NUMMER 2 januari - juni 2014
GROENE
BLAADJE
2
COLOFON
Iedereen die dit schooljaar heeft meegewerkt in het MOS-Team, wordt tijdens het leerlingencontact uitgenodigd voor een kleine verrassing in M28. Bedankt allemaal!
Hoofredactie Hans Gooris, Christine Van Bockstal Foto’s: Christine Van Bockstal Lay-out: Peter Crauwels
1
HET MOS-TEAM Aïda Grigoryan - 1L3 Ariadne Gobert - 1L3 Nele Vandenberghe - 1M3 Myrthe Gobert - 2L2 Oscar Cornelissen - 2GL Quinten Moorees - 2L2 Genesis Halder - 2L2 Charlotte Mortelmans - 2L2 William Arnauts - 2M1 Isabel Dierckx - 2M4 Emma Roebben - 2M4 Jonas Roose - 5GWi Charlotte Pleysier - 6EWi Dominique Van Gerwen - 6EWi Jaro Vanbesien - 2GL Birgit Löfgren, An Onraedt, Christine Van Bockstal, Peter Crauwels Hans Gooris Clair Lammens Els Verstraeten Viviane Abdelmalek
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
INHOUD
Colofon 1 Inhoud 2 DEEL 1: MOS-week in woord en beeld
Startmoment 3 Jaarthema: De ladder van Lansink 4 Tentoonstelling rond afval en duurzame ontwikkeling. 5 MOS Quiz 7 Workshop duurzame ontwikkeling 7 Dieter Cuypers: voordracht 9 Dieter Cuypers: interview 10 Afval bestaat niet 11 Slotmoment 13 DEEL 2: Module ecologie
Schelde jongeren parlement 15 Eindwerken 17 Enhanched Landfill Mining 17 Oosterweelverbinding en Ringland 23 Verzuring van het landschap en cultureel erfgoed 30
2
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
DEEL 1:
MOSWEEK IN WOORD EN BEELD STARTMOMENT
Wil je een beter beeld krijgen van het thema van het voorbije jaar, kan je altijd ons inleidend filmpje op de schoolwebsite www.xaco.be bekijken. Dit filmpje werd samengesteld en geregisseerd door Charlotte Pleysier en Dominique Van Gerwen. (Module Beeldtaal) http://www.youtube.com/watch?v=PJ72_0cBegE&feature=youtu.be
3
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
JAARTHEMA: AFVAL VERMIJDEN DE LADDER VAN LANSINK.
4
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
FOTO-IMPRESSIE Een tentoonstelling rond afval en duurzame ontwikkeling.
5
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
6
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
MOS QUIZ Resultaten
Resultaten: Hoogste score in: (2L2) (2M2) (2M4) (2M5) (2GL) (2M3) (2L1) (2M1)
29.6/40 29.2/40 28/40 28/40 26.4/40 26.4/40 26/40 26/40
Adam Infed Yasmine Abouchehaten Cato Hoeben Jonas De Vriendt Marcel Bas, Margo Demey, Jan Mellebeek Jytte Maenhout, Lies Rondou Natan Warson Jana Van Dyck
Van harte proficiat aan allemaal.
De winnaars worden verwacht tijdens het leerlingencontact in M28 voor een fijne verrassing.
WORKSHOP duurzame ontwikkeling
7
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
WORKSHOP
duurzame ontwikkeling Tijdens een interactieve workshop werden de leerlingen ondergedompeld in het duurzaam omgaan met verpakkingsmaterialen. Twee uur namen ze de plaats in van onze beleidsvoerders en zochten ze oplossingen om bepaalde problemen aan te pakken. Adveture time met Bob Bob heeft een speciale job Hij is een drinkkarton dat is niet bon! Hij was een boom, O zo schoon Getransporteerd met een boot, na gebruik belandt in de sloot Opgepakt en gezakt Een nieuw leven gegeven (annoniem) Voor mijn verjaardag wens ik mijn stad groen! Er moet dringend iets gedaan worden aan de ecologische structuur in en rond de stad Antwerpen. De maatregelen zijn de volgende: Autovrij stadscentrum De auto’s worden ondergronds geleid Lager belastingen op elektrische auto’s Meer stopcontacten Meer een veilige fietspaden aanleggen en de A-fietspunten ook buiten de stad plaatsen De ideeën werden ingestuurd door leerlingen van het Xaveriuscollege ( klaudia, Djossy, Sarah, Martha, Aline, Kaat en Juliet van 4HW/La) Zelfs fruitbakjes zorgen voor een probleem Ooit al stilgestaan bij het feit dat je dagelijkse inkopen invloed hebben op je leefomgeving en hygiëne? Fruitbakjes worden vaak samen met ander producten zomaar weggegooid. Om dit tegen te gaan zullen we meer vuilbakken moeten plaatsen. De vuilbakken worden dan door gerecycleerde fruitbakjes-plasties gemaakt. Ook zullen fabrieken die dit maken buiten de stad gelegen zijn en minder schadelijke stoffen gebruiken. Geef je fruitbakjes dus een tweede leven om ons leven te beschermen. (Voorstellen van Timpa, Paulien, Marie, lien en Elena van 3GL/La)
8
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
DIETER CUYPERS
VOORDRACHT door DIETER CUYPERS, bio-ingenieur, oud leerling Xaveriuscollege en nu medewerker aan het VITO, in het kader van de milieuweek 2014. Hoe werd deze voordracht door 4 lln. van het 5de jaar ervaren?
1) zijn loopbaan: Ik vond het wel leuk om te horen hoe hij is geworden tot wat hij nu is. Ik vond het zeer interessant om naar te luisteren, ook zijn humor kon mij wel smaken! Ik vond het leuk om te luisteren naar hoe zijn leven is gegaan , alleen zie ik mezelf niet hetzelfde doen, verre van zelfs. Zijn levensloop heeft mijn toekomstvisie wel wat veranderd. Ik ben vooral verbaasd dat hij op het internationale vlak gewerkt heeft. Het heeft me wel geraakt. Ik vond alles zeer interessant.! Tijdens zij verhaal van de loopbaan kreeg ik veel respect voor wat Dieter en anderen proberen te realiseren met hun job. Het was leuk te horen wat hij allemaal gedaan had en waar hij overal geweest was. Een spreken is vaak afstandelijk maar hij had interactie met het publiek en was echt grappig. 2) de klimaatconferentie : Jammer genoeg halen die conferenties niets uit. Het zou goed zijn mocht Dieter hierin veranderingen kunnen brengen. Het was leuk dat de fotografen de slapers fotografeerden. Hij vertelde niet op een koude manier dat de aarde opwarmt, maar wel wat hij eraan deed op de conferenties en wat we moeten proberen te doen. De klilmaatconferenties zegt me niet veel ,dus dat deel, was in mijn opzicht ,saai! De klimaatconferentie : toppie! Het is echt goed om weten wat er allemaal gebeurd en hoe het in zijn werk gaat. 3) Wat kunnen we eraan doen? We kunnen de regering overtuigen om iets te doen tegen de opwarming van de aarde. Bovendien zal er, volgens mij, niet veel verschil zijn, mocht China niets doen! Compromissen sluiten met anderen landen om zéér ambitieuze doelstellingen te bereiken. Dit gedeelte was te kort , toch had ik grote verwachtingen.. Hij toonde posters uit de VS tijdens de twede wereldoorlog die de bevolking ertoe aanzette om zelf in hun noden te voorzien.Tot slot werd aan de leerlingen gevraagd of ze het zinvol vonden. Het was zeer zinvol: ik heb er veel van geleerd. Zulke voordracht is voor herhaling vatbaar. Ook de pauze vond ik leuk , even de benen strekken. Het was zeker de moeite waard.
9
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
INTERVIEW Naar aanleiding van de MOS-week op onze school interviewden we Dieter Kuypers. MOS, wat staat voor Milieu Op School, is een actie van het Xaveriuscollege te Borgerhout. Wanneer we onze leerkracht aardrijkskunde vertelden over ons onderzoek zei ze dat ze de geschikte man kende die ons zou kunnen helpen met ons onderzoek. Dieter Kuypers is een oud-leerling van het Xaveriuscollege. Hij is Bio-ingenieur en heeft doorheen zijn carrière veel ervaring opgedaan bij verschillende milieuorganisaties. Hij is dus heel actief bezig met het milieu. In ons interview stelden we hem verschillende vragen omtrent de houding van jongeren ten aanzien van de opwarming van de aarde. Om te beginnen vroegen we hem of er voldoende jongeren zijn die zich inzetten om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Dieter Kuypers zegt dat er waarschijnlijk wel meer jongeren zijn die zich ervoor inzetten dan vroeger. Dit komt omdat het probleem groter is dan vroeger. De scholen zijn er ook meer mee bezig om jongeren aan te zetten tot actie. “Vroeger leerden we niet zoveel over milieu als jullie nu,” aldus Dieter Kuypers. We hebben tegenover vroeger ook al wel wat vooruitgang gemaakt. Ondanks de kleine veranderingen zijn er toch nog steeds twee grote problemen. Enerzijds gaan vele mensen ervan uit dat het allemaal in de handen van onze politici ligt. Dit verklaart ook meteen de mensen hun passiviteit. Wij, als jongeren, vergeten vaak dat we eigenlijk toch wel een groot verschil kunnen maken. We mogen niet vergeten dat alle kleintjes 1 groot geheel maken. Anderzijds vervallen mensen te vaak in oude gewoonten. We denken dat we goed bezig zijn als we gewoon onze boterhammen in een brooddoos steken in plaats van zilverpapier te gebruiken. Dit is natuurlijk niet voldoende om ons probleem op te lossen. Er moet meer veranderen. Volgens Bio-ingenieur Dieter moeten we breder leren kijken en vooral anders leren kijken. We moeten leren om te veranderen. Het is namelijk zo dat een mens een “gewoontebeest” is. Mensen hebben vaak moeite met veranderen. Dit is op te lossen met testen. Dieter legde het uit aan de hand van een voorbeeldje: de leefstraten in Gent. In Gent hadden ze het idee om van sommige straten autoluwe straten te maken. Omdat mensen niet gemakkelijk veranderen, stelden men voor dit een weekje uit te proberen. Na een week bleek dat de mensen het helemaal geen slecht idee vonden. Het resultaat is dat men nu enkele leefstraten heeft in Gent. Dit is de manier waarop we een verschil kunnen maken in mentaliteit, wat een goede stap is tot verandering. Het proberen zorgde dus voor verandering en leidde tot een mentaliteitsverandering. We vroegen Dieter hoe we met deze boodschap tot bij de jongeren van vandaag kunnen geraken. Volgens Dieter is de beste methode om jongeren te bereiken via de mediakanalen die ze kennen. Dit maakt het minder een ver-van-mijn-bed-show. Natuurlijk zijn schoolacties helemaal niet verkeerd. Men moet gewoon de juiste boodschap overbrengen. Het probleem is dat mensen “Milieu-moe” zijn, door de vele acties rond het milieu. Er wordt soms te veel met de vinger gewezen. Men zou beter vragen aan de mensen hoe hun wereld er later gaat uitzien, dan kan men er over nadenken. Mensen kunnen zich moeilijk inbeelden hoe hun wereld er zou uitzien als de gevolgen van de opwarming steeds meer voelbaar zouden worden. Men moet geïnspireerd worden in plaats van steeds met de vinger gewezen te worden. Inspireren is beter dan straffen. Het moeilijkste is om met velen samen aan tafel te gaan zitten om de problematiek op te lossen. Dit vertraagt vaak vele processen. Maar dit is zeker geen slechte zaak, want men heeft alle soorten mensen en visies nodig. Door zoveel verschillende mensen naast elkaar te zetten, heeft men een brede kijk. Zo is het bijvoorbeeld noodzakelijk om marketeers en bosbouwers naast elkaar te laten tafelen. Marketeers weten hoe ze de mensen moeten inspireren. Ze zitten jammer genoeg te weinig aan de juiste tafels. Bosbouwers kunnen hen dan aanvullen op het praktisch vlak. Zij voeren het toekomstplan uit. Dat is op politiek vlak, maar hoe denken jongeren er nu zelf over? Het is echt niet moeilijk om korter te douchen, minder vlees te eten of meer met de fiets te gaan. Het is mogelijk om als jongere een mentaliteitsverandering te ondergaan. Je moet je leven daarvoor zelfs niet drastisch veranderen. Het zit vaak in kleine dingen. De kleine dingen leiden tot een mentaliteitsverandering. Jongeren kunnen meer dan ze zelf denken. Ze moeten gewoon niet vervallen in oude gewoonten en de touwtjes zelf in handen nemen. Een open houding is noodzakelijk. Door Sophie Wuyts en Lina Symons uit 6HW
10
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
AFVAL BESTAAT NIET Tijdens de middagpauze gingen leerlingen aan de slag met wegwerpmaterialen. Zo konden ze zelf ondervinden dat veel materialen hergebruikt kunnen worden. De fotocollage die je hier terugvindt geeft een mooi sfeerbeeld van deze leerzame, maar vooral ook leuke middagactiviteiten.
juwelen van blikclips Breien geldbeugel van tetrabrik
11
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
2L2 heeft oude materialen een nieuw leven gegeven. De klas verzamelde rond de krokusvakantie enkele materialen bij elkaar. De materialen moesten gerecycleerde spullen zijn zoals vb. oude doeken, flessen, kartonnendozen, … Met deze spullen gingen ze tijdens de les Frans van mr. Moeremans te werk om de spullen een nieuw leven te geven. De opdracht kwam er na een bezoek van de leerkracht aan het containerpark. De leerkracht kwam daar een man tegen, die van spullen die hij vond in het containerpark kunstwerkjes maakte. De kinderen zelf hadden veel zin in de opdracht die ook aansloot met hun les over het milieu. De opdracht verliep redelijk vlekkeloos. Na drie lessen krijgen we het resultaat in de lerarenkamer. Er zijn enkele erg mooie werkjes uit de bus gekomen. Myrthe Gobert.
12
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
De milieuweek werd feestelijk afgesloten met een kort, maar intens muziekspektakel door de leerlingen van het eerste jaar. 13
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
DEEL 2:
MODULE ECOLOGIE
14
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Het Schelde Jongeren Parlement Het Schelde Jongeren Parlement (SJP) brengt jongeren vanaf 16 jaar samen die wonen of studeren in het Internationaal Stroomgebieddistrict van de Schelde. Water en waterbeheer zijn de centrale thema’s en de jongeren krijgen de kans om hun visie op waterbeleid voor te stellen en de projecten van anderen te ondersteunen. Twee dagen op voorhand reizen de VIR’s (een aantal afgevaardigden) af naar Doornik om alles klaar te maken voor de plenaire zitting. Deze dagen worden de trefdagen genoemd aangezien er dan vooral problemen op tafel worden gelegd en er grondig gedebatteerd wordt over oplossingen. Ook zorgt dit project voor multiculturaliteit, meertaligheid en netwerken over de grenzen heen.
De trefdagen
Dag 1 : Kennismaking met het project en met de mede- vir’ Eenmaal aangekomen in Doornik werden de afgevaardigden (wij plus nog drie leerlingen van een school uit Valenciennes (Fr)) verwelkomd in een schilderachtig kamertje in de jeugdherberg waar we zouden logeren. Toen iedereen klaar was met uitladen werd het project nog eens kort ingeleid en erna konden we beginnen. Eerst moest elke groep zijn project voorstellen. Wij vertelden over ons plan om van een verloederde site naast de haven een park te maken en stelden de SWOT-analyse hiervan voor. De Franse vir’s hadden niet echt een project opgesteld, ze hadden een onderzoek gedaan naar de invloed van de Schelde op het leven in hun stad Valenciennes. Het was erg opvallend hoe anders zij de rivier bekijken. Zij bespraken eerder de nadelen dan de kansen. Zo is het blijkbaar een erg arme en vervuilde stad waardoor er voor milieu niet echt veel aandacht was (dit was trouwens een van de grote conclusies die we konden trekken na het parlement: eerst economie dan milieu, wie arm is heeft wel andere dingen aan zijn hoofd dan het zorgen voor de planeet blijkbaar). Een moeras dat er voor zorgde dat de rivier zijn natuurlijk overstromingsgebied kon behouden was het enige ecologisch verantwoorde in de stad. De stad wordt van werk voorzien door 1 of 2 grote fabrieken (waaronder aan Toyotafabriek die blijkbaar werkgelegenheid geeft aan de halve stad) en door een mijn. Het was me niet helemaal duidelijk of die laatste nog actief was, maar het was wel een feit dat ze de rivier in de loop der jaren enorm heeft vervuild. Na deze inleiding konden we beginnen aan de uiteenzetting van probleemstellingen die zich voordoen over het hele Scheldestroomgebieddistrict. Zo konden we op het einde van de dag besluiten dat deze heel uiteenlopend waren. Sommige problemen die zich voordoen in Antwerpen hebben totaal geen belang in Valenciennes en omgekeerd (Dit was mede doordat Antwerpen een grote havenstad is, iets dat blijkbaar een paar problemen extra met zich meebrengt). ’s Avonds was er nog een wandeling door de stad voorzien en daarna een kleine quiz waarmee we de dag afsloten. Dag2 : problemenstelling door opsomming in 5 grote punten Ons doel van de dag: het maken van 5 grote pamfletten met de uitleg en de SWOT-analyse van elk probleem op. Eerst moesten we de 5 belangrijkste problemen kiezen waarvan we vonden dat ze moesten worden opgelost en ze in een gebalde stelling zetten. Deze zullen worden uiteengezet op de plenaire zitting van de volgende dag. Iedere vir kreeg één pamflet toegewezen dat hij of zij de volgende dag moest voorstellen. De rest van de dag werd dus gebruikt voor het instuderen van het probleem en voor het discussiëren over oplossingen. We moesten oefenen op het beantwoorden van vragen over ons onderwerp dus hebben we de namiddag nuttig gespendeerd door het opstellen van vragen voor onze mede-virs om te checken of ze klaar waren voor de volgende dag. Ook was er nog een voorstelling van de vertegenwoordigers van Goodplanet (Gust en Isabelle) van wereldwijde problemen. Aangezien we de afgelopen dagen alleen maar over de problemen in en rond onze regio hadden geleerd was dit erg interessant. Het is ongelooflijk om te zien hoe ver deze problemen uit elkaar kunnen liggen. Dit kan gaan van water filteren in Afrika om er drinkwater van te maken tot de aanvoer van water om gewassen te telen in warme delen van Amerika. Dit was het laatste debat dat we hielden. Hierna kwamen de eerste groepen al aan ( één uit Bulgarije en de ander uit Frankrijk). Op het einde van de dag zijn we nog bijeen gekomen om een soort van conclusie te vormen en om al een planning voor de volgende dag op te stellen. Nu waren we helemaal klaar voor de volgende dag.
15
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Plenaire zitting
De laatste dag van de ontmoetingsdagen in Doornik zijn de twee middelbare scholen (Xaveriuscollege en atheneum van Valenciennes) bij elkaar gekomen samen met groten en minder grote beleidsmakers , experten op het gebied van water , een Bulgaarse delegatie die in het Schelde bassin zitten , een Franse kajakclub die ook uit Valenciennes kwam en nog andere mensen die verbonden waren met het project van de Scheldt Youth Parliament. De plaats van de plenaire zitting was in een middelbare school gelegen in de stad Doornik. Doornik was de perfect plaats voor dit project omdat het een stad is die vroeger zeer afhankelijk was van de Schelde en een duidelijk voorbeeld is waar het blauw -groen-netwerk een concrete invloed had op de stad zelf , maar ook op de omliggende gebieden. De zitting zelf ging door in een grote zaal waar alles in gereedheid werd gebracht om de vijf waterberichten voor te stellen aan de anderen. De verschillende groepen die er waren stelden hun organisatie voor door kleine standjes waar je kon kijken wat zij doen , waar voor zij staan en wat hun idealen zijn. Alles werd voorzien voor de mensen. De middelbare scholen zelf konden ook hun project voorstellen aan de andere mensen een wat feedback krijgen over hun idee. Want dit is waar het eigenlijk om ging , dat je na deze plenaire zitting iets concreet ging doen met je idee , project , … . Door er bijvoorbeeld naar de burgemeester van de stad gaan en te zien wat hij/ zij ervan vindt. Zodat men op het einde van de rit iets concreet hebben gerealliseerd , waar ze met goede hoop naar terug kunnen kijken. Het eigenlijke doel van de ontmoetingsdagen was om vijf waterberichten over de Schelde te maken en om die voor te stellen aan de mensen die er concreet naar het Europees Parlement mee gaan om ze te verkondigen met de personen daar. Het idee was om te laten zien dat de jeugd ook weet dat er problemen zijn in de wereld en dat zij ook een mening kunnen hebben over grote problemen. Er zijn veel jongeren die zich willen engageren om een betere toekomst te maken.Want tenslotte is de jeugd de toekomst en zij hebben die zelf ook in de hand. Daarom is het belangrijk om de mening van de jeugd te hebben. Voordat er werd gediscussieerd kon worden over de waterberichten, waren er een aantal workshops over het blauwgroennetwerk , de armoede , waternoden over de wereld , klimaatverandering. Dit was om wat warm te lopen om over de berichten te kunnen praten. Alles eigenlijk wat een beetje me ecologie te maken had kwam er in voor. Bij de meeste workshops bleef het wel alleen maar bij de Schelde. Nogal een relevant onderwerp om een workshop over te doen. Na de lunch begon het met de echte plenaire zitting. Tijdens de plenaire zitting zelf hebben we gedebateerd over deze berichten en ofdat ze haalbaar zijn om uit te voeren en het genoeg draagkracht heeft bij de bevolking. Dit zijn twee belangrijke componenten om in gedachten te houden. Want als het idee wel sterk is uitgebouwd maar niet kan worden gereallisseerd dan is het gewoon onmogelijk. Het andere component is ook zeer belangrijk want als jij als individu er helemaal achter staat , maar je bevolking niet , zal het idee geen basis hebben om verder uitgebouwd en uitgevoerd te worden. Daarna gingen de beleidsmakers en leerlingen gingen met elkaar in debat over de verschillende onderwerpen en probeerden de waterberichten aan te passen zodat ze haalbaarder waren en beter pasten bij de noden van de bevolking. Daarna ging het over tot de stemming van de berichten. Met een grote meerderheid bij elk bericht zijn ze allemaal geaccepteerd door de mensen die er waren. De zitting eindigde met een grote dank aan de VIS ( very important scheldians) , de sponsors ,de experten die meededen met het project en nog vele anderen.
Besluit
Na uitvoerig te hebben gewerkt rond de thema’s ‘water’ en ‘de blauwgroene netwerken’, waren we het roerend eens. Er moet een krachtig signaal worden verstuurd richting beleidsmakers en de blauwgroene netwerken moeten worden beschermd. De debatten tijdens de plenaire zitting leverden samengevat de volgende conclusies op: ( De berichten staan in het Engels.) 1. We want more opportunities for the ecological lobby to be heard by policy makers. 2.We observe a lack of interest from the people, coming from a lack of information, to participate in the management of the blue-green network. 3.We are concerned about the threat of invasive species to the blue-green network 4.We find that urbanization, driven by population growth, impairs the strength of the blue-green network and biodiversity. 5.We regret that the financial crisis makes people forget about the ecological crisis.” Uit deze trefdagen hebben we geleerd dat open ruimten en waterlopen onmisbaar zijn voor de levenskwaliteit in een stad. Ze zijn noodzakelijk om er de aanwezigheid van een groot aantal dier- en plantensoorten in stand te houden en ze te doen aangroeien. De belangrijkste doelstellingen van de blauw-groene netwerken zijn dan ook het natuurpatrimonium in goede staat houden en de biodiversiteit doen toenemen. Maar dit is niet zo vanzelfsprekend. Er moet immers rekening worden gehouden met de noden en wensen van verschillende mensen, bedrijven en ngo’s met persoonlijke, economische of ecologische doelen. Vaak worden economische doelen vooropgesteld, met desastreuze gevolgen voor de natuur. In de toekomst zullen wij dan ook mee vechten voor de bescherming en het behoud van de natuur. Mika Lebe, Thomas Albers en Christophe Lenssens (module ecologie)
16
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Enhanched Landfill Mining Vic Seller, Jens Van Assche & Lukas Kint 1.0: inleiding en concept In 2050 zal de mensheid dubbel zoveel energie nodig hebben hebben als in het jaar 2010. Daarom worden er steeds meer technieken ontwikkeld om deze hoeveelheid energie te verlagen of te kunnen produceren. Hierdoor komt er ook meer afval in het milieu. Maar wat met het afval van de vorige decennia? De wereld in het algemeen, en Europa in het bijzonder kent momenteel nooit geziene ecologische uitdagingen en tekorten aan grondstoffen. Daarom is het noodzakelijk dat we streven naar een economie, die haar grondstoffen optimaal en zuinig benut. Het behouden van materialen in de kringloop (of zelfs het opnieuw inzetten van materialen die tijdelijk uit de materialenkringloop verdwenen waren) is dan ook een belangrijke uitdaging voor ondernemers, consumenten en beleidsvormers. Een mogelijke nieuwe bron van materialen of energie wordt gevormd door stortplaatsen, al dan niet afgewerkt. Deze zouden via Enhanced Landfill mining ontgonnen kunnen worden. Enhanced Landfill Mining (ELFM) is een concept dat de valorisatie van materialen en energie uit een stortplaats zo duurzaam mogelijk uitvoert met zowel een maximalisatie van materiaalrecyclage als een optimale energieproductie. 1.1 Het sluiten van materiaalkringlopen via ELFM (“closing the circle”) ELFM van historische en toekomstige stortplaatsen, een concept ontsproten uit de ontwikkeling van het Closing the Circle project, is een zeer belangrijke oplossing om de materiaalkringlopen te sluiten richting een circulaire materialeneconomie. ELFM transformeert stortplaatsen in een opportuniteit wat het herwinnen van grondstoffen betreft, aangezien de behoefte aan het ontginnen van primaire materialen en energie aanzienlijk gereduceerd kan worden. Deze traditionele manier is daarenboven erg koolstof intensief. In de Europese Unie zijn er naar schatting tussen de 150.000 en 500.000 historische stortplaatsen die een aanzienlijke stroom van secundaire materialen en energie kunnen opleveren. ELFM is gedefinieerd als het “veilig conditioneren, ontgraven en geïntegreerd valoriseren van (historisch en/of toekomstig) gestorte afvalstromen in zowel materialen als energie, door het gebruik van innovatieve transformatie technologieën terwijl de meest strenge sociale en ecologische criteria gerespecteerd worden. Het ELFM concept wordt reeds sinds 2008 ontwikkeld door het Vlaamse ELFM onderzoeksconsortium, dat o.a. bestaat uit academische experten, het bedrijf Group Machiels, de OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij), en vertegenwoordigers van de lokale omwonenden. Het ‘Closing the Circle’ project (CtC) van Group Machiels is de eerste case voor het ELFM consortium om de opportuniteiten en drempels van het toepassen van ELFM op de Remo stortplaats in Houthalen-‐Helchteren te onderzoeken. 1.2 grafeen Wanneer dit afval opnieuw wordt opgehaald gaat door de jarenlange rotting en de koolstof in de grond, het materiaal volledig tot koolstof gereduceerd worden. Deze koolstofatomen kunnen gebruikt worden om het materiaal “grafeen” te vervaardigen. Dit is een enkellaagsvlak van koolstofatomen met een dikte van 1 atoom, dat zeer stevig is. Het is 200 keer steviger dan staal en voor zover bekend een van de stevigste materialen op deze aarde. Het is ook een van de beste van de beste halfgeleiders. Het kan ook gebruikt worden om zonnepanelen te maken om nog meer
17
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
energie te maken. Het is nu nog vrij moeilijk om het in het dagelijkse leven te gebruiken maar er wordt enorm veel onderzoek naar gedaan. 2.0 nieuwe concepten Er zijn 3 nieuwe concepten waarover wordt nagedacht, deze worden in volgende alinea’s verder besproken.
-
Sustainable materials management
-
Enhanced landfill mining
-
Enhanced waste management
2.1 Sustainable materials management SMM (Sustainable Materials Management) of Duurzaam Materialenbeheer is een beleid dat rond 1980 is opgekomen. Sindsien is het beleid ver gevorderd en geëvolueerd. Dit beleid houdt in dat men betere manieren gaat zoeken om zo weinig mogelijk materiaal te gebruiken op een zo economisch mogelijke manier. Zo gaat men proberen om zo veel mogelijk materiaalkringen te vervoledigen. Hiermee bedoelen ze de weg van product naar afval vervoledigen door daarna van afval terug naar product te gaan. Een land kan minder afhankelijk worden van materialeninvoer door SMM toe te passen. Het proberen om een circulaire economie op te bouwen behoort ook tot het beleid. Waarom zouden we dit toepassen? SMM is één van de vele manieren om de negatieve impact op het milieu te beperken. Door het beleid te hanteren wordt er gewerkt aan een circulaire economie die het land ten goede zal komen. Ook wordt de afhankelijkheid van materialeninvoer teruggeschroefd. Niet alleen zal het land minder materialen moeten invoeren, er zullen ook gewoon minder materialen nodig zijn om de economie 2.2 Enhanced landfill mining Enhanced Landfill Mining (ELFM) van historische (en toekomstige) stortplaatsen, een concept ontsproten uit de ontwikkeling van het Closing the Circle project, is een zeer belangrijke oplossing om de materiaalkringlopen te sluiten richting een circulaire materialeneconomie. ELFM is gedefinieerd als het “veilig conditioneren, ontgraven en geïntegreerd valoriseren van (historisch en/of toekomstig) gestorte afvalstromen in zowel materialen als energie, door het gebruik van innovatieve transformatie technologieën (ITT) terwijl de meest strenge sociale en ecologische criteria gerespecteerd worden. ELFM maakt van stortplaatsen een mogelijkheid voor het herwinnen van grondstoffen. Aangezien de behoefte aan het ontginnen van niet hernieuwbare materialen en energie aanzienlijk gereduceerd kan worden, is het onderzoeken en toepassen van ELFM een belangrijke mogelijkheid tot vernieuwing van grondstofontginning. In de Europese Unie zijn er naar schatting tussen de 150.000 en 500.000 historische stortplaatsen die een aanzienlijke stroom van secundaire materialen en energie kunnen opleveren! In het totaal zou het project zo’n 12 miljard euro kosten. Maar, er is wel een opbrengst van bijna 13 miljard euro! Op lange termijn geeft dit dus winst, en de uitstoot wordt fel vermindert. (Het ontginnen van grondstoffen nu is zeer koolstofintensief)
18
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Het concept rond ELFM wordt al sinds 2008 uitgebreid onderzocht door het Vlaamse ELFM onderzoeksconsortium. Dit bestaat uit academische experten, het bedrijf Group Machiels (die met het closing the circle idee kwamen), de OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij), en vertegenwoordigers van de lokale omwonenden. 2.3 Enhanced waste management Onder het Enhanced Waste Management (EWM) concept, voorkomen, hergebruiken en recyclen worden steeds belangrijker, terwijl het idee van “landfilling” als laatste oplossing afgewezen is. Landfills worden deel van EWN omdat ze worden gezien als tijdelijke opslagplaatsen die wachten voor verdere opdrachten en mogelijkheden. EWN kan hier een grote rol inspelen. Over de laatste 50 jaar heeft EWN veel grote veranderingen ondergaan. De eerste verandering was de ongecontroleerde landfilling te vermijden. Sindsdien moet het EWN met veel regels werken. In de jaren 80’ was het landfilling serieus beperkt. Omdat er veel land voor nodig is werden er veel beperkingen opgelegd. De volgende stappen zijn de EWN in de politiek integreren. 3.0 Conclusie Door middel van ELFM zullen we in de toekomst meer mogelijkheden vinden om duurzamer om te gaan met onze grondstoffen en milieu. ELFM zal zich bezighouden met het reduceren van afvalbergen uit vorige generaties en zo de bodem op vele plaatsen opnieuw meer mogelijkheden tot betere biologische eigenschappen kunnen geven. Om dit project te realiseren zal er veel geld en tijd nodig zijn, maar men kan er evenveel en zelfs meer uit terugkrijgen. Goed voor de economische ontwikkeling op lange termijn dus. Dit onderzoek is nog aan zijn eerste jaren bezig en moet dus nog grondig bestudeert worden. Het is in elk geval een interessante optie voor een duurzamere samenleving. Met de grafeen die vrijkomt zouden er zonnepanelen en andere vernufte technologieën verwezenlijkt kunnen worden. Zo kunnen we werken naar een duurzame economie. 3.1 Afbeeldingen
19
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
closing the circle
openhalen van oude stortplaatsen
20
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
boven: ELFM prent
voorbeeld van een sustainable landfill site
21
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Voor meer info over ELFM: http://www.elfm.eu/ELFMConcept.aspx Bibliografie: http://www.elfm.eu/ http://www.waste-‐management-‐world.com/articles/print/volume-‐12/issue-‐2/features/closing-‐the-‐ circle-‐enhanced-‐landfill-‐mining.html http://www.machiels.com/company-‐detail.aspx?ID=885c55e0-‐f3b6-‐4fe6-‐aa25-‐1fa7bfc312dd http://www.elfm-‐symposium.eu/ https://www.google.be/imghp?hl=nl&tab=wi Closing the circle: an enhanced landfill mining case study
22
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Oosterweelverbinding en Ringland Asma Dahchour – Shadiya Abdoumajit – Naoual El Atmioui
Wat: De Oosterweelverbinding moet de verkeersknoop rond Antwerpen ontwarren en moet ervoor zorgen dat de doelstellingen die in het Masterplan staan van 2020 bereikt worden. Het Masterplan houdt in dat het verkeer in en rond Antwerpen vlotter en veiliger met minder files en sluipverkeer. Er moeten minder ongelukken gebeuren want de cijfers geven aan dat Antwerpen de koploper is als het gaat over ongevallen (http://www.standaard.be/cnt/dmf08102008_105 cijfers van 2008). De oosterweelverbinding houdt ook veel sluipverkeer uit Burcht en Zwijndrecht, waardoor het er veel aangenamer wordt om te leven. Dit sluipverkeer ontstaat doordat vele mensen de ring proberen te ontwijken en daarom binnenwegen nemen in bijvoorbeeld Burcht. Van linkeroever tot aan de ring komt 6.4 km nieuwe snelweg, en 9.1 km wordt vernieuwd. Het grootste deel van dit traject komt in sleuven, en 4.75 km komt onder de grond of onder water. Enkele doelstelling die staan in het masterplan: MASTERPLAN: • Meer openbaar vervoer, gemakkelijker overstappen: sinds 2005 rijdt tram 3 van Zwijndrecht naar Merksem • Sinds 2012 rijdt tram 5 van linkeroever naar wijnegem en tram 15 naar Boechout. • Beveren •
Tegen 2020 met de tram naar Wilrijk, Kontich en naar
Meer fietspaden :
• Tegen 2020 verbindt een fietsgordel Edegem, Hove, Boechout, Wommelgem, Wijnegem en Schoten •
Meer vrachtverkeer over water •
• schepen •
Het Albertkanaal wordt breder en krijgt hogere bruggen Een aantal havensluizen worden aangepast aan grotere
Minder files op de ring
• Tegen 2022 moet ervoor gezorgd worden dat het verkeer niet door de Kennedytunnel hoeft.
23
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Gaat de ring nu overkapt worden? Veel Antwerpenaars dromen ervan om de huidige Ring volledig te overkappen. Het ontwerp van de Oosterweelverbinding houdt daar rekening mee. De sleuven die in de plaats komen van het viaduct van Merksem kunnen later overkapt worden. Dat gebeurt nu alvast aan het Sportpaleis, waar boven op de Ring een groot plein komt. Of de ring volledig kan worden overkapt, staat los van de huidige Oosterweelverbinding. Wanneer(Naoual): Wanneer zou dit alles gerealiseerd moeten worden? In 2015 zou de start voor de voorbereidende werken al moeten beginnen maar de eigenlijke werken aan de oosterweelverbinding zouden eigenlijk pas eind 2016 plaatsvinden en zouden tegen eind 2022 gedaan moeten zijn. Dit staat wel zo in het plan maar iedereen die een beetje weet over de bouw van zo'n groot project weet dat dit project gedoemd is om vertragingen op te lopen en die kunnen wel eens uitlopen tot 1 jaar. Het is dus goed mogelijk dat de werken pas af zullen zijn tegen 2023-2024. Hoe? De Oosterweelverbinding zou de knooppunten Linkeroever, Oosterweel, Groenendaallaan en Schijnpoort met tunnels en sleuven verbinden zodat al het verkeer dat uit het noorden komt (vb A12 en E19) gewoon kan doorrijden zonder in de files te moeten staan. Het is de bedoeling dat het verkeer van de ring wordt gehaald en wordt omgeleid zodat er minder files zullen zijn op de ring. Politiek debat op school. Enkele inbreng van 'groen' hierin(bron: politiek debat op school): Tijdens het politiek debat op 14 mei 2014 zijn er enkelen vertegenwoordigers van elke Vlaamse partij hun zegje komen doen op het Xaveriuscollege en kwam het onderwerp 'oosterweelverbinding' natuurlijk ook aan bod. Waar ik vooral geïnteresseerd was, was het feit dat groen er tegen zou zijn dat er direct wordt gegrepen naar een oplossing die goed is voor het milieu door meer beton te gieten op de grond en gaten gaan boren voor tunnels. Hun probleem is vooral dat ze niet snappen dat vb. Open VLD niet aan de bedrijfswagens gaat sleutelen en ze gaat terugdingen en bijvoorbeeld geld te geven i.p.v. een auto omdat veel werknemers dicht bij een treinstation vb. kunnen uitstappen om naar hun werk te gaan maar doen dit niet gewoon omdat ze van het bedrijf een auto hebben gekregen om zich te verplaatsen. Het is duidelijk: meer auto's = meer verkeer = meer files. Onderzoek gaf dan ook weer dat meer dan 30 procent dit geld ook gebruikte voor andere doeleinden dan een auto als er geld werd gegeven i.p.v. een bedrijfswagen. Een ander voorstel was dan dat ze beter een oplossing zouden kunnen zoeken die minder kost en die veel makkelijker is vb. de Liefkenshoektunnel tolvrij maken zodat er meer verkeer doorkan. De kritiek die groen kreeg van CD&V luidde: maar een tijdelijke oplossing voor weinig verkeer= niet echt doeltreffend + op lange termijn kost oosterweelverbinding minder 2014?
24
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
De Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) heeft op een persconferentie meer duiding gegeven bij het knooppunt van de Antwerpse ring ten zuiden van het Sportpaleis, zoals het er zou gaan uitzien na de realisering van de Oosterweelverbinding. De BAM stelt dat er in de sleuf van de ring extra rijstroken bijkomen tot een maximaal totaal van 14 van de ring zelf en nog eens 4 van de op- en afritten. Wat er nu echt gaat gebeuren is nog niet duidelijk. De partijen veranderen steeds van mening. Voordelen van een overkapping. -
Filters worden gebouwd in het plafond van de overkapte tunnel om CO2 op te vangen.
Op de plaatsen waar de ring wordt overkapt, gaat men een park bouwen en dus bomen planten. Wat dus goed is voor het milieu. Het verkeer wordt veiliger en vlotter. Lokaal en doorgaand verkeer worden gesplitst, zo moet er minder in- en uitgevoegd worden. Met het Oosterweelknooppunt krijgt de haven een eigen aansluiting op de Ring. Bovendien zal de Waaslandtunnel, of Konijnenpijp, worden ontlast. De algemene luchtkwaliteit zal verbeteren door strengere uitstootnormen voor verkeer én industrie. Nadelen vaan een overkapping. - Verkeer komt dichter bij de stad. Met de Lange Wapper wordt de Ring dicht bij het stadscentrum gesloten. Door het nieuwe Oosterweelknooppunt komt er ook meer verkeer naar het noorden van de stad en het zuiden van de haven.
- Kennedytunnel wordt over benut. Vrachtwagens worden omgeleid, maar auto's zullen de nieuwe Scheldetunnel vermijden omdat ze daar tol moeten betalen. De Liefkenshoektunnel wordt dan weer onderbenut. De nieuwe Scheldetunnel vraagt evenveel tol, maar zorgt voor een kortere en gemakkelijkere route.
- Viaduct aan Merksem wordt breder. Ter hoogte van het Sportpaleis en het Lobroekdok wordt het viaduct verbreed naar 18 rijstroken (100 meter breed). De buurten rond het Sportpaleis in Merksem en Deurne worden zo deels afgesloten van het stadscentrum en van Luchtbal.
- Op sommige plaatsen zal de lokale luchtkwaliteit wél verslechteren. Dit is het geval waar de tunnel onder de grond gaat (aan het Sint-Annabos) en terug boven komt (aan het Noordkasteel), op enkele plaatsen in Merksem en op Linkeroever.
25
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
- Omdat het BAM-tracé zo dicht bij de stad ligt, zou er ook op verschillende locaties geluidsoverlast optreden: de buurt rond het Sint-Annabos en Sint-Annastrand, in AntwerpenNoord en Ekeren. In de haven en op het Eilandje zal de geluidshinder echter het grootst zijn. - De Lange Wapper scheert ook vlak langs het Eilandje en langs het nieuw aangelegde Park Spoor Noord en brengt zo de heropleving van de wijken in Antwerpen-Noord in gevaar.
Wat is het kostenplaatje en hoe lang gaat het duren? Vaak wordt de kostprijs van grote infrastructuurprojecten verkeerd ingeschat. De gebruikte methodes zijn onnauwkeurig en er zijn geen merkbare verbeteringen bij recente projecten. Dit is gebleken uit een studie van Flyvbjerg? Bruzelius en Rothengatter (in 2003). De gemiddelde onnauwkeurigheid voor projecten met tunnels of bruggen is 33,8%. Men onderschat onbewust of juist opezettelijk de kosten, dit kan gekoppeld worden aan de politieke druk op het project. Sinds 1998 tot 2010 zijn de kosten voor de Oosterweelverbinding verzesvoudigd, van 0,5 miljard euro naar 3,065 miljard euro en dit kan nog oplopen. De Oosterweelverbinding met een tunnel zou 0.6 miljard duurder zijn dan met een brug. Hoe lang zal het nog duren voordat de Oosterweelverbinding is aangelegd? Dat is een vraag waar tot nu niemand een antwoord op heeft. Indien men toch zou kiezen voor de brug, omdat de tunnel niet veilig is of omdat die duurder is, zou het wel sneller gaan. Wat is de kritiek? Volgens BAM strookt de beschrijving van het oosterweeltracé met de Lange Wapperbrug niet met de werkelijkheid. In 2011 gaf Peter Swinnen, de Vlaamse Bouwmeester kritiek op de plannen. Hij vond ze ‘ondoordacht’, volgens hem kon men in Vlaanderen moeilijk zo’n groot en moeilijk beslissingsproces te managen. De stRaten-Generaal en Ademloos zijn tegen de Oosterweelverbinding die de regering al drie jaar lang blijft vasthouden terwijl het snelwegtracé allang werd weggestemd in een volksraadpleging. En zelfs volgens zeven verschillende studies ondermaats presteert. De stad Antwerpen zelf wilt dat de randvoorwaarden van de Oosterweelverbinding worden geschrapt. De Vlaamse regering wilt namelijk tolheffing en vrachtverbod introduceren, maar daar gelooft de Antwerpse stad niet in. Besluit Het verkeer wordt weggehouden maar mensen willen Ringland en Oosterweel maar niet alle stukjes zijn compatibel en dus zal de toekomst moeten uitwijzen wat er gaat gebeuren. Waar zijn ze het wel over eens? Dat het verkeer in en rond Antwerpen verbeterd moet worden . dit houdt in: sluipverkeer en files vermijden en ongevallen verminderen. Het plan moet meer uitgewerkt worden en er moet meer duidelijk komen over hoe het gaat gebeuren.
26
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Wat zijn de alternatieven? Er zijn sinds 2005 voorstellen uitgewerkt door actiegroepen (stRaten-generaaltracé en Meccanotracé) en in opdracht van de stad Antwerpen zelf (Arup-/Sumtracé) om het doorgaande verkeer weg te houden van de R1. De mogelijke alternatieven zijn: •
•
•
•
27
stRaten-Generaaltracé: dit voorstel is voorgesteld door het burgercollectief stRatenGeneraal. Dit is een tracé waarbij een boortunnel vanaf het Noordkasteel in noordelijke richting gaat om zo aan te sluiten op de A12. Het stRaten-Generaaltracé komt voort uit kritiek op de verkeersstromen in het BAM-tracé, hier moet al het vrachtverkeer uit het oosten over de R1 ter hoogte van Sportpaleis. De kern van hun voorstel bestaat eruit om het verkeer van Breda-Gent via de Oosterweelverbinding te laten gaan en dat het vrachtverkeer vanuit het oosten richting Gent de Kennedytunnel neemt. Vanaf 2008 werd het voorstel van stRaten-Generaal gesteund door de actiegroep Ademloos. Het voorstel scoorde beter dan het BAM-tracé voor de woonkwaliteit van de stad, dit werd getest in een onafhankelijk onderzoek van Arup/Sum in opdracht van de Vlaamse regering. Arup/Sumtracé: Arup/Sum concludeerden na een onafhankelijk onderzoek dat beide voorstellen toch geen ‘complete en evidente oplossingen’ waren. Arup/Sum pleitte voor een snelle en verbeterde ontsluiting van de Liefkenshoektunnel, een direct invoering van het ATM (Automatic Traffic Management), het openhouden van de Kennedytunnel voor vrachtverkeer en een derde Scheldekruising als een stroomlijning van het stRaten-generaaltracé. In het voorstel van het tracé zouden boortunnels worden gebruikt hierdoor moeten er geen complexe bouwwerken dicht bij het stadscentrum worden uitgewerkt, wat wel het geval is bij het BAM-tracé. De basisinvestering en de onderhoudskosten zijn goedkoper voor dit tracé en leidt tot een hoger projectrendement. Volgens de studie was dit tracé een geloofwaardig en haalbaar alternatief voor de BAM-tracé. Dit voorstel werd ook gesteund door de actiegroepen stRaten-Generaal en Ademloos. Maar later zouden ze echter voor het Meccanno-voorstel kiezen. De Vlaamse regering en het Antwerpse stadbestuur gaven geen toestemming aan de Antwerpse bevolking om zich uit te spreken over dit tracé. Uiteindelijk werd dit tracé-voorstel afgevoerd door de ministeriële DAMwerkgroepen. Ook de actiegroepen keerden zich af om onduidelijke redenen. Oosterweel-Noord: Eigenlijk een variant van het Arup-/Sumtracé. De tunnel en de aansluitende infrastructuur op Linkeroever komt overeen met die van het BAM-tracé. Maar het buigt af richting het noorden vanaf het Noordkasteel om met een tunnel of open sleuf in de buurt van de Oosterweelsteenweg te kopen. Daarna maakt het een bocht naar rechts om zo aan te sluiten op het complex van afrit Ekeren op de A12 en knooppunt Antwerpen-Noord. Er kan zo ook een betere aansluiting met de A102 bereikt worden. Dit is goedgekeurd in 2014 in het MER-rapport Oosterweel. Open VLD is een voorstander van dit tracé. Meccannotracé: Dit werd voorgesteld door stRaten-generaal en het Forum 2020 (bestaat uit bedrijfsleiders en academici). Zij waren tegen de toen voorziene tracé tussen Zwijndrecht/Linkeroever en Merksem/Deurne tijdens de volksraadpleging. Het
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Meccannotracé stelt voor om door middel van een koppeling van korte tunnels de E17 en E34 te verbinden met de E313/34 omheen het noorden van Antwerpen. Als alternatief voor de R2 in Waasland wordt de ‘westtangent’ voorgesteld. Deze start in Melsele en verbindt de E34 via een tunnel met de E17. Een ‘noordtangent’ (gezien als het alternatief voor het BAM-tracé) koppelt deze knoop, met behulp van tunnels, de knoop met de A12 en de E19 in het noorden van de haven. En die wordt gekoppeld aan een ondergrondse ‘oosttangent’ die de knoop van Ekeren verbindt met de E313/E34 via het tracé van de voorzien A102. Tegelijkertijd zou er samen met de tunnel onder het Albertkanaal ook een tunnel voor lokaal verkeer worden aangelegd. Dit ter vervanging van een hogere Hoogmolenbrug. Volgens het Forum 2020 zou het doorgaand verkeer in belangrijke mate van R1 weg blijven. De kosten voor de westelijke, noordelijke en de oostelijke tangent zouden samen rond de 154.842.880 miljoen euro kosten en de werken zouden pas in 2017 voltooid zijn. Maar volgens de Vlaamse regering was dit voorstel niet haalbaar tenzij men ook de R11 zou voorzien. Forum 2020 stelde voor om het voorstel te laten onderzoeken maar de Vlaamse regering verwierp dit. Forum 2020 bestelde zelf een studie bij het studiebureau Transport& Mobility Leuven. Hieruit bleek dat het Meccannotracé met trajectsturing een betere oplossing is dan het BAM-tracé en ook dat voor beide tracés de maatschappelijke kosten hoger zijn dan de baten.
28
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Bibliografie http://nl.wikipedia.org/wiki/Oosterweelverbinding http://www.standaard.be/cnt/dmf20140214_00979082 http://www.groen.be/nieuws/plan-mer-oosterweelverbinding-vlaamse-regering-moethuiswerk-overdoen http://www.gva.be/dossiers/oosterweel http://www.gva.be/dossiers/oosterweel/voor-en-nadelen-van-de-lange-wapper.aspx http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2013/10/24/waarom-schenkt-antwerpenhavengronden-aan-bam-oosterweel-voor-dummies http://www.antwerpen.be/eCache/ABE/81/60/529.html http://www.ringland.be/ http://www.ademloos.be/nieuws/kostenplaatje-oosterweelverbinding http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=BLSLU_20140214_001 http://www.ademloos.be/nieuws/zoveelste-studie-voor-oosterweelverbinding-lokt-kritiek-uit Bundel ‘Oosterweelverbinding- de stand van zaken’ Debat op school
29
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Verzuring van het landschap en cultureel erfgoed
Sophie Pauwels, Demi van Zon, Tim Callens
Inleiding We zien onze stad graag, daarmee bedoelen we ook de gebouwen en de standbeelden. Helaas zijn ze in verval geraakte tijdens de laatste jaren. Hoe komt dit? De grootste boosdoener is zure regen. De zuren regen tast de gebouwen en standbeelden aan waardoor ze in verval geraken. Maar het zijn niet alleen de gebouwen die hier het slachtoffer van zijn, de natuur en ons ecosysteem lijden hier ook zwaar onder. We willen met dit essay u meer info geven over wat zure regen is, wat de gevolgen er van zijn en belangrijker, hoe we dit kunnen verminderen. Dit is zeker niet gemakkelijk, een mentaliteitsverandering is een absolute voorwaarde willen we dit probleem aanpakken. Verzuring betekent letterlijk 'het zuurder worden van iets', maar wij gaan het hebben over verzuring in het kader van milieuvervuiling. Verzuring is het geheel van de effecten van luchtverontreinigende stoffen die zich via de atmosfeer verspreiden en waaruit zuren (zwavelzuur en salpeterzuur) kunnen ontstaan. Deze verzuring verstoort niet alleen het ecosysteem, ze tast ook de grond aan en is schadelijk voor uw gezondheid. Verzuring van bodem of water is een gevolg van de emissie van vervuilende gassen door fabrieken, landbouwbedrijven, elektriciteitscentrales en auto's. De emissie bevat onder andere zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), ammoniak (NH3) en vluchtige organische stoffen (VOS). Deze verzurende stoffen komen via lucht of water in de grond terecht, en dat wordt zure depositie genoemd. De belangrijkste verzurende stoffen zijn: §
zwaveldioxide (SO2);
§
stikstofoxiden (NOx);
§
ammoniak (NH3).
SO2 en NOx ontstaan door verbranding van fossiele brandstoffen. NH3 komt vooral in de lucht terecht door intensieve veeteelt en de verdeling van dierlijke meststoffen over de akkers, zonder ze te injecteren in de grond. Een groot deel van de ammoniak stijgt dan als gas op, en slaat neer. Ook het toenemende gebruik van katalysatoren in het wegverkeer verhoogt de ammoniakuitstoot.
30
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Effect op de natuur en het landschap Verzurende neerslag kan via 'natte' of 'droge’ depositie gebeuren. Nat in de vorm van regen, sneeuw of hagel. Droog als gas of aërosoldeeltjes. Ook mist, dauw en laaghangende wolken vervoeren deze stoffen en dat noemen we occulte depositie. Als je die niet meerekent, bereiken de verzurende stoffen het aardoppervlak vooral als droge depositie (twee derde). De stoffen dringen via bladeren en wortels in planten en bomen, waardoor deze vatbaarder worden voor ziekten. Zure depositie tast ook rivieren en meren aan, en uiteindelijk ook de dieren die er in leven of uit drinken, dat komt door hogere zuur-‐ en aluminium concentraties. De bodem bevat van nature stoffen die zuren verwerken. Dit wordt ook wel de buffercapaciteit van de bodem genoemd. Hiertoe behoren kalk, mineralen, humus, aluminium-‐ en ijzeroxide. Zodra de buffercapaciteit op is, verzuurt de bodem. Hierdoor komen onder andere giftige metalen aluminium en nitraat vrij, die uitspoelen naar het grond-‐ en oppervlaktewater. Ook belangrijke voedingsstoffen als kalium, calcium en magnesiumspoelen weg. In uitgespoelde bodems vinden bomen en planten niet de juiste voedingsstoffen. Bovendien kunnen ze de voedingsstoffen die er wel zijn, moeilijker opnemen. Uitgespoelde aluminiumdeeltjes tasten de zeer fijne haarwortels aan. Naast uitspoeling is ook sprake van verdringing van voedingsstoffen. Daarnaast tast verzuring het grondwater aan. En omdat twee derde van het Belgische drinkwater uit de grond komt, bedreigt het de volksgezondheid. Te hoge concentraties nitraat in het drinkwater is met name schadelijk voor baby's. Verzuring en grootschalige luchtverontreiniging stopt niet bij de landsgrenzen. Zure depositie en stikstofdepositie kan ook geëxporteerd worden door andere landen. Door zuren en gasvormige verbindingen die neerslaan op bomen en planten, blijven de huidmondjes op bladeren en naalden te lang open staan. De laatste voedingsstoffen spoelen met de zure neerslag weg uit bladeren en stam. De zuren tasten bovendien de stofwisseling in de cellen aan, wat leidt tot groeistoornissen.
Gevolgen en effect op cultureel erfgoed Verzuring heeft weinig gevolgen voor land-‐ en tuinbouwgewassen. Door het gebruik van kalk of het verbouwen van andere gewassoorten kunnen de effecten van verzuring worden opgeheven. Wel ondervindt de landbouw schade door luchtverontreiniging, met name door ozon en NOx. Daardoor groeien gewassen minder en worden bladeren en bloemen beschadigd. Ook kan de weerstand tegen vorst, ziekten en plagen afnemen. Ozon en zuren tasten sommige materialen aan, waaronder steensoorten (vooral de poreuze en calciumhoudende, zoals zandsteen en kalksteen) , stenen lossen hierdoor op. Ook cultuurgoederen (beelden, glas-‐in-‐loodramen en bijvoorbeeld kerken) beschadigen hierdoor doordat het zuur de steen oplost. Zuren reageren met deze materialen. Stenen lossen hierdoor op, terwijl metalen gaan roesten. In Vlaanderen zijn veel gebouwen vb: Sint-‐ Baafskathedraal in Gent en Sint-‐Walburga(Oudenaarde) gebouwd met Balegemse steen welke zeer gevoelig is aan zure regen. Verf en plastics hebben last van zure regen. Ook kunnen stenen barsten omdat calciumoxide (CaO) er in wordt omgezet in calciumsulfaat(CaSO4). Ook kunnen de stenen
31
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
barsten omdat calciumoxide (CaO) wordt omgezet in calciumsulfaat (CaSO4). Calciumsulfaat heeft een groter volume en doet daardoor de stenen barsten. De invoer van de driewegkatalysator bij personenauto’s zorgde voor een emissiedaling van stikstofoxiden met 40%. Dankzij deze maatregel is de zure regen in België sterk afgenomen, en is de bodemverzuring sterk vertraagd. Hoewel op bepaalde plaatsen herstel is te zien (zoals de terugkeer van bepaalde korstmossen in het bos), worden kritische depositieniveaus nog steeds overschreden, waarmee veel ecosystemen nog steeds risico lopen. Verzuring verstoort het ecosysteem: bossen sterven af, heide 'vergrast' en de vitaliteit van planten gaat achteruit. Ook meren verzuren, visbestanden worden aangetast door een verminderde voortplanting en het grondwater geraakt door uitspoeling verontreinigd met nitraat en zware metalen. Veel van deze veranderingen in de bodem zijn onomkeerbaar. Bovendien beschadigt de verzuring ook gebouwen en monumenten in kalksteen door een versnelde verwering. Tenslotte kunnen de verzurende stoffen in grotere hoeveelheden voor gezondheidsproblemen zorgen. Ammoniak in hoge concentraties kan onder andere benauwdheid, irritatie van ogen en hoofdpijn veroorzaken. Stikstofoxiden gaan na inademing allerlei reacties aan met longweefsel. Dit treedt vooral op in windstille periodes met vorming van smog. In België zijn er een aantal beschermde monumenten en standbeelden die aangetast zijn door zure regen. Bijvoorbeeld het standbeeld van Peter Paul Rubens op de groenplaats. Als je wat verder loopt op de groenplaats tref je de Onze-‐Lieve-‐Vrouwekathedraal aan, waarop ook duidelijk aantasting door zure regen te zien is. Verdere voorbeelden zijn het Zilvermuseum Sterckshof vlakbij het Xaveriuscollege. Restoratie is nodig om die gevolgen van zure regen zo goed mogelijk weg te werken of te herstellen.
Besluit Wij vinden persoonlijk dat de gevaren en gevolgen van verzuring onderschat worden, veel mensen zijn er dan ook totaal niet mee bezig. Daarom vinden wij dat er veel meer belang aan gehecht moet worden en dat de staat en de bevolking in het algemeen zich moeten inzetten om het bewustzijn te verhogen en meer informatie te verschaffen. Een heuse campagne op poten zetten lijkt ons geen slecht idee, met sociale media kun je enorm veel mensen bereiken en wanneer alle mensen zich op hun eigen manier en tot het beste van hun vermogen inzetten, in plaats van een fanatieke minderheid, is er sneller end uurzamer resultaat. Wij zijn allle drie diep begaan met kunst en cultureel erfgoed en zien onze omgeving niet graag veranderen, daarom pleiten we voor verandering en dan vooral een mentaliteitsverandering.
32
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Fotomateriaal
33
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Bronnen http://www.provincieantwerpen.be/vrije_tijd/cultuur/musea/zilvermuseum/ http://nl.wikipedia.org/wiki/Groenplaats http://nl.wikipedia.org/wiki/Zure_regen http://www.milieurapport.be/upload/main/themabeschrijvingen/Themabeschrijving_ver zuring_TW_red.pdf http://www.vmm.be/lucht/luchtvervuilende-‐stoffen/verzuring http://nl.wikipedia.org/wiki/Verzuring
34
JANUARI - JUNI 2014 het GROENE BLAADJE
Alle leerlingen die dit schooljaar meewerkten in het MOS-Team worden tijdens het leerlingencontact in M28 uitgenodigd voor een kleine verrassing.
k o o j i Wi l j en k r e w mee in het ? m a e T MOS
Spreek gerust Mvr.Van Bockstal, Mr.Gooris, Mvr.Löfgren of Mr.Crauwels aan. Kom tijdens het leerlingencontact naar M28!