GLAZEN- EN VAATWASMACHINES
ECOMAX 402/502 (vertaling van origineel)
Vanaf serienummer: 8663 0001
INSTALLATIE
BEDIENING
VERSIE 09-04-10
DE NL F NL
221724-B-04-10
INHOUD
Pagina
1 BELANGRIJKE OPMERKINGEN .......................................................... 4 2 INSTALLATIE ......................................................................................... 2.1 Opstelling ....................................................................................... 2.2 Aansluiting elektriciteit ................................................................... 2.3 Aansluiting water . .......................................................................... 2.4 Aansluiting afvoer ..........................................................................
5 5 5 5 6
3 BEDIENINGSPANEEL . .......................................................................... 7 4 INGEBRUIKNAME ................................................................................. 4.1 Afwas- / naspoelmiddel .................................................................. 4.2 Eerste keer vullen van de boiler . ................................................... 4.3 Vullen van de aanzuigslangen ....................................................... 4.4 Waterontharder (optioneel) ............................................................
8 8 8 9 9
5 BEDIENING .......................................................................................... 10 5.1 Voorbereiding ............................................................................... 10 5.2 Gebruik ........................................................................................ 11 6 UITSCHAKELEN EN REINIGEN VAN DE MACHINE . ........................ 6.1 Uitschakelen ................................................................................ 6.2 Onderhoud (dagelijks) . ................................................................ 6.3 Onderhoud (wekelijks) .................................................................
12 12 12 12
7 INSTELLINGEN .................................................................................... 7.1 Aanpassen van de doseerhoeveelheid ........................................ 7.2 Aanpassen van de doseerhoeveelheid van het naspoelmiddel ... 7.3 Aanpassen van de waterhardheid . ............................................
13 13 13 13
8 VORSTPREVENTIE ............................................................................. 14 9 ONDERHOUD . ..................................................................................... 14 10 PROBLEMEN OPLOSSEN .................................................................. 14
21724-B-04-10
3
DE NL F NL
DE NL F NL
1 BELANGRIJKE OPMERKINGEN Gebruiken conform de regelgeving Deze machine is uitsluitend bedoeld voor het reinigen van glazen, borden, kopjes, bestek, dienbladen, enz. Niet gebruiken voor elektrisch verwarmde kook- en warmhoudapparatuur..
Veiligheid Spuit de machine nooit met een slang schoon. Het "Let op" symbool staat naast de instructies die essentieel zijn voor een veilige bediening van de machine. Lees deze passages zorgvuldig door.
Productaansprakelijkheid Installatie- of reparatiewerkzaamheden die niet worden uitgevoerd door gekwalificeerde technici of waarbij geen originele reserveonderdelen worden gebruikt, evenals iedere technische wijziging aan de machine kunnen van invloed zijn op de in de��������������������������������������������� standaard �������������������������������������������� verkoopvoorwaarden vermelde garantie.
Geluidsniveau machine: Het geluidsniveau van de machine is 70 dB (A).
BASISREGELS VOOR HET REINIGEN VAN GLAZEN Waterkwaliteit en reinigingsresultaat: De kwaliteit van het lokale leidingwater is van grote invloed op het was- en reinigingsresultaat: Sterk mineraalhoudend water kan strepen geven tijdens het droogproces. Mineralen die in water oplossen blijven op de glazen zitten en geven vlekken en strepen. Geautoriseerd servicepersoneel kan het mineraalgehalte bepalen door het meten van de elektrische geleiding. Waarden van minder dan 100 µS/cm wijzen op een laag mineraalgehalte. Een hoger gehalte moet worden verlaagd tot onder het kritische niveau door middel van het demineraliseren van het water met behulp van speciale demineralisatie-cartridges of een omgekeerd osmosesysteem. Neem contact op met uw geautoriseerde servicepartner voor ondersteuning:
Overige belangrijke voorschriften: We raden aan om speciale glasrekken te gebruiken. In deze rekken worden de glazen in een licht hellende positie geplaatst. De glazen worden zo effectiever gespoeld. Om een onaangename geur van het glaswerk te voorkomen, moet u een speciaal chloorvrij naspoelmiddel voor glazen gebruiken. Nieuwe glazen hebben vaak een vettige beschermingslaag die is aangebracht tijdens de productie. Daarom moet er eerst een basisreiniging worden uitgevoerd, voordat de glazen geschikt zijn voor gebruik in een glazenwasmachine. Anders kunnen de glazen niet goed afdruipen en blijven er strepen achter op het glas. De basisreiniging kan door de machine worden uitgevoerd. Was de glazen een aantal keer met een speciaal afwasmiddel dat u handmatig toevoegt.
421724-B-04-10
2 INSTALLATIE
DE NL
2.1 OPSTELLING
F
–– Er hoeft geen rekening te worden gehouden met de afstand tot de achterwand. Zorg ervoor dat de machine rechtop en waterpas staat d.m.v. het aanpassen van de stelvoeten.
NL
–– Verdeel het gewicht van de machine gelijkmatig over alle stelvoeten.
2.2 AANSLUITING ELEKTRICITEIT Uitsluitend door gekwalificeerde technici conform de lokale en nationale voorschriften uit laten voeren. –– De stroomtoevoer dient in overeenstemming te zijn met de gegevens op het typeplaatje. –– Zekeringen en kabelverbindingen moeten aan de voorschriften voldoen. –– Er is voorzien in een afsluitklep om de stroomkabel aan te sluiten (isolatieschakelaar of toegankelijke afsluitklep). In overeenstemming met EN 60 335 dient het apparaat met een equipotentiaal te worden aangesloten. De aansluitschroef ( ) bevindt zich naast de kabeldoorvoer .
2.3 AANSLUITING WATER
A
Uitsluitend door gekwalificeerde technici conform de nationale en lokale voorschriften uit laten voeren. De machine dient te worden aangesloten op water van drinkwaterkwaliteit. Bij sterk mineraalhoudend water wordt een aparte demineraliseerinstallatie aanbevolen. –– Machine zonder waterontharder: Sluit aan op zacht en indien mogelijk warm water (tot 4°dH = 0,5 mmol/l, max. 60 °C). –– Machine met waterontharder: Sluit indien mogelijk aan op warm water (max. 60 °C). –– Ecomax 402/502-20: Waterdruk 0,5 – 10 bar. Belangrijk: de waterdruk mag niet lager zijn dan 0,5 bar. Wanneer de waterdruk meer dan 10 bar is, moet er een reduceerventiel bij de bron worden geplaatst. Overige modellen: Waterdruk 2 – 6 bar. Wanneer de waterdruk minder is dan 2 bar moet er een wateropvoerpomp op de locatie worden geplaatst. Wanneer de waterdruk meer is dan 6 bar moet er een reduceerventiel worden geplaatst. –– Sluit de wartelmoer "A" (3/4") van de watertoevoerslang aan op de het afsluitventiel. –– Toevoerslang niet knikken of onderbreken. Gebruik bij verlenging van de toevoerslang, een slang met dezelfde specificaties.
21724-B-04-10
5
DE
INSTALLATIE
NL
2.4 AANSLUITING AFVOER
F
Machine zonder afvoerpomp –– Zorg voor een natuurlijke afvoer. max. 60 mm
–– Voor dit type machines is een vloerafvoer noodzakelijk, aangezien de afvoerslang op ongeveer 60 mm boven vloerniveau uit de machine komt. Anders kan er afvoerwater in de tank en slang achterblijven. –– Er mag geen knik in de afvoerslang zijn.
Machine met afvoerpomp (optioneel) –– De verbinding tussen de machine en de zijafvoer mag niet meer zijn dan 0,65 m. max. 0.65 m
NL
621724-B-04-10
–– Leg de afvoerslang niet los op de vloer (de slang kan slijten). Bevestig de slang op locatie! –– Er mag geen knik in de afvoerslang zijn.
3 BEDIENINGSPANEEL 2
DE 2
4
5
3
NL
1
F NL
6
À
Machine AAN/UITknop
7
Door het indrukken van deze knop wordt de machine ingeschakeld. Het lampje springt aan. knipperen continu
= Machine vult zich en is aan het opwarmen. = Machine is klaar voor gebruik.
Bij bedieningsfouten of storingen is het mogelijk om de machine onmiddellijk, zonder afvoercyclus, uit te schakelen. Na het uitschakelen kan de machine nog onder spanning staan!
Á
Programma-knoppen
Met deze knoppen kunt u kiezen tussen een korte cyclus (1) en een standaardcyclus (2). De corresponderende lampjes gaan branden.
Â
Afvoer/UIT-knop
Door deze knop 3 seconden lang ingedrukt te houden, wordt het zelfreinigingsprogramma gestart. Aan het einde van het programma wordt de machine automatisch uitgeschakeld. Bij machines met een afvoerpomp wordt de tank automatisch afgevoerd. Na het uitschakelen kan de machine nog onder spanning staan!
à Ä
Display
Temperatuurindicatie Wassen
Display
Temperatuurindicatie Naspoelen
Instellingen Eerste keer vullen van de boiler Vullen slang – naspoelmiddel Vullen slang – reinigingsmiddel Aanpassen van de waterhardheid Doseerhoeveelheid naspoelmiddel Doseerhoeveelheid reinigingsmiddel
Linkerdisplay – H10 tot H15 branden afhankelijk van de geselecteerde functie. Rechterdisplay – Geeft de aangepaste waarde aan.
Å
Zout toevoegen
Geeft aan dat er regeneratiezout moet worden toegevoegd. (Alleen bij ingebouwde waterontharder.)
Æ
Regeneratiezout-indicator
Waterontharder geactiveerd. Het programma kan meer tijd in beslag nemen.
21724-B-04-10
7
DE
4 INGEBRUIKNAME
NL
4.1 AFWAS- / NASPOELMIDDEL
F
Gebruik uitsluitend afwas- en naspoelmiddel voor industrieel gebruik. Lees de veiligheidsinstructies van de fabrikant goed door.
NL
–– Voordat u overstapt op een ander product (zelfs van dezelfde leverancier), moeten de aanzuigslangen grondig worden gespoeld met vers water (procedure beschreven onder 4.3). Anders kan er door de verschillende soorten reinigingsmiddelen kristallisatie ontstaan, waardoor de doseerpomp mogelijk niet goed meer functioneert. De doseerpompen kunnen een maximale opvoerhoogte aan van 1,5 m. Verwissel de reservoirs niet! 4.1.1 AFWASMIDDEL Gebruik bij de optioneel ingebouwde doseerpomp geen zure afwasmiddelen! (De ph-waarde moet boven de 7 zijn.) –– Plaats de aanzuigslang in het aparte reservoir voor afwasmiddel. Vul de aanzuigslang volgens hoofdstuk 4.3. 4.1.2 NASPOELMIDDEL –– Plaats de aanzuigslang (blauwe markering) in het aparte reservoir voor naspoelmiddel. Vul de aanzuigslang volgens hoofdstuk 4.3.
4.2 EERSTE KEER VULLEN VAN DE BOILER LET OP: De machine moet worden uitgeschakeld. Als de machine niet is ingeschakeld voor het eerste keer vullen van de boiler, knipperen H14 - H17 en H24 - H27 (display à en Ä). –– Open de watertoevoer. –– Zet de hoofdschakelaar aan of steek de stekker in het stopcontact. –– Open de deur. –– Druk programma-knoppen Á gelijktijd in, de lampjes van de knoppen gaan branden. Display H10 à en H20 - H29 Ä branden (afhankelijk van de basisinstelling).
–– Drukprogramma-knop "1" een paar keer in, totdat display H12 Ã gaat branden. –– Sluit de deur. –– Drukprogramma-knop "1" een paar keer in, totdat display H15 Ã brandt.
–– Druk programma-knop "2" kort in, de boiler wordt gevuld. Display Ä: bewegend lichtpunt H24 - H27. Als de boiler is gevuld, schakelt de machine zichzelf uit.
821724-B-04-10
INGEBRUIKNAME
DE NL
4.3 VULLEN VAN DE AANZUIGSLANGEN
F
LET OP: De machine moet worden uitgeschakeld. –– Open de deur. –– Druk programma-knoppen Á gelijktijdig in, de lampjes van de knoppen springen aan. Display H10 Ã en H20 - H29 Ä branden (afhankelijk van de basisinstelling). –– Druk programma-knop "1" een paar keer in, totdat display H12 Ã aanspringt. –– Sluit de deur. –– Drukprogramma-knop "1" opnieuw in, H13 gaat branden. 4.3.1 AANZUIGSLANG AFWASMIDDEL Alleen bij ingebouwde doseerpomp. –– Houd programma-knop "2SDSq ingedrukt, de boiler wordt gevuld. Display Ä: bewegend lichtpunt H24 - H27. Wanneer de knop wordt losgelaten, stopt het vullen van de slang. 4.3.2 AANZUIGSLANG NASPOELMIDDEL –– Drukprogramma-knop "1" opnieuw in, H14 gaat branden. –– Houd programma-knop "2SDSq ingedrukt, de slang wordt gevuld. Display Ä: bewegend lichtpunt H24 - H27. Wanneer de knop wordt losgelaten, stopt het vullen van de slang.
Het vullen van de slang stoppen: –– Open de deur of druk 10 seconden lang geen knop in.
4.4 WATERONTHARDER (optioneel) Voor het eerste gebruik moet de waterontharder worden gevuld met regeneratiezout en water van drinkkwaliteit. Het vullen van het zoutreservoir met een reinigingsmiddel brengt schade toe aan de waterontharder. –– Open de deur. –– Draai het deksel van de waterontharder los en vul de ontharder met 1,5 kg "Regeneratiezoutkorrels" (gebruik geen zouttabletten). –– Vul de ontharder met water van drinkkwaliteit (alleen bij het eerste gebruik). Reinig de dop en de rand van het deksel van de waterontharder zorgvuldig, voordat u de dop dichtdraait. –– Sluit de dop en draai vast. –– Om corrosie te voorkomen, moeten alle zoutresten van de tankbodem worden verwijderd. –– Stel de waterhardheid in volgens hoofdstuk 7.3 ! Wanneer de zout-indicator Å knippert tijdens gebruik, moet de waterontharder worden bijgevuld met regeneratiezout. Na het bijvullen duurt het even voordat het lampje van de zoutindicator uitgaat. 21724-B-04-10
9
NL
DE
5 BEDIENING
NL
5.1 VOORBEREIDING
F
–– Controleer de juiste stand van de was- en naspoelarmen, filter en standpijp.
NL
–– Open de watertoevoer. –– Zet de hoofdschakelaar aan of steek de stekker in het stopcontact.
–– Controleer het niveau in de reservoirs van het afwas- en naspoelmiddel.
–– Sluit de deur en druk de AAN/UIT-knop inÀ, de tank wordt bijgevuld. –– Het lampje van de knop knippert tijdens de vul- en opwarmcyclus. Dit proces kan een aantal minuten in beslag nemen. Wanneer het lampje blijft branden, is de machine klaar voor gebruik. –– Plaats de glazen vervolgens met de opening naar beneden in het rek.
–– Verwijder alle voedselresten voordat u de borden in het rek zet. –– Spoel vettige voedselresten af.
�������������� 21724-B-04-10
BEDIENING
DE NL
5.2 GEBRUIK –– Schuif het rek in de machine en sluit de deur.
F NL
–– Druk op programmaknop 1 of 2 om het gewenste programma te kiezen. Knop "1" =
korte cyclus
(voor licht/matig vervuild vaat- en glaswerk).
Knop "2" =
standaardcyclus
(voor matig/zwaar vervuild vaatwerk)
–– Het lampje van de programma-knop knippert, machine is bezig met wasprogramma. –– Wanneer het lampje niet meer knippert, is het wasprogramma klaar. –– Open de deur en schuif het rek naar buiten. –– Laat de glazen ongeveer 1 minuut opdrogen.
21724-B-04-10 �� 11
DE
6 UITSCHAKELEN EN REINIGEN VAN DE MACHINE
NL
6.1 UITSCHAKELEN
F
–– Verwijder de standpijp.
NL
–– Sluit de deur.
–– Houd de Afvoer-knop  minimaal 3 seconden ingedrukt, het lampje gaat branden. –– Het zelfreinigingsprogramma wordt gestart en de binnenkant van de machine wordt automatisch gereinigd. OPMERKING: Een laatste controle voor het verwijderen van voedselresten wordt aanbevolen. –– Bij machines met een afvoerpomp wordt de tank automatisch afgevoerd. –– Aan het einde van het programma wordt de machine automatisch uitgeschakeld. –– Zet de hoofdschakelaar uit of trek de stekker uit het stopcontact. –– Sluit de watertoevoer.
6.2 ONDERHOUD (DAGELIJKS) Gebruik bij het reinigen van de machine geen chloorhoudende, zuurhoudende of agressieve producten en geen metalen borstels. –– Open de deur, verwijder de filter en de standpijp. Let erop dat er geen voedselresten in de pompinvoer komen! –– Reinig de binnenkant van de machine.
–– Plaats de filter en de standpijp weer terug.
6.3 ONDERHOUD (WEKELIJKS) –– Draai de bevestigingsschroeven (A) los door deze tegen de klok in te draaien. –– Verwijder en reinig de wasarmen. –– Plaats alle onderdelen weer terug.
�������������� 21724-B-04-10
7 INSTELLINGEN
DE
LET OP: De machine moet worden uitgeschakeld.
–– Open de deur. Als de deur dicht is of als er 10 seconden lang geen knop wordt ingedrukt, wordt de indicator automatisch uitgeschakeld en worden de nieuwe instellingen opgeslagen. Het instellen kan daarom op elk moment in de procedure worden onderbroken.
7.1 AANPASSEN VAN DE DOSEERHOEVEELHEID Alleen bij ingebouwde doseerpomp.
–– Druk programma-knoppen Á gelijktijdig in, de lampjes van de knoppen gaan branden. –– In de linkerdisplay à brandt het onderste lampje (H10). –– De rechterdisplay Ä geeft de aangepaste waarde van de doseertijd van het afwasmiddel aan: 1 komt ongeveer overeen met 3,5 s ≈ 1 g/l. –– Voorgeprogrammeerde waarde: "H20-H22" = 10,5 s ≈ 3 g/l. –– Druk voor het aanpassen van de dosering van het afwasmiddel een aantal keer op de programma-knop "2", totdat de gewenste waarde (0-35 s ≈ 0-10 g/l) wordt weergegeven. Aanpassingen moeten volgens de aanbevelingen van de fabrikant van de reinigingsmiddelen worden uitgevoerd.
7.2 AANPASSEN VAN DE DOSEERHOEVEELHEID VAN HET NASPOELMIDDEL –– Drukprogramma-knop "1" in. De lampjes H10 en H11 branden in de linkerdisplay Ã. –– De rechterdisplay Ä geeft de aangepaste waarde van de doseertijd van het naspoelmiddel aan: 1 komt ongeveer overeen met 2,5 s ≈ 0,1 g/l. –– Voorgeprogrammeerde waarde: "H20-H22" = 7,5 s ≈ 0,3 g/l. –– Druk voor het aanpassen van de dosering van het reinigingsmiddel een aantal keer op de programma-knop "2", totdat de gewenste waarde (0-25 s ≈ 0-1.0 g/l) wordt weergegeven. Aanpassingen moeten volgens de aanbevelingen van de fabrikant van de reinigingsmiddelen worden uitgevoerd.
7.3 AANPASSEN VAN DE WATERHARDHEID Alleen bij optionele waterontharder. Om de waterontharder aan te passen aan de lokale waterhardheid (vraag informatie op bij het plaatselijke waterleidingbedrijf): –– Druk programma-knop "1" in. De lampjes H10 tot H12 branden in de linkerdisplay Ã. –– Druk programma-knop "2" een aantal keren in, totdat de lampjes in de rechterdisplay corresponderen met de gewenste waarde. Lampje "on" (brandt)
Bereik
Waterhardheid*
H20
H01
tot 9 °eh
H20 en H21
H02
10 tot 18 °eh
H20 tot H22
H03
19 tot 26 °eh
H20 tot H23
H04
27 tot 38 °eh
* (°eh = dH) 21724-B-04-10 �� 13
NL F NL
DE
8 VORSTPREVENTIE
NL
Bij vorst of als de machine langere tijd niet wordt gebruikt (bijv. bij seizoensactiviteiten), moet de machine volledig worden geleegd. Dit moet worden gedaan door de klantenservice.
F NL
Opnieuw instellen voor gebruik volgens hoofdstuk 4.
9 ONDERHOUD Voor een probleemloze werking adviseren wij u een servicecontract af te sluiten met het lokale servicekantoor.
10 PROBLEMEN OPLOSSEN PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAAK
OPLOSSING
De wasarmen zijn geblokkeerd (u moet deze eenvoudig met de hand kunnen draaien).
Verwijder de wasarmen en reinig deze zorgvuldig. Controleer of de watertoevoer van de machine naar wasarmen vrij is.
De sproeiers van de wasarmen zijn verstopt (visuele controle).
Verwijder de wasarmen en reinig deze zorgvuldig, totdat alle vuil is verwijderd. Plaats ze daarna weer correct terug.
De sproeiers van de naspoelarmen zijn verstopt (mogelijk door kalkafzetting).
Verwijder de naspoelarmen en ontkalk deze in een aparte bak.
De concentratie van het afwasmiddel is te laag of te hoog.
Controleer de instelling van de concentratie van het afwasmiddel. Zie ook de gebruiksinstructies onder 7.1.
De grove filter is vervuild.
Verwijder de filter, verwijder het vuil en reinig de filter.
Verkeerd programma geselecteerd voor zwaar vervuild vaatwerk.
Selecteer programma met een langere wascyclus.
De concentratie van het naspoelmiddel is te laag.
Verhoog de dosering. Zie ook de gebruiksinstructies onder 7.2.
Het vaatwerk is nog vettig.
1. Te lage dosering afwasmiddel: verhogen (zie instructies). 2. Controleer of het afwasmiddel geschikt is. Zo niet, kies een krachtiger afwasmiddel. 3. Voer vies water af en vul de machine opnieuw. Controleer de procedure voor vooraf verwijderen van voedselresten.
Rek is niet geschikt voor dit type vaatwerk.
Gebruik geschikte rekken voor een hellende positie waardoor het water uit de holtes kan worden afgevoerd.
Vaatwerk blijft na afloop van het programma te lang in de machine.
Verwijder het vaatwerk direct na afloop van de cyclus, zoat het goed kan drogen.
Slecht wasresultaat Vaatwerk is niet schoon.
Borden of glazen zijn niet goed droog.
�������������� 21724-B-04-10
PROBLEMEN OPLOSSEN PROBLEEM
DE
MOGELIJKE OORZAAK
OPLOSSING
De concentratie van het naspoelmiddel is te hoog.
Verlaag de hoeveelheid (zie instructies).
Hard water of sterk mineraalhoudend water.
Controleer de kwaliteit van het water. Vraag informatie op bij het plaatselijke waterleidingbedrijf.
Slecht wasresultaat Strepen en vlekken op de vaatwerk of glazen.
Aanbevolen waarden: Ideale hardheidswaarde is 4°dH. De ideale geleidingswaarde voor glazen is max. 150 µS/cm en voor vaatwerk max. 400 µS/ cm. Rek is niet geschikt voor dit type vaatwerk.
Gebruik geschikte rekken voor een hellende positie waardoor het water uit de holtes kan worden afgevoerd.
Onvoldoende concentratie naspoelmiddel veroorzaakt vlekken.
Verhoog de hoeveelheid (zie instructies).
Machine met waterontharder: Verkeerd zout gebruikt.
Gebruik alleen regeneratiezoutkorrels.
Overige problemen Glazen zijn volledig of gedeeltelijk mistig.
Oppervlakte van de glazen is grof en poreus. Dit wordt glascorrosie genoemd.
Dit wordt niet veroorzaakt door een storing in de machine. Vervang door nieuwe glazen.
Breken van glas.
Gebruik van ongeschikte vaatwerk- of glasrekken.
Gebruik geschikte rekken.
De machine is aangesloten op een energiebeheerssysteem dat de stroom op een bepaald punt uitschakelt, of de machine is aangesloten op een andere stroomverbruiker.
Sluit de machine apart aan (neem contact op met een elektricien).
Defecte zekering.
Controleer de zekeringen op locatie.
Temperatuursonde naspoelboiler of tank defect.
Neem contact op met klantenservice.
Drukoverbrenging naspoelboiler of tank defect.
Neem contact op met klantenservice.
Bedieningssysteem defect.
Neem contact op met klantenservice.
Storingen De machine schakelt zichzelf plotseling uit tijdens een wasprogramma.
De lampjes van de vier knoppen knipperen.
21724-B-04-10 �� 15
NL F NL
De fabrikant behoudt zich het recht voor om zonder kennisgeving producten te wijzigen of te verbeteren. Neem voor meer informatie contact op met uw Ecomax by HOBART-dealer.
Geprint in Nederland
21724-B-04-10