God in Nederland - Ben jij een vreemde eend? Leeftijd: alle leeftijden, 8-12, 12-16, 16+ Soort bijeenkomst: club, catechese Soort werkvorm: rustige spellen, gespreksvormen Thema: Catechese, Groepswerk, Jeugdwerk, Kerk, Leefwereld en ontwikkeling jeugd, Maatschappij, Samenleven Tijdsduur: 15-25 minuten min. Bron: Chantal de Fretes Ben jij een vreemde eend als christen? Als we het trendonderzoek van ‘God in Nederland 2016’ moeten geloven misschien wel. God lijkt onzichtbaar geworden in de Nederlandse samenleving. Christenen lijken een steeds kleiner wordende minderheid te worden. Hoe vinden kinderen en jongeren het om christen te zijn? En praten ze erover met leeftijdsgenoten? Hieronder vind je drie creatieve werkvormen - per leeftijdscategorie - om hier persoonlijk op in te gaan.
Werkvorm 8-12 jaar ‘De vreemde eend’ Doel Met dit spel bespreken de kinderen het thema ‘een vreemde eend zijn'. Zij leren dat je om verschillende redenen een vreemde eend zou kunnen zijn. Ze bespreken met elkaar of zij zichzelf als vreemde eend zien als christen, en of een christen zich zo zou moeten voelen. Tijdsduur: 15 minuten Benodigdheden: 12 kaartjes, uitgeknipt (zie bijlage) Het spel Geef de kinderen een stapel met kaartjes op random volgorde. Hier van moeten zij vier setjes zien te maken van ieder drie kaarten. Daarnaast hebben ze nog een tweede opdracht: van elk gevonden setje is er steeds één kaart die eigenlijk niet binnen de serie past, ‘de vreemde eend’. Het is een kaart die er bij hoort, maar ook net anders is dan de andere twee kaarten. Bijv. het setje over voetbal. Hier vind je de kaarten bal, scheidsrechter en keeper. De kaart die anders is, is de bal. Dit is geen persoon. Bij elk setje is er niet per se één antwoord goed. Zie hieronder. Er wordt steeds een mogelijk antwoord gegeven, maar de kinderen kunnen andere antwoorden geven. Gesprek over het spel Laat de kinderen hun keuzes toelichten. Waarom hebben ze die kaarten bij elkaar gelegd, en welke kaart is volgens hen ‘de vreemde eend’? Vraag hen wat het betekent om ‘een vreemde eend’ te zijn? Wanneer kan je je ‘een vreemde eend voelen’? Voelen zij zich zelf
wel eens een vreemde eend? Wanneer? Wijs de kinderen op het setje over geloof. De vreemde eend is hier de Hindoe gelovige. Zou jij ook op dat kaartje kunnen staan (ook al ben je christelijk)? Voel jij je wel eens de vreemd eend? Bespreek met elkaar of je je als christenen een vreemde eend zou kunnen voelen. Waarom wel of niet? Voel jij je wel eens zo? Hoort dit bij christen zijn? Mogelijke antwoorden spel: Gezonde etenswaren: Appel / Tomaat / Wortel Antwoord: Wortel of appel. Officieel is een tomaat een fruit, het is een bes, en is de wortel de enige groente. Máár men beschouwt de tomaat culinair gezien ook als een groente, dus de appel kan evt. ook als de vreemde eend gekozen worden. Voetbal: Bal / Scheidsrechter / Keeper Antwoord: de bal. Dit is geen persoon, of: de scheidsrechter, want die mag de bal niet aanraken. Geloof: de Bijbel / de predikant / een hindoe gelovige Antwoord: een hindoegelovige. School: docent / buitenspelen / leren Antwoord: buitenspelen. Een docent geeft een leerling werk, waardoor hij of zij niet de vrijheid heeft te spelen.
Werkvorm 12-16 jaar ‘De vreemde eend’ Doel Met dit spel bespreken jongeren het thema ‘een vreemde eend’ zijn. Zij leren dat je om verschillende redenen een vreemde eend zou kunnen zijn, bespreken met elkaar of zij zichzelf als vreemde eend beschouwen als christen, en of een christen zich zo zou moeten voelen. Tijdsduur: 15-20 minuten Benodigdheden: 12 kaartjes, uitgeknipt (zie bijlage)
Het spel Geef de jongeren een stapel met kaarten op random volgorde (zie bijlage). Hier van moeten zij vier setjes zien te maken van ieder drie kaarten. Daarna volgt er nog één opdracht: van het gevonden setje is er telkens één kaart die eigenlijk niet binnen de serie past, ‘de vreemde eend’. Het is een kaart die er bij hoort, maar ook net anders is dan de andere twee kaarten. Bijv. het setje over voetbal. Hier vind je de kaarten bal, scheidsrechter en keeper. De kaart die anders is de bal. Dit is geen persoon. Bij elk setje is er niet per se één antwoord goed. Zie hieronder. Er wordt steeds een mogelijk antwoord gegeven, maar de jongeren kunnen andere antwoorden geven. Gesprek over het spel Laat de jongeren hun keuzes toelichten. Waarom hebben ze die kaarten bij elkaar gelegd, en welke kaart is volgens hen ‘de vreemde eend’? Vraag hen wat het betekent om ‘een vreemde eend’ te zijn, wat is dat? Wanneer kan je je ‘een vreemde eend voelen’? Wijs de jongeren nogmaals op het setje met de mannelijke popzangers. De andere reden dat Justin Bieber de vreemde eend is, is omdat hij als enige van de popzangers een christen is, of zich christen noemt in de media. Vraag de jongeren of ze hiervan op de hoogte zijn. Wat hebben ze over hem gehoord? Wat vinden ze van zijn uitspraken? Bespreek met elkaar of je je als christenen een vreemde eend zou kunnen voelen. Waarom wel of niet? Voel jij je wel eens zo? Zijn je vrienden ook christen? Spreek je wel eens met je vrienden over geloof of over naar de kerk gaan? Hoort dit bij christen zijn? Probeer hierin door te vragen naar de betekenis van het geloof voor deze jongeren. Mogelijke antwoorden spel: Gezonde etenswaren: Appel / Tomaat / Wortel Antwoord: Wortel of appel. Officieel is een tomaat een fruit, het is een bes, en is de wortel de enige groente. Máár men beschouwt de tomaat culinair gezien ook als een groente, dus de appel kan evt. ook als de vreemde eend gekozen worden. Voetbal: Bal / Scheidsrechter / Keeper Antwoord: de bal. Dit is geen persoon, of: de scheidsrechter want die mag de bal niet aanraken. Mannelijke popzangers: Justin Bieber / Zayn / Niall Antwoord: Justin Bieber. Hij zat niet bij de band One Direction. School: docent / schoolbel / huiswerk
Antwoord: schoolbel. Een docent geeft een leerling huiswerk.
Werkvorm 16+ ‘Waar sta jij?’ Doel Jongeren bespreken met elkaar hoe zij zich verhouden tot het geloof en tot hun naaste omgeving t.o.v. hun eigen geloofsovertuiging, en verwoorden wat het geloof voor hen betekent.
Tijdsduur: 20-25 minuten Benodigdheden: legopoppetjes (2 per jongere), papier, pennen Zorg voor een aantal poppetjes bijv. van Lego. Elke jongere heeft twee poppetjes. Eén poppetje staat voor hen zelf, en een ander poppetje voor hun omgeving. Geef ook elke jongere een vel papier. Laat hen een kruis in het midden van het vel tekenen (niet te groot). Opdracht Verdeel de groep in tweetallen. Geef aan dat de jongeren met elkaar verschillende situaties langs gaan waarin hen gevraagd wordt zichzelf te positioneren t.o.v. het geloof en ten opzichte van hun omgeving. Vraag hen hun keuze toe te lichten. Waarom staan ze daar? En waarom staat hun omgeving daar? Laat ze na hun bespreking samen een conclusie trekken naar aanleiding van de volgende vragen: ● ●
Veranderde je positie bij elke situatie of is die overal hetzelfde? Hoort je overal hetzelfde te staan of mag je je ook af en toe verplaatsen als christen/ gelovige?
Situatie 1: positioneer je ten opzichte van het geloof en je familie Situatie 2: positioneer je ten opzichte van het geloof en je vrienden Situatie 3: positioneer je ten opzichte van het geloof en een andere keuze van omgeving bijv. school, de sportclub of je buren. Laat ze dit zelf kiezen, omdat het ook zal laten zien waar zij zelf op dat moment mee bezig zijn. Mocht je geen poppetjes hebben, geef de jongeren dan per situatie een apart vel papier. Ze tekenen op elk vel niet alleen een kruis, maar ook poppetjes waarmee ze henzelf en ‘de ander’ positioneren. Bespreek met elkaar wat de jongeren hebben besproken in hun tweetallen en wat ze samen hebben geconcludeerd. Vraag
naar de eventuele verschillen. Vraag hen hoe het voor hen voelt om te staan waar ze zichzelf gepositioneerd hebben. Het kan zijn dat de jongere ‘het geloof’ lastig vindt te definiëren, of dat ze daar verschillende definities voor hebben. Wat is dat? Is dat de kerk? Is dat je persoonlijke geloof en hoe je met Jezus leeft? Bespreek dit dan ook met elkaar: wat betekent geloof of geloven voor jou?