resultaten 2014
Grenzeloze kansen voor werk mogelijkheden voor Scheldemond
2
inhoudstabel
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
1
I Informatie
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Grensinfopunt Scheldemond .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7 8
Grensoverschrijdende samenwerking tussen overheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Wederzijdse erkenning diploma’s Vlaanderen en Nederland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
HAVO-piste .
2
I Regelgeving
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
14
17
Regelgeving en regionale samenwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Bedrijf + School . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
3
4
5
I Markt
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Grensoverschrijdende arbeidsmarkt vraag en aanbod . Onderwijs mobiliteitscentrum .
25
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
26
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
28
Andere regionale initiatieven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
I Overige resultaten
Uitdaging openbaar en individueel vervoer .
I Bijlagen
33
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
34
37
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
bijlage 1: Voorbeelden van Grensoverschrijdende samenwerking tussen Zeeuws-Vlaanderen en Vlaanderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Bijlage 2: Werken over de grens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Bijlage 3: Vergelijking tussen Nederland en België .
Colofon
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
48
56
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3
Inleiding In de periode 2007-2012 werd binnen Euregio Scheldemond door een grote groep partners uit Vlaanderen en Nederland samengewerkt aan de opbouw en invulling van het Voorlichtings- en Opleidingscentrum voor de glastuinbouw in Westdorpe, Zeeuws-Vlaanderen. De grensoverschrijdende samenwerking was in 2007 gestart vanuit de gedachte dat de duurzame ontwikkeling van de glastuinbouw in Westdorpe kansen biedt voor de arbeidsmarkt van het gehele grensgebied van Oost- en West-Vlaanderen, Antwerpen en Zeeland. Het loont om de regio Scheldemond als één arbeidsmarkt te zien. Na de presentatie van het onderzoeksrapport ‘Grenzeloze kansen voor werk, 10 mogelijkheden voor Scheldemond’ in maart 2012, als resultaat van het Interreg Glastuinbouwproject, is er vooruitgang geboekt. Sommige binnen het Interreg-project ‘Tendenzen zonder Grenzen’, andere binnen bestaande netwerken of vanuit nieuwe initiatieven. Deze vervolgversie van ‘Grenzeloze kansen voor werk’ gaat daar dieper op in. Grensarbeid is een fenomeen dat in alle grensregio’s speelt. Daar waar nieuwe verbindingen ontstaan, zijn de veranderingen het sterkst in beeld. Het Interreg-projectteam Glastuinbouw liet zich inspireren door de aanpak in de Øresund-grensregio, de grensoverschrijdende regio van Denemarken en Zweden, waar men dezelfde problematiek sinds 2000 op een methodische wijze aanpakt. In het jaar 2000 werd de vaste oeververbinding tussen Denemarken en Zweden een feit. Het Interreg-project ‘Tendenzen zonder Grenzen’ heeft daarop de dynamiek en aanpak in verscheidene andere grensregio’s in kaart gebracht. Een methodische aanpak, waarbij belemmeringen voor grensarbeid
4
geïnventariseerd en getoetst worden aan de specifieke situatie van de grensregio, om van daaruit aan concrete oplossingen te kunnen werken, blijkt de meeste kans op succes te bieden. In het boekje ‘Grenzeloze kansen voor werk, 10 mogelijkheden voor Scheldemond’ dat in 2012 verscheen na het onderzoek in het Glastuinbouwproject, werden 10 belemmeringen opgesplitst in 4 categorieën: informatie, regelgeving, markt en overige. Per belemmering werd een richting voor oplossing aangegeven of een mogelijkheid op iets langere termijn voorgesteld. Hoewel er verschil is gemaakt tussen de belemmeringen en zij apart zijn behandeld, hebben zij ook een nauwe verwevenheid. Hierdoor komen de geschetste oplossingen op verschillende plekken terug. In deze update, naar aanleiding van het project ‘Tendenzen zonder Grenzen’ is dit niet anders. Er wordt wel dieper ingegaan op de aangereikte oplossingen en gekeken naar nieuwe mogelijkheden. Dit in afstemming met het ondertussen opgerichte Euregio Scheldemond HR (Human Resources)-platform. De algemene conclusie was en is dat bundeling van krachten en informatieverstrekking prioritair is. Eenduidige en op de persoon gerichte informatieverstrekking neemt een groot deel van de belemmeringen weg om grensoverschrijdend aan de slag te gaan. Die informatiebundeling vereist tegelijkertijd de wil om grensoverschrijdend samen verder aan oplossingen te werken. Meer is echter mogelijk. In het project ‘Tendenzen zonder Grenzen’ is aan 3 belemmeringen gewerkt én vooruitgang geboekt! Op 15 oktober 2014 werd aan deze 3 verwezenlijkingen aandacht besteed. Samen aan concrete oplossingen werken, versterkt de dynamiek binnen de Scheldemondregio en opent nieuwe perspectieven.
De 3 onderdelen waarop, vanuit dit project, vooruitgang is geboekt, zijn: § De opstart en uitwerking van het grens infopunt Scheldemond, waarbij op fysieke punten in Terneuzen en Vlaanderen gepersonaliseerde informatie beschik baar is over het werken over de grens. Deze punten passen in het Eures-netwerk van de publieke arbeidsvoorzienings diensten, werkgevers- en werknemers organisaties. Dit wordt besproken in hoofdstuk 1. § Een groot succes is het projectonderdeel ‘Bedrijf + School’. Een grensoverschrijden de arbeidsmarkt begint bij grensoverbedrijfsbezoeken van schrijdende scholen. Kennis over de mogelijkheden die de bedrijven binnen de Scheldemond regio bieden, is de sleutel tot de arbeids markt. Dit wordt besproken in hoofdstuk 2. § Het Mobiliteitscentrum Onderwijs richt zich op de mogelijkheden van vraag en aanbod over de grens. In Vlaanderen is er een nijpend tekort aan onderwijskrach ten en in Nederland een groeiend over schot. Hoe een goede instroom te rege len komt aan bod in hoofdstuk 3. Dit is een proefproject in deze sector dat navol ging kan hebben in andere beroepsgroe pen. § Verder wordt In hoofdstuk 4 aandacht gevraagd voor de eerder geconstateerde belemmeringen in bereikbaarheid. Dit geldt voor het openbaar vervoer, maar zeker ook voor veilig fietsverkeer. De Scheldemondregio als één arbeids markt kent belemmeringen. Maar aan oplossingen wordt gewerkt. Met resul taat, ook en vooral omdat het samen gebeurt. Daarnaast dienen zich nieuwe kansen aan zoals de nieuwe zeesluis. I Opstellers: Jeannette Groeneveld-Verdonk (Gemeente Terneuzen), Wim Keygnaert (Voka-Kamer van Koophandel Oost Vlaanderen)
5
6
informatie
1 7
I Grensinfopunt Scheldemond In het onderzoek uitgevoerd in het kader van het Voorlichtings- en Opleidingscentrum (VOC) voor de glastuinbouw werd vastgesteld dat er binnen de Scheldemondregio gebrek was aan eenduidige, gepersonaliseerde en allesomvattende informatieverstrekking. Informatie is verspreid, kan verschillen van bron tot bron, is vaak te algemeen en is beperkt tot specifieke invalshoeken zoals fiscaliteit of sociale zekerheid en te weinig geïntegreerd. Voor werkgevers, werknemers en werkzoekenden werd aangeduid dat er ruimte tot verbetering was in het overzichtelijk maken en bundelen van de informatie. Echter ook voor de betrokken overheden kon de informatie omtrent grenspendel, actuele uitdagingen en tendenzen beter georganiseerd worden. Dezelfde verzuchting wordt ook geopperd door de bedrijven die deelnemen aan het Grensoverschrijdend Scheldemond HR-platform, een initiatief in het kader van ‘Tendenzen zonder Grenzen’. Bundeling blijkt een must! Inspiratie werd in 2011 gevonden in de Øresund-regio. Bij de eerste publicatie van ‘Grenzeloze Kansen: 10 mogelijkheden voor de Scheldemondregio’ werd voorgesteld om infoverstrekking als een kans voor de grensregio te zien. Van Scheldemond ad hoc naar Grensinfopunt Scheldemond. Waar de informatie over grensarbeid binnen de Scheldemondregio eerder ad hoc verworven werd was deze in
8
de Øresund-regio methodologisch en organisatorisch sterker opgebouwd. Zowel voor informatieverstrekking naar doelgroepen, als bij het in kaart brengen van de knelpunten en opportuniteiten, is er sprake van een systematiek en een inbedding in een structuur waarbij bevoegde overheidsdiensten en belangrijke stakeholders afstemmen. Voorstel was om een draagvlak voor een grensoverschrijdende Public Private Partnership (PPS) uit te werken. Deze moest een afspiegeling van het netwerk van de kenniscentra en infoverstrekkers betreffende arbeidsmobiliteit in de Scheldemondregio vormen.
De uitwerking hiervan was een van de projectonderdelen van het Interregproject ‘Tendenzen zonder Grenzen’ en werd opgepakt door een projectgroep gevormd door het Scheldemondsecretariaat, het Werkservicepunt Zeeuws-Vlaanderen, de Voka-Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen als projectpartners en de Stad Gent en VDAB
als partners. Toetsing gebeurde aan een ruime groep stakeholders, zoals UWV, IVR, Benelux, grensgemeenten, Eures-partners, andere Europese grensinfopunten, etc.. Vanaf januari 2015 zal het Grensinfopunt Scheldemond effectief operationeel zijn. Aanvankelijk vanuit minstens twee fysieke plaatsen: het Werkservicepunt in Terneuzen en VDAB in Gent. Deze punten zijn onderdeel van een netwerk van partners die infoverstrekking over arbeidsmobiliteit aanbieden. In de eerste plaats de werknemers- en werkgeversorganisaties IVR en Voka die actief deelnemen binnen het netwerk van Eures Scheldemond. Het netwerk van Eures Scheldemond bestaat verder uit de publieke arbeidsvoorzieningsdiensten UWV Werkbedrijf en VDAB en de Provincies. Naast de terreinen van arbeidsmarkt en mobiliteit wordt binnen het Grensinfopunt informatie verstrekt over fiscaliteit, sociale zekerheid, arbeidsrecht en arbeidsvoorwaarden. Alle burgers en bedrijven binnen de regio of die in de regio geïnteresseerd zijn, zijn binnen het Grensinfopunt welkom. De laatste cijfers (bron RIZIV) van 2013 geven het aantal grensarbeiders als volgt aan. In Oost-Vlaanderen werken 1.813 Belgen in Nederland en 2.431 Nederlanders in België. In West-Vlaanderen werken 384 Belgen in Nederland en 730 Nederlanders in België. In Antwerpen werken 11.206 Belgen in Nederland en 3.199 Nederlanders in België. I
9
I Grensoverschrijdende samenwerking tussen overheden Bestuurlijke niveaus binnen Zeeland en Oost- en West-Vlaanderen werken al jaren samen. Gebleken is dat bestuurlijke samenwerkingsverbanden zoals de Scheldemondraad, het GOL Gent-Terneuzen of de EGTS Linieland van Waas en Hulst een prima manier zijn om elkaar te begrijpen en vanuit een open houding gezamenlijk gericht actie te ondernemen. Dit met als doel om er uiteindelijk als regio beter van te worden. Het is niet zo dat op deze bestuurlijke niveaus veel landelijke of Europese wetgeving gemaakt of aangepast wordt. Wel kan door samenwerking tot regiospecifieke oplossingen worden gekomen om de belemmeringen zoveel mogelijk te beperken. Zeker indien in deze samenwerking belangrijke stakeholders als werkgevers en werknemers en hun respectievelijke vertegenwoordigers betrokken worden. Ook in dit opzicht zijn in het kader van het ‘Tendenzen zonder Grenzen’ en andere initiatieven stappen vooruit gezet. Bundeling, uitbreiding en verdichting van netwerken en koppeling van samenwerkingsverbanden vloeien hier verder uit voort. De grensoverschrijdende samenwerkingsvoorbeelden die bestaan, zijn van verschillende aard. Enerzijds betreft het regio-overschrijdende kwesties die gezamenlijk worden opgepakt zoals de Euregio Scheldemond met voorbeelden van samenwerking tussen zorg, onderwijs, overheid en bedrijfsleven. Het belang van een dergelijke samenwerking is zo groot dat het eigenlijk niet anders
10
kan dan bovenlokaal worden aangepakt. Grensoverschrijdende samenwer king over beleidsvoornemens en -uitvoering zien we in de hele grensregio terug. Op het vlak van veiligheid zijn er diverse samenwerkingsafspraken gericht op openbare veiligheid, zowel preventief als repressief op water en land. Verder is er volop samenwerking op het vlak van projecten, die tot uitvoering zijn of worden gebracht. Bekijken we de grensoverschrijdende samenwerking op nationaal niveau, dan betreft dat verschillende dossiers die leiden tot afspraken tussen de verschillende regeringen aan Vlaamse en/of Belgische en Nederlandse zijde. De structurele samenwerking, gericht op een goede verstandhouding en op het gezamenlijk tot stand brengen en uitvoeren van zaken, wordt vanuit de ministeries waar de dossiers onder vallen georganiseerd. Kijken we naar grensarbeid, dan bestaan er op het vlak van sociale zekerheid, fiscale en arbeidsrechtelijke regelingen overlegorganen, die ingericht zijn met behulp van expertise uit beide landen om, indien nodig, tot aanpassingen te komen. Soms kan een dergelijk overleg preventief de gevolgen van nieuwe regelgeving of veranderde wetten regelen, maar veelal is het een reactief herstellen van schade of beperken van ongewenste effecten. Helaas is er nog steeds geen structurele grenstoets waarmee de effecten van nieuwe wetgeving worden getoetst.
Voor degenen die als grensarbeiders in de grensregio’s werken of wonen zijn er regelmatig verrassingen die wijzigingen in de situatie brengen. Afstemming tussen experts is daarom belangrijk. De zogenaamde Eures Ronde Tafel brengt experts uit landen samen. Men bespreekt daar de problematiek of creëert oplossingen vanuit de administratieve kant. Voor Zuid-Limburg en Noordrijn-Westfalen betreft dat soms andere, maar soms ook dezelfde problemen dan deze die over de grens tussen België en Nederland aan de orde zijn. Het GROS (grensoverschrijdende samenwerking) is ingesteld vanuit landelijk niveau in Nederland en vanuit Vlaams en provinciaal niveau in België. In het GROS kan door diplomatiek overleg geprobeerd worden de problematiek, die ook in de Ronde Tafel aan de orde komt, tot een oplossing te brengen op nationaal beleidsniveau. Voor de informatie die nodig is om de consequenties van grensoverschrijdend werken in beeld te brengen, kan men nu nog terecht bij Bureau Belgische zaken aan de Nederlandse kant. Deze expertise is dan weer gekoppeld aan het Werkservicepunt ZeeuwsVlaanderen en ad hoc samenwerking in Vlaanderen. Eures-adviseurs UWV, VDAB, IVR en Voka staan eveneens in voor informatieverstrekking. Gezien het landelijk inzetten op digitalisering van de informatie over grensarbeid, ligt in de regio de mogelijkheid om complementaire fysieke dienstverlening aan te bieden. Maximale samenwerking
is hierin vereist. Een stap die de Interreg-partners van het project ‘Tendenzen zonder Grenzen’ en betrokken stakeholders nu zetten met de oprichting van Grensinfopunt Scheldemond. Op Europees niveau is voor deze regio de rol van de Benelux belangrijk. Ten tijde van de afronding van het onderzoek in 2012 heeft de Benelux een digitaal portaal in de lucht gezet
dat de aanwezige informatie op het vlak van grensarbeid organiseert. Onderscheiden doelgroepen vinden er de mogelijkheid om zich te oriënteren. Een succes! Ook als platform en infokanaal voor Nederland, België en Luxemburg om grensbrede initiatieven zoals grensinfopunten te faciliteren, is de Benelux belangrijk in een groeiende Europese Unie. I
11
12
I Wederzijdse erkenning diploma’s Vlaanderen en Nederland Verschillende maar vergelijkbare studies of opleidingen leveren verschillende diploma’s af aan beide kanten van de grens. Hoewel er voor heel veel opleidingen een basisafspraak is over de vergelijkbaarheid van diploma’s tussen de verschillende Europese landen, kan dit, in verband met certificering en duur van erkenningprocedures nog tot veel administratieve rompslomp en vertraging leiden. Dat bevordert over de grens werken en stage lopen zeker niet. Dit kan ook belemmerend zijn voor het grensoverschrijdend studeren, werkervaring opdoen, tijdelijke aanstellingen, aanwerving en opstarten van ondernemingen. Dat is nog steeds niet in orde ondanks het verdrag dat in 2009 werd afgesloten tussen de toenmalige Vlaamse en Nederlandse Ministers van Onderwijs Vandenbroucke en Plasterk. Dit geldt in Vlaanderen vooral voor de door de overheid gereglementeerde beroepen (bouw, automotive,
verzorging, onderwijs) en in Nederland voor de professionele bachelors. Dit kan gevolgen hebben voor de aanstelling, maar is soms ook van invloed op de salarishoogte. Ook vergt het soms extra studie (en kosten) om formeel aan te kunnen sluiten op de gestelde eisen. Het inschalen van Vlaamse en Nederlandse diploma’s in de Europese kwalificatiestructuur (European Qualifications Framework) kan in de toekomst wellicht een Europees brede oplossing bieden, maar dit proces is zeker nog niet tot op diplomaniveau geregeld. Het is echter wel mogelijk op korte termijn binnen de Benelux in te zetten op grensoverschrijdende onderwijsaspecten zoals: bevorderen van stages over de grens, realiseren van Bi- of Tri-diplomering, taalkennis in de grensstreken, uitbreiden van pilots voor grensoverschrijdende beroepsopleidingen. I
13
I HAVO-piste Het pilotproject ‘HAVO-piste’ is gestart in het schooljaar 20132014 en is met succes afgesloten en wordt gecontinueerd. Om vanuit Zeeuws-Vlaanderen de doorstroming naar het hoger onderwijs in Vlaanderen te bevorderen, en zo de jeugd ‘in de buurt’ te houden en hopelijk daardoor minder braindrain te bewerkstelligen, is op initiatief van de netwerkorganisatie uwnieuwetoekomst / onbegrensdzeeuwsvlaanderen met Scalda (voorheen ROC Westerschelde) en de Associatie Universiteit Gent de HAVO-piste ontwikkeld. Het eerste pilotjaar hiervan is in 2014 afgerond. Van de elf studenten waarmee begonnen is, zijn er drie om privéredenen afgehaakt. De overige acht zijn geslaagd voor het certificaat en zes daarvan stromen door naar het Hoger beroepsonderwijs van de Associatie Universiteit Gent, twee volgen alsnog een vervolgopleiding in Nederland. Met de HAVO-piste wordt voor Nederlanders een schooljaar gewonnen om door te kunnen stromen van de Havo naar het Vlaams Hoger Onderwijs. Zes jaar middelbare school met een diploma dat aansluit op de Vlaamse toelatingsmaatstaven wordt door deze HAVO-piste verzorgd. In het tweede jaar, het schooljaar 2014-2015 is het maximale aantal (26) bereikt. De bedoeling is dat zich hiervoor jaarlijks tussen de 15 en 26 studenten aanmelden. Via het volwassenenonderwijs in Nederland (VaVo), in dit geval bij Scalda, is het op die manier mogelijk, om toch al aan een vervolgstudie te werken, ook voor nog niet voor het gehele Havopakket geslaagden. De ervaringen in dit eerste jaar zijn zeer positief zowel aan Vlaamse als Zeeuws-Vlaamse zijde (zie ook
14
interview met Sanne Cevaal). Ook hier blijkt dat het bekend worden met de nieuwe omgeving, het kennis nemen van de sociaal-culturele verschillen, het voorbereiden op de onderwijsaanpak en leermethodes en het regelen van goed ‘gezamenlijk’ vervoer heel belangrijk is voor het welslagen van dergelijke initiatieven. In het secundair beroepsonderwijs in Oost- en WestVlaanderen en Zeeland wordt al geruime tijd overlegd binnen een netwerk van scholen uit de drie provincies. De gedachte om vanuit een gerichte Euregionale samenwerking, via een aantal stappen, te komen tot bi-certificering, wellicht zelfs bidiplomering is in de afgelopen jaren nader uitgewerkt. Het onderzoeksbureau WES doet hiernaar onderzoek en bekijkt de mogelijkheden voor een aantal specifieke vakdiploma’s zoals: constructielasser en verzorgende, beide op niveau 3 BSO. Aan deze inventarisatie werken verschillende opleidingsinstituten aan beide zijden van de grens mee. Het hoofddoel van het luik ‘Bedrijf + School’ in het project ‘Tendenzen zonder grenzen’ is gezamenlijk werken aan het beter introduceren van technische beroepen op de scholen door bedrijfsbezoeken en ervaringsplaatsen te creëren. De verbetering van het scholingsaanbod door kennis- en ervaringsuitwisseling tussen instellingen in het kader van levenslang leren, zou moeten leiden tot een geïntegreerd aanbod van opleidingen. Het uiteindelijke doel is afstemming over certificering en diploma’s. Dit zou onder meer kunnen gebeuren door een transparantieonderzoek van leerstof of leerdoelen die zich lenen voor kwalificatie bij zowel de Nederlandse als de Vlaamse beroepsopleidingen, en door het introduceren van modules door gastdocentschappen in de partnerschool over de grens. Verder is door VDAB, Voka / VeGHo en het Gentse Havenbedrijf een Haventoets ontwikkeld voor geïnteresseerde werkzoekenden in opleiding. Deze actie is gerealiseerd buiten het project Bedrijf plus school. I
“Ik vond het jaar van de HAVO-piste tof”, zo zegt Sanne Cevaal, één van de acht leerlingen die in 2014 haar startcertificaat behaalde voor de toelating op het Vlaams HBO-onderwijs behorend bij de Associatie Universiteit Gent. “Je kon wel goed merken dat het een pilotjaar was. Op sommige punten hadden de Vlaamse docenten een andere voorstelling van de kennis en vaardigheden van de ZeeuwsVlaamse studenten. Ze vonden ons minder assertief / brutaal dan ze hadden verwacht en de kennis van de Nederlandse taal viel hun mee. Het was een heel goed opgebouwd jaar en het was heel fijn om al een aantal lessen te kunnen
volgen in het laatste semester van de gekozen vervolgopleiding. Door kennis te maken met de verschillende mogelijkheden op de diverse scholen krijg je veel meer inzicht in welke studies er mogelijk zijn. Dat ontbreekt eigenlijk bij de voorlichting op de middelbare scholen in ZeeuwsVlaanderen. Het zou fijn zijn als daar meer aandacht voor zou zijn. Dan heb je een veel bredere blik op de mogelijkheden.” Sanne weet nu welke studie ze wil gaan doen: sociaal werk en daarna nog psychologie aan de Universiteit, want ze wil in de toekomst gaan werken met delinquenten. Dit jaar, en vooral sommige lessen, hebben haar goed geholpen de opties voor haar vervolgstudie af te wegen. “De les die je bewust liet maken van je talenten en je ontwikkelingspunten bijvoorbeeld. Ook de les drama was geweldig tof. Het gaf je bovendien inzicht in de effecten van non-verbaal gedrag en laat zien wat het met je doet als anderen naar je kijken. Zoiets zou eigenlijk elke middelbare scholier moeten krijgen. Het helpt je om te groeien. Verder waren er natuurlijk ook heel nuttige lessen over de wijze waarop het Vlaamse Hoger onderwijs georganiseerd is; bij wie je voor wat moet zijn en bij wie je waarvoor hulp kan krijgen, zoals voor faalangst of discalculie. De begeleidster van de HAVO-
piste vanuit Zeeuws-Vlaanderen Evelien was echt super! Daar hebben we echt zoveel aan gehad, geweldig. En daar hebben we ook veel lol mee gehad. Zij begeleidde de lessen in Terneuzen voor de hele groep. Deze groep is heel hecht geworden. We hebben afgesproken elkaar eens per jaar te blijven zien. En dan zullen we waarschijnlijk nog met veel plezier terugkijken op de tochten met het busje naar de Gentse opleidingen, waar we elke keer te laat waren. Dat had verschillende oorzaken: file, slecht weer, busje te laat, busje pech, Tom-Tom stuurt je de verkeerde kant op. Qua lolhoogte scoorde het busje het hoogst! Als er beter en sneller openbaar vervoer over de grens zou zijn, dan zou daar zeker gebruik van gemaakt worden. Dat zou echt enorm helpen om studie en werk binnen het gebied dichterbij te brengen.”
15
16
regelgeving
2 17
I Regelgeving en regionale samenwerking De grens oversteken om er te werken is voor de meeste mensen een uitdaging, die men niet licht aangaat. Onzekerheid over verschillende regelgeving en de onduidelijke impact op de eigen situatie verhinderen vaak dat de stap gezet wordt. Lokaal bereikbare, gebundelde infoverstrekking en persoonlijk advies bieden een deel van de oplossing. De heer Bruno De Pauw gebruikte in 2012 het beeld van de bungee-jumper: indien je niet zeker bent dat de uitrusting betrouwbaar is en de begeleiding over de nodige expertise beschikt, wagen weinig mensen de sprong. Dat beeld uit 2012 blijft realiteit, maar we moeten vaststellen dat de arbeidsmarkt wijzigt. In 2013 werd Zeeland geconfronteerd met een aantal bedrijven dat sloot. Mede als gevolg daarvan meldde zich een groot aantal Nederlandse werkzoekenden op de grensoverschrijdende haven-jobbeurs voor de kanaalzone Gent-Terneuzen. Een andere ontwikkeling was dat aan Vlaamse zijde, najaar 2013, een stijging werd vastgesteld in percentage van hoger geschoolde werkzoekenden. In het kader van het grensoverschrijdend HR-platform Scheldemond werd door Vlaamse en Zeeuwse bedrijven, ondanks economisch mindere tijden, gewezen op blijvende tekorten van technische profielen en gerichte grensoverschrijdende oplossingen op het vlak van opleiding en onderwijs. Ondanks schijnbaar onoverkomelijke verschillen in regelgeving, kan een Nederlandse best practice, ontwikkeld door het Technocentrum Zeeland (het toekomstige Huis van de Techniek), met het ‘Tendenzen zonder Grenzen’-initiatief ‘Bedrijf + School’ uitgroeien tot een groot succes. Scholen via grensoverschrijdende bedrijfsbezoeken laten kennismaken met bedrijven is een belangrijke eerste stap om de tekorten van technische profielen aan te pakken. En het kan perfect op Euregionaal niveau. Precies in dat onderwijs blijkt een grensoverschrijdende arbeidsmarkt in de Scheldemondregio ook met een aanbod van Nederlandse leerkrachten aan de Vlaamse vraag te kunnen voldoen. Het Mobiliteitscentrum Onderwijs, opgestart in 2013
18
in het kader van ‘Tendenzen zonder Grenzen’, onderzoekt de concrete mogelijkheden voor grensoverschrijdende plaatsingen, werkt aan oplossingen voor belemmeringen en begeleidt concrete plaatsing. In het kader van Eures Scheldemond, hebben de publieke arbeidsvoorzieningsdiensten UWV en VDAB eveneens gerichte grensoverschrijdende acties naar vraag en aanbod ontwikkeld voor de bouwsector, en dit ondanks de grote verschillen in reglementering. Regelgeving is vaak nationale of Europese beslissingsbevoegdheid. Lokale, provinciale en regionale overheden en hun stakeholders in een regio als Scheldemond zijn vaak niet in de positie om hierin wijzigingen aan te brengen. Wel kunnen gerichte acties op maat van de Scheldemondregio via grensoverschrijdende samenwerking, ondanks die verschillen toch tot succesvolle arbeidsmobiliteit leiden. Het is van belang een aantal acties in te zetten, daarbij is grensoverschrijdende werkervaring opdoen een heel belangrijk middel. I
19
I Bedrijf + School Grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit begint bij onderwijs en opleiding. Bedrijven aan beide zijden van de grens ervaren een negatief imago. De uitstraling van de haven als aangename werkplek en de concrete technische arbeidsinvulling trekt jongeren, op het ogenblik dat ze keuzes in onderwijs en opleiding moeten maken, niet aan. Samenwerking tussen scholen en bedrijven wordt als oplossing naar voor geschoven. In het Grensoverschrijdend HR-platform Scheldemond is de verzuchting bij de deelnemende bedrijven over de onoverzichtelijke aanpak ad hoc en de niet steeds even kwalitatieve resultaten bij samenwerking met onderwijs- en opleidingsinstellingen echter groot. Scheldemond als arbeidsmarkt heeft baat bij grensoverschrijdende werkervaring via bedrijfsbezoeken, stages, werkplekleren en opleidingen op de werkvloer. Zowel bedrijven, leerlingen, werkzoekenden in opleiding of betrokken bij een re-integratietraject, als werknemers in het kader van ‘levenslang leren’ krijgen hiermee extra mogelijkheden. Waar is resultaat bereikt en wat verdient binnen Euregio Scheldemond specifieke inzet?
in te laten stromen in het grootschalige duurzame glastuinbouwcomplex in de Zeeuws-Vlaamse kanaalzone. Ondertussen zijn bijna alle hectares die hiervoor beschikbaar waren bebouwd en van kassen voor tuinbouw voorzien. De 270 tot nu toe opgeleide mensen kunnen hier volop aan de slag.
In het Voorlichtings- en Opleidingscentrum voor de glastuinbouw zijn werkervaring opdoen en een opleiding volgen de belangrijkste doelen om werkzoekenden uit Vlaanderen en Zeeland
Bedrijf + School wil jongeren bewijzen dat een technische opleiding een sjieke én een slimme keuze is. Dit projectonderdeel van ‘Tendenzen zonder Grenzen’ is een initiatief van de
20
RTC’s (Regionaal Technologisch Centrum) Oost- en West-Vlaanderen en het Technocentrum Zeeland. Binnen het project worden de engagementen vanuit het bedrijfsleven om leerkrachten/ leerlingen te prikkelen rond techniek binnen een bedrijfsrealiteit verzameld. Onder de vorm van verschillende activiteiten, verzameld in een grensoverschrijdende databank en interactieve website www.bedrijfplusschool.eu, kan het onderwijs acties inplannen voor de leerlingen.
De webstek www.bedrijfplusschool.eu biedt de mogelijkheid aan de leerkracht om vanuit een aantal interessegebieden op een snelle manier een overzicht te krijgen van bedrijven met een aanbod richting onderwijs. Daarenboven zorgt de Techniekbus voor gratis busvervoer bij een grensoverschrijdend bedrijfsbezoek! Momenteel hebben al 73 leerkrachten een Techniekactiviteit aangevraagd bij één van de 363 aangesloten bedrijven.
Door de organisaties uwnieuwetoekomst/onbegrensdzeeuwsvlaanderen en Rootzz gezamenlijk zijn in 2013 en 2014 de stageplekken en afstudeeropdrachten in Zeeuws-Vlaanderen inzichtelijk gemaakt. Dit met de intentie om op opleidingen in Nederland en later ook in Vlaanderen studenten attent te maken op de mogelijkheden voor stage en een carrière in de regio. Het blijkt lastig om van alle bedrijven goed inzicht te krijgen in de mogelijkheden die er zijn, maar toch wordt gezocht naar een manier om dit zichtbaar te maken en up-to-date te houden. Via de Rootzz-website www.rzvl.nl kunnen (HBO- en WO-)studenten dan vervolgens keuzes maken en contacten leggen die uiteindelijk leiden tot daadwerkelijk stagelopen of opdrachten uitvoeren. I
21
“Het Scalda College uit Terneuzen vult een nood in bij Volvo Car Gent uit Gent. Met dank aan Bedrijf + School!” Karin Puype, verantwoordelijke voor rekrutering en selectie bij Volvo Car Gent, zet volop in op samenwerking met scholen. “Stages van studenten uit (hoge)scholen en universiteiten zijn een interessant rekruteringskanaal.” Het verrast niet dat vooral technische profielen gevraagd zijn. “Slaag je tijdens je stage voor de testen onderhoudstechnieker, dan wacht jou op 1 juli vaak reeds een job”, vertelt Karin. “Ook stages voor kantoor, psychologie en handelswetenschappen zijn mogelijk. Stagiaires leren immers Volvo Car Gent als technologisch bedrijf in de haven Gent kennen. Prima reclame! Jonger dan student kan ook, 7de-jaars specialisatie bijvoorbeeld. Als resultaat van werkplekleren zijn van de tien scholieren er twee als technieker aan het werk bij Volvo Car Gent. Dit maakte onderdeel van het studiepakket uit aangeboden door Edugo.” Cindy Van Herpe, projectmedewerker Bedrijf + School, wijst op een nog jongere doelgroep, 10-14 jarigen. Jongeren die op het punt staan om een beslissende studiekeuze te maken! Hier wordt op imago gewerkt. En hoe! Karin en Cindy slaan de handen in elkaar om een didactisch perfect afgestemde rondleiding te voorzien. Via doeactiviteiten met robotbediening worden tienjarigen warm gemaakt voor techniek! Van waar komt Bedrijf + School en waarom is het onderdeel van een Interreg project? Cindy stelt dat de mosterd uit Nederland wordt gehaald: “Technocentrum Zeeland organiseert deze technische bedrijfsbezoeken voor scholen al jaren! Waarom niet een paar kilometer verder over de grens in de kanaalzone proberen? Een succes!” Ook voor Volvo Car Gent? Volgens Karin wel: “Laatstejaars van Scalda uit Terneuzen moeten van minder ver komen dan het zuiden van Oost-Vlaanderen. Niet de grens, wel de nabijheid bepaalt dus of je later als werknemer makkelijk de verplaatsing naar Volvo Car Gent maakt!”
22
23
24
markt
3 25
I Grensoverschrijdende arbeidsmarkt vraag en aanbod Er is een gebrekkig zicht op het openstellen, bekendmaken en bemiddelen van vacatures in de grensoverschrijdende Scheldemondregio. Gezocht is naar mogelijkheden om een grensoverschrijdende arbeidsmarktvergelijking mogelijk te maken. In het voorjaar van 2011 vond een overleg plaats tussen de Vlaamse en Nederlandse arbeidsvoorzieningsdiensten, waarbij de werkopportuniteiten over de grens in kaart werden gebracht, met het oog op het gerichter kunnen uitwisselen van vacatures op basis van knelpuntberoepen en lang openstaande vacatures. Daarbij werd getoetst of een vergelijking van in eerste instantie de tekorten en overschotten mogelijk is met bestaande diensten/middelen van
de publieke arbeidsvoorzieningsdiensten. Dezelfde knelpuntberoepen aan beiden zijden van de grens verhinderen optimale afstemming van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Toch zijn er ook demografische verschillen: de vergrijzing en ontgroening is aan de ene kant van de grens sterker dan aan de andere. Ook de aanwezigheid van zogenaamde derdelanders (personen die geen burgers zijn van de Europese Unie) is niet aan beide zijden hetzelfde. Dat biedt potentieel kansen om wel een gericht arbeidsmarktbeleid te voeren. De grote werkgevers in Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen maken zich al jaren zorgen over de kwalitatieve en kwantitatieve arbeidsmarkt. Een grote groep werknemers gaat in de komende jaren met pensioen, terwijl de groep toekomstige werknemers die hen kan opvolgen, niet groot genoeg is om volledig aan de vraag te voldoen. Het aantal vacatures in de tekortberoepen neemt dus aan beide zijden van de grens toe. Naast maandelijkse informatie over de arbeidsmarkt publiceert de VDAB ieder jaar de lijst van de Vlaamse knelpuntberoepen. De notie ‘Knelpuntberoep’ staat synoniem voor de in Nederland gangbare term ‘Tekortberoep’. Per arbeidsmarktregio in Nederland wordt door het UWV Werkbedrijf elke maand onder
26
andere een nieuwsflits gepubliceerd. De arbeidsmarktgegevens zijn dus beschikbaar, er is echter geen analyse van deze gegevens over de grens. De afdeling arbeidsmarktkennis en advies van UWV Werkbedrijf en de studiedienst VDAB kunnen de gegevens leveren. De Zeeuwse arbeidsmarktmonitor die in 2014 voor het eerst verscheen, maakt die analyses wel. Door Roderik Ponds, Clemens van Woerkens, Gerard Marlet is in 2013 onderzoek gedaan naar de gevolgen van de grens voor de arbeidsmarkt en dit in opdracht van het Nederlandse Ministerie van Binnenlandse Zaken. Dit onderzoek resulteerde in de uitgave: ‘Atlas van kansen voor de Euregio Scheldemond’. Hierin wordt een beeld geschetst van de kansen die grensoverschrijdende samenwerking biedt. Als de barrières, die de grens veroorzaakt, kunnen worden weggewerkt, neemt het aantal beschikbare banen en de hoeveelheid te gebruiken voorzieningen voor de inwoners langs beide zijden van de grens toe. Zo ver is het echter helaas nog niet bij geen enkele grens binnen Europa. Om de focus op de grensoverschrijdende bemiddeling te krijgen zullen door op de arbeidsmarkt gerichte samenwerkingsverbanden, vooral op operationeel niveau, uitvoeringsafspraken moeten worden gemaakt. I
Mogelijk groei banen binnen een redelijke afstand bij een arbeidsmarkt zonder grenzen. Uit: ‘Atlas van kansen voor de Euregio Scheldemond’
27
I Onderwijs mobiliteitscentrum Eind 2013 is, als onderdeel van het Interreg-project ‘Tendenzen zonder Grenzen’, gekoppeld aan het onderdeel Grensinfopunt, het Mobiliteitscentrum Onderwijs gestart. Daarbij is de kans gegrepen om leerkrachten uit Nederland aan te trekken voor Vlaamse scholen. In eerste instantie was deze aanpak vooral gericht op Antwerpen en dit is later uitgebreid naar Gent. Vlaanderen kampt, vooral in de grote steden, met een nijpend lerarentekort. Een probleem dat de komende jaren nog groter dreigt te worden door de vergrijzing van het lerarenkorps, een toename van het aantal schoolgaande kinderen en een daling van het aantal Vlaamse jongeren dat voor een lerarenopleiding kiest. In Nederland wordt er juist een overschot aan leerkrachten verwacht, onder andere door de demografische verandering (vergrijzing en ontgroening) en het beduidend lagere aantal leerlingen als gevolg daarvan. Hierdoor zijn er minder leerkrachten nodig, zodat een deel mogelijk zijn baan verliest. Vanaf begin 2014 is het Mobiliteitscentrum Onderwijs als een proefproject gestart om zo leerkrachten uit Nederland toe te leiden naar inschakeling op Vlaamse scholen. In september 2014 is de organisatorische opzet hiervoor in werking gesteld. Om de verschillende partners die hierbij betrokken zijn tot eenduidige afspraken te krijgen, is een stevige inzet nodig geweest. En verschillende onderdelen zijn helaas nog niet voldoende uitgewerkt om tot soepele inzet te kunnen leiden. Onder andere salarisbetaling in relatie tot doorlopende pensioenopbouw en andere (primaire en secundaire) arbeidsvoorwaarden zijn nog onderwerp van gesprek. De uitvoering van deze specifieke tewerkstelling in het onderwijs over de grens krijgt wel steeds meer concreet vorm. Het Werkservicepunt Zeeuws-Vlaanderen werkt daarin samen met een scala aan scholen en betrokken organisaties aan Vlaamse en Nederlandse zijde. De partners hiervoor zijn: onderwijsgroep Perspecto, Academie voor Educatie & Pedagogiek - HZ University of Applied Sciences, Werkservicepunt Zeeuws-Vlaanderen (trekker), Stedelijk onderwijs Antwerpen, Stedelijk onderwijs Gent, Onderwijstalent Antwerpen, Centraal Katholiek Schoolcomité van Antwerpen en het Vlaams Agentschap voor Onderwijsdiensten.
28
In de loop van het project zijn een aantal omstandigheden veranderd, waardoor de noodzaak om tot een dergelijke specifieke oplossing voor het primair onderwijs te komen minder urgent is geworden. Zo blijkt de vraag naar leerkrachten iets minder groot te zijn dan in eerste instantie werd gedacht. In Nederland is er een convenant afgesloten tussen het Rijk (Ministerie van Binnenlandse Zaken) en Zeeland. Dit convenant behelst verschillende onderdelen en is erop gericht de effecten van de bevolkingskrimp voor het voorzieningenniveau op verschillende manieren aan te pakken. In het verlengde daarvan zijn door dit ministerie middelen ter beschikking gesteld. Zo is het ministerie medefinancier van het project voor onderwijsmobiliteit en is er een subsidiebedrag beschikbaar gesteld om de zogenoemde ontgrenzer aan te stellen die met dit project aan de slag is gegaan. Deze ontgrenzer heeft de opdracht om concrete acties te organiseren om de belemmeringen bij grensarbeid (in dit geval specifiek bij leerkrachten) op te lossen. De geconstateerde belemmeringen daarbij zijn: detachering, diploma-erkenning, openbaar vervoer en reiskostenvergoeding. Daarnaast bleek het in het onderwijs zelf mogelijk om tot specifieke oplossingen voor oudere werknemers te komen, waardoor het overschot op de arbeidsmarkt van leerkrachten in het primair onderwijs in Zeeuws-Vlaanderen / Zeeland tot nu toe wel meevalt. Het project richt zich nu dan ook vooral op de pas afgestudeerde leerkrachten. Daar zijn ook wat eenvoudiger goede afspraken over te maken omdat daarvoor de al opgebouwde rechten minder van belang zijn. In principe kan de match tussen vraag en aanbod vanaf september 2014 op elkaar worden afgestemd. De HZ University for Applied Sciences, studierichting Educatie en Pedagogiek (PABO) in Vlissingen, bekijkt, hoe er, met een specifiek vakkenpakket, tot een betere aansluiting kan worden gekomen om de instroom in het Vlaams primair onderwijs te vergemakkelijken. Goed voorbeeld doet goed volgen! Er zijn natuurlijk ook culturele en sociale verschillen die het zetten van de stap richting Vlaams onderwijs voor Nederlandse leerkrachten beïnvloeden. Vanuit de Vlaamse scholen bestaan er meningen en ver-
wachtingen, maar ook van de Nederlandse kant zijn er opvattingen over wat men kan verwachten. Tijdige kennismaking en inzicht in de kansen en oplossingen of bezoeken aan de scholen en meedraaien kunnen helpen om deze vooroordelen
Eline de Jong heeft de PABO in Vlissingen gedaan en is een echte ambassadrice voor het project Mobiliteitscentrum Onderwijs. Ze stapte in 2012 over vanuit het Nederlandse onderwijs naar Vlaanderen. Er werd toen in Antwerpen geworven onder leerkrachten in Nederland om op de scholen in Vlaanderen aan de slag te gaan. Een gesprek werkte pas echt. Eline is vol enthousiasme over de drie scholen van het stedelijk onderwijs Antwerpen in Noord 2 waar ze tot nu toe heeft gewerkt. ”Deze scholen zijn een echte uitdaging om mee aan
weg te nemen. Ambassadeurschap door personen die de stap al gezet hebben kan daar zeker ook bij helpen. Eline de Jong heeft deze stap richting Vlaams onderwijs al in 2012 gezet. I
de slag te gaan. Niet zo, dat veilige beschermde milieu wat je hier in Zeeland treft”, schetst ze met een twinkeling in haar ogen. “Deze kinderen komen echt vanuit allerlei achtergronden en culturen. Dat is spannend en soms ook heel moeilijk. Het team waar we mee werken, is goed op elkaar ingespeeld en we hebben elke week overleg zodat we als leerkrachten elkaar goed kunnen aanvullen en weten waar we bij de kinderen op moeten letten.” De kinderen van de eerste kleuterklas (3-jarigen) waar Eline mee werkt, hebben verschillende leerdoelen en de leerkrachten spreken onderling af wie wat voor zijn rekening neemt die week. Taal, lichamelijke opvoeding, wiskunde, wereldoriëntatie, muzische vorming, voor alles zijn leerdoelen bepaald waar de leerlingen mee te maken krijgen. Als iets aan de orde is geweest, kan het worden afgevinkt. “De sociaal emotionele kant is ook heel belangrijk” vertelt Eline. “Een kind kan pas tot leren komen als hij of zij zich prettig en veilig voelt”. Voor Eline zelf is het fijn dat ze voor het derde jaar aan de slag is bij dezelfde scholengroep, want zo bouw je toch anciënniteit op, ook al blijven het helaas steeds tijdelijke contracten waarop ze wordt aangesteld. Dat geldt overigens ook in Nederland. “Je vult in feite alleen de opengevallen plaatsen op. Je kunt dan op een gegeven moment een vast contract krijgen als er ergens een vacature vrijkomt,
maar dat kan best lang duren. Helaas moet je als je bij een nieuwe school terecht komt weer helemaal opnieuw beginnen. Door dat systeem frustreer je doorstroming en instroom.” Toen ze begon heeft ze alles zelf uitgezocht. ”Het zou wel heel fijn zijn als er ergens een vraagbaak was, die je alles goed kan vertellen en uitleggen. Nu heb ik alles zelf uit moeten zoeken, via websites en door het te vragen.” Maar ze heeft de sprong gewaagd en heeft er absoluut geen spijt van, vooral vanwege de uitdaging die het werken met een dergelijk multiculturele stedelijke populatie op deze scholen met zich mee brengt. Voor ze er aan begon had ze een beeld gevormd van het Vlaamse onderwijs, netjes in de klas zitten, strenge regels en veel klassikaal aanpakken was haar beeld. Dat blijkt helemaal niet te kloppen op de scholen waar zij lesgeeft. Er wordt juist heel goed ingespeeld op de individuele interesses en talenten die de kinderen hebben. Ook de leerkrachten hebben ruimte om daar op een goede manier mee om te gaan, als uiteindelijk maar alle leerdoelen aan bod zijn geweest. Eline denkt dat wat langer stage lopen vanuit Nederland op verschillende Vlaamse scholen zeker kan bijdragen aan het lager maken van de drempel om uitwisseling van vraag en aanbod over de grens te bewerkstelligen.
29
I Andere regionale initiatieven In het kader van de gebiedsvisie voor de ZeeuwsVlaamse kanaalzone was een grensoverschrijdende arbeidsmarktmonitor genoemd als een van de mogelijkheden om inzicht te krijgen op de grensoverschrijdende arbeidsmarkt en analyses te maken voor verbeterde aansluiting van het onderwijs daarop. Dat kan dan leiden tot een gerichte arbeidsmarktstrategie van werkgevers, overheden en onderwijsinstellingen. Bij het convenant dat in Zeeland is afgesloten met het Ministerie van Binnenlandse zaken (de nationale overheid) over de aanpak van demografische veranderingen, is de arbeidsmarkt-onderwijsmonitor opgenomen als een van de projecten waarmee ingespeeld kan worden op de toekomstige ontwikkelingen in die sectoren. Daarbij is de grensoverschrijdende arbeidsmarkt in Zeeuws-Vlaanderen mee genomen als deelonderzoek. Zo zijn de verschillende ideeën hierover met elkaar verweven en geïntegreerd. Het is de bedoeling om deze analyses een rol te laten spelen in de ontwikkeling van de Scheldemondregio waarbij onderwijs en arbeidsmarkt beter op elkaar aangesloten raken. De eerste monitor is in 2014 tot stand gekomen. Deze zal tweejaarlijks worden opgevolgd en daardoor ook in de toekomst informatie leveren over het verloop en de kansrijke opties om aan te pakken. De monitor geeft voor iedereen die betrokken is bij de ontwikkelingen op de Zeeuwse arbeidsmarkt – ondernemers, overheid, onderwijs (de drie O’s) – inzicht in de actuele stand van zaken en ook prognoses en kernopgaven naar de toekomst toe. Daarmee biedt de Zeeuwse arbeidsmarktmonitor een uitstekend, gezamenlijk vertrekpunt voor actie en beleid. De doelstellingen van de arbeidsmarktmonitor zijn: het inzichtelijk maken van kansen en bedreigingen in de Zeeuwse aansluiting tussen het arbeidsaanbod, het onderwijs en de arbeidsmarkt, waarbij de arbeidsmarktbehoefte op korte en middellange termijn het uitgangspunt vormt. En het formuleren van kernopgaven voor de aansluiting tussen vraag en aanbod binnen Zeeland, zodanig dat de drie O’s gefaciliteerd worden om gezamenlijk afspraken voor beleid en handelen te formuleren als antwoord op deze kernopgaven. Er wordt ook aandacht besteed aan de arbeidsmarktsituatie in de grensregio’s
30
van Zeeland, waaronder Oost- en West-Vlaanderen. Deze arbeidsmarktmonitor biedt aanknopingspunten voor de Scheldemondregio. Als de grensregio als een open arbeidsmarkt zonder grenzen zou functioneren, zou dit positief werken op de aantrekkingskracht van de regio en de bekendheid ervan. Door opleidingen te verbinden met de aanwezige bedrijven aan beide zijden van de grens, neemt de aantrekkelijkheid van de regio voor jonge mensen toe. Contacten met de bedrijven kunnen leiden tot grotere bekendheid, meer interesse voor vestiging van nieuwe werknemers, instroom en doorstroom. Er zijn overigens al veel initiatieven ontwikkeld om de grensoverschrijdende mobiliteit te bevorderen, maar op allerlei gebied blijft het nog steeds een stap die de nodige durf vergt. Dat geldt ook voor het wonen over de grens waar de campagne van de stichting Zeeuws&Vlaanderen zich op richt en die tot zeer succesvolle resultaten komt. Een verdriedubbeling van het aantal gevestigde Vlamingen per jaar is sinds de start van de campagne bereikt. Ook daar blijkt directe persoonlijke informatie over de consequenties en over hoe zaken aan te pakken op sociaal, verzekeringstechnisch, hypothecair, juridisch, notarieel en fiscaal gebied essentieel te zijn. I
31
32
Overige resultaten
4 33
I Uitdaging openbaar en individueel vervoer Een van de overige belemmeringen die van groot belang is voor de arbeidsmobiliteit binnen de regio Scheldemond is de beperkte grensoverschrijdende aansluiting van openbaar vervoer en infrastructuur. Aan de weginfrastructuur zijn de laatste jaren veel aanpassingen gerealiseerd, waardoor de aansluitingen op de hoofdwegenstructuur verbeterd zijn of worden. Zodra de Tractaatweg verdubbeld is, de N61 naar een hoger verkeersveiligheidniveau is gebracht en de Sluiskiltunnel in 2015 open kan, de R4-Oost en -West zijn verbeterd en de vijf kruispunten bij Zelzate zijn aangepakt is de bereikbaarheid tussen het Nederlandse en Vlaamse wegennet een hoofdverbinding zonder belemmeringen rijker. Met het oog op de nieuwe zeesluis in 2020 een noodzakelijk gegeven. Uit de mobiliteitsstudie 2014 van Traject, die in opdracht van de Voka/ Vegho is uitgevoerd, bleek dat door werknemers binnen de Vlaamse kant van de kanaalzone individueel woonwerkverkeer voor verbetering vatbaar is. In het fietsverkeer is geïnvesteerd met afgescheiden fietspaden en een fietsbrug, maar werknemers blijven de bereikbaarheid van de bedrijven in de kanaalzone Gent-Terneuzen als een probleem ervaren. De grootste uitdaging blijft echter de bereikbaarheid van havenbedrijven met het openbaar vervoer. Die is zeer matig aan beide zijden van de grens en beperkt tot een enkele, voor bedrijven
34
weinig relevante, busverbinding, die niet over de grens doorgaat, zelfs niet op elkaar aansluit. Dat heeft niet alleen invloed op werken over de grens maar ook op wonen en recreatie, onderwijs en cultuur. Het vormt een stevige belemmering voor meer grensoverschrijdende bewegingen, zeker voor werkzoekenden maar bijvoorbeeld ook voor studenten. De openbaar vervoerlijnen van het streekvervoer zijn niet fijnmazig vertakt naar de bedrijven. Dat betekent dat men voor de bereikbaarheid van werk meestal aangewezen is op eigen vervoer. Voor de auto, al of niet met gebruikmaking van carpooling, zijn de afstanden goed overbrugbaar. Voor de fiets, scooter, brommer en te voet is de veiligheid van de routes, zeker aan Vlaamse zijde, verbeterd maar op een aantal plaatsen niet evident. Dat maakt het niet eenvoudig om mensen vanuit een werkloze situatie richting arbeid te krijgen. Indien er veel reistijd mee gemoeid is om het bedrijf te bereiken, werkt dat zeker niet als stimulans. Het zal er dus vanaf hangen welke beloning er tegenover staat. Voor alle bedrijven gevestigd in het havengebied langs het Kanaal van Gent naar Terneuzen, geldt deze problematiek van bereikbaarheid. Aangezien er ook vaak in ploegendiensten gewerkt wordt of op hele vroege tijdstippen gestart wordt, bemoeilijkt dat nog eens de inzet van ‘standaard openbaar vervoer’ als het er al is. Binnen de Gentse regio wordt door de inzet van Max Mobiel een deel van dit probleem opgelost. Werkgevers kunnen
voor hun werknemers plaatsen inkopen via Max Mobiel. De combinatie met ploegendiensten blijft echter volgens een aantal bedrijven in het Grensoverschrijdend HR-platform Scheldemond een uitdaging. Binnen het Interreg-project Grenzeloze Kanaalzone had men deze openbaar vervoersproblematiek ook als een knelpunt gedefinieerd. Van die zijde werd gezocht naar mogelijke oplossingen, er is echter tussen de beide systemen aan beide kanten de grens geen verbetering bereikt tot nu toe. Er zijn nog steeds geen directe aansluitingen op de ontmoetingspunten aan de grens en ook aan de bereikbaarheid van de bedrijven op de juiste tijdstippen schort het nog. Er is wel beweging in de gedachtevorming over de inpassing van personenvervoer over het spoornet in de Gentse havens. Overwogen zou kunnen worden om daar ook aan Zeeuws-Vlaamse kant gebruik van te maken en dit door te trekken op het goederenspoor of met een andere snelle rechtstreeks aansluitende openbaar vervoer verbinding. Bij een frequente ontsluiting zou daarmee een grote toegevoegde waarde voor het volgen van opleidingen en het aanpakken van werk aan beide zijden van de grens gecreëerd worden.
Waar kan in de komende jaren aan oplossingen gewerkt worden? Aanpassingen aan infrastructuur voor (potentieel grensoverschrijdend) treinvervoer, grensoverschrijdend openbaar busvervoer of aansluiting van bestaand busaanbod vergt een beslissingsniveau waar arbeidsmarktspelers binnen de Euregio Scheldemond maar beperkt invloed op kunnen uitoefenen. Opnieuw lijken doorbraken in gerichte initiatieven en grensoverschrijdende lokale samenwerking het verschil te
maken. Opnieuw biedt infoverstrekking over mobiliteit binnen de haven een deel van de oplossing. Gerichte acties door verscheidene arbeidsmarkt-stakeholders kunnen opnieuw een grensoverschrijdend verschil maken. Afstemming binnen logistieke platforms heeft nood aan een grensoverschrijdende dimensie en kan tot concrete grensoverschrijdende initiatieven of projecten leiden. I
35
36
Bijlagen
5 37
I Bijlage 1 Voorbeelden van Grensoverschrijdende samenwerking tussen Zeeuws-Vlaanderen en Vlaanderen Euregio Scheldemond betreft de bestuurlijke samenwerking tussen de provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland. Daarbij is een gezamenlijke strategische visie het uitgangspunt en de onderbouwing voor verschillende actiepunten. Onder deze overkoepelende bestuurlijke samenwerking wordt een aantal van onderstaande uitwerkingen mede uitgevoerd. Samenwerking tussen de Associatie Universiteit Gent, de stad Gent, de Zeeuws-Vlaamse drie gemeenten, het Zeeuws-Vlaamse voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs en het bedrijfsleven. Vanuit de organisatie uwnieuwetoekomst is in het verlengde hiervan de HAVO-piste tot stand gekomen, waardoor Havo-leerlingen door kunnen stromen in het Vlaams Hoger beroepsonderwijs met een schakeljaar als kop op de Havo-opleiding. Meer kennisdeling en -uitwisseling vinden plaats via de vakgroep Onderwijs. In het kader van de viering van 200 jaar Zeeuws-Vlaanderen is er in 2014 volop samenwerking geweest ter voorberei-
38
ding en uitvoering van de festiviteiten en het bijeenbrengen van gezamenlijke kennis, verhalen, tentoonstellingen en activiteiten. De hier opgedane ervaring wil men graag langer blijven benutten.
Op het gebied van beleidsafstemming en grensoverschrijdend beleid, planvorming en uitvoering zijn er diverse vormen van samenwerking tussen de aangrenzende gemeenten.
provincie Oost-Vlaanderen en het Intergemeentelijk samenwerkingsverband Interwaas. Een EGTS is een rechtspersoon volgens de richtlijnen van de Europese Unie met als directe doel de grensoverschrijdende samenwerking een meer formeel karakter te geven en juridisch beter vast te leggen. Deze EGTS heeft tot doel het grensoverschrijdende overleg en de grensoverschrijdende samenwerking tussen de deelnemers te bevorderen en te ondersteunen in het bijzonder door het opstarten en uitvoeren van samenwerkingsprojecten in het grondgebied van de EGTS. De aan te pakken onderwerpen komen voort uit Project 26 (Opstellen grensoverschrijdend Gebiedsplan Hulst/Beveren samenhangende met Natuurcompensatie Westerschelde), daarbij zijn economie, milieu, toerisme en recreatie, infrastructuur en openbaarvervoer en natuur en water doelen waaraan gewerkt wordt afgesproken.
De gemeente Hulst neemt deel in EGTS Linieland van Waas en Hulst. Deelnemende bestuurlijke instanties: Gemeente Hulst, Gemeente Stekene, Gemeente Sint-Gillis-Waas, provincie Zeeland,
Verder doet Hulst mee in de grensoverschrijdende samenwerking ‘Bibliotheek’ tussen de gemeenten Hulst, Stekene, Beveren (deelgemeente Kieldrecht) en Sint-Gillis-Waas.
Op het gebied van veiligheid zijn er 4 protocollen van kracht: 3 protocollen GROS veiligheid tussen de Veiligheidsregio Zeeland en respectievelijk de provincie Antwerpen, de provincie Oost-Vlaanderen en de provincie West-Vlaanderen. En een op het vlak van crisisbeheersing tussen de Provincie Antwerpen en de Veiligheidsregio Zeeland. De Veiligheidsregio is een gemeenschappelijke regeling van de Zeeuwse gemeenten.
Daarnaast is er het intergemeentelijk project ‘Het land van Reynaert’, een intergemeentelijke samenwerking om het erfgoed van Reynaert levend te houden. Deelnemende gemeenten: Hulst, Beveren, Destelbergen, Kruibeke, Lochristi, Lokeren, Moerbeke-Waas, Sint-GillisWaas, Sint-Niklaas, Stekene, Temse en Waasmunster.
afdeling haven en waterbeleid, Vlaamse Overheid – afdeling maritieme toegang, Vlaamse Overheid – afdeling wegen en verkeer Oost-Vlaanderen. Er wordt nu bezien op welke wijze in de komende jaren tot een vervolg hierop gekomen kan worden. Verschillende Europese doelen en investeringsmiddelen worden daarbij betrokken.
De gemeente Terneuzen neemt deel aan het Grensoverschrijdend Openbaar Lichaam (GOL) ‘Aan Z’: dit betreft samenwerking op het gebied van welzijn, maatschappelijk werk en ouderen tussen Terneuzen en Assenede.
Daarnaast wordt er periodiek overleg gevoerd tussen de grensoverschrijden de kanaalzonegemeenten (Gent, Evergem, Zelzate en Terneuzen). Verder bestaat er samenwerking op het gebied van onderwijs en bedrijfsleven gericht op het stimuleren van de biobased economy, zoals voor Biobase Europe en voor de ontwikkeling van het Maintenance Valuepark.
Het Grensoverschrijdend Openbaar Lichaam (GOL) Gent-Terneuzen is opgericht om voorbereidingen te kunnen treffen voor het realiseren van een arbeidsmarkt zonder grenzen en om gerichte projecten te kunnen realiseren met als doel de stimulering van de economie en arbeidsmarkt in de stad Gent en de gemeente Terneuzen. Deze samenwerking is in transitie, bezien wordt of verbreding naar alle kanaalzonegemeenten bereikt kan worden. Het Interreg-project Grenzeloze Kanaalzone liep tot half 2014 en hieraan namen deel: provincie Oost-Vlaanderen, Gent, Zelzate, Evergem, Terneuzen, Havenbedrijf Gent, Zeeland Seaports, provincie Zeeland, Rijkswaterstaat – Directie Zeeland, Vlaamse Overheid –
overschrijdende projecten gericht op: kustkwaliteit, maritieme geschiedenis en het maritiem erfgoed, haventransitie. Ook op het gebied van recreatie en (eco-)toerisme in de Zwinstreek is het gezamenlijk optrekken o.a. in Grensoverschrijdend Zwincomité. Verder zijn er nog enkele gezamenlijke activiteiten zoals: Schaatstoertocht en -wedstrijd Sluis-Brugge-Sluis met Brugge, Damme en Knokke en de Novembermars met de gemeente Knokke. I
Op het gebied van zorg en opleidingen in de zorg heeft de Zeeuws-Vlaamse zorginstelling ZorgSaam een bestuurlijk partnerschap met het UZ Gent, samenwerking met Maria Middelares voor cardiologie en met Sint-Jan in Brugge op specialistisch medisch vlak. De gemeente Sluis werkt samen met Damme, Knokke, Maldegem, en Sint-Laureins in het GOS: Grensoverschrijdende Samenwerking. Daarnaast wordt er samengewerkt voor diverse projecten en activiteiten, waaronder diverse door EU gesubsidieerde grens-
39
I Bijlage 2 Werken over de grens
40
PREMIE VOLKS VERZEKERINGEN
TOTAAL
Als u in België woont en in Nederland werkt, kunt u echter ook gebruik maken van een aantrekkelijk fiscaal regime. Onder voorwaarden kunt u namelijk in uw
Tarieven inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen 2014:
TARIEF INKOMSTEN BELASTING
1.1 Belastingheffing Als u in België woont en in loondienst in Nederland werkt, wordt in Nederland slechts uw beloning voor deze werkzaamheden belast. Deze beloning kan naast het salaris bestaan uit andere componenten zoals de bijdrage van uw werkgever in uw zorgverzekering, belaste kostenvergoedingen of loon in natura, zoals een auto die ter beschikking wordt gesteld door de werkgever. Het brutoloon dat door uw werkgever aan u wordt toegekend, leidt na diverse bijtellingen en inhoudingen tot een
Nederlandse belastingaangifte de rente die u betaalt op het woonkrediet van uw Belgische woning in aftrek brengen op uw Nederlandse loon. Deze regeling kan zeer voordelig zijn, maar u dient wel rekening te houden met een aantal aandachtspunten. Laat u dus vooraf goed informeren door een deskundig belastingadviseur.
0
19.645
5,1%
31,15%
36,25%
19.646
33.362
10,85%
31,15%
42%
33.363
56.531
42%
42%
52%
52%
56.532
EURO VANAF
1. Wonen in België en werken in loondienst in Nederland
nettoloon dat aan u wordt uitbetaald. Het traject van bruto naar netto is vergelijkbaar met België. Bedrijfsvoorheffing heet in Nederland loonbelasting en de tarieven lopen op naarmate uw loon toeneemt. De in te houden loonbelasting wordt in Nederland niet beïnvloed door personen ten laste. In de (Nederlandse) aangifte inkomstenbelasting wordt slechts onder heel strikte voorwaarden een aftrek of belastingvermindering verleend voor personen ten laste. Het fiscale voordeel daarvan is bovendien meestal beperkt. Voor inwoners van België zijn de fiscaal in te brengen overige uitgaven ook zeer beperkt. Nederland kent voor inwoners van België wel aftrekposten zoals betaalde partneralimentatie en kinderalimentatie (forfaitaire aftrekpost).
EURO T.E.M.
Werken over de grens brengt fiscale, sociale zekerheid- en pensioenaspecten met zich mee. Hieronder enkele aandachtspunten.
België zal als uw woonland belasting heffen over uw arbeidsinkomsten en andere roerende of onroerende inkomsten. Dat gebeurt op basis van de normale Belgische fiscale spelregels. Het Nederlandse inkomen moet u wel vermelden in de Belgische aangifte personenbelasting, omgerekend naar Belgische normen. Dit inkomen wordt in België vrijgesteld van personenbelasting (als u voor uw Nederlandse werkgever 100% werkt op Nederlands grondgebied). Over dit inkomen zal België wel gemeentebelasting aanrekenen. Het inbrengen van fiscale aftrekposten in uw Belgische aangifte zal u door de vrijstelling van personenbelasting daarom geen tot weinig belastingvoordeel opleveren. Enkel een voordeel op de hoogte van de gemeentebelasting.
1.2 Sociale zekerheid Als de werkzaamheden alleen worden verricht in Nederland, betekent dit dat de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving op u van toepassing is. Het Nederlandse sociale zekerheidstelsel bestaat uit de volksverzekeringen en werknemersverzekeringen. De volksverzekeringen bestaan uit: AOW, de Algemene ouderdomswet; ANW, de Algemene nabestaandenwet; AWBZ, de Algemene wet bijzondere ziektekosten en AKW, de Algemene kinderbijslagwet. De werknemerspremies hiervoor bedragen in totaal 31,15% en worden tegelijk met de loonbelasting geheven over een belastbaar inkomen van maximaal € 33.363. Daarnaast kent Nederland een verplichte basisverzekering voor ziektekosten op grond van de zorgverzekeringswet.
Dit basispakket kan afhankelijk van de persoonlijke situatie worden aangevuld met aanvullende verzekeringen. Voor de zorgverzekering is een inkomensafhankelijke en een nominale premie verschuldigd. De inkomensafhankelijke premie bedraagt 7,5% voor werknemers. Deze inkomensafhankelijke premie wordt over een inkomen van maximaal € 51.414 geheven. Uw werkgever is verplicht om deze premie te vergoeden aan de werknemer. De nominale premie bedraagt circa € 1.200 voor een basisverzekering en deze betaalt u aan de zorgverzekeraar. Naast de volksverzekeringen en de zorgverzekeringswet bent u als werknemer ook verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Deze omvatten de Werkloosheidswet (WW), de Ziektewet (ZW) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA).
41
afhan ndighe en door
en ver elgische n toe rheids ringen:
dragen ver het
n socia erland lijke si n . Zo is ië hoger eitsuit erplich n Neder an gaat g voor . elgische ing krij nds .
d bent p basis ringen: op een g . Het medi -
uitkeringen van het kapitaal uit de groepsver sche zorg in 2 landen . U dient zich aan te mel zekering. den bij een Belgische mutualiteit . Aan deze zorgverzekeraar dient u een S1-formulier te vragen waarmee u zich in Nederland dient in te schrijven bij CZ Zorgverzekeraar . BovenIn doorsneestaande is het Nederlandse stelsel van sociale procedure betekent dat ziektekosten zekerheid vergelijkbaar met het Belgische. Afhankelijk die worden gemaakt in België tegen Belgische van uw persoonlijke situatie kunnen er verschillen optreden. maatstaven worden vergoed en dat een Ne Zo is bijvoorbeeld de kinderbijslag in België hoger dan in derlandse zorgverzekeraar de medische zorg Nederland. Werkt uw partner in België dan heeft u altijd die wordt genoten in Nederland vergoedt recht op de hogere Belgische kinderbijslag. Het kan wel zijn naar Nederlandse maatstaven . De medische dat de kinderbijslag door 2 instanties aan u wordt uitbetaald. zorg wordt in beide landen vergoed op basis vandat hetubasispakket tenzij aanvullende Op het regime sociaal verzekerd bent in verze uw werkland keringenop worden In Nederland is twee basisafgesloten van het .Europese recht Nederland bestaan dat conform het aanbod van aanvullende ver uitzonderingen: zekeringen in België is dit door middel werk1. Als u werkloos wordten hebt u recht opook een Belgische loosheidsuitkering. RVA zal uw dossier dan behandelen. van eenDe aanvullende verzekering echter vaak 2. Als grensarbeider heeftmet u recht op medische zorg in combinatie een hospitalisatieverze - in 2 landen. U dient zich aan te melden bij een Nederlandse kering. Afhankelijk van de verwachting waar zorgverzekeraar. Aan deze zorgverzekeraar dient u een S1de zorg wordt genoten kunt u er voor kiezen formulier te vragen waarmee u zich in kunt inschrijven België slechts in 1 land aanvullend te verzekeren . bij een mutualiteit naar keuze. Het is aanbevolen om een Belgische hospita Bovenstaande procedure betekent dat ziektekosten die lisatieverzekering af te sluiten voor zover de worden gemaakt in België tegen Belgische maatstaven werkgever hierin niet voorziet . worden vergoed en dat een Nederlandse zorgverzekeraar de medische zorg die wordt genoten in Nederland vergoedt 2. 3. PENSIOEN maatstaven. De medische zorg wordt naar Nederlandse In België is het niet in beide landen vergoed op gebruikelijk basis van dat hetu naast basispakket uw legaalverzekeringen pensioen een extralegaal tenzij aanvullende wordenpensioen afgesloten. In bij uw werkgever . Omdat rust dat conform het aanbod vanhetaanvullende Nederland isopbouwt verzekeringen en in België is dit ook door middel pensioen relatief hoog is, is de opbouw vanvan een aanvullende het verzekering echter vaakvia in de combinatie extralegaal pensioen werkgevermet een van de verwachting hospitalisatieverzekering. Afhankelijk in vergelijking met Nederland minder alge waar de zorgmeen. wordtDe genoten, kunt u er voor kiezen slechts in opbouw van extralegaal pensioen 1 land aanvullend te verzekeren. vindt in België doorgaans plaats door middel van een groepsverzekering . Dit is een col 1.3 Pensioen lectieve verzekering waarin uw werkgever In Nederland is het gebruikelijk dat u naast uw legaal pensioen voorziet. Een groepsverzekering voorziet in een extralegaal pensioen opbouwt bij uw werkgever. Omdat de mogelijkheid van is, eeniskapitaaluitkering . het de AOW-uitkering relatief laag de opbouw van Omdat de uitkering is belast in uw woonland extralegaal pensioen via de werkgever in vergelijking met dientkent u er rekening te houden waarop België hoog.Nederland Nederland diversemee manieren dat Nederland de eenmalige uitkering De uitkering kanbelast afhankelijk pensioen wordt opgebouwd. tegen progressieve tarieven . Nederland kent in een van de pensioenregeling van uw werkgever voorzien pensioen datnamelijk is gebaseerd op uw tarief laatstvoor verdiende loon, een geen gunstig eenmalige gemiddeld loon of de premies die zijn ingelegd. Het is in Nederland niet mogelijk uw pensioen te genieten in de vorm van een kapitaaluitkering. De pensioenuitkeringen zelf zijn belast in het woonland (uitgezonderd overheidsfuncties).
42
kaart: www.stook.
Kaart: www.stook.be
www.stook.be
2. Wonen in Nederland en werken in loondienst in België
Als u in Nederland woont en in België werkt, kunt u gebruik maken van de compensatieregeling. De Belgische belastingtarieven zijn hoger dan de Nederlandse. In Nederland betaalt u als werknemer bijvoorbeeld over de eerste € 19.645 inkomen slechts 5,1% inkomstenbelasting terwijl het aanvangstarief in België begint bij 25%. Omdat u in België belasting betaalt, ontstaat ‘gelijkheid op de werkvloer’. De algemene compensatieregeling beoogt te voorkomen dat u fiscaal slechter af bent dan uw, in Nederland werkende, buurman, die overigens in gelijke omstandigheden als u verkeert. Door de werking van de algemene compensatieregeling behoudt een Nederlandse grenswerknemer zijn belastingvoordeel van de renteaftrek op de Nederlandse eigen woning. Dit voordeel is weggelegd voor iedereen die in Nederland woont en in 41 België in loondienst werkt. Uw nettowoonlast daalt daardoor fors. U kunt de compensatie na afloop van het jaar vragen in uw Nederlandse belastingaangifte. U kunt de teruggave
ook reeds ontvangen in het jaar van betaling van de rente. Hiervoor moet u dan wel een apart verzoek indienen bij de belastingdienst.
EURO T.E.M.
Tarief Inkomstenbelasting
Tarieven personenbelasting 2014:
EURO VANAF
2.1 Belastingheffing Als u in Nederland woont en in loondienst in België werkt, wordt in België slechts uw beloning voor deze werkzaamheden belast. Deze beloning kan naast het salaris bestaan uit andere componenten, zoals de bijdrage van uw werkgever in uw zorgverzekering, belaste kostenvergoedingen of loon in natura zoals maaltijdcheques, ecocheques en een auto die ter beschikking wordt gesteld door de werkgever. Het brutoloon dat door uw werkgever aan u wordt toegekend, leidt na diverse bijtellingen en inhoudingen tot een nettoloon dat aan u wordt uitbetaald. Het traject van bruto naar netto is vergelijkbaar met Nederland. Loonbelasting heet in België bedrijfsvoorheffing en de tarieven lopen op naar mate uw loon toeneemt. De in te houden bedrijfsvoorheffing wordt in België beïnvloed door personen ten laste. Voor personen ten laste krijgt u extra belastingvrije sommen die de gemiddelde belastingdruk aanzienlijk kunnen matigen. Voor inwoners van Nederland zijn de fiscaal in te brengen kosten zeer beperkt. België kent voor inwoners van Nederland wel aftrekposten zoals partner- en kinderalimentatie en pensioensparen. In Belgie geldt een jaarlijkse aangifteplicht. U ontvangt de aangifte niet-inwoners pas nadat u zich bij de Belgische administratie heeft aangemeld. Meer informatie vindt u terug via www.financien.belgium.be > particulier >belastingaangifte> aangifte niet-inwoners.
0
8.590
25%
8.590
12.220
30%
12.220
20.370
40%
20.370
37.330
45%
>37.330
50%
Nederland zal als uw woonland belasting heffen over uw vermogen en andere inkomsten. Dat gebeurt op basis van de normale Nederlandse fiscale spelregels. Het Belgische loon moet u wel omrekenen naar Nederlandse fiscale maatstaven en vermelden in uw Nederlandse aangifte. Nederland dient dit inkomen vrij te stellen van inkomstenbelasting. Het inbrengen van fiscale aftrekposten in uw Nederlandse aangifte zal u door de vrijstelling van inkomstenbelasting in beginsel weinig belastingvoordeel opleveren. Echter door toepassing van de compensatieregeling kunt u dit voordeel wel genieten. De hoogte van het bedrag aan compensatie kan sterk afhankelijk zijn van uw persoonlijke omstandigheden. Laat u dus vooraf goed informeren door een deskundig belastingadviseur. 2.2 Sociale zekerheid Als de werkzaamheden alleen in België worden verricht, betekent dit dat de Belgische sociale zekerheidswetgeving op u van toepassing is. Het Belgische socialezekerheidsstelsel bestaat uit de volgende verzekeringen: n Rust- en overlevingspensioen n Geneeskundige verzorging n Arbeidsongevallen
43
n Werkloosheid n Uitkeringen bij ziekte en invaliditeit n Beroepsziekten n Kinderbijslag De werknemerspremies hiervoor bedragen in totaal 13,07% en worden geheven over het volledige brutoloon. In doorsnee is het Belgische stelsel van sociale zekerheid vergelijkbaar met het Nederlandse. Echter afhankelijk van uw persoonlijke situatie kunnen er verschillen optreden. Zo is bijvoorbeeld de kinderbijslag in België hoger dan in Nederland, maar is de invaliditeitsuitkering lager dan de loondoorbetalingverplichting van de werkgever en de WIA in Nederland. Werkt uw partner in Nederland dan gaat het recht op Nederlandse kinderbijslag voor. U heeft altijd recht op de hogere Belgische kinderbijslag. U kunt dan een aanvulling krijgen van het Belgische kinderbijslagfonds. Op het regime dat u sociaal verzekerd bent in uw werkland België bestaan op basis van het Europese recht twee uitzonderingen: 1. Als u werkloos wordt,
heeft u recht op een Nederlandse werkloosheidsuitkering. Het UWV zal uw dossier dan behandelen. 2. Als grensarbeider heeft u recht op medische zorg in 2 landen. U dient zich aan te melden bij een Belgische mutualiteit aan deze zorgverzekeraar dient u een S1-formulier te vragen waarmee u zich in Nederland dient in te schrijven bij zorgverzekeraar CZ. Bovenstaande procedure betekent dat ziektekosten die worden gemaakt in België tegen Belgische maatstaven worden vergoed en dat een Nederlandse zorgverzekeraar de medische zorg die wordt genoten in Nederland vergoedt naar Nederlandse maatstaven. De medische zorg wordt in beide landen vergoed op basis van het basispakket tenzij aanvullende verzekeringen worden afgesloten. In Nederland is dat conform het aanbod van aanvullende verzekeringen en in België is dit ook door middel van een aanvullende verzekering echter vaak in combinatie met een hospitalisatieverzekering. Afhankelijk van de verwachting waar de zorg wordt genoten, kunt u er voor kiezen slechts in 1 land aanvullend te verzekeren. Het is aanbevolen om een Belgische hospitalisatieverzekering
af te sluiten voor zover de werkgever hierin niet voorziet. 2.3 Pensioen In België is het niet gebruikelijk dat u naast uw legaal pensioen een extralegaal pensioen opbouwt bij uw werkgever. Hoewel het private pensioensparen de laatste jaren overigens wel is toegenomen, mede vanwege de fiscale aantrekkelijkheid ervan. Omdat het rustpensioen een redelijk niveau heeft, is de opbouw van het extralegaal pensioen via de werkgever in vergelijking met Nederland minder algemeen. De opbouw van extralegaal pensioen vindt in België doorgaans plaats door middel van een groepsverzekering. Dit is een collectieve verzekering waarin uw werkgever voorziet. Een groepsverzekering voorziet in de mogelijkheid van een kapitaaluitkering. Omdat de uitkering is belast in uw woonland Nederland dient u er rekening mee te houden dat Nederland de eenmalige uitkering belast tegen progressieve tarieven. Nederland kent namelijk geen gunstig tarief voor eenmalige uitkeringen van het kapitaal uit de groepsverzekering.
3. Wonen in België en werken in Loondienst in België en Nederland 3.1 Belastingheffing Als u in twee landen werkzaamheden in loondienst verricht, krijgt u te maken met een combinatie van de scenario’s van hoofdstuk 1 en 2. Het salaris dat u verdient met uw werkzaamheden in Nederland is belast in Nederland. Uw Nederlandse werkgever zal op dit gedeelte van uw loon Nederlandse loonbelasting inhouden. Nederland kent voor inwoners van België wel aftrekposten zoalsbetaalde partneralimentatie en kinder-
44
alimentatie (forfaitaire aftrekpost). Deze aftrekposten kunt u in de Nederlandse aangifte inbrengen maar de aftrek is beperkt. Als u in twee landen uw loon geniet moet u naar rato van de inkomsten in België en Nederland de aftrekposten, die betrekking hebben op uw burgerlijke staat en gezinssamenstelling, tussen beide landen verdelen. Eerder is vermeld dat u als inwoner van België gebruik kan maken van een aantrekkelijk Nederlands fiscaal regime. Als een groot deel van uw inkomsten in België
wordt belast, heeft dit bijzondere fiscale regime over het algemeen geen extra voordeel. Het salaris dat u verdient bij uw Belgische werkgever is belast in België. Uw Belgische werkgever zal over dit gedeelte van uw loon bedrijfsvoorheffing inhouden, rekening houdend met uw persoonlijke situatie. België zal als uw woonland belasting heffen op uw arbeidsinkomsten en andere roerende of onroerende inkomsten. Dat gebeurt op basis van de normale Belgische fiscale spelregels. Het Nederlandse inkomen
omgerekend naar Belgische maatstaven moet u samen met uw Belgische loon, vermelden in de aangifte personenbelasting. België stelt dit inkomen vrij van belasting, onder progressievoorbehoud, indien u effectief op Nederlands grondgebied heeft gewerkt. Over het Nederlandse inkomen zal België wel gemeentebelasting aanrekenen. In de Belgische aangifte personenbelasting kunt u uw fiscale aftrekposten vermelden. Het belastingvoordeel dat dit oplevert, is beperkter dan in de situatie waarin België het inkomen volledig mag belasten.
3.2 Sociale zekerheid Het uitgangspunt voor sociale zekerheid is dat u verzekerd bent in het land waar u werkt. Werkt u in twee landen dan zijn er speciale regels die er voor zorgen dat u slechts in één land onderworpen bent aan sociale zekerheid. Als u werkt in twee landen en voor 25% of meer in uw woonland werkt dan bent u sociaal verzekerd in het land waar u woont, in dit geval België. Dit betekent dat uitsluitend het Belgische sociale zekerheidsrecht van toepassing is. Ook over het Nederlandse loon worden sociale zekerheidsbijdragen aangerekend. Voor een verdere toelichting: zie onderdeel 2.2. De uitzondering dat u als grensarbeider recht heeft op medische zorg in twee landen blijft van toepassing.
3.3 Pensioen Omdat u sociaal verzekerd bent in België bouwt u in België een rustpensioen op. Dit rustpensioen kan in uw situatie worden aangevuld met een extralegaal pensioen in België en Nederland. Voorziet uw Belgische werkgever in een groepsverzekering, dan zal uw Belgische loon de grondslag vormen voor de opbouw van uw pensioenrechten in de groepsverzekering. Bij uw Nederlandse werkgever zal de pensioenopbouw worden gerealiseerd op basis van uw Nederlandse loon. Als u met pensioen gaat krijgt u dus zowel vanuit België als Nederland een extralegaal pensioen. De pensioenuitkeringen zijn belast in uw woonland (uitgezonderd overheidsfuncties).
4. Wonen in Nederland en werken in loondienst in Nederland en België 4.1 Belastingheffing Als u in twee landen werkzaamheden in loondienst verricht, krijgt u te maken met een combinatie van de scenario’s van hoofdstuk 1 en 2. Het salaris dat u verdient bij uw Belgische werkgever is belast in België., indien u uitsluitend in België werkzaam bent voor die Belgische werkgever. Uw Belgische werkgever zal over dit gedeelte van uw loon bedrijfsvoorheffing inhouden zonder rekening te houden met uw persoonlijke situatie. Uw persoonlijke situatie wordt in België steeds pro rata in aanmerking genomen, dit omdat u in Nederland woont. Het zal slechts in aanmerking worden genomen als uw Belgische inkomsten tenminste 75% uitmaken van uw totale inkomsten. Het Belgische loon moet u naast uw Nederlandse loon in de Nederlandse aangifte inkomstenbelasting vermelden, maar Nederland dient dit inkomen vrij te stellen van inkomstenbelasting. In Nederland heeft u wel nog
recht op de algemene compensatieregeling. Het salaris dat u verdient met uw werkzaamheden in Nederland is belast in Nederland. Uw Nederlandse werkgever zal op dit gedeelte van uw loon Nederlandse loonbelasting inhouden. 4.2 Sociale zekerheid Het uitgangspunt voor sociale zekerheid is dat u verzekerd bent in het land waar u werkt. Werkt u in twee landen dan zijn er speciale regels die er voor zorgen dat u slechts in één land onderworpen bent aan sociale zekerheid. Als u werkt in twee landen en voor 25% of meer in uw woonland werkt dan bent u sociaal verzekerd in het land waar u woont, in dit geval Nederland. Dit betekent dat uitsluitend het Nederlandse sociale zekerheidsrecht van toepassing is. Ook over het Belgische loon worden sociale zekerheidsbijdragen aangerekend. Voor een verdere toelichting: zie onderdeel
1.2. De uitzondering dat u als grensarbeider recht heeft op medische zorg in twee landen blijft van toepassing. 4.3 Pensioen Omdat u sociaal verzekerd bent in Nederland bouwt u in Nederland een ouderdomspensioen op. Dit ouderdomspensioen kan in uw situatie worden aangevuld met een pensioenregeling via uw werkgever in België en Nederland. Voorziet uw Belgische werkgever in een groepsverzekering, dan zal uw Belgische loon de grondslag vormen voor de opbouw van uw pensioenrechten in de groepsverzekering. Bij uw Nederlandse werkgever zal de pensioenopbouw worden gerealiseerd op basis van uw Nederlandse loon. Als u met pensioen gaat, krijgt u dus zowel vanuit België als Nederland een aanvullend pensioen. De pensioenuitkeringen zijn belast in uw woonland (uitgezonderd overheidsfuncties).
45
Indicatieve berekening 2014 Uitgangspunten: Gehuwd Partner eigen inkomen > 11.000 Twee kinderen ten laste Bruto loon op jaarbasis € 19.000
tarieven 2014
Bruto loon (euro) Inkomensafhankelijke bijdrage ZVW Subtotaal
Scenario 1
Scenario 2
Scenario 3
Scenario 4
Inwoner van Belgie Werken in Belgie B sociale zekerheid
Inwoner van Belgie Werken in Nederland NL sociale zekerheid
Inwoner van Nederland Werken in Nederland NL sociale zekerheid
Inwoner van Nederland Werken in Belgie B sociale zekerheid
19.000,00
19.000,00
19.000,00
19.000,00
-
-
19.000,00
19.000,00
19.000,00
19.000,00
Inkomstenbelasting Nederland
-
969,00-
969,00-
-
Premie volksverzekeringen
-
5.918,00-
5.918,00-
-
Heffingskortingen
-
4.153,00
4.153,00
-
1.014,55-
-
-
1.014,55-
71,00-
64,00-
-
71,00-
2.483,00-
-
-
2.483,00-
1.150,00
-
-
1.150,00
Correctie inkomensafhankelijke bijdrage ZVW
-
-
-
-
Algemene compensatieregeling
-
Inkomstenbelasting Belgie Belgische gemeentebelasting (7%) Werknemersbijdrage sociale zekerheid(13,07%) Maaltijdcheques
NETTO loon werknemer (euro)
-
16.581,45
16.202,00
16.266,00
16.581,45
19.000,00
19.000,00
19.000,00
19.000,00
6.650,00
3.100,00
3.100,00
8.400,00
25.650,00
22.100,00
22.100,00
25.650,00
Kosten werkgever Bruto loon Werkgeversbijdrage sociale zekerheid Totaal
46
Indicatieve berekening 2014 Uitgangspunten: Gehuwd Partner eigen inkomen > 11.000 Twee kinderen ten laste Bruto loon op jaarbasis € 24.000
tarieven 2014
Bruto loon (euro) Inkomensafhankelijke bijdrage ZVW
Scenario 1
Scenario 2
Scenario 3
Scenario 4
Inwoner van Belgie Werken in Belgie B sociale zekerheid
Inwoner van Belgie Werken in Nederland NL sociale zekerheid
Inwoner van Nederland Werken in Nederland NL sociale zekerheid
Inwoner van Nederland Werken in Belgie B sociale zekerheid
24.000,00
24.000,00
24.000,00
24.000,00
-
-
24.000,00
24.000,00
24.000,00
24.000,00
Inkomstenbelasting Nederland
-
1.474,00-
1.474,00-
-
Premie volksverzekeringen
-
7.476,00-
7.476,00-
-
Heffingskortingen
-
4.113,00
4.113,00
-
2.687,90-
-
-
2.687,90-
188,15-
214,00-
-
188,15-
Werknemersbijdrage sociale zekerheid
3.137,00-
-
-
3.137,00-
Werknemersbijdrage BBSZ
181,00-
-
-
181,00-
1.150,00
-
-
1.150,00
Subtotaal
Inkomstenbelasting Belgie Belgische gemeentebelasting (7%)
Maaltijdcheques Correctie inkomensafhankelijke bijdrage ZVW NETTO loon werknemer (euro)
-
-
18.955,95
18.949,00
19.163,00
18.955,95
24.000,00
24.000,00
24.000,00
24.000,00
8.400,00
4.120,00
4.120,00
8.400,00
32.400,00
28.120,00
28.120,00
32.400,00
Kosten werkgever Bruto loon Werkgeversbijdrage sociale zekerheid Totaal
47
I Bijlage 3 Vergelijking tussen Nederland en België Sociale zekerheid PREMIES
Peildatum: 1 januari 2014 VOORZIENING/ GEBEURTENIS²
NEDERLAND³
BELGIË1
1. Ouderdom
Algemene ouderdomswet (AOW) § Werknemers betalen 17,90% over een maximum van € 33.363,- per jaar; § Werkgevers zijn geen bijdrage verschuldigd.
Rust- en overlevingspensioen § Werknemers betalen 7,50% premies; § Werkgevers betalen 8,86% premies; § Geen maximum premie loon.
2. Overlijden
Algemene nabestaanden wet (ANW) § Werknemers betalen 0,60% over een maximum van € 33.363,- per jaar; § Werkgevers zijn geen bijdrage verschuldigd.
3. Verpleging
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) § Werknemers betalen 12,65% over een maximum van € 33.363,- per jaar; § Werkgevers zijn geen bijdrage verschuldigd.
Geneeskundige verzorging § Werknemers betalen 3,55% aan premies; § Werkgevers betalen 3,80% aan premies; § Geen maximum premies loon.
4. Arbeidsongeschiktheid
WAO/WIA § Werknemers zijn geen premies verschuldigd; § Werkgevers betalen 4,65% voor de basispremie; § Werkgevers betalen gedifferentieerde WGA premie afhankelijk van grote werkgever. “Eigen risicodragers” betalen geen premies; de werk- gever verzekert het risico van arbeidsongeschikte werknemers bij de particuliere sector; § Basis premie is premieloon per dag met max. van € 195,58.
Arbeidsongevallen § Werknemers zijn geen premies verschuldigd; § Werkgevers betalen 0,30% aan premies; § Geen maximum premie loon.
5. Werkloosheid
Werkloosheidswet (WW) § Werknemer zijn geen premies verschuldigd; § Werkgevers betalen 2,76% en sectorpremie afhankelijk van bedrijfs- of beroepssector. De premie WW-sectorfonds ligt tussen 0,34% en 11,48%. Werkgevers die ‘eigenrisicodrager’ zijn betalen geen sectorpremie; § Basis premie is premieloon per dag met max. van € 195,58.
Werkloosheid § Werknemers betalen premie van 0,87%; § Werkgevers betalen 1,46%; § Geen maximum premie loon.
48
6. Ziekte
Zorgverzekeringswet (ZVW) § Werknemers betalen een inkomens-afhanke- lijke bijdrage van 7,75% over een maximum van € 50.853; § Werkgevers zijn verplicht een vergoeding te verstrekken ten bedrage van de inkomensafhan kelijke bijdrage. Deze vergoeding bedraagt 7,75% over een maximum van €50.853. Nominale premie § Nominale premie is verschuldigd voor ZVW verzekerden van 18 jaar of ouder en wordt betaald aan de zorgverzekeraar; § De standaardpremie (basis) voor 2014 is ongeveer € 1.200; § Aanvullende verzekeringen naast de basis verzekering zijn op vrijwillige basis mogelijk.
Uitkeringen ziekte en invaliditeit § Werknemers betalen 1,15% aan premies; § Werkgevers betalen 2,35% aan premies; § Geen maximum premie loon. Zorgverzekering § De ziekenfondsbijdrage is tussen de € 50 en €100; § Inwoners van Vlaanderen en Brussel zijn een eigen bijdrage van € 25 per jaar verschuldigd aan de zorgkas (Vlaamse zorgverzekering). Beroepsziekten § Werknemers betalen geen premies; § Werkgevers betalen 1,00% aan premies; § Geen maximum premie loon.
7. Kinderbijslag
Algemene kinderbijslagwet (AKW) § Werknemers en werkgevers zijn geen premies verschuldigd.
Kinderbijslagen § Werknemers zijn geen premies verschuldigd; § Werkgevers betalen 7,00% aan premies; § Geen maximum premie loon.
8. Zwangerschap
Wet arbeid en zorg (WAZO) § Werknemers en werkgevers zijn geen premies verschuldigd.
Moeder- en vaderschapsverlof § Werknemers en werkgevers zijn geen premies verschuldigd.
1 2 3 4
Wij hebben getracht een zo goed mogelijke vergelijking te maken tussen de verschillende premies over het jaar 2013. Om een en ander overzichtelijk te houden, hebben wij de vergelijkingen beperkt tot de hoofdlijnen. Ter volledigheid merken wij op dat op de premies en uitkeringen van toepassing kunnen zijn, afhankelijk van de persoonlijke situatie van een verzekeringsplichtige. Het Belgische socialezekerheidsstelsel is opgebouwd uit stelsel van personeel van de particuliere sector en overheidssector, bijzondere stelsel voor mijnwerkers en zeelieden en systemen van aanvullende sociale zekerheid. Wij bespreken in dit memorandum alleen het stelsel van personeel van de particuliere sector en overheidssector. In Nederland wordt onderscheid gemaakt tussen de premies volksverzekeringen en de premies werknemersverzekeringen en de premies voor de zorgverzekeringswet Werkgevers zijn een aantal bijzondere bijdragen verschuldigd, die niet in het overzicht worden vermeld. Daardoor kan de totale werkgevers bijdrage afhankelijk van het aantal werknemers (veel) hoger zijn dan 24,77% en oplopen tot 40,56%. Werkgevers zijn een aantal bijzondere bijdragen verschuldigd, die niet in het overzicht worden vermeld. Daardoor kan de totale werkgeversbijdrage afhankelijk van het aantal werknemers (veel) hoger zijn dan 24,77% en oplopen tot 40,56%.
49
SOCIALE ZEKERHEID: Vergelijking tussen Nederland en België UITKERINGEN Peildatum: 1 januari 2014 VOORZIENING/ GEBEURTENIS²
NEDERLAND³
BELGIË1
1. Ouderdom
Algemene ouderdomswet (AOW) § Basispensioenverzekering voor mensen die 65 jaar of ouder zijn plus eventueel een partnertoeslag voor AOW’ers waarvan de partner jonger dan 65 jaar is en geen of weinig inkomen heeft; § Opbouw van 2% per verzekerd jaar tussen 15-65/17-67 jaar; § Hoogte AOW hangt af van de woonsituatie en hoe- veel jaren iemand voor de AOW verzekerd is geweest.
Rustpensioen § Recht op rustpensioen vanaf 65 jaar; § Rustpensioen is afhankelijk van de beroepsloop- baan, de lonen en de gezinstoestand; § Opbouw per jaar: 1/45 x 60% x loon, verhoogd naar het prijs- en welzijnsniveau.
Normbedragen § Ongehuwde: € 1.099,37 excl. € 70,16 vakantie uitkering; § Ongehuwde met kind jonger dan 18 jaar: € 1.387,32 excl. € 90,22 vakantie-uitkering; § Gehuwde met partner van 65 of ouder: € 759,53 excl. € 50,11 vakantie-uitkering. N.B.: bedragen bruto per maand. 2. Overlijden
50
Algemene nabestaandenwet (ANW) § Nabestaanden- en wezenuitkering. § Uitkering voor nabestaanden van de overledene die verzekerd moet zijn op basis van ANW op overlijdensdatum;
Nabestaandenuitkering § Partner is minimaal 45 jaar oud, voedt een kind op of is tenminste 66% arbeidsongeschikt; § Overlevingspensioen is gebaseerd op het aantal verzekerde (en premie betaalde) jaren voor het rustpensioen van de overlevende; § Ongehuwde samenwonenden hebben geen recht op nabestaandenuitkering.
3. Verpleging
Normbedragen § Nabestaande: € 1.143,57 excl. € 83,93 vakantie- uitkering; § Nabestaande met verzorgingsrelatie: € 742,88 excl. € 59,95 vakantie-uitkering; § Nabestaande met kind jonger dan 18 jaar: € 1.421,54 excl. € 107,92 vakantie-uitkering; § Wees tot 10 jaar: € 377,19 excl. € 26,86 vakantie-uitkering; § Wees van 10 tot 16 jaar: € 557,54 excl. € 40,29 vakantie-uitkering; § Wees van 16 tot 21 jaar: € 737,89 excl. € 53,72 vakantie-uitkering. N.B.: bedragen bruto per maand. Vakantiegeld ontvangt u in mei.
Normbedragen § Als op de overlijdensdatum door de overlevende een rustpensioen werd ontvangen, heeft de nabe- staande recht op 80% van dit rustpensioen (gezins bedrag); § Als op de overlijdensdatum nog geen rustpensioen werd ontvangen, heeft de nabestaande recht op 80% van het rustpensioen, dat de overledene zou hebben ontvangen als hij op de overlijdensdag de pensioenleeftijd had bereikt en 45 jaar had ge werkt; § Einde uitkering: ingang ouderdomspensioen, hertrouwen overlevende echtgenoot, genieten van beroepsinkomen boven een bepaald grens- bedrag of niet meer voldoen aan voorwaarde opvoeden kind of niet meer arbeidsongeschikt.
Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) § Recht op persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende en activerende begeleiding, behandeling en verblijf in een AWBZ-instelling (afhankelijk van de zorgbehoefte) voor verzeker den op basis van AWBZ; § Bij een beroep op AWBZ-zorg is veelal een eigen bijdrage verschuldigd, afhankelijk van inkomen en woonsituatie.
Vlaamse zorgverzekering § Maandelijkse vergoeding voor de kosten van de niet-medische hulp- en dienstverlening of mantel zorg voor verzekerden van de Vlaamse zorgver zekering (veelal inwoners van Vlaanderen en Brus sel); § Vergoedingen voor mantelzorg, professionele thuiszorg en professionele residentiële zorg; § Verplichte eigen bijdrage van maximum € 25 per persoon per jaar. Normbedragen § Mantel- en thuiszorg: € 130 per maand; § Professionele residentiële zorg: € 130 per maand.
4. Arbeidsongeschiktheid
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WiA) § Van toepassing na ziekteperiode van 2 jaar; § Recht op 75% van het loon bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid (>80%); § Recht op 70% van het loon bij volledige, maar niet duurzame arbeidsongeschiktheid (>80%) of bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (35-80%); § Geen uitkering bij arbeidsongeschiktheid <35%; § Maximaal dagloon is van toepassing op maximaal € 195,58.
Verzekering voor uitkeringen bij invaliditeit, arbeidsongeschiktheid of beroepsziekten Primaire arbeidsongeschiktheid § Na de periode van gewaarborgd loon, geeft de ziekteverzekering recht op een uitkering voor arbeidsongeschikte werknemers; § De ziekteverzekering betaalt ook vergoedingen voor arbeidsongeschiktheid als gevolg van zwangerschap; § Recht op uitkering als de werknemer tenminste 66% arbeidsongeschikt is; § Het recht op uitkering voor primaire arbeidson geschiktheid bestaat zolang de rechthebbende als arbeidsongeschikt wordt erkend, maar nooit langer dan 1 jaar na aanvang van de arbeidsonge schiktheid;
51
§ Normbedragen: de uitkering bedraagt maximaal 60% van het loon met een maximum van € 78,96 per dag. Invaliditeitsuitkering § Voor werknemers die na 1 jaar nog steeds voor meer dan 66% arbeidsongeschikt zijn; § Normbedragen: afhankelijk van de gezinssituatie is het dagloon tussen € 52,64 en € 85,54. 5. Werkloosheid
6. Ziekte
Werkloosheidsuitkering (WW) § Een periodieke uitkering voor werknemers die volledig of gedeeltelijk werkloos zijn en nog niet AOW gerechtigd zijn; § De werkloze moet in de 36 weken (wekeneis) onmiddellijk voorafgaand aan de werkloosheid tenminste 26 weken hebben gewerkt om in aanmerking te komen voor een uitkering van 3 maanden; § Voor de verlengde loongerelateerde uitkering moet de werkloze daarnaast in de 5 kalender jaren onmiddellijk voorafgaand aan het jaar waarin de werkloosheid is begonnen, in tenminste 4 kalenderjaren loon hebben ontvangen (jareneis).
Werkloosheidsuitkering § Een maandelijkse uitkering voor volledige werkloze werknemers; § Een gedeeltelijk werkloze werknemer kan, onder voorwaarden, een inkomensgarantie-uitkering krijgen; § De uitkering is afhankelijk van de gezinssamen stelling en aantal gewerkte dagen en loopt tot 65 jaar; § De duur van de uitkering is niet afhankelijk van het aantal jaren arbeidsverleden.
Loondoorbetaling § Bij ziekte gedurende 104 weken wettelijk recht op 70% loondoorbetaling door de werkgever; § Op basis van cao of bedrijfseigen afspraken worden veelal afspraken gemaakt over de hoogte van de doorbetaling van het loon (over 104 weken wordt gemiddeld tenminste 70% uitbetaald); § Soms zal de zieke werknemer gedurende maximaal 104 weken recht hebben op een uitkering via de ziektewet (zw); § Als de werknemer na 104 weken nog steeds arbeidsongeschikt is, ontstaat eventueel recht op een uitkering op grond van de wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (wet wIa) (zie ‘arbeidsongeschiktheid’).
Uitkeringen bij ziekte § De werknemer heeft bij ziekte altijd eerst recht op loon van de werkgever waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de werknemers met een arbeiderscontract en werknemers met een bediendencontract (gewaarborgd loon); § Recht op loondoorbetaling gedurende 30 dagen.
Ziektewet (ZW) § Recht op ZW bij einde dienstverband op de 1e ziektedag of tijdens de loondoorbetaling; § Regeling bedoeld voor met name de oproepkrach ten, uitzendkrachten zonder vast contract, werknemers met een contract voor bepaalde tijd.
52
Normbedragen § Uitkering per maand max. € 1.603,16.
Gewaarborgd loon voor arbeiders § De eerste 7 dagen behoudt de werknemer zijn loon, vanaf de 8e tot de 30e dag ontvangt de arbei der een bedrag gelijk aan het nettoloon. Na 14 dagen deels uitkering door ziekenfonds. Na 30 dagen mogelijk recht op een uitkering (zie bij “arbeidsongeschiktheid’); § Is de ziekte het gevolg van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, dan is er de 1e 7 dagen recht op loondoorbetaling over de volgende 23 dagen is er recht op een aanvulling op de uitkering wegens arbeidsongeval of beroepsziekte (zie arbeidsongeschiktheid’ en ‘ongevallen’).
7. Kinderbijslag
Algemene kinderbijslagwet (AKW) § Een tegemoetkoming voor ouders in de kosten voor het opvoeden en verzorgen van kinderen tot 18 jaar; § De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van leeftijd, woonsituatie en inkomsten van het kind; § Uitbetaling is per kwartaal. Normbedragen per kwartaal § Kind 0-5 jaar: € 191,65 § Kind 6-11 jaar: € 232,71 § Kind 12-17 jaar: € 273,78
Kinderbijslag § Tegemoetkoming voor ouders met kinderen tot 18 jaar daarnaast ook een tegemoetkoming voor gehandicapte kinderen tot 21 jaar voor kinderen die na het 18e jaar nog onderwijs volgen, stage lopen of werkloos zijn na het behalen van het diploma geldt de tegemoetkoming tot 25 jaar; § De hoogte is afhankelijk van de rang van het kind ten opzichte van andere rechthebbende kinderen in het zelfde gezin; § Uitbetaling is per maand. Normbedragen per maand § Eerste kind: € 90,28 § Tweede kind: € 167,05 § Derde en volgende: € 249,41
Kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag § Onder voorwaarden kan ook recht bestaan op het kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag dit wordt geregeld via de belastingdienst toeslagen Verhoging leeftijdstoeslag § Afhankelijk van leeftijd, rang en geboortejaar van (www.toeslagen.nl). het kind, varieert tussen € 15,73 en maximaal € 60,93. Kraamgeld § Bij de geboorte van een kind dat recht heeft op kinderbijslag is er eenmalig recht op kraamgeld. Normbedragen § Eerste kind: € 1.223,11 § Tweede en volgende: € 920,25 § Voor elk kind uit een meerlingzwangerschap € 1.223,11 NB: als u in België woont en uw partner werkt in loondienst in België, dan gaat het recht op een Belgische kinderbijslag voor op het Nederlandse recht op kinderbijslag.
Wet arbeid en zorg (WAZO) § Regeling van zwangerschaps- en bevallingsverlof voor de zwangere werkneemster en een uitkering voor iedere werkdag gedurende het zwanger schapsverlof; § Het wettelijke zwangerschapsverlof is 100% van het dagloon met een maximum dagloon van € 189,60 werkgevers hebben een cao of bedrijfs eigen afspraken over doorbetaling van het loon (veelal wordt 100% doorbetaald); § Duur van het verlof is in totaal 16 weken.
Moederschapsverlof § Het recht op moederschapsuitkering is afhankelijk van gewerkte dagen in 6 maanden; § De uitkering is een percentage van het loon met een maximum dagloon van € 98,70 § Het verlof duurt 15 weken.
53
Vaderschapsverlof Vaderschapsverlof (kraamverlof) § Recht op verlof gedurende een tijdvak van 4 weken § Vaderschapsverlof duurt 10 dagen;• Deze dagen zijn op te nemen binnen 30 dagen na de geboorte; met behoud van loon voor 2 dagen. § Drie van de tien dagen worden betaald door de werkgever, de overige zeven dagen worden betaald door de mutualiteit met een maximum dagloon van € 107,91. 9. Geneeskundige zorg
Zorgverzekering § Verplicht voor de verzekerde voor de ZVW in Nederland; § Wettelijk vastgesteld basispakket, waarin onder meer is opgenomen: geneeskundige zorg (huis arts, medisch specialist, geneeskundige geestelijke gezondheidszorg); dyslexiezorg; paramedische zorg (fysiotherapie, logopedie, dieetadvies); mondzorg (tandarts, orthodontist voor kinderen tot 21 jaar); farmaceutische zorg (geneesmiddelen op recept); hulpmiddelenzorg (zoals loophulpmid delen en (gebit)prothesen); verblijf met of zonder verpleging of verzorging (in ziekenhuis of revalida tiecentrum, maar ook kraamzorg thuis); vervoer (per ambulance, taxi, openbaar vervoer of eigen vervoer); § Recht op zorg in natura en/of recht op restitutie van de zorgkosten; § Verplicht eigen risico van € 360 voor elke verzeker- de ouder dan 18 jaar (per 1-1-2014); § Kinderen <18 jaar zijn gratis meeverzekerd en hebben geen eigen risico.
Verzekering voor geneeskundige verzorging § De verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor elke werknemer en uitkerings- en pensioengerechtigde (rechthebbende) ongeacht de hoogte van het inkomen; § Recht op vergoeding van de kosten van onder andere de gewone geneeskundige hulp, verlossingen, geneesmiddelen, opname in een ziekenhuis, revalidatie etc.; § Verplichte eigen bijdrage (remgeld) is afhankelijk van de soort zorg; § Aanvullende verzekeringen voor het beperken van eigen bijdrage voor ziekenhuisopnamen (hospitali satieverzekering) is mogelijk.
10. Ongeval
§ In Nederland bestaat daarvoor geen wettelijke regeling; § Werkgevers zijn particulier verzekerd voor bedrijfsongevallen.
Wet betreffende de arbeidsongevallen § Recht op een uitkering van de verzekeringsmaat schappij waarbij zijn werkgever een particuliere arbeidsongevallenverzekering heeft afgesloten; § De hoogte is afhankelijk van het soort uitkering en gebaseerd op een percentage van het basisloon met een maximum van € 36.809,73.
54
55
Colofon Opstellers en Redactie
coloFoN Fotografie Grafisch ontwerp realIsatIe: Drukwerk
Jeannette Groeneveld-Verdonk, Gemeente Terneuzen Wim Keygnaert, Voka-Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen Ardvision © Grafica-buro De Riemaecker printing
Met financiële steun
EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) Nederlands Ministerie Economische Zaken Provincie Zeeland Provincie Oost-Vlaanderen Provincie West-Vlaanderen partNers: redactIe: Dethon Gemeente Terneuzen: - alles voor groene arbeid jeannette groeneveld - dethon - gemeente assenede Voka – Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen: - gemeente hulst els delaere, marc d’hoore en wim keygnaert - gemeente sluis Accountantskantoor Bolwerk 7: - gemeente zelzate edwin van overmeire en Frits pieterse - groen college - provincie antwerpen FotograFIe: - roc westerschelde ardvision © - uwv werkbedrijf - vdab lay-out eN druk:
comith dit boekje werd voorgesteld op het symposium ‘kansen voor grensarbeid’ op 16 maart 2012 .
54
56
Met dank aan Academie voor Educatie & Pedagogiek - HZ University of Applied Sciences Academie voor Educatie & Pedagogiek - HZ University of Applied Sciences Agentschap voor Onderwijsdiensten (Vlaanderen) Algemene Administratie der Fiscaliteit Team GWO Ard Vision Autonoom gemeentebedrijf stedelijk onderwijs Antwerpen Bedrijf + School Bureau Belgische Zaken Centraal Katholiek Schoolcomité van Antwerpen Cit Blaton De Werf, Gent Departement Internationaal Vlaanderen Eures Scheldemond Feyter Industrial Services bv Terneuzen Gedeputeerde provincie Oost-Vlaanderen Gedeputeerde provincie West-Vlaanderen Gedeputeerde provincie Zeeland Gemeente Hulst Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Gemeente Zelzate IVR Schelde-Kempen IVR Schelde-Kempen Leerling HAVO-piste Onderwijsgroep Perspecto Onderwijsgroep Perspecto Provincie Oost-Vlaanderen Provincie Oost-Vlaanderen /Secretariaat Euregio Scheldemond Provincie West-Vlaanderen /Secretariaat Euregio Scheldemond Provincie Zeeland RTC Oost-Vlaanderen RTC Oost-Vlaanderen RTC West-Vlaanderen RTC West-Vlaanderen Scalda Stad Antwerpen Stad Antwerpen Stad Gent Stad Gent Stad Gent Stedelijk Onderwijs Antwerpen Noord 2 Technocentrum Zeeland UWV - EURES-adviseur VDAB VDAB VOKA Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen VOKA Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen VOKA Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen Volvo Car Gent Wethouder gemeente Sluis Voormalig wethouder gemeente Sluis Wethouder gemeente Terneuzen Voormalig wethouder gemeente Terneuzen WerkServicePunt Zeeuws-Vlaanderen WerkServicePunt Zeeuws-Vlaanderen
Henk Zielstra Walter Ivens Bruno Lamelyn Nadia Ramakers Ard Tinkhof Rudi Van Oostveldt Cindy Van Herpe Roy Van den Eeckhout Luc Bettens Hoogwerkers Jongeren in opleiding Arno Cnudde Sarah O’Brien Paul Verdurmen en zijn team Geert Versnick Jean de Bethune Ben de Reu Inge Abbeel-van Esbroek Jeannette Groeneveld-Verdonk Saskia de Vries-Beeke Micheline De Kreijger Geert Van Autenboer Marc Buysse Sanne Cevaal Martina van Regenmortel-Hell Peter de Jong Christophe Bostyn Els Piqueur Leen Ervinck Margriet van Groeningen Emmanuel Depoortere Isabelle Herteleer Ann Bulcaen Els Callemein Mirjam van Schoonhoven Ludo Herwijn Pieter Vissers Astrid Faelens Els Peeters Melissa Fuller Eline de Jong Dick Schipper Frans Buter Anton van der Veen Kristine Verbeeck Elle De Kuyper Johan Browaeys Wim Keygnaert Karin Puype Albert de Bruijn Jan Schaalje Cees Liefting Co van Schaik Aïcha Ait Bari Ronald de Back
57