Reflex is een uitgave van de Algemene Bond Uitzendondernemingen. Jaargang 11. Juni 2011. € 4,95
2 v o o r
i e d e r e e n
d i e
w e r k t
b i j
e e n
u i t z e n d o n d e r n e m i n g
Vijftig jaar aan ‘t roer voor werk
Extra dik feestnummer! R E F L E X
2
•
J U N I
2011
1
T HeM a
Ui tzen d bra n ch e em a n cipeerde vrouwen
girl power Ze lapten ramen, verschoonden luiers, dopten boontjes en zetten de sloffen voor manlief klaar. Vroeger werkten getrouwde vrouwen wel, maar niet buitenshuis. Dat ze dat nu wel doen, is niet alleen te danken aan fanatieke feministen uit de jaren zestig en zeventig, maar ook aan… de aBU.
32
R E F L E X
2
•
J U N I
2 0 1 1
lle hippies, flower power en feministische vrouwengroeperingen ten spijt; het duurde tot ver in de jaren zeventig voordat het echt geaccepteerd was dat vrouwen buitenshuis gingen werken. Selma van den Broek (66), oprichtster van Luba Uitzendbureau in 1968 en oudbestuurslid van de ABU, weet daar alles van. “De vrouwen die wel werkten, waren jonge, ongehuwde meisjes. Zij vervulden voornamelijk administratieve functies zoals typiste. Zodra je trouwde, werd je arbeidscontract automatisch ontbonden. Mannen waren de kostwinnaars, vrouwen werden geacht voor het gezin te zorgen.” Dat vrouwen hun baan verloren zodra ze in het huwelijksbootje stapten of zwanger werden, was voor vrouwelijke ambtenaren en onderwijzeressen zelfs wettelijk vastgelegd. Gehuwde vrouwen waren tot die tijd juridisch ‘handelingsonbekwaam’. Pas in 1976 werd een wet aangenomen die gedwongen ontslag bij huwelijk of zwangerschap voor álle vrouwen verbood. Toch bleven veel vrouwen, ambtenaar of niet, nog hangen in de oude rolpatronen.
Landelijke advertentiecampagne in een serie van vijf,
a
‘HE ZUS, ZE HOUDEN ONS ERONDER!’ Feministische groeperingen probeerden verandering in deze situatie te brengen. De jaren zeventig waren de hoogtijdagen voor de zogeheten tweede feministische golf. Het was de tijd van vrouwenpraatgroepen, vrouwenhuizen en vrouwencafés. Naast de Dolle Mina’s, een feministische actiegroep die streed voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen, waren er groepen
om de aandacht te vestigen op de mogeijkheden die tijdelijk werk kan bieden
1970; Dolle Mina’s bezetten de Margriet-redactie
Mama gaat weer werken Work4Women trekt Margrietvrouwen over de drempel Uitzendorganisatie Work4women richt zich op de ‘Margrietvrouw’. Dat zijn traditionele vrouwen, moeders vaak, die zich niet thuis voelen bij reguliere uitzendorganisaties. Wél bij het nieuwe Work4Women zo blijkt, want de zes vestigingen worden overspoeld met kandidaten. Manager yvon Veugelers: “We hebben een zeer rijke bron aangeboord!” Op vier april ging Work4Women van start. De zes bureaus zijn volgens het shop-in-shop principe gevestigd binnen bestaande Tempo-Team vestigingen. Sinds de start loopt het storm. De eerste twee weken meldden zich al 1.400 vrouwen aan. Ook de belangstelling van de pers was groot. Hoewel manager Yvon Veugelers nog wat beduusd is door de grote belangstelling, komt dit succes zeker niet uit de lucht vallen. “Via onderzoek kwam de uitgever van weekblad Margriet er achter dat de lezeressen graag weer aan het werk wilden, maar dat ze niet wisten hoe ze dit aan moesten pakken.” Zo ontstond het idee om voor deze vrouwen een speciaal uitzendbureau op te richten. Work4Women is een samenwerkingsverband tussen Tempo-Team en Sanoma, de uitgever van Margriet. Tempo-Team brengt de uitzendkennis, Sanoma de doelgroepkennis en - via redactionele pagina’s in Margriet - de directe toegang tot die doelgroep. Wie zijn die Margrietlezeressen precies? Veugelers: “Dat zijn vrij traditionele vrouwen, moeders veelal. De meesten van hen zijn gestopt met werken toen ze kinderen kregen. Hun man is kostwinnaar, zij zorgen voor het huishouden en de kinderen. Hun leeftijd loopt uiteen van 30 tot 65 jaar. Het zijn klassieke gezinnen, de hoeksteen van de samenleving zo je wilt. Deze vrouwen willen weer werken. De ene categorie maakt een knip als kinderen vier zijn en naar de crèche gaan, de andere als de kinderen naar de middelbare school gaan.”
‘ Wie zit er op mij te wachten?’ Konden deze vrouwen niet terecht bij een regulier uitzendbureau? Veugelers: “nee. Deze vrouwen ervaren een grote afstand tot de arbeidsmarkt. er zijn drie belemmeringen. Ten eerste heeft een aantal te weinig zelfvertrouwen. Ze vragen zich af: Wie zit er nu op mij te wachten? Ik ben er toch al veel te lang uit? en: wat kan ik nu helemaal? Ten tweede is er het probleem van de kinderopvang. Ten derde hebben ze geen idee hoe ze aan het werk moeten komen.” juist daar kan een regulier uitzendbureau toch bij helpen? Veugelers: “Deze vrouwen voelen zich daar niet senang. De intercedenten zijn vaak een stuk jonger; het leeftijdsverschil en de levensfase verschillen te veel. Dat is wel belangrijk, want werk heeft te maken met zelfvertrouwen, het komt heel dicht bij mensen. er zijn genoeg uitzendorganisaties die hebben geprobeerd deze doelgroep te bereiken, maar nog nooit zo succesvol als wij nu.”
R E F L E X
2
•
J U N I
2011
33
T HeM a
“ Mannen waren de kostwinnaars, vrouwen werden geacht voor het gezin te zorgen.” Huis elijke uitstraling De samenwerking met Margriet bleek cruciaal om de doelgroep over de drempel te trekken. Veugelers: “Lezeressen van Margriet zijn sterk verbonden aan hun blad. er is een vertrouwensrelatie. als Margriet zegt dat het leuk is voor deze vrouwen om weer te gaan werken, pikken ze dat op.” Ook de speciale formule van Work4Women is een factor van belang bij het bereiken van de doelgroep. “Onze vestigingen hebben een bijna huiselijke uitstraling. De intercedenten zijn afkomstig uit de doelgroep; het zijn allen parttime werkende vrouwen, veelal moeders van minstens dertig jaar. We begeleiden de kandidaten intensief. Doel is om een eventueel laag zelfvertrouwen bij te stellen en ze ‘fit for the job’ te maken. We bekijken wat hun mogelijkheden zijn en of er nog opfriscursussen nodig zijn. Deze vrouwen hebben vaak meer competenties dan ze denken. als iemand jarenlang een vereniging heeft bestuurd, is dat ook een ervaring die telt. Daarnaast helpen we met de kinderopvang. Wij werken samen met een landelijke kinderopvangorganisatie en begeleiden het traject. Onze intercedenten kunnen direct alle eerstelijns vragen beantwoorden.”
Terreur van het s choolplein De intensieve begeleiding van Work4Women houdt niet op nadat een baan is gevonden. Veugelers: “er bestaat een afbreukrisico. Ik noem dat de terreur van het schoolplein. er zijn nog veel plekken in nederland waar werkende moeders minder gewaardeerd worden dan thuisblijvende moeders. Ook thuis verandert er veel. In het begin reageert het gezin vaak positief: leuk, mama gaat weer werken. Maar dat betekent ook dat vader of de kinderen de aardappelen eens moet schillen. De eerste keer is dat misschien nog leuk, maar na de vijfde keer minder.” Wat dat betreft is er volgens Veugelers nog wel wat werk aan de winkel in nederland. “Ik begrijp dat je misschien verbaasd bent als je dit verhaal zo hoort. je zou denken dat dit soort discussies in 2011 niet meer voorkomt, maar het is nog lang niet in alle gezinnen vanzelfsprekend dat mannen en vrouwen de zorgtaken eerlijk verdelen. Maar ook werkgevers blijven hangen in het klassieke plaatje; zij zouden in het kader van het nieuwe werken meer parttime banen aan moeten bieden. er zijn zoveel vrouwen die werk en zorg willen combineren.”
Betrouwbaar, loyaal, toegewijd De ‘Margrietvrouw’ blijkt een fijne doelgroep. Veugelers: “Het arbeidspotentieel onder deze groep is gigantisch. Deze vrouwen bezitten bijzondere kwaliteiten. Ze werken doorgaans niet primair voor het geld, maar om zichzelf te ontplooien. Ze zijn superbetrouwbaar, loyaal, zeer toegewijd en hebben mede door hun leeftijd een uitgekristalliseerde persoonlijkheid.” Omdat Work4Women nog maar net gestart is, kunnen nog geen concrete resultaten gemeld worden. Veugelers is optimistisch: “Zeker als de arbeidsmarkt weer krapper wordt, beschikken wij over heel veel goede kandidaten.” Want één ding staat voor Veugelers als een paal boven water: “We hebben met Work4Women een zeer rijke bron aangeboord!
34
R E F L E X
2
•
J U N I
2 0 1 1
actief als Wij Vrouwen Eisen, De Bonte Was, Lesbian Nation, Cinemien en Feministische Oefengroepen Radicale Therapie. Er werden pamfletten geschreven, manifesten uitgedeeld en strijdliederen gezongen. Er waren feministische tijdschriften, vrouwendrukkerijen, vrouwenbands en zelfs een vrouwenkluskollektief: De Karwijven. Feminisme werd voor sommige vrouwen zelfs een levenswijze. Zij wezen elke invloed van een man in hun leven af en werden bommoeder of lesbisch uit principe. Enkele bekende leuzen uit die tijd zijn: ‘Baas in eigen buik’, ‘Hé zus, ze houden ons eronder’ (strijdlied), ‘Marie wordt wijzer’, ‘Schat, staat de Bokma koud? Ja en je eten ook’ en ‘Als een meisje nee zegt, bedoelt ze nee’.
OP NAAR DE ABU! Veel reuring dus die dagen. En als het gaat om de emancipatie van vrouwen, hoort grappig genoeg ook de keurige ABU thuis in dat rijtje ‘radicale’ groeperingen. Niet
als oproerkraaier, niet vanuit idealisme en niet door eindeloze discussies te beleggen. De overwegingen van de ABU waren vooral economisch en het middel was simpel doch doeltreffend: werk! De behoefte aan uitzendkrachten was groot, zeker in de administratieve sector. Vrouwen waren gewoon hard nodig. Het was dus zaak vrouwen te werven, en dat deed de ABU dan ook. In 1969 startte de campagne ‘Gespleten geweten’. Hier worden gehuwde vrouwen middels een serie advertenties in Avenue opgeroepen om parttime te gaan werken. De tekstschrijver speelt sterk in op het sentiment van de huisvrouw als sloof met zinsneden als: ‘De vrouw van een man is zijn ‘huisvrouw’. En ‘Mannen delen de lakens uit, de vrouw verschoont het bed’. En: ‘Ook de getrouwde vrouw verlangt werk dat mentaal activeert’. Waarna de vrouw die graag parttime wilde werken, werd doorverwezen naar een ABUbureau. In 1970 volgt een tweede campagne: ‘Te huur per uur’. Ook hierin wordt flexibele arbeid voor vrouwen gepromoot, maar wordt vooral ook uitgelegd dat ABU-bureaus echt heel betrouwbaar zijn, en geen malafide profiteurs. Een derde campagne volgt tot slot in 1979. Dit keer gericht op moeders die parttime willen werken. Ook werden werkgevers opgeroepen meer parttime banen aan te bieden.
P ERFEC TE TIMING Van den Broek: “De branche heeft vrouwen geholpen zichzelf te bevrijden van het aanrecht. Werkgevers boden destijds nauwelijks tijdelijk werk of parttime banen
aan. Uitzendorganisaties wel en daar was behoefte aan. Hierdoor konden vrouwen werken op tijden die hen uitkwamen. Door die tijdelijke en parttime banen konden ze makkelijk toetreden tot de arbeidsmarkt en hun werk blijven combineren met de zorg voor hun gezin.” Kortom, uitzendbranche en vrouwen leken voor elkaar gemaakt. De branche had behoefte aan (administratieve) uitzendkrachten, de vrouwen hadden behoefte aan parttime, tijdelijk werk. Van den Broek: “Voor de emancipatie was het een enorme verrijking dat de uitzendbranche juist toen zo sterk opkwam. Vrouwen konden niet alleen als uitzendkracht aan de slag, maar ook als intercedent. Je had daar destijds nog geen gerichte opleiding voor nodig.”
MORRENDE MANNEN Dankzij de uitzendbranche gingen opeens dus veel meer vrouwen aan het werk. Niet iedereen reageerde even enthousiast. Van den Broek: “Mannen morden daar ook wel over. Ze vonden dat vrouwen hun banen inpikten. Dit soort geluiden werd sterker in tijden van werkloosheid.” Van den Broek kreeg zelf ook te maken met vooroordelen. Als fulltime werkende vrouw had ze eind jaren zestig, begin jaren zeventig soms aardig wat uit te leggen. “Ik was in 1967 net getrouwd. Toen ik in 1968 Luba oprichtte, was dat best revolutionair. Een getrouwde vrouw die werkt? En dan ook nog als zelfstandig ondernemer? Dat was heel vreemd in die tijd. Ook in mijn privé-omgeving moest ik vaak uitleggen waarom ik fulltime werkte, vooral nadat mijn eerste kind in 1971 werd geboren. Bovendien had de uitzendbranche toen nog een slechte naam. Bij inleners had ik daarom vaak het gevoel dat ik een dubbele handicap had. Ik was én vrouw én werkte in de uitzendbranche.” Langzaam werd het normaler dat vrouwen gingen werken. Toch duurde het nog
tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw voordat gehuwde vrouwen dezelfde rechten opbouwden in de sociale zekerheid als mannen en dat werd vastgelegd dat mannen en vrouwen recht hebben op gelijke beloning. Bovendien bleken mannen maar moeilijk te porren tot huishoudelijke taken, getuige ook de overheidscampagne in de jaren tachtig: ‘Een beetje vent strijkt zijn eigen overhemd’.
PAPADAG Anno 2011 is het heel gewoon dat vrouwen werken. Volgens sommigen is de emancipatie zelfs voltooid. Vrouwen kunnen studeren, carrière maken, er zijn crèches en papadagen. Anderen vinden dat er nog steeds werk aan de winkel is. Bijvoorbeeld omdat vrouwen vaak minder verdienen dan mannen in vergelijkbare posities. Of omdat de echte topfuncties nog steeds voor het overgrote deel door mannen worden vervuld. Bovendien blijkt het nog lang niet overal geaccepteerd dat mannen en vrouwen evenveel zorg dragen voor de kinderen en het huishouden (zie ook: Work4Women). Wie herinnert zich niet de kritiek toen Wouter Bos, toenmalig minister van Financiën, af en toe een papadag nam? Dit alles neemt niet weg dat we een eind gekomen zijn sinds de jaren zestig. Met dank aan alle Dolle Mina’s, Cinemienen, Karwijven én - sorry dames - de Algemene Bond voor Uitzendondernemingen.
R E F L E X
1
•
F E B R U A R I
2011
35