Jaargang 22 - nr. 9 - mei 2008
Het beeldje Er lag een beeldje langs de sloot het was heel mooi en niet erg groot. Maar op een dag viel het in het water, het dreef tegen de stroom, niet veel later. Steeds meer mensen kwamen kijken. Het begon steeds meer op een droom te lijken. De mensen zetten het beeldje in de kerk, dat was eigenlijk niet veel werk. Maar telkens was het beeldje weg; de pastoor dacht: wat een pech! Op een dag zei hij We bouwen een kapel! Het was best moeilijk, maar het ging wel. En iedereen vond het heel erg fijn, om daar in die kapel te zijn. Emma Vingerhoeds 5b basisschool de Linde Oirschot
God achter de voordeur? De verhouding tussen religie en politiek is een altijd actuele kwestie die de gemoederen steeds weer in beweging zet. Onlangs opperde de liberale VVD-leider in de Tweede Kamer dat God achter de voordeur opgesloten moet worden. Hij heeft niets met het publieke debat te maken, met name wanneer het gaat over immigratie en integratie, twee hete hangijzers in onze samenleving. Het probleem is echter dat dit niet zal lukken en het is maar goed ook, want God hoort niet achter de voordeur thuis. Met name voor de liberalen geldt dat zij religie als privédomein beschouwen. Daar mag iedereen zijn eigen God, christelijk of islamitisch, aanbidden en vereren. Volgens de Grondwet is er immers scheiding van kerk en staat, zo redeneert men. Dus moet God buiten de deur gehouden worden. Maar hoe zit het dan met de bepaling uit dezelfde Grondwet, dat gelovigen vrij zijn hun geloof in het publieke domein te beleven? Spreken deze twee bepalingen elkaar tegen? Ik denk het niet, omdat het hier over twee verschillende grootheden gaat, met name de verhouding tussen kerk en staat enerzijds en de verhouding tussen geloof en politiek anderzijds. Zijn de eerste twee gescheiden van elkaar, de tweede zijn dit zeker niet; sterker nog, het geloof mag de publieke ruimte binnentreden en zelfs invloed uitoefenen op de politieke besluitvorming. Werkelijk gelovige mensen, die hun inspiratie vinden in bijbel of koran, willen hun gelovige overtuiging naar buiten brengen wanneer het over politieke zaken gaat. Geloof is voor hen een bron van inspiratie, die hun standpunten
Mei 2008
ten overstaan van allerlei politieke beslissingen duidelijk maakt. Die bron van inspiratie vinden christenen ondermeer in de Bergrede die hen oproept tot gerechtigheid en liefdadigheid, de islamieten in bepaalde soera’s - bijvoorbeeld 13,22 van de koran. Het probleem voor de liberalen is hun angst voor het fundamentalisme van religieuze opvattingen. Wie vanuit de bijbel of de koran immers eigenmachtig onwrikbare waarheden claimt, loopt de kans fundamentalistisch te gaan denken en handelen. Dat geldt zowel voor de bijbel- als voor de koranlezer. Zowel de geloofsgemeenschap waartoe hij behoort als de religieuze traditie worden door hem dan voor het gemak terzijde geschoven. Alleen het eigen inzicht geldt. Alleen de ééndimensionale waarheid is voor hem bepalend en dan kom je gemakkelijk tot fundamentalistische opvattingen. Dit geldt niet alleen voor de islamieten maar ook voor de christenen, zoals we in onze Kerk kunnen constateren. In de discussie rond de film Fitna van Wilders wordt over het hoofd gezien dat niet de eenling, die individueel waarheden uit de koran afleidt, bepalend is voor de gedachtegang van de islam. Hij vergeet de religieuze traditie waarin hij staat en vervalt gemakkelijk tot religieus radicalisme. Hoe meer gelovigen God daarom buiten hun voordeur brengen vanuit een oprechte inspiratie en de hen overgeleverde traditie, des te minder zal er sprake zijn van radicalisme en fundamentalisme in onze samenleving.
De voorlaatste aflevering van De Roerom jrg. 22 is andermaal een veelkleurig veldboeket zoals het in dit jaargetijde hoort. In Haghorst zijn hulpboeren druk (8) en het Jaar van het Religieus Erfgoed krijgt, zoals gelukkig ook elders, veel aandacht (16. 19). De serie over Vergeten Theologieën is zo goed als ten einde (12), Joost Koopmans spreekt met een volgeling van Don Bosco (10) en Huub Schumacher zet drie studiedagen op de kalender (18). De Roerom maakt ook een begin met de publicatie van ‘alternatieve geloofsbelijdenissen’ (15). De rubriek Gedicht gedacht loopt telkens overvol (7) en voor Boeken (21) en Berichten (20) moet drastisch geselecteerd worden of in de wachtkamer gezet. Met Parochiebladen (22), de hutspot op pagina vierentwintig en de bijdragen van onze vaste medewerkers toch weer een fleurige Roerom mag je zeggen, die hopelijk velen goed doet.
T.B.
De redactie DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
Brieven en berichten Redactie staat voor kritiek. Die openheid heeft gezorgd voor enorme vooruitgang en dat heeft Europa gemaakt tot wat het is. Wat Europa bereikt heeft op het gebied van democratie, mensenrechten, wetenschap, is alleen mogelijk geweest door haar christelijke wortels.’
Rectificatie Nieuws-, service- en communica tieblad voor mensen betrokken bij kerk en samenleving. Redactie: Nel Beex-Roos, Franck Ploum, Pieter Reesink, Peer Verhoeven, Marcel Zagers Medewerkers: Marieke van Baest, Ton Baeten, Toon van Beek, Josée van Blanckenburgh-Wijnen, Nel van Drie, Frans van Hattum, Joost Koopmans, Jeanne van Leijsen, Louis de Mast, Cees Remmers, Suzanne van der Schot, Huub Schumacher, Gérard van Tillo, Nico Tromp, Cor Versteeg, Rob van der Zwan Vormgeving: Ad van Beurden, Tilburg Uitgever: Stichting ‘De Roerom’ is gevestigd te ’s-Hertogenbosch . KvK ’s-Herto genbosch S 41083196. Stichtingsbestuur: Leny Bastiaanssen-Verhoeven, Tilburg; Jan de Beer, Geldrop; Mebius Brandsma, Waalre; Denis Hendrickx, Tilburg; Cees Remmers, Hilvarenbeek; Marlies Scheepens-van Dijk, Tilburg; Bart Verreijt, Soest; Hans Waege makers, ’s-Hertogenbosch; Peter Wouters, Berkel-Enschot PR-Commissie: Leny Bastiaanssen-Verhoeven; Jan van den Boom; Mebius Brandsma; Hans Heymeijer Verschijnt: Tienmaal per jaar. Prijs € 20,00; buitenland € 30,25 Redactie en administratie: bezoekadres: Gasthuisring 54, 5041 DT Tilburg; Telefoon (013) 545 58 00 postadres: Postbus 90105, 5000 LA Tilburg Banken: Fortis Bank, Tilburg nr. 26.48.19.950; Postbank nr. 3406513 Redactie-secretarie: Nel Beex-Roos E-mail:
[email protected] Abonnementen-administratie: Truus Kuipers E-mail:
[email protected] Internet: http://www.deroerom.nl Produktie: Van Beurden Graphics, Hasseltstraat 96, 5046 LM Tilburg; E-mail:
[email protected] ISSN 0921-5468
In De Roerom van april 2008 staat op p.3 een foto met als onderschrift Joep van twee vol aandacht voor een kruiswegstatie (Martinuskerk Sint Oedenrode). Het betreft hier echter geen kruiswegstatie maar een houten reliëf met als titel Het offer van Melchisedech. Het maakte deel uit van het voormalige sacramentsaltaar in de Martinuskerk van gepolychromeerd hout; 73 cm hoog en 59 cm breed, neogotisch en in 1912 vergaardigd door M. van Bokhoven uit ’s-Hertogenbosch. Met vriendelijke groet, Pastor Jos van den Bosch, Sint-Oedenrode
Kruisiging Het artikel van Franck Ploum in de Roerom van maart betreffende Goede Vrijdag en Verrijzenis, deed me denken aan een andere beschouwing van de gekruisigde Christus, die ik onlangs onder ogen kreeg. Men zag Christus niet áán het kruis, maar veel meer stáánd voor het kruis. Geen slachtoffer, maar iemand die gekozen heeft om een weg te gaan - kome wat komt. Deze Jezus zadelt ons niet op met een schuldgevoel maar is gelukkig gestorven. De bijbel is voor ons veel meer een uitnodiging geworden, terwijl hij eerder in ons leven de letterlijke waarheid was. Toen dachten wij nog dat het zo móést. Nu zien wij het meer als een manier waarop het kán. God is zo niet langer meer de almachtige heerser op de zetel. Wij hebben niet meer een sterk omlijnd beeld van God. Het gaat steeds meer om het vertrouwen, om een God die er was, er is en er zal zijn. Het is alomvattend en toch weet ik niet precies wat ik eronder versta. Maar zolang ik in een kerkgemeenschap mezelf kan zijn, ervaar ik het als een geweldige rijkdom om er bij te horen. Vriendelijke groet. Ria Lemmers-Dekkers, Beneden-Leeuwen
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
‘Wie door Europa rijdt, zoekt altijd eerst een kerktoren. Er zijn echter steeds meer mensen die de beelden en rituelen die bij die gebouwen horen niet meer kennen. Dat is niet alleen verlies aan geloof, maar ook aan identiteit en cultuur.’
Thijs Wöltgens
Redactie Roerom
Woensdag 7 mei 2008 is Thijs Wöltgens, geboren in 1943, plotseling overleden. Aan deze markante mens wijdde De Roerom in maart 2007 een artikel naar aanleiding van een gesprek dat Franck Ploum met hem had. Hieruit enkele citaten, die aangeven hoe Thijs Wöltgens dacht over en leefde met geloof en kerk. ‘Veel geloven en kerken hebben de neiging om God ver weg te plaatsen. Door rituelen en heiligen brengt de katholieke kerk God veel dichterbij. Ik vind het trouwens ook wel een teken van hoogmoed om te denken dat ik persoonlijk een rechtstreekse lijn met God zou hebben. Ik durf best te zeggen dat ik die rituelen en die heiligen nodig heb om God te ervaren… Voor mij manifesteert God zich in de mensen om me heen. Mensen die het goede voorleven en mij laten zien hoe ik mijn eigen leven vorm kan geven. Ik heb Antonius nodig en daar schaam ik me niet voor. Bovendien kun je je afvragen of alle kritiek op de katholiek poppenkast wel terecht is, als je ziet hoeveel bijgeloof de geseculariseerde mens zich veroorlooft! De katholiek kerk is voor mij aantrekkelijk, omdat ze het uiterlijke niet schuwt.’
Raad van Kerken 40 Op 21 juni 1968 werd een Landelijke Raad van Kerken in Nederland opgericht. Zaterdag 21 juni 2008 wordt het veertigjarig jubileum van deze Raad in Utrecht gevierd. Als opmaat worden in de week daaraan voorafgaand plaatselijk vieringen en manifestaties gehouden waarbij o.a. vanuit de vier hoeken van het land bij wijze van estafette kaarsen worden doorgegeven voor de slotviering in Utrecht. Deze estafette zal op woensdag 18 juni Eindhoven aandoen en de Raad van Kerken Eindhoven wil bij die gelegenheid een manifestatie organiseren in en rond de stadskerk Sint Catharina. De bedoeling van de manifestatie is om te laten zien hoe vitaal en veelkleurig het christelijk leven in Eindhoven is. Het voorlopige programma: aanvang 15.00 u met een optreden op plein Catharinakerk; daarna optredens, muziek, zang en rustige momenten in de kerk zelf. Hier ook stands met fotomateriaal van de verschillende kerken, beamer-presentaties en enkele sprekers. Rond 17.30 u hapjes gemaakt door mensen uit diverse landen. Rond 18.30 u afsluiting met samenzang.
‘Het christendom is een dynamische godsdienst, met grote openheid voor de samenleving, de politiek en de wetenschap. Een godsdienst die ook open-
Raad van Kerken Eindhoven Boschdijk 371, 5621 JB Eindhoven. Tel/Fax. (040) 246 86 60 / 236 44 11; e-mail:
[email protected]
Naar woorden zoeken Peer Verhoeven ‘Het weer moet meewerken’ hoor je mensen zeggen. Dit is met Pasen gebleken. Dit feest van nieuw leven en lente viel te vroeg in het jaar en het was nog winters weer ook. ‘De sfeer van Pasen was er dit jaar niet’ werd achteraf zowel in kerkelijke kringen als elders opgemerkt. Het bleek moeilijk aansprekende woorden te vinden. Die hebben een klankbodem en gerichte antenne nodig. rhoeven
Welkom Jacobus, misschien wel de eerste parochieherder, schreef het inmiddels alom bekende woord: Geloof zonder daad is dood geloof. Johannes, een mystiek zielzorger, schreef tot steun van rotsvast gelovige en eeuwige twijfelaar: Niemand heeft God ooit gezien; wie liefheeft beleeft Hem. Petrus, eerste eerste-man van de christenen, heeft toen al het verlossende woord voor de kerk van nu geschreven: Jullie bent zelf van priesterlijke bloede. (n.a.v. 1 Petrus 2, vijf na Pasen A)
Zij toen Ze bezitten alles gemeenschappelijk ... Dit is christelijk vanaf den beginne. Wat is het geworden? Ze zijn eensgezind ... Dit is christelijk vanaf den beginne. Wat is het geworden? Ze breken het brood bij iemand thuis ... Dit is christelijk vanaf den beginne. Wat is het geworden?
Toch Hoe mooi en eerbiedwaardig ook een kerk is uit hout en steen. Een gemeenschap van vlees en bloed. Hoe nodig ook - sacrament en ritueel zijn enkel teken. Wat er toe doet is wie je bent, wat je van harte doet. Hoe onmisbaar voorgangers ook zijn íédere mens is geroepen het leven te heiligen en te wijden.
Er zijn van die dagen Er zijn dagen in het leven dat je pas op de plaats maakt en stilstaat bij waaraan je anders voorbijloopt. Er zijn perioden in het jaar die je meer dan andere tijden uitdagen tot jezelf te komen, er niet opuit te gaan. In de weken rond Pasen schoonmaken...
Je lente wordt er frisser, je zomer mooier je herfst kalmer en je winter milder van.
Stilte en rust Stilte zoeken die wordt geschuwd. Stilte horen die wordt overschreeuwd. Stilte beleven nog amper te vinden. Niets zo sprekend als stilte.
Water, hemelwater geeft wie leeft te drinken
(Marcel Zagers, Pinksterlied)
Water ... geen plant geen dier geen mens kan zonder water
(Peer Verhoeven, Paaswake)
Rust zoeken - haasten zit ons in het bloed. Rust nemen, het heet verloren tijd. Rust beleven - je wordt tot druk doen gedreven. Niets zo goed besteed als rust. Bidden je hebt er geen tijd voor. Bidden - de oude woorden zijn kuis versleten en nieuwe nog niet echt gevonden. Bidden - het heet uit de tijd. Niets zo bezielend als bidden op z’n tijd.
Bid om hen Bid om mensen die, eigen kwetsbaarheid bewust, voor ziek en zwak stil en bescheiden doen wat alledag vraagt. Bid om mensen die, dankbaar voor hun talenten, wat ze hebben en wie ze zijn willen delen en om-niet beschikbaar stellen. Bid om mensen die, waar ook gekomen of beland, eigen staat en staatsie vergeten en zich inzetten voor echt en recht hier of waar ter wereld ook.
De Geest verwarmt kil en koud; geeft mensen durf en vertrouwen.
De Geest
Geloof in de nieuwe geest die zich meldt voor je haar bespeurt; in de toekomst die zich aandient vóór je haar contouren kent en blijf steeds elkaars reisgezel.
De Geest doet stof opwaaien; blaast omver wat vermolmd is. De Geest brengt wat goed is aan het licht; zet het kwaad te kijk.
Begeesterd Zie niet flauwtjes toe hoe alles reilt en zeilt, hoe gods water over gods akker loopt. Steek de handen uit de mouwen en hou bovenal elkaar bij de hand. Blijf bij de tijd vorm je geweten voed je hart vertrouw op wat komt wat je ook je wachten staat en blijf bovenal elkaar nabij.
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
Kritiek Gérard van Tillo Kritiek leveren is in, of het nu gaat om de kerk, de politiek of de maatschappij. Maar kritiek kan ook negatieve gevolgen hebben. Hoe daarmee om te gaan? Opbouwende kritiek is een onmisbaar element bij wat mensen ondernemen en speelt een belangrijke rol in opvoeding en persoonsvorming. Het kan daarbij ook gaan om een rigoureuze afkeuring van wat niet goed is. Het opbouwende is dan intentioneel, in die zin dat de negatieve beoordeling een positief effect beoogt.
Belangen De grenzen van kritiek worden getrokken door de machtsverhoudingen. In een hiërarchisch opgebouwde organisatie zijn de mogelijkheden voor kritiek van boven naar beneden bijna onbegrensd, maar van beneden naar boven juist zeer beperkt. De mensen aan de top kunnen de critici immers op alle mogelijke manieren straffen voor de geuite kritiek. Daar komt bij dat de mensen van de lagere niveaus er als de kippen bij zullen zijn om de kritiek te ontkrachten, los van de vraag of die terecht is of niet, omdat het gebruikelijk is dat leidinggevenden de mensen belonen die hen vrijwaren voor kritiek. De sancties van bovenaf voor geleverde Sint Stefanus, traditioneel Grieks icoon, ei-tempera op houten kritiek zijn het zwaarst als die kripaneel met bladgoud 30 x 40 cm tiek de leidinggevenden of het systeem zelf onderuithaalt. In zulke gevallen volgen soms collectieve sancties om een collectieve schuld uit te boeten is die iedereen treffen, ook degenen die zich een voorbeeld van een dergelijk archetype. van de kritiek distantiëren. Om dit te voorHet komt al voor in het oude testament. komen is er sprake van een soort oermoIn de hoofdstukken 49 tot 53 van Jesaja is del. Je zou ook kunnen zeggen: een basiser sprake van een dienaar van Jahwe, die aanpak, die je in alle culturen tegenkomt. ter dood wordt gebracht om de schuld van Die bestaat uit iemand en liefst degene die het volk te delgen. Deze lijdende dienaar de meeste kritiek heeft geuit opofferen. van Jahweh is een perfect voorbeeld van In zo’n aanpak zit iets onrechtvaardigs, het genoemde oermodel, temeer omdat hij omdat die ene dan alle schuld moet drade vele vernederingen die hij moest ongen. Maar er zitten ook positieve kanten dergaan zwijgend accepteerde en niet teaan, omdat de anderen dan vrijuit gaan en gen zijn vonnis protesteerde. In het model het systeem kan blijven functioneren, wat is dit een belangrijke factor, omdat hiervaak als een groter belang wordt gezien door des te meer de indruk ontstaat dat hij dan het lot van een enkeling. schuldig is en met zijn terechtstelling de schuld uitboet. Archetype Zulke reactiemodellen worden ook wel arPrototype chetypen genoemd, afgeleid van het Griek- Zo werd deze lijdende dienaar van Jahwe se woord archè dat bron betekent. Het het prototype - voorafbeelding - van de woord komt voor bij grote filosofen zoals Jezusfiguur uit het nieuwe testament. De René Descartes, John Locke en Immanuel gelijkenis tussen de lijdende dienaar en JeKant. Carl Gustav Jung gebruikte het als zus is des te groter, omdat Jezus’ veroordeonderdeel van zijn analytische psychololing en terechtstelling duidelijk in termen gie. Daarin zijn archetypen oerbeelden, van de lijdende dienaar uit Jesaja zijn bedie hij omschrijft als universele ideeënpaschreven. Eenzelfde soort gelijkenis is er tronen die deel uitmaken van het voorbetussen Stefanus, de eerste martelaar van wuste. Het aanwijzen van een slachtoffer het christendom, en Jezus. Ook Stefanus
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
voldoet aan het model van het plaatsvervangende slachtoffer, maar de beschrijving van zijn wederwaardigheden is sterk gemodelleerd naar die van Jezus om hem zo neer te zetten als diens perfecte navolger. Mede omdat Stefanus weer navolgers had in de vele martelaren na hem, heeft het plaatsvervangende lijden - boeten voor de schuld van anderen - een centrale plaats gekregen in het christendom en wordt dit in feite gezien als de wijze waarop Jezus de wereld van het kwaad verlost heeft. Concreet komt dit neer op het stoppen van de geweldspiraal door kwaad niet met kwaad te vergelden, maar vrijwillig te boeten voor het kwaad dat door anderen wordt aangericht, om het zo de wereld uit te helpen.
Klokkenluider Het archetype van het plaatsvervangende lijden komt niet alleen voor in een religieuze context. Je vindt het ook terug in het stereotype - de karakterisering - van de moderne klokkenluider. Dit is iemand die aan de bel trekt als er iets niet klopt. Doe je dat maar vaak en luid genoeg, dan moet de organisatie waarom het gaat wel maatregelen nemen. Die bestaan meestal niet in het rechtzetten van het vermeende onrecht, maar in het afstraffen van de klokkenluider. Bijvoorbeeld door ontslag, kleinering en publieke vernedering, waaruit zonneklaar moet blijken dat het om loos alarm gaat, de schuldige gestraft is, het recht zijn loop heeft gehad en dat weer kan worden overgegaan tot de orde van de dag. Bekend voorbeeld is de signalering van fraude bij de Europese instellingen die gevolgd werd door het ontslag van de klokkenluider. Een ander voorbeeld is de bouwfraude. De klokkenluider van dit schandaal raakte zijn hele vermogen, inclusief zijn huis, kwijt aan het voeren van processen en woont nu in een caravan, die eigenlijk nergens mag staan. Kern De noodzaak van het model van het plaatsvervangende lijden is terug te voeren tot de gebrokenheid van ons bestaan. Geen enkel systeem en geen enkele organisatie is perfect. Er zijn altijd ‘rotte appels’ aan te wijzen. Als je dit doet, is het voor leidinggevenden de weg van de minste weerstand om degene die ze aanwijst voor de gemaakte fouten te laten boeten. Matteüs geeft trouwens de hint om het onkruid en de tarwe maar samen te laten opgroeien. (13,30) De scheiding en de afrekening komen wel na de oogst. Daarop wachten is niet altijd in ieders belang.
Christendom en islam samen in beeld Huub Schumacher Zelfkritiek en gezond verstand zijn gaven Gods aan de mensen; ook aan christenen en moslims. Als beiden die benutten, zorgen ze voor extra glans aan het menszijn; zo niet, dan kunnen ze door hun godsdienst - ook dit leert de geschiedenis - onmensen worden.
Verschil van insteek Tussen christendom en islam bestaat een wezenlijk verschil van ‘insteek naar de concrete wereld’. Elk kijkt door een andere bril die ze - zeggen beiden - van God of Allah hebben gekregen. Islam betekent overgave aan Allah’s wil. Voor de meeste moslims houdt dit geen passiviteit of berusting in. De moslim wil juist van harte Allah’s wil uitvoeren. Alles moet gaan, zijn, functioneren zoals Hij het wil. Niets valt daar buiten. De moslim - ‘degene die tot die overgave gekomen’ - kent geen scheiding tussen het gewijde en het profane. Bij de islam gaat het om een totaalpatroon van het leven waarin, zoals StepDe val van Constantinopel 29 mei 1453 han Neill in zijn Wereldreligies zegt, ‘politiek, ethiek, economie en maatschappelijke ordening samen zijn tiek succes te vereenzelvigen met het Kogebonden in een onlosmakelijke totaliteit ninkrijk van God. Neill zegt: ‘Wanneer zij door de wil van God’. Geen enkel terrein al in de verleiding waren gekomen dat te zowel in als buiten jou valt buiten het doen, zouden zij weer op het rechte spoor verband met al het andere dat door God zijn gebracht door het allergrootste monuwordt samengehouden. Het gaat in de isment van het christelijke denken: De Stad lam om een bepaalde theocratie (Theos, Gods van Augustinus. Die maakte voor alGod; kratein, heersen). God moet op élk tijd duidelijk dat de Stad Gods niet vereenterrein de scepter zwaaien. Het Christenzelvigd kan worden met enige menselijke dom kent ook de frustratie dat het er op stad.’ (p. 58) Het is wel eens bedroevend vele terreinen nog lang niet of helemaal te zien hoe ver het christelijk ideaal nog niet evangelisch aan toe gaat. Maar het ‘van huis’ is, maar deze tegenslagen en christendom - Jezus incluis - gaat daar het langzame tempo worden niet gelijkgeeen stuk gemakkelijker mee om. De parasteld met een definitieve nederlaag. bel van het mosterdzaadje kan altijd nog troost geven! Mohammed succes Bij de moslims ligt dit echt anders. De Jezus mislukkeling moslim is groot gebracht met een sucDe Jezus’ Beweging bestond in de eerste ces-verhaal. Mohammed voegde in het eeuwen uit een minderheid van onbelangbegin van de zevende eeuw de verzwakte rijke en vervolgde mensen. Zelf zagen de en uitgeholde Arabische stammen tot één christenen het als een wonder van God geheel samen en gaf hen een eigen mosdie met het zwakke het sterke beschaamt. lim-identiteit. Hij zond hen uit ‘in een Nu moet de zaak niet al te rooskleurig indrukwekkende en verbazingwekkende voorgesteld worden. Want zodra christeloopbaan van verovering’. Een eeuw na nen tussen 500 en 800 na Christus promode dood van de Profeet hadden de mosveerden van ‘rijkskerk’ tot ‘het Germaanslims de macht overgenomen in Perzië, christelijke Rijk’ als opvolger van ‘het Mesopotamië, Syrië, Egypte, Noord-Afrika oude Romeinse Rijk’ breken er tijden aan en het grootste deel van Spanje. Na de waarin ze zich uitleefden door met het Kruistochen (1100-1300) trokken ze India zwaard op ongelovigen in te hakken. Dit binnen. In 1453 viel Constantinopel, de is zo, maar - hoe anders dan in de islam grootste christelijke stad, in moslimhandeze strijdlustige christenen hebben altijd den. In 1683 staan ze vóór Wenen en in vanuit hun christelijk gedachtegoed, met het midden van de negentiende eeuw zijn als hart daarvan het Evangelie, móéten ac- er miljoenen moslims in China, Indonesië cepteren dat het een dwaling is om polien Afrika. Er zijn perioden van tegenslag
zoals de koloniale tijd waarin de islamitische bestuurders hun regeringsstoelen moesten afstaan aan Nederlanders, Fransen en prominenten uit Groot-Brittannië. Maar de vaart is er ingebleven. Nog niet zolang geleden zuchtten christelijke missionarissen in Senegal bij - zoals zij het noemden - ‘de agressief optrekkende en terreinveroverende islam’. Dus duidelijk een succesverhaal.
Toch even geen succes Maar in de negentiende en twintigste eeuw ging het fout. In Griekenland, Turkije, de Balkanlanden moesten de moslims hun politieke macht afgeven en kregen te maken met niet-moslimregeringen, waarbij gedacht kan worden aan Syrië, Palestina en Egypte, Libië, Jordanië, Irak, India, Indonesië. Onderhuids zijn deze ‘neergang en vernedering’ gaan broeien, met name in de Arabische moslimwereld. Het deed, zegt Neill, een koorts ontvlammen, voortkomend uit een diep onbehagen naast allerlei redenen zoals het teloor gaan van vroegere luister, niet kunnen hebben dat de islam voor het christendom moest onderdoen. Een diep onbehagen, vooral gewekt door ‘dat duistere besef van malaise, het gevoel dat de geschiedenis verkeerd is gelopen, dat om een of andere reden de bedoelingen van God niet zijn vervuld zoals de moslim had mogen verwachten’. Dit speelt hen nog parten tot op de dag van vandaag. De lange adem Het christendom daarentegen heeft een lange adem, omdat het een andere eschatologie, een andere kijk op ‘de laatste dingen’ heeft. Christenen blijven, hoe de situatie ook is, bidden ‘Uw Rijk kome’. Het zit in het wezen van hun gedachtegoed dat het eindpunt niet door mensen bereikt kan en ook niet hóéft te worden. Je moet er je best voor doen, maar voor mensen is slechts ‘zien als in een spiegel’ weggelegd. Wat de moslim verstaat onder het Rijk Gods, de islamitische staat met de ayatollahs op de troon, is voor de christen hooguit een voorafschaduwing van een hemelse stad die uit de hemel zal nederdalen. Kansen voor de islam De islam kan moeilijk leven met dat folterend gevoel van onzekerheid ten aanzien van zijn eigen droom. Dat uit zich momenteel op vele plaatsen in de wereld. Maar toch zijn er binnen de islam kansrijke gegevenheden, ook voor vandaag en morgen. Daarover in de laatste aflevering van deze serie.
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
En weven wij op ons getouw... Rob van der Zwan ‘En weven wij op ons getouw, Dan spuult naast ons ons kind of vrouw Klosgarens op ons schietjes En zingen we weversliedjes We zingen dan van erremooi Als ‘n blinde vink in zijn kooi. We weven met handen en voeten, Omdat we ‘t van erremooi moeten; We weven dan den hele boel, Tusschen hemel en erde op onze stoel.’ ‘De Tilburgse volksmens bezit een bijna spreekwoordelijke gemoedelijkheid, een echte Brabantse simpelheid, een soms wat kinderlijk aandoend gemoed. Wie karakterschetsen uit de vorige eeuw onder ogen krijgt, ziet dat deze eigenschappen niet alleen zijn verkeer met de patroon maar ook met God en het goddelijke regelden. Ten opzichte van den heer ontaardde deze houding gemakkelijk in een soort serviliteit. Ten opzichte van God nam de Tilburgse volksmens een analoge houding aan. Men beluistere slechts bovenstaand weversliedje.’
Brabantse industriestad Dit fragment en dit liedje komen uit een studie, in 1955 door dr. A. van de Weijer ofm cap (1922-2006) gepubliceerd onder de titel De religieuse practijk in een Brabantse industriestad. Een ‘sociografische’ studie; tegenwoordig zou het een sociologische studie heten. Die Brabantse industriestad betreft Tilburg. Het boek was een uitgave van het nog steeds bekende Kaski-instituut, in de naoorlogse jaren stimulator van de opkomende sociale wetenschappen in katholieke kring. De godsdienstsocioloog Walter Goddijn - geen onbekende in Roeromkringen - stond in de zelfde traditie. Doorkijkjes naar toen (Oud-)Tilburgers, die in doorkijkjes naar het katholicisme en het Tilburg van de jaren vijftig geïnteresseerd zijn en zich niet laten afschrikken door de statistische gegevens in tabellen en grafieken, zullen plezier beleven aan dit boek. Het katholicisme werd in die periode - zeker door de auteur - als een soort ‘totaalgeloof’ beleefd; het strekte zich uit over alle levenssferen. Van de Weijer laat dan ook weinig gebieden onbesproken. De onderwerpen variëren van kerks- en onkerksheid, communiegebruik tot bioscoopbezoek en
het vermaaksleven in onze stad. ‘Is het niet typisch, dat de kermisweek waarvoor een heel jaar lang wordt gespaard en waarin dikwijls grote sommen worden uitgegeven, bij velen in het teken staat van echte buitensporigheid...’ De auteur ziet er ook niet tegenop in te gaan op ‘de samenstelling van de woningvoorraad’ en laat zelfs plattegrondjes van allerlei typen volkswoningen afdrukken. Ook het vroege ontstaan van Tilburg wordt niet vergeten. Een Brabantse nederzetting ontstaan in een driehoek van oude wegen waarvan het Pelgrimspad, waarschijnlijk daterend uit de voorchristelijke tijd, de oudste was. Het had een sacraal karakter en liep van heiligdom tot heiligdom, van de Linde op de Heuvel in Tilburg naar de Linde op de Lind in Oisterwijk. Iets jonger is het zogenaamde Spinderspad, dat uit de Karolingische tijd stamt en vanuit Holland over Gorkum naar Maastricht of Aken liep. En ten slotte de Papenweg, waarschijnlijk ouder dan de dertiende eeuw, die Tilburg via Loon op Zand met de Langstraat verbond en richting het zuiden wellicht naar Tongerlo liep.
Lijden of gebrek ... Uiteraard komt ‘de Textiel’ aan de orde. Van de Weijer vermeldt een pikant citaat van de fabrikant Armand Diepen uit 1887, die een oordeel geeft over een wettelijk verbod van kinderarbeid. ‘Het is waar: wie de verslagen leest vindt toestanden die medelijden opwekken; dat kan ik niet ontkennen. Ik ben de eerste om medelijden te hebben... Maar men mag niet vergeten - ik geloof dat iedere economist het daaromtrent met mij eens zal zijn - dat de mensch op de wereld op de ene of andere wijze te lijden heeft. Arbeid is een lijden; wil men daaraan ontsnappen dan vervalt
men in een ander lijden en dat is gebrek. Nu is de vraag, of men eene wet zou mogen maken, die aan den werkman de vrije keuze ontnam tusschen het lijden, dat hij arbeid noemt of het lijden, dat gebrek en ellende heet. Ik zou nooit tot zoodanige wet durven medewerken.’
Een gemoedelijk patronalisme Gelukkig lieten veranderingen niet lang op zich wachten. Een zekere Platte, een uit Duitsland afkomstige arbeider en werkzaam als zadelmaker op de werkplaats van Staatsspoor, nam het initiatief tot de eerste katholieke vakbonden in Tilburg. In juni 1895 richtte hij het R.K. Timmerliedengilde op met als voornaamste doelstelling een actie voor loonsverhoging te ontketenen. Van de Weijer oordeelde in 1955 dat ‘De Tilburgse sociale verhoudingen lange tijd in het teken hebben gestaan van een gemoedelijk patronalisme, waarvan tot op de huidige dag nog duidelijke sporen terug te vinden zijn. Men kan hierover denken wat men wil, men kan het een symptoom van een soort achterlijkheid vinden, naar onze overtuiging heeft het de religieuse practijk der arbeiders lang tijd gunstig beïnvloed.’ Ringbaan Oost contra Groeseind Wie wil weten hoe katholiek Tilburg in de jaren vijftig was, kan zich laven aan talloze statistieken. Ruim 95,23% van de bevolking was rooms katholiek. In 1952 bedroeg het gemiddelde aantal communies per communicant 41,7. Het noordelijke stadsgedeelte steekt daarbij gunstig af bij het zuiden, aldus de auteur, en de welgestelde parochies hebben over het algemeen hogere gemiddelden dan de uitgesproken arbeidersparochies. Ringbaan Oost scoorde het hoogste met 62,9 en Groeseind het laagst met 29,9.
Een bekend tafereel in de Tilburgse Hasseltstraat in 1946 met op de achtergrond typische wevershuisjes. (© Foto: Heemkundekring Klein-Hasselt. Hebt u foto’s van de Hasselt in Tilburg? Neem dan contact op met (013) 542 42 80 of e-mail:
[email protected] )
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
Vijftig jaar later ... De auteur concludeert dat er in de westerse wereld weinig industriesteden te vinden zijn, waar de ‘religieuse practijk der bevolking’ zo goed bewaard is gebleven als in Tilburg. Toch voorvoelt hij dat het zo niet zal blijven. ‘Soms bekruipt ons de gedachte dat Tilburg over vijftig jaar in religieus opzicht een sterke gelijkenis zal vertonen met die steden, welke op dit ogenblik reeds een stadium verder zijn; dat de onkerkelijkheid onrustbarend zal groeien, het aantal niet-practiserenden tot ongeveer de helft zal oplopen en dat er slechts een kleine kern van werkelijk overtuigde en vurige katholieken zal overblijven.’
Gedicht gedacht Redactie stormden zij het veld op. Zij voelden de kracht van Jezus in hun benen en scoorden er op los. Toen wisten zij: Jezus coacht niet meer langs de lijn maar in ons. Hij is de geest van ons spel. Hij is het spel van onze geest. Zo won het eerste elftal van Jezus de wereldcup. Jan Peijnenburg
Kapel van de H. Eik
Bernard van Linge Jezus' hemelvaart glas in lood Wadham College kapel, Oxford
Het eerste elftal Het voelde voor Piet voor Jan en Jack en Tom en de hele selectie van het eerste elftal als een transfer toen zij Jezus zagen opstijgen om coach te worden van het hemels schouwspel. Hoe moesten zij verder? Niemand had de leiding de training viel uit en de kas was leeg. Het was op de zondag van de vijftigste dag na het vertrek van Jezus hun coach dat zij in het clublokaal zonder enige motivatie bijeen zaten voor de degradatiewedstrijd. Plotseling voelden zij licht in hun hoofd en het wedstrijdvuur laaide in hen op. Terwijl een hemelse supportersschare het stadion volzong met de internationale
Niet alleen mensen, groot en klein, vinden hun weg door de natuur naar dit bijzondere plekske, waar ze zingen, buurten, bidden, even in zichzelf zijn. Ook vogels van allerlei pluimage vinden hun vlucht in de natuur rondom dit uitzonderlijke plaatsje, waar ze zingen, fluiten, broeden, puur en naar hartenlust. Tja, en ook muggen ontelbaar vinden het doel van hun natuur in dit wonderlijke kapelleke, waar ze zoemen, vliegen, steken in uitbundigheid. Het hoort zo helemaal bij hier:
mens, vogel, mug en al het verdere leven, het is een onontkoombaar gegeven: deze plek is bestemd voor mens en dier. De kapel biedt die harmonie; Gods schepselen komen met elkaar Maria begroeten, het gehele jaar. Aanwezigheid in symfonie. Christianne van de Wal, mei 2008
De controle Ik ga naar het ziekenhuis ik voel me goed de controle zal routine zijn. Maar als dan de assistent en vervolgens de specialist langdurig de papieren bekijken groeit er een langzame onrust het zal toch niet? En als dan de dokter zegt: hier ben ik niet blij mee, nee dan weet ik genoeg. Ik dacht: even het ziekenhuis doen en dan een dagje gezellig uit maar ineens ervaar ik dat alle leven relatief is dat ook míjn leven betrekkelijk is. Vanochtend nog meende ik: die en die maken het niet best en nu hoor ikzelf bij die en die. Het leven neemt de mens te grazen. Frans Boddeke
Ouder worden Ouder worden is leven aan de overkant: U in mij ik in U in het gewone daagse leven, waar U, gekruisigd en verrezen in mij beweegt en leeft en woont geniet en lijdt en in de ogen van de ander mij aankijkt smeekt om aandacht en vraagt: trek je met mij mee? Zolang het mij gegeven wordt mag ik de Weg jouw Weg vervolgen. Een nieuwe dag Een nieuwe nacht. Zo is het goed. Clary Braun JMJ Kapel Heilige Eik Oirschot (© Foto: Henk Verbeek) DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
Samen op pad Peter Wouters Boskapel 3 juni 20.00-22.00 u. Geloof en hoop tijdens moeilijke momenten; 3e donderdag van de maand 13.30-15.30 u. leesgroep: Belijdenissen van Augustinus. Graafseweg 276, 6532 ZV Nijmegen; (024) 356 18 09 (18.15-19.15u.); www.boskapel.nl Centrum de Kapel 25 mei 15.00 u. Mariaviering; 1 juni Ursulakapel 15.00 u. Jiddische muziek. Heinsbergerweg 2, 6045 CH Roermond; (0475) 33 62 59;
[email protected] La Verna 10 juni, Dominicuskerk, Spuistraat 12, Amsterdam 19.00-22.00 u. Het labyrint: een pelgrimstocht naar je innerlijke parel. Derkinderenstraat 82, 1062 BJ Amsterdam; (020) 346 75 30;
[email protected] De Hooge Berkt 6 juni 20.00 u. t/m 8 juni 14.00 u. Werken met dromen. Hooge Berkt 16, 5571 TH Bergeijk; (0497) 55 17 20;
[email protected]
De Roerom wil aandacht besteden aan wat mensen met een beperking zeggen, schrijven en doen. Peter Wouters bezocht dezer dagen De Donkhorst in Haghorst, waar hij Arnold en Anja Donkers sprak en ‘hulpboeren’ aantrof die ‘niet beziggehouden willen worden’. Arnold en Anja Donkers hebben hun voormalig melkveebedrijf te Haghorst in 2003 omgezet in een opfokbedrijf en er in 2005 een zorgboerderij voor ‘hulpboeren’ met een verstandelijke beperking van gemaakt. Het aantal hulpboeren is inmiddels uitgegroeid tot achttien, van wie er op een dag maximaal twaalf op het bedrijf zijn. De maandagmorgen dat ik op de Donkhorst was, scheen de zon en ontmoette ik montere, zeer bedrijvige mensen.
Hulpboeren ‘Wij zijn hulpboeren. Ja, wij helpen boer Arnold en boerin Anja bij hun werk op onze zorgboerderij.’ Staande voor goed verzorgde kooien met konijnen en cavia’s vertelt Eveline: ‘Ik ben enkele dagen per week klassenassistent op school maar hier op de boerderij ben ik kraamvrouw. Er zijn verschillende konijnen met jongen. Ik verzorg deze beestjes met veel plezier. Liever dan binnen zitten en schroefjes afwegen en inpakken. Dat is zo eentonig. Dan komen de muren op me af en vraag ik me af: wat doe ik hier eigenlijk? Wat ik doe moet nuttig zijn, ik wil niet beziggehouden worden. Ik wil ergens werken waar ik betekenis heb, waar ik niet gemist kan worden. En de hele dag thuis zitten zou me maar gaan vervelen. Hier word ik afgeleid.’
Elim 30 mei, 13, 27 juni 20.0021.15u. Meditatie; ook elke dinsdagavond in de Elimgroep 19.00-20.00 u. Schiphollaan 30, 5042 TR Tilburg; (013) 463 85 05. Missiehuis St. Michaël 23-25 mei Verdiepingsweekend aan de hand van teksten van de mystica Julian van Norwich. St. Michaelstraat 7, 5935 BL Steijl; www.steyl.net Open Deur Thema in mei Grenzen verleggen; juni Religie waarom? Postbus 29, 2700 AA Zoetermeer; abonnementen@ boekencentrum.nl
Eveline met een van de konijnen (© Foto: Peter Wouters)
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
Elke werkdag De woorden komen als een waterval uit haar mond gerold en aan haar gezicht zie ik dat ze geniet van het vertellen én haar werk. Ze wil in haar enthousiasme de pasgeboren konijntjes laten zien, maar Anja wijst er haar rustig op, dat de jonge beestjes dat niet fijn vinden. Die willen stil in hun holletje liggen en voorlopig met rust gelaten worden. Eveline snapt het, maar het liefst zou ze toch even willen kijken, hoeveel jongen er in de nestjes liggen…. Elke werkdag komen er negen fulltime hulpboeren met een verstandelijke beperking van thuis of van diverse woningen van Amarant naar de Zorgboerderij Donkhorst. Daarnaast dagelijks nog drie parttimers, allemaal van hoog tot laag niveau, van wie er enkelen komen om alles mee te beleven. Anja heeft met haar verpleegkundige achtergrond de nodige ervaring in de zorgsector. Ik loop met hen mee te genieten van dit prachtige, ruim opgezette en toch kleinschalige gezinsbedrijf. Ruikt zo gezond Anja heeft de supervisie over het ‘kleinvee’: de al genoemde konijnen en cavia’s, de pony’s met Tooske, het schattige veulentje, twee fjordpaarden, Lola de ezel, de honden en de kippen. Terwijl zij vertelt, worden de paarden geborsteld en de ezel naar de wei gebracht. Arnold
De Gaarde 21 juni 14.30-17.00 u. Viering bij het begin van de zomer; 18 juni 20.00-21.00 u. meditatieavond: Creatie is beweging. Molenhoefstraat 7, 5071 RL udenhout; (013) 533 58 46;
[email protected] DAC 30 mei 20.00-1 juni 14.00 u. Wereldwijd geloven; 7 juni 11.00-8 juni 14.00 u. Dialoogweekend vrouwen uit islam en christendom. (026) 326 44 22;
[email protected] La Cordelle 30 mei 20.00 u.-1 juni 16.00 u. Jongerenweekend ; 6 juni 9.15-17.30 u. Tuindag. Mariastraat 45, 4506 AD Cadzand; (0117) 39 29 97;
[email protected]
‘Het schattige veulentje’ (© Foto: Peter Wouters)
gaat over het ‘grootvee’. Hiermee moet het geld verdiend worden, merkt een hulpboer gewichtig op. Van een melkveebedrijf uit St. Antonis krijgen zij pasgeboren kalfjes die hier worden opgefokt en weer als melkvee teruggaan naar St. Antonis. Zij werken alleen met dit bedrijf, zodat er geen vreemde ziektes in de stallen binnenkomen. Ik moet naar hulpboer Mark komen. Hij staat bij een van de kalverboxen. Een erg jong kalfje zuigt fanatiek aan zijn handen. Mark verzorgt deze kalveren, voert ze brok en hooi, verwijdert de mest en strooit vers stro in de voortuintjes vóór elke box. Mark zweert bij frisse buitenlucht die extra gezond ruikt door de landelijke geur met dat vleugje poeparoma. ‘Lekker!’
Ik ben hard nodig ‘Waarom ik hier zo graag werk? Ik word hier gerespecteerd. Iedereen is hier aardig. En ik ben hard nodig, want als ik er niet ben, blijft het werk liggen. Dat is niet goed voor de kalveren. En ze hoeven mij geen bevelen te geven. Ik ken mijn eigen vaste taak. Aan de kalfjes te zien doe ik goed werk. Ik zie resultaat. Dieren zijn belangrijk. Ze zijn tam en ik kan ze knuffelen, kijk maar… Zij houden van mij, komen op me af en likken mij. Als ze ziek zijn ben ik verdrietig en als ze doodgaan vind ik dat erg. Maar zo is de natuur. Toen er onlangs een kalf stierf mocht ik het mee wegbrengen. En vorig jaar hadden we ook blauwtong. Dat was erg!’ De teugels vieren Op het einde van de week kijken zij samen wat
ze bereikt hebben. Trots blikken ze dan terug op hun resultaten. Zeker als de gestelde doelen zijn bereikt. Soms, als het werk erop zit of als de teugels even gevierd mogen worden, gaan ze allemaal op de kar in het bos met de paarden rijden. Want naast de kwaliteit die geleverd moet worden, is ontspanning ook belangrijk. En op deze zorgboerderij hoeven de hulpboeren geen productie te leveren. De onmisbare huishoudelijke hulp heeft intussen de koffie klaar, met extra koek vanwege de verjaardag van Eveline. Maar ik moet alweer mee met Danny. Eigenlijk wil hij dat ik laarzen aandoe en van dichtbij zie hoe hij de poep achter de kalveren opruimt. Maar uiteindelijk is hij tevreden als hij mij het hele bedrijf kan laten zien. Deskundig vertelt hij dat het goedkoper is om strooisel uit de grote voorraad in de schuur te gebruiken dan telkens aparte pakken daarvoor te kopen. Ik zie zijn gezicht glimmen van trots maar uiterlijk legt hij alles uit alsof het zijn dagelijks werk is. Een prachtkerel op een unieke plaats. Als ik wegga zit iemand al weer maïskolven te pellen, een ander rijgt pinda’s aan een touw en de keukenhulp gaat alles klaarzetten voor het middageten. Ieder weet zijn taak, aan de deelnemers merk ik dat ze hun werk zinvol vinden en ook aan Anja en Arnold is te zien hoe betrokken ze zijn op hún mensen. Een prachtige ervaring. Naast de zorgboerderij omvat het totale project nog meer initiatieven. Informatie www.donkhorst.nl
Hof van Lof Kloosterstraat 6 Megen op 14, 19, 28 juni 14.00-16.00 u. Rondleiding. (073) 642 10 56 (di t/m za 9.00-12.00 u.) Hacken.TH@ inter.nl.net
Festival Mundial
13, 14, 15 juni, Tilburgs Leij park. Het publiek kan hier een reis maken langs diverse culturen, verschillende volken en gebruiken. Van Europa naar Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Afrika, Azië, Australië en Tibet. www.festivalmundial.nl Zwanenhof 24 mei 10.00 -25 mei 16.00 u. leef je verbeelding; 23-27 juni Inspirerende tuindagen: de tuin als je innerlijke ruimte; 28 juni-5 juli Week icoon-schilderen. Retraiehuisweg 6, 7625 SL Zenderen; (074) 265 95 25;
[email protected] Radboud Universiteit 29, 30 mei 10.00-16.00 u. Studiecentrum Soeterbeeck Ravenstein Leiderschap en benedictijnse spiritualiteit. Postbus 32, 6500 AA Nijmegen; (024) 361 55 55; www. ru.nl/soeterbeeckprogramma
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
Uitgaan van het goede in de mens Joost Koopmans Kloosters zijn centra van spiritualiteit. Door de sterke vermindering van het aantal religieuzen zijn er in Nederland naar verwachting over tien jaar nog maar twintig tot dertig kloosters over. Hoe ervaar je het als religieus om bij de laatsten te horen? Wat doet dit met jou en je ambities? En wat blijft er van over? Een gesprek met zomaar één van hen: Bert van Balkom, salesiaan van Don Bosco. Van de zestig salesianen in Nederland zijn er nog tien actief. De jongste is zestig jaar. Bert van Balkom hoort met zijn zeventig jaar dus ook nog bij ‘de jongeren’! Hij werd in 1937 in een Nijmeegse achterstandswijk geboren, waar zijn ouders een kruidenierswinkel hadden. ‘Al vanaf mijn tiende wilde ik priester worden én iets voor de jeugd doen; in die combinatie’, vertelt Bert. ‘Misschien heeft de buurt waarin ik woonde daar wel iets mee te maken.’
Ik zoek de goedheid van God in het hart van iedere mens. Na enkele jaren parochiepastor geweest te zijn, kwam ik in het jeugd- en jongerencentrum te Rijswijk terecht. Ik was aanwezig bij sport- en hobbyclubs, disco en instuif, naschoolse opvang.’ Jeugdwerker zijn, wat is daar salesiaans aan?
Don Bosco ‘Aan het begin van de salesiaanse spiritualiteit staat de voorliefde van Don
Spiritualiteit ‘Wat vroeger niet gebruikelijk was brachten wij in praktijk: een stukje niet-autoritaire opvoeding meegeven aan de jeugd. Wij streven naar een open relatie met de leerlingen en anderen, met wie we in scholen en andere instellingen samenwerken. Onze ideeën over opvoedkunde en samenleven ontspruiten aan de spiritualiteit van Don Bosco die je in drie punten kunt samenvatten. Liefde voelbaar maken door een hartelijke en welwillende aanwezigheid bij jongeren en volwassenen. Vanuit een evangelische bewogenheid kiezen wij vooral voor de arme en gekwetste jongeren en we blijven wedden op hun positieve mogelijkheden. Opteren voor een integrale opvoeding die deze positieve mogelijkheden begeleid en laat groeien. Zo hopen we bij te dragen aan de opvoeding van eerlijke burgers en goede christenen. Mensen dus die verantwoordelijkheid willen dragen en openstaan voor de waarde van het leven en het geloof. Met velen zich inzetten voor de waardigheid van alle mensen, vooral voor de rechten van de jongeren. Vanuit een sobere levensstijl willen wij met en voor hen bouwen aan een rechtvaardige wereld en aan de heelheid van de schepping.’
Priester... in welk verband? ‘Op mijn twaalfde ging ik naar het Canisiuscollege, waar ik het slechts een trimester uithield omdat ik de jezuïeten te streng vond. Geen nood, want er waren pater-colleges genoeg. Het werd het Dominicuscollege, maar ik wist zeker dat ik geen dominicaan wilde worden, want die vond ik weer te geleerd. In de vijfde klas moest je jeugdwerk doen in het clubhuis. Dit vond ik zo leuk dat ik er vaker dan één keer per week naar toe ging. Een keer ging ik voor thuis vis kopen die toen nog in kranten werd verpakt. Onderweg las ik op die krant: als je priester wilt worden én jeugdwerker, meld je dan bij de salesianen. Ik was eruit: ik wilde salesiaan worden!’ Opleiding en werk ‘Een salesiaanse opleiding duurt tien jaar. Na postulaat - proeftijd -, noviciaat en filosofie kreeg ik drie praktijkjaren in het jeugdwerk. Na deze eerste helft van de opleiding legde ik mijn geloften af en begon met theologie. In 1967 werd ik priester gewijd en als leidraad voor dat bestaan koos ik een tekst van bisschop Bluyssen: 10
Bosco (1815-1888) voor de jeugd en zijn aandacht voor het gewone volk. Bezield als goede herder riep hij een groot aantal mensen uit alle rangen en standen en van alle leeftijden bij elkaar om een antwoord te geven op de nood van zijn tijd: de verwaarloosde jeugd in en rond Turijn voor wie in het vooruitgangsgeloof van de 19e eeuw geen plaats was. Een beetje naastenliefde, ja dat bestond wel. Maar de jeugd op een hoger plan brengen werd als bedreigend ervaren. Don Bosco ondervond veel tegenstand, maar zette door. Zo ontstond het oratorium, een centrum met een volks- en ambachtsschool. Zijn eerste doel was niet om de jongens - hij had er al driehonderd om zich heen verzameld - aan het werk te helpen, maar om hen religieus en sociaal te vormen. Don Bosco stond een opvoeding zonder straf voor. Via aanmoediging, persoonlijke aandacht en eerlijke liefde. Toen zijn werk voet aan de grond kreeg stichtte hij de Sociëteit van de Salesianen, genoemd naar Franciscus van Sales, met priesters en broeders die voor de jeugd en de armen zouden werken.’
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
Levenshouding ‘Voor mij is deze spiritualiteit een levenshouding die niet ophoudt na het werk. Begin bij de situatie waarin mensen, jong of oud, zich bevinden. Luister onbevooroordeeld. Laat merken dat ze een beroep op je mogen doen, zodat ze je in moeilijke perioden weten te vinden. Dit was mijn houding als jeugdwerker en later ook als pastor in enkele parochies. Het is natuurlijk ook een houding voor de salesianen onder elkaar. Ik woon nu hier in een appartementje dat deel uitmaakt van een groot wooncomplex voor oudere religieuzen in Wijchen. Onder hen nog vijf bejaarde salesianen. Ik ben gevraagd om wat gemeenschap te vormen onder elkaar.’ Leeftijd accepteren Hoe ervaart Bert deze switch van pastor met voorkeur voor jongeren naar verantwoordelijke voor ouderen? ‘Je moet ook naar je eigen leeftijd kijken en niet altijd jong willen blijven. Toen Don Bosco ouder werd was hij ook niet meer zo met jongeren bezig, maar met het consolideren van de sociëteit. De oudere medebroeders hebben hard gewerkt en verdienen nu een stukje zorg. Je kunt nog wat voor mensen betekenen en daarom ben ik hier ook lid van de bewonerscommissie geworden. Trouwens, mijn aanwezigheid voor jon-
geren is nog niet helemaal voorbij! Eén van hen bezoek ik in de gevangenis en ik onderhoud een correspondentie. Verder ben ik secretaris van onze commissie bezinning en ook buitenshuis ga ik nog wel eens voor, terwijl ik in Wijchen ook oproepbaar ben voor bedieningen.’
Wat doorgaat Houdt met het verdwijnen van de salesianen het salesiaanse werk voor jongeren en volwassenen ook op? ‘Veel van wat wij vroeger deden is al lang
overgenomen door maatschappelijke organisaties. Toch hebben wij onze werken overgedragen aan leken, vaak oud-leerlingen die door ons gevormd zijn. Dit is het nieuwe in onze tijd: dat mensen in de salesiaanse geest voor langere of kortere tijd een bijdrage willen leveren aan de Don Bosco-werken in Nederland. Ook al zijn er nog maar tien salesianen actief, over het hele land verspreid zijn er twaalf salesiaanse centra waaraan vaak een gemeenschap is verbonden. Een greep uit de activiteiten in en vanuit die centra: inloop illegale jon-
ge Afrikanen, drugspastoraat, opvang HIV en Aidsjongeren, huiswerkbegeleiding, toernooien, multiculturele instuif, rapcursus, jeugd- en jongerenvakanties, dagcentrum voor scholieren en dropouts, begeleiding jongeren zonder houvast, pastoraat aan binnenvaartschippers en aan kermisexploitanten en circusartiesten. Je ziet, zo wordt met steun en begeleiding van de salesianen op eigentijdse wijze voortgezet wat Don Bosco ooit begonnen is!’
Binnenvader binnenmoeder Jeanne van Leijsen De dag na een geslaagde reünie van onze PIZ-club (Pensioen in Zicht) zit ik met wat leeswerk op schoot na te genieten. In de ene hand een prachtige brochure over het Hofje Van Aerden in Leerdam, waar de PIZ-reünie zich afspeelde. In de andere hand de oudejaarskrant, waarin een bevriend PIZ-koppel vertelt over hoe een enorme brand vorig najaar hun Westfriese woonboerderij compleet in de as legde. Van het ene op het andere moment belandde ‘de pater familias’ met zijn eega van een behaaglijk ‘binnen’ in een onbehaaglijk ‘buiten’. Koud met pensioen is hij nu vol vuur en vlam bezig met het afhandelen van de verzekering en de herbouw van een woning. Hij en zij overleefden de ramp en hopen volgend voorjaar hun veertigjarig huwelijk te vieren op de oude plek onder een nieuw stolpdak. Cadeautip
(© Foto: Jac van Leijsen)
dit keer: liever geen envelop, maar spullen. Wat een veerkracht! De hoogbejaarde Weduwe Van Aerden overleefde in de achttiende eeuw haar notaris-echtgenoot én haar drie kinderloze kinderen. Als je dan op bijna negentigjarige leeftijd besluit om de erfenis te laten aanwenden voor het bouwen van een woonhofje voor armlastigen binnen en buiten de familie - mits van protestantse huize - vergroot dat ook aanzienlijk de kansen om in de hemel te komen. Zo meldt de brochure. Anno 2008 beleeft het Hofje Van Aerden een herstart en is er naast een aantal wooneenheden voor vrouwelijke alleengaanden ook een regentenkamer als museum ingericht. Een oude groen geverfde deur met in lopend schrift ‘Binnenvader Binnenmoeder’ als
opschrift, vormt de entree. Onze gids op leeftijd gaat niet met ons naar binnen en laat ons dus ook gissen naar de invulling van deze twee bijzondere functies van weleer. We lopen van de binnen- naar de buitentuin, waar uitleg volgt over de oorspronkelijke fruitteelt. Ik moet onderwijl denken aan de functies van huismeester en welzijnsmakelaar, die ons hedendaags woon-, zorg- en welzijnsjargon binnenwandelen. Genoten ‘de minder bedeelde nazaten van mevrouw Van Aerden zaliger’ bescherming en ondersteuning van een Binnenvader en een Binnenmoeder, onze PIZ-vrienden werden opgevangen en begeleid door de hedendaagse Stichting Salvage. Die zorgde, samen met directe familie, buren en vrienden voor basisvoorzieningen. In de krant lees ik de quote ‘Alles wat je met je voorgeschiedenis verbindt, is weg’. In de brochure lees ik, dat het Hofje een mix is van Franse elegantie met een tikje rococo en Hollandse degelijkheid. Onze collectieve geschiedenis is verder terug te vinden in origineel serviesgoed uit 1700 en een gietijzeren turfkachel uit 1770. Bovendien hebben de VOC, Napoleon en het Huis van Oranje sporen nagelaten. Er is zelfs nog een origineel ‘Gemeen Secreet’. Voor wat het zij. Gisteravond in Leerdam - historische plaats aan de Linge en sinds eeuwen producent van kristal - kwam onder het genot van een glas wijn en met zicht op een prachtige regenboog de spreuk van Kierkegaard mij glashelder voor ogen: ‘Het leven kan alleen achterwaarts worden begrepen, maar moet voorwaarts worden geleefd’. We toasten op een nieuwe levensfase!
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
11
Zoeken naar verbinding Franck Ploum
Godsdiensttheologie
Ons land is in een paar decennia omgevormd van een christelijke naar een multireligieuze samenleving. De globalisering heeft in veel landen en continenten een einde gemaakt aan een door christendom gedicteerde en bepaalde samenleving. Dit heeft grote gevolgen voor het spreken en denken over God en kerk en het heeft ook grote invloed op de theologie. Als laatste in onze reeks vergeten theologieën is het woord dan ook aan de Theologie van de Godsdiensten.
Marcel Zagers Lange tijd heeft het christendom vijandig gestaan tegenover andere godsdiensten. ‘Buiten de kerk geen heil’ was eeuwenlang het motto, dat later enigszins werd afgezwakt tot ‘zonder de kerk geen heil’. Bij het Tweede Vaticaanse Concilie werden voor het eerst waarde en bestaansrecht van niet-christenen en niet-christelijke godsdiensten erkend. Ook andere religies werden gezien als mogelijke wegen van heil. Beslissend criterium was en bleef echter Gods openbaring in Jezus van Nazaret. Daarom konden andere religies geen waarde in zichzelf hebben - zij werden gezien als praeparatio evangelica, een voorbereiding op het evangelie. Ze hebben waarde totdat christendom en evangelie op het toneel verschijnen. Andersgelovigen werden ‘anonieme christenen’ genoemd, om christenen ervan te overtuigen dat Gods heilbrengende aanwezigheid groter is dan mensen en kerk. ‘Anonieme christenen’ Vanaf de jaren tachtig wilden westerse theologen meer recht doen aan het anders-zijn van andere religieuze tradities en aan het verschijnsel van de interreligieuze dialoog. Boeddhisten bijvoorbeeld tot ‘anonieme christenen’ verklaren was in hun ogen niet alleen beledigend, maar verduisterde ook het zicht op wat in het boeddhisme nieuw en waardevol kan zijn. Het Rijk Gods tot stand brengen werd niet meer gezien als het allereerste doel van de kerk, maar het bevorderen en openbaren ervan. Hiermee wilden deze theologen een einde maken aan het monopolie van christendom en evangelie. Ook andere overleveringen hebben hun eigen onafhankelijke geldigheid en plaats onder de zon. Pluralisme zou wel eens Gods wil kunnen zijn - het ‘ware’ hoeft niet identiek te zijn met het ‘enige’. God heeft dan wel werkelijk gesproken in Jezus van Nazaret, maar ‘werkelijk’ wil nog niet zeggen ‘alleen’. Eén wereldreligie Zo kunnen christenen zowel trouw zijn aan hun eigen geloofstraditie als openstaan voor Gods boodschap in andere religies. Inzichten uit de
12
Aad de Jong (© Foto: Radboud Universiteit)
Aad de Jong (1943) doceerde vanaf 1974 aan de Hogeschool en latere Universiteit voor Theologie en Pastoraat (UTP) in Heerlen. Hij was er verantwoordelijk voor catechetiek en het katholiek onderwijs. In de fusie van UTP en Katholieke Universiteit Nijmegen werd hij benoemd in de vakgroep pastoraal theologie. 'Na enige tijd werd ik verantwoordelijk voor de herziening van het curriculum religiestudies. Er was toen een tendens om religiestudies meer en meer toe te spitsen op de interreligieuze dialoog. Ik heb toen een sabbatverlof gebruikt om in diverse landen te gaan kijken wat er aan de hand was op het gebied van die interreligieuze dialoog. Ik bezocht Rome, de Verenigde Staten, Engeland en Azië. Ik kwam op plekken waar het thema interreligieuze dialoog aansloot bij geschiedenis en actualiteit. Plekken waar vanouds christendom, islam en oorspronkelijke godsdiensten naast elkaar bestaan en samen een weg zoeken. Voor mij was in dit alles steeds weer van belang hoe je interreligieuze dialoog kunt benaderen vanuit en in de pastoraal theologie.’
Oorsprong Het ontstaan van de Theologie van de Godsdiensten vindt zijn wortels op de eerste plaats in een maatschappelijke realiteit. ‘De relatie tussen de godsdiensten is ook voor christenen een lastig probleem en vraagt om een deugdelijke theologische
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
basis. Daarmee is dus een Theologie van de Godsdiensten geboren.’ De vraag naar God is niet meer los verkrijgbaar. ‘In toenemende mate is ons duidelijk geworden dat we niet meer over God kunnen spreken of ook maar iets over God kunnen weten, zonder daarbij de relatie met de andere godsdiensten te betrekken.’ Misschien komt de noodzaak van deze dialoog wel het meest duidelijk naar voren in het godsdienstonderwijs op bijzondere scholen. Katholieke scholen zijn immers al lang niet meer uitsluitend bevolkt door kinderen en jongeren met een katholieke achtergrond en de leefomgeving waarin jeugd opgroeit is een multiculturele samenleving geworden. We kunnen in het godsdienstonderwijs niet meer om de andere godsdiensten heen. Sterker nog: de zogeheten voorkeurspositie van het christendom is ook op katholieke scholen moeilijk vol te houden. Maar de discussie over hoe dit vorm moet krijgen is heel lang gevoerd vanuit de ontwikkelingen in de samenleving en te weinig doordacht vanuit de theologie. Vragen over vergaande secularisatie en levensbeschouwelijke pluriformiteit moet je ook vanuit de theo logie doordenken en dan kom je vanzelf bij de Theologie van de Godsdiensten uit.
Missiologie Binnen de missiologie wordt het gesprek tussen de godsdiensten al lang gevoerd. Eén in geloof Eén in geloof anders van taal, om van God en Goed te spreken. Eén in geloof anders van kleur, met de regenboog als sprekend teken. Eén in geloof ander verhaal om tot recht en licht te komen. Eén in geloof ander gezicht, zal Gods goedheid zich aan mensen tonen. (Marcel Zagers)
Het missiologisch denken heeft zich meer en meer ontwikkeld in relatie tot de Theologie van de Godsdiensten. ‘Missiologen gingen vanuit de theologie de discussie en het gesprek aan met andere godsdiensten. Hierdoor zijn er verschillende stromingen ontstaan. De één wil de christologie als uitgangspunt nemen voor de dialoog en de ander stelt God centraal. Momenteel is er een beweging waarin er meer vanuit de Geest (pneumatologie) wordt gedacht. In Nederland heeft bijvoorbeeld hoogleraar Camps (Nijmegen) een belangrijke bijdrage geleverd aan het gesprek met andere godsdiensten vanuit de missiologie. Hij werkt vanuit partnerschap tussen de godsdiensten.’
Gesprek met de ander De verhouding tussen het gangbare theo logisch denken binnen de kerk en de Theologie van de Godsdiensten staat op redelijk gespannen voet. De klassieke theologie is immers niet ontwikkeld in relatie met andere godsdiensten. ‘Het gaat in eerste instantie om het vertalen van bijbel en traditie naar de eigen tijd. Bij de protestanten ligt de nadruk meer op de bijbel en in de klassieke katholieke theologie meer op de traditie. Er is niet veel oog geweest voor de vraag of er waarheid te vinden is in andere godsdiensten en of andere reli gieuze boeken dan de bijbel zinnige dingen over God en mens te zeggen hebben. Je zou kunnen zeggen dat er sprake is van verschillende bronnen. De theologie van de Godsdiensten wil bijbel en traditie interpreteren vanuit het onderlinge gesprek. Dan ontstaat er een andere beweging. De klassieke theologie werkt vanuit de bron, via het verleden naar het heden. De Theologie van de Godsdiensten kijkt naar de verhouding: wij en andere geloven.’ In de afgelopen decennia is er een hevige strijd geweest tussen vertegenwoordigers van de Theologie van de Godsdiensten en het Vaticaan (lees: kardinaal Ratzinger). ‘Een sterk kerkgetrouwe theologie is altijd huiverig voor openheid naar andere godsdiensten. Openheid is een gevaar voor het voortbestaan van het instituut. Ook de waarheidsclaim komt dan in het gedrang.’
Met elkaar Hoewel er spanning zit tussen beide benaderingen is De Jong niet van mening dat ze echt tegenover elkaar staan. ‘Natuurlijk zijn er in beide richtingen stromingen die lijnrecht tegenover elkaar staan, maar in het algemeen kun je dat niet zeggen. Bovendien is het ook sterk afhankelijk van de plaatselijke situatie, de context. Kijk je naar Azië, dan zie je veel raakvlakken tussen bijvoorbeeld de gangbare theologie, de Aziatische bevrijdingstheologie en de Theologie van de Godsdiensten. Maar Azië is natuurlijk bij uitstek een context waar verschillende religies al eeuwen met elkaar een weg zoeken. Niet voor niets is bisschop Muskens met zijn jarenlange Indonesië-ervaring een pleitbezorger van de dialoog tussen de godsdiensten. Bij een theoloog als Raimon Pannikar, die wortels heeft in India en Spanje, zie je eenzelfde beweging. Hij heeft pogingen gedaan om hindoeïsme en christendom te combineren en te verbinden. Hij stelde, zoals ook Schillebeeckx, het begrip humaniteit centraal. Vanuit een theologie die zich concentreert op humaniteit kun je heel goed zoeken naar verbindingen.’
Paus Johannes Paulus II (© Foto: Todd Ehler)
Johannes Paulus II Ook bij de vorige paus, ziet De Jong goede pogingen om de verbinding tussen de godsdiensten op theologisch niveau aan te gaan. ‘Johannes Paulus II was natuurlijk een echte waarheidsdenker, maar hij zette de boel niet op scherp. Hij werkte heel praktisch aan een goede verstandhouding tussen de godsdiensten. In zijn toespraken naar andere godsdiensten nam hij als uitgangspunt dat wij allemaal horen tot
bevrijdingstheologie kunnen hierbij helpen. Een dialoog tussen vertegenwoordigers van verschillende religies die het welzijn van de gehele mensheid niet bevordert, is geen religieuze dialoog. De basis voor iedere theologische beoordeling van andere godsdiensten is niet hun relatie tot kerk of evangelie, maar de vraag in hoeverre zij het welzijn van de mensheid bevorderen. Geloofsopvattingen scheiden religieuze tradities dan wel van elkaar, een grondhouding van basisvertrouwen hebben ze gemeenschappelijk. Daarom is er eigenlijk sprake van één wereldreligie van de mensheid. De verschillende tradities kunnen in de toekomst steeds meer naar elkaar toegroeien, zodat een universele theologie van religies ontstaat. (Wilfred Cantwell Smith)
De religieuze ander De laatste jaren vragen godsdienstwetenschappers aandacht voor een fenomeen dat al heel oud is, maar recentelijk vaker voorkomt. Het gaat om het verschijnsel dat mensen in hun godsdienstige leven kunnen deelnemen aan meerdere religieuze tradities. Aan meerdere religies toebehoren zou wel eens een hedendaagse vorm van interactie of dialoog tussen religies kunnen zijn. In Europa is het nog vrij onbekend; in Azië blijkt het om een vrij alledaags verschijnsel te gaan. Zo is het in Japan vrij normaal deel uit te maken van verschillende religieuze tradities. Volgens de statistieken is het totaal aantal aanhangers van verschillende religies bijna tweemaal zo groot als de Japanse bevolking zelf! Aan de ene kant lijkt het behoren tot meerdere religies voor vele hedendaagse ‘gelegenheidsgelovigen’ een onschuldig en vrij oppervlakkig tijdverdrijf te zijn. Tegelijkertijd blijkt het voor een aantal religieuze ‘professionals’ ook een heel serieuze zaak. Een bekend voorbeeld is Raimon Pannikar, zoon van een katholieke Spaanse moeder en een hindoe-vader uit India. ‘Ik ging als christen op weg, ik vond mezelf als hindoe, ik keer terug als boeddhist, terwijl ik al die tijd christen gebleven ben.’ Zo wordt het misschien werkelijkheid, dat de religieuze ander uiteindelijk de plaats is waar God aanwezig is om de weg naar de toekomst te tonen. (Valkenberg)
vervolg op pagina 14 DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
13
de familie van God. We zijn allemaal kinderen van God. Die invalshoek opende wegen om dichter tot elkaar te komen. En natuurlijk was hij zelf het middelpunt in die eerste interreligieuze ontmoeting voor wereldvrede in Assisië, maar hij bracht wel iedereen bij elkaar. Hij heeft praktische en concrete thema’s aangegrepen om de interreligieuze dialoog verder te brengen.’
Leefthema's Ook binnen de Theologie van de Godsdiensten is er een stroming die zich sterk richt op concrete leefthema’s zoals wereldvrede. Een belangrijke theoloog in dit verband was Wilfred Cantwell Smith. ‘Hij was een pionier in de vergelijking van godsdiensten op wetenschappelijk theologisch niveau. Hij wilde echter nog een stap verder gaan. Hij was voorstander van het gezamenlijk deelnemen van godsdiensten aan het zoeken naar de waarheid. Deze benadering heeft vooral onder protestantse theologen veel ingang gevonden. Het concrete leven en het samenleven met elkaar vormen dan het uitgangspunt voor de theologie.’ Globalisering Het lijkt erop dat de Theologie van de Godsdiensten de wind in de rug heeft. De globalisering maakt immers een einde aan de situatie dat bepaalde gebieden vanuit het verleden vooral door christenen worden bevolkt. ‘De relevantie neemt alleen maar toe. Landen die eeuwenlang gedomineerd werden door het christendom zijn door de globalisering in een rap tempo omgevormd tot multiculturele samenlevingen. Niet alleen de komst van moslims met hun godsdienst speelt hierin een belangrijke rol, maar vooral ook de komst
Wilfred Cantwell Smith (© Foto: Graig Parker)
14
Raimon Pannikar (© Foto: Ilvio Gallo)
van andere culturele waarden. Hier gebeurt nu wat in Azië al eeuwenlang gebeurt, dat het christendom zich moet gaan verhouden tot de andere godsdiensten. In Azië zijn christenen, met uitzondering van de Filippijnen, altijd een minderheid geweest. Zij weten als geen ander hoe het is om als minderheid met anderen een samenleving vorm te geven en je tot anderen te verhouden. Helemaal nieuw is het echter allemaal niet, want eigenlijk heeft het christendom zich van begin af aan moeten verhouden tot anderen. ‘Vanaf het begin hebben christenen natuurlijk moeten nadenken over hun verhouding met het jodendom. Franciscus moest zich in Egypte al verhouden tot de islam. Mede onder invloed van de vergelijkende godsdienstwetenschappen in de 19e en 20e eeuw zijn we nu steeds meer op theologisch niveau gaan nadenken over onze relatie met andere godsdiensten. Na de tweede wereldoorlog is er ook in Europa een geweldige bloeiperiode geweest. Met name in Engeland door de binding met India, in ZuidSpanje door de verwevenheid van christendom en islam en in Frankrijk vanwege de banden met Noord-Afrika.’
Tweedeling De Jong constateert dat er op dit moment in Nederland een tweedeling ontstaat tussen enerzijds een sterk kerkelijke theologie en anderzijds de religiewetenschappen. Zo is er intussen een strikt kerkelijke theologische opleiding gekomen onder toezicht van de bisschoppen en hebben sommige universiteiten een eigen opleiding religiestudies. ‘Met name bij de
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
theologische faculteiten is die tweedeling duidelijk merkbaar en zichtbaar. Er is een groep die sterk neigt naar strikt kerkelijke theologie. Ze maken een verbinding met conservatieve kerkelijke theologie en beklemtonen het eigene van het katholicisme. Daarnaast is er een groep die neigt naar theologische relativering van kerkelijk denken. Zij maken zich sterk voor religiewetenschappen en bepleiten ook de onafhankelijkheid van het denken, zeker op universiteiten. Zij willen zich dus niet afhankelijk maken van kerkelijke instituties. Deze tweedeling en tweestrijd zijn niet goed. Het kerkelijk denken wordt daardoor te weinig gevoed door de theologie van de godsdiensten en die theologie te weinig door concrete ervaringen in de samenleving en de pastorale praktijk. Terwijl kwesties als interreligieuze huwelijken, religieuze feestdagen en de dagelijkse praktijk van samenwerken en samenleven toch bij uitstek de zaken zijn waar het in het theologisch denken om moet gaan.’ Vele christenen gaan beseffen dat Jezus' zending niet de stichting van een grote organisatie was, dat het hem niet ging om te regeren zelfs niet om sacramenten, maar om levend teken zijn van iets wat vanuit je hart spreekt en dat dat er een wet is die niet op papier maar in je hart geschreven staat: Liefde. Raimon Pannikar
Geloof belijden Knipoog naar boven Ik vind het, eerlijk gezegd, vaak behoorlijk lastig om niet toe te geven aan alle verleidingen die dagelijks op me afkomen. De wereld om ons heen is vol verleidingen en wij laten ons maar al te graag verleiden. Daartussen lijkt er maar weinig ruimte voor God. Hij dringt zich niet aan ons op en als wij niet naar Hem op zoek gaan, dan laat Hij zich ook niet vinden. Hij laat ons onze gang gaan in deze wereld waarin wij het zo druk hebben met onszelf en grijpt niet in. Ja, soms wordt iemand in onze omgeving ziek of krijgt een ongeluk. Is dat ingrijpen van God? Daar geloof ik niets van; zo doorzichtig werkt hij niet. Hij is veel subtieler dan dat. Hoe kunnen we dan Gods aanwezigheid bespeuren? Generaties voor ons hebben zich dezelfde vraag gesteld en nooit is er een definitief antwoord gekomen. Sommigen hebben zich hierdoor laten ontmoedigen en hebben Hem opgegeven. Ook ik vraag me wel eens af wat ik nog met mijn geloof aanmoet. Maar dan, soms, doet het volgende zich voor. Een vriend of vriendin vertelt me dat hij of zij het moeilijk heeft, om welke reden dan ook. En onwillekeurig denk ik dan: ‘Wat erg, want hij of zij heeft het geloof niet om op terug te vallen. Als mij dat zou overkomen, dan zou ik tenminste dat nog hebben.’ Meestal moet ik dan inwendig een beetje lachen. Voor iemand die soms zo weinig vertrouwen heeft in God, is dit wel een heel radicale gedachte. Ik maak een innerlijke knipoog naar boven. Ik zie Hem niet, maar Hij is er wel. Suzanne van der Schot
Redactie
Of ik geloof
Met de regelmaat van de klok krijgt De Roerom verzoeken om geloofbelijdenissen, in ‘het alternatieve circuit’ ontstaan, te publiceren. Aan dit verzoek kan slechts mondjesmaat voldaan worden. Er zijn zeer vele - leerstellige, moralistische, sociale - alternatieve geloofsbelijdenissen, maar De Roerom heeft maandelijks slechts beperkte ruimte. Bovendien is het niet juist om meerdere belijdenissen naast of na elkaar te publiceren. Zoals parabels zijn belijdenissen inleefteksten, hebben tijd en ruimte nodig om te bezinken en dit inleefproces verloopt niet ‘in serie’. Daarom houdt De Roerom het op één nieuwe belijdenis op een bladzijde. Het wit kan met eigen gedachten en gevoelens gevuld worden.
Of ik in God geloof? Ik hoef daar niet lang over na te denken, het antwoord ligt me voor in de mond en bestaat uit twee letters. Maar waarom zeg ik dat nooit wanneer daarnaar gevraagd wordt? Waarom moet ik in hemelsnaam altijd met die ontwijkende tegenvraag antwoorden: ‘Wat bedoel je met God?’ Waarin je niet gelooft, is gemakkelijker te zeggen dan waarin je wel gelooft. Dit is waar. Toch is het niet de belangrijkste reden; het is iets anders. Er wordt veel geschreven en gesproken over God, ook in de kerken waar ik regelmatig binnenkom en waar ik graag verblijf. Maar als ik hoor en lees wat daar gezegd en geschreven wordt, dan ben ik bang te moeten toegeven dat ik eigenlijk toch niet geloof. Of moet toegeven, dat ik dát in ieder geval niet geloof.
Jahweh God de almachtige is uw naam.
Misschien is het beter om ‘eruit’ te stappen en kerk en geloof achter me te laten, denk ik wel eens. Ik zou er in ieder geval meer vrije tijd door krijgen. Maar als ik dat doe, dan stap ik een andere wereld binnen. Een wereld waarin de mens zichzelf beschouwt als zijn eigen bezit, zijn eigen uitvinding, zijn eigen triomf. Een wereld waarin de mens zijn eigen beeld creëert, om zich vervolgens te meten aan dit zelf gecreëerde beeld. En daar geloof ik nog minder in. Waarin je niet gelooft, is makkelijker te zeggen dan waarin je wel gelooft.
Gij hebt de sterren aan de hemel gezet, de bergen geboetseerd met eigen hand Gij blaast de stormwind aan, zweept de zeeën op en stort water uit over het land Gij laat de aarde beven, rijzen en slinken als een rivier en die haar bewonen hullen zich in rouw, Gij laat uit het duister van de nacht de morgen gloren en het licht van de dag verdwijnen in de nacht Gij wandelt op de toppen van de aarde en woont in de hemel aan de aarde vast Gij kleineert de trotse en protse, jaagt dictator en tiran uit hun burcht Gij die door mensen slechts vermoed en enkel in liefde gevraagd gegeven beleefd kunt worden. Jahweh God de almachtige is uw naam.
Of ik in God geloof? Ja! Maar vraag me niet wat ik geloof, want het antwoord daarop moet ik schuldig blijven. Vraag me eerder waarom ik geloof. Die vraag kan ik meteen beantwoorden: omdat het leven te mooi, te dierbaar en te groot is voor de mens alleen. Daarom kan de mens niet de maat voor de wereld zijn.
(Peer Verhoeven naar Amos 4,13; 5,8-9; 9,5-6) illustraties van Ludwina Foolen DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
15
Beregoed met Erfgoed Redactie Het Jaar van het Religieus Erfgoed blijkt allerwege aandacht te trekken en te krijgen. Er verschijnen boeken en er worden evenementen georganiseerd. De Roerom zet een en ander bij elkaar.
Franciscuskapel Assisië
Zondag 20 april, stralende zon en frisse wind. Landpark Assisië in Biezenmortel viert het eeuwfeest van haar kapel. Al ruim honderd jaar wordt hier zorg geboden - vroeger liefdewerk voor ‘idioten’, nu ondersteuning aan mensen met een handicap - onder inspiratie van Franciscus.
Gebleven De kapel, gebouwd in de Rijke Roomschen tijd, kende na het Tweede Vaticaans Concilie een beeldenstorm, werd gestript, veranderde van veelkleurig naar egaal grijs. Maar het gebouw bleef kapel en werd niet verkracht tot woonappartement, vergaderzaal of restaurant, waarmee vele oude internaten hun geweten hebben belast. Het is een kerkruimte gebleven die uitdaagt tot bezinning op haar toekomst, ‘een polyvalente ruimte met gewijde sfeer’, een plaats die mensen verbindt, ankerpunt voor spiritueel leven. In de huidige tijd De huidige levensbeschouwelijke leegte wordt in deze kapel tot ruimte voor ieders
religieuze wortels, nieuw oriëntatiepunt voor het goede, het ware, het schone met, ook in dit millennium, aandacht voor de ziel, zorg voor elkaar, bezieling voor ieders meerstemmige zélf. Samen zoeken naar nieuwe vormen van gemeenschappelijk leven met de franciscaanse spiritualiteit als inspiratiebron. De kapel van Landpark Assisië is een gastvrije plek om na te denken over de motivatie in je werk, over de zorgzame samenleving. Een plek voor bezield theater of een doorleefde expositie, bezinning op de religieuze visie van mensen met een handicap. Kortom, een plaats om het leven te vieren, te overdenken en weer verder te trekken achter de idealen van Franciscus aan.
De twintigste april Zondagmiddag 20 april werd er - letterlijk! - in het verleden gedoken. In een plaatselijke leemput werden rond 1965 de gipsen beelden van de kapel gedumpt. Nu werd er op die plaats een banier opgedoken met daarop de afbeelding van het honderd jaar oude Franciscusbeeld, dat in 1988 van de voorgevel van het hoofdgebouw stortte, omdat het niet meer paste in het geseculariseerde plaatje van toen. Het gerestaureerde beeld dat drie jaar later de mensen toesprak met ‘Ik ben er weer, jullie eigen broeder Frans, bescheiden bezijden de kapel, niet meer hoog tronend op mijn console, de plaats die mij toekwam vanwege de Rijke Roomschen Tijd. Bescheidener nu op een kleine handgemaakte sokkel dicht bij zuster aarde.’
‘Het verleden opgedoken’
16
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
Ditzelfde beeld sprak op zondag 20 april weer. ‘Vandaag duik ik op uit de woelige wateren van weleer. Beelden uit het verleden drijven boven. In mijn stem klinkt weemoed met een vleugje hartezeer. Oude tijden zullen nooit herleven, herinneringen raken in verval. Maar Gij, o Landpark Assisië, blijf het beste van u zelve geven opdat de toekomst worden zal.’
Michael Kolen met opgeviste Franciscus
Een boek En natuurlijk was er op die zondagmiddag een boek. Een boek over de geschiedenis van deze kapel. Over de veranderingen die de broeders Penitenten, de patiënten en de verplegers hebben meegemaakt. Over de ontwikkelingen van rectoraat via pastoraat naar geestelijke verzorging. Het boek heet De paus is de afgod van Jezus en is geschreven door Peter Wouters, oudpastor van Stichting Prisma die in Noord Brabant al ruim honderd jaar mensen met een handicap ondersteunt. Op Landpark Assisië, locatie Biezenmortel bij Udenhout, wordt het Jaar van het Religieus Erfgoed gevierd. Peter Wouters Voor inlichtingen: geestelijk verzorger Michael Kolen;
[email protected]
Langs religieus erfgoed Van de hand van de Moergestelse schrijver Paul Spapens verscheen zondag 18 mei Met Job op pad. De Stichting Sint Job Berkel-Enschot speelt met deze uitgave in op het landelijk Jaar van het Religieus Erfgoed. In het boek staan vijf wandel- en fietsroutes, die de deelnemer kennis laten maken met de kerken en omgeving van Enschot en Berkel, de Oude Toren van Enschot, de begraafplaatsen in de twee zusterdorpen, het klooster van de trappistinnen in Berkel en tientallen andere verschijningsvormen van religieus erfgoed in Tilburg en dorpen als Udenhout, Haaren, Oisterwijk en Moergestel. Het boek ge-
Met een nieuw boek en een stappenplan helpt de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR) haar leden zolang mogelijk invloed te blijven uitoefenen op de herbestemming van het religieuze erfgoed. De publicatie is een van de vele initiatieven die bijdragen aan het doel van 2008 Jaar van het Religieus Erfgoed: toekomst bieden aan religieuze gebouwen. Sjef Hendrikx Kloosters als religieus erfgoed Bouwstenen voor een te voeren beleid. Uitgeverij Matrijs, Postbus 670, 3500 AR Utrecht; www.matrijs.com; ISBN 978 90 5345 357 5
Maria in drieluik Kruisbeeld in Berkel-Enschot
tuigt indrukwekkend van het vele rijk geschakeerde erfgoed. In zijn opzet bestaat er geen tweede boek als ‘Met Job op pad’. Van tientallen objecten zoals wegkruisen en kapellen worden uiteenlopende feiten en achtergronden gegeven. Daarnaast geeft het boek zeer veel informatie over rituelen, kunst, symbolen, architectuur en honderden onderwerpen meer. Veel van deze noodzakelijke kennis is in het publieke geheugen verloren gegaan, terwijl deze juist in staat stelt het religieus erfgoed te kunnen begrijpen en te waarderen. Met Job op pad is een leesboek én letterlijk - een gebruiksboek, dat uitnodigt het religieus erfgoed in de omgeving te voet of per fiets te verkennen. De handige
opzet van het boek stelt de gebruiker in staat snel informatie op te zoeken. Gedetailleerde routekaarten en plattegronden wijzen wandelaar en fietser de weg. Paul Spapens is voormalig journalist van het Brabants Dagblad en auteur van een groot aantal boeken. Als schrijver is hij gespecialiseerd in onder meer volksgeloof. Al een aantal jaren geeft hij rondleidingen tijdens de Sint Job-bedevaart in Enschot. Deze hebben als basis gediend voor het boek. Paul Spapens Met Job op pad met veel foto’s van Jan Stads; verkrijgbaar in boekwinkels VVV kantoren en cadeaushops; € 12,50
Vinger in de pap
Van 1 mei tot 31 oktober is er in het kader van 2008 Jaar van het Religieus Erfgoed in het Nationaal Beiaard- en Natuurmuseum Asten de expositie Maria in Drieluik. De tentoonstelling bestaat uit drie onderdelen. Maria Onze Lieve Vrouw van Ommel is te zien in de Tuinzaal; een verhaal over het ontstaan van de bedevaart van Ommel, gemeente Asten. Maria in de natuur, de symbolen van Maria in de planten- en dierenwereld; de planten zijn te zien in een aparte Mariatuin, de dieren in de paleontologiehal. Maria op klokken in het Beiaardmuseum. Openingstijden: di t/m vrij 9.30-17.00 u. en za t/m ma 13.00-17.00 u. Ostaderstraat 23, 5721 WC Asten; (0493) 69 18 65;
[email protected]
Maandag 7 april is het boek Kloosters als religieus erfgoed. Bouwstenen voor een te voeren beleid gepresenteerd. De religieuzen willen bij het afstoten van hun kloosters een vinger in de pap. Nederland telt zo’n 700 kloostergebouwen - kloosterkerken en -kapellen niet meegerekend - waarvan er nog ongeveer 150 een religieuze functie hebben. Deze gebouwen zijn vaak beeldbepalend in hun omgeving. Ze zijn ontworpen om de spirituele tradities van de verschillende kloostergemeenschappen zichtbaar te maken en belichamen de waarden van de religieuzen die het bewoonden. Verschillende instituten zien onder ogen dat ze binnenkort niet meer levensvatbaar zijn. Toch willen zij het religieuze erfgoed voor toekomst, kerk en samenleving veiligstellen. Ze willen hun gebouwen voor de hoogste waarde - niet in financiële zin - afstoten. Ze willen vooral de waarde van hun erfgoed doorgeven. DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
17
Uitnodiging Studiedagen Huub Schumacher Er is een groeiende belangstelling voor de drie studiedagen die Huub Schumacher jaarlijks verzorgt voor zijn oud-cursisten, cursisten en mensen die hij ontmoet en zin blijken te hebben om mee te doen. Via deze ruimere bekendmaking geeft hij een groot publiek de gelegenheid kennis te nemen van deze studiedagen en zich ervoor te melden. Het gaat over één zaterdag in september, één in december en één in maart. Er zijn studiedagen geweest rond onderwerpen als bidden, eigentijds godsverstaan, christendom en islam, de kerk in de eenentwintigste eeuw. Uit reacties blijkt dat de dagen als gezellig ervaren worden. Bovendien steek je er veel van op en houden ze je bij de tijd. Omdat er van genoten wordt kan het zijn dat veel meer mensen willen meedoen aan één, twee of alle drie dagen. Het laatste is natuurlijk het meest ideaal.
Een wereld die niet Zaterdag 20 september: Geloven in een wereld die niet bestaat. Of de wereld bestaat? Let eens goed op! De hele kosmos verandert voortdurend op duizelingwekkende wijze. Aan de lopende band sterven er sterren en worden nieuwe geboren. Zou de wéreld dan als een kanten-klaar pakketje in de ruimte hangen en ‘bestaan’! De wereld béstaat niet, maar óntstaat, verándert voortdurend. Geologen vertellen over veranderingen in de aard-
Het Kasteel in Gemert
Plaats tijd dagorde Ook het komend seizoen vinden de studiedagen plaats in de Grote Aula van Het Kasteel, Ridderplein 17 in Gemert, waar de Paters van de Heilige Geest hun domicilie hebben en bij wie de studiegasten hartelijk welkom zijn. Er wordt vroeg, om 9.00 uur ’s morgens, begonnen en op tijd, om 14.45 uur ’s middags, gestopt. De dag zit boordevol: in de morgen zijn er drie inleidingen, tussendoor worden een paar liederen ingestudeerd en wordt er koffie gedronken; rond het middaguur de lunch, die bestaat uit soep-van-hethuis en de boterhammen die de studiegasten zelf meebrengen; daarna gaat men met elkaar in gesprek. Een liturgisch moment sluit de dag af. In het seizoen 2008/2009 gaat het over drie hoogst actuele onderwerpen: geloven in een wereld die niet bestaat (20 september 2008), in een god die niet bestaat (13 december 2008) en geloven in een kerk die niet bestaat (7 maart 2009). De kosten per dag zijn € 10,-. 18
korst. In de wereld verandert van alles. De natuur verandert er en voor hoeveel mensen is het nog mogelijk alle maatschappelijke veranderingen bij te houden? Wat voor een ontwikkeling maken mensen niet door waar het gaat om hun ‘kijk’ op de werkelijkheid, hun geloven, hun God! Om nog een beetje gezond te kunnen functioneren moeten mensen leren geloven in een wereld die niet bestaat.
God die niet Zaterdag 13 december: Geloven in een God die niet bestaat. Er zouden veel meer dominees Klaas Hendrikse mogen zijn die, op wat voor originele manier dan ook, vertellen dat ook God niet bestaat. Want de bestáánde god heeft zich als een reusachtige, in-de-hemel-gewortelde klimafplant in de kleinste en intiemste plekjes van de mensenwereld weten te nestelen, daarbij alle aanwezige zuurstof en bewegingsvrijheid verslindend. Het is goed dat er eindelijk doeltreffend op die ideeën wordt ingehakt.
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
Exodus kan weer beginnen! Eindelijk kan God weer gebéuren, - God, die wonderlijke tinteling die mensen bevangen kan, hen verlokt overeind te komen, op hen inblaast elkaar vertrouwen te geven en samen aan iets goeds te beginnen.
Kerk die niet Zaterdag 7 maart 2009: Geloven in een kerk die niet bestaat. Nu de wereld niet bestaat en ook de bestáánde God met marmeren zetel en al van het dak van het heelal is gevallen, bestaat het soort kerk dat bij die bestáánde god hoorde - zeg maar ‘de bestáánde kerk’ natuurlijk óók niet meer! Voor wie dit beseft, wordt het hoogst onbegrijpelijk dat een notoir herengezelschap dagelijks nog ijverig bezig is brokken en scherven bijeen te rapen en te lijmen, met de bedoeling het ‘gevallen godsbeeld’ weer in zijn zetel bovenop het heelal te krijgen. Wellicht spelen broodwinning en machtslust daarbij een rol. Dit kan heel verdrietig maken. Maar kijk ook eens om je heen en zie al die plekken waar tegen de verdrukking in kerk aan het gebéuren en in vele vormen aan het ontstaan is. Groepen binnen geloofsgemeenschappen organiseren Thomasvieringen, jongerenmissen, Alphadiensten, vieringen in winkelpanden, kantoren, restaurants. Er zijn cursussen waar mensen aan meedoen: kennismakingscursussen, gespreksavonden rond bijbel en levenservaringen, waar mensen teruggaan naar de bron of zich bezinnen op de christelijke traditie. ‘Nieuwe kerkvormen komen op’, stond 8 februari jl. in Trouw. Nieuwe wijzen van vieren steken de kop op, waarin mensen die ‘het’ hebben voorgaan. De kerk is een tent die met je meereist en bijgevolg de meest onverwachte vormen aanneemt. Onze kinderen gaan niet meer naar de kerk. Waarom niet? Mogelijk omdat het geloof in een wereld die niet bestaat, in een God die niet bestaat en in een kerk die niet bestaat nog steeds het gezicht van de kerk maken. Het worden drie fijne, duizelingwekkende, maar vooral vernieuwende studiedagen! Inschri jven Om voor de eerste studiedag op zaterdag 20 september a.s. in te schrijven zijn twee dingen gelijktijdig nodig: vóór uiterlijk eind juli € 10,- overmaken op banknr. 14.51.88.884 t.n.v. Algemene Geloofsbezinning te Drunen, onder vermelding van studiedag 20 sept. 2008 én een briefje sturen naar Huub Schumacher, Zeedijk 5, 5154 PA Elshout. In dit briefje - heel duidelijk geschreven - voornaam, achternaam, straat en huisnummer, postcode, woonplaats en telefoonnummer; bovendien de mededeling dat voor de studiedag van 20 september betaald is. Hartelijk
Bij de leemputten Peer Verhoeven Zondag 20 april gingen duikers de Leemputten bij Biezenmortel/Udenhout in, op zoek - volgens de krant - naar heiligenbeelden die daar zo’n veertig jaar geleden kopje-onder zijn gegaan. De duikers kwamen na enige tijd weer boven water. Niet met verweerde relikwieën maar met een recent gefabriceerde koker waarin de beeltenis van Franciscus. Langs de kant stonden drie oudere heren te kijken. Eén van hen meende ik te herkennen als een vroegere verpleger van de psychiatrische inrichting Huize Assisië. Lid dus van de congregatie van de Broeders Penitenten die zich in het verleden in Nederland - en nu nog elders in de wereld bijzonder hebben onderscheiden door hun zorg voor verstandelijk gehandicapte mensen. Aan de overkant van de weg speelde een percussiegroep, bestaande uit bewoners van Landpark Assisië gesteund door enkele begeleiders. Het hele gebeuren die zondagmiddag, georganiseerd in het kader van het Jaar van het Religieuze Erfgoed, riep een en ander in me op. Aandacht en zorg voor het erfgoed aan gebouwen, kunst en monumenten is zeer terecht. Dat er zoveel ondernomen wordt en dat er zoveel belangstelling voor is, mag verheugend heten.
ter weinig tot geen nieuws te vernemen. Gemijterde hogerhand doet het vóórkomen alsof dit ook niet nodig is, zelfs niet kán, omdat de kaarten eeuwen geleden voor eens en voorgoed geschud zijn. Er valt niets door te geven of te ontwikkelen; het is alleen maar herhalen en overnemen. Daarom is het rond geloofsinhoud, geloofsleer, muisstil. Hopelijk stilte voor de storm. Die moet dan wel van onderaf opsteken en aangeblazen worden. Veel wat al tijden wankelt zal bezwijken en ruimte scheppen voor nieuwbouw. Er zijn er die het noodweer al tijden zien aankomen en vermoeden hoe het daarna gaandeweg gaat opklaren. Ze speelden door mijn hoofd. Profetische stemmen in de betweterige wereld van hemel en aarde; wegwijzers in een naar rechts en links nog mistig landschap.
Zoveel méér Tegelijk echter werd ik me er weer eens van bewust dat er zoveel méér te erven is of zou moeten zijn. De opofferende zorg voor ziek, zwak, jong, oud, kwetsbaar en gehandicapt. Vooral ook geloof in het leven, een oervertrouwen in het bestaan, een samenbindende inspiratie voor samenleving en cultuur, een schat aan ervaring met woord, gebaar en symbool. Met name over dit laatste - wat geloven, hoe dit uiten en beleven? - is van kerkelijke zijde ech-
verlies jezelf niet in het verleden berust niet in wat is bereikt verworvenheid is nog geen reden om je terug te trekken uit de tijd
Heden
en zet jezelf niet bij in ’t mausoleum waar niets dan stilstand is en dood en leg jezelf niet vast in een museum verdien met arbeid bed en brood vandaag dat is je uitzicht en je leven grijp dat met beide handen aan
verbreed de einder door te streven wil voor het nieuwe open staan en zie niet af van hoop en vrezen verzet u tegen rust en zaligheid dat kan u van tevredenheid genezen dus wees tot dagelijkse strijd bereid (Nico Tromp)
Uit de greep van begrip Willen godsdiensten en kerk nog enigszins leven verwekkend zijn dan moeten ze uit de greep komen van het begrip en gegrepen worden door het symbool. En we dienen situaties waar het visioen verdrongen wordt door het nuttigheidsdenken buiten de kerk of het dogmatisch denken binnen de kerk, - wij dienen die situaties open te breken. (Tjeu van den Berk)
In kop en knoken Onze dagindeling is het product van religie, traditie, cultuur en geschiedenis. Ze is misschien wel zo oud als de wereld; ze heeft zich gevoegd naar de stand van de zon, naar dag en nacht, naar morgen en avond en naar lijf en leden. De dagindeling zit in onze knoken en in onze kop. Ze bepaalt het besef van wie en wat we zijn. Alleen de profeten van de vrije markt zouden het graag anders willen. Die willen ons het oor van de 24-uurseconomie aannaaien, ongeacht ons levensritme. De zondag hebben ze al opgedoekt. Alsof de collectieve rustdag voor het levensgevoel geen enkele betekenis meer heeft. En reken maar dat als deze profeten écht hun zin krijgen, dag en nacht, zomer en winter, kou en warmte ook nog worden opgeheven, - zodat we straks alleen nog maar als kostwinner en consument bestaan. Toch zitten tussen de oren van ieder mens beproefde en oeroude ervaringen van tijd, gewoonte, gevoel, gewenning, verlangen en verstand. Daarom zet hij om half acht de theepot en om zes uur de piepers op tafel. Want hij is graag bereid alles te willen en te doen, behalve op te geven wat hij is, wat hij was en wat hij altijd zal blijven. (Jo Wijnen, De Gelderlander nov. 2001)
Bidden en goed doen Ons christen zijn zal slechts gaan bestaan uit bidden en onder de mensen goed doen. Alle denken, praten en organiseren van christenen wordt herboren uit bidden en doen ... De kerk verandert totaal. Zij is nu nog in een smeltkroes en alwat je doet om haar weer te maken tot een machtige organisatie, vertraagt haar verandering en zuivering. De dag komt, waarop mensen geroepen worden Gods woord zó te spreken dat de wereld er door verandert en zich vernieuwt. Een nieuwe taal, zo bevrijdend en verlossend als de taal van Jezus. De band van Landpark Assisië (© Foto: Peer Verhoeven)
(Dietrich Bonhoeffer, mei 1944)
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
19
Berichten Redactie
Retraite 30 juni- 5 juli 2008 start weer een zevendaagse stille, persoonlijk begeleide retraite. Plaats: St. Nicolaasstichting (Zrs. Franciscanessen) in Denekamp. Informatie of aanmelding: Ons Huis Culemborg (0345) 51 23 32) of mail naar
[email protected] Zie ook: www.ignatiaanseretraites.nl Het team bestaat uit: Marieke Rijpkema, Petra den Dulk, Theo van Drunen SJ en Winfried Timmers. En noteert U alvast voor 2009: 9-16 februari en 6-13 juli!
Missionarissen multicultureel Zoals vele anderen zijn ook missionarissen in Nederland geschokt door de verharding van de discussies over de multiculturele samenleving. Juist zij zijn gewend met mensen uit een andere cultuur en met een ander geloof om te gaan. Interreligieuze dialoog is een integraal onderdeel van hun visie op christelijke missie. Tegelijk kunnen we onze ogen niet sluiten voor de problemen die er wel degelijk zijn. Met elkaar samenleven leer je al doende, met vallen en opstaan. In dat leerproces is er geen ruimte voor populistische politici, snelle programmamakers of makkelijke kerkelijke praatjes. Het Centraal Missionair Beraad Religieuzen (CMBR) heeft 22 april 2008 de brochure Interreligieus samen leven - een aanzet voor gesprekken over de multireligieuze samenleving uitgebracht als vierde deel in Op zoek naar sporen van God, de serie van CMBR over de huidige invulling van missie door katholieke missionarissen. In de nieuwe brochure komen mensen aan het woord die al vele jaren bezig zijn op het vlak van de interreligieuze en interculturele dialoog. De brochure biedt met een zestal verhalen van zeer geëngageerde mensen een aanzet voor verdere gesprekken over de multireligieuze samenleving. Op zoek naar sporen van God, deel IV 72 pagina; € 6,- inclusief verzending. CMBR, Postbus 16442, 2500 BK Den Haag (070) 313 67 80. e-mail:
[email protected]. De eerste drie delen van de serie € 5,- per stuk
Voor rouwenden Dinsdagmiddag 10 juni begint onder de titel Hoe verder na een ingrijpend verlies? een gespreksgroep voor mensen die iemand verloren hebben. Contact met lotgenoten kan daarbij helpen, zeker wanneer mensen het gevoel hebben dat hun verdriet (nog) te veel hun leven beheerst. In de zes bijeenkomsten kunnen zij in een sfeer van vertrouwen en respect hun hart luchten. Er is gelegenheid om allerlei vra-
20
Mariakapel langs de weg van Oisterwijk naar Moergestel
gen en gevoelens onder woorden te brengen; daarnaast is er ruimte om elkaar met raadgevingen en passende informatie op weg te helpen. Ook wordt er aandacht besteed aan levensbeschouwelijke aspecten van het verwerken van verlies. De eerste bijeenkomst is dinsdagmiddag 10 juni van 15.00 tot 17.00 uur. De vervolgbijeenkomsten zijn op 17 en 24 juni en op 1, 8 en 15 juli. De kosten voor de zes bijeenkomsten € 45,-. Aanmelden tot 4 juni. Belangstellenden worden verzocht vooraf persoonlijk contact op te nemen met de begeleidster, pastor Marlène Visschers (043) 450 17 41.
Because I am a girl Vrijdag 13 juni 2008 vindt op Festival Mundial in Tilburg een uniek concert plaats dat in het teken staat van de landelijke Plan-campagne Because I am a Girl. Het concert is een initiatief van Mundial Productions en Plan Nederland in samenwerking met Rabobank Tilburg en omstreken. Met het Because I am a Girl concert willen Plan Nederland, Rabobank Tilburg en omstreken en Mundial Productions aandacht vragen voor de situa tie van meisjes in ontwikkelingslanden. Plan Nederland wil met verschillende acties, projecten en dit speciale concert de levensomstandigheden en toekomstkansen van meisjes verbeteren. Het concert vindt plaats in het Tilburgse Leijpark op vrijdag 13 juni 2008. Voor dit concert is geen kaartverkoop. Het publiek kan aan toegangskaarten komen via speciale acties die vanaf 1 april vermeld staan op www. festivalmundial.nl, www.plannederland.nl en www.rabobank.nl. Informatie Because I am a Girl’, Sonja Zutt (020) 549 53 55 / 065 184 31 62 e-mail:
[email protected]
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
Maria Zingt Bij de Mariakapel langs de weg van Oister wijk naar Moergestel wordt vrijdagavond 23 mei om 19.30 uur voor de eerste keer Maria Zingt georganiseerd. Samen met het Moergestelse kerkkoor Cantate Domino en accordeonist Cees van Alphen worden Marialiedjes gezongen. Maike van Aalen heeft er zestien geselecteerd. Maria Zingt is een heel eigen variant op het Tilburgse megazangfestijn Tilburg Zingt. De Moergestelse culturele organisatie Stichting WieKentKunst heeft de organisatie in handen. De aanwezigen krijgen gratis een bundeltje met de teksten uitgedeeld. Deze geste is mogelijk gemaakt door Ondernemend Moergestel. Maria Zingt gaat altijd door! De presentatie is in handen van Eric Koolen. Er zijn plannen om Maria Zingt volgend jaar bij meer Mariakapellen te organiseren.
Because I am a girl - Isis (© Foto: New Art Photography)
Boeken Peer Verhoeven
Psalmen ‘Gewelven van verlangen ...zijn voor mij de Psalmen. Ze dwingen mij (zachtkens) als in een kathedraal naar boven te kijken en meteen ook naar mijn eigen grond. Tegelijk kijk ik om mij heen en zie al die verschillende mensen die ieder op hun wijze en in eigen situatie hun geloven verwoorden, van de bergen in hun leven tot aan de grimmige dalen die een mens zomaar kunnen overvallen. In deze bewerking van die aloude psalmen probeer ik de beleving ervan op mijn manier weer te geven. In de zin van: wat wordt er nu bedoeld, ervaren?
De motivatie om dit proces met mijzelf aan te gaan, heeft vast ook te maken met verwantschap met of beter eerbied voor de geloofsbeleving van mijn ouders.’ Dit zegt Siebren van der Zee, schrijver van Psalmen vandaag; persoonlijke verwoording bij veelal knoestige psalmen. De verwoording van de psalmen door deze predikant uit Zwolle is inderdaad persoonlijk. Dit ‘vrij omgaan’ met bijbelliederen zal sommigen tegenstaan, anderen des te meer aanspreken. De teksten van Van der Zee zijn kort, krachtig, uit het hart, soms wat voorspelbaar. Ik houd het boekje bij de hand; voor mezelf en voor gemeenschapsvieringen die moeten worden voorbereid. De uitgever daagt kunstenaars en componisten uit zich door deze ‘hertaalde’ psalmen te laten inspireren. Oordeel zelf.
Siebren van der Zee Psalmen vandaag Theologische Uitgeverij Narratio Gorinchem 2008; ISBN 978 90 5263 607 8; € 16,-
Psalmodos Bij gelegenheid van de honderdste gedenkdag van hun stichter Jules Chevalier (21 oktober 1907) wilde het bestuur van de Nederlandse Missionarissen van het Heilig Hart (msc) de leden van deze congregatie, geassocieerden, begunstigers, vrienden en geestverwanten een cadeau aanbieden. Het is een bijzonder geestrijk en mooi boek geworden dat als titel heeft Psalmodos. Het is een bundeling van eenenvijftig psalmen en psalmgedichten. Het betreft ik-psalmen, waarin de psalmist spreekt vanuit en over zichzelf: zijn relatie met God en met de omgeving, zijn voorspoed en tegenspoed, zijn teleurstelling en verwachting, zijn angst voor dood en lijden, zijn hoop op leven, zijn levenskracht en afhankelijkheid van de medemens. De psalmen en psalmgedichten zijn geschreven door Nico Tromp. De psalmvertalingen worden voorafgegaan door een korte inleidende tekst. Op het psalmgedicht volgt een gebed. Aldus ontstaat een vorm van rituele voortgang: van inleiding naar vertaling, van vertaling naar gedicht, uitmondend in gebed. Psalmodos is bedoeld om gebruikt te worden. Het leent zich om er privé van tijd tot tijd in te lezen. Maar creatieve liturgen en predikanten zullen psalm, gedicht en gebed tot een sprekend meditatief geheel maken; met name ook voor hen is dit boek, mijns inziens, zeer welkom. ik kies voor u u ziet mijn leven aan
al wat ik ben en doe u kent heel mijn bestaan ik kies voor u ik kan u niet ontgaan want overal ontmoet ik u alom in mijn bestaan ik kies voor u die van ’t begin af aan mijn maker bent tot nu u dank ik mijn bestaan ik kies voor u ik heul niet met de goddelozen en liever nog alleen met u dan wonen met de bozen (Gedicht bij psalm 139)
Psalmodos is verfraaid met schilderingen van Simon Ruiter msc. Ze nodigen uit tot bezinning, mediteren, diepgang. Daarom is het jammer dat deze ‘beeld-psalmen’ bij elkaar en niet verspreid over het boek bij de betreffende psalm staan afgedrukt. Net zomin als je drie of vier parabels achter elkaar leest of vertelt, kun je deze schilderingen van Simon Ruiter de een na de ander ‘zien’. Maar dit is slechts een schoonheidsfoutje, dat wellicht maar enkelingen stoort. Psalmodos is een goed en zeer bruikbaar boek, waarvoor we Nico Tromp, Simon Ruiter, de schrijvers van de gebeden en het bestuur van msc dankbaar zijn.
houvast (naar psalm 76) houd mij vast, Heer wankel staan mijn voeten: mensen spelen met het kwaad vermaken zich met schone schijn stillen hun honger met meer verliezen aan het heden hun hart U staat mij voor ogen als een licht dat mij wenkt: uw nabijheid is mijn kleed uw gebod is mijn geluk uw vrede is mijn vreugde uw bron is mijn hoop.
Simon Ruiter msc Psalm 124
Simon Ruiter msc Psalm 139
Nico Tromp/Ton Scheer Psalmodos Uitgeverij Abdij van Berne, Heeswijk 2008 ISBN 978 90 7624 295 8; € 22,- Bestellen: (0413) 29 13 94; of e-mail:
[email protected] DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
21
Het waaien van de Geest... Cees Remmers Het aanbod van parochiebladen waaruit ik kon selecteren was kleiner dan gewoonlijk. Sommige redacties gebruiken ons nieuwe adres nog niet ... parochies fuseren en parochiebladen verdwijnen. Ook houden de meeste redacties de adem nog even tot Pinksteren in. In veel bladen wordt teruggekeken op de Goede Week, krijgt de Mariamaand de nodige aandacht en waait de Geest van Pinksteren. In het Parochieblad Groesbeek wordt gevraagd om gastvrijheid voor mensen van de zogenaamde Ark Gemeenschap uit Gouda. ‘Ark gemeenschappen bestaan uit mensen met en zonder verstandelijke beperking. Het bijzondere is dat zij dag en nacht samen wonen en samen leven. Harrie Nouwen, bekend Nederlands priester en schrijver, woonde vele jaren in zo’n gemeenschap en schreef: ‘Wij hebben vaak onze rugzak vol zitten met vooroordelen, opvoeding, tradities en verborgen kwetsbaarheden. Onze mensen met hun beperking leren ons de kunst van ‘ont-moeten’, onthaasten en genieten van wie we ten diepste zijn, namelijk kinderen van God.’ Met Pinksteren komt de Ark Gemeenschap uit Gouda naar Groesbeek om in de fraaie omgeving te wandelen; wij, Pieter Peereboom en Marian Tak, hebben jarenlang in de gemeenschap van Gouda gewoond en vragen nu aan dorpsgenoten om een slaapplaats voor onze gasten.’ Groesbeek kennende moet dat lukken. Over klimaat gaat het voorwoord van pater Ad Blommerde in Wij Samen Kerk Druten/Puijflijk. ‘Zestien graden, zei ze, dat is toch niet normaal voor deze tijd van het jaar; dat heeft te maken met de klimaatverandering. Niet zeuren, zei een ander, het is heerlijk zonnig en zó mag van mij het klimaat best veranderen, liefst alle dagen lenteweer! En daar waren we het allemaal mee eens. Even later lopend op de dijk herinnerde ik mij ergens gelezen te hebben dat uit onderzoek blijkt dat er op dit soort dagen minder ongelukken gebeuren in het verkeer, minder agressiviteit op straat is, minder gezeur bij de kassa van Albert Heijn. Alle dagen lente; een wereld vol welwillende en milde mensen, dat zou nog eens een klimaatverandering zijn! In het evangelie wordt ons zo’n klimaatverandering beloofd en dat heet daar Rijk van God, een samenleving waarin mensen mild omgaan met elkaar.’ Keerzijde San Salvator Den Bosch maakt melding van de leesgroep van vrouwen Salvatrix die samen sprak over de dominicaanse brochure ‘Kerk en Ambt’.
22
‘Wij herkennen ons volledig in de gedachten van de auteurs en hebben veel waardering voor hun bescheiden open en luisterende houding. Ook wij voelen ons thuis in een kerk die organisch groeit van onderop, waar ook intuïtie als volwaardige bron van kennis wordt gerespecteerd, waarin de ervaring van iedere mens telt en het denken niet wordt gereglementeerd van bovenaf. Dat het hoofdbestuur van de Dominicanen het niet eens is met de visie van hun Nederlandse leden vinden wij spijtig. We waarderen het daarom bijzonder dat de Besturen van de Religieuze Instituten in een brief hun visie aan de Bisschoppenconferentie hebben verwoord. De beperktheid in denken, voelen en ervaren is eigen aan elke mens. Maar daarbij hoort ook onlosmakelijk de rijkdom die ontstaat als gevolg van een open, respectvolle uitwisseling van gedachten en gevoelens. In onze eigen leesgroep beleven we al jaren hoeveel groei er mogelijk is door deze houding en door in vrijheid gedeelde inzichten.’ De Vlaspit H. Hartparochie Oss vertelt over monniken in Oostenrijk die een vet platencontract hebben afgesloten omdat de Gregoriaanse gezangen nog steeds geliefd zijn. Maar de rubriek Ander Nieuws meldt meer. ‘Onlangs is de eerste katholieke kerk in de moslimstaat Qatar ingewijd. Er waren circa 15.000 gelovigen aanwezig, die de H. Mis buiten op een groot scherm konden volgen. De kerk staat in de hoofdstad Doha en er is in de Onze Lieve Vrouwe kerk plaats voor 5000 mensen, maar aan de buitenkant is niet te zien dat het een kerk is; geen kruis, geen klok.’ En: ‘Volgens vice-premier Wouter Bos is het maar goed dat er in dit calvinistische kabinet een aantal katholieke ministers zit…dat maakt de sfeer minder beklemmend.’ In Gaandeweg Emmaus Den Bosch is onder de titel Ik zat in de gevangenis het volgende te lezen. ‘In een gesprek met Bart Overman, diaken in de penitentiaire inrichting te Vught, bleek dat nogal wat gedetineerden tijdens hun gevangenschap (opnieuw) de waarde van geloven en geloofsgemeenschap ontdekken. Jammer genoeg vinden ze na hun straf zelden aansluiting bij een kerk…Voor de meeste gedetineerden is de drempel te hoog. Er is nu een groep ‘Kerken met Stip’ gemaakt die zoekt naar geloofsgemeenschappen die ex-gedetineerden zowel godsdienstig als sociaal een dak boven hun hoofd kunnen en willen geven. Vanuit ons uitgangspunt - kerk als gastvrije herberg - zou het mooi zijn als wij erin slagen de eerste stapjes te zetten om ‘kerk met stip’ te worden.’
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
Uw parochieblad Parochie Info Gemert meldt een lezing over de islam. ‘De lezing wordt verzorgd door Ermullah Erdem, islamoloog en praktiserend moslim. Hij studeerde islamologie aan de Radboud Universiteit van Nijmegen en is verbonden aan de Stichting Islam en Dialoog. De stichting is opgericht door Turkse Nederlanders en stelt zich ten doel: duidelijk maken dat het wezen van de islam bestaat uit vrede, barmhartigheid, genade en tolerantie en dat twist, geweld en terreur diens essentie vreemd zijn; dat alle godsdiensten deze grondbeginselen gemeen hebben en de strijd derhalve achterwege gelaten moet worden om onze verdeelde aarde naar een vredige en gelukkige toekomst te kunnen dragen’. Het Kontaktblad St Martinuskerk Sint Oedenrode vertelt over het Inloophuis van de St. Cathrienparochie in de binnenstad van Eindhoven. ‘In ons inloophuis ontmoette ik een jongeman, die net een pelgrimstocht achter de rug had. Hij was hier vastgelopen en had toen besloten naar Santiago de Compostella te gaan, lopend, liftend en soms met de trein. Onderweg bleef hij ergens een poosje om te werken. Maar vaak wist hij niet waar hij de volgende nacht zou slapen. Hij was echter vol vertrouwen dat uiteindelijk zijn weg geleid werd. En wanneer hij het niet meer zag zitten kwam er altijd een of andere oplossing. Hij is ruim een jaar weg geweest en steeds had hij wel wat te eten, te drinken en een plek om te slapen. Het lijkt een sprookjesverhaal, niet voor iedereen weggelegd. En hij gaf mij een les: dat je niet alles moet plannen en dichtspijkeren, je niet teveel met zekerheden moet omringen; dat je de dingen moet laten gebeuren… Jezus zei ooit: Maak je geen zorgen voor de dag van morgen. Deze bezoeker aan het inloophuis gaf die boodschap door, puttend uit eigen ervaring. Werken in een inloophuis betekent ook: veel ontvangen.’
Ingezonden Keuze van de redactie Op deze voorlaatste pagina ruimt de redactie van De Roerom ondermeer plaats in voor ervaringen, wederwaardigheden, ideeën en initiatieven vanuit het veld. Dit keer een bijdrage van Ben Spekschate over Herman Verbeek, van wie onlangs een nieuwe liederenbundel verscheen.
Liedboek van Aarde
Vorig jaar is Liedboek van Aarde van Herman Verbeek uitgekomen. Eerder verschenen van zijn hand Getijden en Liedboek van de Ziel, gezangen voor eigen stille momenten, kleine huiskring of gemeenschapsvieringen. Het komt nogal eens voor dat ik een van zijn boeken pak en zo’n tekst lees en herlees. Mijn ervaring is dan, of ik de tekst nu zing of bemediteer, dat zo’n tekst in mij opengaat en tot leven komt. Al in de jaren zeventig klonk aan het begin van vieringen - en nog steeds - Hermans ‘Gegroet jij, jij die om liefde komt en licht, gegroet’. En aan het eind klonk dan de zending: ‘Ga tot de einden der aarde, tot het uiterste, daar zal liefde zijn, ga!’ Nu dit nieuwe liedboek voor me ligt, komt de gedachte bij mij op dat de ruimte tussen beide gezangen nog open is en hopelijk open blijft: de ruimte van de dag, de viering, het leven; de ruimte bij Herman Verbeek zelf, ruimte waarin gezocht wordt naar verdieping en de essentie van het bestaan, van ons en van hem.
Naar de aarde De verschijning van Liedboek van Aarde is een goede aanleiding Herman op te zoeken. Gevraagd naar het waarom van dit liedboek zegt hij: ‘Kijk eens naar de ladder in Jakobs droom (Gen. 28). Die is vooral naar de aarde gericht. Voor mij is dat een geweldige ontdekking: ik moet terug naar de aarde. De aarde is verifieerbaar, daar leef ik op, van, mee. Ik kom er vandaan en ga er weer naar terug. Stof ben je, tot stof keer je terug. Voor mij betekent dit: volg eerlijk de krachten van de natuur, weet dat je weer opgaat in de materie van de aarde en dat daar weer nieuw leven uit voortkomt. Materie is moedergrond. Dat wil dus zeggen: je hebt dit leven gekregen en je kunt niet nog een keer! Daar ben ik me steeds sterker van bewust.’ Diep in de nacht ‘Ik weet, dat de aarde ongenaakbaar en wreed kan zijn. Tsunami’s, vulkaanuitbarstingen, overstromingen, orkanen. Maar het begint eindelijk ook tot ons door te dringen dat we door ons gedrag de aarde nog ongenaakbaarder maken. Denk maar aan de CO2-uitstoot. Aarde kent mij niet, zij kent mijn behoeften niet. Toch beleef ik haar als Moeder aarde. Ik kom uit haar schoot voort en in het graf zal zij mij weer
bij zich opnemen’. Onderweg in de trein naar Groningen bladerde ik het boek door en werd getroffen door het lied Diep in de nacht. Dit lied komt weer bij mij binnen nu ik Herman zo hoor spreken over de aarde als over de moederschoot. Diep in de nacht is licht opgestaan, hoop uit wanhoop leven uit dood brak naar de ochtend brak naar de dag, werd ik geboren gij die mij zag gij die zijt liefde dat ik u mag u mag vertrouwen, wie gij moogt zijn, andere, ene liefde van zijn. In het verstenen werd ik verzacht ijzige koude werd ik verwarmd droefheid werd vreugde moe kwam mij kracht levens genade werd mij gebracht boom stond te bloeien bloesemde pracht geuren en kleuren was mijn verhaal lied het werd hooglied liefde werd taal Mag het geschieden dat het geschiedt dat ge moogt leven verlies u niet zal er een dag zijn nacht deze nacht dat ge zult opstaan eeuwen gewacht dat ge het uitzingt wenen dat lacht eindlijk geboren zijn die ge zijt op brekebenen uw levenstijd. (Melodie This is my story)
Een mythe ‘Moeder aarde is een mythe’, vervolgt Herman. ‘Maar er is niets tegen mythen, als je maar eerlijk erkent en beseft dat het een mythe is en onderzoekt wat dat voor jou en ons betekent. Wij mensen hebben een mythische duiding nodig om het menselijke beleefbaar te maken, om niet gek te worden. De voorwaarde is dan wel, dat de mythe verifieerbaar en niet falsifieerbaar is. Het christendom als macht van de grote kerken verstart steeds meer, het zal niet standhouden. De Jezus’ mythe ontstond in het Midden Oosten, in een geweldige multiculturele smeltkroes die begon met Alexander de Grote. Assyrische, Griekse, Egyptische, Romeinse goden werden ‘verdreven’. Ook de joodse godsdienst werd erin meegesleurd. Als dan ten slotte Constantijn het christendom tot staatsgodsdienst verklaart, maakt hij het daarmee los van haar oorsprong.’
Herman Verbeek
Een ommekeer ‘Ik vermoed’, zegt Herman, ‘dat we een ommekeer tegemoet gaan van een bovennatuurlijke hemel naar een natuurlijke aarde. Ik probeer daarbij een spirituele en liturgische taal te vinden; ik hoor de zangen in mijn bundels in de liturgie gezongen worden. Niemand weet wat in de toekomst de vorm van de liturgie zal zijn. Maar ik zie dat mensen de liturgie steeds meer in eigen hand nemen en zich uitdrukken op een manier die nu voor hen relevant en geloofwaardig is. De viering van mythen in riten is liturgie. Het Liedboek van Aarde bevat gezangen voor zo’n liturgie voor het hele jaar. Voor onze generatie die op een breukvlak in de tijd leeft - crisis is groei - vind ik het troostrijk, dat de bijbelse mythen van Genesis tot Apocalyps veel aardser zijn dan vaak wordt uitgelegd. Dat wil niet zeggen dat er een ‘jota’ of stip aan de bijbel wordt veranderd, maar dat er recht gedaan wordt aan zijn mythische taal. De mythe maakt van de werkelijkheid geen probleem, maar weet dat ze een mysterie is. Wie de bijbel leest ziet slechts zwarte tekentjes op papier. Maar er spreekt een God! Mythen doen recht aan het geheim van de werkelijkheid.’ Het boek doorbladerend en lezend valt het op, dat elk lied van een verklarende tekst voorzien is, wat het nog boeiender maakt. Ook valt het op, dat meerdere gezangen beginnen met ‘De monniken...’ ‘De monnik’, zegt Herman, ‘zie ik als metafoor, als icoon van de mens die helemaal met de aarde leeft, die haar eerbiedigt en lijdt onder de schendingen van de aarde. Zo’n monnik leeft in ieder van ons en zo wil ik zelf zijn.’ Ben Spekschate Herman Verbeek Liedboek van Aarde; Uitgave van Stichting Verbeek-Fonds. Bestellen via www.verbeekfonds.nl of de boekhandel.
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
23
’’ AanhalingSteken ’’ Cees Remmers * ‘De vruchten maken uit waar het om gaat. Menselijkheid is de maatstaf voor wat christelijk is. Wat verstandig is, goed blijkt, het leven dient, weinig breuklijnen en schade aanricht, dat maakt kans in de ogen van de heer van de wijngaard om acceptabel te zijn. Zodra er mensen zijn die zeggen: ‘Wij zijn het, wij hebben het, wij weten het, wij zijn de rechtmatige erfgenamen van de wijngaard’, doden zij hem op wie zij zich beroepen.’ Eugen Drewermann. * ‘Verboden op het werk te komen’. Gezien in België. * ‘Om religie tot een kracht ten goede te maken moet zij niet alleen bevrijd worden van extremisme, dat gebruikt wordt om mensen uit te sluiten, maar ook van de idee dat religie slechts een onderdeel zou zijn van ons verleden en niet van onze toekomst’. Tony Blair. * ‘Op een verkeersbord: Graag Traag.’ Ook gezien in België. * ‘Uitgangspunt voor de oecumene moet zijn dat kerken geen eigen beleid voeren op terreinen waar ze een gezamenlijk beleid kunnen ontwikkelen.’ Anton Houtepen. * ‘Mijn bidden is een worsteling. Ik bid bijna elke dag, vooral op de fiets. Ooit heeft iemand me dan ook een fietsist genoemd. Maar ik spreek geen God aan, ik ben alleen over mijzelf in gesprek. In een kerkdienst is het weer anders. Daarom is het een worsteling’. Ds. Klaas Hendrikse.
24
Bidden en buurten Toon van Beek
‘Komde hier naa, om te bidden of om te buurten?, vraag ik plagend aan twee oudere stellen. De mannen hangen over het stuur, de dames houden hun fietsen bij het stuur vast. Drúk dat ze het hebben; ze bespreken de toestand in de wereld - hèdded al geheurd? - die op deze schitterende meizondag vredig is. Maar we zijn hier dan ook in het aardsparadijs. Dat bestáát. Je vindt het in Brabant, daar waar de kapellen staan. Op de eerste zondag van mei organiseerden Riet en Frans, die samen het Reusels Musziekske vormen, een Mariaviering bij de Heilige Eik in Oirschot. Honderden mensen zijn daar opaf gekomen om deel te nemen aan de mis en om te luisteren naar Marialiedjes van Riet en Frans en van Lya de Haas en Hennie Korsten. De Spoordonkse harmonie Concordia zet in met Salve Regina. ‘Ik voel de kracht die je mij hebt gegeven als een steun voor de rest van mijn leven’, zingen Riet en Frans. Ik krijg er kippenvel van. Ze
DE ROEROM n JAARGANG 22 n NUMMER 9 n MEI 2008
drukken precies uit wat ik van ons moeder heb meegekregen over Maria. Zij leerde mij de Marialiedjes. Toen ze zwaar dement aan het einde van haar leven was gekomen, kon ze niet meer bidden, ze kende geen catechismusvragen meer, ze wist niet meer waartoe ze op aarde was gekomen, wie ze was of wie ik was. Maar tot op een paar dagen voor haar dood zong ze samen met mij de Marialiedjes die ik van haar had geleerd. ‘Ze blijft voor
ons altijd een Moeder’, preekt de pastoor over Maria en Lya de Haas zet haar ‘Ons Lief Vrouwke’ in. Ik draag het op aan ons moeder. Als ik aanstalten maak om naar huis te fietsen, kom ik de twee oudere stellen weer tegen. Ze komen terug op de vraag die ik ze stelde: ‘Komde hier naa, om te bidden of om te buurten?’ ‘Bij Maria is buurten bidden en bidden buurten’, leggen ze me uit en ik ben het roerend met ze eens.