlingen maken een happy, sad, mad of sad masker. Daarna gaat de muziek aan en lopen de leerlingen met het masker voor hun gezicht door de klas. Als de muziek stopt, zoeken ze een partner en hebben zij de volgende conversatie: A. Hello, how are you? B. Hello, I’m happy/sad/mad/scared. Instructietaal: Shall we make something? I think it’s a very good idea to use these paper plates, the scissors, the pens, the wool and the glue to make masks. Think about your face when you are happy/sad/mad/scared. Show me a happy/sad/ mad/scared face! Draw a face on the plates. When I play the music, you can walk around the room with your mask. When I stop the music, you find the person nearest to you. Then you say “Hello, how are you?” and your partner says: “Hello, I’m happy.” Remember to say what you’ve drawn on your mask! AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Instructietaal: Look at Giraffe! He’s wearing earphones. He can’t hear me! Hey, Giraffe, what are you listening to? Oh, he said he’s listening to music for his birthday party because it’s nearly his birthday. Okay Giraffe, you go and listen to your music and we’ll see you again later. Well, that’s good because we can listen to the song again and he can’t hear us when we sing. We don’t want to tell him about the surprise the children are making, do we? Then it wouldn’t be a surprise at all! VERWERKING _________________________________________ 2. Making A Present Klik op de activiteit. Zing het lied nog een keer samen met de leerlingen. Vraag de leerlingen ondertussen de afbeeldingen van de kernwoorden aan te wijzen. Instructietaal: Don’t tell Giraffe about the present the children are making for him, it’s a surprise! He’s still listening to his music so we can talk about the picture again. What can you see? What’s this? Let’s sing the song again and point to all of the things in the picture.
37
Thema 3 Les 3
Feelings Lesduur: 30 minuten Herhaling groep 1 t/m 3: happy, sad, mad, scared Lesdoelen: • De leerlingen begrijpen de emoties happy, scared, mad en sad. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren.
3. Game: Guess the feeling Roep een kind voor de klas en fluister happy, scared, mad of sad in zijn oor. De leerling beeldt de emotie uit en de rest van de klas moet raden welke emotie het is. Daarna doet de hele klas de emotie na. Instructietaal: When I say your name, I want you to come out here next to me. I’m going to whisper in your ear. I’m going to say happy or sad or mad or scared. Whatever I say to you, I want you to show the class. So if I say sad, you can pretend to cry, if I say happy, you can smile, like this. Then we’ll all pretend to be happy or sad or mad or scared.
Materialen: Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Picture book: If you’re happy… Klik op het prentenboek. Luister naar het lied If You’re Happy… Wijs ondertussen de emoties happy, sad, scared en mad aan op de plaatjes. Kijk nog een keer naar het prentenboek en zing het lied samen met de leerlingen mee. Ondersteun het lied met de bijbehorende bewegingen. If You’re Happy… If you’re happy and you know it, clap your hands. (2x) If you’re happy and you know it and you really want to show it, If you’re happy and you know it, clap your hands. If you’re scared and you know it, hide your eyes. (2x) If you’re scared and you know it and you really want to show it, If you’re happy and you know it, hide your eyes. If you’re sad and you know it, cry and cry. (2x) If you’re sad and you know it and you really want to show it, If you’re sad and you know it, cry and cry. If you’re mad and you know it, stomp your feet. ( 2x) If you’re mad and you know it and you really want to show it, If you’re mad and you know it, stomp your feet.
38
AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 3 Les 4
A present for Giraffe Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: boxes, paint, paintbrushes, tape, paper, markers, sticks, string Uitbreidingswoorden: there are some, they are, they’re not Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, een doos met flashcards van boxes, paint, paintbrushes, tape, paper, markers, sticks en string erin, werkbladen, verschillend klein kosteloos materiaal (luciferdoosjes, kurken, flessendoppen, gekleurd karton, touw, lijm, scharen, enz.)
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Flashcards: Crafts Vraag aan Giraffe of hij de woorden kan benoemen. Giraffe fluistert de woorden in het oor van de leerkracht. De leerkracht herhaalt het hardop en vraagt aan de leerlingen of het goed is. Zo nu en dan maakt Giraffe een fout. Wie in de klas weet wat het goede woord is? Voor de klas staat een (kleine) doos met de geprinte flashcards van de kernwoorden erin. Vraag een kind een flashcard eruit te halen. Giraffe vraagt aan het kind: “What have you got?” De leerling zegt: “I‘ve got (paint).” Loop rond met de doos en geef verschillende leerlingen een beurt. Instructietaal: Look at the pictures on the board. Giraffe, what can you see? Whisper in my ear, please. Oh, he said he can see some boxes. Is he right? Are they boxes? Yes, well done Giraffe! What’s next, let’s see: what can you see, Giraffe? Oh, he said some markers. Is he right? No, Giraffe, they’re not markers, they’re paintbrushes! Now, look at this little box. In the box are some more pictures. Giraffe is going to walk around with the box and when he stops by you, he wants you to take out a picture and tell him what you can see. Giraffe says: “What have you got?” and you say: “I’ve got paint.”
3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Find the objects and colour. Say. Instructietaal: Look at all of the pictures. Can you tell me what they are? Now, colour them in. • Werkblad B: What do you need to make each object? Circle and say. Instructietaal: Look at this picture, it’s a model and it’s been made with lots of different things. Look at these pictures to see what has been used. If you can find it in the big picture, tell me what it is and draw a circle around it. Groep 2 Craft: A present for Giraffe Vertel de leerlingen dat ook zij een cadeautje voor Giraffe gaan maken. Leg verschillend klein kosteloos materiaal neer (luciferdoosjes, kurken, flessendoppen, gekleurd karton, touw, lijm, scharen). Van het materiaal construeren ze een stuk speelgoed (autootje, trein, o.i.d.) dat ze cadeau geven als Giraffe zijn verjaardag in de klas viert. Instructietaal: We are going to make presents for Giraffe, too. I’ve got lots of different things here that we can use to make toys for Giraffe. You can use this box to make a train! You can use these bottle tops to make the wheels. Think carefully about what you want to make. When it’s time to say happy birthday to him, we’ll give him all of the presents we have made. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
39
Thema 3 Les 5
Small and big Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: boxes, paint, paintbrushes, tape, paper, markers, sticks, string Herhaling groep 1 t/m 3: big, small Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen kennen de begrippen big en small. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren.
Instructietaal: We’re going to listen to a song now about big and small. Now, let’s listen again and this time act out something small. Show me a small ant running on your hand, up your arm. Now act out a big elephant, show me! 3. Memory Game: Making a present Speel samen met de klas het spel. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Materialen: Giraffe
Aantekeningen INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Small And Big Voor in de klas heeft u een doos gevuld met een luciferdoosje, een grote en een kleine penseel en een grote en een kleine stok. Pak het luciferdoosje eruit en vergelijk het met de doos op tafel. Zeg: “This is small.” “This is big.” Doe dit ook met de nadere voorwerpen. Draai daarna de rollen om. Pak een voorwerp uit de doos en vraag de leerlingen: “Is it big or small?” Instructietaal: Look at this box on the table please everyone. This box is big. I’m going to open the box to see what’s inside. Oh, it’s a box! It’s not a big box, it’s a small box. Look, this is big and this is small. What else is in the box? Let me see, what’s this? Is it big? Is it small? Klik op de activiteit. Op het digitale schoolbord ziet u een afbeelding van een mier en een olifant. Activeer het lied en zing. Onder steun het lied met bewegingen. Small And Big Small and big. Big and small. Act out something small. An ant! A duck! Big and small. Small and big. Act out something big. An elephant. An airplane!
40
Thema 3 Les 6
A present for Giraffe Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: boxes, paint, paintbrushes, tape, paper, markers, sticks, string Lesdoelen: • Consolidatie van de eerder aangeboden kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, geprinte flashcards van de kernwoorden, verschillend klein kosteloos materiaal (luciferdoosjes, kurken, flessendoppen, gekleurd karton, touw, lijm, scharen, enz.)
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Flashcards: Crafts Klik op de activiteit en herhaal de kernwoorden met behulp van de flashcards. 3. Flashcard game: What’s missing Gebruik voor deze activiteit de geprinte flashcards van de kernwoorden. Samen met Giraffe herhalen de kinderen de namen nog een keer. Hang daarna de afbeeldingen voor in de klas. Alle leerlingen sluiten hun ogen en u verwijdert een flashcard. Welke flashcard is er weg? Instructietaal: What can you see on the board? What is it? Giraffe, can you help the children to say the words, please? Very good! Now I want you to close your eyes. I’m going to take a card away when your eyes are closed. When I say “Open your eyes!” you can tell me which card is missing. Ready? Close your eyes! No peeping! Okay, open your eyes! What’s missing?
Groep 1 • Werkblad A: Find the objects and colour. Say. Instructietaal: Look at all of the pictures. Can you tell me what they are? Now, colour them in. • Werkblad B: What do you need to make each object? Circle and say. Instructietaal: Look at this picture, it’s a model and it’s been made with lots of different things. Look at these pictures to see what has been used. If you can find it in the big picture, tell me what it is and draw a circle around it. Groep 2 Craft: A present for Giraffe Vertel de leerlingen dat ook zij een cadeautje voor Giraffe gaan maken. Leg verschillend klein kosteloos materiaal neer (luciferdoosjes, kurken, flessendoppen, gekleurd karton, touw, lijm, scharen). Van het materiaal construeren ze een stuk speelgoed (autootje, trein, o.i.d.) dat ze cadeau geven als Giraffe zijn verjaardag in de klas viert. Instructietaal: We are going to make presents for Giraffe, too. I’ve got lots of different things here that we can use to make toys for Giraffe. You can use this box to make a train! You can use these bottle tops to make the wheels. Think carefully about what you want to make. When it’s time to say happy birthday to him, we’ll give him all of the presents we have made.” Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
4. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen.
41
Thema 3 Les 7
A present for Giraffe Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: boxes, paint, paintbrushes, tape, paper, markers, sticks, string Uitbreidingswoorden: I want, thank you, you’re welcome Herhaling groep 1/3: de kleuren Lesdoelen: • Consolideren van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, verschillend klein kosteloos materiaal (luciferdoosjes, kurken, flessendoppen, gekleurd karton, touw, lijm, scharen, enz.)
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. A short conversation: Tell me what you want Op het digitale schoolbord verschijnen afbeeldingen van de kernwoorden. Herhaal de namen. Activeer daarna de korte conversatie. Luister er een paar keer naar en laat de leerlingen het gesprek zin voor zin herhalen. Daarna mogen de leerlingen in tweetallen het gesprekje oefenen. Ze mogen kiezen uit de materialen die ze op het digitale schoolbord zien. A. B. A. B. A. B.
I want (paint), please. What colour? (Yellow) paint, please. Here it is. Thank you. You’re welcome.
Instructietaal: Can you tell me what these things on the board are called? Now, let’s listen to some children speaking to each other. Let’s listen again, but this time we’re going to repeat what they say. Now you try to say it with your partner. You can say what you want by looking at all of the things on the board and then choose something. 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen.
42
Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Find the objects and colour. Say. Instructietaal: Look at all of the pictures. Can you tell me what they are? Now, colour them in. • Werkblad B: What do you need to make each object? Circle and say. Instructietaal: Look at this picture, it’s a model and it’s been made with lots of different things. Look at these pictures to see what has been used. If you can find it in the big picture, tell me what it is and draw a circle around it. Groep 2 Craft: A present for Giraffe Vertel de leerlingen dat ook zij een cadeautje voor Giraffe gaan maken. Leg verschillend klein kosteloos materiaal neer (luciferdoosjes, kurken, flessendoppen, gekleurd karton, touw, lijm, scharen). Van het materiaal construeren ze een stuk speelgoed (autootje, trein, o.i.d.) dat ze cadeau geven als Giraffe zijn verjaardag in de klas viert. Instructietaal: We are going to make presents for Giraffe, too. I’ve got lots of different things here that we can use to make toys for Giraffe. You can use this box to make a train! You can use these bottle tops to make the wheels. Think carefully about what you want to make. When it’s time to say happy birthday to him, we’ll give him all of the presents we have made. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 3 Les 8
Evaluation Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: boxes, paint, paintbrushes, tape, paper, markers, sticks, string Uitbreidingswoorden: happy birthday, surprise Lesdoelen: • Herhalen van de kernwoorden. • Observatie van de leerlingen; welke woorden kennen ze al? • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Revision – Song: Making a present De leerlingen zitten in een kring met hun cadeautje voor Giraffe. Giraffe heeft een feestmuts op. Vandaag is Giraffe jarig! Hij is 7 jaar geworden. Happy birthday, Giraffe. Zullen we Happy Birthday voor Giraffe zingen?
Instructietaal: Giraffe, we’ve got another surprise for you! Look at the board, please, everyone. Your friends have made a present for you Giraffe. Who can tell Giraffe what it is? What did they use? We know a song about making presents; shall we sing it for Giraffe? Observeer de leerlingen. Welke woorden kennen ze al? Durven ze in het Engels te spreken en te zingen? 3. Test Als u als leerkracht ook graag wil weten of een kind vooruitgang boekt en of een kind de aangeboden lesstof tot zich heeft genomen, kunt u naast uw observaties er ook voor kiezen de kinderen een korte woordentoets af te nemen. De toets is op twee niveaus beschikbaar: Test A: hier wordt getest of de leerlingen acht kernwoorden receptief kennen: (boxes, paint, paintbrushes, tape, paper, markers, sticks, string). Test B: hier wordt getest of de leerlingen tien kernwoorden receptief kennen: (boxes, paint, paintbrushes, tape, paper, markers, sticks, string, glue, scissors). AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Happy Birthday Happy birthday to you. (2x) Happy birthday, dear Giraffe. Happy birthday to you. Daarna mogen de leerlingen hun zelfgemaakte cadeautjes geven. Laat enkele leerlingen vertellen wat het is en wat ze gebruikt hebben om het te kunnen maken. (I made..., I used...) Instructietaal: Today is a special day, isn’t it? It’s Giraffe’s birthday. Look, he’s wearing his birthday hat! How old are you? Oh, Giraffe says that he is seven today. Happy birthday Giraffe! Shall we sing Happy Birthday to him? Giraffe says thank you for singing so nicely! Giraffe, all of the children have made you presents! Do you want to see them? (Name), bring your present here to Giraffe. Can you tell him what you made? [NAME] made a train. What did you use? [NAME] used a box and some sticks. Vertel Giraffe dat je nog een verassing voor hem hebt: zijn vriendjes zijn een huis voor hem aan het bouwen! Zing het lied Making a Present samen met de kinderen.
43
Thema 3 Les 9
Extra activities Game: It’s a race Voor in de klas staan twee tafels en op elke tafel ligt een stapel flashcards (identiek) en een doos. In de klas is een pad vrijgemaakt, zodat de leerlingen kunnen rennen. Verdeel de klas in twee groepen. De leerkracht roept een naam van een afbeelding en van elke groep hollen er twee kinderen naar voren toe om de juiste kaart in de doos te doen. Controleer na vijf beurten of de goede kaarten erin zitten. Als dit het geval is, krijgt de groep een punt. Welke groep heeft als eerste drie punten? Instructietaal: We’re going to play a game. You are going to get into two groups. Then you are going to stand here. On the table are two boxes and two sets of cards. When I say the name of one of the things on the cards, maybe sticks or boxes, the first children from each group run down here, look at all of the cards and when they find what I said, put the card in this box. If you have the card I said, your team gets a point. Which team can get three points first? We Want Boxes Klik op de activiteit. Op het digitale schoolbord verschijnen de afbeeldingen van de kernwoorden. Activeer het lied. Wijs ondertussen de afbeeldingen aan. We Want Boxes To make toys. Toys for girls and toys for boys. We want houses, Cars, dolls, too. We need tape now. Yes, we do. Paintbrushes, string, Tape and glue, Paper, paint, sticks, Markers, too. Game: What are you using? Je hebt hiervoor een tas nodig met touw, plakband, penselen, papier, een doosje, stiften en stokjes erin. Een leerling werpt een blik in de tas en kiest een voorwerp. Daarna beeldt hij uit hoe hij het voorwerp zou gebruiken. De klas moet raden welk voorwerp de leerling in gedachten heeft. Als de klas het raadt, haalt het kind het voorwerp uit de tas en chant de klas: “(Tape, tape), you are using (tape)!” Instructietaal: I want you to look in the bag and think about how to use one of the things you can see. Don’t tell us, but show us
44
how you use it. Then we’ll all try to guess what it is! Then we’ll all pretend to use it and we’ll chant. Worksheets Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. • Werkblad A: Draw something big. Draw something small. Instructietaal: Can you think of something big? Draw it here. Can you think of something small? Draw it here. • Werkblad B: Cut out and paste. Say. Use tape en string to make the swing. Instructietaal: Finish off this picture of a swing by making the part you sit on. Cut out some string and use tape to stick it onto the picture. Crafts: Birthday decoration Voor de verjaardag van Giraffe maken de leerlingen een vlaggetjesslinger om de klas en de stoel te versieren. Je hebt nodig: gekleurd papier, schaar, lijm, touw. Knip allemaal driehoeken en rechthoeken van verschillend gekleurd papier. Lijm de bovenkant om een stuk draad. Je kunt de slinger zo lang maken als je zelf wilt. Instructietaal: We’re going to make some decorations for the class. We’re going to hang flags all around the room and all around this special birthday chair. Use this paper to cut out triangles and rectangles. Use the glue on the top edge of the shape, like this, and stick your shape onto the string.
Aantekeningen
Thema 4 At the restaurant Les 1
Enjoy your meal! Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: menu, waiter, waitress, check1, dessert, main dish(es), fruit, vegetables Uitbreidingswoorden: plate, fork, spoon, knife, eat, drink Herhaling groep 1/3: banana(s), apple(s), cake, ice cream, lemonade, orange juice, corn, chicken, salad Lesdoelen: • De leerlingen maken kennis met de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: handpop Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Poster: At the Restaurant Giraffe fluistert in de oor van de leerkracht dat hij samen met zijn vrienden in een restaurant gegeten heeft. Het eten was daar heerlijk! Zullen we er een kijkje gaan nemen? Instructietaal: Well, you sang that very nicely today, children, thank you. Giraffe, what’s the matter? Oh, I think he wants to tell me something! Go on then, tell me! Oh, wow, that’s really great! Giraffe told me that he went to a restaurant with his friends. He said that the food was really yummy. Shall we have a look at the picture of the restaurant?
3. At The Restaurant Zing het lied At The Restaurant. Wijs ondertussen naar de afbeeldingen. Wijs naar uw ogen, als u zingt: “What do you see?” Herhaal het lied een paar keer en vraag de leerlingen mee te wijzen. At The Restaurant What do you see at the restaurant. What do you see? (2x) Waiter, waitress, Menu, check. That’s what I see at the restaurant. Do you see main dishes? Yes, fish and spaghetti. Do you see vegetables? Yes, salad and corn. Do you see fruit? Yes, apples and bananas. Do you see desserts? Yes, ice cream and cake! 4. Film: At the Restaurant De leerkracht legt aan de leerlingen uit dat zij naar een filmpje gaan kijken. Het regent buiten. Lucy en Mike spelen binnen en doen alsof ze in een restaurant zitten. Wat wordt het toetje? AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Klik op de activiteit. De leerlingen zien het restaurant waar Giraffe gegeten heeft. Wie van de leerlingen heeft er ook wel eens in een restaurant gegeten? Was het eten daar lekker? Gebruik de poster om de kernwoorden aan te leren en om de woorden die de leerlingen al kennen te herhalen. Instructietaal: Look at the picture of the restaurant. Who’s been to a restaurant? Can you tell me about it? Was the food yummy? What’s this? (banana) Say it after me please. Who’s this? This is the waiter, he brings the food to you. He gives you the menu and you choose something to eat. Who’s this? Yes, she’s the waitress, she brings the check (the bill) when you want to go home. You have to pay for your food in a restaurant. 1: American English (AE), British English (BE): bill
45
Thema 4 Les 2
Order your dinner Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: menu, waiter, waitress, check, dessert, main dish(es), fruit, vegetables Uitbreidingswoorden: plate, fork, spoon, knife, eat, drink, call, order, pay Herhaling groep 1/3: banana(s), apple(s), cake, ice cream, lemonade, orange juice, corn, chicken, salad Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. At The Restaurant Klik op de activiteit. Op het digitale schoolbord verschijnen afbeeldingen van de kernwoorden. Herhaal de kernwoorden. Activeer daarna het lied. 3. Order your dinner Zeg de volgende zinnen hardop en beeld ze ondertussen uit: Go to the restaurant. Sit down. Open your menu. Look at the menu. Call the waiter. Order (spaghetti). Wait... and wait… and wait. Here it is! Eat (the spaghetti) Yummy! Call the waiter. Pay the check. Herhaal het nog een keer, maar vraag nu aan de leerlingen om mee te doen. Tip: U kunt de acties uitbreiden door ook een drankje, nagerecht, groenten of fruit te bestellen. Instructietaal: Look at me. I’m going to a restaurant. Watch what I do and listen carefully. Now, we’re all going to try. Stand up.
46
This time, shall we order more things? Hmm, shall I have a dessert? What about some vegetables? Some fruit? What shall I drink? AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 4 Les 3
Can I help you? Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: menu, waiter, waitress, check, dessert, main dish(es), fruit, vegetables Uitbreidingswoorden: plate, fork, spoon, knife, eat, drink Herhaling groep 1/3: banana(s), apple(s), cake, ice cream, lemonade, orange juice, corn, chicken, salad, watermelon
to say, “Yes, you can.” Etc (You can also say ones, twos, elephants, giraffes etc for the groups). 3. What doesn’t belong? Voor deze activiteit heeft u de geprinte flashcards van voorafgaande thema’s nodig en de flashcards van de kernwoorden. Klik op de poster: At the restaurant. Herhaal nog een keer de kernwoorden. Laat daarna een voor een de flashcards zien en vraag de leerlingen de afbeelding te benoemen. Welke afbeelding hoort bij het restaurant en welke niet? Maak twee stapels.
Materialen: Giraffe, flashcards van voorafgaande thema’s en de flashcards van de kernwoorden
Instructietaal: Look at the board. I’m going to show you lots of pictures now, see if you can tell me what they all are. Now, we’ll play a game. If you see something that you find in a restaurant, say “In a restaurant” and I’ll put that picture here. If it’s not in a restaurant, tell me “Not in a restaurant” and I’ll put the picture over here. Are you ready?
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied.
AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren.
VERWERKING _________________________________________ 2. Chant: Can I help you? Klik op de activiteit. Op het digitale schoolbord verschijnen de afbeeldingen van de woorden, die in de chant worden aangeboden. Controleer of de leerlingen de woorden (nog) kennen. Activeer de chant en luister er een paar keer naar. Verdeel daarna de klas in twee groepen (bijv. de rode en de groene groep) en leer elke groep zijn deel van de chant aan.
Aantekeningen
Can I help you? A. Can I help you? Can I help you? B. Yes, you can. I’m ready. A. What do you want for a main dish? B. Chicken. I want chicken, please. A. What do you want for a vegetable? B. Carrots. I want carrots, please. A. What do you want for fruit? B. Watermelon. I want watermelon, please. A. What do you want for dessert? B. I don’t know. I want everything! Instructietaal: Listen first. Now get into pairs and look at your partner. Decide which one of you is going to be red and which one is going to be green. All of the reds, put up your hands. You are going to say, “Can I help you? Can I help you?” Now all of the greens, put up your hands. You’re going
47
Thema 4 Les 4
Food
Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen.
Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: menu, waiter, waitress, check, dessert, main dish(es), fruit, vegetables Uitbreidingswoorden: plate, fork, spoon, knife, eat, drink Herhaling groep 1/3: soup, corn, chicken, salad, bananas, pizza, hamburger, apples, ice cream Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, schaar, kleurpotloden of stiften
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Flashcards: Food Herhaal de kernwoorden met behulp van de flashcards op het digitale schoolbord. Vraag de kinderen de woorden hardop na te zeggen. 3. Game: I spy, with my little eye… Gebruik voor het spel de poster: Food. Wijs naar je oog en daarna naar de afbeelding en zeg: “I spy with my little eye and I see (fruit).” De bedoeling is dat de leerlingen raden welke afbeelding je bedoelt. Je kunt de opdracht uitbreiden door ook de vorm en de kleur te beschrijven of door uit te beelden hoe je het eet. Instructietaal: What can you see on the board? Can you tell me what this is? Now we’re going to play a guessing game. I’m going to look at the pictures on the board and think of something I want to eat. Then I say, “I spy with my little eye and I see (fruit).” You have to guess what (fruit) I can see. Do you need some help? It’s red/you eat it like this. What is it? Your turn now, what can you spy? Is it a main dish, a dessert, some fruit or a vegetable? 4. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen.
48
Groep 1 • Werkblad A: Match the food. Draw the food on the plates. Say. Instructietaal: Look at all of the different things to eat here. I want you to sort them out, so that you draw all of the fruit here, all of the vegetables here and all of the desserts here. Tell me what this is please. Where does it go? • Werkblad B: Colour the crayons and food. Draw other food that is the same colour and say. Instructietaal: These crayons are all different colours, red, yellow, green and brown. Look at the food. An apple is red, a banana is yellow, broccoli is green and ice-cream is brown. Can you think of any other food that is red? Draw it here (etc). Tell me what it is. Groep 2 Crafts: Food pictures Je hebt nodig: wit tekenpapier A4 en kleurpotloden, viltstiften of wasco. De tekengroep wordt in vieren verdeeld. Een groep tekent op A4-papier dessert, de tweede groep tekent een main dish de derde groep fruit en de vierde groep vegetables. Op de achterkant van de kaart schrijft de leerkracht een cijfer van 1 tot 20. De food pictures moeten bewaard blijven tot de laatste les. Instructietaal (ondersteun de taal door de handelingen uit te beelden): We are going to make some food cards today so that we can play a game later. You are going to have a piece of paper to draw on. You are all going to draw something different. You are going to draw a dessert, you’re going to draw a main dish, you have to draw a fruit and you have to draw a vegetable. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Thema 4 Les 5
Money Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: menu, waiter, waitress, check, dessert, main dish(es), fruit, vegetables Uitbreidingswoorden: money, a nickel Herhaling groep 1/3: cake, cookies, fair Lesdoelen: • De leerlingen luisteren aandachtig naar het verhaal en reageren op specifieke woorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren.
five groups. This group is the cow group. When you hear the word “cow” you have to say “moo moo“. This group here is the bear group, so when you hear the word “bear,” you all say “roar roar“. (Continue with the other groups). Let’s practise first: okay, cookie, cow (etc). Now let’s try it with the story. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Materialen: Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Picture book: Only a nickel Activeer het prentenboek. Luister samen met de leerlingen en Giraffe naar het verhaal. Wie kan uitleggen waarom Beer en Koe zo moeten lachen aan het eind van het verhaal? Instructietaal: We’re going to watch a story about a cow and a bear now. Watch and listen very carefully. Did you like that story? Who can tell me why cow and bear were laughing so much? What did they eat? How much money did they have? 3. Respond to the word De leerlingen luisteren nog een keer naar het prentenboek, maar dit keer krijgen ze een opdracht mee. De klas wordt verdeeld in vijf groepen; de cows, de bears, de cookies, de cakes, en de nickels. Elke keer als het woord genoemd wordt, moet de groep reageren. Voordat het prentenboek weer wordt geactiveerd, oefenen de groepen de reacties. Zodra het woord cow wordt voorgelezen, antwoordt de groep met moo, moo. Bij het woord bear, reageert de groep met roar, roar. Bij het woord cookie, met crunchy, munchy. Bij het woord cake, met fluffy, puffy. Bij het woord nickel, met ping, ping. Instructietaal: We’re going to watch and listen to the story again, but this time we’re going to play a game. I’m going to make
49
Thema 4 Les 6
Chinese whispers Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: menu, waiter, waitress, check, dessert, main dish(es), fruit, vegetables Uitbreidingswoorden: plate, fork, spoon, knife, eat, drink Herhaling groep 1/3: soup, corn, chicken, salad, bananas, pizza, hamburger, apples, ice cream Lesdoelen: • De leerlingen kunnen de kernwoorden benoemen. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, schaar, kleurpotloden of stiften
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Chinese whispers Herhaal de kernwoorden met behulp van de Flashcards: Restaurant. Speel daarna het spel Chinese whispers. Gebruik voor het spel de geprinte flashcards van de kernwoorden. De leerlingen zitten in een kring. Vraag een leerling een flashcard in gedachte te nemen en het woord in het oor van het kind dat naast hem/haar zit te fluisteren. (Die op zijn beurt fluistert het weer in het oor van de volgende en zo gaat het de hele kring door.) De laatste wijst de flashcard aan die bij dat woord hoort. Instructietaal: We’re going to play a game now, it’s called Chinese Whispers. I want one of you to look at the flashcards and choose one, but don’t say what it is. You’re going to whisper it to the person sitting next to you. Then you are going to whisper what you heard to the person next to you. Then they whisper it and so on, all the way around the circle! The last person then has to go and pick up the flashcard that they heard! 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen.
50
Groep 1 • Werkblad A: Match the food. Draw the food on the plates. Say. Instructietaal: Look at all of the different things to eat here. I want you to sort them out, so that you draw all of the fruit here, all of the vegetables here and all of the desserts here. Tell me what this is please. Where does it go? • Werkblad B: Colour the crayons and food. Draw other food that is the same colour and say. Instructietaal: These crayons are all different colours, red, yellow, green and brown. Look at the food. An apple is red, a banana is yellow, broccoli is green and ice-cream is brown. Can you think of any other food that is red? Draw it here (etc). Tell me what it is. Groep 2 Craft: Food pictures Je hebt nodig: wit tekenpapier A4 en kleurpotloden, viltstiften of wasco. De tekengroep wordt in vieren verdeeld. Een groep tekent op A4-papier dessert, de tweede groep tekent een main dish de derde groep fruit en de vierde groep vegetables. Op de achterkant van de kaart schrijft de leerkracht een cijfer van 1 tot 20. De food pictures moeten bewaard blijven tot de laatste les. Instructietaal (ondersteun de taal door de handelingen uit te beelden): We are going to make some food cards today so that we can play a game later. You are going to have a piece of paper to draw on. You are all going to draw something different. You are going to draw a dessert, you’re going to draw a main dish, you have to draw a fruit and you have to draw a vegetable. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 4 Les 7
I like... Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: menu, waiter, waitress, check, dessert, main dish(es), fruit, vegetables Uitbreidingswoorden: plate, fork, spoon, knife, eat, drink Herhaling groep 1/3: soup, corn, chicken, salad, banana, pizza, hamburger, apples, ice cream. Do you like, I don’t like... Lesdoelen: • De leerlingen kunnen de kernwoorden benoemen. • De leerlingen kunnen vertellen wat ze wel of niet graag lusten. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, schaar, kleurpotloden of stiften
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. A short conversation: I like…. Klik op de activiteit. Op het digitale schoolbord verschijnt een afbeelding. Vraag de leerlingen zoveel mogelijk voedsel op te noemen. Is het een hoofdgerecht of een dessert? Is het fruit of is het groenten? Instructietaal: Look at the picture on the board, please. Can you tell me what you can see? What’s this? Yes, it’s ice cream. Is that a main dish or a dessert? Yes, it’s a dessert. What is this? It’s an apple. Is it a fruit or is it a vegetable? Activeer daarna het gesprek. Oefen het gesprek een paar keer met de hulp van Giraffe. Daarna kunnen de leerlingen het gesprek in tweetallen oefenen. Het gesprek kan uitgebreid worden door de leerlingen ook over hun favoriete hoofdgerechten, groenten en fruit te laten praten. A. B. A. B. A.
Do you like cookies? Yes. I like cookies. Do you like ice cream. No, I don’t like ice cream. What’s your favourite dessert? My favourite dessert is cake. 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1
maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Match the food. Draw the food on the plates. Say. Instructietaal: Look at all of the different things to eat here. I want you to sort them out, so that you draw all of the fruit here, all of the vegetables here and all of the desserts here. Tell me what this is please. Where does it go? • Werkblad B: Colour the crayons and food. Draw other food that is the same colour and say. Instructietaal: These crayons are all different colours, red, yellow, green and brown. Look at the food. An apple is red, a banana is yellow, broccoli is green and ice-cream is brown. Can you think of any other food that is red? Draw it here (etc). Tell me what it is. Groep 2 Craft: Food pictures Je hebt nodig: wit tekenpapier A4 en kleurpotloden, viltstiften of wasco. De tekengroep wordt in vieren verdeeld. Een groep tekent op A4-papier dessert, de tweede groep tekent een main dish de derde groep fruit en de vierde groep vegetables. Op de achterkant van de kaart schrijft de leerkracht een cijfer van 1 tot 20. De food pictures moeten bewaard blijven tot de laatste les. Instructietaal (ondersteun de taal door de handelingen uit te beelden): We are going to make some food cards today so that we can play a game later. You are going to have a piece of paper to draw on. You are all going to draw something different. You are going to draw a dessert, you’re going to draw a main dish, you have to draw a fruit and you have to draw a vegetable. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen.
51
Thema 4 Les 8
Evaluation Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: menu, waiter, waitress, check, dessert, main dish(es), fruit, vegetables Uitbreidingswoorden: plate, fork, spoon, knife, eat, drink Herhaling: de getallen 1 t/m 20, soup, corn, chicken, salad, bananas, pizza, hamburger, apples, ice cream Lesdoelen: • Herhalen van de kernwoorden. • Observatie van de leerlingen; welke woorden kennen ze al? • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, de food pictures van de leerlingen
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Revision – Poster: At the restaurant Voor de klas hangen de food pictures van de leerlingen met de nummers naar voren. Wijs een leerling aan en zeg: “Find number (16). What can you see”? Het kind antwoordt: “I see (apples).” De leerkracht vraagt dan aan de leerling of het een dessert, hoofdgerecht, fruit of groenten is. Herhaal dit totdat alle tekeningen benoemd zijn. Instructietaal: Look at all of these numbers please. Let’s count all together, one, two (etc). On the back of these numbers are all of the food pictures we’ve made. I’m going to ask one of you to find a number, turn it over and tell me what food you can see. Let’s try! (Name), can you find number 12 please. Turn it over, what can you see? Is it a main course/dessert/fruit/vegetable? Klik daarna op de poster. Speel het spel I spy with my little eye… uit les 4. Om het moeilijker te maken, kunt u een leerling vragen uw rol over te nemen. Instructietaal: The next game we’re going to play is called “I spy with my little eye”, and we’re going to use your pictures again. I’m going to look at the pictures and choose one thing that I can eat, maybe a main course or a dessert. Then I say “I spy with my little eye, something that is a dessert!” and you have to guess what I have chosen. Is it ice cream? Is
52
it cake? Yes, it was cake! Now one of you can come and spy one of the pictures!
3. At the Restaurant Zing als afsluiting het lied: At the Restaurant.
Observeer de leerlingen. Welke woorden kennen ze al? Durven ze in het Engels te spreken en te zingen? Instructietaal: Let’s sing the song At the Restaurant again. Can you remember it? 4. Test Als U als leerkracht graag wil weten of een kind vooruitgang boekt en of een kind de aangeboden lesstof tot zich heeft genomen, kunt u naast uw observaties er ook voor kiezen de kinderen een korte woordentoets af te nemen. De toets is op twee niveaus beschikbaar: Test A: hier wordt getest of de leerlingen acht kernwoorden receptief kennen (menu, waiter, waitress, check, dessert, main dish(es), fruit, vegetables). Test B: hier wordt getest of de leerlingen tien kernwoorden receptief kennen (menu, waiter, waitress, check dessert, main dish(es), fruit, vegetables, he’s eating, she’s drinking). AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 4 Les 9
Extra activities Worksheets Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. • Werkblad A: Cut and paste. Say what they are eating. Instructietaal: Look at these pictures. Can you tell me what you can see? What are they eating? Cut out the pictures and stick them here. • Werkblad B: Tell which food you like and don’t like. Circle the happy face or the sad face. Instructietaal: What do you like to eat? Can you tell me what this is? If you like it, put a circle around the happy face but if you don’t like it, put a circle around the sad face. Create your own menu Hiervoor heb je nodig: reclamefolders, scharen lijm, gekleurd papier. Knip uit de reclamefolders plaatjes van je favoriete hoofdgerecht, toetje, drank, fruit en groenten en maak je eigen menukaart. Instructietaal: I want to make some menu cards today. I want you to fold your paper like this. Then I want you to look at all of these pictures of food. Decide what you think would be nice to eat at a restaurant. Cut out the pictures and stick them onto your menu. Try to put all the main dishes together, all the desserts together and all the drinks together.
The first person in each group stands up and takes one of the packets and puts it on their tray. They have to carry the packet to the other end of the room/here, without dropping it! I’m going to say, “Walk or run or jump or hop to the other side of the room.” When you get there with your packet, put it down and run back to the next person, give them the tray and they have to take the next packet to the other side of the room. The first group to get all of the packets to the other end of the room and can tell me about the food, is the winner. Chant: Ice cream in a bowl Oefen de chant met de leerlingen. Ondersteun de chant met gebaren. Ice cream in a bowl, Ice cream in a bowl, Eat it up! Eat it up! Ice cream in a bowl. Milk in a cup, Milk in a cup, Drink it up! Drink it up! Milk in a cup. Spaghetti on a spoon, Spaghetti on a spoon, Eat it up! Eat it up! Spaghetti on a spoon.
Aantekeningen
Game: Estafette Dit spel kun je het beste in de gymzaal of op de speelplaats spelen. Je hebt hiervoor nodig: twee dienbladen en lege verpakkingen van koekjes, spaghetti, melk en soep. Verdeel de klas in twee groepen. Bij het startsein pakt elke groep een verpakking, legt het op het dienblad en naar gelang de opdracht rent, loopt, huppelt, springt naar de overkant. Daar wordt de verpakking neergezet en het kind rent zo snel weer terug, want dan is de volgende aan de beurt. Als de verpakking eraf valt, moet het kind terug en is de volgende aan de beurt. Welke groep heeft als eerste alle verpakkingen aan de overkant? De groep die als eerste alle verpakkingen aan de overkant heeft en de voedingsmiddelen kan benoemen, heeft gewonnen. Instructietaal: We’re going to play a game now. We are going to get into two groups and have a race. I’m going to give each group a tray and some empty food packets.
53
Thema 5 Let’s go to the farm Les 1
What’s this? It’s a (click on the picture). Let’s try to say that word. I can see lots of animals here. This is a horse. This is a cow. What is your favourite animal, (name)? Oh, (name’s) favourite animal is a horse!
The farm Lesduur: 30 minuten Kernwoordwoorden: hen, rooster, cow, horse, sheep, farmer, field, barn Uitbreidingswoorden: farm, chicks, eggs, hay, truck, tractor, swan, wool, duck (s), swan Herhaling groep 1 t/m 3: spring, boy(s), girl(s), cat, dog, milk, sun, mother, father, grandfather, baby, brother, sister, family. De kleuren en het tellen tot 20 Lesdoelen: • De leerlingen maken kennis met de woorden die horen bij het thema. • De kinderen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: handpop Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Zing met de leerlingen de Hello Song. Hello Song Hello Giraffe, hello Giraffe, Hi ho the derio, Hello Giraffe.
Peep, peep Rabbit! Cow! Horse! Sheep! Hens and chicks! Peep! Peep! Peep! Rabbit! Cow! Horse! Sheep! Hens and chicks! Peep! Peep! Peep! Farmer! Field! Barn! Rooster! Trucks and tractors! Beep! Beep! Beep! Farmer! Field! Barn! Rooster! Trucks and tractors! Beep! Beep! Beep!
(zwaai naar Giraffe) (zwaai naar Giraffe) (2x)
Kijk met de leerlingen naar buiten. Wat voor weer is het vandaag? Is het al lente? Op een zonnige dag is Giraffe een dagje naar de boerderij geweest. Hoe kunnen we zien dat het (bijna) lente is? Instructietaal: Look out of the window, please. What is the weather like today? It is spring now. Giraffe likes to go to the farm when it’s spring. How can we see that it’s spring? VERWERKING _________________________________________ 2. Poster: The Farm Op het digitale schoolbord zien de leerlingen de boerderij en alle bedrijvigheid die daarbij hoort. Welke woorden kennen de leerlingen al? Herhaal de kleuren, kleding, vormen, etc. Wijs naar de afbeeldingen van de kernwoorden en klik op de audio hotspots. Vraag de leerlingen de woorden te herhalen. Roep daarna een leerling naar voren en vraag ze hun favoriete dier aan te wijzen en te zeggen wat het is. Benadruk dat de leerlingen in hele zinnen antwoorden (This is a…). Instructietaal: Look at the poster. This is a farm. What can you see? What colour is it? What is he wearing? What shape is this?
54
3. Chant: Peep, peep Chant met de leerlingen de chant Peep, peep. Wijs ondertussen de afbeeldingen aan.
Instructietaal: We’re going to listen to a chant. The little chicks say peep, peep, peep! Show me how the little chicks say peep, peep, peep. Now, when the farmer drives the tractor, like this, the tractor goes beep, beep, beep! Show me how the farmer drives the tractor; make it go beep, beep, beep! Now, let’s listen to the chant. 4. Film: Let’s go to the farm Activeer de film. Op de film is te zien dat Paul en Julia de boerderij bezoeken en de boer ze de boerderij laat zien. Instructietaal: We are going to watch a film about the farm. What kind of animals does the farmer show to the children? AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren. Goodbye Song Bye, bye Giraffe, bye, bye Giraffe. (zwaai naar Giraffe) Giraffe is leaving now, Bye, bye Giraffe. (zwaai naar Giraffe)
(2x)
Thema 5 Les 2
The farm Lesduur: 40 minuten Kernwoordwoorden: hen, rooster, cow, horse, sheep, farmer, field, barn Uitbreidingswoorden: farm, chicks, eggs, hay, truck, tractor, swan, wool, duck(s), swan, to ride, to feed, to milk, to collect, to crow, to shear Lesdoelen • Consolidatie van de kernwoorden. • De kinderen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Samen met de kinderen zingt u de Hello Song. Herinner de leerlingen aan het bezoekje van Giraffe aan de boerderij. Weten de leerlingen nog wat er daar allemaal te zien was? Instructietaal: Do you remember that Giraffe went to the farm? Can you tell me what you can see on a farm? VERWERKING _________________________________________ 2. On The Farm Klik op de activiteit. Zing het lied samen met Giraffe en de leerlingen. Vraag de leerlingen ondertussen de afbeeldingen van de kernwoorden aan te wijzen. Herhaal het lied een paar keer. Instructietaal: We’re going to listen to a song about the farm. Let’s see if we can find all of the things that are in the song on the picture. Listen and look very carefully! Ok, what can you find? Listen again.
You’ll find a horse (neigh) down on the farm. There’s a barn in the middle of a field. And in that barn are a sheep and a horse. And they live down on the farm. There’s a barn in the middle of a field. And in that barn, you’ll find a rooster (cook-a-doodle-doo) Look at the rooster. What does he do? He flies around down on the farm. There’s a barn in the middle of a field. And in that barn, you’ll find a rooster (cock-a-doodle-doo), A horse (neigh), a sheep (baa), a hen (cluck, cluck), a cow (moo). And they all live down on the farm. 3. On the farm Klik op de afbeelding. Wat zijn alle mensen daar aan het doen. Wijs naar de afbeelding en zeg bijvoorbeeld: “He’s riding a horse”. Vraag de leerlingen dit uit te beelden. Doe dit ook met: feed the hens, milk the cow, collect the eggs, shear the sheep. Eindig met crow like a rooster! Instructietaal: What are all of the people doing? Look at him. He’s riding a horse. He’s shearing the sheep. She’s feeding the hens. Show me how they do that. Feed the hens, collect the eggs, shear the sheep. Can you remember what the chicks say? They say peep, peep. What does the cow say? Moo, moo. Show me: crow like a rooster, moo like a cow. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
On The Farm There’s a barn in the middle of a field. And in that barn, you’ll find a cow (moo). In the barn next to the cow, You’ll find a hen (cluck, cluck) down on the farm. There’s a barn in the middle of a field. And in that barn are a cow and a hen. And they live down on the farm. There’s a barn in the middle of a field. And in that barn, you’ll find a sheep (baa) In that barn next to the sheep.
55
Thema 5 Les 3
Animal sounds Lesduur: 30 minuten Kernwoordwoorden: hen, rooster, cow, horse, sheep, farmer, field, barn Uitbreidingswoorden: cock-a-doodle-doo, neigh, woof, moo, baa, meow Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen kunnen de dierengeluiden (in het Engels) nadoen. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, flashcards van a hen, a rooster, a cow, a horse, a sheep, chicks
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. On The Farm Klik op de activiteit. Herhaal nogmaals de dieren. Activeer daarna het lied en zing samen met de leerlingen het lied. Vraag ze mee te doen met de dierengeluiden. Instructietaal: We’re going to listen to a song about the farm. Let’s see if we can find all of the things that are in the song on the picture. Listen and look very carefully! Ok, what can you find? Listen to what the animals say. Try to join in. 3. Create a story: The farm Vanaf thema 5 wordt langzamerhand het lezen in het Engels geïntroduceerd. Luister naar het verhaal. Welk geluid maakt ieder dier? Wie kan de plaatjes weer in de goede volgorde zetten? Instructietaal: We’re going to listen to a story about some children who go to a farm and see lots of animals. Listen again. Now, which animal says cock-a-doodle-doo? Yes, the rooster says that. Which animal says woof? Yes, the dog says woof. 4. Name that animal Hiervoor heb je de geprinte flashcards nodig van a hen, a rooster, a cow, a horse, a sheep, chicks. Leg de flashcard met de achterkant naar boven op een stapel. Nodig een leerling uit een kaart te pakken. De klas
56
mag niet zien welke afbeelding erop staat. De bedoeling is dat de leerling het dier uitbeeldt en het bijpassende geluid erbij maakt. Wie in de klas kan raden om welk dier het gaat? Laat daarna de hele klas het dier nabootsen. Herhaal het spel totdat er geen flashcards meer over zijn. Instructietaal: I’ve got lots of animal cards here. Can one of you come and choose one please? (Name), come here please. Don’t let the rest of the children see your card. Now, show us what animal is on the card, but don’t say the word! We have to guess! You can say what the animal says in English too! Ok, well done, it was a (cow). Everyone, (moo) like a (cow). Next one, please. AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 5 Les 4
Animals Lesduur: 40 minuten Kernwoordwoorden: hen, rooster, cow, horse, sheep, farmer, field, barn Uitbreidingswoorden: cock-a-doodle-doo, neigh, woof, moo, baa, meow, stop, go, faster, slower, start
werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Cut and paste. Say where the animals are. Instructietaal: Look at the animals. Where are they? • Werkblad B: Draw the missing animals. Say.
Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen kunnen de dierengeluiden (in het Engels) nadoen. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, zwart knutselpapier (A5), blauw knutselpapier (A4), resten ander gekleurd papier, potlood, schaar, lijm, viltstiften/kleurpotloden, watten
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Animal parade De leerlingen nemen allemaal een boerderijdier in gedachten. Als de leerkracht “Go” zegt, bewegen de leerlingen als dat dier en maken ze er de bijbehorende geluiden bij. Op de commando’s faster en slower bewegen de leerlingen respectievelijk sneller of langzamer. Als de leerkracht “stop” zegt, stoppen alle leerlingen. Vraag daarna aan een paar leerlingen welke dieren zij hebben uitgebeeld. Instructietaal: Think of an animal on the farm. When I say “Go”, I want you to move around the room pretending to be that animal. So, if I want to pretend to be a cow, I can walk like a cow and say moo, like this! If I hear “faster”, then I have to go faster and say moo faster. If I hear “slower”, then I have to walk very slowly and say moo very slowly too. If I hear “stop”, then I have to stop, of course! Are you ready? Think of an animal. Now, who can come and show us. 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3
Instructietaal: Where are the animals? Can you draw them please? Groep 2 Craft: My sheep Je hebt nodig: zwart knutselpapier (A5), blauw knutselpapier (A4), resten ander gekleurd papier, potlood, schaar, lijm, viltstiften/kleurpotloden, watten. De leerlingen spreiden hun hand en trekken het om op het zwarte papier. Knip de hand uit en draai de hand 180 graden. Je hebt nu ‘een kop’ ( de duim) en vier poten (de resterende vier vingers). Plak de hand in het midden van het blauwe papier en beplak het met watten. Laat uiteraard ‘de kop’ vrij. Teken hier ogen in. Nu is het schaap klaar. Maak het werkstuk af door er gras, bloemen, bomen, enz. in te tekenen of plakken. Instructietaal: We’re going to make some sheep. Put your hand on the black paper, like this, and draw around it. Then cut it out. Now turn it upside down, so that you have made a sheep. Look, here is the head! Now, stick it in the middle of the blue paper, so that it looks like this. Take some of the cotton wool and stick it on the body of the sheep, but not on its head. Draw some eyes here. You can draw some flowers and some grass too, if you want. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
57
Thema 5 Les 5
Morning, afternoon, evening Lesduur: 30 minuten Kernwoordwoorden: hen, rooster, cow, horse, sheep, farmer, field, barn Uitbreidingswoorden: farm, eggs, wool, to milk, to shear, to collect, morning, afternoon, evening Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de begrippen morning, afternoon en evening. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, tekenpapier op posterformaat, kleurpotloden/viltstiften
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Morning, afternoon and night Vertel het onderstaande verhaal. Ondersteun het verhaal met gebaren en wijs naar de afbeeldingen. It’s morning. (doe alsof je slaapt, wakker wordt en daarna uit bed stapt) In the morning, the farmer milks the cow. It’s afternoon. (doe alsof je je lunch eet). In the afternoon the farmer collects the eggs. It’s night. (rek jezelf uit en doe alsof je gaat slapen). At night the farmer shears the sheep. Vertel het verhaal nog een keer en vraag de leerlingen mee te doen met de bewegingen. Vraag daarna aan de leerlingen wat de boer ’s morgens, ’s middags en ’s avonds doet. Instructietaal: This is the farmer. Look at what he’s doing. In the morning, the farmer milks the cow. In the afternoon, the farmer collects the eggs. At night, the farmer shears the sheep. Can you do that too? Show me how the farmer (collects the eggs). What does the farmer do in the morning/afternoon/at night? Verdeel daarna de klas in drie groepen (Morning, afternoon, evening). Geef elke groep een groot stuk papier en vraag ze te tekenen wat zij op dat tijdstip van de dag doen.
58
Instructietaal: We’re going to get into groups now. This group is the (morning) group. Each group has one big piece of paper. Think about what you do in the (morning). Draw pictures of what you do on the paper. AFSLUITING _________________________________________ 3. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 5 Les 6
Farmer Lesduur: 40 minuten Kernwoordwoorden: hen, rooster, cow, horse, sheep, farmer, field, barn Uitbreidingswoorden: farm, eggs, wool, to milk, to shear, to collect, morning, afternoon, evening Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de begrippen morning, afternoon en evening. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, werkbladen, zwart knutselpapier (A5), blauw knutselpapier (A4), resten ander gekleurd papier, potlood, schaar, lijm, viltstiften/ kleurpotloden, watten
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. What does a farmer do? Kijk naar de afbeelding. Vraag de leerlingen goed naar het verhaal te luisteren. Wijs ondertussen de genoemde kernwoorden aan. Herhaal het verhaal en vraag nu de leerlingen het verhaal uit te beelden. RRRing! Time to get up! I have to go feed the chickens. I have to collect the eggs. Hello sheep! Here’s your breakfast. Good morning cow! Can I get milk? It’s time to have lunch! First I’ll take the horses out to the field! Next I’ll plant some corn and tomatoes. Wow! I’m tired. Now it’s time to give the animals their dinner! Farmers work hard on a farm! Instructietaal: Look at the picture please, everyone. Look at the farmer. He is very busy. We’re going to listen to a story about him. Look carefully at the picture while you listen. Now, let’s listen again and this time, I want you to show me what the farmer does.
kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Cut and paste.Say where the animals are. Instructietaal: Look at the animals. Where are they? • Werkblad B: Draw the missing animals. Say. Instructietaal: Where are the animals? Can you draw them please? Groep 2 Craft: My sheep Je hebt nodig: zwart knutselpapier (A5), blauw knutselpapier (A4), resten ander gekleurd papier, potlood, schaar, lijm, viltstiften/kleurpotloden, watten. De leerlingen spreiden hun hand en trekken het om op het zwarte papier. Knip de hand uit en draai de hand 180 graden. Je hebt nu ‘een kop’ (de duim) en vier poten (de resterende vier vingers). Plak de hand in het midden van het blauwe papier en beplak het met watten. Laat uiteraard ‘de kop’ vrij. Teken hier ogen in. Nu is het schaap klaar. Maak het werkstuk af door er gras, bloemen, bomen, enz. in te tekenen of plakken. Instructietaal: We’re going to make some sheep. Put your hand on the black paper, like this, and draw around it. Then cut it out. Now turn it upside down, so that you have made a sheep. Look, here is the head! Now, stick it in the middle of the blue paper, so that it looks like this. Take some of the cotton wool and stick it on the body of the sheep, but not on its head. Draw some eyes here. You can draw some flowers and some grass too, if you want. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit
59
Thema 5 Les 7
Farm Lesduur: 40 minuten Kernwoordwoorden: hen, rooster, cow, horse, sheep, farmer, field, barn Uitbreidingswoorden: farm, chicks, eggs Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, zwart knutselpapier (A5), blauw knutselpapier (A4), resten ander gekleurd papier, potlood, schaar, lijm, viltstiften/kleurpotloden, watten
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. A short converstion: The Farm Klik op de activiteit. Op het digitale schoolbord verschijnt een afbeelding van een boerderij. Herhaal de kernwoorden. Activeer daarna de korte conversatie. Luister er een paar keer naar en laat de leerlingen het gesprek zin voor zin herhalen. Daarna mogen de leerlingen in tweetallen het gesprekje oefenen. A. B. A. B. A.
This is my uncle’s farm. Wow! Look at the green fields. Do you want to see the cows? Yes. I want to see the horses and sheep, too. I’ll show you. They are in the big red barn.
Instructietaal: Here is a picture of the farm. Can you tell me what this is? Where is the farmer? Now, we’re going to listen to some children talking about a farm. Now, let’s repeat what they say. Good. Now, let’s try to do it in pairs. 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen.
60
Groep 1 • Werkblad A: Cut and paste. Say where the animals are. Instructietaal: Look at the animals. Where are they? • Werkblad B: Draw the missing animals. Say. Instructietaal: Where are the animals? Can you draw them please? Groep 2 Craft: My sheep Je hebt nodig: zwart knutselpapier (A5), blauw knutselpapier (A4), resten ander gekleurd papier, potlood, schaar, lijm, viltstiften/kleurpotloden, watten. De leerlingen spreiden hun hand en trekken het om op het zwarte papier. Knip de hand uit en draai de hand 180 graden. Je hebt nu ‘een kop’ ( de duim) en vier poten (de resterende vier vingers). Plak de hand in het midden van het blauwe papier en beplak het met watten. Laat uiteraard ‘de kop’ vrij. Teken hier ogen in. Nu is het schaap klaar. Maak het werkstuk af door er gras, bloemen, bomen, enz. in te tekenen of plakken. Instructietaal: We’re going to make some sheep. Put your hand on the black paper, like this, and draw around it. Then cut it out. Now turn it upside down, so that you have made a sheep. Look, here is the head! Now, stick it in the middle of the blue paper, so that it looks like this. Take some of the cotton wool and stick it on the body of the sheep, but not on its head. Draw some eyes here. You can draw some flowers and some grass too, if you want. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 5 les 8
Evaluation Lesduur: 30 minuten Kernwoordwoorden: hen, rooster, cow, horse, sheep, farmer, field, barn Uitbreidingswoorden: farm, chicks, eggs, hay, truck, tractor, swan, wool, duck(s), swan, to collect, to shear, to ride, to milk, to feed Lesdoelen: • Herhalen van de kernwoorden. • Observatie van de leerlingen; welke woorden kennen ze al? • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied.
Observeer de leerlingen. Welke woorden kennen ze al? Durven ze in het Engels te spreken en te zingen? 3. Test Als u als leerkracht graag wilt weten of een kind vooruitgang boekt en of een kind de aangeboden lesstof tot zich heeft genomen, kunt u naast uw observaties er ook voor kiezen de kinderen een korte woordentoets af te nemen. De toets is op twee niveaus beschikbaar: Test A: hier wordt getest of de leerlingen acht kernwoorden receptief kennen: (hen, rooster, cow, horse, sheep, farmer, field, barn). Test B: hier wordt getest of de leerlingen tien kernwoorden receptief kennen: (hen, rooster, cow, horse, sheep, farmer, field, barn, farm, chicks). AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
VERWERKING _________________________________________ 2. Revision – Chant: Peep, peep Samen met Giraffe blikt u terug op de vorige lessen. Wat hebben we veel geleerd over de boerderij van Giraffe! Weten we nog wat een boer allemaal op een dag doet? Vraag de leerlingen op “uw commando” de volgende acties uit te beelden (milk the cow, collect the eggs, shear the sheep, feed the hens, ride the horse). Herhaal daarna de chant van les 1 en vraag de leerlingen om mee te wijzen. Eindig de les met een paar raadsels. Welk dier wordt er bedoeld? - It is very small. It is yellow. (chick) - It is big. It has four legs. It runs very fast. (horse) - It has four legs. It gives us milk. (cow) - It has two legs. It gives us eggs. (hen) - It has soft wool. It says baa. (sheep) Instructietaal: We have learned lots of things about the farm with Giraffe. Do you remember what the farmer does every day? Show me how to (collect eggs). Very good! I think you know all of the animals too, don’t you? Let’s play a little game. I’m going to say something about an animal and you have to guess which animal I’m talking about. Point to the animals you think I’m talking about. Ok, it’s very small. It’s yellow. Yes, it’s a chick! (Etc)
61
Thema 5 Les 9
Extra activities
Instructietaal: Look at the pictures. Some things are missing from them. Can you tell me what’s missing?
Picture book: Old MacDonald Activeer het prentenboek. Luister naar het verhaal en wijs ondertussen de woorden één voor één aan. Activeer daarna het lied en zing samen met de leerlingen het bekende lied Old MacDonald. Old MacDonald Old MacDonald had a farm, E-I-E-I-O. And on his farm he had some chicks. E-I-E-I-O. With a cluck, cluck here, And a cluck, cluck there, Here a cluck, there a cluck, Everywhere a cluck, cluck, Old MacDonald had a farm, E-I-E-I-O. Old MacDonald had a farm, E-I-E-I-O. and one his farm he had some cows. E-I-E-I-O. With a moo, moo here, And a moo, moo there, Here a moo, there a moo, Everywhere a moo, moo, Old MacDonald had a farm, E-I-E-I-O. Old MacDonald had a farm, E-I-E-I-O. And on his farm he had some sheep, E-I-E-I-O. With a baa, baa here, And a baa, baa there, Here a baa, there a baa, Everywhere a baa, baa. Old MacDonald had a farm, E-I-E-I-O. Worksheets Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. • Werkblad A: Draw what farmers do in the morning and at night. Instructietaal: Look at the busy farmer. What does he do in the morning? What does he do at night? Draw what he does. • Werkblad B: What’s missing? Match and say.
62
Circle game De leerlingen zitten in de kring. Zet muziek aan en geef de flashcard met de schuur (the barn) erop door. De muziek wordt stopgezet en het kind met de flashcard in zijn/haar hand noemt hardop een (boerderij) dier. Instructietaal: For this game, I’m going to play some music and we’re going to pass around the picture of a barn. When the music stops, if you have the picture, you have to say an animal that lives on a farm. Craft: A farm-in-the-box Je hebt nodig: werkblad (decor),tekenpapier, groen en blauw knutselpapier, schaar, lijm, viltstiften en een schoenendoos. Kleur de afbeelding op het werkblad en knip het uit. Draai de doos een kwartslag en plak deze afbeelding op de bodem van de doos. Beplak de zijkanten met blauw papier en de bodem van de schoenendoos met groen papier. Teken nog een paar boerderijdieren. Kleur ze in en knip ze uit met een plakrandje aan de onderkant, zodat de dieren in de doos kunnen staan. Instructietaal: Let’s make a “farm-in-a-box!” Colour in the picture first, cut it out and stick it on the back of the shoe box. Then stick some blue paper on the sides of the box and some green paper on the bottom of the box. Now, draw some farm animals, and cut them out. Stick them in the box, like this, so that they can stand up. Now, you’ve made a farm-in-a-box!
Aantekeningen
Thema 6 Going to town Les 1
The town Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: firefighter, police officer, gardener, doctor, dentist, nurse, building, truck Uitbreidingswoorden: people, sales person, trash collector Herhaling groep 1/3: inside, outside, boy (s), girl(s), father, mother, park, fire station, fire truck, hospital, street, shop. Herhaal de kleuren, het tellen, de lichaamsdelen, het speelgoed. Lesdoelen: • De leerlingen maken kennis met de kernwoorden die bij het thema horen. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: handpop Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Poster: The town Giraffe is een dagje naar de stad geweest. Het was daar een drukte van belang! Hij zag daar verschillende mensen aan het werk. Zullen wij ook eens een kijkje nemen?
paar keer en vraag de leerlingen mee te wijzen en mee te zingen. Everywhere In Town Inside, outside, everywhere in town, People are busy, all around. Inside, outside, everywhere in town, People are busy, all around. Nurse, fire fighter, gardener, They are busy. They are working! Doctor, dentist, police officer. They are busy! They are working! Inside, outside, everywhere in town, People are busy, all around. Inside, outside, everywhere in town, People are busy, all around. 4. Film: Going to town Klik op de activiteit. Milly en haar moeder zijn in de stad, want Milly moet naar de tandarts. In de stad is het heel erg druk. Instructietaal: Milly and her mother are in town. Milly has to go to the dentist. It’s busy in town. AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Instructietaal: Giraffe is going to town today. It’s so busy in town. He can see lots of people working there. Do you want to see them too? Klik op de activiteit. De leerlingen zien een afbeelding van de stad. Welke woorden kennen de leerlingen allemaal al? Wie zijn er allemaal aan het werk en waar bevinden zij zich? Gebruik de poster om de kernwoorden aan te leren en om de woorden die de leerlingen al kennen te herhalen. Instructietaal: Let’s see, what can you tell me about the poster. Can you tell me what this is? Do you know what this building is? It’s a (fire station). Do you know who works in a( fire station)? Yes, (fire fighters) work in (fire stations). 3. Everywhere In Town Luister naar het lied Everywhere In Town en wijs ondertussen naar de afbeeldingen. Herhaal het lied een
63
Thema 6 Les 2
The town Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: firefighter, police officer, gardener, doctor, dentist, nurse, building, truck Uitbreidingswoorden: people, sales person, trash collector, water the grass, pick up the trash, fix teeth, direct traffic, put out fires Herhaling groep 1/3: inside, outside, boy (s), girl(s), father, mother, park, fire station, fire truck, hospital, street, shop, restaurant Herhaal de kleuren, het tellen, de lichaamsdelen, het speelgoed. Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, flashcards van a restaurant, a fire station, a hospital, a shop (thema 7, groep 3) en flashcards van a waiter, a firefighter, a doctor, a nurse, a dentist en a sales person
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Everywhere In Town Herhaal de kernwoorden en activeer daarna het lied. Zing het lied samen met Giraffe en de leerlingen. Instructietaal: Let’s see, what can you tell me about the poster. Can you tell me what this is? Do you know what this building is? It’s a (fire station). Do you know who works in a( fire station)? Yes, (firefighters) work in ( fire stations).Who else can you see? Where do they work? 3. Do as I do Zeg de volgende zin hardop en beeld de zin ondertussen uit: Water the grass Vraag daarna aan de leerlingen: Who waters the grass? Nodig een leerling uit de tuinman aan te wijzen op de afbeelding. Herhaal de hele zin nog een keer (The gardener waters the grass.) en vraag de leerlingen de zin te herhalen en de beweging uit te beelden. Doe hetzelfde met: pick up the trash, fix teeth, direct traffic, en put out fires.
64
Instructietaal: Who waters the grass? The gardener waters the grass. Who picks up the trash? The trah collector picks up the trash. Who fixes teeth? The dentist fixes teeth. Who directs traffic? The police officer directs traffic. Who puts out fires? The firefighter puts out fires. 4. Move around town Laat de flashcards één voor één zien en herhaal de namen. Ga daarna verder met de activiteit Move around town. Hiervoor heeft u de geprinte flashcards no-dig van a park (thema 4, groep 1/2), a restaurant, a fire station, a hospital, a shop (thema 7, groep 3) en flashcards van a waiter, a firefighter, a doctor, a gardener en a sales person. Geef een paar leerlingen een flashcard en vraag ze “in koppeltjes” ergens in de klas bij elkaar te gaan staan. Wijs dan twee leerlingen aan als buschauffeur. De buschauffeurs “rijden” door de klas, terwijl de rest van de klas klapt. Op een stopteken, stopt de klas met klappen en “parkeren” de buschauffeurs bij een “koppeltje”. Ze stellen dan de volgende vragen: A. Where am I? B. At the (restaurant). A. Who are you? C. The (waiter). Instructietaal: We’re going to play a game now. I’m going to give cards which have places in town on them to some of you. You and your partner are going to stand in different places around the room, so that we have a restaurant here and a park over there, and so on. Two of you are going to make a bus and be bus drivers. You’re going to drive around the room, while the rest of us clap our hands. When I give this sign(ring a bell, put out my hand, etc), you have to stop the bus by one of the buildings. Then you have to say, “Where am I?” The children in the building say, “At the restaurant.” Then the other driver says, “Who are you?” and the second person in the building says, “The waiter.” Shall we try? AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 6 Les 3
Who are you? Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: firefighter, police officer, gardener, doctor, dentist, nurse, building, truck Uitbreidingswoorden: people, sales person, trash collector Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Who Are You? Klik op de activiteit. Op het digitale schoolbord verschijnen de afbeeldingen van de woorden, die in het lied worden aangeboden. Controleer of de leerlingen de woorden (nog) kennen. Luister daarna naar het lied en laat de leerlingen raden wie er bedoeld wordt. Herhaal het lied een paar keer en zing het daarna met elkaar.
Instructietaal: Can you remember who all of these people are? Who’s this? It’s the (dentist). What does the (dentist) do? He (fixes teeth). Ok, now we’re going to listen to a song about these people. Can you show me the (dentist)? 3. Create a story: Who can help? Klik op de activiteit. Wijs met je vinger mee met de tekst op het digitale schoolbord, terwijl het voorgelezen wordt. Herhaal de activiteit nog een keer en vraag aan de leerlingen hardop mee te lezen. Vraag daarna aan de leerlingen wie de mensen in het verhaal zijn. Wie kan het meisje uiteindelijk helpen? Wie kan de plaatjes in de juiste volgorde plaatsen? Instructietaal: We’re going to read a story now. Listen first. Now, let’s read along with the story. Who’s this? Tell me about them. Who can help the girl? AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren. Vraag aan de leerlingen voor de volgende les een lege kartonnen doos mee te nemen. Denk hierbij aan verpakkingsmateriaal van voedingsmiddelen (melkpakken, hagelslagdozen, enz.).
Aantekeningen
Who Are You? Who are you? Who, who, who, who? Who are you? Who. Who, who, who? Who are you? I’m the person who cleans your teeth. (dentist) Who are you? I’m the person who sells you sweets. (salesperson) Who are you? I’m the person who helps you. You come to me when you have the flu. (doctor) Who are you? Who, who, who, who? Who are you? Who. Who, who, who? Who are you? Who are you? officer) Who are you? (gardener) Who are you?
I put out fires. I’m very brave! (firefighter) I’m the person who keeps you safe. (police I plant flowers and water them, too. I help doctors look after you. (nurse)
Who are you? Who, who, who, who? Who are you? Who. Who, who, who?
65
Thema 6 Les 4
Build a town Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: firefighter, police officer, gardener, doctor, dentist, nurse, building, truck Uitbreidingswoorden: people, sales person, trash collector Herhaling groep 1/3: fire station, hospital, street, shop, restaurant, police office Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, verschillende kartonnen dozen (denk aan melkpakken, hagelslagpakken), gekleurd knutselpapier, schaar, lijm, kleurpotloden of viltstiften
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Who Are You? Zing het lied Who Are You samen met Giraffe en de leerlingen. Nodig een leerling uit mee te wijzen op de afbeelding op het digitale schoolbord. Instructietaal: Can you remember who all of these people are? Who’s this? It’s the (dentist). What does the (dentist) do? Ok, now we’re going to listen to a song about these people. Can you show me the (dentist)? 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Draw the missing people. Say. Instructietaal: Some people are not in this picture! Can you draw them, please? Tell me who this is.
66
• Werkblad B: Draw the missing people. Say. Instructietaal: Some people are not in this picture! Can you draw them, please? Tell me who this is. Groep 2 Craft: Build a town Je hebt nodig: verschillende kartonnen dozen (denk aan melkpakken, hagelslagpakken), gekleurd knutselpapier, schaar, lijm, kleurpotloden of viltstiften. Ieder kind krijgt een doos, die als basis dient voor een gebouw dat in een stad te vinden is. Wie maakt het ziekenhuis? Het restaurant? Enz. Aan het eind van les 7 heeft de klas met elkaar een stad gebouwd. Om er een echte stad van te maken, kan er van zwart en wit papier ook straten gemaakt worden. Speelgoedautootjes completeren dan het geheel. Instructietaal (ondersteun de taal door de handelingen uit te beelden): We’re going to build a town today! Everyone is going to use a box to make a building in the town. Who wants to build a hospital? Who wants to build a restaurant? Look, we can use black paper to make the streets and we can use our toy cars to drive around the town! Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 6 Les 5
Counting to 20 Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: firefighter, police officer, gardener, doctor, dentist, nurse, building, truck Uitbreidingswoorden: people, sales person, trash collector Herhaling groep 1 t/m 3: under, behind, in, in front of, next to. Het tellen tot 20. Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen kunnen in het Engels gegeven opdrachten met voorzetsels uitvoeren en benoemen. • De leerlingen kunnen in het Engels tot 20 tellen. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. A preposition game Verdeel de klas in groepjes van drie. Wijs in elk groepje a police officer, a building en a truck aan. Vertel de leerlingen goed naar de opdrachten te luisteren en deze met elkaar uit te voeren. Mogelijke opdrachten kunnen zijn: Police officer, stand in front of the building. Truck, stand next to the building. Geef ook opdrachten met de andere voorzetsels en vraag na elke opdracht waar de leerling staat.
Vraag daarna aan de leerlingen om mee te doen. Firefighters 1-2 firefighters, 3 and 4 5-6 firefighters, And more! 7-8 firefighters, 9 and 10 11-12 firefighters. Count again! 13-14 firefighters, 15 and 16 17-18 firefighters, More in between! Instructietaal: Look at all of the firefighters and their fire trucks. How many fire trucks are there? Count with me. Now, how many firefighters are there? One, two, three, etc. Let’s count them too. There are 17 fire trucks. How many more do we need to make twenty? There are 18 firefighters, how many more do we need to make 20? AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Instructietaal: Get into groups of three please. One of you is going to be a police officer, one of you is a building and the last one is a truck. Listen carefully to me. I’m going to tell you where to stand. Let’s try it out first. Police officer, stand in front of the building. Truck, stand next to the building. Very good! Now, let’s try again! 3. Chant: Firefighters Klik op de activiteit. De leerlingen zien een afbeelding met 17 fire trucks en 18 fire fighters. Tel de brandweerwagens en de brandweermannen hardop samen met de leerlingen. Hoeveel missen we er nog om er 20 van te maken? Tel daarna met de hele klas hardop tot 20. Activeer de chant en herhaal de chant een paar keer.
67
Thema 6 Les 6
Build a town Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: firefighter, police officer, gardener, doctor, dentist, nurse, building, truck Uitbreidingswoorden: people, sales person, trash collector, water the grass, pick up the trash, fix teeth, direct traffic, put out fires, help the doctor, sell sweets Herhaling groep 1/3: fire station, hospital, street, shop, restaurant, police office
B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Draw the missing people. Say. Instructietaal: Some people are not in this picture! Can you draw them, please? Tell me who this is. • Werkblad B: Draw the missing people. Say.
Lesdoelen: • De leerlingen kunnen de kernwoorden benoemen. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, verschillende kartonnen dozen (denk aan melkpakken, hagelslagpakken), gekleurd knutselpapier, schaar, lijm, kleurpotloden of viltstiften
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Who am I? Oefen de woorden: a firefighter, a police officer, a gardener, a dentist, a nurse, a sales person en a trash collector met de hulp van de flashcards op het digitale schoolbord. Speel daarna het spel Who am I? Doe het raadspel eerst samen met Giraffe voor. Neem één van de flashcards in gedachten (gardener) en zeg tegen Giraffe: I’m watering the grass. Who am I? Doe ondertussen de beweging voor. Ga zo alle flashcards af. Om het spel een stukje moeilijker te maken, kun je ook aan de leerlingen vragen een flashcard in gedachten te nemen en de bijbehorende zinnen te zeggen en uit te beelden. Instructietaal: Can you remember all of the people who work in a town? Look at all of the flashcards again. Who’s this? What does (s)he do? Now, let’s play a game. I’m going to show you what they do and you have to help Giraffe guess who I’m talking about. Ready? I’m watering the grass. Who am I? Yes, I’m the gardener, well done! Shall we make it harder now? I want one of you to think of one of the people and we’ll try to guess who it is! 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad
68
Instructietaal: Some people are not in this picture! Can you draw them, please? Tell me who this is. Groep 2 Craft: Build a town Je hebt nodig: verschillende kartonnen dozen (denk aan melkpakken, hagelslagpakken), gekleurd knutselpapier, schaar, lijm, kleurpotloden of viltstiften. Ieder kind krijgt een doos, die als basis dient voor een gebouw dat in een stad te vinden is. Wie maakt het ziekenhuis? Het restaurant? Enz. Aan het eind van les 7 heeft de klas met elkaar een stad gebouwd. Om er een echte stad van te maken, kan er van zwart en wit papier ook straten gemaakt worden. Speelgoedautootjes completeren dan het geheel. Instructietaal (ondersteun de taal door de handelingen uit te beelden): We’re going to build a town today! Everyone is going to use a box to make a building in the town. Who wants to build a hospital? Who wants to build a restaurant? Look, we can use black paper to make the streets and we can use our toy cars to drive around the town! Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 6 Les 7
Build a town Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: firefighter, police officer, gardener, doctor, dentist, nurse, building, truck Uitbreidingswoorden: people, sales person, trash collector, water the grass, pick up the trash, fix teeth, direct traffic, put out fires Herhaling groep 1/3: fire station, hospital, street, shop, restaurant, police office Lesdoelen: • De leerlingen kunnen de kernwoorden benoemen. • De leerlingen kennen de getallen 1 t/m 20 in het Engels. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, kartonnen kaartjes met de nummers 1 t/m 20 erop, werkbladen, verschillende kartonnen dozen (denk aan melkpakken, hagelslagpakken), gekleurd knutselpapier, schaar, lijm, kleurpotloden of viltstiften
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Water the grass Oefen het tellen tot 20 met de flashcards op het digitale schoolbord. Geef elke leerling een getallenkaartje (van 1 t/m 20). Tel hardop met de leerlingen tot 20. Noem daarna een getal en vraag de leerlingen met dit getal op hun kaartje, het kaartje in de lucht te steken. Geef daarna de leerlingen met een bepaald nummer de volgende opdrachten: Number 7, 9 and 11, water the grass of Number 1, 4 and 18, put out the fire. Instructietaal: Each of you has a number card with a number up to 20. Let’s try to count up to 20 first, altogether: one, two, three, etc. I’m going to say a number now. Look at your card and if you have that number, wave your card in the air, like this! Number 18, number 5, etc. Good! Now, I’m going to say some numbers and tell you to do something! So, 7,9 and 11, water the grass, please. Good! 1,4 and 18, put out the fire. Well done!
3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Draw the missing people. Say. Instructietaal: Some people are not in this picture! Can you draw them, please? Tell me who this is. • Werkblad B: Draw the missing people. Say. Instructietaal: Some people are not in this picture! Can you draw them, please? Tell me who this is. Groep 2 Craft: Build a town Je hebt nodig: verschillende kartonnen dozen (denk aan melkpakken, hagelslagpakken), gekleurd knutselpapier, schaar, lijm, kleurpotloden of viltstiften. Ieder kind krijgt een doos, die als basis dient voor een gebouw dat in een stad te vinden is. Wie maakt het ziekenhuis? Het restaurant? Enz. Aan het eind van les 7 heeft de klas met elkaar een stad gebouwd. Om er een echte stad van te maken, kan er van zwart en wit papier ook straten gemaakt worden. Speelgoedautootjes completeren dan het geheel. Instructietaal (ondersteun de taal door de handelingen uit te beelden): We’re going to build a town today! Everyone is going to use a box to make a building in the town. Who wants to build a hospital? Who wants to build a restaurant? Look, we can use black paper to make the streets and we can use our toy cars to drive around the town! Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
69
Thema 6 Les 8
Evaluation
I’ll give you one point for all your correct answers and the first group to get five points will be the winners! Zing als afsluiting het lied Everywhere In Town.
Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: firefighter, police officer, gardener, doctor, dentist, nurse, building, truck Uitbreidingswoorden: people, sales person, trash collector, water the grass, pick up the trash, fix teeth, direct traffic, put out fires Herhaling groep 1/3: fire station, hospital, street, shop, restaurant Lesdoelen: • Herhalen van de kernwoorden. • Observatie van de leerlingen; welke woorden kennen ze al? • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, de “stad” van de leerlingen
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Revision – Song: Everywhere In Town De leerlingen hebben met elkaar een stad gebouwd. Wat is er hard gewerkt! Kijk samen met Giraffe en de leerlingen naar de stad. Wijs de verschillende gebouwen aan en vraag aan ze wat voor soort gebouw het is en wie daar werkt. Gebruik de afbeelding van de Song: Everywhere In Town. Verdeel de klas in twee groepen. Begin met groep 1 en vraag aan een leerling: She fixes teeth. Who is she? Laat het kind bij het goede antwoord de tandarts ook op de poster aanwijzen. Ga zo elk kind af, totdat een leerling het antwoord niet weet. Dan gaat de beurt naar groep 2. De groep die als eerste vijf goede antwoorden geeft, heeft gewonnen. Instructietaal: Look at the town we have built! Wow, we’ve worked so hard together! Can you tell me about the buildings we can see? Who works there? Good! Let’s look at the poster again. I’m going to put you into two groups. I’m going to ask one of group 1 about the people in the poster and they have to come and show me who I’m talking about. I’ll keep going until you make a mistake then I’ll ask group two to show me! You can keep going until there’s a mistake and I’ll go back to group one!
70
Observeer de leerlingen. Welke woorden kennen ze al? Durven ze in het Engels te spreken en te zingen? Instructietaal: Let’s sing the song “Everywhere In Town” again. Can you remember it? 3. Test Als u als leerkracht graag wilt weten of een kind vooruitgang boekt en of een kind de aangeboden lesstof tot zich heeft genomen, kunt u naast uw observaties er ook voor kiezen de kinderen een korte woordentoets af te nemen. De toets is op twee niveaus beschikbaar: Test A: hier wordt getest of de leerlingen acht kernwoorden receptief kennen (firefighter, police officer, gardener, doctor, dentist, nurse, building, truck). Test B: hier wordt getest of de leerlingen tien kernwoorden receptief kennen (firefighter, police officer, gardener, doctor, dentist, nurse, building, truck, sales person, trash collector). AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 6 Les 9
Extra activities
Worksheets Werkblkad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. • Werkblad A: Cut out and paste. Say. Instructietaal: Cut out the pictures and stick them in the correct places. Tell me what you can see. • Werkblad B: Name the places. Draw someone working at each place. Instructietaal: Where is this? Draw someone who works there. Craft: Make a place Hiervoor heb je nodig: gekleurde papieren driehoeken, cirkels, rechthoeken en vierkanten, schaar, lijm en papier op A4-formaat. Laat de leerlingen m.b.v de gekleurde vormen verschillende gebouwen formeren en hun eigen stad creëren.
Instructietaal: We’re going to read a story now. Listen carefully first. Now, we’re going to get into four groups and each group is going to read one page of the story all together and at the same time! Well done everyone! Now, can you tell me about the story. What does the boy see when he goes to school? What do you see when you go to school? Every day Every day I walk to school and every day I see ... The ( trash collector) collecting trash. He waves hello to me. Every day I walk to school and every day I see... Fire fighters at the fire station. They wave hello to me. Every day I walk to school and every day I see... The dentist in his office. He waves hello to me. Every day I walk to school and every day I see... Nurses at the hospital. They wave hello to me.
Aantekeningen
Instructietaal: Look at all of the shapes you have here, circles, squares and rectangles. Use the shapes to make lots of different buildings in a town. Listening game De leerlingen staan in een kring. Vraag ze goed naar Giraffe te luisteren. Elke keer als Giraffe doctor zegt moeten ze een sprong maken. Maak het luisterspel moeilijker door ze ook de opdracht te geven in hun handen te klappen als ze het woord “hospital” horen. Gebruik de woorden ambulance, doctor, nurse, hospital. Instructietaal: This is a listening game, so listen carefully to Giraffe! Every time Giraffe says “doctor,” you have to jump! Ok, listen! Firefighter, gardener, doctor! Well done, let’s try again…Now, when you hear “hospital,” clap your hands and when you hear “doctor,” jump. Ready...let’s try! Picture book: Every day…. Activeer het prentenboek. Vraag de leerlingen goed naar het verhaal te luisteren. Luister opnieuw naar het verhaal en wijs ondertussen de woorden één voor één aan. Verdeel de klas in vier groepen Herhaal het verhaal opnieuw en laat elke groep met een bladzijde meelezen. Stel daarna de volgende vragen: What does the boy see when he goes to school? What do you see when you go to school? De leerlingen kunnen hier als verwerking een tekening van maken, die later weer in de klas bespoken wordt.
71
Thema 7 Let’s go somewhere Les 1
you tell me about the picture? What’s this called?
Going somewhere Lesduur: 30 minuten Kernwoordwoorden: airport, beach, plane, movies, amusement park, mall, mountains, train station Uitbreidingswoorden: taxi stand, bus station, taxi, hotel Herhaling groep 1 t/m 3: store, bus, car, train, merrygo-round, park, house, traffic light. De kleuren. Lesdoelen: • De leerlingen maken kennis met de woorden die horen bij het thema. • De kinderen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: handpop Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Zing met de leerlingen de Hello Song. Hello Song Hello Giraffe, hello Giraffe, Hi ho the derio, Hello Giraffe.
(zwaai naar Giraffe) (zwaai naar Giraffe) (2x)
Giraffe is ook aanwezig, maar lijkt er niet helemaal met zijn gedachten bij. Giraffe waarom zing je niet mee? Giraffe? Giraffe is in gedachten verzonken en schrikt als de leerkracht hem oppakt. Waar denk je aan Giraffe? Giraffe vertelt de klas dat hij aan het wegdromen is over verschillende plaatsen waar hij zo graag naar toe zou willen. Instructietaal: Well, I wonder what Giraffe is thinking about today. Did you see that he didn’t sing with us? I think he’s daydreaming! Giraffe, what’s wrong? Tell me please, maybe I can help! Oh, Giraffe says that he was daydreaming about all of the places he wants to go to. VERWERKING _________________________________________ 2. Poster: Going somewhere Klik op de afbeeding. Hier zien de leerlingen over welke plaatsen Giraffe allemaal droomt. Waar zouden zij graag naar toe willen? Wijs naar de afbeeldingen en benoem de kernwoorden. Herhaal de kleuren. Welke woorden kennen de leerlingen al? Instructietaal: These are the places that Giraffe was thinking about! What can we see here? Here is the (airport). Repeat that after me, please, (airport). What colours can you see? What can
72
3. I love To Go Places Activeer het lied en wijs ondertussen naar de afbeeldingen op de praatplaat. Herhaal het lied een paar keer. Nodig een leerling uit mee te wijzen op het digitale schoolbord. Zing daarna het lied samen met de leerlingen. I Love To Go Places Places, places There are many places to go. The mountains, the beach, The amusement park and the mall. Places, places. How do we go to these places? I can go I can go I can go Or I can
to the airport and take a plane. to the bus station and take a bus. to the train station and take a train. go to the taxi stand and take a taxi.
Places, places, I love to go places. Instructietaal: Let’s listen to a song about all of the places we can go to. Look at the picture and see if you can find all of the things the children are singing about. Can you see the (bus) at the (bus station)? Show me how to (drive) the (bus). Now, let’s listen again and point to all of the places. Show me how you (fly a plane/drive a bus/sit on a train/drive a taxi).Try to sing along. 4. Film: Let’s go somewhere Vertel de kinderen dat ze naar een film gaan kijken over Jane en Abby die met hun opa naar de kermis gaan. AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren. Goodbye Song Bye, bye Giraffe, bye, bye Giraffe. (zwaai naar Giraffe) Giraffe is leaving now, Bye, bye Giraffe. (zwaai naar Giraffe)
Aantekeningen
(2x)
Thema 7 Les 2
First, then, last Lesduur: 40 minuten Kernwoordwoorden: airport, beach, plane, movies, amusement park, mall, mountains, train station Uitbreidingswoorden: taxi stand, bus station, taxi, hotel, first, then, last Herhaling groep 1 t/m 3: store, bus, car, train, merrygo-round, park, house, traffic light Lesdoelen • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de begrippen first, then en last. • De kinderen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, de flashcards van the beach, the movies, the amusement park, the mall, the mountains, an airport, a train station en a hotel
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. I Love To Go Places Herinner de leerlingen aan de vorige les. Giraffe droomde er van om verschillende plaatsen te bezoeken. Weten ze nog welke? En met welke vervoersmiddelen kun je daar komen? Activeer het lied en zing samen met de leerlingen I Love To Go Places. Instructietaal: Do you remember that Giraffe was daydreaming about going to lots of different places last time that he was here? I wonder if anyone can tell me what we talked about last time. Look at the poster and tell me where Giraffe wants to go to. Yes, very good, he wants to go to the (airport). Can you remember how he wants to go? Does he want to go by (taxi) to the (mountains)? 3. First, then, last Hiervoor heeft u zowel de digitale als de geprinte flashcards nodig van the beach, the movies, the amusement park, the mall, the mountains, an airport, a train station en a hotel. Oefen de kernwoorden met de flashcards op het digitale schoolbord. Laat de kinderen de woorden hardop herhalen. Vraag dan aan Giraffe: Giraffe where are you going first?” Giraffe wijst naar the beach en zegt: “First, I’m going to the beach.”
Dan vraagt de leerkracht: “And then where are you going?”. Giraffe klikt op de volgende flashcard en the train station verschijnt en zegt: “Then I’m going to the train station.” “Where are you going last?” “Last, I’m going to an amusementpark”. Zet de kinderen in een kring. Leg de geprinte flashcards in het midden van de kring. Nodig een leerling uit drie flashcards te kiezen. Speel met deze leerling hetzelfde vraag- en antwoordspel als dat u met Giraffe heeft voorgedaan. Herhaal dit een aantal keren. Instructietaal: Look at all of the flashcards on the board; what can you see? What’s this? Repeat the words after me. Now, Giraffe, where are you going first? Giraffe says, “First, I’m going to the mall.” Then, where are you going? Then Giraffe is going to the train station. Giraffe, where are you going last? Last, Giraffe is going to a hotel. Now, I want to play the game with you. Here are all of the cards. I want you to pick three cards. Think about where you are going to go first. Then where are you going to go. Last, where are you going to go? So, (name), first you’re going to the (movies), then to the (amusement park) and last, to the (beach). Let’s try to say that. 4. Game: I’m going Het spel is een variant op het spel “Ik ga op vakantie en neem mee”. De leerlingen staan in een kring. Giraffe begint met het spel en zegt: “First I’m going to the (airport)”. De volgende persoon herhaalt de zin en voegt een volgende bestemming toe: “First I’m going to the (airport) and then I’m going to (the movies).” Dan is de volgende aan de beurt. Ga zo door totdat iemand de volgorde niet meer weet. Instructietaal: Stand up and make a circle now, please. We’re going to play a game. You have to listen very carefully to each other. Giraffe is going to say where he is going first. “First, I’m going to the airport!” Then the next person has to say where Giraffe is going and then think of where they want to go. So you say, “First, I’m going to the airport, then I’m going to the beach.” We’re going to go all the way around the circle, until the last person can say the last place we are going to! AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
73
Thema 7 Les 3
Let’s go Lesduur: 30 minuten Kernwoordwoorden: airport, beach, plane, movies, amusement park, mall, mountains, train station Uitbreidingswoorden: taxi stand, bus station, taxi, hotel Herhaling groep 1 t/m 3: bus, car, train Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. I See Klik op de activiteit. Op het digitale schoolbord verschijnt een afbeelding van twee kinderen die naar verschillende plaatsen kijken. Wat zien zij allemaal. Herhaal de kernwoorden. Activeer het lied. Laat de leerlingen naar zichzelf wijzen bij het woord I, naar hun ogen wijzen bij het woord see en naar de afbeelding wijzen die genoemd wordt. Instructietaal: Look at the children. What are they looking at? What places can you see. Very good, they can see a (beach) and an (airport). What else can you see? We’re going to listen to a song now. Listen again and when you hear “I see,” I want you to point to yourself, then point to what you can see on the poster. At the end of the song, point to someone you can see! I See I see: I see: I see: I see: I I I I
s-e-e. s-e-e. s-e-e. s-e-e.
I I I I
see see see see
a train. a mountain, too. a beach. YOU!
see: s-e-e. I see a train! see: s-e-e. I see a mountain, too. see a train. I see a mountain, too! see a beach and I see YOU!
3. Create a story: Let’s go Vanaf thema 5 wordt langzamerhand het lezen in het Engels geïntroduceerd.
74
Klik op de activiteit. Wijs met je vinger mee met de tekst op het digitale schoolbord, terwijl het voorgelezen wordt. Herhaal de activiteit nog een keer en vraag aan de leerlingen wat de jongen en zijn vader onderweg allemaal tegenkomen. Wie kan de plaatjes weer in de goede volgorde zetten? Instructietaal: We’re going to read a story now about a boy who goes on a bus ride with his father. What can they see? AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 7 Les 4
Going somewhere
Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen.
Lesduur: 40 minuten Kernwoordwoorden: airport, beach, plane, movies, amusement park, mall, mountains, train station Uitbreidingswoorden: taxi stand, bus station, taxi, hotel Herhaling groep 1 t/m 3: store, bus, car, train, merrygo-round, park, house, traffic light Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, flashcards van the beach, the movies, the amusement park, the mall, the mountains, an airport, a train station en a hotel, een witte cirkel (doorsnee 20 cm), wit papier, gekleurd papier, viltstiften of kleurpotloden, een stukje stof, schaar, lijm, een oud potlood
Groep 1 • Werkblad A: Find and colour: bus station, taxi stand, amusement park. Say. Instructietaal: Find the bus station, the taxi stand and the amusement park and colour them in. Can you tell me what this is? • Werkblad B: Colour, cut out, and paste. Say where the airplane, bus, train and family are going. Instructietaal: Cut out the pictures and put them in the right place. Tell me where they are all going to. Les 4 wordt vervolgd op de volgende bladzijde.
Aantekeningen
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. I See Hang op verschillende plekken in de klas de geprinte flashcards van the beach, the movies, the amusement park, the mall, the mountains, an airport, a train station en a hotel. De leerkracht noemt een plaats en de kinderen moeten vanaf hun plek proberen de juiste flashcard te vinden. Als ze de kaart gevonden hebben, wijzen ze ernaar en zeggen: “I see (an airport)”. Speel dit spel een paar keer en herhaal daarna het lied I See. Instructietaal: Look around the room please. Giraffe and I have put lots of pictures of different places around our room. Can you see them? What can you see? Tell me where (the beach) is? Where are the mountains? I’m going to say the name of a place now, the movies; you have to look around and point to the place I say. Then we’re going to say altogether “I see the movies. Let’s try!” Okay, well done! Now it’s time to listen to the song again. Sing along please. 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen.
75
Thema 7
Groep 2 Craft: On the beach In de klas wordt een hoekje omgetoverd tot het strand. Leg blauw papier neer (de zee) en zand. In het zand komen allemaal parasolletjes met zonnende mensen te liggen. Je hebt hiervoor nodig: een witte cirkel (doorsnee 20 cm), wit papier, gekleurd papier, viltstiften of kleurpotloden, een stukje stof, schaar, lijm, een oud potlood. Versier de cirkel. Knip de cirkel tot het midden in en plak het een eindje over elkaar heen. Rol voor de parasolstok een strook wit papier om een oud potlood en lijm het vast. Zorg dat je aan de boven- en onderkant een stukje papier overhoudt. Knip dit in, zodat het als plakrand kan dienen. Plak de ene kant aan de parasol en de andere kant op een stukje wit papier. Knip een stukje stof. Die dient als handdoek. Plak deze onder de parasol. Teken een poppetje in badkleding. Knip het poppetje uit en plak het op de handdoek. Instructietaal: We are going to make a beach in our classroom! We are going to make the people on the beach and all of their
Aantekeningen
76
parasols, to keep them out of the sun! First, take a white circle and decorate it. Then, cut a straight line into the middle of the circle from the edge. Be careful, don’t go all the way to the other side! Stick it together, like this, to make the parasol. Keep some paper over. We’re going to cut this off and use it in a minute. Now, stick the parasol onto the paper. Cut out some of this material to make a beach towel. Use your leftover paper to draw someone. Put them on top of the beach towel. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Thema 7 Les 5
First, then, last
number two, is quiet. Then the second group will repeat what group one said, and group one will be quiet. Each group takes it in turn to speak. Don’t forget to show me what you are doing, too.
Lesduur: 30 minuten Kernwoordwoorden: airport, beach, plane, movies, amusement park, mall, mountains, train station Uitbreidingswoorden: taxi stand, bus station, taxi, hotel, first, then, last Herhaling groep 1 t/m 3: store, bus, car, train, merrygo-round, park, house, traffic light, to climb, to fly, to eat, to swim, to wait Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de begrippen first, then en last. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren.
Let’s go to the beach Let’s go to the beach First Let’s take a taxi. Then. Let’s take a train Last. Let’s take a bus. We are at the beach!
Let’s go to the beach First Let’s take a taxi. Then. Let’s take a train. Last. Let’s take a bus. We are at the beach!
AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Materialen: Giraffe
Aantekeningen INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. First, then, last Herhaal de kernwoorden. Gebruik hiervoor de flashcards op het digitale schoolbord. Beeld daarna de volgende acties uit en zeg hardop wat u doet: First I climb a mountain; then I fly a plane; then I swim at the beach; then I eat ice cream at the amusement park and, last, I wait at the train station. Nodig daarna de leerlingen uit om mee te doen. Instructietaal: Look at the pictures and tell me what you can see. Let’s say all of the words altogether. Very good. Now, look at what I’m doing. First I climb a mountain; then I fly a plane; then I swim at the beach; then I eat ice cream at the amusement park and, last, I wait at the train station. Can you do it too? Stand up everyone! 3. Chant: Let’s go to the beach Verdeel de klas in twee groepen. De chant is een echo chant. Dit houdt in dat de ene groep chant en de andere groep herhaalt wat de eerste groep zegt. Ondersteun de chant met bewegingen. Instructietaal: We are going to chant now. First, listen to the chant. Now, we’re going to get into two groups. This group, number one, is going to speak first, while this group,
77
Thema 7 Les 6
Going somewhere Lesduur: 40 minuten Kernwoordwoorden: airport, beach, plane, movies, amusement park, mall, mountains, train station Uitbreidingswoorden: taxi stand, bus station, taxi, hotel Herhaling groep 1 t/m 3: store, bus, car, train, merrygo-round, park, house, traffic light, behind, in front of, next to, under Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen kunnen in het Engels gegeven opdrachten met voorzetsels uitvoeren en zelf geven. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, een witte cirkel (doorsnee 20 cm), wit papier, gekleurd papier, viltstiften of kleurpotloden, een stukje stof, schaar, lijm, een oud potlood, flashcards van the beach, the movies, the amusement park, the mall, the mountains, an airport, a train station en a hotel
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Zing met de kinderen en Giraffe de Hello Song.
Aantekeningen
78
VERWERKING _________________________________________ 2. Where’s the airport? Deel de acht geprinte flashcards uit aan acht kinderen. Vraag ze alle acht naar voren te komen. Herhaal de namen van de afbeeldingen. Zet het kind met the mall voor het kind met the amusement park. Vraag dan aan de klas: Where is the mall? Is it behind or in front of the amusement park? Herhaal op die manier de verschillende voorzetsels. Laat verschillende leerlingen uw rol overnemen en de vragen aan de klas stellen. Instructietaal: I’m going to give out these cards to some of you today. I want you to come and stand here at the front of the room and hold up your card. What can you see on the cards, say all of the words please. Now, I’m going to ask you to stand here, please, mall and you to stand here, please, amusement park. Where is the mall? Is it behind the amusement park or is it in front of the amusement park? Is it next to the amusement park? Okay, who can help me to move the places around? Now, where is the (beach)? Is it behind, next to or in front of the (airport)? 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen om uit te kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen.
Thema 7
Groep 1 • Werkblad A: Find and colour: bus station, taxi stand, amusement park. Say. Instructietaal: Find the bus station, the taxi stand and the amusement park and colour them in. Can you tell me what this is? • Werkblad B: Colour, cut out, and paste. Say where the airplane, bus, train and family are going. Instructietaal: Cut out the pictures and put them in the right place. Tell me where they are all going to. Groep 2 Craft: On the beach In de klas wordt een hoekje omgetoverd tot het strand. Leg blauw papier neer (de zee) en zand. In het zand komen allemaal parasolletjes met zonnende mensen te liggen. Je hebt hiervoor nodig: een witte cirkel (doorsnee 20 cm), wit papier, gekleurd papier, viltstiften of kleurpotloden, een stukje stof, schaar, lijm, een oud potlood. Versier de cirkel. Knip de cirkel tot het midden in en plak het een eindje over elkaar heen. Rol voor de parasolstok een strook wit papier om een oud potlood en lijm het vast. Zorg dat je aan de boven- en onderkant een stukje papier overhoudt. Knip dit in, zodat het als plakrand kan dienen. Plak de ene kant aan de parasol en de andere kant op een stukje wit papier. Knip een stukje stof. Die dient als handdoek. Plak deze onder de parasol. Teken een poppetje in badkleding. Knip het poppetje uit en plak het op de handdoek.
Instructietaal: We are going to make a beach in our classroom! We are going to make the people on the beach and all of their parasols, to keep them out of the sun! First, take a white circle and decorate it. Then, cut a straight line into the middle of the circle from the edge. Be careful, don’t go all the way to the other side! Stick it together, like this, to make the parasol. Keep some paper over. We’re going to cut this off and use it in a minute. Now, stick the parasol onto the paper. Cut out some of this material to make a beach towel. Use your leftover paper to draw someone. Put them on top of the beach towel. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
79
Thema 7 Les 7
Going somewhere Lesduur: 40 minuten Kernwoordwoorden: airport, beach, plane, movies, amusement park, mall, mountains, train station Uitbreidingswoorden: taxi stand, bus station, taxi, hotel Herhaling groep 1 t/m 3: store, bus, car, train, merrygo-round, park, house, traffic light. De getallen tot 20. Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen kennen de getallen tot 20 in het Engels. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, een witte cirkel (doorsnee 20 cm), wit papier, gekleurd papier, viltstiften of kleurpotloden, een stukje stof, schaar, lijm, een oud potlood, flashcards van the beach, the movies, the amusement park, the mall, the mountains, an airport, a train station en a hotel, getalkaartjes van 0 t/m 20
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied.
Aantekeningen
80
VERWERKING _________________________________________ 2. Action Game Op verschillende plekken in de klas hangen flashcards. Deel de getalkaartjes uit. Zorg ervoor dat alle kinderen een kaartje hebben. De kinderen moeten goed naar de opdrachten luisteren. Als ze hun nummer horen, moeten zij de opdracht uitvoeren. Zeg bijvoorbeeld: “Number sixteen is going to the (train station)” of “Number five is going to the (hotel).” Instructietaal: Look at all of the different places around the room. Point to the (train station), where is the (beach). Now, I’m going to give everyone a number card. Look carefully at your number card. I’m going to tell you where to go. Let’s see; number five, go to the hotel! Number sixteen, go to the train station! 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Find and colour: bus station, taxi stand, amusement park. Say.
Thema 7
Instructietaal: Find the bus station, the taxi stand and the amusement park and colour them in. Can you tell me what this is? • Werkblad B: Colour, cut out, and paste. Say where the airplane, bus, train and family are going. Instructietaal: Cut out the pictures and put them in the right place. Tell me where they are all going to. Groep 2 Craft: On the beach In de klas wordt een hoekje omgetoverd tot het strand. Leg blauw papier neer (de zee) en zand. In het zand komen allemaal parasolletjes met zonnende mensen te liggen. Je hebt hiervoor nodig: een witte cirkel (doorsnee 20 cm), wit papier, gekleurd papier, viltstiften of kleurpotloden, een stukje stof, schaar, lijm, een oud potlood. Versier de cirkel. Knip de cirkel tot het midden in en plak het een eindje over elkaar heen. Rol voor de parasolstok een strook wit papier om een oud potlood en lijm het vast. Zorg dat je aan de boven- en onderkant een stukje papier overhoudt. Knip dit in, zodat het als plakrand kan dienen. Plak de ene kant aan de parasol en de andere kant op een stukje wit papier. Knip een stukje stof. Die dient als handdoek. Plak deze onder de parasol. Teken een poppetje in badkleding. Knip het poppetje uit en plak het op de handdoek.
Instructietaal: We are going to make a beach in our classroom! We are going to make the people on the beach and all of their parasols, to keep them out of the sun! First, take a white circle and decorate it. Then, cut a straight line into the middle of the circle from the edge. Be careful, don’t go all the way to the other side! Stick it together, like this, to make the parasol. Keep some paper over. We’re going to cut this off and use it in a minute. Now, stick the parasol onto the paper. Cut out some of this material to make a beach towel. Use your leftover paper to draw someone. Put them on top of the beach towel. Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
81
Thema 7 Les 8
Evaluation Lesduur: 30 minuten Kernwoordwoorden: airport, beach, plane, movies, amusement park, mall, mountains, train station Uitbreidingswoorden: taxi stand, bus station, taxi, hotel Herhaling groep 1 t/m 3: store, bus, car, train, merrygo-round, park, house, traffic light, to climb, to sit, to buy, to watch, to sleep, to get in Lesdoelen: • Herhalen van de kernwoorden. • Observatie van de leerlingen; welke woorden kennen ze al? • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Revision – Song: I Love To Go Places Samen met Giraffe blikt u terug op de vorige lessen. Waar zijn we allemaal geweest? Kijk naar de afbeelding. Zijn we nog een paar plekken vergeten? Wat kunnen wij daar allemaal doen? Vraag de leerlingen de volgende commando’s uit te beelden: climb a mountain, swim, get in a taxi, sit on the train, buy an ice cream, watch a movie, sleep in a hotel. Zing als afsluiting met de leerlingen het lied I Love To Go Places. Instructietaal: Well, we’ve been to lots of places with Giraffe, haven’t we? Can you tell me all of the places we know about? Look at the poster again and tell me what you can see. Have we forgotten anywhere? What can we do when we get there? Let’s see; when you get to the mountain, what can you do? Yes, very good, you can climb a mountain. Let’s play a game. I’ll say the name of a place and what you can do there and you can all show me! Observeer de leerlingen. Welke woorden kennen ze al? Durven ze in het Engels te spreken en te zingen? 3. Test Als u als leerkracht graag wilt weten of een kind vooruit-
82
gang boekt en of een kind de aangeboden lesstof tot zich heeft genomen, kunt u naast uw observaties er ook voor kiezen de kinderen een korte woordentoets af te nemen. De toets is op twee niveaus beschikbaar: Test A: hier wordt getest of de leerlingen acht kernwoorden receptief kennen: (airport, beach, plane, movies, amusement park, mall, mountains, train station). Test B: hier wordt getest of de leerlingen tien kernwoorden receptief kennen: (airport, beach, plane, movies, amusement park, mall, mountains, train station, bus station, hotel). AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 7 Les 9
Extra activities
I Like The Beach Klik op de activiteit. Op het digitale schoolbord verschijnt een afbeedling van alle verschillende plekken. Herhaal de woorden. Activeer daarna het lied. Luister er een paar keer naar onderwijl de genoemde afbeeldingen aanwijzend. Zing het daarna samen met de kinderen. I Like The Beach I like the beach. I like the beach. Because I can swim in the water. I like the mountains, I like the mountains. Because I can climb to the top. I like the amusement park. Because I can ride the rides. And I like the mall. I like the mall. Because I can see toys and shops. Game: Bus driver, bus driver, may I cross the road? Dit spel kan het beste in de gymzaal of op de speelplaats gespeeld worden. Op de grond ligt een scheidingslijn. De klas staat voor deze lijn. Één kind is de buschauffeur (de tikker) en die staat aan de andere kant van de lijn. De klas roept: “Bus driver, bus driver,may I cross the road?” De chauffeur roept: “Yes, if you’re going to (the mall).” De klas roept: “Thank you, bus driver” en rent dan zo hard zij kan naar de overkant. Wie getikt wordt, helpt de buschauffeur met tikken en wordt dus ook tikker. Met elkaar speken zij af wat de volgende bestemming is. Welk kind blijft er over zonder getikt te worden?
• Werkblad A: Draw a bus, a plane and a taxi. Then draw lines from the bus, taxi and plane to places. Say. Instructietaal: Draw a bus, a plane and a taxi. Say where you are going to and draw a line to that place. • Werkblad B: The family is going on vacation. Circle a vehicle. Draw where they are going first, then, last and say. Instructietaal: The family is going away. Draw the car. Then decide where they are going first, then and last. Say where they are going. Craft: A post card Je hebt nodig stevig wit papier (13 x 18 cm), viltstiften of kleurpotloden. De leerlingen teken hun favoriete bestemming op een ansichtkaart. Op de achterkant schrijven zij het adres naar wie de kaart toe moet. Instructietaal: You are going to make a postcard today. Think about where you want to visit and draw it here. Colour it in, of course! Then write the address of the people you want to post it to here, on the back.
Aantekeningen
Instructietaal: We’re going to play, “Bus driver, bus driver, may I cross the road?” The bus driver stands here in the road, and we all stand over here. We want to get to the other side of the road, over there! We have to say, “Bus driver, bus driver, may I cross the road?” The bus driver says, “Yes, if you’re going to the mall.” If you want to go to the mall, you say thank you to the bus driver and walk across the road. If you want to go somewhere else, to the beach or to the mountains, then you have to try to run across the road. If the bus driver catches you, you have to get on the bus with him. Then the bus drivers can try to catch more people to get on the bus! Decide each time where you’re going to! Worksheets Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen.
83
Thema 8 Going camping Les 1
At the camping Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: bucket, campfire, flashlight, lake, raft, rocks, rope, tent Uitbreidingswoorden: matches, sleeping bag, camping, cook hotdogs, pitch a tent, make a campfire, go rafting, turn on the flashlight, turn off the flashlight Herhaling groep 1/3: de familieleden, de kleuren, de kledingstukken Lesdoelen: • De leerlingen maken kennis met de kernwoorden die bij het thema horen. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: handpop Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. Kijk met de kinderen naar buiten. Wat voor weer is het vandaag? Is het zonnig? Nog een paar weken slapen en dan is het zomervakantie! De vrienden van Giraffe hebben al vakantie. Zij zijn op de camping. Zullen we eens een kijkje gaan nemen? Instructietaal: Look outside please. What is the weather like today? Is it sunny? Is it warm? In a few weeks time it‘ll be the summer holidays! Giraffe’s friends are already on holiday. They are camping. VERWERKING _________________________________________ 2. Poster: At the camping Klik op de afbeelding. Wat zien we hier allemaal? Welke woorden kennen de leerlingen al? Wijs naar de kernwoorden en benoem ze één voor één. Vraag de leerlingen het woord te herhalen. Instructietaal: Look at the poster. What can you tell me about the poster? Here is the (tent). Repeat that after me, please. (tent). 3. Camping Activeer het lied. Wijs naar de genoemde kernwoorden op de afbeelding. Klap in uw handen bij het woord fun. Herhaal het lied en laat de kinderen meewijzen en klappen. Herhaal het lied nogmaals en zing het samen met de leerlingen en Giraffe.
84
Instructietaal: Listen to this song all about camping. Look at all of the things you need to take with you; a tent, a bucket, a raft (etc)! Let’s listen again. When you hear “fun” clap your hands together, like this. Now, when we listen again, clap your hands when you hear “fun” and try to join in with the song! Camping Camping, camping, So much fun! Let’s go camping! Let’s go run! Take a tent and a rope. Put the tent up now. Bucket, raft and flashlight. This is fun! Wow! Camping, camping, So much fun! Let’s go camping! Let’s go run! At the camp we see rocks, A big lake, and trees. Let’s cook hot dogs on the campfire. Gee what fun! Camping, camping, So much fun! Let’s go camping! Let’s go run! 4. Film: Going camping Vertel de kinderen dat ze naar een film gaan kijken over Tommy en Jerry die met hun vader gaan kamperen. AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 8 Les 2
At the camping Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: bucket, campfire, flashlight, lake, raft, rocks, rope, tent Uitbreidingswoorden: matches, sleeping bag, camping, cook hotdogs, pitch a tent, make a campfire, go rafting, turn on the flashlight, turn off the flashlight Herhaling 1/3: in, on, in front of, next to, under, behind Kleding, voedsel en speelgoed. Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen kunnen in het Engels gegeven opdrachten met voorzetsels uitvoeren en benoemen. • Herhaling van kernwoorden uit vorige thema’s. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, flashcards van a bucket, a flashlight, a raft, rocks, a rope, a tent, matches en flashcards van verschillende kledingstukken, voedsel en speelgoed
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Camping Kijk naar de afbeelding. Herhaal de kernwoorden en activeer daarna het lied. Zing het lied samen met Giraffe en de leerlingen. Instructietaal: Giraffe’s friends are camping. What can you see? Do you remember the song we sang last time? Let’s sing it again. Clap your hands when you hear “fun” and let’s act out all of the things we are singing about. Show me how to run or use the flashlight. Ready?
my camping trip, I’m bringing a flashlight and a T-shirt. (leerling pakt flashcard van T-shirt), enzovoort. Instructietaal: Now, let’s look at these cards, what can we see? These are the things Giraffe wants to take with him when he’s camping. I know, let’s play a game with the cards! Giraffe is going to start. First, he picks up a card and then he says, “I’m going camping and I’m bringing a flashlight.” Then the next person has to pick up a card and say, “I’m going camping and I’m bringing a flashlight and a t-shirt.” We’ll keep going around till everyone has a turn. Don’t forget to hold up your card so we all can see it! Tip: Om de leerlingen zo actief mogelijk bezig te houden, kan de klas ook in groepen van 8 verdeeld worden. Geef elke groep 8 flashcards en laat de leerlingen het spel spelen. Daarna kunnen de flashcards per groep rouleren, zodat de kinderen zoveel mogelijk woorden oefenen. 4. Find the camping items Pak de flashcards van a bucket, a flashlight, a raft, rocks, a rope, a tent en matches en zet ze, in, on, in front of, next to, under en behind verschillende voorwerpen in de klas. Vraag aan de leerlingen: “Where’s the (bucket)?” Laat twee leerlingen de flashcard zoeken en als zij de kaart gevonden hebben, is het de bedoeling dat zij zeggen: (The bucket) is in front of the (table). Oefen op die manier alle voorzetsels. Instructietaal: Now, I’m going to put these cards around the room. I want two of you to go and find them. When you find them, tell me where they are, like this: the bucket is in front of the table, the rock is under the chair. AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
3. Game: On my camping trip Het spel is een variant op “ik ga op reis en ik neem mee...” De leerlingen zitten in de kring. In het midden liggen flashcards van a bucket, a flashlight, a raft, rocks, a rope, a tent, matches en verschillende kledingstukken, voedsel en speelgoed. Zorg er in ieder geval voor dat er evenveel flashcards als leerlingen zijn. Herhaal alle namen voordat er met het spel begonnen wordt. Giraffe begint met het spel: On my camping trip, I’m bringing a flashlight. (Giraffe pakt de flashcard en laat het aan de klas zien). Dan is de volgende aan de beurt: On
85
Thema 8 Les 3
Longer and shorter Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: bucket, campfire, flashlight, lake, raft, rocks, rope, tent Uitbreidingswoorden: longer, shorter Herhaling; long, short, string, hair Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de begrippen longer en shorter. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, enveloppen met twee touwtjes, die verschillen in lengte en kleur
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Chant: Short and long Voordat de les begint heeft u in een paar enveloppen twee touwtjes gedaan, die verschillen in lengte en kleur. Geef Giraffe een envelop en vraag Giraffe de envelop te openen. Wat zit erin? Stel vragen over de kleur en welk touwtje langer of korter is. Geef daarna een envelop aan een leerling in de klas en stel dezelfde vragen. Herhaal dit een paar keer. Activeer de chant en vraag de leerlingen met een envelop, de juiste touwtjes omhoog te houden zodra het in de chant genoemd wordt. Laat de leerlingen ook wijzen naar kinderen met lang of kort haar. Instructietaal: Giraffe, I wonder what’s inside all of these envelopes. Please open one of them, Giraffe. Oh look, there are two pieces of string. What colours are the pieces of string? Oh look, they aren’t the same, they’re different. This piece of string is longer than this one. This one is short, this one is long. Shall we open the other envelopes? There are lots of different pieces of string, some are short and some are long. Look at your hair. Has anyone got long hair? Who’s got short hair? Let’s listen to a chant about short and long. Let’s listen again. If you are holding a piece of string, don’t forget to hold it up. Point to your hair as well! Short and long Look at the strings! Do you see?
86
This string is short. This string is long. Look at the hair! Do you see? His hair is short. Her hair is long. Long, long. Short,short. This is long. This is short. 3. Create a story: This is fun Klik op de activiteit. Wijs met je vinger mee met de tekst op het digitale schoolbord, terwijl het voorgelezen wordt. Herhaal de activiteit nog een keer en vraag aan de leerlingen hardop mee te lezen. Vraag daarna aan de leerlingen wat het meisje allemaal ziet. Wie kan de plaatjes weer in de goede volgorde zetten? Instructietaal: We’re going to read a story now. Listen first, then read along. Now, what can the girl see? AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Thema 8 Les 4
Let’s go Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: bucket, campfire, flashlight, lake, raft, rocks, rope, tent Uitbreidingswoorden: sleeping bag, camping, pitch a tent, go rafting Herhaling 1/3: to swim, to row, to climb, to sleep Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, wit papier op A4-formaat, vouwblaadjes (10 x 10 cm), touw, vilstiften/ kleurpotloden, schaar, lijm
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied.
Instructietaal: Look at the poster. What can you see? Now, we’re going to listen to a song about all sorts of fun things to do when you’re camping. Now let’s see, you can go in the lake and swim. I’m going to pretend to (go in the lake and swim). Can you show me how (to swim)? Now show me how to go to sleep! 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Draw a campfire. Circle the flashlight, tent, bucket, rope and rocks. Say. Instructietaal: Draw a campfire. Put a circle around the flashlight, tent, bucket, rope and the rocks. Say all of the things you can see. Les 4 wordt vervolgd op de volgende bladzijde
VERWERKING _________________________________________ 2. Let’s Go Klik op de activiteit. Herhaal de kernwoorden. Activeer het lied en beeld de genoemde werkwoorden uit. Herhaal het lied een paar keer en vraag de leerlingen mee te zingen.
Aantekeningen
Let’s Go Let’s go in the lake and swim. Let’s go! Let’s go! Let’s go in the lake and swim. Let’s go! Let’s go! Let’s Let’s Let’s Let’s
go in the raft and row. go! Let’s go! go in the raft and row. go! Let’s go!
Let’s Let’s Let’s Let’s
run to the tree and climb. go! Let’s go! run to the tree and climb. go! Let’s go!
Let’s go in the tent and sleep! Let’s go! Let’s go! Let’s go in the tent and sleep! Let’s go! Let’s go! Good night.
87
Thema 8
• Werkblad B: Cut and paste. Say where each item is: in front of, in, on, next to. Instructietaal: Cut out these pictures and stick them here. Tell me where they are. Groep 2 Craft: A campsite Je hebt hiervoor nodig: wit papier op A4-formaat, vouwblaadjes (10 x 10 cm), touw, vilstiften/kleurpotloden, schaar, lijm. De leerlingen krijgen ieder een vel wit papier en vier vouwblaadjes. Van de vouwblaadjes vouwen ze vier tenten. Vouw het blaadje dubbel. Vouw dan de punten naar elkaar toe. Vouw in het midden de uiteinden weer naar buiten. Je tent is klaar! Plak de vier tenten op het witte vel en maak de camping af door er mensen, bomen, struiken, enz in te tekenen. Het touw kan bijvoorbeeld als waslijn of als scheerlijnen dienen.
Aantekeningen
88
Instructietaal: We are going to make a campsite with some paper tents. Watch me very carefully! Fold your paper like this. Now you have a tent! Make four little tents. Stick them onto your piece of white paper to make a campsite. Draw some people and trees. You can use some string to make washing lines! Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Thema 8 Les 5
Let’s go Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: bucket, campfire, flashlight, lake, raft, rocks, rope, tent Uitbreidingswoorden: sleeping bag, camping,pitch a tent, go rafting, cook hotdogs, make a campfire, turn on the flashlight, turn off the flashlight, go fishing Herhaling 1/3: to swim, to row, to climb, to sleep
AFSLUITING _________________________________________ 5. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Let’s Go Klik op de activiteit. Herhaal de kernwoorden en zing met de leerlingen Let’s go. Beeld samen met de leerlingen de werkwoorden uit. Instructietaal: Look at the poster. What can you see? We’re going to listen to the song again. Now let’s see, you can go in the lake and swim. I’m going to pretend to (go in the lake and swim). Can you show me how (to swim)? Now show me how to go to sleep! 3. Perform the actions Doe de volgende acties voor en zeg hardop wat u aan het doen bent: pitch a tent, make a campfire, cook hot dogs, go fishing, put out the campfire, turn on the flashlight, turn off the flashlight, go rafting. Vraag de leerlingen met u mee te doen. Draai daarna de rollen om. Laat een leerling één van de acties uitbeelden en de rest van de klas raden wat er uitgebeeld wordt. Instructietaal: What can you do on a campsite? I know, you can pitch a tent, like this! Watch me! You can (cook hot dogs). Watch me! Can you show me how to do all of these things? Let’s see! Show me how to (pitch a tent). I think one of you can tell us all what to do now; who wants a turn? 4. Picture book: Going camping Kijk en luister met de kinderen naar het verhaal.
89
Thema 8 Les 6
Counting by tens Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: bucket, campfire, flashlight, lake, raft, rocks, rope, tent Uitbreidingswoorden: sleeping bag, camping, pitch a tent, go rafting, thirty, forty, fifty, sixty, seventy eighty, ninety, a hundred Herhaling 1/3: ten, twenty Lesdoelen: • Consolidatie van de kernwoorden. • De leerlingen maken kennis met de tientallen. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, wit papier op A4formaat, vouwblaadjes (10 x 10 cm), touw, vilstiften/ kleurpotloden, schaar, lijm
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Chant: I can count by tens Herhaal het tellen tot 20. Klik daarna op de activiteit.
Aantekeningen
90
Op het digitale schoolbord verschijnen tien emmers met tien zaklantaarns erin. Kunnen we ook per tien tellen? Doe het hardop voor en wijs daarbij naar de emmers. Herhaal het nog eens en vraag de leerlingen mee te doen. Activeer daarna het lied. Luister naar het lied en wijs ondertussen de getallen aan. Herhaal het lied nog eens en zing het samen met de leerlingen. Instructietaal: Can you all remember how to count up to twenty? Let’s count, one, two…twenty! Well done! Now look at the board. Oh dear, what a lot of flashlights! I want to count them but there are so many, it’ll take ages! I know, let’s see how many flashlights are in a bucket. Help me count please. Oh look, there are ten. Why don’t we count in tens. Let’s see; ten, twenty, thirty, forty, fifty, sixty, seventy, eighty, ninety, a hundred! Let’s listen to a song about counting. I can count by tens I can count by tens! I can count by tens! 10, 20, 30, 40 and 50. I can count by tens! I can count by tens! 60, 70, 80, 90 and 100! I did it! Good for me! Let’s try again! 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90 and 100!
Thema 8
3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle kinderen alle activiteiten doen. Groep 1 • Werkblad A: Draw a campfire. Circle the flashlight, tent, bucket, rope and rocks. Say. Instructietaal: Draw a campfire. Put a circle around the flashlight, tent, bucket, rope and the rocks. Say all of the things you can see. • Werkblad B: Cut and paste. Say where each item is: in front of, in, on, next to. Instructietaal: Cut out these pictures and stick them here. Tell me where they are.
naar elkaar toe. Vouw in het midden de uiteinden weer naar buiten. Je tent is klaar! Plak de vier tenten op het witte vel en maak de camping af door er mensen, bomen, struiken, enz. in te tekenen. Het touw kan bijvoorbeeld als waslijn of als scheerlijn dienen. Instructietaal: We are going to make a campsite with some paper tents. Watch me very carefully! Fold your paper like this. Now you have a tent! Make four little tents. Stick them onto your piece of white paper to make a campsite. Draw some people and trees. You can use some string to make washing lines! Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Groep 2 Craft: A campsite Je hebt hiervoor nodig: wit papier op A4-formaat, vouwblaadjes (10 x 10 cm), touw, vilstiften/kleurpotloden, schaar, lijm. De leerlingen krijgen ieder een vel wit papier en vier vouwblaadjes. Van de vouwblaadjes vouwen ze vier tenten. Vouw het blaadje dubbel. Vouw dan de punten
Aantekeningen
91
Thema 8 Les 7
Counting by tens
Groep 2 doet een teken- of knutselopdracht en groep 3 werkt twee aan twee achter de computer. In de volgende twee weken roteren de groepen, zodat alle leerlingen alle activiteiten doen.
Lesduur: 40 minuten Kernwoorden: bucket, campfire, flashlight, lake, raft, rocks, rope, tent Uitbreidingswoorden: sleeping bag, camping, pitch a tent, go rafting, thirty, forty, fifty, sixty, seventy eighty, ninety, a hundred Herhaling 1/3: ten, twenty Lesdoelen: • De leerlingen kunnen de kernwoorden benoemen. • De leerlingen oefenen de tientallen. • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren. Materialen: Giraffe, werkbladen, wit papier op A4formaat, vouwblaadjes (10 x 10 cm), touw, vilstiften/ kleurpotloden, schaar, lijm
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Game: Number tennis Speel tennis samen met de leerlingen. Doe alsof u een racket in uw hand heeft en een tennisbal. Gooi de bal op en sla de bal naar een leerling ondertussen zeggend: ”one”. De leerling slaat de bal denkbeeldig terug en roept: “two”. De leerkracht slaat de bal weer terug naar een andere leerling en zegt: “three”. Ga zo door tot 20. Speel het spel opnieuw, maar oefen dan de tientallen. Draai daarna de rollen om. Laat een leerling beginnen met de bal naar de leerkracht te slaan. Instructietaal: Let’s play number tennis. Pretend that here is a ball with a number on it and here is a pretend net. I’m going to hit the ball to you and say “One!” When the ball gets to you, you have to hit it back to me, but you have to say, “Two!” When the ball comes back to me, I’m going to hit it to someone else, but I have to say, “Three!” Let’s try! Okay, well done! Now, let’s try counting in tens. This time, you start and hit the ball to me. 3. Circuit De klas wordt in drie groepen verdeeld. Groep 1 maakt een werkblad. Er zijn twee werkbladen waar u uit kunt kiezen. Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen.
92
Groep 1 • Werkblad A: Draw a campfire. Circle the flashlight, tent, bucket, rope and rocks. Say. Instructietaal: Draw a campfire. Put a circle around the flashlight, tent, bucket, rope and the rocks. Say all of the things you can see. • Werkblad B: Cut and paste. Say where each item is: in front of, in, on, next to. Instructietaal: Cut out these pictures and stick them here. Tell me where they are. Groep 2 Craft: A campsite Je hebt hiervoor nodig: wit papier op A4-formaat, vouwblaadjes (10 x 10 cm), touw, vilstiften/kleurpotloden, schaar, lijm. De leerlingen krijgen ieder een vel wit papier en vier vouwblaadjes. Van de vouwblaadjes vouwen ze vier tenten. Vouw het blaadje dubbel. Vouw dan de punten naar elkaar toe. Vouw in het midden de uiteinden weer naar buiten. Je tent is klaar! Plak de vier tenten op het witte vel en maak de camping af door er mensen, bomen, struiken, enz. in te tekenen. Het touw kan bijvoorbeeld als waslijn of als scheerlijn dienen. Instructietaal: We are going to make a campsite with some paper tents. Watch me very carefully! Fold your paper like this. Now you have a tent! Make four little tents. Stick them onto your piece of white paper to make a campsite. Draw some people and trees. You can use some string to make washing lines! Groep 3 Computer De kinderen gaan naar het leerlingengedeelte en werken in tweetallen aan de verschillende oefeningen. De leerkracht kiest welke activiteiten de leerlingen doen. AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Thema 8 Les 8
Evaluation Lesduur: 30 minuten Kernwoorden: bucket, campfire, flashlight, lake, raft, rocks, rope, tent Uitbreidingswoorden: matches, sleeping bag, camping, cook hotdogs, pitch a tent, make a campfire, go rafting, turn on the flashlight, turn off the flashlight, go fishing Lesdoelen: • Herhalen van de kernwoorden. • Observatie van de leerlingen; welke woorden kennen ze al? • De leerlingen begrijpen de instructies in het Engels en kunnen deze uitvoeren.
Test A: hier wordt getest of de leerlingen acht kernwoorden receptief kennen (bucket, campfire, flashlight, lake, raft, rocks, rope, tent). Test B: hier wordt getest of de leerlingen tien kernwoorden receptief kennen (bucket, campfire, flashlight, lake, raft, rocks, rope, tent, matches, camping). AFSLUITING _________________________________________ 4. Goodbye Song Zing met de kinderen de Goodbye Song als teken dat de Engelse les is afgelopen. Ondersteun het lied met gebaren.
Aantekeningen
Materialen: Giraffe
INTRODUCTIE _________________________________________ 1. Hello Song Start de les met de Hello Song. Zing samen met de kinderen en Giraffe het lied. VERWERKING _________________________________________ 2. Revision – Poster: At the camping De familie heeft een geweldige tijd gehad op de camping. Wat hebben zij daar ook alweer gedaan? Beeld de volgende acties uit pitch a tent, make a campfire, cook hotdogs, go fishing, put out the campfire, turn on the flashlight, turn off the flashlight, go rafting en laat de leerlingen raden wat u doet. Klik op de praatplaat en controleer of de leerlingen de woorden kennen. 3. Camping and Let’s Go Zing als afsluiting het lied Camping en het lied Let’s Go. Observeer de leerlingen. Welke woorden kennen ze al? Durven ze in het Engels te spreken en te zingen? Instructietaal: Giraffe’s friends love going camping. Can you remember all of the things they do? See if you can guess what I’m doing! Watch carefully! Look at the board again. What can you see? Let’s sing the songs again. 4. Test Als u als leerkracht graag wilt weten of een kind vooruitgang boekt en of een kind de aangeboden lesstof tot zich heeft genomen, kunt u naast uw observaties er ook voor kiezen de kinderen een korte woordentoets af te nemen. De toets is op twee niveaus beschikbaar:
93
Thema 8 Les 9
Extra activities
Chant: Look and guess De chant is een raadspel. Verdeel de klas in twee groepen. Eén groep chant en vraagt aan de andere groep goed te kijken en te raden om welk voorwerp het gaat. As de chant goed gaat, kunnen de leerlingen ook zelf voorwerpen bedenken die de andere groep moeten raden. Instructietaal: This chant is a guessing game. You are going to sit in two groups. The first group says the first part of the chant and pretends to hold something. The second group answers. Then the second group has to pretend to do something and the first group answers. Look and guess Look at me. (doe alsof je een zaklamp in je hand hebt) What is it? Watch me and guess. I know! It’s a flashlight! Look at me. ( doe alsof je een emmer draagt) What is it? Watch me and guess. I know! It’s a bucket! Worksheets Werkblad A is voor alle leerlingen. Werkblad B is iets moeilijker en kan als verrijking dienen. • Werkblad A: Think and draw long and short camping items. Instructietaal: What do you take with you when you go camping? Draw something long. Then draw something short. • Werkblad B: Follow the path. Say what the family is doing, using first and then. Draw and say what the family does last. Instructietaal: Look at this family. Follow the path. What are they doing? What do they do first? Then what do they do? Now, draw and say what they do last. Game: Numbers all around Hang in de klas de tien flashcards van het thema op samen met een tiental. Vraag aan de leerlingen: What do you see by number (70)? Oefen op deze manier de kernwoorden en de tientallen. Deel daarna de kaartjes
94
met de tientallen uit en laat de leerlingen in de goede volgorde staan. Laat de klas nogmaals de tientallen hardop opzeggen. Instructietaal: Look at the flashcards; they are all by a number. What can you see by seventy? What number is the flashlight by? I’m going to give out these number cards now. I want you to stand up and get in the correct order. Let’s count in tens now. Craft: Silhouettes Je hebt hiervoor nodig: een zaklamp, grote vellen wit papier, dikke zwarte stiften. De leerlingen werken in drietallen. Hang een groot vel papier op de muur. Eén leerling schijnt met de zaklamp op het profiel van de andere leerling. Deze leerling zit tussen het papier en de lamp in. Op het papier verschijnt het profiel van de leerling. De derde in de groep trekt met een dikke zwarte stift het profiel om. Daarna is de volgende aan de beurt. Als alle drie de leerlingen aan de beurt geweest zijn, kunnen zij met de stift hun profiel inkleuren. Instructietaal: You are going to work in threes. One of you is going to sit still, one of you is going to hold the flashlight and the last one is going to draw around the shadow you make on the wall. When all of you have had a turn, you can colour in your silhouette.
Aantekeningen
Aantekeningen
Aantekeningen
95
Aantekeningen
Aantekeningen
96
Aantekeningen
Aantekeningen
97
Aantekeningen
Aantekeningen
98
99
iPockets iPockets is ‘echt Engels’ van Pearson, en speciaal ontwikkeld voor groep 1 t/m 4 van het Nederlandse basisonderwijs. Met iPockets zullen uw leerlingen door middel van natuurlijke taalverwerving de Engelse taal op een leuke manier ontdekken. Lesmethode iPockets bevat de volgende onderdelen: • De digitale omgeving* iPockets • Docentenhandleidingen per groep • Handpoppen per groep • Flashcards per groep *De digitale omgeving bevat: • • • • • • • • • • • • • •
Leerkrachtengedeelte Leerlingengedeelte Video’s Liedjes en Chants Posters met audio-hotspots Prentenboeken Kleurplaten Spelletjes Conversatieoefeningen Flashcard-activiteiten ‘Vertel een verhaal’-opdrachten Kleuren & Tellen Tests Downloadbare materialen
ISBN
100
978-90 - 430 -9036 - 0