MAANDBLAD VAN DE VLAAMSE INGENIEURSKAMER
02-2011
INGENIEURSMAGAZINE
Groene, duurzame landbouw zonder pesticiden?
Techniek en bobsleeën Eerste Vlaamse turnzaal van strobalen “Budgetten voor waterbeheer zijn problematisch.”
VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem jaargang 49, nummer 2, februari 2011 maandelijks tijdschrift, verschijnt niet in juli en augustus afgiftekantoor HASSELT 1- P2A8632
Commentaar I-mag Ingenieursmagazine is een uitgave van de Vlaamse Ingenieurskamer vzw Stichtend lid CIBIC – www.cibic.be Lid van Ex-Change vzw – www.ex-change.be Stichtend lid van European Young Engineers EYE – www.e-y-e.org Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers (U.P.P.) VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Ing. Bart Demol MSc, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem HOOFDREDACTEUR
Twitteren of Facebook? Januari, de maand van de nieuwjaarsrecepties, was weerom een drukke periode met zeer veel contacten in ons netwerk. Het doet goed om het enthousiasme te proeven dat uitgaat van een dynamische groep van ingenieurs. De waaier aan initiatieven die zij ontplooien vindt u uitgebreid terug in de activiteitenkalender op onze website en verder in dit magazine. De samenwerking met onze collega's van KVIV in ie-net zal dat alleen maar versterken. Samen met de onbaatzuchtige inzet van heel wat vrijwilligers belooft 2011 een boeiend jaar te worden waarin we belangrijke stappen voor onze vereniging kunnen zetten.
Ing. Noël Lagast MSc EINDREDACTIE Luc Vander Elst REDACTIERAAD Ing. I. Born MSc - Ing. B. Demol MSc Ing. H. Derycke MSc - Ing. K. De Wever MSc Ing. N. Lagast MSc - Ing. G. Roymans MSc Ing. W. Samyn MSc - Ing. L. Wezenbeek MSc REDACTIESECRETARIAAT Francine Demaret SECRETARIAAT VIK Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem Tel. +32 3 259 11 00 - Fax +32 3 259 11 01 Website: www.vik.be - e-mail:
[email protected] Doorlopend open van 08.30 uur tot 17.00 uur Voor advertentieruimte of redactionele bijdragen: mail naar
[email protected]. LIDMAATSCHAPSBIJDRAGEN rek.nr.: 406-0098501-56 € 62,00 voor technisch en industrieel ingenieurs, die meer dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor geassocieerde leden € 34,00 voor hen, die 3 jaar of minder dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor een samenwonend lid; voor gepensioneerden € 17,00 voor studenten-industrieel ingenieur
De Jasmijnrevolutie in Tunesië en dichter bij ons de protestbetoging zopas in Brussel, geven aan dat de impact van moderne communicatiemiddelen in de vorm van sociale media soms misschien wel overroepen wordt, maar zeker niet mag veronachtzaamd worden. Ook de Vlaamse Ingenieurskamer zal zich in 2011 meer gaan concentreren op die ‘nieuwe media’. Fysiek netwerken en persoonlijk contact zijn altijd inherent aan onze activiteiten. Aanvullend daarbij kan het virtueel netwerk via LinkedIn, Facebook en Twitter de contacten en vriendschapsbanden alleen maar verstevigen. Het is de opdracht van de Vlaamse Ingenieurskamer om als netwerkorganisatie van technologisch geïnspireerden zelf mee te zijn met die nieuwe evolutie. Bovendien moeten wij kruisverbanden smeden tussen de verschillende generaties. Elke generatie heeft zijn specifieke kennis en ervaring. Door die bijeen te brengen helpen we elkaar. Tegelijk is tijd voor iedereen een schaars goed geworden. De virtuele communicatie kan voor dat tijdsgebrek deels een oplossing bieden. We leven vandaag in een beleveniseconomie. Uit recente studies blijkt dat de jonge generatie een groepsgeneratie is met een ruime hang naar het collectieve. Ook die generatie is evengoed als de vorige geëngageerd. Zij wil zich actief inzetten voor concrete doelen, als ze zich daarmee kan identificeren. Anders dan de babyboomers, geboren in een tijdperk van ongebreidelde groei, kijkt deze generatie naar een toekomst met veel onzekerheden. Denk maar aan de maatschappelijke vraagstukken van onder andere vergrijzing, mobiliteit en klimaat. De Vlaamse Ingenieurskamer zal daarmee rekening moeten houden. Kunnen we een antwoord formuleren om die onzekerheid te reduceren? Hoe managen we die verschillende generaties in ons netwerk, zodat ze aansluiting blijven vinden bij elkaar en zodat ze elkaar wederzijds ondersteuning bieden? Vandaag zette ik daarom mijn eerste stappen in de Twitterwereld om zo de hand te reiken aan onze jonge collega's en binnen te treden in hun wereld. Commentaar? Twitter naar @paulbertels of @ienet_be, het platform waar we boodschappen voor alle ingenieurs in Vlaanderen plaatsen. Ik ben benieuwd hoe luid het zal kwetteren.
€ 79,00 voor leden woonachtig in het buitenland
Ing. Paul BERTELS MSc Gedelegeerd bestuurder
DRUKKERIJ & LAY-OUT Drukkerij SLEURS nv, Overpelt Tel. +32 11 80 90 90 - Fax +32 11 80 90 95 Voor de ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk. COVER © Karel SPRUYT (Department of Plant Systems Biology)
Vacature bij de Vlaamse Ingenieurskamer voor VIK Vorming.
VIK Vorming zoekt een ‘productmanager cursussen’ om het vormingsteam te versterken. Alle info op www.vik.be/productmanager
3
I-mag februari 2011
Inhoud Commentaar Twitteren of Facebook? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudstafel .........................................
03 04
Dirk Inzé is laureaat van de FWO Excellentieprijzen Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
België lanceert tweede bobsleeteam Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Modern Times Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Eerste Vlaamse turnzaal van strobalen Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het geluid van de toekomst Samenleving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Nieuwe loongrenzen 2011 Centrum Industrie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Budgetten waterbeheer problematisch Centrum Openbare dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voormalige stagiairs lucht- en ruimtevaart opnieuw samen Centrum Lucht- en ruimtevaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
In de kijker: Warmtekrachtcentrale proefstation groenteteelt Afdeling Mechelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Nieuws van de afdelingen ..............................................................
VIK-Nieuwjaarsreceptie Netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ing. Vanessa Cauwels MSc wint Paul Donnersprijs Netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De creatieve campus Netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Nieuws van de studiegroepen VIK Studiegroepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Europese wetgeving CLP - GHS VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Duurzaam bouwen VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Industriële ventilatie VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Persoonlijke organisatie met Outlook VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Piping & engineering VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
VIB - SDS volgens Reach VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Cursusoverzicht VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . I-mag februari 2011
4
05 08 10 12 16 18 20 24 25 26 32 34 38 40 43 43 44 44 45 45 46
technologie TECHNOLOGIE
“Wetenschap en bedrijfsleven gaan hand in hand” Bioloog Dirk Inzé is laureaat van de FWO Excellentieprijzen ZWIJNAARDE. Bioloog Dirk Inzé (53) heeft een tweevoudige carrière. Hij is halftijds buitengewoon hoogleraar moleculaire plantenbiologie en -fysiologie aan de UGent. Maar hij is ook wetenschappelijk directeur van het
U bent vooral actief in het ontrafelen van het DNA van planten, met de duidelijke bedoeling er voor de landbouw economisch voordeel uit te halen?
‘Department of Plant Systems Biology’, een tak van het VIB, het Vlaams Instituut voor Biotechnologie, een onderzoeksinstituut van vier Vlaamse universiteiten naar de moleculaire mechanismen in het menselijk lichaam, planten en micro-organismen. Dirk Inzé staat aan het hoofd van ongeveer 270 werknemers, onder wie een vijftigtal industrieel ingenieurs, die zijn departement een internationale uitstraling gaven.
Voor de tweede keer op rij stond het ‘Department of Plant Systems Biology’ op nummer 1 in de ranking van de gezaghebbende Australian Research Council. En professor Dirk Inzé zelf was in juni 2010 een van de vijf laureaten van de FWO Excellentieprijzen, de hoogste onderscheiding die het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek om de vijf jaar uitreikt – het Vlaamse broertje van de Nobelprijzen, zeg maar. Een gesprek over heden en toekomst van onze planeet en vooral over hoe we de landbouw kunnen verbeteren om aan de stijgende voedselbehoeften op korte termijn te kunnen voldoen.
landbouw als gevolg. Er is ook het nakend tekort aan water. Het is moeilijk te geloven, maar wereldwijd gaat zeventig procent van het zoet water naar de landbouw. Zo wordt de landbouw in de Verenigde Staten volledig geïrrigeerd. Veel zoet water, hogere temperaturen, gletsjers die aan het afsmelten zijn, instabiel klimaat, dat zijn problemen op wereldniveau. Wij zoeken bijgevolg naar oplossingen. De productiviteit van de landbouw verhogen, is daar één van: betere gewassen maken, landbouwkundige ingrepen optimaliseren door betere meststoffen en zo meer.”
“Precies. We proberen te begrijpen hoe planten groeien, wat de grootte van een plant in al zijn onderdelen bepaalt, wat de achterliggende mechanismen zijn. Een plant heeft 30.000 genen, dat zijn stukken informatie, eigenschappen die we decoderen. De combinatie van al die eigenschappen bepaalt waarom die ene plant is wat hij is. Als je begrijpt waarom een plant die bepaalde grootte van bladeren en zaden heeft, waarom hij al dan niet bij droogte beter groeit, dan vloeien daar een hele resem economische toepassingen uit voort.” Is meerproductie het uiteindelijke doel? “Vroeger was dat dé belangrijkste drijfveer, maar nu is dat geëvolueerd naar ‘duurzame’ meeropbrengst. Duurzaamheid mag dan wel een modewoord zijn, maar wij gaan er toch van uit dat, wat we nu doen, niet nog meer belastend mag zijn voor de komende generaties. Wat bete-
“De wereldbevolking is nog altijd exponentieel aan het stijgen. Nu zijn we met ongeveer zeven miljard mensen. Dat worden er binnen afzienbare tijd negen. Die hebben allemaal een betere voeding nodig. Vaak betekent dat nu nog meer dierlijke voeding, zoals vlees en kip. Om een idee te geven: voor elke kilogram vlees heb je zeven kilogram graangewassen nodig. Als elke Chinees per jaar één kilogram kip eet, dan heb je daar de hele graanproductie van Canada voor nodig.”
DNA “Daarbovenop komen de opwarming van de aarde en de instabiliteit van het klimaat: Rusland heeft dit jaar al ongewone periodes van droogte gekend. Door fluctuaties van het klimaat komen er meer stormen, met opbrengstverlies voor de
Bioloog Dirk Inzé.
5
I-mag februari 2011
kent dat voor de landbouw? We gaan planten proberen te maken die minder stikstof nodig hebben, die niet langer de energievretende stikstofbemesting nodig hebben, maar die beter stikstof uit de bodem kunnen opnemen. We zoeken ook naar planten die minder water gebruiken of beter omgaan met water, en die beter beschermd zijn tegen ziekteverwekkers, zodat er minder pesticiden nodig zijn. Gevolg daarvan: minder energie, minder opwarming van de aarde.”
Genetische modificatie Uw departement werkt nauw samen met de industrie, precies om altijd de overstap naar het werkveld te kunnen maken?
spreken tegen het lijf. En uiteraard vergaderen we geregeld. En hebben we iets gecreëerd dat succesvol is, dan genereren wij ook inkomsten. Zo hebben we een echte win-winsituatie. Wij spelen onze universitaire rol en onze afgestudeerden vinden hier werk. Dat is ook belangrijk om ons bestaansrecht te rechtvaardigen. Voor elke euro die de overheid via het VIB in dit departement stopt, krijgen ze een euro terug. De buitenlandse investeerders in ons onderzoeksdomein betalen belastingen. Wij creëren werkgelegenheid. Het is als het ware een broekzak-vestzakoperatie.” Moet u als zuivere wetenschapper geen innerlijke strijd voeren met de econoom die u ook moet zijn?
zitten daar al in de commerciële fase. Over enkele jaren komen er landbouwgewassen op de markt dankzij de basisinformatie die wij hebben aangeleverd. We hebben ook een technologie ontwikkeld om geneesmiddelen uit planten aan te maken. Sinds mensenheugenis weten we dat planten een geneeskrachtige werking kunnen hebben, maar nu pas kunnen we de mechanismen achterhalen die ervoor zorgen dat planten geneeskrachtige stoffen aanmaken. In de sector van de bioenergie zijn we een methode aan het ontwikkelen om planten energie te laten produceren op marginale gronden. Zo laten we planten als het ware CO2 als voedsel uit de lucht opnemen, wat zeer milieuvriendelijk is.”
Actiegroepen “In de loop der jaren zijn we actief geweest in het vertalen van fundamentele kennis naar toepassingen op het terrein. Dat resulteerde in de oprichting van drie spin-offbedrijven die inderdaad volledig commercieel zijn én hier op de campus gevestigd zijn: Plant Genetic Systems, nu eigendom van Bayer, CropDesign van BASF en SoluCel. We werken intensief samen, onze onderzoeksprogramma’s worden gecofinancierd door het bedrijfsleven. Concreet: we hebben een ‘vinding’ gedaan, we nemen daar een patent op en dan gaan wij naar onze partners en krijgen ze de gelegenheid om een licentie aan te vragen. Dat gebeurt allemaal informeel: we lopen elkaar hier bij wijze van
“Maar beide gaan hand in hand. De tijd dat de academicus een natuurlijke afkeer had van al wat ‘toepassing’ was, is lang voorbij. De academicus moet een rol opnemen om te innoveren, om aan de basis te liggen van nieuwe ideeën, om nieuwe kennis op te doen. Maar om die kennis en ideeën om te zetten in producten, heb je de bedrijven nodig.” Kunt u een paar concrete voorbeelden geven van realisaties van uw departement? “We hebben een reeks genen geïdentificeerd die de opbrengst van planten of landbouwgewassen zullen verhogen. We
U hebt ongetwijfeld leren leven met de kritiek van actiegroepen die ‘genetische manipulatie’ op de korrel nemen. Hebben ze een punt? “Genetische ‘manipulatie’, de term alleen al (huivert). Ik heb het altijd over ‘genetische modificatie’. Om u een idee te geven: 85 procent van de maïs in de VS is genetisch gemodificeerd, meer dan 90 procent van de sojabonen is gemodificeerd. Ik kan u in alle wetenschappelijke objectiviteit verzekeren: van alle producten op de markt is er nooit enig verifieerbaar bewijs geleverd dat ook maar iets schadelijk is voor mens en milieu. En al
50 industrieel ingenieurs: mag het iets meer zijn? Het ‘Department of Plant Systems Biology’ van professor Dirk Inzé telt ongveer 270 werknemers. Met de drie spin-offbedrijven in het Technologiepark in Zwijnaarde erbij, zijn dat 800 werknemers. De voertaal in het departement is Engels, want 51 procent van de werknemers is niet-Belg. Hoe zijn de werknemers verdeeld? Er zijn 18 ‘principal investigators’ of groepsleiders. Een 70-tal ‘postdocs’ zijn onderzoekers. Een honderdtal studenten werkt mee als doctoraatsstudent (57 % niet-Belg). Een 30-tal mensen staat in voor administratie en onderhoud van serres en laboratoria. Een 50-tal van de 270 werknemers is industrieel ingenieur. Ze spelen volgens professor Dirk Inzé een cruciale rol. “Zowel bij de groepsleiders als bij de postdocs en de doctoraatsstudenten is er een natuurlijk verloop. De industrieel ingenieurs hebben een ondersteunende, maar permanente en hoogtechnologische rol in het geheel. Zij vormen als het ware de constante in de groep. Ze zijn zeer belangrijk voor de kennisoverdracht op lange termijn. Zij managen eveneens onze laboratoria, zorgen ervoor dat alles correct verloopt en leiden onze jongere werknemers op.” Of er plaats is voor nog meer industrieel ingenieurs? “We timen onze aanwervingen niet toevallig op het einde van het academiejaar”, zegt professor Inzé. “Inderdaad, we zijn constant op zoek naar industrieel ingenieurs. Er is een enorme vraag naar ingenieurs in de biotechnologische sector.” WVB
I-mag februari 2011
6
TECHNOLOGIE
“ Wat me in het hele debat ontgoochelt, is dat wat wij en de groene partijen willen, eigenlijk exact hetzelfde is. We willen een groene, duurzame landbouw zonder pesticiden met een gezonde voeding als resultaat.” mijn collega’s wereldwijd zullen dat beamen. Blijkbaar is Europa het enige continent waar we in die negatieve spiraal zitten. Enkele groeperingen brengen daar constant negatief nieuws over. En als je lang genoeg blijft herhalen ‘het is gevaarlijk’, ‘het is Frankensteinfood’, dan gelooft men je. Jammer, want als we niet opletten, gaan we in Europa eindigen met een achtergestelde technologie. En wat men maar niet wil beseffen: we zullen pesticiden blijven gebruiken, terwijl dat op vele plaatsen al niet meer nodig is. Een voorbeeld: de aardappel is nog altijd een basisproduct in de voeding van de Belg. De ‘aardappelplaag’, een soort schimmel, is een bekend verschijnsel. Hoe wordt ze hier nog altijd bestreden? Door de aardappel zes keer per jaar met telkens een ander product te bespuiten. U hoort het goed: zes chemische behandelingen, de ene na de andere. Nu bestaat er een aardappelplant, een wilde soort in de Andes, die resistent is tegen de schimmel. Door twee genen van de Andes-variant in onze aardappel in te bouwen – door genetische modificatie dus – wordt onze aardappel
volledig tolerant. Impact voor het milieu? Totaal geen gif in het ecologisch systeem. Wat me in het hele debat ontgoochelt, is dat wat wij en de groene partijen willen, eigenlijk exact hetzelfde is. We willen een groene, duurzame landbouw zonder pesticiden met een gezonde voeding als resultaat. Maar tegelijk moeten we voldoende opbrengsten hebben om mensen op een fatsoenlijke manier eten te geven. En dat gegeven zou niet gepolariseerd mogen worden.”
Wereldreputatie
gebied van het optimaliseren van de opbrengst uit planten. En verder doen we wat gangbaar is in de wetenschappelijke wereld. Wij proberen onze onderzoeksresultaten te publiceren in de toptijdschriften. Er bestaat een rangorde: sommige tijdschriften zijn van wereldniveau, iedereen leest ze en als je daarin iets publiceert, zegt iedereen ‘wow’. Welnu, dat proberen wij en dat lukt ons. En dan heb je de cirkel van het succes: zodra je gepubliceerd hebt, krijg je meer zichtbaarheid en dan moet je zien dat je de spiraal van het succes onderhoudt.”
Opnieuw over naar uw departement. Het telt 270 mensen. U bent halftijds professor en toch moet u zo’n grote groep leiden?
Toekomst
“Ik ben wetenschapper, geen manager. Het is een constant gevecht om zo weinig mogelijk tijd te spenderen aan het managen en zoveel mogelijk tijd aan de wetenschappen (lacht). Maar we hebben een zeer goed draaiende administratie en al mijn collega-wetenschappers in het ‘managing committee’ nemen gezamenlijk de beslissingen met het oog op wat het best is voor de dienst. We proberen op een positieve manier het beste uit onze medewerkers te halen. Door een volgehouden strategie van kwaliteit in ons onderzoek proberen we zoveel mogelijk een groepsdynamica te creëren. Blijkbaar met succes.”
“Op het terrein van de biotechnologie staan we nog maar aan het prille begin, zowel voor planten als voor de biomedische sector. We realiseren ons nu pas hoe complex het leven is. De naam van ons departement geeft het aan. Planten-systeem-biologie: we zoeken naar een manier om complexe processen te beschrijven. Ik maak altijd de vergelijking met de metro in Londen. Het is een netwerk van lijnen en knooppunten, maar dan driedimensionaal. De lijnen liggen in lagen boven elkaar. Wij proberen dat netwerk van het leven in kaart te brengen en de knooppunten, de belangrijkste stations, te identificeren. Als je processen wilt verbeteren, moet je de efficiëntie ervan verbeteren. En over twintig jaar zullen we in staat zijn om processen zoals plantengroei, te maximaliseren. Of ik daar cijfers kan op plakken? Dat is moeilijk. Er is becijferd dat tegen 2050 de wereldvoedselproductie moet verdubbelen om aan de vraag te kunnen voldoen. Dat is een serieuze opgave. Uiteraard geldt dat niet alleen voor de realisatie van betere plantenrassen. Zo moet ook een betere bemesting in pakweg Afrika de productiviteit opdrijven. Dat is dus geen eenvoudige zaak. En om dat allemaal dan nog eens op een eerlijke manier te gaan verdelen, dat is dan weer een ander, meer politiek getint verhaal.”
Uw departement heeft een wereldreputatie, wat blijkt uit de ranking van de Australian Research Council waarin het op nummer één staat? “Ja, voor de tweede keer op rij. De ARC is een overkoepelend wetenschappelijk orgaan met een eigen instituut, dat wereldwijd onderzoeksinstituten screent en ons op nummer 1 plaatst. Dat is niet alleen aangenaam, maar het is een vorm van erkenning die ons bovendien de nodige visibiliteit bezorgt. Ik denk ook dat de unieke manier waarop hier op de campus wetenschap en bedrijfsleven hand in hand gaan, een rol speelt bij die erkenning.” U mocht zelf in juni de FWO Excellentieprijs in ontvangst nemen in de categorie ‘Prijs dr. De Leeuw-DamryBourlart 2010 in de exacte wetenschappen’. De jury zegt over u: ‘Hij behoort tot de top tien in de wereld van meest geciteerde auteurs in zijn discipline’? “Dat is natuurlijk leuk, ja. Ik denk dat men ons vooral kent van ons werk op het
7
Tot slot: waar staan we over pakweg twintig jaar?
www.psb-vib-ugent.be www.vib.be
Tekst: Wilfried VANDEN BOSSCHE Foto’s: Karel SPRUYT (Department of Plant Systems Biology) en Wilfried VANDEN BOSSCHE
I-mag februari 2011
technologie TECHNOLOGIE
“Op sommige banen word je bijna platgedrukt” België lanceert tweede bobsleeteam met het oog op Sochi 2014 INNSBRUCK. Sinds 2007 heeft België een heus bobsleeteam. Pilote Elfje Willemsen en remster Eva Willemarck eindigden op de Olympische Winterspelen in Vancouver veertiende op 58 honderdsten van een seconde van de Nederlanders, die achtste eindigden. In de aanloop naar de volgende Olympische Winterspelen in het Russische Sochi in 2014 probeert België een tweede bobsleeteam klaar te stomen. Eind februari is er met het Wereldkampioenschap in Königssee een belangrijke afspraak.
I-mag kreeg pilote Elfje Willemsen aan de lijn in haar hotel in Innsbruck, net voor het team afreisde naar het Europees Kampioenschap in Winterberg (21 tot 23 januari). “Een bob is ongeveer 3,20 meter lang en bestaat uit een neus en de eigenlijke slee, die met één as aan elkaar gehouden worden. Het is een stalen frame met een omhulsel van carbon en glasvezel. Eronder staan vier schaatsijzers. Vrouwen bobben met zijn tweeën, bij de mannen bestaan er ook viermansbobsleeën.” Wat is het maximumgewicht? “Het maximale gewicht van de bob is 340 kilogram, de inzittenden en hun uitrusting inbegrepen. Als je dat niet haalt, mag je gewichten bijhangen. Als je remmer achterin de bob lichter is dan de piloot, dan hang je die loden schijven achteraan om daar meer gewicht te krijgen.” Is er iets speciaals aan de schaatsijzers? “Hun temperatuur wordt constant vergeleken met die van een referentieschaats die in de buitenlucht opgehangen wordt. Er mag maximaal vier graden verschil zijn. Hoe warmer de ijzers van de bobslee zijn, hoe sneller je naar beneden gaat. De
I-mag februari 2011
warmte van je ijzers maakt meteen een waterlaagje in het ijs en dan ga je sneller. Er zijn bobsleeërs die vlak voor hun afdaling de ijzers met hun handen nog wat opwarmen.”
“Landen als Canada en Amerika rijden met sleeën van ongeveer 50.000 euro. Er zijn er ook van 30.000 euro en wij Belgen hadden vorig jaar een bobslee van nauwelijks 10.000 euro.”
10.000 euro
Dragen jullie speciale kleding?
Waarin verschillen de sleeën?
“Op training dragen we pakken met een versteviging in, zodat we minder blauwe plekken oplopen. Op wedstrijden is dat een soort badpakstof met lange mouwen en lange broekspijpen, met meestal een Tshirt onderaan.” “Onze schoenen zijn een soort spikes, met ongeveer 150 kleine nageltjes eronder van twee à drie millimeter. Dat is net kort genoeg om niet vast te prikken in de binnenkant van je slee als je erin springt.” “De remmers dragen een crashvest. Als wij overkop zouden gaan tegen 120 km per uur, dan schuurt de remster met haar schouder of rug over het ijs en kan ze daar zware brandwonden bij oplopen. De piloot zit meer beschermd in de bob en komt enkel met de helm op het ijs.”
“Het gewicht, het stuurmechanisme en de vorm (de aerodynamica) van de bobslee kunnen verschillen, ook al is dat streng gereglementeerd met het oog op de veiligheid. Zo moet het frame altijd van staal zijn. Je mag niet experimenteren met lichtere materialen.”
“ Er zijn bobsleeërs die vlak voor hun afdaling de ijzers met hun handen proberen op te warmen.” “Er zijn op de hele wereld maar zeven fabrieken van bobsleeën en die hebben allemaal hun geheimpjes. Niemand zegt ooit precies waarin het verschil zit. Ze houden hun productieproces heel erg voor zich. De wensen van de piloten spelen ook mee: of die bijvoorbeeld een zacht of een hard stuur willen of veel ruimte in de slee willen of liever krap zitten.”
8
Betonnen baan “De baan is een betonnen baan waardoor ammoniakleidingen lopen. De ammoniak wordt verkoeld tot ongeveer min 40 graden
TECHNOLOGIE
Tweede team Elfje Willemsen (26) is een voormalige speerwerpster en is sinds 2007 onze Belgische bobsleepilote met de vroegere hordeloopster Eva Willemarck (ook 26) als vaste remster. In de voorbereiding op Sochi 2014 probeert Eva Willemarck het nu in een tweede bobsleeteam als pilote, maar ze zal nog af en toe samen met Elfje rijden. Met het oog op de vorming van het tweede team worden nu vier potentieel remsters getest: Shana Tormans, Anouska Hellebuyk, Frederique Neys en Tanja de Backer. “Zij komen ook allemaal uit de atletiek”, zegt Elfje. “Da’s logisch: de explosiviteit van de sprint is heel belangrijk. De hoofdmoot van onze training is nog altijd kracht en sprint, pas daarna komen we toe aan de techniek van het sturen en het afdalen.” DVE
en dan spuiten ze daar een klein laagje water op van ongeveer een centimeter dik. Dat ijs wordt nadien heel secuur afgeschraapt om het helemaal glad te krijgen.” “Na een paar sleeën zijn er al groeven in het ijs, dus wordt vooral tijdens wedstrijden na de zoveel afdalingen het ijs helemaal opnieuw klaargemaakt. Ze spuiten er opnieuw water over en schrapen het weer af, zodat het ijs weer zo goed als nieuw is.” “De banen zijn tussen de 1.200 en de 1.800 meter lang met minimaal 14 en maximaal 21 bochten op een hoogteverschil van pakweg 120 meter. Een afdaling duurt tussen de 54 seconden en de 1’05”. Er zijn wereldwijd 16 banen. Tien daarvan zijn actief.” Zijn er afdalingen waar je bang voor bent? “Bang ben ik niet meer echt, maar ik ken wel de moeilijkste en de spannendste banen. Ik vind de minder evidente banen het leukst: bijvoorbeeld Lake Placid in het noordoosten van Amerika en Whistler, de olympische baan ten noorden van Vancouver. Daarnaast zijn er nog enkele gemakkelijkere banen waar het niet moeilijk is om beneden te geraken, maar waar het wel moeilijker is om snelheid te maken en tijd goed te maken tegenover de tegenstanders.” Welke g-kracht speelt op jullie in? “We haalden in Vancouver met 144 km per uur voorlopig onze topsnelheid, op de meeste banen halen we ongeveer 130. De
maximale g-kracht is ook streng vastgelegd: we mogen ten hoogste drie tienden van een seconde blootgesteld worden aan een versnellingskracht van 5g, 4g mag iets langer duren, enzovoort. Dat verschilt ook erg per baan. Op sommige banen word je bijna platgedrukt. Gelukkig is een bocht lang genoeg om jezelf te herpakken, zodat je nog op tijd kunt reageren en bijsturen, waar nodig.”
Verboden te remmen Kan je met zo’n snelheid eigenlijk wel sturen? “De piloot heeft een ‘stuur’ dat niet meer is dan twee touwtjes die vasthangen aan de voorste as, waarmee we de voorste twee ijzers in een hoek van ongeveer 12 graden naar links of rechts kunnen bewegen. Elk stuurfoutje kan tienden van seconden kosten. Als je niet zou sturen, zou je in de eerste of de tweede bocht al crashen.” “Tijdens de afdaling mag je niet remmen, alleen voorbij de aankomst. Het is tegenwoordig niet meer nodig om te remmen; vroeger riskeerde je al eens uit de bocht te vliegen, maar de bobbanen zijn nu helemaal veilig.”
Lastig “Als pilote is het het lastigst om na de enorme krachtexplosie bij het afduwen binnen de seconde supergeconcentreerd te zijn op het rustig gecontroleerd sturen”, zegt Elfje. “Bij de start laad je je op om die slee van ongeveer 175 kilogram zo
9
hard mogelijk vooruit te duwen en dan moet je zo snel mogelijk in die slee springen en minder dan één seconde later zit je al in de eerste bocht. De eerste bochten zijn relatief rustig en daar moet je net heel rustig kunnen sturen. Pas op het einde gaat het sneller en kun je wat heviger zijn, maar die omschakeling van heel intensief starten naar het rustige sturen, is echt moeilijk.”
“ Als wij overkop zouden gaan tegen 120 km per uur, dan kan de remster zware brandwonden oplopen.” “Voor een remster is de timing het lastigst. Je moet met z’n tweeën het ideale moment inschatten om in de bob te springen. Die schuift al van bij de start naar beneden en als hij versnelt door ons duwen en door de zwaartekracht, dan moet je inspringen op het moment dat je voelt dat je zelf niet meer kunt duwen. Anders ga je eraan hangen en rem je de bobslee weer af.” Wat bepaalt je eindklassement? “De start en de afdaling zijn in verhouding even belangrijk voor je klassement. Zonder goede start heb je zeker geen goede eindtijd en als je slecht stuurt, heb je ook geen goede eindtijd. Bobsleeën is een combinatie van beide. Het derde aspect dat je eindresultaat bepaalt, is je materiaal.” Tekst: Dirk VANDER ELST Foto’s: Elfje WILLEMSEN
I-mag februari 2011
technologie
MODERN TIMES MODERN TIMES Flets bier krijgt toekomst… Ga even een kijkje nemen op de website van GrinOn Industries en op de tonen van de Willem Tell Ouverture tappen drie kerels in een goede minuut tijd maar liefst 44 pinten bier. Van onderuit. Niet langer de klassieke truc door de ene pint na de andere onder de lopende tapkraan te houden, zoals dat gaat op goede oude Vlaamse kermissen, bals en feesten. Nee, Amerikaan – hoe kan het anders? - Josh Springer van GrinOn Industries ontwierp een bierglas dat je langs onder kunt vullen. Op de open bodem van het glas ligt een magneet, die zich verplaatst, als het bier langs onderen in het glas stroomt. Als het glas gevuld is, neemt de magneet opnieuw haar plaats in en zo sluit ze het glas weer af. Alleen maar voordelen zien de grote commerciële geesten van deze tijd erin: de tijd om het glas te vullen is veel korter dan met een traditionele tapkraan en sneller tappen betekent meer en snellere winsten. Voor massaconsumptie een ideaal systeem, zo lijkt ons. Als je het niet zo erg vindt dat je pintje amper een schuimkraag heeft en als het uitzicht wat flets mag lijken: ideaal. Maar voor echte bierdrinkers, die van een stijlvolle pint houden, wordt dit een nachtmerrie. Net zoals de schroefdop voor wijnflessen de echte wijnliefhebber in de gordijnen jaagt, kan deze vondst ideaal lijken voor hamburgervretende en massaconsumerende dikkerds, maar je zult er geen wedstrijd voor de beste barman mee winnen. Waait wellicht binnen de kortste tijd over naar de echte bierlanden. Zoals het onze… www.grinonindustries.com
Lasercamera kijkt om de hoek Medewerkers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) hebben onder leiding van professor Ramesh Raskar een methode ontwikkeld om met een lasercamera en ‘femtofotografie’ om het hoekje te kunnen kijken. De lasercamera maakt een driedimensionale reconstructie van de ruimte. De femtosecondelaserstralen weerkaatsen tegen deuren, spiegels en andere objecten en komen weer terecht bij de camerasensor. De beelden worden gereconstrueerd door voortdurend pulsen uit te zenden en telkens tijd en afstand tussen zenden en ontvangen te meten. Een algoritme helpt bij de reconstructie. Door gebruik te maken van de weerkaatsingen van een tegenoverliggende wand kan het systeem om het hoekje kijken. Zo worden tal van toepassingen mogelijk voor de nieuwe technieken: militair (kamer wordt in beeld gebracht voor er soldaten binnen gaan), reddingsoperaties (bij ingestorte of brandende gebouwen kan men nagaan of er nog iemand in een kamer is), medisch (ruimer gezichtsveld bij endoscopische onderzoeken) en verkeer (voorkoming van ongevallen bij blinde hoeken). www.media.mit.edu
I-mag februari 2011
10
MODERN TIMES
Draadloos opladen?
Blits geheugen?
Kijk, papa, zonder kabels! Dat we draadloos kunnen internetten, mailen en nog veel meer fraaie dingen doen, daar kijkt geen kat nog van op. Maar wifi kan nog veel nuttiger worden. RCA wil namelijk de energie die bij draadloze toestanden verloren gaat, recupereren en omzetten in energie om toestellen, zoals gsm’s, toetsenborden, muizen en laptops permanent mee op te laden. Snoeren en draden verdwijnen massaal en moeder de vrouw wordt eensklaps vrolijk ende blij, omdat die vervelende kabels niet langer het uitzicht van kantoor of werkkamer ontsieren, maar ook al omdat ze stukken makkelijker kan (laten) poetsen. De AirPower-opladers zijn ontworpen om de resterende energie van draadloze netwerken ‘op te zuigen’ en er hun interne batterij mee op te laden. Als de AirPowers na zowat zes uur volledig opgeladen zijn, kun je ze met een usb verbinden met lage-energietoestellen en die met de AirPower opladen. De AirPower zelf hoef je niet in te pluggen. Laat hem gewoon zes uur liggen in de buurt van een draadloos netwerk en hij is opgeladen. www.ubergizmo.com
Nikon, Sandisk en Sony werken samen en dat moet gensters geven. Ze werken in de eerste plaats samen aan een geheugenkaartje dat inzake snelheid, opslagcapaciteit en verwerkingssnelheid zijn gelijke niet kent. Revolutionair? Wellicht. De CompactFlashkaarten zouden tot twee terrabyte kunnen opslaan en gegevens kunnen verwerken tegen een snelheid van 500 megabyte per seconde. De beste transfersnelheid schommelt tegenwoordig rond de 170 megabyte per seconde. Voor hun revolutionaire kaartjes willen de drie grote bedrijven gebruikmaken van de PCI Express seriële interface. www.sandisk.com www.sony.com www.nikon.com
Jada is Vlaamse wereldprimeur Leds verlichten Nederlandse autosnelweg
Het Flanders Mechatronics Technology Centre (FMTC) in Heverlee ontwikkelde een badmintonrobot en noemde hem Jada. Jada (heeft de naamgeving iets te maken met Kim Clijsters?) kan een pluimpje dat door een mens over het net wordt gespeeld onderscheppen en terugslaan. Jada gebruikt daarvoor veel technologie die ook gebruikt worden in machines. Jada heeft drie motoren die worden aangestuurd door een elektrische stuurkast, drie computers en twee camera’s. De camera’s herkennen het pluimpje, de computers berekenen de verwachte baan en de plaats waar de robot het pluimpje kan onderscheppen. Daarna stuurt een controller, die snelheid en nauwkeurigheid combineert, de drie motoren aan via de elektrische stuurkast. Jada is in minder dan 1 seconde ter plaatse en slaat het pluimpje terug. De snelheid waarmee Jada naar het pluimpje slaat, is vergelijkbaar met de snelheid waarmee een weefgetouw een tapijt stikt. De nauwkeurigheid van Jadas receptie komt overeen met de precisie van de sturing van een maaidorser. De intelligentie waarmee Jada zich aanpast aan de beweging van het pluimpje is te vergelijken met plooibank voor metaalplaten. En het FMTC denkt al aan een broertje voor Jada, die een groter bereik zal krijgen, energie zal kunnen recupereren uit zijn bewegingen, uitgerust wordt met draadloze communicatie naar de camera’s en een zelfdiagnose kan uitvoeren bij foute terugslagen. Op naar de oneindige badmintontraining en het gegarandeerde verlies, als je gerobotiseerde sparring partner dat pluimpje tot in het oneindige blijft retourneren…
Ook Nederland haalde een wereldprimeur binnen door de autosnelweg A44 als eerste snelweg ter wereld te verlichten met ledverlichting. Deze maand wordt die ledverlichte snelweg officieel ingehuldigd. De 6,5 kilometer lange en vrij smalle A44 tussen Burgerveen en Kaagbrug is een uitstekende testlocatie voor het proefproject. De leds sparen zowat de helft van de energie uit. Dat kan nog oplopen, als de ledtechnologie nog verbetert. De leds leveren een jaarlijks energiebesparing op van 135.000 kWh of 27 ton CO2-reductie. De leds worden wellicht een haalbare optie om op termijn het energieverbruik zeer sterk te reduceren. De overgang naar ledverlichting zal zich geleidelijk aan doorzetten op plaatsen waar het kan en voornamelijk, wanneer vervanging nodig is. Sinds november 2010 werd het mogelijk om ledlampen te gebruiken in verlichtingsmasten van twaalf meter. Tot dan bleek het onmogelijk om ledarmaturen te maken met beperkte afmetingen die toch voldoende licht gaven. Voor de verlichting wordt de ledarmatuur van Philips Speedstar gebruikt. Die is ruim een meter lang en voorzien van 152 leds, goed voor 242 watt. Voor een goede lichtspreiding heeft elk ledlampje een eigen lensje. www.rijkswaterstaat.nl
www.fmtc.be Tekst: Luc VANDER ELST
11
I-mag februari 2011
technologie
Eerste Vlaamse turnzaal van strobalen Architect Peter Vos tekende voor vernieuwend en ecologisch project MILLEN. De nieuwe turnzaal van de gemeentelijke basisschool De Driesprong in Millen, een lieflijke deelgemeente van Riemst (Limburg), is het allereerste gemeentelijke strobalengebouw in Vlaanderen. Het schooltje zat allang om een geschikte turnzaal verlegen. Toen daar eindelijk budget voor was, werd het ontwerp meteen aanbesteed. Uit de verschillende inzendingen koos het gemeentebestuur het ontwerp van architect Peter Vos van de architectengroep Barchi, gestart in 1992, en zelf ook in Millen gevestigd. Geen evidente keuze, want strooien turnzalen zijn allesbehalve dik gezaaid. De strobalen turnzaal nadert haar voltooiing.
Dat de drie kinderen van de architect in De Driesprong schoollopen en de goede, jarenlange samenwerking tussen de architect en de gemeente, hadden vast ook een gunstige invloed op de beslissing. “Na een reis door Australië, was mijn schoonbroer vol lof over een huis in hout en stro waarin hij had overnacht. ‘Bouw mij er ook zo één!’ luidde de opdracht”, zo begint Peter Vos zijn verhaal. “Ik heb dan wel postgraduaat monumentenzorg gedaan, maar ik moest er toch eerst even een nachtje over slapen. Ik ging in het Openluchtmuseum van Bokrijk mijn licht opsteken, maar die oude huizen zijn opgetrokken uit wilgentwijgen, bepleisterd met
leem. Zelf opteerde ik voor strobalen. Uiteindelijk ging ik met een timmerman in zee en samen bouwden we als oefening een vakantiewoning in Mal bij Tongeren.”
bouw. Daarom wordt eerst het dak en de houten draagstructuur neergezet. Het skelet is altijd in hout, want bij metalen of betonnen draagbalken bestaat er gevaar op condensatie.
Zorgvuldig ingepakt “Sindsdien voerde ik al een honderdtal strobouwprojecten uit. Het heeft lang geduurd, maar nu begint strobalenbouw toch aan te slaan. Persoonlijk ben ik wel blij dat ik zoveel tijd heb gekregen, want het gaat toch wel om een zeer specifieke bouwwijze met heel belangrijke details. Zo moeten de strobalen kurkdroog zijn en moeten zij dat ook blijven tijdens heel de
Het geheel wordt zorgvuldig ingepakt met zeilen om te voorkomen dat het stro nat wordt. De leem, die we hier in Haspengouw uit de grond halen, gebruiken we enkel aan de binnenkant van de wanden. Buiten zou die er immers afspoelen met de regen. Leem als wandbepleistering werkt als een ademend dampscherm. Het neemt vocht op bij hoge luchtvochtigheid en geeft het weer af bij droogte.
Het huis van Vos Vanzelfsprekend woont ook Peter Vos zelf gedeeltelijk in een houten huis met wanden van stro, al was dat niet zo eenvoudig realiseerbaar. De architect woont in een beschermd monument: een pastorie die nog van zijn grootvader was. In de tuin waar Vos de houten uitbouw had gepland, staat een eeuwenoude eik. “Om sentimentele redenen wou ik die niet omhakken. Daarom heb ik de uitbouw ontworpen rond de eik, zodat die nu in het midden van mijn kantoorruimte staat.” WP
I-mag februari 2011
12
TECHNOLOGIE
van de speelplaats te behouden werd ervoor gekozen om de nieuwe turnzaal tegen de bestaande woning op te trekken. Maar het volume voor een sporthal is groot en dominant. Het was dan ook een uitdaging om het gebouw op kindermaat te ontwerpen. De lagere volumes aan de straat en het speelplein breken dan ook de hoogte, net als het gebogen dak, dat werd losgewerkt van de glazen wanden om een zwevend effect te verkrijgen. De afgewerkte turnzaal, opgetrokken uit strobalen.
Aan de buitenkant gebruiken we traskalk, gemaakt uit een vulkanisch eruptief gesteente. Het bestaat uit veel vrije kiezelstenen, verschillende mineralen en chemisch en fysisch gebonden water.”
Lachende boeren “Het stro komt van boeren uit de streek. Eerst lachten zij met mijn vraag naar stro. Stro is per slot van rekening afval. Nu dus allang niet meer. De boeren houden 60.000 balen voor mij in voorraad. Voor een huis van 10 op 15 meter met twee verdiepingen zijn 12.000 tot 15.000 strobalen nodig. De boeren snijden het stro op gelijke lengte het overtollige scheersel mengen we in de leem - en zij persen het tot balen van 80 x 35 x 45 cm elk. Een strowand heeft bijzonder gunstige bouwfysische eigenschap-
Baal na baal
pen. Als ‘derde huid’ leveren strowanden de beste prestatie, met welke andere constructie je ook maar vergelijkt. Omdat de afwerking uit een stuclaag van leem aan de binnenkant en van kalk aan de buitenkant bestaat, is de warmte-isolatie ongeëvenaard; de ademende werking garandeert zowel ’s zomers als ’s winters een gezond en aangenaam binnenklimaat. Eén centimeter stro heeft trouwens precies dezelfde isolatiewaarde als 1 centimeter rotswol.”
Beschermd De huidige schoolsite ligt in de zeer dichtbebouwde dorpskern. Ze ontstond door de samenvoeging van het bestaande schooltje en een voormalig kloostergebouw, een beschermd monument. Om het karakter
“In België gebruikt men voor strobouw gewoonlijk de techniek van een houtskelet als dragende constructie. Strobalen dienen dan als gevelopvullend isolatiemateriaal. Dat lieten we door een aannemer uitvoeren. Het moest tijdig klaar zijn voor de Europese strobalenmeeting die in de zomer van 2009 voor het eerst in België georganiseerd werd. Deelnemers uit 25 landen wisselden daarbij hun ervaringen uit en demonstreerden technieken. Het was de bedoeling dat ook ouders en leerlingen de bepleisteringtechnieken zouden oppikken om daarna zelf de turnzaal voort af te werken. Maar dat lukte slechts gedeeltelijk en sleepte te lang aan, omdat er te weinig medewerking kwam van de ouders. De turnzaal moest in september natuurlijk gebruiksklaar zijn en het bepleisteren vergt toch wel wat ervaring
Architect Peter Vos en basisschooldirectrice Gusta Monard.
“ Riemst profileert zich als een groene, milieuvriendelijke gemeente. Als eerste gemeente in Vlaanderen subsidieerde Riemst de isolatie met biologische materialen. Wij geven verschillende subsidies voor milieuvriendelijke toepassingen.”
Waarheen met het schilderij van opa? Een nadeel van strobouw is dat men niet gelijk waar een keukenkastje of schilderij aan de muur kan hangen. Maar dat euvel wordt verholpen door enkele volle binnenmuren of door rails tussen de houten balken van het skelet te plaatsen. Daarom maakt men best foto’s van het geraamte en meet men alles keurig op, om nadien te weten waar de balken zich precies bevinden. WP
13
I-mag februari 2011
Een beetje geschiedenis De vroegste restanten van met leem bestreken vlechtwanden dateren van 4500-4000 voor Chr. In de Sandhills van Nebraska (VS) trokken Europese inwijkelingen eind 1800 de eerste strobalengebouwen op als bescherming tegen het extreme woestijnklimaat. Die kolonisten teelden graangewassen in een gebied zonder steen of hout om mee te bouwen. Terwijl ze wachtten op hout dat de volgende lente met de trein zou toekomen, bouwden ze tijdelijke huizen met wat voor hen een restproduct was: de tot balen samengeperste stengels van de graanteelt. In die periode werd ook de balenpers uitgevonden. Ze bouwden direct met de balen alsof het grote bouwblokken waren. Die balen vormden de dragende structuur. Dat systeem is nu bekend als het Nebraska- of zelfdragend systeem. Na Amerika volgden Australië, Nieuw-Zeeland, Canada,… In de jaren ’90 waaide strobalenbouw over naar Europa als nieuwe trendsetter in bio-ecologisch bouwen. 1999 was het geboortejaar van strobouw in België: ecologisch architect Mark Depreeuw introduceerde het strobalenverhaal als een workshop in de Lierse Steinerschool. Daar bouwden de leerlingen een strobalen binnenmuur. Het was architect Peter Vos die in datzelfde jaar de eerste strobalenwoning bouwde. Sinds 2002 komen ook in Nederland enkele strobalen huizen voor, onder andere in het Friese Koudum, in het Zeeuwse Ouwekerk en sinds 2006 ook in Almere. WP
Wanden en plafond worden met strobalen opgetrokken en daarna afgewerkt met een natuurlijke laag.
en handigheid. Daarom hebben we dat uiteindelijk door de firma Leemniscaat uit Antwerpen laten doen.” “Tussen de spanten van het houten skelet werd het stro baal na baal geplaatst. Na de tweede laag werden die balen dan met wilgentakken verticaal verankerd. Ver volgens, na een derde laag, werden nog eens wilgentakken toegevoegd. Voor de stevigheid werden dan de drie verticaal verankerde lagen stro met een horizontale dwarsbalk flink samengeperst. Die balk kwam boven op de balen. Dan de dwarsbalk met spankoorden of een hydraulische krik aangeperst en met hoekijzers aan de houten spanten vastgemaakt. Zo ontstond een zeer stabiele, compacte wand: goed voor de stevigheid, heeft een hoge isolatiewaarde en is brandveilig.”
Het strobalenverhaal is ook bijzonder milieuvriendelijk: stro isoleert precies evengoed als rotswol, het is CO²-neutraal en volledig volgens de Kyoto-normen. Op de energieprestaties van het gebouw is er momenteel nog geen duidelijke kijk, omdat de turnzaal pas sinds september 2010 in gebruik is. “We verwachten wel dat de energieprestaties prima zullen zijn, want er wordt gebruikgemaakt van vloerverwarming met een condensatieketel op lage temperatuur. In de winter zorgt die voor een basistemperatuur van 18° Celsius.”
I-mag februari 2011
“Als er de middelen voor zijn, is het de bedoeling om een zonneserre op het zuiden aan te bouwen. De lucht in die serre wordt opgewarmd en via een balansventilatie naar de turnzaal gestuurd. Door de ramen tussen de zaal en de serre te openen wordt er gezorgd voor de aanvoer van voorverwarmde, verse lucht. Daarnaast wordt ook een groendak overwogen.” Uiteindelijk heeft de turnzaal 200.000 euro gekost, btw inclusief, terwijl dat voor een traditioneel gebouw vermoedelijk 350.000 euro zou geweest zijn.
Concurrentieel “In heel België zijn 5 of 6 architecten bezig met strobalenbouw. Dat is bedroevend weinig. De Belg is duidelijk wel met een baksteen in zijn maag geboren, maar niet met een strobaal. Gelukkig gebeurt het ook dat mensen de eerste keer voor een bakstenen huis bij mij komen, maar bij het tweede gesprek gaat het over een strobalenwoning. Het strobalenverhaal is ook bijzonder milieuvriendelijk: stro isoleert precies evengoed als rotswol, het is CO -neutraal en volledig volgens de ² Kyoto-normen. Alles komt uit eigen streek: het stro van de akkers, het hout uit de bossen en de leem uit de grond. Tot een halve eeuw geleden werd hier nog zo gebouwd. Dat werd vervolgens verdrongen door bakstenen huizen, waarschijnlijk eerst als statussymbool. De bouwwoede vanaf de jaren ’60 deed stro als bouwmateriaal helemaal vergeten. Het skelet van de bouw is overgedimensioneerd, omdat de strobalen zo volumineus zijn. Skelet en
14
dak zijn dan ook door een professionele timmerman gemaakt, net als de ramen, deuren en bepleistering. Zo zijn er totaal geen risico’s verbonden aan strobalenbouw. En het is voordelig, want men bouwt zelf zijn eigen woonst. Een strobaal weegt max. 15 kg. Daardoor heeft strobalenbouw met ongeveer 850 euro/m² een zeer concurrentiële prijs t.o.v. traditionele bouw.”
Directrice Gusta Monard is schoolhoofd van de gemeentelijke basisschool De Driesprong en is in de wolken over haar turnzaal. “Ik vind het een heel mooi gebouw met een ongewone vormgeving. Vooral het golfeffect van het dak en de ramen is bijzonder en speels. Voordien had ik ooit al wel eens van strobouw gehoord, maar eerlijkheidshalve kan ik niet zeggen dat ik er zelf ook voor gekozen zou hebben. Wij komen uit een periode toen ecologisch bewustzijn minder belangrijk was dan vandaag. Zo dateren de andere schoolgebouwen hier van meer dan 30 jaar geleden. Ik vind het wel heel positief dat we met deze strobalen turnzalen de jonge mensen een belangrijke voorzet hebben gegeven. Niet alleen konden de kinderen van heel dichtbij volgen hoe een dergelijk gebouw wordt opgetrokken, maar zij mochten ook zelf een handje toesteken. Dat was natuurlijk heel speciaal voor hen. Onze turnzaal krijgt nu veel aandacht, ook van andere scholen die een kijkje komen nemen.”
TECHNOLOGIE
Welk stro voor strobalenbouw? Stro bestaat uit de droge bloeistengels van graangewassen. Tijdens het maaidorsen van graan blijven de plantenstengels met de lege aren achter op het land. Ze worden tot grote ronde balen opgerold of tot rechthoekige strobalen (stropakken) samengeperst. Stro wordt ook almaar vaker ondergeploegd. Van het in Europa geproduceerde stro bestaat 80% uit tarwe- en gerststro. Gerststro heeft een iets hogere voedingswaarde dan tarwestro, maar het neemt minder gemakkelijk vocht op. Roggestro is lang stro, dat vroeger onder andere gebruikt werd om er bijenkorven, manden, strodaken en stropoppen mee te maken of om daken met holle dakpannen af te dichten tegen sneeuw. Het stro dat in onze contreien voor de huizenbouw wordt gebruikt, is meestal tarwestro. Strobalen zijn kurkdroog en uiterst brandbaar. Maar niet als de strobalen aan de binnenkant met leem en aan de buitenkant met kalk bepleisterd worden. Een dergelijke wand heeft een brandweerstand van anderhalf uur. WP
Mooi en functioneel “Het ontwerp voor de nieuwe turnzaal was natuurlijk in de eerste plaats mooi en functioneel”, stelt Hilde Palmans, duurzaamheidsambtenaar van de gemeente Riemst. “Misschien hadden we het dus ook wel gekozen, als er met andere, klassieke bouwmaterialen werd gewerkt. Maar de voordelen van strobouw zijn uiteraard niet mis.” “Het begrip duurzaamheid is iets van de laatste tien jaar. Het is mijn taak om er op toe te zien dat de principes van duurzaamheid worden toegepast binnen de gemeente. Riemst profileert zich immers als een groene, milieuvriendelijke gemeente. Zo is er een heel team dat op gemeentelijke bouwprojecten toekijkt. De energiecoördinator en ikzelf maken deel uit van dat team. Vroeger was dat ondenkbaar. Zo werden de uitbreiding van de bibliotheek en de kinderopvang in Herderen al gerealiseerd. Het is dan ook niet meer dan normaal dat het buitengewoon duurzame karakter van de bouwtechniek van de Uiteindelijk heeft de turnzaal turnzaal een belangrijk pluspunt 200.000 euro gekost, btw inclusief,
terwijl dat voor een traditioneel gebouw vermoe-delijk 350.000 euro zou geweest zijn.
Oproep “Het is niet evident om een leemhoop in open lucht op te slaan”, stelt Peter Vos. “Bovendien weegt leem aardig wat om het op de muren te kunnen aanbrengen. Daarom zijn wij op zoek naar eigen spuitmogelijkheden voor leem. Wij gebruiken leem, ‘gewapend’ met stro, maar dat maakt het extra moeilijk om het te spuiten. Daarom doe ik graag een oproep voor nuttige suggesties door de lezers van I-mag. Zij kunnen contact opnemen via
[email protected] WP
Een professioneel bedrijf brengt de wandbepleistering aan.
was. Daarnaast is er ook de sensibilisering van de buitenwereld. Als eerste gemeente in Vlaanderen subsidieerde Riemst de isolatie met biologische materialen. Wij geven verschillende subsidies voor milieuvriendelijke toepassingen.”
Strobalenroute “Persoonlijk kende ik Peter Vos, architect van de nieuwe turnzaal, al langer. Sinds een paar jaar organiseren we samen openhuizenroutes, met aandacht voor zonneboilers, fotovoltaïsche zonnepanelen, e.d. en workshops rond ecologisch bouwen. Toen in Val-Meer een strobalenhuis werd opgetrokken, gingnen we in 2005 voor het eerst van start met een strobalenroute. Dat initiatief wordt nu door de Bond Beter Leefmilieu voortgezet. Zelf ben ik ook voor strobalenbouw te vinden. In mijn eigen huis plaatste ik stromatten tegen de wanden die daarna geleemd werden. De vochtregulerende werking is duidelijk merkbaar, vooral in de badkamer. Bij een volgende gemeentelijke nieuwbouw zal ik vast ijveren voor een passief gebouw, opgetrokken uit zoveel mogelijk ecologische materialen, waaronder stro. Een decennium geleden ondervonden we nog weerstand bij architecten over de principes van duurzaam bouwen, maar nu zijn zij echt wel over de streep getrokken.” www.barchi.be www.casacalida.be
Tekst: Wouter PEETERS Foto’s: ARCHITECTENGROEP BARCHI en Wouter PEETERS
samenleving
Het geluid van de toekomst In de ‘Modern Times’ van december (I-mag oktober 2010) schitterden al een brilloos 3D-scherm en een bioscoopsysteem dat in staat was om de reactie van toeschouwers te meten. Maar hoe zit het eigenlijk met de evolutie van de andere helft van de bioscoopervaring: het geluid? Stichting ‘The game of life’ uit het Nederlandse Leiden heeft alvast een klinkend antwoord klaar. Met hun ‘Wave field synthesis’ maken ze een sprong in de evolutie van ruimtelijk geluid, vergelijkbaar met de overrompelende 3D-visuals van Avatar.
Al in 1999 was Arthur Sauer samen met Erwin Roebroeks aan de slag met geluid in meerdere dimensies. Hun oorspronkelijke ‘The game of life’-installatie bestond uit een achtkanaalsgeluidssysteem, geïnstalleerd in een iglovormige tent. “Het idee was om een soort ufo te maken die willekeurig in een weiland kon landen”, zo verduidelijkt Sauer. “En er is concert.” Helemaal toevallig was dat natuurlijk niet. “Als je jong bent, heb je natuurlijk je grote voorbeelden. Voor ons was dat Xenakis met het Philips-paviljoen op de wereldtentoonstelling van '58 , een soort achtbaan van speakers door een waanzinnige ruimte. Ik heb daar ooit in Den Haag een reconstructie van gehoord. Op dat
I-mag februari 2011
moment besef je niet dat de plannetjes die je dan maakt, ooit kunnen uitkristalliseren.” Op de universiteit van Delft kwam Sauer vervolgens in contact met het werk van professor Berkhout uit 1986. Prof. Berkhout had een systeem ontwikkeld, gebaseerd op een 17de-eeuws theoretisch principe van de Nederlandse wis- en natuurkundige Christiaan Huygens. Het bleek volgens dat principe mogelijk om nagenoeg elke geluidsgolf ruimtelijk exact te reconstrueren, als je maar een voldoende aantal ‘puntbronnen’ of luidsprekers hebt. Wave field synthesis, de fysisch exacte nabootsing van geluidsgolven, was geboren. Wave field synthesis (WFS) verschilt daarin sterk met de zogenaamde
16
‘psycho-akoestische’ benadering van stereo- of 4.1 surroundsound. “Stereo klopt alleen maar, als je tussen de speakers gaat zitten”, stelt Sauer. “Dan weet je dat alle afstanden gelijk zijn. Daar is het hele systeem op gebaseerd. Er is maar één zogeheten sweet spot, terwijl WFS een hele sweet area heeft.” De eerste WFS-systemen waren betrekkelijk bescheiden wegens de beperkte rekenkracht. Zelfs met zelfgebouwde computers kwam men ‘slechts’ aan vierentwintig puntbronnen. Dat zette Sauer aan het denken: “Die technologie van Berkhout was ondertussen 20 jaar oud en computers waren ondertussen waanzinnig vooruitgegaan. Ik spreek over de tijd van de Commodore 64. Het moest mogelijk zijn om een nog veel spectaculairder resultaat te bereiken.”
Meer en beter Ook andere partijen ontdekten ondertussen Wave field synthesis. Het Duitse Frauenhofer Instituut, bekend als uitvinder van het MP3-compressiealgoritme, had in 2004 al een bioscoopzaal beschik-
SAMENLEVING
baar in Ilmenau op basis van dezelfde principes én met een ingebouwd WFS-systeem. Sauer ging er samen met enkele andere componisten kijken. “Het was alles waarvan je droomde dat je met elektronische muziek zou kunnen”, stelde Sauer vast. “Alleen was het erg duur.” Ze besloten dat ze het zelf wellicht beter en goedkoper konden. The game of life-stichting Arthuer Sauer, componist elektronische zette zich aan de constructie muziek voor ‘The game of life’. van een systeem met 192 speakers (96 kanalen per PCI-bus) met zelfgering en perspectief hebben, dus van een produceerde software. hele ‘sweet area’.” Sauer werkt vooral “Eigenlijk is de software zelf heel eenvouvanuit een soort akoestische scenografie. dig hoor”, geeft Sauer toe. “Het zijn maar “Met een orkest is het heel simpel: je weet een paar lijnen code. Dit is het enige altijd dat de contrabassen rechts zitten en mobiele WFS-systeem ter wereld, wat het de violen links”, zo legt hij uit. “Je kan dus wel uniek maakt.” moeilijk tegen de violist zeggen: ga jij maar vanaf maat twintig over het podium lopen. Met WFS moet je als componist Nieuwe compositie gaan nadenken: waar zitten die violen dan? Je gaat bijvoorbeeld vragen dat ze Vooral de herinterpretatie van elektroniop een bepaalde manier gaan bewegen. In sche muziek voor dit soort systemen is zekere zin wordt dat dus eerder acteren. een soort persoonlijke missie geworden Geluiden worden karakters in een ruimtevoor Sauer. Daarmee wil hij zijn elektronilijk spel.” sche muziek op andere plekken introduceren dan de typische discotheken. Sauer is er nuchter over: “Elektronische muziek is “Het moest mogelijk zijn om erg moeilijk te verkopen aan concertzalen, een nog veel spectaculairder wat is immers het verschil met een cd'tje resultaat te bekomen.” afspelen? Maar dankzij WFS kan je een heel andere ervaring aanbieden.” Maar er zijn ook andere benaderingen volVoor componisten vraagt het een totaal gens Sauer. Zo kan je het systeem gebruinieuwe benadering, aldus een enthousiasken om zo realistisch mogelijke geluiden te Sauer: “Je denkt niet meer vanuit dat te creëren. Onweer laten klinken bij een ene perspectief van de centrale plaatsing heldere hemel bijvoorbeeld. Sommige van de componist, van die ‘sweet spot’. Je componisten werken dan weer vanuit een denkt vanuit de vele posities van het metaforische benadering of vanuit een publiek die telkens een individuele ervaabstract idee dat transformaties vertaalt
“ Er is maar één ‘sweet spot’ in een stereoopstelling, terwijl WFS een hele ‘sweet area’ heeft.” 17
in geluid en verplaatsing. Ook een akoestische ruimte kan nagebootst worden. “Je kunt een concert van Mozart virtueel in de keuken plaatsen”, zegt Sauer. “In een kerk of buiten.” Een ruimte nabootsen blijkt niet zo moeilijk te zijn. “Als je vier vlakke golven opneemt in het systeem, dan is dat al niet meer te onderscheiden van een meer complexe benadering. Het is dus niet nodig dat we een zeer complexe berekening van de ruimte maken.”
Doorbraken WFS staat nog aan de start van een rijke carrière als doorbraaktechnologie. Maar om echt opgemerkt te worden heeft het vooral inhoud nodig. Er zijn momenteel nog vrij weinig composities te vinden voor dit soort systeem. “Nochtans is het erg eenvoudig in gebruik”, vindt Sauer. “De meesten begrijpen het systeem al na vijf minuten.” Het is gewoon wachten op de James Cameron van het 3D-geluid, een WFSconcert dat iedereen gehoord moet hebben. The game of life-Stichting zorgde ervoor dat componisten met een eenvoudige hoofdtelefoon al aan de slag kunnen, vóór ze hun werk op een WFS-installatie uittesten.
“ Je kan een concert van Mozart virtueel in een keuken plaatsen, in een kerk of zelfs buiten.” “De software is bewust open source gemaakt”, zo verklaart Sauer. “En als je wil, kun je rechtstreeks in het onderliggende systeem – Supercollider – programmeren.” Het is nog even wachten op de huis-tuinen-keukenversie van de Wave field synthesissystemen, maar Sauer lijkt optimistisch. “Momenteel bestaan er al zogenaamde ‘flatpanel speakers’ die je desnoods als schilderijtjes kan gaan vermommen. Technologiebedrijven zijn toch steeds op zoek naar evoluties die de vorige toestellen overbodig maken. Net zoals de VHSband werd vervangen door dvd en nu door Blue Ray, is het niet ondenkbaar dat de surroundsystemen ooit vervangen worden door Wave field synthesis.” www.gameoflife.nl
Tekst: Thomas GOORDEN Foto’s: René MESMAN
I-mag februari 2011
centra INDUSTRIE
Nieuwe loongrenzen 2011 Wettelijke bepalingen zijn verschenen in Staatsblad van 12 november 2010
WOMMELGEM. De loonbedragen, die opgenomen zijn in de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten, worden elk jaar aangepast aan de index. U krijgt hierna een overzicht van de belangrijkste aanpassingen.
De nieuwe loongrenzen zijn van toepassing vanaf 1 januari 2011 en werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12 november 2010. De loongrenzen liggen op respectievelijk 30.535, 36.604 en 61.071 euro.
Opzeggingstermijnen Afhankelijk van het brutojaarloon moet de werkgever ook rekening houden met een minimale opzeggingstermijn. Als het brutojaarloon lager ligt dan 30.535 euro, geldt een opzeggingstermijn van drie maanden per begonnen schijf van vijf jaar. Voor een brutojaarloon hoger dan 30.535 euro geldt ook een opzeggingstermijn van minimaal drie maanden per begonnen schijf van vijf jaar, maar die kan worden verlengd, hetzij via overeenkomst die wordt gesloten na de opzegging, hetzij door de rechter. Voor een brutojaarloon hoger dan 61.071 euro op het ogenblik van de indiensttreding geldt het wettelijk minimum. Dat kan worden verhoogd via een overeenkomst, opgemaakt bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst. Ook de werknemer moet uiteraard de opzeggingstermijnen naleven. Voor de werknemer gelden volgende regels.
I-mag februari 2011
Bij een brutojaarloon van minder dan 30.535 euro: anderhalve maand bij een anciënniteit van minder dan 5 jaar en drie maanden, als de werknemer langer dan vijf jaar in dienst is. Een maximum van 4,5 maanden is van toepassing, als het brutojaarloon tussen 30.535 euro en 61.071 euro ligt. Als het brutojaarloon hoger is dan 61.071 euro, bedraagt de opzeggingstermijn zes maanden.
Recht op verlof Iedere werknemer heeft gedurende de opzeggingstermijn recht op verlof om ander werk te zoeken. De duur van het verlof is gelijk aan één dag (of twee halve dagen) per week gedurende de gehele opzeggingstermijn, als het brutojaarloon lager ligt dan 30.535 euro. Ligt het brutojaarloon hoger dan 30.535 euro, dan heeft men recht op één dag (of twee halve dagen) per week gedurende de laatste zes maanden. Vóór die periode heeft men recht op een halve dag per week.
Concurrentiebeding Bij een brutojaarloon van minder dan 30.535 euro wordt het concurrentiebeding als onbestaande beschouwd. Bij een brutojaarloon tussen de 30.535 euro en de 61.071 euro is het beding enkel van toepassing op de categorieën van functies of functies die bepaald zijn door een cao, gesloten in het paritair comité of subcomité. Bij een brutojaarloon van meer dan 61.071 euro is het concurrentiebeding rechtsgeldig, behalve voor de functies die uitgesloten zijn bij een cao, gesloten in een paritair comité of subcomité.
Proefbeding
Voor handelsvertegenwoordigers is de regeling identiek bij een brutojaarloon van minder dan 30.535 euro. Bij een brutojaarloon van meer dan 30.535 euro is de geldigheid van elk concurrentiebeding aan een drievoudige voorwaarde onderworpen: betrekking hebben op gelijkaardige activiteiten, twaalf maanden niet overschrijden en beperkt tot het gebied waarin de handelsvertegenwoordiger zijn activiteiten uitoefent.
Voor bedienden duurt de proefperiode minstens één maand. Ze mag niet langer duren dan respectievelijk zes of twaalf maanden, naargelang het brutojaarloon lager of hoger ligt dan 36.604 euro.
Tekst: Francine DEMARET
18
centra OPENBARE DIENST
“Budgetten waterbeheer problematisch” Ing. Willy Callebaut MSc is districtshoofd Dender en Moervaart bij WenZ
De Dender in Geraardsbergen, hier nog netjes binnen haar oevers.
AALST. Ing. Willy Callebaut MSc werkt bij Waterwegen en Zeekanaal (WenZ) en is districtshoofd voor zowel de Dender als de Moervaart. Willy Callebaut heeft een uitgesproken mening over werken bij de overheid, over de verhouding burgerlijk – industrieel ingenieur, over het toelagesysteem bij de Vlaamse overheid en over de budgetten voor waterbeheer. Bij WenZ in Aalst is Ing. Willy Callebaut MSc de enige industrieel ingenieur. Hij studeerde eerst bouwkunde in Aalst en behoorde tot de laatste lichting die afstudeerde als technisch ingenieur. “Wij hadden de keuze om over te stappen of niet. Van dat eerste bijkomende jaar wist niemand goed wat het zou inhouden. Het werd vooral ingevuld met werfbezoeken en dergelijke. En na vier jaar werken kon je assimilatie krijgen voor industrieel ingenieur. Dat ging allemaal zeer vlot.” Willy Callebaut doorzwom al heel wat watertjes in overheidsdienst. Hij begon zijn carrière bij de gemeente Erpe-Mere, stapte na elf maanden kortstondig over naar het ministerie van Nederlandse Cultuur en begon in 1980 bij de waterwegen. “De gewesten waren toen nog niet bevoegd en dus moesten we voor het kanaal Charleroi – Brussel ook met Franstaligen samenwerken. De verhouding was zowat 80% Franstaligen tegen 20% Nederlandstaligen. Aanvankelijk was dat moeilijk, maar ik vond dat toch een voordeel, want na bijna tien jaar in federale overheidsdienst
I-mag februari 2011
sprak ik vrij goed Frans. Op een bepaald moment word je de files evenwel beu. Ik wou dat stilaan vermijden en tijdswinst boeken voor hetzelfde werk. Ik kreeg te horen dat er een plaats vrijkwam op de Dender en kon eerst in Gent aan de slag. Ik vind werken in eigen streek belangrijk. Ik werkte gedurende zowat vier jaar in Gent en later enkele jaren in Gentbrugge. Maar nu werk ik toch al ongeveer tien jaar in Aalst. Vanaf 2012 wordt er een nieuwbouw opgetrokken bij de nieuwe te bouwen stuwsluis in Aalst. Daar komt dan ons definitief districtsgebouw.” Met zijn diensten staat Willy Callebaut voornamelijk in voor het beheer van de waterlopen. “Vroeger was dat beheer en exploitatie. Exploitatie heeft vooral te maken met bediening van de kunstwerken, terwijl beheer vooral te maken heeft met onderhoud, werken en vergunningen afleveren. We zijn ook verantwoordelijk voor onderhoud en herstel van de 8 sluizen en stuwen tussen Geraardsbergen en Dendermonde, enz. Een andere cel – de cel infrastructuur –
20
“Je moet niet meer in actie schieten, als het al overstroomd is.”
volgt de nieuwbouwwerken op. We zijn daar wel zijdelings bij betrokken. We volgen de voorbereidende vergaderingen en stellen soms aanpassingen voor met het oog op het latere onderhoud. Maar de werken zelf worden opgevolgd door burgerlijk ingenieurs, die daarvoor ook het bestek opmaken en de plannen laten tekenen.”
Bevaarbaar WenZ is alleen bevoegd voor de bevaarbare waterwegen en telt drie afdelingen: Bovenschelde (Oost- en West-Vlaanderen) met bijna 500 mensen, Zeekanaal (grotendeels de bevaarbare waterlopen van Vlaams-Brabant en een stukje Antwerpen en Limburg) met ongeveer 200 mensen en Zeeschelde (Antwerpen, een klein stukje Limburg en de Schelde) met zowat 300 mensen. Van de 1.000 personeelsleden zijn er ongeveer 50-60 ingenieur. “Industrieel ingenieurs kunnen hier ook regelmatig eens een bestek maken. De kleinere opdrachten worden tegenwoordig gegroepeerd in één bestek. Dat zijn districtsoverschrijdende bestekken en daarbij leer je ook andere mensen kennen en andere ideeën opdoen. Het werk evolueert ook mee met zijn tijd. Ik werk hier nu vijftien jaar en in die tijd hebben we langs de Moervaart inmiddels al meer dan twintig kilometer natuurvriendelijke oevers aangelegd.”
“ Wij werken veel samen met gemeentebesturen. Je creëert bijna een persoonlijke band met politici, verantwoordelijken van watersportverenigingen, enz. In je eigen streek is dat een meerwaarde. En je kunt iets realiseren in je eigen streek. Je weet en ziet wat er gaat gebeuren. Dat geeft meer voldoening.”
Ing. Willy Callebaut MSc vergelijkt graag en over lonen en vergoedingen heeft hij een zeer uitgesproken mening: bij WenZ verdienen binnenvaartbegeleiders in niveau D3 vaak meer per maand dan industrieel ingenieurs. Dat komt door allerlei vergoedingen die hen worden toegekend. “Het grootste deel van het personeelsbestand bij WenZ bestaat uit de binnenvaartbegeleiders: de vroegere sluiswachters. Die binnenvaartbegeleiders hebben veel macht dankzij de vakbonden. De vakbonden zijn hier ook maar in één doelgroep geïnteresseerd, want als de binnenvaartbegeleiders morgen een paar bruggen omhoog zetten en geen schepen meer verschutten dan staat het land in rep en roer. Dat is de realiteit. De sluiswachters (niveau D1) kunnen doorgroeien naar D2 (30%) en D3 (10%). Twee jaar geleden werd er een weddevergelijking gevraagd tussen die hoofden van de sluiswachters (D3) en de industrieel ingenieurs. Binnen WenZ is die studie bekend, maar tot vandaag worden de resultaten ervan niet bekendgemaakt. De vermoedelijke reden: die D3’s verdienen wellicht met al hun toelagen erbij meer dan
Ing. Willy Callebaut MSc
Natuurvriendelijke oevers
“ Vroeger werden we zo’n beetje bekeken als betonboeren, maar dat beeld is nu al enigszins bijgesteld. We doen nu ook veel met het oog op meer en betere natuur: vistrappen, natuurlijke oevers, enz. Na een paar jaar zien zulke natuurlijke oevers er echt zeer natuurlijk en groen uit: een heel ander zicht is dat.”
Sedert 1996 is de manier van werken veranderd. WenZ werkt samen met ANB (Agentschap voor Natuur en Bos) en met de Cel Natuurtechnische Milieubouw aan natuurvriendelijke oevers. Callebaut: “Men keek er al van op dat we daar 15 jaar geleden een bouwvergunning voor aanvroegen. Bij de overheid was dat niet altijd even evident, maar wij vragen voor alles een bouwvergunning aan, ook al omdat er enkele beschermde gebieden, zoals vogelrichtlijngebieden, binnen ons district liggen. We hebben dik vijftig bouwaanvragen lopen op dit moment.” “Vroeger werden we zo’n beetje bekeken als betonboeren, maar dat beeld is nu al heel wat bijgesteld. We doen nu ook veel met het oog op meer en betere natuur: vistrappen, fauna uitstapplaatsen, natuurlijke oevers, enz. Na een paar jaar zien zulke natuurlijke oevers er echt zeer natuurlijk en groen uit: een heel ander uitzicht is dat. Zo proberen we meer rekening te houden met andere sectoren. Het kostenplaatje ligt lager en het is een extraatje voor de natuur. De burgers en onze collega’s bij de Vlaamse overheid appreciëren dat zeer.” Met de Cel Natuurtechnische Milieubouw binnen de Vlaamse overheid wordt nagegaan wat mogelijk is. Daarna volgt een overleg met ANB, de Cel Natuurtechnische Milieubouw en WenZ. “Voor we met een project beginnen, overleggen we en daarna varen we met een bootje het traject af met enkele ontwerpen in de hand. Die ontwerpen worden op het terrein besproken en zo komen we tot een consensus. Als je dan op basis daarvan een bouwvergunning aanvraagt, dan weet je vooraf al dat de kans zeer groot is dat je die bouwvergunning ook zult krijgen. Vroeger maakten wij het plan, we stuurden de stedenbouwkundige aanvraag op en dan was het wachten op de goedkeuring. Nu wordt er samengewerkt: partners worden erbij betrokken en hebben inspraak. Als je dan met plannen komt waar iedereen zich enigszins kan in terugvinden, dan is er bij de bouwvergunning ook minder tegenkanting. Voor enkele projecten kregen we zelfs al subsidiëring van de Cel Natuurtechnische Milieubouw zelf. Dat geeft aan dat er een zeer goede samenwerking is.” “Samenwerking heeft ook vaak te maken met karakters. Met Natuurpunt bijvoorbeeld ligt de samenwerking soms moeilijker, omdat de standpunten daar extremer zijn. Tegenwoordig hebben we ook voor alles een bouwvergunning nodig, zelfs voor 15 meter oever. En zo’n bouwvergunning kan vier maanden tot soms zelfs maximaal twee jaar op zich laten wachten. Dat levert ook voor dringende zaken vaak vertraging op. Ook wij moeten voor onze eigen projecten – de veelbesproken – watertoets toepassen en even strikt naleven als de particulieren.” LVE
21
I-mag februari 2011
Mede door de besparingen is het budget lang niet meer toereikend voor een normaal onderhoud. Dat levert problemen op.
een niveau A1 binnen WenZ. Het zijn dan misschien maar toelagen, maar die toelagen krijgen ze wel 45 jaar lang.”
Toelagen De toelagen, zoals Willy Callebaut ze beschrijft, zijn binnen overheidsdiensten altijd al een heikel punt geweest. Heel wat (vaak lagere) ambtenaren beschouwen ze als ‘verworven rechten’, maar ze kosten de overheid handenvol geld en ze zijn lang niet meer van deze tijd. En er zijn tientallen toelagen binnen de overheid: weekendwerk, nachtwerk, gevaarlijk werk, ongezond werk, elektrische bediening van sluizen, middagvergoedingen, ploegenpremie, enz.
“ Binnenvaartbegeleiders niveau D3 verdienen vaak meer per maand dan industrieel ingenieurs.” “Het was soms hilarisch: waar de sluizen manueel werden bediend, kreeg de sluiswachter geen toelage. Waar de sluis elektrisch werd bediend, wel. Een schotbalk trekken na hun uren wordt extra betaald. Pleziervaart op zondag levert dubbele uren op. Dat is allemaal wettelijk voorzien, maar als je bekijkt wat sommigen van die mensen per dag presteren en wat daar dan tegenover staat inzake loon en vergoeding, dan is dat een zeer scheefgetrokken situatie. Heel wat binnenvaartbegeleiders hebben ook nog een bijberoep. Voor sommigen is dat hun hoofdberoep, want ze hebben veel tijd. Binnenvaartbegeleiders krijgen 500 tot 600 euro toelagen per maand. Sommigen wonen zo goed als gratis. Gelukkig stellen we bij de nieuw aangeworven binnenvaartbegeleiders een kentering vast en zijn die fier op hun job en het werk dat ze dagelijks leveren. Bij Waterwegen en Zeekanaal werken is totaal niet vergelijkbaar met het destijds werken bij Openbare Werken.”
I-mag februari 2011
Door meer beweegbare bruggen op afstand te bedienen wil de overheid het aantal binnenvaartbegeleiders op termijn verminderen of hen op andere plaatsen inschakelen. Op lange termijn zou het zelfs de bedoeling zijn om alle sluizen en bruggen van op slechts enkele plaatsen te bedienen.
Te weinig budget WenZ krijgt een jaarlijks vastgelegd budget van de Vlaamse regering. Mede door de besparingen is het budget lang niet meer toereikend voor een normaal onderhoud. Dat levert problemen op. Recent werden die problemen pijnlijk zichtbaar tijdens de waterellende van november en januari en plots is er dan wel aandacht voor een ruimer budget. “Sommige projecten slepen wat langer aan voor ze worden aanbesteed tegenover vroeger. Bij de uitvoering van een herstelling komen vaak bijkomende problemen aan het licht, waardoor het kostenplaatje snel oploopt. Voor dringende herstellingen is er gelukkig nog wel geld. Toen ik voor het kanaal Brussel-Charleroi werkte, hadden we zowat het dubbele van werkingsgeld voor onderhoudswerken per kilometer waterweg ter beschikking van wat we hier kunnen besteden. Binnen de Vlaamse overheid, ook op de wegen, is er vele jaren lang veel te weinig geld naar onderhoud gegaan op het budget. Bij de wegen stellen we nu vast dat er veel slijtage is en dat er veel werken nodig zijn om het wegennet terug in een normale staat te krijgen. Iedereen kan dat vaststellen. Wij stellen dat ook vast voor wat betreft de bevaarbare waterlopen. Heel wat kunstwerken zijn danig versleten, maar dan in zulke mate dat je je moet afvragen wat je daarmee moet aanvangen: herstellen of nieuw bouwen? De zes sluizen en stuwen op de Dender tussen Geraardsbergen en Aalst werden gebouwd in de periode 1860-1865. Het is dan spijtig om te
22
moeten vaststellen dat je – op het moment dat je aan het herstel bezig bent – beter af was geweest door volledig nieuw te bouwen. Door het jarenlange tekort aan budget voor onderhoud zien we vaak dat het onderhoud van vandaag verhoudingsgewijs meer kost dan nieuwbouw. Ik vind onderhoud een vorm van preventief werken. Je moet niet meer in actie schieten, als het al overstroomd is. De komende jaren zijn er wel ingrijpende werken gepland op de Dender. In 2012 wordt er gestart met de bouw van een nieuwe stuwsluis in Aalst en met nieuwe stuwen in Geraardsbergen. Vanaf 2013 afhankelijk van de beschikbare budgetten volgt de herbouw van de stuw in Denderleeuw, de afbraak van de stuw in Teralfene en de herbouw van de stuwen in Pollare en Idegem. In totaal worden die investeringswerken toch op een kleine 50 miljoen euro geraamd. Na de voltooiing van die werken zal de waterafvoer van de Dender bij hevige neerslag optimaler verlopen en zal de kans op overstromingen veel kleiner worden. Er wordt dus de komende jaren wel een grote inhaalbeweging gepland”. De verdeling van de budgetten voor onderhoud gebeurt lineair: elk district krijgt hetzelfde budget, maar dat klopt niet volgens Ing. Willy Callebaut. “Dat kan niet kloppen, want het ene district heeft meer kunstwerken dan het andere en in het ene district zijn de kunstwerken meer verouderd dan in het andere. Ik blijf evenwel hopen dat onze onderhoudsbudgetten de komende jaren toch met enkele procenten zullen toenemen.”
Industrieel ingenieurs Ing. Willy Callebaut MSc heeft zelf aan den lijve ondervonden dat je als industrieel ingenieur toch moeilijker kunt doorstromen naar topfuncties bij WenZ. “Bij de vorige vacature voor afdelingshoofd konden wij als industrieel ingenieur ge-
OPENBARE DIENST woon niet meedoen. De functie was uitsluitend voorbehouden voor burgerlijk ingenieurs. Industrieel ingenieurs hebben toch ook heel wat technische bagage mee. Blijkbaar zorgt dat ene jaar extra opleiding nog altijd voor een groot verschil.” Ook in het takenpakket wordt bij WenZ een onderscheid gemaakt tussen burgerlijk en industrieel ingenieurs. Nieuwbouwwerken, infrastructuurwerken en grote onderhoudswerken gaan meestal naar burgerlijk ingenieurs. “De industrieel ingenieurs staan als celhoofd veeleer in voor beheer en exploitatie of ze zijn districtshoofd. Als industrieel ingenieur worden we naar mijn gevoel te weinig betrokken bij briefings. Het zou nuttig zijn om vanuit de praktijk wat meer bij die vergaderingen betrokken te worden. Maar burgerlijk en industrieel ingenieurs werken tamelijk goed samen, al is er nog altijd een zeker verschil. Dat de opleidingen nu worden gelijkgeschakeld, zal weinig verschil maken. Het verschil zal vooral voelbaar blijven in de weddes. In theorie zouden die weddes moeten worden gelijkgeschakeld, maar ik denk dat het theorie zal blijven.”
De meeste ingenieurs worden statutair geworven en blijven doorgaans dus vrij lang in dienst bij WenZ. “Bij de statutairen is er heel weinig verloop. De meeste industrieel ingenieurs districtshoofden werken allemaal ongeveer in hun eigen streek. Dat is belangrijk, niet alleen voor de tijdswinst bij verplaatsingen, maar ook voor je netwerk. Wij werken veel samen met gemeentebesturen. Je creëert bijna een persoonlijke band met politici, verantwoordelijken van watersportverenigingen, enz. In je eigen streek is dat een meerwaarde. En je kunt iets realiseren in je eigen streek. Je weet en ziet wat er gaat gebeuren. Dat geeft veel voldoening.” Over het verschil in wedde tussen overheid en privé bevestigt Willy Callebaut wat algemeen vermoed wordt: de beginweddes bij de overheid zijn hoger, maar dat verandert in de loop van de carrière, omdat er in de privésector meer doorgroeimogelijkheden zijn. “Bij WenZ begin je als industrieel ingenieur in een district en dan ben je bijna meteen fin de carrière. De kans om door te groeien is relatief klein. Het grote verschil tussen privé en overheid vind je vooral bij de extralegale voordelen, maar ons pensioen ligt
nog altijd hoger dan in de privésector. Anderzijds kennen wij geen uitstappremies, brugpensioen, geen derdepensioenpijler, enz. Recent kregen we bij WenZ een bedrijfswagen. Dat vinden wij een uitstekende zaak. Het levert natuurlijk ook een extra financieel voordeel op.”
Combinatie werk-gezin “Een ander belangrijk voordeel bij de Vlaamse overheid is de combinatie werkgezin. We hebben redelijk vaste uren. Als ik om kwart na zeven begin, dan heb ik iets voor halfvier in principe gedaan. Meestal werk ik tot halfvijf, maar dat compenseer ik door één dag in de week ‘s namiddags om halfvier te stoppen, om mijn kleinkind aan de schoolpoort af te halen. Als je in de privé werkt, hoef je daar niet eens aan te denken.” Tijdens de voorbije periode van wateroverlast - midden november 2010 en midden januari 2011 - ben ik wel dag en nacht beschikbaar en onderweg om na te gaan hoe zwaardere wateroverlast kan worden vermeden.” Tekst: Luc VANDER ELST Foto’s: Luc VANDER ELST en WATERWEGEN EN ZEEKANAAL
centra LUCHT- EN RUIMTEVAART
Voormalige stagiairs lucht- en ruimtevaart even opnieuw samen WOMMELGEM. Twaalf voormalige stagiairs van de stages lucht- en ruimtevaart, die de VIK organiseert, kwamen op vrijdag 19 november 2010 even terug
momenteel nog met andere buitenlandse bedrijven die veel interesse hebben om een stageplaats ter beschikking te stellen voor VIK-stagiairs.
samen in het VIK-huis in Wommelgem. In de cafetaria werd er bij een hapje en een drankje vlot nagepraat over de verschillende stage-ervaringen en over de huidige werksituatie. Er waren ex-stagiairs van de bedrijven Mowag, Eurocopter, IAI en Honeywell USA. Honeywell USA stelde al in 1999 en 2000 stageplaatsen ter beschikking. Bij de andere bedrijven waren de stageplaatsen van recentere datum: 2008 tot 2010.
aan wie we aandacht schonken in I-mag oktober 2010. Maar de ingenieurs kwamen ook terecht bij andere bedrijven, zoals Atlas Copco, Van Hool, Newtec, ED&A, TEN Group, MIVB , AKKA Benelux, ACE en bij Defensie-Marine.
Maar de conclusie bij de oud-stagiairs was eensluidend: elk van hen heeft een fantastische ervaring gehad en heeft dat extra jaar veel geleerd. Sommigen hebben nu werk in het verlengde van hun stage, zoals Thomas Van Hoofstadt bij Gatewing,
Momenteel is er bij Mowag in Zwitserland één stagiair aan de slag. In september 2011 wordt hij daar afgelost door een andere pas afgestudeerde ingenieur. Dat blijft waarschijnlijk niet de enige stageplaats. VIK Lucht- en ruimtevaart overlegt
Op 26 maart 2011 organiseert de VIK van 10 tot 12 uur in het VIK-huis in Wommelgem een infomeeting voor alle studenten ingenieur uit het laatste en het voorlaatste jaar. Tijdens deze meeting krijg je meer uitleg over de stages en de beschikbare stageplaatsen. Studenten die interesse hebben en naar de infomeeting willen komen, zijn welkom na aanmelding via
[email protected]. Voor meer informatie kun je contact opnemen met Manuella Goyvaerts:
[email protected] of tel.: 03 259 11 06
afdelingen ACTIVITEIT IN DE KIJKER
>
MECHELEN
WARMTEKRACHTCENTRALE PROEFSTATION GROENTETEELT vrijdag 4 maart 2011 overdag aangezet, maar dikwijls is de warmtevraag dan beperkt. De warmteproductie wordt dan gebufferd in twee tanks van 220 en 300m3. Als de buffers op het einde van de dag vol zijn, wordt de installatie ´s nachts stilgezet. Overdag is bovendien de elektriciteit duurder en daarnaast is de buitentemperatuur hoger wat de rendementen ten goede komt. De opwekking van elektriciteit is economisch interessant, als de netpariteit bereikt wordt, dat wil zeggen wanneer de kostprijs van de decentrale opwekking even hoog is als bij stroomafname uit het net.
De jongste jaren wordt in de glastuinbouw volop geïnvesteerd in warmtekrachtkoppelingen ter vervanging van de klassieke ketels op aardgas of extra zware stookolie. Dat zijn systemen waarbij warmte, CO2 en elektriciteit worden opgewekt in één installatie door middel van een generator, gekoppeld aan een (gas)motor die voorzien is van een rookgasreiniger. In tegenstelling tot de opwekking van energie in grote, centraal gelegen centrales, gebeurt de opwekking van energie in warmtekrachtkoppelingen in kleinere verspreide eenheden op locaties waar een grote warmtevraag is. Die nieuwe trend in de opwekking van warmte en elektriciteit, het Distributed Energy Resources (DER) concept, zorgt ervoor dat warmte en de CO2 die vrijkomt bij de opwekking van elektrische energie ook wordt benut. Dat is meestal niet het geval bij de grote centaal gelegen centrales waar warmte en CO2 direct in het milieu worden geloosd. Die systemen zijn erg efficiënt, met een rendement van warmte en elektriciteit van 90% of meer van de primaire energie die vervat zit in de brandstof die ze verbruiken. De elektriciteit die zelf niet gebruikt wordt, wordt aan het elektriciteitsnet geleverd. Er bestaan ook andere vormen van decentrale opwekking van energie, zoals zonneboilers, zonnepanelen en windturbines en zelfs vergistingsinstallaties bij landbouwbedrijven.
• PRAKTISCH Plaats: Proefstation voor de Groenteteelt vzw, Duffelsesteenweg 101, Sint-Katelijne-Waver. Datum: vrijdag 4 maart 2011 van 17 tot 18:30 uur. Gids: Ing. Raf De Vis MSc, directeur. Kostprijs: 5 euro voor leden VIK, KVIM en VAM en studenten; 10 euro voor niet-leden. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat vóór 25 februari 2011 en daarna bedrag overschrijven op rekening nummer BE 86 4050 1063 3150 van de VIK-afdeling Mechelen, met vermelding van de referte. Uw inschrijving is pas geldig na ontvangst van de betaling. Referte: BBMLN20311. Maximum: 30 deelnemers.
In het geval van de warmtekrachtkoppeling van het Proefstation wordt de elektriciteit geproduceerd door een wisselstroomgenerator (AC) die aangedreven wordt door een MAN-verbrandingsmotor met een asvermogen van 265 kW. Het gebruik van aardgas als brandstof in deze motor maakt hem ook ecologisch verantwoord. De restwarmte van de motor wordt gebruikt voor de verwarming van serres. Bovendien is in de installatie een warmtepomp van 500 kW (bij 3°C buitentemperatuur) geïntegreerd die ook gekoppeld is aan de bestaande verwarmingsinstallatie. De warmtepomp haalt haar energie uit de buitenlucht, maar ook uit de machinekamer en de rookgassen via meerdere, aan elkaar gekoppelde, luchtcollectoren. Zo wordt een energie-efficiënte van het aardgas van bijna 100% bereikt en wordt bovendien zonnewarmte uit de buitenlucht geoogst aan een COP (Coëfficiënt of performance) die gaat van 3.5 tot 6 naargelang de buitentemperatuur en de gevraagde watertemperatuur van het verwarmingssysteem. En nog een stap verder is het gebruik van CO2 uit de rookgassen. Die laatste worden eerst gezuiverd via een systeem van selectieve katalytische reductie (SCR) en daarna aangewend voor de bemesting van de planten in de serre. In een luchtmengsel dat rijker is aan CO2 groeien planten sneller en gezonder. Om geluidsoverlast en warmteverliezen te beperken is de installatie opgesteld in een warmte- en geluidsdichte omkasting. Op het Proefstation wordt de energieproductie gestuurd volgens de warmtevraag van de serre. Omdat planten de CO2 enkel overdag benutten, wordt de installatie in eerste instantie
25
I-mag februari 2011
afdelingen
ANTWERPEN
Hoogtepunten: • Pyongyang, het uithangbord van de grote leider Kim Il Sung • Het traditionele Kaesong • Panmunjom, de demarcatielijn met het zuiden
29/03/2011 Beleggen op de beurs, Wommelgem, 19.30 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
• PRAKTISCH
Beleggen op de beurs
Plaats: KH Kempen Campus Geel, Kleinhoefstraat 4, Geel. Datum: woensdag 2 maart 2011 om 20 uur. Spreker: prof. dr. em. Marcel Geivaerts, reisleider. Kostprijs: gratis voor VIK-leden en partner; niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOKPN10311.
dinsdag 29 maart 2011 Tijdens deze algemene lezing wordt het algemeen kader geschetst dat je als individuele belegger voor ogen moet houden. Er gaat aandacht naar de principes en de regels voor het beleggen, naar de valkuilen, hoe interessante activa ontdekken die bij uw invalshoek passen en een korte voorstelling van mogelijke analysetechnieken.
Toneel: De Golf
Na deze uiteenzetting kunt u zeker met inzicht en kennis van zaken in overleg gaan met uw bankier. Elke aanwezige deelnemer krijgt hand-outs.
zaterdag 2 april 2011 De VIK-afdeling Kempen gaat weer op theaterbezoek, traditiegetrouw bij theater Zeemanshuis in Antwerpen.
• PRAKTISCH
Zij brengen ‘De Golf’ geschreven door Ron Jones naar waargebeurde feiten en ook bekend van de film. Vertaling en bewerking door Alex van Haecke.
Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem. Datum: dinsdag 29 maart 2011 om 20 uur, vanaf 19.30 uur: ontvangst met broodjes in de cafetaria. Spreker: Patrick Deceuninck (www.investa-beurs.be) Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden, 15 euro voor bedrijfsleden en 25 euro voor niet-leden. Uitgebreide keuze aan broodjes en drank, inbegrepen in de prijs. U betaalt de avond van de lezing zelf ter plaatse en cash. Een factuur kan enkel worden opgemaakt voor een bedrag van minimaal 25 euro. Per factuur wordt er 5 euro administratiekosten aangerekend. Annuleren kan enkel schriftelijk via
[email protected] en is kosteloos, als u ons 48 uur voor aanvang van de activiteit verwittigt. Als u later of niet verwittigt, is de volledige deelnameprijs verschuldigd. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat . Referte: VOAWN10311. Maximum 50 deelnemers.
Jonas Ronsmans, leraar geschiedenis aan het Koninklijk Atheneum, begint met de leerlingen van 6A humane wetenschappen aan een merkwaardig experiment. Ze willen nagaan of het nog mogelijk is dat er in onze westerse wereld een alleenheerschappij zou kunnen ontstaan. Om een en ander op gang te brengen introduceert Jonas een nieuwe beweging, namelijk De Golf. Die steunt op drie pijlers: discipline, eenheid en actie. De leerlingen reageren onverwacht bijzonder positief. Er wordt niet alleen een naam gekozen, maar er worden ook een embleem, een groet en een uniform gecreëerd. Na twee dagen heeft De Golf zowat heel de school overspoeld. Daardoor worden er vragen gesteld en dat zowel door ouders als collega’s en directie. En er wordt ook fel oppositie gevoerd. De vierde dag besluit Jonas dat er absoluut een einde moet komen aan zijn experiment. Met een doordachte en vooral confronterende ingreep zal hem dat ook lukken.
KEMPEN
De Golf is gebaseerd op waargebeurde feiten in een school in Palo Alto, Californië (1967). Ron Jones was de leraar in kwestie. Met zijn essay over ‘The Wave’ als leidraad schreef Alex Van Haecke een aan onze tijd en leefwereld aangepaste theaterversie.
05/02/2011 02/03/2011 18/03/2011 02/04/2011 04/05/2011
Gezellig samenzijn, De Kemphaan, Lille, 19 uur Lezing: Noord-Korea, Geel, 20 uur Bezoek Philips Lighting, Turnhout, 14 uur Toneel 'De Golf'', Antwerpen, 20 uur Werken aan de Liefkenshoekspoorwegtunnel, 13.30 uur 13/06/2011 Familiewandeling, Oud-Turnhout, 10 uur
Wil je er bij zijn, reageer dan snel, want er zijn slechts 20 plaatsen.
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
• PRAKTISCH
Noord-Korea
Plaats:Theater Zeemanshuis, Falconrui 21, Antwerpen. Datum: zaterdag 2 april 2011 om 20 uur. Kostprijs: 16 euro per persoon, te betalen op rekeningnummer 403-9504811-48 van Guy Roymans in 2300 Turnhout. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat, daarna betalen. Referte: CAKPN10411. Maximum: 20 deelnemers.
woensdag 2 maart 2011 Op ontdekking in Kim Il Sungs kluizenaarsrijk: NoordKorea is een unieke mix van stalinisme en boeddhisme.
I-mag februari 2011
26
ACTIVITEITEN
Liefkenshoekspoorwegtunnel
Renier natuursteen
woensdag 4 mei 2011
vrijdag 25 maart 2011
Reuzenmol boort zich onder de Schelde
Renier Natuursteen werd in het begin van de 20ste eeuw opgericht. Hamer en beitel waren toen het belangrijkste gereedschap om dit prachtige materiaal te bewerken. Intussen is er veel veranderd, heel veel. Renier verwerkt een uitgebreid gamma van natuursteen, gaande van de bekendste kalkstenen over de meer decoratieve marmers tot de technisch beste granieten. Het bedrijf is een moderne onderneming met computergestuurde machines. Ruwe blokken natuursteen worden omgevormd in uw blauwe dorpel, in uw granieten gevelbekleding of in uw marmeren badkamer.
Vanaf 2014 sporen de goederentreinen in de Antwerpse haven zonder omweg tussen de Scheldeoevers. De Liefkenshoekspoorverbinding moet daarvoor zorgen. “Schanulleke en Wiske leggen elke dag 15 meter onder de grond af,” zegt ingenieur Philippe Gillet, de verantwoordelijke voor de Liefkenshoekspoorverbinding bij de NMBS-groep. Schanulleke en Wiske zijn de twee gigantische tunnelboormachines die sinds begin dit jaar een tunnel van ruim zes kilometer bouwen onder de Schelde en het kanaaldok daarachter. De volledige boring verloopt computer- en lasergestuurd, zeven dagen per week, 24 uur aan een stuk. De gloednieuwe tunnel is slechts een stukje van de 16,2 kilometer lange spoorverbinding, die begint op Linkeroever in de sporenbundel Zuid en loopt tot het rangeerstation Antwerpen Noord.
Tot de klanten behoren zowel particulieren als architecten. De natuursteen wordt verwerkt in prachtige bedrijfsgebouwen en openbare gebouwen. Zo kan je Renier Natuursteen bewonderen in Zürich Assurances s.a. in Brussel, Origo in Aartselaar, de Koninklijke Militaire School in Brussel en de Graaf de Ferraris in Brussel. Maar Renier Natuursteen is ook aanwezig in het station van Luik Guillemins.
De werken zijn toevertrouwd aan de tijdelijke handelsvennootschap Locobouw, die bestaat uit MBG (groep CFE), Vinci Construction Grands Projets, CEI-De Meyer en Wayss& Freytag. Concreet gaat het om de bouw van treininfrastructuur met twee sporen, waarvan 4,76 km spoorweg in ophoging, 4,27 km infrastructuur in gesloten en open sleuf, de heropening van de 1,2 km lange bestaande Beveren-tunnel en de aanleg van de dubbel geboorde tunnel met een binnendiameter van 7,30 meter.
Tijdens dit bedrijfsbezoek krijgt u een exclusieve blik achter de schermen van de activiteiten in een steengroeve. Stevig schoeisel en warme kledij zijn aan te bevelen!
• PROGRAMMA 09.00 uur: samenkomst in Aarschot bij Renier Natuursteen 09.30 uur: vertrek naar de steengroeve in Sprimont (eigen vervoer en carpooling) 11.00 uur: bezoek van de steengroeve in Sprimont 12.00 uur: lunch 13.00 uur: vertrek naar het station van Luik Guillemins 13.30 uur: bezoek aan het station van Luik Guillemins 14.00 uur: einde.
• PROGRAMMA 13.30 uur: Ontvangst 14.00 uur: Voorstelling van het project door de projectleider. Bezoek aan de werken 16.00 uur: Afsluiting met vragen en nabespreking bij een drankje.
• PRAKTISCH
Het belooft eens te meer een prachtig en boeiend bezoek te worden dat u zeker niet mag missen.
Plaats: samenkomst Ketenislaan Kaai 1500, Beveren. Datum: woensdag 4 mei 2011 om 13.30 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden en partner; niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: BBKPN10511
• PRAKTISCH Plaats: Renier Natuursteen, Nijverheidslaan 1 (C110), Aarschot. Datum: vrijdag 25 maart 2011 om 9 uur. Kostprijs: gratis voor VIK- en KVIV-leden; bedrijfsleden betalen 5 euro ter plaatse; niet-leden betalen 10 euro ter plaatse. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: BBLVN10311.
LEUVEN-HAGELAND
TPCE Toyota Diest donderdag 28 april 2011
25/03/2011 Bezoek Renier natuursteen, Aarschot, 9 uur 28/04/2011 Bezoek Toyota, Diest, 18.30 uur 28/05/2011 Stadswandeling, Aarschot, 13.30 uur
Het Toyota Parts Centre Europe (TPCE) is een schakel tussen 700 leveranciers en de 10 miljoen klanten van Toyota in Europa. Er werken 700 mensen.
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
27
I-mag februari 2011
Het distributiecentrum staat in voor de verdeling van wisselstukken en toebehoren aan de nationale distributiecentra in Europa, aan de regionale magazijnen van Toyota Motor Marketing Europe (TME) en aan 650 Toyota- en Lexusdealers in de Benelux, Noord-Frankrijk en West-Duitsland. Na een investering van 20 miljoen euro is het distributiecentrum in 2007 uitgebreid van 70.000 naar 100.000 m². Er rijden constant heftrucks en andere interne vervoermiddelen. Daarom ook moet iedereen een veiligheidshesje aantrekken. Het bedrijf beschikt over een zeer groot computergestuurd magazijn. Daarnaast is er een opleidingscentrum ‘dojo’, waar nieuwe werknemers worden getraind en getest, vooraleer ze in het bedrijf mogen starten.
• PRAKTISCH Plaats samenkomst: dienst voor toerisme, Elisabethlaan 103, Aarschot. Datum: zaterdag 28 mei 2011 om 13.30 uur. Kostprijs: 5 euro voor VIK-leden en partner; 10 euro voor bedrijfsleden; niet-leden betalen 15 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: SALVN10511. Maximum 30 deelnemers.
LIMBURG
• PRAKTISCH
12/02/2011 03/03/2011 27/03/2011 04/04/2011 06/04/2011 17/05/2011 01/06/2011 26/06/2011
Plaats:Toyota Parts Centre Europa, Industrieterrein 11, Diest (Webbekom). Te bereiken via de E314, afrit DiestHalen. Datum: donderdag 28 april 2011 om 18.30 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden en partner; niet-leden betalen 5 euro op rekening BE 78 4310 6475 9186 van de VIK-afdeling Leuven-Hageland met de vermelding ‘TPCE’. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: BBLVN10411. Maximum 40 deelnemers.
Pokeravond Nacht van de Ingenieur, Diepenbeek Brunch, Genk, 10.30 uur Lezing: de belastingbrief optimaal invullen Bezoek Luchtmachtbasis Kleine Brogel Bezoek Penders & Vanherle, Heusden-Zolder Reis Vlaamse steden (t/m 5 juni) Fiets- en wandeldag, Diepenbeek, 07 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
MECHELEN
Historische wandeling in Aarschot zaterdag 28 mei 2011
04/03/2011 Warmtekrachtkoppeling, Proefstation groenteteelt, Sint-Katelijne-Waver, 17 uur
Tijdens deze uitstap maken we kennis met de geschiedenis van Aarschot en zijn omgeving.
18/03/2011 Werfbezoek ‘kaaimuur in aanbouw’, Antwerpen, 13.30 uur 21/05/2011 Huifkarrentocht, Lint, 10 uur 23/09/2011 Bezoek Jonckheere, Mollem
Aarschot ligt aan de Demerboorden, tussen de hellingen van het Hageland en de steden Leuven en Diest. De waterloop ‘De Demer’ vormde een belangrijke schakel in de ontwikkeling van de stad. In de middeleeuwen was dat bijvoorbeeld het geval voor de lakenhandel.
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Werfbezoek ‘kaaimuur in aanbouw’ vrijdag 18 maart 2011 Algemene aannemingen Van Laere nv bouwt momenteel een nieuwe kaaimuur in de haven van Antwerpen. De kaaimuur bevindt zich langs de Westkaai van het Kanaaldok B2 ter hoogte van de concessies van Oiltanking en EvoniK. Hij is geschikt om er zeeschepen en binnenschepen te laten afmeren met het oog op de overslag van o.a. vloeibare bulk. De opdrachtgever is het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, afdeling Infrastructuur. De volledige uitvoering en het uitvoeringsontwerp is in handen van Van Laere nv.
Met trots draagt deze stad de titel van ‘Parel van het Hageland’. Een bezoek aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk, een een typisch voorbeeld van Demergotiek met haar laatgotisch Brabants doksaal is een must. Tevens wordt ook de mogelijkheid geboden om de gewelven te bezichtigen. Het begijnhof (1251-1253), ook genoemd ‘Het besloten Hof’ werd deels vernietigd tijdens verschillende oorlogen en plunderingen, maar geeft de sfeer weer van hoe er in deze stad geleefd werd. De pas gerestaureerde ’s-Hertogenmolens (watermolencomplex) zijn een unicum in Europa. De molens staan nu te pronken als nooit tevoren.
Het bijzondere bestaat erin dat de betonnen kopbalk, langs de kanaalzijde, wordt uitgevoerd van op het water in een waterdicht afgesloten caisson die is opgehangen aan de combiwand. Bovendien is die caisson in staat om het volledige stortgewicht van het beton te dragen en functioneert hij dus tegelijkertijd als onderbekisting. De betonmoten worden alternerend uitgevoerd, waarbij telkens één moot wordt overgeslagen. Nadien worden, met een aangepaste caisson, de tussenliggende moten uitgevoerd. Door de zeer korte uitvoeringstermijn wordt er gekozen voor de fabricatie van twee caissons die tegelijkertijd kunnen worden ingezet.
Dat alles en nog veel meer kunt u bewonderen en bezoeken tijdens onze drie uur durende wandeling. Alternatief programma, als de weersomstandigheden minder gunstig zijn met een bezoek aan het museum i.p.v. de wandeling. De bezoeken aan de gebouwen blijven behouden.
I-mag februari 2011
28
ACTIVITEITEN
NOORD-WEST-VLAANDEREN
• PRAKTISCH Plaats: Westkaai van het kanaaldok B2, Antwerpen. Datum: vrijdag 18 maart 2011 om 13.30 uur stipt. Kostprijs: 5 euro ‘inschrijvingswaarborg’ voor VIK- en KVIM-leden (de aanwezige VIK- en KVIM-leden krijgen die 5 euro teruggestort, als ze betaald hebben vóór 11 maart 2011). Niet-leden betalen 5 euro, VAM-leden betalen 2,50 euro. Bedrag te betalen op rekening BE 86 4050 1063 3150 van de VIK-afdeling Mechelen met vermelding van de referte. Uw inschrijving is pas geldig na ontvangst van de betaling. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat vóór 11 maart 2011. De deelnemers moeten zelf hun laarzen en veiligheidsschoenen mee te brengen. Referte: BBMLN10311. Maximum 20 deelnemers.
11/02/2011 24/02/2011 25/03/2011 7/05/2011 19/05/2011
Wijndegustatie, Brugge, 19.30 uur Lezing Slimme energienetten, Torhout, 19.30 uur Bezoek Duco, Veurne, 14 uur Wandeling, Brugge Relaxeren kan je leren, Brugge, 20 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Wijndegustatie vrijdag 11 februari 2011 Op vrijdag 11 februari 2011 nodigen wij u uit voor een wel zeer bijzondere avond. Het wijnhuis Feys-Van Acker zal u letterlijk inwijden in de boeiende wereld van wijn en champagnes. Sinds 1822 is dit bekende Brugse wijnhuis 'the place to be' voor elke gepassioneerde wijnliefhebber.
Huifkartocht zaterdag 21 mei 2011
Hoe proeft en beoordeelt u wijn? Welke wijn schenkt u aan wie? Hoe kiest u wijn op restaurant? Welke wijn past ideaal bij welk gerecht? Welke jaargangen zijn uitstekend? Hoe belangrijk zijn de nieuwe wijnlanden? Is beleggen in wijn een goede investering?... Het zijn maar enkele van de tientallen vragen waarop u die avond een antwoord krijgt.
Om 10 uur komen we samen aan het gemeentehuis van Lint. Onder leiding van gids(en) bezoeken we het park, de Lintse heemkundige kring ‘Eugeen Goeyvaerts’ (heemmusea ‘Den Aker’, ‘De Roskam’ en ‘De ploeg’) en de botanische tuin (www.heemkringlint.net). Het bezoek wordt afgerond met een broodmaaltijd + koffie of thee + spie vlaai.
Tevens wordt u uitgenodigd voor een degustatie van een selectie schitterende wijnen waar uw zintuigen in geur, kleur en smaak aangenaam op de proef zullen worden gesteld.
Om 13 uur staan de huifkarren klaar en maken we een tocht van zowat een uur via het Kapellekesbos - Duffelshoek – Senthout – Kinderstraat naar de Lintse Paardenmelkerij (www.lintsepaardenmelkerij.be).
De wijnavond vindt plaats in een huis van vertrouwen. Bovendien maken we voor de degustatie gebruik van hun prachtige wijnkelders. Het wordt een avond vol tips over wijnen en hun bewaring, m.a.w. een boeiende avond die qua inhoud het niveau van alle overige wijnavonden ruimschoots zal overstijgen.
Het bezoek aan dat familiebedrijf wordt afgesloten met een ‘paardenmelkproevertje’. Vervolgens rijden we langs rustige wegen richting Lier, waar we de Lierse polder doorkruisen. Het Ringenhof, de Waterschranshoeve, het Liers begijnhof en het stadscentrum worden aangedaan met onderweg enige ludieke uitleg over de bezienswaardigheden. Onder leiding van onze gids kunnen we zelfs de begijnhofkerk betreden en langs de binnenkant bewonderen. Op onze terugtocht stoppen we onderweg in bioboerderij ‘Trommelhoeve’, waar we een bio-ijsje of drankje mogen proeven. Eventueel maken we nog een kleine wandeling van zowat een kilometer rond de hoeve voor we terug naar Lint rijden, waar we omstreeks 18 uur de dagtrip afronden.
• PRAKTISCH Plaats: Wijnhuis Feys, Raamstraat 1, Brugge. Datum: vrijdag 11 februari 2011 om 19.30 uur. Kostprijs: 20 euro voor VIK-leden en partner; niet-leden betalen 25 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: CANWV10211.
Slimme energienetten
• PRAKTISCH
donderdag 24 februari 2011
Plaats: Koning Albertstraat 41, Lint (P bij ingang park of kerkplein). Datum: zaterdag 21 mei 2011 om 10 uur. Kostprijs: 35 euro per persoon voor VIK-leden, KVIMleden en VAM-leden, niet-leden betalen 40 euro. Gelieve onmiddellijk bij de inschrijving te betalen op rekeningnummer BE86 4050 1063 3150 van de VIK-afdeling Mechelen met vermelding van de referte. Alle inschrijvingen en betalingen moeten gebeuren vóór 1 mei 2011. Er worden geen latere inschrijvingen of betalingen aanvaard. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat vóór 1 mei 2011 en daarna betalen. Referte: CAMLN10511. Maximum 30 deelnemers (minimum 10).
Is men er al uit hoe men elektrische stroom zal opslaan, aanen afvoeren, verdelen en factureren? Dat geldt niet alleen voor de thuisverbruiker of voor de invloed van zonne- en windenergie op het ‘vast’ net. Met de komst van de elektrische auto en met nieuwsoortige snelle batterijen (supercaps: capaciteiten), wordt het elektriciteitsnet zowaar ‘mobiel’. Blijkbaar heeft de stad Antwerpen een prijsofferte gevraagd voor laadpalen voor elektrische auto's. Elektrische auto's kunnen zonder laadpalen moeilijk ten volle doorbreken. Nu het zover is, kunt u nog moeilijk dit onderwerp buiten beschouwing laten. U komt toch ook luisteren? Wie er vorige keren al bij was, weet dat Infrax instaat voor goedverzorgde lezingen.
29
I-mag februari 2011
OOST-VLAANDEREN
• PRAKTISCH Plaats: Infrax cvba, Noordlaan 9, Torhout . Datum: donderdag 24 februari 2011 om 19.30 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden op vertoon van VIKlidkaart, niet-leden betalen 10 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VONWV10211. Maximum 100 deelnemers.
07/02/2011 04/03/2011 04/04/2011 06/06/2011 24/06/2011 03/09/2011
Lezing: Wet op mede-eigendom, Gent, 20 uur Bezoek Breydelham, Gavere, 14 uur Lezing: Filtrage - deel 2, Gent, 20 uur VIKaFee, Gent Regionale ledenvergadering Familiedag
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Duco Veurne vrijdag 25 maart 2010
WAASLAND
Duco, gevestigd in Veurne, ontwikkelt en produceert sinds 1991 ventilatie- en zonweringsystemen voor woning- en utiliteitsbouw. Duco biedt oplossingen voor raam- of gevelventilatie, geluiddempend of met zonwering.
02/06/2011 Regionale ledenvergadering
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Sinds 2008 bestaat Duco uit twee vestigingen. De ene vestiging focust zich sindsdien op de woningbouw. Ze ontwikkelde een uitgebreid gamma aan ventilatieroosters die op het raam of in de gevel kunnen worden geplaatst. Dat kan ook gecombineerd worden met zonwering voor een optimaal en gezond binnenklimaat. Naast de ventilatieroosters ontwikkelde het bedrijf ook nog ventilatiesystemen die ventileren volgens Systeem C. Dat wil zeggen dat ze op een natuurlijke wijze gezonde lucht van buiten naar binnen halen en dat de vervuilde lucht op een mechanische manier via een afvoerbox afgezogen wordt.
Frisomat donderdag 28 april 2011 Frisomat is een van oorsprong Belgisch bedrijf, gespecialiseerd in de ontwikkeling, productie en opbouw van industriële stalen gebouwen. In tegenstelling tot de klassieke staalbouw werkt Frisomat met unieke, geprefabriceerde, gegalvaniseerde componenten. Die koud geprofileerde elementen zijn licht, makkelijk hanteerbaar en toch extreem sterk en solide. Alle componenten passen als een gigantische meccano in elkaar en dat resulteert in duurzame, solide constructies die snel en zonder zwaar materieel gebouwd kunnen worden. De relatief lichte componenten garanderen eenvoudig en betaalbaar transport wereldwijd. Geen wonder dat Frisomat exporteert naar alle uithoeken van de wereld.
Het tweede bedrijf richt zich voornamelijk op de utiliteitsbouw en ontwikkelde een assortiment aan roosters die ideaal zijn voor intensieve ventilatie. Dat assortiment bestaat uit muur- en raamroosters en lamellenwandsystemen. Naast die ventilatieoplossingen zijn er ook nog een groot aantal architecturale zonweringsystemen.
Werken met geprefabriceerde elementen uit koud gewalst, gegalvaniseerd hogesterktestaal (HSS) beperkt geenszins de vrijheid bij het ontwerpen van het gebouw. Ondanks de gestandaardiseerde concepten heeft de klant een ruime vrijheid bij het ontwerp van zijn project. Van standaard tot hoogst gepersonaliseerd, de mogelijkheden en toepassingen zijn legio.
Continue research en een innovatieve aanpak zorgden voor een grote groei over de jaren heen. Vandaag behoort Duco tot de top 3 van Europese natuurlijke ventilatieproducenten.
Waarom het gebruik van geprofileerde, koudgewalste elementen? In tegenstelling tot klassieke, warmgewalste stalen elementen koppelt een dunwandig, koudgewalst profiel een licht gewicht aan een uitzonderlijke sterkte. De elementen zijn makkelijk hanteerbaar en worden met licht gereedschap gemonteerd. Optimaal gebruik van grondstoffen, geen zware machines, makkelijk transport, meer volume per metrisch ton, 100% recycleerbaar en zo goed als onderhoudsvrij. Duurzame industriële gebouwen, afgestemd op de lokale regels en normering, met een minimale ecologische voetafdruk.
• PROGRAMMA 14.00 uur: 14.15 uur: 14.40 uur: 15.30 uur:
ontvangst bedrijfsfilm bezoek bedrijf presentatie ventilatie & EPB-wetgeving - Duco’s ventilatieoplossingen 17.00 uur: einde met broodjes en borrel.
• PRAKTISCH Plaats: Duco, Handelsstraat 19, Veurne. Datum: vrijdag 25 maart 2011 om 14 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden en partner; niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: BBNWV10311. Maximum: 50 deelnemers.
I-mag februari 2011
Het hele proces, van staalrol tot afgewerkt gebouw, wordt uitgevoerd in eigen beheer. Een uitgebreide onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling, een eigen ontwerpafdeling, eigen productiefaciliteiten en eigen monteurs staan garant voor een
30
ACTIVITEITEN
optimale kwaliteit. Gedurende het hele proces heeft de klant één, persoonlijk aanspreekpunt dat hem of haar gedurende het hele proces begeleidt. Een persoonlijke projectopvolging voor een betere en snellere service.
Met andere woorden: een bedrijfsbezoek dat je zeker niet mag missen!
• PRAKTISCH Plaats: Vyncke energietechniek nv, Gentsesteenweg 224, Harelbeke. Datum: maandag 7 maart 2011 om 18.30 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden en partner, niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat uiterlijk tot maandag 21 februari 2011 met het engagement zeker aanwezig te zijn en bij afwezigheid zeker tijdig telefonisch Frederik Delobelle te verwittigen 0472 24 58 81. Referte: BBZWV10311.
Hoogstaande kwaliteit vereist getrainde, gemotiveerde mensen en het gebruik van hoogstaande materialen. Van grondstof tot werktuigen, van opleiding tot begeleiding, permanente bijscholing en kwaliteitscontrole.
• PRAKTISCH Plaats: Frisomat, Stokerijstraat 79, Wijnegem. Datum: donderdag 28 april 2011 om 19 uur Kostprijs: gratis voor VIK-leden en partner; niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: BBWLD10411. Maximum: 30 deelnemers.
Stadswandeling Ieper zaterdag 16 april 2011 Het is ondertussen een jaarlijkse traditie geworden, een wandeling in een stad in de streek. Dit jaar bezoeken we Ieper.
ZUID-WEST-VLAANDEREN
Ieper is een stad met een zeer rijke geschiedenis. Tijdens de middeleeuwen was het een bloeiende handelsstad. Het belangrijkste exportproduct waren lakens. De indrukwekkende Lakenhalle is de meest prominente getuige van die lakennijverheid. De Sint-Maartenskathedraal en de prachtige vestingen voltooien de impressionante uitstraling van Ieper. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de charmante stad evenwel herleid tot een grote puinhoop. Ieper werd volledig vernield door het zinloze geweld. Maar door een getrouwe heropbouwoperatie is Ieper op vandaag een heel levendige stad waar die rijke geschiedenis nog steeds voelbaar is. Je wordt op sleeptouw genomen door een ervaren gids die je onderdompelt in het rijke Ieperse verleden.
07/03/2011 Bezoek Vyncke Energietechniek nv Harelbeke, 18.30 uur 16/04/2011 Stadswandeling Ieper met bijwonen van de Last Post, Ieper, 14.45 uur 14/05/2011 Zweefvliegen (reservedatum 28/05/2011) 09/07/2011 Barbecue
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Vyncke energietechniek maandag 7 maart 2011 Onder het motto “Enterprise… where VIKj has not yet gone before…” willen wij, VIKjongeren Zuid-West-Vlaanderen, onze aandacht vestigen op bedrijven in de streek. Deze maand is het bedrijf Vyncke aan de beurt.
De wandeling duurt twee uur en groot en klein zijn welkom. Na de rondleiding laten we alles bezinken bij een drankje. Mensen die dat willen, kunnen samen met ons die avond iets kleins eten (op eigen kosten) en om 20 uur de Last Post onder de Menenpoort bijwonen. Vermeld dat wel bij jouw inschrijving, zodat we een zicht krijgen op de juiste aantallen en dus kunnen instaan voor de nodige reservaties.
Vyncke energietechniek is gevestigd in Harelbeke en is een familiale onderneming met internationaal ruim 250 medewerkers, een orderboek van 50 miljoen euro en met vestigingen in België, Duitsland, Tsjechië, Indië, China, Thailand, Maleisië, Canada en Brazilië. Vyncke ontwerpt en bouwt systemen voor schone energie uit afval, zoals cogeneratiesystemen op snoeihout in Singapore, energiecentrales voor spaanplaaten MDF-fabrieken in Azië en Brazilië, installaties voor zagerijen in Zuid-Afrika en Chili, centrales op zonnebloempellen voor olie-extractiebedrijven in Oekraïne en Rusland, oplossingen voor palmoliefabrieken in Maleisië of Peru, etc. Ook in Canada bouwt Vyncke industriële warmtecentrales voor de tuinbouwsector waar recyclagehout als brandstof wordt gebruikt. Telkens slaan ze twee vliegen in een klap: afval opruimen en schone energie produceren die de schaarse fossiele brandstoffen moet vervangen!
Kom samen met ons cultuur van eigen bodem opsnuiven!
• PRAKTISCH Plaats: Dienst toerisme (aan Lakenhallen) in Ieper. Datum: zaterdag 16 april 2011 om 14.45 uur. Wandeling begint om 15 uur stipt! Kostprijs: 1 euro euro voor VIK-leden en partner; niet-leden betalen 3 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat uiterlijk tot vrijdag 1 april 2011 met het engagement zeker aanwezig te zijn en bij afwezigheid zeker tijdig Frederik Delobelle telefonisch te verwittigen 0472 24 58 81. Vermeld bij je inschrijving of je 's avonds blijft eten. Referte: CAZWV10411.
Tijdens dit bedrijfsbezoek krijg je meer uitleg over Vyncke energietechniek, wordt een project nader toegelicht en maak je voorts kennis met het bedrijf aan de hand van een uitgebreide rondleiding.
31
I-mag februari 2011
netwerk
Een inspirerend jaar! Toespraak VIK nieuwjaarsreceptie Brasschaat 14 januari 2011 Geachte genodigden, beste collega’s. Voorzover dat niet gebeurde bij uw aankomst wil ik u alsnog, namens de raad van bestuur en namens mezelf, de beste wensen aanbieden voor het pas gestarte jaar.
Wij willen werken aan een betere afstemming van de opleiding op de latere loopbaan, waar dan ook, bijvoorbeeld door kwaliteitsvollere stages.
Het is een goed gebruik om op dit soort gelegenheid even terug te blikken op het afgelopen jaar. Economisch gezien kunnen we vaststellen dat het een stuk beter ging na de crisis van eind 2008 die uitdeinde in 2009. Dat resulteerde o.a. in een toegenomen tewerkstelling, een opsteker voor de toch al sterk geplaagde overheidsfinanciën. Maar een nieuwe regering was er meer dan zes maanden na de verkiezingen nog niet.
U hebt al kunnen lezen dat enkele van uw collega’s binnen de VIK die problemen op de voet volgen en ik kan u zeggen dat het VIK-parcours tot nu toe door de beleidsmakers goed gevolgd werd. Wat er ook op tafel ligt, is onze samenwerking met KVIV. Wat sinds vele jaren in de week lag, kreeg verleden jaar concrete vorm en zal in 2011 structureel worden. Ik geef hierbij graag wat toelichting. Sinds 2003 zijn alle ingenieurs: de industrieel, de bio- en de burgerlijke in de Europese context masters die in de toekomst ook allen opgeleid worden binnen de universiteit. Maar zij hebben een verschillend profiel en hun inzet bij de aanvang van hun loopbaan wordt over het algemeen bepaald door de match tussen dat profiel en de functie. Maar daarna gaan zij binnen onze maatschappij verder evolueren en functies innemen die profielonafhankelijker zijn, zoals leidinggevend, management en ondernemerschap of verder specialiseren in een vakgebied waardoor het oorspronkelijke profiel vervaagt. Mede daardoor is de perceptie van de ingenieurstitel binnen de samenleving onafhankelijk van het profiel: voor de nietingewijden zijn het allen ‘ingenieurs’.
Voor de Vlaamse ingenieurskamer en dus de facto ook voor de industrieel ingenieurs, was 2010 een jaar waarin er door de Vlaamse overheid weer een aantal stappen gezet werden in verband met onze opleiding en onze titel. Zo wordt de opleiding definitief ondergebracht bij de universiteiten en mogen wij sinds kort ‘of sience’ aan onze mastertitel toevoegen. Maak u niet ongerust, ik ga hier geen gedetailleerd overzicht maken van alle markante feiten van het afgelopen jaar. Veel belangrijker is het vooruit te kijken naar het nieuwe jaar, al is dat natuurlijk wel wat moeilijker. Ik voorspel u dat er dit jaar een nieuwe regering komt. Die voorspelling is niet zo moeilijk te maken, zult u zeggen, maar wanneer en hoe? Wel, ik denk dat niemand zich waagt aan een voorspelling daarover. Maar wat nog erger is: ik ben er ook niet van overtuigd dat de discussies die momenteel de bovenhand hebben in de onderhandelingen, de oplossingen inhouden voor de problemen die ons systeem echt bedreigen. Zo zie ik bijvoorbeeld niet in hoe een regionalisering van de arbeidsmarktbeleid of de kinderbijslag extra geld in het bakje zullen brengen om onze vergrijzing te betalen. Wel integendeel: de overheadkosten zullen weer toenemen. En als u als werknemer van job wil veranderen, zult u goed moeten opletten, want als u van bijvoorbeeld een Mechelse naar een Brusselse werkgever overschakelt: hoe het dan zit met uw vooropzeg, uw pensioenrechten, enz. Want dat zullen verschillende landen worden. Ik weet ook niet of de dromen over een schitterend economisch microklimaat voor Vlaanderen zullen uitkomen. Er liggen immers geen grote bergen rondom ons om ons bescherming te bieden tegen slechte invloeden van buitenaf. Maar hoewel onze leden wel lijdend voorwerp zijn, liggen deze problemen niet op de VIKbestuurstafel.
Uit de ervaringen in 2010 hebben wij geleerd dat de interesse voor diverse evenementen, informatiesessies en opleidingen voor de verschillende profielen ook gelijklopend zijn. Dat resulteerde in een veel betere respons op activiteiten die opengesteld werden voor alle ingenieurs. Maar ook de overheid en het bedrijfsleven appreciëren één aanspreekpunt voor alle ingenieurs. Dat betekent concreet dat de impact van de twee ingenieursorganisaties samen veel groter is dan de som van de twee individueel. Met die ervaring zijn we terug aan tafel gaan zitten en inmiddels ligt de overeenkomst tussen VIK en KVIV klaar om naar buiten toe samen op te trekken, zeker voor evenementen, opleidingen, infosessies, enz. Dat levert een beter rendement op met minder kosten. Maar wij zijn er ook van overtuigd dat wij de maatschappelijke relevantie van de ingenieur in de samenleving kunnen versterken door samen onze verantwoordelijkheid te nemen en onze knowhow te bundelen. Dat zou bijvoorbeeld kunnen in een gezamenlijke studiedienst. We rekenen ook op u om uw deskundigheid in te brengen, zodat we in heel wat maatschappelijke dossiers een bijdrage kunnen leveren, meer kunnen objectiveren, zodat de overheid betere keuzes kan maken. Zo dragen wij bij aan de doelstellingen van VIA, Vlaanderen in actie: van Vlaanderen een topregio maken binnen Europa.
Wat wel op onze tafel ligt, is de verdere bewaking en begeleiding van het opleidingsgebeuren van de Vlaamse industrieel ingenieurs en daarin zitten er ook nog wel wat uitdagingen. Het begint bij een te lage instroom van studenten die die richting kiezen. De VIK zal samen met de andere ingenieursverenigingen en de overheid moeten werken aan sensibiliseringsprogramma’s die onze jongeren overtuigen van de toekomstmogelijkheden van de opleiding en hen een duwtje geven om de drempel van die als moeilijk gepercipieerde studies te overschrijden. Er is de bewaking van het profiel bij de nieuwe opleidingsomgeving, want de markt blijft de bestaande profielen nodig hebben. Er is de duur van de opleiding waar wij pleiten voor een afstemming met de rest van Europa op 5 jaar. Dat zal gelijk helpen bij de internationale erkenning.
I-mag februari 2011
Beste collega’s, onze vereniging kan maar bestaan door de inbreng van een aantal vrijwilligers die zich op diverse terreinen inzetten. Ik wil dan ook eindigen met mijn dank uit te spreken voor alle collega’s die zich binnen onze organisatie belangeloos inzetten.
Ik wens u een inspirerende avond met veel boeiende contacten. Rik Jaeken
32
Ing. Rik Baron Jaeken MSc, voorzitter VIK
Ing. Erwin Debutte MSc, coördinator VIK-Studiegroepen
Ing. Romina Ruggiero MSc
Ing. Paul Bertels MSc nodigt de aanwezigen uit op de receptie.
De studiegroep Meet- en regeltechniek bestaat 35 jaar…
… en kreeg daarvoor de gepaste aandacht.
De talrijk opgekomen toeschouwers waren een en al oor.
Rik Jaeken dankt Romina Ruggiero.
Het team dat I-mag klaarstoomt.
Na de toespraken werd de zaal omgetoverd in een netwerkevent.
Studiegroep poseert voor de obligate foto.
Netwerken tijdens het informele gedeelte.
Voorzitter, oud-voorzitter en gedelegeerd bestuurder bij de ontvangst van de genodigden.
In de majestueuze sfeer van het Kasteel van Brasschaat.
Verbroederen in kleine kringen.
Eregasten op de eerste rij.
33
I-mag februari 2011
netwerk
Chipkaarten binnen de ongevalsdosimetrie
Masterproef van Ing. Vanessa Cauwels MSc levert Paul Donnersprijs op HASSELT. Ing. Vanessa Cauwels MSc, afgestudeerd aan de XIOS-hogeschool, specialiteit kernenergie, is de kersverse laureate van de Paul Donnersprijs 2010. Promotoren waren dr. Koen Beerten (SCK Mol) en Ing. Luc Lievens MSc (XIOS-hogeschool). Te midden van meer dan 200 aanwezigen mocht zij de prijs in ontvangst nemen uit handen van Willy Claes, minister van Staat en voorzitter van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg tijdens de derde editie van VIK Space. Zij haalde de prijs binnen met haar masterproef over het gebruik van chipkaarten binnen de ongevalsdosimetrie.
Met het onderzoek in het kader van deze thesis wou Ing. Cauwels MSc nagaan of chipkaarten gebruikt kunnen worden binnen de ongevalsdosimetrie. Ongevalsdosimetrie wil bij een nucleair ongeval de dosis reconstrueren die mensen door het ongeval opliepen. Gewone stervelingen zijn immers niet uitgerust met een dosismeter, een toestelletje dat speciaal werd
I-mag februari 2011
ontwikkeld om de dosissen te meten bij mensen, die beroepsmatig worden blootgesteld. Daarom moet men voor de bevolking terugvallen op andere technieken bij ongevalsituaties. Zo kan men gebruikmaken van voorwerpen op het lichaam van het slachtoffer die enigszins gevoelig zijn voor ioniserende straling. Een mooi voorbeeld van zo’n voorwerp is een chipkaart.
34
Vrijwel iedereen beschikt immers over een of meerder kaarten zoals bankkaarten, chipkaarten of simkaarten. De mogelijkheden om die kaarten te gebruiken werden onderzocht met de techniek van optisch gestimuleerde luminescentie.
Materiaal en methode Als bestraalde materialen blootgesteld worden aan een lichtbron en daarop reageren door zelf licht uit te zenden, spreekt men van optisch gestimuleerde luminescentie. De intensiteit van die luminescentie is een maat voor de geabsorbeerde dosis. De luminescentie kan worden opgemeten en omgezet in een elektronisch signaal dat op zijn beurt kan worden verwerkt met de computer. Dat leidt uiteindelijk tot de constructie van een zogenaamde OSL-curve, waarvan de vorm afgebeeld staat in figuur 1.
Onderzoeksresultaten
Figuur 1: Typische OSL-curve, opgemeten nadat een staal blootgesteld werd aan ioniserende straling.
In het kader van dit onderzoek is de optische stimulatie uitgevoerd met blauwe leds. De luminescentie is opgemeten met behulp van een PMT (photonmultiplier tube). Daarbij is gebruikgemaakt van de zogenaamde Risø TL/OSL luminescentielezer, model DA-20.
te zijn voor bestraling en optische stimulatie. Bovendien zijn alle simkaarten binnen België afkomstig van dezelfde fabrikant, ongeacht de operator. Dat bood de mogelijkheid om een uniform protocol uit te werken.
In een eerste onderzoek werd vooral gekeken naar de gevoeligheid van de verschillende simkaarten voor bestraling en optische stimulatie. In onderstaande figuur werd de piekwaarde van elke OSL-curve uitgezet. Zoals de figuur aangeeft, is de gevoeligheid sterk verschillend voor alle onderzochte kaarten. Dat geeft meteen aan dat het noodzakelijk is om een individuele ijkcurve op te stellen voor elke kaart om de geabsorbeerde dosis te kunnen bepalen. Die ijkcurve moet de signaalsterkte uitzetten volgens de geabsorbeerde dosis. Om de sterkte van het OSL-signaal af te leiden, waaruit de geabsorbeerde dosis bepaald wordt, wordt - ook voor andere dosimetrietoepassingen - een deel van de OSL-curve geïntegreerd. Om na te gaan welk deel van de curve het meest interes-
Chipkaarten Vroeger onderzoek had al aangetoond dat bepaalde chipkaarten gevoelig zijn voor bestraling en optische stimulatie. Binnen datzelfde onderzoek was ook gezocht naar de oorzaak van die gevoeligheid. Chips in chipkaarten blijken omgeven te zijn door een laag epoxy. Die epoxy bevat silica. De manier waarop dat silica in het epoxy verwerkt zit, bepaalt of de chipkaart gevoelig is voor optische stimulatie na bestraling. Verschillende chipkaarten zijn onder de loep genomen in een eerste onderzoeksfase. Uiteindelijk is er besloten het onderzoek te beperken tot het type simkaart. Dat type kaart blijkt namelijk erg gevoelig Figuur 3: De gevoeligheid voor bestraling en optische stimulatie verschilt sterk van kaart tot kaart. Dat maakt een individuele ijkcurve noodzakelijk om de geabsorbeerde dosis te bepalen.
sant is om in beschouwing te nemen, wordt de OSL-curve in de tweede fase van het onderzoek wiskundig geanalyseerd naar vorm en signaalvervaging. Wiskundig blijkt elke onderzochte OSL-curve te beantwoorden aan een exponentieel verval van de derde orde, zoals afgebeeld in figuur 4.
Figuur 2: Risø TL/OSL lezer, model DA-20 35
I-mag februari 2011
Fysisch betekent dat dat er in de onzuivere halfgeleiderstructuur, verantwoordelijk voor het ontstaan van optisch gestimuleerde luminescentie, drie soorten elektronenvallen verantwoordelijk zijn voor het OSL-signaal. De snelle component heeft een tijdsconstante van ongeveer 0.2 s en bevat het grootste aandeel van het signaal (60%); de trage component bevat slechts 5% van het signaal en heeft een tijdsconstante van ongeveer 10s. Dat laatste impliceert meteen dat een stimulatietijd van 120s ruim voldoende is om het volledige OSL-signaal op te meten.
Figuur 4: Wiskundig onderzoek van de verkregen OSL-curves geeft aan dat iedere curve een exponentieel verval van de derde orde vertoont.
Figuur 5: Signaalvervaging van de verschillende componenten treedt gelijktijdig op.
Het onderzoek gaat na op welke manier chipkaarten kunnen worden gebruikt om te meten of iemand aan straling werd blootgesteld bij een nucleair ongeval. Eén van de componenten moet worden gebruikt om de sterkte van het signaal in te schatten. Belangrijk daarbij is dat de component een groot aandeel van het signaal bevat, maar tevens stabiel blijft. Daarmee wordt bedoeld dat een deel van het signaal na verloop van tijd kan verdwijnen: fading in het vakjargon. Daarom zijn verschillende bestralingen uitgevoerd en is het OSL-signaal opgemeten op verschillende tijdstippen na bestraling. Uit figuur 5 blijkt dat signaalvervaging gelijktijdig optreedt in elk van de componenten. Dat impliceert meteen dat de snelle component, die het grootste aandeel van het signaal bevat, de interessantste component is om in beschouwing te nemen. Het integratievenster wordt aldus vastgelegd op de eerste 2.1 s van de OSL-curve. Er wordt gecorrigeerd voor achtergrondsignaal door te integreren over de laatste 15 s van de OSL-curve en die integraal af te trekken van de eerste (gecorrigeerd voor het aantal kanalen). Bovendien blijkt signaalvervaging zich op dezelfde wijze te manifesteren in alle onderzochte stalen, wat betekent dat één enkele formule gebruikt kan worden om dat te corrigeren. Het voordeel van signaalvervaging is bovendien dat er geen correcties gemaakt moeten worden voor blootstellingen in het verleden.
Meetprotocol
Figuur 6: De dosisrespons is lineair over een breed dosisgebied, gaande van enkele mGy tot meer dan 50 Gy.
I-mag februari 2011
36
Met behulp van het vastgelegde integratievenster zijn tal van dosimetrische eigenschappen onderzocht van de desbetreffende chipkaarten. Zo is er onder andere gekeken naar dosisrespons en sensitiviteitsveranderingen.
Uit verschillende metingen blijkt dat de dosisrespons lineair is over een groot dosisbereik (3 mGy tot 50 Gy). Bovendien treden er na herhaalde bestralingen geen sensitiviteitsveranderingen op, wat het gemakkelijk maakt om een individuele ijkcurve op te stellen, waarmee de geabsorbeerde dosis ingeschat kan worden. Slechts drie meetpunten zijn voldoende om een betrouwbare lineaire ijkcurve op te stellen (nuldosis, een lage dosis van ongeveer 600 mGy en een hoge dosis van ongeveer 1500 mGy).
Besluit Het onderzoek naar het gebruik van chipkaarten binnen de ongevalsdosimetrie heeft kunnen aantonen dat chipkaarten bijzonder nuttig kunnen zijn om de dosis in te schatten in een dergelijke situatie. Chipkaarten hebben namelijk uitstekende dosimetrische kwaliteiten, zoals een lineaire dosisrespons en een afwezigheid voor signaalvervaging. Die twee eigenschappen maken het mogelijk op een relatief eenvoudige manier de geabsorbeerde dosis in te schatten, vertrekkende vanuit een welbepaalde signaalsterkte. Bovendien is er ook een aanwezigheid van signaalvervaging, wat betekent dat men geen rekening moet houden met eerdere blootstellingen. Uit onderzoek blijkt tevens dat signaalvervaging op dezelfde wijze optreedt in alle onderzochte stalen. Dat maakt het dan weer mogelijk om daar een universele correctieformule voor op te stellen. Een ander belangrijk voordeel van chipkaarten is dat er al dosissen gedetecteerd kunnen worden van enkele mGy, dosissen waarbij nog geen effecten op het lichaam waar te nemen zijn. Dat kan geruststellend zijn voor de bevolking. Tot slot moet er benadrukt worden dat er nog enkele specifieke eigenschappen van chipkaarten nader beschouwd moeten worden, vooraleer een pasklaar protocol afgeleverd kan worden: het betreft eigenschappen zoals energieafhankelijkheid en hoekafhankelijkheid. Dat betekent concreet dat er gekeken moet worden naar enerzijds de sterkte van het signaal en anderzijds de invloed van de positie van de chipkaart op het lichaam en die van de aard van het radionuclide waarmee het ongeval heeft plaatsgehad.
Tekst: Ing. Vanessa CAUWELS MSc Foto’s: Ing. Jean-Paul MAGDELIJNS MSc
Chipkaarten hebben uitstekende dosimetrische kwaliteiten, zoals een lineaire dosisrespons en een afwezigheid voor signaalvervaging. Ing. Vanessa Cauwels MSc
37
I-mag februari 2011
De creatieve campus
De creatieve campus Misverstanden zijn er om de wereld uit geholpen te worden. Een van die hardnekkige misverstanden is dat de VIK als ingenieursvereniging geen of te weinig jong bloed in haar rangen telt. Fout, natuurlijk! Zo kent de VIK bloeiende plaatselijke afdelingen die door jonge mensen worden getrokken of gedragen. Regelmatig organiseert de VIK uitstekende en erkende vormingscycli die jongeren – en ouderen – een stevigere stek in de arbeidsmarkt en meer en betere toekomstperspectieven garanderen. En even regelmatig verschijnen in deze I-mag artikels over jonge ingenieurs die het maken: in het bedrijfs-
Solar Car wordt Belgische hightech Met een zo mogelijk nog betere zonnewagen gooit een nieuw team van de Leuvense hogeschool Groep T zich in 2011 in de strijd voor de eerste plaats in de World Solar Challenge in Australië. Onder leiding van Thomas Sterken zullen zestien studenten volgend jaar België daar voor de vierde keer vertegenwoordigen. De wagen belooft ook nu weer een staaltje van Belgische hightech te worden en ook deze keer zullen zonnewagen en -project in het middelpunt staan van events rond hernieuwbare energie om, samen met de partners, het grote publiek bewust te maken van de kansen die zich aandienen om jongeren te motiveren voor technologie.
leven, in een of andere hobby, met een creatief idee, via opmerkelijke stages of in een technologisch
Net als bij vorige edities volgt de VIK de zonneavonturen op de voet. In volgend nummer krijg je een eerste artikel over het nieuwe team.
topevenement met een zonnewagen, een zonneboot of een uiterst milieuvriendelijke vondst. Met deze nieuwe rubriek willen we speciaal de link gaan leggen met de hogescholen en de jonge ingenieurs in het algemeen. Hier vind je voortaan korte berichten over wat er reilt en zeilt bij de ingenieursopleidingen en de jonge ingenieurs in ons land.
CQS Group T Racing Team op EVS25 Van 5 tot 9 november was er een delegatie van het CQS Group T Racing Team aanwezig op het ‘World battery, hybrid and fuel cell electric vehicle symposium and exhibition’ (EVS 25). Twee studenten – Sietze Swolfs en Nicolas Dekeyser – en twee coaches – Roel Caubergs en Geert Waeyenbergh – waren de afgevaardigden om een paper voor te stellen. De 25ste editie van deze wereldconferentie vond plaats in het Ehibition Center in het zuiden van China (Shenzhen). Onder het thema ‘Sustainable mobility revolution’ vond de ontmoeting plaats tussen verschillende partijen waaronder regeringen, mensen uit de bedrijfswereld en wetenschappers. Het event is de kans bij uitstek om in contact te komen met de laatste technische realisaties en lopend onderzoek. Enerzijds was er een exhibitiehal van met meer dan 300 standhouders met een totale oppervlakte van 45 000 m². Anderzijds werden een 500-tal presentaties uit 50 verschillende landen voorgesteld. Heel het event heeft zowel de studenten als coaches verrast. De mogelijkheden en vooruitgangen die in China geboekt worden als gevolg van de Olympische Spelen en Shanghai Expo zijn groot. De markt voor elektrische transporttechnologie groeit snel. In China wordt de uitdaging aangegaan en worden elektrische voertuigen gebouwd. Momenteel hebben zij de kans om de theorie in praktijk om te zetten en ervaring op te bouwen.
I-mag februari 2011
38
Breaking news vanop jouw campus? Deze rubriek behouden we dus voortaan voor het hoger ingenieursonderwijs voor. Maar we zijn niet van plan om hem telkens zelf te vullen met weetjes en cijfers. We willen daarvoor ook een beroep doen op studenten en docenten: de brains van ons hoger onderwijs. Opmerkelijke initiatieven, fijne prestaties, doordachte oplossingen of creatieve bedenksels? Creëer voor jezelf een reflex en stuur persberichten met interessant campusnieuws dat ingenieurs- of technologiegerelateerd is voortaan in naar
[email protected]. Jouw inbreng is duizend tot maximaal tweeduizend karakters lang. De inzendingen worden herwerkt door een professionele redacteur. Elke ingezonden tekst is bij voorkeur vergezeld van een paar kwalitatief sterke foto’s die we in I-mag rechtenvrij mogen publiceren. Maatstaf: minimaal 300 dpi en niet auteursrechtelijk beschermd. Vinden we jouw inzending een plekje in I-mag waard, dan lees je dat in een van de volgende nummers. LVE
STERK Het departement Ingenieurswetenschappen van de Hogeschool Gent pakt sinds dit academiejaar uit met het project STERK: STuderen en wERK. STERK is gegroeid uit een almaar groeiende vraag van afgestudeerde professionele bachelors die – zodra ze op de werkvloer actief werden – aanvoelden dat een bijkomend diploma van ingenieur hun doorgroeimogelijkheden zouden kunnen vergroten. Een job combineren met een opleiding met heel wat oefeningensessies en practica die permanent geëvalueerd worden is evenwel geen evidente opdracht. Voor dergelijke studenten pakt HoGent uit met het flexibele leertraject STERK. De theorie verwerft men door zelfstudie. De noodzakelijke oefeningensessies en practica zijn gegroepeerd, zodat de studenten niet dagelijks op de campus worden verwacht. De opleiding, die normaal twee voltijdse jaren beslaat, wordt gespreid over drie jaar. Dat komt overeen met ongeveer 42 studiepunten per jaar. Via STERK moeten mensen die gezin, werk en studies willen combineren, aan hun trekken kunnen komen.
KaHo Sint-Lieven drie keer in de prijzen Ook KaHo Sint-Lieven sleepte drie prijzen in de wacht voor een eindwerk van een industrieel ingenieur in een socialprofitorganisatie. Masterstudent bouwkunde Céderic De Vuser verbeterde het thermisch comfort bij de vzw Sint-Jozef in Moerzeke. Daar kampte men sinds lang met oververhitting in de cafetaria, de bijbehorende dienstkeuken en de afwasruimte. Er ontbrak een correcte regeling van de ventilatie, er waren te veel zonnewinsten en te grote interne warmtewinsten. De Vuser loste het probleem op na veel onderzoek, metingen en simulaties. Tim Eggermont, industrieel ingenieur elektrotechniek, nam de elektriciteitsfactuur van de vzw De Rand onder de loep en deed onderzoek naar efficiënte manieren om te besparen. Energiezuinige verlichting met aandacht voor het comfort van alle gebruikers was de opzet van zijn masterproef. Zijn project zal dienen als modelproject voor de andere culturele centra van de vzw De Rand, de vzw die onder meer zeven culturele centra beheert in de Vlaamse Rand rond Brussel. En de dienst medische beeldvorming van het AZ Sint-Blasius in Dendermonde maakte gebruik van een zeer energieverslindend HVACconcept (heating-ventilation-airconditioning), omdat er tegelijkertijd gekoeld en verwarmd wordt. Pieter De Vijlder, industrieel ingenieur elektromechanica, deed een grondig onderzoek en adviseerde om de koelgroepen te vervangen door een systeem dat gebruikmaakt van ventiloconvectoren.
Cera-award voor Dries Banken Een van de laureaten van de Cera Award 2010 – een initiatief van Cera en RVO-society – was dit jaar Dries Banken, student toegepaste informatica aan de Provinciale Hogeschool Limburg. Dries koos voor vzw De Meander in Dilsen-Stokkem, waar zowat 130 mensen met een matige of ernstige mentale of mentaal-motorische handicap opvang krijgen. Veel bewoners van De Meander kunnen niet lezen of schrijven en dus ook niet ‘computeren’, omdat ze niet over de motorische capaciteiten beschikken om met de muis en met het toetsenbord te werken. Dries Banken heeft dat obstakel weggenomen door een programma te ontwikkelen dat het aanraakscherm gebruikt om hen met de computer te laten werken. Dries Banken: “Ik kreeg van de eerste dag heel veel verantwoordelijkheid. Iedereen rekende op mij. Ik mocht alle problemen oplossen, ging naar alle vergaderingen, moest goed luisteren naar de bewoners en hun logopedisten en het project mocht maximaal drie maanden duren. Maar vooral: ik heb met eigen ogen gezien hoe gelukkig die mannen zijn, als ze zelf kunnen ‘computeren’ en zelf iets bereikt hebben!”.
Tekst: Luc VANDER ELST
39
I-mag februari 2011
studiegroepen
BEDRIJFSBELEID
Datum: dinsdag 1 maart 2011 om 20 uur; ontvangst vanaf 19.30 uur. Spreker: Joris De Sutter. Kostprijs: 15 euro voor VIK-leden; 20 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 30 euro voor niet-leden. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet inbegrepen. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOBED110311.
Live: meer doen met een smartphone? dinsdag 1 maart 2011 Smartphones, u weet wel, die gsm’s waar u méér mee kan doen dan alleen maar bellen en sms’en. Hebt u er al een? En doet u er al méér mee? Maar wat kunt u er dan precies wel méér mee doen? Wel, tijdens deze presentatie demonstreren wij dat! Weinig mensen die deze telefoons kopen, beseffen welke geweldige mogelijkheden en toegevoegde waarde zulke smartphones kunnen bieden. Via een live demonstratie van enkele smartphonemodellen tonen wij u letterlijk wat er allemaal mogelijk is. Dat doen we zodanig dat het niet gebonden is aan een merk of een provider.
Naar een organisatie van sprookjes dinsdag 15 maart 2011 Twee jaar geleden is mijn boek ‘Waarom managers in sprookjes geloven’ verschenen. Mijn centrale stelling in dat boek is dat er in organisaties veel sprookjes in omloop zijn en dat dat knap lastig is. De wereld davert van de managementschandalen, waarin managers onwaarheid vertellen tot hun eigen (financiële) voordeel. De kredietcrisis suist nog in onze oren met onmogelijke financiële producten (CMO, CLO, CDO en de rest), uit hun krachten gegroeide banken (Icesave) en regelrechte oplichting (Madoff). Maar daarnaast zijn er allerlei kleinere schandalen (Fortis: overmoedig denken, Shell: opgekrikte reserves, Ahold: opgekrikte deelnemingen en noem maar op).
Tijdens de demonstratie zult u zien wat u in een winkel nooit kunt zien. Geen platte reclamesessie over hoe prachtig en geweldig een enkel model dat op een bepaald moment in de schijnwerpers staat wel is. Maar wel een presentatie - nononsense en straight to the point - met alle voor- en nadelen van verschillende systemen op een onafhankelijke manier en met kennis van zaken gebracht. Wat komt er tijdens deze presentatie aan bod? • Welke elementen maken van een mobiele telefoon een smartphone? • Mobiel internet, een noodzaak en goedkoper dan u denkt! • Synchroniseren van uw gegevens: e-mails, agenda, contacten,... • Multimedia: foto-, muziek- en videomogelijkheden • Online sociale media benaderen, zoals LinkedIn en andere • Gegevens beveiligen • Diverse kleine, maar zeer handige tips, tricks en toepassingen
Niet alleen managers vertellen sprookjes ten eigen bate. Gewekt door de verhalen in de kranten ben ik me gaan verdiepen in de vraag hoe Ir. S. J. M. Blom rationeel organisaties zijn. En dan blijkt dat onze bedrijven en overheden veel verhalen kennen die op gespannen voet staan met de werkelijkheid. Mensen vertellen, bewust of onbewust, verhalen om hun doelen te dienen: of dat nu het behalen van omzet is of het krijgen van leningen van de bank of de loyauteit van medewerkers. In het privéleven gebeurt hetzelfde: we herscheppen de wereld, zodat hij ons beter past.
Volgende systemen/toestellen komen via livedemonstraties aan bod: • Android (o.a. op toestellen van HTC, Sony Ericson, Samsung, LG) • Symbian (o.a. op toestellen van Nokia) • Windows Phone 7 (o.a. op toestellen van HTC, LG, Samsung) • Blackberry (onder voorbehoud)
Die sprookjes zijn niet altijd slecht. Denken we maar aan ‘I have a dream’ of ‘Yes, we can’. Dat er sprookjes verteld worden, heeft vaak een psychologische achtergrond. Maar ook sociologen en mensen die zich in organisatiecultuur verdiepen geven aan waarom het niet anders kan.
Na de presentatie bent u weer helemaal mee met de modernste communicatietools! Vertel het mij en ik vergeet. Laat het mij zien en ik onthoud. Laat mij het doen en ik begrijp.
Sprookjes zijn er, maar onze organisaties doen net alsof dat niet zo is. De bedoeling van deze avond is, al workshoppend ideeën te ontwikkelen voor de organisatie van morgen, die naar mijn mening meer inspirerend en minder procedureel moet zijn. Ik ga enkele ideeën presenteren en wil die graag met u samen voort uitwerken.
• PRAKTISCH Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem.
I-mag februari 2011
40
ACTIVITEITEN
MEET- EN REGELTECHNIEK
• PRAKTISCH Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem. Datum: dinsdag 15 maart 2011 om 20 uur. Spreker: Ir. S. J. M. Blom. Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden; 15 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 25 euro voor niet-leden. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet inbegrepen. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOBED20311.
Detecteren, meer dan ‘ja’ of ‘nee’ donderdag 10 maart 2011 Vernieuwde sensortechnologie voor de factory automatisering. Contactloze positieterugmelding van producten en machinedelen deed zijn intrede rond 1958. Sinds de aanvang is het aanbod en de technologie van sensoren enorm uitgebreid. Het gebruik van naderingsschakelaars in machines en installaties is daarenboven drastisch toegenomen en niet meer weg te denken.
ELEKTRICITEIT Noodverlichting Etap
Alvorens in te gaan op de nieuwste trends geven we u een overzicht van de toegepaste sensorprincipes en de inzetbaarheid ervan. Steeds meer vervullen moderne sensoren de taak van meting in plaats van melding. Dat biedt Luc Bervoets extra mogelijkheden voor bestaande toepassingen. Die nieuwe trend en zijn impact lichten we diepgaand toe aan de hand van enkele voorbeelden.
donderdag 17 februari 2011 Met bezoek aan de belevingsruimte noodverlichting Wat gebeurt er als de kunstverlichting uitvalt en hoe staan we dan het best in voor de veiligheid van de mensen? Wat is het verschil tussen veiligheidsverlichting, antipaniekverlichting, evacuatieverlichting, vluchtwegverlichting, ...? De noodverlichting neemt de functie van de normale verlichting bij spanningsuitval over. Energie voor noodverlichting kan op twee manieren voorzien worden: afhankelijk van waar de energiebron zich bevindt, spreekt men van een centraal of decentraal systeem.
• PRAKTISCH Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem. Datum: donderdag 10 maart 2011 om 20 uur. Spreker: Luc Bervoets, salesmanager factory automation Belgium, Pepperl+Fuchs. Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden; 15 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 25 euro voor niet-leden. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet inbegrepen. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOREG10311.
In de belevingsruimte, een donker labyrint, ondervindt u aan den lijve hoe verraderlijk obstakels kunnen zijn en hoe belangrijk een betrouwbare noodverlichting is. Etap-verlichting ontwerpt, produceert en verkoopt armaturen en regelsystemen voor verlichting en veiligheidsverlichting. Etap-verlichting is sinds 1949 actief met hoofdzetel in Malle en heeft vestigingen in een tiental Europese landen. Nadien netwerking met drank.
• PRAKTISCH
TECHNISCH-COMMERCIEEL
Plaats: Etap, Antwerpsesteenweg 130, Malle. Datum: donderdag 17 februari 2011 om 19.30 uur . Spreker: Ludo Vermeiren, Etap Kostprijs: 5 euro voor VIK-leden; 10 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 15 euro voor niet-leden. Betalen op rekeningnummer VIK vorming: 406-0098502-57 met de melding ‘Etap 17.02.2011’. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Een factuur kan enkel worden opgemaakt voor een bedrag van minimaal 25 euro. Per factuur wordt er 5 euro administratiekosten aangerekend. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: BBELE10211.
Verdien ik wel genoeg? dinsdag 22 februari 2011 Een vraag die ieder van ons zich stelt, maar wellicht kan niemand er een duidelijk antwoord op vinden. Graag bespreken we dat onderwerp en we lichten het toe vanuit het recente weddeonderzoek dat de VIK organiseerde met haar leden. Ing. Paul Bertels MSc , gedelegeerd bestuurder van de VIK, zal uitgebreid informatie verstrekken over de verzamelde gegevens, zodat dit duidelijk kan worden begrepen. Uiteenlopende functies komen aan bod. Tevens zal in de mate
41
I-mag februari 2011
ACTIVITEITEN
AGENDA BIJEENKOMSTEN
van het mogelijke een antwoord op specifieke vragen worden gegeven. Gelieve tijdig in te schrijven, want we verwachten een grote belangstelling voor dit onderwerp waarop, naar het schijnt, nog steeds een taboe heerst.
• PRAKTISCH
Ing. Paul Bertels MSc
Plaats: Hotel Ramada Plaza Antwerp, Desguinlei 94, Antwerpen. Datum: dinsdag 22 februari 2011 om 20 uur. Spreker: Ing. Paul Bertels MSc, gedelegeerd bestuurder VIK. Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden; 15 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 25 euro voor niet-leden. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet inbegrepen. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Een factuur kan enkel worden opgemaakt voor een bedrag van minimaal 25 euro. Per factuur wordt er 5 euro administratiekosten aangerekend. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOTCM10211.
Studiegroep Bedrijfsbeleid 15/02/2011 Stuurgroepvergadering, VIK-huis, 20 uur 01/03/2011 Wil je eindelijk eens live zien wat je meer kan doen met een smartphone? VIK-huis, 20 uur 15/03/2011 Lezing: naar een organisatie van sprookjes, VIK-huis, 20 uur 17/05/2011 Mindere en betere kwaliteitsadministratie: is CAQ de oplossing, VIK-huis, 20 uur Studiegroep Elektriciteit 17/02/2011 Noodverlichting Etap, Malle, 19.30 uur Studiegroep Meet- en regeltechniek 10/03/2011 Lezing: Detecteren, meer dan ja of nee. Vernieuwde sensortechnologie voor de factory automatisering, VIK-huis, 20 uur Studiegroep Technisch-commercieel 22/02/2011 Lezing: Verdien ik genoeg? Antwerpen, 20 uur
VIK V orming VIK V orming
Europese wetgeving classificatie, labeling en verpakking van chemicaliën CLP - GHS 28 februari 2011 CLP (Classification, labeling and packaging) GHS (Global harmonised system)
• Programma • Waarom CLP? Geschiedenis en kadering in het global
Op 20 januari 2009 werd de nieuwe Europese wetgeving rond classificatie, labeling en verpakking van chemicaliën (CLP) van kracht. Die nieuwe wetgeving introduceert enkele belangrijke hervormingen, zoals de vervanging van de zogenaamde R- en Szinnen door nieuwe H- en P-zinnen, nieuwe gevarenpictogrammen, etc. Er is in een overgangsperiode voorzien, waarbij nog kan geklasseerd en verpakt worden volgens de oude normen. Maar die overgangsperiode is relatief kort, zeker als u honderden stoffen en preparaten op uw bedrijf hebt. Het is belangrijk om voorbereidingen te treffen om de nieuwe manier van indelen en etiketteren toe te passen op de stoffen en preparaten van uw bedrijf. Etiketten van verpakkingen en veiligheidsinformatiebladen van leveranciers kunnen die nieuwe informatie al vermelden. Het is dus aangewezen om werknemers daarvan op de hoogte te stellen. De cursus helpt u wegwijs maken in de nieuwe wetgeving.
• Overzicht situatie in andere landen. • Wat met de bestaande wetgevingen
harmonised system (GHS).
• • • •
(DSD- en DPD-richtlijnen) en hun aanpassingen? Wanneer omschakelen naar CLP? De veranderingen: H- en P-zinnen, nieuwe gevarenpictogrammen, sensibilisatie van uw werknemers. Hoe klasseren, geïllustreerd met enkele voorbeelden. Impact van CLP op regionale wetgevingen (Seveso, Vlarem, Wet Welzijn, …) Verpakkingen
• Praktisch maandag 28 februari 2011 van 10 tot 16 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Info: www.vikvorming.be/node/1782 of
[email protected] of 03 259 11 06.
Duurzaam bouwen vanaf donderdag 31 maart 2011 • Programma • Deel 1: bouw
Energetische optimalisatie van bouwconstructies en installaties
- Innovatie isolatietechnieken - Controle op de uitvoeringskwaliteit
Duurzaam bouwen is een actueel thema dat kan worden gezien als een grote noemer met veel deelcomponenten. De cursus gaat dieper in op de beheersing van de energiebehoeften en dat door de optimalisatie van zowel de bouwkundige constructies als de installaties voor verwarming, koeling en ventilatie. Daarbij zal de cursus aantonen dat beide complementair zijn en de beste optimalisatie gerealiseerd wordt, als de koppeling tussen beide maximaal is. De vermindering van de energiefactuur begint immers bij het bouwproces zelf. Hoe gaan we het gebouw ontwerpen of uitvoeren, zodat er van bij de start minder energie verloren gaat? Wat zijn de effecten van nieuwe technieken en materialen? Ook bij de installatietechnische aspecten wordt nagegaan hoe er energetisch kan geoptimaliseerd worden, wat er precies verbruikt wordt tegen welke kostprijs en hoeveel de investeringen zullen opbrengen.
• Deel 2: duurzame installaties - Comfort - Ventilatie - Verwarming - Koeling
• Deel 3: hernieuwbare energietechnieken - Wind, water, zon, golven en getijden - Wat is het idee achter die technieken? - Hoe snel betalen die technieken zich terug? - Wat is de toekomst? Schaal verkleining voor particulier gebruik
• Praktisch Om het energiepeil te verlagen wordt vaker gebruikgemaakt van hernieuwbare energiebronnen. In de laatste dag komen enkele concepten aan bod, bekijken we hoe snel ze zichzelf terugbetalen en welke ontwikkelingen we in de toekomst mogen verwachten.
donderdag 31 maart; 7 en 28 april; 5 en 12 mei 2011 van 14 tot 21 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Info: www.vikvorming.be/DuurzaamBouwen of
[email protected] of 03 259 11 06.
43
I-mag februari 2011
VIK V orming VIK V orming
Industriële ventilatie vanaf zaterdag 2 april 2011 ‘Slechte lucht’, sickbuildingsyndroom en benauwd gevoel zijn vaakgehoorde begrippen bij ‘slechte’ klimaatsystemen. Dikwijls valt de oorzaak van die symptomen terug te brengen tot een gebrekkig onderhoud. In dit deel van de cursus wordt aangegeven hoe ventilatie-installaties opgebouwd moeten worden, opdat onderhoud mogelijk blijft en hoe onderhoud uitgevoerd moet worden.
Industriële ventilatie: normen, geluid en onderhoud De meeste klachten in ventilatieen luchtbehandelingssystemen draaien rond een drietal thema's: tocht, geluid en ‘slechte lucht’. De oorzaak van het eerste probleem is vaak terug te brengen naar het ontwerp en de uitvoering van de installatie. Door een goede kennis van de regels rond het dimensioneren van ventilatiesystemen kan al veel leed voorkomen worden. In de eerste module van deze cursus worden de basisregels verduidelijkt voor het ontwerp van een ventilatiesysteem met behulp van de norm NBN EN 13779. We doen dat onder andere aan de hand van een voorbeeld. Geluid van ventilatiesystemen is een niet te onderschatten bron van hinder in moderne gebouwen. Door de betere (geluids)isolatie ten opzichte van de buitenomgeving zal installatiegeluid sneller opvallen. Met de nieuwe norm NBN S01-400 en een hele reeks van oplossingen voor geluidsproblemen kan de ontwerper van een systeem ervoor zorgen dat er ook een comfortabel geluidsklimaat in het gebouw heerst.
• Programma • Wat staat in de Norm NBN EN 13779? • Op welke manier kan een dimensionering van een installatie aangepakt worden volgens de regels van EPB?
• Toepassing van stappenplan om een ventilatiesysteem in een kantoor te dimensioneren
• Onderhoud van een ventilatiesysteem: norm EN 12097 en impact op bestaande installaties
• Inspectie en reiniging van ventilatiesystemen • Geluid in ventilatiesystemen: impact van de norm NBN S01400 (installatiegeluid) op bestaande systemen en ontwerpen
• Hoe geluidsproblemen voorkomen en oplossen? • Praktisch zaterdagvoormiddag 2, 9, 30 april; 7, 14, 21 mei 2011 van 9 tot 12 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Info: www.vikvorming.be/node/1120 of
[email protected] of 03 259 11 06.
Persoonlijke organisatie met Outlook vanaf zaterdag 19 maart 2011 terug, zodat u niet voortdurend hoeft te klasseren of te zoeken. Het organiseren van een vergadering met enkele deelnemers is zo geregeld.
De meeste professionals hebben de gewoonte om nieuwe folders en structuren aan te maken om gerelateerde informatie samen te houden. Daarenboven spenderen ze veel te veel tijd aan e-mail, zodat andere belangrijke activiteiten minder aandacht krijgen. Tijdens deze cursus leert u inzien dat die werkwijze niet alleen (te) veel tijd kost, maar ook dat er betere en snellere manieren zijn om je persoonlijke organisatie te verbeteren. Bovendien krijgt u inzicht in verscheidene ‘genius shortcuts’, waarbij u dankzij het gebruik van slimme technologische hulpmiddelen en geavanceerde opties binnen Outlook dagelijks een significante tijdswinst geniet.
• Programma • Persoonlijke organisatie - Meer of minder structuren en folders gebruiken? - Organiseer en automatiseer. - Onmiddellijk rendement met slimme Outlook-opties. • Hoe 100 e-mails in één uur schrijven? • Sneller organiseren & herplannen van vergaderingen met meerdere deelnemers • Contactbeheer optimaliseren met Outlook
• Praktisch Zo lijkt het schrijven van 100 e-mails op één uur tijd wellicht écht onmogelijk. Als u deze cursus hebt gevolgd, wordt het voor u een koud kunstje. U vindt uiteraard ook alle relevante e-mails, bijlagen en contacten in één oogopslag en binnen de kortste keren
I-mag februari 2011
zaterdagvoormiddag 19 en 26 maart 2011 van 9 tot 12 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Info: www.vikvorming.be/outlook of
[email protected] of 03 259 11 06.
44
VIK V orming VIK V orming
Piping & engineering vanaf dinsdag 22 maart 2011 Ontwerp, montage en juist gebruik van buisleidingen
- terugslagkleppen - veiligheidsventielen - beperkingschijven - meetschijven - kwaliteitseisen
De cursus bestrijkt het hele pakket van onderwerpen die met piping & engineering verband houden, zonder alles in detail te behandelen. De cursus is eerder als oriëntatiepakket bedoeld voor wie zich verder wil specialiseren in bepaalde thema's.
- condensomaten - breekplaten - overstroomventielen - vlammenfilters - stromingskenmerken
• Sterkte- en flexibiliteitberekening van buisleidingen • Programma • Een stortvloed van reglementen en normen
- primaire en secundaire spanningen - relaxatie & flexibiliteit - rekening houden met de flexibiliteit van de stompen op de drukvaten - Unbalanced system (local overstrain) - algemene inzichten over het mechanisch ontwerp van leidingen - wat je wel en wat je niet moet doen - het correcte gebruik van veerhangers - soorten berekeningen: vereenvoudigde methoden (TRR100 - ASME) alleen ter informatie - soorten berekeningen - volledige spanningsanalyse - bespreking van drie berekeningsvoorbeelden uit de praktijk - probleemstelling en oplossing
- het ontstaan van de wetgeving over drukapparatuur - PED - de Europese richtlijn voor drukapparatuur
• Aspecten van materiaalkeuze - ingezette materialen - on- en laaggelegeerd staal - materialen voor lage temperaturen - warmvaste materialen - roestvast staal - nikkellegeringen - corrosie - basisprincipes - belangrijkste corrosietypes
• Stromingsleer en drukvalberekeningen - basisbegrippen - drukverliesberekeningen - ontwerpsnelheden voor stroming van vloeistoffen, gassen en stoom - stroming van en naar veiligheidskleppen - basisbegrippen van pneumatisch en hydraulisch transport - opstellen en gebruik van systeemcurven - cavitatie in leidingen en pompen - geluidsaspecten
• Amerikaanse code B31.3 - montagerichtlijnen - niet-destructief onderzoek - lassen, lasprocedures, lasserkwalificaties - de oplevering en indienststelling van buisleidingen
• Praktisch dinsdag 22 en 29 maart; 5 en 26 april 2011 van 14 tot 21 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Info: www.vikvorming.be/PenE of
[email protected] of 03 259 11 06.
• Appendages en beveiligingsapparatuur - afsluiters
- regelventielen
VIB (Veiligheidsinformatieblad) SDS volgens Reach - toepassing CLP GHS donderdag 17 maart 2011 • Richtlijn 1999/45/EG: de preparatenrichtlijn • Verordening (EG) nr 1907/2006 artikel 31 en bijlage II (Reach)
In deze cursus zal stap voor stap belicht worden hoe een veiligheidsinformatieblad (of kortweg VIB) moet worden opgesteld en geïnterpreteerd. Daarbij komen de belangrijkste basisbegrippen en de relevante en recentste Europese wetgeving aan bod en op basis van praktische voorbeelden wordt dat verduidelijkt.
- opstellen en interpreteren van een VIB
• Praktisch donderdag 17 maart 2011 van 10 tot 18 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Info: www.vikvorming.be/node/482 of
[email protected] of 03 259 11 06.
• Programma • Belangrijkste definities en basisbegrippen • Richtlijn 67/548/EEG: de basisrichtlijn en verordening (EG)nr. 1272/2008 : CLP GHS
45
I-mag februari 2011
VIK V orming VIK V orming
Cursusagenda februari - maart 2011 CURSUS
STARTDATUM
EINDDATUM
TECHNOLOGIE Mechatronica in moderne machines Steigerwerken en stellingen Energiebesparingen in de procesindustrie Praktische invulling van EC7 bij het ontwerp van ondiepe en diepe funderingen* Nieuwe toepassingen met polymeren Verlijmingstechnieken Bruggenbouw Industriële koeltechnieken Klimatisatie van gebouwen Praktijk van de geotechniek HVAC 1 Veiligheidskleppen in de procesindustrie Dimensioneren van elektromechanische aandrijfsystemen Chemische procesengineering CE-machinerichtlijn: 2006/42/EG Afbraak- en sloopwerken: nieuwe Vlaamse regelgeving Piping & engineering Drukvaten, warmtewisselaars en opslagtanks Duurzaam bouwen: energetische optimalisatie van bouwconstructies en -installaties
5/02/2011 7/02/2011 10/02/2011 14/02/2011 16/02/2011 18/02/2011 21/02/2011 23/02/2011 25/02/2011 15/03/2011 6/03/2011 16/03/2011 17/03/2011 18/03/2011 19/03/2011 21/03/2011 22/03/2011 23/03/2011 31/03/2011
26/02/2011 14/02/2011 10/02/2011 28/02/2011 2/03/2011 19/02/2011 14/03/2011 25/05/2011 1/04/2011 02/04/2011 04/05/2011 30/03/2011 31/03/2011 13/05/2011 30/04/2011 04/04/2011 26/04/2011 30/03/2011 12/05/2011
V N + A! D A N + A! D+V N +A! en A A D N + A! en V A en V D N + A! N! V N + A! en N N + A! D N + A!
4 4 2 3 6 3 5 10 10 9 8 6 6 7 4 5 8 4 10
490 440 380 380 680 340 630 1050 1190 960 870 790 750 910 490 630 1130 560 1180
BEDRIJFSKUNDE Workshop procesveiligheid en MOC (Management of change) Legionella Pneumophila - Beheersplan Integraal waterbeheer Integraal waterbeheer: water Tijdstudie als innovatiebasis MS Project B-VCA: basisveiligheid Contractenbeheer CLP (Classification, labeling and packaging) - GHS (Global harmonised system) Lean thinking: intro & value stream mapping Denkfouten in kwaliteit Integraal waterbeheer: industrieel watergebruik De betrouwbaarheid van een installatie verhogen VIB (VeiligheidsInformatieblad) - SDS volgens REACH - implementatie CLP-GHS Humanresourcesmanagement Verhoog door opleiding de productiviteit en de betrokkenheid bij procesverbetering VOL-VCA: veiligheid voor operationeel leidinggevenden Productiviteit en ergonomie Fellow in machinery safety REACH voor downstream users Kostenramingen en doorlooptijden van projecten (project estimates)
3/02/2011 10/02/2011 14/02/2011 14/02/2011 17/02/2011 17/02/2011 21/02/2011 25/02/2011 28/02/2011 3/03/2011 10/03/2011 14/03/2011 15/03/2011 17/03/2011 18/03/2011 29/03/2011 29/03/2011 30/03/2011 30/03/2011 31/03/2011 31/03/2011
24/02/2011 10/02/2011 14/02/2011 28/02/2011 24/02/2011 24/02/2011 21/02/2011 25/02/2011 28/02/2011 17/03/2011 24/03/2011 28/03/2011 26/04/2011 17/03/2011 18/03/2011 24/05/2011 30/03/2011 6/04/2011 15/06/2011 31/03/2011 7/04/2011
D D A A D D D! N + A! D D D A N + A! D N + A! N D! + N! D N + A! D D
8 2 15 3 4 4 2 2 2 4 4 3 10 2 2 5 3 4 17 2 4
1090 340 1320 420 730 680 135 340 280 730 730 420 1080 340 340 580 320 730 2080 340 650
VAARDIGHEDEN Effectief leidinggeven - medewerkers coachen - teammanagement Snellezen Verkopen kan je leren Persoonlijke organisatie met Outlook Timemanagement
08/02/2011 18/02/2011 14/03/2011 19/03/2011 26/03/2011
28/06/2011 25/02/2011 02/05/2011 26/03/2011 02/04/2011
A N D V V
17 2 5 2 2
1650 310 660 230 300
* = Huis Van de Bouw D = dagcursus van 9 tot 17 uur V = voormiddagcursus van 9 tot 12 uur I-mag februari 2011
N = namiddagcursus van 14 tot 17 uur A = avondcursus van 19 tot 22 uur ! = aangepaste uren kijk op website 46
NVT = niet van toepassing
SESSIES UREN LEDENLEDENTARIEF TARIEF ONDERW. & OVERH.
tarieven geldig tot 31.12.2011 meer info en updates op www.vikvorming.be
VIK V orming VIK V orming
Opleidingen arbeidsanalyse
vernieuwd aanbod: Tijdstudie als innovatiebasis data: 17 en 24 februari Tijdstudie als basis om de werking van een productieorganisatie in kaart te brengen.
Info: www.vikvorming.be/tijdstudie
Volledigheid en snelheid in FMEA data: 5, 19 en 26 mei
Lean Thinking: intro & value stream mapping data: 3 en 17 maart Technieken en tools voor productiviteits- en performantieverbetering van multinationals of kmo’s.
Info: www.vikvorming.be/leanthinking
Een snelle en volledige methode om FMEA vlotter te laten verlopen in een organisatie.
Info: www.vikvorming.be/FMEA
Denkfouten in kwaliteit data: 10 en 24 maart Een andere aanpak om het productfoutenbeeld ingrijpend te verminderen en de traditionele inzichten zoals poka yoke, 6 sigma, FMEA te kaderen in hun voordelen en nadelen.
Info: www.vikvorming.be/denkfouten
Tijdstudie SMED technologisch bekeken data: 11, 18 en 25 mei De opleiding wil de omstelling drastisch verminderen. Niet alleen organisatorische methodes worden besproken, maar de klemtoon ligt ook op het technologisch verbeteren van de omstelling, inzicht halen uit kennis om bijstellingen te verminderen én andere organisatorische methodes om parallel te werken. We zullen niet eindigen met checklists maar met concrete oplossingen.
Info: www.vikvorming.be/smed
Productiviteit en ergonomie data: 30 maart en 6 april Over hoe je kan winnen door rekening te houden met de beperkingen van de mens.
5S functional thinking data: 7 en 28 april
Info: www.vikvorming.be/ergo
Een integrale aanpak om te komen tot optimale kwaliteit, productiviteit en doorstroming.
Info: www.vikvorming.be/5S
Lean administration office: de weg naar lean office data: 12, 26 mei en 9 juni Technieken en tools voor productiviteits- en performantieverbetering van administratieve organisaties.
Info: www.vikvorming.be/leanadmin
Alle opleidingen vinden plaats in het VIK-huis in Wommelgem. Telkens van 10 tot 18 uur. www.vikvorming.be
VIK Vorming werft aan:
productmanager cursussen www.vikvorming.be/productmanager