nr. 2 jaargang 8 augustus 2013 voor opdrachtgevers en relaties Blauw heeft heel veel betekenissen, maar staat wat Blue Sky Group betreft voor e nergie. Ook in de lucht. De lucht is blauw omdat de stofdeeltjes en de moleculen van de dampkring de blauwe straling weerkaatsen zodat die wordt verstrooid. Dat gebeurt alleen met het blauwe licht: de stralen met de kortste golflengte en de hoogste energie.
5 Praatjes vullen geen pensioengaatjes
Discussie: hoe communiceer je over onzekerheid.
informeel bezit
rendementsverwachting
geopolitieke stabiliteit
opschalen bij succes
groeipotentieel klimaatveranderingen risico-analyse lange termijn
demografische ontwikkelingen
vertrouwensherstel
wettelijke restricties
macro-economische ontwikelingen Blue Sky Group
Postbus 123 1180 AC Amstelveen T (020) 426 62 66 E
[email protected]
www.blueskygroup.nl
emerging frontier markets markets
12 Nuchter en met
gezond verstand Beleggen in frontier markets
16 14 Jongens spelen nu
eenmaal liever met jongens Nog steeds weinig vrouwen in bestuursfuncties
De inhoud
Q • IVORY COAST N • LEBANON • LITHUANIA NIGERIA • PAKISTAN PINES • POLAND • CA • SRI LANKA • TURKEY • ELA • VIETNAM
5 Praatjes vullen geen pensioengaatjes
Pensioenfondsen en vertrouwen Is het nu juist goed om over risico’s te praten als het over pensioenen gaat, of haken deelnemers af als het over onzekerheid gaat? Jan van Miltenburg (AFM) en Victor Lamme (UvA) zijn het niet met elkaar eens.
Op weg naar een nieuw pensioencontract
Er moet nog veel gebeuren voor 1 januari 2015. Het nieuwe FTK, het reële versus het nominale contract en het al dan niet invaren van oude rechten. Wilt u alle wijzigingen in één oogopslag zien, gebruik dan daarvoor de uitneembare kernkaart in het midden van deze Blauw.
8 In de wandelgangen
12 Nuchter en met gezond verstand Beleggen in frontier markets
12
18
5
8
. . B .V EN TO R E N C TO N EM LE SE INGE D N RE IDUE RNEM IV DE INDN ON E
G GIN ER TS EM ARKE M . . B .V E T O SCH EN MI EM NO EN N D - ECO E L I N G E R RO K K I C M A O NT W
ARGENTINA • BAHRAIN • BANGLADESH • BULGARIA CROATIA • ESTONIA • JORDAN • KAZAKHSTAN • KENYA • KUWAIT • LEBANON • LITHUANIA • MAURITIUS • NIGERIA • OMAN • PAKISTAN • QATAR • ROMANIA • SERBIA • SLOVENIA • SRI LANKA • TUNISIA • UKRAINE • UNITED ARAB EMIRATES • VIETNAM
journalisten aan het woord
19
Love me or leave me Jacqueline Lommen van Robeco vindt dat we niet te angstig moeten zijn voor de opstomende pensioentanker die Europa heet.
18 Uitgelicht
IER NT T S FRO RKE MA
€
Jeroen Röder: ‘Als er wetten gewijzigd worden, krijg je daar geen montagehandleiding bij geleverd.’
9 Europa, een last of een lust
rontier markets lijken een aantrekkelijke optie voor beleggers op zoek F naar rendement. Maar hoe weet je of de risico’s niet te groot zijn?
4
11
Dynamiek
refLectie
Journalisten aan het woord 4 Gert-Jan Dennekamp, NOS 11 Ariane Kleijwegt, NRC 19 Roland Koopman, RTL Z
Deze drie journalisten schrijven regelmatig over de pensioenwereld. Wat is hun visie op de pensioensector? Wat vinden zij dat beter kan?
10 De balans tussen ambitie, zekerheid en kosten
LIC • EGYPT • ONESIA • SOUTH KOREA • OROCCO • PINES • POLAND • AFRICA • WAN •THAILAND •
US • ULGARIA • CHINA • COLOMBIA • OMINICAN REPUBLIC BON • GEORGIA • GHANA
De zin van 125%
efensieve aandelenstrategieën maken steeds D vaker een significant onderdeel uit van de portefeuille van pensioenfondsen.
16 Jongens spelen nu eenmaal liever met jongens
Nog steeds weinig vrouwen in bestuursfuncties Corrie van Brenk vertelt hoe de aanpak voor een gelijke verdeling bij de Abvakabo in z’n werk ging. En: is het eigenlijk nodig, meer vrouwen in het bestuur?
16
Toine van der Stee Algemeen directeur Blue Sky Group
Alweer een aantal maanden geleden nam ik deel aan een discussie bijeenkomst. Het debat ging over de vraag hoe de pensioensector aan vertrouwensherstel kan werken. En dan vooral vertrouwen van de deelnemers in pensioenfondsen en in het bijzonder de jongere deelnemers. Die hebben dat vertrouwen immers nog het langste nodig. Toen de gespreksleider aan de zaal (voornamelijk blanke mannen van 55+ zoals ikzelf) vroeg wat pensioenfondsen dan het beste kunnen gaan doen, bleef het even stil. Het was het soort veelbetekenende stilte waar ik niet goed tegen kan. Vervolgens riep ik een beetje onbezonnen: “125%”. Achteraf werd ik benaderd door een van de andere deelnemers aan het debat. Hij zei: “Er zit eigenlijk wel wat in, in die 125% van jou”. Als hij het er niet mee eens was geweest, had ik dat ook begrepen, dus ik was enigszins verrast. Maar door zijn opmerking heb ik de maanden daarna nog vaak nagedacht over mijn onbezonnen uitroep. Het verhaal kwam terug, toen ik met een grote groep gepensioneerden sprak over het feit dat hun pensioenen dit jaar slechts voor de helft waren aangepast aan de opgetreden prijsstijging. Ik probeerde een aantal overwegingen aan te dragen op grond waarvan ze zelf konden oordelen of het een goede of een slechte zaak was. Natuurlijk de lage rente en de daardoor hoge verplichtingen. Maar ook de relatief
‘Het argument dat er voor hun kleinkinderen later ook een goed pensioen moet zijn vond de meeste weerklank’
lage inflatie waardoor het weer minder erg is. En dat de gepensioneerden toch nog meer kregen dan de werkenden, omdat de loonindex voor die laatsten 0% bedroeg. En het feit, gefeliciteerd, dat ze allemaal ouder worden dan gedacht. Dat kost geld. Maar het argument dat de meeste weerklank vond, was het argument dat er voor hun kleinkinderen later ook nog een goed pensioen moest zijn. Een aandeelhouder koopt bij voorkeur geen aandelen in een bedrijf dat verlies maakt. Dat is goed geld naar kwaad geld gooien. Evenzo mag je van jongeren niet verwachten dat ze pensioenpremies afdragen aan een pensioenfonds dat zijn zaakjes niet op orde heeft. Daarom kan een pensioenfondsbestuur in mijn ogen niet anders dan streven naar een voldoende hoge dekkingsgraad. Een dekkingsgraad die vertrouwen geeft. Het vertrouwen dat er voor de jongeren van nu straks ook nog een pensioen is. Prachtige verhalen over collectiviteit en solidariteit zijn mooi. Maar als jongere zou ik ook het liefst een bestuur zien dat orde op zaken stelt, waar nodig harde maatregelen neemt en de zaken niet voor zich uit schuift. Als je het zo bekijkt is ons huidige Financieel Toetsingskader zo gek nog niet. Het verplicht pensioenfondsen ruwweg tot een dekkingsgraad van ergens tussen 115 en 130%. Al die sigma’s en parameters geloof ik wel. Het gaat om de boodschap die uitgaat van zo’n niveau. Alweer een reden waarom ik eigenlijk niet op een nieuw toetsingskader zit te wachten.
....
volg Blue Sky Group ook via LinkedIn
Colofon Redactie Blue Sky Group Tekst Land van Maas en Taal, Toine van der Stee, Lamar communicatie, Imke Hollander, Jeroen Röder Fotografie Don Wijns, e.a. Art direction, ontwerp en illustraties Frissewind, profs in communicatie en design, Amsterdam Druk Aeroprint, Ouderkerk aan de Amstel Blauw is het relatiemagazine voor opdrachtg evers en relaties van Blue Sky Group. In Blauw vindt u onderwerpen die te maken hebben met pensioen, in de breedste zin van het woord. Onderwerpen die p rikkelen en u uitdagen de dialoog met ons aan te gaan.
3
Drie journalisten
Pensioenfondsen en vertrouwen
Praatjes vullen géén Pensioengaatjes
die regelmatig berichten over pensioenonderwerpen geven hun visie op de sector
Zeg, hoe ging dat nou eigenlijk verder met dat pensioenverhaal? We waren gebleven bij die beloften die we niet waar konden maken en de toekomst waarover we geen zekerheid konden geven… Het volgende hoofdstuk gaat over hoe we het vertrouwen van de deelnemer kunnen terugwinnen. Dat vraagt om een sterk plot! Victor Lamme en Jan van Miltenburg hebben verschillende ideeën over hoe pensioenfondsen naar buiten moeten treden. Daarom zitten ze vandaag bij elkaar. Wij vragen: “Is de geest nu uit de fles? En zo ja, wat doen we daarmee? Proberen we hem terug te stoppen? Of gaan we met de billen bloot en proberen we het vertrouwen weer op te bouwen?
het stelsel zit nu zo in elkaar dat je als deelnemer geen keuze hebt om je wel of niet aan te sluiten en nauwelijks keuze hoe je waarin belegt.
Terugstoppen!
Victor Lamme vindt dat we op de verkeerde weg zijn met de huidige manier van communiceren over pensioenen. Hij zegt: “Stop zo snel mogelijk met het roepen van al die negatieve dingen en onzekerheden over pensioenfondsen. Je weet niet meer hoeveel je krijgt en ook niet wanneer je het krijgt… Onzekerheid is angst en dat is funest voor vertrouwen. De wetenschap toont aan dat wij beslissingen voor het overgrote deel nemen in ons onderbewuste en vrijwel niet op basis van rationele feiten. Daarom heeft het geen zin die vervelende feiten steeds weer te communiceren.
En: het is een rare mythe dat geesten niet meer kunnen worden teruggestopt in flessen. Dat kan namelijk prima. In ons collectieve geheugen zit nog stevig verankerd dat pensioenfondsen goed en betrouwbaar zijn. Ook na het korten en alle negatieve publiciteit. Negatieve commotie heeft behoorlijk wat tijd nodig, voor het zich werkelijk in ons brein nestelt. Kijk maar naar Toyota. Dat imago heeft uiteindelijk maar weinig schade opgelopen van alle technische missers die een paar jaar terug zijn gemaakt. Hoe langer je mensen de put in praat door te roepen dat pensioenfondsen
Mr. Jan van Miltenburg (links) is manager Toezicht op Pensioenuitvoerders bij de AFM. Hij maakt zich met onder meer publicaties en richtlijnen sterk voor heldere communicatie door pensioenuitvoerders. Prof. dr. Victor Lamme (rechts)
is hoogleraar en hersenonderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Hij onderzoekt ons bewust en onbewust handelen en de invloed daarvan op rechtspraak, economie en onze maatschappij. Hij schreef het boek: ‘De vrije wil bestaat niet’.
Gert-Jan Dennekamp, NOS
Meer ophef ‘Toen ik vijf jaar geleden na zestien jaar correspondentschap in het buitenland op de economieredactie van de NOS begon, ging een van mijn eerste verhalen over de omslag van eindloon- naar middelloonregelingen. En dus over de te hoge verwachtingen die veel mensen hadden over hun pensioen. Later sprak ik een keer een bestuurder die tevreden was dat de verandering van eindloon naar middelloon zo mooi geruisloos was verlopen. Dat was dus een verkeerde conclusie. Het was een ingrijpende verandering en die had voor veel meer ophef moeten zorgen. Ik realiseer me dat het heel ingewikkeld uit te leggen is. Bijvoorbeeld dat lagere opbouwpercentage van 1,75 procent, inmiddels weer 1,85 procent. Maar het stelsel zit nu zo in elkaar dat je als deelnemer geen keuze hebt om je
4
wel of niet aan te sluiten en nauwelijks keuze hoe je belegt. Dat beslist een pensioenfondsbestuur voor jou. Maar dan rust er op dat bestuur wél de verplichting om elke dag uit te leggen hoe het echt zit. Mijn klacht over pensioenfondsen is wel dat ze sterk gericht zijn op zichzelf en hun eigen achterban. Ze hebben er moeite mee om het bredere belang te dienen en breder verantwoording af te leggen. Op onze website doen we een oproep voor cijfers van pensioenfondsen, daarin zijn ze heel terughoudend. Met die tool op de website willen we pensioenfondsen onderling vergelijkbaar maken; dat is het begin van transparantie. Ik denk dat de verplichte aansluiting bij een pensioenfonds wel goed is, maar dat het in deze tijd lastig is te verdedigen dat je niet mag kiezen bij wélk pensioenfonds.’
....
5
communicatie hun beloften niet kunnen waarmaken en dat er zo veel risico’s zijn, hoe meer je dat oude imago kapot maakt. Daarom zeg ik: Haal dat positieve beeld over pensioenen weer naar boven. Blaas dat eiland in de zon nieuw leven in!
Billen bloot!
Jan van Miltenburg vindt dat er geen sprake is van de put in praten. “Dat is in ieder geval niet nodig. De realiteit is wel dat pensioendeel nemers een paar flinke verrassingen en teleurstellingen te verwerken hebben gekregen. Dat is natuurlijk geen recept voor vertrouwen. Pensioenfondsen hebben eigenlijk steeds keurig gedaan wat de wet hen voorschreef. Ze zijn alleen wel héél lang doorgegaan met vertellen dat deelnemers glashard konden rekenen op precies die (bijvoorbeeld) 17.323,13 euro op de dag dat ze 65 werden. Dat is achteraf erg jammer. Die onzekerheden over langer doorwerken en dergelijke, die zijn overigens niet aan de fondsen toe te schrijven, maar aan de overheid. Hoe dan ook: als je één ding niet wilt, dan is het nog meer teleurstellingen creëren. Daarom moeten we nu echt geen dingen meer beloven die we niet kunnen waarmaken. Mensen weten nu dat zelfs pensioenen geen onverwoestbare zekerheid zijn. Laten we daar gebruik van maken en het verwachtings patroon eerst maar eens terugbrengen naar realistische proporties. Vanaf daar kunnen we dan weer vertrouwen gaan opbouwen.
Waarmee bouwen we het vertrouwen dan weer op? Van Miltenburg wil in ieder geval niet méér communicatie creëren en zeker geen technische uitleg geven aan deelnemers over alles wat onder de motorkap van hun pensioen zit. Hij wil er naar toe dat mensen die in de ‘gevarenzone’ zitten een persoonlijk bericht ontvangen, waarin ze geadviseerd worden eens te checken of ze straks genoeg geld hebben om van te leven. Niet alleen je pensioen wordt bekeken, maar het hele plaatje van huis en hypotheek, spaargeld en schulden erbij. Dat moet wel gemakkelijk gaan. Via een centraal en onafhankelijk informatiepunt.
Van Miltenburg denkt aan zoiets als het pensioenregister, maar dan uitgebreider. “En dat kan. De datastromen zijn er al, die kun je samenvoegen. Als we voor mensen constateren dat er iets niet goed dreigt te gaan moeten we hen ook een handelings perspectief bieden. We zeggen dan: ‘Zo kom je te weten of je iets extra’s zou moeten doen, en dan kan je dat op die of die manier aanpakken.’ Zonder commerciële belangen. En hoef je niets te doen, dan weet je dat je goed zit. Dat zou een enorme stap zijn naar meer vertrouwen. Dat vindt Lamme een goed punt. “Je biedt mensen dan iets tastbaars. Er is iets te halen. In dit geval duidelijkheid en zo nodig een
manier om de situatie te verbeteren. Dat wekt inderdaad vertrouwen. Eigenlijk zouden de pensioenfondsen dit moeten constateren vanuit hun autoriteit. Dan kun je daarna met goede, degelijke marketing zorgen dat mensen ook echt extra gaan sparen. Het mooie is dat je prima kunt refereren aan het oude gevoel dat je na je pensioen een prettig en welvarend leven kunt hebben.
Maar hoe duidelijk kunnen we dan zijn naar deze mensen?
Lamme: “Je moet mensen vertellen wat ze in ieder geval krijgen. Ook al is het (veel) minder dan ze hadden gedacht. En dat er altijd nog een minimale kans overblijft op een dramascenario met tóch lagere uitkeringen, daar moet je mensen niet mee lastigvallen. Zeg liever zoiets als: “Je krijgt in ieder geval 50%, maar misschien nog veel meer”. Dat moeten pensioenfondsen gewoon durven zeggen, anders zijn ze geen knip voor de neus waard. Je koopt ook geen auto waar bij staat “deze auto rijdt misschien 10 jaar, tenzij de motor uitvalt, er geen benzine te krijgen is, de banden lek gaan, de distributieriem voortijdig breekt of als iemand hem in brand steekt.” Dat is ook allemaal waar, maar daar vallen autofabrikanten de klant niet mee lastig. 95% Van de auto’s haalt die 10 jaar wel. Maar 5% inderdaad niet. Ook dat zeggen ze er niet bij. En niemand sleept ze daarvoor voor de rechter. Dat snappen we wel.
Het is zo laf allemaal, om je zo tot de laatste komma te willen indekken. Van Miltenburg kan zich prima vinden in het bieden van duidelijkheid over wat je wel krijgt. “Maar als fondsen ook die 50% niet echt hard kunnen maken, heb ik toch liever dat ze dat niet beloven.” Lamme vindt dat pensioenfondsen een grote broek moeten durven aantrekken en achter hun eigen cijfers moeten gaan staan. “En ja, als de wereld vergaat, dan kloppen deze cijfers ook niet meer.”
Spagaat
Van Miltenburg realiseert zich de spagaat waarin veel pensioenfondsen zich bevinden. “Ze hebben (overigens met alle goede bedoelingen) een beeld geschapen van pensioen als absolute zekerheid, met absolute aanspraken. Daar moeten ze nu, in een zee van berichten dat het toch allemaal al minder wordt, op terug komen. Dat is al pijnlijk genoeg. Pensioenfondsen moeten risico’s nemen om rendementen te genereren. Zij moeten ook in aandelen beleggen met behoorlijk hoge risico’s. De zekerheid waarmee zij beloften kunnen doen over het eindresultaat, wordt daardoor kleiner. De risicobereidheid van deelnemers is bepalend. Het probleem is juist, dat wij nog communiceren alsof wij zekerheden kunnen geven, terwijl dat niet zo is. Alle ALM studies met honderden scenario’s
ten spijt: we kunnen het nu gewoon niet waarmaken! Dat is niet makkelijk uit te leggen, want mensen hangen inderdaad enorm aan zekerheid. We hebben liever zekere armoede, dan onzekere rijkdom. Maar als pensioenfondsen daarvan moeten uitgaan, wordt het risico op teleurstellingen alleen maar groter. Pensioenfondsen weten heel goed hoe ze moeten beleggen om tegen redelijke risico’s zo veel mogelijk geld te maken.
Wij kunnen u helemaal niets beloven, maar u moet wel alle vertrouwen in ons hebben en ons uw geld laten beleggen zoals wij dat het beste vinden. Dat is misschien een heel helder en eerlijk verhaal, maar het gedrag dat je ermee oproept, is dat mensen de pensioenfondsen de rug gaan toekeren. En dan heb je een veel groter probleem, dan wanneer je eventueel ooit nog eens onder je slechtste voorspellingen uitkomt.
Maar eerst moeten alle onzekerheden en risico’s duidelijk worden. Het vermijden van de feiten verhoogt het risico op teleurstellingen en wantrouwen. Zeker als je weet dat alles wat je zegt gecheckt en gedubbelcheckt wordt.
Van Miltenburg : Het is een complex probleem. Want ik kan van fondsen niet verlangen dat ze iets gaan beloven wat ze juridisch niet kunnen waarmaken. Toch is dat wat mensen willen en eigenlijk ook van ons eisen. Ik denk dat het bieden van een redelijke zekerheid met een advies hoe je zelf daarop kunt acteren, de beste kaart is, die we nu in handen hebben.
Niet over de schutting
Lamme is het daar niet mee eens: Je moet niet liegen, maar het gaat erom dat je mensen iets biedt, waarin ze kunnen geloven en waaraan ze zich kunnen vasthouden. Die onzekerheid is echt onverkoopbaar. Die mag je niet zomaar over de schutting gooien naar de deelnemers. Deelnemers betalen er (verplicht) voor om hun pensioen goed geregeld te krijgen. Dan moeten de fondsen dat ook bieden. En het feit dat je die zekerheid dan heel misschien, in het alleraller gekste geval toch niet zal kunnen waarmaken, daar moet je de deelnemer niet mee belasten. Die kan er namelijk helemaal niets mee. Je kan gewoon niet zeggen:
Lamme: Welk gedrag van de consument wil je bereiken? Dat moet je eerst eens goed boven water krijgen. Dan kan je beslissen hoe je dat moet aanpakken. Mensen willen maar één ding horen over pensioen en dat is dat ze op een prettige oude dag kunnen rekenen. Geef ze dat beeld van die wereldreis of dat vakantiehuisje en leg uit hoe ze er moeten komen! Van Miltenburg: Maar dan benoemen we wel de standaarddeviatie van de routeplanner! :-) Lamme: :-)
....
Jan van Miltenburg
‘In ons collectieve geheugen zit nog stevig verankerd dat pensioenfondsen goed en betrouwbaar zijn.’
‘We hebben liever zekere armoede,
dan onzekere rijkdom. Dat is jammer maar waar.’
Victor Lamme
‘Als fondsen ook die 50% niet echt hard kunnen maken, heb ik toch liever dat ze dat niet beloven.’
Victor Lamme
‘Die onzekerheid mag je niet zomaar over de schutting gooien naar de deelnemers.’
Jan van Miltenburg
6
7
Jacqueline Lommen is sinds juli 2011 Directeur Europese Pensioenen bij Robeco. Zij is al meer dan 25 jaar actief in de internationale institutionele pensioenmarkt.
europa: een last of een lust?
Ziet u het ook wel eens voor zich in een nare droom? Een tsunami van regels en veranderingen die vanuit Brussel over onze laaggelegen maar zo hoogstaande pensioenpolder heen raast? Of ziet u juist een diepblauwe lucht vol met gele sterren? Jacqueline Lommen ziet vooral mogelijkheden voor Nederland in Europa. Zij weet ook dat het weinig zin heeft om je te verzetten tegen het opstomen van de grote Europese pensioentanker.
‘Er worden hoge eisen gesteld aan de
deskundigheid van pensioenfonds bestuurders. Het is mijn taak om hen daarin zo goed mogelijk te faciliteren.
’
Love me or leave me
Dynamiek
In de wandelgangen - Jeroen Röder
Ruim twee jaar is Jeroen Röder werkzaam bij Blue Sky Group als Hoofd Pensioen Juridische Adviesgroep. Daarvoor was hij vijftien jaar actief in de pensioenpraktijk, waarvan elf jaar bij een grote internationale adviesorganisatie. ‘Onze afdeling bestaat uit vier medewerkers, mijzelf mee gerekend. Wij adviseren pensioenfondsbestuurders bij allerlei juridische vragen die zich voordoen bij de uitvoering van de pensioenregeling. Zo zijn we altijd vertegenwoordigd bij bestuursvergaderingen waar we fungeren als vraagbaak en tekst en uitleg geven over de meest uitlopende ontwikkelingen in pensioenland.’
Is dat nodig?
‘Absoluut, want er wordt steeds meer gevraagd van bestuurders op het vlak van deskundigheid. Het is onze taak om hen daarin zoveel mogelijk te faciliteren. Dat doen we door de ontwikkelingen van de wet- en regel geving goed bij te houden en helder samen te vatten voor de pensioenbestuurders. Omdat de pensioenwereld de laatste jaren voortdurend in beweging is, zijn we daar behoorlijk druk mee. Eigenlijk kun je wel stellen dat het sinds de eerste fiscale versobering (Wet VPL) en de invoering van de
8
Pensioenwet in 2006/2007 niet meer rustig is geweest. Op juridisch gebied gebeurt er zo ontzettend veel. Voor mij als jurist zijn al die ontwikkelingen natuurlijk enorm boeiend en interessant, maar ik kan me voorstellen dat andere mensen door de bomen het bos niet meer zien. Dat is ook één van de redenen dat we bezig zijn met het opzetten van een BSG Academy. We willen (toekomstige) pensioenbestuurders en nauw betrokkenen graag een opleiding aanbieden om zo een bijdrage te leveren aan hun deskundigheid. Ik heb daar hoge verwachtingen van en veel zin om dat handen en voeten te geven.’
Hoe zorg je ervoor dat je zo volledig mogelijk op de hoogte blijft?
‘Kennis vergaren én overdragen is een essentieel onderdeel van mijn werk en iets wat eigenlijk continu doorgaat. Wetten en regels veranderen voortdurend. Zowel civiel als fiscaal, nationaal en internationaal. Je krijgt daar geen
montagehandleiding bij geleverd. Het is mijn eigen verantwoordelijkheid dat ik op de hoogte ben en blijf. Dat doe ik door een breed scala aan bronnen te raadplegen en veel te overleggen met mijn collega’s. Overleg is belangrijk omdat er vaak meerdere kanten zitten aan pensioenvraagstukken. Naast de juridische kant heb je ook een
Welke thema’s zijn actueel?
‘Dat zijn er legio. Belangrijk is natuurlijk het pensioenakkoord dat nog steeds invulling moet gaan krijgen. De discussie gaat onder meer over het reële en nominale kader en het invaren van rechten. Verder wordt er gesproken over het nieuwe Witteveenkader en de versobering van de fiscale aftrek-
‘Als er wetten gewijzigd worden, krijg je daar geen montagehandleiding bij geleverd.’
actuariële en een uitvoeringstechnische kant. Je kunt pas een optimale oplossing aandragen als je alle aspecten meeweegt. Het leuke van Blue Sky Group is dat het een middelgrote organisatie is waardoor hier een persoonlijke sfeer heerst. Als ik bijvoorbeeld een actuariële vraag heb, loop ik even een deur verder. Zo kun je snel schakelen.’
baarheid. Maar ook internationaal speelt er met het witboek Europese pensioenen van alles. Dat heeft te maken met Europese regelgeving en de manier waarop de pensioenfondsen in Nederland zijn opgezet. Hoewel de ontwikkelingen in Europa – zoals het er nu uitziet – minder ingrijpend zullen zijn dan eerst gedacht, is het wel een onderwerp om nauwlettend in de gaten te houden.’
....
Lommen: “In Nederland hebben we nu nog een beetje de neiging om als een soort Greenpeacebootje om die tanker heen te varen en te proberen hem tegen te houden. Dat is nobel, maar vaak niet zo effectief en zonde van je energie. Maar als je een andere bril opzet, zie je dat er veel mogelijk is voor onze pensioenpartijen met al hun kennis en ervaring. De EU staat juist open voor een actieve rol van Nederland als invloedrijk pensioenland. Ons pensioenstelsel is zoals we weten, groot, intelligent en degelijk. Maar ja, dat was de dinosaurus ook. En Darwin zei al: “It’s not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent. It is the one most adaptable to change.” En die veranderingen zijn er. Vroeger zaten er ’s morgens in de trein naar Brussel twee Nederlandse pensioenexperts. Nu zit de trein er geregeld vol mee. Het is duidelijk dat pensioen een Europees onderwerp is geworden.
Modderen in de pensioenpolder
We kunnen niet ontkennen dat we, los van Europa, serieuze pensioenproblemen hebben in Nederland. De complexe DB-regelingen maken het pensioen onbegrijpelijk, niet gewaardeerd en duur. Werkgevers betalen soms 30 tot 40% van de loonsom aan pensioenkosten. Dat is echt erg veel. Daarnaast is het risico voor de organisatie zo groot, dat pensioen een boardroom issue is geworden. Deze situatie is steeds moeilijker vol te houden. Steeds meer werkgevers en sociale partners denken daarom na over een andere pensioenregeling die minder complex is, en waarbij de risico’s minder of helemaal niet meer op de balans van de organisatie drukken. Zij zoeken naar een vorm die ‘de strop om de nek’ van het pensioenfonds minder strak maakt en weer ruimte biedt voor het eigenlijke doel: rendement maken voor een goede pensioenuitkering. De Europese ontwikkelingen bieden oplossingen in deze lastige situatie.
PPI kan een uitweg zijn
In 2011 is in Nederland de PPI geïntroduceerd om te kunnen inspelen op de behoeften van werkgevers en sociale partners. De PPI is een nieuwe Nederlandse pensioeninstelling. Het is een alternatief voor een pensioenfonds of een verzekeraar. Doordat partijen uit verschillende sectoren en landen gebruik kunnen maken van de PPI, ontstaat er automatisch marktwerking. PPI’s beheren doorgaans DC regelingen. Het risico verschuift daarmee naar de deelnemer. Dit is een onvermijdelijke tendens, maar biedt de deelnemer tenminste duidelijkheid. Want eerlijk is eerlijk: het oude DB is slechts een toezegging die je, als het erop aankomt, niet hoeft na te komen. In de PPI kun je deelnemers zelf laten bepalen hoe en waar ze beleggen, maar je kunt ze ook een standaard beleggingsbeleid aanbieden. Onze ervaring met Smart DC leert, dat 97% kiest om dat door ons te laten doen. Dat gebeurt via het lifecycle principe. De deelnemers worden daardoor zoveel mogelijk beschermd tegen de financiële risico’s die ongewild hun kant op schuiven. Op de website kunnen de werknemers 24/7 zien welk tegoed ze hebben opgebouwd in hun eigen pensioenspaarpot en welke uitkering daar later uit kan volgen. Pensioen is niet zo ingewikkeld, we hebben het in Nederland ingewikkeld gemaakt.
Baas in eigen pensioenpot
De angst voor Europese inmenging is vaak onterecht: Ons pensioenstelsel blijft gewoon van ons. Daar mag Europa niet aan komen. Ook de vorm van de pensioenregelingen wordt niet door Europa bepaald, maar door werkgevers en werknemers in Nederland. Over de grote opgebouwde pensioenvermogens blijven wij helemaal zelf de baas en ook over de belastingregels en faciliteiten. Wat de Europese Unie wel doet, is zorgdragen dat er een grote Europese markt ontstaat, over de landsgrenzen heen. En dat het pensioen wordt beheerd door gezonde pensioeninstellingen.
Wat Europa ons al heeft gebracht.
Lommen geeft een aantal voorbeelden van de invloed van Europa op de Nederlandse pensioensector: • De Europese pensioenrichtlijn creëert vrijheid van dienstverlening voor pensioeninstelling: Dat betekent: meer keuze in uitvoeringsvormen voor sociale partners, meer innovatie en betere prijs/kwaliteitverhoudingen. • Door Europese wetgeving kunnen pensioenbeloftes beter worden nagekomen. Aangescherpte solvabiliteitseisen voor pensioeninstellingen zorgen voor meer zekerheid, met name voor deelnemers met DB regelingen. Het nieuwe Nederlandse FTK sorteert hier op voor. • Veiligheid voor deelnemers: Voor buitenlandse pensioeninstellingen die actief zijn in Nederland, gelden dezelfde regels als voor de Nederlandse. • Één Europees pensioenfonds voor grote ondernemingen i.p.v. vele kleintjes: schaalvoordelen, gemak, verbetering risicobeheer en beleggingen, minder bureaucratie, hogere pensioenuitkering. Er zijn nu zo’n 100 van deze Europese fondsen, ook met Nederlandse betrokkenheid. • Meer rendement en minder risico door vrijheid van kapitaal: de pensioenspaarpotten worden op de beste plek belegd. • Vrijheid van arbeid: behoud van pensioen mogelijk bij (tijdelijk) werken in het buitenland. • Groeimogelijkheden voor Nederlandse dienstverleners: Nederlanders kunnen hun kennis en diensten over de grens aanbieden. Wij hebben als Nederlanders pensioen in onze genen en kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de Europese pensioenmarkt. Wat ik zou willen zeggen tegen eenieder die met angst kijkt naar wat er in Europa gebeurt: Werp eens een realistische blik op de (toekomstige) situatie van je eigen pensioenfonds en bekijk dan wat de nieuwe mogelijkheden voor je zouden kunnen betekenen.
....
9
Drie journalisten
Wijzigingstraject 2014 2015
die regelmatig berichten over pensioenonderwerpen geven hun visie op de sector
Op weg naar een nieuw pensioencontract
Journalist aan het woord
De balans tussen ambitie, zekerheid en kosten De kernkaart is als bijlage bij deze Blauw gevoegd.
In 2010 werden twee onafhankelijke commissies (Frijns en Goudswaard) ingesteld om de regering te adviseren over de houdbaarheid en de betaalbaarheid van het pensioenstelsel. De belangrijkste conclusie van beide commissies was dat de verwachting bij de pensioendeelnemers van een zeker pensioen niet spoort met de realiteit. Een nieuw evenwicht is nodig tussen ambitie, zekerheid en kosten. Dit heeft geleid tot de verkenning van nieuwe - en meer voorwaardelijke - pensioencontracten.
Sociale partners, verenigd in de Stichting van de Arbeid, hebben op 4 juni 2010 hierover afspraken gemaakt in een Pensioenakkoord en dit verder uitgewerkt in het Uitwerkingsmemorandum van 9 juni 2011. Het kabinet heeft vervolgens aangekondigd het financieel toetsingskader aan te zullen passen om het nieuwe pensioencontract, zoals sociale partners dat hadden uitgewerkt, mogelijk te maken en het financieel toetsingskader voor de bestaande contracten te verbeteren. Dit resulteerde in de hoofdlijnennotitie FTK en inmiddels is ook het consultatiedocument FTK verschenen. Op 1 januari 2015 moet het hernieuwde FTK in werking treden. Op dat moment moet ook al een keuze gemaakt zijn met betrekking tot het pensioencontract. Tot zover de achtergrond. Maar nu de vraag hoe te komen van de huidige pensioenregeling naar een pensioenregeling die in dit nieuwe FTK past. Dit zal de nodige tijd vergen. Sociale partners zullen onder andere ambitie, zekerheid en kosten tegen elkaar moeten afwegen. En de pensioenuitvoerder moet de uitvoerbaarheid toetsen, generatie-effecten inzichtelijk maken en mogelijk de risicobereidheid van deelnemers toetsen. Ook zal er voldoende juridisch ‘comfort’ moeten zijn voor het eventueel invaren van reeds opgebouwde pensioenaanspraken- en rechten. Kortom, er zal veel moeten gebeuren vóór 1 januari 2015. Het is dan ook raadzaam om dit proces tijdig te starten. Om hierbij behulpzaam te zijn hebben wij een kernkaart ontworpen met daarin een aantal aspecten die een belangrijke rol spelen bij het besluitvormingsproces. De kernkaart is bedoeld om bij te dragen aan de gedachtevorming bij dit weerbarstige onderwerp. Op elk onderdeel kan vervolgens meer in detail worden ingezoomd. Zit de Kernkaart niet meer in deze Blauw, mail dan naar
[email protected] dan krijgt u een nieuw exemplaar toegestuurd.
....
zie Speciale bijlage
10
zie Speciale bijlage
zie Speciale bijlage
zie Speciale bijlage
Het ledenbestand van vakorganisaties is geen goede afspiegeling meer van het deelnemersbestand van een pensioenfonds. Ariane Kleijwegt, NRC Handelsblad
Ik hoor ze te weinig ‘Verschillende belangengroeperingen, zowel ouderen als jongeren, komen met plannen, ze zitten bij Buitenhof, maar de pensioenfondsen stellen zich vrij defensief op. Terwijl ik wel zou willen weten wat zíj vinden van de keuzevrijheid. En wat zat zeg je over de extra risico’s voor deelnemers? Hoe betrek je zzp’ers erbij? Hoe ga je om met de transparantie over risico’s en herverdeling tussen de generaties, via de doorsneepremie? Hoe houdbaar is die nog? Allemaal thema’s waar andere partijen wel een visie op hebben. Ik heb het gevoel dat pensioenfondsen vooral hun huidige, oudere deelnemers te vriend willen houden, ook vanwege de wens om de bestaande rechten in te varen in de nieuwe contracten. Vandaar ook het pleidooi voor een gunstiger rekenrente. Maar intussen zijn de problemen voor komende generaties groot. De premie-inleg wordt bovendien uitgehold doordat steeds minder werkenden bij een pensioenfonds zijn aangesloten.
Vergelijk het met de belastingheffing: als je daar gaat herverdelen ontstaan er in Den Haag enorme discussies. Bij pensioenfondsen gebeurt nu iets soortgelijks, maar het parlement let daar veel minder scherp op, dat gaat vrij ongemerkt, men laat het over aan de sociale partners. Het blijft raar dat we een systeem van uitgesteld loon hebben waarbij je van overheidswege verplicht bent om je bij een pensioenfonds aan te sluiten, terwijl je je kunt afvragen of het bestuur van zo’n pensioenfonds wel in staat is tot evenwichtige belangenbehartiging. Want het ledenbestand van vakorganisaties is geen goede afspiegeling meer van het deelnemersbestand van een pensioenfonds.’
....
frontier markets
Beleggen in frontier markets
Nuchter en met gezond verstand
emerging markets
frontier markets
Iedereen is op zoek naar rendement, maar waar liggen de kansen? En als het potentieel hoog is, geldt dat dan niet ook voor de risico’s? Onder de beursgoeroes zijn tegenwoordig de frontier markets zeer populair. Blue Sky Group ziet die kansen, maar blijft tegelijk nuchter en gebruikt haar gezonde verstand. Nicole van Schie en Ramon Tol, allebei fundmanager bij Blue Sky Group, scheiden het kaf van het koren. ‘We willen natuurlijk wel weten waar ons geld naartoe gaat en wat ermee gebeurt.’
Ramon Tol en Nicole van Schie, fundmanagers bij Blue Sky Group
Nicole van Schie: ‘We hebben een kleine allocatie naar frontier markets, het is een begin. Om precies te zijn 2,5 procent van onze aandelenportefeuille. We zien de mogelijkheden, maar we kijken ernaar vanuit onze specifieke situatie. We beginnen met een bescheiden allocatie, die vooral vanuit diversificatie oogpunt interessant is. Ramon Tol: ‘ Voor pensioenfondsen begint dit soort beleggingen altijd met een bescheiden allocatie. Er kan opgeschaald worden als de rendementsverwachtingen toenemen en de risico’s meer beheersbaar of duidelijk zijn. Bij emerging markets is dat ook zo gegaan, stapsgewijs. We zijn klein begonnen bij 5% en toen eerst naar 10% en vervolgens naar 15% van de portefeuille gegaan. Nu schommelt de allocatie van emerging markets, inclusief frontier markets, rond de 20 procent. Promoveert een land van frontier market naar emerging market, dan zorgt dat voor een zeer positieve ontwikkeling. En wil je daarvan profiteren, dan moet je op dat moment al aan boord zijn, anders mis je sowieso de boot.’
Goede strategische mix
Er zijn kansen, maar hoe benut je die in de praktijk? Voor een pensioenfonds is het essentieel om een goede strategische mix te hebben. Ontstaat de wens om een
12
nieuwe klasse toe te voegen, dan maakt Blue Sky Group een diversificatie-analyse. Nicole van Schie: ‘Daarbij doen we onderzoek naar zowel het groeipotentieel als de risico’s, bijvoorbeeld het politieke risico bij frontier markets. Ook kijken we naar de correlatie van nieuwe aandelenmarkten met de markten waarin we reeds actief zijn, we willen weten wat het betekent voor de portefeuille als geheel. Het voordeel van frontier markets is dat het geen grote overlap heeft met andere regio’s en andere fondsen. Het groeipotentieel van frontier markets kan met verschillende aspecten te maken hebben, bijvoorbeeld een verbetering van de kapitaalmarkt door verandering van het politiek regime of demografische ontwikkelingen. Zie Turkije waar demografie (jonge bevolking) en bredere transparantie van de markten tot een gestage economische groei heeft geleid. Inmiddels maakt Turkije deel uit van de Emerging Markets Index. Maar ook in ontwikkelende markten blijven de geopolitieke risico’s aanwezig. Neem bijvoorbeeld de negatieve impact die de Arabische lente heeft gehad op kapitaalmarkten.
er eigenlijk maar één partij was met een goed actief product. Andere aanbieders kwamen met een mix van frontier markets en emerging markets exposure of waren te klein. Teveel emerging market exposure was voor Blue Sky Group uitgesloten, omdat de allocatie van emerging markets dan te groot zou worden. Ramon Tol: ‘De grens van 2,5% frontier market exposure houden we scherp in de gaten, omdat ook de global emerging market managers in beperkte mate in frontier markten mogen beleggen. Die nonbenchmark beleggingen houden we op dagbasis bij. Krijgen we een signaal dat een vermogensbeheerder teveel buiten de benchmark belegt, dan roepen we de fondsbeheerder in kwestie direct op het matje.’
Niet de bedrijven, wel de landen
Het opvallende van frontier markets is dat het rendement niet zozeer voortvloeit uit de prestaties van individuele bedrijven, maar meer het resultaat is van macro-economische ontwikkelingen. Wordt zo’n markt meer volwassen, dan zijn het meer de sectoren en de individuele ondernemingen die het rendement gaan bepalen. Ramon Tol: ‘We kiezen bij onze beleggingen dan ook niet actief voor specifieke aandelen, landen of sectoren, die samenstelling is een zaak voor de fondsbeheerder.
Op het matje
Blue Sky Group heeft onderzoek gedaan naar aandelenmanagers die beleggen in frontier markets. Daaruit bleek destijds dat
Wel actief zijn we als het gaat om het monitoren van de vermogensbeheerder op de ingenomen posities. Wij gaan met de betreffende partij in discussie. Interessant om te zien is dat de positie van de ene vermogensbeheerder nog niet hoeft te betekenen dat de andere vermogensbeheerder ook die positie heeft. Een goed voorbeeld is Pakistan. De rendementen daar zijn zeker interessant, maar het risico is ook reëel dat die markt als gevolg van politieke onrust zomaar gesloten wordt. Een van onze frontier markets managers belegt wel in Pakistan, maar de andere niet omdat deze partij het politiek risico te hoog vindt.
Geopolitieke risico’s
Frontier markets kunnen volatieler zijn dan westerse landen of zelfs Emerging Markets. Ze zijn namelijk kwetsbaarder voor geopolitieke risico’s, zoals sociale ongelijkheid en onrust (godsdienstconflicten) en klimaatveranderingen (voedsel- en waterschaarste). Aan de andere kant: het potentieel blijft aanwezig. En hoe meer in een land de politieke stabiliteit toeneemt, hoe interessanter het wordt. Nicole van Schie: ‘Politieke stabiliteit vormt een belangrijke basis voor een stabiele markt.
Blik vooruit
Ramon Tol: ‘Op dit moment zijn we, met 2,5 procent van de portefeuille, eigenlijk neutraal ten aanzien van frontier markets als je rekening houdt met het gedeelte van het wereldwijd bruto binnenlands product dat frontier markets voor hun rekening nemen. Kijk je naar het aandeel frontier markets op het totaal van de aandelenmarkt én naar de output, dan zou je zelfs kunnen zeggen dat frontier markets bij ons onderwogen zijn. Maar we kijken ernaar op basis van onze doelstelling, de balans tussen rendement en risico die bij ons past. Voorlopig zie ik geen substantiële verhoging van onze allocatie, maar over een paar jaar zou dat wel kunnen. Voor we eventueel voorstellen om daartoe te besluiten, gaat onze research afdeling daar weer heel zorgvuldig naar kijken.’ Nicole van Schie vult aan: ‘Als pensioenfonds kijk je veel meer naar de lange termijn, en natuurlijk weegt het risico zwaar. De belangstelling voor frontier markets groeit. Er wordt niet alleen meer over gesproken, maar je ziet links en rechts ook meer implementaties van frontier markets allocaties.
13
frontier markets
Kuwait bulgaria
emerging markets
Chile • vietnam Colombia • Czech Republi c • Egypt • • India • South Korea • Hungary Malaysia • Mexico • Morocco • Peru • Philippines • Poland • Russia • South Africa • Taiwan•Thailand • Turkey • Argentina • Belarus • Belize • Brazil Colombia Bulgaria • Chile • China • Croatia • Dominican Republic • Ecuador • Egypt • El Salvador • Gabon • Georgia • Ghana • Hungary • Iraq • Ivory Coast Jamaica • Jordan • Kazakhstan Lebanon • Lithuania • Malaysia • Mexico • Nigeria • Pakistan • Panama • Peru • Philippines • Poland • Russia • Senegal • Serbia • South Africa • Sri Lanka • Turkey • Ukraine • Uruguay • Venezuela •
Turkey
Kenya Qatar
croatia
romania an is v a s REN b O p CT EN TO EN E SE NG E M U E L NE MI D D REN DIVI NDER IN N O E
Russia
IER NT s FRO rket ma
indonesia
€
brazil
ings et emerg rk a m an is v a s CHE b p IS T O N OM E N G EN E M - ECO E L I N D O REN ACR T WIKK M ON
Groei in hoge versnelling Tot mei van dit jaar steeg de MSCI Frontier Market-index met 13,31%, berichtte de Financial Times onlangs. De MSCI Emerging Markets-index stelde daar een daling van 4,4% tegenover. De zeven best presterende beurzen van dit jaar behoren allen tot de frontier markets, terwijl de negen slechtst presterende aandelenmarkten behoren tot de traditionele opkomende markten. Dit jaar is al meer dan 2,27 miljard dollar richting de frontier marketsfondsen gestroomd, een nieuw record. Tot de ongeveer veertig frontier markets behoren onder meer Qatar, Koeweit, Nigeria, Ghana, Kenia, Vietnam, Pakistan en Bangladesh. Binnen de Europese Unie worden bijvoorbeeld Bulgarije, Kroatië en Roemenië ertoe gerekend. De zeven grootste emerging markets zijn de ‘BRIC-landen’ Brazilië, Rusland, India en China, plus Mexico, Indonesië en Turkije. Het is ook mogelijk dat landen de omgekeerde beweging maken en ‘degraderen’ van emerging market naar frontier market. Dat overkwam bijvoorbeeld Argentinië. Wat ook kan: Saoedi-Arabië zou in één keer emerging market worden, maar dat ging vanwege restricties voor buitenlandse beleggers niet door. In welke categorie een bepaald land thuishoort, is het werkterrein van index providers, zoals MSCI en S&P. Die kijken naar politieke risico’s, marktkapitalisatie en liquiditeit (de free float van aandelen), wettelijke restricties met betrekking tot repatriatie van kapitaal en het fiscale klimaat. De indexproviders gaan ook met pensioenfondsen om de tafel zitten om hun bevindingen te delen. Ook Blue Sky Group wordt weleens benaderd door indexproviders om een mening te geven of een land nu wel of niet moet promoveren van frontier naar emerging status of zelfs andersom.
14
Het mysterie van het kapitaal
Hernando de Soto
Voorbeeld: Jordanië
Frontier markets zijn vaak wel veelbelovend, maar dat komt er niet altijd uit. Of de fluctuaties zijn hevig. Neem Jordanië, dat tot 2008 een aantal jaren van flinke groei doormaakte. De economische crisis haalde daar een streep door. In 2009 ging het land terug van een emerging market naar een frontier market. Jordanië is kwetsbaar voor politieke, economische en sociale onrust. De ‘politieke lente’ in de Arabische landen had voor het land aanzienlijke economische gevolgen. Die kwamen vooral tot uiting in de beperking van de invoer van gas uit Egypte en de massale instroom van vluchtelingen uit buurland Syrië. Kredietbeoordelaar Standard & Poor’s verlaagde in mei van dit jaar de kredietwaardigheid van Jordanië. De rating zakte naar BB-, met een negatieve outlook vanwege de impact van de crisis in Syrië.
‘In Cairo beschikten
de armen in die tijd over niet-geregistreerde bezittingen ter waarde van naar schatting 241,4 miljard dollar.
’
De Peruaanse ontwikkelingseconoom Hernando de Soto heeft een interessante kijk op het economisch achterblijven van ontwikkelingslanden. Dit is van belang om inzicht te verkrijgen in waarom bepaalde gebieden zich wel of niet kunnen ontwikkelen. Het sleutelbegrip is bezit. De Soto betoogt dat de grote massa van de armen in de Derde Wereld weliswaar grote bezittingen heeft, maar die zijn nergens officieel geregistreerd. Daarom kan dat bezit niet worden omgezet in (investerings)kapitaal of de basis vormen voor kredietverlening. En dus kun je er geen onderneming mee opstarten. De Soto geeft een voorbeeld in zijn boek ‘Het mysterie van het kapitaal - waarom kapitalisme zo’n succes is in het westen, maar faalt in de rest van de wereld’ een voorbeeld. In Cairo beschikten de armen in die tijd over
niet-geregistreerde bezittingen ter waarde van naar schatting 241,4 miljard dollar. Dit was zes keer de waarde van alle spaargelden en termijndeposito’s ondergebracht bij de banken van Egypte en dertig keer de marktwaarde van de bedrijven die aan de beurs van Cairo stonden genoteerd. Maar de mensen konden er niets mee want het was voor meer dan negentig procent informeel bezit. En legaliseren is in zulke landen een uitermate ingewikkeld en tijdrovend proces, voor de arme boer of burger bijna niet te doen. In Egypte waren zevenenzeventig stappen langs eenendertig kantoren nodig voor een bouwvergunning.
....
15
Nog steeds weinig vrouwen in bestuursfuncties
diversiteit
Jongens begrijpen elkaar gewoon beter. Ze lachen om dezelfde grappen en zijn niet bang voor wurmen. Met meisjes erbij is het anders. Die willen nooit stoute dingen doen, vinden alles gevaarlijk en kunnen geen geheimen bewaren.
Jongens spelen nu eenmaal liever met jongens Of dit nu onzin is of niet: het is voor mannen blijkbaar nog altijd logisch om mannen op bestuursfuncties te plaatsen. Gek is dat niet: wij mensen houden nu eenmaal niet zo van veranderingen. Pensioenmannen dus ook niet. Maar hoe doorbreken we dan deze ongewenste status quo? Bij Abvakabo FNV weten ze dat. Want daar zijn ze aardig op weg naar een emancipatoir ideaalplaatje. “De publieke sector bestaat voor meer dan de helft uit vrouwen.” legt Corrie van Brenk uit. “Daarom besloten we in 2005 dat ook ons bestuur voor de helft uit vrouwen moet bestaan. Al was het maar om de achterban beter te kunnen vertegenwoordigen.” Nu, in 2013, bestaat de top van Abvakabo FNV voor 50% uit vrouwen, het middenkader voor 62% en de werknemers voor 64%. Van de tien pensioenfondsbestuurders zijn er zes vrouw, waarvan
Zijn er voor bedrijven nog meer pragmatische redenen om meer vrouwen op topposities te willen hebben?
“Het feit dat meer diversiteit leidt tot een betere, doordachte besluitvorming lijkt me een goede reden. Meerdere invalshoeken dwingen je om uit je eigen denkwereldje te stappen. Soms ook uit je comfortzone, maar daar leer je zelf ook enorm veel van. Daarnaast kan je je beleid beter verantwoorden, ben je geloofwaardiger en creëer je minder weerstand als je je doelgroep beter vertegenwoordigt. Vrouwen kunnen zich doorgaans goed verplaatsen in een ander en denken op tijd na over de vraag: ‘hoe gaan we dit uitleggen aan de achterban?’ Ze zijn ook wat eerder bereid hun mening te toetsen. Ik herinner me een bijeenkomst van RvC’s met voornamelijk oudere mannen. De volgende vraag was aan de orde: Moet je jezelf verplicht ieder jaar een spiegel laten voorhouden door een controlerend orgaan? Veruit het merendeel vond het woord ‘verplicht’
We zijn wel altijd bereid geweest om langer te zoeken. twee jonger dan 35 jaar. “Het kan dus echt.” zegt van Brenk. “Het schept een gezonde basis van gelijke kansen en rechten. En ik ben ervan overtuigd dat een organisatie betere besluiten neemt en verstandiger acteert, als er een evenwichtige verdeling is van mannen en vrouwen.” Waarom lukt bij Abvakabo wel, wat bij anderen zo moeilijk gaat?
Actie, harde actie!
“Het is bij ons ook niet vanzelf gegaan hoor. We hebben heel stellig afgesproken dat we voor bepaalde vacatures expliciet naar een vrouw zoeken. Natuurlijk moeten we iemand kunnen vinden die echt goed is voor de positie. Maar we zijn wel altijd bereid geweest om langer te zoeken. Vrouwen zijn vaak wat minder bekend ‘in het circuit’ of denken zelf niet dat ze een kans maken. Hoe goed hun kennis en ervaring ook is: het zelfvertrouwen ontbreekt nogal eens. Daarom benaderen wij bewust vrouwen, waarvan wij denken dat ze de juiste kwalificaties hebben.
Corrie van Brenk, is voorzitter van Abvakabo FNV.
Onze vereniging is nu echt doordrenkt van de logica van diversiteit.
Nu zijn er over het algemeen niet zoveel wiskundemeisjes. Zijn er wel voldoende vrouwen met cijfermatige interesses en gerichte opleidingen?
“Een bestuurder hoeft niet het werk van een actuaris te kunnen doen. Die wordt daarvoor ingehuurd. Maar je moet er wel voldoende van begrijpen om de irritante vragen te kunnen stellen en je niet met een kluitje in het riet te laten sturen. Er is ook gewoon durf en gezond verstand voor nodig. Jij bent eindverantwoordelijk voor dat besluit en moet je dus dondersgoed realiseren: ‘wie raakt dit?’ Maar je moet ook investeren in opleidingen en niet altijd de gemakkelijkste weg kiezen.”
heel vervelend en niet nodig. De top van Nederland wil dus eigenlijk liever geen spiegel worden voorgehouden en denkt: ‘wij weten het wel.’ Ik vond dat nogal stuitend“
Zou dat met meer vrouwen erbij anders zijn geweest?
“Ja, dat denk ik wel. Maar wat ik net zo belangrijk vind, is dat er voldoende vernieuwing plaatsvindt. Mensen die met een frisse blik tegen de zaken aankijken. Anders blijft het old boys network regeren en elkaar misschien toch net iets te vaak de hand boven het hoofd houden. Dat is niet goed.”
Bent u nu bij Abvakabo wat je noemt ‘in M/V balans’?
“Nou, we zijn een heel eind. Onze vereniging is echt doordrenkt van de logica van diversiteit. Als er nu wel eens een commissie met voornamelijk mannen (of vrouwen) ontstaat, dan zegt er al snel iemand: ‘Jongens dit kan niet de bedoeling zijn.’ Ook bij de keuze van het Ledenparlement van de FNV zijn er van de 31 Abvakabo-FNVleden 22 vrouwen gekozen. Zonder enig voorkeursbeleid, want iedereen kon zich aanmelden en stemmen via de website. Dat is toch iets om trots op te zijn. In de deelnemersraden van de pensioenfondsen zitten overigens nog wel voornamelijk oudere mannen. We hebben nu twee jongeren kunnen strikken, die gelukkig ook heel enthousiast zijn. FNV Jong leidt ook mensen op via het PensioenLab. Dus zo proberen we ook daar nog aan de weg te timmeren. Maar als er iets duidelijk is, dan is het dat veranderingen niet vanzelf gaan en dat je jezelf en elkaar op scherp moet durven zetten om je doel te bereiken. Anders is er altijd weer een smoes om het niet te doen.”
....
17
uitgelicht
Door Imke Hollander, Hoofd Investment Strategy Research
Drie journalisten die regelmatig berichten over pensioenonderwerpen geven hun visie op de sector
Defensieve aandelenstrategieën Het beleggen in defensieve aandelenstrategieën, zoals low-volatilitystrategieën, zou in theorie een lager rendement moeten opleveren dan het passief volgen van een naar marktwaarde gewogen index. In de praktijk blijkt echter dat, ondanks het feit dat er veel minder risico wordt genomen, de langetermijnrendementen minimaal vergelijkbaar zijn. Het is dan ook niet verwonderlijk dat dergelijke strategieën steeds vaker een significant onderdeel uitmaken van de aandelenportefeuilles van pensioenfondsen. Rendement versus risico
Beleggen in aandelen brengt uiteraard risico’s met zich mee. Juist daarom zou een aandelenbelegger ook een hoger rendement moeten krijgen ter compen satie. Het lijkt logisch dat een dergelijke redenering, hoe meer risico er wordt genomen, hoe meer rendement daar tegenover zou moeten staan, ook zou moeten gelden wanneer verschillende aandelen of aandelenportefeuilles met
Bubbles
Als uitgangspunt voor aandelenbeleg gingen gebruiken institutionele partijen veelal een regionale of wereldwijd gespreide aandelenindex zoals de S&P 500 of MSCI World. Het idee daarachter is dat deze “de markt” het best representeren. Door hun samenstelling, waarbij de weging van een aandeel in de index afhangt van de marktkapitalisatie, of te wel het aantal uitstaande aandelen maal
Een aandelenbelegger die een index gewogen naar marktwaarde volgt, zal per definitie te veel geld stoppen in aandelen die eigenlijk te duur zijn en omgekeerd, te weinig in aandelen die eigenlijk veel te laag worden gewaardeerd elkaar worden vergeleken. In de praktijk blijkt deze relatie niet zo eenduidig aanwezig te zijn en blijken vooral hoogrisico-aandelen vaak relatief weinig rendement op te leveren. Onderzoek hiernaar, waarbij als maat voor het risico meestal de volatiliteit (de spreiding in dag- of maandopbrengsten) van een aandeel wordt genomen, wijst uit dat een aandelenportefeuille met een zo laag mogelijke volatiliteit over de langere termijn vergelijkbare of zelfs hogere rendementen oplevert dan een hoogvolatiele aandelenportefeuille.
18
de prijs, is het passief beleggen in dergelijke, breed gespreide indices heel goedkoop doordat er nauwelijks gehandeld hoeft te worden. Dit zou een zeer efficiënte manier van beleggen zijn wanneer alle aandelen altijd correct geprijsd zouden zijn. Nu is echter gebleken, bijvoorbeeld bij het knappen van de internetbubbel, en de enorme koersdalingen als gevolg van het uitbreken van de kredietcrisis, dat aandelen gedurende lange tijd veel te hoog geprijsd kunnen zijn. Een aandelen belegger die een index gewogen naar marktwaarde volgt, zal dan per definitie te veel geld stoppen in aandelen die eigenlijk te duur zijn en omgekeerd, te weinig in aandelen die eigenlijk veel te laag worden
gewaardeerd. Passief in een index beleggen levert derhalve heel mooie resultaten op tijdens het ontstaan van bubbles, maar bij het knappen van de bubbel is duidelijk dat er exact op de verkeerde paarden is gewed.
Minder negatieve verassingen en toch een mooi rendement
De consument voelt zich gepakt en gaat dus beter opletten; dat dwingt pensioenfondsen tot grotere openheid.
Er zijn natuurlijk heel veel manieren te verzinnen om het geschetste probleem te omzeilen. Actieve aandelenmanagers verwachten bijvoorbeeld te kunnen bepalen welke aandelen te hoog en welke te laag geprijsd zijn en trachten door actief af te wijken van een index betere beleggingsresultaten te behalen. Zij blijven echter altijd gebonden aan een index, in de zin dat ze slechts in beperkte mate mogen afwijken van de index. Ze krijgen van de institutionele partij een risicobudget mee, dat bepaalt hoe actief ze mogen opereren. Bovendien blijft de vraag of ze inderdaad in staat zijn te bepalen welke aandelen te laag en welke te hoog zijn geprijsd en of ze daar op het juist moment en op de juiste wijze op in kunnen spelen. Bij defensieve aandelenstrategieën wordt de portefeuille op een heel andere manier samengesteld. Hier wordt niet getracht om extra rende ment toe te voegen, maar ligt de focus op het verlagen van het risico. Dat dergelijke laag-risicoportefeuilles op lange termijn toch vergelijkbare of zelfs betere resultaten opleveren is ons inziens met name te verklaren doordat de lagere verliezen in neergaande markten makkelijker “goed” gemaakt worden. Het eindresultaat is minder negatieve verrassingen en toch een mooi rendement. Dat de resultaten in opgaande markten dan achter zullen blijven wordt graag voor lief genomen.
Roland Koopman, RTL Z
Meer openheid ‘Er is de afgelopen decennia veel te weinig gedaan aan scholing over financiële producten. Dat hoefde ook niet, we zagen de markten alleen maar groeien. Je bezit werd elk jaar meer waard. Je hoefde de risico’s niet te kennen omdat ze, zo was het idee, eenvoudig niet bestonden. Ik hoop dat wij tot het kleine groepje behoren dat al zeven of acht jaar waarschuwt dat je niet kunt blijven rekenen op hoge rendementen. We hebben ook steeds gezegd dat het niet vanzelfsprekend is dat je winst maakt als je voor de lange termijn in aandelen zit. Er is nu in een paar jaar heel veel veranderd. Eerst zijn we van eindloon naar middelloon gegaan, nu gaan we van defined benefit naar defined contribution. Er is jaren niet geïndexeerd. Plus dan nu de verlaging van het opbouw
....
percentage en de hogere pensioenleeftijd. De consument voelt zich gepakt en gaat dus beter opletten. Dat dwingt pensioenfondsen tot grotere openheid. Al zou het ook zonder die druk moeten. Want er ligt een grote verantwoordelijkheid bij de aanbieders van alle financiële producten om het goed uit te leggen. Ik moet wel zeggen: pensioenfondsen communiceren steeds beter, ook met de media. In het verleden waren ze vaak een grote anonieme factor. Voor mijn gevoel is er een kentering gaande. De fondsen zijn in het algemeen opener en trans paranter. Dat merken wij op de redactie ook. Ze treden eerder, makkelijker en meer naar buiten, ook met cijfers. Dat helpt het pensioendebat enorm, want als je cijfers hebt, weet je waar je over praat.’
....
19