Bij het avondmaal over Matteüs 20:20-28
Godsdienstig was het niet correct… Christen in-spanning Programma NGK Themadag 2010 Drieluik over de verzoening Verlost door het bloed van Christus
19 maart 2010
54 06
Colofon Redactie A.P. de Boer, drs. F. Gerkema, M.C. Huijgen MSc. (eindredacteur), drs. P. Kleingeld, J. Kooiman, L.A.E. Wiebenga-Verrij (secr.), I.J. Zinkstok.
Agenda Ned. Geref. bijeenkomsten van meer dan plaatselijk belang 10 april
Jaarvergadering Opbouw, Houten. Voorafgaand aan de NGK Themadag om 12 uur. Zie de agenda in deze Opbouw.
10 april
NGK Themadag (voorheen Ontmoetingsdag). Info: www.ngk.nl/themadag.
20 april
Bijeenkomst gemeentestichting, Vleuten. Doel is om elkaar te ontmoeten en te bemoedigen, samen te bidden om leiding en om elkaar te informeren over wat er al gebeurt. Met sprekers Richard Roest en Peter Strating. Info:
[email protected].
Administratie N. Schenk, Droogoven 7, 3961 EW Wijk bij Duurstede, (0343) 57 50 27,
[email protected]. Gironummer 404945 t.n.v. Persvereniging Opbouw.
13 nov
Vrouwencontactdag, Nunspeet. Thema: ‘Hoe geeft God kleur aan jouw leven?’
Persvereniging Opbouw is een uitgave van de Persvereniging Opbouw. Het adres is dat van de secretaris, M.E. van Gent-Petter, Dennekruid 99, 3068 SG Rotterdam,
[email protected]. U kunt lid worden door overmaking van € 15,50 op giro 404945.
Overige bijeenkomsten
Adressen van de redactie Kopij: M.C. Huijgen, Troosterlaan 48, 3571 NN Utrecht, (030) 20 10 488,
[email protected]. Kopij Oplocatie: A.P. de Boer, Kombuis 111, 3863 VN Nijkerk, (033) 245 11 06,
[email protected]. Kopij moet de dinsdag twee weken voor de verschijningsdatum binnen zijn. Overige redactiezaken: L.A.E. Wiebenga-Verrij, Van Oordtstraat 5, 8071 KV Nunspeet, (0341) 26 01 39,
[email protected]. Website www.opbouwonline.nl
Abonnementen Informatie over een gratis proefabonnement (6 nummers) en overige abonnementen geeft de administratie. Abonnementen kunnen elk moment ingaan, maar slechts per 31 december eindigen. Opzeggen kan tot 15 november. Abonnementsprijs Jaarabonnement € 41,25,- halfjaar € 23,-. Studenten € 20,50 per jaar. E-mailabonnement € 34,- per jaar (studenten € 14,-). Europa € 78,-. Buiten Europa Priority € 103,50 per jaar. Bij betaling per incasso € 1,- reductie. Losse verkoop € 2,-. Advertenties en instekers formaat breedte x hoogte tarief ex. btw pagina 180 x 266 mm € 440,1/2 pag. liggend 180 x 130 mm € 220,1/2 pag. staand 87 x 266 mm € 220,1/4 pag. liggend 180 x 62 mm € 110,1/4 pag. staand 87 x 130 mm € 110,1/8 pag. liggend 87 x 62 mm € 55,Insteken van drukwerk: tarief afhankelijk grootte en gewicht. Sluitingstermijn: woensdag 8.30 uur, anderhalve week voor verschijningsdatum; overlijdensberichten uiterlijk maandagochtend 9 uur in de week van verschijning. Informatie en opdrachten: N. Postuma, (0341) 842147 / 06-13995905,
[email protected]. Aanlevering: Grafisch bedrijf Bredewold, t.a.v. Opbouw, (zo mogelijk digitaal), adresgegevens zie hieronder. Opmaak Grafisch Bedrijf Bredewold, Postbus 86, 8090 AB Wezep, tel. (038) 376 33 90, fax (038) 376 53 03, e-mail:
[email protected], www.bredewold.nl. Technische realisatie en druk Zalsman Kampen, Haatlanderdijk 14, Postbus 255, 8260 AG Kampen, tel. (038) 337 18 00 ISSN 0030-3356
2
opbouw 54/06, 19 maart 2010
26-27 mrt New Wine-Gemeenteconferentie, Leiden. Met Rob Whittaker over het thema ‘Ben je wie je mag zijn? Getting the King out of the boy’. Een man of vrouw naar Gods hart. Ben je dat, word je dat, hoe blijf je dat? Info en opgave: www.new-wine.nl. 26-28 mrt Basisweekend Protestants Marriage Encounter, Helvoirt. Een veilige entourage om de liefde voor je levenspartner te verdiepen. Info en opgave: www.eenwegvoorsamen.nl. 27 mrt
New Wine avond, Hattem. Thema: Vergeet niet - over de ervaring van Gods goedheid. Met ds. Dick Lagewaard uit Veenendaal. Info en opgave: www.new-wine.nl.
2-4 apr
L’Abri-weekend, Eck en Wiel. In het paasweekend is l’Abri open voor mensen die deze belangrijke feestdag met ons willen meevieren. We beginnen vrijdagavond op zijn joods en sluiten zondag af met het christelijk antwoord op het uitkijken naar de Messias. Info en opgave: www.labri.nl.
Tips voor auteurs De redactie stelt inzendingen van externe schrijvers op prijs. Voor ingezonden stukken die reageren op artikelen in Opbouw, is 250 woorden de maximale lengte. Daarnaast is er ruimte voor langere opiniërende bijdragen met een maximale lengte van 1100 woorden. Vóór het schrijven en inzenden daarvan is het raadzaam eerst contact op te nemen met de eindredacteur. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden bijdragen te redigeren, in te korten of niet te plaatsen. Bij elke inzending zien wij ook graag een illustratie of een suggestie voor een illustratie. Kijk voor de opzet van een artikel naar voorbeelden in dit nummer of vraag de redactie om onze schrijfwijzer.
In dit nummer:
4
12 Coververhaal: Bij het avondmaal over Matteüs 20:20-28
NGK’ers positief-kritisch over Nationale Synode
Godsdienstig was het niet correct…
18
29 Vertrouwens- en Adviescommissie
Programma NGK Themadag
Christen in-spanning
En verder Uitnodiging jaarvergadering ‘‘Emeritaatsvoorziening CGK Verlost door het bloed van Christus Apeldoorn scheidt bestuur en pastoraat Bivakkeren in een moeilijk gebied Uitslag Matthäus-prijsvraag
Kerken herkennen zich in aanbevelingen
Rubrieken 10 15 Jeugdwerk in aanbouw 15 Boeken Wereldwijd nieuws 20 Wereldwijd 22 Column 25 Fragmenten Opschrift Persschouw Oplocatie
7 8 10 11 24 25 26 28 29 opbouw 54/06, 19 maart 2010
3
‘Er moeten niet alleen grijze koppen bij betrokken worden’
NGK’ers positief-kritisch over Nationale Synode De initiatiefnemers van de Nationale Synode willen op 10 en 11 december vertegenwoordigers van tal van kerkgenootschappen bijeenbrengen in de Grote Kerk in Dordrecht voor een ‘dynamische bijeenkomst voor de versnipperde protestantse kerken’. Uit een rondgang van Opbouw blijkt dat de NGK positief-kritisch tegenover het initiatief staat.
TEKST BERT DE BOER
Het idee van een Nationale Synode is afkomstig van ds. G. de Fijter, oudpreses van de Protestantse Kerk in Nederland. Het plan werd in 2008 geboren en afgelopen najaar presenteerde De Fijter met een speciale stuurgroep de eerste plannen. De synode is bedoeld voor ‘de versterking van onderlinge contacten en een aanmoediging tot meer eenheid als christenen in het publieke domein’. Het initiatief heeft niet als doel de eigen kerkelijke synodes op te heffen, het gaat om een synode in de letterlijke zin van het woord: een ‘samen-komst’. ‘We willen er een dynamische bijeenkomst van maken’, zegt Bert de Jong, projectcoördinator van de Nationale Synode. ‘Er gaat straks echt iets gebeuren. Het zou historisch zijn als kerken gezamenlijk met een verklaring komen en zich uitspreken over wat hen verbindt.’ Als aanzet heeft de stuurgroep een ‘credo’ opgesteld. Deze korte tekst, geïnspireerd door de Apostolische Geloofsbelijdenis, is een groeitekst. De Jong: ‘Uitgangspunt van onze opzet is dat zoveel mogelijk lokale, betrokken kerkleden – uit alle geledingen van de verschillende kerken en kerkgenootschappen – reageren op de credotekst. Hun reacties worden zorgvuldig gewogen, waarna de stuurgroep nog eens kijkt naar het geheel.’ De verwachting is dat een eventueel herziene credotekst rond de
4
opbouw 54/06, 19 maart 2010
Een deel van de stuurgroep van de Nationale Synode
zomer gepresenteerd wordt. Een samenvatting van de reacties wordt gepubliceerd op de website www.nationalesynode.nl. Vervolgens wordt het geheel aangeboden aan de officiële vertegenwoordigers van de verschillende kerken, die tegelijkertijd worden uitgenodigd voor de synode. Op 10 en 11 december zullen deze delegaties uiteindelijk samenkomen voor het protestants forum.
Gewaardeerd Ds. Han Horsman uit Zwolle fungeerde voor de NGK als tussenpersoon voor de stuurgroep. Hij zocht een tiental NGK-leden uit – ‘jong en oud, eerlijk verdeeld over de beide
sekses’ – en stuurde een vragenlijst door. Inmiddels heeft Horsman de reacties binnen en kan hij voorzichtig een beeld schetsen. ‘Over het algemeen wordt de poging om te komen tot een hedendaagse formulering van wat wij als verschillende kerken samen belijden door de respondenten gewaardeerd. Er is geen kritiek op de “gezamenlijkheid” en niemand is van mening dat er verkeerde dingen in de credotekst staan.’ Toch worden er ook kritische kanttekeningen geplaatst. Horsman: ‘Wat bijvoorbeeld gemist wordt, is de expliciete vermelding van de schepping van hemel en aarde, de maagdelijke geboorte en de hemelvaart en heer-
schappij van Christus. Er zijn echter ook mensen die de tekst te uitgebreid vinden. Sommigen vragen zich verder af of de gebruikte taal begrijpelijk genoeg is. De één vindt de tekst te wollig, de ander vindt de taal juist te gepolijst, te glad en afgewogen.’
Opstart De reacties van verschillende NGKpredikanten zijn al even divers, hoewel in de basis positief. ‘Het is beslist geen bleke compristekst’, oordeelt de Assense predikant Ton Vos over de credotekst. ‘Ik was positief verrast
door de inhoudsvolle tekst.’ Hij beschouwt het credo vooral als een document om onderling over door te praten. ‘Ik zie het niet als een slotconclusie, maar als een opstart tot een inhoudelijk gesprek, waarbij we met elkaar zoeken naar eenheid. Het moet niet zozeer een opgepoetst statement worden dat in de etalage wordt gezet om de Nederlandse samenleving eens te laten zien hoe eensgezind we wel zijn. Je moet onderlinge verschillen niet gaan verdoezelen of een eenheid suggereren die er nog niet is.’ Vos vindt de term ‘nationale synode’
wat ongelukkig gekozen. ‘Het klinkt zo pretentieus. Op de terminologie valt wat mij betreft dus wel wat af te dingen. De initiatiefnemers beseffen zelf ook wel dat zo’n term associaties oproept. Wat ik daarnaast jammer vind, is dat bijvoorbeeld de roomskatholieken buiten de boot vallen. Ik had het mooier gevonden als het wat breder was getrokken.’
Roeping Ds. Bert Lakerveld van de 3GK-gemeente in Deventer vindt de Nationale Synode ‘boeiend’. Hij vraagt zich
‘Wij geloven in de Levende God: Vader, Zoon en Heilige Geest’ God de Vader
De Heilige Geest
Hij, de Schepper en de oorsprong van alle leven, heeft ons de aarde toevertrouwd om die te beheren en behoeden. Ons heeft Hij ervoor bestemd met Hem en onze medemens te leven in trouw, in liefde en in vrede. Maar waar wij God vergeten en verlaten - dat doen we al sinds mensenheugenis verliezen we de zin van ons bestaan. Daar maakt het kwaad zich breed, in liefdeloosheid, ontrouw en geweld: een wereld die gedoemd is in het oordeel te vergaan. Toch blijft God trouw aan wat Hij schiep! Dat spoort ons aan naast anderen te gaan staan, in al hun moeiten klein of groot. Aan zijn zorgende hand vertrouwen we ons toe, zowel tijdens ons leven als in het moment van onze dood.
Met Pinksteren is de Heilige Geest uitgestort. Hij kwam en hij komt met een regen van gaven. Hij opent ons oog en ons hart voor Jezus en maakt voor Hem plaats in ons leven. De getuigenissen van profeten en apostelen, doorademd van de Geest, leren ons te gaan in Jezus’ spoor om met vallen en opstaan een leven te leven door Gods genade. Dat brengt ons bij onze naaste om helper te zijn waar geen helper is, te bidden waar mensen verstomd zijn en te spreken voor wie monddood zijn gemaakt. De vreugde van dit evangelie bindt ons samen, wij horen bij elkaar en zijn aan elkaar gegeven in het ene lichaam van Christus, zijn kerk. Het doet ons pijn dat die eenheid in Christus onder ons zo gebroken is, onzichtbaar haast. Daar kunnen we niet in berusten, want de goede Herder heeft één kudde. In ons land groeit de gemeenschap van hen die komend uit de wereldwijde christenheid, aan hun geloof enthousiast uiting geven. Samen willen we kerk zijn in Nederland en elkaar bemoedigen in geloof, hoop en liefde. Wij bidden dat hiervan een sprake mag uitgaan naar allen met wie we in gesprek zijn, ook met hen die een andere godsdienst belijden. Zo zijn we onderweg naar de dag dat Jezus Christus terugkomt. Dan zal God alle kwaad tenietdoen, zijn vrede en gerechtigheid ons schenken: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Jezus Christus God is de Levende, die we werkelijk kennen mogen door zijn Zoon Jezus Christus, geboren uit Israël, in wie wij Gods verborgen hartklop horen. Jezus is de rechtvaardige, die de wil van God heeft gedaan en ons deze wil heeft voorgeleefd. Hij heeft onze schuld op zich genomen en gedragen, aan het kruis van Golgotha ons weer met God verzoend. Zijn graf was niet het einde: Hij is opgestaan! Daarom heeft voor ons de dood niet meer het laatste woord. Sinds Pasen klinkt het evangelie voort, het woord van omkeer tot nieuw leven. Het verkondigt ons Gods vrede die het verstand te boven gaat. Geen mens is meer een hopeloos geval want in de muur van dood en schuld, heeft Jezus een deur geopend naar de Vader en elkaar. Naar Hem zien we verlangend uit: Kom, Heer Jezus, kom!
Dit statement werd op 14 oktober 2009 gepresenteerd in de Lutherse kerk te Utrecht als startschot voor de organisatie van een tweede nationale synode van Nederland.
opbouw 54/06, 19 maart 2010
5
Professor Peels houdt een toespraak tijdens de presentatie van de Nationale Synode.
wel af of er voldoende draagvlak is voor de beweging. ‘Ik denk dat de verschillen nog te groot zijn. Misschien zijn kerken dichter naar elkaar toegegroeid, maar gemeenteleden zijn veel individualistischer geworden. Mensen creëren tegenwoordig een heel eigen geloofspalet, vroeger was de uniformiteit veel groter.’ De 3GK-gemeente is een samenwerkingsgemeente van de CGK, de GKV en de NGK. Hoewel elke kerk nog steeds is verbonden aan het eigen landelijke kerkverband, vormen de gezamenlijke kerkleden in Deventer één gemeente van zo’n duizend personen. Lakerveld: ‘De samenwerkingsgemeente bestaat nu ruim een jaar. Er ging een proces aan vooraf dat zo’n twintig jaar heeft geduurd. De grote drijfveer was dat we ons geroepen voelden tot eenheid in Christus.’ Die roeping is er volgens hem ook landelijk in grotere verbanden. ‘Wat dat betreft hoop ik dat de synode goede resultaten mag hebben, al heb ik er niet zoveel verwachtingen van. Het leeft naar mijn idee nog niet echt. Ik heb nog niemand over het initiatief gehoord of gesproken. Ook geloof ik niet zo in het afgeven van een gezamenlijk signaal richting de Nederlandse samenleving. De kracht van het geloof moet eerder blijken uit ons dagelijkse leven.’
6
opbouw 54/06, 19 maart 2010
Krampachtigheid ‘Ik volg de ontwikkelingen rond de synode met ambivalente gevoelens’, laat ds. Henk Zuidhof uit Urk weten. ‘Het streven naar meer eenheid is heel mooi, maar we moeten waken voor krampachtigheid. Het is me opgevallen dat de reacties tot nu toe heel verschillend zijn. De één juicht het initiatief van harte toe, terwijl de ander er juist vraagtekens bij plaatst. Vaak zijn het de herkenbare, voorspelbare reacties. Het zou mooi zijn als we hier op een ontspannen wijze mee om kunnen gaan. Het ontmoeten van elkaar is immers zeer wezenlijk.’ Door de term ‘nationale synode’ te bezigen, hebben de initiatiefnemers volgens Zuidhof zeer bewust gekozen voor een 'kerkelijke bedding'. ‘Ik acht de kans echter groot dat het in een kramp schiet en er uiteindelijk kerken zullen afhaken. Dat zou jammer zijn, want alleen hier op Urk zijn er al tien verschillende gereformeerde kerken. Praten over wat ons bindt, zou een goede zaak zijn. Al weet ik niet hoe sterk dat hier leeft. Wellicht is de drang om elkaar te ontmoeten groter in een geseculariseerde omgeving. Zuidhof vindt dat kerken kritisch naar zichzelf moeten blijven kijken. ‘We moeten ons doorlopend afvragen hoe we de levende kerk van Jezus Christus kunnen vormen in deze eenentwintigste eeuw. Zijn we
niet teveel verburgerlijkt? Je ziet vaak dat jongeren veel meer openstaan. Zij kijken meer over kerkmuren heen. Als de synode een beweging op gang wil brengen, moeten er niet alleen grijze koppen bij betrokken zijn. Ik behoor zelf ook al tot de senioren, maar kan nog veel van jongeren leren. Ik heb bijvoorbeeld bewondering voor jonge predikanten die op een eigentijdse wijze invulling aan hun ambt geven.’
Relaxter Ook volgens ds. Van der Velde uit Bunschoten gaat de jongere generatie ‘een stuk relaxter’ om met kerkelijke verschillen. ‘Ze hebben geen kerkscheuring meegemaakt en torsen dus niet de last van het verleden mee. Ze verbazen zich juist over het feit dat er zoveel verschillende kerken zijn. Voor initiatieven die de kerkelijke eenheid kunnen bevorderen, zoals de nationale synode, zie ik het draagvlak groeien. Ik denk ook dat het goed is dat kerken elkaar meer opzoeken. Vaak is de eenheid er al op het grondvlak. Niet voor niets zie je lokaal veel interkerkelijke verbanden ontstaan. Een goede zaak, want de verdeeldheid van de kerken heeft ons getuigenis ongeloofwaardig gemaakt. We staan veel krachtiger als we meer eenheid vormen.’
Jeugdwerk in aanbouw Jeugdwerkland is constant in beweging. Elke maand spreekt André Maliepaard (
[email protected]), jeugdwerkadviseur van het NGJ, met iemand uit zijn netwerk over een ontwikkeling of een nieuwe uitgave.
We willen een dude TEKST ANDRÉ MALIEPAARD
Vandaag heb ik een afspraak met Martin Lingstuyl. Hij is jeugdwerker van de NGK in Houten. Ik ben wat te vroeg. Ik klap mijn laptop vast open. Martin is er nog niet. Ik ben benieuwd naar zijn verhaal. De zon schijnt inmiddels dapper door de glazen pui van de lichtboog als Martin, gewoon op tijd trouwens, arriveert. Hij vertelt dat hij de ochtend thuis heeft gewerkt voor zijn eigen bedrijf: het bouwen van websites. Al snel gaat het gesprek over jeugdwerk en alles wat daarbij komt kijken. Martin blijkt na enig rekenwerk, met als ankerpunt zijn trouwen in 2007, vanaf september 2006 jeugdwerker te zijn voor 18 uur. Zijn focus ligt bij de 11- tot 19-jarigen. Voor het komende jaar heeft hij een uitbreiding van 10 uur per week om te investeren in een project voor de 1825 jarigen. ‘Ik ben aangenomen om een gezicht te zijn in de gemeente voor jongeren. En nu quote ik: “we willen een dude.” Tenminste, dat zei iemand toen ik aangenomen werd.’ Wat was precies de opdracht die je meekreeg dan? ‘Ze wilden dat ik midden tussen de jongeren kwam te staan en dat ik dat ging delen met de rest van de kerk en dat ik de rest van de kerk ging delen met de jongeren. Ik mocht daarbij projectmatig werken. Onze jeugdouderling stuurt het hele jeugdwerk in de basis aan en de jeugdwerker wordt vrijgezet om daaromheen dingen op te pakken die goed zijn om te doen.’ Kun je daarvan een voorbeeld geven? ‘Een bijeenkomst met Greg Ogden rond groepjes van jongeren die groeien naar Jezus (triades). Dat heb ik opgepakt.’ Je hebt dus in de gemeente je handen vrij… ‘Ja, en daarnaast heb ik een missionaire opdracht. Daarvoor heb ik contact gezocht met een middelbare school en daar zijn we een project aan het opzetten.’ Hoe zit het dan met het trainen van leiders en het ontwikkelen van visie bijvoorbeeld? ‘Daarin wordt ik betrokken in een meedenkende rol. Ik heb de mogelijkheid om me overal tegenaan te bemoeien, maar ik hoef het niet allemaal te doen. Waar ik zelf wel van hou is langsgaan bij jeugdgroepen en kijken hoe ze het
doen. Dat doe ik ieder jaar. Meestal hou ik dan zelf een inleiding en probeer dan ook de leiders te coachen.’ Kun je aangeven wat je taken zijn, naast de zaken die je al noemde? ‘Ik ben bezig met Youth Alpha. We willen gasten uitdagen hiervoor hun vrienden mee te nemen. We doen de bus in het centrum. Een project waar we veel hangjongeren ontmoeten. Daar zijn ook jongeren van meegegaan naar Youth Alpha. Ik doe vijf jongerendiensten per jaar. Twee daarvan in de middagdienst en drie ’s avonds, alleen voor jongeren. Daar doen we wel leuke dingen mee. Zo hebben we op 4 mei tijdens de dienst allemaal witte rozen gebracht naar een oorlogsmonument. Ik begeleid ook een groep jongeren en jongvolwassenen die tien keer per jaar een tienerpreek houden. We hebben sinds dit jaar ook een groep die jongeren bezoeken die overal buiten vallen. Dat is geen pastoraat, maar heeft als doel deze jongeren weer betrokken te maken.’ Genoeg te doen dus. ‘Ja, meestal komen er nog honderd andere kleine urgente dingen op mijn pad. Je kent dat wel. Een mail met een kleine vraag waar dan toch over nagedacht moet worden. Laatst nog één: wat we met de jongerenpagina willen in het kerkblad.’ Tot slot: Wat zou jij kerken adviseren? ‘We moeten investeren in kleine groepen om samen naar Jezus te groeien. Investeren in persoonlijk jongerenwerk.’ Daarna lopen we nog even langs zijn werkplek, waar blijkt dat we nog lang niet uitgesproken zijn… Volg het NGJ ook op twitter: www.twitter.com/ngkjeugdwerk.
opbouw 54/06, 19 maart 2010
7
Boeken Een inspirerende en andere kijk op opvoeding TEKST HENK ALGRA De onlangs verschenen Jeugdmonitor schetst een somber beeld van de ‘jeugd van tegenwoordig’. Ze zijn ‘verpest’ door hun ouders die geen grenzen dúrfden te stellen. In de media klinkt de roep om een strengere opvoeding. Is dát het alternatief? De Deense gezinstherapeut Jesper Juul geeft in zijn nieuwste boek ‘Gezinsleven’ een andere en meer fundamentele kijk op de problemen in de hedendaagse opvoeding.
Machtsstrijd Gaat het bij de opvoeding over de relatie tussen ouders en kinderen? Volgens Juul moeten ouders eerst hun onderlinge relatie en de verwijten die ze elkáár maken onder de loep nemen. Moeder vindt dat zij overal alleen voor staat en vader vindt dat hij het tóch al zo druk heeft. ‘Zij doet haar beklag en bekritiseert haar partner in plaats van te zeggen wat ze verlangt. Hij verdedigt zich in plaats van haar te antwoorden’. Daarmee maak je – aldus Juul – je relatie tot een soort koehandel: als jij dit doet, doe ik dat. ‘Hoe meer energie we besteden aan het verdedigen van onze gevoelens, des te meer ontaardt de relatie in een permanente machtsstrijd. Wie probeert die machtsstrijd te winnen zet daarmee de relatie op het spel.’ Dat patroon los je niet op met afspraken. Er moet iets fundamentelers gebeuren. De ingrediënten daarvoor zijn gelijkwaardigheid, integriteit (de ander respecteren als persoon), authenticiteit (trouw aan jezelf zijn), verantwoordelijkheid en gemeenschap. In de rest van het boek werkt hij deze thema’s uit.
Het kind op de troon Eeuwen lang waren ouders er op uit om hun kinderen tot gehoorzame burgers op te voeden. Daarmee ontnamen ze kinderen een deel van hun verantwoordelijkheid. Tót de jaren ’60. Toen kwam er een nieuwe gene-
8
opbouw 54/06, 19 maart 2010
ratie ouders, die niet wilde bepalen wat goed was voor hun kind. De rollen werden omgedraaid: het kind kwam op de troon en de ouders waren er ten dienste van hun kind. Dát is wat Juul als de kern ziet van de huidige gezinsproblematiek. Ouders die geen verantwoordelijkheid meer durven te nemen en kinderen die daar ongelukkig door zijn geworden.
Zin en behoefte Een intrigerend onderscheid dat Juul beschrijft is dat tussen zin en behoefte. Een kind heeft zin in een ijsje. Als het kind zijn zin niet krijgt begint het te zeuren, vervolgens te schreeuwen en misschien zelfs te huilen. Ouders denken dan dat ze hun kind te kort doen, want als je kind huilt heb je iets niet goed gedaan. Juul: ‘Kinderen weten niet waar ze behoefte aan hebben, ze weten alleen maar waar ze zin in hebben.’ Dat is typerend voor de huidige cultuur die gericht is op uiterlijk, netwerken en kicks. Het is een op zichzelf gerichte, narcistische cultuur. Een behoefte gaat veel dieper. Dan wil je erkend worden, er onvoorwaardelijk mogen zijn. De hedendaagse kicks daar geen antwoord op.
Perfecte opvoeders Veel ouders denken dat je kinderen conflictloos en probleemloos op kunt voeden. Opvoeden moet dus ‘leuk’ zijn en ouders willen aardig gevonden worden. Het gevolg is dat ouders zich schamen voor conflicten. Ze willen vooral niet opvallen: het gezin moet voor de buitenwereld een toonbeeld van geluk zijn. Maar die ambitie om perfecte ouders te zijn is het allerzwaarste juk dat je op de schouders van je kinderen kunt leggen! Als ouders niet hun verantwoordelijkheid nemen worden kinderen egocentrisch, asociaal en ongevoelig voor de emoties van anderen. Bovendien zijn ze erg eenzaam. Opvoeden kan niet zonder deuken en blutsen, want
we leven in een gebroken wereld. Juul: ‘Ik ben er niet op uit om de pijn te idealiseren. Ik wil alleen maar wijzen op het bestaan ervan.’
Wat wil jij? Wat wil ik? Kinderen kunnen door zielig te doen ouders in een schuldpositie manoeuvreren, waardoor deze zich opofferen. Maar wat heeft het kind aan een moeder die zichzelf opoffert? Moeder is moe, maar het kind wil naar huis gedragen worden, terwijl de moeder ook twee tassen sjouwt. Maak je positie duidelijk, neem je verantwoordelijkheid en geef het kind zijn verantwoordelijkheid, zegt Juul. Dat doe je door de volgende boodschap: ‘wat wil jij, wat wil ik?’ ‘Jij wilt graag opgetild worden, maar ik kan je nu niet dragen.’ Geen zuchtende moeder die toch maar doet wat het kind verlangt (verantwoordelijkheid en authenticiteit). Een kind dat zijn verantwoordelijkheid krijgt, maar niet wordt veroordeeld (integriteit).
Beoordeling Gezinsleven vind ik een confronterend boek. Of je nu wilt of niet: je komt je-
zelf tegen. Maar het is een boek dat wel erg veel te bieden heeft en laat zien waar pijnpunten in de hedendaagse opvoeding liggen. Ik heb wel een aantal punten van kritiek. Zo wil Juul wel érg veel door gesprekken oplossen. Met je houding bereik je meer dan met je woorden. Ook passen de voorbeelden in het boek bepaald niet bij de ‘gemiddelde’ peuter. Verder vind ik dat Juul te generaliserend en te negatief schrijft over opvoeders. Ik ken veel ouders die wél hun verantwoordelijkheid nemen
en veel jongeren die niet alleen gaan voor de kick. Juul ontkomt vervolgens niet aan tegenstrijdigheden. Hij zet zich af tegen pedagogisch perfectionisme, maar ontkomt zelf niet aan het ideaal van het streven naar pedagogisch perfectionisme. Doordat hij thema’s scherp neerzet heeft hij wel een leerzaam en intrigerend boek geschreven. Gezinsleven is een inspirerend boek als het gaat om de vraag hoe christenen hun opvoedingsverantwoordelijkheid kunnen nemen. Juul zet
opvoeders aan het denken, maar geeft hen ook iets mee: een visie, een perspectief. Visionair opvoeden: we zijn onderweg. Daar heeft de hele samenleving behoefte aan. Juul, J. (2009) Gezinsleven. Nieuwe waarden voor een nieuwe tijd. Archipel, Amsterdam, 160p, € 16,90. Henk Algra is orthopedagoog en lid van de CGK/NGK Alkmaar. Hij spreekt over dit onderwerp op de NGK Themadag op 10 april.
Allochtonen als lid van de gemeente TEKST SIEBREN WOUDSTRA Wat betekent het voor een gemeente als allochtonen lid worden? Niet maar voor een paar maanden, op doorreis naar een volgende bestemming in Nederland of elders in de wereld, maar voorgoed? De vrijgemaakt gereformeerden in het Rijnmondgebied hebben op dit punt lessen geleerd en daarvan brengen ze verslag uit in hun brochure Samen. ‘Culturele vraagstukken en verschijnselen gaan vandaag de dag de grote massa aan’. Met dit citaat van de cultuursocioloog Gabriël van den Brink, openen de auteurs, Simon van der Lugt en Rinus Visser, het voorwoord. Ze beseffen terdege dat een multiculturele kerk in ons land steeds actueler wordt. Kernwoorden in hun verhaal zijn migratie en cultuur: Wat betekent het dat mensen land en volk verlaten om zich elders te willen vestigen?
Migratie in de Bijbel Migratie is geen nieuw verschijnsel; ze is van alle tijden. De Bijbel kent al voorbeelden van migranten, die hun eigen land verlieten om in een ander land te wonen. Jacob vertrok naar Egypte; Noömi vertrok met haar gezin naar Moab, en zelfs Jezus Christus moest op jonge leeftijd als een politieke vluchteling uitwijken omdat men Hem naar het leven stond.
Culturele verschillen Hoe moeten de allochtonen opgevan-
gen worden in de bestaande kerken? De auteurs pleiten voor integratie met een beroep op 1 Korintiërs 1 vers 12: ‘Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat; ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam. Zo is het ook met het lichaam van Christus.’ Maar in hoeverre moeten de ‘nieuwe Nederlanders’ zich aanpassen aan onze cultuur?. Als er nu veel allochtonen de kerk bezoeken hebben we de keuze uit drie vormen van kerk-zijn: - Het assimilatiemodel: de allochtonen passen zich aan. Dit is realiteit voor de meeste kerken in ons land. - Het segregatiemodel: er zijn binnen de lokale gemeente aparte samenkomsten van bijvoorbeeld Arabischtaligen, Hindoestanen en Antillianen. In dit geval is er geen sprake van wederzijdse beïnvloeding en de verschillende culturen blijven binnen de lokale kerk bestaan. - Het meervoudig – pluralistische model: met elkaar wordt ruimte gemaakt voor de verschillen van elke culturele achtergrond.
Nieuwe situatie De kerken in ons land zullen hun houding moeten bepalen in een confrontatie met de allochtone medegelovigen. Dit is extra moeilijk door het haastige en zakelijke van onze cultuur. Dat vormt een grote belem-
mering voor het kweken van onderling vertrouwen en vertrouwen is belangrijk: het is het cement van een geestelijk tehuis. Samen is een bruikbaar boekje met een hoge actualiteitswaarde. Aan het slot van elk hoofdstuk wordt een situatie beschreven of een bespreking in de groep op gang gebracht. Simon van der Lugt en Rinus Visser, Samen. Multiculturele opbouw van de christelijke gemeente. Uitg. Missionaire Arbeid Rijnmond; www.maronline.nl. 67p. Siebren Woudstra woont in Espel en is lid van de NGK Emmeloord.
opbouw 54/06, 19 maart 2010
9
Wereldwijd nieuws Terug uit Suriname
Business at mission in Laos
Aart Jan en Froukje Wijnbergen zijn 4 maart terug gekomen na een jaar in Suriname te hebben gewerkt bij stichting Weid mijn lammeren. Ze zijn daar actief geweest in het kinder- en jeugdwerk. ‘We hebben veel bijzonder werk mogen doen en hebben zeker een mooie tijd gehad, waarin we Gods liefde mochten delen met veel kinderen en jongeren.’ Aart Jan en Froukje kijken ernaar uit om hun ervaringen met de mensen in Nederland te mogen delen en zullen zich ook na hun terugkomst voor Weid mijn lammeren blijven inzetten. Dit onder andere voor de bouw van een kinderdagverblijf van de stichting. Op de ontmoetingsdag van 10 april kunt u ze ontmoeten, Aart Jan en Froukje zullen dan met een stand van stichting Weid mijn lammeren aanwezig zijn. www.wijnbergeninsuriname.nl / www.weidmijnlammeren.org.
Wessel Huisjes woont en werkt al 16 jaar in Laos. Vanuit zijn landbouwkundige achtergrond deed hij ontwikkelingswerk bij een aantal bergvolken in het noorden van Laos. Dit werk groeide van ontwikkelingshulp naar business at mission. Er zijn weinig christenen in Laos. Zij hebben het niet makkelijk en de regering werkt hen behoorlijk tegen. Vorig jaar moest Wessels bedrijf uit Laos vertrekken. Zijn christen-zijn was daarin een belangrijke factor. Inmiddels is, net over de Thaise grens, een nieuw bedrijf gestart, in de hoop het werk met en voor de Laotianen door te kunnen zetten. In Laos leerde Wessel Ut kennen. Zij is een kleine, mooie Laotiaanse, hij een lange blonde polderman. 10 januari vond de kerkelijke inzegening van hun huwelijk plaats in Thailand. Een feest volgde op de 16e, in Laos. Hun trouwtekst was 1 Korintiërs 13:7: Love always protects, always trusts, always hopes, always perseveres. Dit is Gods liefde die zij ook zo graag door willen geven aan de mensen van hun land.
Uitnodiging jaarvergadering
Uitnodiging
Geachte abonnee,
U wordt van harte uitgenodigd de jaarvergadering van 2010 bij te wonen. Deze zal plaatsvinden DV op zaterdag 10 april in de Nederlands Gereformeerde kerk De Lichtboog te Houten.
Wij zullen onze vergadering houden voorafgaande aan de Landelijke Themadag van 12.00 uur tot 13.00 uur. Er wordt voor een lunch gezorgd. Graag uiterlijk 7 april opgeven met hoeveel personen u van de lunch gebruik wilt maken. Dit kan op de website www.opbouwonline.nl of door een briefje te sturen aan de secretaris van de persvereniging: Mw. M.E. van Gent-Petter, Dennekruid 99, 3068 SG Rotterdam. Indien u over de stukken voor de vergadering van te voren wilt beschikken, kunt u een verzoek daartoe richten aan de secretaris op eerder genoemd adres of via het mailadres
[email protected].
10 opbouw 54/06, 19 maart 2010
Wij hopen u op 10 april te ontmoeten.
Met vriendelijke groeten namens bestuur Persvereniging Opbouw,
Marga van Gent-Petter, secretaris
Wereldwijd Gebed Bid dat gemeenten plaatselijk zelfstandig en onderling verbonden weten. Bid voor visie en vuur bij mensen.
Naar een strategie voor gemeentestichting De NGK van Ede stelt een missionair werker aan. Op 20 april organiseert het Missionair Steunpunt van de NGK een dag voor mensen met belangstelling voor gemeentestichting. Het zijn signalen uit het nieuws van Opbouw dat missionair besef steeds meer begint door te dringen in onze gemeentes. Tegelijkertijd komt ook de vraag naar strategische planning naar boven. Waarom en hoe pakken we dit als kerken gezamenlijk aan? In dit eerste artikel uit een serie, gaat Peter Strating vooral in op de eerste vraag: waarom gezamenlijk. TEKST PETER STRATING Vanuit de NGK zijn de laatste 5 jaar diverse nieuwe gemeenten gesticht. In Den Haag is De Havenkerk ontstaan in een achterstandsbuurt, in een Vinexwijk bij Utrecht de gemeente Rijnwaarde. In Amsterdam is de samenwerkingsgemeente De Bron gestart met De Oase, met gemeentestichting als doel, in Zoetermeer is er dezelfde visie voor de beide Perrons. Het werk van straat en cafépastor Gerard Vrooland die met zijn ´gemeente’ samenkomt in het café past ook in dit rijtje. Deze opsomming laat zien dat gemeentestichting leeft in het Nederlands Gereformeerde kerkverband.
Waarom gemeentestichting? De kerk en het geloof mogen zich steeds meer verheugen in belangstelling van mensen buiten de kerk. Vo-
rige week had ik zomaar een gesprekje met mijn buurvrouw in het openbaar vervoer. Ze vertelde dat ze jaloers was op mensen in de kerk: die hebben wat samen! Toch heeft de bestaande kerk voor veel mensen een hoge drempel, ook voor mijn buurvrouw uit de trein. Gemeentestichting is een goede manier om nieuwe mensen te bereiken met het evangelie en te betrekken bij de kerk.
Strategie Nu steeds meer kerken nadenken over hun missionaire roeping en gemeentestichting komt ook de vraag naar strategische planning naar boven. Wat is onze roeping? Waar zijn we nodig? Wat kunnen we aan? De Nederlands Gereformeerde kerken zijn niet sterk georganiseerd. We hechten aan het
De Havenkerk: door de samenstelling van de gemeente nog lang niet in staat om (financieel) op eigen benen te staan.
Artikelenreeks strategie voor gemeentestichting In een artikelenreeks onder redactie van Peter Strating kijken we wat nodig is om te komen tot een goed strategisch plan voor gemeentestichting. In dit eerste artikel schetst Peter de aanleiding en noodzaak hiertoe. Vervolgens zal ds. Peter Sinia vertellen over zijn ervaringen in Canada; daarna laat Serge de Boer, gemeentestichter in Amsterdam, zien hoe Amsterdamse kerkelijke samenwerking heeft geleid tot verschillende gemeentestichtingen. Ten slotte kijkt Peter Strating wat we van deze voorbeelden kunnen leren. Want visie voor gemeentestichting is visie voor de toekomst van de kerk. Zoals de bekende gemeentestichter Tim Keller onomwonden zegt: gemeentestichting is de meest cruciale strategie voor zowel de groei van het aantal christenen als de vernieuwing van de bestaande kerken.
initiatief van de plaatselijke kerken. Dat kan een kracht zijn als het gaat om gemeentestichting. Want zo groeit vanzelf een hechte band tussen de moederkerk en de eigen gestichte dochterkerk. Maar wat als de gemeentestichting zelfstandig is maar niet op eigen benen kan staan? Of als er goede redenen zijn voor gemeentestichting op een plek waar geen draagkrachtige moederkerk aanwezig is? Dan kan een regionaal of landelijk beleid van strategisch belang zijn. De Havenkerk is een zelfstandige Nederlands Gereformeerde Kerk, maar is door de samenstelling van de gemeente nog lang niet in staat om (financieel) op eigen benen te staan. Zonder hulp van de regio en van het landelijk kerkverband kan deze gemeente niet bestaan.
opbouw 54/06, 19 maart 2010
11
Bij het avondmaal over Matteüs 20:20-28
Godsdienstig was het niet correct… 12 opbouw 54/06, 19 maart 2010
Wij vieren vandaag het Heilig Avondmaal. Ik wek u op om aan het hoofd van de tafel niet de dominee maar de Here Jezus te zien zitten. Daarmee vraag ik niet teveel van uw voorstellingsvermogen want als het goed is hebt u het nooit anders gedaan. Het Avondmaal is de maaltijd des Heren en waar we straks aanzitten is de tafel des Heren. Onzichtbaar is Hij, de Here Jezus, onze gastheer. Hij is het die straks zegt: Komt nu want alle dingen zijn gereed.
TEKST HENK DE JONG
Stel je nu eens voor dat er straks iemand in ons midden opstaat die zegt: Ik bid U, Heer, dat mijn twee kinderen mogen zitten, de een aan uw rechterzijde, de ander aan uw linkerzijde, daar aan tafel. Ik denk dat we daar toch wel even raar van zouden opkijken. Wat een verbeelding! Zo probeer ik even wat dichterbij te brengen waar onze tekst het over heeft. En ik heb er weinig fantasie voor nodig om u in verontwaardiging te horen losbranden, precies zoals ‘de tien die dit hoorden’ uit de tekst.
Dichtbij
Foto Jaco Klamer.
Weet u wat ik bij dit verhaal zo wonderlijk vind? Dat bij de Here Jezus niets van die ergernis te merken is. Ik denk dat dit komt omdat Hij de liefde in de vraag van deze vrouw heeft opgemerkt. Inderdaad kunnen wij de Here zo lief hebben dat wij de godsdienstige correctheid uit het oog verliezen. Iemand liefhebben wil zeggen: zo dicht mogelijk in zijn nabijheid willen zijn. Geliefden ook, die willen bij elkaar zijn. Dat gunde deze vrouw haar kinderen. ‘Eens brachten de moeders hun kinderen tot Jezus’, zegt het kinderversje. En daarvan was deze moeder nooit los gekomen. Ze bracht haar volwassen zoons bij Jezus en wilde dat zij heel dicht bij Hem zouden zijn.
Kunnen jullie?
Niet Ik
Dat heeft Jezus begrepen en alsof het de gewoonste vraag van de wereld was is Hij op het verlangen van de vrouw en haar zonen ingegaan. Laconiek is daarbij dat Hij zich rechtstreeks tot die twee mannen, Jakobus en Johannes, richt. Die hadden het hun moeder laten vragen, maar Jezus kijkt daar dwars doorheen: ‘Jullie weten niet wat jullie vragen’. Jullie!, hoort u dat? Jullie willen dicht bij Mij zijn en jullie hebben het over mijn koninkrijk, maar weten jullie dan niet dat Ik aan de vooravond van mijn lijden sta? Ik heb de drinkbeker van dat lijden al aan de lippen. ‘Kunnen jullie de beker drinken die Ik ga drinken?’
En weer gaat Jezus er zakelijk op in, zonder een spoor van verwijt. Ja, zegt Hij, terwijl Hij de vraag van het al of niet kunnen verder laat rusten, ‘ja, mijn beker zult ge wel drinken’. De Heiland heeft geweten dat juist deze twee de marteldood zouden sterven. Jakobus is door Herodes Agrippa met het zwaard gedood (vertelt Lucas in Handelingen 12:2) en Johannes hebben ze in Efeze in een vat met kokende olie gegooid (zegt de overlevering). Mijn beker zult gij drinken, jullie zullen deel krijgen aan mijn lijden, ‘maar het zitten aan mijn rechter- en linkerzijde staat niet aan Mij te geven, maar het is voor hen voor wie het bereid is door mijn Vader’. Merkt u wel hoe zakelijk en volstrekt serieus de Here op de vraag van zijn twee leerlingen ingaat? Zonder een zweem van irritatie? ‘Jongens, daar ga Ik niet over, dat is mijn pakkie-an niet. Daarvoor moet je bij mijn Vader zijn.’
‘Ja, dat kunnen wij’, geven de twee terug. Gôh! Eerst al die onbescheidenheid van op de eerste plaatsen te willen zitten en daar komt nu nog de zelfoverschatting overheen. Maar ook daar valt Jezus niet over. Hij weet wel dat ook zelfoverschatting uit liefde kan ontstaan. Denk aan Petrus die zegt dat hij bereid is met Jezus te sterven. Dat was zelfoverschatting, uit liefde. Petrus was weg van de Heer en daarom zei hij dat. Zo ook deze twee. Moet er een beker van lijden gedronken worden om dicht bij Jezus te zijn? Ziende op Jezus zeggen ze: Wel, dan drinken we die toch?
Fatsoenlijk Jezus heeft de liefde geproefd die achter de wens van deze moeder met haar twee zonen zat. En hun geloof. Dat ze, terwijl de wolken zich rondom Jezus samentrokken, toch bleven geloven dat Hij op weg was naar zijn koninkrijk. En dat ze er heel
opbouw 54/06, 19 maart 2010
13
wat voor over hadden om dat van nabij mee te maken. Ja, maar, zegt u, de overige tien hadden toch zeker gelijk? Wat verbeeldden die twee zich wel! En die moeder van hen, die had toch ook beter moeten weten! Ze zullen wel gevonden hebben dat Jezus dat stel veel te zacht aanpakte en als Jezus is uitgesproken geven ze luid van hun misnoegen blijk. Stel je voor! Zoiets vraag je toch niet? Ze waren correct, de tien. Godsdienstig correct. Zelf zouden zij zo’n vraag nooit stellen, o nee! Ze beten zich liever het puntje van hun tong. En ze waren fatsoenlijk-boos op de twee die dat wel gedaan hadden. Maar de Heiland ziet door die correctheid heen. Wat de twee hardop zeiden, wist Jezus, leefde bij de anderen precies zo. Wat je zegt ben je
14 opbouw 54/06, 19 maart 2010
zelf, was daarop van toepassing. Gehuichelde verontwaardiging dus.
Alle twaalf Hoe ik daarbij kom? Nu, we weten toch dat de discipelen, alle twaalf, er geen been in zagen om bij verschillende gelegenheden een robbertje te gaan vechten over de vraag wie toch wel de meeste was (Marcus 9:34; Lucas 22:24–27; Johannes 13:4–14)? Tot aan het laatste avondmaal toe? De een subtieler dan de ander, zeker; de een wist het beter te verbergen dan de ander, dat is waar. (Laat dat maar aan ons mensen over!) Maar toch – alle twaalf met hetzelfde sop overgoten. Voor hen allemáál was de bescheidenheid een te grote opgave. En Jezus, dat wetende, roept de hele groep bij zich. En dit is dan voor
Hém het moment om over die onbescheidenheid en dat gebrek aan nederigheid flink te gaan uitpakken. Denk erom, het héle twaalftal neemt Hij nu op de korrel, dus niet enkel die twee. De beide broers met hun moeder, Hij wilde ze niet apart kapittelen, - om zo met die tien wolven in het bos mee te huilen. Aan die goedkoopte doet Jezus niet mee. Hij zou er de anderen maar mee gestijfd hebben in hun correctheid, in hun fatsoensrakkerij. Nee, ‘en hen (alle) tot zich geroepen hebbende…’ Zijn wij in staat de liefde tot God en tot de Here Jezus bij de ander naast ons op te merken, ook als die ander in godsdienstige correctheid te kort schiet? Dat geve God! Drs. Henk de Jong is emerituspredikant van de NGK Zeist.
Een drieluik over de verzoening (2)
Verlost door het bloed van Christus ‘Gedenkt en gelooft dat het kostbaar bloed van onze Here Jezus Christus is vergoten tot een volkomen verzoening van al onze zonden’, klinkt het bij het Avondmaal. Maar dat Christus zijn bloed gaf in onze plaats en als een door God vervloekte de straf onderging die wij hadden verdiend, dat gelooft Ton de Ruiter, tot voor kort predikant in de GKV, niet meer. En ook andere leden van gereformeerde kerken voelen zich vervreemd van deze verzoeningsleer. Maar hoe dan te lezen dat Jezus ons met zijn kruisdood vrijkocht van de vloek en zijn leven gaf als een losgeld voor velen?
TEKST AD VAN DER DUSSEN
Hoe komt ‘verzoening’ tussen God en mensen tot stand? Bij het lezen van Lucas 15 lijkt het zo eenvoudig. De vader sluit zijn verloren zoon in de armen en alles is weer goed. Maar bij nader inzien is het ingewikkelder. In mijn vorige artikel wees ik op de problemen die rijzen wanneer verzoening afhangt van de bereidheid van beide partijen om de relatie te herstellen. In dit artikel wil ik ingaan op Bijbelteksten die aanduiden dat voor Gods verzoening nodig was dat het bloed van Christus vergoten werd (Romeinen 3:25; Efeziërs 1:7;2:13; I Johannes 1:7 enzovoorts). In Hebreeën 9:11-14 wordt het vergieten van Christus’ bloed aangeduid als een ‘offer’, dat in het verlengde ligt van de offers die in het Oude Testament gebracht werden. Maar wat betekent dat? Wil God bloed zien, voordat Hij bereid is zich met ons te verzoenen? Maar dan lijkt Hij toch in de verste verte niet meer op de Vader in de gelijkenis? Dat is een van de bezwaren van Ton de Ruiter in zijn recent verschenen boek Jezus in ons tegen de traditionele verzoeningsleer. Maar ook hij kan niet heen om de Bijbelteksten die ik hierboven noemde. Hij lost het probleem als volgt op. Als mensen in het Oude Testament een dier offeren, symboliseert dat volgens
Bij het lezen van Lucas 15 lijkt de ‘verzoening’ zo eenvoudig. De vader sluit zijn verloren zoon in de armen en alles is weer goed. (Rembrandt’s schilderij ‘De terugkeer van de verloren zoon’ uit 1688)
opbouw 54/06, 19 maart 2010
15
Dan wil ik het hoofd buigen … en misschien eindelijk doorgronden wat het is: verlossing door het bloed van Christus.
hem enerzijds hun verootmoediging, anderzijds hun toewijding aan God. Wie onopzettelijk gezondigd had, drukte door het brengen van een offer zijn verlangen uit om toegewijd voor de Heer te leven. ‘Terwijl zo iemand na zonden symbolisch met het offer belijdt de dood schuldig te zijn, mag zijn toegewijde innerlijk symbolisch op het altaar geofferd worden.’ (61) Maar uit niets blijkt dat het offerdier de straf voor de zonde droeg (60) of symbolisch z’n leven voor ons gaf (64). Zo offert ook Christus zijn bloed, niet omdat God de bestraffing van onze zonden op Hem doet neerkomen, maar om te getuigen van zijn nietsontziende trouw aan zijn Vader. ‘Jezus Christus … heeft bewezen dat zijn bloed eensgezind is met God. … Als nu zijn bloed (= dat toegewijde leven) in gelovigen komt, worden zij ook één of eensgezind met God. Dit is verzoening (geestelijke eenwording).’ (Jezus in ons 194) Ik vind dit betoog meer vernuftig dan overtuigend. Immers, op deze manier verklaart De Ruiter wel waarom er bij de offers bloed moet vloeien, maar niet waarom dat het bloed van dieren is. Wanneer iemand zijn toewijding aan God zou willen symboliseren, zou hij een sneetje kunnen maken in zijn duim en God dan enkele bloed-
16 opbouw 54/06, 19 maart 2010
druppels kunnen aanbieden. Bij de offers echter vloeit er geen druppel mensenbloed, maar moeten onschuldige dieren eraan geloven. De vraag waarom dat zo is, wordt door De Ruiter niet gesteld, laat staan beantwoord. Daardoor krijgt zijn bespreking van de offerdienst iets oppervlakkigs. Het Bijbelse spreken over het offeren van bloed (Hebreeën 9:7) is vreemder, beklemmender ook dan hij wil doen geloven.
Recht doen Daarmee zijn wij terug bij die akelige vraag, of God soms bloed wil zien. Op enkele plaatsen in de Bijbel lijkt het daar wel op. Zo staat in Genesis 9:5 dat Hij bloed ‘eist’ (NBG-Vertaling 1951) of ‘zoekt’ (Statenvertaling), vgl. 42:22. Maar daarmee wordt niet gesuggereerd dat God bloeddorstig zou zijn – integendeel! In deze tekst gaat het erom dat God het vergieten van onschuldig bloed hoog opneemt. Mensen (of dieren!) die zich daaraan schuldig hebben gemaakt, moeten daarvoor boeten met hun eigen leven (vgl. Genesis 9:6). Zo zegt Jezus dreigend tegen de Schriftgeleerden en Farizeeën: ‘Al het onschuldige bloed dat vergoten is, zal jullie worden aangerekend. … Ik verzeker jullie: op deze generatie zal dit alles neerkomen.’
(Matteüs 23:35,36). We zijn hier in de sfeer van het recht, en op een of andere manier verdraagt die zich zeer wel met de sfeer van de verzoening. Dat blijkt bijvoorbeeld uit Numeri 35:33: ‘Wanneer er bloed vergoten is, kan er alleen verzoening voor het land bewerkt worden door het bloed van degene die bloed vergoten heeft.’ Hier gaat de verzoening dus samen met rechtvaardige vergelding. Maar waar blijft dan de vergeving? En omgekeerd: als verzoening betekent dat misdadigers vergeving krijgen, hoe loopt het dan af met het recht voor de slachtoffers? Krijgen zij smartengeld? Vraagt het leed dat hun is aangedaan toch niet om een vorm van bestraffing van de dader? In de gelijkenis van de verloren zoon is die vraag naar het recht doen aan slachtoffers niet aan de orde. Daarom kan zij zo’n eenvoudig beeld van ‘verzoening’ schetsen. Het verhaal maakt duidelijk dat de vader niet op zijn eigen eer uit was en zegt daarmee iets essentieels over Gods verzoening. Maar de vader stond verder niet voor de taak recht te doen. Dat was anders geweest, wanneer zijn zoon in dat verre land een bank had overvallen en daarbij twee medewerkers doodgeschoten. De vader kennende mag je aannemen dat die dan spoorslags was
afgereisd naar de familie van de slachtoffers en een indrukwekkend gebaar in hun richting had gemaakt. Maar dat is fantaseren, en de gelijkenis overvragen. Zij verkondigt dat er bij God verzoening is, doordat Hij liefde is. Ze wil tegelijk in samenhang met Numeri 35 worden gelezen, dat verkondigt dat verzoening bij God hand in hand wil gaan met het verschaffen van recht. Schetst Numeri 35 een naargeestig Godsbeeld, waarin afbreuk wordt gedaan aan de gelijkenis over Gods liefde? Dat geloof ik niet. Liefde wordt immers sentimenteel als ze geen gerechtigheid behelst, om een prachtige formulering van Paul Tillich aan te halen (Systematic Theology II, 172).
Losgeld Tegen de achtergrond van deze combinatie van ‘verzoening’ en ‘recht doen’ wordt in de Bijbel over het offeren van bloed gesproken. Ik wijs allereerst op de wetgeving betreffende de ‘hersteloffers’ (NGB-vertaling 1951: schuldoffers). Als genoegdoening voor gedaan onrecht moet een dier worden geofferd, vgl. Leviticus 5:14, 24,25; 19:18-20; Numeri 6:12 enzovoorts. De Ruiter kent deze wet ook, maar is er in welgeteld tien regels mee klaar (62). Dat de term voor ‘herstel/schuld-offer’ ook in het belangrijke gedeelte Jesaja 53 gebruikt wordt, vermeldt hij niet. Toch wordt juist daar tot uitdrukking gebracht, dat de Knecht des Heren zijn eigen leven gaf als genoegdoening: ‘Hij heeft zichzelf ten schuldoffer gesteld.’ (53:10) Maar er is nog een tweede bepaling in de Mozaïsche wetgeving die wijst op het verband tussen ‘bloed offeren’ en ‘recht doen’. Dat is de wet die het betalen van ’losgeld’ regelt. In sommige gevallen konden Israëlieten die een ernstige zonde hadden begaan, met een geldbedrag worden vrijgekocht van de dood die zij verdiend hadden, vgl. Exodus 21:30. Belangrijk is, dat een van de twee woorden in het Oude Testament die met ‘losprijs’ vertaald worden, nauw verwant is aan het woord voor ‘(ver)zoening’. De NGBvertaling van 1951 kiest in Exodus 21:30 dan ook het woord ‘zoengeld’ in afwisseling met de term ‘losgeld’. Dat werpt licht op de uitdrukking ‘gekocht met Christus’ bloed’ in Openbaring 5:9 (vgl. 14:3,4; I Petrus 1:18,19), maar ook op wat Paulus schrijft in Galaten
3:10,13: ‘Iedereen die op de wet vertrouwt is vervloekt. … Maar Christus Jezus heeft ons vrijgekocht van deze vloek.’ De Ruiter meent dat de woorden ‘losprijs’ en ‘(vrij)kopen’ op deze plaatsen een ‘ afgevlakte’ betekenis hebben (143), maar hij toont dat niet aan. Integendeel – zijn eigen interpretatie van Galaten 3:13 is zo vlak dat ze van de kracht van Paulus' woorden weinig over laat. Hier zou alleen maar staan dat Jezus door mensen vervloekt werd en niet door God? (213) En de vloek waarvan wij verlost moeten worden zou een ‘wettische’ manier van leven zijn, waarvoor dan in de plaats komt dat Christus ons brengt tot een volledige disciplinering naar de wil van God? (212)
In de traditionele verzoeningsleer wordt de rechtvaardiging van de goddeloze geborgd Ik zie niet in dat het kruis van Christus bij deze interpretatie het struikelblok is dat Paulus erin gezien heeft (Galaten 5:12). Nee – het echte schandaal van Christus’ kruis is geweest dat Hij er aan hing als een door God vervloekte goddeloze (vgl. Deuteronomium 21:22,23 in combinatie met 27:15-26). En de vloek waarvan wij vrijgekocht moeten worden is, dat wij door onze goddeloosheidvoor God totaal onbruikbaar en onaanvaardbaar geworden zijn. We maken immers deel uit van een mensheid die zijn schepping verwoest en zijn eer te grabbel heeft gegooid. En de vrijkoop van die vloek is, dat Jezus zijn leven geeft als een losgeld voor velen (Marcus 10:45), opdat wij gezegend zouden worden met het geschenk van de Geest van het leven (Galaten 3:14).
Catechismus zondag 5 en 6 Is dat een pleidooi voor eerherstel van de traditionele verzoeningsleer? Niet onverdeeld. Ik behoor tot de mensen die wel wat aan te merken hebben op de zondagen 5 en 6 van de Heidelberger Catechismus. De strakke logische opzet suggereert dat wij precies kunnen berekenen hoe de Here God tot deze ‘oplossing’ kwam. Dat vind ik ongelukkig. Ik geloof wel dat wij met onze rationaliteit iets zinnigs kunnen
zeggen over het ‘waarom’ van Christus’ kruisdood voor ons, maar alleen achteraf, in opperste verbazing over een daad van God waar geen mens ooit op zou komen. De schematisch aandoende wijze waarop over de twee naturen van de gekruisigde Christus gesproken wordt, roept bij mij vervreemding op. Ook is de toonzetting van de Catechismus mij te kil. Ik hoor alleen over Gods toorn, en over eeuwige straf, en genoegdoening aan zijn gerechtigheid. Alsof het evangelie van de verzoening niet alles met Gods ontzaglijke liefde te maken heeft. Ten slotte vind ik de manier waarop over God gesproken wordt akelig afstandelijk – alsof het drama van Golgotha Hem niet raakte. Kortom: als we in de kerk zinvol en aansprekend over de verzoening door het bloed van Christus willen blijven spreken, zullen we zondag 5 en 6 moeten herschrijven. Daarover wil ik volgende keer nog wat opmerken. Toch wil ik de traditionele verzoeningsleer niet afdanken. Want de kern van de zaak is, dat hier wel de rechtvaardiging van de goddeloze wordt geborgd. God rechtvaardigt goddelozen, niet bekeerden, zo schreef ik de vorige keer. Maar als dat zo is, dan wil ik ook voor God gaan staan als een goddeloze. Dan wil ik de onmetelijke schade onder ogen zien, die de goddeloze mensheid – waarvan ik deel uit maak – heeft aangericht en die zij niet meer goed kan maken. Dan weet ik dat het bloed dat vergoten is blijft roepen, ook al zou ik nog zoveel berouw hebben en van nu af aan volmaakt heilig leven. Dan wil ik het hoofd buigen, als het grote en rechtvaardige oordeel over de goddelozen begint. Dan wil ik geloven, dat het met de schepping alleen nog maar wat kan worden als God heel die vervloekte mensheid van het aardoppervlak wegveegt – mij erbij inbegrepen. Dan wil ik aanvaarden dat het loon op mijn zonden mij wordt uitbetaald: de dood (Romeinen 6:23). En dan – zal ik huiveren als Hij naar voren treedt die het lam is dat de zonden van de wereld wegneemt. Misschien zal ik dan eindelijk doorgronden wat het is: verlossing door het bloed van Christus. Dr. Ad van der Dussen is predikant van de NGK Eindhoven en kerndocent aan de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding.
opbouw 54/06, 19 maart 2010
17
Landelijke NGK Themadag over christen zijn in deze tijd
Christen in-spanning Op 10 april wordt van half 2 ’s middags tot 9 uur ’s avonds de NGK Themadag in Houten gehouden. In tegenstelling tot de eerdere Ontmoetingsdagen is er nu voor een middag- en avondprogramma gekozen. Naast het volgen van diverse workshops is de dag opgezet om samen te eten, te zingen, te ontmoeten en te luisteren. Kinderen hebben hun eigen activiteit, voor jongeren is er een programma en voor de allerkleinsten is er crèche. Het thema is ‘Christen in-spanning’. TEKST PIET RIETKERK Een lezing door ds. Tom Viezee uit Krommenie over het thema ‘Christen in-spanning’ markeert het begin van de Themadag: Bijbelse begrippen als opoffering, gezag en gehoorzaamheid lijken in deze tijd geen waarde meer te hebben, of op zijn minst ter discussie te staan. We staan snel klaar met onze mening, ook over kwesties waarvan de regering wakker ligt. Dit is waardevol, maar heeft wel gevolgen voor hoe we in de kerk met elkaar omgaan. Juist als christen kom je in spanning te staan. Wat knelt en wat stimuleert om voluit christen te zijn in deze tijd? Wat is je verantwoordelijkheid als gemeentelid en hoe kun je uiting geven aan het diepe verlangen dat God wordt gediend in jouw leven en in jouw gemeente?
Workshops Na de openingslezing kunnen twee workshops naar keuze uit verschillende ‘sporen’ gevolgd worden. De sporen zijn Beleid en bezinning, Opvoeding, Creatief en Speciaal.
ds. Tom Viezee
Willem Smouter
18 opbouw 54/06, 19 maart 2010
Spoor beleid en bezinning
2007/2008 voorzitter van de commissie Structuur en Pastoraat van de NGK Apeldoorn.
Workshop 1: Leiding geven in de kerk: het laatste taboe (Willem Smouter) Hoe ga je in je eigen gemeente om met gezag en gehoorzaamheid? Te denken valt dan aan het gezag van de kerkenraad, de predikant en gehoorzaamheid aan de regels in je kerk en de acceptatie daarvan. Willem Smouter (1957) is predikant in Apeldoorn en EO-radiopresentator.
Spoor opvoeding
Workshop 2: Waarom veranderen? (Jaap Berends) Veel gemeenten veranderen de organisatie van het pastoraat en de structuur van de kerkenraad. We bespreken de vraag 'Waarom veranderen?' op twee manieren. Hoe kun je in een (grote) gemeente samen praten en argumenten uitwisselen over de wenselijkheid van veranderingen? Ten tweede kan die vraag een uiting zijn van weerstand: waarom kunnen we het niet bij het oude laten? Hoe ga je met deze weerstand om? Jaap Berends (1959) is organisatieadviseur en directeur van Adviestalent en in
Jaap Berends
Workshop 3: Wat wil ik, wat wil jij? (Henk Algra) Het recente rapport ‘Grenzeloze generatie’ schetst een somber beeld van de ‘jeugd van tegenwoordig’. Ze zijn ‘verpest’ door ouders, die geen grenzen dúrfden te stellen. Ook in de media klinkt de roep om een hardere aanpak van kinderen en jongeren. Maar valt alleen te kiezen tussen grenzen stellen en ruimte bieden? Of er is nog een derde weg? Henk Algra is orthopedagoog in Amsterdam en lid van de CGK/NGK Alkmaar. Workshop 4: Ik en mijn huis, wij zullen de HERE dienen (Herman Schaeffer) Ouders en kinderen worden in deze tijd en maatschappij door tientallen stemmen bestookt. Hoe kan ik als ouder Gods stem alleen volgen en mijn kinderen daarin voorgaan? Hoe kan mijn stem Gods stem vertolken? Met
Henk Algra
Irene van den Bos
andere woorden: hoe kan ik gehoorzaam zijn aan de opdracht van Psalm 78? Herman Schaeffer (1970) is predikant in Heerenveen.
Spoor creatief Workshop 5: Supergraan Het Verhaal dat Harrie en Fredie Nijhof uitvoeren is ‘voor kinderen van 484’. Het is een verhaal met lagen. Het eerste dat je ziet, is het verhaal over een boer en een bakkerin. Dat kan iedereen volgen. Maar er zitten ook elementen in, die interessant en leuk zijn voor volwassenen en oudere kinderen, zoals woordspelingen, humor en de manier waarop wordt gespeeld. Verder is er een laag met een geestelijke betekenis. De kinderen worden altijd uitgenodigd om mee te spelen en ieder kind dat meespeelt, krijgt een dik applaus wanneer het weer gaat zitten. En dan denken ze: ‘Zo, dat heb ik even goed gedaan!’ We gaan altijd door op reacties van kinderen. Zo hebben ze een geweldige tijd en horen ze het verhaal van Jezus. Workshop 6: Ontspannen inspanning (Irene van den Bos) Duur: 2 uur. Schilderen met acrylverf. Iedereen kan het! Maximaal twintig deelnemers. Beeldend kunstenaar Irene van den Bos (1953) heeft een eigen atelier, werkt als illustratrice voor uitgeverijen en exposeert regelmatig. Ze werkt abstract-lyrisch en semifiguratief. Haar inspiratiebronnen zijn architectonische en monumentale vormen, teksten, gedichten, songlyrics en (bijbel)verhalen.
gezag voor ons. Lange tijd is een ‘=’teken geplaatst tussen dat Woord van God en de Bijbel. Heeft de Bijbel werkelijk van kaft tot kaft een goddelijk gezag? In deze workshop kijken we naar benaderingen, die iets meer speling zien tussen de Bijbel en Gods Woord. Ad van der Dussen (1951) is predikant in Eindhoven en docent aan de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding.
13.30 uur 14.00 uur 15.00 uur 16.30 uur 18.00 uur 19.30 uur 20.30 uur 21.00 uur
Tieners De tieners kunnen vanaf half 2 meedoen met een zaalvoetbaltoernooi in de nabijgelegen sporthal voor de NGKzaalvoetbalwisselbeker. Er wordt gespeeld in de leeftijdscategorieën 12-15 jaar en 16+. Er wordt gespeeld in teams van zes, maar ben je met minder, dan kan je altijd een team met anderen vormen. Opgeven kan nu al via
[email protected].
Avondprogramma
Workshop 7: Schriftgezag onder spanning (Ad van der Dussen) Wanneer God zelf het woord tot ons richt, heeft dat uiteraard het hoogste
Na het chinees buffet (en patat voor de kinderen) wordt de dag afgesloten met een praise-concert met de band Newsong en spreker Maikel de Kreek.
Ad van der Dussen
De band Newsong
Ontvangst Openingslezing Workshop 1 Workshop 2 Buffet Praise-concert Newsong Alles of niets Einde
Tienerprogramma: 13.30 uur
Workshop 8: Van Bijbel lezen naar Bijbel leven (Pieter Kleingeld) Het gezag van de Bijbel heeft voor mij alles te maken met Gods verhaal van schepping naar herschepping, waaraan wij mogen deelnemen. Tom Wright vergelijkt de Bijbel met een muziekstuk in vijf delen, waarvan het vijfde deel ontbreekt. Aan ons musici de vraag om dat vijfde deel te spelen. Deze insteek sluit ook aan bij discussies over postmodernisme, discipelschap en het lezen van de Bijbel als lofprijzing. Pieter Kleingeld (1968) is predikant in Maassluis en Missionair Consulent NGK
Spoor speciaal
Supergraan
Programma:
Zaalvoetbaltoernooi in sporthal De Molenwiek
Er is crèche voor de allerkleinsten. Tijdens dit concert worden ook de allerjongsten op een leuke manier bezig gehouden. De band Newsong is bekend van optredens op de EO Jongerendag en het Xnoizz-festival. De zes bandleden maken christelijke pop/rock worshipmuziek. Ze willen met hun muziekstijl jongeren en (jong)volwassen enthousiasmeren in hun geloof. Maikel de Kreek spreekt over ‘Jezus volgen is kiezen tussen alles of niets’. Hoe ver ga je in het navolgen van Jezus liefde voor God en voor je naaste? Om je heen zie je dat de samenleving verhardt. Er is steeds meer sociaal onrecht en zo ontstaat een grote verwijdering tussen arm en rijk. Hoe nu verder? De stem van Jezus klinkt: ‘Volg Mij! Volg Mij in denken en doen. Belijd met hart en ziel dat je van me houdt!’ Je moet kiezen. Wie de wereld voor Christus wil winnen, zal de moed moeten hebben ermee in conflict te komen. Kies voor je alles of kies je voor niets? Maikel de Kreek (1975) is predikant in Rijsbergen en medeauteur van de Opbouw-canon ‘Het kanon en de mug’.
Maikel de Kreek
opbouw 54/06, 19 maart 2010
19
‘Dit is doelgerichtheid, geen geloof in maakbaarheid’
Apeldoorn scheidt bestuur en pastoraat Jaap Berends hield zich in Apeldoorn diepgaand bezig met de organisatie van de gemeente. Hij vertelt 10 april op de Themadag over zijn ervaringen. ‘Uitleggen dat een bestuursouderling ook een herder was, bleek erg belangrijk.’ En: ‘Een huisbezoek is een geloofsgesprek, dus het gaat niet over de gordijnen in de kerk.’
TEKST EN BEELD SANDER KLOS
Apeldoorn telt circa 900 zielen en de organisatie was traditioneel: een kerkenraad met ongeveer 25 leden, commissies voor uitvoerend werk en gemeentekringen. In drie jaar veranderde dat in een structuur met pastorale ouderlingen, pastorale bezoekers en diakenen in wijken en ouderlingen met een bijzondere taak. De kerkenraad is nu een kwart kleiner en verschillende onderwerpen komen aan de orde in verschillende onderdelen van de kerkenraad. Dat zijn de diaconale en pastorale raad en het breed moderamen kerkenraad met daar de ‘bestuursouderlingen’ en de voorzitter van de diaconie. ‘Je moet niet met 25 man over een kritische brief willen praten.’
Ambt als last
Jaap Berends: … in het pastorale gesprek gaat het niet over de gordijnen…
Het was geen veranderen om te veranderen. ‘De vergaderdruk was erg hoog, soms wist je niet op welke agenda een onderwerp hoorde en dus ging alles naar de kerkenraad, die daardoor overbelast raakte met bestuurlijke, pastorale én diaconale zaken. Ambtsdragers ervoeren de combinatie van bezoekwerk en vergaderen als een last. Voelden zich voortdurend tekortschieten. Mensen met veeleisende banen en drukke gezinnen, die hun leven lang moeten leren en zelfs hun vrije tijd nog zinvol moeten besteden. En in dat spitsuur willen ze ook nog tijd uittrekken voor de kerk. Sommigen meden
vergaderingen en kozen voor hun pastorale taak. Vandaar de keus voor heldere portefeuilles: kerkdiensten, jeugdwerk, missionaire zaken, gemeentewerk, diaconie, pastoraat en beheer. Met op elke portefeuille een bestuursouderling of diaken. Zo doe je recht aan de gaven van ieder en verdeel je het werk over meer schouders.’ De tweede verandering betrof het aanstellen van pastorale bezoekers, die de huisbezoeken in de gemeente doen. Daardoor wordt de pastorale zorg meer in de wijk gelegd en door veel meer broeders en zusters gedeeld.
20 opbouw 54/06, 19 maart 2010
Ruime aanloop ‘Dit model werd al op veel plekken toegepast. In het jaar van plannen maken hebben we drie gemeentevergaderingen gehad. Belangrijk discussiepunt daar was de scheiding tussen pastoraat en bestuur. Een vrees voor regenten in ivoren torens. Wij hebben veel tijd genomen om uit te leggen, dat ook bestuursouderlingen herders zijn over hun terrein en dat dat terrein volop in de gemeente ligt. Waarbij je moet borgen, dat pastorale ervaringen en opmerkingen met de bestuurders worden gedeeld.'
Kerkdiensten
‘We hebben de kerkenraad voorgehouden niet te schrikken van weerstand, want dat hoort bij dit soort processen. En dat hebben we ook tegen de gemeente gezegd: emoties horen erbij, maar niet van de kook raken. En dat is ook maar heel beperkt gebeurd. Veranderingen veroorzaken golven en die moeten uitklotsen.’
Top drie De werkvorm had daar ook mee te maken. ‘We hebben weinig “frontaal” vergaderd met een interruptiemicrofoon, maar veel meer gedaan met werksessies. In een soort carrousel langs onderwerpen lopen en dan op een sticker schrijven wat je belangrijk vindt. Daaruit kwam een top drie: aandacht voor mensen die verdrinken in de massa, betrek mensen erbij die aan de kant staan en meer naar buiten gericht zijn.’
een team, dat de wijk op tal van manieren terzijde staat. Onder de portefeuille jeugdwerk hangen trouwens geen wijk-, maar leeftijdteams.' De figuur van de pastorale bezoeker leidde tot vragen. Zoals: is het bezoek van zo iemand van een ander kaliber dan dat van een pastorale ouderling? ‘We zijn er heel duidelijk in; een pastoraal bezoekers is geen ambtsdrager, maar werkt onder verantwoording van de pastorale ouderling.’ De scheiding op kerkenraadsniveau loopt tot op ‘de werkvloer’ door. ‘Een huisbezoek is bedoeld voor een geloofsgesprek, waar beleidszaken in beginsel niet thuishoren. De pastorale bezoekers hoeven geen verantwoording af te leggen over het kerkenraadsbeleid. Wie vragen heeft over bijvoorbeeld geld of de liturgie, kan die stellen aan de bestuursouderling die die portefeuille beheert.’
Al snel geschikt Wijkteams De gemeente heeft nu circa twintig pastorale bezoekers, die ieder minstens tien adressen hebben. Samen met ouderling en diaken vormen zij
Berends vindt dit model al geschikt voor een gemeente met een paar honderd leden. ‘Anders ben je met z’n allen verantwoordelijk voor alles en kun je belangrijke terreinen niet vol-
Jeugdwerk Kerkenraad
Breed Moderamen Kerkenraad Smal Moderamen Kerkenraad
Missionaire zaken
}
Leeijd teams
Gemeentewerk Diaconie Pastoraat
}
Wijk teams
Beheer
Het organisatieschema van Apeldoorn.
doende aandacht geven. Mede daardoor kom je vaak moeilijk tot beleid. Impliciet stellen we onszelf wel doelen, maar veel blijft onuitgesproken en daardoor wordt de besluitvorming onhelder. De oude structuur heeft heel lang goed gewerkt, maar als kerk ondervind je ook invloed vanuit de maatschappij.’ Die managementmaatschappij met grote ROC’s, wooncorporaties en megabanken? ‘Het gaat om betrokkenheid. Vergelijk het met een gezin. Daar ben je als ouders geen managers, maar je maakt wel plannen. Dit is ook geen geloof in de maakbaarheid van een gemeente, maar eerder doelgerichtheid. Geen grand design, maar dichtbij huis, met kleine stapjes.’
opbouw 54/06, 19 maart 2010
21
Judith Gerkema, geestelijk verzorger in hospice Kuria
Bivakkeren in een moeilijk gebied ‘Na mijn studie theologie aan de VU ben ik een aantal jaren pastoraal werker geweest in Hoogeveen. Met die ervaring startte ik in Amsterdam, maar aan het teamwerk in hospice Kuria moest ik erg wennen. Aan het bed komen verpleegkundigen, twee artsen, een maatschappelijk werker, een fysiotherapeut en veel vrijwilligers. In 2000 kwam ik erbij als geestelijk verzorger; bewoners noemen me vaak “dominee”.’ TEKST SANDER KLOS
Judith Gerkema-Mudde (48) vindt daarom de nieuwe studie geestelijke verzorging heel terecht. ‘Ik werd wel even ingepraat door een verpleegkundige, maar iets als een zorgmap kende ik niet. Je moest dingen invullen, verantwoording afleggen. Voor mij iets nieuws. Freddy (Gerkema - haar echtgenoot) heeft in het ziekenhuis trouwens ook geen contact met de verpleging. Maar het denken hierover is erg in beweging met vragen als: hoe bied je samen goede palliatieve zorg en welke rol spelen zinvragen en levensbeschouwing daarin?’ Palliatief betekent ‘verzachtend’, in de zin dat niet meer genezend kan worden behandeld en dat de resterende zorg gericht is op een zo goed mogelijke kwaliteit van leven. Het idee voor het hospice ontstond in GrootBrittannië, waar initiatiefneemster Cecile Saunders het zo zei: U bent belangrijk omdat u u bent. U bent belangrijk tot het laatste moment van uw leven en wij zullen er alles aan doen om u niet alleen te helpen om in vrede te sterven, maar we zullen er ook alles aan doen om u te helpen léven tot u sterft.
Drie maanden ‘Minister Borst werd later wat milder, maar wilde dit werk aanvankelijk niet loskoppelen van bestaande zorginstellingen. Daardoor werd wel de verpleegkundige hulp vergoed, maar de overige kosten van het huis niet of veel minder. De geestelijke verzorging betaalt de stichting.’ Het hospice van stichting Kuria aan
22 opbouw 54/06, 19 maart 2010
‘Wat betekenen de kerken voor dit soort werk en wat betekent dit soort werk voor de kerken?'. (foto Jaco Klamer)
het Amsterdamse Valeriusplein heeft tien kamers voor terminale patiënten, waarvan één voor tijdelijke opnames. De bewoners hebben, veelal door kanker, een levensverwachting van minder dan drie maanden. Oorspronkelijk ondersteunden vijf kleine kerkgenootschappen (Gereformeerde Bond, Gereformeerde Gemeente, GKv, NGK en CGK) het hospice. In
de beginjaren waren er relatief veel AIDS-patiënten. ‘Maar de medicatie voor AIDS is een stuk verbeterd en dus is ook de levensverwachting toegenomen. Ook kanker verandert trouwens langzaam in een meer chronische ziekte, in plaats van een direct fatale diagnose.’ De levensverwachting van drie maanden is overigens geen harde grens.
‘Door de goede sociale en medische zorg leven sommigen hier helemaal op en heel soms gaat iemand terug naar een andere instelling, omdat er geen dringende noodzaak meer is. Soms zijn bewoners hier langer dan drie maanden.’ Kuria is een high care hospice, toegerust voor specialiseerde zorg. ‘Daarvan zijn er landelijk een stuk of vijftien. Daarnaast zijn er nog “bijnathuis-huizen”, die worden gerund door vrijwilligers en ondersteund door thuiszorg.’ Kuria heeft zo’n 180 vrijwilligers, die af en toe van ver komen. ‘We hebben mensen uit Groningen, Zeeland en Hattem. Zo zijn er twee vriendinnen die het samen een week doen. Ze logeren dan in het appartement in het hospice.’
Wat met categorialen? Organisatorisch valt Gerkema ‘door alle mazen heen’. Ze behoort niet tot de doelgroep van de landelijke NGKbegeleidingscommissie voor categoriale werkers. ‘Ik snap dat wel een beetje, want ik ben geen dominee en heb ook geen zendende kerk achter mij. Als lid van het zorgteam leg ik intern verantwoording af, maar niet naar buiten toe. Ambtelijk verantwoord ik mij naar niemand. Ook het bestuur van de stichting heeft mij nooit op zoiets bevraagd. Dus wie kijkt mee of de geestelijk verzorger voor de goede leer staat? Kerkelijk gezien blijven kansen liggen om elkaar te inspireren. Kuria speelt een missionaire rol in Amsterdam, maar er ontbreekt op mijn vakgebied een schakel met de ondersteunende kerken.’ Omdat ze acht uur per week werkt, is ze ook geen lid van de vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen. ‘Twaalf uur is de drempel, maar ik lees hun orgaan wel. Overigens heb ik goede aansluiting bij het pastoresconvent, het Integraal Kankercentrum Amsterdam en het Amsterdams netwerk van palliatieve zorg. In het NGK-verband kun je je toch afvragen wat je met je HBO’ers
in de geestelijke verzorging gaat doen. Ik voel geen concrete nood, maar het is wel een gemiste kans. Het gaat me dan vooral om die stimulerende rol die we over en weer kunnen hebben. Wat betekenen de kerken voor dit soort werk en wat betekent dit soort werk voor de kerken?’
Zonder vooroordeel In haar werk draait het om ‘echtheid, openheid en ontvankelijkheid’. ‘Je probeert aandachtig en onbevooroordeeld te luisteren en in zekere zin te doen “alsof ” de beleving van de bewoner jouw beleving is. Zo hoop je dichtbij iemand te komen en hem of haar te helpen door dat gesprek weer in beweging te komen. Daarvoor moet je de goede vragen stellen en dat is soms hard werken. Want er zijn altijd valkuilen: wel met een vooroordeel luisteren, om iemands pijn heen wandelen, ook zijn spirituele pijn. Het vraagt veel energie om niet direct in oplossingen en clichés te schieten. ‘En je moet niet terugschrikken voor waarom-vragen. Mensen zitten vaak ook niet op jouw antwoord te wachten, maar vinden het fijn dat je met hen in dat moeilijke gebied durft te bivakkeren. En soms vinden ze ook zelf antwoord op vragen als: waarom overkomt mij dit? Die waarom-vraag is onderdeel van het rouwproces. Een christen zal zich afvragen: waartoe? Hij wil er iets mee kunnen. Maar misschien kom je wel niet verder dan: zo gaat het nu eenmaal in het leven. En let wel: een antwoord op de waarom-vraag geeft niet automatisch rust en vrede.’
Harmonie blijft Slechts weinig bewoners heeft een sterke kerkelijke binding. ‘Maar wie er ook komt, in een hospice blijkt wat wel en geen franje is en komen ook positieve christenen soms niet klaar met hun sterven. Zo ligt dat nu eenmaal, dat is niet bijvoorbaat goed of slecht. Soms is er angst voor het hiernamaals. Anderen zijn niet klaar met het leven, kunnen nog niet loslaten of willen nog ergens vergeving voor
Judith Gerkema: … kerkmensen blijken hun geestelijke bagage lang niet altijd te gebruiken... (foto Sander Klos)
vinden. Het valt me wel op dat mensen die in harmonie zijn met hun leven, die harmonie ook meedragen in hun sterven. Een kerkelijke binding biedt geen enkele garantie voor die harmonie. Ook blijken kerkmensen hun geestelijke bagage lang niet altijd echt te gebruiken. Bagage die niet wordt gebruikt, kan dan werkelijk ballast blijken. Het is bijzonder hoeveel sommige mensen aan hun Rooms-Katholieke achtergrond hebben: rituelen die zo bruikbaar blijken en vormen zijn voor een heel doorleefd geloof.’
Strategisch tv kijken ‘Door bewoners wordt relatief veel gerookt en televisie gekeken. Sommigen gaan zo echt hun sterven tegemoet. De televisie moet afleiding brengen om niet door moeilijke vragen te worden opgeslokt. Het aan laten staan van het apparaat is dan haast een strategie om niet over meer dan koetjes en kalfjes te praten. Ook roken is een moment van ontspanning, tegen alle stress die speelt. Toch grijp ik dat moment wel aan om even bij iemand te gaan zitten - een bedlegerige mag wegens brandveiligheid ook niet alleen roken - al heb ik niets met roken en vind ik het nog stinken ook. Toch biedt zo'n rustpunt kansen voor een dieper gesprek. En dat is toch wat mij uiteindelijk motiveert: mensen nabij te zijn en in die nabijheid misschien iets van God binnen te dragen in m'n houding, in een enkel woord, soms zelfs door ruimte voor een gebed.’
opbouw 54/06, 19 maart 2010
23
Column Vrouwen en mannen Tegenover mij in de trein zit een jong stel. Hun vingers grabbelen, zonder op te kijken, dropjes uit hetzelfde zakje. Zij leest een boek. Hij zit iets te doen op zijn mobiel. In de verte horen we de opgewekte stem van de conducteur. ‘Goedemiddag dames en heren.’ Ik pak mijn tas en haal mijn portemonnee eruit. Het meisje steekt, al lezend, een hand in haar zak en haalt een kaartje tevoorschijn. De jongen is druk bezig op zijn mobiel. Het meisje kijkt even op. ‘Peter, je kaartje’, zegt ze vriendelijk. Hij knikt, doet nog iets met zijn duimen en zegt dan zonder op te kijken: ‘Heb jij mijn kaartje niet?’ Het meisje fronst, voelt nog eens in haar jaszak, dan in de andere. Ze legt het boek op haar schoot. ‘Heb ik jouw kaartje?’, zegt ze bezorgd. De jongen is weer bezig met zijn mobiel. De opgewekte conducteur nadert hoorbaar. Het meisje begint nu gehaast haar boek door te bladeren, haar tas open te maken en vindt niet wat ze zoekt. Vertwijfelt staart ze een tijdje in het niets boven zich. Dan draait ze zich met een ruk naar de jongen. ‘Doe niet zo idioot. Ik heb in Utrecht een kaartje gekocht en jij in Lunetten. Hoe kan ik nou jouw kaartje hebben? De conducteur is vlakbij. De jongen laat zijn mobiel in zijn borstzak glijden en haalt rustig zijn portemonnee uit zijn achterzak. Ja, daar zit het kaartje in. Met een vriendelijke knik geeft hij het aan de conducteur die inmiddels naast hem staat. Het meisje geeft ook haar kaartje en dan ik. De conducteur loopt door, de jongen pakt zijn mobiel, maar het meisje grijpt zijn hand. ‘Hoe kom je er nou bij dat ik jouw kaartje heb?’ ‘Och, ik weet niet, vorige week had je onze kaartjes ook.’ Hij kijkt een beetje geschrokken door haar toon. Of hij geen idee heeft wat er opeens aan de hand is. De ogen van het meisje schieten vuur. ‘Jij bent later ingestapt. Je hebt je kaartje in je
24 opbouw 54/06, 19 maart 2010
zak. Je kíjkt niet eens. En je laat mij zoeken.’ De jongen begrijpt dat hij zijn mobiel beter weer in zijn borstzak kan doen. Het meisje laat zijn pols los. ‘Ik zei toch niet dat jij mijn kaartje had, verweert hij zich, ik vróeg of jij mijn kaartje had. Ik vroeg je toch niet te zoeken. Toen je zei dat je het niet had...’ ‘Pff ’ doet het meisje en draait zich naar het raampje. De jongen kijkt ineens naar mij, haalt zijn schouders op, aarzelt en pakt zijn mobiel. Maar de lol is er af, dat zie je. Het meisje draait zich weer om en wil wat gaan zeggen, maar is zich nu ook bewust van mijn aanwezigheid. Het is moeilijk om te doen of je er niet bent als je bent opgemerkt. Dus ik zeg de zin die ik al klaar had liggen voor dat geval: ‘Meestal is het leuk dat er een verschil is tussen mannen en vrouwen, soms niet.’ Ze kijken elkaar aan, vragend, dan glimlachen ze onzeker naar mij. Ik verstop me weer achter mijn boek en zie uit mijn ooghoeken dat ze naar elkaar kijken. Een blik van verstandhouding. Omdat ze mij niet begrijpen begrijpen ze elkaar weer. Vijfentwintig jaar geleden mocht er niet gepraat worden over verschillen tussen mannen en vrouwen. Dat was politiek niet correct. Nu mag het weer, gelukkig. Mannen komen van Mars en vrouwen van Venus? Welnee. God schiep de mens naar Zijn beeld, man en vrouw schiep Hij hen. Ze hebben elkaar nodig om samen beeld van God te zijn. Een voortdurende zoektocht naar een onbegrijpelijke ander en de vreugde in die ander te ontdekken wat je zelf niet hebt. Jeannette Westerkamp Jeannette Westerkamp is parttime justitiepredikant namens de NGK in Houten.
Fragmenten Opmerkelijk hoe het woord vertrouwen tegenwoordig een sleutelrol speelt in het maatschappelijk debat. De recessie komen we te boven, zodra de burgers weer vertrouwen gaan hebben in de economie. De regering viel wegens gebrek aan vertrouwen tussen de coalitiepartners. Waar vertrouwen ontbreekt, krijgt de samenleving het moeilijk. Hetzelfde zien we in de kerk. De weigering van de Rooms Katholieke Kerk om aan practiserende homo’s de hostie uit te reiken, roept grote publieke verontwaardiging op bij de progressieve homo-beweging. Iemand schreef: de kerk is het laatste bolwerk dat zij nog met veel fanfare kan innemen. Verwacht dus een roze campagne tegen de kerk. Zo zal ook de NGK op kritische belangstelling kunnen rekenen, als zij besluit het vraagstuk van ‘homo en ambt’ te gaan bespreken. Toch draait het conflict tussen kerk
Wantrouwen en homo’s ten diepste niet om de laatste maatschappelijke schans waar de homo-emancipatie nog voor staat. Zit het niet vast op een diepgeworteld wantrouwen tussen kerk en homo? Dat gebrek aan vertrouwen laat zich wel verklaren. In de kerkgeschiedenis zijn homo’s er nooit goed vanaf gekomen. Kerken vinden het moeilijk om gelovige homo’s echt serieus te nemen, laat staan het progressieve homo-circuit. Homofobie werd bijbels gerechtvaardigd met een handvol teksten. Maar het agressieve optreden van homo’s tijdens de mis in de St. Jan in den Bosch wekt ook niet veel vertrouwen. Het verhardt alleen maar het kerkelijke wantrouwen in de homo-zaak.
nodig het open gesprek rond een open bijbel in de persoonlijke sfeer, waar veiligheid en geborgenheid centraal staan. Of een kerk dan grenzen meent te moeten stellen aan wat voor homo’s mogelijk is binnen de kerk, moet de kerk zelf uitmaken. Inmenging van buitenaf is onaanvaardbaar. Zelfbezinning zou de kerk evenwel niet misstaan. Het progressieve homo-circuit zal onder ons terecht op weinig sympathie kunnen rekenen. Maar voor hun rechten komen wij als christenen op. In eigen land, maar niet minder in Afrika waar homofobie dodelijke vormen aanneemt. Waar de Geest waait, is leven. Bob Wielenga
Acceptatie van homo’s in de kerk vraagt om vertrouwen over en weer, die wordt geboren uit onderlinge liefde en solidariteit. Daarvoor is
Dr. Bob Wielenga woont in ZuidAfrika en is emerituspredikant van de NGK Kampen.
Winnaars van prijsvraag Matthäus Passion Tien gelukkigen hebben voor zichzelf en een gast kaartjes bemachtigd voor de uitvoering van de Matthäus Passion door het Holland Boys Choir, The Bach Choir & Orchestra of the Netherlands onder directie van Pieter Jan Leusink. De winnaars zijn K.H. Mollema uit Katwijk, J. Aartsen-van der Horst uit Zeewolde, P.W.J. van der Toorn uit Apeldoorn, G. Bouterse uit Schiedam, H. van den Heuvel uit Aagtekerke, Y.G. van der Maar uit Ede, G. Huijgen uit Bennekom, H.L. van de Kamp uit Warnsveld, H. Jansen uit Ede en C. van Baardewijk uit Apeldoorn. Met name vraag 3 bleek een lastige, want slechts één van de inzenders had die goed.
Vragen: 1. 2. 3. 4. 5.
Wanneer werd de Matthäus Passion voor het eerst uitgevoerd? Wie schreef het libretto van de Matthäus Passion van Bach? Welke psalmmelodie wordt gebruikt in het openingskoor van de Matthäus? Welk tekstfragment uit het Matteüs-evangelie vind je terug in de Johannes Passion? Welke Nederlandse dirigent zette - net als Pieter Jan Leusink - behalve de Matthäus Passion, ook alle cantates van Bach op cd?
Antwoorden: 1. 2. 3. 4. 5.
11 april 1727. Picander. Psalm 68. Matteüs 27: 51-53. Ton Koopman.
opbouw 54/06, 19 maart 2010
25
Opschrift Verraad in tweevoud De laatste tijd is er nogal veel te doen over seksueel misbruik in de kerk. Dat is een ernstige en bedroevende zaak. Eerlijk gezegd had ik dit in deze omvang niet verwacht. Het is nogal ontluisterend allemaal. In alle ophef die erover wordt gemaakt, proef ik ook wel iets triomfantelijks, alsof velen dit altijd wel gedacht hadden. En ja, als je een hoge moraal verkondigt en je houdt dit misbruik ernaast – de verontwaardiging is heel goed te begrijpen. Er past dan ook diep schaamte en een royale erkenning van schuld.
TEKST HAN HORSMAN
Niet het aanwijzen van de verrader, maar een laatste appèl. (Het laatste avondmaal, Philippe de Champaigne (1602-1674))
26 opbouw 54/06, 19 maart 2010
Maar het is niet voor het eerst dat vooraanstaande mensen in de kerk in de fout gaan. We staan in deze lijdenstijd stil bij twee mannen uit de tijd dat de kerk nog in de steigers stond.
Twee mensen De laatste avond van Jezus met zijn leerlingen. Wat een bewogen avond. Tijdens die laatste maaltijd spreekt Jezus twee mensen aan die hem in de steek zullen laten. De naam van de éne heeft een weerzinwekkende klank gekregen: Judas, terwijl de naam van de andere een heel hoge klank heeft gekregen: Petrus, de aanvoerder van de leerlingen en volgens miljoenen christenen de eerste Paus. Als je er goed over nadenkt is Judas de intelligentste van de twee, de meest realistische. Judas is de enige die de woorden over het komende lijden heeft begrepen en hij heeft er zich aan gestoten. Hij wilde geen lijdende Messias. Petrus wilde ook geen lijdende Messias. Hij wilde het lijden voorkómen, hij belooft zijn leven te zullen geven om zijn meester te verdedigen. Petrus is de niet-realist. Zijn verraad is dan ook niet een verraad met voorbedachten rade, maar een verraad uit angst.
Voorzegd ‘Waarachtig, ik verzeker jullie: één van jullie zal mij verraden’, zegt Jezus. Het is al de derde keer dat hij dat zegt. In vs 10: ’Jullie zijn dus rein – maar niet allemaal’ en vs 18: ‘Hij die at van mijn brood heeft zich tegen mij gekeerd’. Nu is het voor de derde keer met het bekende ‘amen, amen, ik zeg jullie’, een manier van zeggen die van grote nadruk blijk geeft. En – hij wordt ontroerd in de geest. ‘Diepbedroefd’ heeft de NBV, maar er staat een woord dat een diepe emotie weergeeft. Een geëmotioneerde nadrukkelijke aankondiging van het verraad. Hoe moeten we dat opvatten? Ik denk dat die drievoudige voorspelling niet een noodlot aankondigt, maar dat het een laatste appèl is op Judas. En dat gebeurt niet alleen met woorden maar
ook met daden. Jezus heeft ook de voeten van Judas gewassen. Ik vrees dat Judas de enige was die dit heeft begrepen en toch trekt hij zijn voeten niet terug. Ook voor Judas wil Jezus een dienaar zijn. Bij de derde waarschuwing worden de leerlingen pas wakker. Ze kijken elkaar aan en ze vragen zich verbijsterd af: Wie zou er bedoeld worden? Ze kijken elkaar aan en niet speciaal naar Judas. Ze denken niet: ‘Dat zal die Judas wel weer wezen’. En dan komt er nog een gebaar. Petrus wil graag duidelijkheid en hij geeft Johannes een wenk om Jezus uit te horen.
Laat appèl En dan komt de finale poging om door te dringen tot het hart van Judas. ‘Hij, voor wie ik dit stukje indoop en het hem geef ’. Samen eten is in het Oosten een teken van vertrouwen. Bij de maaltijd is het de gewoonte dat de gastheer de beste stukjes op het bord van de gast legt. In de vertaling staat ‘brood’, maar het gaat om een ‘stukje’. In de Statenvertaling ‘een bete’. Wat Jezus hier doet is niet in de eerste plaats het aanwijzen van de verrader, maar een laatste appèl. Hij reikt Judas een lekker stukje aan: hier Judas, dat is voor jou, ik weet wat er in je hart omgaat, dat heb je wel gemerkt. Toch schop ik je niet de deur uit naar ik reik je de hand van vertrouwen. Mijn hand van liefde trekt zich nóg naar je uit. Liefde geven aan iemand die tegen je is. Wij geven vaak niet eens liefde aan iemand die vóór ons is.
Mislukt Judas heeft die laatste hand, die naar hem werd uitgestoken, niet gegrepen. Judas heeft voor een andere meester gekozen. De duivel neemt bezit van hem. Hij trapt de liefde van zich af. De laatste poging is mislukt en dan zegt Jezus: Wat je moet doen, doe dat nu maar meteen. En Judas gaat. Hebben de andere leerlingen het begrepen? Het lijkt er niet op. Ze denken dat hij nog
ergens een boodschap heeft. Ze zullen niet vermoed hebben dat Judas op weg is naar het Sanhedrin. ‘Die at van mijn brood heeft zich tegen mij gekeerd.’ Judas verlaat de maaltijd als de liefde recht op hem af komt. Liefde kan verbitteren. Het is lang niet altijd zo dat liefde mensen ontdooit, het kan hen ook verharden. Judas slaat de deur achter zich dicht. En het was nacht.
Petrus Ook Petrus heeft op onverwachte wijze zijn meester in de steek gelaten. Maar hij zat daar niet met een hart vol verraad. Hij trok zijn voeten terug toen Jezus die wilde wassen. Hij begreep het niet. Ook hij wil niet een lijdende Messias. Naïeve Petrus, hij weet niet waar Jezus heen wil. Hij wil Jezus volgen al kost het hem zijn leven. Jawel – vóór het ochtendgloren heeft hij hem driemaal verloochend. Judas de geraffineerde en Petrus de naïeve. Tussen die twee in spreekt Jezus over de liefde. Heeft Johannes dat met opzet zo gedaan? Ik weet het niet maar het staat er wel zo. ‘Jullie moeten elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad’, zegt Jezus. Een duizelingwekkende opdracht. ‘Liefde kan niet van één kant komen’, zeggen wij vaak. De liefde van Jezus voor Judas kwam wel van één kant.
Avondmaal De maaltijd van die avond liep uit op de instelling van het Avondmaal. Johannes beschrijft dat niet maar we weten het uit de drie andere evangeliën. Was Judas daarbij? Ik denk het niet, als ik het verslag van Johannes lees. In het avondmaal strekt Jezus zijn hand naar ons uit, met een stukje brood, met een beker wijn. Sla die hand niet weg. Buiten is het nacht. Meditatie over Johannes 13:21-30. Ds. Han Horsman is emeritus predikant van de NGK Zwolle (2).
opbouw 54/06, 19 maart 2010
27
Persschouw Verschillen in de kerk TEKST MENKO BIEWENGA Ik ben nu 50 jaar lid van de GKv waarvan zo’n 30 jaar bewust en ben dankbaar voor het zeer vele dat ik in deze kerk mocht ontvangen: catechisaties, vereniging, preken, een gedegen theologische opleiding... Ik zie een kerk die serieus wil omgaan met wat God in de Bijbel zegt. Ik zie een kerk die Christus centraal wil stellen in haar prediking en die zich steeds meer bewust is van haar missionaire roeping. Ik zie veel goeds en mooie ontwikkelingen (al zie ik ook zorgelijke kanten). Maar ik zie ook een kerk die al zijn de scherpe kanten er inmiddels wat af - nog altijd maar moeilijk kan omgaan met verschillen, die het moeilijk vindt om daarmee te leven; een kerk die sterk gericht is op gelijk hebben en controle houden en minder op vertrouwen, verhoudingen en relaties; een kerk die in discussies en conflicten gemakkelijk grote woorden gebruikt. Aan het woord is de Vrijgemaakte dominee Sieds de Jong uit Assen. In De Reformatie van 13 februari geeft hij een overzicht van alle recente afsplitsingen van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt en van de scheuringen die zich binnen die afsplitsingen alweer hebben voorgedaan. Hoe kleiner het groepje, hoe harder geroepen wordt dat dit nu de enige echte ware kerk is. Een triest verhaal. Ik denk dat De Jong terecht waarneemt dat het niet om kunnen gaan met verschillen in de kerk een perfecte voedingsbodem is voor dit soort telkens nieuwe scheuringen. En natuurlijk, elke volgende scheuring wordt gelegitimeerd met een beroep op de gehoorzaamheid aan de wil des Heren, maar intussen liggen er mechanismen aan ten grondslag die weinig te maken hebben met geloof en
28 opbouw 54/06, 19 maart 2010
met dienen van de Here, maar alles met botsende karakters en met het onvermogen om verschillen op het juiste formaat te taxeren. Het kan ook anders. In het Christelijk Weekblad van 19 februari staat een artikel met als opschrift: ‘Verschillen mogen er zijn’. De schrijfster, Elly den Herder - Michielsen, heeft zich laten inspireren door een boekje van Wil Doornenbal uit 2002, ‘Geloven zoals je bent; de invloed van je persoonlijke stijl op de verhouding tot God en anderen’. Elly den Herder: Als mensen over anderen praten, nemen ze zichzelf vaak als norm en plaatsen zich boven de ander. Dit is niet altijd bevorderlijk voor de onderlinge relaties. Mensenkennis (en zelfkennis) is daarom belangrijk. Voor iedereen. Want of je nu buschauffeur bent of predikant, verkoper of maatschappelijk werker, we hebben allemaal dagelijks met mensen en met onszelf te maken. En iedereen is weer anders. Of lijken we in sommige opzichten toch op elkaar? De bekende Zwitserse psychiater en psycholoog Jung (1875-1961) was de eerste die gemeenschappelijke lijnen in alle individuele reacties en gedragingen heeft beschreven. De Nederlandse psychologe Wil Doornenbal heeft over zijn psychologische typen een overzichtelijk boekje geschreven dat ik hier als bron gebruik. Jung onderscheidt twee houdingen (introvert - extravert en planmatig spontaan) en twee functies (zintuiglijk - intuïtief en rationeel - gevoelsmatig) waarin mensen van elkaar kunnen verschillen. ledereen is anders. Gelukkig maar. Zo kunnen we elkaar aanvullen. Helaas gebeurt het vaker dat we elkaar juist door deze verschillen
bekritiseren en veroordelen. () Je kunt je eigen psychologische voorkeurstijlen ontdekken door je af te vragen: wat gaat mij van nature het gemakkelijkst af? Enigszins vergelijkbaar met rechts of links schrijven. ledereen heeft hierin een duidelijke voorkeur. Met enige moeite kun je ook met je andere hand schrijven. Alleen kost dat meer inspanning en levert het niet zo’n mooi resultaat op. Niet alleen individuen, ook hele organisaties verschillen op deze psychologische dimensies van elkaar. Laten we eens door de bril van Jung naar twee kerken kijken. Evangelische gemeentes zijn vaak naar buiten gericht (extravert), diensten verlopen niet altijd volgens het zelfde protocol (spontaan), men ziet vaak nieuwe mogelijkheden (intuïtief) en beslissingen worden vaak op gevoelens gebaseerd (gevoelsmatig). Traditionele kerken zijn vaak meer naar binnen gericht (introvert), de diensten verlopen volgens een strakke liturgie (planmatig), men vertrouwt meer op ervaring dan dat er oog is voor nieuwe mogelijkheden (zintuiglijk) en beslissingen worden op rationele overwegingen genomen (rationeel). Het is heel begrijpelijk dat uiteenlopende persoonlijkheden zich in verschillende kerken thuis voelen. Het gaat mis als mensen of hele kerken denken dat hun eigen stijl ‘geestelijker’ is dan die van de ander. Als er al van ‘geestelijk’ gesproken mag worden, dan is dat toch: oog hebben voor de veelkleurigheid van de schepping, waarvan we allemaal onderdeel zijn én het besef dat we elkaar nodig hebben. Drs. Menko Biewenga is predikant van de NGK Enschede.
Oplocatie Kerken herkennen zich in aanbevelingen Vertrouwens- en Adviescommissie
Handreiking beroepingswerk met beide handen aangegrepen De handreiking voor beroepingswerk van de Vertrouwens- en Adviescommissie is goed ontvangen in diverse Nederlands Gereformeerde Kerken die momenteel met een beroepingsprocedure bezig zijn of er net één hebben afgerond. Veel aanbevelingen werden weliswaar al opgevolgd, maar het document is zeker een steun in de rug. TEKST JORDI KOOIMAN
De Landelijke Vergadering Lelystad gaf de Vertrouwensen Adviescommissie (VAC) in 2004 de opdracht om een handreiking te maken voor beroepingswerk. Omdat de andere taken de commissieleden flink bezighielden, ging er wat tijd overheen voordat de VAC zich aan de klus kon zetten. Maar eind augustus 2009 lag er een document, dat naar alle predikanten en scriba’s gestuurd werd. ‘We merkten als commissie dat er in toenemende mate problemen en conflicten ontstaan tussen predikanten en kerkenraden’, vertelt commissievoorzitter Bram Wattèl. ‘Soms was dat terug te voeren tot “onzorgvuldig” beroepingswerk. Dat klinkt hard, maar daar heeft het wel mee te maken. Wij denken dat conflicten voorkomen kunnen worden door een zorgvuldige, afgewogen procedure.’ Wattèl benadrukt dat de handreiking geen garantie is voor een probleemloze toekomst tussen predikant en gemeente, maar is geschreven vanuit de gedachte dat er meer voorkomen kan worden dan nu in de praktijk voorkomen wordt.
Suboptimaal De drie leden van de VAC baseerden zich bij het schrijven van de handreiking op hun eigen jarenlange ervaring binnen de NGK en legden het document ook voor aan een aantal predikanten, die er vanuit hun oogpunt kritiek op konden leveren. ‘Het is dus niet alleen achter ons bureau bedacht’, zegt Wattèl. Hoofdpunt van de handreiking is dat het van groot belang is dat een predikant en zijn nieuwe gemeente vooraf helder hun verwachtingen uitspreken. Zeker in deze tijd. Wattèl: ‘We zijn een kleine kerk, dus de optimale predikant is nauwelijks vindbaar. Ook omdat de diversiteit binnen de NGK groeit. Een suboptimale keus is realistischer. En juist dan zijn heldere verwachtingen erg belangrijk.’ Als de verwachtingen niet matchen, ‘is het wachten op problemen’, waarschuwt hij. ‘Gemeenteleden zijn mondiger. Als iets ze niet zint, gaan ze weg of laten ze duidelijk hun mening blijken.’ De handreiking adviseert gemeenten om eerst een profiel van de eigen gemeente te maken, zodat men een realistisch zelfbeeld heeft. Aan de
hand daarvan kan een profiel gemaakt worden van de predikant die de gemeente zoekt. De commissie verwacht niet dat gemeenten een predikant vinden die precies in dat profiel past, maar het helpt wel om de verwachtingen over en weer helder neer te zetten. Schaap De richtlijnen van de VAC zijn niet baanbrekend. Diverse gemeenten die net een beroepingsprocedure doorlopen hebben of er nog mee bezig zijn, vinden eerder herkenning dan verrassing in het document. Zo is het maken van profielen in Nieuwegein, Nijmegen en IJsselmuiden al gemeengoed. In IJsselmuiden is de herkenning het grootst. Die gemeente maakte twee à drie jaar geleden een eigen procedure voor het beroepingswerk, na de werkwijzen van zo’n vijf andere gemeenten geïnventariseerd te hebben. ‘Onze procedure heeft heel veel overeenkomsten met de handreiking’, zegt Allard van Bruggen, voorzitter van de beroepingscommissie. ‘Alleen in de details verschilt het.’ Zo wordt in IJsselmuiden ook gewerkt met profielen van de
Bram Wattèl: ‘De optimale predikant is nauwelijks vindbaar’.
gemeente en de gezochte predikant, én merkt de commissie dat zo’n profiel niet meer dan een ideaalbeeld is. ‘Dat hebben we direct gezegd: het profiel is een schaap met vijf poten. Je begint bij degene die er het beste bij past.’ In Nieuwegein gebruikte de beroepingscommissie een enquête om een profiel samen te stellen. ‘Wij wilden peilen wat de gemeenteleden belangrijk vonden in een predikant en wie ze geschikt zouden vinden’, vertelt voorzitter Kees de Best. Uit de enquête kwamen belangrijke suggesties en aanbevelingen voor de profielen en ook namen, waar de commissie
opbouw 54/06, 19 maart 2010
29
mee aan de slag ging. Uiteindelijk werd na een paar bedankjes Fred Blokhuis uit Schiedam eind januari met succes beroepen. In Nijmegen ging men nog een stapje verder door een vacaturetekst te schrijven (iets wat in een voetnoot van de handreiking ook genoemd wordt). De tekst werd via het predikantennetwerk rondgemaild en als wervingsadvertentie geplaatst in Visie, Trouw, de Volkskrant en Opbouw. De gemeente ontving tien tot vijftien reacties. Inmiddels is Koos Jonker gekozen als nieuwe predikant. Hij is op 14 maart bevestigd. ‘We vonden het belangrijk om van tevoren op papier te zetten wat wij zochten in een predikant’, licht voorzitter van de kerkenraad Sandra Ruta toe. ‘Verder speelde mee dat we een kleine gemeente zijn en dat het dus praktisch niet haalbaar was om allerlei dominees te gaan bezoeken.’ De profielschets die de gemeente in de vacaturetekst gebruikte, werd tijdens een gemeenteavond samengesteld. De gemeenteleden dachten in groepjes na over wat zij van een nieuwe predikant verwachtten. Daar kwamen dingen uit als: geestelijke verdieping geven, inzet voor missionaire activiteiten en opbouw van het jeugdwerk. 75 procent Ook dominee Maikel de Kreek, die half september 2009 maar liefst vier beroepen ontving, herkent zich in de handreiking. ‘Eigenlijk doet iedereen al wat in het stuk staat. Wat ik meemaak in de praktijk, staat daar op papier’, zegt hij. Dat neemt niet weg dat De Kreek het “hartstikke goed” vindt dat de procedure op papier gezet is. Dat geldt ook voor de eerdergenoemde gemeenten. Het feit dat de VAC het hele beroepingsproces tot in detail heeft beschreven en omkleed heeft met advies, wordt als welkome
30 opbouw 54/06, 19 maart 2010
steun in de rug ervaren. ‘Alle lof voor de handreiking’, zegt Sandra Ruta uit Nijmegen. ‘Die kwam voor ons op een heel goed moment. Met name als het gaat om de fase waarin je een beroep overweegt, hebben we veel gemak van de handreiking ondervonden. Hoe neem je de gemeente daarin mee? Hoe laat je de predikant kennismaken met de gemeente?’ De gemeente in Nieuwegein benutte de handreiking eveneens op dit punt. De VAC geeft bijvoorbeeld aanbevelingen voor de gemeenteavond waar gestemd wordt over een mogelijk beroep. Aanbevelingen als dat er van tevoren afgesproken moet worden welke meerderheid vereist is (de handreiking gaat uit van ten minste 75 procent van de gemeente). ‘Dat hebben we zeker kunnen gebruiken’, zegt De Best. ‘Het is toch altijd een spannend moment. Je hebt je keuze toegelicht en hoopt op instemming, maar je hoort toch van gemeenten dat er soms nog bezwaren naar voren komen. Dan moet je niet hebben dat je je pas op dat moment gaat afvragen hoe je daarmee om moet gaan.’ De commissie in Nieuwegein heeft de handreiking verder ook gebruikt bij het vooronderzoek, vertelt De Best. ‘Je moet investeren in die fase. Over welke predikant heb je het? Wat voor type? En matcht dat met de gemeente? Het is belangrijk om een goed beeld van iemand te hebben. Daarom hebben we ook enkele adviseurs van buiten de gemeente geraadpleegd in ons vooronderzoek.’ Hij waarschuwt ‘niet verder te categoriseren. Je moet niet zeggen: dit is voor ons nummer één. Je moet ook zuinig zijn op de anderen.’ Bedenktijd Hoewel de gemeenten lovend zijn over de handreiking, plaatsen ze hier en daar ook
Maikel de Kreek: ‘Meer bedenktijd bij meer dan één beroep is wenselijk’.
wel wat kanttekeningen. Ruta mist in het stuk bijvoorbeeld een soort format om afspraken in vast te leggen. ‘Inhoudelijk is het wel duidelijk wat er allemaal vastgelegd moet worden, maar een handreiking voor de manier waarop je dat dan vastlegt, zou ook handig zijn. Nu hebben we zelf her en der geïnformeerd over hoe je dat zou kunnen doen.’ In IJsselmuiden twijfelt men enigszins over de aanwijzing in de handreiking dat het horen van predikanten altijd aangekondigd moet worden. ‘Dat is natuurlijk wel netjes, maar wij doen het niet altijd. Een predikant staat toch anders op de kansel, als hij weet dat er een beroepingscommissie in de kerk zit.’ Vanuit predikantsogen bezien, heeft De Kreek twee praktische bezwaren. ‘Ik las dat het gewenst is dat een predikant binnen zes maanden na het aannemen van het beroep van de ene gemeente naar de andere overgaat. Dat verbaasde me. Het is natuurlijk een mooi streven, maar de praktijk is anders, bijvoorbeeld doordat je een huis
moet kopen. Bij mij duurt het nu acht of negen maanden voor ik in Doetinchem aan de slag kan.’ De bedenktijd van drie weken die de VAC voorschrijft, vindt De Kreek ook aan de korte kant. ‘Ik had vier beroepen tegelijk, dan zijn drie weken erg weinig. Je eigen werk gaat ondertussen natuurlijk ook door, daar wordt geen rekening mee gehouden. En je wilt toch ook tijd nemen om met de gemeenteleden te praten en je een beeld te vormen. Als je één beroep krijgt, is drie weken denk ik prima. Maar er zou misschien een regeltje bij kunnen dat je meer tijd krijgt bij meerdere beroepen. Aan de andere kant vind ik zes weken tijd voor een kandidaat dan weer veel te lang.’ Huiverig Een scepticus zou zich bij het hele verhaal kunnen afvragen of het niet al te veel op een sollicitatieprocedure gaat lijken. Wattèl kan zich dat wel voorstellen. ‘De handreiking is horizontaal gericht, maar de verticale lijn zit er wel in, al wordt die niet overal ge-
noemd. Het is een roeping van God, dus het proces moet wel op een geestelijke wijze gebeuren. Tegelijk zeggen wij dat je het ook niet te ver buiten de werkelijkheid moet plaatsen.’ ‘Het is best ingewikkeld’, erkent hij. ‘Maar je moet er ook niet te verheven over doen. Stel dat een predikant zich absoluut geroepen voelt om ergens naartoe te gaan, maar de gemeente is er niet gelukkig mee, dan ben ik toch huiverig om zoiets door te laten gaan. Het blijft zoeken en tasten.’ De gemeenten wijzen erop dat alles vooral biddend moet gebeuren. ‘Ik vond het zelf heel belangrijk dat we het proces samen met de gemeente begonnen door het bij God te brengen’, zegt Ruta. ‘Het is goed om stil te staan bij de vraag wat nodig is voor de gemeente om te groeien. Je moet het niet zien als een sollicitatieprocedure. Dat zal het ook nooit worden.’ Van Bruggen vult aan: ‘Je moet je toch door gebed laten
De NGK Nijmegen, hier tijdens de Pinksterdienst 2009, is de eerste NGK die de predikantsvacature via een advertentie onder de aandacht bracht.
leiden. Want als je alles zou afwegen met je verstand, zou je nooit een dominee vinden.’ Cultuuromslag nodig Sinds enkele weken liggen er nieuwe voorstellen rond het beroepingswerk op de kerkelijke tafels. In haar LV-rapport ‘Tussen gisteren en morgen’ pleit de Commissie Toekomstig Predikantsprofiel voor een ‘cultuuromslag’ in het beroepingswerk en voor ‘openheid en transparantie’. De wens van predikanten om
een beroep te ontvangen moet volgens de commissie ‘uit de taboesfeer’. Het moet normaal worden ‘dat predikant en gemeente een wens tot verandering in de situatie eerlijk tegen elkaar kunnen uitspreken en vanuit die openheid gezamenlijk een weg uitstippelen naar de toekomst’. Daarom stelt de commissie voor dat alle actieve gemeentepredikanten voortaan jaarlijks aangeven zichzelf als beroepbaar of niet-beroep-
baar te beschouwen. Dat kan besproken worden in het jaarlijks evaluatiegesprek tussen kerkenraad en predikant. Een landelijke LoopBaanCommissie (LBC) zou deze gegevens moeten verzamelen. Gemeenten die vacant zijn, kunnen dan bij de LBC terecht voor informatie en predikanten die het initiatief nemen om te veranderen, kunnen zich bij de LBC melden voor bemiddeling. Eind dit jaar buigt de Landelijke Vergadering zich over deze voorstellen.
Googelend beroepen Predikant Maikel de Kreek uit Rijsbergen kreeg de afgelopen tijd uitgebreid te maken met het beroepingsproces. Half september kreeg hij in één klap vier beroepen op de deurmat. Waar hij zich in dat proces enorm over verbaasde, was de grote rol die internet bij twee beroepingscommissies speelde. ‘Zij kwamen op gesprek bij mij, maar ze hadden me nog nooit horen preken. Dus ik vroeg: hoe komen jullie bij mij? Via Google, was het antwoord. Ze hadden me gewoon beluisterd via internet. Dat is toch wel apart en ik denk dat we ons daar als predikanten ook meer bewust van moeten zijn. Mensen kunnen je downloaden. En het gekke is dat je het zelf ook doet. Als je iets over een gemeente wil weten, ga je ook eerst op internet kijken. Websites zijn tegenwoordig zo belangrijk.’
Ds. Luc Compagnie 25 jaar predikant HENGELO – Ds. Luc Compagnie, predikant van de NGK/CGK Hengelo, viert op 25 maart zijn vijfentwintigjarig ambtsjubileum.
Ds. Luc Compagnie.
Hij werd op 25 maart 1985 als predikant van Zaandam en Oostzaan bevestigd. Daarna diende hij de kerken van Rotterdam-Alexanderpolder (CGK/NGK) en Katwijk. Sinds 2009 is hij verbonden aan de samenwer-
kingsgemeente van CGK en NGK in Hengelo. Op 27 maart van 14-17 uur wordt er ter gelegenheid van het ambtsjubileum van ds. Compagnie een receptie gehouden in kerkgebouw de Morgenster in Hengelo.
Beroepingswerk Aangenomen naar Wormer: P.A. van Veelen uit Heemstede, die ook aan de NGK Den Helder verbonden blijft. Beroepen te IJsselmuiden: H.G. Schaeffer te Heerenveen. Beroepen te Lisse (CGK/NGK): P. van Dolderen te Noordscheschut (CGK).
opbouw 54/06, 19 maart 2010
31
Kamper Kerkendag ‘enthousiasmerend en bemoedigend’ KAMPEN – Enkele honderden leden van NGK, GKV en CGK deden mee aan de Kamper Kerkendag 2010 op zaterdag 13 maart: een dag van samen zingen, samen eten en samen luisteren naar ‘buurman’ ds. Jan van Langevelde (CGK) uit Zwolle. Ds. Roel Venderbos (NGK): ‘Het was bemoedigend en enthousiasmerend’. In 2009 was de eerste Kerkendag, toen alleen van NGK en GKV. Van Langevelde gaf de Kerkendaggangers een reeks suggesties mee voor samenwerking tussen de drie kerken: ‘Zorg met zijn drieën voor een gevarieerd palet aan middagdiensten – leer-, praise-, jongeren-, ontmoetingsdiensten - waaruit kerkgangers kunnen kiezen. Ga kijken, of je in de nieuwe stadswijk Het Onderdijks ge-
drieën een nieuwe preekplaats of gemeente kunt starten. Zorg voor een gezamenlijk aanbod aan toerustingscursussen. Doe samen hulpverleningsprojecten. Pak een stadsplattegrond, geef daarop aan waar alle leden van de drie kerken wonen en doe dan verassende ontdekkingen. Ruil van kansel. En bestudeer belangrijke thema’s niet langer
Bezoekers van de Kamper Kerkendag luisteren in de Nieuwe Kerk naar ds. Jan van Langevelde (inzet). (foto Jacob Vinke)
apart, maar samen’. Verder konden de deelnemers in workshops de handen uit de mouwen steken met Present, drama en mime combineren in een drimeteam,
investeren in hun huwelijk, met een keur aan instrumenten oefenen in het begeleiden van Opwekkingsliederen in de gemeente en uiteraard doorpraten met de spreker. (adb)
Ds. Koos Jonker bevestigd in Nijmegen NIJMEGEN – Ds. Koos Jonker, afkomstig van de NGK Hoorn, is op 14 maart bevestigd als predikant van de NGK Nijmegen. Ds. Job Smit, die tweeënhalf jaar als pastoraal medewerker aan de gemeente verbonden was, preekte in de bevestigingsdienst over: ‘Wie in Hem gelooft, komt niet bedrogen uit’ (Romeinen 10:9-13). De groei van de gemeente in aantal in de afgelopen jaren komt volgens hem door de innerlijke groei van de gemeente, waarbij toewijding aan Jezus een belangrijke rol speelt. ‘Met de komst van een predikant moet de focus niet verschuiven naar de kerk op zich, maar op Jezus gericht blijven’. Hij sprak de hoop uit dat Koos Jonker hierin de gemeente zou voorgaan. Ds. Jan Mudde bevestigde Koos Jonker vervolgens als predikant van de NGK Nijmegen; ds. Kor van As sprak het zegengebed uit. De handoplegging bij ds. Koos Jonker met v.l.n.r. Diederick Eikelboom, (verscholen) Eelco Mulder, ds. Jan Mudde, Remco Strijbosch, Kor van As, Hans Oolbekkink, Sandra Ruta, Alide Tieleman en Janine Harkema.
In de intrededienst sprak Koos Jonker over: ‘Hoe welkom zijn zij die goed nieuws
verkondigen’ (Romeinen 10:15). Wat het Evangelie tot het goede nieuws maakt, is dat in het christelijk geloof de verlossing door Jezus er al is, terwijl in andere godsdiensten verlossing of verbetering mogelijk is, als je van alles en nog wat doet. ‘En dan weet je
het nog niet zeker’. De nieuwe Nijmeegse predikant riep de gemeente op om het goede nieuws te gaan brengen aan de mensen om hen heen. Koos Jonker werd verwelkomd door Kees van Esch namens de NGK/CGK Arn-
hem, ds. Joop van ’t Hof als oud-predikant (achtenhalf jaar geleden), ds. Willem Smouter namens de regio en Sandra Ruta namens de kerkenraad en de gemeente. Na de dienst was er een borrel om de feestelijke dag af te sluiten.
Radiokerkdienst uit Zoetermeer
Voorganger is ds. Adriaan van Langevelde, die preekt over het thema: ‘Wees als een stad op een berg’. (adb)
32 opbouw 54/06, 19 maart 2010
Ds. Adriaan van Langevelde
ZOETERMEER – In het kader van Zendtijd voor Kerken wordt op 21 maart vanaf 17 uur via Radio 5 een kerkdienst uitgezonden van de CGK/NGK-gemeente De Lichtzijde in Zoetermeer.