Directie Lokale Integrale Veiligheid
Gids ter attentie van gemeenten en politiezones Vrijwilligers in technopreventie
Gids uitgewerkt op basis van het draaiboek uit Vlaams-Brabant « Vrijwilligers helpen inbraken voorkomen », 2008
1
Inhoudstafel
Inhoudstafel 1. 2. 2.1. 2.2. 2.3. 3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.4.1. 3.4.2. 3.5. 4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 5. 5.1. 5.2. 6. 6.1. 6.2. 7. 8. 8.1. 8.2.
Inleiding ..............................................................................................................................................3 BESTUURSNIVEAU ...........................................................................................................................3 Principeakkoord ..................................................................................................................................3 Coördinator .........................................................................................................................................3 Financiële implicatie:...........................................................................................................................3 STATUUT VRIJWILLIGER .................................................................................................................4 Definitie ...............................................................................................................................................4 Aansprakelijkheid en verzekering .......................................................................................................4 Geheimhoudingsplicht ........................................................................................................................4 Vergoeding .........................................................................................................................................4 Reële kostenvergoeding .................................................................................................................5 Forfaitaire kostenvergoeding ..........................................................................................................5 Mag iedereen vrijwilligerswerk uitvoeren? ..........................................................................................5 SELECTIE VAN VRIJWILLIGERS ......................................................................................................6 Functiebeschrijving .............................................................................................................................6 Oproep en infosessie ..........................................................................................................................6 Screening, selectiegesprek, selectiecomité ........................................................................................6 Aantal vrijwilligers ...............................................................................................................................7 OPLEIDING VAN VRIJWILLIGERS ....................................................................................................7 Functionele opleiding ..........................................................................................................................7 Voortgezette opleiding ........................................................................................................................7 AFSPRAKENNOTA EN LEGITIMATIEKAART ...................................................................................8 Afsprakennota .....................................................................................................................................8 Legitimatiekaart...................................................................................................................................8 Voorbeelden........................................................................................................................................9 Bijlagen .............................................................................................................................................10 BIJLAGE 1: Artikel Diest werving vrijwilligers ...................................................................................10 BIJLAGE 2: Schriftelijke proef Diest..................................................................................................11
2
1. Inleiding Elke politiezone of gemeente beschikt over een beperkt aantal technopreventieve adviseurs. Meestal hebben deze adviseurs naast het verstrekken van inbraakpreventieadviezen ook nog andere taken (interventie, recherche...). Hierdoor wordt er vaak te weinig reclame gemaakt voor het gratis technopreventief advies omdat ze geen tijd hebben om reclame te maken of omwille van de vrees de grotere vraag niet aan te kunnen. Door een uitbreiding van de capaciteit van technopreventieve adviseurs met vrijwilligers, kunnen meer mensen op de hoogte worden gebracht van het bestaan van technopreventief advies en kunnen meer mensen een beroep doen op een technopreventief adviseur. Vrijwilligers kunnen meer reclame maken en de stijgende vraag kan door hen opgevangen worden.
2. BESTUURSNIVEAU 2.1.Principeakkoord Om een dergelijk pilootproject op te starten en om de middelen te bepalen die daarvoor ter beschikking zullen worden gesteld, is een voorafgaand akkoord van het bestuur via een beslissing van het college van burgemeester en schepenen en het gemeenteraadsbesluit vereist.
2.2.Coördinator Een essentiële voorwaarde voor het welslagen van het project is de rol van coördinator. Hij/Zij delegeert, stuurt en ondersteunt de vrijwillige adviseurs bij het verlenen van beveiligingsadviezen. De coördinator is het aanspreekpunt voor de vrijwilligers en motiveert hen. Deze bewaakt de kwaliteit van de adviezen en zorgt ervoor dat de vrijwilligers op de hoogte blijven van de actuele ontwikkelingen in het inbraakpreventielandschap. De coördinator staat ook in voor de evaluatie van de vrijwillige adviseurs. Hij/Zij ziet erop toe dat de vrijwilliger deskundige adviezen aflevert en blijft voldoen aan de gemaakte afspraken. De vrijwillige technopreventief adviseur vertegenwoordigt de lokale overheid. De kwaliteit van de afgeleverde adviezen is zeer belangrijk. Als de vrijwilliger niet meer voldoet aan de gemaakte afspraken, kan de coördinator beslissen om geen beroep meer te doen op zijn vrijwillige diensten. De coördinator is een technopreventief adviseur die in orde is met de functionele opleiding Technopreventief adviseur en met de voortgezette opleiding.
2.3.Financiële implicatie: Het inschakelen van vrijwilligers impliceert een (minimale) kost voor de gemeente. Elementen waarmee men moet rekening houden voor het berekenen van de meerkost zijn: – loonkost van de professionele coördinator (eventueel preventieambtenaar of een technopreventief adviseur – expert) – de opleidingskosten van de vrijwilligers – de onkostenvergoedingen voor de vrijwilligers – de verplaatsingskosten van de vrijwilligers – de verzekeringskosten – demonstratiemateriaal
3
– eventueel de gemeentelijke toelage voor het stelsel van premies inbraakpreventie: wanneer er meer technopreventieve adviezen zullen afgeleverd worden, zal vermoedelijk ook het aantal premieaanvragen stijgen.
3. STATUUT VRIJWILLIGER 3.1.Definitie Vrijwilligerswerk is elke activiteit die onbezoldigd en onverplicht wordt verricht ten behoeve van één of meerdere personen, van een groep of organisatie of van de samenleving als geheel en die niet door dezelfde persoon en voor dezelfde organisatie wordt verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een statutaire aanstelling. Bovendien moet het een organisatie zijn die geen familiale of privé-verband heeft met de vrijwilliger. Een vrijwilliger is elke natuurlijke persoon die vrijwilligerswerk verricht. Meer info over vrijwilligerswerk is te vinden op www.vrijwilligerswerk.be.
3.2.Aansprakelijkheid en verzekering De organisatie is verantwoordelijk voor de schade die de vrijwilliger aanbrengt tijdens het uitoefenen van zijn vrijwilligerswerk. De vrijwilliger is enkel aansprakelijk als er sprake is van zware schuld of bedrog. De organisatie sluit een verzekeringscontract af dat de risico's van het vrijwilligerswerk dekt. Het contract dekt minstens de burgerlijke aansprakelijkheid van de organisatie en de burgerlijke aansprakelijkheid van de vrijwilliger die tijdens zijn vrijwilligerswerk toegebracht wordt aan de organisatie, aan de begunstigde, aan andere vrijwilligers of aan derden. Daarnaast wordt ook de lichamelijke schade die de vrijwilliger bij ongevallen tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk of op weg naar en van zijn vrijwillige activiteiten aanbrengt, gedekt.
3.3.Geheimhoudingsplicht Vrijwilligers zijn gebonden door de geheimhoudingsplicht naar analogie van het beroepsgeheim bij professionelen (art. 458 van het Strafwetboek). Vrijwilligers die in het kader van hun opdracht in vertrouwen worden genomen en persoonlijke, vertrouwelijke informatie over iemand hebben verkregen, mogen deze informatie niet naar buiten brengen vanwege het beroepsgeheim. Een schending van het beroepsgeheim wordt door de wetgever aanzien als een strafrechterlijk feit waarbij de vrijwilliger een veroordeling kan oplopen (bijvoorbeeld een boete en vermelding op het strafblad). Er kan overwogen worden om de vrijwilligers een eed te laten afleggen waarbij ze er zich toe verbinden de nodige discretie aan de dag te leggen met betrekking tot de vertrouwelijke informatie waarover zij beschikken en zich te schikken naar de bepalingen inzake beroepsgeheim.
3.4.Vergoeding Vrijwilligerswerk bestaat uit het verrichten van activiteiten in georganiseerd verband, onverplicht en onbezoldigd ten behoeve van anderen of de samenleving. Buiten een onkostenvergoeding heeft elke andere vergoeding betrekking op een arbeidsprestatie en overstijgt ze het vrijwilligerswerk.
4
Vrijwilligers kunnen vergoed worden voor onkosten. In principe mogen ze enkel een kostenvergoeding ontvangen na het voorleggen van bewijsstukken en moeten de uitgaven in verhouding staan tot de uitgevoerde activiteiten. Het ontvangen van een kostenvergoeding is geen recht van de vrijwilliger. Het is aan de organisatie om de beslissing te nemen om al dan niet een kostenvergoeding toe te staan. Organisaties die de onkosten aan hun vrijwilligers willen terugbetalen, moeten een keuze maken uit twee bestaande systemen: de terugbetaling van de bewezen onkosten op basis van bewijsstukken of een terugbetaling van onkosten op forfaitaire basis. Het systeem van reële en forfaitaire kostenvergoeding is niet combineerbaar. Bovendien brengt een overschrijding van de vermelde bedragen met zich mee dat het volledige bedrag als loon kan worden beschouwd.
3.4.1. Reële kostenvergoeding Bij de terugbetaling van bewezen onkosten geldt geen limiet, maar elke vergoeding dient ten alle tijden bewezen te kunnen worden aan de hand van betalingsbewijzen. De reële kostenvergoedingen zijn niet belastbaar, noch in hoofde van de organisatie, noch in hoofde van de vrijwilliger. Wanneer men ervoor kiest reële kostenvergoedingen aan de vrijwilligers te betalen, worden deze best gespecifieerd zodat over de aard van de uitbetaling geen betwisting kan bestaan en de uitbetaalde sommen ook niet kunnen aanzien worden als een verdoken arbeidsvergoeding. Zoniet bestaat de mogelijkheid dat, wanneer de inspectie van financiën een bijkomende controle uitvoert, de vrijwilligers bijkomend belast zullen worden of een boete moeten betalen.
3.4.2. Forfaitaire kostenvergoeding De forfaitaire kostenvergoeding wordt geregeld door een omzendbrief van het Ministerie van Financiën van 5 maart 1999 betreffende het fiscaal stelsel van de terugbetalingen van kosten in het kader van vrijwillige activiteiten, waardoor vrijwilligers onder bepaalde voorwaarden niet belast worden.
3.5.Mag iedereen vrijwilligerswerk uitvoeren? Voor vele mensen die werkloos of arbeidsongeschikt zijn, (brug)gepensioneerden of personen die een ander vervangingsinkomen genieten, betekent vrijwilligerswerk een kans op maatschappelijke (re)integratie, op het verrichten van nuttige taken voor de maatschappij. Indien personen interesse hebben om vrijwilligerswerk te verrichten, is het aangewezen dat zij hiervan de bevoegde instanties verwittigen of hun toestemming vragen om vrijwilligerswerk te mogen verrichten. Vrijwilligers hebben er dus alle belang bij om zich van tevoren degelijk te informeren vermits het niet naleven van bepaalde voorwaarden tot gevolg kan hebben dat hun uitkering geschrapt wordt. De uitkeringsgerechtigde werkloze kan met behoud van zijn werkloosheidsuitkering vrijwilligerswerk uitvoeren. Hij moet vooraf schriftelijk het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening inlichten over zijn vrijwillig engagement. De directeur van het werkloosheidsbureau kan de vrijwilliger verbieden om het aangegeven vrijwilligerswerk uit te oefenen (niet de kenmerken van vrijwilligerswerk, de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt komt in het gedrang). Voor bruggepensioneerden en halftijds bruggepensioneerden geldt dezelfde regeling als voor werklozen. Arbeidsongeschikten kunnen vrijwilligerswerk uitoefenen als de adviserende geneesheer
5
vaststelt dat deze activiteiten verenigbaar zijn met de algemene gezondheidstoestand van de vrijwilliger. Ook personen die recht hebben op een leefloon kunnen vrijwilligerswerk uitvoeren. Bijkomende voorwaarden kunnen nog in een KB opgenomen worden. Hetzelfde geldt voor personen die recht hebben op een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. Ook bejaarden die genieten van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden kunnen ingeschakeld worden als vrijwilligers. Een kind dat als vrijwilliger werk verricht, heeft geen gevolgen voor de toekenning van gezinsbijslag.
4. SELECTIE VAN VRIJWILLIGERS 4.1.Functiebeschrijving Het is belangrijk op voorhand duidelijk het takenpakket en het profiel van de vrijwillige technopreventief adviseur op te stellen. Het is immers een basisgarantie om de juiste personen aan te werven. De vrijwilligers moeten voldoen aan het profiel zoals bepaald in de omzendbrief PREV 31 ter verduidelijking van de functie, het profiel en de erkenning van de technopreventieve adviseurs.
4.2.Oproep en infosessie Kandidaat-vrijwilligers kunnen gerekruteerd worden via een oproep in de lokale media of internet maar ook via persoonlijke contacten. Tijdens een infosessie kunnen de kandidaat-vrijwilligers uitgebreid geïnformeerd worden over het project: de taken, de doelstellingen, de selectie, de ondersteuning, de opleiding... . Op deze manier weten ze op voorhand waar ze zich moeten aan verwachten en kunnen ze beslissen om zich al dan niet kandidaat te stellen. (Ter inspiratie: zie bijlage 1: artikel Diest werving vrijwilligers.)
4.3.Screening, selectiegesprek, selectiecomité Alle kandidaat-vrijwilligers worden op voorhand gescreend door de politie. De politie geeft voor elke kandidaat een positief of negatief advies. Na de screening door de politie worden enkel de kandidaten met een positief advies uitgenodigd voor een schriftelijke en mondelinge selectie. In de selectie wordt gepolst naar: - motivatie - verantwoordelijkheidszin en betrouwbaarheid - bereidheid om zich belangeloos in te zetten - beschikbaarheid - communicatieve, sociale en administratieve vaardigheden - technische voorkennis - opvattingen over preventie, slachtofferschap,... In het schriftelijke gedeelte worden naast algemene vragen ook specifieke praktijksituaties bevraagd. Het schriftelijke gedeelte heeft als doelstelling het inwinnen van bijkomende persoonsgegevens, het testen van de administratieve vaardigheden, het toetsen van de verwachtingen van de
6
kandidaat en het testen van het functioneren van de kandidaat als vrijwillige technopreventief adviseur (praktijksituaties). Het schriftelijke gedeelte wordt nadien besproken tijdens het selectiegesprek. Het selectiecomité wordt bij voorkeur samengesteld uit de coördinator, een technopreventief adviseur van de eigen politiezone en van een andere politiezone en een afgevaardigde van de provincie of van de Directie Lokale Integrale Veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken. (Ter inspiratie: bijlage 2: schriftelijke proef Diest)
4.4.Aantal vrijwilligers Het is belangrijk op voorhand stil te staan bij het aantal vrijwilligers waar men wil mee starten. Dit aantal is voor elke gemeente, stad of politiezone verschillend. Het hangt ondermeer af van het aantal reeds aanwezige adviseurs, de tijd van de coördinator, het aantal huidige adviesaanvragen en het aantal verwachte adviesaanvragen. Men moet opletten dat er niet te veel vrijwilligers worden geselecteerd met het gevaar dat ze niet goed opgevolgd en begeleid kunnen worden of dat er onvoldoende adviesaanvragen zijn om de vrijwilligers actief en gemotiveerd te houden.
5. OPLEIDING VAN VRIJWILLIGERS 5.1.Functionele opleiding De vrijwilliger moet de functionele opleiding Technopreventief adviseur in een door de Minister erkende politieschool volgen. De opleiding bestaat uit volgende modules : - Module 1 : globale beveiligingsmethodologie - Module 2 : bijzondere beveiligingsmethodologie (beveiliging van zelfstandige ondernemers) - Module 3 : bijzondere beveiligingsmethodologie (beveiliging van openbare gebouwen) De betrokkene moet geslaagd zijn voor het examen van de opleiding Technopreventief adviseur.
5.2.Voortgezette opleiding Gezien de continue ontwikkelingen op het vlak van inbraakpreventie moet de vrijwilliger om de twee jaar de voortgezette technopreventie-opleiding volgen in een erkende politieschool of een door de Directie Lokale Integrale Veiligheid erkende instelling. Deze voortgezette opleiding van 16u moet om de 2 jaar worden gevolgd. Bovendien blijft de vrijwilliger continu op de hoogte van de nieuwigheden inzake inbraakpreventie via de coördinator, de rondetafels technopreventie en de informatie-inzamelingen.
7
6. AFSPRAKENNOTA EN LEGITIMATIEKAART 6.1.Afsprakennota Vooraleer de vrijwilliger start met zijn activiteiten als vrijwilliger ontvangt en ondertekent hij een afsprakennota die hem informeert over: – de sociale doelstelling en het juridisch statuut van de organisatie; – het verzekeringscontract dat afgesloten werd voor zijn vrijwilligerswerk en eventueel andere risico's die gedekt worden; – de onkostenvergoeding verbonden aan het vrijwilligerswerk; – de geheimhoudingsplicht waaraan de vrijwilliger zich moet houden.
6.2.Legitimatiekaart Aangezien de vrijwilligers niet professioneel verbonden zijn aan de gemeente, stad of politiezone beschikken ze niet over een kaart om zich te kunnen identificeren en legitimeren wanneer ze op huisbezoek gaan. Gezien de aard van het vrijwilligerswerk is dit echter geen overbodige luxe. Immers één van de organisatorische tips die de technopreventieve adviseurs aan de burgers meegeven, is te vragen naar en het verifiëren van de identiteit van een niet gekende persoon aan de deur. De legitimatiekaart vermeldt de naam en adres van de vrijwilliger en bevat een foto. De kaart geeft ook aan binnen welke regio de vrijwilliger adviezen kan verlenen. Het is ondertekend door bijvoorbeeld de burgemeester, gemeentesecretaris of de korpschef. De Directie Lokale Integrale Veiligheid ontwikkelt momenteel een legitimatiekaart die aan alle TPA zal worden uitgereikt en die zal verbonden worden aan het volgen van de voortgezette opleidingen in technopreventie.
8
7. Voorbeelden Hieronder vindt u meer informatie over het vrijwilligersproject in de gemeenten Diest en Dilbeek. De preventieambtenaren van Diest en Dilbeek brachten hun korpschef en het college van burgemeester en schepenen op de hoogte van het project en vroegen om een principieel akkoord tot het opstarten van het pilootproject in de betreffende stad/gemeente. In de beide gemeenten werd in april 2006 via het lokaal infoblad een oproep tot kandidaatvrijwilligers gelanceerd. Geïnteresseerden werden uitgenodigd op een infosessie waar het project gedetailleerd werd toegelicht en wie wou kon zich nadien kandidaat stellen. Na een screening door de politie en een schriftelijke en mondelinge selectie namen tien vrijwilligers deel aan de vierdaagse basisopleiding technopreventie in mei 2006. Na de stage in juni vond eind juni het examen plaats. Alle vrijwilligers die deelnamen aan het examen slaagden. Voordat de vrijwillige adviseurs aan de slag gingen, kregen ze een afsprakennota. Deze nota werd ondertekend door de vrijwilliger en de burgemeester en secretaris van Diest of Dilbeek. Ze kregen ook een legitimatiekaart om zich tijdens huisbezoeken te identificeren en legitimeren. In beide pilootgemeenten verlopen alle aanvragen via de coördinator/preventieambtenaar. In Diest geeft de coördinator via e-mail de gegevens van de aanvrager door aan de vrijwilliger. Onmiddellijk bij slachtoffers, binnen de 5 werkdagen bij spontane aanvragen. De vrijwilliger maakt binnen de 10 werkdagen telefonisch een afspraak met de aanvrager voor een huisbezoek. Binnen de maand na de aanvraag geeft de vrijwilliger een technopreventief advies tijdens een huisbezoek. De vrijwilliger maakt een kopie van het advies over aan de coördinator. In Dilbeek neemt de coördinator zelf telefonisch contact op met de aanvrager van een technopreventief advies en maakt een afspraak voor een huisbezoek. De coördinator overloopt de vrijwilligers om na te gaan wie het advies op de geplande datum kan uitvoeren. Na het advies maakt de vrijwilliger een verslag over aan de coördinator. De preventieambtenaar/coördinator ziet erop toe dat de vrijwilliger technopreventief adviseur deskundige beveiligingsadviezen aflevert en zich voldoende aan de gemaakte afspraken houdt. De preventieambtenaar staat in voor de evaluatie van de vrijwilliger. De vrijwilligers krijgen een forfaitaire onkostenvergoeding van 10€ per advies of per dagdeel dat ze een infoavond geven of infostand bemannen.
9
8. Bijlagen
8.1.BIJLAGE 1: Artikel Diest werving vrijwilligers
Gezocht: vrijwilligers inbraakpreventie Wil jij onze bevolking helpen informeren over een betere beveiliging van hun woning? De preventiedienst van Diest zoekt enthousiaste vrijwilligers om de bevolking te informeren over betere beveiligingsmaatregelen voor hun woning. Als vrijwillige adviseur inbraakpreventie volg je eerst een opleiding ‘Technopreventief adviseur’ aan de provinciale politieschool. Na deze opleiding ga je bij onze inwoners op huisbezoek en bekijk jij de zwakke en inbraakgevoelige punten van hun woning. Je adviseert de bewoners hoe ze hun woning beter kunnen beveiligen tegen een mogelijke inbraak. Ben jij bereid om je belangeloos in te zetten? Heb je interesse voor inbraakpreventie? Kan jij je tijdens de dag en 's avonds regelmatig vrij maken? Ben jij bereid om een opleiding 'Technopreventief adviseur’ te volgen? Heb jij eventueel technische kennis? JA? Dan ben jij de persoon die wij zoeken! Op 22 februari 2006 om 14.00 uur, vindt op het stadhuis een informatievergadering plaats. Alle geïnteresseerden zijn van harte welkom. Voor meer informatie kan je contact opnemen met: Preventiedienst stad Diest Michel Theysstraat 60 3290 Diest 013/32.68.32
[email protected]
10
8.2.BIJLAGE 2: Schriftelijke proef Diest
SCHRIFTELIJKE PROEF VRIJWILLIGER DIEFSTALPREVENTIE 1. UW PERSOONSGEGEVENS Naam: _________________________________________________________ Voornamen: ______________________________________________________________ Geboortedatum: ______________________________________________________________ Geboorteplaats: ______________________________________________________________ Adres: ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ Nummer TELEFOON: ______________________________________________________________ Nummer GSM: ______________________________________________________________ e-mail adres: ______________________________________________________________ Alleenstaand/samenwonend/gehuwd (schrappen wat niet past) Aantal kinderen: _________ Wat is hun leeftijd? 1) 2) 3) 4) Bent u bereid tot avondwerk? JA/NEE Bent u bereid tot zaterdagwerk? JA/NEE Hobby’s: ____________________________________________________________________ Rijbewijs: JA/NEE Beschikt u over een wagen? JA/NEE 2. UW OPLEIDING, ARBEIDSSITUATIE en BEROEPSERVARING Hoogst behaalde diploma: ________________________________________________________ _____________________________________________________________________________ Andere opleidingen: ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ Arbeidssituatie Werkende welk bedrijf/organisatie: ______________________ Welke functie: ______________________________ Sinds: _____________________________________ Gepensioneerd sinds: __________________ Bruggepensioneerd sinds: __________________ Uitkeringsgerechtigde werkloze sinds: __________________ Arbeidsongeschikt sinds: __________________ Leefloner sinds: __________________
Andere omschrijf: __________________________________ Beroepservaring:
________________________________________________________
11
3. WAAROM WILT U VRIJWILLIGERSWERK DOEN? _____________________________________________________________________________ 4. HOE ZOU JE JEZELF OMSCHRIJVEN? Geef zo goed mogelijk drie goede en drie minder goede eigenschappen en leg uit. _____________________________________________________________________________ 5. WAAROM DENKT U DAT U EEN GOEDE DIEFSTALPREVENTIEADVISEUR KUNT ZIJN? _____________________________________________________________________________ 6. WAT DOET U IN DE ONDERSTAANDE SITUATIE? Tijdens een huisbezoek vertelt een bejaarde vrouw dat ze zich niet meer veilig voelt. Ze heeft in de krant gelezen dat er ergens een inbraak is geweest waarbij de inbreker tot in de slaapkamer is gegaan. Daar werden de bewoners vastgebonden en geslagen. _____________________________________________________________________________ 7. WAT DOET U IN DE ONDERSTAANDE SITUATIE? U gaat op huisbezoek bij een slachtoffer van een inbraak. Het slachtoffer is helemaal over zijn/haar toeren en zegt dat ze voortdurend schrik heeft en ’s nachts niet meer kan slapen. _____________________________________________________________________________ 8. WAT DOET U IN DE ONDERSTAANDE SITUATIE? Tijdens een huisbezoek vertelt de bewoner dat hij een vuurwapen gaat kopen en de inbreker in zijn woning wel een lesje zal leren. 9. WAT DOET U IN DE ONDERSTAANDE SITUATIE? Een slotenmaker uit de omgeving van Diest nodigt u uit in zijn winkel om uitleg te geven over inbraakwerende sloten en grendels. Hij bezorgt u demonstratiemateriaal dat u kan gebruiken tijdenseen huisbezoek. Hij geeft u ook naamkaartjes van zijn winkel mee en vraagt u die kaartjes bij elk huisbezoek af te geven. _____________________________________________________________________________
12