GM
jaargang 8 n u mm e r 3 2 winter 2 0 0 8
GM KWADRAAT TIJDSCHRIFT OVER GESCHIEDENIS GEOGRAFIE MONUMENTEN MUSEA UTRECht
G M K W A D R A A T J A A R G A N G 8 NU M M ER 3 2 W I N T E R 2 0 0 8
Sprengenbeken | 4
RHC Rijnstreek en Lopikerwaard | 8
Het Utrechts Archief | 12
Gemeente Utrecht | 18
Het Utrechts Archief | 16
Bond Heemschut | 22
Wegwijs in oude kaarten | 24
In de webpeiling... | 29
Hup canon hup! | 30
Nieuwe boeken | 32
GM KWADRAAT is een uitgave van Landschap Erfgoed Utrecht, Het Utrechts Archief, de Provinciale Commissie Utrecht van de Bond Heemschut en de secties Cultuurhistorie en Monumenten van de gemeente Utrecht en verschijnt 4x per jaar. Landschap Erfgoed Utrecht Redactie: Mieke Heurneman en Jacquelien Vroemen Redactieadres: Bunnikseweg 25 3732 HV De Bilt Telefoon: 030 220 55 34 Fax 030 220 55 44 E-mail:
[email protected] Internet: www.landschaperfgoedutrecht.nl Het Utrechts Archief Contactpersoon: Anne Houk de Jong Postbus 131, 3500 AC Utrecht Telefoon: 030-2866611 E-mail:
[email protected] Internet: www.hetutrechtsarchief.nl Provinciale Commissie Utrecht Bond Heemschut Contactpersoon: Hein Kuiper Mijzijde 49, 3471 GP Kamerik Telefoon: 0348-401435 E-mail:
[email protected] Internet: www.heemschut.nl/utrecht Secties Cultuurhistorie en Monumenten van de gemeente Utrecht Contactpersoon: René de Kam Zwaansteeg 11, 3511 VG Utrecht Telefoon: 030-2863990 E-mail:
[email protected] Internet: www.utrecht.nl/cultuurhistorie
Foto omslag: Woerden 1630 Grafisch ontwerp www.ontwerpkantoor.nl Druk RotoSmeets GrafiServices ISSN 1571-442X
GM
G M K W A D R A A T T I J D S C H R I F T O V E R G E S C H I E D E N I S G E O G R A F I E M O N U M E N T E N M U S E A
Het is winter en wellicht heeft u weinig zin om erop uit te trekken. In deze GM2 vindt u genoeg interessant leesvoer voor een middagje bij de kachel. In de eerste plaats natuurlijk de bijdragen van Het Utrechts Archief over onder andere een prentenboek over de stad rond 1900; de sectie cultuurhistorie en monumenten van de Gemeente Utrecht bericht over de restauratie van huizen langs de Jan van Scorelstraat, die dateren uit 1919, ongeveer uit dezelfde tijd dus, en ook over de vondst van een stuk van de Romeinse Limes in, verrassend genoeg, Kanaleneiland; en de Bond Heemschut maakt zich sterk voor wederopbouwarchitectuur. Er zijn voorts voldoende aanknopingspunten voor verdieping van uw historische en geografische kennis waarbij u lekker binnen kunt blijven: een groot artikel over het gebruik van oude en historische kaarten, die u natuurlijk in gedigitaliseerde vorm kunt bekijken, bijvoorbeeld in een van de Regionaal Historische Centra in onze provincie. De laatste stand van zaken vindt u in het artikel over dit onderwerp. Als u na uw naspeuringen in het archief toch de aandrang voelt om buiten poolshoogte te gaan nemen, neem dan ook eens een kijkje bij een van de bijzondere sprengenbeken die onze provincie rijk is. In de webpeiling ten slotte, vragen wij of u vindt dat de Nationale Canon verplichte lesstof moet worden in het onderwijs. Landschap Erfgoed Utrecht organiseerde op 29 oktober de ‘Canonkaravaan’ in Utrecht en proefde naast enthousiasme ook enige terughoudendheid bij de docenten. Wij zijn benieuwd naar uw mening! De redactie
Sprengen van de U trechtse H euvelrug
Bij de Utrechtse Heuvelrug stellen de meeste mensen zich een gebied voor van droge, zandige heuvels. Toch hangt een van de meest boeiende landschapselementen juist samen met water. Op de zuidwes-
G M K W A D R A A T G E S C H I E D E N I S G E O G R A F I E M O N U M E N T E N M U S E A
Hans Renes Universiteit Utrecht
telijke helling van de Heuvelrug vinden we een hele serie zogenaamde sprengenbeken, die ooit door mensen zijn aangelegd om water aan te voeren voor parkvijvers. In deze bijdrage gaan we deze beken wat nader bekijken.
Wat zijn sprengen(beken)? De term ‘spreng’ be-
op de Veluwe tientallen sprengen gegraven, die in het
tekent oorspronkelijk gewoon bron. We gebruiken het
midden van de achttiende eeuw meer dan 150 water-
woord tegenwoordig echter als een aanduiding voor
molens aandreven. Nadien zijn veel molens verdwenen,
gegraven bronnen, die hun water leveren aan eveneens
maar zijn de sprengenbeken hergebruikt om fonteinen
kunstmatige beken die we sprengenbeken noemen. We
en andere waterwerken in tuinen en parken van water te
vinden ze in de Nederlandse stuwwallen, zandlichamen
voorzien. Voor dat laatste doel werden ook enkele nieuwe
die tijdens de voorlaatste ijstijd (het Saalien, ca 200.000-
sprengen gegraven. De Veluwse sprengen krijgen de
ca 130.000 jaar geleden) door landijs zijn opgeworpen.
laatste jaren veel aandacht, onder meer door de bemoei-
In dergelijke zandlichamen volgt het grondwater het
enis van de actieve Stichting tot Behoud van de Veluwse
reliëf, wat wil zeggen dat een doorsnede van de heuvel
Sprengen en Beken. Op verschillende plaatsen zijn de
een bolliggende grondwaterspiegel toont. Wie dus in
laatste jaren sprengenbeken opgeknapt en zijn zelfs ver-
de heuvel een horizontale sleuf graaft, zal vroeg of laat
dwenen sprengenbeken gereconstrueerd.
water aantreffen. Dat water kan worden gebruikt om
De sprengen op de Utrechtse Heuvelrug zijn minder
watermolens aan te drijven, maar ook om huisgrachten
bekend. Toch liggen er ook hier een aantal – op dit
en vijvers te voeden.
moment zijn er negen bekend – en is ook hier de laat-
Het graven van sprengen is begonnen op de Veluwe.
ste jaren meer aandacht gekomen voor deze waterwer-
De oudste exemplaren liggen voor zover bekend achter
ken. Nadat de landschapsarchitect F.J. Haver Droeze al
Paleis Het Loo: de zogenaamde Oude Sprengen, die
in 1985 een eerste inventarisatie had gemaakt, volgde in
moeten zijn gegraven in 1517 toen ter plekke drie nieuwe
2005 een rapport van Grontmij/Aquasense. Het laatste
watermolens zijn gebouwd. In de eeuwen daarna zijn
rapport vormde de basis voor de restauratieplannen die
Sprengenbeken hebben een vaste opbouw. Het begin is de sprengkop, de plek waar het water uit de heuvel komt. Om het contactoppervlak zo groot mogelijk te maken, is dit vaak een ronde vijver. Vanaf de sprengkop loopt het water door een gegraven sloot naar de vijvers van het park en van daaruit verder om uiteindelijk uit te monden in een van de weteringen in het lage gebied ten zuidwesten van de Heuvelrug. Naar: Haver Droeze, 1985.
4
N U M M E R 3 2 winter 2 0 0 8
beken
linksboven: De Koekenpan op een ansichtkaart uit de periode 1900-1905 (HUA Collectie Beeldmateriaal 10075). rechtsboven: De watertjes in het bos vormden een vast onderdeel van een wandeling. De Acaciavijver op een ansichtkaart van ca 1906 (HUA Collectie Beeldmateriaal 10081). linksonder: De Zwitserse Brug in 1905-1910. Van Oosthuyse, die in het begin van de 19e eeuw op het landgoed Sparrendaal woonde, noemde de brug ‘pont Mechaux’ (brug der slechtheid), wat nog lang voortleefde als ‘Duivelsbrug‘ (HUA Collectie Beeldmateriaal nr 10119). rechtsonder: Een tekening van H. Numan uit 1792 toont de Acaciavijver en is de oudst bekende afbeelding van deze spreng (RUL Prentenkabinet PK 1711).
sindsdien zijn uitgevoerd. In april 2008 werd in Rijsen-
landschap, zijn de Utrechtse sprengen alle aangelegd als
burg de Ton van Zeijts Sprengenwandeling gepresen-
deel van een plezierlandschap. Vanaf het begin dien-
teerd, genoemd naar de bewoner van Driebergen die
den ze om water aan te voeren voor vijvers en andere
zich meer dan wie ook heeft ingezet voor het herstel van
waterpartijen op de buitenplaatsen van de Stichtse Lust-
de sprengen in Driebergen en omgeving.
warande. De aanleg van die buitenplaatsen begon pas
In dit artikel geven we een beknopt overzicht van de
goed in de loop van de achttiende eeuw en bereikte een
sprengen op de Utrechtse Heuvelrug. Daarbij zal blijken
hoogtepunt in de negentiende. De Utrechtse sprengen
dat die Utrechtse sprengen een eigen groep vormen.
dateren uit die twee eeuwen.
Ze zijn om andere redenen aangelegd dan de meeste
In de aanleg van de sprengen kunnen we twee fasen on-
Veluwse. Daardoor is ook de periode van aanleg en de
derscheiden, die samenhangen met de ontwikkeling van
ligging in het landschap anders.
de parkaanleg. In de eerste fase, die duurde tot het eind van de achttiende eeuw, werden de meeste parken aan-
Beken in geometrische parken Op de Utrechtse
gelegd in geometrische stijlen. De achttiende-eeuwse
Heuvelrug zijn nooit watermolens aangedreven door
geometrische tuinen werden gekenmerkt door rechte
sprengenbeken. Waar de Veluwse sprengenbeken de
lijnen, vooral in de vorm van lange lanen die soms in
basis vormden voor de ontwikkeling van een industrieel
één punt bij elkaar kwamen: een zogenaamde ganzen-
5
De sprengen van Beek en Royen, ingetekend op de nettekening van de Topographische en Militaire Kaart uit ca 1840. De cijfers geven de buitenplaatsen Oud Beek en Royen (1), Hoog Beek en Royen (2) en Pavia (3; bestond nog niet toen deze topografische kaart werd getekend).
De meeste Utrechtse sprengen behoren tot deze landschappelijke fase. De Kraaijbeekerspreng (Driebergen), de spreng van Broekhuizen (Leersum) en waarschijnlijk die van Beerschoten (De Bilt) zijn in het begin van
G M K W A D R A A T G E S C H I E D E N I S G E O G R A F I E M O N U M E N T E N M U S E A
de negentiende eeuw gegraven. Nadien kwamen nog voet. Een mooi voorbeeld zien we in de buitenplaats
sprengen tot stand bij de buitenplaatsen Vollenhove
Oud Beek en Royen in Zeist, die omstreeks 1730 moet
(De Bilt), Beukenstein (Driebergen) en Hydepark (Doorn).
zijn aangelegd. Enkele lanen en sprengen vormden de
In de negentiende eeuw bood het reliëfrijke landschap
belangrijkste structuurelementen in de aanleg van deze
van de Utrechtse Heuvelrug bij uitstek mogelijkhe-
buitenplaats en later van twee buitenplaatsen (Hoog
den om de modieuze belangstelling voor de Alpen een
Beek en Royen en Pavia) die in de negentiende eeuw
plaats te geven in de eigen tuin. De naam van restau-
van Oud Beek en Royen zijn afgesplitst.
rant Klein-Zwitserland maakt deze visie op het Heuvel-
De sprengen van Oud Beek en Royen zijn de oudst be-
ruglandschap duidelijk. Nog sprekender is de Zwitserse
kende van de Utrechtse Heuvelrug. Ze kunnen zelfs al
Brug, een houten brug over de Kraaijbeekerspreng. De
dateren van vóór de stichting van de buitenplaats: op
brug verbindt twee opgeworpen heuvels aan weerszij-
oude kaarten is te zien dat ze ook de grachten van Slot
den van de beek, wat de indruk geeft dat de brug over
Zeist voedden. Ze zouden daarom zelfs kunnen date-
een diep dal is gelegd. Het aangelegde berglandschap
ren uit de aanlegperiode van de tuinen van dat slot, dus
genoot, gezien het grote aantal foto’s dat ervan bestaat,
uit de periode 1677-1682. In dat geval zouden we zelfs
een grote populariteit.
een verband kunnen vermoeden tussen de Utrechtse
Ook in deze latere fase kunnen we in een enkel geval
sprengen en de Veluwse. Slot Zeist is gebouwd door
vermoeden dat een ontwerper een idee heeft opgedaan
Willem-Adriaan van Nassau-Odijk, een achterneef van
bij de ene buitenplaats en vervolgens toegepast op een
stadhouder-koning Willem III die in diezelfde jaren be-
andere. Zo weten we dat de architect H. Copijn tussen
zig was met de aanleg van de tuinen van Het Loo bij
1850 en 1870 het park van Pavia ontwierp en daarbij ge-
Apeldoorn. Bij de laatste aanleg is veelvuldig gebruik
bruik maakte van de oude sprengenbeek van Hoog Beek
gemaakt van zowel bestaande als nieuw gegraven
en Royen. Dezelfde architect ontwierp rond 1885 het
sprengen.
park van Hydepark in Doorn, met de laatste sprengen-
De sprengenbeken uit deze eerste fase moeten zijn
beek die op de Heuvelrug is aangelegd.
aangelegd in een open heidelandschap, waarin de bomenlanen van de oudste buitenplaatsen van verre zicht-
Het bijzondere van Utrechtse sprengenbeken
baar waren. Dat de Utrechtse burgemeester Jacob van
De oorspronkelijke functie van de sprengenbeken ver-
Berck in 1754 zijn nieuwe huis Sper en Dal (Sparrendaal)
klaart een deel van de kenmerken. Bij sprengenbeken
noemde, wijst erop dat naaldbomen nog een uitzonde-
die, zoals het overgrote deel van de Veluwse beken, zijn
ring vormden, maar maakt tegelijk duidelijk dat de be-
aangelegd om watermolens aan te drijven, ging het niet
bossing van de Heuvelrug toen al volop bezig was. Van
alleen om de hoeveelheid water. Voor iedere molen was
Berck liet waarschijnlijk de sprengenbeek van Sparren-
een hoogteverschil van enkele meters nodig. Hoe steiler
daal graven om water naar zijn buitenplaats te brengen.
de helling, hoe meer molens er op korte afstand achter
Behalve de genoemde is ook de kaarsrechte spreng
elkaar konden worden gebouwd. De Veluwse sprengen-
die bekend staat als het Lekkere Watertje en die begint
beken liggen daarom steeds op de steile hellingen van
bij de bronvijver ‘De Fles’, aangelegd in de achttiende
de stuwwal. De Veluwse beken zijn voorts relatief smal
eeuw. Ook deze behoort nog tot de geometrische fase.
en lopen zoveel mogelijk recht door het landschap. De parkbeken op de Utrechtse Heuvelrug wijken op al
6
Sprengen in landschappelijke parken
deze punten af. Om te beginnen zijn de waterhoeveel-
De tweede fase begint tegen het eind van de achttien-
heden in de Utrechtse Heuvelrug kleiner dan in het veel
de eeuw. De tuinen die nadien zijn aangelegd, worden
grotere Veluwemassief. Daarnaast liggen de buiten-
gekenmerkt door landschappelijke vormen. De nieuwe
plaatsen van de Stichtse Lustwarande bijna allemaal
parken bestonden uit grasvelden met verspreide boom-
onderaan de flauwe zuidwesthelling van de stuw-
groepen en brede, gebogen waterpartijen. De parken
wal. De sprengenbeken liggen daardoor vlakker in het
werden vooral wandelend beleefd, waarbij doorkijkjes
landschap en stromen langzaam. Tegelijk zijn zeker de
en uitzichtheuvels aan de beleving bijdroegen.
sprengenbeken uit de landschappelijke fase breder en
Overzichtskaart van de sprengenbeken op de Utrechtse Heuvelrug. Deels gebaseerd op gegevens van Haver Droeze (1985) en
N U M M E R 3 2 winter 2 0 0 8
Grontmij/AquaSense (2005).
daardoor veel nadrukkelijker in het landschap aanwezig. Veel Utrechtse sprengen beginnen in een grote vijver en lopen vandaar als brede, kronkelende en traag stromende rivieren door het park. Als waterpartijen werden de Utrechtse sprengenbeken
Utrechtse sprengen rechtvaardigen hun behoud. Daar-
al vroeg gewaardeerd, zoals blijkt uit de grote aantal-
bij vormen ze met hun interessante verhalen en fraaie
len ansichtkaarten en andere foto’s. De meeste bewo-
plekjes een verrijking van het verder nogal droge land-
ners en vakantiegangers moeten de waterlopen hebben
schap van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Het
gekend, al waren ze zich waarschijnlijk niet bewust van
is dan ook toe te juichen dat er de laatste jaren aandacht
de oorsprong ervan. De bijzondere kenmerken van de
is voor deze bijzondere landschapselementen.
•
L it e r a tuur
- Blijdenstijn, R. (2005). Tastbare tijd; cultuurhistorische atlas van de provincie Utrecht. Provincie Utrecht, Utrecht. - G aasbeek, F. & S. van Ginkel-Meester (1996). Driebergen-Rijsenburg; geschiedenis en architectuur. Kerckebosch, Zeist (Monumenten-Inventarisatie Provincie Utrecht 17). - G roningen, C.L. van (1999). De Utrechtse Heuvelrug; De Stichtse Lustwarande: buitens in het groen. Waanders, Zwolle / RDMZ, Zeist (De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst). - G rontmij | AquaSense (2005). Herstel sprengen Utrechtse Heuvelrug: vooronderzoek en voorstel uitvoeringsgerichte maatregelen. In opdracht van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Rapportnummer: 05.2402. - H aver Droeze, F.J., m.m.v. J. Heij (1985). Kwaliteitsaspecten van water op buitenplaatsen en landgoederen in zuid-oost Utrecht: een onderzoek naar de integrale relatie en kwaliteiten van de cultuurhistorische, de landschappelijke, de ecologische en de cultuurtechnische aspecten van oppervlaktewater op en nabij buitenplaatsen en landgoederen in het landschappelijk overgangsgebied van de zuid-westflank van de Utrechtse Heuvelrug. Amersfoort. - Menke, H., H. Renes, G. Smid & P. Stork m.m.v. J. Meijer (2007). Veluwse beken en sprengen; een uniek landschap. Matrijs, Utrecht.
7
G M K W A D R A A T G E S C H I E D E N I S G E O G R A F I E M O N U M E N T E N M U S E A
Frank van Rooijen RHC Rijnstreek en Lopikerwaard
RHC
8
R ijnstreek en L opikerwaard Op 22 juni 2008 ging in Woerden het Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard officieel van start. Bestuurders van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en de gemeenten Bodegraven (ZH), Lopik, Montfoort, Oudewater, Reeuwijk (ZH), Woerden en IJsselstein bezegelden hun samenwerking op het gebied van archiefzorg. Hoogste tijd voor een nadere kennismaking.
Bestuurders van de deelnemende gemeenten en het Hoogheemraadschap bezegelden de oprichtingsakte van het RHC. Personen die hierop staan v.l.n.r.: H.W. Schmidt (burgemeester van Woerden); G.W. van Veelen (wethouder van Bodegraven); G.J. Spelt (wethouder van Lopik); M.C.A.A. Ruigrok-Verreijt (burgemeester van Oudewater); E.L. Jansen (burgemeester van Montfoort); T.G.H.J. de Jong (hoogheemraad van De Stichtse Rijnlanden); M.C. Overkamp-van den Berg (wethouder van IJsselstein).
Samenwerking Bijna al onze kennis over het verle-
Enkele jaren geleden werd deze constatering nogmaals
den is gebaseerd op archieven. Archiefdiensten hebben
gedaan voor de gemeenten Lopik, Oudewater en IJssel-
zich ontfermd over deze schatten en stellen vele be-
stein, hoewel die al vanaf 1987 gedrieën samenwerkten
langstellenden in staat het verleden in te duiken. Toch
in de Samenwerking Archiefzorg Lopikerwaard. Daarop
kent ook het archiefwezen haar zorgenkindjes. Niet ie-
bleef het stil, totdat deze gemeenten zelf in 2007 bij
dere gemeente beschikt over een archivaris. Zo liet de
het Streekarchief Rijnstreek in Woerden aanklopten. Dit
archiefzorg in het zuidwesten van de provincie Utrecht
streekarchief had in haar bestaan als interprovinciale ar-
te wensen over. Decennialang werd er gepraat over het
chiefdienst haar sporen inmiddels verdiend. Zou aanslui-
zo vurig gewenste sluitend net van archiefdiensten. Het
ting van de Lopikerwaard de archiefzorg ook hier naar
bleek in deze regio een zaak van lange adem. Tekenend
een hoger plan kunnen tillen? Het haalbaarheidson-
was de uitspraak van de burgemeester van Harmelen: hij
derzoek wees erop dat Lopik, Oudewater en IJsselstein
zei dat hij toch niet vanwege de mooie blauwe ogen van
zouden gaan beschikken over een archivaris. De grote
de provinciaal archiefinspecteur aansluiting zou zoeken
verbetering van de dienstverlening aan het publiek was
bij een streekarchief! Sommige gemeenten, waaron-
het meest in het oog springende, dat door de samen-
der Harmelen, kwamen door gemeentelijke herindelin-
werking binnen handbereik kwam te liggen. Begin 2008
gen alsnog bij een volwaardig streekarchief. In andere
konden bestuurlijk de knopen worden doorgehakt en
plaatsen werd de gewenste situatie niet bereikt, alle in-
zo werd het werkgebied van het Streekarchief Rijnstreek
spanningen om handen en voeten te geven aan het pro-
fors vergroot. Een nieuwe naam bracht dit tot uitdruk-
vinciaal beleid ten spijt.
king: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard.
RHC Rijnstreek en Lopikerwaard Postbus 45, 3440 AA Woerden Bezoekadres: De Bleek 2 te Woerden (zij-ingang stadhuis) Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 16.30 uur en (m.u.v. juni-augustus) de eerste dinsdag van de maand van 19.00 tot 21.30 uur. Internet: www.rhcrijnstreek.nl E-mail:
[email protected]
N U M M E R 3 2 winter 2 0 0 8
Telefoon: 0348-428846
rechtsboven: Bladzijde uit het doopboek van Montfoort betreffende 1747. De pastoor vermeldt onder de doopinschrijvingen een dijkdoorbraak en het uitroepen van de Prins van Oranje (Willem IV) tot stadhouder. boven: Ingekleurde stadsplattegrond van Woerden (ca. 1630).
Archieven Het werkgebied van het RHC Rijnstreek
voor waardevolle archieven. Daarnaast zijn er interes-
en Lopikerwaard kent een boeiende geschiedenis. Dwars
sante archieven van dorpsbesturen, kerken, verenigin-
door het gebied liep de grillige grens tussen H olland en
gen, bedrijven en andere organisaties. Afgelopen zomer
het Sticht Utrecht. De Baronie van IJsselstein kende een
zijn vanuit Het Utrechts Archief ook de oud-rechterlijke
status aparte. De vier oude steden Woerden, Oudewater,
en notariële archieven alsmede de doop-, trouw- en
Montfoort en het al genoemde IJsselstein staan borg
begraafboeken van de Lopikerwaard naar Woerden
9
links: Tekeningen van gebouwen in Benschop uit 1864 met de plaats waar de peilbouten voor waterpassing zijn aangebracht. (archief waterschap Benschop) onder: Het RHC heeft een omvangrijke fotocollectie.
G M K W A D R A A T G E S C H I E D E N I S G E O G R A F I E M O N U M E N T E N M U S E A
Hier een ansicht van de korenmolen van Harmelen.
10
rechts: Lijst van inwoners van Oudewater uit 1622 die de Spaanse inname van de stad in 1575 hadden meegemaakt. Zij ontvingen van de Staten van Holland jaarlijks een uitkering.
overgebracht. De voor onderzoek prachtige waterschapsarchieven waren al in Woerden, omdat het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden al bij het Streekarchief was aangesloten. Overigens bestrijkt het Hoogheemraadschap grofweg de gehele zuidkant van de provincie Utrecht, zodat het RHC ook bijvoorbeeld de archieven van waterschappen in het Kromme Rijngebied beheert. De archieven van alle genoemde instanties hebben in totaliteit een omvang van 5 kilometer. Op de studiezaal kunnen zij in samenhang met elkaar geraad-
en wetenswaardigheden die het verleden van de eigen
pleegd worden. Dat heeft een belangrijke meerwaarde.
plaats of familie tot leven brengen. Wat te denken van de
Samen geven zij een goed beeld van het verleden.
inspanningen van de baljuw van Woerden om de moorde-
De archieven hebben nog lang niet al hun geheimen
naar Johan Heinrich Himmelgarden, die in 1805 ter dood
prijsgegeven. Vele grote lijnen in de plaatselijke ge-
werd veroordeeld, tot een teken van berouw te bewe-
schiedenis zijn nog niet getrokken. Er lopen wel diverse
gen? Of de pastoor van Montfoort die in het doopboek
onderzoeken, bijvoorbeeld naar de geschiedenis van
aantekening bijhield van dijkdoorbraken, veeziekten, po-
IJsselstein in de 18e eeuw en in opdracht van het Hoog-
litieke gebeurtenissen en bijzondere natuurverschijnselen
heemraadschap de geschiedenis het Groot-Waterschap
als kometen? Of Jan Boogh, de poortwachter van Oude-
van Woerden. Maar de streekgeschiedenis kent nog veel
water, die in zijn dagboek de voorvallen optekende die
onontgonnen terrein.
zich overdag en in de nachtelijke uurtjes voordeden bij de
De aandacht van de meeste archiefonderzoekers gaat
Broekerpoort? Stuk voor stuk staan deze personen aan de
uit naar de kleine geschiedenis, behapbare onderwerpen
wieg van pareltjes van archiefstukken, die samen met de
uitgebreide foto- en krantencollectie van het RHC kleur
onderzoeker graag ziet, zoals akten van indemniteit
geven aan de streekgeschiedenis.
en namen uit notariële akten. Binnenkort zijn alle bevolkingsregisters digitaal van het gehele werkgebied
Historisch Informatiecentrum Archiefdiensten
in 1850-1880. Maar bewust zijn hier voor andere onder-
zijn alom uitgegroeid tot historische informatiecen-
zoekers ook de raadsnotulen van gemeenten als Lopik
tra. Hun taken gaan verder dan alleen het krachtens de
en Jaarsveld toegankelijk gemaakt. De diversiteit aan ar-
Archiefwet bewaren en beschikbaar stellen van de ar-
chieven komt tot uitdrukking in het archievenoverzicht.
chieven. Zonodig wordt er samengewerkt met andere
De ansichten en foto’s op de site worden aangevuld
partners in het culturele veld. De naamswijziging van het
met afbeeldingen uit de Lopikerwaard. Via www.rhcrijn-
zo vertrouwd klinkende streekarchief naar Regionaal His-
streek.nl zijn ook oude kranten in te zien. Anders dan de
torisch Centrum onderstreept de actieve rol van de mo-
naam doet vermoeden, bestrijken de Woerdense kran-
derne archiefdienst en betrokkenheid bij alles wat er op
ten met het nieuws van vóór de Tweede Wereldoorlog
historisch gebied speelt in de regio. Het Streekarchief van
vrijwel het hele werkgebied van het RHC. Het kranten-
Woerden had al een traditie op het gebied van educatie
nieuws van 1925-1965 is volledig doorzoekbaar. Tot slot
voor met name het voortgezet onderwijs. Vermeldens-
zijn er op de site nu al vele onderwerpen beschreven
waard is het succesvolle project “Woerden in de Tweede
uit de plaatselijke geschiedenis van alle dorpen, steden
Wereldoorlog”, dat destijds in samenwerking met het Erf-
en waterschappen. Scholieren maken hier dankbaar ge-
goedhuis is opgezet. Dergelijke initiatieven zullen op ter-
bruik van voor hun werkstuk dat eigenlijk gisteren al af
mijn ook richting de Lopikerwaard worden ontwikkeld.
had moeten zijn.
Hetzelfde geldt voor de samenwerking met historische
Dit alles moge illustreren dat het RHC voor alle doelgroe-
verenigingen, V.V.V.’s, musea en andere organisaties die
pen vakkundig en met groot enthousiasme werkt met de
actief zijn op het gebied van de cultuurhistorie.
bronnen die ons vertellen over het boeiende verleden
De achterstanden in de Lopikerwaard hebben voorlopig
van Zuid-West Utrecht. U bent van harte welkom!
het RHC niet, maar de insteek is om zo snel mogelijk voor het gehele werkgebied dezelfde service te kunnen bie-
•
Ansicht uit 1927 van de Joncheerelaan te Harmelen met daarvoor v.l.n.r. Willem de Haan met zijn dochter Aagje en Cor Delvaux met zijn moeder.
den. Bezoekers weten de weg goed te vinden naar de studiezaal van het RHC, dat gevestigd is in het Stadhuis van Woerden. Onder hen vormen de genealogen die op zoek zijn naar de eigen familiegeschiedenis een grote groep. Nadrukkelijk wenst het RHC ook andere doelgroepen te bedienen en te enthousiasmeren voor de streekhistorie.
N U M M E R 3 2 winter 2 0 0 8
nog hun weerslag voor de dienstverlening. Toveren kan
De website is volop in ontwikkeling en een forse uitbreiding staat nog voor dit jaar gepland. Op de huidige site
Mieke Heurneman Landschap Erfgoed Utrecht
staan enerzijds indexen die met name de stamboom-
De archiefwereld is sterk in beweging. Veel gemeenten werken nu samen waar het gaat om het bewaren en ontsluiten van hun oude archieven. Hierdoor ontstaan Regionaal Historische Centra. Het eerste RHC in de provincie was Het Utrechts Archief, dat is ontstaan uit een fusie tussen het Utrechtse Gemeente- en Rijksarchief. Verder zijn in Amersfoort, Wijk bij Duurstede en Breukelen reeds RHC’s ontstaan of in ontwikkeling. In Wijk bij Duurstede en Breukelen worden nieuwe depots gebouwd om de archieven van omringende gemeenten onder te kunnen brengen. Naast de archiefwettelijke taken besteden de RHC’s ook veel aandacht aan de publiekskant. Er wordt steeds meer vraaggericht gewerkt en ook educatie en cultuurhistorie krijgen een meer prominente plaats. In Amersfoort is Archief Eemland bijvoorbeeld betrokken bij de inrichting van het Historisch Informatie Punt (HIP) in de Openbare Bibliotheek. Archief Eemland ziet dit als voorpost; bezoekers van het HIP die méér willen, kunnen doorstromen naar het archief. Over enkele jaren ook letterlijk: dan zitten beide in hetzelfde gebouw, het Huis aan de Eem, waar ook meer ruimte zal zijn om scholieren te ontvangen. In Breukelen zal binnenkort eveneens een multifunctioneel gebouw worden geopend, waarin het streekarchief, een school voor voortgezet onderwijs, de bibliotheek en de muziekschool een plek krijgen. De RHC’s worden onder andere gesubsidieerd door de Provincie Utrecht. Er zijn ook plaatsen in de provincie, zoals Zeist en Veenendaal, die er voor hebben gekozen om hun eigen gemeentelijke archiefdienst te behouden.
11
H et U tr e cht van
Anthony Rond 1900 veranderde het stadsbeeld van Utrecht in-
G M K W A D R A A T G E S C H I E D E N I S G E O G R A F I E M O N U M E N T E N M U S E A
Tolien Wilmer Het Utrechts Archief
grijpend. De straten, de huizen, bedrijven en winkels; ze werden vergroot, verkleind, of moesten soms plaats maken voor nieuwe plannen. De Utrechtse kunstenaar Anthony Everhardus Grolman (1843-1926) bracht de stad in deze tijd treffend in beeld. In heldere kleuren en met veel oog voor detail maakte hij honderden aquarellen van karakteristieke plaatsen in de stad.
Anthony Grolman op 21-jarige leeftijd tijdens zijn opleiding in Anthony Grolman op latere
Neurenberg in 1864/65. Hij heeft
leeftijd, gefotografeerd door
deze litho zelf gemaakt naar een
Francis Kramer in 1917.
door J.D. Huibers getekend portret.
Het Utrechts Archief toont de komende maanden (22 november 2008 – 28 februari 2009) de mooiste hiervan in de tentoonstelling Utrecht rond 1900 door de ogen
van Anthony Grolman. Daarbij verschijnt het prachtig en rijk geïllustreerde boek Grolmans Utrecht. De stad rond
1900, geschreven door Jetty en Paul Krijnen.
Vakmanschap Anthony Grolman was opgeleid als ambachtsman; zijn kunstenaarschap kwam pas later tot ontwikkeling. Over zijn opleiding is alleen bekend dat hij in 1864 en 1865 de kunstnijverheidsscholen van Neuren12
berg en Berlijn heeft bezocht en dat hij in Duitsland de
N U M M E R 3 2 winter 2 0 0 8
Grolman
Gedeelten van de tegelvloer in de refter van de St.-Paulusabdij – thans het auditorium van Het Utrechts Archief – aangetroffen tijdens de verbouwing van 1840. Grolman maakte in 1877 een kleurenlitho van zijn reconstructietekening, gebaseerd op tekeningen in de collectie van professor H. Snellen en in het Centraal Museum bewaarde vloerfragmenten.
13
Maarten Lemmens medewerker Het Utrechts Archief G M K W A D R A A T G E S C H I E D E N I S G E O G R A F I E M O N U M E N T E N M U S E A
14
nieuwste grafische ontwikkelingen heeft leren kennen.
bekend geworden. Ook veel van de getekende stads-
Hij beheerste vele grafische en tekentechnieken, een
gezichten zijn in opdracht gemaakt. Daarnaast heeft hij
veelzijdigheid die van pas kwam in zijn eigen drukkerij
veel schilderijen en tekeningen van landschappen ge-
waar hij de meest uiteenlopende opdrachten uitvoerde.
maakt en is zijn werk meermaals op tentoonstellingen
Enkele voorbeelden daarvan zijn op de tentoonstelling
geëxposeerd. Zijn losse, impressionistische manier van
te zien, zoals zijn reconstructietekening van gedeel-
werken viel bij zijn tijdgenoten in de smaak. Grolman is
ten van de middeleeuwse tegelvloer in de refter van de
gedurende zijn hele werkzame leven lid geweest van het
St.-Paulusabdij - thans het auditorium van Het Utrechts
kunstenaarsgenootschap Kunstliefde en heeft een actie-
Archief. De vele uitnodigingen, menukaarten, diploma’s,
ve rol gespeeld in de Utrechtse kunstwereld.
promotieprenten en andere gelegenheidswerken die zijn atelier verlieten, zijn allemaal door hem getekend
Documentalist van een veranderend stads-
en gelithografeerd. Zijn belangstelling voor de geschie-
beeld Anthony Grolman leefde in een tijd waarin het
denis van Utrecht leidde ook tot het illustreren van het
stadsbeeld van Utrecht snel veranderde. De provincie-
boek van H.J. Broers, Utrecht, Historische wandelingen,
hoofdstad werd een steeds belangrijker knooppunt van
uitgegeven in 1874 en het ontwerpen van de kostuums
spoor-, land- en waterwegen. Veel winkels en waren-
voor de studentenmaskerade van 1896.
huizen werden verbouwd tot grote panden en het toe-
Vanwege de opdrachten die hij ontving van prins Hen-
nemende inwonertal noopte tot de aanleg van nieuwe
drik, een broer van koning Willem III, mocht hij zich zelfs
buitenwijken.
hoflithograaf noemen. Opmerkelijk is zijn dienstverband
Grolman heeft in enkele honderden tekeningen veel on-
met de Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht dat
derwerpen in zijn stad afgebeeld die gingen veranderen.
een halve eeuw heeft geduurd. Gedurende zijn hele
Dat maakt hem tot een belangrijke documentalist die
werkzame leven heeft hij in opdracht talloze familiewa-
liet zien hoe Utrecht er rond 1900 uitzag. Vanaf de twee-
pens, zegels van oorkonden en gebouwen in bezit van
de helft van de negentiende eeuw was de fotografie in
de Orde gelithografeerd.
opmars, het medium bij uitstek om veranderende stadsbeelden vast te leggen. Ook Grolman heeft zich af en toe
Kunstschilder en tekenaar Naast zijn minutieuze
aan deze nieuwe techniek gewaagd zoals meer kunst-
werk aan zijn opdrachten voor grafisch werk heeft An-
schilders uit zijn tijd dat deden, maar zijn foto’s waren
thony Grolman veel getekend. Vooral als tekenaar is hij
vooral bedoeld als geheugensteun voor een tekening.
De westzijde van het Janskerkhof met de ingang van de Lange Jansstraat in 1896. Het hoekhuis rechts (Janskerkhof 25) en de aangrenzende huizen aan de Lange Jansstraat werden later in dat jaar afgebroken. Een groot gebouw met winkels en woonhuizen kwam ervoor in de plaats. Het winkelpand met het grote rondboogvenster links is veel later afgebroken om de Lange Jansstraat te kunnen verbreden.
Grolman maakte mee dat in 1872 het laatste middeleeuwse gebouw van Utrecht, de Bijlhouwerstoren, werd gesloopt. Hij legde de sloop vast in een tekening, waarbij hij overigens een bestaande foto kopieerde, en maakte ook een schets van de nieuwe situatie, na de bouw
De meeste van zijn aquarellen zijn gemaakt in opdracht
die hij tot het eind van zijn leven bijhield. Deze topo-
van mr. W.H. baron Taets van Amerongen (1830-1898)
grafische atlas, bestaande uit zeven series, ingedeeld
met wie Grolman zijn belangstelling voor de stad en
volgens de wandelingen in het boek van H.J. Broers,
haar verleden gemeen had. Deze aquarellen zijn na de
bestaat voornamelijk uit prentbriefkaarten. Daarnaast
dood van Taets van Amerongen in de verzameling van
zijn er foto’s opgenomen en schetstekeningen, veelal
Het Utrechts Archief terecht gekomen. Daartoe behoort
van stadgezichten waarvan hij ook een uitgewerkte te-
ook een serie van 24 aquarellen van de zalen van het
kening maakte. De meeste afbeeldingen zijn voorzien
Museum van Oudheden, de voorloper van het Centraal
van geschreven informatie over het onderwerp van de
Museum, dat tot 1889 op de tweede verdieping van het
afbeelding. Een enkele keer staat er een misprijzend
stadhuis was gevestigd. Deze tekeningen laten zien dat
commentaar bij een nieuw gebouw dat voor een ver-
Grolman met aantoonbaar plezier een reportage heeft
trouwde locatie in de plaats kwam. Dat mag echter niet
gemaakt waarin de tastbare herinneringen aan de ge-
tot de conclusie leiden dat Grolman zijn documentaire
schiedenis van zijn stad in beeld zijn gebracht.
tekeningen vooral maakte om de herinnering te bewaren aan hoe het was voordat het definitief ging veran-
Een eigen verzameling Anthony Grolman heeft
deren. Anders zou hij niet zoveel tekeningen van de
een verzameling Utrechtse stadsgezichten aangelegd
nieuwe situatie hebben gemaakt.
22 november – 28 februari 2009 Tentoonstelling Utrecht rond 1900 door de ogen van Anthony Grolman. Het Utrechts Archief, Hamburgerstraat 28, 3512 NS Utrecht. Di t/m za 10.00 uur – 17.00 uur. Zondag 21 december 2008 13.30 uur – 14.30 uur: Grolmans Utrecht. Lezing door Jetty Krijnen, met aansluitend 15.00 uur een wandeling langs plekken die door Grolman zijn geschilderd (Gilde Utrecht). 13.30 uur – 16.00 uur: Kinderworkshop Stad in waterverf. Publicatie Grolmans Utrecht. De stad rond 1900 Door Jetty en Paul Krijnen (i.s.m. Het Utrechts Archief). Uitgegeven door THOTH. Gebonden uitgave, 22 x 28 cm, 144 pag, met 125 ilustraties in kleur. ISBN 978 90 6868 4407. Prijs € 24,90.
•
N U M M E R 3 2 winter 2 0 0 8
van het Physisch Laboratorium in de Bijlhouwerstraat. In het jaartal op de eerste tekening heeft hij zich overigens vergist.
Maarten Lemmens Samantha Hassink-Burbidge medewerker HetHet Utrechts Utrechts Archief Archief
A an de slag in
het archief “ B en jij een explicateur ? E e n w a t . . ? ”
I n de voetsporen van L ouis H artlooper . E en verslag . Eenmaal per maand is Het Utrechts Archief op zondag geopend, met een speciaal programma in relatie tot een tentoonstelling, een specifiek thema of in het kader van een Culturele Zondag. Vaak is er dan ook een activiteit voor kinderen. Op zondag 28 september organi-
G M K W A D R A A T G E S C H I E D E N I S G E O G R A F I E M O N U M E N T E N M U S E A
seerde Het Utrechts Archief in het kader van het Nederlands Filmfestival een middag over “Honderd jaar film en bioscopen in Utrecht”.
In de wisselexpositie over de geschiedenis van film en bioscopen in de stad Utrecht werd ruime aandacht besteed aan de rol van explicateurs bij de zwijgende film. Tussen 1910 en 1916 zijn er in Utrecht zo’n 25 explicateurs werkzaam geweest. Iedere explicateur had daarin zijn eigen stijl. Louis Hartlooper, Utrechts bekendste explicateur, was van oorsprong toneelspeler en lichtte de films op meeslepende en theatrale wijze toe. Als we filmadvertenties uit deze periode bekijken, valt op dat
namelijk de zwijgende film De misstappen van een gelegen-
de naam van de explicateur vaak even groot vermeld
heidsvrijgezel. Zo konden ze alvast zien welke hulpmiddelen er
werd als de filmtitel. Kortom: explicateurs waren een at-
vroeger werden gebruikt om een film zonder geluid begrijpe-
tractie op zich; een reden temeer om een uitstapje naar
lijk te maken voor het publiek. Vervolgens kregen ze uitleg op
de bioscoop te maken.
de wisselexpositie en maakten zij kennis met Louis Hartlooper. Vooral zijn schoenen spraken tot de verbeelding.
16
Deze explicateurs waren het uitgangspunt van de kin-
Daarna werd het tijd voor het echte werk! Na het bekijken van
derworkshop “Ben jij een explicateur? Een wat..?!”. Het
een voorbeeld kozen de kinderen een fragment dat zij wilden
was aan de kinderen om in de voetsporen van bijvoor-
gaan uitleggen. Spannend, want het werd ook nog eens op
beeld Louis Hartlooper te treden. Als voorbereiding be-
film opgenomen. Gelukkig hadden de kinderen geen last van
keken zij in onze filmzaal één van de 16 historische films,
podiumvrees en legden zij de film als ware explicateurs uit.
•
C ursussen in H et U trechts A rchief V oorj a a r 2 0 0 9 Paleografie In deze cursus staat het lezen van oude
De archieven van het Kadaster en de Openbare regis-
schriftsoorten centraal. Iedereen die archiefonderzoek
ters in de Provincie Utrecht uit de periode 1832-1987 zijn
(bijvoorbeeld genealogisch onderzoek) doet, krijgt bij
sinds enige tijd raadpleegbaar. Dit archief is een rijke bron
documenten uit de 18 eeuw of eerder met oude hand-
van informatie voor onderzoek naar de eigendomsge-
schriften te maken die voor een leek vaak onleesbaar
schiedenis van onroerend goed in de hele provincie. Een
zijn. In veertien lessen wordt grondig geoefend in het
deel van de registers is digitaal raadpleegbaar via een
lezen van oude teksten uit de 14 tot en met de 18 eeuw.
zoeksysteem in de studiezaal. Onderzoek in de archieven
De deelnemers ontvangen een syllabus, waarin ook tek-
is mogelijk wanneer men beschikt over een kadastraal
sten staan die thuis gelezen kunnen worden. I edereen
nummer (gemeente, sectie, perceelnummer) of, voor de
kan deze cursus volgen, ongeacht ervaring en opleiding.
periode 1832-1928, over de naam van de eigenaar.
Woensdag 7 januari t/m 11 maart 2009
Onderzoek in de archieven van het kadaster is vrij com-
(14 bijeenkomsten), 15.00 – 16.30 uur.
plex en tijdrovend. Tijdens de cursus krijgt men een aan-
e
e
e
kan achterhalen en hoe men verder kan terugzoeken in
woners van uw huis? Hebben er in het verleden verbou-
de tijd naar vroegere eigenaren van een perceel, of juist
wingen plaatsgevonden? Is er nog iets te vinden over
naar andere bezittingen van dezelfde eigenaar.
de bouw zelf? In de workshop huizenonderzoek wordt
Zaterdag 24 januari en 7 februari 2009,
geleerd hoe men zelf onderzoek kan doen naar de ge-
10.00 uur – 12.00 uur.
schiedenis van een huis aan de hand van bronnen zoals foto’s, het bevolkingsregister, adresboeken, bouwteke-
Archiefonderzoek voor beginners Wilt u op zoek
ningen etc. Belangrijk is om ook ontwikkelingen in de
gaan naar de geschiedenis van uw (Utrechtse) voorou-
omgeving (straat, buurt) bij het onderzoek te betrekken.
ders, van uw huis, van de buurt of van de Nederlandse
Bij de workshop wordt gebruik gemaakt van de onder-
Spoorwegen? In deze workshop wordt uitgelegd hoe u
zoeksgids Huizen vol historie. Gids voor huizenonder-
het beste te werk kunt gaan. Hoe begint u aan zo’n zoek-
zoek in de provincie Utrecht.
tocht, hoe zoekt u in de handbibliotheek, in de diverse
Zaterdag 10 en 17 januari 2009, 10.00 uur – 12.00 uur.
databases en in gedigitaliseerde bestanden? Ook komt
N U M M E R 3 2 winter 2 0 0 8
tal belangrijke tips over hoe men originele koopakten
Huizengeschiedenis Wie waren de vroegere be
aan de orde welke informatie u wel en niet kunt ver-
Kadaster Wilt u meer weten over de eigendomsge-
wachten en op welk moment het nodig is om originele
schiedenis van een huis of van een bepaald stuk grond?
archiefbronnen in het onderzoek te betrekken.
Het Utrechts Archief organiseert twee cursusochtenden
Datum nog nader bekend te maken. Zie website.
over onderzoek in de archieven van het Kadaster.
links: Bouwtekening badhuis, rechts: Paleotekst
17
Bettina van Santen Cultuurhistorie/Monumenten Utrecht Deze eikenlaan, die hoorde bij landgoed Welgelegen, is al 150 tot 200 jaar geleden aangelegd.
Het gebouw is al sinds de jaren vijftig van de
Homeopathisch Ziekenhuis (in 1989 gesloopt)
vorige eeuw in gebruik als tehuis voor ouderen
en het Militair Hospitaal (nu: asielzoekerscen-
en werd in 1990 uitgebreid met twee vleugels.
trum en kantoor PKN Utrecht). Na de oorlog
Het zal echter voor diezelfde passanten – en
ging het nog sneller met de bouw van Kana-
vele anderen – een verrassing zijn dat een be-
leneiland, de aanleg van het 24-Oktoberplein
langrijk deel van het oude landgoed nog steeds
en ten slotte de bouw van de nieuwe stads-
aanwezig is in de vorm van een heus ‘bos’ en
kantoren (ROVU I en II) in de jaren zestig en ze-
een prachtige eikenlaan.
ventig. Het is niet verwonderlijk dat wanneer
Het landgoed gaat ten minste terug tot het be-
er tegenwoordig over Welgelegen gesproken
gin van de achttiende eeuw, toen een boerde-
wordt, dit meestal alleen nog het bejaarden-
rij genaamd de Oude Hofstede werd verkocht
tehuis betreft of dat het als naam wordt ge-
na het overlijden van de weduwe van Willem
bruikt voor een gebiedje langs de Leidsche Rijn.
van Egmont van Nijenborgh, Heer van Weer-
Maar wie een goede blik werpt op de directe
desteyn. Het landgoed met de boerderij had
omgeving - en zeker als men er gaat wande-
een oppervlakte van bijna 80 ha en omvatte
len - kan een deel van het landgoed nog goed
naast het huis nog diverse bijgebouwen, waar-
herkennen. Het zijn met name de bomen die
onder een hooiberg en een theekoepel. In 1803
hierin een hoofdrol spelen. Het meest indruk-
werd de hofstede verkocht en de nieuwe eige-
wekkende exemplaar staat naast het bejaar-
naar Gerrit ’t Lam Vos liet het bestaande huis
dentehuis aan de zijde van de Pijperlaan: de
afbreken en een nieuw huis bouwen, hetgeen
grootste tamme kastanje van Utrecht. Aan de
hij de naam ‘Welgelegen’ gaf. Op negentiende-
zijde van de Leidsche Rijn, op het gazon vóór
eeuwse kaarten is Welgelegen ingetekend,
het huis Welgelegen en in de aanliggende stra-
samen met de nabijgelegen herberg Den Hom-
ten vinden we ook nog diverse oudere bomen,
mel en de buitenplaats Rhijnlust. Iets verder
waaronder een Japanse notenboom en een tul-
langs de Leidsche Rijn lag de buitenplaats Huis
penboom. Het zijn echter de bomen áchter het
Voorn en meer naar de bestaande stad toe lag
huis Welgelegen en langs het 24-Oktoberplein
natuurlijk ook nog de buitenplaats Oog in Al.
die een nog veel indrukwekkender restant van
In 1818 werd de herberg Den Hommel aan het
de oude buitenplaats vormen. Tussen het ver-
bezit Welgelegen toegevoegd. Door vererving
keersplein, het huis Welgelegen en de hoog-
kwam Welgelegen aan het einde van de negen-
bouw aan het Rachmaninoffplantsoen ligt nog
tiende eeuw in handen van Guillam Hendrik
een heel bos. Er staan hier eiken met een ge-
van den Broeke. Hij liet het landgoed verfraai-
middelde leeftijd van 100 jaar, meerdere iepen
en, verbouwde het huis en herschiep de be-
en enkele bijzondere varianten, zoals de Fagus
staande aanleg in Engelse Landschapsstijl.
Sylvatica Quercifolia, of wel een beuk met eikachtige bladeren. Dat de bomen deel uitma-
18
Een eikenlaan van twee eeuwen oud
ken van een ontworpen aanleg, blijkt ook uit
De tijd heeft sindsdien niet stilgestaan. In 1920
de regelmatige afstand tussen de eiken. Maar
werden Welgelegen en Den Hommel onder-
naast deze planmatige aanleg heeft er in de
deel van de gemeente Utrecht. Er kwam lang-
loop der jaren spontane verjonging plaatsge-
zaam maar zeker steeds meer bebouwing in
vonden met esdoorn en linde. Heel bijzonder
de omgeving: het vooroorlogse Oog in Al, het
is de fraaie eikenlaan die (ook nu nog) loopt
Aan de westkant van Utrecht, op de overgang van Oog in Al en Kanaleneiland, ligt de oude buitenplaats Welgelegen. Voor de vele passanten van de Pijperlaan en de Leidseweg is met name het witgepleisterde landhuis aan de Leidsche Rijn, vlak voor het 24-Oktoberplein, een herkenningspunt.
NUMMER 32 WINTER 2008
Het negentiende-eeuwse huis Welgelegen omstreeks 1980
foto links: Op deze luchtfoto
vanaf de bushalte aan de Pijperlaan en langs
De bouw van de stadskantoren en de woon-
van juni 1960 is de eikenlaan van
het fietspad van de Weg der Verenigde Na-
flat behoort bij de naoorlogse invulling, maar
nen. Ook de twee bomen die aan
ties. Dat de eikenlaan ooit langer geweest is,
het blijkt dat de kern van het ‘bos’ van Wel-
de andere kant van de weg staan
blijkt bijvoorbeeld uit het opmerkelijke gege-
gelegen daarin opgenomen is. Iets wat de ge-
(links onder) hoorden bij de
ven dat aan de overzijde van de drukke Weg
meentelijke stedenbouwkundige in 1968 ook
Welgelegen nog goed te herken-
oude laan.
der Verenigde Naties nog twee eiken precies in
nadrukkelijk benoemde: ‘Met name aan het
uit 1942 is de parkaanleg van
de laanstructuur blijken te staan. De dikte van
24-Oktoberplein bevindt zich een zeer fraaie
Welgelegen nog goed te herken-
de gemiddelde eik in deze eikenlaan geeft aan
oude boombeplanting, die aan deze omge-
der Verenigde Naties staat al
dat de laan ongeveer 150 tot 200 jaar geleden
ving een geur van rijpheid en compleetheid
ingetekend.
moet zijn aangelegd.
geeft’.
foto rechts: Op deze kaart
nen. De nog aan te leggen Weg
•
19
Bij archeologisch onderzoek in de wijken Kanaleneiland, Rivierenwijk en Hoograven is afgelopen zomer de grens van het Romeinse rijk teruggevonden. In een bijna kaarsrecht tracé blijken zich hier goed bewaarde resten te bevinden van de weg die de legerkampen langs de Romeinse grens met elkaar verbond. Maar liefst 3,5 km van het wegtracé is inmiddels met behulp van grondboringen in kaart gebracht. Mede naar
Maarten Erik Graafstal Lemmens Cultuurhistorie / Monumenten medewerker Het Utrechts Utrecht Archief
aanleiding van deze vondst werkt de gemeente aan een integraal plan voor de presentatie van de Romeinse grens in de openbare ruimte en voor de ontwikkeling van allerlei educatieve en culturele initiatieven langs deze grenslijn.
K analeneiland heeft
Romeinse wortels!
boven: De Romeinse weg
Dwars door de gemeente Utrecht
Romeinse grens zichtbaar
liep niet, zoals eerst werd
De afgelopen jaren was de loop van de Ro-
In opdracht van het college wordt er ook ge-
het Domplein en de Hoge
meinse grens in het nieuwe stadsdeel Leidsche
werkt aan een integraal plan voor de publieks-
Woerd, maar meer ten
Rijn al grotendeels teruggevonden. Een groot
presentatie van de Romeinse grens. Daarbij
zuiden daarvan. De twee
deel van dat tracé is inmiddels via een wandel-
wordt gestreefd naar een herkenbare marke-
te bereiken via zijwegen
route te volgen. Maar waar de weg ten oosten
ring in de openbare ruimte en naar informa-
die zich van de grote weg
van het Amsterdam-Rijnkanaal liep, dus on-
tievoorziening op plekken met een bijzonder
der de bestaande stad Utrecht, was tot voor
verhaal, zoals de vindplaatsen van Romeinse
waar iets bijzonders aan de
kort onbekend. Op initiatief van het gemeen-
wachttorens of schepen in Leidsche Rijn. Het
hand is, zoals interessante
tebestuur heeft er gericht onderzoek plaats-
actieplan mikt op samenwerking met ontwik-
gevonden in Kanaleneiland. Door middel van
kelaars, terreinbeheerders, scholen etc. die op
schoolplein waar de limes
grondboringen kon het grind dat ooit het
de grenslijn actief zijn. Doel is om de Romein-
gevisualiseerd zou kunnen
plaveisel van de weg vormde, worden opge-
se grens op termijn te laten uitgroeien tot een
gedacht, via de forten op
genoemde forten waren
afsplitsten. De nummertjes verwijzen naar plekken
archeologische vindplaatsen of bijvoorbeeld een
worden.
spoord. De komende maanden zal het onder-
kralenketting van educatieve projecten en
onder: Wethouder Monu
zoek worden voortgezet, met als doel het tracé
culturele initiatieven. Er wordt op dit moment
menten Harm Janssen
compleet te krijgen tot aan de gemeentegrens
hard aan gewerkt om de eerste concrete marke-
met Bunnik. Als dat lukt, zal het gehele weg
ringen en initiatieven al volgend jaar te kunnen
tracé binnen de gemeente Utrecht bekend zijn.
laten zien.
boorde in juli 2008 zelf naar sporen van de 20
R omeinse weg.
•
A msterdamse S chool aan de
Henk Jansen Cultuurhistorie / Monumenten Utrecht
Jan van Scorelstraat
Utrecht kent nog enkele woningbouwverenigingen met een heel beperkt aantal woningen die alle naoorlogse fusiegolven hebben overleefd. Eén daarvan is de ‘Middenstandsbouwvereniging Utrecht’, die in 1919 is opgericht. Aanvankelijk wilde deze
NUMMER 32 WINTER 2008
woningbouwvereniging 350 woningen bouwen rond de Jan van Scorelstraat, maar slechts 91 zouden er uiteindelijk worden gerealiseerd. Deze woningen zijn tot op de dag van vandaag het volledige bezit van de vereniging gebleven. De afgelopen jaren zijn de woningen op prachtige wijze gerestaureerd.
foto boven: De architecten J. van Laren en J. H. de Groot ontwierpen in 1920 een bijzon-
Amsterdamse School Na enig oponthoud
in mallen gemaakt en vervolgens gebakken in
werd het woningbouwcomplex aan de Jan van
een steenfabriek.
der woningbouwcomplex in
Scorelstraat, Hobbemastraat en Paulus Potter-
Amsterdamse-Schoolstijl.
straat in 1924 opgeleverd. Dit fraaie complex,
Renovatie en restauratie Eind jaren zes-
waar aanvankelijk vooral ambtenaren, spoor-
tig zijn de woningen gerenoveerd, maar de na-
tie is er veel aandacht besteed
wegpersoneel en onderwijzers woonden, werd
druk lag toen erg op het ‘wind- en waterdicht
aan de bijzondere detaillering,
ontworpen in de Amsterdamse-Schoolstijl. En
houden’, waardoor er diverse architectonische
al is die stijl nergens zo uitbundig uitgevoerd
details verloren zijn gegaan. Zo verdwenen de
vensters en het smeedwerk op
als in de hoofdstad zelf, de Hilversumse archi-
stalen ramen met hun opvallende roedenverde-
de torenachtige uitbouwen.
tecten J. van Laren en J. H. de Groot haalden
ling. In de afgelopen jaren zijn de woningen op
veel uit de kast. Zo zien we bijzondere toepas-
vakkundige wijze gerestaureerd, waarbij ook de
singen van baksteen, het gebruik van houten
stalen ramen weer zijn hersteld. Om de restau-
gevelbekleding, smeedwerk op sommige deu-
ratie te kunnen uitvoeren heeft de gemeente
ren en torenachtige accenten op de hoeken.
Utrecht de kleine vereniging financieel onder-
Maar het meest opvallend is de rijke toepas-
steund met subsidies en leningen met een zeer
sing van bouwsculpturen. Deze zijn van de
lage rente. En daarmee is het woningbouwcom-
hand van Hildo Krop, die na 1916 de bekend-
plex, dat inmiddels is aangewezen als gemeen-
ste beeldhouwer van de Amsterdamse School
telijk monument, weer een mooi voorbeeld van
werd. De beelden, maar liefst 257 stuks, werden
de Amsterdamse School in Utrecht.
foto onder: Tijdens de restaura-
zoals de bakstenen bouwsculpturen, de roedenverdeling in de
•
21
Landelijke en lokale media besteedden eind 2007 ruim aandacht aan honderd nieuwe Martha de Wit Bond Heemschut
rijksmonumenten. Heemschut juicht de systematische uitbreiding van de rijksmonumentenlijst toe maar vindt de ‘lijst van Plasterk’ met honderd waardevolle wederopbouwmonumenten veel te mager. Om bij de politiek het standpunt van Heemschut betreffende een brede bescherming van waardevolle objecten uit de periode 19401958 voor het voetlicht te brengen, werd het pamflet ‘Jongere bouwkunst, bescherm nu het nog kan’ uitgebracht.
Landelijk Heemschut-directeur Karel Loeff
de aandacht heeft gebracht, berust de feite-
schetst in de introductie van het pamflet in
lijke inbedding van cultuurhistorische waarden
heldere bewoordingen de noodzaak van uit-
op vrijblijvendheid en worden deze niet altijd
breiding van de ‘lijst van Plasterk’. “Onze be-
gezien door lokale overheden en marktpartij-
hoefte aan identiteit, eigenheid, het weten
en. Heemschut weet zich in zijn pleidooi ge-
wie we zijn en waar we vandaan komen, wordt
sterkt door de Raad voor Cultuur die hetzelfde
steeds belangrijker. Ons gebouwde en aan-
standpunt inneemt betreffende een bredere
gelegde erfgoed draagt hieraan bij, al lijkt het
inventarisatie, selectie en bescherming van
soms een luxeprobleem in de marge van ande-
monumenten uit de wederopbouwperiode.
re politieke vraagstukken. De minister heeft tot op heden een te streng aanwijzingsbeleid. De
Waardevolle wederopbouwobjecten in
tijdelijke maatregelen zijn erop gericht interne
Utrecht Op de eigen lijst van Heemschut
achterstanden weg te werken. Het is nu tijd om
– die tot stand kwam met behulp van vele
de inhaalslag door te zetten en op voorsprong
vrijwilligers – staat onderstaande selectie uit
te komen. Vandaar onze oproep aan de lande-
onze provincie. Prominent op de lijst prijkt het
lijke politiek voor extra inzet en capaciteit voor
oude centrum van Rhenen. Heemschut vindt
dit project. Alleen zo kunnen cultuurmonumen-
dat Rhenen door het Rijk dient te worden aan-
ten uit de periode 1940 - 1958 voor ons nage-
gewezen als beschermd stadsgezicht. Met de
slacht worden veiliggesteld.” Loeff signaleert
wederopbouw van Rhenen is een ‘nieuw’ stads-
nog een tweede manco. Genoemde lijst omvat
centrum ontstaan, waarbij een herziening van
slechts objecten. Heemschut pleit ervoor dat
de infrastructuur heeft geleid tot een nieuwe
cultuurlandschappen en complexe waarde-
beleving binnen een schijnbaar traditioneel
volle naoorlogse wijken zo snel mogelijk wor-
‘Hollands’ beeld. Om typische wederopbouw-
den geselecteerd en planologisch beschermd
stadsgezichten voor de toekomst te behouden
om de identiteit van deze waardevolle periode
vindt Heemschut dat snel ook in andere pro-
herkenbaar te maken bij herontwikkeling en
vincies meer stads- en dorpsgezichten moeten
herstructurering. Hoewel het ingezette Belve-
worden aangewezen.
derebeleid cultuurhistorie met succes onder
22
Brandweerkazerne Rhenen
•
Gemeentehuis Kamerik
Amersfoort: Bomenbuurt, Soesterkwartier. Plataanstraat, Acaciastraat e.o. D. Zuiderhoek en A. Rooijmans, 1948-1953. + Finse School. Kamerlingh Onnesstraat 1. Panagro, 1949. + Prof. Dr. Kohnstammschool. Evertsenstraat 39. D. Zuiderhoek, 1952. + H. Kruiskerk. Liendertseweg 48. H.J. van Wissen, 1956-1958. + Tentoonstellingsgebouw De Zonnehof. Zonnehof 8. G. Rietveld, 1956-1959. + Adventkerk. Ringweg Kruiskamp 74. T. van Hoogevest, 1962.
Bosch en Duin: Villa W. Klaassen. Taveernelaan 9. G. Rietveld, 1951-1953. De Bilt: H. Michaëlkerk. Kerklaan 31. B.J. en H.M. Koldewey, 1955. Doorn: Nieuwe Algemene Begraafplaats. Oude Arnhemse Bovenweg. W.C.J. Boer, 1952 -1958. Groenekan: Nederlands Hervormde Kerk, Groenekanseweg 66. G. en T. Hoogevest, 1952. Hagestein: Stuwcomplex. Bandijk. W. Hamdorff, P. Blokland, 1953-1960.
H.B.M.J. Worst, 1955.
Nieuwegein: Waterpompstation. Groenendael 6. Piet Elling. 1955-1957. Maarssen: Emmauspriorij. Diependaalsedijk 17. J. de Jong, Dom H. van der Laan (interieur/uitbreiding), 1963-1966, na 1968.
N U M M E R 3 2 winter 2 0 0 8
Kamerik: Voormalig gemeentehuis inclusief BB-kelder. Burgemeester Breenplantsoen 1.
Mijdrecht: Johnson-Wax. Provincialeweg. H.A. Maaskant, 1962-1966. Rhenen: Herbouw en reconstructie stadscentrum (stedenbouwkundig ensemble). Frederik van der Paltzplaats, Kruisstraat, Kerkplein e.o. C. Pouderoyen (supervisor), J.F. Berghoef, N. van der Laan, S.J. van Embden e.a., 1940-1942, 1944-1950.
Utrecht: Verkeersplein Berekuil. Berekuil. Rijkswaterstaat, 1940-1941. + Centrale Autoherstel Bedrijf. Cartesiusweg 90. S. van Ravesteyn, 1948 + Hoofdkantoor PEGUS. Keulsekade 181. A.J. van der Steur, 1953. + Pniëlkerk. Lessinglaan 33. P.H. Dingemans, S.J. Wouda, 1955. + Stadionflat. Stadionlaan. P.J. Koster, 1955 + Woonwijk Hoograven (stedenbouwkundig ensemble). Robijnhof, Rijnsteinhof en Tjepmahof. G. Rietveld, 1954-1956. + SHV kantoor. Rijnkade 1/hoek Mariaplaats. Op ten Noort Blijdenstein, 1957-1961. + Woonhuis. Breitnerlaan 11. G. Rietveld, 1960-1961. + Neudeflat. Drakenburgstraat/Vinkenburgstraat. H.A. Maaskant, 1961. + Secretariaatsgebouw van de Jaarbeurs. Vredenburg 42, 44 e.v. P. Elling, 1962.
Zeist: Sportcentrum KNVB. Woudenbergseweg 56/58. Maaskant, Van Dommelen en Kroos, 1961-1964. + Thomaskerk. Oranje Nassaulaan 35/Julianaplein. M.F. Duintjer, 1962 + TNO gebouw. Utrechtseweg 48. J. Wiedijk, 1964. 23
W egwijs in oude Veel is al geschreven over historische dan wel oude kaarten, maar de gebruiker komt er tot nu toe bekaaid vanaf. Dit staat in schril contrast met de snel toenemende beschikbaarheid van kaarten op het web. De gedigitaliseerde versies van oude kaarten brengen deze als bron van onderzoek en kennis
de cartografie geschoolde professional. Reden voor GM2 om stil te staan bij de nieuwe gebruikers van oude kaarten. Hoe dient de oude kaart als informatiebron te worden aangewend, en hoe kan men de grootste valkuilen vermijden?
G M K W A D R A A T G E S C H I E D E N I S G E O G R A F I E M O N U M E N T E N M U S E A
Sophie Visser en Willemke Landman
binnen ieders bereik. Hierdoor is het werken met oude kaarten niet slechts voorbehouden aan de in
Praktische bron van historische informatie
de belangstelling voor digitaal en fysiek erfgoed be-
De huidige populariteit van historische en oude kaarten
vestigt deze ruimtelijke focus van het erfgoedpubliek.
is onontkoombaar verbonden met de digitalisering van
Maar liefst 42% van de Nederlandse bevolking, oftewel
de Nederlandse samenleving.
6.7 miljoen mensen, is op zoek naar het waar-en-waar-
Deze ontwikkeling laat inmiddels ook de erfgoedsector
om van de familiehistorie dan wel van de omgevingsge-
niet onberoerd. Oude kaarten die tot voor kort wegens
schiedenis 3.
hun schaarsheid en kwetsbaarheid veilig achter slot en
Het hoge aantal bezoekers dat het symposium ‘Cultuur-
grendel werden opgeborgen, komen dankzij digitalise-
landschap op de Digitale Kaart gezet’ van Landschap
ring binnen ieders bereik. Zelfs een gigant als Google
Erfgoed Utrecht in januari van dit jaar trok, weerspiegelt
richt zich niet alleen op moderne kaarten, maar presen-
de groeiende populariteit van de kaart onder erfgoed-
teert sinds enige tijd ook oude kaarten op Google Earth 2.
publiek. Een van de punten die op deze dag naar voren
Onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau naar
kwam, was de vraag: wat kunnen we er nu concreet mee?
1
24
kaarten foto links: Kaart omstreeks 1650 met
landbouwpercelen, buiten de Bloemen-
dalse Poort tussen de stadsgracht en de
Heerenweg, Amersfoort. Rechtsboven is de locatie van de oude joodse begraafplaats. (Kaart_139, archief Burgerweeshuis, Archief Eemland). foto rechts: Luchtfoto anno 2006 van de locatie waar in de 17 e eeuw de joodse begraafplaats gesitueerd was. In het kader rechtsboven de gekantelde kaart uit 1650 met het noorden boven. Op de luchtfoto valt de 17 e eeuwse water- en wegenstructuur nog duidelijk te herkennen met de singel, Hooglandseweg-Zuid en Bloemendalseweg. (Digitale Kadastrale Atlas van
Ook op de daaropvolgende Erfgoeddag 2008 in Rhenen,
decoderen, en ook dit gaat met interpretatie gepaard.
waar een workshop over het gebruik van de digitale
In feite is de kans nihil dat het aldus gereconstrueerde
kaart werd gegeven, bleek het voor lang niet iedereen
landschap exact overeenkomt met het echte vroegere
duidelijk hoe oude kaarten kunnen worden ingezet.
landschap. Het lezen van een kaart is dan ook een leer-
Toch vormen kaarten vaak een belangrijke bron voor
proces, waarbij de interpretatie kan veranderen, maar
historisch onderzoek – zij het zo mogelijk in combinatie
de kaart blijft.
met andere bronnen – zoals ook de recent verschenen ‘leemtelijst’ van historisch onderzoek in de provincie
Het decoderen begint al gelijk bij het uitrollen van een
Utrecht aantoont 4.
oude kaart. Zo bestaat de 21ste-eeuwse vanzelfsprekend
N U M M E R 3 2 winter 2 0 0 8
Amersfoort, Archief Eemland).
heid om het noorden van een kaart altijd bovenaan te
Het lezen van oude kaarten; coderen en
positioneren, niet bij oude kaarten. Dit is goed toe te
decoderen Vaak zijn oude kaarten met de hand ge-
lichten aan de hand van een 17de-eeuwse kaart van het
tekend, niet zelden voorzien van schilderachtige details.
gebied bij de Bloemendalse poort in Amersfoort, waar
Dat is een van de redenen dat mensen gefascineerd
sinds 1670 de oude joodse begraafplaats is gesitueerd.
zijn door oude kaarten. Maar hun echte waarde ligt in
Op de website van Archief Eemland kan men dit mooie
het ruimtelijk beeld dat ze bieden van een vroegere
manuscript vergelijken met de hedendaagse locatie op
werkelijkheid. Enige kennis is echter noodzakelijk, wil
luchtfoto’s, waarbij nog steeds de 17de-eeuwse wegen-
men onverantwoord gebruik voorkomen. De kaart
structuur te herkennen is. Maar dat lukt alleen, als de
maker neemt de werkelijkheid (bijvoorbeeld een land-
gebruiker beseft dat de oude kaart in feite moet worden
schap) waar en codeert zijn beeld ervan in de vorm
omgekeerd, omdat het noorden hier beneden ligt (zie
van de kaart 5. De kaartgebruiker moet de kaart weer
de afbeeldingen op deze pagina’s).
1 Een oude kaart wordt in het spraakgebruik vaak – onterecht – gelijkgesteld met een historische kaart. Bij de laatste wordt een hedendaagse kaart gebruikt om historische objecten op weer te geven. De provinciale website over de Cultuurhistorische Atlas is hier een mooi voorbeeld van. Een oude kaart daarentegen is een kaart die ooit gemaakt werd om de situatie van dat moment weer te geven. 2 Open het programma Google Earth en selecteer onder Lagen de Galerij, en klik vervolgens op Rumsey Historical Maps. 3 Wubs, H. and F. Huysmans (2006). Klik naar het verleden, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau. Wubs, H. and F. Huysmans (2006). Snuffelen en Graven, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau. 4 Heumeman, M. (2007) Waard om te weten. Leemtelijst geschiedschrijving provincie Utrecht. - Utrecht: Matrijs, 2007. – (Historische Reeks Landschap Erfgoed Utrecht 1). 5 Renes, J. (2003), Oude kaarten als bron voor onderzoek naar de geschiedenis van het landschap. Caert-Thresoor 22 (2003), no. 3, blz. 87-94.
25
G M K W A D R A A T G E S C H I E D E N I S G E O G R A F I E M O N U M E N T E N M U S E A
foto boven: Reeuwijk en omgeving op de kaart van Sgrooten uit ca. 1570 (Canaletto Uitgeverij, Alphen aan den Rijn). foto rechterpagina: Reeuwijk en omgeving op de kaart van Balthasars uit 1615. De stippen geven de plaats van de kerken en klooster aan (Collectie Hoogheemraadschap Rijnland, KDTT A4077/A4078).
Nauwkeurigheid van oude kaarten Een volgend
dan van de kaart van Sgrooten. De chronometrische
aandachtspunt voor de gebruiker is de nauwkeurigheid
nauwkeurigheid van de kaart van Sgrooten is lastig te
van oude kaarten, en daarbij is het handig onderscheid
beoordelen, maar de situatie ten aanzien van de kerkelij-
te maken tussen verschillende soorten van nauwkeurig-
ke gebouwen klopt wel. De chronometrische nauwkeu-
heid. Bij de topografische nauwkeurigheid gaat het om
righeid van Balthasars’ kaart van Rijnland is in elk geval
de vraag welke selectie van de feitelijk aanwezige land-
groot, omdat de hieraan voorafgaande ‘ambachtskaar-
schapselementen op de kaart is opgenomen. Bij de chro-
ten’ kort voor 1615 ter goedkeuring aan de ambachten
nometrische nauwkeurigheid staat de vraag centraal in
werden voorgelegd. Dit hangt samen met het vervaardi-
hoeverre de kaart de situatie weergeeft zoals die was
gingsdoel van de kaarten: ze zouden als basis gaan die-
ten tijde van het maken of verschijnen van de kaart. De
nen voor de te betalen waterschapslasten.
meetkundige nauwkeurigheid betreft de mate waarin af-
26
standen, oppervlakten en hoeken juist zijn weergegeven.
Vervaardigingsdoel en gebruiksdoel Zoals het
Uitsneden van twee kaarten, beide van het gebied van
bovenstaande voorbeeld duidelijk maakt, hangt de be-
Reeuwijk en omgeving, maken de problemen voor de
trouwbaarheid van een kaart af van twee overwegingen,
hedendaagse gebruiker duidelijk. De ene kaart is van
namelijk het vervaardigingsdoel van de kaart (in het ver-
Christiaan Sgrooten uit ca. 1570 en de andere kaart is
leden) en het gebruiksdoel van de kaart (in het heden) 6.
van het waterschap Rijnland, gemaakt door Floris Balt-
Het vervaardigingsdoel bepaalt sterk de kwantiteit en
hasars. De ligging van de waterlopen en plaatsen op de
de kwaliteit van de informatie op de kaart. Die informa-
kaart van Sgrooten klopt niet erg met de werkelijkheid,
tie bestaat uit kernelementen en niet-kernelementen.
in tegenstelling tot de kaart van Balthasars. De topogra-
Kernelementen zijn noodzakelijk vanwege het vervaardi-
fische en de meetkundige nauwkeurigheid van Baltha-
gingsdoel van de kaart en geven om die reden vermoe-
sars’ kaart van het waterschap Rijnland is dus veel groter
delijk de toenmalige topografische werkelijkheid weer.
De niet-kernelementen dienen meer als bladvulling of ter oriëntatie, zodat de kans op onnauwkeurigheden veel groter is. Het gebruiksdoel bepaalt welk deel van de geboden informatie voor de moderne kaartlezer nog relevant is. Zo maakt het uit of men alleen geïnteresseerd is in de aan- of afwezigheid van bepaalde kaartelementen, of dat men ook de exacte locatie wil vaststellen. In het eerste geval gaat het alleen om topografische en chronometrische nauwkeurigheid, in het laatste geval ook om de meetkundige nauwkeurigheid. In de praktijk is er nog wel eens een extra probleem omdat veel oude kaarten zijn gebaseerd op oudere kaarten en dan vaak alleen voor de kernelementen zijn bijgewerkt. Een illustratie van hergebruik vormen de oude kaarten van het Hoogheemraadschap van Rijnland (verschenen in 1615, 1647, 1687 en 1746) van Barwoutswaarder & Bekenes. Dit vroegere ambacht, gelegen ten westen van Woerden, ligt nu grotendeels in de provincie Utrecht
1647 (Collectie Hoogheemraadschap Rijnland, KDTT A4281)
Afgaande op de tellingen voor de Verpondingen (een
foto geheel onder: Barwoutswaarder & Bekenes op de kaart van Rijnland
belasting op grond en ander onroerend goed) uit 1632
1746 (Collectie Hoogheemraadschap Rijnland, KDTT A4492)
en 1732 zou het aantal huizen flink moeten zijn gegroeid na 1647. Op de kaart van 1746 is echter te zien dat aantal en ligging van woningen op die kaart exact gelijk is aan die op de kaart uit 1647. De kaart uit 1647 werd dus op de latere kaart uit 1746 niet bijgewerkt met voor het waterschap Rijnland onbelangrijke elementen als gebouwen (waaronder woningen) 7. Deze waren vanuit het ver-
N U M M E R 3 2 winter 2 0 0 8
foto onder: Barwoutswaarder & Bekenes op de kaart van Rijnland
vaardigingsdoel gezien immers verwaarloosbaar.
Oude kaarten en geschiedschrijving: kennisbronnen delen Het zal inmiddels duidelijk zijn: bij het lezen van een oude kaart moet men een aantal regels in het achterhoofd houden. Dat wat er wel op staat, was meestal ook in de werkelijkheid aanwezig, maar hoeft niet exact op de aangegeven plek te hebben gelegen. Als er iets ontbreekt, wil dat nog niet zeggen dat het destijds niet aanwezig was. En de chronometrische, de topografische en de meetkundige nauwkeurigheden voor een kaart kunnen uiteen lopen. Ze kunnen bovendien variëren per type afgebeelde elementen en per deelgebied. Al deze (on)nauwkeurigheden kunnen
6 Ligtendag, W. (1995), Het nut van oude kaarten voor historisch-geografen: de bevindingen tijdens een onderzoek. - In: Caert-Thresoor 14 (1995) blz. 1-5. 7 o.a. Hart, G. ’t (1985), De kaart van Rijnland van 1647. Caert-Thresoor 4 (1985), pp. 12-15; Vinkenoog, J.H. (1999), De ‘pertinentie’ van twee Rijnlandse kaarten. – In: Caert-Thresoor 18 (1999), no. 3, blz. 59-62.
27
Maarten Lemmens medewerker Het Utrechts Archief G M K W A D R A A T G E S C H I E D E N I S G E O G R A F I E M O N U M E N T E N M U S E A
Oude kaarten online
Webadres
Venster op de Vecht
www.vensteropdevecht.nl
zie ‘Atlas’
‘Leo Belgicus’ op Canon van Nederland
http://www.entoen.nu/kaart/
Zie ‘Canon op de Kaart’ en klik op ‘Leeuw’
Wat Was Waar
www.watwaswaar.nl
kijk onder ‘wat’
Het Utrechts Archief
http://www.hetutrechtsarchief.nl
zie Collectie/Beeldmateriaal
zoek op ‘cartografische documenten’
Archief Eemland
www.archiefeemland.nl
zie ‘Kaarten en ontwerptekeningen’
Digitale Kadastrale Atlas Provincie Utrecht
http://www.hisgis.nl/atlas_utrecht
‘Atlas van Blaeu’ bij Regionaal Archief Leiden
http://www.leidenarchief.nl
zie ‘zoeken’, ‘Blader door Blaeu’
‘Rumsey historical maps’ op Google Earth
Zie ‘Lagen’, en dan ‘Gallery’
Het programma Google Earth is gratis te
downloaden op: http://earth.google.nl/
Geschiedenis in kaart
http://geschiedenis-in-kaart.startpagina.nl/
zie de sectie ‘Nederland’
tegelijkertijd voorkomen. Dat betekent dat de gebruiker
digen, of ze nu professioneel of amateur-onderzoeker
informatie over oude kaarten nodig heeft op verschil-
zijn, hun zelf verworven kennis met anderen kunnen
lende niveaus om deze verantwoord te kunnen gebrui-
delen. Dit kan in de vorm van een kaarten-wiki of een
ken. En dat vergt inspanning en ervaring.
kennisbank op het web.
Daarom is het jammer dat kennis over oude kaarten als
•
historische bron, van iedereen die zich met de regionale
Met dank aan: Dirk Steenbeek van Archief Eemland, Rob
historie in combinatie met oude kaarten bezighoudt, zel-
van Iterson van het Archief van het Hoogheemraadschap
den vastgelegd wordt. Er zou structureel meer aandacht
van Rijnland en Hans Renes, Universiteit Utrecht.
moeten komen voor geografische informatieverwerking
28
binnen de erfgoedsector; zowel in de voorlichting aan
Auteursinformatie: Sophie Visser is bezig met een pro-
amateur-onderzoekers, het publiek, als het onderwijs.
motieonderzoek naar informatievoorziening over het
Organisaties als Landschap Erfgoed Utrecht, maar ook
cultuurhistorische landschap aan de Universiteit Utrecht
archieven en musea kunnen hier in de toekomst een be-
en publiceert in bredere zin over het cultuurhistorische
langrijke rol in spelen. Een andere mogelijkheid ligt in de
landschap. Willemke Landman is consulent eCultuur en
sfeer van een online kennisbank, waar ervaringsdeskun-
Erfgoed bij Landschap Erfgoed Utrecht.
I n de [ W E B ] peiling . . . Jos Wassink, senior medewerker cultuurhistorie bij Landschap Erfgoed Utrecht
Historische kringen moeten kiezen voor... duidelijke keuzes door historische verenigingen in hun activiteiten: óf historisch onderzoek, óf sociale activiteiten, óf lobbyen. De stemmers zijn verdeeld. Wat vindt zijn opvolger ervan? We vroegen het aan Jos Wassink, sinds 1 december in dienst van Landschap Erfgoed Utrecht als senior medewerker cultuurhistorie. De stemmers in de webpeiling willen niet
bijeen gekomen om de geschiedenis van de
of-of-of, maar en-en-en.’
Maasstraat, een straat in het centrum, te on-
“Dat verbaast me helemaal niks. Mensen moe-
derzoeken. Iedereen was erg enthousiast, niet
ten vooral kunnen genieten van geschiedenis,
alleen de leden van de historische kring, maar
het gaat bij geschiedenis ook om de beleving.
ook de bewoners en de winkeliers in de straat.”
Historische kringen moeten dus vooral veel organiseren. Nu lijkt er soms een tweedeling
Je zult in je nieuwe functie veel met historische
tussen de historische verenigingen die ‘seri-
verenigingen te maken krijgen. Ben je nu diep
eus’ historisch onderzoek doen, en andere,
in je hart een archivaris of een historicus?
vaak heemkundekringen, die alleen ‘gezellige
“Ik ben absoluut op de eerste plaats historicus.
dingen’ zouden doen. Het is belangrijk dat die
Ik heb me altijd actief bezig gehouden met
twee naar elkaar toegroeien, er moet geen con-
l okale en regionale geschiedenis. Bedenk wel
currentie tussen die twee groepen ontstaan.”
dat ik eerst geschiedenis heb gestudeerd, en pas daarna vakken archivistiek ben gaan volgen.
Maar is die en-en-en strategie niet vragen om
Maar ook tijdens mijn archiefwerkzaamheden,
problemen? De verenigingen hebben te maken
eerst in Den Bosch en later in Weert, ben ik niet
met steeds minder actieve leden, die ook nog
zozeer met de ordening en opslag van histo-
eens steeds minder tijd hebben.
rische data bezig geweest, maar was ik vooral
“Het is niet gemakkelijk maar wel degelijk
gericht op het aan de man brengen van de his-
mogelijk om vrijwilligers aan te trekken en vast
torische inhoud van de archieven. En nu lijkt
te houden. Het is een kwestie van vooral veel
het me erg leuk om kennis te maken met het
doen. In Weert, waar mijn vorige werkkring als
historische veld in Utrecht, want dat is natuur-
archivaris was, zijn we jarenlang met een groep
lijk helemaal nieuw voor mij.”
N U M M E R 3 2 winter 2 0 0 8
Willemke Landman Landschap Erfgoed Utrecht
In de vorige GM2 pleitte vertrekkend provinciaal historicus Fred Vogelzang in zijn afscheidsrede voor
•
In dit blad stellen we een erfgoedkwestie aan de orde, en op www.erfgoed-utrecht.nl kunt u erover stemmen. In de volgen rfgoedpraktijk reageert. de GM2 vindt u dan telkens de uitslag, én het commentaar van iemand die vanuit de Utrechtse e De uitslag van de laatste peiling: “Historische kringen moeten kiezen voor...” (78 stemmen)
c Gesprekspartner zijn van overheden (en soms actievoerder) voor behoud van erfgoed: 15 stemmen d Alles blijven doen, subsidies binnenhalen, en betaalde
a Historisch onderzoek en verslaglegging in het tijdschrift:
krachten in dienst nemen: 24 stemmen
18 stemmen b Excursies en lezingen organiseren (en historisch onderzoek overlaten aan profs): 21 stemmen
Zie voor de nieuwe peiling: pagina 31 in dit blad. Breng uw stem uit op www.erfgoed-utrecht.nl
29
D e C anonkaravaan in U trecht
G M K W A D R A A T G E S C H I E D E N I S G E O G R A F I E M O N U M E N T E N M U S E A
Ruben Bazuin Landschap Erfgoed Utrecht
De culturele canon van Nederland; wat houdt die precies in? En nu besloten is dat deze van-
30
af augustus 2009 in de kerndoelen van het onderwijs komt; wat kan een leerkracht of docent er precies mee in de les? Aan deze en meer vragen werd aandacht besteed tijdens de Canon karavaan, die op woensdag 29 oktober jl. Utrecht aandeed.
links: ‘Oermens Leo’, die op basis van door Utrechtse archeologen gevonden DNA is gereconstrueerd. boven: Deelnemers luisteren aandachtig naar het betoog van Frans Groot, die sprak namens de c anoncommissie. Foto’s: Eva Gjaltema.
Een door de overheid ingestelde commissie heeft een
dracht gegeven om de bekendheid van en het enthou-
lijst van vijftig zogenaamde vensters samengesteld: de
siasme voor de canon in het onderwijs te vergroten.
canon (klemtoon op de eerste lettergreep: cánon). Dit
Erfgoed Nederland bedacht daarvoor de Canonkaravaan,
zijn de vijftig belangrijkste gebeurtenissen, personen en
die alle provincies en de vier grote steden aandoet. In
creaties uit de Nederlandse geschiedenis. Ze zijn te vin-
samenwerking met Stad en Provincie Utrecht organi-
den op de nationale canonwebsite www.entoen.nu. Van-
seerde Landschap Erfgoed Utrecht de Canonkaravaan,
af augustus 2009 zullen deze in de kerndoelen van de
een conferentie voor het onderwijs in Utrecht. Leer-
bovenbouw van het primair en de onderbouw van het
krachten en docenten werden ontvangen in de Marnix
voortgezet onderwijs worden opgenomen. Dat betekent
Academie (P.c. hogeschool Lerarenopleiding basison-
dat de canon verplichte lesstof wordt. Tot nu toe loopt
derwijs) in Utrecht. Op het programma stonden onder
het onderwijs er nog niet echt warm voor. Enkele jaren
meer interactieve presentaties, waarbij de deelnemers
geleden werden immers de tien tijdvakken van De Rooij
kennis konden maken met thema’s als canondidactiek
ingevoerd en nu komt daar de canon nog weer bij.
en de kunstvensters in de canon. Ook konden diverse
Het Ministerie van OC&W heeft Erfgoed Nederland op-
leermiddelen die in ontwikkeling zijn voor het canon
Scène uit de aflevering over de Oudewaterse Moord (1575) uit de tv-serie Het Verleden van Utrecht.
eerste venster van de canon, de Hunebedden. De canon was dus nu al achterhaald! Onder begeleiding van een
De serie is nog via internet te bekijken:
professor aan de Vrije Universiteit te Amsterdam was het
www.verledenvanutrecht.nl en u kunt
gelukt om met behulp van op een skelet gevonden DNA
reageren via www.utrechtsecanons.nl. Foto Ellie Wout.
een ‘vorm van leven’ te scheppen: een oermens. Deze mens bleek onder meer te kunnen praten, in die zin dat hij bepaalde woorden en zinnen na kon zeggen. Dit werd
W E B peiling . . .
ven en de Utrechtse wethouder Cees van Eijk werden
filmpjes tot websites en complete canonspellen. Daar-
naar voren gevraagd om de man elk een motto voor de
naast waren er groepsdiscussies waarin de deelnemers
middag na te laten zeggen. Na enig aarzelen zei de oer-
met elkaar van mening konden wisselen. Op de infor-
mens de slogans foutloos na: “Hup canon hup!” en “Laat
matiemarkt, waar diverse (Utrechtse) culturele instellin-
de canon als een kanon in de school zijn!” Uiteindelijk
gen zich presenteerden, konden de bezoekers zich onder
kregen zij de oermens kado en verlieten vol trots het po-
andere laten inspireren om de nationale canon naar de
dium: Utrecht had het eigenlijke eerste canonvenster in
eigen omgeving te vertalen.
bezit, dat een mooie plek moest krijgen in een van haar
De middag opende met een plenair gedeelte onder lei-
musea. Helaas berust bovenstaande onthulling, hoewel
ding van dagvoorzitter Elisabeth van den Hoogen. Ver-
in theorie erg mooi, niet op waarheid. Langzaam maar
volgens vertelde Frans Groot (docent geschiedenis aan
zeker was het ook het publiek duidelijk geworden dat het
de Hogeschool Rotterdam) namens de canoncommissie
allemaal om een theateract ging. Hoewel grappig, maak-
kort iets over de canon en hoe deze bijvoorbeeld in te
te de act ook duidelijk dat geschiedenis(onderzoek) altijd
passen is in de eerder genoemde tijdvakken van De Rooij.
in beweging is, én dat er vele aanknopingspunten zijn
Dit deed hij aan de hand van een venster met belangrijke
om de geschiedenis dichterbij de leerlingen te brengen.
Utrechtse raakvlakken: Willibrord en de verspreiding van
De Canonkaravaan was bedoeld om het onderwijs te in-
het christendom, dat thuishoort in het tijdvak van mon-
formeren en inspireren. Hoe er nu door het onderwijs
niken en ridders (vroege Middeleeuwen 500-1000).
een vervolg aan wordt gegeven, is iets dat de tijd zal le-
Op het laatste moment was er nog een onderdeel in-
ren. Landschap Erfgoed Utrecht gaat in ieder geval in
gevoegd in het programma: een Utrechtse archeoloog
2009 werken aan een Utrechtse canonwebsite, speci-
kwam met een bijzondere onthulling. Uit zeer recent on-
aal voor het onderwijs. Dit om het onderwijs in de stad
derzoek in de provincie was gebleken dat er sporen van
en provincie ook in de (nabije) toekomst wat betreft de
leven waren gevonden, duizenden jaren ouder dan het
canon van dienst te kunnen blijven zijn.
NUMMER 32 WINTER 2008
ter plekke gedemonstreerd. Gedeputeerde Anneke Raonderwijs van dichtbij worden bekeken en getest: van
•
Wat vindt u van de verplichte invoering van de canon in het onderwijs? a Ik ben tegen, want de keuze van onderwerpen is veel te arbitrair: waarom wel Annie M.G. Schmidt verplicht stellen, maar niet Koningin Wilhelmina? b Ik ben tegen, want de canon past niet goed bij de – ook verplichte – tien tijdvakken. c Ik ben vóór, want het maakt geschiedenisonderwijs eindelijk overzichtelijk en iedere leerling beschikt straks over dezelfde basiskennis. d Ik ben vóór, want de canonvensters zijn mooie concrete voorbeelden die goed in de tijdvakkenindeling passen. Breng uw stem uit op www.erfgoed-utrecht.nl
31
Fred Vogelzang
• M. Bous e.a, Maarssen. Geschiedenis en architectuur (Utrecht 2007) isbn 978 90 6720 435 4 • T. Jonker-Klijn en R. Roks, De bisschoppen van Utrecht van 690 tot 1581 (Utrecht 2008), isbn 978 90 77030 29 5 • D.J. Wijmer, eindred., Vianen in 1832. Grondgebruik en eigendom. Dl 1 Tekst. Dl 2 Kaarten (Utrecht/Vianen 2008) isbn 978 90 75602 15 9
Een plan dat al jaren rondzingt in het Utrechtse, is een boek over
reeks korte beschrijvingen van gebouwen. Het boek over Maars-
de bisschoppen. In de reeks Utrechtse biografieën was een flink
sen is bijna een compleet naslagwerk geworden, met niet alleen
aantal van hen opgenomen, maar de lijst was allesbehalve com-
een flinke historische inleiding, maar ook thematische uitwerkin-
pleet. Nu ligt er De bisschoppen van Utrecht, een boekje ontstaan
gen, informatie over bouwstijlen en bij de objectbeschrijvingen
als hulpmiddel voor de gidsen in de Domkerk, maar blijkbaar zo in
– waar het tenslotte ooit allemaal om begonnen was – ook steeds
een behoefte voorziend, dat er een heuse uitgave van is gemaakt.
meer informatie over inwoners. Dat laatste maakt het boek ook
Chronologisch worden alle bisschoppen tussen Willibrord en
voor genealogen interessant. Aan de andere kant veroorzaakt dat
Schenk van Toutenburg behandeld. Afhankelijk van de beschik-
enige ambivalentie. Wat wordt nog wel verteld en wat niet? Is het
bare informatie gaat het om enkele regels tot een aantal pagina’s.
niet bijna een volgroeide dorpsgeschiedenis? De tekst is echter
Door de summiere informatie wordt een flink beroep gedaan op
daarvoor niet toegankelijk genoeg. Het is geen ‘leesboek’ en door
de voorkennis van de lezer. Zo komt het koninkrijk Lotharingen
het ontbreken van niet-bouwkundige indexen is het lastig om iets
nogal eens voor, maar nergens wordt goed uitgelegd wat dat in-
na te zoeken. Sommige informatie komt door de thematische in-
hield en hoe zich dat ontwikkelde. Regelmatig staan er kleinere en
deling vaker terug. In ieder geval is de reeks een onmisbaar hulp-
grotere onduidelijkheden en fouten in. Misschien is dat onvermij-
middel voor lokale historici.
delijk, maar het maakt sommige bijdragen dubieus. Ook tekstueel
In de provincie Utrecht kennen we naast de MIP-reeks nog een
loopt de zaak niet lekker: het lijkt wel of een zeer strenge redac-
aantal series. De Kadastale atlas 1832 is zo’n serie. Nu al 17 delen
teur veel regels heeft geschrapt, waardoor slechts de ‘bare bones’
groot, bestaat elke uitgave uit een boekdeel en een kaartendeel.
van de tekst zijn overgebleven. Verwijzingen kloppen daardoor
Het boekdeel geeft behalve informatie over het ontstaan en het
niet meer en in de tekst wordt regelmatig een sprong gemaakt.
gebruik van het kadaster een algemene inleiding over de ge-
En wat te denken van zinsneden als: ‘Bernold was niet van adel’,
schiedenis van de besproken gemeente, achtergrondinformatie
onmiddellijk gevolgd door ‘over zijn jeugd is niets bekend’? Het
over bijzondere gebouwen en infrastructuur en dan natuurlijk de
grootste bezwaar is echter de versnippering. De biografietjes zijn
inhoud van de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels, met namen
individueel te lezen, maar het zou zeer veel aan het boek hebben
van eigenaren, hun beroepen en informatie over perceelsgrootte
toegevoegd als vooraf of bij wijze van afsluiting een synthetise-
en –gebruik. Er zijn op die manier vele gegevens voorhanden, al
rend artikel was opgenomen, waarin de lange lijnen, samenhan-
gaat het uiteraard om een momentopname. Dit kadaster werd
gen, verschillen en ontwikkelingen waren beschreven. Dat had
ingevoerd in 1832 maar kan heel goed dienen als uitgangspunt
de losse artikelen veel meer diepgang gegeven. Dit onderwerp
voor onderzoek naar de periode daarvoor of juist daarna. Totnog-
verdient veel meer.
toe worden de kadastrale atlassen weinig gebruikt, behalve door
Wat inmiddels een serie standaardwerken is gaan vormen, is de
genealogen. Het is echter een prachtige bron om gemeenten
Monumenteninventarisatiereeks, de bekende ‘gele boekjes’. In de
onderling te vergelijken op het gebied van grondgebruik en ei-
jaren tachtig werd in de provincie Utrecht een grote monumen-
gendom, bezitsverhoudingen etc. Ook ligt een combinatie van de
teninventarisatie uitgevoerd. De resultaten daarvan verschijnen
gegevens in de MIP met het kadaster voor de hand. Er zijn diverse
in boekvorm en al meer dan twintig jaar lang wordt aan deze se-
initiatieven geweest om tot databanken te komen waarin al dit
rie gewerkt. Er resteren nog maar een paar gemeenten. Onlangs
soort gegevens wordt verbonden en snel toegankelijk gemaakt.
kwam het deel over Maarssen uit. Een reeks die zo lang loopt,
De ideale vorm daarin is nog niet gevonden. Hopelijk maakt het
maakt een ontwikkeling door en dat is heel goed zichtbaar aan
aanbieden van zoveel informatie het voor amateurhistorici aan-
deze ruim 400 pagina’s tellende aflevering in de serie. De eerste
trekkelijker, om zelf onderzoek te gaan doen. De lokale tijdschrif-
deeltjes waren flink minder in omvang en behelsden vooral een
ten zitten te springen om artikelen!