Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 1
Gloria in excelsis Deo
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 2
Van Miek Smilde verscheen eerder bij De Arbeiderspers: Raarhoek (non-fictie, 2011)
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 3
Miek Smilde Gloria in excelsis Deo Roman
Uitgeverij De Arbeiderspers · Utrecht Amsterdam · Antwerpen
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 4
[FSC-logo afbeelden]
Copyright © 2013 Miek Smilde Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Franz Lisztplantsoen 200, 3533 jg Utrecht. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Franz Lisztplantsoen 200, 3533 jg Utrecht. Omslagontwerp: Richard Sluijs Omslagillustratie: Cristina Martins isbn 978 90 295 8851 5 / nur 301 www.arbeiderspers.nl
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 5
Voor Anneke Beatrix
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 6
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 7
Anna
April is the cruellest month, breeding lilacs out of the dead land, mixing memory and desire, stirring dull roots with spring rain. T. S. Eliot The Waste Land
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 8
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 9
1
Omdat het haar zesde bevalling was in ruim elf jaar tijd, geloofde Anna niet dat ze lang in het ziekenhuis zou blijven. Flore had nog een middag geduurd, maar Tekla was in een paar uur geboren en na Mare was ze binnen twee uur weer thuis geweest. De oudere kinderen hadden slingers boven het bed gehangen: w elkom thuis , ma ma en mare. Dat was nu drie jaar geleden. Voorzichtig drukte ze haar rug in de harde matras en probeerde op haar zij te draaien. Haar buik kantelde zwaar naar links; ze moest hem met haar beide handen ondersteunen. De bevalling van Carice was zwaar geweest destijds. Eindeloze weeën, de ontsluiting die niet doorzette, het breken van haar vliezen, de druk op haar buik, de tangverlossing – ze had het veterinair gevonden. Alsof ze een koe was en er een kalf uit haar werd getrokken. Selma was makkelijker gegaan, hoewel ze het wat snel had gevonden, een tweede kind in dertien maanden. Haar lichaam had zich nauwelijks kunnen herstellen, de striae hadden zich diep in haar buik gebrand. Maurits zei dat hij het niet erg vond. Hij hield van een lichaam dat was getekend door het leven, zei hij. Daarna had het twee jaar geduurd eer ze Flore had gekregen, en daarna weer twee jaar voordat Tekla kwam. Dat Mare zo lang op zich had laten wachten, had met de leeftijd te maken, verzekerde Maurits. ‘De vruchtbaarheid van vrouwen neemt na hun zesendertigste nou eenmaal af, lieverd.’ Zij was tweeënveertig. Maar haar vriendin Riet had nog een derde kind gekregen toen ze zesenveertig was, dus het kon wel. Het moest. Ze wilde zo graag nog een baby. Een paar voetjes dat je in één hand kon vatten. Een eerste lach, het geschater als ze een wilde kus op het naakte lijfje drukte. De geur van pasgeboren baby’s. Ze verlangde ernaar zonder precies te begrijpen waarom; ze wilde bloeien, groeien,
9
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 10
baren, zich binnenstebuiten keren; ze wilde leven om het leven zelf. Ze voelde zich fantastisch als ze zwanger was, aanwezig en vol. ‘Oxytocine,’ zei Maurits. Zwanger, dacht Anna. De weeën kwamen nu goed op gang. Om de vijf minuten verhardde haar buik en trok de pijngolf van haar maag naar haar onderbuik; ze voelde het kind naar beneden zakken en op de barmoedermond drukken. Ze pufte de pijn weg, haar ogen gesloten, een zuivere concentratie op haar lichaam en wat eruit moest. Als het een jongen was, zou het Nelson heten, Nelson Willem, naar hun beider vaders. Als het weer een meisje werd, zouden ze het Elke Elisabeth noemen, naar het oud-Hollandse wagenspel Elkerlyck dat Carice met Pasen op school had gespeeld. Carice, haar oudste dochter, was vernoemd naar haar patroon, Carice Emants, zonder wie Anna nooit de advocaat was geworden die ze was. Selma en Tekla waren familienamen waartegen niemand bezwaar kon hebben. Selma Louisa, Maurits’ moeder. Tekla Pauline, de dochters van oom Lammert en Anna’s volle nichten. Flore Thérèse was vernoemd naar Florence, de stad waar ze was verwekt, en naar Thérèse Wolf, die Anna als haar beste vriendin beschouwde. Haar enige vriendin, eigenlijk. De naam Mare had Anna bedacht. Zee, tijding en bitter kruid ineen, symbool van vruchtbaarheid en bescherming tegen onheil, en dan die lange klinker a, helder als in haar eigen naam. Maurits opperde als tweede naam Mathilde, een vernoeming naar haar moeder. Anna had Maria passender gevonden. ‘Heb je veel pijn?’ Maurits depte haar voorhoofd met een natte doek en pakte af en toe haar hand, die verkrampt op het laken lag. Ze schudde haar hoofd, voelde de spanning weer op haar buik en kreeg plotseling het gevoel te moeten poepen. Ze herkende het onmiddellijk. Haar lichaam herinnerde zich wat het hoofd was vergeten. De eerste contracties, de golfbeweging van pijn en verlossing, de versnelling van het baringstij, steeds feller, totdat er niets overbleef dan een onweerstaanbare drang om te poepen. ‘Je moet Paul roepen,’ fluisterde Anna, terwijl het zweet langs haar hals in de holte tussen haar borsten gutste. ‘Het komt eruit.’ Maurits stond haastig op; de kruk waarop hij zat viel om. Hij strui-
10
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 11
kelde bijna over de ijzeren poten en trapte als een woedend kind de kruk met zijn linkervoet onder het bed. Anna moest lachen om de slapstick in deze van humor gespeende ruimte met haar naar was geurende vloer van linoleum, maar een nieuwe perswee benam haar de adem. Geroutineerd sloot ze haar ogen en pufte de wee weg. Niet te snel. Eenentwintig, tweeëntwintig. Seconden duurden langer dan een tel. Ze moest controle houden. Maurits opende de deur van de kraamkamer en liep naar de zusterpost, die aan de andere kant van de gang lag. ‘Thea, kun je dokter Dixhoorn oppiepen? Het is zover. Het gaat snel.’ ‘Dat gaat het met uw vrouw altijd,’ reageerde de zuster kalm, terwijl ze naar het einde van de gang wees, waar Paul Dixhoorn liep. Maurits draaide een kwartslag en zag zijn oudere collega lopen, traag als altijd, een man zonder haast. Zijn witte jas hing open, achteloos bijna, en wapperde om zijn grote lichaam, dat daardoor nog groter leek. Hij zwaaide vanuit de verte, Maurits wenkte. ‘Kom.’ Paul versnelde zijn pas zonder te rennen, en Maurits zag hem met elke stap groter worden, totdat hij naast hem stond, zich vooroverboog en hem bij de schouders greep. ‘Is het zover?’ Maurits knikte. Hij trok zich los uit de greep, opende de deur van kraamkamer 3 en hoorde Anna’s zachte gekreun en korte luchtstoten. Tien keer puffen, daarna alle lucht in één lange tocht laten gaan. Diep inademen, als het kon nog door de neus. Aan niets anders denken. Ademen. Een jonge verpleegster legde Anna’s benen op de baarkrukken en spreidde een schoon laken over haar onderlichaam. Paul waste zijn handen, pakte een stoel en ging tussen Anna’s benen zitten. Hij toucheerde de baarmoedermond en drukte zacht op haar buik. Hij knikte. ‘Bijna negen centimeter, Anna. Je moet het nog heel even volhouden.’ ‘Ik moet persen.’ ‘Nog even.’ Het zweet stroomde langs haar hele lichaam en doorweekte haar nachthemd. Donkere plekken tekenden zich af tussen en onder haar borsten, achter haar nek, onder haar oksels. Vroeger had ze nooit ge-
11
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 12
zweet, ook niet toen ze nog roeide. Ze had nooit deodorant nodig gehad om haar geur te verbergen en kon makkelijk twee, drie dagen in hetzelfde shirt lopen zonder dat het ging ruiken. Sinds de kinderen waren geboren, gutste het vocht bij de minste of geringste inspanning uit alle gaten van haar lichaam. Ze durfde in de zomer nauwelijks op de fiets naar kantoor, bang dat ze zich bij aankomst meteen zou moeten verkleden. In de onderste lade van haar bureau had ze schoon ondergoed, een paar kousen en twee schone bloesjes gelegd, die ze in uiterste nood kon aantrekken, maar liever liep ze de twintig minuten naar het centrum van de stad, opdat ze niet buiten adem en bezweet haar secretaresse hoefde te begroeten. Bovendien waren twintig minuten net lang genoeg om het gezinslawaai uit haar oren te verdrijven en zich voor te bereiden op de kalme zakelijkheid van kantoor. Tijd vormde de belangrijkste brug tussen de levens die Anna leidde: het leven als advocaat-medewerker van Wolf Vegter & Toback Advocaten en het leven als moeder van het gezin Van Hees-de Vreede. Ze voelde een nieuwe wee opkomen en drukte zich met beide onderarmen op uit het kussen. Het onderlaken plakte tegen haar rug, het irriteerde haar. Maurits had de kruk onder het bed vandaan getrokken en was bij het hoofdeinde gaan zitten. Terwijl ze perste, masseerde hij met beide handen haar nek. Het was de vorige keer goed gegaan; ze herinnerde zich de bevalling van Mare als de makkelijkste en snelste. Paul luisterde naar het hart van de baby, dat snel maar regelmatig klopte. ‘Kom maar, Anna, het wil er wel uit.’ Voorzichtig duwde Anna zich verder omhoog. Ze steunde zwaar op haar ellebogen, zette haar kin op haar borst en trok haar buikspieren langzaam en geconcentreerd samen. ‘Eén, twee, drie, vasthouden, vasthouden... en los.’ Anna zakte meteen terug in de kussens. De volgende wee volgde te snel om zich overeind te hijsen, waardoor ze minder vat op de pijn kreeg en liggend de contractie moest versterken. Een fractie van een seconde verweet ze zichzelf opnieuw zwanger te zijn geraakt – tweeenveertig jaar oud nota bene, vijf gezonde kinderen, wat een idiotie om opnieuw deze pijn te ervaren – maar de persweeën zetten door en ze vergat haar overwegingen. Paul beval haar te duwen. ‘Eén, twee, drie. Vasthouden, vasthouden, Anna, vasthouden.’
12
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 13
Ze voelde het hoofdje staan. Nu nog één, misschien twee keer persen en het kind zou uit haar glijden en zij zou verlost zijn, geledigd uit haar volheid. Ze hapte naar adem, bracht haar kin opnieuw naar haar borst en sloot haar ogen. ‘Rustig, niet te hard. Voorzichtig, anders scheur je.’ Niet scheuren, dacht ze. Ik wil niet scheuren, zoals bij Selma. Toen was het veel te snel gegaan. Alles was bij Selma veel te snel gegaan. ‘Duwen, zachtjes, zachtjes,’ suste Paul, en ze duwde, zachtjes, totdat ze voelde dat het kind bewoog en hij het uit haar trok. Ze plofte terug in het kussen en bedwong de tranen die als vanzelfsprekend in haar ogen sprongen. Een wazig beeld van een schaar en een snelle beweging, maar ze zag niet wie de navelstreng doorknipte. Ze greep naar Maurits’ hand, maar kon hem niet vinden. Hij zat niet meer achter haar. Anna richtte zich half op en keek naar de commode die tegen de muur recht voor haar bed stond. De verpleegster leek met handdoeken het kind droog te wrijven, maar omdat de mannen erbij stonden kon Anna het niet goed zien. Ze zag de grote rug van Paul, gebogen als altijd, het lot van een man van bijna twee meter. Paul, hun dierbare huisvriend, die hen al die jaren zo liefdevol had begeleid en die haar zo goed kende, beter dan ze zichzelf kende. Daarnaast stond, anderhalve kop kleiner, haar lieve, ruimhartige Maurits, de vader van haar kinderen, met wie ze ruim vijftien jaar getrouwd was en die haar koesterde en liefhad als geen ander. Ze voelde het elke dag als ze thuiskwam. Anna viel terug in het kussen en keek naar het flikkerende tl-licht boven het bed, dat haar ogen even verblindde. Terwijl ze knipperde tegen de gele vlekken, trok er een intens geluksgevoel door haar heen. Ze zouden het wegen, het kind. Ze zouden de apgarscore registreren, en Anna verwachtte te horen dat het een tien was. Al haar kinderen scoorden tien op de apgar. Terwijl ze naar het plafond keek en de lijnen volgde tussen de gipsen systeemplaten, realiseerde ze zich opeens dat het stil was in de kraamkamer. Ze wilde iets zeggen, iets roepen, maar de woorden kleefden in haar keel. Meteen daarna voelde ze een wee opkomen, alsof er nog een kind kwam. ‘Paul,’ kreunde ze. ‘Paul, help me.’ De dokter draaide zich om en kwam weer tussen haar benen zitten.
13
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 14
Hij masseerde zwijgzaam haar buik en trok de moederkoek er in één beweging uit. Ze merkte dat het laatste water uit haar lekte en voelde zich bevrijd. Het kind was weg, net als de pijn en het intense geluksgevoel. Anna haalde diep adem. Het was voorbij. Paul stond op, waste zijn handen en liep naar haar toe, terwijl hij zijn handen droogde aan een witte handdoek waarop het ziekenhuislogo was geborduurd. Een kroontje met daaronder een m en c in elkaar verweven, naar de initialen van prinses Marijke, die weliswaar al jaren Christina heette, maar wier naamsverandering het ziekenhuis ongemoeid had gelaten. Het Prinses Marijke-ziekenhuis in Arnhem had een naam hoog te houden in de regio. Anna keek verwachtingsvol naar Paul, maar kon niets van zijn gezicht aflezen. Handenwrijvend bleef hij vlak naast haar bed staan en keek haar van boven aan, zijn blik strak gericht op haar ogen. Daarna glimlachte hij. ‘Weer een meisje. Goed gedaan, Anna.’ In de hoek van de kamer huilde het kind.
14
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 15
2
Als ze haar ogen sloot, kon ze de geur nog ruiken. De trage ontbinding van het gekapte hout. De herfstdauw op de geplukte vruchten. Helder als dia’s flitsten de beelden voorbij, elke zenuw een seizoen. De boomgaard. De knoesten. Zijn verweerde handen die de takken knotten, bevroren door de winterkou. Het tellen van de ogen bij de verjongende snoei, vier, vijf, de snee daarboven, kaarsrecht in de van sap beroofde twijgen. Ze voelde de onderhuidse tinteling als de eerste loten uitliepen en de knoppen begonnen te zwellen. Zijn blik als hij ontdekte dat de late vorst zich alsnog door de sluimerende vruchten had gevreten, een sluipmoordenaar die rot veroorzaakte, schimmel, afsterving voor er leven was. De snoei van de kers in maart en het verwijderen van de oude takken, wat hem altijd moeite leek te kosten. Ze zag het aan zijn ogen. Hij keek anders naar de waterloten dan naar de takken die vrucht hadden gedragen, soms jaren achtereen. ‘Ze beroven de top van de zon,’ mompelde hij, terwijl hij de takken tot op de stam afzaagde, een verontschuldiging fluisterend tegen de ontluikende bomen. Hij wil ze niet ontdoen van hun herinnering, dacht Anna. Maar de bomen hadden licht nodig. Daar hoorde geen verleden bij. Zeker niet bij de kers. Haar vader hield van de kers als van een kind. Kers was kwetsbaarder dan appel of peer. Kers kreeg kanker. Willem de Vreede had altijd gevoel voor fruit gehad. Hij kon de bloesem ruiken als de vorst nog in de grond zat. Hoewel hij was geboren op de arme zandgrond van Drenthe, als oudste van drie jongens, en in zijn vroegste jeugd geen plant of bloem had aangeraakt, wist hij, eenmaal tien jaar oud, dat hij kweker zou worden. Fruitkweker in de Betuwe. ‘Je weet niet eens waar dat ligt,’ schamperde zijn moeder Ada toen hij op een donderdag uit school kwam en haar vertelde dat het
15
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 16
bestond, de Betuwe, en wat er groeide. De bovenmeester was de klassen rond gegaan met een foto van de kersenpluk en Willem had als betoverd naar het plaatje gekeken waarop een heleboel boerenjongens onder een grote houten stellage stonden en mandenvol kersen vulden. Of het de jongens zelf waren die hem met belofte vervulden of het gegeven dat ze op een foto waren vereeuwigd, kon Willem achteraf niet meer zeggen. De enige echte foto die hij eerder had gezien, was van zijn vader Kees, die op negenentwintigjarige leeftijd was overleden aan tuberculose en zijn vrouw Ada met drie jongens had achtergelaten. Willem was toen vijf. Zo dood als zijn vader leek op het enige portret dat van hem bewaard was gebleven, zo levend stonden deze jongens de oogst binnen te halen. Willem wilde dat ook: groeien, leven, oogsten. Uit het zicht van moeder, weg. Ada probeerde hem ervan te weerhouden. ‘Ik kan je mond voeden, kind, en jij kunt mijn hart troosten. Pas als je zestien bent.’ Willem haalde zijn schouders op. Alles beter dan de armoede. Hij was te jong om het haar te verwijten, maar Ada proefde de minachting op zijn lippen. ‘Je vader ging dood.’ ‘Ik weet het, moeder.’ ‘Je kunt hier ook werken.’ ‘Ik wil naar daar.’ Ze zei niet dat ze hem nodig had. Ze kende de woorden niet. Ze gaf hem een hand toen hij vertrok. ‘Was je handen voor het eten. Dank God.’ ‘Ja, moeder.’ De bovenmeester had het geregeld. Hij kende Emmel en zijn vrouw, een kinderloos echtpaar dat protestants genoeg was om zich barmhartig over de twaalfjarige Willem te ontfermen en realistisch genoeg om te weten dat het zonder eigen zonen de erfopvolging en daarmee hun oude dag veilig moest stellen. De meester was hoogstpersoonlijk langsgekomen. Ada had opengedaan en hem koffie geschonken, een luxe die ze zichzelf niet permitteerde. ‘Ik heb een huis voor je zoon Willem.’ ‘Mijn zoon Willem heeft al een huis.’ ‘Het is een toekomst, Ada.’ ‘U hebt dat in zijn hoofd gepraat.’
16
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 17
‘Hij heeft er de kop voor.’ ‘Hou hem dan op school.’ ‘Kost, inwoning, een vak leren. Twee keer per jaar naar huis. Hij wil het zelf.’ ‘Ach, willen, willen. Ik wil dat Kees weer leeft. De enige die wat te willen heeft, is God de Heere.’ ‘Misschien wil God dit wel met jouw Willem. En fluistert Hij Zijn wil in zijn oor.’ ‘In dat van u, zul je bedoelen.’ ‘Ik wil een toekomst voor Willem. Dat wil jij ook, Ada.’ Ze had het niet durven ontkennen. Liever was ze zelf gegaan. Een kind moet op de schouders van zijn ouders staan. Twaalf was hij. Te jong. Maar Willem ging. Met paard-en-wagen naar station Assen en van daaraf derde klasse naar Arnhem en met de Betuwe-lijn via Tiel naar Wadenoijen aan de Linge. Emmel en zijn vrouw stonden op het station. De kweker begroette hem als een jonge knecht; zijn vrouw wilde hem omarmen als een zoon. Willem weerde haar voorzichtig af. Anna had hen nooit leren kennen, Emmel en zijn vrouw. Hoewel ze beiden nog leefden toen zij in 1929 werd geboren, werden ze niet meer dan personages uit de verhalen van haar vader, die feitelijk door hen was grootgebracht en uiteindelijk de kwekerij van hen had overgenomen. Zelfs toen ze vlak voor de oorlog kort na elkaar stierven, wilde Willem niet dat Anna of haar moeder Thilde meeging naar de begrafenis. Het echtpaar Emmel was een vreemde stam waarop hij toevallig was geënt, zei hij. ‘Ik ben hun dankbaar voor de kans die ze me hebben gegeven, Anna. Dat moet jij ook doen: de kansen grijpen die je krijgt. Het leven is niet scheutig met geluk, je moet opletten. Vergeet nooit wat je wortels zijn. Je kunt je als maretak hechten aan vreemde stammen, maar alleen bloed stroomt.’ Zijn bloed, dat was Ada. Hoe graag Willem ook uit haar zicht was verdwenen, het was zijn moeder Ada die hem het sterkst aan zijn leven bond en die hij in de ogen van zijn dochter herkende. In Anna’s herinnering was oma Ada meer dan een grootmoeder die één keer per jaar de lange tocht van Assen naar Wadenoijen maakte en bij wie zij
17
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 18
’s nachts in bed kroop tussen de lakens van de oude bedstee. Omada, zoals Anna haar noemde, was een belofte die zij, haar vader en zij, inlosten. Anna hield meer van haar grootmoeder Ada dan van haar eigen moeder. Thilde was een gezichtloze passant, een voorbijganger die ze groette en die ze daarna meteen vergat. Moeder kookte, waste en zorgde, buigzaam als een jonge twijg. Moeder rook naar versgebakken appeltaart en pas gewassen kleren. Anna hield er een grondige hekel aan strijken aan over. Oma Ada rook anders: muf als het lemen huis waarin ze altijd had gewoond, flarden rook in de plooien van haar schorten. De strijd tussen de moeder en haar eerstgeboren zoon had jaren geduurd. Zijn hele jeugd was Willem maar een paar keer naar Assen gekomen, en Ada had geweigerd ooit naar de Betuwe te reizen. Ze correspondeerde twee keer per jaar met Emmel om het kostgeld te verrekenen, maar vroeg nooit naar de gezondheid van haar zoon of naar de manier waarop hij zijn vrije tijd inrichtte. Ada stelde geen vragen. Desondanks schreef Emmel nauwgezet hoe het Willem verging. Hij roemde zijn leergierigheid en noeste kracht, maar Ada reageerde er niet op. Pas nadat hij de boomgaard had overgenomen, ruim twaalf jaar na zijn vertrek uit Drenthe, kwam ze voor het eerst langs. Het was de eerste keer dat ze in een trein zat. Toen de stoomlocomotief de brug over de Rijn passeerde, sloeg ze van schrik beide handen voor haar oren, bang voor een hel die ze eerder zo vaak had beschimpt. Hoewel het weidse rivierlandschap haar vreemd was en ze moest wennen aan de solidariteit van de boeren uit de omgeving, een saamhorigheid die ze zelfs uit de kerk niet kende, zag Ada in één oogopslag hoe succesvol haar zoon als fruitkweker kon worden. Op de tweede avond van haar verblijf hoorde ze de buren uit die Willem na het diner had uitgenodigd voor koffie en koek. Joris Flint, die rechts van de boerderij woonde, prees Willem vooral om zijn reukvermogen, waar alle boeren hun voordeel mee deden, ook zij die verderop woonden, onder de rook van Tiel. ‘Uw zoon kan de lente ruiken als wij de vorst nog vrezen,’ zei hij, en Ada moest moeite doen haar trots te onderdrukken. Willem moest het niet te hoog in zijn bol krijgen, al had hij duidelijk zijn best gedaan. Hoogmoed komt voor de val, zeker met al
18
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 19
die hoogstammen in de buurt. Zandgrond dwong mensen tot nederigheid. Minzaam accepteerde ze het glaasje bessenjenever dat Willem haar aanbood en nipte van het zoete vocht. In de milde dronkenschap die zich van Ada meester maakte, verbleekten de eenzame, armoedige jaren tot een litteken dat alleen nog in de winterkou trok. Haar zoon Willem was iemand geworden, een man die monden voedde met fruit dat zoeter rook dan parfum. Dat haar andere zoons Nico en Lammert uiteindelijk beiden gingen studeren, was aan niemand anders te danken dan aan Willem, zei ze tegen iedereen die het maar horen wilde. Ook tegen Anna, haar oudste kleindochter, met wie alles opnieuw begon, pochte ze. ‘Omdat jouw vader bij mij is weggegaan, konden de andere jongens blijven. Ik wilde het niet, maar hij ging toch. Daarom kon jouw oom Nico scheikunde studeren en is oom Lammert de rechterhand van de notaris geworden. Allemaal dankzij jouw vader,’ zei Ada. Allemaal dankzij haar, dacht Anna. Vanaf dat moment kwam Ada elk jaar met Pasen samen met Nico en Lammert naar Wadenoijen, waar ze lange wandelingen maakten door de bloeiende velden. De eerste jaren waren ze nog met z’n vieren, maar al snel kwam Thilde in zicht en later kwamen Geke en Karijn erbij, die Ada als dochters omarmde. Gezeten naast de houtkachel die Willem speciaal voor haar nog stookte, kon Ada uren zwijgend genieten van de roddels van haar schoondochters en de felle politieke debatten van haar zonen over de dreiging uit het oosten die in de loop van de jaren dertig steeds grotere vormen aannam. Nico en Lammert maakten er grappen over. ‘Dat heeft hij toch maar mooi voor elkaar, hè moeke, onze Willem. Allemaal voor jou,’ riepen ze als ze door de bloeiende boomgaard liepen, de kers volop getooid in het wit, de appel nog ontbottend roze. ‘En nu maar hopen dat de bruidssluier van de Betuwe niet wordt besmeurd met poep. Anders had hij beter kunnen studeren, net als wij.’ Ada schudde haar hoofd, glimlachend. ‘Jullie hadden de kop om te leren.’ ‘En Willem zeker niet?’ ‘Willems kop zit in zijn handen.’ ‘Zijn koppigheid, zul je bedoelen. Daar krijgt hij nog last mee.’ Ada was dankbaar als ze met haar zonen over het land liep. Dankbaar dat God haar en de jongens trouw was gebleven nadat Hij Kees
19
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 20
van hen had weggenomen. Ze had getwijfeld aan Zijn almacht, die eerste jaren na het verlies. Hoe wreed was Hij om hen in armoede en rouw groot te brengen. Hoe vals de schepping, met vruchtbare en arme gronden, sterke en zwakke geesten. In een leven als een klaagzang met de dood als onherroepelijk einde kon Ada weinig genade herkennen. Maar uiteindelijk had ze zich toch gewonnen gegeven. Hoewel ze soms overmand werd door een somberheid die ze wild van zich af sloeg, luidkeels vloekend op het geluk waaraan ze op die momenten niet kon raken, boog ze steeds vaker haar hoofd voor de kracht van Zijn wil, die te groot voor haar was, als de wrede knoppen van de kers begin april. ‘Het gaat niet om wat je is gegeven, maar om wat je ermee doet, Anna,’ leerde ze haar kleindochter. ‘Het leven is te leen.’ ‘En de dood dan, Omada?’ vroeg Anna. Ada schudde haar hoofd. ‘Die krijg je er gratis bij, kind. Ik ben tegen de dood.’
20
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 21
3
Hoewel ze er een hekel aan had als iemand aan haar zat, liet ze zich de zorg aanleunen. Gewoonlijk hield ze er niet van gemasseerd te worden door vreemde handen, te worden omarmd door vage kennissen alsof ze hun beste vriendin was. Uitbundig zoenende familieleden of al te amicale collega’s die haar op de schouders sloegen ging ze zo veel mogelijk uit de weg. Vooral als Maurits’ moeder Louisa haar wilde omhelzen weerde ze zich instinctmatig af, verkrampt zonder precies te weten waarom. Een reflex tegen te veel intimiteit. Dit keer voelde het anders. Omdat het de laatste keer was geweest waarschijnlijk. Ze voelde zich vrijer, losser van haar lichaam. Ze gaf zich bijna wellustig over aan de zachte handen van de verpleegster, die haar eerst voorzichtig uit bed hielp, haar uitkleedde en haar daarna onder de douche zette. De pijn viel mee; ze was niet ingescheurd. Paul had niets hoeven hechten. Het was meer dat haar benen wat loom waren, alsof ze de avond daarvoor te veel had gedronken. Voor de rest voelde ze zich goed. Haar buik welde nog zwaar over haar schaamstreek, maar met wat oefeningen en de corrigerende onderbroeken die ze nog van de vorige keer had bewaard zou ze die wel weer enigszins in vorm krijgen. Hoewel zes kinderen in elf jaar tijd zich niet helemaal weg lieten retoucheren. Ze wreef over het vel dat een paar uur geleden nog strakgespannen om haar buik had gestaan en dat nu als een slappe doek tussen haar vingers gleed. ‘Ik ga even uw bed verschonen, mevrouw Van Hees.’ De verpleegster trok het douchegordijn dicht en Anna liet het warme water langs haar kruin stromen, tussen haar schouderbladen, over haar ruggengraat naar haar billen. Weer een meisje. Een meisje dat Elke heette, Elke Elisabeth van Hees. Zij die van iedereen is en vooral van mij, dacht Anna terwijl ze zich voorzichtig tussen haar benen waste om de laatste bloedsporen weg te poetsen. Zes dochters. Het
21
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 22
was haar gelukt. Ze had het gewild en ze had het gedaan. Even kneep ze haar vingers tot een vuist. Dankbaar was ze. Hoewel ze slechts mild gelovig was opgevoed en haar beide ouders nooit hadden aangedrongen op een hardvochtig godsvertrouwen, drong de kracht van deze erfenis opeens helder tot haar door. Dankbaar zijn voor wat je is gegeven. Voor de kracht, de kans. Vader zou trots op haar zijn. Met zes kleinkinderen had ze hem de familie gegeven die hijzelf had moeten ontberen. Ze had hem geen kind gegeven, maar een geslacht, ook al waren het meisjes. Ze sloot haar ogen en liet het water loodrecht op haar neer kletteren. Een felle pijnscheut trok door haar onderlichaam. Ze verkrampte. ‘Au, au.’ De pijn pulseerde vanuit haar buik door haar vagina langs haar benen. Het was geen wee, maar een aanhoudende scheut. Anna probeerde haar rug te rechten, schoof het douchegordijn opzij en stapte voorzichtig op de badmat. De pijn hield aan, scherp. Ze greep naar de wastafel en kromp opnieuw ineen. ‘Au, bah, au, au.’ De verpleegster hoorde haar kermen en kwam vanuit de kamer aangesneld. Ze bood Anna een handdoek aan en streek over haar rug. ‘Lukt het, of wilt u dat ik u help?’ ‘Ik probeer het wel even,’ antwoordde Anna, en voorzichtig boog ze dieper om eerst haar benen en daarna haar buik te drogen. Rode strepen kleurden het witte katoen. ‘Gadverdamme.’ Zuchtend vroeg Anna de zuster om een onderbroek en wat kraamverband. Hoewel de pijn aanhield, kleedde ze zich verder aan: een ruimvallende zwarte maillot, een wijde, wollen Schotse rok met een grote veiligheidsspeld, een stevige voedings-bh, een wit hemd dat ze open kon knopen, een overslag-t-shirt, een rood gebreid vest. Het was koud buiten en het regende al dagen, waardoor alles klam aanvoelde en stonk, zeker wol. Deze kleren schoot ze makkelijk aan en uit. Ze hield van de vroege herfst, maar had een hekel aan de laatste maanden van het jaar. Hoewel je, als het regende, wel lekker kon doorwerken. Een subtropisch klimaat was wat dat betreft niet aan haar besteed. Anna had het Maurits ook meteen uit zijn hoofd gepraat toen
22
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 23
hij vlak na hun huwelijk voorstelde een paar jaar naar Indonesië te gaan, waar hij in het ziekenhuis van Medan kon gaan werken. En zij thuiszitten met de kinderen en de baboe zeker! Ze hadden dat land toch niet voor niets opgegeven? Op kousenvoeten, maar verder volledig gekleed, stapte Anna de kraamkamer binnen. De verpleegster fronste haar wenkbrauwen toen ze haar zag. ‘U moet nog wel even liggen, hoor mevrouw.’ ‘Dat kan ik ook met kleren aan.’ Anna ondersteunde haar buik, waarmee ze de pijn iets leek te verlichten. Het zou vanzelf wel overgaan. Ze bloedde nog, dat zou het zijn. Voorzichtig schuifelde ze naar het bed en ging op de rand zitten, zwiepte haar beide benen tegelijk omhoog en installeerde zich op de schoongewassen lakens. Ze trok het kussen stevig in haar rug, zodat ze rechtop zat, en glimlachte naar de zuster. ‘Heerlijk.’ Ze deed haar mond open om te vragen waar haar dochter bleef, die zo langzamerhand toch wel aangelegd moest worden. Op dat moment ging de deur open. Maurits stapte de kamer binnen. Anna registreerde hoe hij naar de verpleegster keek en met een simpele buiging van zijn hoofd alles vertelde wat ze nooit wilde horen. De zuster knikte en tikte in het voorbijgaan even op Anna’s scheenbeen. Ze deed de deur geluidloos achter zich dicht. Anna keek strak naar Maurits, die langzaam naar het bed liep, zijn blik op de grond gericht. Toen hij zijn hoofd optilde glimlachte hij flauw. ‘Je bent alweer aangekleed.’ ‘Ik voel me goed. Als de baby is aangelegd, kunnen we naar huis. Ik ben al naar de wc geweest.’ ‘Heb je nog pijn gehad?’ ‘Nee. Nou, even.’ ‘Waar?’ ‘In mijn buik, een steek. Maar het is weg. Ik bloed nog wel, maar dat is normaal, toch? Verder voel ik me prima. Echt.’ Maurits reageerde niet. Hij leek niet te horen wat ze zei en staarde langs haar heen naar het raam. Anna werd onrustig. ‘Wat is er aan de hand, Maurits?’ ‘Anna...’ ‘Is er iets?’
23
Miek Smilde - Gloria in excelsis deo_Opmaak 1 14-10-13 20:24 Pagina 24
Razendsnel schoten alle denkbare angsten door haar heen, angsten die zij, als alle ouders, altijd had weten weg te drukken voordat ze hun verwoestende werk konden doen. Was Carice onder een vrachtauto gekomen? Was Selma met een vreemde man meegegaan? Flore – waar was Flore? En Tekla – was ze uit een boom gevallen, plat op haar rug, een dwarslaesie? Of Mare... ‘Verdomme, Maurits, wat is er gebeurd?’ Ze schrok van haar vloek. Ze vloekte nooit. Hij ging op de rand van het bed zitten en pakte haar hand in de zijne. Hij schudde zijn hoofd. ‘Er is niets met de kinderen.’ Een golf van opluchting spoelde door haar hele lichaam. Ze voelde haar gezwollen borsten tintelen. ‘Maurits, ik schrok me dood. Wil je me nooit meer zo laten schrikken?’ ‘Anna.’ ‘Maurits.’ Ze proefde zijn naam: Maurits, haar man, de vader van haar vijf kinderen. Zes kinderen. Hij had haar de kans gegeven. Eerst had haar vader het haar gegund, toen hij. Zij hield van hem, dat wist ze zeker. ‘Er is niets met de kinderen. Maar Elke...’ Het was vreemd haar naam te horen. In gedachten had ze die vier letters wel eens eerder genoemd, maar toen hadden ze nog geen identiteit gevonden, geen lichaam, hadden ze geen ziel gehuisvest, geen mens gemaakt. Nu Maurits haar naam noemde, voelde ze opeens een groot gemis, zo groot als haar nu voor altijd lege baarmoeder, die nog gezwollen en nabloedend onder haar uitgerekte en getekende huid lag. Ze voelde tranen opkomen, maar duwde ze onmiddellijk weer weg. ‘Wat is er met Elke?’ Het was de eerste keer dat ze zelf hardop die naam uitsprak: Elke. Haar jongste dochter, haar laatste kind. Elke Elisabeth, moeder van de eeuwigdurende belofte die van iedereen was, en vooral van haar. Maurits haalde diep adem en slikte een paar keer. ‘Het is niet goed met Elke.’ Anna probeerde vat te krijgen op haar ademhaling. Ze kneep haar ogen samen. ‘Is ze dood?’
24