Grammatica bij ERK niveaus: A1-A2 A2-B1
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
1.
Inloggen en activeren van licenties
3
2.
JUMP voor docenten
4
3.
JUMP voor leerlingen
12
4.
Adaptiviteit in JUMP
17
5.
Didactiek in JUMP
18
6.
Privacy
24
2 | © Malmberg, augustus 2016
1. Inloggen en activeren van licenties Docenten Inloggen en activeren van de docentlicentie van JUMP kan op twee manieren, namelijk via: 1. een Entree-account 2. de ELO van de school Indien u de docentlicentie via de ELO van de school wilt activeren, raden wij u aan om contact op te nemen met de ELO-beheerder of de ICT-coördinator van uw school. Meer informatie over inloggen en activeren via een Entree-account vindt u op de website: www.inloggenvo.malmberg.nl Leerlingen Inloggen en activeren van leerlinglicenties hangt af van de uitleverkeuze van de school. Leerlingen kunnen op drie manieren inloggen en activeren, namelijk via: 1. De ELO van de school 2. een Entree-account 3. Distribiteursportaal van de schoolboekhandel* Neem contact op met de coördinator Directe Toegang van uw school om na te gaan op welke manier uw leerlingen inloggen op digitaal lesmateriaal van Malmberg. Eerste keer inloggen JUMP Bij de eerste keer inloggen in JUMP verschijnt er een pagina met de vraag om het profiel aan te vullen. De leerling dient exact dezelfde schoollocatie te kiezen als de docent. Vervolgens voegt de leerling zichzelf toe aan een groep. Van belang is dat u als docent een groep heeft aangemaakt vóórdat de leerlingen de licentie activeren. We raden u aan om een planning klaar te zetten voordat leerlingen de licentie activeren. Wanneer u nog geen planning heeft aangemaakt en de leerlingen zichzelf wel in een groep hebben gezet, kunnen zij nog niet in het programma werken. Inloggen in het product JUMP gaat op dezelfde manier als bij alle andere digitale methode-onderdelen van Malmberg en andere educatieve uitgeverijen. Vaak wordt dit binnen een school centraal geregeld door de ICT-coördinator of ELO beheerder.
3 | © Malmberg, augustus 2016
2. JUMP voor docenten a. Profiel aanvullen Bij de eerste keer inloggen in JUMP verschijnt er een pagina met de vraag om het profiel aan te vullen. Vul uw gegevens in en klik op ‘Next’ en vervolgens op ‘Save’.
b. Klas aanmaken Van belang is dat u als docent vóórdat de leerlingen de licentie activeren een groep heeft aangemaakt. Klik op ‘Add group’.
Kies het juiste niveau en leerjaar waar u een klas voor wilt aanmaken. Bij ‘leerjaar’ kunt u kiezen uit 1 of 2, deze keuze beïnvloedt de inhoud en planning niet. Dus als u JUMP gebruikt in bijvoorbeeld klas 3 of 4, kunt u zowel 1 als 2 kiezen. De niveau keuze is wel bepalend voor de inhoud die uw leerlingen zien. Klik vervolgens op ‘Create a new group’.
4 | © Malmberg, augustus 2016
Vul de naam van de groep in en klik op ‘Next’.
Er verschijnt een nieuw venster. Indien uw leerlingen nog geen licentie hebben geactiveerd is deze lijst leeg en kunt u direct rechts onderin op de knop ‘Finish’ klikken.
Klas bewerken Klik op ‘edit’ om de klas te bewerken.
In dit venster kunt u de naam van de klas wijzigen. Wanneer leerlingen zichzelf aan een klas hebben toegevoegd, ziet u in dit venster een overzicht van de leerlingen in uw klas. Leerlingen voegen zichzelf toe aan een klas tijdens het eerste bezoek aan JUMP. Indien een leerling zichzelf in een verkeerde klas heeft geplaatst, kunt u dit als docent aanpassen. Dit kunt u doen door de leerling aan de andere klas toe te voegen. Klik rechts in de lijst met namen op het plusteken om een leerling toe te voegen.
5 | © Malmberg, augustus 2016
U krijgt een controle venster te zien. Klik op ‘Move’ om de leerling naar de andere klas te verplaatsen.
Klik links in de lijst met namen op het minteken om de leerling uit de klas te verwijderen.
Groups Het onderdeel klassenbeheer is administratief. Klik daarom nu op ‘Groups’ om de planning van de grammatica-onderwerpen en de resultaten van de leerlingen te zien. b. Planning aanpassen voor een klas Zet een planning klaar door op de knop ‘Set planning’ te klikken.
6 | © Malmberg, augustus 2016
Wanneer u een nieuwe klas aanmaakt, wordt u gevraagd om een startdatum te kiezen. Kies als startdatum het begin van het schooljaar. Bij klassen van leerjaar 2 is het handig om de startdatum in te stellen op de datum waarop leerjaar 1 eindigde (bijvoorbeeld op de laatste schooldag van leerjaar 1). Dit zorgt ervoor dat de onderwerpen van leerjaar 2 op een realistischere datum worden gepland. U kunt tussentijds de planning altijd aanpassen, zo vaak als u wilt. U kunt tussentijds de planning altijd aanpassen, zo vaak als u wilt.
Wanneer u een groep selecteert vanuit 'Groups' kunt u de planning bekijken en aanpassen.
7 | © Malmberg, augustus 2016
In dit scherm kun je: -
onderwerpen in een andere volgorde zetten (drag & drop) een onderwerp naar een andere datum verplaatsen (drag & drop) een nieuwe datum aanmaken (klik op de oranje knop 'Add date') meerdere onderwerpen tegelijk naar een andere datum verplaatsen (meerdere onderwerpen aanvinken en klikken op 'move flavours') Een datum wijzigen (klik naast de datum op 'edit' en kies een nieuwe datum) een datum verwijderen (klik naast de datum op 'delete') De onderwerpen die bij deze datum stonden, verplaatsen automatisch naar de eerst volgende datum.
Wanneer de planning is aangepast, wordt de to-do-lijst van alle leerlingen in de groep automatisch bijgewerkt. De planning kan tijdens het schooljaar gewoon worden aangepast. Na de aanpassing krijgt de leerling meteen de aangepaste to-do-lijst te zien. Klaar om te starten Als de klassen zijn aangemaakt, de leerlingen zijn toegevoegd en de planning klopt, kunnen leerlingen beginnen met werken in JUMP. De voortgang van de groep en de individuele leerlingen is te volgen door in de docentenomgeving op 'Students' te klikken. Planning kopiëren Als er meerdere klassen werken met JUMP kan het handig zijn om de planning voor meerdere klassen toe te passen. De planning kan worden gekopieerd door op het kalender-icoontje te klikken naast de zoekbalk.
U krijgt de vraag voor welke groepen u de planning wilt kopiëren. Selecteer één of meerdere groepen en bevestig het kopiëren door ‘Apply planning’ te typen. c. Resultaten van leerlingen bekijken Overzicht Onder het tabblad ‘Students’ kunt u als docent de resultaten van leerlingen bekijken. In onderstaand overzichtsscherm staan alle leerlingen onder elkaar en kunt u in één oogopslag zien welke leerlingen zijn vastgelopen op een onderwerp. In dit voorbeeld is ‘Leerling JUMP’ vastgelopen op het onderwerp ‘Comparative and superlative forms’. Deze leerling heeft zelf een melding gehad met de boodschap ‘It seems you are stuck. Please ask your teacher for help’.
8 | © Malmberg, augustus 2016
Resultaten van individuele leerlingen De resultaten van alle individuele leerlingen zijn te bekijken door op de naam van een leerling te klikken. Het volgende scherm verschijnt:
Bovenaan vindt u de ‘Active time’ van een leerling in de afgelopen zeven dagen. Dit is de tijd die de leerling productief in JUMP heeft gewerkt. Dit wordt vergeleken met het klassengemiddelde.
9 | © Malmberg, augustus 2016
In het midden van het scherm staan er drie lijstjes: - Collected = de behaalde grammaticaonderwerpen. - On track = de grammatica-onderwerpen waaraan de leerling heeft gewerkt en goed op weg is om de doelscore te halen voor de deadline. - Off track = de grammatica-onderwerpen waar de leerling moeite mee heeft. Bij deze onderwerpen is de leerling terugverwezen naar een onderliggend onderwerp of helemaal vastgelopen.
Onderaan de pagina is de ‘Adaptive flow’ te vinden. Hier ziet u precies welk pad de leerling heeft gevolgd tijdens het werken in JUMP. U ziet hier de laatste drie actieve sessies van de afgelopen zeven dagen. De flow kan worden bekeken door op de balk met de gewenste datum te klikken.
U kunt hier zien welke oefeningen de leerlingen hebben gemaakt (met de gegeven antwoorden) en welke theorie er is geraadpleegd.
10 | © Malmberg, augustus 2016
3. JUMP voor leerlingen a. Aanvullen gegevens Als leerlingen voor het eerst inloggen in JUMP wordt ze gevraagd een aantal gegevens in te vullen. Ze kiezen onder andere hun school (let er op dat de juiste school en locatie worden gekozen, anders vindt u de leerling niet terug in uw overzicht).
Ook kiezen ze een klas. Leerlingen krijgen een lijst van alle klassen die bekend zijn binnen de school (en locatie) en kunnen daaruit hun eigen klas selecteren. Deze procedure wijkt af van andere digitale methodes van Malmberg, waar de docent de leerlingen in een groep zet.
b. Eenmalige assessment Voorafgaand aan het werken aan de grammaticale onderwerpen die een docent voor de leerling klaarzet, maakt de leerling een assessment. Dit assessment is puur bedoeld om het actuele kennisniveau van een leerling vast te stellen. Het helpt de adaptieve technologie om een beeld te krijgen van wat de leerling beheerst op het gebied van
11 | © Malmberg, augustus 2016
grammatica en wat nog niet. Hoe meer er bekend is over een leerling, hoe beter het leermateriaal op zijn individuele behoeften en voorkeuren kan worden afgestemd. Het is verstandig om de leerlingen erop te wijzen dat het assessment direct start als ze voor het eerst inloggen bij JUMP. U kunt aangeven dat het geen toets is. In het assessment wordt de kennis van veel verschillende onderwerpen gemeten. Er zullen waarschijnlijk ook onderwerpen bij zitten die nog niet zijn uitgelegd in de klas. Het is niet erg of verkeerd als leerlingen fouten maken in dit assessment.
Als de leerlingen het assessment hebben afgerond, krijgen ze onderstaande melding en gaan ze daarna automatisch naar de to-do-lijst.
12 | © Malmberg, augustus 2016
c. Werken vanuit de to-do-lijst Leerlingen werken vanuit een to-do-lijst aan de grammaticale onderwerpen die u als docent voor hen heeft klaargezet. Ze zien altijd de meest actuele deadline met de daarbij behorende onderwerpen. De grammaticale onderwerpen zijn verpakt in een metafoor, namelijk ijssmaken. Leerlingen kunnen deze smaken ‘halen’ door te laten zien dat ze het grammaticale onderwerp beheersen. Het leren en oefenen van een ijssmaak gaat geheel adaptief (ondersteund door adaptieve technologie, zie hoofdstuk over adaptiviteit in JUMP).
Alleen de eerste oefening van elke smaak is voor elke leerling hetzelfde. Na deze oefening krijgt een leerling theorie en oefeningen die bij hem of haar past. Elke leerling volgt dus zijn eigen route om een ijssmaak te halen. Het kan zijn dat het nodig is om tijdelijk terug te gaan naar een onderwerp dat voorafgaat aan het onderwerp dat de leerling wil halen. Een leerling kan zien dat een oefening over een ander (voorafgaand) onderwerp gaat.
In dit geval is de leerling aan het oefenen om de smaak stracciatella (cardinal numbers) te halen en krijgt hij of zij een oefening van lemon (the present simple).
Dit wordt automatisch gedaan. De leerling krijgt tijdens het leren en oefenen steeds feedback over hoe het gaat. Als de leerling een onderwerp beheerst, krijgt de leerling een melding dat de smaak is gehaald en verschijnt er in de to-do-lijst een ijsbolletje in het hoorntje.
13 | © Malmberg, augustus 2016
d. Werken vanuit een complete lijst met onderwerpen Aan het einde van elke to-do-lijst (bij elke datum) staat een kaartje met daarop: Still not tired of English grammar? Or do you need some more practice?
Wanneer de leerling op dit kaartje klikt, verschijnt er een lijst smaken, geordend op onderwerp. Dit onderdeel is niet adaptief. De leerling kan hierin vrij oefenen. U kunt de resultaten en gemaakte oefeningen niet inzien. Als de leerling een volgende keer de pagina opnieuw opent, zijn alle opgaven weer leeg.
14 | © Malmberg, augustus 2016
Het is dus een soort playground waarin de leerling kan oefenen, zonder dat dit consequenties heeft. De leerling kan op deze manier ook oefenen met een eerder behaalde ijssmaak. Het complete overzicht met ijssmaken is ook beschikbaar voor docenten. De content kan door de docent bekeken worden. Op deze manier kan de docent ervoor kiezen om oefenen en theorie klassikaal te bekijken. De primaire plek voor leerlingen om te oefenen blijft de to-do-lijst.
smaak
onderwerp
oefeningen
theorie
15 | © Malmberg, augustus 2016
e. ondersteuning
Onder het blauwe communicatie icoontje rechtsboven vindt u hulp bij gebruik van JUMP
16 | © Malmberg, augustus 2016
4. Adaptiviteit in JUMP JUMP is een adaptief product. Adaptief lesmateriaal is – in tegenstelling tot gepersonaliseerd lesmateriaal – datagedreven. Dat wil zeggen dat de resultaten en de voortgang van iedere individuele leerling continu worden gemonitord. Niet door de docent, maar door intelligente software dat dergelijke data in kaart brengt met behulp van algoritmes. Dus waar de meeste educatieve producten grotendeels zijn gebaseerd op een ‘statisch’ curriculum, kenmerkt adaptief lesmateriaal zich door een veelheid aan dynamische, continu flexibele persoonlijke leerwegen. Op basis van de verzamelde data wordt het leermateriaal continu in real-time aangepast aan wat – op dat moment – het beste bij de leerling past. De software houdt daarbij rekening met het niveau (de moeilijkheidsgraad), de voorkeuren (verschillende oefen- en instructievormen) van de leerling en de manier waarop de leerling het beste leert. Zo sluit het leerproces zo nauw mogelijk aan op de individuele leerbehoeften van leerlingen. Hoe meer er bekend is over het leergedrag van een leerling, hoe beter het leermateriaal op zijn individuele behoeften en voorkeuren kan worden afgestemd. Binnen JUMP werkt de adaptiviteit als volgt:
Leerlingen werken vanuit een to-do-lijst aan concepten. De deadlines worden bepaald door de docent. De eerste oefening van elk concept is hetzelfde voor iedere leerling. Na deze oefening is elke volgende stap adaptief. Adaptieve technologie selecteert de best passende oefening of instructie. Dat kan uit het concept zelf zijn, maar ook uit een concept dat voorwaardelijk is. Als de verwachting is, dat een leerling een grammatica-onderwerp niet zal gaan beheersen voor de deadline, wordt de leerling verwezen naar een onderliggend concept dat eerst gehaald moet worden. De leerling is in dit geval ‘struggling’. Is er geen zinvolle remediëring of loopt de leerling ook vast in een onderliggend concept, dan wordt de leerling geadviseerd naar zijn docent te gaan. In dit geval is de leerling ‘stuck’.
17 | © Malmberg, augustus 2016
5. Didactiek in JUMP • • • • •
165 leerconcepten met voorwaardelijke relaties als uitgangspunt Assessment voor bepalen startniveau leerling Oefenitems: 30 tot 45 bij elk concept Instructie: twee tot vijf verschillende uitlegvormen voor elk concept Doeltaal = voertaal, met enkele uitzonderingen
Verdeling concepts Er zijn 47 brugconcepten; deze komen zowel in niveau A1-A2 als A2-B1 voor. A1-A2 heeft in aanvulling daarop 52 concepts die alleen in dit niveau voorkomen. A2-B1 heeft in aanvulling daarop 67 concepts die alleen in dit niveau voorkomen. Assessment • •
Vaststellen actueel kennisniveau van leerlingen De applicatie verzamelt informatie, zodat leerlingen de persoonlijke sturing krijgen die zij op dat moment nodig hebben.
Theorie/ instructie Alle leerlingen leren op hun eigen manier. De ene leerling leert het meeste van een tekstuele uitleg en andere leerling kijkt liever een filmpje of is geholpen bij een overzichtelijk schema. In JUMP hebben we gekozen om de instructie van de grammaticaonderwerpen op verschillende manieren aan te bieden.
18 | © Malmberg, augustus 2016
Bij elk grammaticaconcept zijn twee tot vijf verschillende vormen van uitleg beschikbaar. Hoe complexer een onderwerp, hoe meer varianten. Elke leerling krijgt die uitleg, die het best bij hem of haar past. De leerling kan de volgende vormen van uitleg tegenkomen: -
tekstuele uitleg visuele uitleg uitleg d.m.v. een animatie schematische uitleg theorie waarbij de leerling zelf de 'regel' moet ontdekken uitleg in het Nederlands
Voorbeelden: Tekstuele uitleg
Visuele uitleg
-
19 | © Malmberg, augustus 2016
Uitleg dmv een animatie
Schematische uitleg
20 | © Malmberg, augustus 2016
Uitleg in het Nederlands Van belangrijke concepten die voor leerlingen erg lastig zijn om te begrijpen, bieden we ook een Nederlandstalige uitlegvariant aan.
Oefeningen Er zijn verschillende soorten oefeningen: Losse oefenitems
21 | © Malmberg, augustus 2016
Oefenitems in context (verhaal, gesprek)
Oefenitems met en zonder visuele ondersteuning
22 | © Malmberg, augustus 2016
Oefenitems met verschillende (gesloten) interactietypen
23 | © Malmberg, augustus 2016
6. Privacy leerlingen Malmberg gebruikt de technologie van een derde partij, Knewton, om gegevens van leerlingen te laten analyseren. De informatie die Knewton over een leerling ontvangt is gekoppeld aan een geanonimiseerde ID. De informatie in het systeem van Knewton kan nooit worden gekoppeld aan de werkelijke identiteit van de leerling. Malmberg is verantwoordelijk voor en Knewton is bewerker van de gegevens, deze rollen zijn contractueel vastgelegd. Knewton onderschrijft dat zij zich houdt aan alle relevante wet- en regelgeving met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens. Meer informatie: http://www.malmberg.nl/Privacy.htm
24 | © Malmberg, augustus 2016